Blaupunkt San Francisco CD72 User Manual [nl]

Radio / CD
Radio / CD
San Francisco CD72
7 641 808 310
Gebruiksaanwijzing
http://www.blaupunkt.com
http://www.blaupunkt.com
Hier openslaan a.u.b.
2
DEUTSCH
3
2
1
12
11
4
10
6
5
FRANÇAIS
ITALIANO
9
8
7
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
13
PORTUGUÊS
DANSK
3
BEDIENINGSELEMENTEN
1 Toets, voor in-/uitschakelen van
het toestel, volumeregelaar
2
3 NEXT-toets,
4 Softkeys,
5 DSA-toets,
6
7 Joystick 8 MENU-toets,
-toets, voor het ontgrendelen van het afneembare bedieningsfront (release-panel)
voor weergave van de overige pagina’s van een menu, wisselen van opslagniveau in de radio-mode
de functie van de sofkeys is af­hankelijk van de display-inhoud
voor het oproepen van het equa­lizer-menu
-toets, voor het openen van het klapba­re/afneembare bedieningsfront (flip-release-panel)
Oproepen van het menu voor de basisinstellingen.
9 AUDIO-toets,
Bassen, treble, balance, fader en X-BASS instellen (kort in­drukken), mute-schakeling van het toestel (langer indrukken)
: Display ; SOURCE-toets,
voor het starten van de CD- of CD-wisselaar-weergave resp. Compact Drive MP3 (alleen, in­dien aangesloten)
of
weergave van een andere audiobron (alleen, indien aange­sloten en geactiveerd)
< TUNER-toets,
voor het starten van de radio­mode, oproepen van het radio-functie­menu (alleen in de radio-mode mogelijk)
= KeyCard-schacht voor opname
van de KeyCard.
170
INHOUDSOPGAVE
Aanwijzingen en
accessoires .......................... 173
Verkeersveiligheid ........................ 173
Veiligheidsaanwijzing ................... 173
Inbouw ........................................ 173
Accessoires ................................ 174
Anti-diefstal voorziening ...... 175
Afneembaar Bedieningsfront ....... 175
Afnemen van het bedieningsfront . 175
Veiligheidsaanwijzing ................... 175
Bedieningsfront aanbrengen ........ 175
KeyCard...................................... 176
Tweede KeyCard "inteachen" ...... 177
KeyCard verloren of beschadigd . 177
Onderhoud van de KeyCard ........ 178
In-/Uitschakelen .................. 178
In-/Uitschakelen met de toets 1 178 In-/Uitschakelen via de voertuig-
ontsteking ................................... 178
Volume instellen .................. 179
Inschakelvolume begrenzen ......... 179
Mute-schakeling (mute) ............... 179
Telefoon-audio ............................. 179
Navigatie-audio ............................ 180
Sound
(bass, treble en X-BASS) ..... 181
Bassen instellen .......................... 181
Treble instellen ............................ 181
X-BASS ...................................... 182
Volumeregeling .................... 182
Volumeregeling rechts/
links (balance) instellen ................ 182
Volumeregeling vóór/
achter (fader) instellen ................. 182
Subwoofer en
centerspeaker ...................... 183
Subwoofer-frequentie kiezen........ 183
Subwoofer-fase-instelling............. 183
Centerspeaker instellen ............... 184
Display instellen ................... 184
Afleeshoek instellen ..................... 184
Displayhelderheid instellen........... 184
Toetskleur instellen ...................... 185
Hoofddisplay instellen .................. 185
Radio-mode ......................... 186
Tuner instellen ............................. 186
Aantal antennes instellen ............. 186
Radio-mode inschakelen.............. 187
RDS-comfortfunctie (AF, REG) .... 187
Radiomode statisch/
dynamisch kiezen (alleen FM) ...... 187
Golflengtegebied/
Opslagniveau kiezen.................... 189
Zenders instellen ......................... 189
Gevoeligheid van de zender-
zoekrun instellen .......................... 190
Zenders vastleggen (alleen in
statische radio-mode) .................. 190
Zenders automatisch vastleggen (travelstore - alleen in statische
radio-mode) ................................. 190
Vastgelegde zenders oproepen .... 191
Programma-type (PTY) ................ 191
Radio-ontvangst optimaliseren ..... 192
Weergave van radiotekst kiezen... 192
Stereo/ Mono instellen................. 193
Verkeersberichten................ 193
Voorrang voor verkeersberichten
in-/uitschakelen ........................... 193
Volume voor verkeersinformatie
instellen ....................................... 194
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
171
INHOUDSOPGAVE
CD-mode .............................. 194
CD-mode starten, CD plaatsen.... 194
CD verwijderen ........................... 195
Titels kiezen................................. 195
Snelle zoekrun (hoorbaar)............ 195
Random-play van de titels (MIX)... 195
Titel herhalen (REPEAT) .............. 195
CD-tekst tonen ............................ 196
Loopschrift instellen .................... 196
Verkeersmelding in de CD-mode . 196
CD-wisselaar-mode (optie).. 197
CD-wisselaar-mode starten .......... 197
CD kiezen ................................... 197
Titels kiezen................................. 197
Snelle zoekrun (hoorbaar)............ 197
Afzonderlijke titels of hele CD’s
herhaald afspelen (REPEAT) ........ 198
Titel in willekeurige volgorde
afspelen (MIX) ............................. 198
CD’s benoemen .......................... 198
Clock - Tijd ........................... 200
Tijd instellen ................................ 200
DSA -
Digital Sound Adjustment .... 201
DSA in-/uitschakelen ................... 201
Equalizers automatisch inregelen . 202 Voertuigakoestiek met/
zonder equalizer bekijken............. 202
Grafische equalizer handmatig
wijzigen ....................................... 203
Equalizer kiezen........................... 204
Equalizer terugzetten ................... 204
Sound-voorinstelling (Preset)
kiezen.......................................... 204
Live effect instellen ...................... 205
Soundeffect kiezen ...................... 205
DNC -
Dynamic Noise Covering...... 206
Inregelen van DNC ...................... 206
DNC uitschakelen ....................... 206
DNC-versterking kiezen ............... 207
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ............... 207
Versterker/Sub-Out ............. 208
Interne versterker
in/ uitschakelen ........................... 208
Externe audiobronnen ......... 209
AUX-ingang in-/uitschakelen ........ 209
Reset .................................... 210
Technische gegevens .......... 210
Versterker .................................... 210
Tuner ........................................... 210
CD .............................................. 210
Pre-amp Out ............................... 210
Ingangsgevoeligheid .................... 210
172
AANWIJZINGEN EN ACCESSOIRES
Aanwijzingen en accessoires
Hartelijk dank, dat u voor een Blaupunkt product heeft gekozen. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe toestel.
Leest u voorafgaand aan gebruik deze gebruikshandleiding eerst aan­dachtig door.
De redacteuren van Blaupunkt zijn con­tinu bezig, de gebruikshandleidingen zo overzichtelijk en begrijpelijk mogelijk te maken. Mocht u desondanks vragen over de bediening hebben, gelieve u contact op te nemen met uw dealer of de telefonische hotline in uw eigen land. Het telefoonnummer vindt u op de ach­terzijde van deze brochure.
Voor al onze binnen de Europese Unie gekochte producten geven wij een fabrieksgarantie. De garantievoorwaar­den kunt u opvragen onder www.blaupunkt.com oproepen of recht­streeks aanvragen bij:
Blaupunkt GmbH Hotline Robert Bosch Str. 200
D-31 139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid heeft ab­solute prioriteit. Bedien uw autoradio alleen, wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voorafgaand aan het rijden met het toestel ver­trouwd. Akoestische waarschuwingssignalen van de politie, brandweer en red­dingsdiensten moeten tijdig in het voertuig kunnen worden waargeno­men. Beluister programma’s daarom tijdens het rijden bij een gepast vo­lume.
Veiligheidsaanwijzing
De autoradio en het bedienings­front van het toestel (flip-release-pa­nel) worden warm tijdens gebruik. Pak het flip-release-panel bij het ver­wijderen alleen bij de niet-metallieke oppervlakken beet. Laat de autora­dio, wanneer u deze wilt uitbouwen, eerst afkoelen.
Inbouw
Wanneer u uw autoradio zelf wil inbou­wen, dient u de inbouw- en aansluitin­structies aan het eind van de handlei­ding te lezen.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
173
PORTUGUÊS
DANSK
AANWIJZINGEN EN ACCESSOIRES
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt goedge­keurde accessoires.
Afstandsbediening
Met de bijgeleverde stuur-afstandsbe­diening RC 10 kunt u de meeste basis­functies van uw autoradio veilig en ge­makkelijk bedienen.
In-/Uitschakelen via de afstandsbedie­ning is niet mogelijk.
Vensterantenne
U kunt op dit toestel twee antennes aan­sluiten. Met de bijgeleverde vensteran­tenne als tweede antenne kunt u de ontvangsteigenschappen van het toe­stel aanmerkelijk verbeteren.
Een maximale ontvangst biedt het T win­Ceiver-concept alleen met twee aange­sloten antennes. Tevens dient u het aantal antennes correct in het menu in te stellen. Lees daartoe de rubriek "Aan­tal antennes instellen" in het hoofdstuk "Radio-mode".
Aanwijzing:
Om een onberispelijke werking van de tuner te waarborgen, moet de hoofdan­tenne zowel bij één-antennebedrijf als bij gebruik van twee antennes altijd op de onderste antennebus worden aan­gesloten.
Amplifier
Alle Blaupunkt-amplifiers kunnen ge­bruikt worden.
CD-wisselaar (changer)
Voor de toestellen zijn de volgende CD­wisselaars in de accessoirehandel ver­krijgbaar: CDC A 03, CDC A 08, CDC A 072 en IDC A 09. Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr: 7 607 889 093) kan ook de CD-wisse­laar CDC A 071 worden aangesloten.
Compact Drive MP3
Om MP3-muziek te kunnen beluisteren, kunt u in plaats van een CD-wisselaar de Compact Drive MP3 aansluiten. Bij de Compact Drive MP3 worden de MP3-muziektitels eerst met een com­puter op de Microdrive™-harddisk van de Compact Drive MP3 opgeslagen en deze kunnen, wanneer de Compact Drive MP3 op de autoradio is aangesloten, als normale CD-muziek­titels worden afgespeeld. De Compact Drive MP3 wordt op dezelfde wijze als een CD-wisselaar bedient; de meeste CD-wisselaar-functies zijn ook op de Compact Drive MP3 beschikbaar.
174
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Anti-diefstal voorziening
Afneembaar Bedieningsfront
Uw toestel is ter beveiliging tegen dief­stal met een afneembaar bedienings­front (flip-release-panel) uitgerust. Zon­der dit bedieningsfront is het toestel voor een dief waardeloos.
Beveilig uw toestel tegen diefstal en neem het bedieningsfront bij het verla­ten van uw auto altijd mee. Laat het bedieningsfront niet in de auto, ook niet op een verborgen plaats, achter.
Het bedieningsfront is optimaal hanteer­baar geconstrueerd.
Aanwijzingen:
Laat het bedieningsfront niet val-
len.
Het bedieningsfront niet aan de fel-
le zon of andere warmtebronnen blootstellen.
Bewaar het bedieningsfront in het
bijgeleverde etui.
Vermijd rechtstreekse aanraking
van de bedieningsfront-contacten door de huid. Reinig de contacten indien nodig met een met alcohol geïmpregneerde, pluisvrije doek.
Afnemen van het bedieningsfront
Druk op de toets 2.
Het bedieningsfront wordt ontgrendeld.
Trek het bedieningsfront eerst
recht naar voren en dan naar links uit het toestel.
Na verwijdering van het bedie-
ningsfront uit het toestel schakelt het toestel uit.
Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
Een geplaatste CD blijft in het toe-
stel.
Veiligheidsaanwijzing
Gevaar voor letsel! Verwijder het release-panel niet bij omlaaggeklapt bedieningsfront. Er bestaat gevaar voor letsel door de uitstekende me­taaldelen van de release-panel-hou­der.
Bedieningsfront aanbrengen
Schuif het bedieningsfront van links
naar rechts in de geleiding van het toestel.
Druk de linker zijde van het bedie-
ningsfront in het toestel, tot dit vast­klikt.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
2
PORTUGUÊS
DANSK
175
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Aanwijzing:
Druk bij het aanbrengen van het
bedieningsfront niet op het display .
Wanneer het toestel bij verwijderen van het bedieningsfront ingeschakeld was, schakelt het na terugplaatsing automa­tisch met de laatste instelling (radio, CD, CD-wisselaar resp. Compact Drive MP3 of AUX) weer in.
KeyCard
Behalve via een afneembaar bedie­ningsfront is uw autoradio met een Key­Card beveiligd. De KeyCard is nodig om het toestel in bedrijf te stellen, wanneer het van de voertuigvoeding afgekoppeld is geweest (b.v. na in-/uitbouw van het toestel, na losmaken van de accu tij­dens een reparatie van het voertuig).
Na inbedrijfstelling van het toestel dient u de KeyCard te verwijderen. Zonder de KeyCard is de autoradio voor een dief waardeloos.
Aanwijzingen:
Bewaar de KeyCard op een veilige
plaats, maar nooit in de auto!
Wanneer u een lange rit gaat ma-
ken dient u de KeyCard mee te ne­men, opdat u uw autoradio na een eventuele uitschakeling van de au­tovoeding weer in bedrijf kunt stel­len. De KeyCard is zodanig gecon­strueerd, dat deze probleemloos hanteerbaar en transporteerbaar is.
176
KeyCard plaatsen
Om de KeyCard in het toestel te plaat­sen,
neemt u het afneembare bedie-
ningsfront, zoals onder "Afnemen van het bedieningsfront" beschre­ven, van het toestel.
Achter het bedieningsfront bevindt zich de schacht voor de KeyCard =.
Schuif de KeyCard met de contac-
ten omlaag en de afgeschuinde zij­de naar rechts voorzichtig in de schacht, tot deze voelbaar vast­klikt.
Breng het bedieningsfront, zoals
onder "Bedieningsfront aanbren­gen" beschreven, weer aan.
In het display verschijnt even de mel­ding "KEYCARD OK".
KeyCard verwijderen
Om de KeyCard uit het toestel te ver­wijderen,
neemt u het afneembare bedie-
ningsfront, zoals onder "Afnemen van het bedieningsfront" beschre­ven, van het toestel.
Achter het bedieningsfront bevindt zich de schacht voor de KeyCard =.
Druk op de KeyCard, tot deze voel-
baar losklikt.
De KeyCard schuift naar buiten.
Trek de KeyCard voorzichtig uit de
schacht naar buiten.
Breng het bedieningsfront, zoals
onder "Bedieningsfront aanbren­gen" beschreven, weer aan.
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Aanwijzing:
Bewaar de KeyCard nooit in de
auto!
Tweede KeyCard "inteachen"
Een tweede KeyCard kan als extra Key­Card worden "ingeteacht" . U heeft zo de mogelijkheid, een "tweede sleutel" te maken. KeyCards zijn verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt "inteachen", dient u eerst de instructies in de rubriek "Inteachen van een nieu­we KeyCard/Mastercode invoeren" te lezen.
Aanwijzing:
Er kunnen voor elk toestel maxi-
maal twee KeyCards gebruikt wor­den.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het toestel bezit en een derde KeyCard "inteacht", kan het toestel niet meer met de tweede KeyCard gebruikt worden.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het toestel horende KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt, kunnen u weer max. twee nieu­we KeyCards "inteachen".
Nieuwe KeyCards zijn verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
Om de nieuwe KeyCards te kunnen gebruiken, heeft u de mastercode van het toestel nodig, die u in de autoradio­pas van het toestel vindt. Lees voor het inteachen van een nieuwe KeyCard de rubriek "Inteachen van een nieuwe Key­Card".
Bewaar de autoradio-pas en de KeyCard op een veilige plaats, maar nooit in de auto!
Inteachen van een nieuwe KeyCard/ Mastercode invoeren
Wanneer u geen geldige Keycard voor uw toestel meer heeft of een tweede KeyCard wilt inteachen:
Plaats de nieuwe, aan het toestel
niet bekende KeyCard.
Sluit het bedieningsfront.Schakel evt. het toestel uit.Houdt de toets TUNER < en de
bovenste, linker softkey 4 gelijktij­dig ingedrukt.
Schakel het toestel met de toets
1 in.
In het display wordt "0000" aangege­ven.
Voer de viercijferige mastercode uit de autoradio-pas als volgt in:
Voer de cijfers van de mastercode
met de joystick 7 in. Duw daartoe de joystick zo vaak omhoog resp. omlaag, tot het gewenste cijfer in het display wordt getoond.
Wijzig de invoerplaats, door de joy-
stick 7 naar links resp. naar rechts te duwen.
Duw, wanneer de mastercode cor-
rect wordt aangegeven, de joystick OK 7 in.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd, wanneer het toestel op weergave scha­kelt en in het display even "KEYCARD OK" wordt getoond.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
177
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
IN-/UITSCHAKELEN
Aanwijzing:
Wanneer u de mastercode drie
keer foutief heeft ingevoerd, dient u een wachttijd van een uur in te las­sen. Gedurende deze tijd staat "WAIT 1H" in het display aangege­ven en kan het toestel niet bediend worden. Schakel het toestel in deze tijd niet uit en voer na afloop van de tijd de correcte mastercode in.
Onderhoud van de KeyCard
Een onberispelijke werking van de Key­Card is gewaarborgd, wanneer de con­tacten vrij van ongerechtigheden zijn. Vermijd rechtstreekse aanraking van de contacten door de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien nodig met een met alcohol geïm­pregneerde pluisvrije doek.
In-/Uitschakelen
U heeft verschillende mogelijkheden, om het toestel in- resp. uit te schake­len.
In-/Uitschakelen met de toets
1
Om in te schakelen, drukt u op de
toets 1, tot de vergrendeling voel­baar losklikt en de toets naar bui­ten schuift.
Het toestel schakelt in.
Om uit te schakelen, drukt op de
toets 1, tot deze voelbaar vast­klikt.
Het toestel schakelt uit.
In-/Uitschakelen via de voertuigontsteking
Wanneer het toestel correct met de voertuigontsteking is verbonden en het toestel niet met de toets 1 uitgescha­keld werd, wordt het via de ontsteking in- resp. uitgeschakeld.
U kunt het toestel ook bij uitgeschakel­de ontsteking inschakelen.
Druk daartoe op de toets 1, tot de
toets voelbaar losklikt en naar bui­ten schuift.
Aanwijzing:
Ter beveiliging van de voertuigbat-
terij wordt het toestel bij uitgescha­kelde ontsteking automatisch na een uur uitgeschakeld.
178
VOLUME INSTELLEN
Volume instellen
Het volume is in stappen van 0 (uit) tot 50 (maximaal) instelbaar.
Om het volume te verhogen,
draait u de volumeregelaar 1
naar rechts.
Om het volume te verlagen,
draai de volumeregelaar 1 naar
links.
Inschakelvolume begrenzen
Het toestel speelt na het uit- en opnieuw inschakelen met het laatst beluisterde volume. U kunt het maximale volume, waarmee het toestel bij inschakeling dient te spelen, instellen.
Wanneer u voor het uitschakelen een hoger dan het ingestelde volume heeft gekozen, wordt na het inschakelen de door u gekozen maximumwaarde ge­kozen.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ON".
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Aanwijzing:
Om uw gehoor te beschermen, is
het maximale inschakelvolume op de waarde "40" begrensd.
Mute-schakeling (mute)
U kunt het volume abrupt reduceren (mute).
Druk op de toets AUDIO 9 langer
dan twee seconden.
"MUTE" wordt in het display getoond.
Mute-schakeling (mute) opheffen
Drukt u kort de toets AUDIO 9
of
draai de volumeregelaar 1.
Telefoon-audio
Wanneer uw autoradio met een mobie­le telefoon verbonden is, wordt bij het "opnemen" van de telefoon de autora­dio mute geschakeld en het gesprek wordt via de autoradiospeaker weerge­geven. Daartoe moet de mobiele tele­foon zoals in de inbouwhandleiding be­schreven op de autoradio zijn aange­sloten.
Wanneer tijdens een telefoongesprek een verkeersmelding wordt ontvangen, kan deze niet beluisterd worden.
Wanneer tijdens een verkeersmelding een oproep wordt ontvangen, wordt de verkeersmelding onderbroken en kan de telefoon beluisterd worden.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
179
DANSK
VOLUME INSTELLEN
Telefoon-volume instellen
Het volume van de inkomende telefoon­gesprekken is instelbaar.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TEL".
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Aanwijzing:
U kunt het volume ook tijdens het
telefoneren met de volumeregel­aar 1 instellen. Deze instelling geldt alleen voor het actuele ge­sprek en wordt niet opgeslagen.
Navigatie-audio
U kunt in plaats van een tweede exter­ne audiobron ("AUX2", z. "Externe au­diobronnen") een navigatiesysteem aansluiten.
Wanneer uw autoradio met een navi­gatiesysteem verbonden is, wordt een gesproken melding van het systeem over de actuele audiobron heen ge­speeld en via de autoradiospeaker weergegeven.
Daartoe dient het navigatiesysteem zoals in de inbouwhandleiding beschre­ven op de autoradio aangesloten en in het menu ingeschakeld zijn.
Informatie over welke navigatiesyste­men op uw autoradio gebruikt kunnen worden, is verkrijgbaar bij uw Blaupunkt­dealer.
Navigatie-audio activeren
U kunt op dit toestel ofwel een tweede externe audiobron of een navigatie­systeem aansluiten. Daartoe moet u in het menu instellen, welk toestel op de aansluiting staat.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AUX2".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAVI", wanneer een navi­gatiesysteem is aangesloten.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Minimum navigatievolume instellen
Het volume, waarbij gesproken meldin­gen aan de navigatie worden toege­voegd, is instelbaar.
Aanwijzing:
Stel het volume op het navigatie-
systeem op maximum. Mochten er bij de weergave vervorming optre­den, regelt u het volume op het na­vigatiesysteem iets omlaag.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
180
VOLUME INSTELLEN
SOUND
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAVI", om het volume voor navigatiesystemen in te stellen.
Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de toets MENU 8, om het menu zon­der vastleggen van instellingen te verlaten.
Aanwijzing:
U kunt het volume ook tijdens de
gesproken melding met de volume­regelaar 1 instellen. Deze instel­ling geldt voor de actuele gespro­ken melding en wordt niet opgesla­gen.
Sound (bass, treble en X-BASS)
U kunt voor elke audiobron de instellin­gen voor bassen, treble en X-BASS af­zonderlijk uitvoeren.
Bassen instellen
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "BASS".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts, om de bassen te versterken of omlaag resp. naar links, om de bassen te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Treble instellen
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TREB".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts, om de treble te verhogen of omlaag resp. naar links, om de treble te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
181
SOUND VOLUMEREGELING
X-BASS
X-BASS betekent versterking van de bassen bij gering volume.
X-Bass-gebruiksfrequentie kiezen
U kunt de frequentie, waarbij de X-Bass moet starten, kiezen. Deze instelling is afhankelijk van de gebruikte speakers. Kies een zo laag mogelijke frequentie.
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "X-BASS".
Beweeg de joystick 7 naar links
resp. naar rechts, om de X-BASS­gebruiksfrequentie te kiezen.
X-Bass-versterking instellen
Kies de X-Bass-gebruiksfrequentie
zoals hierboven beschreven.
Beweeg de joystick 7 omhoog,
om de X-BASS te versterken of omlaag, om de X-BASS te reduce­ren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Volumeregeling
De instellingen voor balance en fader worden voor alle audiobronnen uitge­voerd.
Volumeregeling rechts/ links (balance) instellen
Om de balans in te stellen,
druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "BAL".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. naar links om de volumeverdeling rechts/links in te stellen.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Volumeregeling vóór/ achter (fader) instellen
Om de fader in te stellen,
druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FADE".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de volumeverdeling vóór/ achter in te stellen.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
182
SUBWOOFER EN CENTERSPEAKER
Subwoofer en centerspeaker
Subwoofer-frequentie kiezen
U kunt de frequentie, waarbij een aan­gesloten subwoofer aangestuurd moet worden, instellen. Deze instelling is af­hankelijk van de gebruikte subwoofer.
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SUB".
Stel e voor uw subwoofer juiste fre-
quentie met de joystick 7 in.
Subwoofer-versterking instellen
Kies de subwoofer-frequentie zoals
hierboven beschreven uit.
Beweeg de joystick 7 omhoog,
om het niveau (volume) voor de subwoofer te versterken of omlaag, om het niveau te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Subwoofer-fase-instelling
U kunt de fase-instelling van de sub­woofer-uitgang aan uw subwoofer aan­passen en tussen de fasen "0°" en "180°" kiezen.
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de toets NEXT 3.
"AUDIO 2" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SUBP".
Kies met de softkey 4 met dis-
play-feature "SUBP" een instelling tussen de fasen 0 en 180 graden.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
183
PORTUGUÊS
DANSK
CENTERSPEAKER
DISPLAY INSTELLENSUBWOOFER EN
Centerspeaker instellen
U kunt de frequentie, waarbij een aan­gesloten centerspeaker aangestuurd dient te worden, kiezen. Tevens kunt u het niveau voor de centerspeaker instel­len.
Centerspeaker-frequentie kiezen
Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
Druk op de toets NEXT 3.
"AUDIO 2" verschijnt in het display .
Druk op de softkey 4 met display-
feature "CENT".
Stel de voor uw centerspeaker juis-
te frequentie met de joystick 7 in.
Centerspeaker-versterking instellen
Kies de centerspeaker-frequentie
zoals hierboven beschreven uit.
Beweeg de joystick 7 omhoog,
om het niveau voor de center­speaker te versterken of omlaag, om het niveau te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgeslo­ten,
druk op de joystick OK 7 of op de
toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Display instellen
U kunt het display aan de inbouwposi­tie in uw auto en aan uw behoeften aan­passen.
Afleeshoek instellen
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ANGL".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de afleeshoek in te stel­len.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid instellen
Wanneer uw autoradio zoals in de in­bouwhandleiding beschreven is aange­sloten, geschiedt de omschakeling van de displayhelderheid middels het dim­licht. De displayhelderheid kan afzon­derlijk voor 's nachts en overdag in stap­pen van 1 - 6 worden ingesteld. Gead­viseerd wordt instelling "6".
Displayhelderheid overdag
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "DAY".
184
DISPLAY INSTELLEN
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. naar links, om de helderheid in te stellen.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid 's nachts
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "NGHT".
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de helderheid in te stel­len.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Toetskleur instellen
U kunt instellen, met welke kleur de toet­sen van het toestel dienen te branden.
Kies tussen "COLOR 1" of "COLOR 2".
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "KEYS" net zo vaak, tot de gewenste kleur ("COLOR 1" resp. "COLOR 2") in het display wordt getoond.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Hoofddisplay instellen
U kunt kiezen, welke informatie op de tweede regel van het hoofddisplay ge­toond moet worden.
In de radio-mode wordt op de eerste regel van het hoofddisplay de zender­naam (indien beschikbaar) getoond. Voor de tweede regel kunt u tussen tijd ("CLK"), niveauweergave ("SPEC"), fre­quentie ("FREQ") of programmatype ("PTY") kiezen.
In de CD-mode wordt op de eerste re­gel de actuele titel en in de CD-wisse­laar-mode de titels en het CD-nummer getoond. Voor de tweede regel zijn weergave van de tijd, niveauweergave of afspeelduur ("ELAP") beschikbaar.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MAIN".
Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de gewenste weergave.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
185
RADIO-MODE
Radio-mode
Dit toestel is met twee RDS-radio-ont­vangers (TwinCeiver) uitgerust. Een groot aantal van de te ontvangen FM­zenders zendt een signaal uit, dat be­halve het programma ook informatie zoals de zendernaam en het program­ma-type (PTY) bevat.
De zendernaam wordt, zodra deze ont­vangen kan worden, in het display ge­toond. Het programma-type kan optio­neel getoond worden. Lees daartoe de rubriek "Programma-type (PTY)".
Tuner instellen
Om een onberispelijke werking van de radio te waarborgen, moet het toestel op de regio waarin u zicht bevindt, wor­den ingesteld. U kunt kiezen tussen Europa en Amerika (USA). Op de fa­briek is de tuner op de regio ingesteld, waarbinnen het toestel verkocht werd. Bij problemen met de radio-ontvangst dient u deze instelling te controleren.
Druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "AREA".
Druk op de softkey 4 met display-
feature voor de gewenste regio "EURO" of "USA".
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Aantal antennes instellen
Dit toestel is met twee RDS-radio-ont­vangers (TwinCeiver) uitgerust. U kunt een of twee antennes op het toestel aansluiten. Bij gebruik van twee anten­nes is in de DDA-radio-mode gerichte ontvangst van de ingestelde zender mogelijk. Gerichte ontvangst verbetert de ontvangstkwaliteit in de meeste ge­vallen aanmerkelijk.
Aanwijzing:
Om een onberispelijke werking van
de tuner te waarborgen, dient de hoofdantenne op de onderste an­tennebus te worden aangesloten.
Om het aantal antennes in te stellen,
druk op de toets MENU 8.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
De tweede pagina van het radio-func­tiemenu wordt in het display getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "ANT".
Druk op de softkey 4 met display-
feature voor het aantal antennes "ONE" of "TWO".
Om terug te keren in het menu,
druk twee keer op de toets TUNER
< of de joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
186
RADIO-MODE
Radio-mode inschakelen
Wanneer het toestel in de bedrijfsstand CD, Cassette, (al naar gelang de uit­voering van de autoradio) of CD-wisse­laar resp. Compact Drive MP3 staat,
drukt u op de toets TUNER <.
Het radio-basismenu voor het kiezen van de zenders wordt getoond. De func­ties van de radio-mode worden via het radio-functiemenu geregeld. U komt in het radio-functiemenu, door in de radio­mode opnieuw de toets TUNER < in te drukken. Vanuit alle andere bedrijfs­standen komt u in het radio-functieme­nu, door eerst de toets MENU 8 en vervolgens de softkey 4 met display­feature "TUNE" in te drukken.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatie­ve frequentie) en REG (regionaal) brei­den het ontvangstspectrum van uw ra­dio nog verder uit (alleen in de FM-ra­dio-mode).
AF: Het toestel zoekt op de achter-
grond automatisch de frequentie met de beste ontvangst van de in­gestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen
op bepaalde tijden hun programma in regionale programma’s met ver­schillende inhoud. Met de REG­functie wordt verhinderd, dat de au­toradio naar alternatieve frequen­ties overschakelt, die een andere, regionale programmainhoud heb­ben.
Aanwijzing:
REG moet apart in het radio-func-
tiemenu geactiveerd/gedeactiveerd worden.
REG in-/uitschakelen
Om de RDS-comfortfunctie REG te ge­bruiken,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de toets NEXT 3.Druk op de softkey 4 met display-
feature "REG".
"REG ON" resp. "REG OFF" wordt kort in het display getoond.
Druk op de toets TUNER < of de
joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
Radiomode statisch/ dynamisch kiezen (alleen FM)
U kunt voor de FM-radio-mode tussen twee Modi kiezen:
Statische radio-mode ("PRE" en "DDA")
In de statische radio-mode beschikt u in de FM-mode over vier opslagniveaus (FM1, FM2, FM3 en FMT). U kunt op elk van deze opslagniveaus zes stations vastleggen. De ontvanger stelt voor ie­dere vastgelegde zender bij het oproe­pen automatisch de beste ontvangstfre­quentie in.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
187
RADIO-MODE
PRE-mode (statisch)
Wanneer u slechts één antenne op
het toestel aangesloten en deze in het Setup-menu ingesteld heeft(z. "Aantal antennes instellen"), geeft het toestel met de ene tuner de in­gestelde zender weer en zoekt het met de tweede tuner steeds naar de beste frequentie van de inge­stelde zender (bij ingeschakelde RDS-functie).
Digital Directional Antenna-mode­DDA (statisch)
Wanneer u twee antennes op het
toestel aangesloten en deze in het Setup-menu ingesteld heeft (z. "Aantal antennes instellen"), wordt de ingestelde zender in de DDA­radio-mode met beide antennes ontvangen. De T win-ceiver evalu­eert daarbij permanent de signalen van beide antennes en berekent daaruit een "zuiver signaal", om ontvangststoringen te reduceren. Dit door Blaupunkt ontwikkelde procédé werkt op dezelfde wijze als een richtantenne. Met name in gebieden met ontvangststoringen door reflectie op huizen, bergen enz. wordt de ontvangstkwaliteit duidelijk verbeterd. In uitzonde­ringsgevallen, b.v. bij ontvangst van twee verschillende zenders op dezelfde frequentie, kan ontvangst­storing optreden. In een dergelijk geval dient u de dynamische radio­mode te kiezen (z. "Radiomode kiezen" in de volgende rubriek).
Dynamische radio-mode
In de dynamische radio-mode zijn vijf niveaus (DL1 - DL5) beschikbaar. Ter­wijl de ingestelde zender wordt weer­gegeven, zoekt de tweede ontvanger op de achtergrond naar ontvangbare zen­ders en toont alle ontvangbare zenders met hun afgekorte aanduiding naast de softkeys in het opslagniveau. De zen­ders worden permanent geactualiseerd, zodat u alle ontvangbare zenders op elk gewenst moment kunt beluisteren.
Radiomode kiezen
Om tussen de modi statisch en dyna­misch te kiezen,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TUN2".
De tweede pagina van het radio-func­tiemenu wordt in het display getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "DYNL" voor de dynami­sche radio-mode.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "DDA" resp. "PRE" voor de statische radio-mode.
Om terug te keren in het radio-basis­menu,
drukt u twee keer op de toets TU-
NER < of de joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
188
RADIO-MODE
Golflengtegebied/Opslagniveau kiezen
Met dit toestel kunt u programma’s van de frequentiebanden UKW (FM) alsme­de MW, LW en SW (korte golf) ontvan­gen. Voor het golflengtegebied FM zijn vier opslagniveaus en voor het golfleng­tegebieden MW, L W en SW telkens één opslagniveau beschikbaar.
In de dynamische radio-mode beschikt u over maximaal vijf niveaus.
Op elk opslagniveau kunnen zes zen­ders worden opgeslagen.
Golflengtegebied kiezen
Om een golflengtegebied FM, MW, LW of SW (korte golf) te kiezen,
drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "BAND".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FM" voor het golflengtege­bied FM.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "MW" voor het golflengte­gebied MW.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "LW" voor het golflengtege­bied L W.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "SW" voor het golflengtege­bied SW.
Het radio-basismenu van het gekozen golflengtegebied wordt getoond.
FM-opslagniveau kiezen
Om tussen de FM-memory-niveaus FM1, FM2, FM3 of FMT resp. tussen DL1, DL2, DL3, DL4 of DL5 te switchen,
druk net zo vaak op de toets NEXT
3, tot het gewenste opslagniveau in het display wordt getoond.
De opslagniveaus worden in de volgor­de FM1, FM2, FM3 en FMT opgeroe­pen.
Zenders instellen
U heeft in de statische radio-mode ver­schillende mogelijkheden, om zenders in te stellen.
Automatische zenderzoekrun
Beweeg de joystick 7 omlaag of
omhoog.
De volgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
De meeste RDS-zenders stellen meer­dere programma’s beschikbaar. De in­formatie over deze zog. "zenderketens" worden met het RDS-signaal doorge­geven. U kunt in deze zenderketens "bladeren" en zo gemakkelijk en com­fortabel tussen programma’s switchen.
Beweeg de joystick 7 naar links
of rechts.
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
189
RADIO-MODE
Gevoeligheid van de zenderzoekrun instellen
U kunt kiezen, of alleen krachtige of ook zwakke zenders worden ingesteld.
drukt u in de radio-mode de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de toets NEXT 3.Druk op de softkey 4 met display-
feature "SENS".
Druk op de softkey 4 met display-
feature "FM", wanneer u de FM­zoekrungevoeligheid resp. "AM", wanneer u de AM-zoekrungevoe­ligheid wilt instellen.
In het display wordt de actuele waarde voor de zoekrungevoeligheid getoond. "SENS 6" betekent de hoogste zoek­rungevoeligheid voor ontvangst van verafgelegen zenders. "SENS 1" de laagste gevoeligheid.
Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp. links, om de zoekrungevoeligheid in te stellen.
Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Zenders vastleggen (alleen in statische radio-mode)
Zenders handmatig vastleggen
Kies het gewenste FM-opslagni-
veau FM1, FM2, FM3, FMT of een van de golflengtegebieden MW, LW of SW.
Stel de gewenste zender zoals on-
der "Zenders instellen" beschreven in.
Houd één van de zes softkeys,
waaronder de zender opgeslagen moet worden, langer dan twee se­conden ingedrukt.
Zenders automatisch vastleggen (travelstore - alleen in statische radio-mode)
U kunt de zes krachtigste zenders uit de regio automatisch vastleggen (alleen FM). Het vastleggen geschiedt op op­slagniveau FMT.
Aanwijzing:
Eerder op dit niveau vastgelegde
zenders worden daarbij gewist.
Travelstore-functie starten
Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het dis­play getoond.
Druk op de softkey 4 met display-
feature "TS".
Het vastleggen begint. In het display wordt "T-STORE" getoond. Na beëin­diging van de procedure, wordt de zen-
190
Loading...
+ 55 hidden pages