Behringer GX112 User Manual [nl]

Verkorte Handleiding
Versie 1.2 December 2001
NEDERLANDS
GX112
®
BLUE DEVIL
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen
wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid
om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhoudsinstructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen.
Instructies Voor Het Bewaren:
Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen.
Waarschuwing Voor Oplettendheid:
Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen.
Op te Volgen Instructies:
Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd.
Water en Vochtigheid:
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.).
Ventilatie:
Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatie­openingen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert.
Hitte:
Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren.
Energiebron:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf.
Randaarding en Polarisatie:
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn.
Bescherming van de Electriciteitsdraden:
De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen.
Schoonmaken:
Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt.
Periodes van niet in gebruik zijn:
De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft.
Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen:
Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen.
Schade die Service Vereist:
Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer:
- de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of
- voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of
- het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of
-
het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of
- het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd.
Controlebeurt:
De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER alsmede VIRTUBE en BLUE DEVIL zijn geregistreerde handelsmerken.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
© 2001 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
BLUE DEVIL GX112
1. INLEIDING
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u door de aankoop van de BLUE DEVIL GX112 in ons stelt. Met de BLUEDEVIL beschikt u over een modern gitaar-werkstation, dat een nieuwe standaard in zake gitaarversterkertechnologie zet. Het belangrijkste doel bij de ontwikkeling was, om de directe sound van analoge gitaarversterkers te perfectioneren en tegelijk om deze met de nieuwste DSP-technologie te verbinden. Verder wilden we tot een een intuïtieve bediening komen .
BEHRINGER is een bedrijf dat actief is op het gebied van de geluidsstudiotechniek en dat sinds vele jaren met succes producten voor het studio- en het live-gebeuren ontwikkelt. Onze productlijn omvat behalve microfonen en 19"-apparaten in alle soorten en maten (compressoren, enhancers, noise gates, buisprocessoren, koptelefoonversterkers, digitale effectapparatuur, DI-boxen enz.) ook verschillende monitor- en podiumboxen en zelfs professionele live- en recording-mengpanelen. De naam BEHRINGER staat voor compromisloze kwaliteit, een maximum aan features, voorbeeldige service  zelfs jaren na aankoop  en een ongelofelijk gunstige prijs, die een ieder die ambitieus met muziek bezig is de mogelijkheid geeft, zijn muzikale ideeën om te zetten.
We hebben onze gezamelijke ervaringen verenigd. Het resultaat is een nieuwe generatie gitaarversterkers. Vele mensen hebben aan het intensieve ontwikkelingsproces meegewerkt: studiomuzikanten, vintageamp­verzamelaars, amateurs en ook gitaarfreaks. We hebben zelfs zogenaamde gitaarversterkertuners uitgenodigd, om samen met ons een versterker te ontwikkelen die het beste van alle richtingen verenigt:
s Hoogontwikkelde analoogtechniek met de Feel Factor, die nu eenmaal alleen de analoge techniek biedt.
s Een perfecte imitatie van de specifieke klanknuances van de buis, teneinde de nadelen ervan te
compenseren (korte levensduur, warmteontwikkeling, mechanische gevoeligheid).
s De nieuwste DSP-technologie, zodat we u een breed scala aan actuele high gain- en vintage-effectsounds
kunnen bieden.
s Een solide en robuuste constructie, die zelfs het zwaarste gebruik aankan.
s Een intuïtieve bediening, zodat u zich op het belangrijkste kunt concentreren: uw muziek!
+ De volgende handleiding dient ter verklaring van de gebruikte specifieke begrippen en nodigt u
uit, het apparaat met al zijn functies goed te leren kennen. Bewaart u de handleiding na lezing alstublieft zorgvuldig, zodat u ze altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens iets wilt overlezen.
WAARSCHUWING!
+ Wij moeten u erop wijzen, dat hoge geluidsvolumes het gehoor danwel uw koptelefoon kunnen
beschadigen. Draait u alstublieft alle LEVEL-regelaars naar links voordat u het apparaat aanzet. Let altijd op een passend geluidsvolume.
1.1 Voordat u begint
Teneinde een veilig transport te waarborgen werd de BLUE DEVIL in de fabriek zorgvuldig verpakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van het apparaat beschadigt is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons terug, maar neemt u dringend
eerst contact op met uw dealer en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden gedaan.
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en stelt u de BLUE DEVIL niet in de buurt van verwarmingen neer, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
+ Voordat u de BLUE DEVIL op het stroomnet aansluit, dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw
apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld!
1. INLEIDING
3
BLUE DEVIL GX112
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft drie hoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan tegenover elkaar. De BLUE DEVIL is op de naast deze markeringen staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgezet door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning van 115 V zijn gemaakt!
Het apparaat wordt door middel van de meegeleverde netkabel met appaatstekker aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op dat alle apparaten geaard dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u
in geen geval de aarding van de apparaten c.q. het netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
De MIDI-aansluiting (IN) vindt door middel van een gestandaardiseerde DIN-stekkerverbinding plaats. De dataoverdracht geschiedt potentiaalvrij via opto-koppelingen.
Meer informatie vindt u in hoofdstuk 3 INSTALLATIE.
1.2 Bedieningselementen
Afb. 1.1: Het frontpaneel van de BLUE DEVIL
De BEHRINGER BLUE DEVIL GX112 heeft op het frontpaneel elf regelaars, vijf druktoetsen en een 2-cijferig 7­segments-LED-display. Bovendien zijn er nog twee 6,3 mm klinkerbussen voor de ingang en de koptelefoonuitgang.
1.2.1 Het frontpaneel
Afb. 1.2: De bedieningselementen op het frontpaneel
1
De bus waar INPUT onder staat, is de 6,3 mm klinkeringang van de BLUE DEVIL waar u uw gitaar aan kunt aansluiten. U gebruikt hiervoor een in de handel gebruikelijke 6,3 mm mono-klinkerkabel (niet uit de bouwmarkt, maar uit de muziek-vakhandel). Wilt u tijdens repetities en concerten geen onaangename verrassingen beleven, neemt u dan een contactgeluidgedempte kabel.
2
De VOLUME-regelaar in het HEAVEN-kanaal regelt het volume van het cleane kanaal.
3
Door op de CHANNEL-druktoets te drukken, wisselt u tussen het HEAVEN- en het HELL-kanaal. Wanneer het HELL-kanaal actief is, licht de bijbehorende LED op.
4
Met de HEAT-regelaar bepaalt u de mate van distortie in het HELL-kanaal.
5
De VOLUME-regelaar bepaalt het volume van het HELL-kanaal.
4
1. INLEIDING
BLUE DEVIL GX112
+ U kunt de twee VOLUME-regelaars gebruiken om het geluidsvolume van beide kanalen optimaal
op elkaar af te stemmen, zodat bij het omschakelen nauwelijks nog verschillen in volume waarneembaar zijn.
6
De BASS-regelaar van de EQ-sectie zorgt voor het verhogen of verlagen van de basfrequenties.
7
Met de MID-regelaar kunnen de middelste frequenties worden verhoogd of verlaagd.
8
De TREBLE-regelaar controleert het bovenste frequentiebereik.
+ Gelieve op te merken, dat wanneer alle drie de regelaars van de EQ-sectie herlemaal naar
links zijn gedraaid, er bij de luidspreker geen signaal meer is. Dit komt door de klassieke en extreem effectieve EQ-schakeling die wij in de BLUE DEVIL gebruiken.
9
Met de UP-druktoets heeft u de mogelijkheid de programmanummers van de geïntegreerde effectmodule te verhogen. Bij ingedrukte toets lopen de nummers door.
10
De DOWN-druktoets geeft de mogelijkheid een lager programmanummer te selecteren.
11
Het DISPLAY toont hetzij het programmanummer van de gekozen preset, hetzij de waarde van de met behulp van de PARAMETER-, EFFECT A- of EFFECT B-regelaars gekozen parameters.
12
Met de ENTER-toets bevestigt u het gekozen programmanummer.
+ Wanneer de MIDI-functies niet actief zijn, dan kan voor elk van de kanalen van uw BLUE DEVIL
telkens één effect worden opgeslagen. Zodoende kunt u bijvoorbeeld voor het HELL-kanaal een DELAY-effect kiezen en voor het HEAVEN-kanaal een REVERB/CHORUS-combinatie-effect. De desbetreffende programmanummers worden met de kanalen opgeslagen en kunnen door middel van de voetschakelaar of van de toetsen op de BLUE DEVIL worden opgeroepen. Bij activering van de MIDI-functies vindt deze toewijzing niet meer plaats. In deze mode kunnen de kanalen en de effecten onafhankelijk van elkaar worden omgeschakeld.
13
Deze STATUS-LEDs informeren u over de parametersoort, die u met de de PARAMETER-regelaar kunt bewerken. Hiervan uitgesloten is de MIDI-LED.
s MIDI: Deze LED licht op, wanneer u de UP- en DOWN-toetsen tegelijk ca. twee seconden lang
ingedrukt houdt. U kunt dan met deze toetsen een MIDI-kanaal (1 tot 16, On voor Omni en OF voor deactief oftewel On voor Omni en 1 tot 16 steeds met decimaalpunt voor de Store Enable-mode, vgl. hoofdstuk 2.1) voor de ontvangst van MIDI-data instellen. U dient uw selectie door middel van de ENTER-toets te bevestigen. Bovendien licht de MIDI-LED regelmatig op bij het binnenkomen van relevante MIDI-data.
+ De Store Enable-mode (vgl. hoofdstuk 2.1) maakt een directe opslag van presets via MIDI
mogelijk. Denkt u er wel aan, dat door het zenden van MIDI-controller 18-waarden, veranderingen in op dat moment actieve presets onherroepelijk worden opgeslagen.
+ Als u geen parameters editeert, dan knippert de multifunctionele MIDI-LED (kort,
geluidsvolumeafhankelijk oplichten) bij dreigende oversturing van de DSP-module. U dient de VOLUME-regelaar dan enigszins zachter te draaien.
s TIME: Deze LED licht op, wanneer u een tijd-parameter bij een effect hebt uitgekozen (bijv. reverb time
of delay time).
s SPEED: Deze LED licht op bij de tempo-instelling van de LFO (Low Frequency Oscillator) voor alle
modulatie-effecten of bij de SPEED-parameter van de compressor of expander.
s SENS: Deze LED geeft bij bepaalde effecten aan dat er een gevoeligheid ingesteld kan worden,
bijvoorbeeld bij auto wah, expander, compressor.
s PITCH: Deze LED licht op bij het bewerken van de Pitch Shifter en geeft het omstemmen in halftonen
of het omstemmen in cent aan.
s EQ: Deze LED licht op, wanneer u parameterveranderingen bij effecten doorvoert die op een filter
gebaseerd zijn.
1. INLEIDING
5
BLUE DEVIL GX112
Rechts naast de status-LEDs bevindt zich een tabel die de verschillende effectsoorten en het daarmee verbonden aanvangsprogrammanummer toont. Aan de hand van deze lijst vindt u snel het gewenste effect, dat u dan kunt bewerken en opslaan. De geïntegreerde effectmodule is met 31 verschillende effectgroepen toegerust en bevat in totaal 99 effectvariaties met bijbehorend programmanummer.
14
Met de EFFECT-toets activeert of deactiveert u het gekozen effect.
15
Met de PARAMETER-non-stopdraaiknop bestaat de mogelijkheid, een effectafhankelijke parameter te bewerken. De parameterwaarde wordt na activering van de PARAMETER-regelaar direct in het display zichtbaar en de bijbehorende LED licht op (zie ).
16
De EFFECT A-non-stopdraaiknop geeft de mogelijkheid, de mengverhouding tussen het originele en het effectsignaal in te stellen. Al naar gelang de preset bepaalt u met deze regelaar hetzij de verhouding tussen het originele- en het linker effectsignaal, hetzij de verhouding tussen het originele en het eerste effect (bij combinatie-effecten). Bij bepaalde effecten kunt u met deze regelaar een tweede, effectspecifieke parameter bewerken.
17
Via de EFFECT B-non-stopdraaiknop regelt u de mengverhouding tussen het originele en het effectsignaal. Al naar gelang de preset bepaalt u met deze regelaar de verhouding tussen het originele en het rechter effectsignaal of die tussen het originele en het tweede effect (bij combinatie-effecten). Bij bepaalde effecten kan men met deze regelaar een derde, effectspecifieke parameter bewerken.
+ Als u een preset bewerkt heeft, knippert de decimaalpunt in het 2-cijferige display. Door langer
op de ENTER-toets te drukken kan de fabriekspreset overschreven worden en de eigen instelling worden opgeslagen. Mocht u de fabriekspresets terug willen halen, houdt dan tijdens het inschakelen van de BLUE DEVIL de ENTER-toets ingedrukt.
18
Met de AUX-regelaar in de Master-sectie bepaalt u het volume van het AUX-signaal, dat via de AUX IN­bussen aan de achterkant van de BLUE DEVIL binnenkomt (bijv. drum computer, playback).
19
De VOLUME-regelaar in de Master-sectie bepaalt het totale geluidsvolume van de BLUE DEVIL.
20
De 6,3 mm stereo-klinkerbus geeft u de mogelijkheid het audiosignaal van de BLUEDEVIL via een normale koptelefoon af te luisteren. Zodra deze bus in gebruik is, wordt de luidspreker stil gezet.
+ Aangezien luidsprekers van grote invloed zijn op de klankkleur van een gitaarversterker, wordt
de frequentiekarakteristiek van het signaal zowel bij de luidsprekeruitgang als bij de LINE OUT gecorrigeerd (Speaker Emulation). Zonder deze correctie zouden extreem hoge tonen het klankbeeld verslechteren. Desondanks kunt u het onbewerkte signaal direct na de voortrap aan de INSERT SEND-bus afnemen zonder de signaalstroom in de versterker te onderbreken (INSERT RETURN-bus mag bij deze toepassing niet in gebruik zijn). Bij laagohmige koptelefoons kan vanaf een te groot geluidsvolume een vervorming in de koptelefoon optreden. In dergelijke gevallen vermindert u het volume alstublieft door middel van de VOLUME-regelaar.
1.2.2 De achterkant
Afb. 1.3: De aansluitingen aan de achterkant
21
Met de POWER-schakelaar zet u de BLUE DEVIL aan.
6
1. INLEIDING
BLUE DEVIL GX112
22
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat met het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of het aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning ter plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient men absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 115 V om te schakelen. Denkt u er alstublieft aan, dat er bij gebruik van het apparaat bij 115 V buiten Europa, zekeringen met hogere waarden geplaatst dienen te worden.
23
De netverbinding vindt plaats via een IEC-APPARAATBUS. Een geschikt netkabel is meegeleverd.
24
SERIENUMMER. Neemt u zich alstublieft de tijd om ons de volledig ingevulde garantiekaart binnen 14 dagen na aankoop terug te sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. U kunt zich desgewenst ook online via onze internet-site (www.behringer.com) bij ons laten registreren.
25
MIDI IN. Deze aansluiting maakt de MIDI-afstandsbediening van de BLUE DEVIL mogelijk. De mogelijkheden zijn parameterveranderingen via controller, effectprogramma-omschakelingen, kanaalwisseling en effect-bypass via Program Changes.
26
Aan de LINE OUT-uitgang kunt u het audiosignaal van de BLUE DEVIL in stereo afnemen, bijvoorbeeld om het op te nemen. De frequentiekarakterisitiek van deze uitgang is gecorrigeerd.
27
De AUX IN-ingang maakt het toevoegen van een extra stereo-signaal in de BLUEDEVIL mogelijk. Op deze wijze kunt u bijvoorbeeld met een drumcomputer of een playback meespelen. Verder heeft u de mogelijkheid, de AUX IN in verbinding met de INSERT SEND als parallele effectinsert te gebruiken. Daartoe verbindt u de INSERT SEND met de ingang en de AUX IN met de uitgang van de effectapparatuur (de INSERT RETURN-bus mag hierbij niet in gebruik zijn!). Op deze wijze wordt de signaalstroom in de versterker niet onderbroken en heeft u de mogelijkheid, met behulp van de onder
beschreven AUX-regelaar, zoveel effectaandeel van het externe apparaat aan het originele signaal toe te voegen als u dat wenselijk acht. Let u er hierbij op, dat het effectapparaat op 100% effectsignaal (100% wet) is ingesteld.
28
De BLUE DEVIL beschikt ook over een seriële insert, waarmee u de externe effecten (bijv. wah­pedaal) kunt invoeren. Hier bevindt zich de INSERT RETURN-bus, die met de effectapparaatuitgang dient te worden verbonden.
29
Dit is de INSERT SEND-bus, die met de ingang van de externe effectapparatuur wordt verbonden.
+ Denkt u er alstublieft aan, dat bij gebruik van de seriële insert, de effectapparatuur niet op
100% effectsignaal ingesteld dient te zijn, omdat er anders geen direct signaal is.
30
Aan deze FOOTSWITCH-bus sluit u de stereo-klinkerstekker van het meegeleverde voetpedaal FS112 aan. Via de voetschakelaar kunt u zowel van kanaal wisselen, als het effect uitschakelen.
2. MIDI-STURING VAN DE BLUE DEVIL
Dankzij de geïntegreerde MIDI-interface bent u in staat, de BLUE DEVIL in een MIDI-setup op te nemen. De GX112 kan zowel Program Changes als MIDI-controller ontvangen. Zodoende kunnen bijvoorbeeld programmawisselingen via MIDI met een MIDI-footcontroller of met een MIDI-sequencer-programma vanuit een computer worden doorgevoerd. De door ons geleverde MIDI-footcontroller FCB1010 biedt u onder andere juist deze mogelijkheden en is optimaal aan het gebruik met BEHRINGER-gitaarversterkers aangepast. Sluit u de BLUE DEVIL bijv. als volgt aan:
U verbindt de MIDI IN-bus van de BLUE DEVIL met de MIDI OUT-bus van een MIDI-footcontroller. Nu activeert u de MIDI-functies van uw BLUE DEVIL. Daartoe drukt u ca. twee seconden lang tegelijk de UP- en de DOWN-toets op de multi-effectprocessor in. Daar kiest u een MIDI-kanaal uit (1 tot 16, On voor Omni, OF voor deactief en 1 tot 16 c.q. On (Omni) met decimaalpunt voor de Store Enable-mode, vgl. hoofdstuk 2.1), u bevestigt uw keuze met de ENTER-toets. Omni betekent, dat de BLUE DEVIL op alle MIDI-kanalen relevante MIDI-data ontvangt en verwerkt. Natuurlijk moet hetzelfde kanaal op de MIDI-footcontroller zijn gekozen (zie de handleiding van uw MIDI-footcontroller).
2. MIDI-STURING VAN DE BLUE DEVIL
7
BLUE DEVIL GX112
+ Wanneer u de MIDI-functies activeert, vindt er geen koppeling tussen het effectnummer en het
kanaal meer plaats. Dat betekent dat er bij het omschakelen niet meer automatisch het vantevoren ingestelde effect geladen wordt. In het voorkomende geval dat de BLUE DEVIL via een MIDI-footcontroller van afstand wordt bestuurd, zou dit namelijk alleen maar tot verwarring leiden. Een gekoppelde bediening is alleen zinvol als de meegeleverde voetschakelaar wordt gebruikt of als er direct aan de BLUE DEVIL zelf gewerkt wordt. Mocht u de BLUEDEVIL zonder MIDI-afstandsbesturing willen bedienen, dan deactiveert u eenvoudig de MIDI-functies (display op OFF).
U heeft de mogelijkheid presets via Program Changes per MIDI op te roepen. Gezien het feit dat de Program Changes bij 0 beginnen en tot 127 gaan, komt Program Change 0 overeen met preset 1, Program Change 1 met preset 2, enz. (vgl. tabel 4.2 in de bijlage). Na de omschakelprocedure is de preset direct actief, d.w.z. onafhankelijk van een eventueel van te voren ingestelde bypass.
De drie instelbare parameters  PARAMETER, EFFECT A en EFFECT B  kan men via een MIDI-footcontroller in real-time op afstand besturen. Hiertoe kiest u op uw MIDI-footcontroller een controller­nummer voor het voetpedaal. Beschikbaar zijn de controller-nummers 12 (PARAMETER), 13 (EFFECT A) en 14 (EFFECT B). Nu kunt u met het voetpedaal van uw MIDI-footcontroller de waarden voor de drie verstelbare parameters in real-time bewerken.
Via controller-nummer 10 kan men een kanaalwisseling bewerkstelligen. Indien u via deze controller de waarde 0 stuurt, dan is het HEAVEN-kanaal aktief. De waarde 1 zorgt voor een wisseling naar het HELL­kanaal. De kanaalomschakeling kan echter ook via Program Changes worden gerealiseerd. Program Change 123 activeert het HEAVEN- en Program Change 124 het HELL-kanaal van uw BLUE DEVIL. Naast de kanaalwisseling kunt u ook het effect deactiveren. Daartoe zendt u via de Controller nr. 11 de waarde 0. Bij waarde 1 wordt het effect weer geactiveerd. Een alternatieve mogelijkheid voor een effectbypass is ook het zenden van de Program Change 127.
Het ingangsvolume van de effectmodule bepaalt u met behulp van MIDI-Controller 7. Zodoende kunt u het geluidsvolume van de BLUE DEVIL aan uw eigen behoefte aan te passen. Aangezien deze controller niet rechtstreeks de Master Volume-regelaar controleert, is het verstandig eerst de maximaal benodigde geluidssterkte via de Master Volume-regelaar in te stellen en aansluitend de MIDI-Controller 7 te gebruiken om het volume lager te zetten. Deze functie noemt men ook wel Volume Controller.
Het toepassingsgebied van het wah-effect bepaalt u met MIDI-Controller 15.
Bovendien bestaat de mogelijkheid, bij LFO-gestuurde modulatieeffecten de LFO te deactiveren en de modulatie via MIDI-Controller nr. 15 door te voeren. Om deze MIDI-controller te activeren, dient u de snelheid van de LFO op 0 stellen, dit kan direct aan de BLUE DEVIL of via de betreffende MIDI-controller.
Natuurlijk kan ook de gehele MIDI-afstandsbediening via een MIDI-sequencer-programma op een computer gerealiseerd worden. Dit is vooral aantrekkelijk wanneer u thuis opnames wilt maken. Binnenkort zullen er ook Environments voor gangbare MIDI-sequencer-programmas op onze internet-site (www.behringer.com) dowhnloadbaar zijn.
2.1 Store enable-mode
Via de store enable-mode kunnen parameterveranderingen direct van bijv. een MIDI-sequencer-programma uit worden opgeslagen. Om deze mode te activeren, drukt u ca. twee seconden lang tegelijk de UP- en de DOWN­toets aan de multi-effectprocessor in. Daarna kiest u met deze toetsen een MIDI-ontvangstkanaal (1 tot 16 of On (Omni) steeds met decimaalpunt). Aansluitend bevestigt u uw keuze met de ENTER-toets. Wanneer u nu vanuit uw MIDI-sequencer-programma een willekeurige waarde over het ingestelde MIDI-ontvangstkanaal via de MIDI-controller nr. 18 stuurt, worden de parameterveranderingen in de actieve preset opgeslagen. Het zenden van MIDI-controller nr. 18 bei geactiveerde store enable-mode heeft dezelfde werking als het lange indrukken van de ENTER-toets van de effectmodule.
3. AANSLUITEN
3.1 Audioverbindingen
Alle audio in- en uitgangen van de BEHRINGER BLUE DEVIL zijn als mono-klinkerbus uitgevoerd, behalve de koptelefoonuitgang.
8
3. AANSLUITEN
BLUE DEVIL GX112
+ Zorgt u er alstublieft voor dat het apparaat uitsluitend door ter zake kundige personen
aangesloten en bediend wordt. Tijdens en na het aansluiten dient men altijd op voldoende aarding van de persoon die met het apparaat bezig is te letten, electrostatische ontladingen e.d. kunnen de bedrijfseigenschappen anders nadelig beïnvloeden.
Afb. 3.1: Aansluitingen bij een mono-klinkerstekker
Afb. 3.2: Aansluitingen bij een stereo-koptelefoon-klinkerstekker
3.2 MIDI-Aansluiting
De MIDI-aansluiting aan de achterkant van het apparaat is van de internationaal genormeerde 5-polige DIN-bus voorzien. Om de BLUE DEVIL met andere MIDI-apparatuur te kunnen verbinden heeft u een MIDI-kabel nodig. Normaliter worden de in de handel gebruikelijke, door de fabriek geproduceerde kabels gebruikt. Met een tweeaderige afgeschermde kabel (bijv. een microfoonkabel) en twee stevige 180-graads DIN-stekkers kunt u echter ook zelf een MIDI-kabel in elkaar solderen: Pin 2 (midden) = afscherming, Pin 4 en 5 (rechts en links van Pin 2) = binnengeleider, Pin 1 en 3 (de twee die aan de buitenkant liggen) blijven vrij. MIDI-kabels dienen niet langer dan 15 meter te zijn.
+ Let op dat Pin 4 met Pin 4 en Pin 5 met Pin 5 verbonden dienen te zijn.
3. AANSLUITEN
9
BLUE DEVIL GX112
P
Range
Default
Range
Default
Range
Default
52 ultra Reverb Time 0..63 20 Flanger Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
53 slow Reverb Time 0..63 20 Flanger Mix 0..99 40 Reverb Mix 0..50 10
54 medium I Reverb Time 0..63 50 Flanger Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
55 medium II Reverb Time 0..63 50 Flanger Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
56 fast Reverb Time 0..63 32 Flanger Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
57 ultra Delay Time 0..63 63 Flanger Mix 0..99 30 Delay Mix 0..50 10
58 slow Delay Time 0..63 53 Flanger Mix 0..99 30 Delay Mix 0..50 3
59 medium I Delay Time 0..63 63 Flanger Mix 0..99 30 Delay Mix 0..50 10
60 medium II Delay Time 0.. 6 3 32 Fla nger Mix 0..99 50 De l ay Mix 0..50 10
61 fast Delay Time 0..63 63 Flanger Mix 0..99 30 Delay Mix 0..50 6
62 - LFO Speed 1..32 10 Pan 0..63 0 Mix 0..99 50
63 - LFO Speed 1..32 19 Pan 0..63 0 Mix 0..99 40
64 slow Delay Time 0..63 19 Tremolo Mix 0..99 50 Delay Mix 0..50 10
65 ultra Delay Time 0..63 50 Tremolo Mix 0..99 50 Delay Mix 0..50 10
66 medium Delay Time 0..63 19 Tremolo Mix 0..99 60 Delay Mix 0..50 15
67 - Speed 0..63 9 Variation 1..32 1 Mix 0..99 50
68 - Speed 0..63 15 Variation 1..32 10 Mix 0..99 50
69 - Delay Time 0..63 5 Variation 0..32 24 Delay Mix 0..50 1
70 - Delay Time 0..63 63 Variation 0..32 32 Delay Mix 0..50 11
71 fast Sensitivity 0..63 63 Depth 0..63 27 Mix 0..99 99
72 slow Sensitivity 0..63 63 Depth 0..63 20 Mix 0..99 90
73 LFO Band Pass LFO Speed 0..63 30 Depth 0..63 45 Mix 0..99 90
74 LFO Band Pass LFO Speed 0..63 60 Depth 0..63 40 Mix 0..99 60
75 -12 Tune Left -12..12 0 Mix L 0..99 50 Mix R 0..99 50
76 -5 Tune Left -12..12 0 Mix L 0..99 50 Mix R 0..99 34
77 +3 Tune Left -12..12 0 M ix L 0..99 50 Mix R 0..99 34
78 +4 Tune Left -12..12 0 M ix L 0..99 50 Mix R 0..99 20
79 +7 Tune Left -12..12 0 M ix L 0..99 50 Mix R 0..99 34
80 +4 % Tune Left -50..50 0 Mix L 0..99 50 Mix R 0..99 20
81 +8 % Tune Left -50..50 14 Mix L 0..99 34 Mix R 0..99 34
82 -12 Reverb Time 0..63 4 Pitch Mix 0..99 30 Reverb Mix 0..50 20
83 +3 Reverb Time 0..63 18 Pitch Mix 0..99 24 Reverb Mix 0..50 10
84 +4 % Reverb Time 0..63 10 Pitch Mix 0..99 40 Reverb Mix 0..50 12
85 +8 % Reverb Time 0..63 4 Pitch Mix 0..99 40 Reverb Mix 0..50 20
86 -12 Delay Time 0..63 63 Pitch Mix 0..99 40 Delay Mix 0..50 7
87 -5 Delay Time 0..63 63 Pitch Mix 0..99 34 Delay Mix 0..50 7
88 +4 Delay Time 0..63 63 Pitch Mix 0..99 20 Delay Mix 0..50 7
89 +7 Delay Time 0..63 63 Pitch Mix 0..99 20 Delay Mix 0..50 7
90 fast Sensitivity 0..63 30 Ratio 1..24 10 Gain -3..12 8
91 slow Sensitivity 0..63 30 Ratio 1..24 14 Gain -3..12 8
92 Hell Sensitivity 0..63 35 Ratio 1..24 24 Gain -3..12 0
93 Heaven Sensitivity 0..63 20 Ratio 1..24 14 Gain -3..12 0
94 - Drive 0..63 30 Presence 0..63 42 Mix 0..99 99
95 - Drive 0..63 63 Presence 0..63 63 Mix 0..99 99
96 - Drive 0..63 63 Presence 0..63 18 Mix 0..99 99
97 Stack A HF Cut 0..63 20 Peak Gain 0..63 40 Peak Freq. 0..63 63
98 Stack B HF Cut 0..63 30 Peak Gain 0..63 40 Peak Freq. 0..63 30
99 Combo HF Cut 0..63 4 Peak Gain 0..63 30 Peak Freq. 0..63 10
ROTARY
SPEAKER
FLANGER /
REVERB
Preset-Nr.
Effect
STEREO
TREMOLO
Variation
SPEAKER
CABINET
P
E
F
F
E
CT A
FLANGER /
DELAY
GUITAR
COMBO
AUTO
WAH
LFO
WAH
PITCH
SHIFTER
E
FFEC
T
B
EXPANDER
COMPRESSOR
MAGIC DRIVE
TREMOLO /
DELAY
PITCH
SHIFTER /
DELAY
PITCH
SHIFTER /
REVERB
MIDI IN: dient voor de ontvangst van de MIDI-stuurdata. het ontvangstkanaal wordt via de toetsencombinatie UP- en DOWN-toets ingesteld. On = Omni betekent, dat op alle kanalen MIDI-data worden ontvangen en verwerkt (vgl. hoofdstuk 2).
4. BIJLAGE
4.1 Preset-tabel
R
E
ARAMET
Default
Range
FFECT B
E
Default
Range
A
T
C
E
F
F
E
Default
Range
R
E
ARAMET
Variation
Effect
STUDIO
SPRING
REVERB
Preset-Nr.
1 short Pre-Delay Reverb Time 1..32 8 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
2 long Pre-Delay Reverb Time 1..32 14 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
3 short Pre-Delay Reverb Time 1..32 5 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
STAGE
CHAMBER
4 long Pre-Delay Reverb Time 1..32 14 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
5 short Pre-Delay Reverb Time 1..32 8 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
6 long Pre-Delay Reverb Time 1..32 15 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
7 short Pre-Delay Reverb Time 1..32 4 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
PLATE
CONCERT
8 long Pre-Delay Reverb Time 1..32 12 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
9 short Pre-Delay Reverb Time 1..32 9 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
GATED
10 long Pre-Delay Reverb Time 1..32 16 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
11 short Pre-Delay Reverb Time 1..32 7 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
12 long Pre-Delay Reverb Time 1..32 13 Mix L 0..50 10 Mix R 0..50 10
13 min. Density Gt./Rev. Time 1..32 4 Sensitivity 0..63 9 Mix 0..50 15
10
REVERB
AMBIENCE
14 max. Density Gt./Rev. Time 1..32 17 Sensitivity 0..63 15 Mix 0 ..50 10
15 min. Reflections Room Size 0..63 32 Pre-Delay 0..63 15 Mix 0..50 10
16 max. Reflections Room Size 0..63 63 Pre-Delay 0..63 15 Mix 0..50 10
WAH /
DELAY /
17 Feedback 0 % Delay Time 0..63 35 Drive 0..63 63 Delay Mix 0..50 6
18 Feedback 10 % Delay Time 0..63 35 Drive 0..63 63 Delay Mix 0..50 6
DISTORTION
DELAY
19 Feedback 30 % Delay Time 0..63 35 Drive 0..63 63 Delay Mix 0..50 6
20 DELAY / REV. - Delay Time 0..63 50 Delay Mix 0..50 7 Reverb Mix 0..50 20
21 min. Feedback Delay Time 0..63 43 Mix L 0..50 2 Mix R 0..50 11
22 Delay Time 0..63 63 Mix L 0..50 3 Mix R 0..50 11
4. BIJLAGE
(stereo)
23 Delay Time 0..63 20 Mix L 0..50 8 Mix R 0..50 16
DELAY
(long mono)
24 max. Feedback D e lay Time 0..63 63 Mix L 0..50 0 Mix R 0..50 35
25 - Delay Time 0..63 15 Feedback 0..63 2 Mix 0..50 8
26 - Delay Time 0..63 25 Feedback 0..63 12 Mix 0..50 10
27 - Delay Time 0..63 30 Feedback 0..63 15 Mix 0..50 9
PHASER
28 - Delay Time 0..63 45 Feedback 0..63 20 Mix 0..50 10
29 - Delay Time 0..63 63 Feedback 0..63 25 Mix 0..50 10
30 Feedback 0 % LFO Speed 0..63 36 Depth 0..63 30 Mix 0..99 50
31 Feedback 62 % LFO Sp eed 0..63 30 Depth 0..63 35 Mix 0..99 60
CHORUS
32 Feedback 62 % LFO Sp eed 0..63 48 Depth 0..63 25 Mix 0..99 50
33 Feedback 77 % LFO Sp eed 0..63 63 Depth 0..63 28 Mix 0..99 50
34 fat LFO Speed 1..32 8 Depth 0..63 63 Mix 0 ..99 30
35 slow LFO Speed 1..32 1 Depth 0..63 30 Mix 0..99 40
36 stereo LFO Speed 1..32 15 Depth 0..63 20 Mix 0..99 50
REVERB
CHORUS /
37 stereo LFO Speed 1..32 1 Depth 0..63 63 Mix 0..99 50
38 ultra Reverb Time 0..63 24 Chorus Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
39 slow Reverb Time 0..63 10 Chorus Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
40 medium I Reverb Time 0..63 10 Chorus Mix 0..99 40 Reverb Mix 0..50 10
41 medium II Reverb Time 0..63 1 Chorus Mix 0..99 5 0 R everb Mix 0..50 10
DELAY
CHORUS /
42 fast Reverb Time 0..63 51 Chorus Mix 0..99 50 Reverb Mix 0..50 10
43 ultra Delay Time 0..63 63 Chorus Mix 0..99 50 Delay Mix 0..50 10
44 slow Delay Time 0..63 54 Chorus Mix 0..99 30 Delay Mix 0..50 10
45 medium I Delay Time 0..63 59 Chorus Mix 0..99 50 Delay Mix 0..50 10
FLANGER
46 medium II De lay Time 0..63 48 Chorus Mix 0..99 50 Delay Mix 0..50 10
47 hold Delay Time 0..63 63 Chorus Mix 0..99 40 Delay Mix 0..50 14
48 fat LFO Speed 1..32 15 Depth 0..63 5 Mix 0..99 30
49 classic LFO Speed 1..32 5 Depth 0..63 10 Mix 0..99 14
50 stereo LFO Speed 1..32 20 Depth 0..63 20 Mix 0..99 24
51 stereo LFO Speed 1..32 10 Depth 0..63 5 Mix 0..99 50
4.2 MIDI-implementatie
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic Channel
Mode
Note Number
Velocity After Touch
Pitch Bender Control
Progr. Change
System Exclusive System
Common System
Real Time
Aux Messages
Notes O = YES, X = NO Mode 1: OMNI ON Mode 2: OMNI OFF
Default Changed Default Messages Altered
True Voice Note ON Note OFF Keys Channels
True # X
Song Pos. Song Sel. Tune Clock Commands Local ON/OFF All notes OFF Active Sense Reset
BLUE DEVIL GX112
MIDI Imple mentation Chart
X X X X X X X X X X X XX X O 7, 10 - 15, 18 see add. table
XX X X X X X X X X X
OFF, 1 - 16 OFF, 1 - 16 1,2 X X X X X X X X
O (0 - 98) 1 - 99
X X X X X X X X X
memorized
123 = HEAVEN 124 = HELL 127 = Effect Bypass
Tab. 4.2: MIDI-implementatie
Parameter Name Display Range
Volume Controller - 7 0 .. 127
Channel HEAVEN = 0, HELL = 1 10 0 .. 1
Effect O FF = 0, ON = 1 11 0 .. 1
Parameter depends on effect 12 0 .. 127 (max.)
Effect A depends on effect 13 0 .. 127 (max.) Effect B depends on effect 14 0 .. 127 (max.)
Wah/Modulation Controller - 15 0 .. 127
Store Enable Controller - 18 0 .. 127
Tab. 4.3: MIDI-controller van de BLUE DEVIL
4. BIJLAGE
Midi Control
Number
Control Value Range
11
BLUE DEVIL GX112
5. TECHNISCHE DATA
AUDIOINGANGEN
Aansluiting 6,3 mm mono-klinkerbus Type HF-ontstoorde ingang Gitaaringang
ingangsimpedantie ca. 1 MW onsymmetrisch
Aux-ingang
ingangsimpedantie ca. 10 kW onsymmetrisch
Insert return
ingangsimpedantie ca. 1 kW onsymmetrisch
AUDIOUITGANG
Aansluiting 6,3 mm mono-klinkerbus Type laagohmige line-niveau-uitgang Uitgangsimpedantie ca. 100 W onsymmetrisch Max. uitgangsniveau +12 dBu onsymmetrisch
SYSTEEMDATA
Vermogen eindtrap 60 Watt RMS aan 8 W
MIDI-INTERFACE
Type 5-polige DIN-bus, MIDI IN
DIGITALE VERWERKING
Modulator 24-Bit sigma-delta, 64/128-voudig oversampling Aftastsnelheid 46,875 kHz
DISPLAY
Type 2-cijferige, numerische LED-uitlezing
LUIDSPREKER
Type 12" Heavy-Duty-Lautsprecher, model JENSEN JCH12/70 Impedantie 8 W Belastbaarheid 70 Watt
STROOMVOORZIENING
Netspanning USA/Canada 120 V ~, 60 Hz
U.K./Australia 240 V ~, 50 Hz Europa 230 V ~, 50 Hz Algemeen exportmodel 100 - 120 V ~, 200 - 240 V ~, 50 - 60 Hz
Krachtontneming 100 W @ 60 W / 8 W; 120 W maximaal Zekering 100 - 120 V ~: T 2 A H
200 - 240 V ~: T 1 A H
Aansluiting op het net Standaard-apparaataansluiting
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H x B x D) ca. 19" (482,6 mm) x 19" (482,6 mm) x 8,35" / 11,7" (212,1 mm / 297,2 mm) Gewicht ca. 19 kg Transportgewicht ca. 22 kg
De firma BEHRINGER zet zich er steeds voor in, de hoogste kwaliteitsstandaard te waarborgen. Vereiste modificaties worden zonder aankondiging vooraf verricht. Technische gegevens en uiterlijk van het apparaat kunnen daarom van de genoemde aanduidingen of afbeeldingen afwijken.
12
5. TECHNISCHE DATA
Loading...