CD .............................................. 210
Pre-amp Out ............................... 210
Ingangsgevoeligheid .................... 210
172
AANWIJZINGEN EN ACCESSOIRES
Aanwijzingen en
accessoires
Hartelijk dank, dat u voor een Blaupunkt
product heeft gekozen. Wij wensen u
veel plezier met uw nieuwe toestel.
Leest u voorafgaand aan gebruik
deze gebruikshandleiding eerst aandachtig door.
De redacteuren van Blaupunkt zijn continu bezig, de gebruikshandleidingen zo
overzichtelijk en begrijpelijk mogelijk te
maken. Mocht u desondanks vragen
over de bediening hebben, gelieve u
contact op te nemen met uw dealer of
de telefonische hotline in uw eigen land.
Het telefoonnummer vindt u op de achterzijde van deze brochure.
Voor al onze binnen de Europese Unie
gekochte producten geven wij een
fabrieksgarantie. De garantievoorwaarden kunt u opvragen onder
www.blaupunkt.com oproepen of rechtstreeks aanvragen bij:
Blaupunkt GmbH
Hotline
Robert Bosch Str. 200
D-31 139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid heeft absolute prioriteit. Bedien uw autoradio
alleen, wanneer de verkeerssituatie
dat toelaat. Maak uzelf voorafgaand
aan het rijden met het toestel vertrouwd.
Akoestische waarschuwingssignalen
van de politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig in het
voertuig kunnen worden waargenomen. Beluister programma’s daarom
tijdens het rijden bij een gepast volume.
Veiligheidsaanwijzing
De autoradio en het bedieningsfront van het toestel (flip-release-panel) worden warm tijdens gebruik.
Pak het flip-release-panel bij het verwijderen alleen bij de niet-metallieke
oppervlakken beet. Laat de autoradio, wanneer u deze wilt uitbouwen,
eerst afkoelen.
Inbouw
Wanneer u uw autoradio zelf wil inbouwen, dient u de inbouw- en aansluitinstructies aan het eind van de handleiding te lezen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
173
PORTUGUÊS
DANSK
AANWIJZINGEN EN ACCESSOIRES
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt goedgekeurde accessoires.
Afstandsbediening
Met de bijgeleverde stuur-afstandsbediening RC 10 kunt u de meeste basisfuncties van uw autoradio veilig en gemakkelijk bedienen.
In-/Uitschakelen via de afstandsbediening is niet mogelijk.
Vensterantenne
U kunt op dit toestel twee antennes aansluiten. Met de bijgeleverde vensterantenne als tweede antenne kunt u de
ontvangsteigenschappen van het toestel aanmerkelijk verbeteren.
Een maximale ontvangst biedt het T winCeiver-concept alleen met twee aangesloten antennes. Tevens dient u het
aantal antennes correct in het menu in
te stellen. Lees daartoe de rubriek "Aantal antennes instellen" in het hoofdstuk
"Radio-mode".
Aanwijzing:
Om een onberispelijke werking van de
tuner te waarborgen, moet de hoofdantenne zowel bij één-antennebedrijf als
bij gebruik van twee antennes altijd op
de onderste antennebus worden aangesloten.
Amplifier
Alle Blaupunkt-amplifiers kunnen gebruikt worden.
CD-wisselaar (changer)
Voor de toestellen zijn de volgende CDwisselaars in de accessoirehandel verkrijgbaar: CDC A 03, CDC A 08, CDC
A 072 en IDC A 09.
Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr:
7 607 889 093) kan ook de CD-wisselaar CDC A 071 worden aangesloten.
Compact Drive MP3
Om MP3-muziek te kunnen beluisteren,
kunt u in plaats van een CD-wisselaar
de Compact Drive MP3 aansluiten. Bij
de Compact Drive MP3 worden de
MP3-muziektitels eerst met een computer op de Microdrive™-harddisk van
de Compact Drive MP3 opgeslagen en
deze kunnen, wanneer de
Compact Drive MP3 op de autoradio is
aangesloten, als normale CD-muziektitels worden afgespeeld. De
Compact Drive MP3 wordt op dezelfde
wijze als een CD-wisselaar bedient; de
meeste CD-wisselaar-functies zijn ook
op de Compact Drive MP3 beschikbaar.
174
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Anti-diefstal voorziening
Afneembaar Bedieningsfront
Uw toestel is ter beveiliging tegen diefstal met een afneembaar bedieningsfront (flip-release-panel) uitgerust. Zonder dit bedieningsfront is het toestel voor
een dief waardeloos.
Beveilig uw toestel tegen diefstal en
neem het bedieningsfront bij het verlaten van uw auto altijd mee. Laat het
bedieningsfront niet in de auto, ook niet
op een verborgen plaats, achter.
Het bedieningsfront is optimaal hanteerbaar geconstrueerd.
Aanwijzingen:
● Laat het bedieningsfront niet val-
len.
● Het bedieningsfront niet aan de fel-
le zon of andere warmtebronnen
blootstellen.
● Bewaar het bedieningsfront in het
bijgeleverde etui.
● Vermijd rechtstreekse aanraking
van de bedieningsfront-contacten
door de huid. Reinig de contacten
indien nodig met een met alcohol
geïmpregneerde, pluisvrije doek.
Afnemen van het bedieningsfront
➮ Druk op de toets 2.
Het bedieningsfront wordt ontgrendeld.
➮ Trek het bedieningsfront eerst
recht naar voren en dan naar links
uit het toestel.
● Na verwijdering van het bedie-
ningsfront uit het toestel schakelt
het toestel uit.
● Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
● Een geplaatste CD blijft in het toe-
stel.
Veiligheidsaanwijzing
Gevaar voor letsel! Verwijder het
release-panel niet bij omlaaggeklapt
bedieningsfront. Er bestaat gevaar
voor letsel door de uitstekende metaaldelen van de release-panel-houder.
Bedieningsfront aanbrengen
➮ Schuif het bedieningsfront van links
naar rechts in de geleiding van het
toestel.
➮ Druk de linker zijde van het bedie-
ningsfront in het toestel, tot dit vastklikt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
2
PORTUGUÊS
DANSK
175
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Aanwijzing:
● Druk bij het aanbrengen van het
bedieningsfront niet op het display .
Wanneer het toestel bij verwijderen van
het bedieningsfront ingeschakeld was,
schakelt het na terugplaatsing automatisch met de laatste instelling (radio, CD,
CD-wisselaar resp. Compact Drive MP3
of AUX) weer in.
KeyCard
Behalve via een afneembaar bedieningsfront is uw autoradio met een KeyCard beveiligd. De KeyCard is nodig om
het toestel in bedrijf te stellen, wanneer
het van de voertuigvoeding afgekoppeld
is geweest (b.v. na in-/uitbouw van het
toestel, na losmaken van de accu tijdens een reparatie van het voertuig).
Na inbedrijfstelling van het toestel dient
u de KeyCard te verwijderen. Zonder
de KeyCard is de autoradio voor een
dief waardeloos.
Aanwijzingen:
● Bewaar de KeyCard op een veilige
plaats, maar nooit in de auto!
● Wanneer u een lange rit gaat ma-
ken dient u de KeyCard mee te nemen, opdat u uw autoradio na een
eventuele uitschakeling van de autovoeding weer in bedrijf kunt stellen. De KeyCard is zodanig geconstrueerd, dat deze probleemloos
hanteerbaar en transporteerbaar
is.
176
KeyCard plaatsen
Om de KeyCard in het toestel te plaatsen,
➮ neemt u het afneembare bedie-
ningsfront, zoals onder "Afnemen
van het bedieningsfront" beschreven, van het toestel.
Achter het bedieningsfront bevindt zich
de schacht voor de KeyCard =.
➮ Schuif de KeyCard met de contac-
ten omlaag en de afgeschuinde zijde naar rechts voorzichtig in de
schacht, tot deze voelbaar vastklikt.
➮ Breng het bedieningsfront, zoals
onder "Bedieningsfront aanbrengen" beschreven, weer aan.
In het display verschijnt even de melding "KEYCARD OK".
KeyCard verwijderen
Om de KeyCard uit het toestel te verwijderen,
➮ neemt u het afneembare bedie-
ningsfront, zoals onder "Afnemen
van het bedieningsfront" beschreven, van het toestel.
Achter het bedieningsfront bevindt zich
de schacht voor de KeyCard =.
➮ Druk op de KeyCard, tot deze voel-
baar losklikt.
De KeyCard schuift naar buiten.
➮ Trek de KeyCard voorzichtig uit de
schacht naar buiten.
➮ Breng het bedieningsfront, zoals
onder "Bedieningsfront aanbrengen" beschreven, weer aan.
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
Aanwijzing:
● Bewaar de KeyCard nooit in de
auto!
Tweede KeyCard "inteachen"
Een tweede KeyCard kan als extra KeyCard worden "ingeteacht" . U heeft zo
de mogelijkheid, een "tweede sleutel"
te maken. KeyCards zijn verkrijgbaar bij
uw Blaupunkt-dealer.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt
"inteachen", dient u eerst de instructies
in de rubriek "Inteachen van een nieuwe KeyCard/Mastercode invoeren" te
lezen.
Aanwijzing:
● Er kunnen voor elk toestel maxi-
maal twee KeyCards gebruikt worden.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor
het toestel bezit en een derde KeyCard
"inteacht", kan het toestel niet meer met
de tweede KeyCard gebruikt worden.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het toestel horende
KeyCards beschadigd of verloren zijn
geraakt, kunnen u weer max. twee nieuwe KeyCards "inteachen".
Nieuwe KeyCards zijn verkrijgbaar bij
uw Blaupunkt-dealer.
Om de nieuwe KeyCards te kunnen
gebruiken, heeft u de mastercode van
het toestel nodig, die u in de autoradiopas van het toestel vindt. Lees voor het
inteachen van een nieuwe KeyCard de
rubriek "Inteachen van een nieuwe KeyCard".
Bewaar de autoradio-pas en de
KeyCard op een veilige plaats, maar
nooit in de auto!
Inteachen van een nieuwe KeyCard/
Mastercode invoeren
Wanneer u geen geldige Keycard voor
uw toestel meer heeft of een tweede
KeyCard wilt inteachen:
➮ Plaats de nieuwe, aan het toestel
niet bekende KeyCard.
➮ Sluit het bedieningsfront.
➮ Schakel evt. het toestel uit.
➮ Houdt de toets TUNER < en de
Voer de viercijferige mastercode uit de
autoradio-pas als volgt in:
➮ Voer de cijfers van de mastercode
met de joystick 7 in. Duw daartoe
de joystick zo vaak omhoog resp.
omlaag, tot het gewenste cijfer in
het display wordt getoond.
➮ Wijzig de invoerplaats, door de joy-
stick 7 naar links resp. naar
rechts te duwen.
➮ Duw, wanneer de mastercode cor-
rect wordt aangegeven, de joystick
OK 7 in.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd,
wanneer het toestel op weergave schakelt en in het display even "KEYCARD
OK" wordt getoond.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
177
ANTI-DIEFSTAL VOORZIENING
IN-/UITSCHAKELEN
Aanwijzing:
● Wanneer u de mastercode drie
keer foutief heeft ingevoerd, dient u
een wachttijd van een uur in te lassen. Gedurende deze tijd staat
"WAIT 1H" in het display aangegeven en kan het toestel niet bediend
worden. Schakel het toestel in
deze tijd niet uit en voer na afloop
van de tijd de correcte mastercode
in.
Onderhoud van de KeyCard
Een onberispelijke werking van de KeyCard is gewaarborgd, wanneer de contacten vrij van ongerechtigheden zijn.
Vermijd rechtstreekse aanraking van de
contacten door de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard
indien nodig met een met alcohol geïmpregneerde pluisvrije doek.
In-/Uitschakelen
U heeft verschillende mogelijkheden,
om het toestel in- resp. uit te schakelen.
In-/Uitschakelen met de toets
1
➮ Om in te schakelen, drukt u op de
toets 1, tot de vergrendeling voelbaar losklikt en de toets naar buiten schuift.
Het toestel schakelt in.
➮ Om uit te schakelen, drukt op de
toets 1, tot deze voelbaar vastklikt.
Het toestel schakelt uit.
In-/Uitschakelen via de
voertuigontsteking
Wanneer het toestel correct met de
voertuigontsteking is verbonden en het
toestel niet met de toets 1 uitgeschakeld werd, wordt het via de ontsteking
in- resp. uitgeschakeld.
U kunt het toestel ook bij uitgeschakelde ontsteking inschakelen.
➮ Druk daartoe op de toets 1, tot de
toets voelbaar losklikt en naar buiten schuift.
Aanwijzing:
● Ter beveiliging van de voertuigbat-
terij wordt het toestel bij uitgeschakelde ontsteking automatisch na
een uur uitgeschakeld.
178
VOLUME INSTELLEN
Volume instellen
Het volume is in stappen van 0 (uit) tot
50 (maximaal) instelbaar.
Om het volume te verhogen,
➮ draait u de volumeregelaar 1
naar rechts.
Om het volume te verlagen,
➮ draai de volumeregelaar 1 naar
links.
Inschakelvolume begrenzen
Het toestel speelt na het uit- en opnieuw
inschakelen met het laatst beluisterde
volume. U kunt het maximale volume,
waarmee het toestel bij inschakeling
dient te spelen, instellen.
Wanneer u voor het uitschakelen een
hoger dan het ingestelde volume heeft
gekozen, wordt na het inschakelen de
door u gekozen maximumwaarde gekozen.
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "ON".
➮ Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
➮ Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de
toets MENU8, om het menu zonder vastleggen van instellingen te
verlaten.
Aanwijzing:
● Om uw gehoor te beschermen, is
het maximale inschakelvolume op
de waarde "40" begrensd.
Mute-schakeling (mute)
U kunt het volume abrupt reduceren
(mute).
➮ Druk op de toets AUDIO 9 langer
dan twee seconden.
"MUTE" wordt in het display getoond.
Mute-schakeling (mute) opheffen
➮ Drukt u kort de toets AUDIO 9
of
➮ draai de volumeregelaar 1.
Telefoon-audio
Wanneer uw autoradio met een mobiele telefoon verbonden is, wordt bij het
"opnemen" van de telefoon de autoradio mute geschakeld en het gesprek
wordt via de autoradiospeaker weergegeven. Daartoe moet de mobiele telefoon zoals in de inbouwhandleiding beschreven op de autoradio zijn aangesloten.
Wanneer tijdens een telefoongesprek
een verkeersmelding wordt ontvangen,
kan deze niet beluisterd worden.
Wanneer tijdens een verkeersmelding
een oproep wordt ontvangen, wordt de
verkeersmelding onderbroken en kan
de telefoon beluisterd worden.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
179
DANSK
VOLUME INSTELLEN
Telefoon-volume instellen
Het volume van de inkomende telefoongesprekken is instelbaar.
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "TEL".
➮ Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
➮ Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de
toets MENU8, om het menu zonder vastleggen van instellingen te
verlaten.
Aanwijzing:
● U kunt het volume ook tijdens het
telefoneren met de volumeregelaar 1 instellen. Deze instelling
geldt alleen voor het actuele gesprek en wordt niet opgeslagen.
Navigatie-audio
U kunt in plaats van een tweede externe audiobron ("AUX2", z. "Externe audiobronnen") een navigatiesysteem
aansluiten.
Wanneer uw autoradio met een navigatiesysteem verbonden is, wordt een
gesproken melding van het systeem
over de actuele audiobron heen gespeeld en via de autoradiospeaker
weergegeven.
Daartoe dient het navigatiesysteem
zoals in de inbouwhandleiding beschreven op de autoradio aangesloten en in
het menu ingeschakeld zijn.
Informatie over welke navigatiesystemen op uw autoradio gebruikt kunnen
worden, is verkrijgbaar bij uw Blaupunktdealer.
Navigatie-audio activeren
U kunt op dit toestel ofwel een tweede
externe audiobron of een navigatiesysteem aansluiten. Daartoe moet u in
het menu instellen, welk toestel op de
aansluiting staat.
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "AUX2".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAVI", wanneer een navigatiesysteem is aangesloten.
➮ Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de
toets MENU8, om het menu zonder vastleggen van instellingen te
verlaten.
Minimum navigatievolume instellen
Het volume, waarbij gesproken meldingen aan de navigatie worden toegevoegd, is instelbaar.
Aanwijzing:
● Stel het volume op het navigatie-
systeem op maximum. Mochten er
bij de weergave vervorming optreden, regelt u het volume op het navigatiesysteem iets omlaag.
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "VOL".
180
VOLUME INSTELLEN
SOUND
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "NAVI", om het volume voor
navigatiesystemen in te stellen.
➮ Stel het gewenste volume met de
volumeregelaar 1 een.
➮ Druk op de Joystick OK 7, om de
instellingen vast te leggen of de
toets MENU8, om het menu zonder vastleggen van instellingen te
verlaten.
Aanwijzing:
● U kunt het volume ook tijdens de
gesproken melding met de volumeregelaar 1 instellen. Deze instelling geldt voor de actuele gesproken melding en wordt niet opgeslagen.
Sound (bass, treble en
X-BASS)
U kunt voor elke audiobron de instellingen voor bassen, treble en X-BASS afzonderlijk uitvoeren.
Bassen instellen
➮ Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "BASS".
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts, om de bassen te
versterken of omlaag resp. naar
links, om de bassen te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Treble instellen
➮ Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "TREB".
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts, om de treble te
verhogen of omlaag resp. naar
links, om de treble te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
181
SOUNDVOLUMEREGELING
X-BASS
X-BASS betekent versterking van de
bassen bij gering volume.
X-Bass-gebruiksfrequentie kiezen
U kunt de frequentie, waarbij de X-Bass
moet starten, kiezen. Deze instelling is
afhankelijk van de gebruikte speakers.
Kies een zo laag mogelijke frequentie.
➮ Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "X-BASS".
➮ Beweeg de joystick 7 naar links
resp. naar rechts, om de X-BASSgebruiksfrequentie te kiezen.
X-Bass-versterking instellen
➮ Kies de X-Bass-gebruiksfrequentie
zoals hierboven beschreven.
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog,
om de X-BASS te versterken of
omlaag, om de X-BASS te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Volumeregeling
De instellingen voor balance en fader
worden voor alle audiobronnen uitgevoerd.
Volumeregeling rechts/ links
(balance) instellen
Om de balans in te stellen,
➮ druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "BAL".
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp.
naar links om de volumeverdeling
rechts/links in te stellen.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Volumeregeling vóór/ achter
(fader) instellen
Om de fader in te stellen,
➮ druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "FADE".
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp.
links, om de volumeverdeling vóór/
achter in te stellen.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
182
SUBWOOFER EN CENTERSPEAKER
Subwoofer en
centerspeaker
Subwoofer-frequentie kiezen
U kunt de frequentie, waarbij een aangesloten subwoofer aangestuurd moet
worden, instellen. Deze instelling is afhankelijk van de gebruikte subwoofer.
➮ Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SUB".
➮ Stel e voor uw subwoofer juiste fre-
quentie met de joystick 7 in.
Subwoofer-versterking instellen
➮ Kies de subwoofer-frequentie zoals
hierboven beschreven uit.
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog,
om het niveau (volume) voor de
subwoofer te versterken of omlaag,
om het niveau te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Subwoofer-fase-instelling
U kunt de fase-instelling van de subwoofer-uitgang aan uw subwoofer aanpassen en tussen de fasen "0°" en
"180°" kiezen.
➮ Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de toets NEXT 3.
"AUDIO 2" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SUBP".
➮ Kies met de softkey 4 met dis-
play-feature "SUBP" een instelling
tussen de fasen 0 en 180 graden.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ drukt u op de joystick OK 7 of op
de toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
183
PORTUGUÊS
DANSK
CENTERSPEAKER
DISPLAY INSTELLENSUBWOOFER EN
Centerspeaker instellen
U kunt de frequentie, waarbij een aangesloten centerspeaker aangestuurd
dient te worden, kiezen. Tevens kunt u
het niveau voor de centerspeaker instellen.
Centerspeaker-frequentie kiezen
➮ Druk op de toets AUDIO 9.
"AUDIO 1" verschijnt in het display .
➮ Druk op de toets NEXT 3.
"AUDIO 2" verschijnt in het display .
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "CENT".
➮ Stel de voor uw centerspeaker juis-
te frequentie met de joystick 7 in.
Centerspeaker-versterking instellen
➮ Kies de centerspeaker-frequentie
zoals hierboven beschreven uit.
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog,
om het niveau voor de centerspeaker te versterken of omlaag,
om het niveau te reduceren.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten,
➮ druk op de joystick OK 7 of op de
toets AUDIO 9.
De instellingen worden opgeslagen.
Display instellen
U kunt het display aan de inbouwpositie in uw auto en aan uw behoeften aanpassen.
Afleeshoek instellen
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "ANGL".
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp.
links, om de afleeshoek in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid instellen
Wanneer uw autoradio zoals in de inbouwhandleiding beschreven is aangesloten, geschiedt de omschakeling van
de displayhelderheid middels het dimlicht. De displayhelderheid kan afzonderlijk voor 's nachts en overdag in stappen van 1 - 6 worden ingesteld. Geadviseerd wordt instelling "6".
Displayhelderheid overdag
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DAY".
184
DISPLAY INSTELLEN
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp.
naar links, om de helderheid in te
stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid 's nachts
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "NGHT".
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp.
links, om de helderheid in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Toetskleur instellen
U kunt instellen, met welke kleur de toetsen van het toestel dienen te branden.
Kies tussen "COLOR 1" of "COLOR 2".
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "KEYS" net zo vaak, tot de
gewenste kleur ("COLOR 1" resp.
"COLOR 2") in het display wordt
getoond.
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Hoofddisplay instellen
U kunt kiezen, welke informatie op de
tweede regel van het hoofddisplay getoond moet worden.
In de radio-mode wordt op de eerste
regel van het hoofddisplay de zendernaam (indien beschikbaar) getoond.
Voor de tweede regel kunt u tussen tijd
("CLK"), niveauweergave ("SPEC"), frequentie ("FREQ") of programmatype
("PTY") kiezen.
In de CD-mode wordt op de eerste regel de actuele titel en in de CD-wisselaar-mode de titels en het CD-nummer
getoond. Voor de tweede regel zijn
weergave van de tijd, niveauweergave
of afspeelduur ("ELAP") beschikbaar.
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "MAIN".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
play-feature van de gewenste
weergave.
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
185
RADIO-MODE
Radio-mode
Dit toestel is met twee RDS-radio-ontvangers (TwinCeiver) uitgerust. Een
groot aantal van de te ontvangen FMzenders zendt een signaal uit, dat behalve het programma ook informatie
zoals de zendernaam en het programma-type (PTY) bevat.
De zendernaam wordt, zodra deze ontvangen kan worden, in het display getoond. Het programma-type kan optioneel getoond worden. Lees daartoe de
rubriek "Programma-type (PTY)".
Tuner instellen
Om een onberispelijke werking van de
radio te waarborgen, moet het toestel
op de regio waarin u zicht bevindt, worden ingesteld. U kunt kiezen tussen
Europa en Amerika (USA). Op de fabriek is de tuner op de regio ingesteld,
waarbinnen het toestel verkocht werd.
Bij problemen met de radio-ontvangst
dient u deze instelling te controleren.
➮ Druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "AREA".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature voor de gewenste regio
"EURO" of "USA".
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Aantal antennes instellen
Dit toestel is met twee RDS-radio-ontvangers (TwinCeiver) uitgerust. U kunt
een of twee antennes op het toestel
aansluiten. Bij gebruik van twee antennes is in de DDA-radio-mode gerichte
ontvangst van de ingestelde zender
mogelijk. Gerichte ontvangst verbetert
de ontvangstkwaliteit in de meeste gevallen aanmerkelijk.
Aanwijzing:
● Om een onberispelijke werking van
de tuner te waarborgen, dient de
hoofdantenne op de onderste antennebus te worden aangesloten.
Om het aantal antennes in te stellen,
➮ druk op de toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SETP".
De tweede pagina van het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "ANT".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature voor het aantal antennes
"ONE" of "TWO".
Om terug te keren in het menu,
➮ druk twee keer op de toets TUNER
< of de joystick OK7.
De instellingen worden opgeslagen.
186
RADIO-MODE
Radio-mode inschakelen
Wanneer het toestel in de bedrijfsstand
CD, Cassette, (al naar gelang de uitvoering van de autoradio) of CD-wisselaar resp. Compact Drive MP3 staat,
➮ drukt u op de toets TUNER <.
Het radio-basismenu voor het kiezen
van de zenders wordt getoond. De functies van de radio-mode worden via het
radio-functiemenu geregeld. U komt in
het radio-functiemenu, door in de radiomode opnieuw de toets TUNER < in
te drukken. Vanuit alle andere bedrijfsstanden komt u in het radio-functiemenu, door eerst de toets MENU 8 en
vervolgens de softkey 4 met displayfeature "TUNE" in te drukken.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve frequentie) en REG (regionaal) breiden het ontvangstspectrum van uw radio nog verder uit (alleen in de FM-radio-mode).
● AF: Het toestel zoekt op de achter-
grond automatisch de frequentie
met de beste ontvangst van de ingestelde zender.
● REG: Sommige zenders verdelen
op bepaalde tijden hun programma
in regionale programma’s met verschillende inhoud. Met de REGfunctie wordt verhinderd, dat de autoradio naar alternatieve frequenties overschakelt, die een andere,
regionale programmainhoud hebben.
Aanwijzing:
● REG moet apart in het radio-func-
tiemenu geactiveerd/gedeactiveerd
worden.
REG in-/uitschakelen
Om de RDS-comfortfunctie REG te gebruiken,
➮ drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de toets NEXT 3.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "REG".
"REG ON" resp. "REG OFF" wordt kort
in het display getoond.
➮ Druk op de toets TUNER < of de
joystick OK7.
De instellingen worden opgeslagen.
Radiomode statisch/ dynamisch
kiezen (alleen FM)
U kunt voor de FM-radio-mode tussen
twee Modi kiezen:
Statische radio-mode
("PRE" en "DDA")
In de statische radio-mode beschikt u
in de FM-mode over vier opslagniveaus
(FM1, FM2, FM3 en FMT). U kunt op
elk van deze opslagniveaus zes stations
vastleggen. De ontvanger stelt voor iedere vastgelegde zender bij het oproepen automatisch de beste ontvangstfrequentie in.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
187
RADIO-MODE
PRE-mode (statisch)
● Wanneer u slechts één antenne op
het toestel aangesloten en deze in
het Setup-menu ingesteld heeft(z.
"Aantal antennes instellen"), geeft
het toestel met de ene tuner de ingestelde zender weer en zoekt het
met de tweede tuner steeds naar
de beste frequentie van de ingestelde zender (bij ingeschakelde
RDS-functie).
Digital Directional Antenna-modeDDA (statisch)
● Wanneer u twee antennes op het
toestel aangesloten en deze in het
Setup-menu ingesteld heeft (z.
"Aantal antennes instellen"), wordt
de ingestelde zender in de DDAradio-mode met beide antennes
ontvangen. De T win-ceiver evalueert daarbij permanent de signalen
van beide antennes en berekent
daaruit een "zuiver signaal", om
ontvangststoringen te reduceren.
Dit door Blaupunkt ontwikkelde
procédé werkt op dezelfde wijze
als een richtantenne. Met name in
gebieden met ontvangststoringen
door reflectie op huizen, bergen
enz. wordt de ontvangstkwaliteit
duidelijk verbeterd. In uitzonderingsgevallen, b.v. bij ontvangst
van twee verschillende zenders op
dezelfde frequentie, kan ontvangststoring optreden. In een dergelijk
geval dient u de dynamische radiomode te kiezen (z. "Radiomode
kiezen" in de volgende rubriek).
Dynamische radio-mode
In de dynamische radio-mode zijn vijf
niveaus (DL1 - DL5) beschikbaar. Terwijl de ingestelde zender wordt weergegeven, zoekt de tweede ontvanger op
de achtergrond naar ontvangbare zenders en toont alle ontvangbare zenders
met hun afgekorte aanduiding naast de
softkeys in het opslagniveau. De zenders worden permanent geactualiseerd,
zodat u alle ontvangbare zenders op elk
gewenst moment kunt beluisteren.
Radiomode kiezen
Om tussen de modi statisch en dynamisch te kiezen,
➮ drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "TUN2".
De tweede pagina van het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DYNL" voor de dynamische radio-mode.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "DDA" resp. "PRE" voor de
statische radio-mode.
Om terug te keren in het radio-basismenu,
➮ drukt u twee keer op de toets TU-
NER < of de joystick OK 7.
De instellingen worden opgeslagen.
188
RADIO-MODE
Golflengtegebied/Opslagniveau
kiezen
Met dit toestel kunt u programma’s van
de frequentiebanden UKW (FM) alsmede MW, LW en SW (korte golf) ontvangen. Voor het golflengtegebied FM zijn
vier opslagniveaus en voor het golflengtegebieden MW, L W en SW telkens één
opslagniveau beschikbaar.
In de dynamische radio-mode beschikt
u over maximaal vijf niveaus.
Op elk opslagniveau kunnen zes zenders worden opgeslagen.
Golflengtegebied kiezen
Om een golflengtegebied FM, MW, LW
of SW (korte golf) te kiezen,
➮ drukt u in de radio-mode op de
toets TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "BAND".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "FM" voor het golflengtegebied FM.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "MW" voor het golflengtegebied MW.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "LW" voor het golflengtegebied L W.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SW" voor het golflengtegebied SW.
Het radio-basismenu van het gekozen
golflengtegebied wordt getoond.
FM-opslagniveau kiezen
Om tussen de FM-memory-niveaus
FM1, FM2, FM3 of FMT resp. tussen
DL1, DL2, DL3, DL4 of DL5 te switchen,
➮ druk net zo vaak op de toets NEXT
3, tot het gewenste opslagniveau
in het display wordt getoond.
De opslagniveaus worden in de volgorde FM1, FM2, FM3 en FMT opgeroepen.
Zenders instellen
U heeft in de statische radio-mode verschillende mogelijkheden, om zenders
in te stellen.
Automatische zenderzoekrun
➮ Beweeg de joystick 7 omlaag of
omhoog.
De volgende ontvangbare zender wordt
ingesteld.
Bladeren in zenderketens
(alleen FM)
De meeste RDS-zenders stellen meerdere programma’s beschikbaar. De informatie over deze zog. "zenderketens"
worden met het RDS-signaal doorgegeven. U kunt in deze zenderketens
"bladeren" en zo gemakkelijk en comfortabel tussen programma’s switchen.
➮ Beweeg de joystick 7 naar links
of rechts.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
189
RADIO-MODE
Gevoeligheid van de
zenderzoekrun instellen
U kunt kiezen, of alleen krachtige of ook
zwakke zenders worden ingesteld.
➮ drukt u in de radio-mode de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de toets NEXT 3.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "SENS".
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "FM", wanneer u de FMzoekrungevoeligheid resp. "AM",
wanneer u de AM-zoekrungevoeligheid wilt instellen.
In het display wordt de actuele waarde
voor de zoekrungevoeligheid getoond.
"SENS 6" betekent de hoogste zoekrungevoeligheid voor ontvangst van
verafgelegen zenders. "SENS 1" de
laagste gevoeligheid.
➮ Beweeg de joystick 7 omhoog
resp. naar rechts of omlaag resp.
links, om de zoekrungevoeligheid
in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of op de
toets MENU 8, om het menu te
verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Zenders vastleggen (alleen in
statische radio-mode)
Zenders handmatig vastleggen
➮ Kies het gewenste FM-opslagni-
veau FM1, FM2, FM3, FMT of een
van de golflengtegebieden MW,
LW of SW.
➮ Stel de gewenste zender zoals on-
der "Zenders instellen" beschreven
in.
➮ Houd één van de zes softkeys,
waaronder de zender opgeslagen
moet worden, langer dan twee seconden ingedrukt.
Zenders automatisch
vastleggen (travelstore - alleen
in statische radio-mode)
U kunt de zes krachtigste zenders uit
de regio automatisch vastleggen (alleen
FM). Het vastleggen geschiedt op opslagniveau FMT.
Aanwijzing:
● Eerder op dit niveau vastgelegde
zenders worden daarbij gewist.
Travelstore-functie starten
➮ Druk in de radio-mode op de toets
TUNER <.
Het radio-functiemenu wordt in het display getoond.
➮ Druk op de softkey 4 met display-
feature "TS".
Het vastleggen begint. In het display
wordt "T-STORE" getoond. Na beëindiging van de procedure, wordt de zen-
190
Loading...
+ 55 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.