1 2 3
10 131312 151494 875 6 11
16
20
Radio
20
Cassette
20
CD-Changer
a c f ied gb
23 22 21 20
h
lj k
19
18 17
3
Inhoud
Belangrijke aanwijzingen ............ 55
Verkeersveiligheid............................ 55
Aansluiting ............................................ 55
Telefoonaansluiting ...............................55
KeyCard ................................................ 55
Verkeerde KeyCard ........................... 55
KeyCard zoek of beschadigd............. 55
Beknopte gebruiksaanwijzing..... 56
Toonregeling ......................................... 56
Radio-gebruik........................................ 57
Cassette-gebruik................................... 58
CD-gebruik............................................ 58
Externe CD-player ............................. 59
Bediening...................................... 60
Toonregeling ......................................... 60
Loudness ........................................... 60
Radio-gebruik........................................ 60
Golfband kiezen................................. 60
Zender kiezen.................................... 60
Zenders programmeren..................... 61
Overschakelen naar mono ................ 62
Wisselen gevoeligheid zoekaf-
stemming ........................................... 62
Zendernamen op het display tonen
met Preset Naming System (PNS) .... 62
Cassette-weergave ............................... 63
Cassette inschuiven/uitnemen........... 63
Snelspoelen....................................... 63
Versneld vooruit spoelen ................... 63
Versneld achteruit spoelen ................ 63
Handmatig bandsoorten kiezen ......... 64
Dolby-NR ® ....................................... 64
Wisselen van spoor ........................... 64
Muziektitel overslaan/herhalen .......... 64
Radio luisteren tijdens snelspoelen ... 65
Wisselen van geluidsbron.................. 65
Cassette-uitworp................................ 65
Onderhoud......................................... 65
Instellen basiskleur display ................... 65
BEEP
(pieptoon na toetsbediening) ................ 65
Optische indikatie als diefstal-
beveiliging.......................................... 66
Appendix....................................... 66
Technische gegevens ........................... 66
Ingeval van storing................................ 66
54
Belangrijke aanwijzingen
Verkeersveiligheid
Als bestuurder moet u uw volle aandacht op
het verkeer op de weg richten. Gebruik daarom uw autoradio altijd zó, dat u steeds alert
op de aktuele verkeerssituatie kunt blijven
reageren.
Het is raadzaam om in moeilijke verkeerssituaties uw toestel niet te bedienen. Onoplettendheid tijdens het rijden dient beslist te
worden vermeden.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/
h in één sekonde bijna 14 meter aflegt.
Houdt er bij de volume-instelling van uw
toestel rekening mee dat u akoestische signalen van buiten ook nog moet kunnen
horen om tijdig op waarschuwingssignalen te
kunnen reageren.
Aansluiting
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of
uitbreiden, lees dan beslist vooraf de meegeleverde inbouw- en aansluitinstrukties.
Telefoonaansluiting
Heeft u autotelefoon, dan kan de radio-/
cassette-weergave tijdens het telefoneren
automatisch onderdrukt worden.
Hiervoor moet de autotelefoon op de juiste
wijze op dit toestel zijn aangesloten.
Lees hiervoor de aansluitinstrukties.
KeyCard
De KeyCard beveiligt uw autoradio tegen
diefstal.
Zonder KeyCard heeft het toestel voor dieven geen waarde. Immers, zonder KeyCard
functioneert het niet, ook niet met een vreemde KeyCard.
Met het toestel worden twee KeyCards meegeleverd. Met KeyCard 1 kunnen voor de
volgende functies andere waarden dan voor
KeyCard 2 worden vastgelegd:
lage en hoge tonen (Treble), balans, fader,
zendertoetsenprogrammering, zendernaam
tonen, gevoeligheid van de zenderzoekloop,
loudness, displaykleur, en BEEP Aan/Uit.
Zie ook “Programmeren met DSC”.
Bovendien wordt de laatste instelling (b.v.
golfbereik, zender en zoekloopgevoeligheid)
onthouden.
Zo treft u na het inschuiven van uw KeyCard,
b.v. KeyCard 1, weer uw laatst gekozen
instelling aan.
Verkeerde KeyCard
Na het inschuiven van een verkeerde KeyCard toont het display ”----”, dan, na ca. 10
sec., „CARD ERR“. Gedurende deze periode
is het toestel, ook voor een goede KeyCard,
volledig geblokkeerd.
● Neem de verkeerde KeyCard uit en
schuif vervolgens de juiste KeyCard in.
Na de derde poging met een verkeerde KeyCard blijft het toestel, ook voor een juiste
KeyCard, een uur lang geblokkeerd. In de
tussentijd toont het display ”----”.
Na nóg 16 foutpogingen kan alleen nog een
Blaupunkt Autoradio-Servicedienst het toestel na overlegging van de bijbehorende autoradiopas weer gebruiksklaar maken. Schakelt u een geblokkeerd toestel uit, dan begint
na het inschakelen de laatste wachttijd weer
opnieuw.
KeyCard zoek of beschadigd
Is uw KeyCard zoek of beschadigd, dan is
een geautoriseerde Blaupunkt AutoradioServicedienst u na overlegging van uw autoradiopas graag van dienst.
De adressen van deze servicediensten vindt
u o.a. in het met uw toestel meegeleverde
document „Blaupunkt Autoradio-Service“. Bij
twijfel over de KeyCard servicedienst het
dichtst bij u in de buurt, kunt u contact opnemen met Robert Bosch B.V. te Amsterdam
(tel. 020-5800886).
55
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAGÑOL
PORTUGUES
Beknopte gebruiksaanwijzing
Deze beknopte gebruiksaanwijzing bestaat
uit 4 delen:
Toonregeling
Radio-gebruik
Cassette-gebruik
CD-gebruik
Bij toetsen met dubbele funktie worden deze
funkties apart beschreven. Funkties die nadere uitleg behoeven, worden in de “Handleiding” beschreven.
1 Aan/uit-schakelaar - Scan
Aan/uit
Inschakelen door het draaien van de
knop (“CARD” op het display). Wanneer geen KeyCard ingeschoven wordt,
schakelt het toestel na 10 sek. automatisch uit.
Voor het aan- en uitschakelen hoeft
dan de KeyCard alleen maar ingeschoven of door drukken uitgenomen te
worden.
SCAN
Wordt op SCAN gedrukt, dan worden
de te ontvangen zenders op de ingeschakelde golfband (FM, AM) gezocht
en kort weergegeven.
E De KeyCard inschuiven
KeyCard inschuiven op aangegeven
wijze in de richting van de pijl. De KeyCard uitnemen door een druk op de
kaart.
Toonregeling
1 Volume-regelaar
2 GEO - balans-/fader-regelaar
Op toets drukken - op het display D a
verschijnt BAL (balans) of FAD (fader)
en een getal van -9 tot +9.
Balans: met de tuimelschakelaar << >>
G de volume verhouding links/rechts
instellen.
Fader: met de tuimelschakelaar
F de volume verhouding voor/achter
instellen.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2
apart instelbaar.
3 Instelling klankkleur (TREB, BASS)
TREB - voor regeling hoge tonen
Op TREB drukken - op het display D a
verschijnt TRE en een getal van -6 tot
+6. Met de tuimelschakelaar << >> G
de hoge tonen instellen.
/
BASS - voor regeling lage tonen
Op BASS drukken - op het display D a
verschijnt BAS en een getal van -7 tot
+7. Met de tuimelschakelaar << >> G
de lage tonen instellen.
Het instellen wordt afgesloten door een
druk op BASS resp. TREB of GEO. Op
het display verschijnen ca. 8 sek. na de
laatste instelling automatisch weer de
radio-/cassette-funkties.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2
apart instelbaar.
4 LD - voor Loudness
Loudness - voor een evenredige versterking van de lage tonen bij gering volume.
Loudness aan/uit door een druk op de
tuimelschakelaar LD. Op het display
verschijnt bij ingeschakelde Loudness
“LD” D i.
Deze functie is voor KeyCard 1 en 2
apart instelbaar.
5 DSC - Direct Software Control
B.v. om de Loudness in te stellen (zie
“Handleiding”).
In de handleiding worden alle standaard instellingen, die met DSC mogelijk zijn, onder het betreffende punt beschreven, zoals de basiskleur van het
56