Behringer DSP1124P User Manual [nl]

®
Korte handleiding
NEDERLANDS
Versie 1.0 Februari 2001
PRO DSP1124P
FEEDBACK DESTROYER
www.behringer.com
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION: Om de kans op elektrische schokken te verminderen
wordt het afgeraden om zelf het omhulsel (of achterkant) te verwijderen. Er bevinden zich daar binnen geen bruikbare onderdelen: voor onderhoud wendt u zich tot het daarvoor bevoegde personeel.
WARNING: Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vochtigheid
om de kans op brand of elektrische schokken te voorkomen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor de aan-wezigheid van onafgedekte hoge Voltage dat voldoende kan zijn om een kans op schokken te vormen.
Dit symbool, dient ter waarschuwing voor belangrijke bedienings- en ondenhouds­instructies in de bijbehorende literatuur. Lees de handleiding.
GEDETAILLEERDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Voor het bedienen van het apparaat, dienen alle veiligheids en bedieningsinstructies te worden gelezen.
Instructies Voor Het Bewaren:
Alle veiligheids en bedieningsinstructies moeten zorgvuldig worden bewaard voor latere raadplegingen.
Waarschuwing Voor Oplettendheid:
Alle waarschuwingen op het apparaat dienen in acht te worden genomen.
Op te Volgen Instructies:
Alle bedienings en gebruikersinstructies moeten worden opgevolgd.
Water en Vochtigheid:
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de buurt van water (dwz. In de buurt van een bad, wasbak, keuken aanrecht, wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.).
Ventilatie:
Het apparaat moet u zo plaatsen, dat de plaats of positie niet storend is voor een juiste ventilatie. Bijvoorbeeld: het apparaat mag niet geplaatst worden op een bed, een bank of dergelijke oppervlakten, die de ventilatie­openingen zouden kunnen afsluiten. Het mag ook niet worden geplaatst in inbouw-installaties, zoals een boekenkast of een afgesloten kast waardoor de luchttoevoer in de ventilatie-openingen wordt belemmert.
Hitte:
Het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiatoren, thermometers, kachels en andere apparaten (zoals versterkers), die warmte produceren.
Energiebron:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op de stroomvoorziening van het type dat wordt beschreven in de bedieningsinstructies of zoals aangegeven op het apparaat zelf.
Randaarding en Polarisatie:
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zodat de middelen voor randaarding of polarisatie van een apparaat niet gebrekkig zijn.
Bescherming van de Electriciteitsdraden:
De electriciteitsdraden dienen te worden vastgelegd, om te voorkomen dat er niet op wordt getrapt of dat ze worden gebroken door voorwerpen die erop of tegenaan zijn geplaatst. Speciale attentie dient er worden gegeven aan kabels en stekkers, meervoudige stekkerdozen en het punt van waar ze uit het apparaat komen.
Schoonmaken:
Het apparaat mag alleen volgens aanwijzingen van de fabrikant worden schoongemaakt.
Periodes van niet in gebruik zijn:
De electriciteitsdraad van het apparaat moet uit het stopcontact worden getrokken, indien het apparaat voor langere tijd ongebruikt blijft.
Infiltratie van voorwerpen en vloeistoffen:
Men dient ervoor te zorgen dat er geen voorwerpen vallen of vloeistoffen worden gemorst via de openingen. Dit kan de binnenkant van het apparaat ernstig beschadigen.
Schade die Service Vereist:
Het apparaat moet uitsluitend door professionele servicemensen behandeld worden, wanneer:
- de elektriciteitsdraad of de stekker zijn beschadigd; of
- voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, of vloeistoffen erin zijn gemorst; of
- het apparaat in aanraking is gekomen met regen; of
-
het apparaat niet werkt zoals het hoort, of het vertoont een aanmerkelijke verandering in de verrichtingen; of
- het apparaat is gevallen, of het omhulsel is beschadigd.
Controlebeurt:
De gebruiker moet niet meer aan het onderhoud doen, dan is voorgeschreven in de bedieningsinstructies. Al het andere onderhoud moet worden overgelaten aan professionele servicemensen.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen toegestaan
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 (0) 21 54 / 92 06-0, Fax +49 (0) 21 54 / 92 06-30
met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH. BEHRINGER, FEEDBACK DESTROYER, FB-D en SHARK zijn
geregistreerde handelsmerken. © 2001 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
1. INLEIDING
Hartelijk dank voor het vertrouwen, dat u met de aankoop van de FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P in ons stelt. Met de FEEDBACK DESTROYER PRO heeft u een uiterst handig apparaat in huis gehaald, dat u meer functies biedt dan het puur onderdrukken van Feedback: De DSP1124P beschikt over 2 x 12 onafhankelijke, volledig te bewerken filters, die onder andere zelfstandig terugkoppelingen kunnen vinden en onderdrukken. Bovendien kan het apparaat zelfs als parametrische equalizer voor live- en studiotoepassingen worden gebruikt.
+ De volgende handleiding wil u op de eerste plaats met de gebruikte vaktermen vertrouwd
maken, zodat u het apparaat met al zijn functies leert kennen. Na grondige lezing dient u de handleiding zorgvuldig te bewaren, voor het geval u iets wilt nalezen.
+ Een uitvoerige verklaring van de MIDI-functies en een overzicht van de instelbare frequenties
van de DSP1124P zijn in de Engels- en Duitstalige uitgebreide versie van de gebruiksaanwijzing te vinden.
1.1 Voordat u begint
Teneinde een veilig transport te waarborgen is de FEEDBACK DESTROYER PRO in de fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET aan ons terug, maar neemt u zo snel
mogelijk eerst contact op met uw dealer en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak op vergoeding anders teniet kan worden gedaan.
De BEHRINGER FEEDBACK DESTROYER PRO neemt één hoogte-eenheid in beslag bij het inbouwen in een 19-inch-rek. Let er ook op, dat u aan de achterkant nog zon 10 cm voor de aansluitingen vrijlaat.
Zorg voor voldoende toevoer van frisse lucht en zet de FEEDBACK DESTROYER PRO bijv. niet op een eindtrap, om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
+ Voordat u de FEEDBACK DESTROYER PRO op het stroomnet aansluit, dient u eerst zorgvuldig
na te gaan of uw apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3 driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan tegenover elkaar. De FEEDBACK DESTROYER PRO is op de naast deze markeringen staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld door de zekeringhouder 180° te draaien.
LET OP: Dit geldt niet voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning van 115 V zijn gemaakt!
Het apparaat wordt door middel van de meegeleverde netkabel met apparaatstekker aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid
dient u in geen geval de aarding van de apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
1.2 Achtergrond: Hoe ontstaat een terugkoppeling?
Er ontstaat een Feedback-lus, wanneer een microfoonsignaal door een versterkingsinstallatie wordt weergegeven en dit signaal dan opnieuw (gelijkfasig) door de microfoon wordt opgenomen. Een dergelijke Feedback-lus kan door de voortdurende versterking steeds verder opzwellen.
1. INLEIDING
3
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
1.3 Achtergrond: Frontmix / Monitormix
Bij een optreden met publiek kunnen er op twee gebieden terugkoppelingen ontstaan. Ten eerste bij de zogenaamde Frontmix. De Frontmix (of ook F.O.H. = Front of House) is die mix, die vanuit het mengpaneel via één of meer versterkers naar de voor het publiek bedoelde luidsprekers gaat.
Het andere is de Monitormix, oftewel de mix die  ook vanuit het mengpaneel  naar één of meer podiummonitorboxen wordt gestuurd. Een podiummonitorbox is in tegenstelling tot een zaalbox voor de muzikanten bedoeld. Het komt regelmatig voor dat er meerdere monitorboxen op het podium staan. Alleen zo krijgt elke muzikant de voor hem of haar relevante partijen goed te horen. In het ideale geval geeft elke monitorbox een speciaal voor de betreffende muzikant samengestelde mix weer, bijv. zang, drum en keyboards.
Over het algemeen staan monitorboxen zo opgesteld, dat er maar weinig afstand tussen de luidspreker en de microfoon is. Dit geeft natuurlijk een verhoogd risico op terugkoppelingen.
+ In tegenstelling tot de frontmix is het gebruikelijk, twee of zelfs nog meer monitormixen te
maken. Meerdere monitormixen betekent meerdere monitorluidsprekers. Dit verhoogd het risico op terugkoppelingen.
2. BEDRIJFSMODES VAN DE DSP1124P
De filters van de BEHRINGER FEEDBACK DESTROYER PRO kunnen elk in vier verschillende modes worden gebruikt (zie ). Bovendien bestaat er ook nog een zogenaamde locked-mode, die hier echter niet als zodanig wordt besproken. Elk van de 2 x 12 filters van de DSP1124P kan altijd in elke mode worden geschakeld. De gebruikte filtermodes kunnen in een programma worden gecombineerd en als preset worden opgeslagen, om zo een flexibelere signaalverwerking te verkrijgen.
2.1 Off-mode OF
Wanneer een filter in de off-mode staat, is hij uitgeschakeld. Door naar één van de hierna beschreven modes te wisselen, activeert u het filter.
2.2 Handmatige filters (PA) / parametrische equalizer
Om bepaalde frequenties hoger of lager te zetten, kunt u deze met behulp van de filters die in de parametrische EQ-mode staan, direct selecteren. Elk filter is daarbij van alle functies van een volledige parametrische EQ voorzien. Dit betekent, dat u voor elk handmatig filter de werkfrequentie via de FREQUENCY­toets , de bandbreedte (Q) met de BANDWIDTH-toets en de mate van verhoging of verlaging (in dB) met behulp van de GAIN-toets kunt bepalen. Filters in de parametrische EQ-mode worden weergegeven door een permanent oplichtende LED in de STATUSWEERGAVE .
2.3 Automatische filters (SI en AU)
Zoals u in Tab. 7.1 kunt zien, bestaat elk van de tien presets van de DSP1124P uit 24 aparte filters. Een belangrijk gegeven is, dat niet elk filter noodgedwongen in dezelfde bedrijfsmode actief hoeft te zijn. Bijvoorbeeld Preset 1: In dit geval werken de eerste negen filters van de gekozen preset in de Single Shot- mode SI. Deze bedrijfsmode is bedoeld om terugkoppelingen bij vaste resonanties op te sporen en ze door de filterinstelling consequent te onderdrukken. Deze filters worden dus niet meer vrijgegeven: ze krijgen de status LO (locked). Naar behoefte worden de bandbreedte en de verlaging aangepast, de frequentie verandert echter niet. In dit voorbeeld kan het apparaat dus negen vaste frequenties permanent op non-actief zetten.
De drie overige filters (allemaal in de Auto-mode AU) gebruikt het apparaat in dit geval, om nieuw optredende terugkoppelingen op te sporen en te onderdrukken. Nieuwe, niet te voorspellen terugkoppelingen kunnen bijv. ontstaan, wanneer de zanger met zijn zangmicrofoon over het podium tolt. De DSP1124P kan natuurlijk onmogelijk weten, wanneer het gevaar voor Feedback voorbij is (bijv. wanneer de zanger opnieuw van positie verandert), daarom blijft het gebruikte, eerste AU-filter van het apparaat bij de gevonden frequentie, en worden de twee andere AU-filters gebruikt, om weer nieuw optredende probleemfrequenties te behandelen. Pas wanneer alle AU-filters in gebruik zijn, wordt het oudste AU-filter (hier: nr. 10) weer vrij, om opnieuw op zoek te gaan.
4
2. BEDRIJFSMODES VAN DE DSP1124P
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
Per definitie worden alle actieve filters (zowel AU als SI) door knipperende LEDs in de STATUSWEERGAVE
aangegeven. Wanneer er een terugkoppeling wordt gevonden en onderdrukt, dan licht de bij die filter
behorende LED permanent op.
2.4 Locked-mode (LO)
Wanneer de DSP1124P in de Single Shot-mode (zie paragraaf. 2.3) een terugkoppelingsfrequentie vindt, dan schakelt hij automatisch naar de Locked-mode. Dit betekent, dat het apparaat aan de problematische­frequentie vasthoudt en deze voortdurend in het oog houdt. Om een dergelijk filter weer vrij te geven, moet u het zelf terug naar de Single Shot-mode schakelen (zie ).
3. BEDIENINGSELEMENTEN
De BEHRINGER FEEDBACK DESTROYER PRO beschikt over tien parametertoetsen, een JOG WHEEL (non-stop-draairegelaar) en een numerische LED-DISPLAY. Aan de hand van een uit acht lampjes bestaande LED-BALK kan de uitsturing van elk van de twee kanalen worden bewaakt. Daarnaast hebben alle 24 filter van het apparaat een eigen LED, die de status van het filter aangeeft.
Afb. 3.1: Het afleesgebied van de FEEDBACK DESTROYER PRO
1
Met behulp van de LED-UITSTURINGSWEERGAVE bewaakt u het uitgangsniveau. U heeft hiervoor per kanaal acht LEDs tot uw beschikking. Wanneer de Clip-LED regelmatig oplicht, betekent dit dat er digitale vervormingen kunnen optreden. Zet men het apparaat op Total Bypass (zie ), dan geeft de uitsturingsweergave het ingangsniveau weer.
+ Let steeds op een correcte uitsturing! Dit is de basis voor het succesvol onderdrukken van
terugkoppelingen.
2
De DSP1124P beschikt in totaal over 24 filters, d.w.z. over twaalf filters per kanaal. U kunt deze gemakkelijk via de STATUSWEERGAVE naast het DISPLAY overzien. Steeds twaalf LEDs geven de bedrijfsmode voor de filters van elk kanaal (links/rechts) weer. Een constant oplichtende LED betekent het volgende:
s Er is een filter vastgezet: Het onderdrukt reeds een terugkoppeling. Of:
s Een filter bevindt zich in de parametrische EQ-mode, waarbij Gain ¹ 0 dB.
Periodiek knipperende LEDs geven aan dat het betreffende filter in de Single Shot- of de Auto-mode aan het zoeken is (zie paragraaf 2.3). Niet-actieve filters (OF) en filters in de parametrische EQ-mode (zie 2.2) met een GAIN-instelling van 0 dB worden weergegeven door een niet oplichtende LED.
3
Het LED-DISPLAY heeft ook een goed afleesbare, twee-en-een-half-cijferige numerische weergave. Na het inschakelen van het apparaat kunt u hier het nummer van de als laatste gebruikte preset aflezen. Bovendien geeft het LED-DISPLAY de absolute waarden van de parameters die u verandert weer.
4
De WEERGAVES rechts naast het DISPLAY (Hz, kHz, 1/60 en dB) lichten op, wanneer u deze parameters bij het bewerken verandert. Wanneer u bijvoorbeeld het niveau van een filter hoger zet, dan licht de weergave dB op.
3. BEDIENINGSELEMENTEN
5
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
Afb. 3.2: Invoertoets en JOG WHEEL
5
Met behulp van het JOG WHEEL, een non-stop-draairegelaar, kunt u de geselecteerde parameter traploos veranderen. Wanneer u de draaiknop met de klok mee draait, dan worden de waarden hoger. Draait u tegen de wijzers van de klok in, dan worden de waarden kleiner.
6
Na het indrukken van de FILTER SELECT-toets, selecteert u met het JOG WHEEL één van de 12 filters per kanaal. Pas dan kan dit bijvoorbeeld worden bewerkt.
7
Met de FILTER MODE-toets kunt u de vier bedrijfsmodes van de filters veranderen: Off-mode (OF),parametrische EQ (PA),Single Shot-mode (SI) en Auto-mode (AU).
+ Door tegelijk de FILTER MODE- en de GAIN-toets in te drukken, kan de gevoeligheid voor
activering van de Feedback-onderdrukking worden ingesteld. Het bereik loopt van -3 tot -9 dB en wordt met het JOG WHEEL ingesteld. Als standaardinstelling is voor -6 dB gekozen, omdat daarmee over het algemeen de beste resultaten worden behaald.
8
Met de ENGINE L-toets selecteert u het linker audiokanaal.
9
Met de ENGINE R-toets selecteert u het rechter audiokanaal. Wanneer u een gelijktijdige bewerking van het linker en het rechter audiokanaal wenst (Couple-functie), drukt u alstublieft tegelijk op allebei de ENGINE-toetsen. De Couple-functie wordt weergegeven doordat beide ENGINE-LEDs oplichten. Wanneer u in één van de twee kanalen een bewerking doorvoert en daarna naar de Couple-functie schakelt, worden de parameters van het actieve kanaal naar het andere kanaal gekopiëerd. Drukt u bijvoorbeeld eerst op ENGINEL vóór ENGINER, dan wordt links op rechts gekopiëerd.
De punten tot hebben uitsluitend betrekking op de parametrische EQ-mode PA (zie paragraaf 2.2).
10
Om een frequentie die u wilt bewerken te kunnen selecteren, drukt u de FREQUENCY-toets in. Het instelbare frequentiebereik loopt van 20 Hz tot 20 kHz, dat de DSP1124P in 31 ISO-standaardwaarden behorend bij een grafische EQ opdeelt.
11
Met de FINE-toets valt een fijnafstelling (in 1/60 octaaf-stappen) van de ISO-standaardwaarden te realiseren met een afstembereik van een terts (-9/60 tot +10/60).
12
Met de BANDWIDTH-toets bepaalt u de bandbreedte (Q-factor) van het geselecteerde filter. De instelbare filtertolerantie omvat een bereik van 1/60 octaaf tot wel 2 octaven (120/60 octaven).
13
De GAIN-toets geeft u de mogelijkheid, de gewenste verhoging of verlaging van een geselecteerd filter in dB te bepalen (+16 dB/-48 dB).
14
Met de IN/OUT-toets kunt of alleen de parametrische of alle filters op bypass schakelen. Met een korte druk op deze knop deactiveert u alleen de parametrische EQ-filter en gaat de groene LED uit. Houdt u de IN/OUT-toets echter twee seconden lang ingedrukt, dan deactiveert u ineens alle filters tegelijk. Deze Total Bypass wordt door periodiek knipperen van de groene LED aangegeven. Drukt u daarna weer kort op de IN/OUT-toets, dan activeert u alle filters weer. Bovendien geeft de LED door geknipper aan, dat er relevante MIDI-data binnenkomen.
+ Wanneer de controle-LED van de IN/OUT-toets knippert, zijn alle functies (inclusief alle
automatische filters voor het onderdrukken van Feedback) gedeactiveerd (Total Bypass). In de andere modes zijn ten minste de Single Shot- en Auto-filters nog actief (Bypass).
6
3. BEDIENINGSELEMENTEN
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
+ Wees uiterst voorzichtig met het gebruik van de Total Bypass-functie, de deactivering geeft
onderdrukte terugkoppelingen immers weer vrij.
15
Met behulp van de STORE-toets slaat u de door u doorgevoerde veranderingen in een preset met het in de display weergegeven nummer op. De DSP1124P beschikt over tien presets. Om het MIDI-setup menu te bereiken, drukt u tegelijk op de IN/OUT- en de STORE-toets.
16
Met de POWER-schakelaar zet u de FEEDBACK DESTROYER PRO aan.
Afb. 3.3: Aansluitingen en bedieningselementen aan de achterkant
17
Met de OPERATING LEVEL-schakelaar schakelt u tussen het Homerecording-niveau (-10 dBV) en het professionele studioniveau (+4 dBu). Door deze aanpassing worden de niveauweergaves automatisch naar het desbetreffende nominale niveau overgezet, zodat de FEEDBACK DESTROYER PRO een optimaal werkbereik heeft.
18
Dit zijn de symmetrische INGANGEN van de DSP1124P. Het gaat hier om 6,3 mm klinker- en XLR­aansluitingen.
19
De twee UITGANGEN van de FEEDBACK DESTROYER PRO zijn ook als symmetrische klinker- en XLR-bussen uitgevoerd.
20
SERIENUMMER. Neemt u alstublieft even de tijd om ons de garantiekaart binnen 14 dagen na de aankoopdatum volledig ingevuld terug te sturen, aangezien u anders de uitgebreide garantie verliest. Of laat u zich eenvoudig online registreren (www.behringer.com).
21
De DSP1124P is vergaand voor MIDI toepassingen geschikt gemaakt. (Meer informatie vindt u in de Engels- en Duitstalige uitgebreide versie van de gebruiksaanwijzing.) Afgezien van de vanzelfsprekend aanwezige MIDI IN- en MIDI OUT-aansluitingen heeft u voor het overbrengen van MIDI-commandos nog een MIDI THRU-aansluiting ter beschikking.
22
ZEKERINGHOUDER / NETSPANNINGSELECTIE. Voordat u het apparaat met het stroomnet verbindt, dient u te controleren of het aangegeven voltage met de netspanning ter plaatse overeenkomt. Als er een zekering vervangen wordt, dient men absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 115 V om te kunnen schakelen. Let op: bij gebruik van het apparaat bij 115 V buiten Europa, dienen zekeringen met hogere waarden geplaatst te worden (zie paragraaf 1.1). Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het net aangesloten. Een bijpassende kabel wordt meegeleverd.
4. TOEPASSINGEN
Met het gebruik van de DSP1124P in de zaal- of in de monitorversterking zijn de enige twee mogelijke toepassingen voor het verwijderen van Feedback genoemd (zie par. 1.3).
Voordat we verdergaan, zijn er nog twee dingen waarop dringend gelet dient te worden:
+ De FEEDBACK DESTROYER PRO is niet op een directe microfoonaansluiting berekend!
Hiervoor kunnen we onze beproefde BEHRINGER SHARK DSP110 aanbevelen, omdat dit apparaat een eigen microfoonvoorversterker heeft.
+ Verkeerd geplaatste microfoons kan geen enkel apparaat corrigeren! Let u daarom bij het
neerzetten op de richtkarakterisitieken van de microfoons en op hun neiging, terugkoppelingen te veroorzaken.
4. TOEPASSINGEN
7
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
4.1 Het aansluiten van de FEEDBACK DESTROYER PRO in de monitorweg
Afb. 4.1: Het gebruik van de DSP1124P in de monitorweg
+ Vanwege de 2-kanaals-opbouw is de DSP1124P het ideale apparaat voor het gebruik met
twee monitorwegen. Wanneer u over vier monitorwegen beschikt, die allemaal vrij van terugkoppelingen moeten worden gehouden, raden wij aan een tweede DSP1124P te gebruiken.
+ Alle monitorwegen dienen altijd zoveel mogelijk Pre Fader te worden geschakeld. Alleen
zo gebeurt er niks met de monitormix als u iets aan de Frontmix verandert.
4.2 Het aansluiten van de FEEDBACK DESTROYER PRO in de zaalversterking
Omdat men alleen de storende, maar nooit de bewust opgewekte terugkoppelingen (bijv. van een elektrische gitaar) wil onderdrukken, dient de DSP1124P altijd in de feedback-gevoelige kanalen te worden ingezet. Zo kan bijv. een voor terugkoppelingen gevoelige zangmicrofoon via de betreffende kanaalinsert van de DSP1124P worden bewerkt.
Afb. 4.2: De FEEDBACK DESTROYER PRO in de kanaal- en subgroep-insert
+ Wanneer u een microfoonsignaal zowel door de DSP1124P als door een compressor vanaf
één enkele kanaalinsert laat bewerken, dan dient de FEEDBACK DESTROYER PRO altijd voor de compressor te worden ingezet: Op die manier wordt het signaal bij de insertbus afgetakt, doorloopt dan eerst de DSP1124P, daarna de compressor en gaat uiteindelijk weer terug naar de insertbus.
8
4. BEDIENINGSELEMENTEN
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
5. WERKEN MET PRESETS
Om de belangrijkste instellingen te kunnen opslaan, is de DSP1124P voorzien van tien programma­opslagplaatsen (Presets) en één Default-Preset. Alle bewerkingen kunnen worden opgeslagen, zodat elke Preset exact hersteld kan worden. Bij de hier gebruikte moderne schakeltechniek is een inwendige batterij niet meer nodig. De opgeslagen gegevens blijven daardoor bewaard, ook als u het apparaat uitzet. De Default­Preset (de aanduiding in het DISPLAY is -- ), dient als platvorm om eigen programmas op te kunnen opbouwen. Bij deze Preset staan alle filters in de parametrische EQ-mode (zie par. 2.2), hebben een bandbreedte van één octaaf, een frequentie van 500 Hz en een neutrale Gain (0 dB).
5.1 Presets oproepen
De FEEDBACK DESTROYER PRO heeft tien overschrijfbare Presets. Na het inschakelen van het apparaat wordt automatisch de laatste gebruikte Preset weer hersteld. Om een andere Preset op te roepen, kiest u met behulp van het JOG WHEEL het gewenste Preset-nummer. De Default-Preset zit voor het eerste progamma.
+ U moet weten, dat de FEEDBACK DESTROYER PRO een nieuw geselecteerde Preset pas na
ca. een seconde activeert. Het laden wordt door een punt rechts onder in het display aangegeven. Nadat de data geladen zijn, geeft de FEEDBACK DESTROYER PRO de Preset vrij en de punt verdwijnt. Deze korte signaalonderdrukking is ingebouwd, zodat niet direct elke Preset geactiveerd wordt wanneer het Jog Wheel de Presets snel doorloopt. Anders bestaat het risico dat er aan de audiouitgang van de DSP1124P nog Parameterflarden van verschillende Presets blijven hangen. De FEEDBACK DESTROYER PRO geeft u zo de zekerheid, dat er niet onbedoeld allerlei programmas geladen worden. Bovendien kunt u snel aan het JOG WHEEL draaien en heeft u toch genoeg tijd, doelbewust een bepaalde Preset te kiezen, zonder daarbij allerlei buurprogrammas te activeren.
5.2 Selectie van de werkmode van een filter
Elke mode wordt met twee letters aangeduid, die u na een druk op de FILTER MODE-toets op het display kunt aflezen. Dit zijn de mogelijkheden:
Display Mode
OF Off PA Parametrische EQ AU Auto
SI Single S hot
LO Locked
Tab. 5.1: Modes van de FEEDBACK DESTROYER PRO
Zoals gezegd kan de mode van elke filter worden veranderd: u drukt eerst op de FILTER SELECT-toets en bepaalt dan met het JOG WHEEL het nummer van het filter (1 tot 12). Daarbij kunt u met de twee ENGINE­toetsen bepalen, of u het linker audiokanaal (ENGINE L), het rechter audiokanaal (ENGINE R), of beide kana­len tegelijk wilt selecteren: Voor de laatste optie drukt u beide ENGINE-toetsen tegelijk in.
Nu drukt u op de FILTER MODE-toets en roept de gewenste mode met behulp van het JOG WHEEL op. De weergave van LO voor Locked geeft aan dat een filter, dat u vantevoren in de Single Shot-mode had gezet, reeds een Feedback onderdrukt. Zoals in paragraaf 2.4 al is uitgelegd, wordt dit filter dan automatisch in de Locked-mode gezet. U kunt het filter weer vrijgeven door het weer in de Single Shot-mode terug te zetten. Zodra er een nieuwe terugkoppeling wordt gevonden, zet de FEEDBACK DESTROYER PRO het tot dan toe verder op de oude frequentie actieve filter op dat moment naar de nieuw gevonden frequentie om. Wanneer u een filter uit de Auto- of Single Shot-mode naar de parametrische EQ-mode schakelt, worden alle parameter- waarden overigens aangehouden.
5. WERKEN MET PRESETS
9
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
+ Om te voorkomen dat er per ongeluk wordt omgeschakeld, wordt het wisselen van mode pas
na ca. een seconde actief. Om dit aan te geven verschijnt zolang een punt in de DISPLAY.
+ Wanneer de FILTER MODE- en de GAIN-toets tegelijk worden ingedrukt, kan men het inzetpunt
voor de activering van de Feedback-onderdrukking (Feedback-gevoeligheid) in het bereik van -3 tot -9dB met het JOG WHEEL bepalen.
5.3 Bewerken van filterparameters
+ Ter herinnering: de DSP1124P beschikt over tien overschrijfbare Presets. Elke Preset bestaat
uit twaalf filters per kanaal. Alle filters kunnen in verschillende modes worden geschakeld. Maar:
+ In de Single Shot- en Auto-mode kunnen de filterparameters niet bewerkt worden, maar alleen
worden opgeroepen. Bewerken is uitsluitend in de parametrische EQ-mode mogelijk:
Om handmatig veranderingen in een enkel filter door te kunnen voeren, dient het eerst in de werkmode parametrische EQ te worden gezet. Hiervoor houdt u de FILTER MODE-toets circa een seconde lang ingedrukt. Nu kan de frequentie na het indrukken van de FREQUENCY-toets worden aangepast. Al naar gelang welke frequentie voorgegeven is, licht er rechts naast het DISPLAY de weergave Hz of kHz op. Wanneer het filter bijvoorbeeld op een frequentie van 160 Hz was ingesteld, wordt dit numerisch in het DISPLAY en door middel van de weergave Hz aangegeven. Wanneer u deze frequentie tot 2700 Hz wilt verhogen, draait u het JOG WHEEL in de richting van de wijzers van de klok, tot de eerstvolgende ISO-frequentie (2,5 kHz) in het DISPLAY verschijnt en de weergave kHz oplicht. Met behulp van de FINE-toets kunt u deze waarde dan met een terts in stappen van 1/60 variëren. De bandbreedte (Q-factor) kan dan na het indrukken van de BANDWIDTH-toets in het bereik van 2 octaven tot op 1/60 octaaf worden ingesteld. Wanneer men op de GAIN­toets drukt, bestaat de mogelijkheid, een verhoging of verlaging van het uitgekozen filter door te voeren. Een + geeft hierbij een verhoging en een - een vermindering van de Gain-instelling aan.
+ Filters die in de Single Shot- of in de Auto-mode staan, kunt u trouwens in een parametrische
van de gevonden frequentie, met dezelfde kwaliteit en met 0 dB Gain omzetten, door de FILTER MODE-toets ca. een seconde lang ingedrukt te houden. Pas dan kunnen de filter­parameters worden bewerkt.
5.4 Opslaan
Altijd wanneer u veranderingen in een Preset wilt doorvoeren, wordt dit door het knipperen van de LED in de STORE-toets aangegeven. Alle veranderingen in de parametrische EQ-mode en de deactivering in de Off-mode van een filter kunnen altijd worden opgeslagen. Filters die in de Single Shot- of Auto-mode werken, stellen de benodigde parameters zelf in en slaan deze instellingen ook zelfstandig op. Bij het uitschakelen wordt deze opslag echter gewist. Om de opgeslagen gegevens te behouden, schrijft u de doorgevoerde veran­deringen altijd eerst naar een Preset:
Nadat de bewerkingen zijn doorgevoerd drukt u één keer op de STORE-toets, zodat de DISPLAYWEERGAVE begint te knipperen. Wanneer u de oorspronkelijke Preset wilt behouden, zoekt u nu eerst met behulp van het JOG WHEEL een andere Preset, dat u wel wilt overschrijven. Wanneer u daarna nog een keer op de STORE­toets drukt, wordt de bewerking in de geselecteerde Preset opgeslagen. Wanneer u de oorspronkelijke Preset wel wilt overschrijven, drukt u (na de bewerking) gewoon twee keer kort op de STORE-toets, om alle veranderingen op te slaan.
5.5 Terugzetten van de fabrieks-Presets
Houdt voor het inschakelen van de FEEDBACK DESTROYER PRO de FILTER SELECT- en de STORE-toets samen ingedrukt. Schakel de DSP1124P daarna in en houdt de twee toetsen daarbij nog ca. een seconde lang ingedrukt. Er vindt een countdown van de Preset-nummers plaats en de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zijn weer teruggezet.
10
5. WERKEN MET PRESETS
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
6. INSTALLATIE
6.1 Audioverbindingen
De audio-in- en uitgangen van de BEHRINGER FEEDBACK DESTROYER PRO zijn volledig symmetrisch opgebouwd. Wanneer de mogelijkheid bestaat met andere apparaten een symmetrische signaalvoering op te bouwen, kunt u daar het beste ook gebruik van maken, om een maximale stoorsignaalcompensatie te bereiken.
Afb. 6.1: Een overzicht van de verschillende stekkertypen
Afb. 6.2: De bedrading van een insert-kabel
6. INSTALLATIE
11
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
6.2 MIDI-aansluitingen
De MIDI-aansluitingen aan de achterkant van het apparaat zijn van de internationaal genormeerde 5-polige DIN-bussen voorzien. Om de FEEDBACK DESTROYER PRO met andere MIDI-apparatuur te kunnen verbinden heeft u een MIDI-kabel nodig. Normaliter worden de in de handel gebruikelijke, door de fabriek geproduceerde kabels gebruikt. Met een twee-aderige afgeschermde kabel (bijv. een microfoonkabel) en twee stevige 180-graads DIN-stekkers kunt u echter ook zelf een MIDI-kabel in elkaar solderen: Pin 2 (midden) = afscherming, Pin 4 en 5 (rechts en links van Pin 2) = binnengeleider, Pin 1 en 3 (de twee die aan de buitenkant liggen) blijven vrij. MIDI-kabels dienen niet langer dan 15 meter te zijn.
MIDI IN: dient voor de ontvangst van de MIDI-besturingsdata. Het ontvangstkanaal wordt in het SETUP-menu ingesteld.
MIDI THRU: Bij de MIDI THRU-bus kan het binnenkomende MIDI-signaal steeds worden afgenomen. Meerdere FEEDBACK DESTROYER PRO kunnen zo tot een keten worden verbonden.
MIDI OUT: Via MIDI OUT kunnen data aan een aangesloten computer of aan andere FEEDBACKDESTROYERPROs worden doorgestuurd. Doorgestuurd worden programmadata en status­gegevens voor de signaalverwerking.
7. PRESET-TABEL
Preset Filter 1 Filter 2 Filter 3 Filter 4 Filter 5 Filter 6 Filter 7 Filter 8 Filter 9 Filter 10 Filter 11 Filter 12
MONO: 9 Single Shot-filters + 3 Automatic-filters voor de onderdrukking van ruimteresonanties + terugkoppelingen.
1
LSISISISISISISISISIAUAUAU
RSISISISISISISISISIAUAUAU
2
LSISISISISISISIAUAUAUAUAU
RSISISISISISISIAUAUAUAUAU
3
L AUAUAUAUAUAUAUAUAUAUAUAU
R AUAUAUAUAUAUAUAUAUAUAUAU
4
Couple 125 Hz 160 Hz 200 Hz 250 Hz 315 Hz 400 Hz 500 Hz 630 Hz 800 Hz 1 k 1.25 k 1.6 k
5
Couple 40 Hz 63 Hz 100 Hz 160 Hz 250 Hz 400 Hz 630 Hz 1 k 1.6 k 2.5 k 4 k 6.3 k
6
L SI SI SI AU AU AU AU AU PA def PA def PA def PA def
R SI SI SI SI SI AU AU AU PA def PA def PA def PA def
MONO: Voorbeeld m.b.t. de onderdrukking van terugkoppelingen, links voor mobiele en rechts voor stationaire
7
LSISISISISISISISIPA defPA defPA defPA def
RSISISISISISISISIPA defPA defPA defPA def
8
Couple PA PA PA def PA def SI SI SI SI SI SI SI SI
40 Hz 80 Hz 1 oct. 1 oct.
-8 dB -4 dB
STEREO: Parametrische EQ met de 12 ISO-frequenties met 1/3 octaaf bandbreedte en 0 dB Gain.
STEREO: Parametrische EQ met de 12 ISO-frequenties met 2/3 octaaf bandbreedte en 0 dB Gain.
MONO: Parametrische + Single Shot-filters. Een goede Start-Preset voor het instellen van de monitorwegen.
STEREO: FOH-EQ. 4 parametrische filters (hoogdoorlaat in de filters 1 en 2) + 8 Single Shot-filters.
MONO: 7 Single Shot-filters en 5 Automatic-filters voor het gebruik in de monitorweg.
MONO: 12 filters in de Automatic-mode zoeken en onderdrukken terugkoppelingen.
microfoons.
De kanalen bevinden zich in de Couple-mode.
12
9
L, RSISISISISISISIAUAUPAPAPA
SI SI SI SI SI SI SI AU AU PA PA PA
10
Couple SI SI SI SI SI SI SI AU AU PA PA PA
MONO: vrij.
STEREO: vrij.
Tab. 7.1: Preset-tabel
7. PRESET-TABEL
FEEDBACK DESTROYER PRO DSP1124P
8. TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIOINGANGEN
Aansluitingen XLR- en 6,3 mm stereoklinkeraansluiting Type HF-ontstoorde, servo-gesymmetreerde ingang Ingangsimpedantie 60 kW symmetrisch, 30 kW asymmetrisch Nominaal ingangsniveau -10 dBV tot +4 dBu (instelbaar) Max. ingangsniveau +16 dBu bij +4 dBu nominaal niveau, +2 dBV bij -10 dBV nominaalniveau
AUDIOUITGANGEN
Aansluitingen XLR- en 6,3 mm stereoklinkeraansluiting Type elektronisch gestuurde, servo-gesymmetreerde uitgang Uitgangsimpedantie 60 W symmetrisch, 30 W asymmetrisch Max. uitgangsniveau +16 dBu bij +4 dBu nominaal niveau, +2 dBV bij -10 dBV nominaal niveau
SYSTEEMGEGEVENS
Frequentiekarakteristiek 20 Hz tot 20 kHz, +/- 3 dB Ruisafstand > 94 dB, ongewogen, 20 Hz tot 20 kHz THD 0,0075 % typ. @ +4 dBu, 1 kHz, versterking 1 Overspraak < -76 dB
MIDI-INTERFACE
Type 5-polige DIN-bussen IN / OUT / THRU
DIGITALE VERWERKING
Omvormer 24-bits sigma-delta, 64/128-voudige Oversampling Aftastsnelheid 46,875 kHz
DISPLAY
Type 2 1/2-cijferige numerische LED-weergave
STROOMVOORZIENING
Netspanning USA/Canada 120 V ~, 60 Hz
U.K./Australia 240 V ~, 50 Hz Europe 230 V ~, 50 Hz
Universeel exportmodel 100 - 120 V ~, 200 - 240 V ~, 50 - 60 Hz Netbelasting max. 15 W Zekering 100 - 120 V ~: T 200 mA H
200 - 240 V ~: T 100 mA H Aansluiting op het net Standaard-apparaataansluiting
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H * B * D) 1 3/4" (44,5 mm) * 19" (482,6 mm) * 7 1/2" (190,5 mm) Gewicht ca. 2 kg Transportgewicht ca. 3 kg
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteitsstandaard en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door. De technische gegevens en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het apparaat afwijken.
8. TECHNISCHE GEGEVENS
13
Loading...