Brother DCP-1610W, DCP-1612W User manual

Page 1
Gebruikershandleiding
DCP-1600E DCP-1602(E) DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1900(E) MFC-1905 MFC-1910W(E)
Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen.
Versie 0
DUT
Page 2

Brother-telefoonnummers

BELANGRIJK
Voor technische ondersteuning telefoneert u naar de klantenservice van Brother of naar uw lokale Brother-leverancier.
Uw product registreren
Vul de Brother Warranty Registration in of, voor een snellere en efficiëntere manier om uw nieuwe product te registreren, ga online naar
http://www.brother.com/registration
Veelgestelde vragen (FAQ's)
Op het Brother Solutions Center vindt u alle benodigde informatie over deze machine. Download de meest recente drivers, software en hulpprogramma's, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van problemen om te leren hoe u het meeste uit dit product van Brother kunt halen.
http://support.brother.com
Hier vindt u de updates voor de drivers van Brother.
Klantenservice
Kijk op http://www.brother.com voor de contactgegevens van uw plaatselijke Brother-vestiging.
Servicecentra
Neem contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor voor informatie over onderhoudscentra in Europa. U vindt de adressen en telefoonnummers van de Europese kantoren door op de website http://www.brother.com
Internetadressen
Wereldwijde Brother-website: http://www.brother.com Voor veelgestelde vragen (FAQs), productondersteuning en technische vragen, en driver-updates en
hulpprogramma's: http://support.brother.com
©2014 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
uw land te selecteren.
i
Page 3

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding
Gebruikershandleiding
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Volg de instructies voor het instellen van uw machine en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Hier vindt u meer informatie over de fax­(
Alleen MFC-modellen), scan- en
kopieerfuncties. Zie tips voor het oplossen van problemen en machinespecificaties.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Voor MFC: Gedrukt / in de verpakking
Voor Tsjechië, Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije, Kroatië, Slovenië, Servië,:
(alleen Windows / cd-rom / in de verpakking
Voor DCP: (alleen Windows
/ cd-rom / in de verpakking
®
) PDF-bestand
®
) PDF-bestand
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Handleiding voor mobiel afdrukken/scannen voor Brother iPrint&Scan
(voor modellen die ondersteuning bieden voor draadloze netwerken)
1
Ga naar http://support.brother.com.
ii
In deze handleiding vindt u instructies voor scannen, afdrukken, PC-FAX en andere handelingen die u kunt uitvoeren door uw Brother-machine te verbinden met een computer. U vindt er ook nuttige informatie over het gebruik van Brother ControlCenter, het gebruik van uw machine in een netwerkomgeving, en veel gebruikte termen.
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf uw mobiele apparaat en scannen vanaf uw Brother-machine naar uw mobiele apparaat
bij verbinding met een Wi-Fi
®
-netwerk.
(Windows®) HTML-bestand / cd-rom / in de verpakking
(Macintosh) HTML-bestand / Brother
Solutions Center
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
1
Page 4

Inhoudsopgave

1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Brother-hulpprogramma's openen (Windows
De Software en Netwerk gebruikershandleiding raadplegen.................................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................6
Menu en functies voor MFC-modellen.................................................................11
Programmeren op het scherm.......................................................................11
Menutabel......................................................................................................12
0.Stand.instel.................................................................................................13
1.Standaardinst. ............................................................................................18
2.Fax..............................................................................................................22
3.Kopie ..........................................................................................................35
4.Printer.........................................................................................................36
5.Print lijsten..................................................................................................37
6. Netwerk (alleen MFC-1910W(E))..............................................................39
7.Machine-info
Menu en functies voor DCP-modellen .................................................................43
Programmeren op het scherm.......................................................................43
Menutabel......................................................................................................44
1.Standaardinst. ............................................................................................45
2.Kopie ..........................................................................................................47
3.Printer.........................................................................................................48
4. Netwerk (alleen DCP-1610W(E) en DCP-1612W) ....................................49
5.Machine-info
Tekst invoeren.....................................................................................................54
MFC-modellen ...............................................................................................54
DCP-modellen ...............................................................................................55
Ecologische functies............................................................................................56
Stand diepe slaap..........................................................................................56
Automatische uitschakeling (alleen DCP-modellen)......................................56
Tonerinstellingen .................................................................................................56
Tonerinstelling (stand Doorgaan) ..................................................................56
Faxen ontvangen in de stand Doorgaan (Alleen MFC-modellen) .................57
1
.............................................................................................42
1
.............................................................................................52
®
).....................................................2
2 Papierinstelling 58
Papierinstellingen ................................................................................................58
Papiertype .....................................................................................................58
Papierformaat................................................................................................58
Bruikbaar papier ..................................................................................................59
Aanbevolen papier en afdrukmedia ...............................................................59
Papiercapaciteit van de papierlade ...............................................................59
iii
Page 5
3 Documenten laden 60
Documenten laden...............................................................................................60
De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken
(alleen modellen met ADF (automatische documentinvoer)) ....................60
De glasplaat gebruiken..................................................................................60
4 Een fax verzenden (MFC-modellen) 62
Een fax verzenden...............................................................................................62
Een fax annuleren die wordt verwerkt ...........................................................62
Groepsverzenden ..........................................................................................63
5 Een fax ontvangen (MFC-modellen) 64
Ontvangststanden................................................................................................64
De ontvangststand kiezen .............................................................................64
Instellingen ontvangststand .................................................................................65
Belvertraging .................................................................................................65
F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus)........................................................65
Fax waarnemen.............................................................................................65
6 Nummers kiezen en opslaan (MFC-modellen) 67
Nummers opslaan................................................................................................67
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................67
Snelkiesnummers wijzigen of verwijderen.....................................................67
Nummers kiezen..................................................................................................68
Handmatig kiezen ..........................................................................................68
Snelkiezen .....................................................................................................68
Zoeken...........................................................................................................68
Opnieuw kiezen.............................................................................................68
Beller-ID (alleen MFC-1910W(E)) .................................................................69
7 PC-FAX gebruiken (MFC-modellen) 70
PC-FAX ontvangen
(Alleen voor Windows
PC-FAX verzenden..............................................................................................72
Een bestand verzenden als PC-FAX .............................................................72
iv
®
)....................................................................................70
Page 6
8 Telefoon en externe apparatuur (voor MFC-modellen) 74
Telefoonbediening (alleen MFC-1905) ................................................................74
Telefoneren ...................................................................................................74
Telefoonlijndiensten.............................................................................................74
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................74
Een extern antwoordapparaat aansluiten (alleen MFC-1900(E) en
MFC-1910W(E)) ...............................................................................................75
Aansluitingen.................................................................................................76
Een uitgaand bericht opnemen......................................................................76
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................76
Externe telefoons en tweede telefoons................................................................77
Een externe of tweede telefoon aansluiten ...................................................77
Alleen voor de Fax/Tel-modus.......................................................................77
Een draadloze handset van een ander merk gebruiken ................................77
9Kopiëren 78
Kopieën maken....................................................................................................78
ID-KOPIËREN ....................................................................................................79
Dubbelzijdige ID-kopie...................................................................................79
Enkelzijdige ID-kopie.....................................................................................81
Overige kopieën ..................................................................................................82
10 Scannen naar een computer 86
Een document scannen als PDF-bestand met ControlCenter4........................... 86
Scannen met behulp van de SCANtoets .............................................................89
SCANtoetsinstellingen ...................................................................................89
A Oplossen van problemen en andere informatie 91
Verbruiksartikelen................................................................................................91
Uw probleem identificeren...................................................................................93
Fout- en onderhoudsmeldingen...........................................................................94
Als u problemen hebt met uw machine................................................................96
Telefoon- en faxproblemen (MFC-modellen).................................................96
De afdrukkwaliteit verbeteren ..............................................................................98
Vastgelopen documenten
(modellen met ADF (automatische documentinvoer)) ....................................103
Vastgelopen papier............................................................................................104
Faxen of faxjournaal overbrengen (voor MFC-modellen) ..................................106
Faxen naar een andere faxmachine overbrengen.......................................107
Faxen naar de pc overbrengen ...................................................................107
Het faxjournaal overbrengen naar een andere faxmachine ........................ 108
De machine reinigen en controleren..................................................................108
v
Page 7
B Specificaties 109
DCP-1600E, DCP-1602(E), MFC-1900(E) en
MFC-1905.......................................................................................................109
Algemeen ....................................................................................................109
Documentgrootte.........................................................................................112
Afdrukmedia ................................................................................................112
Fax...............................................................................................................113
Kopiëren ......................................................................................................113
Scanner .......................................................................................................114
Printer..........................................................................................................114
DCP-1610W(E), DCP-1612W en MFC-1910W(E) ............................................115
Algemeen ....................................................................................................115
Documentgrootte.........................................................................................118
Afdrukmedia ................................................................................................118
Fax...............................................................................................................119
Kopiëren ......................................................................................................119
Scanner .......................................................................................................120
Printer..........................................................................................................120
Netwerk (LAN).............................................................................................121
CIndex 122
vi
Page 8
OPMERKING

Algemene informatie 1

WAARSCHUWING
1

Gebruik van de documentatie

Bedankt voor uw keuze voor een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.

Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, de dood of ernstige letsels tot gevolg kan hebben.
Deze symbolen wijzen u erop dat u
1
Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
hete oppervlakken in de machine niet mag aanraken.
Brandgevaarpictogrammen waarschuwen u voor de mogelijkheid op brand.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen
op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
1
BELANGRIJK
BELANGRIJK wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, materiële schade of verminderde functionaliteit van het product tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
OPMERKING wijst op de bestuursomgeving, voorwaarden voor installatie of speciale gebruiksvoorwaarden.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden uitgevoerd.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
• De meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding tonen de MFC-1910W.
• Deze gebruikershandleiding is van toepassing op de volgende modellen:
• Voor modellen die ondersteuning bieden voor draadloze netwerken: DCP-1610W, DCP-1610WE, DCP­1612W, MFC-1910W, MFC-1910WE
• Voor modellen met ADF (automatische documentinvoer): MFC-1900, MFC­1900E, MFC-1905, MFC-1910W, MFC-1910WE
1
Page 9
Hoofdstuk 1

Brother-hulpprogramma's openen (Windows®)

Brother Utilities is een programma om toepassingen op te starten die handige toegang
tot alle op uw apparaat geïnstalleerde Brother-toepassingen biedt.
a (Windows
2008 en Windows Server
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities.
(Windows
Tik of dubbelklik op (Brother Utilities) op het start-scherm of op het bureaublad.
(Windows
Beweeg de muisaanwijzer naar de linkeronderhoek van het Start-scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u vanaf de onderkant van het Start-scherm omhoog om het Apps-scherm weer te geven). Wanneer het Apps-scherm weergegeven
wordt, tikt of klikt u op (Brother Utilities).
®
XP, Windows Vista®, Windows® 7, Windows Server® 2003, Windows Server®
®
8 en Windows Server® 2012)
®
8.1 en Windows Server® 2012 R2)
®
2008 R2)
b Selecteer uw machine.
c Kies de handeling die u wilt gebruiken.
2
Page 10
Algemene informatie
OPMERKING

De Software en Netwerk gebruikershandleiding raadplegen

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine zoals hoe u de geavanceerde functies voor printer, scanner,
PC-FAX klaar bent voor gedetailleerdere informatie over deze functies, kunt u de Software en Netwerk gebruikershandleiding raadplegen
op de installatie-cd-rom voor Windows gebruikers.
Macintosh-gebruikers kunnen de Software en Netwerk gebruikershandleiding raadplegen door deze te downloaden via het Brother Solutions Center (http://support.brother.com
1
2

Documentatie bekijken 1

Documentatie bekijken (Windows®) 1
1
en netwerk2 gebruikt. Wanneer u
®
-
).
MFC-modellen Modellen die ondersteuning bieden voor draadloze
netwerken
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van uw model (indien nog
1
niet geselecteerd). Klik op Ondersteuning in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie op de installatie-cd-rom vinden door onderstaande instructies op te volgen:
®
8)
a Zet de computer aan. Plaats de
installatie-cd-rom in uw cd-romstation.
Als het Brother-scherm niet wordt weergegeven, gaat u naar Computer (Deze computer).
(Voor Windows
(Verkenner) in de taakbalk en ga
vervolgens naar This PC.) Dubbelklik op het cd-rom-pictogram en dubbelklik vervolgens op start.exe.
®
8: Klik op het pictogram
b Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, klikt u op de modelnaam.
1
(Windows® 7/Windows Vista®/Windows® XP)
Klik op (start) > Alle programma's
> Brother > Brother Utilities, klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw modelnaam (als deze nog niet geselecteerd is).
Klik op Ondersteuning in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op Gebruikershandleidingen.
c Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal. Het bovenste menu van de cd-rom wordt geopend.
3
Page 11
Hoofdstuk 1
d Klik op Gebruikershandleidingen. e Klik op Gebruikershandleidingen op
de cd-rom. Als het scherm voor de landenkeuze verschijnt, klikt u op het gewenste land. Klik vervolgens op het document dat u wilt lezen.
Instructies voor het instellen van een netwerk opzoeken (voor modellen die ondersteuning bieden voor draadloze netwerken)
U kunt uw machine aansluiten op een draadloos netwerk.
Standaardinstructies voor het instellen: uu Installatiehandleiding.
Als uw draadloze toegangspunt of router Wi­Fi Protected Setup of AOSS™ ondersteunt: uu Installatiehandleiding.
1
Meer informatie over het instellen van een netwerk: uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Brother CreativeCenter openen

Als u Windows® gebruikt, dubbelklikt u op het
pictogram (Brother CreativeCenter)
op uw bureaublad om onze GRATIS website te openen die u kunt gebruiken als hulpmiddel om aangepaste materialen voor zakelijk en thuisgebruik te maken en af te drukken met foto's, tekst en de nodige creativiteit.
Mac-gebruikers kunnen het Brother CreativeCenter raadplegen op het volgende adres: http://www.brother.com/creativecenter
.
1
4
Page 12
Algemene informatie
1
5
Page 13
Hoofdstuk 1
1 2 4
6 5
3
01/01 10:00 Alleen Fax
1 2 4
6 5
3
01/01 10:00 Fax Only

Overzicht bedieningspaneel 1

De illustraties van het bedieningspaneel in deze gebruikershandleiding tonen de MFC-1910W en DCP-1610W.
MFC-modellen
1 AAN/UIT (On/Off)
Druk op om de machine in te schakelen.
Houd ingedrukt om de machine uit te
zetten.
2 Telefoon/Intern (Tel/R)
U gebruikt deze toets voor een telefoongesprek na het oppakken van de externe hoorn tijdens het snelle dubbele belsignaal.
6
Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u deze toets gebruiken om toegang te krijgen tot een buitenlijn, om de telefonist(e) terug te bellen of om een oproep over te zetten naar een ander toestel.
Herkies (Redial)
U kunt de laatste 20 gekozen nummers opnieuw kiezen.
Pauze (Pause)
Hiermee voegt u een pauze van 3,5 seconden in bij het programmeren van snelkiesnummers of wanneer u handmatig een nummer kiest.
Resolutie (Resolution)
Hiermee stelt u de resolutie in bij het verzenden van een fax.
Page 14
Algemene informatie
4
87 9 10
11
01/01 10:00 Alleen Fax
87 9 10
11
4
01/01 10:00 Fax Only
1
3 Modustoetsen:
Hiermee wordt de Faxmodus van de machine geactiveerd. De Faxmodus is standaard ingesteld.
Hiermee wordt de scanmodus van de machine geactiveerd.
Hiermee wordt de Kopieermodus van de machine geactiveerd.
FAX
SCAN
KOPIE (COPY)
4 LCD-scherm
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
5 2op1 (ID) (2 in 1 (ID) Copy)
U kunt beide kanten van uw identiteitskaart op één pagina kopiëren en daarbij het originele formaat van de kaart behouden.
6 Opties (Options)
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen voor het kopiëren selecteren.
7
Page 15
Hoofdstuk 1
7 WiFi (alleen MFC-1910W(E))
Druk op de knop WiFi en start de installatie van de draadloze verbinding op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om een draadloze verbinding tussen uw machine en uw netwerk te installeren.
Wanneer het WiFi-licht aan is, is uw Brother­machine met een draadloos toegangspunt verbonden. Wanneer het WiFi-licht knippert, is de draadloze verbinding uitgeschakeld of is uw machine bezig met verbinding te maken met een draadloos toegangspunt.
8 Menutoetsen:
Wis (Clear)
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of annuleert u de huidige instelling.
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de instellingen van de machine te programmeren.
OK
Hiermee kunt u de instellingen opslaan en LCD-berichten op de machine bevestigen.
Volumetoetsen:
d of c Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan. Druk hierop om het volume te wijzigen in de fax- of stand­bymodus.
a of b Druk op deze toetsen om door de menu's en
opties te bladeren.
10 Stop/Eindigen (Stop/Exit)
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten. Druk op deze toets om de afdruktaak te annuleren.
11 Start
Hiermee kunt u het verzenden van faxen, scannen of kopiëren starten.
Adresboek
Hiermee hebt u direct toegang tot snelkiesnummers.
9 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen en als toetsenbord om gegevens in de machine in te voeren.
(alleen MFC-1905) Met de toets # kunt u de kiesmodus tijdelijk
omschakelen van Puls naar Toon tijdens een telefoongesprek.
8
Page 16
DCP-modellen
2 3 4 5
6
1
8 7
Stap. Kopieën:01 100%nnonn Auto
2 3 4 5
6
1
8 7
Stack Copies:01 100% nnonn Auto
Algemene informatie
1
1 LCD-scherm
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
2 Menutoetsen:
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de instellingen van de machine te programmeren.
Wis (Clear)
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of annuleert u de huidige instelling.
OK
Hiermee kunt u de instellingen opslaan en LCD-berichten op de machine bevestigen.
b of a Druk op deze toetsen om door de menu's en
opties te bladeren.
3 SCAN
Hiermee wordt de scanmodus van de machine geactiveerd.
4 AAN/UIT (On/Off)
Druk op om de machine in te schakelen. Houd ingedrukt om de
machine uit te zetten.
5 Stop/Eindigen (Stop/Exit)
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten. Druk op deze toets om de afdruktaak te annuleren.
6Start
Hiermee kunt u het kopiëren of scannen starten.
9
Page 17
Hoofdstuk 1
7 2op1 (ID)/Kopie Opties (2 in 1 (ID) Copy /
Copy Options) (DCP-1610W(E) en DCP­1612W)
U kunt beide kanten van uw identiteitskaart op één pagina kopiëren en daarbij het originele formaat van de kaart behouden.
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen voor het kopiëren selecteren.
Kopie Opties (Copy Options) (DCP-1600E en DCP-1602(E))
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen voor het kopiëren selecteren.
8 2 op 1 id kop. (2 in 1 (ID) Copy) (DCP-1600E
en DCP-1602(E))
U kunt beide kanten van uw identiteitskaart op één pagina kopiëren en daarbij het originele formaat van de kaart behouden.
WiFi (DCP-1610W(E) en DCP-1612W) Druk op de knop WiFi en start de installatie van
de draadloze verbinding op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om een draadloze verbinding tussen uw machine en uw netwerk te installeren.
Wanneer het WiFi-licht aan is, is uw Brother­machine met een draadloos toegangspunt verbonden. Wanneer het WiFi-licht knippert, is de draadloze verbinding uitgeschakeld of is uw machine bezig met verbinding te maken met een draadloos toegangspunt.
10
Page 18
Algemene informatie

Menu en functies voor MFC-modellen 1

Programmeren op het scherm1

Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig te gebruiken is. Met het LCD­scherm kunt u programmeren op het scherm met behulp van de menutoetsen.
Het menu openen 1
a Druk op Menu.
(Voorbeeld: MFC-1910W(E))
b Kies een optie.
Druk op 0 voor het menu
Stand.instel..
Druk op 1 voor het menu
Standaardinst..
Druk op 2 voor het menu Fax.
d Druk op of om naar uw volgende
menuselectie te bladeren en druk vervolgens op OK.
e Druk op of om de gewenste optie
weer te geven en druk vervolgens op OK. Wanneer u een optie hebt ingesteld, toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om
de modus Menu te verlaten.
1
 Druk op 3 voor het menu Kopie.  Druk op 4 voor het menu Printer.  Druk op 5 voor het menu
lijsten.
Druk op 6 om het menu Network te
openen.
Druk op 7 voor het menu Machine-
info.
Druk op 9 voor het menu Service.
1
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer een foutmelding in het LCD-scherm wordt weergegeven.
U kunt ook door ieder menuniveau bladeren door op a of b te drukken voor de gewenste richting.
Netwerk
c Druk op OK als de gewenste optie op
het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft het volgende menuniveau weer.
1
11
Page 19
Hoofdstuk 1
3.Kopie
Niveau 2
1.Kwaliteit
Auto*
Tekst
Foto
Grafiek
Niveau 3
Beschrijvingen 1
Opties
U kunt de kopieerresolutie voor uw type document selecteren.
-

Menutabel 1

Met behulp van de menutabel kunt u de instellingen van uw machine wijzigen door op de cijfertoetsen of a en b en op OK te drukken.
Druk op Menu en vervolgens, afhankelijk van wat op de lcd wordt getoond, op de cijfertoetsen of a en b om verschillende menuopties weer te geven. Druk op OK om een optie te selecteren.
a Druk op Menu. b Druk op 3 om Kopie te selecteren. c Druk op 1 om Kwaliteit te selecteren. d Druk op a of b om Tekst weer te geven. e Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
12
Page 20
Algemene informatie

0.Stand.instel. 1

0.Stand.instel. (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmodus
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
U kunt de
ontvangststand kiezen die het beste aan uw behoeften voldoet.
Alleen Fax* De machine
Fax/Telefoon De machine beheert
Ext. TEL/ANT
(MFC-1900(E))
Handmatig U beheert de
beantwoordt elke oproep alsof het een fax is. Het LCD­scherm toont Alleen Fax wanneer deze optie is ingesteld.
de lijn en beantwoordt elke oproep automatisch. Als de oproep geen fax is, gaat de telefoon over en kunt u de oproep beantwoorden. Het LCD-scherm toont Fax/Telefoon wanneer deze optie is ingesteld.
Het externe antwoordapparaat beantwoordt elke oproep automatisch. Ingesproken berichten worden opgeslagen op het externe antwoordapparaat. Faxberichten worden automatisch afgedrukt. Het LCD­scherm toont Ext. TEL/ANT wanneer deze optie is ingesteld.
telefoonlijn en moet elke oproep zelf beantwoorden. Het LCD-scherm toont Handmatig wannee r deze optie is ingesteld.
1
64
13
Page 21
Hoofdstuk 1
0.Stand.instel. (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
2.Datum&Tijd (2.Datum & tijd)
3.Stations-ID
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Datum&Tijd (1.Datum & tijd)
2.Aut. zomertijd
Uw naam en
De datum en de tijd worden op het LCD­scherm weergegeven en in de kopteksten van verzonden faxen vermeld als u de stations-ID hebt ingesteld.
De zomer-/wintertijd wordt automatisch ingesteld.
faxnummer instellen die op elke faxpagina moeten worden afgedrukt.
Jaar: Voer de laatste twee
cijfers van het jaartal in. (Bijv. voer 1, 3 in voor 2013.)
Maand: Voer de twee cijfers
voor de maand in. (Bijv. voer 0, 1 in voor januari.)
Dag: Voer de twee cijfers
voor de dag in. (Bijv. voer 0, 1 in voor de 1e.)
Tijd: Voer het tijdstip in 24-
uursformaat in. (Bijv. voer 1, 5, 2, 5 in voor 15:25.)
Aan* U kunt d e machine zo
instellen dat de zomer-/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
Uit Fax: Voer uw faxnummer
in (maximaal 20 cijfers).
Tel: Voer uw
telefoonnummer in (maxi maal 20 cijfers). Als uw telefoonnummer en faxnummer hetzelfde zijn, voert u hetzelfde nummer nogmaals in.
Naam: Voer uw naam in
(maximaal 20 tekens).
54
14
Page 22
0.Stand.instel. (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Toon/Puls
(voor Nederland)
4.Kiestoon
(voor België)
5.Kiestoon
(voor Nederland)
5.Tel lijn inst
(voor België)
6.Tel lijn inst
(voor Nederland)
6.Resetten
(voor België)
7.Resetten
(voor Nederland)
0.Taalkeuze De taal van het LCD-
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De kiesmodus
kiezen.
U kunt de tijd voor het
Het type telefoonlijn
1.Adres en fax
2.Alle instell.
waarnemen van een kiestoon verkorten.
kiezen.
Alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen herstellen.
Alle fabrieksinstellingen van de machine herstellen.
Alle instell. duurt minder lang dan Factory Reset.
scherm wijzigen.
Toon* De machine is
standaard ingesteld op de kiesmodus Toon.
Puls Als u de
pulskiesmethode (draaien) gebruikt, moet u de kiesmodus wijzigen.
Waarneming De machine begint te
kiezen zodra ze een kiestoon waarneemt.
Geen detectie* Wanneer u een fax
automatisch verzendt, wacht de machine standaard een bepaalde tijd voordat het nummer wordt gekozen.
Normaal*
PBX
ISDN
1.Herstel
2.Stop Het herstellen
annuleren en het menu afsluiten.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen
annuleren en het menu afsluiten.
(Kies uw taal.)
74
1
15
Page 23
Hoofdstuk 1
0.Stand.instel. (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Datum&Tijd (2.Datum & tijd)
2.Stations-ID— Hiermee kunt u de
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Datum&Tijd (1.Datum & tijd)
2.Aut. zomertijd
3.Time Zone Hiermee stelt u de
Als u het stations-ID hebt ingesteld, worden de datum en de tijd op het LCD­scherm weergegeven en op de kopteksten van de verzonden faxen vermeld.
De zomertijd wordt automatisch ingesteld.
tijdzone in voor uw land.
naam en het faxnummer instellen die op elke faxpagina moeten worden afgedrukt.
Jaar: Voer de laatste twee
cijfers van het jaar in. (Voor 2013 voert u bijvoorbeeld 1, 3 in.)
Maand: Voer de twee cijfers
van de maand in. (Voor januari voert u bijvoorbeeld 0, 1 in.)
Dag: Voer de twee cijfers
van de dag in. (Voor de eerste voert u bijvoorbeeld 0, 1 in.)
Tijd: Voer de tijd in 24-
uursformaat in. (Voor 15:25 voert u bijvoorbeeld 1, 5, 2, 5 in.)
Aan* U kunt d e machine zo
instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingesteld. De machine zal in de lente automatisch een uur vooruit worden gezet en in de herfst een uur achteruit.
Uit
UTCxxx:xx
Fax: Voer uw faxnummer
in (max. 20 cijfers).
Tel: Voer uw
telefoonnummer in (max. 20 cijfers). Als uw telefoon- en faxnummer gelijk zijn, voert u nogmaals hetzelfde nummer in.
Naam: Voer uw naam in
(max. 20 tekens).
54
16
Page 24
0.Stand.instel. (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
3.Toon/Puls
(voor Nederland)
3.Kiestoon
(voor België)
4.Kiestoon
(voor Nederland)
4.Tellijn inst
(voor België)
5.Tellijn inst
(voor Nederland)
5.Resetten
(voor België)
6.Resetten
(voor Nederland)
0.Taalkeuze De taal van het LCD-
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hiermee kunt u de
kiesmodus selecteren.
U kunt de tijd voor het
waarnemen van een kiestoon verkorten.
Hiermee kunt u het
type telefoonlijn selecteren.
1.App terugstell
2.Netwerk
3.Adres en fax
4.Alle instell.
Hiermee kunt u voor alle functie­instellingen de fabrieksinstellingen herstellen.
Hiermee kunt u voor alle netwerkinstellingen de fabrieksinstellingen herstellen.
Hiermee kunt u alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen herstellen.
Hiermee kunt u alle fabrieksinstellingen van de machine herstellen.
Alle instell. duurt minder lang dan Factory Reset.
scherm wijzigen.
Toon* Uw machine is bij
levering ingesteld voor toonkiezen.
Puls Wanneer u een
pulskiez er ( kiessch ijf) hebt, moet u de kiesmodus wijzigen.
Waarneming Uw machine kiest het
nummer zodra er een kiestoon wordt waargenomen.
Geen detectie* Wanneer u een fax
automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd voordat het nummer wordt gekozen.
Normaal*
PBX
ISDN
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het menu wordt gesloten.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het menu wordt gesloten.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het menu wordt gesloten.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het menu wordt gesloten.
(Kies uw taal.)
74
1
17
Page 25
Hoofdstuk 1

1.Standaardinst. 1

1.Standaardinst. (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Tijdklokstand
2.Papier
3.Volume 1.Belvolume Hiermee kunt u het
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
U kunt instellen hoe
1.
Papiersoort Normaal*
2.Papierformaat
2.Waarsch.toon
3.
Luidspreker Hiermee kunt u het
lang na de laatste kopie of scan de machine terugkeert naar de faxmodus.
Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen.
belvolume aanpassen.
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat, zal de machine een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een fout maakt of nadat u een fax hebt verzonden of ontvangen.
volume van de luidspreker aanpassen.
0 Sec. Onmiddellijk
30 Sec. Terugkeren naar de
1 Min
2 Min.*
5 Min. Uit De machine blijft in
Gerecycl.papier
A4*
Letter
Legal
Folio
A5
A5 L
B5
Executive
Laag
Half*
Hoog
Uit
Laag
Half*
Hoog
Uit
Laag
Half*
Hoog
Uit
terugkeren naar de faxmodus.
faxmodus na de gekozen tijd.
de laatst gebruikte modus staan.
58
58
18
Page 26
1.Standaardinst. (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Bespaarstand
5.LCD-contrast
6.Afmeting scan
7.Vervang toner
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Toner sparen
Wijzigt het contrast
—Past het
Stelt de machine in
Met deze functie kunt u toner besparen.
van het LCD-scherm.
scangedeelte aan het formaat van het document aan.
om door te gaan of te stoppen wanneer het LCD-scherm Toner
vervangen toont.
Aan In de
tonerbespaarstand gaat de tonercartridge langer mee. Wanneer u Toner sparen instelt op Aan, wordt er lichter afgedrukt.
Uit*
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
A4*
Letter
Doorgaan De machine zal
Stoppen* De machine zal
Druk op c om het LCD-scherm donkerder te maken. Of druk op d om het LCD-scherm lichter te maken.
doorgaan met afdrukken. Plaats een nieuwe tonercartridge wanneer het LCD­scherm Toner is op toont.
stoppen met afdrukken. Plaats een nieuwe tonercartridge.
56
1
19
Page 27
Hoofdstuk 1
1.Standaardinst. (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Standaard Hiermee kunt u de standaardmodus selecteren.
2.Tijdklokstand
3.Papier
4.Volume 1.Belvolume Hiermee kunt u het
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
U kunt instellen hoe
1.Papiersoort
2.Papierformaat
2.Waarsch.toon
lang na de laatste handeling de machine terugkeert naar de standaardmodus.
Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen.
belvolume aanpassen.
Wanneer de waarschuwingstoon ingeschakeld is, zal de machine een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt.
Fax*
Kopie
Scan 0 Sec. Keer onmiddellijk
30 Sec. Keer terug naar de
1 Min
2 Min.*
5 Min. Uit De machine blijft in
Normaal*
Gerecycl.papie r
A4*
Letter
Legal
Folio
A5
A5 L
B5
Executive
Laag
Half*
Hoog
Uit
Laag
Half*
Hoog
Uit
terug naar de standaardmodus.
standaardmodus na de door u gekozen tijd.
de laatstgebruikte modus.
58
58
20
Page 28
1.Standaardinst. (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Volume
(vervolg)
5.Bespaarstand
6.LCD­contrast
7.Afmeting scan
8.Vervang toner
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
3.Luidspreker
1.Toner sparen
Hiermee kunt u het
Hiermee kunt u het
Hiermee kunt u
Hiermee kunt u het luidsprekervolume aanpassen.
Met deze functie kunt u toner besparen.
contrast van het LCD-scherm wijzigen.
scangedeelte aanpassen aan het formaat van het document.
instellen of de machine doorgaat of stopt met afdrukken nadat Toner vervangen getoond wordt op het LCD­scherm.
Laag
Half*
Hoog
Uit Aan Deze functie
verhoogt het aantal pagina's dat de tonercartridge kan afdrukken. Wanneer u Toner sparen instelt op Aan, wordt er lichter afgedrukt.
Uit*
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
A4*
Letter
Doorgaan De machine blijft
Stoppen* De machine stopt
Druk op c om het LCD-scherm donkerder te maken, of druk op d om het LCD-scherm lichter te maken.
afdrukken. Vervang de tonercartridge als Toner is op weergegeven wordt op het LCD-scherm.
met afdrukken. Vervang de tonercartridge.
56
1
21
Page 29
Hoofdstuk 1

2.Fax 1

2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(Uitsluitend in Faxmodus)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Bel Vertraging (1.Belvertraging)
2.F/T Beltijd (2.F/T beltijd)
3.Fax Waarnemen (3.Fax
waarnemen)
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat ze antwoordt in de stande n Alleen fax en Fax/Tel.
Stelt de lengte in van het snelle dubbele belsignaal in de Fax/Tel-modus.
Faxen ontvangen zonder op Start te drukken. Wanneer
1
Fax waarnemen is ingesteld op Aan, kunt u faxberichten ontvangen zonder op Start te drukken.
(00 - 06)
02*
(voor Nederland)
(00 - 10)
02*
(voor België)
20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Aan* De machine kan een
Half (MFC-1905)
Uit Als u in de buurt van
Als een externe of tweede telefoon dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximaal aantal keren dat de machine over moet gaan.
Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze; als het echter een normale telefoonoproep is, laat de machine het F/T-belsignaal horen (een snel dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de instelling van de F/T­beltijd. Als u het F/T­belsignaal hoort, betekent dit dat u een normale oproep op de lijn ontvangt.
fax automatisch ontvangen, zelfs als u de oproep beantwoordt.
De machine ontvangt een faxoproep alleen automatisch als u hem hebt aangenomen met de hoorn van de machine.
de machine bent en een faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van de externe telefoon (alleen
MFC
-1900E) of van
de machine (alleen
-1905) op te
MFC pakken, drukt u op Start.
65
65
65
22
Page 30
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(Uitsluitend in Faxmodus)
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
4.Autoreductie
5.Geheugen ontv. (5.Geh.
ontvangst)
6.Printdichtheid
2
3
De machine berekent de mate van verkleinen aan de hand van het paginaformaat van de fax en het door u ingestelde papierformaat (Menu, 1, 2, 2).
Alle binnenkomende faxen worden automatisch opgeslagen in het geheugen van de machine als het papier op is.
De machine gaat door met het ontvangen van de huidige fax en de overige pagina's worden in het geheugen opgeslagen, als er voldoende geheugen beschikbaar is.
U kunt de afdrukdichtheid instellen en zo de afgedrukte pagina’s lichter of donkerder maken.
Aan* Wanneer u Aan kiest,
verkleint de machine automatisch elke pagina van een binnenkomende fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter, Legal, Folio, A5, A5 (lange zijde), B5 of Executive passen.
Uit
Aan* Later
Uit Later
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
binnenkomende faxen worden ook in het geheugen opgeslagen totdat het geheugen vol is. Wanneer het geheugen vol is, houdt de machine automatisch op met het beantwoorden van oproepen. Om de faxen af te drukken, plaatst u papier in de lade en drukt u op Start.
binnenkomende faxen worden niet in het geheugen opgeslagen. De machine stopt dan met het automatisch beantwoorden van oproepen totdat er papier in de papierlade wordt geplaatst. Om de laatst ontvangen fax af te drukken, plaatst u papier in de lade en drukt u op Start.
Druk op c om de afdruk donkerder te maken of op d om hem lichter te maken.
1
23
Page 31
Hoofdstuk 1
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
2.
Verzendmenu 1.Contrast Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt lichter of donkerder maken.
2.Faxresolutie
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hiermee kunt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen instellen.
De kwaliteit van een uitgaande fax kan worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
Autom.* Autom. geeft de
beste resultaten. Er wordt dan automatisch een geschikt contrast gekozen voor uw document.
Licht Als uw document te
licht is, kiest u
Licht.
Donker Als uw document te
donker is, kiest u Donker.
Standaard* Geschikt voor de
meeste getypte documenten.
Fijn Geschikt voor
documenten met een klein lettertype en wordt iets langzamer verzonden dan met de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor
documenten met een klein lettertype of artwork en wordt iets langzamer verzonden dan met de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer
het document verschillende grijstinten heeft of een foto is. Deze instelling heeft de langzaamste transmissietijd.
24
Page 32
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
2.
Verzendmenu
(vervolg)
3.Adresboek 1.Snelkies U kunt tot 99
4.Kies rapport
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
3.Internationaal
1.Verzendrapp.
Als u door een slechte verbinding problemen hebt met het internationaal verzenden van een fax, dan kan het activeren van de internationale modus wellicht helpen.
snelkiesnummers opslaan. Druk
tweemaal op (Adresboek) en voer
dan het snelkiesnummer van twee cijfers in.
U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de ontvanger, de datum en de tijd van het verzenden, de duur van het verzenden, het aantal verzonden pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol werd verzonden.
Aan Schakel deze functie
in als u problemen hebt met het internationaal verzen den van faxe n. Deze functie wordt alleen voor de volgende fax ingeschakeld.
Uit* Laat deze instelling
op Uit staan wanneer de netwerkverbinding goed is en u een internationale fax normaal kunt verzenden.
Aan Na elke verzonden
fax wordt een rapport afgedrukt.
Aan+Beeld Na elke verzonden
fax wordt een rapport afgedrukt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.
Uit* Als de fax niet is
verzonden door een storing wordt een rapport afgedrukt.
Uit+Beeld Als de fax niet is
verzonden door een storing wordt een rapport afgedrukt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.
1
25
Page 33
Hoofdstuk 1
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Kies
rapport
(vervolg)
5.
Afstandsopt
ies
6.Rest. jobs U kunt controleren
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
2.Journaal tijd (2.Journaalper.)
1.PC-Fax ontv.
2.Print document
Hiermee stelt u het tijdsinterval in voor het afd rukken va n het faxjournaal.
Het faxjournaal is een lijst met informatie over de laatste 200 door u ontvangen en verzonden faxen.
Hiermee stelt u de machine in voor het ontvangen van faxen op uw pc. Als u Aan kiest, kunt u voor de zekerheid Reserveafdruk activeren.
Als u de functie PC­Fax ontvangen inschakelt en de machine ontvangen faxen opslaat in het geheugen, kunt u een fax afdrukken vanuit het geheugen.
welke taken er in het geheugen zitten en geprogrammeerde taken annuleren.
Uit Als u het interval op
Uit zet, kunt u het rapport nog handmatig afdrukken via het menu Print lijsten.
Na 50 faxen* De machine zal het
journaal afdrukken wanneer de machine 50 taken heeft opgeslagen.
Elke 6 uur (Om de 6 uur)
Elke 12 uur (Om de 12 uur)
Elke 24 uur (Om de 24 uur)
Elke 2 dagen (Om de 2 dagen)
Elke 7 dagen (Om de 7 dagen)
Aan 70
Uit*
[XXX] Volg de aanwijzingen
De machine drukt het rapport af op het gekozen tijdstip en wist dan alle taken uit het geheugen.
op het LCD-scherm.
63
26
Page 34
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
0.Diversen 1.Compatibel Als u problemen met het verzenden of ontvangen van een fax hebt door een mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij u aan de instelling Compatibel aan te passen om de modemsnelheid voor faxfuncties te verlagen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Voor MFC-1900 en MFC-1905 is dit menu 3.Fax Waarnemen.
2
Alleen voor MFC-1900E
3
Voor MFC-1900 en MFC-1905 is dit menu 5.Printdichtheid.
Normaal* Stelt de
modemsnelheid in op
14.400 bps.
Std (voor VoIP) Verlaagt de
modemsnelheid tot
9.600 bps en schakelt de foutencorrectiemodus (ECM) uit. Probeer deze instelling als er regelmatig storingen optreden op uw gewone telefoonlijn.
1
27
Page 35
Hoofdstuk 1
2.Fax (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(alleen in de faxmodus)
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
1.Ontvangstmodus
Hiermee kunt u de ontvangstmodus kiezen die het best aan uw behoeften beantwoordt.
Alleen Fax* U machine
beantwoordt automatisch elke oproep alsof het een faxbericht betreft. Wanneer deze optie ingesteld is, wordt Alleen Fax weergegeven op het LCD-scherm.
Fax/Tel Uw machine regelt
de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Als de oproep geen fax is, zal de telefoon overgaan zodat u de oproep kunt beantwoorden. Wanneer deze optie ingesteld is, wordt Fax/Tel weergegeven op het LCD-scherm.
External TAD Uw externe
antwoordapparaat beantwoordt automatisch elke oproep. Ingesproken berichten worden opgeslagen op het externe antwoordapparaat. Faxberichten worden automatisch afgedrukt. Wanneer deze optie ingesteld is, wordt External TAD weergegeven op het LCD-scherm.
Handmatig U regelt de
telefoonlijn en moet elke oproep zelf beantwoorden. Wanneer deze optie ingesteld is, wordt Handmatig weergegeven op het LCD-scherm.
64
28
Page 36
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(alleen in de faxmodus)
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
2.Bel Vertraging (1.Belvertraging)
3.F/T Beltijd (2.F/T beltijd)
4.Fax Waarnemen (3.Fax waarnemen)
5.Autoreductie
De belvertraging bepaalt het aantal keren da t de machine overgaat voordat deze antwoordt in de modi Alleen Fax en Fax/Tel.
Hiermee kunt u de lengte van het snelle dubbele belsignaal in de Fax/Tel-modus instellen.
Hiermee kunt u faxberichten ontvangen zonder op Start te drukken. Wanneer de functie Fax waarnemen ingesteld is op Aan, kunt u faxberichten ontvangen zonder op Start te drukken.
De machine berekent het verkleiningspercenta ge aan de hand van het paginaformaat van de fax en het ingestelde papierformaat (Menu, 1, 3, 2).
(00 - 06)
02*
(voor Nederland)
(00 - 10)
02*
(voor België)
20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Aan* De machine kan een
Uit Als u in de buurt van
Aan* Wanneer u Aan kiest,
Uit
Als een externe of tweede telefoon dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximale aantal keren dat de machine moet overgaan.
Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze; als het echter een telefoonoproep betreft, laat de machine het F/T­belsignaal horen (een snel dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de instelling van de F/T­beltijd. Als u het F/T­belsignaal hoort, betekent dit d at u een telefoonoproep op de lijn ontvangt.
fax automatisch ontvangen, zelfs als u de oproep beantwoordt.
de machine bent en een faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van de externe telefoon op te pakken, drukt u op Start en vervolgens op 2.
verkleint de machine automatisch elke pagina van een binnenkomende fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter, Legal, Folio, A5, A5 (lange zijde), B5 of Executive passen.
65
65
65
1
29
Page 37
Hoofdstuk 1
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(alleen in de faxmodus)
(vervolg)
2.Verzendmenu
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
6.Geheugen ontv. (5.Geh. ontvangst)
7.Printdichtheid
1.Contrast Hiermee kunt u de
Hiermee worden alle inkomende faxen automatisch in het geheugen opgeslagen als het papier op is.
De machine gaat door met het ontvangen van de huidige fax, en de overige pagina's worden in het geheugen opgeslagen als er voldoende geheugen beschikbaar is.
U kunt de afdrukdichtheid instellen en zo de afgedrukte pagina's lichter of donkerder maken.
faxen die u verzendt lichter of donkerder maken.
Aan Verdere inkomende
faxen worden ook in het geheugen opgeslagen tot het geheugen vol is. Wanneer het geheugen vol is, houdt de machine automatisch op met het beantwoorden van oproepen. Om de faxen af te drukken, plaatst u papier in de lade en drukt u op Start.
Uit* Verdere inkomende
faxen worden niet in het geheugen opgeslagen. De machine stopt met het automatisch beantwoorden van oproepen tot er nieuw papier in de papierlade is geplaatst. Om de laatste ontvangen fax af te drukken, plaatst u papier in de lade en drukt u op Start.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+ Autom.* Met Autom. boekt u
Licht Als het document te
Donker Als het document te
Druk op c voor donkerder en d voor lichter.
de beste resultaten. De machine selecteert automatisch een geschikt contrast voor uw document.
licht is, kiest u Licht.
donker is, kiest u Donker.
30
Page 38
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
2.
Verzendmenu
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
2.Faxresolutie
3.Internationaal
4.Aut. herkiezen
Hiermee kunt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen instellen.
De kwaliteit van een uitgaande fax kan worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
Als u door een slechte verbinding problemen hebt met het internationaal verzenden van een fax, dan kan het activeren van de internationale modus mogelijk helpen.
Hiermee kiest de machine het laatste faxnummer na vijf minuten opnieuw als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.
Standaard* Geschikt voor de
meeste getypte documenten.
Fijn Geschikt voor
documenten met een klein lettertype en wordt iets langzamer verzonden dan met de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor
documenten met een klein lettertype of illustraties en wordt iets langzamer verzonden dan met de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer
het document verschillende grijstinten heeft of wanneer het een foto betreft. Deze instelling heeft de langzaamste verzendtijd.
Aan Activeer deze functie
als u problemen ervaart met het internationaal verzenden van een fax. Deze functie wordt alleen ingeschakeld voor d e volgende fax.
Uit* Kies Uit voor deze
instelling wanneer de netwerkverbinding goed is en u geen problemen ervaart met het internationaal verzenden van een fax.
Uit*
Aan
1
31
Page 39
Hoofdstuk 1
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
3.Anti-Junk Fax (3.Anti-junk fax)
(alleen MFC­1910W)
4.Adresboek
5.Kies
rapport
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
2
1.Registreren Als u van bepaalde
nummers geen faxen/telefoonoproep en wilt ontvangen, kunt u deze nummers (maximaal 100)
2.Verwijderen
3.Print rapport
1
1.Snelkies Hiermee kunt u tot 99
1.Verzendrapp.
toevoegen aan de spamfaxlijst.
U moet de nummerweergavedie nst activeren bij uw lokale t elefoonbe drijf. U kunt geen nummers kiezen die niet opgeslagen zijn in het nummerweergavege heugen.
snelkiesnummers opslaan. Druk twee
keer op (Adresboek) en voer
vervolgens het tweecijferige snelkiesnummer in.
U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de ontvanger, de datum en de tijd van het verzenden, de duur van het verzenden, het aantal verzonden pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol werd verzonden.
Kies het nummer dat
u aan de spamfaxlijst wilt toevoegen door
a en b te drukken.
op Druk op OK en druk vervolgens op 1.
Kies het nummer dat
u uit de spamfaxlijst wilt verwijderen door
a en b te drukken.
op Druk op OK en druk vervolgens op 1.
U kunt een lijst
afdrukken met de fax­/telefoonnummers die toegevoegd zijn aan de spamfaxlijst.
Aan Drukt een rapport af
voor elke fax die u verzendt.
Aan+Beeld Drukt een rapport af
Uit* Drukt een rapport af
Uit+Beeld Drukt een rapport af
Geen rapport
voor elke fax die u verzendt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.
als de fax niet verzonden werd door een transmissiefout.
als de fax niet verzonden werd door een transmissiefout. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.
32
Page 40
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
5.Kies
rapport
6.Afstandsopties
7.Rest.
jobs
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
2
4
2.Journaal tijd (2.Journaalper.)
3
1.PC-Fax ontv.
2.Print document
U kunt controleren
Hiermee stelt u het tijdsinterval in voor het afdrukken va n het faxjournaal.
Het faxjournaal is een lijst met informatie over de laatste 200 door u ontvangen en uitgaande faxen.
Hiermee kunt u instellen dat de machine faxen verzendt naar uw pc. Als u Aan kiest, kunt u de beveiligingsfunctie Reserveafdruk inschakelen.
Als u de functie PC­Fax Ontvangen inschakelt en uw machine ontvangen faxen opslaat in het geheugen, kunt u een fax afdrukken uit het geheugen.
welke taken er in het geheugen aanwezig zijn en geprogrammeerde taken annuleren.
Uit Als u het interval op
Uit zet, kunt u het rapport nog steeds handmatig afdrukken via het menu Rapporten afdrukken.
Na 50 faxen* De machine drukt het
Elke6uur
(Om de 6 uur)
Elke12uur
(Om de 12 uur)
Elke24uur
(Om de 24 uur)
Elke2dagen
(Om de 2 dagen)
Elke7dagen
(Om de 7 dagen) Aan 70
Uit*
[XXX] Volg de berichten op
journaal af wanneer er 50 taken opgeslagen zijn.
De machine drukt het rapport af op het gekozen tijdstip en verwijdert vervolgens alle taken uit het geheugen.
63
het LCD-scherm.
1
33
Page 41
Hoofdstuk 1
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
0.Diversen 1.Compatibel Als u problemen met het verzenden of ontvangen van een fax hebt door een mogelijke storing op de telefoonlijn, past u de synchronisatie aan om de modemsnelheid voor faxhandelingen te verlagen.
2.Beller-ID Bekijk een lijst van de laatste 30 nummerweergaven in het geheugen of druk deze af.
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
1
Voor MFC-1910WE is dit menu 3.Adresboek.
2
Voor MFC-1910WE is dit menu 4.Rapportinstel.
3
Voor MFC-1910WE is dit menu 5.Afstandsopties.
4
Voor MFC-1910WE is dit menu 6.Rest. jobs.
Normaal* Hiermee stelt u de
modemsnelheid in op 14400 bps.
Std (voor VoIP) Hiermee verlaagt u
de modemsnelheid naar 9600 bps en schakelt u de foutencorrectiemodu s (ECM) uit. Probeer deze instelling als u regelmatig storing ondervindt op uw standaardtelefoonlijn .
Aan* Als u over de
Uit
nummerweergavedie nst beschikt, zet u deze functie op Aan om het nummer van de beller op het LCD­scherm weer te laten geven als u wordt gebeld.
Toon telefoonnrs
Het nummer van de laatste beller wordt op het scherm weergegeven.
Print rapport De laatste dertig
gesprekken in de nummerweergavelijst worden afgedrukt.
69
69
34
Page 42
Algemene informatie
3.Kopie 1

3.Kopie

Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Kwaliteit U kunt de
2.Helderheid Hiermee kunt u de
3.Contrast Pas het contrast aan
4.Id kopieëren (4.ID kopiëren)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Kwaliteit U kunt de
2.Helderheid -nnnno+
kopieerresolutie voor uw type document selecteren.
helderheid voor kopieën aanpassen.
om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
standaardinstellingen voor ID kopiëren wijzigen.
Auto* Auto is de
Tekst Geschikt voor
Foto Betere
Grafiek Geschikt voor het
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+ Auto* Auto is de
Lichter
-nnnon+*
-nnonn+
-nonnn+
-onnnn
+
aanbevolen stand voor normale afdrukken. Geschikt voor documenten die
zowel tekst als foto bevatten.
documenten die vooral tekst bevatten.
kopieerkwaliteit voor foto's.
kopiëren van kwitanties.
Druk op c om de helderheid te verhogen of druk op d om de helderheid te verlagen.
Druk op c om het contrast te verhogen of druk op d om het contrast te verlagen.
standaardstand voor normale afdrukken. Als u de afdrukken lichter wilt maken, kiest u Lichter.
k op c om de
Dru helderheid te verhogen of druk op d om de helderheid te verlagen.
s
1
35
Page 43
Hoofdstuk 1
3.Kopie (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Id kopieëren
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
3.Contrast -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
4.2op1/1op1 2op1* Maakt het mogelijk
1op1 Maakt het mogelijk
Druk op c om het contrast te verhogen of druk op d om het contrast te verlagen.
de toets 2 op 1 id
kop. (2 in 1 (ID) Copy) te gebruiken
voor dubbelzijdig kopiëren.
de toets 2 op 1 id
kop. (2 in 1 (ID) Copy) te gebruiken
voor enkelzijdig kopiëren.
79
81
4.Printer 1

4.Printer

Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.
Printopties 1.Testafdruk Hiermee drukt u een
2.Autom doorgaan
3.Reset printer
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Als deze instelling
—Stelt de
testpagina af.
ingeschakeld is, wist de machine automatisch fouten betreffende het papierformaat en gebruikt ze het papier in de papierlade.
printerinstellingen weer in op de standaardfabrieksins tellingen.
Aan*
Uit Het LCD-scherm
toont Ongeldig formaat en de machine drukt niet af.
1.Herstel
2.Stop
36
Page 44
Algemene informatie

5.Print lijsten 1

5.Print lijsten (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1
1.Verzendrapport
2.Adresboek 1.Numeriek Een lijst met namen
3.Fax Journaal (3.Faxjournaal)
4.Gebruikersinst
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Bekijk op LCD
2.Print rapport
2.Alfabetisch
Hiermee kunt u een
Een overzicht van uw
U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de ontvanger, de datum en de tijd van het verzenden, de duur van het verzenden, het aantal verzonden pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol werd verzonden.
en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers.
lijst afdrukken met informatie over de laatste 200 door u ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzonden.) (RX: ontvangen.)
instellingen.
U kunt het
verzendrapport met uw laatste 200 verzonden faxen weergeven.
Het laatste rapport
afdrukken.
Afdrukken in
numerieke volgorde.
Afdrukken in
alfabetische volgorde.
1
1
Voor MFC-1900 en MFC-1905 is dit menu Verzendrapport.
37
Page 45
Hoofdstuk 1
5.Print lijsten (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Verzendrapport
2.Adresboek 1.Numeriek Hiermee kunt u een
3.FaxJournaal
4.Afdrukinstell.
5.Gebruikersinst
6.Netwerk Conf.
7.WLAN­rapport
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
1.Bekijk op
LCD
2.Print
rapport
2.Alfabetisch
Hiermee kunt u een
Hiermee kunt u een
Hiermee krijgt u een
Hiermee kunt u een
Hiermee kunt u het
U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de ontvanger, de datum en de tijd van het verzenden, de duur van het verzenden, het aantal verzonden pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol werd verzonden.
lijst van namen en nummers die opgeslagen zijn in het geheugen voor ééntoets- en snelkiesnummers weergeven.
lijst afdrukken met informatie over de laatste 200 door u ontvangen en uitgaande faxen.
(TX: verzonden.) (RX: ontvangen.)
lijst met de afdrukinstellingen afdrukken.
overzicht van uw instellingen.
lijst met de netwerkinstellingen afdrukken.
resultaat van de verbindingsdiagnose voor draadloos LAN afdrukken.
U kunt het
verzendrapport van de laatste 200 uitgaande faxen weergeven.
Hiermee kunt u het
laatste rapport afdrukken.
De lijst wordt
afgedrukt in numerieke volgorde.
De lijst wordt
afgedrukt in alfabetische volgorde.
38
Page 46
Algemene informatie

6. Netwerk (alleen MFC-1910W(E)) 1

6.Netwerk
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN 1.TCP/IP
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
1.Opstartmethode
2.IP Address Voer het IP-adres in.
3.Subnet Mask Voer het
4.Gateway Voer het adres van
5.Knooppuntnaam
6.WINS Config Autom.*
7.WINS Server Hiermee kunt u het
Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Hiermee kunt u de opstartmethode kiezen die het best aan uw behoeften beantwoordt.
subnetmasker in.
de gateway in. Voer de naam van
het knooppunt in. (maximaal 32 tekens)
Statisch
Hiermee kunt u de WINS­configuratiemodus kiezen.
IP-adres van de primaire of secundaire WINS­server specificeren.
Primair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
Secundair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
1
39
Page 47
Hoofdstuk 1
6.Netwerk (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
1.TCP/IP
(vervolg)
2.WLAN-
assistent
3.Inst.
Wizard
4.WPS/AOSS Hiermee kunt u de
8.DNS Server Hiermee kunt u het
Hiermee kunt u de ethernetkoppelingsmodus selecteren.
Hiermee kunt u uw interne afdrukserver configureren.
instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met de éénknopsmethode.
IP-adres van de primaire of secundaire DNS­server specificeren.
Primair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
Secundair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
9.APIPA Aan*
Uit
Het IP-adres van het link-local-adresbereik wordt automatisch toegewezen.
0.IPv6 Aan
Uit*
Hiermee kunt u het IPv6-protocol activeren/deactiveren. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, kunt u naar http://support.brother. com gaan voor meer informatie.
40
Page 48
6.Netwerk (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN
(vervolg)
2.Netwerkreset
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
5.WPS m/pincode
6.Status WLAN 1.Status Hiermee kunt u de
7.MAC-adres Toont het MAC-adres
8.Set to Default
9.WLAN Activeren
Hiermee kunt u voor
Hiermee kunt u de instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met behulp van WPS met een PIN-code.
van de machine. De fabrieksinstelling
voor een draadloos netwerk herstellen.
Hiermee kunt u het draadloze LAN handmatig activeren of deactiveren.
alle netwerkinstellingen de fabrieksinstellingen herstellen.
status van het huidige draadloze netwerk zien.
2.Signaal Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huid ige draadloz e netwerk zien.
3.SSID Hiermee kunt u de huidige SSID zien.
4.Comm. Mode Hiermee kunt u de huidige communicatiemodus zien.
1.Herstel
2.Stop
Aan*
Uit
1.Herstel
2.Stop
1
41
Page 49
Hoofdstuk 1
7.Machine-info
7.Machine-info
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Serienummer
2.Versie 1.Main Versie U kunt de
3.Paginateller
4.DuurOnderdelen (4.Onderdelendu ur)
5.Drum resetten (5.Drumreset)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

1

Voor MFC-1900(E) en MFC-1905 is dit menu 6.Machine-info..
1
1
U kunt het
serienummer van uw machine controleren.
firmwareversie van uw machine controleren.
U kunt controleren
hoeveel pagina’s de machine tijdens haar gebruiksduur heeft afgedrukt.
1.Toner U kunt het res terende
2.
DrumeenheidU kunt het resteren de
U kunt de drumteller
percentage van de levensduur van de toner controleren.
percentage van de levensduur van de drum controleren.
resetten wanneer u de drumeenheid vervangt.
Totaal Toont het totale
aantal pagina's.
Fax/Lijst Toont de paginateller
voor faxen en lijsten.
Kopie Toont de paginateller
voor kopieën.
Print Toont de paginateller
voor afgedrukte pagina's.
1.Herstel
2.Stop
1
91
42
Page 50
Menu en functies voor
Algemene informatie
DCP-modellen 1

Programmeren op het scherm1

Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig te gebruiken is. Met het LCD­scherm kunt u programmeren op het scherm met behulp van de menutoetsen.
Het menu openen 1
a Druk op Menu. b Blader door elk menuniveau door te
drukken op a of b voor de gewenste richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op
het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft het volgende menuniveau weer.
d Druk op of om naar uw volgende
menuselectie te bladeren en druk vervolgens op OK.
1
e Druk op of om de gewenste optie
weer te geven en druk vervolgens op OK. Wanneer u een optie hebt ingesteld, toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om
de modus Menu te verlaten.
43
Page 51
Hoofdstuk 1
1.Standaardinst.
Niveau 2
1.Papier 1.
Papiersoort
Normaal*
Gerecycl.papier
Niveau 3
Beschrijvingen 1
Opties

Menutabel 1

Met behulp van de menutabel kunt u de instellingen van uw machine wijzigen door op a en b en op OK te drukken.
Druk op Menu en vervolgens, afhankelijk van wat op de lcd wordt getoond, op en om verschillende menuopties weer te geven. Druk op OK om een optie te selecteren.
In het onderstaande voorbeeld wordt de instelling van de papiersoort gewijzigd van Normaal in Gerecycl.papier.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om 1.Standaardinst. te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 1.Papier te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 1.Papiersoort te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Gerecycl.papier te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
44
Page 52
Algemene informatie
1.Standaardinst. 1

1.Standaardinst.

Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Papier
2.Bespaarstand
1.Papiersoort
2.Papierformaat
1.Toner sparen
2.Aut. uitschak.
Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen.
Met deze functie kunt u toner besparen.
Als de stand diepe slaap geactiveerd blijft op de machine gedurende de tijd die ingesteld is in de instellingen voor het automatisch uitschakelen, schakelt de machine automatisch over naar de uitgeschakelde stand.
Normaal*
Gerecycl.papier
A4*
Letter
Legal
Folio
A5
A5 L
B5
Executive Aan In de
tonerbespaarstand gaat de tonercartridge langer mee. Wanneer u Toner sparen instelt op Aan, wordt er lichter afgedrukt.
Uit*
Uit
1 uur*
2 uur
4 uur
8 uur
1
58
58
56
Houd ingedrukt om de
stroomuitschakelstan d uit te schakelen.
3.LCD-contrast
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Wijzigt het contrast
van het LCD-scherm.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op a om het LCD-scherm donkerder te maken of druk op b om het LCD-scherm lichter te maken.
45
Page 53
Hoofdstuk 1
1.Standaardinst. (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Vervang toner
5.Resetten 1.App
0.Taalkeuze De taal van het LCD-
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W.
2
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 3.Alle instell.
Stelt de machine in
om door te gaan of te stoppen wanneer het LCD-scherm Toner vervangen toont.
Stelt alle functie-
1
terugstell
instellingen weer in op de fabrieksinstellingen.
1
2.Netwerk
Stelt alle netwerkinstellingen weer in op de fabrieksinstellingen.
3.Alle
instell.
Alle
2
fabrieksinstellingen van de machine herstellen.
scherm wijzigen.
Doorgaan De machine zal
doorgaan met afdrukken. Plaats een nieuwe tonercartridge wanneer het LCD­scherm Toner is op toont.
Stoppen* De machine zal
stoppen met afdrukken. Plaats een nieuwe tonercartridge.
a Herstel b Stop Het herstellen
annuleren en het menu afsluiten.
a Herstel b Stop Het herstellen
annuleren en het menu afsluiten.
a Herstel b Stop Het herstellen
annuleren en het menu afsluiten.
(Kies uw taal.)
56
46
Page 54
Algemene informatie
2.Kopie 1

2.Kopie

Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Kwaliteit U kunt de
2.Helderheid Hiermee kunt u de
3.Contrast Pas het contrast aan
4.Id kopieëren
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1.Kwaliteit U kunt de
2.Helderheid -nnnno+
kopieerresolutie voor uw type document selecteren.
helderheid voor kopieën aanpassen.
om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
standaardinstellingen voor ID kopiëren wijzigen.
Auto* Auto is de
Tekst Geschikt voor
Foto Betere
Grafiek Geschikt voor het
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Auto* Auto is de
Lichter
-nnnon+*
-nnonn+
-nonnn+
-onnnn+
aanbevolen stand voor normale afdrukken. Geschikt voor documenten die
zowel tekst als foto bevatten.
documenten die vooral tekst bevatten.
kopieerkwaliteit voor foto's.
kopiëren van kwitanties.
Druk op a om de helderheid te verhogen of druk op b om de helderheid te verlagen.
Druk op a om het contrast te verhogen of druk op b om het contrast te verlagen.
standaardstand voor normale afdrukken. Als u de afdrukken lichter wilt maken, kiest u Lichter.
Druk op a om d helderheid te verhogen of druk op b om de helderheid te verlagen.
e
s
1
47
Page 55
Hoofdstuk 1
2.Kopie (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
4.Id kopieëren
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W.
2
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E).
3.Contrast -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
4.2op1/1op1 2op1* Maakt het mogelijk
1op1 Maakt het mogelijk
Druk op a om het contrast te verhogen of druk op b om het contrast te verlagen.
de toets 2op1
(ID)/Kopie Opties (2 in 1 (ID) Copy / Copy
Options) id kop. (2 in 1 (ID)
Copy)
voor dubbelzijdig kopiëren.
de toets 2op1
(ID)/Kopie Opties (2 in 1 (ID) Copy / Copy
Options) id kop. (2 in 1 (ID)
Copy)
voor enkelzijdig kopiëren.
1
op 2 op 1
2
te gebruiken
1
op 2 op 1
2
te gebruiken
79
81
3.Printer 1

3.Printer

Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Printopties 1.Testafdruk Hiermee drukt u een
testpagina af.
2.Autom doorgaan
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Als deze instelling
ingeschakeld is, wist de machine automatisch fouten betreffende het papierformaat en gebruikt ze het papier in de papierlade.
48
Aan*
Uit Het LCD-scherm
toont Ongeldig formaat en de machine drukt niet af.
Page 56
Algemene informatie

4. Netwerk (alleen DCP-1610W(E) en DCP-1612W) 1

4.Netwerk
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN 1.TCP/IP 1.OpstartmethodeAutom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Hiermee kunt u de opstartmethode kiezen die het best aan uw behoeften beantwoordt.
2.IP Address Voer het IP-adres in.
3.Subnet Mask Voer het
4.Gateway Voer het adres van
5.Knooppuntnaam
6.WINS Config Autom.*
7.WINS Server Hiermee kunt u het
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
subnetmasker in.
de gateway in. Voer de naam van
het knooppunt in. (maximaal 32 tekens)
Statisch
Hiermee kunt u de WINS­configuratiemodus kiezen.
IP-adres van de primaire of secundaire WINS­server specificeren.
Primair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
Secundair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
1
49
Page 57
Hoofdstuk 1
4.Netwerk (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN
(vervolg)
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
1.TCP/IP
(vervolg)
2.WLAN­assistent
3.Inst. Wizard
4.WPS/AOSS Hiermee kunt u de
8.DNS Server Hiermee kunt u het
Hiermee kunt u de ethernetkoppelingsmodus selecteren.
Hiermee kunt u uw interne afdrukserver configureren.
instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met de éénknopsmethode.
IP-adres van de primaire of secundaire DNS­server specificeren.
Primair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
Secundair
[000-255].[000­255].[000-255].[000­255]
9.APIPA Aan*
Uit
Het IP-adres van het link-local-adresbereik wordt automatisch toegewezen.
0.IPv6 Aan
Uit*
Hiermee kunt u het IPv6-protocol activeren/deactiveren. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, kunt u naar http://support.brother. com gaan voor meer informatie.
50
Page 58
4.Netwerk (Vervolg)
Algemene informatie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN
(vervolg)
2.Netwerkreset
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
5.WPS m/pincode
6.Status WLAN 1.Status Hiermee kunt u de
7.MAC-adres Toont het MAC-adres
8.Stadaard inst
9.WLAN Activeren
Hiermee kunt u voor
Hiermee kunt u de instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met behulp van WPS met een PIN-code.
van de machine. De fabrieksinstelling
voor een draadloos netwerk herstellen.
Hiermee kunt u het draadloze LAN handmatig activeren of deactiveren.
alle netwerkinstellingen de fabrieksinstellingen herstellen.
status van het huidige draadloze netwerk zien.
2.Signaal Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huid ige draadloz e netwerk zien.
3.SSID Hiermee kunt u de huidige SSID zien.
4.Comm. Mode Hiermee kunt u de huidige communicatiemodus zien.
a Herstel
b Stop
Uit
Aan*
a Herstel
b Stop
1
51
Page 59
Hoofdstuk 1
5.Machine-info
5.Machine-info

1

1
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Serienummer
U kunt het
— serienummer van uw machine controleren.
2.Versie 1.Main Versie U kunt de
— firmwareversie van uw machine controleren.
3.Paginateller
U kunt controleren
hoeveel pagina’s de machine tijdens haar gebruiksduur heeft afgedrukt.
Totaal Toont het totale
aantal pagina's.
Lijst Toont de paginateller
voor lijsten.
Kopie Toont de paginateller
voor kopieën.
Print Toont de paginateller
voor afgedrukte pagina's.
4.DuurOnderdelen
1.Toner U kunt het res terende
percentage van de
2
levensduur van de toner controleren.
2.Drumeenheid
U kunt het resteren de
Resterend:XXX%
percentage van de levensduur van de drum controleren.
5.Afdrukinstell.
Hiermee kunt u een
lijst met de
3
afdrukinstellingen afdrukken.
6.Gebruikersinst
7.Netwerk
3
Conf.
Een overzicht van uw
instellingen.
Hiermee kunt u een
lijst met de netwerkinstellingen
4
afdrukken.
8.WLAN-
rapport
3
Hiermee kunt u het
resultaat van de verbindingsdiagnose voor draadloos LAN afdrukken.
9.Drum
resetten
Hiermee kunt u de
5
drumteller resetten wanneer u de
a Herstel 91
b Stop
drumeenheid vervangt.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
52
Page 60
1
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 4.Machine-info.
2
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 5.DuurOnderdelen.
3
Alleen DCP-1610W(E) en DCP-1612W
4
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 4.Gebruikersinst.
5
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 6.Drum resetten.
Algemene informatie
1
53
Page 61
Hoofdstuk 1

Tekst invoeren 1

MFC-modellen 1

Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de stations-ID en de naam van een snelkiesnummer, moet u lettertekens invoeren. Op de kiestoetsen zijn letters afgedrukt. Op de toetsen 0, # en l zijn geen letters gedrukt omdat deze worden gebruikt voor speciale tekens.
Druk het gewenste aantal keren (zoals u leest in deze referentietabel) op de betreffende toets van het toetsenblok om het gewenste teken te krijgen.
Druk op
cijferto
ets op
bedieni
ngspan
eel
1 2 abcABC2ab 3 defDEF3de 4 ghiGHI4gh 5 jklJKL5jk 6 mn oMNO6mn 7 pqrsPQRS7 8 tuvTUV8tu 9 wxyzWXYZ9
één
keer
@
twee
keer
./1
drie
keer
vier
keer
vijf keer zes
keer
@
./1
zeven
keer
acht keer
negen
keer
@
Voor opties waarbij geen kleine tekens zijn toegestaan, gebruikt u de volgende tabel.
Druk op
cijfertoets
2 ABC2A 3 DEF3D 4 GH I 4G 5 JKL5J 6 MNO6M 7 PQRS7 8 TUV8T 9 WXY Z 9
Eén keer Twee keer Drie keer Vier keer Vijf keer
54
Page 62
Algemene informatie
Spaties invoegen
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op c tussen de cijfers. Om een spatie in een naam in te voegen, twee keer drukken op c tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u die wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor naar het onjuiste teken te verplaatsen en drukt u dan op Wis (Clear).
Letters herhalen
Om een letter in te voeren die op dezelfde toets als de vorige letter staat, drukt u op c om de cursor naar rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen invoeren
Druk op l, # of 0 en druk vervolgens op d of c om de cursor op het gewenste symbool of teken te zetten. Druk op OK om het te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de volgende symbolen en tekens.
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ’ ( ) l + , - . / m Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ^ _ Druk op 0 voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0
1

DCP-modellen 1

Bij het instellen van bepaalde opties, zoals de Netwerksleutel, moet u tekens invoeren op de machine.
Houd a of b ingedrukt of druk er herhaaldelijk op om een teken uit deze lijst te selecteren:
0123456789abcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ(spatie)!"#$ %&'()*+,-./:;<=>?@[]^_
Druk op OK wanneer het gewenste teken of symbool wordt weergegeven en voer vervolgens
het volgende teken in.
Druk op Clear om de foutief ingevoerde tekens te wissen.
55
Page 63
Hoofdstuk 1
OPMERKING

Ecologische functies 1

Stand diepe slaap 1

Als de machine gedurende een bepaalde tijd geen taken ontvangt, schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap en geeft het LCD-scherm Slaapstand weer. De machine ontwaakt wanneer ze een fax­(Alleen MFC-modellen) of afdruktaak ontvangt.
(Alleen MFC-modellen) De machine ontwaakt ook uit de stand diepe slaap wanneer u de hoorn opneemt.

Automatische uitschakeling (alleen DCP-modellen) 1

Als de stand diepe slaap geactiveerd blijft op de machine gedurende de tijd die ingesteld is in de instellingen voor het automatisch uitschakelen, schakelt de machine automatisch over naar de uitgeschakelde stand. In de stroomuitschakelstand verbruikt de machine het minst energie, namelijk ongeveer 0,5 W. Om de Automatische stroom uit-modus uit te schakelen, druk u op
.

Tonerinstellingen 1

Tonerinstelling (stand
Doorgaan) 1
U kunt de machine zo instellen dat ze
doorgaat met afdrukken wanneer het LCD-
scherm Toner vervangen (Vervang
toner) toont.
De machine gaat door met afdrukken totdat
het LCD-scherm Toner is op (Toner
op) toont.
a (voor MFC-modellen)
Druk op Menu, 1, 8 en ga naar stap c.
(voor DCP-modellen) Druk op Menu en druk vervolgens op a of b om 1.Standaardinst. te kiezen. Druk op OK.
b Druk op a of b om 4.Vervang toner
te kiezen. Druk op OK.
c Druk op a of b om Doorgaan of
Stoppen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
a Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 1.Standaardinst. te kiezen. Druk op OK.
b Druk op a of b om 2.Bespaarstand te
kiezen. Druk op OK.
c Druk op a of b om 2.Aut. uitschak.
te kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om het aantal uren te
kiezen waarna de machine in de stroomuitschakelstand moet gaan. Kies 1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur of Uit. Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
56
• De afdrukken kunnen lichter zijn als u blijft afdrukken in de stand Doorgaan.
• Na het vervangen van de tonercartridge gaat de stand Doorgaan terug naar de standaardinstelling (Stoppen).
Page 64
Faxen ontvangen in de stand
OPMERKING
Doorgaan (Alleen MFC­modellen) 1
De machine kan ontvangen faxen in het geheugen opslaan als u de stand Doorgaan kiest wanneer het LCD-scherm Toner vervangen (Vervang toner) toont. Wanneer u ontvangen faxen afdrukt in de stand Doorgaan, vraagt het LCD-scherm of de afdrukkwaliteit van de fax OK is. Als de kwaliteit niet goed is, kiest u 2.Nee. De machine slaat de faxen in het geheugen op zodat u ze later opnieuw kunt afdrukken na het vervangen van de tonercartridge. Als de afdrukkwaliteit goed is, kiest u 1.Ja. Het LCD-scherm vraagt of u de afgedrukte faxen uit het geheugen wilt wissen. Als u ervoor kiest ze niet te wissen, wordt dit nogmaals gevraagd na het vervangen van de tonercartridge.
Algemene informatie
1
Als u de machine uitschakelt, gaan de in het geheugen opgeslagen faxen verloren.
57
Page 65
2

Papierinstelling 2

Papierinstellingen 2

Papiertype 2

a (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 1, 2, 1 en ga verder met stap d. (voor MFC-1910W(E)) Druk op Menu, 1, 3, 1 en ga verder met stap d.
(voor DCP-modellen) Druk op Menu en druk vervolgens op a of b om 1.Standaardinst. te kiezen. Druk op OK.
b Druk op a of b om 1.Papier te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 1.Papiersoort te
kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal of
Gerecycl.papier te kiezen.
Druk op OK.

Papierformaat 2

a (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 1, 2, 2 en ga verder met stap d. (voor MFC-1910W(E)) Druk op Menu, 1, 3, 2 en ga verder met stap d.
(voor DCP-modellen) Druk op Menu en druk vervolgens op a of b om 1.Standaardinst. te kiezen. Druk op OK.
b Druk op a of b om 1.Papier te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 2.Papierformaat
te kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Folio, A5, A5 L, B5, Executive
kiezen. Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
58
Page 66
Papierinstelling
BELANGRIJK
1
1

Bruikbaar papier 2

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.

Aanbevolen papier en afdrukmedia 2

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan het volgende papier te gebruiken.
Papiertype Artikel
Normaal papier
Kringlooppapier Steinbeis Evolution White
Xerox Premier TCF 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
2
80 g/m

Papiercapaciteit van de papierlade 2

2
2
Te vermijden typen papier 2
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of meer kan
papierstoringen veroorzaken.
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
2
Papierformaat A4, Letter, Legal, Folio, A5,
A5 (lange zijde), B5, Executive
Papiertypes Normaal papier,
kringlooppapier
Aantal vellen
Papiergewicht
Tot 150 (80 g/m
65 - 105 g/m
2
)
2
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, het kan
leiden tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voor voorgedrukt papier moet inkt
gebruikt worden dat bestand is tegen de temperatuur van het fuseerproces van de machine (200 °C).
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke schade wordt niet door de garantie of de service­overeenkomst van Brother gedekt.
59
Page 67
3

Documenten laden 3

Documenten laden 3

U kunt een fax verzenden (Alleen MFC-modellen), kopieën maken en scannen via de ADF (automatische documentinvoer) en de glasplaat.

De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken (alleen modellen met ADF (automatische documentinvoer)) 3

De ADF kan maximaal 10 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan dat u standaardpapier met een gewicht van
80 g/m doorwaaiert voordat u deze in de ADF plaatst.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
a Hef de ADF-documentuitvoersteunklep
2
gebruikt en altijd de vellen papier
Formaat: A4, Letter, Legal, Folio
op en vouw deze uit.
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF tot de melding op het
LCD-scherm wijzigt.
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
(1)

De glasplaat gebruiken 3

U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's van een boek één voor één te faxen (Alleen MFC-modellen), te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
Lengte: Tot 300,0 mm Breedte: Tot 215,9 mm Gewicht: Tot 2,0 kg
60
Documenten laden 3
a Til het documentdeksel op.
Page 68
b Leg met behulp van de
OPMERKING
documentgeleiders links en boven het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Documenten laden
3
c Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
61
Page 69
OPMERKING

Een fax verzenden

4
(MFC-modellen)
Een fax verzenden 4
De volgende stappen tonen u hoe u een fax kunt verzenden.
a Druk op FAX.
b Plaats het document.
Als u het document vanaf de ADF
verzendt:
Nadat u het document op de glasplaat hebt geplaatst, sluit u het documentdeksel.
• Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
• Als u de faxresolutie wilt wijzigen, drukt u op b of Resolutie (Resolution) en drukt u vervolgens op a of b of Resolutie (Resolution) om de faxresolutie te kiezen.
c Toets het faxnummer in. d Druk op Start om een fax te verzenden.
4
Als u het document vanaf de
glasplaat verzendt:

Een fax annuleren die wordt verwerkt 4

Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om de fax te annuleren. Als u op Stop/Eindigen (Stop/Exit) drukt wanneer de machine kiest of verzendt, vraagt het LCD-scherm u om bevestiging.
Kiezen #XXX
1.Wis 2.Stop
Verzend #XXX P01
1.Wis 2.Stop
Druk op 1 om de fax te annuleren.
62
Page 70
Een fax verzenden (MFC-modellen)

Groepsverzenden 4

Met groepsverzenden kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. U kunt een fax naar snelkiesnummers en maximaal 20 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen.
Voor u de groepsverzending begint 4
Snelkiesnummers moeten in het geheugen van de machine opgeslagen zijn voor ze kunnen worden gebruikt in een groepsverzending. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan uu pagina 67.)
Een fax verzenden naar een groep 4
a Plaats het document. b Toets een nummer in.
Druk op OK. U kunt een snelkiesnummer gebruiken of het nummer handmatig invoeren met behulp van de kiestoetsen. (Raadpleeg Nummers kiezen uu pagina 68.)
c Herhaal stap b totdat u alle
faxnummers waarnaar u wilt verzenden, hebt ingevoerd.
d Druk op Start.
Als de groepsverzending is voltooid, drukt de machine een groepsverzendrapport af zodat u de resultaten kunt bekijken.
Groepsverzending die wordt verwerkt annuleren 4
Tijdens het groepsverzenden kunt u de fax die verzonden wordt of de volledige groepsverzending annuleren.
a (voor MFC-1900E, MFC-1905 en
MFC-1910WE) Druk op Menu, 2, 6. (voor MFC-1900 en MFC-1910W) Druk op Menu, 2, 7. Op het LCD-scherm wordt het taaknummer van groepsverzenden weergegeven, gevolgd door het faxnummer dat of de naam die wordt gekozen (bijvoorbeeld #001
0123456789). Druk op a of b om het taaknummer van groepsverzenden weer te geven (bijvoorbeeld Groep- Zenden#001 (Rondzenden#001)).
b Druk op a of b om één van de volgende
items te kiezen.
Kies het faxnummer dat of de naam
die wordt gekozen en druk op OK.
Kies het taaknummer van
groepsverzenden en druk op OK.
c Druk op 1 om het faxnummer of het
taaknummer van groepsverzenden dat u hebt gekozen in stap b te annuleren, of druk op 2 om af te sluiten zonder te annuleren. Als u in stap b hebt gekozen om alleen de fax die verzonden wordt te annuleren, vraagt het LCD-scherm u of u de groepsverzending wilt annuleren. Druk op 1 om het de groepsverzending te wissen of op 2 om af te sluiten.
4
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
63
Page 71
Een fax ontvangen
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
5
(MFC-modellen)

Ontvangststanden 5

U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn.

De ontvangststand kiezen 5

Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Menutabel uu pagina 12 voor meer informatie over de ontvangststanden.)
5
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen:
a Controleer of de Faxmodus is ingeschakeld. b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 0, 1. (voor MFC-1910W(E)) Druk op Menu, 2, 1, 1.
c Druk op a of b om de ontvangststand te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
64
Page 72
Een fax ontvangen (MFC-modellen)

Instellingen ontvangststand 5

Belvertraging 5

De belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat deze antwoordt in de standen Alleen Fax en Fax/Telefoon.
Als een externe of tweede telefoon dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximaal aantal keren dat de machine over moet gaan. (Zie Fax waarnemen uu pagina 65.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 2, 1, 1. (voor MFC-1910W(E)) Druk op Menu, 2, 1, 2.
c Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine over moet gaan voordat de machine antwoordt. Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).

F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus) 5

Wanneer iemand uw machine belt, horen u en de beller het geluid van normale telefoontonen. Het aantal keren dat de telefoon overgaat wordt bepaald door de instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze; als het echter een normale telefoonoproep is, laat de machine het F/T­belsignaal horen (een snel dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de instelling van de F/T-beltijd. Als u het F/T­belsignaal hoort, betekent dit dat u een normale oproep op de lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine afkomstig is, rinkelen de tweede en externe (alleen MFC-1900(E) en MFC-1910W(E)) toestellen niet.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 2, 1, 2. (voor MFC-1910W(E)) Druk op Menu, 2, 1, 2.
c Druk op a of b om te selecteren hoe lang
de machine over gaat om u op een normaal telefoongesprek te attenderen. Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).

Fax waarnemen 5

Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan: 5
De machine kan een fax automatisch ontvangen, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als Ontvangst op het LCD­scherm wordt weergegeven of als u een klik op de telefoonlijn hoort via de hoorn die u hebt opgepakt, plaatst u de hoorn gewoon terug. Uw machine doet de rest.
(Voor MFC-1905) Als Fax waarnemen is ingesteld op Half: 5
De machine ontvangt een faxoproep alleen automatisch als u hem hebt beantwoord met de hoorn van de machine.
Als Fax waarnemen is ingesteld op Uit: 5
Als u in de buurt van de machine bent en een faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van de externe telefoon (alleen MFC-1900(E) en MFC-1910W(E)) of de machine (alleen MFC-1905) op te pakken, drukt u op Start en vervolgens op 2 om een fax te ontvangen.
5
65
Page 73
Hoofdstuk 5
OPMERKING
• Als u faxen via een computer op dezelfde telefoonlijn verzendt en de machine deze opvangt, stelt u Fax waarnemen in op Uit.
• Wij raden het gebruik van een pc en een faxmachine op dezelfde lijn af.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 2, 1, 3. (voor MFC-1910W(E)) Druk op Menu, 2, 1, 4.
c Druk op a of b om Aan, Half (alleen
MFC-1905) of Uit te kiezen. Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
66
Page 74
Nummers kiezen en opslaan
6
(MFC-modellen)

Nummers opslaan 6

U kunt eenvoudig nummers kiezen met deze machine door snelkiesnummers op te slaan. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-scherm de naam, indien opgeslagen, of het nummer weer.

Snelkiesnummers opslaan 6

U kunt vaak gekozen nummers opslaan als snelkiesnummers zodat u deze met een paar toetsen kunt kiezen
( (tweemaal Adresboek), het nummer van twee cijfers en Start). De machine kan 99
snelkiesnummers opslaan (01 - 99).
a Druk tweemaal op (Adresboek) en
voer dan het snelkiesnummer van twee cijfers in (01-99). Als er geen nummer onder die toets is opgeslagen, wordt op het LCD-scherm Nu registreren? weergegeven. Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Voer het telefoon- of faxnummer in
(maximaal 20 cijfers). Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens). Raadpleeg Tekst invoeren uu pagina 54 voor hulp bij het invoeren van tekens.

Snelkiesnummers wijzigen of verwijderen 6

U kunt een reeds opgeslagen snelkiesnummer wijzigen of verwijderen.
a (Voor MFC-1900E, MFC-1905 en
MFC-1910WE) Druk op Menu, 2, 3, 1.
(Voor MFC-1900 en MFC-1910W) Druk op Menu, 2, 4, 1. Voer het snelkiesnummer in dat u wilt wijzigen of verwijderen en druk dan op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om Wijz. te kiezen om
het nummer of de naam te bewerken.
Ga naar stap c.
Druk op 2 om Wissen te kiezen om
alle informatie in een snelkiesnummer te wissen.
Wanneer Gegevens wissen? verschijnt, drukt u op 1 om Ja te kiezen om te bevestigen. Ga naar stap d.
c Bewerk het nummer of de naam.
Wanneer u klaar bent met bewerken, drukt u op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
6
6
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
d Ga naar stap a als u nog meer
snelkiesnummers wilt opslaan.
67
Page 75
Hoofdstuk 6
OPMERKING
OPMERKING

Nummers kiezen 6

U kunt op de volgende manieren een nummer kiezen.

Handmatig kiezen 6

Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het telefoon- of faxnummer in te voeren.

Snelkiezen 6

Druk tweemaal op (Adresboek) en voer dan het snelkiesnummer van twee cijfers in.
(Zie Snelkiesnummers opslaan uu pagina 67.)
b Druk op (Adresboek).
c Druk op de toets op het
bedieningspaneel voor de eerste paar letters van de naam. (Gebruik het schema in Tekst invoeren uu pagina 54 bij het invoeren van de letters.) Druk op OK.
d Druk op a of b om te bladeren totdat u de
naam vindt die u zoekt. Druk op OK.
e Druk op Start.
• Als u geen letter invoert en op OK drukt in stap c, worden alle geregistreerde namen weergegeven. Druk op a of b om te bladeren totdat u de naam vindt die u zoekt.
• Als het LCD-scherm Geen contact gev toont bij het invoeren van de eerste paar letters van de naam, betekent dit dat er geen naam met die letters is opgeslagen.
Nummer met twee cijfers
Als Nu registreren? wordt weergegeven op het LCD-scherm als u een snelkiesnummer invoert, betekent dit dat er geen nummer is opgeslagen.

Zoeken 6

U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die in het geheugen voor snelkiesnummers zijn opgeslagen. (Zie Snelkiesnummers opslaan uu pagina 67.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
68

Opnieuw kiezen 6

Controleer of de lijn niet bezet is en druk vervolgens op Herkies (Redial) om de laatste 20 nummers die u hebt gekozen te zoeken. Druk op Herkies (Redial) of a of b om door de nummers te bladeren tot u het nummer hebt gevonden dat u opnieuw wilt kiezen. Druk op OK en druk vervolgens op Start om een fax te verzenden.
Page 76
Nummers kiezen en opslaan (MFC-modellen)
Beller-ID (alleen MFC-1910W) 6
De functie Beller-ID maakt het mogelijk de abonnementsdienst belleridentificatie te gebruiken die vele lokale telefoonmaatschappijen aanbieden. Deze dienst toont het telefoonnummer of, indien beschikbaar, de naam van de beller wanneer de telefoon overgaat.
Beller-ID inschakelen 6
Als de dienst belleridentificatie actief is op uw lijn, stelt u deze functie in op Aan om het telefoonnummer van de beller weer te geven op het LCD-scherm wanneer de telefoon overgaat.
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
Het scherm toont de huidige instelling.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om door het beller-ID-
geheugen te bladeren en de beller-ID te kiezen die u wilt weergeven. Druk vervolgens op OK. Het LCD-scherm toont het nummer van de beller en de datum en het tijdstip van de oproep.
d Wanneer u klaar bent, drukt u op
Stop/Eindigen (Stop/Exit).
6
c Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
De lijst Beller-ID weergeven 6
Uw machine slaat informatie over de laatste dertig oproepen op in de lijst Beller-ID. U kunt deze lijst weergeven of afdrukken. Wanneer de machine de 31e oproep ontvangt, wordt de informatie over de eerste oproep vervangen.
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
Het scherm toont de huidige instelling.
b Druk op a of b om Toon telefoonnrs
te selecteren. Druk op OK. De beller-ID van de laatste oproep wordt op het scherm weergegeven. Als geen ID is opgeslagen, klinkt de waarschuwingstoon en verschijnt Geen beller-ID op het scherm. Ga naar stap d.
69
Page 77
PC-FAX gebruiken
7
(MFC-modellen)
PC-FAX ontvangen (Alleen voor
®
Windows
Wanneer u de functie PC-Fax ontvangen inschakelt, slaat de machine ontvangen faxen op in het geheugen om deze automatisch door te sturen naar de pc. U kunt vervolgens uw pc gebruiken voor het weergeven en het opslaan van deze faxen.
Ook wanneer u de pc hebt uitgeschakeld (bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend), ontvangt de machine faxen om deze op te slaan in het geheugen. Op het LCD-scherm wordt het aantal opgeslagen ontvangen faxen weergegeven, bijvoorbeeld:
PCfaxbericht:001 (PCFaxbericht:001)
Als u uw pc opstart en de software voor PC­Fax ontvangen actief is, brengt uw machine automatisch uw faxen over naar uw pc.
Als u de ontvangen faxen wilt overbrengen naar uw pc, moet de software voor PC-Fax ontvangen op uw pc actief zijn.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Windows Windows
®
XP, Windows Vista® en
®
7)
) 7
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de keuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op PC-FAX Ontvangen in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op Ontvangen.
Volg vervolgens de volgende stappen op uw machine.
®
8)
a (voor MFC-1900E, MFC-1905 en
MFC-1910WE) Druk op Menu, 2, 5, 1.
(Voor MFC-1900 en MFC-1910W) Druk op Menu, 2, 6, 1.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
c Het LCD-scherm toont een herinnering
om het programma PC-FAX ontvangen op uw computer op te starten. Als u het programma PC-FAX ontvangen hebt opgestart, drukt u op OK. Als u het programma PC-FAX ontvangen niet hebt opgestart, uu Software en Netwerk gebruikershandleiding: PC-FAX ontvangen, uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
7
Klik op (start) > Alle
programma's
klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw modelnaam (als deze nog niet geselecteerd is).
Klik op PC-FAX Ontvangen in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
Ontvangen.
70
> Brother > Brother Utilities,
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de huidige instelling wilt
wijzigen, drukt u op 1 en op a of b om uw computer te kiezen. Druk op OK.
Als u de huidige instelling niet wilt
wijzigen, drukt u op 2.
e Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Page 78
OPMERKING
•Als u Reserveafdruk Aan selecteert,
OPMERKING
wordt de fax ook afgedrukt op uw machine zodat u over een kopie beschikt. Dit is een beveiligingsfunctie in geval van een stroomstoring voordat de fax is doorgestuurd naar uw pc.
• De faxen in het machinegeheugen worden gewist.
• Voordat u PC-Fax ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw pc installeren. Controleer of uw pc is aangesloten en ingeschakeld. (Meer informatie: uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
PC-FAX gebruiken (MFC-modellen)
• Als uw machine een foutmelding geeft en faxen uit het geheugen niet kan afdrukken, kunt u deze instelling gebruiken om de faxen naar een pc over te brengen. (Zie Faxen of faxjournaal overbrengen (voor MFC-modellen) uu pagina 106.)
• Mac OS ondersteunt PC-Fax ontvangen niet.
7
71
Page 79
Hoofdstuk 7
OPMERKING

PC-FAX verzenden 7

U kunt een bestand vanuit om het even welke toepassing op uw pc als een gewone fax verzenden.
• De PC-FAX-software kan alleen faxdocumenten in zwart-wit en A4-formaat verzenden.
• Installeer de software MFL-Pro Suite en sluit uw machine en uw pc aan voordat u PC-FAX verzenden gaat gebruiken.

Een bestand verzenden als PC-FAX 7

a Maak een bestand aan in om het even welke toepassing op uw pc. b Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven:
72
Page 80
PC-FAX gebruiken (MFC-modellen)
OPMERKING
OPMERKING
1
2
c Kies Brother PC-FAX als printer en klik vervolgens op Afdrukken.
Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven:
1 Kiestoetsen 2 Adresboek
7
d Voer een faxnummer in op een van de volgende manieren:
Voer het nummer in met de kiestoetsen en klik vervolgens op de knop .Klik op de knop Adresboek en kies vervolgens een lid of groep uit het adresboek.
Als u een fout hebt gemaakt, klikt u op Alles wissen om alle ingevoerde gegevens te wissen.
e Om een voorblad bij te voegen, vinkt u het selectievakje Voorblad toevoegen aan.
U kunt ook op het voorbladpictogram klikken om een voorblad aan te maken of te bewerken.
f Klik op Start om de fax te verzenden.
• Als u de fax wilt annuleren, klikt u op Afbreken of drukt u op Stop/Eindigen (Stop/Exit) op het bedieningspaneel van de machine.
• Als u een nummer opnieuw wilt kiezen, klikt u op Herkiezen om de laatste vijf faxnummers te doorlopen en klikt u vervolgens op Start.
73
Page 81
Telefoon en externe apparatuur
8
(voor MFC-modellen)

Telefoonbediening (alleen MFC-1905)

Om te telefoneren neemt u de hoorn op en drukt u op de kiestoetsen of drukt u tweemaal
op (Adresboek) en voert u een snelkiesnummer van twee cijfers in.

Telefoneren 8

a Neem de hoorn op.
b Wanneer u de kiestoon hoort, voert u
een nummer in met de kiestoetsen of drukt u tweemaal op (Adresboek) en
voert u een snelkiesnummer van twee cijfers in.
c Leg de hoorn neer om op te hangen.
8

Telefoonlijndiensten 8

8

Het type telefoonlijn instellen 8

Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u het type telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen. Als u een lijn gebruikt waarop een PBX is aangesloten, kunt u ook instellen dat de machine altijd toegang krijgt tot een buitenlijn (met het netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang krijgt tot een buitenlijn wanneer Telefoon/Intern (Tel/R) wordt ingedrukt.
a (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
(voor Nederland) Druk op Menu, 0, 6. (voor België) Druk op Menu, 0, 5. (voor MFC-1910W(E)) (voor Nederland) Druk op Menu, 0 en 5. (voor België) Druk op Menu, 0 en 4.
74
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
gekozen, gaat u naar g.
Als u PBX hebt gekozen, gaat u
verder naar stap d.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op 1 en gaat u naar stap e.
Page 82
Telefoon en externe apparatuur (voor MFC-modellen)
OPMERKING
OPMERKING
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, drukt u op 1 en vervolgens op OK. Ga naar stap f.
e Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen. Druk op OK.
• U kunt de cijfers 0 tot en met 9, #, l en ! gebruiken.
(Druk op Telefoon/Intern (Tel/R) om “!” weer te geven.)
• U kunt ! niet met andere cijfers of lettertekens gebruiken.
•Als u Aan kiest en drukt op Telefoon/Intern (Tel/R) ("!" wordt weergegeven op het scherm).
•Als u Altijd kiest, krijgt u toegang tot een buitenlijn zonder op Telefoon/Intern (Tel/R) te drukken.
f Druk op a of b om Aan of Altijd te
kiezen. Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
PBX en doorverbinden 8
De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal, om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBX­telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. De functie werkt wanneer u op Telefoon/Intern
(Tel/R) hebt gedrukt.

Een extern antwoordapparaat aansluiten (alleen MFC-1900(E) en MFC-1910W(E))

U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten op dezelfde lijn als uw machine. Wanneer het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, "hoort" uw machine de faxtonen afkomstig van een verzendende faxmachine. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine een voicemail registreren door uw antwoordapparaat en wordt op het display Telefoon weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan om twee belsignalen in te stellen). De reden hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet kan horen, totdat het externe antwoordapparaat de oproep heeft aangenomen. De verzendende machine zendt slechts nog acht tot tien seconden langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de functie bespaarstand te gebruiken, als er meer dan vier belsignalen nodig zijn om die te activeren.
Als u problemen hebt met het ontvangen van faxen, verlaagt u de instelling belvertraging op uw externe antwoordapparaat tot één of twee keer overgaan.
8
8
75
Page 83
Hoofdstuk 8
1
1

Aansluitingen 8

Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
(voor Nederland)
1
1
2
(voor België)
1 ANTW. APP. 2 Beschermkapje
Verwijder het beschermkapje (2) van de aansluiting EXT. op de machine voordat u een extern antwoordapparaat aansluit.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee keer overgaan. (De instelling voor de belvertraging van de machine is niet van toepassing.)

Een uitgaand bericht opnemen 8

a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft uw machine de tijd om naar de faxtonen (CNG-tonen) van automatische verzendingen te luisteren voordat ze stoppen).
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden. Bijvoorbeeld: “Spreek een bericht in na de biep.”

Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) 8

Wij raden u aan contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd wanneer er telefoongesprekken worden ontvangen door het systeem. Als alle inkomende oproepen door een telefonist(e) worden beantwoord, adviseren wij u om de ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine onder alle omstandigheden correct werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen in eerste instantie contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus op uw machine
in op Ext. TEL/ANT. (Zie Ontvangststanden uu pagina 64.)
76
Page 84
Telefoon en externe apparatuur (voor MFC-modellen)
OPMERKING
3
1
2 1
2

Externe telefoons en tweede telefoons 8

Een externe of tweede telefoon aansluiten 8

U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw machine aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
(voor Nederland)
(voor België)

Alleen voor de Fax/Tel-modus8

Als de machine in de Fax/Tel-modus staat, wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normale oproep betreft.
Neem de hoorn van de externe telefoon (alleen MFC-1900(E) en MFC-1910W(E)) of van de machine (alleen MFC-1905) van de haak en druk vervolgens op Telefoon/Intern
(Tel/R) om de oproep te beantwoorden.

Een draadloze handset van een ander merk gebruiken 8

Als uw draadloze telefoon van een ander merk is aangesloten op het telefoonsnoer (zie Een externe of tweede telefoon aansluiten uu pagina 77) en de draadloze handset op een andere plaats is, is het gemakkelijker om oproepen tijdens de belvertraging te beantwoorden.
Als u de machine eerst laat antwoorden, pakt u de draadloze hoorn op en gaat u naar de machine zodat u op Telefoon/Intern (Tel/R) kunt drukken om de oproep door te schakelen naar de draadloze hoorn.
8
1 Tweede toestel 2 Extern toestel 3 Beschermkapje
Verwijder de bescherming (3) van de EXT.- aansluiting op de machine voor u de externe telefoon aansluit.
Als u een extern toestel gebruikt, wordt op het LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Niet alle merken van draadloze telefoons zijn compatibel met uw machine.
77
Page 85
9
OPMERKING

Kopiëren 9

Kopieën maken 9

a (Voor MFC-modellen)
Druk op KOPIE (COPY).
b Plaats het document.
Als u met behulp van de ADF
kopieert:
Als u met behulp van de glasplaat
kopieert:
Nadat u het document op de glasplaat hebt geplaatst, sluit u het documentdeksel.
78
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
c (voor MFC-modellen)
Voer met het bedieningspaneel het gewenste aantal kopieën in (maximaal 99 kopieën).
(voor DCP-modellen) Druk op a of b om het aantal kopieën in te voeren dat u wilt.
d Druk op Start om te kopiëren.
Page 86
Kopiëren
OPMERKING

ID-KOPIËREN 9

U kunt enkelzijdige en dubbelzijdige kopieën maken van identiteitskaarten.
Bij dubbelzijdig ID-kopiëren kunt u beide kanten van uw identiteitskaart op één pagina kopiëren en daarbij het originele formaat van de kaart behouden.
Het resultaat van een dubbelzijdige ID-kopie wordt hieronder getoond.
• U kunt een identiteitskaart kopiëren voor zover dit wordt toegestaan door de geldende wetgeving. (uu Handleiding product veiligheid)
• Voor de instellingen voor ID-kopiëren, (voor MFC-modellen) zie 3.Kopie
uu pagina 35. (voor DCP-modellen) zie 2.Kopie
uu pagina 47.

Dubbelzijdige ID-kopie 9

a (voor MFC-modellen)
Druk op Menu, 3, 4 en ga naar stap c.
(voor DCP-modellen) Druk op Menu en druk vervolgens op a of b om 2.Kopie te kiezen. Druk op OK.
c Druk op a of b om 4.2in1/1in1 te
kiezen. Druk op OK. Druk op a of b om 2op1 te kiezen als u dubbelzijdig kopiëren als standaard wilt instellen. Druk op OK en druk vervolgens op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
d (voor MFC-modellen)
Druk op KOPIE (COPY).
e (voor MFC-modellen)
Voer het gewenste aantal exemplaren in.
(voor DCP-modellen) Druk op a of b om het aantal kopieën in te voeren dat u wilt.
f (voor MFC-modellen, DCP-1600E en
DCP-1602(E)) Druk op 2op1 (ID) (2 in 1 (ID) Copy).
(voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W) Druk op 2op1 (ID) (2 in 1 (ID)
Copy)/Kopie Opties (Copy Options).
Druk op a of b om Dubbelzijdig ID te kiezen.
9
b Druk op a of b om 4.Id kopieëren te
kiezen. Druk op OK.
79
Page 87
Hoofdstuk 9
1
1
g Plaats uw identiteitskaart met de
bedrukte zijde naar beneden, in de
richting van de linkerbovenhoek van de glasplaat. Zorg ervoor dat de identiteitskaart minstens 4 mm verwijderd is van de randen van het glas (1).
1
4 mm of groter (boven, links)
i Draai uw identiteitskaart om en plaats
deze op de linkerzijde van de glasplaat.
1
4 mm of groter (boven, links)
j Druk op Start om te scannen.
h Druk op Start om te scannen.
80
Page 88
Kopiëren

Enkelzijdige ID-kopie 9

a (voor MFC-modellen)
Druk op Menu, 3, 4 en ga naar stap c.
(voor DCP-modellen) Druk op Menu en druk vervolgens op a of b om 2.Kopie te kiezen. Druk op OK.
b Druk op a of b om 4.Id kopieëren te
kiezen. Druk op OK.
c Druk op a of b om 4.2in1/1in1 te
kiezen. Druk op OK. Druk op a of b om 1op1 te kiezen als u enkelzijdig kopiëren als standaard wilt instellen. Druk op OK en druk vervolgens op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
d (voor MFC-modellen)
Druk op KOPIE (COPY).
g (voor MFC-modellen, DCP-1600E en
DCP-1602(E)) Druk op 2op 1idkop..
(voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W) Druk op 2op1 (ID) (2 in 1 (ID)
Copy)/Kopie Opties (Copy Options).
Druk op a of b om Dubbelzijdig ID te kiezen.
9
e (voor MFC-modellen)
Voer het aantal gewenste kopieën in.
(voor DCP-modellen) Druk op a of b om het aantal kopieën in te voeren dat u wilt.
f Plaats uw identiteitskaart met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
81
Page 89
Hoofdstuk 9

Overige kopieën 9

Zorg ervoor dat de Kopieermodus is ingeschakeld. Met de toets Opties (Options) of Kopie Opties (Copy Options) kunt u snel de volgende kopieerinstellingen instellen. Deze gelden alleen
voor de volgende kopie.
Druk op Menuselecties Opties
9
(MFC-modellen)
(alleen DCP-1600E en DCP-1602(E))
Druk op a of b en druk dan op OK
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy Options) te kiezen.
Druk op OK.
9
Druk op a of b en druk vervolgens op OK.
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
(DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
9
Kwaliteit Auto*
Stapel/Sorteer Stapelen*
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tekst
Foto
Grafiek
Sorteren
82
Page 90
Druk op Menuselecties Opties
(MFC-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
9
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy
(alleen DCP-1600E en DCP-1602(E))
Options) te kiezen.
Druk op OK.
9
Druk op a of b en druk vervolgens op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
(DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
9
Kopiëren
Helderheid -onnnn+
Contrast -on nnn+
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
9
-nonnn+
-nnonn+*
-nnnon+
-nnnno+
-nonnn+
-nnonn+*
-nnnon+
-nnnno+
83
Page 91
Hoofdstuk 9
Druk op Menuselecties Opties
9
(MFC-modellen)
(alleen DCP-1600E en DCP-1602(E))
(DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
Druk op a of b en druk dan op OK
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy Options) te kiezen.
Druk op OK.
9
Druk op a of b en druk vervolgens op OK.
9
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
Vergr./Verklein 100%*
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
97% LTRiA4
94% A4iLTR
91% Full Page (91% VollePagina)
85% LTRiEXE
83% LGLiA4
78% LGLiLTR
2
2
70% A4iA5
50%
Custom(25-400%)
1
Auto
200%
141% (A5iA4)
104% EXEiLTR
84
Page 92
Druk op Menuselecties Opties
(MFC-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
9
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy
(alleen DCP-1600E en DCP-1602(E))
Options) te kiezen.
Druk op OK.
9
Druk op a of b en druk vervolgens op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
(DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
9
Kopiëren
Pagina layout (Paginalay-out) Uit(1 op 1)*
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Auto stelt de machine in om de mate van verkleinen te berekenen die het best past bij het papierformaat. Auto is alleen beschikbaar wanneer u de ADF gebruikt.
2
"LGLiLTR" en "LGLiA4" worden alleen weergegeven op modellen met ADF (automatische documentinvoer).
9
85
Page 93
OPMERKING

Scannen naar een computer 10

10

Een document scannen als PDF-bestand met ControlCenter4

(Zie voor meer informatie uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
De schermen op uw pc kunnen verschillen afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en gemakkelijk de vaakst gebruikte toepassingen kunt openen.
a Plaats het document. b Ga op een van de volgende manieren te werk:
®
(Windows
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities, klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw modelnaam (als deze nog niet geselecteerd is).
ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 opent.
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de keuzelijst en selecteer uw
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
®
8)
10
modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 opent.
86
Page 94
c Kies Geavanceerde modus en klik vervolgens op OK.
Scannen naar een computer
d Klik op Bestand in het tabblad Scan.
10
87
Page 95
Hoofdstuk 10
1
2
4
5
3
1Kies PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Bestandstype. 2 U kunt de bestandsnaam invoeren die voor het document wilt gebruiken. 3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren
door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de vervolgkeuzelijst Resolutie (Resolution). 5 U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
e Klik op Scan.
De machine begint het scanproces. De map waarin de gescande gegevens worden opgeslagen, wordt automatisch geopend.
88
Page 96
Scannen naar een computer
OPMERKING

Scannen met behulp van de SCANtoets 10

Als u deze functie wilt gebruiken, installeert u de MFL-Pro Suite en sluit u de machine op uw pc aan met een USB-kabel.
a Plaats het document. (Zie Documenten laden uu pagina 60.)
b Druk op (SCAN).
c Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om een scantype te kiezen (Bestand, E-mail of Afbeelding.)
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om de scaninstelling te wijzigen, drukt u op a of b om Oui te selecteren en drukt u op OK.
Volg de instructies op de lcd om de gewenste instellingen te wijzigen.
Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op a of b om Non te selecteren
en drukt u op OK.
f Druk op Start.
De machine begint het scanproces.

SCANtoetsinstellingen 10

U kunt de SCAN toetsinstellingen van uw machine wijzigen met ControlCenter4.
a Ga op een van de volgende manieren te werk:
®
(Windows
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities, klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw modelnaam (als deze nog niet geselecteerd is).
ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 opent.
(Windows
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de keuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 opent.
XP, Windows Vista® en Windows® 7)
Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
®
8)
10
b Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
89
Page 97
Hoofdstuk 10
1
2
4
5
3
c Klik op Scaninstellingen apparaat.
d Selecteer het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1 U kunt het bestandstype kiezen uit de vervolgkeuzelijst. 2 U kunt de bestandsnaam invoeren die voor het document wilt gebruiken. 3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren
door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de vervolgkeuzelijst Resolutie (Resolution). 5 U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
e Klik op OK.
90
Page 98
OPMERKING
Oplossen van problemen en
A
andere informatie

Verbruiksartikelen A

De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat deze als een module geïnstalleerd zijn. Voor meer informatie over het vervangen van verbruiksartikelen kunt u de instructies bij de drumeenheid raadplegen voor het vervangen van de drumeenheid of de instructies op de doos van de tonercartridge voor het vervangen van de tonercartridge.
Tonercartridge Drumeenheid
Modelnaam: TN-1050
Modelnaam: DR-1050
A
• Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en werken optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele Brother-tonercartridges. Brother kan deze optimale werking niet garanderen wanneer toner of tonercartridges van andere specificaties worden gebruikt. De machine detecteert toner of tonercartridges van andere specificaties mogelijk niet correct en detecteert bijvoorbeeld foutief een tonercartridge met standaardcapaciteit. Het gebruik van andere cartridges dan die van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden in combinatie met deze machine. Als de drumeenheid of enige andere onderdelen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan originele Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de garantie; deze producten zijn incompatibel of ongeschikt voor deze machine.
• Gebruik alleen originele drumeenheden en tonercartridges van Brother voor de beste prestaties. Door af te drukken met een drumeenheid of tonercartridge van een ander merk, kan niet alleen de afdrukkwaliteit minder zijn, maar kunnen ook de prestaties en de levensduur van de machine afnemen. Problemen die worden veroorzaakt door het gebruik van een drum of een tonercartridge van een ander merk vallen niet onder de garantie.
• Ga naar http://www.brother.com/original/index.html van gebruikte verbruiksartikelen in het kader van het Brother-recyclingprogramma. Als u de gebruikte items niet terugplaatst, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats. (Meer informatie uu Handleiding product veiligheid)
voor aanwijzingen over het terugsturen
A
91
Page 99
• De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19752. Hoe vaak de cartridges vervangen moeten worden, hangt af van de complexiteit van de afgedrukte pagina's, het bladvullingspercentage en de gebruikte papiersoort.
92
Page 100
Oplossen van problemen en andere informatie

Uw probleem identificeren A

Controleer eerst het volgende:
Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld.Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.Het papier is correct in de papierlade geplaatst.De interfacekabels zijn goed op de computer en op de machine aangesloten.
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het probleem dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina:
Telefoon- en faxproblemen (MFC-modellen) uu pagina 96 De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 98
Als de machine op een pc is aangesloten, kan er afhankelijk van de fout een pop-uptoepassing op de pc worden weergegeven.
Volg de instructies op het scherm om de fout te verhelpen.
A
93
Loading...