VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen
wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of
achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar
binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud
wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid
om de kans op brand of elektrische schokken te
voorkomen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor
de aan-wezigheid van onafgedekte hoge
Voltage dat voldoende kan zijn om een
kans op schokken te vormen.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen.
Instructies Voor Het Bewaren:
Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen.
Waarschuwing Voor Oplettendheid:
Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen.
Op te Volgen Instructies:
Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd.
Water en Vochtigheid:
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken
aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.).
Ventilatie:
Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld:
het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatieopeningen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een
boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert.
Hitte:
Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en
andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren.
Energiebron:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de
bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf.
Randaarding en Polarisatie:
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van
een apparaat niet gebrekkig zijn.
Bescherming van de Electriciteitsdraden:
De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze
worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst.
Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van
waar ze uit het apparaat komen.
Schoonmaken:
Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt.
Periodes van niet in gebruik zijn:
De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor
langere tijd ongebruikt blijft.
Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen:
Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit
kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen.
Schade die Service Vereist:
Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer:
- de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of
- voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of
- het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of
-
het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of
- het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd.
Controlebeurt:
De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al
het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan
met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER alsmede VIRTUBE, VIRTUALIZER en MODULIZER zijn geregistreerde handelsmerken.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. T el. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
© 2001 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor
belangrijke bedienings- en
ondenhoudsinstructies in de
bijbehorende literatuur. Lees de
handleiding.
UL TRAROC GX110
1. INLEIDING
Hartelijk dank dat u heeft gekozen voor de ULTRAROC GX110. Met de ULTRAROC bent u bezitter geworden
van een modern Guitar Workstation, dat een nieuwe dimensie vormt op het gebied van de oefenversterker. Bij
de ontwikkeling ervan was het uitgangspunt dat de directe klank van de analoge gitaarversterker geperfectioneerd
moest worden met gebruikmaking van de nieuwste DSP-technologie. Daarnaast moest het apparaat zo eenvoudig
mogelijk te bedienen zijn.
+ In deze handleiding maken we u vertrouwd met een aantal specialistische begrippen, zodat u
alle facetten van het apparaat kunt leren kennen. Wanneer u deze handleiding heeft
doorgenomen, is het verstandig om deze te bewaren zodat u hem later, indien nodig, nog
eens kunt nalezen.
LET OP:
+ Door hard geluid kan uw gehoor en/of uw koptelefoon beschadigd worden. Draai alle LEVEL-
knoppen helemaal naar links, voor u het apparaat inschakelt. Zorg steeds voor een gepast
volume.
1.1 Voor u van start gaat
De ULTRAROC werd in de fabriek zorgvuldig verpakt om een veilig transport te garanderen. Vertoont de verpakking
desondanks beschadigingen, controleer het apparaat dan onmiddellijk op zichtbare schade.
+ Stuur het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons terug, maar informeer beslist
eerst de handelaar en de transportonderneming, omdat anders elke aanspraak op
schadevergoeding kan vervallen.
Zorg voor voldoende aanvoer van koele lucht en plaats de ULTRAROC niet bij een verwarmingsapparaat, om te
voorkomen dat het apparaat oververhit raakt.
+ Controleer voor u de ULTRAROC op de netspanning aansluit of de ingestelde spanning gelijk
is aan de netspanning!
Sluit het apparaat op het net aan met het bijgeleverde netsnoer. Dit snoer voldoet aan alle veiligheidseisen.
+ Zorg er altijd voor dat alle apparaten geaard zijn. Verwijder voor uw eigen veiligheid nooit de
aarding van de apparatuur en knoei niet met het aansluitsnoer.
De MIDI-aansluiting (IN) is een standaard DIN-connectorverbinding. De gegevensoverdracht gebeurt potentiaalvrij
met behulp van opto-koppelingen.
Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 3 “INSTALLATIE”.
1. INLEIDING
3
UL TRAROC GX110
1.2 Bedieningselementen
1.2.1 Voorzijde
Afbeelding 1.1: De bedieningselementen op de voorzijde
1
De aansluiting met het opschrift INPUT is de 6,3 mm jack-ingang van de ULTRAROC, waarop u uw
gitaar kunt aansluiten. Gebruik daarvoor een standaard 6,3 mm mono-jack-kabel (niet die uit de bouwmarkt,
maar die zoals de muziekvakhandel ze verkoopt). Gebruik een contactgeluidgedempte kabel, zodat u
bij het inregelen of tijdens een concert niet voor onaangename verrassingen komt te staan.
2
Met de CLEAN VOLUME-knop van het stelt u het geluidsvolume van het CLEAN-kanaal in.
3
Door het indrukken van de CHANNEL-toets schakelt u tussen het CLEAN- en OVERDRIVE-kanaal.
Wanneer het OVERDRIVE-kanaal is ingeschakeld, brandt de bijbehorende LED.
4
Met de GAIN-knoppen bepaalt u de hoeveelheid vervorming van het OVERDRIVE-kanaal.
5
De VOLUME-knoppen regelen het geluidsvolume van het OVERDRIVE-kanaal.
+ Gebruik beide VOLUME-knoppen om het volumeniveau tussen de kanalen optimaal op elkaar
af te stemmen, zodat wanneer u omschakelt tussen de kanalen geen verschil hoorbaar is.
Deze instelling is ook van invloed op digitale effecten die met piekniveaus worden aangestuurd!
6
Met de BASS-knop van de EQ-sectie kunt u de basfrequenties van het CLEAN-kanaal versterken of
afzwakken.
7
Met de MID-knop kunt u de middenfrequenties versterken of afzwakken.
8
Met de TREBLE-knop regelt u het bovenste frequentiebereik.
+ Let op: wanneer alle drie de knoppen van de EQ-sectie helemaal naar links zijn gedraaid,
komt er geen signaal uit de luidspreker. De oorzaak hiervan ligt in de klassieke en extreem
effectieve EQ-schakeling die in de ULTRAROC is toegepast.
9
Met de EFFECT-toets schakelt u het geselecteerde effect in, resp. uit.
10
Met de FX MIX -knop bepaalt u de verhouding tussen het oorspronkelijke signaal en het effectsignaal.
11
Met de EFFECTS-regelaar hebt u de mogelijkheid, een effectpreset tussen 1 en 99 te selecteren. De
gekozen preset wordt geladen, nadat u circa een seconde niets hebt veranderd.
12
In het DISPLAY wordt ofwel het programmanummer van de geselecteerde presets of de waarde van de
parameters die met de knoppen FX-MIX zijn ingesteld weergegeven.
+ Wanneer u een preset heeft bewerkt, knippert het decimaalteken in het tweecijferige display.
Wanneer u de EFFECT-toets langer indrukt, kunt u de fabriekspreset overschrijven en een
eigen preset opslaan. Wanneer u de fabriekspresets weer wilt herstellen, hoeft u alleen maar
de EFFECT-toets ingedrukt te houden bij het inschakelen van uw ULTRAROC.
13
De MASTER-knoppen in de Master-sectie regelen het totale en hoofdtelefoonvolume van uw ULTRAROC.
4
1. INLEIDING