Blaupunkt COBURG CM 62, CASABLANCA CM62 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Casablanca CM 62
Page 2
1 2 3
10 131312 151494 875 6 11
16
20
Radio
20
Cassette
20
CD-Changer
23 22 21 20
h
lj k
19
18 17
3
Page 3
Inhoud
Belangrijke aanwijzingen ............ 55
Verkeersveiligheid............................ 55
Aansluiting ............................................ 55
Telefoonaansluiting ...............................55
KeyCard ................................................ 55
Verkeerde KeyCard ........................... 55
KeyCard zoek of beschadigd............. 55
Beknopte gebruiksaanwijzing..... 56
Toonregeling ......................................... 56
Radio-gebruik........................................ 57
Cassette-gebruik................................... 58
CD-gebruik............................................ 58
Externe CD-player ............................. 59
Bediening...................................... 60
Toonregeling ......................................... 60
Loudness ........................................... 60
Radio-gebruik........................................ 60
Golfband kiezen................................. 60
Zender kiezen.................................... 60
Zenders programmeren..................... 61
Overschakelen naar mono ................ 62
Wisselen gevoeligheid zoekaf-
stemming ........................................... 62
Zendernamen op het display tonen
met Preset Naming System (PNS) .... 62
Cassette-weergave ............................... 63
Cassette inschuiven/uitnemen........... 63
Snelspoelen....................................... 63
Versneld vooruit spoelen ................... 63
Versneld achteruit spoelen ................ 63
Handmatig bandsoorten kiezen ......... 64
Dolby-NR ® ....................................... 64
Wisselen van spoor ........................... 64
Muziektitel overslaan/herhalen .......... 64
Radio luisteren tijdens snelspoelen ... 65
Wisselen van geluidsbron.................. 65
Cassette-uitworp................................ 65
Onderhoud......................................... 65
Instellen basiskleur display ................... 65
BEEP
(pieptoon na toetsbediening) ................ 65
Optische indikatie als diefstal-
beveiliging.......................................... 66
Appendix....................................... 66
Technische gegevens ........................... 66
Ingeval van storing................................ 66
54
Page 4
Belangrijke aanwijzingen
Verkeersveiligheid
Als bestuurder moet u uw volle aandacht op het verkeer op de weg richten. Gebruik daa­rom uw autoradio altijd zó, dat u steeds alert op de aktuele verkeerssituatie kunt blijven reageren. Het is raadzaam om in moeilijke verkeerssi­tuaties uw toestel niet te bedienen. Onoplet­tendheid tijdens het rijden dient beslist te worden vermeden. Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ h in één sekonde bijna 14 meter aflegt. Houdt er bij de volume-instelling van uw toestel rekening mee dat u akoestische si­gnalen van buiten ook nog moet kunnen horen om tijdig op waarschuwingssignalen te kunnen reageren.
Aansluiting
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of uitbreiden, lees dan beslist vooraf de meege­leverde inbouw- en aansluitinstrukties.
Telefoonaansluiting
Heeft u autotelefoon, dan kan de radio-/ cassette-weergave tijdens het telefoneren automatisch onderdrukt worden. Hiervoor moet de autotelefoon op de juiste wijze op dit toestel zijn aangesloten. Lees hiervoor de aansluitinstrukties.
KeyCard
De KeyCard beveiligt uw autoradio tegen diefstal. Zonder KeyCard heeft het toestel voor die­ven geen waarde. Immers, zonder KeyCard functioneert het niet, ook niet met een vreem­de KeyCard. Met het toestel worden twee KeyCards mee­geleverd. Met KeyCard 1 kunnen voor de volgende functies andere waarden dan voor KeyCard 2 worden vastgelegd: lage en hoge tonen (Treble), balans, fader, zendertoetsenprogrammering, zendernaam tonen, gevoeligheid van de zenderzoekloop, loudness, displaykleur, en BEEP Aan/Uit. Zie ook “Programmeren met DSC”. Bovendien wordt de laatste instelling (b.v. golfbereik, zender en zoekloopgevoeligheid) onthouden. Zo treft u na het inschuiven van uw KeyCard, b.v. KeyCard 1, weer uw laatst gekozen instelling aan.
Verkeerde KeyCard
Na het inschuiven van een verkeerde Key­Card toont het display ”----”, dan, na ca. 10 sec., „CARD ERR“. Gedurende deze periode is het toestel, ook voor een goede KeyCard, volledig geblokkeerd.
Neem de verkeerde KeyCard uit en schuif vervolgens de juiste KeyCard in.
Na de derde poging met een verkeerde Key­Card blijft het toestel, ook voor een juiste KeyCard, een uur lang geblokkeerd. In de tussentijd toont het display ”----”. Na nóg 16 foutpogingen kan alleen nog een Blaupunkt Autoradio-Servicedienst het toe­stel na overlegging van de bijbehorende au­toradiopas weer gebruiksklaar maken. Scha­kelt u een geblokkeerd toestel uit, dan begint na het inschakelen de laatste wachttijd weer opnieuw.
KeyCard zoek of beschadigd
Is uw KeyCard zoek of beschadigd, dan is een geautoriseerde Blaupunkt Autoradio­Servicedienst u na overlegging van uw auto­radiopas graag van dienst. De adressen van deze servicediensten vindt u o.a. in het met uw toestel meegeleverde document „Blaupunkt Autoradio-Service“. Bij twijfel over de KeyCard servicedienst het dichtst bij u in de buurt, kunt u contact opne­men met Robert Bosch B.V. te Amsterdam (tel. 020-5800886).
55
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
PORTUGUES
Page 5
Beknopte gebruiksaanwijzing
Deze beknopte gebruiksaanwijzing bestaat uit 4 delen:
Toonregeling Radio-gebruik Cassette-gebruik CD-gebruik
Bij toetsen met dubbele funktie worden deze funkties apart beschreven. Funkties die na­dere uitleg behoeven, worden in de “Handlei­ding” beschreven.
1 Aan/uit-schakelaar - Scan
Aan/uit
Inschakelen door het draaien van de knop (“CARD” op het display). Wan­neer geen KeyCard ingeschoven wordt, schakelt het toestel na 10 sek. automa­tisch uit. Voor het aan- en uitschakelen hoeft dan de KeyCard alleen maar ingescho­ven of door drukken uitgenomen te worden.
SCAN
Wordt op SCAN gedrukt, dan worden de te ontvangen zenders op de inge­schakelde golfband (FM, AM) gezocht en kort weergegeven.
E De KeyCard inschuiven
KeyCard inschuiven op aangegeven wijze in de richting van de pijl. De Key­Card uitnemen door een druk op de kaart.
Toonregeling
1 Volume-regelaar 2 GEO - balans-/fader-regelaar
Op toets drukken - op het display D a verschijnt BAL (balans) of FAD (fader) en een getal van -9 tot +9. Balans: met de tuimelschakelaar << >> G de volume verhouding links/rechts instellen. Fader: met de tuimelschakelaar F de volume verhouding voor/achter instellen. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
3 Instelling klankkleur (TREB, BASS)
TREB - voor regeling hoge tonen
Op TREB drukken - op het display D a verschijnt TRE en een getal van -6 tot +6. Met de tuimelschakelaar << >> G de hoge tonen instellen.
/
BASS - voor regeling lage tonen
Op BASS drukken - op het display D a verschijnt BAS en een getal van -7 tot +7. Met de tuimelschakelaar << >> G de lage tonen instellen. Het instellen wordt afgesloten door een druk op BASS resp. TREB of GEO. Op het display verschijnen ca. 8 sek. na de laatste instelling automatisch weer de radio-/cassette-funkties. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
4 LD - voor Loudness
Loudness - voor een evenredige verst­erking van de lage tonen bij gering vo­lume. Loudness aan/uit door een druk op de tuimelschakelaar LD. Op het display verschijnt bij ingeschakelde Loudness “LD” D i. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
5 DSC - Direct Software Control
B.v. om de Loudness in te stellen (zie “Handleiding”). In de handleiding worden alle stan­daard instellingen, die met DSC mogeli­jk zijn, onder het betreffende punt be­schreven, zoals de basiskleur van het
56
Page 6
display, de gevoeligheid van de zoekaf­stemming, de Loudness, de BEEP (pieptoon na intoetsen) en indikatie van de zender op het display.
Radio-gebruik
6 dx, lo - gevoeligheid zoekafstemm-
ing
Op dx drukken ­“dx” op het display D g verschijnt ­zoekafstemming zeer gevoelig; de zoekafstemming stopt ook bij minder goed te ontvangen zenders. Stereo­zenders worden in stereo weergege­ven. Op lo drukken ­“lo” op het display D e verschijnt ­zoekafstemming normaal gevoelig; de zoekafstemming stopt alleen bij goed te ontvangen zenders. Stereo-zenders worden in stereo weergegeven. Omdat ontvangstkondities per regio verschillen, kan de gevoeligheid van de zoekafstemming met DSC individueel geprogrammeerd worden (zie “Wisse­len gevoeligheid zoekafstemming”).
? PS - Preset Station Scan
Voor het na elkaar kort beluisteren van de op FM op alle geheugenniveaus geprogrammeerde zenders. PS gedrukt - zenders spelen in 8-sek.­ritme. Funktie beëindigen door nogmaals op de tuimelschakelaar te drukken.
@ Toets 1, 2, 3, 4, 5, 6 (voorkeuze-
toetsen) Zenders programmeren -
toets zolang ingedrukt houden tot het programma weer te horen is.
Zenders selekteren -
toets aantippen.
A M-L
Golfbandtoets voor MG 531 - 1602 kHz en voor LG 153 - 279 kHz.
B TS (Travelstore)
voor het automatische opslaan en oproepen van de zes sterkste zenders van een gebied.
C 3FM
Golfbereiktoets FM 87,5 - 108 MHz, omschakelaar voor de FM-geheugenni­veaus I-III. Op elk geheugenniveau kunnen met de toetsen @ zes FM-zenders gepro­grammeerd worden.
D Display - indikatie voor
a) frekwentie, korte naam zender,
kode b) golfband (U, M, L) c) FM-geheugenniveaus (I-III of T) d) zendertoetsen (1-6) e) lo (zoekafstemming normale gevoe-
ligheid) f) stereo g) dx (zoekafstemming zeer hoge ge-
voeligheid) h) B (Dolby-NR ingeschakeld) i) LD (Loudness ingeschakeld) j) MTL (CrO
en metaalpigment cas-
2
settes) k) RM (Radio Monitor ingeschakeld) l) CPS ingeschakeld
/ Tuimelschakelaar voor zoekaf-
F
stemming - zenderkeuze
G << >> Tuimelschakelaar voor hand-
matige zenderafstemming
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
57
PORTUGUES
Page 7
Cassette-gebruik
7 - Dolby-NR
ingetoetst ­cassettes die met de Dolby-NR-B-me­thode werden opgenomen, kunnen afgespeeld worden. Deze cassettes blinken uit door aan­zienlijk minder ruis en een dieno­vereenkomstige dynamiek.
*
Ruisonderdrukkingssysteem in licentie van Dolby Labo­ratories geproduceerd. Het woord Dolby en het symbool van de dubbele D zijn de handelsmerken van Dolby Laboratories.
8 MTL - Metal
Om chroomdioxyde (CrO pigment (Metal) cassettes af te spelen moet op MTL worden gedrukt. Een tweede druk op de Metal-toets (MTL) schakelt de funktie uit.
9
- Autoreverse
Op toets drukken - het andere spoor van de cassette wordt afgespeeld. Het display D a toont welk spoor afge­speeld wordt. TR1-PLAY - kant A of 1 TR2-PLAY - kant B of 2
*
) en metaal-
2
: Cassette opening
; Vooruit en achteruit spoelen en cas-
sette-uitworp FR (Fast Rewind) -
Snelspoelen achteruit: Toets ingedrukt - snel achteruit spoe­len. Beëindigen door aantippen van de toets FF.
FF (Fast Forward) -
Snelspoelen vooruit: Toets ingedrukt - snel vooruit spoelen. Beëindigen door aantippen van de toets FR.
Cassette-uitworp
Wanneer tegelijk op de toetsen FR en FF ; wordt gedrukt, wordt de cassette uit de cassette opening geschoven.
< RM - Radio Monitor
Maakt het mogelijk om radio te luiste­ren tijdens snelspoelen van de casset­te. Op het display D k verschijnt “RM”.
= CPS
Om muziek te herhalen of over te sla­an. Op het display D l verschijnt “CPS”.
> SRC - Source (bron)
Om over te schakelen naar een andere geluidsbron (cassette
radio CD
cassette).
CD-gebruik
Wanneer een Blaupunkt CD-Changer zon­der afstandsbediening met dit toestel ge­bruikt wordt, hebben de toetsen de volgende funktie:
5 DSC - Direct Software Control
Om het display in te schakelen tijdens het gebruik van de CD-Changer. De volgende display-instellingen kun­nen slechts samen met CD-Changers worden gebruikt, die een tijdsignaal naar het toestelsturen zoals CDC A03, F03 (niet mogeligk met CDC-M1 en CDC-M3). DCS-toets indrukken - op tuimelscha­kelaar op het display “TIME ON” of “TIME OFF” verschijnt. Tuimelschakelaar << >> G voor het omzetten van de Time (OFF of ON). Tenslotte op toets DSC 5 drukken.
/ F zo vaak indrukken tot
58
Page 8
Dat betekent: TIME OFF - op het display verschijnt het CD-nummer en het titelnummer (CD-titel-indikatie) b.v. “D10-TR12” betekent dat op de 10de CD titel num­mer 12 gespeeld wordt. TIME ON - op het display verschijnt de speeltijd van de titel. “05.45” betekent dat de titel 5 minuten en 45 seconden gespeeld werd. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar. Wanneer de CD of de titel moet worden gewisseld, moet de tuimelschakelaar door aantikken kort op het CD-titel­indikatie omgeschakeld worden. Tijdens het gebruik wisselt het display automatisch kort op het CD/Track-indi­katie wanneer een nieuwe CD of de volgende titel begint.
> SRC - Source
Hiermee kan op de CD-Changer omge­schakeld worden. Op het Display ver­schijnt de Disc/Track - of het Track­Time-indikatie (al naargelang de instel­ling in DSC).
1 SCAN - Aan/uit
Om de CD-titels kort te laten horen. Op SCAN drukken - de titels worden in een 10 sek.-ritme weergegeven. Op het display knippert “TR” en de Track-indikatie. Funktie beëindigen: nog een keer op SCAN drukken.
/ Tuimelschakelaar voor titelkeu-
F
ze
Toets boven indrukken kort: springt een titel
vooruit
langer dan 1 sek.: snelspoelen vooruit
(cue) Toets onder indrukken kort: springt een titel ach-
teruit langer dan 1 sek.: snelspoelen achte-
ruit (review)
G << >> Tuimelschakelaar voor kiezen
CD
Toets rechts indrukken ­volgende CD Toets links indrukken ­vorige CD
Verdere informatie vindt u in de handleiding van uw CD-wisselaar.
Externe CD-player
Bij de aansluiting van een externe CD-player (via Aux-bus) kan met de toets SRC > tussen de geluidsbronnen overgeschakeld worden (cassette
radio CD casset­te). Op het display verschijnt “AUX”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
59
PORTUGUES
Page 9
Toonregeling
Radio-gebruik
Loudness
Lage tonen zijn bij gering volume minder goed hoorbaar dan de midden- en hoge toon­frekwenties. Naarmate het volume toeneemt, wordt de geluidswaarneming evenwichtiger. De Loudness-funktie regelt deze verschillen­de gehoorwaarnemingen. Omdat het soort toestel (versterker), de plaatsing en het soort luidsprekers evenals het voertuig de klank­waarneming beïnvloeden, kan het kantel­punt van de Loudness ingesteld worden. Het kantelpunt wordt bij normaal volume als volgt ingesteld:
Op toets DSC 5 drukken.
Op tuimelschakelaar
drukken tot op het display D a “Loud” en een getal tussen 1 en 6 verschijnt.
Met de tuimelschakelaar << >> G wordt het kantelpunt van de Loudness ingesteld.
Na de instelling op DSC 5 drukken.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
/ F zo vaak
Golfband kiezen
FM - met toets 3 FM C MG/LW - met toets M-L A
Zender kiezen
... met Scan (aan/uit) 1
Wanneer een zender opnieuw gezocht moet worden
drukt u op Scan 1. Vanaf de net ingestelde frekwentie worden
oplopend verdere zenders gezocht en tel­kens ca. 8 sek. weergegeven. Op het display D a verschijnt tijdens het zoeken “SCAN”. Wordt een zender kort weergegeven, knip­pert op het display D a de frekwentie van deze zender. Om een kort weergegeven zender uit te kiezen
drukt u nogmaals op Scan 1. De Scan-funktie is uitgeschakeld.
Wanneer geen zender wordt gekozen, is na het beëindigen van de zoekfunktie opnieuw de oorspronkelijke zender te horen.
... met tuimelschakelaar voor de zoekaf­stemming
Start de automatische zenderafstemming door
op de tuimelschakelaar drukken. Start de zoekafstemming zo vaak tot u de gewenste zender heeft ingesteld.
Wanneer de tuimelschakelaar ingedrukt bli­jft, loopt de zoekafstemming versneld door.
... met programma-/zendertoetsen en geheugenniveaus
Voorwaarde hiervoor is, dat de voorkeuze­toetsen geprogrammeerd zijn zoals onder “Zenders programmeren” is beschreven.
Wanneer u een FM-zender wilt oproe­pen, drukt u op toets 3 FM C zo vaak tot het gewenste geheugenniveau I, II, III of T op het display D c verschijnt.
Druk dan kort de betreffende zender­toets.
... met Preset Scan (PS) ?
/ F te
60
Page 10
Voor het automatisch opzoeken en kort weer­geven van de geprogrammeerde zenders op de ingeschakelde golfband (bij FM op alle geheugenniveaus I, II, III en T). Voorwaarde hiervoor is, dat de voorkeuze­toetsen geprogrammeerd zijn zoals onder “Zenders programmeren” is beschreven.
Druk kort op toets “PS”, het toestel ge­eft de volgende geprogrammeerde zen­der kort weer.
Het programma van deze zender wordt korte tijd weergegeven, dan wordt de volgende geprogrammeerde zender weergegeven, enz. Als voor een voorkeuzetoets geen zen­der geprogrammeerd is, wordt deze toets overgeslagen. Preset-Scan kan bij alle golfbanden gebruikt worden. Zodra het gewenste programma gevonden is
drukt u opnieuw op toets PS. Preset­Scan is uitgeschakeld.
Zenders programmeren
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar. U heeft de mogelijkheid om op de FM-band op drie geheugenniveaus telkens 6 zenders te programmeren. Het FM-geheugenniveau kunt u met de toets 3 FM C kiezen. Op de MG/LG-band kunt u 6 zenders program­meren. Bovendien kunt u op het Travelstore­niveau de 6 sterkste zenders in het ont­vangstgebied automatisch programmeren. Indien gewenst kunt u een programma of zender door een druk op de toets opnieuw oproepen.
... met automatische zoekafstemming
Om te programmeren gaat u als volgt te werk:
Als u een FM-zender wilt programme­ren, kiest u het geheugenniveau door zo vaak als nodig op de 3 FM C toets te drukken. Op het display D c verschijnt overeen­komstig I, II, III of “T”.
Wilt u programmeren, dan
drukt u een voorkeuzetoets @ zo lang tot na de geluidsonderdrukking het pro­gramma weer hoorbaar is (ca. 2 sek.). Nu is de zender geprogrammeerd.
Op het display D d verschijnt welke toets gedrukt is. Herhaal deze handelingen voor de andere
voorkeuzetoetsen eventueel op alle golfban­den en FM-geheugenniveaus. Als u met de zoekafstemming een reeds geprogrammeerde zender instelt, verschijnt er op het display D d ca. 5 sek. lang de betreffende voorkeuzetoets en bij FM ook het geheugenniveau D c.
... met Travelstore
Op het Travelstore-niveau kunnen de 6 st­erkste FM-frekwenties op volgorde van hun signaal-sterkte in het betreffende ontvangst­gebied automatisch geprogrammeerd wor­den. Deze funktie is vooral aan te bevelen wanneer u op reis bent. Aktiveer de automatische zenderprogram­mering door
ca. 2 sek. de 3 FM C toets ingedrukt te houden.
Daarna zoekt het toestel de sterkste zender. Het geluid wordt tegelijkertijd onderdrukt. Indien nodig kunnen op het Travelstore-ni­veau zenders ook handmatig geprogramme­erd worden. Niet gebruikte voorkeuzetoetsen worden kort met koppeltekens op het display getoond.
... met handmatige zenderafstemming
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
61
PORTUGUES
Page 11
Wilt u een zender handmatig instellen en programmeren, dan kunt u de zender met de tuimelschakelaar << >> G instellen.
Kies de golfband met 3 FM C of M-L A.
Indien u een FM-frekwentie wilt programme­ren,
kiest u het geheugenniveau met 3 FM C.
Met de tuimelschakelaar << >> G stelt u zender/frekwentie in.
Programmeer de frekwentie door:
op de betreffende voorkeuzetoets te drukken (zo lang tot de geluidsonder­drukking weer is opgeheven).
Naast de geprogrammeerde zenders blijft in elke golfband de als laatste ingestelde zen­der geprogrammeerd.
Overschakelen naar mono
Uw toestel is met een Blaupunkt FM-tuner (Codem III) uitgerust, die voor een optimale geluidsweergave zorgt. In gebieden met geringe signaalsterkte en/of Multipath-situaties (verschillende signalen worden door reflekties ontvangen) schakelt het toestel glijdend van stereo op mono over. Daardoor ontstaat een aanzienlijk betere ontvangst tijdens het rijden. In gebieden met slechte ontvangstkondities
raden wij u aan om op mono over te schake­len om zo de optredende stereo-ruis te voor­komen. Om van stereo
meer dan 2 sek. op toets lo 6 druk- ken.
Bij gebruik van mono verdwijnt de stereo indikatie D f.
mono over te schakelen:
Wisselen gevoeligheid zoekaf­stemming
a) met dx en lo 6.
Op het display D e en g verschijnt de instelling.
lo - zoekafstemming normaal gevoelig (ontvangst van lokale of nabijgelegen zenders)
dx - zoekafstemming zeer gevoelig (ontvangst van zenders op grote af­stand)
b) per software met DSC
Ingeval van een extreem hoge of lage zenderspreiding kan het nuttig zijn om het niveau van de gevoeligheid voor beide situaties afzonderlijk in te stellen.
Hiervoor
op DSC 5 drukken Zo vaak op tuimelschakelaar F drukken tot “DIS” (zoekafstemm­ing op “dx”) of “LOCAL” (zoekaf­stemming op “lo”) en een getal tus­sen 1 en 3 op het display D a ver­schijnt. Met de toetsen dx en lo 6 kan worden overgeschakeld tussen LOCAL voor de ontvangst van nabi­jgelegen zenders en DIS voor de ontvangst van zenders op grote afstand.
Stel met << >> G de gevoeligheid in: 01 betekent zeer gevoelig 03 betekent ongevoelig
Na de instelling op DSC 5 drukken
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
/
Zendernamen op het display tonen met Preset Naming Sy­stem (PNS)
Wanneer u een zender kiest, verschijnt de frekwentie van de zender op het display D a. U kunt deze gegevens wijzigen en b.v. door de naam van de zender (NDR, WDR enz.) vervangen. Daarbij dient op het volgende te worden gelet: de zenders moeten op de FM­band op één van de drie geheugenniveaus (I,
62
Page 12
Cassette-weergave
II, III) of in het middengolf/langegolf-gebied geprogrammeerd zijn.
Op toets DSC 5 drukken.
Zo vaak op tuimelschakelaar
/ F drukken tot op het display D a “PRE­SET” verschijnt.
Zender kiezen waarvoor een naam moet worden ingevoerd.
De frekwentie van de zender verschijnt op het display D a. Alle vrije plaatsen worden door koppeltekens opgevuld. Het eerste kop­pelteken knippert. Om dit te veranderen en een teken naar keuze in te voeren
drukt u op tuimelschakelaar << >> G.
Achtereenvolgens verschijnen de punt, de cijfers (0 tot 9), de hoofdletters (A tot Z), de spatie en de speciale tekens (zoals de um­laut en de leestekens). Wanneer u een teken gekozen hebt en een volgend teken wilt invoeren, dan
drukt u kort op de aan/uit-toets 1.
Wilt u het vorige teken veranderen, dan
drukt u langer dan 2 sek. op de aan/uit­toets 1.
Wanneer de invoer beëindigd is en u voor een andere zender een naam wilt invoeren, drukt u op de bijbehorende voorkeuzetoets. De ingevoerde waarden worden automa-
tisch geprogrammeerd.
Tenslotte op toets DSC 5 drukken. Een ingevoerde zendernaam kan door het
opnieuw programmeren van een zender (door langer op de voorkeuzetoets te drukken) gewist worden. Op het display verschijnt de frekwentie van de nieuwe zender. Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
Cassette inschuiven/uitnemen
Toestel inschakelen.
De cassette met kant A of 1 naar boven
zonder forceren inschuiven.
De cassette wordt in de laatst gebruikte af­speelrichting afgespeeld. Op het display D a verschijnt welk spoor wordt afgespeeld. Om de cassette uit het toestel te nemen, drukt u gelijktijdig op de toetsen FR en FF ;.
Snelspoelen
Versneld vooruit spoelen
Op toets FF (Fast Forward) ; druk- ken. Aan het einde van de band scha­kelt het toestel automatisch op het an­dere spoor over (weergave).
Versneld vooruit spoelen beëindigen
Toets FR aantippen.
Versneld achteruit spoelen
Op toets FR (Fast Rewind) ; drukken. Aan het einde van de band schakelt het toestel op weergave over.
Versneld achteruit spoelen beëindigen
Toets FF aantippen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
63
PORTUGUES
Page 13
Handmatig bandsoorten kiezen
Wanneer u METAL of Cro2 afspeelt
druk dan op toets MTL 8, op het dis- play D j verschijnt “MTL”.
Door een volgende druk op de toets wordt deze funktie weer uitgeschakeld, “MTL” ver­dwijnt van het display.
Dolby-NR ®
Met dit toestel kunnen cassettes afgespeeld worden die met of zonder Dolby-NR opgenomen. Deze cassettes blinken uit door aanzienlijk minder ruis en een dienovereen­komstige dynamiek. Dolby-NR wordt uit-/ingeschakeld door
een druk op de tuimelschakelaar
Op het display D h verschijnt “B” wanneer Dolby-NR ingeschakeld is. Door een tweede druk op de tuimelschakelaar wordt de funktie weer uitgeschakeld. “B” verdwijnt van het display.
*
Ruisonderdrukkingssysteem in licentie van Dolby Labo­ratories geproduceerd. Het woord Dolby en het symbool van de dubbele D zijn de handelsmerken van Dolby Laboratories.
*
werden
7.
Wisselen van spoor
a) automatisch
Het spoor wordt aan het einde van de band automatisch overgeschakeld. De andere kant van de cassette wordt weergegeven.
b) handmatig
Op Het andere spoor van de cassette wordt afgespeeld. Op het display D a wisselt de indikatie (TR1-PLAY TR2-PLAY)
N.B.: Bij cassettes die stroef lopen, is een auto­matische omkering van afspeelrichting mogelijk. Kontroleer in dat geval de wik­keling van de band. Het euvel is eventueel door versneld verder te spoelen te verhel­pen.
9 drukken.
Muziektitel overslaan/herhalen
CPS betekent Cassette Program Search (Cassette programma zoeken) en maakt het mogelijk om een muziektitel over te slaan of de afgespeelde titel nog eens te beluisteren.
Druk op toets CPS =. De indikatie CPS verschijnt op het display D l.
Indien u een muzieknummer wilt overslaan, d.w.z. de band versneld tot aan het begin van de volgende titel laten spoelen, dan
drukt u op de toets voor snelspoelen vooruit FF ;.
Wilt u het muzieknummer nogmaals horen, d.w.z. de band versneld tot aan het begin van het net beluisterd muzieknummer terugspo­elen, dan
drukt u op de toets voor snelspoelen achteruit FR ;.
Tot 8 sek. na het begin van een muzieknum­mer kunt u het vorige nummer herhalen. Zodra het versneld vooruit of achteruit spoe­len klaar is, wordt het volgende resp. het laatst beluisterde muzieknummer weerge­geven. Het CPS-systeem werkt alleen maar wan­neer tussen de muzieknummers een pauze van tenminste 3 sek. zit. Door een tweede druk op de toets CPS = schakelt u de funktie weer uit. “CPS” verdwijnt van het display D l.
64
Page 14
Radio luisteren tijdens snelspoe­len
Met toets RM (Radio Monitor) <. Wilt u tijdens het snelspoelen (ook tijdens CPS) geen geluidsonderdrukking maar radio luisteren, dan
drukt u op toets RM <, op het display D k verschijnt “RM”. Zodra het
snelspoelen begint, wordt de ingestelde radiozender weergegeven.
Door nogmaals op de tuimelschakelaar te drukken, schakelt u de funktie weer uit, “RM” verdwijnt van het display.
Wisselen van geluidsbron
(Cassette radio CD cassette) met SRC (source - bron) >. Terwijl de cassette ingeschoven is
op SRC > drukken.
Het toestel schakelt van cassette- over op radio- of CD-gebruik. Bij cassette-gebruik wordt de cassette gest­opt. De kop en de aandrukrol laten de band los om de cassette en het loopmechanisme te ontzien (standby-gebruik). Terugschakelen met SRC >.
Cassette-uitworp
gelijktijdig op toets FR en FF ; druk- ken.
Onderhoud
U zou in de auto alleen maar C60/C90 band­jes moeten gebruiken. Bescherm uw casset­tes tegen vuil, stof en warmte boven 50° Celsius. Koude cassettes laat u voor het afspelen eerst warmer worden om onregel­matig lopen van de band te voorkomen. Loop- en geluidsstoringen kunnen na onge­veer 100 gebruiksuren optreden door stof op de rubberen aandrukrol en de kop. Bij normale verontreiniging kunt u uw casset­te toestel met een reinigingscassette reini­gen, ingeval van sterke verontreiniging met een in spiritus gedrenkt wattenstaafje. Ge­bruik nooit hard gereedschap.
Instellen basiskleur display
U kunt de basiskleur al naar gelang de kleur van de dashboard-verlichting tussen groen en oranje met DSC 5 kiezen. Indien de basiskleur veranderd moet wor­den, moet u achtereenvolgens op de volgen­de toetsen drukken:
DSC 5
tuimelschakelaar
/ F zo vaak druk­ken tot op het display “COLOUR” ver­schijnt.
<< >> G om de kleur te veranderen en
ten slotte op DSC 5 drukken.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
BEEP
(pieptoon na toetsbediening)
Bij sommige funkties moet een toets langer dan 2 sek. ingedrukt gehouden worden. Deze kunnen met een pieptoon (BEEP) bevestigd worden. De BEEP kan aan- of uitgeschakeld worden. Daarvoor moeten de volgende toetsen na elkaar ingedrukt worden:
DSC 5
tuimelschakelaar
ken tot op het display D a “BEEP ON” of “BEEP OFF” verschijnt,
met de tuimelschakelaar << >> G schakelt u van “BEEP ON” en “BEEP OFF” over
tenslotte op toets DSC 5 drukken.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
/ F zo vaak druk-
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAOL
65
PORTUGUES
Page 15
Appendix
Optische indikatie als diefstalbeveili­ging
Bij geparkeerde voertuigen kan ter beveili­ging tegen diefstal een diode als optische waarschuwing knipperen. Met DSC 5 kunt u naargelang de aanslui- ting van uw autoradio drie situaties instellen.
Op DSC 5 drukken.
Tuimelschakelaar
“LED” en een getal op het display ver­schijnt.
LED 1 - de diode knippert als de auto-
radio via het kontaktslot ge­schakeld is.
LED 2 - de diode knippert als de auto-
radio niet via het kontaktslot geschakeld is.
LED 0 - de diode knippert niet.
Wisselen met << >> G.
Tenslotte op DSC 5 drukken.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2 apart instelbaar.
/ F drukken tot
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen:2x26 W en 2x7 W max.
uitgangsvermogen 2x24 W en 2x6,5 W sinus volgens DIN 45324/3.1 an 4
FM:
Gevoeligheid: 0,9 µV bij 26dB
signaal-/ruisafstand Frekwentie­bereik: 35-16 000 Hz (-3 dB) Selektiviteit: >80 dB bij ±300 kHz
>40 dB bij ±200 kHz Overspraak­demping: >30 dB bij 1kHz
Cassette:
Frekwentie­bereik: 30-18 000 Hz
(-3 dB konstant) Wow/Flutter: 0,25% typ. Signaal-/ ruisafstand: 64 dB typ. bij Dolby B
56 dB typ. zonder Dol-
by
Aux - in: ingangsimpedantie
10 k
Preamp-Out: uitgangsimpedantie
150
Ingeval van storing
Als uw autoradio eens een storing vertoont en u daarom een erkend service-station moet gaan opzoeken, neem dan zeker uw autora­dio-pas en KeyCard mee.
66
Wijzigingen voorbehouden.
Page 16
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Telecom
4/93 MC/VKD-Hi 3 D93 147 012 PM
16
Loading...