BRANDT WTD1372D User Manual [fr]

WAS-/DROOGMACHINE

LAVANTE-SECHANTE

HANDLEIDING VOOR HET

INSTALLEREN, HET GEBRUIK

EN HET ONDERHOUD ............Pagina 2

FMANUEL D’INSTALLATION, D’UTILISATION

ET D’ENTRETIEN........................

Page 13

Inhoudsopgave

 

Veiligheid / Milieu en Besparingen............................

2

Verwijderen van stutten en beugels –

 

verplaatsen en waterpas zetten ................................

3

Toevoer koud water ....................................................

3

Afvoer afvalwater ........................................................

3

Elektrische aansluiting ................................................

3

Sorteren en nakijken van het wasgoed ....................

4

Toegang tot de trommel van het apparaat ..............

4

Vullen met wasgoed ....................................................

4

Sluiten van de trommel................................................

4

Wasmiddelen ................................................................

4

Programmeren ..........................................................

5-7

Detail van de functies en de opties ........................

7-8

Wijzigen van een programma ....................................

9

Automatische veiligheidsinrichtingen ......................

9

Programma CEE/95/12 – Karakteristieken..............

9

Schoonmaken filters van de pomp en het drogen ....

10

Mogelijke storingen ..................................................

11

Code onderhoud textiel ............................................

11

Op het display gemelde storingen,

 

die u zelf kunt verhelpen ..........................................

12

ALVORENS DEZE HANDLEIDING TE LEZEN, VERZOEKEN WIJ U DE GEILLUSTREERDE BLADZIJDEN

IN HET MIDDEN VAN DEZE HANDLEIDING, ERUIT TE HALEN.

Dit apparaat is uitsluitend en alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en is ontworpen om in de machine wasbare stoffen te wassen, te spoelen en, naar gelang het model ook te drogen.

Veiligheidsvoorschriften

 

Milieu en besparingen

In deze handleiding staan alle veiligheidsvoorschriften vermeld met betrekking tot de installatie, het gebruik evenals de garantie van het apparaat. Bewaar deze handleiding zorgvuldig en in geval van verkoop van het apparaat, moet u deze handleiding aan de nieuwe eigenaar overhandigen.

Voer de verpakking en uw oude apparaat af volgens de van kracht zijnde wetgeving nadat u het apparaat onklaar hebt gemaakt : slangen verwijderen, netsnoer doorsnijden en het slot van het deksel vernietigen.

•Bij een nieuwe installatie moet de machine op de waterleiding worden aangesloten met een nieuwe slang, de oude slang niet opnieuw gebruiken.

Zorg ervoor dat kinderen niet de gelegenheid krijgen te spelen met het apparaat en de wasmiddelen en onderhoudsproducten (niet drinkbaar water, innemen van producten, verwondingen…). Houd huisdieren ook uit de buurt.

Bescherm uw goederen en uw apparaat : door regelmatig de staat van de slangen te controleren, door nooit en te nimmer oplosmiddelen, ontvlambare producten of ontplofbare producten te gebruiken of spuitbussen in de buurt van of in het apparaat zelf… installeer de machine in een goed geventileerde vorstvrije ruimte en vermijd het gebruik van verlengsnoeren of meervoudige contactdozen.

Zet het apparaat buiten spanning na gebruik.

Roep in geval van storing de hulp van een gekwalificeerde vakman in.

Gebruik uw apparaat uitsluitend en alleen overeenkomstig deze handleiding met voor huishoudelijke apparaten erkende wasmiddelen en onderhoudsproducten.

Wat betreft de machines met droogtrommel :

Haal voor het opstarten van een droogcyclus de doseerbuideltjes voor het wasmiddel uit de trommel. Het plastic van deze bakjes is niet bestand tegen de hoge temperaturen van de droogcyclus.

2

Doe de maximale toegestane hoeveelheid wasgoed in de machine, op deze manier optimaliseert u het verbruik van water en energie.

Stel alleen een voorwasprogramma in als dit echt nodig is : bijvoorbeeld voor zeer vuile sportof werkkleding.

Wat betreft wasgoed dat niet echt of een beetje vuil is, is een programma zonder voorwassen ruim voldoende.

Kies voor wasgoed dat niet erg vuil is een korte wascyclus (of “express” naar gelang de modellen).

Doseer het wasmiddel naar gelang de hardheidsgraad van het water, de staat van vervuiling en de hoeveelheid wasgoed en neem de tips die op de pakken wasmiddelen staan vermeld in acht.

Wat betreft machines met droogtrommel :

Als u centrifugeert op hoge snelheid zal er weinig residuele vochtigheid ontstaan, dus een laag energieverbruik. Zelfs synthetisch textielwaren moeten gecentrifugeerd worden alvorens een droogcyclus te ondergaan.

Een bewust gekozen droogtijd draagt ook bij tot een minder hoog energieen waterverbruik.

Laat het wasgoed niet te lang in de droger draaien om onnodig wateren energieverbruik te voorkomen.

Door deze handleiding heen zult u de volgende symbolen aantreffen die u aangeven :

de veiligheidsvoorschriften (voor u, uw machine of uw was) die absoluut moeten worden nageleefd,

gevaar van elektrische aard,

tips en belangrijke informatie

Verwijderen van de stutten en beugels

VOOR IEDER GEBRUIK DE HANDELINGEN AANGEGEVEN IN Figuur 1 en 2 UITVOEREN. Beginnen met het verwijderen van het piepschuim dat onder het deksel is aangebracht. (Bewaar al deze stutstukken, zij zijn handig in het geval u gaat verhuizen).

Transportbeugel achterzijde Figuur 1 tot

De zes schroeven losdraaien met behulp van een pijpsleutel nr 10 of een platte schroevendraaier.

De beugel verwijderen.

Het netsnoer uit het plastic stukje halen dat op de transportbeugel vastzit.

De gaten van de beugel stoppen met de meegeleverde afsluitplaatjes en de 4 uitwendige schroeven in de behuizing vastdraaien.

Transportbeugel voorzijde Figuur 2 tot

Klip de plint los door te drukken op de uitstekken aan de zijkanten en de plint naar u toe te trekken.

De schroef van de “voor” beugel van rood plastic losdraaien.

De beugel van de voorzijde verwijderen.

Het gat van de beugel stoppen met het meegeleverde afsluitplaatje.

De plint weer op zijn plaats klippen.

Verplaatsen, waterpas zetten

Uitzetten van de wieltjes – verplaatsen

Om uw apparaat te verplaatsen, moet u de hendel om de wieltjes vrij te maken loshalen en bewegen van rechts tot aan helemaal links.

De wieltjes mogen nooit uit staan als de machine in werking is.

Controleren of de machine naar behoren recht en stabiel staat om trillingen tijdens het centrifugeren te voorkomen.

Waterpas zetten Figuur 6

-Zet het apparaat op de wieltjes.

-Schroef de twee schroeven los met behulp van een platte schroevendraaier.

-Stel de twee poten op de juiste hoog in met behulp van een platte sleutel of een tang totdat de machine waterpas staat.

-Zet de machine weer op de vloer door de hendel te bewegen om te controleren of zij stevig staat.

-Als de machine waterpas staat, de twee borgschroeven weer aandraaien.

Om uw machine in lijn te zetten met de andere meubels, kunt u eventueel de bevestigingshaken van de slangen verwijderen.

Wees voorzichtig, zorg ervoor dat de slangen niet plat gedrukt worden !

Indien u geen andere keuze hebt dan de machine op een tapijt of vloerbedekking te installeren, moet u de poten zodanig instellen dat er een flinke ventilatieruimte onder de machine open blijft.

Aansluitingen

Toevoer koud water (Figuur 5).

De wasmachine kan aangesloten worden op alle koudwaterleidingen. De meegeleverde toevoerslang aansluiten op een kraan met schroefdraad diameter 20x27 (3/4 BSP) en vergeet vooral de meegeleverde afdichting niet, (naar gelang het model kan het zijn dat de afdichting al in de slang is aangebracht).

De waterdruk kan variëren van 10 tot 100 N/cm_ (1- 10 bar). Bij hoge druk moet u een drukregelaar installeren. De watervoorzieningsdienst kan u alle nodige inlichtingen hieromtrent verschaffen.

Afvoer van afvalwater (Figuur 5).

Opmerking : Zorg ervoor dat de slang van het afvoerwater op zijn plaats gehouden wordt met behulp van een band of een beugeltje om overstromingen te voorkomen.

In ieder geval moet de hoogte van het kniestuk van de slang liggen tussen minimaal 0.80 meter en maximaal 1.10 meter. De slang moet vastgezet worden om te voorkomen dat hij breekt en de opening van de slang moet zich bevinden boven de oppervlakte van het afvalwater.

Elektrische aansluiting (Figuur 5).

Zie het hoofdstuk “karakteristieken”. De contactdoos moet makkelijk toegankelijk zijn maar buiten bereik van kinderen.

De installatie moet voldoen aan de normen van het land, met name wat betreft de aarding en de installatie in een badkamer. Nooit de aardlekaansluiting verwijderen.

Men mag geen verlengsnoeren of meervoudige contactdozen gebruiken om de machine op het stroomnet aan te sluiten.

Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor incidenten veroorzaakt door een slechte aarding van het apparaat of een onjuiste elektrische installatie.

Het apparaat moet buiten spanning zijn gezet (stand uit) op het moment dat men het op het stroomnet gaat aansluiten.

Uw apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen CEE 73/23 (richtlijn laagspanning), CEE/89/336 (elektromagnetische compatibiliteit) gewijzigd door richtlijn CEE/93/68.

3

Voorbereiding van het wasgoed

Het niet in acht nemenvan de volgende instructies kan aanzienlijke en zelfs onhelstelbare schade met zich meebrengen (trommel beschadigd, wasgoed gescheurd enz..).

Sorteren van het wasgoed

•Controleer of al het wasgoed geschikt is voor wassen in de machine : kijk op de etiketten (aard, temperatuur, type reiniging …).

•Controleer of de bonte was kleurvast is.

•Bij het wassen van witte en bonte was tegelijk, moet u het wasprogramma “fragiel” gebruiken.

Controleren van het wasgoed

•Haal de zakken leeg en doe de ritsen en druksluitingen dicht.

•Haal de haakjes uit de gordijnen of vitrage of doe de vitrage en kleine stukken (strikken, zakjes enz..) in een wasnet. Knoop de slopen dicht enz..

•Haal knopen die niet meer goed vastzitten van het wasgoed af evenals spelden en haakjes.

Toegang tot de trommel van het apparaat

(Figuur 3 – 4)

•In de volgende volgorde te werk gaan :

•Controleren of het apparaat buiten spanning staat. •De deur van het apparaat openen (Figuur 4). •Drukken op de drukknop van het klepje aan de voorzijde (Figuur 3 )

Vullen met wasgoed

•Voor optimale wasresultaten moet u het wasgoed, dat u van te voren hebt gesorteerd en uiteengevouwen, in de trommel doen zonder het aan te drukken en het gelijkmatig in de trommel verdelen. Doe de grote en kleinere stukken door elkaar heen om een optimaal centrifugeerresultaat te behalen zonder onbalans.

•Let erop dat er geen wasgoed naast de trommel (in de machine) terechtkomt.

Sluiten van de trommel

•De trommel met beide handen dichtdoen en controleren of de drukknop weer in zijn oorspronkelijke stand komt te staan. Het gekleurde deel moet zichtbaar zijn (Figuur 3 ).

EROP LETTEN DAT ER GEEN WASGOED KLEM KOMT TE ZITTEN TUSSEN DE TWEE LUIKJES.

Controleren van het wasgoed voor het drogen

(alleen voor de wasmachines met droger)

De vezels van het wasgoed zijn van verschillende aard en oorsprong, de manier waarop zij zullen reageren tijdens het drogen zal dus ook verschillen.

In het algemeen kunnen alle soorten textiel geschikt voor de wasmachine ook in de droger gedaan worden behalve :

-wol, zijde, vitrage, nylon panty’s of kousen, geplastificeerde stoffen

-chloorvezels (Thermolactyl * bijvoorbeeld)* gedeponeerd handelsmerk

-stukken wasgoed die plastic schuim, rubber of beugels bevatten die los zouden kunnen komen, omvangrijke stukken (dekbedden enz..)

-niet gecentrifugeerd wasgoed

-wasgoed dat is gereinigd met chemische producten.

Het is echter aangeraden niet tegelijkertijd lichte vezels en vezels van dik katoen te drogen aangezien het gewicht van het zwaardere katoen de lichtere vezels doet kreukelen.

Het is bovendien aangeraden de stukken textiel waarvan de kleurvastheid niet is gegarandeerd apart te drogen.

Wasmiddelen ( Figuur 10)

Bakje voorwassen (poeder )

 

Bakje wascyclus (poeder

of vloeistof )

In het bakje “wascyclus” kunt u een wasmiddel in poederof vloeibare vorm doen, u kunt echter geen vloeibaar wasmiddel gebruiken voor de programma’s met een voorwascyclus.

Wasverzachter : Geconcentreerde wasverzachters moeten met warm water verdund worden.

Doseren van de wasmiddelen

Neem de dosering in acht die op de verpakking van de wasmiddelen staat vermeld. Let op : deze doseringen gelden in het algemeen voor een maximale lading wasgoed. Pas de dosering aan aan uw eigen wasgoed.

Een te hoge dosering zal schuimvorming met zich meebrengen. Te veel schuim gaat ten koste van het prestatievermogen van uw machine en verhoogt de tijdsduur nodig voor de wascyclus en het waterverbruik. Als u geconcentreerde wasmiddelen gebruikt, moet u niet vergeten de dosering te verlagen, zie de verpakking van de betreffende producten.

De dosis wasmiddel met 10% verlagen :

Als het kalkgehalte van het water laag is, als het wasgoed niet echt vuil is en als u maar een kleine hoeveelheid wasgoed in de machine doet. Hetzelfde is geldig als u een kort programma selecteert.

Wasmiddelen voor wol en delicate textielen

Om dit soort stukken te wassen, moet u een adequaat wasmiddel gebruiken (niet rechtstreeks in de trommel doen, sommige van deze producten kunnen het metaal aantasten).

4

BRANDT WTD1372D User Manual

Programmeren

Verloop van de cyclus

 

 

 

 

 

 

 

Display

Aan / Uit

 

 

 

 

 

 

Aard van het wasgoed en temperatuur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I /O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

B

 

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdwas Drogen Anti-kreuk

 

 

 

 

 

e-Bonte

W

 

 

 

 

 

 

 

 

itt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

W

60

as

Kr

 

 

 

 

 

n

90

40

 

 

 

 

 

 

 

u

 

 

 

 

 

e

 

 

 

 

e

 

 

 

o

g

 

 

 

60

k

 

 

r

 

 

 

 

h

D

 

 

 

 

 

e

 

 

 

 

 

 

 

r

 

 

 

 

 

 

 

 

 

t

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

l

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

e

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

l

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

e

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30

n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

d

W

30˚C 30 40

 

ol

 

 

 

s

 

a

 

Fijne W

 

100 tot 1300 rpm

2 R 3 4 5

 

Opstarten / Pauze : kort drukken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opties : “anti-kreukelen”, “Eco”, “Intensief wassen”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Annuleren : lang drukken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opties : “voorwassen”, “extra spoelen”

 

 

 

 

 

 

 

Keuze

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instelling snelheid centrifugeren, tijdsduur

 

 

 

 

 

tussen de functies : snelheid centrifugeren,

 

droogcyclus & uitgesteld opstarten

 

 

 

 

Drogen of uitgesteld opstarten

Met uitzondering van de toets “Aan / Uit” zijn alle toetsen tiptoetsen. Zij blijven dus niet ingedrukt.

Bij het programmeren kan men alle toetsen, met uitzondering van de toets “Opstarten / Pauze” ingedrukt houden maar met het oog op een fijnere instelling, raden wij u aan de gewenste programma’s in te stellen door kort op de toetsen te drukken. Het activeren van de toets “Opstarten / Pauze” geschiedt middels korte druk op de toets behalve in het geval men een programma wenst te annuleren*, in dit geval moet men de toets ingedrukt houden.

(*) Detail van deze functie in de volgende bladzijden.

Als de machine onder spanning wordt gezet, moet u, indien één van de controlelampjes van het verloop van een cyclus B gaat branden, een annuleringsopdracht geven alvorens een ander programma in te voeren. Let op : De toets “Aan / Uit” kan in geen geval een programma annuleren.

Volledig programma (wassen met of zonder droogcyclus)

Controlelampjes en/of display

• De toets “Aan / Uit” indrukken I /O (1).

De selectietoets 1 draaien om het gewenste programma te kiezen en de wastemperatuur. De machine geeft de aanbevolen centrifugeersnelheid aan voor dit type wasgoed.

• Met behulp van de steltoets R :

- Kunt u ofwel de voorgestelde centrifugeersnelheid wijzigen

-Ofwel kiezen voor uitdruipen.

Aan het eind van de cyclus zal het wasgoed dan licht gecentrifugeerd worden met 100 t/mn

-Ofwel kiezen voor stoppen met volle kuip.

De machine komt dan tot stilstand vol water en de centrifugeercyclus wordt overgeslagen.

De volgende opties wel of niet selecteren :

-“voorwassen” en/of “extra spoelen” met de toets 4

-“kreukwerend” en/of “ECO” en “intensief wassen” met de toets 5

-achtereenvolgende droogcyclus met de toets 3 , dan de gewenste tijdsduur instellen met behulp van de toets R (zie wat betreft het gewicht van het te drogen wasgoed de tabel van de programma’s)

Controlelampje

+ aanbevolen snelheid van het centrifugeren op A

Controlelampje

+ bijvoorbeeld of of

+gekozen opties

+ ” + bijv.

de cyclus opstarten door te drukken op “Opstarten / Pauze” 2 ...

... of kies een met 1 tot 19 uur uitgesteld opstarten door deze optie te selecteren met behulp van de toet 3 en door vervolgens de tijdsduur in te stellen met de toets R .

Controlelampje “Hoofdwas”

+aftellen van de resterende tijd van de cyclus op A

en B fase van de cyclus

Controlelampje

+ aftelling van de resterende tijdsduur voor het opstarten van een cyclus op A

5

Programmeren

Volledig programma (Vervolg)

Controlelampjes en/of display

: Na het centrifugeren zal de machine automatisch tot stilstand komen met de trommelopening naar boven toe gericht om moeiteloos het wasgoed uit de machine te kunnen halen. Deze handeling neemt maximaal 3 minuten in beslag.

• Vervolgens verschijnt de boodschap ”-0-” op het display, hetgeen het einde van de cyclus aangeeft (2).

1 tot 2 minuten wachten totdat de beveiliging van het deksel wordt ontgrendeld om bij het wasgoed te kunnen komen.

De toets “Aan / Uit” I /O loslaten (3).

Programmeren van een droogcyclus zonder wassen

De toets “Aan / Uit” indrukken I /O (1).

Draai de keuzeschakelaar 1 om een intensieve of zachte droogcyclus te selecteren naar gelang de aard van het wasgoed

Selecteer wel of niet de optie “kreukwerend” middels de toets 5 , in deze optie zal het wasgoed aan het eind van de droogcyclus 2 uur lang heen en weer geslingerd worden om kreukvorming te voorkomen (zie detail van de functies).

Stel de gewenste tijdsduur in met de toets R (alleen wasgoed drogen dat is gecentrifugeerd op zijn minst op 800 t/min).

Selecteer het opstarten door te drukken op “Opstarten / Pauze” 2 ..

... of een uitgesteld opstart met de toets 3 en R .

Controlelampje

og valgt ekstra funktion

+ bijv. controlelampje “Drogen”

+aftellen van de resterende tijd van de cyclus op A

of aftelling van de resterende tijdsduur voor het opstarten van een cyclus op A

Een stuk wasgoed uit de machine halen of erbij doen tijdens de cyclus(onmogelijk tijdens het centrifugeren)

Drukken op de toets “Opstarten / Pauze” 2 om de cyclus te onderbreken.

Het stuk wasgoed uit de trommel halen of erbij doen.

Drukken op de toets “Opstarten / Pauze” 2 om de cyclus weer op te starten.

(*)De tijd nodig voor het ontgrendelen van het deksel kan 1tot 2 minuten bedragen.

Indien u een uitgestelde opstart hebt geselecteerd, kunt u gedurende de volledige fase voor het opstarten van de cyclus bij de trommel komen zonder de cyclus te onderbreken en opnieuw op te starten.

Controlelampje B knippert

+ teller A staat stil.

Controlelampje B blijft branden + het aftellen gaat weer van start op A

Annuleren tijdens het programmeren, een wascyclus of een pauze

• Druk op zijn minst één seconde op de toets “Opstarten / Pauze” 2 Deze handeling kan op ieder willekeurig moment verricht worden tijdens de cyclus of het programmeren en zelfs tijdens een pauze.

Indien u deze handeling uitvoert tijdens de wachtperiode van een uitgestelde opstart, zal alleen de uitgestelde opstart geannuleerd worden.

Terug naar de oorspronkelijke display

Het prestatievermogen van uw wasmachine op peil houden

• Aan het eind van de cyclus niet vergeten de droogfilter schoon te maken (zie hoofdstuk “NORMAAL ONDERHOUD”)

Voor aanvullende details, zie het hoofdstuk “DETAIL VAN DE FUNCTIES”.

Belangrijk : Indien u de machine hebt uitgezet door op de toets “Aan / Uit” te drukken of na een stroomonderbreking, zal bij het terugkeren van de stroom de wascyclus de draad weer opvatten op het punt waar hij is onderbroken.

(1) - Alvorens de machine in werking te stellen, controleren of het netsnoer wel op het stroomnet is aangesloten en of de waterkraan open staat. Controleer eveneens of de luikjes van de trommel en het deksel van de machine goed gesloten zijn.

(2)- In de fase “einde cyclus” heeft het drukken op de toetsen 2 , 3 , 4 , 5 of R geen enkel effect maar maakt het wel mogelijk terug te gaan naar de “programmeringsmodus”.

(3)- Veiligheidshalve is het aangeraden, aan het eind van een cyclus, het netsnoer van het stroomnet los te halen en de waterkraan dicht te doen.

6

Programmeren

Raadpleeg om het programma te kiezen dat het best overeenkomt met uw wasgoed de etiketten die op het wasgoed zijn aangebracht.

 

Tabel van de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Type en tijdsduur van de

 

programma’s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

droogcyclus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aard van de stof

Temperatuur(°C)

belastingMax. (kg)

Voorwassen

spoelenExtra

kreukelen-Anti

Eco

Intensief

Uitdruipen

Stoppenmet vollekuip

Intensief/ zacht

 

belastingMax. (kg)

 

Zeerdroog

Droog

Strijkdroog

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WITTE -BONTE WAS

40-90°C

5

 

 

 

2,5

 

1.15 u -

1 uur -

30 min –

 

 

 

 

 

1.45 u

1.30 uur

1 uur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KREUKHERSTELLEND

30-60°C

2,5

 

 

 

2,5

 

1uur -

45 min

30 min –

 

 

 

 

 

1.30 uur

– 1 uur

45 min

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FIJNE WAS

30-40°C

2

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

45 min

30 mn

30 min –

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– 1 uur

45 min

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WOL

-30°C

1,5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mag niet in de droger

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HANDWASBARE

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mag niet in de droger

 

TEXTIEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijzondere programma’s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40°C

2,5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mag niet in de droger

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SPOELEN ALLEEN

 

--

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mag niet in de droger

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CENTRIFUGEREN ALLEEN

 

--

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor de droogcyclus een max. toegestane

 

 

 

 

 

 

 

 

 

centrifugeersnelheid voor het wasgoed selecteren

DROGEN alleen intensief / WITTE -BONTE WAS

het gewicht, de tijdsduur en het

type droogcyclus selecteren aan

 

DROGEN alleen zacht KREUKHERSTELLEND / FIJNE WAS

de hand van het type textiel, zie

Hierboven

: deze functies kunnen apart of samen gebruikt worden maar met dien verstande dat onlogische combinaties niet mogelijk zijn.

Detail van de functies

WITTE -BONTE WAS

Voor een machine samengesteld uit stevig wit of gekleurd KATOEN

Bij gekleurd wasgoed, nooit de 60°C overschrijden.

Tijdens de eerste minuten van dit programma, zal de wasmachine automatisch het programma uitkiezen dat de beste resultaten zal opleveren.

KREUKHERSTELLEND

Voor een machine samengesteld uit STERKE SYNTHETISCHE STOFFEN of GEMENGDE VEZELS .

FIJNE WAS

Voor een machine samengesteld uit VITRAGES, DELICATE STOFFEN of FRAGIEL WASGOED .

WOL

Voor een machine samengesteld uit “MACHINE WASBARE” WOLLEN STOFFEN

HANDWASBARE TEXTIEL “

Voor een machine samengesteld uit ZIJDE of BIJZONDER DELICATE STOFFEN.

Met dit programma kunt u een lading weinig vuil wasgoed van 2,5 kg opfrissen samengesteld uit KATOEN, WITTE, GEKLEURDE of SYNTHETISCHE STOFFEN.

De tijdsduur is beperkt tot 30 minuten.

In dit programma is de wastemperatuur automatisch geprogrammeerd op 40°C.

Bij dit programma moet u de dosering wasmiddel door twee delen.

7

Vervolg detail van de functies

SPOELEN ALLEN

Apart spoelen gevolgd door, naar keuze :

-centrifugeren met afvoer van het water

-alleen afvoer van het water (optie “uitdruipen”)

-stoppen met volle kuip.

CENTRIFUGEREN ALLEEN

Om het wasgoed apart te centrifugeren.

In geval van een “spoelen alleen” gevolgd door een “centrifugeren alleen” moet u opletten dat u een centrifugeersnelheid instelt die overeenkomt met de aard van het wasgoed.

Detail van de opties

Voorwassen

Speciaal ontworpen voor vuil wasgoed (modder, bloed...).

Bij dit programma is het nodig een wasmiddel te doen in het bakje “ ”.

Extra spoelen

“Speciaal voor de gevoelige en allergische huid” : een extra spoelbeurt na de wascyclus.

Anti-kreukelen

Om het wasgoed makkelijker te kunnen strijken. Deze optie maakt het mogelijk het wasgoed voorzichtiger te wassen en te centrifugeren met identieke wasresultaten.

Eco

De functie “Eco” maakt het mogelijk een perfecte waskwaliteit te verkrijgen met een lager energieverbruik. De wastemperatuur is lager en de wastijd langer .

Intensief wassen

Deze functie verhoogt de wasresultaten en maakt het mogelijk, door de temperatuur van het wasbad en de wastijd op te voeren, moeilijke vlekken te verwijderen.

Kreukvoorkoming aan het eind van de cyclus

Om deze functie te activeren moet u de optie “Anti-kreukelen” programmeren.

Het wasgoed wordt 2 uur lang heen en weer geslingerd om kreukvorming te voorkomen na het eind van de droogcyclus. Het controlelampje “Anti-kreuk” blijft branden tijdens de volledige tijdsduur van deze handeling.

Om bij het wasgoed te kunnen komen tijdens deze periode, moet u de functie annuleren door op zijn minst 1 seconde lang te drukken op de toets “Opstarten / Pauze” 2 .

Uitgesteld opstarten

U kunt het opstarten van een cyclus uitstellen van 1 tot 19 uur om profijt te kunnen trekken van de lagere stroomtarieven ’s nachts of een cyclus te draaien op het door u gewenste tijdstip.

Hiertoe met behulp van de toets 3 de functie “” selecteren (uitgesteld opstarten) dan met behulp van de toets R het tijdstip van opstarten van de cyclus selecteren.

Tijdens de wachtperiode, wordt op de teller A de resterende tijd voor het opstarten van de cyclus afgeteld.

8

Resterende tijd

Bij het programmeren kunt u de duur van de gekozen cyclus te weten komen door op toet 3 te drukken totdat de drie lichtjes ””, ” ” en ”” uitgaan.

(*) De tijd die door de machine wordt aangegeven bij de aanvang van het programma kan variëren tijdens de cyclus:

-Indien u de wastemperatuur wijzigt (zelfs tijdens het centrfugeren), indien u opties uitschakelt of instelt zal de tijd opnieuw berekend worden en op de display verschijnen.

-Bepaalde werkingsstoringen (bijvoorbeeld onbalans, schuim..) kunnen ook de tijdsduur van een cyclus beïnvloeden.

-In geval van een stroomonderbreking tijdens de wasfase, kan de tijdsduur die op de display verschijnt als de stroom terugkomt, lager zijn dan de werkelijke resterende tijdsduur. Deze tijdsduur zal bijgewerkt worden bij de aanvang van de spoelfase.

Stoppen met volle kuip

Deze functie moet worden gebruikt voor het wasgoed dat u niet wenst te centrifugeren of indien u weet dat u langere tijd afwezig zult zijn als de wascyclus klaar is.

Als u deze functie hebt geselecteerd, wordt de cyclus onderbroken voor de eindcentrifugeerfase, het wasgoed zal dus in het water blijven staan om kreukelen te voorkomen.

Als de machine tot stilstand komt met een volle kuip, zal de display A de resterende tijd niet meer aftellen en blijven staan zoals hij is (met inbegrip van de punt)

Vervolgens :

-ofwel u wenst het wasgoed te centrifugeren met

afvoer van het water .

In dit geval moet u de functie “centrifugeren” “” selecteren met behulp van de toets 3 en dan met de toets R een op de aard van het wasgoed afgestemde centrifugeersnelheid instellen. Het programma zal automatisch aflopen.

-ofwel u wenst alleen het water af te voeren.

In dit geval moet u de functie “centrifugeren ” selecteren en dan met de toets R op de display instellen (functie “uitdruipen”).

Wijzigen van een wasprogramma / droogprogramma

Tijdens het programmeren:

Voordat men op de toets “Opstarten / Pauze” drukt” 2 “”zijn alle gewenste wijzigingen nog mogelijk.

Na het opstarten van de cyclus:

Kunt u het type wasgoed niet meer wijzigen (bijvoorbeeld van WITTE-BONTE WAS” naar “KREUKHERSTELLEND” of van “KREUKHERSTELLEND” naar ”FIJNE WAS”).

Indien u de programma selectietoets 1 op een ander soort wasgoed zet, zal het controlelampje van het verloop van de cyclus B dat op dat moment brandt, en de display A enkele seconden lang gaan knipperen om aan te geven dat deze wijziging verboden is en niet doorgevoerd zal worden.

Om het type textiel te wijzigen tijdens een cyclus, moet u het programma annuleren en dan een nieuwe cyclus invoeren.

Maar u kunt echter wel voor hetzelfde type wasgoed de temperatuur wijzigen in het begin van de wasfase.

De resterende tijd zal dienovereenkomstig worden gewijzigd.

U kunt de centrifugeersnelheid wijzigen tijdens de cyclus.

U kunt de optie “uitdruipen” selecteren evenals een “stoppen met volle kuip” tot aan het eind van de spoelfase .

U kunt de tijdsduur van een “uitgestelde opstart” wijzigen tijdens de volledige wachtperiode voor het opstarten van de cyclus.

Indien u tijdens deze periode de “uitgestelde opstart” wenst te annuleren, moet u de display

A op “0” zetten en dan even drukken op de toets 2 ”.

De cyclus zal dan onmiddellijk van start gaan.

U kunt de optie “” (voorwassen) alleen selecteren tijdens de wachtperiode van een “uitgestelde opstart”.

U kunt de optie “ ” (extra spoelen) selecteren tot aan de aanvang van de spoelfase .

U kunt de opties “” (anti-kreukelen), “” (Eco) en “” (intensief) alleen selecteren tijdens de wachtperiode van een “uitgestelde opstart”.

U kunt alle opties uitschakelen tijdens de volledige duur van de cyclus voor zover zij nog niet zijn uitgevoerd.

U kunt een droogcyclus niet wijzigen nadat de wasof droogcyclus van start is gegaan.

Na afloop van de cyclus:

Wanneer het display ”-0-” aangeeft, kunt u een nieuwe cyclus programmeren zonder dat u de “Aan/Uit” toets I /O hoeft los te laten.

U hieft alleen maar op één van de toetsen 2 , 3 , 4 , 5 of R te drukken.

De machine is dan gereed voor een nieuw programm.

Automatische veiligheidsinrichtingen

Veiligheidsinrichting bij het openen van de deur :

Het deksel van het apparaat wordt vergrendeld zodra een wascyclus is opgestart.

Zodra de cyclus is afgelopen of wanneer de machine met de kuip vol water wordt gestopt, ontgrendelt het deksel zich.

Wanneer u een “uitgestelde opstart” heeft geprogrammeerd, is het deksel niet vergrendeld tijdens de wachtperiode die voorafgaat aan de start van de cyclus.

Indien u het deksel tijdens de cyclus wilt openen, druk dan kort op toets 2 “” en wacht minstens 1 à 2 minuten zodat de beveiliging van het deksel ontgrendelt.

Waterbeveiliging

Tijdens de werking wordt het waterpeil constant gecontroleerd om overlopen te voorkomen.

Veiligheidsinrichting centrifugeren

De wasmachine is voorzien van een veiligheidsinrichting die het centrifugeren zal beperken als hij een slechte verdeling van het wasgoed opspoort.

In dit geval kan het zijn dat het wasgoed niet voldoende gecentrifugeerd uit de machine komt. U moet dan het wasgoed goed verdelen in de trommel en een nieuwe centrifugeerfase programmeren.

Schuimbeveiliging

De wasmachine is in staat een te grote productie van schuim bij het centrifugeren op te sporen. Op dat moment zal het centrifugeren stoppen en zal de machine leeglopen.

Daarna gaat de cyclus verder met aangepaste centrifugeersnelheden en met zonodig de toevoeging van een extra spoelfase.

Programma’s voor proeven volgens de Europese Richtlijn CEE/95/12 – Karakteristieken

Wassen : Katoen – 60°C – 5 kg – zonder opties – max. centrifugeren. Drogen : Katoen – Zeer droog – 2,5 kg

Karakteristieken : 230 V – 50 Hz – 10 A – 2200 W.

9

Loading...
+ 19 hidden pages