LET OP:Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar
voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen
te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door
bevoegde personen uitgevoerd te worden.
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand of elektrische schokken te
beperken, dient u te voorkomen dat dit apparaat
wordt blootgesteld aan regen en vocht. Het
apparaat mag niet worden blootgesteld aan
neerdruppelend of opspattend water en er mogen
geen met water gevulde voorwerpen zoals een
vaas op het apparaat worden gezet.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde
gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig
is deze spanning is voldoende om gevaar voor
elektrische schok op te leveren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedieningsen onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende
documenten. Wij vragen u dringend de handleiding
te lezen.
DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ:
1) Lees deze voorschriften.
2) Bewaar deze voorschriften.
3) Neem alle waarschuwingen in acht.
4) Volg alle voorschriften op.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te
bedekken. Plaats en installeer het volgens de voorschriften van de fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt
van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken
(ook versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of
aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een
polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een
breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft
twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding.
Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor
uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw
stopcontact passen, laat het contact dan door een
elektricien vervangen.
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding
gelopen kan worden en dat het niet wordt samengeknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt
waar ze het apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespecificeerd toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met
de wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die
door de producent is aangegeven, of die in combinatie
met het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een
wagen dient men voorzichtig te zijn bij het verrijden van
de combinatie wagen/apparaat en letsel door vallen te
voorkomen.
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en
®
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden
zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is
geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of stekker is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in
terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid
heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer
het is gevallen.
15) WAARSCHUWING Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrische schokken te
beperken, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan,
tenzij u daarvoor gekwalificeerd bent.
REFERENCE AMPLIFIER A500
1. INLEIDING
Met de REFERENCE AMPLIFIER A500 hebt u een versterker
gekocht met High End kwaliteit. Dit toestel werd voor het
professionele gebruik in opnamestudios ontwikkeld, maar
beschikt gelijktijdig over voldoende vermogen om ook kleinere
live optredens van geluid te voorzien. Zijn omvangrijke
mogelijkheden maken de versterker tot een betrouwbaar en
veelzijdig bestanddeel van uw equipment.
De A500 beschikt over speciale schakelingen die uw
luidspreker beschermen tegen inschakelgeluiden en de eindtrap
zelfs tegen oververhitting. Zelfs in geval van een kortsluiting aan
de uitgangen is de eindtrap niet in gevaar.
De verschillende bedrijfsmodi van deze eindtrap (stereo- of
monobrugfunctie) bieden veelvuldige mogelijkheden om effectief
te werken met uw audio-installatie en vervullen alle wensen.
Symmetrische in- en uitgangen
De BEHRINGER A500s beschikken over elektronisch servogesymmetreerde in- en uitgangen (uitzondering: de cinchbussen
en zijn alleen voor een onsymmetrische aansluiting
geschikt). De automatische servofunctie herkent asymmetrische
aansluitingen en schakelt het nominale niveau intern om, zodat
er geen niveauverschillen optreden tussen het in- en het
uitgangssignaal (6-dB-correctie).
+ De volgende handleiding laat u als eerste met de
bedieningselementen van het apparaat kennis maken, zodat u alle functies leert kennen. Bewaart u
de handleiding na lezing alstublieft zorgvuldig, zodat
u deze altijd bij de hand heeft, wanneer u nog eens
iets wilt overlezen.
1.1 Voordat u begint
1.1.1 Levering
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de A500 in de
fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht de doos desondanks
beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct of de buitenkant van
het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
+ Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen
NIET aan ons terug, maar neemt u dringend eerst
contact op met uw dealer en het transportbedrijf,
aangezien elke aanspraak op vergoeding anders
teniet kan worden gedaan.
+ Gebruik alsjeblieft de originele doos om schade bij
opslag en verzending te vermijden.
+ Laat zonder toezicht geen kinderen met het
apparaat of verpakkingsmateriaal omgaan.
+ Neem alsjeblieft de milieuvoorschriften in acht bij
het weggooien van het verpakkingsmateriaal.
1.1.2 Installatie
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet de A500
niet op een eindtrap of in de buurt van een verwarming neer, om
oververhitting van het apparaat te voorkomen.
+ Wanneer het apparaat op een andere netspanning
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te
worden geplaatst. De specificaties vindt u in het
hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
+ Defecte zekeringen dienen absoluut door
zekeringen van de juiste waarde te worden
vervangen! De specificaties vindt u in het hoofdstuk
TECHNISCHE GEGEVENS.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel
met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
+ Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in
geen geval de aarding van de apparaten c.q. de
netkabel te verwijderen of onklaar te maken. Het
toestel met altijd met een intacte aarddraad aan
het stroomnet aangesloten zijn.
OPGEPAST!
+ Wij maken er u attent op dat een hoog
geluidsvolume het gehoor en/of de luidsprekers
kan beschadigen. Draai de twee volumeregelaars
van de eindtrap tot aan de linkeraanslag, alvorens
het toestel in te schakelen. Let steeds op een
aangepast geluidsvolume.
1.1.3 Online-registratie
Registreer uw nieuw BEHRINGER-apparaat na aankoop zo snel
mogelijk op onze website www.behringer.com (respectievelijk
www.behringer.nl) en lees de garantievoorwaarden aandachtig
door.
BEHRINGER geeft een jaar* garantie, gerekend vanaf de
aankoopdatum, op materiaal- en productiefouten. De volledige
garantievoorwaarden kun je nalezen op onze website
www.behringer.com (of op www.behringer.nl).
Mocht uw product van BEHRINGER defect raken, willen wij
het zo snel mogelijk repareren. Neemt in dat geval direct contact
op met de BEHRINGER-leverancier waar u het apparaat gekocht
heeft. Als uw BEHRINGER-leverancier niet bij u in de buurt
gevestigd is, kunt u ook direct contact opnemen met een van
onze vestigingen. Op de originele verpakking van het apparaat
vindt u een lijst met de adressen van onze BEHRINGER-vestigingen
(Global Contact Information/European Contact Information). Als
er voor uw land geen contactadres vermeld is, kunt u contact
opnemen met de dichtstbijzijnde importeur. Onder het kopje
Support op onze website www.behringer.com kunt u ook de
contactadressen vinden.
Als uw apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons
geregistreerd is, wordt het afhandelen van uw garantieaanspraken
aanmerkelijk eenvoudiger.
Hartelijk dank voor uw medewerking!
* Voor klanten binnen de Europese Unie kunnen er hiervoor
andere bepalingen geldig zijn. Verdere informatie is voor EUklanten via de BEHRINGER Support Deutschland verkrijgbaar.
+ Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit,
dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat
op de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. Uw apparaat is op de naast deze markeringen
staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld
door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet
voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een
netspanning van 120 V zijn ontworpen!
1. INLEIDING
3
REFERENCE AMPLIFIER A500
2. BEDIENINGSELEMENTEN
2.1 Voorzijde
2543
1
Afb. 2.1: De bedieningselementen op de voorzijde
Met de POWER-schakelaar zet u de RX1602 aan. De
POWER-knop dient in de positie uit (niet ingedrukt) te staan
op het moment dat het apparaat op het stroomnet aansluit.
De POWER-LED geeft licht zodra u het toestel inschakelt.
+ Let op: De POWER-schakelaar schakelt de stroom-
voorziening bij het uitzetten niet volledig uit. Trek
daarom de kabel uit het stopcontact wanneer u het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
+ Het wordt aanbevolen de eindtrappen altijd als
laatste schakel in de ketting in te schakelen, daar
sommige andere toestellen in de signaalweg bij
het inschakelen sterke impulsen verwekken, die
dan overeenkomstig versterkt bij de luidsprekers
aankomen en deze in bepaalde gevallen kunnen
beschadigen. Omgekeerd moet u de eindtrappen
ook altijd eerst uitschakelen.
Ieder kanaal bezit een volumeregelaar, waarmee u de
eindversterking van de A500 kunt instellen. De twee
volumeregelaars moeten volledig naar links gedraaid zijn,
wanneer u het toestel in- of uitschakelt. Indien er toch eens
voor het inschakelen een ingangssignaal voorhanden is,
blijft u zo voor onaangename verrassingen verschoond.
2.2 Achterzijde
9
1011 1267
De PROT-LED geeft licht, wanneer de veiligheidsstroomkring de luidsprekeruitgang stilgeschakeld heeft. Indien dit
het geval is, gelieve onmiddellijk de A500 uit te schakelen.
+ De veiligheidsstroomkring reageert, als de versterker te
heet wordt. Laat de A500 dus iets afkoelen alvorens weer
te activeren. Controleer bovendien, of de koellichamen
voldoende vrije ruimte hebben om aan hun functie te kunnen
voldoen.
De hoogprecieze vermogenindicaties van de A500 geven
u op elk moment informatie over de modulatie van uw
eindtrap.
De CLIP-LED geeft licht, wanneer de eindtrap van het
signaalniveau overstuurd wordt; dit kan tot waarneembare vervormingen leiden. Reduceer in dit geval het
ingangsniveau tot op een aangepaste hoogte, totdat de
LED geen licht meer geeft.
+ Indien de CLIP-LED verder continu licht geeft,
controleer dan de kabelverbindingen naar de
luidsprekers, daar er eventueel een kortsluiting
aan de luidsprekeruitgang is.
813
Afb. 2.2: De bedieningselementen en aansluitingen op de achterzijde
CHANNEL INPUT 1 (MONO). Sluit hier de signaalbron
aan, waarvan de uitgangssignalen door de A500 moeten
worden versterkt.
4
2. BEDIENINGSELEMENTEN
+ Gelieve telkens maar één van de drie ingangs-
bussen te gebruiken!
Sluit hier dus een uitgang van uw mengpaneel, van een
hifi-voorversterker of van een andere signaalbron aan.
REFERENCE AMPLIFIER A500
Ons rack-mengpaneel EURORACK PRO RX1602 biedt u
met acht symmetrische stereokanalen, die ook mono te
gebruiken zijn, de ideale mogelijkheden om het niveau aan
te passen en de bronselectie te schakelen.
De aansluitingen zijn voor beide kanalen telkens in cinchXLR- en 6,3-mm-stereoklinkenformaat uitgevoerd. De cinchingangen zijn geconstrueerd voor de verbinding met
toesteluitgangen, die een onsymmetrisch signaal met een
line-niveau van -10 dBV beschikbaar stellen. Daar deze
ingangen gevoeliger zijn dan andere, kunt u hier bijv. een
cd-speler of een DAT-recorder direct aansluiten. Natuurlijk
is deze ingang ook voor het aansluiten van mengpanelen
e.d. geschikt.
De XLR- en 6,3-mm-stereoklinkenaansluitingen zijn
symmetrisch bedraad, maar kunnen natuurlijk eveneens
onsymmetrisch worden bezet. De gevoeligheid bedraagt
hier +4 dBu (zie ook hoofdstuk 4).
Principieel moet u de voorkeur geven aan het symmetrische
gebruik om een optimale storingsongevoeligheid te bereiken.
De ingangen mogen om veiligheidsredenen niet parallel
worden gebruikt. Indien toch gelijktijdig cinch- en klinkeningangen worden bezet, wordt de cinchingang prioritair
behandeld, terwijl het andere signaal stilgeschakeld wordt.
+ Wanneer u de A500 in monobrugfunctie wilt
gebruiken, gebruik dan uitsluitend één van de
ingangen van kanaal 1!
CHANNEL INPUT 2. Dit zijn de ingangen van de A500 voor
kanaal 2.
De STEREO/BRIDGED MONO-schakelaar dient om tussen
de twee bedrijfsmodi van de A500 te schakelen.
+ Gelieve de A500 uit te schakelen met behulp van de
POWER-schakelaar, alvorens van bedrijfsmodus te
veranderen. Het losmaken en aansluiten van de
luidsprekerverbindingen mag alleen worden
uitgevoerd bij een uitgeschakeld toestel!
3. TOEPASSINGSVOORBEELDEN
3.1 Stereofunctie
In deze bedrijfsmodus werken de twee kanalen van de eindtrap
onafhankelijk van elkaar met een afzonderlijk ingangssignaal.
Aan de uitgangen moeten er passieve luidsprekerboxen worden
aangesloten, bij voorkeur studiomonitors van uitstekende
kwaliteit, bijv. de BEHRINGER TRUTH B2031P. Zet de STEREO/
BRIDGED MONO-schakelaar op STEREO om deze
bedrijfsmodus te activeren.
+ Gelieve de A500 uit te schakelen met behulp van de
POWER-schakelaar, alvorens van bedrijfsmodus te
veranderen.
+ Let op de minimale lastimpedantie van 4 ohm per
kanaal in stereofunctie.
OUTPUT 1, OUTPUT 2 en BRIDGED MONO: Dit zijn de
luidsprekeraansluitingen van de A500 in 6,3-mm-monoklinkenformaat. Gelieve alleen de uitgang BRIDGED MONO
te gebruiken in de monobrugfunctie.
+ Gelieve de minimale lastimpedantie van 4 ohm per
kanaal in stereofunctie in acht te nemen. In
monobrugfunctie moet er een luidspreker van ten
minste 8 ohm impedantie worden aangesloten.
Alternatief tot de klinkenbussen kunt u ook de kabelklemmen
voor het aansluiten van de luidsprekerkabels gebruiken.
Let erop dat u in de monobrugfunctie de luidspreker met de
twee middelste aansluitingen verbindt - zoals op het toestel
wordt weergegeven.
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat
met het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of het
aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning ter
plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient men
absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige apparaten
kan de zekeringhouder in twee verschillende posities worden
ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om te schakelen. Let
op: Bij gebruik van het apparaat bij 120 V buiten Europa, dienen
er zekeringen met hogere waarden geplaatst te worden.
Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het
stroomnet aangesloten. Een geschikt netkabel zit bij de
levering inbegrepen.
sBi-amp-bedrijf, met de bassen aan kanaal 1 en de hoogtes
aan kanaal 2
3.2 Monobrugfunctie
In deze bedrijfsmodus worden de spanningen van de twee
kanalen samengevoegd en naar één luidspreker geleid. Daardoor
ontstaat een dubbele spanning, een verviervoudiging van de
topprestatie en een ca. drievoudig ononderbroken uitgangsvermogen van een individueel kanaal. In de monobrugfunctie
worden de ingang en de gainregelaar van kanaal 1 gebruikt. De
bedieningselementen van kanaal 2 worden in deze bedrijfsmodus
niet gebruikt. OPGEPAST: Om uitdovingen door interne
fase-invertering te vermijden, moet de GAIN-regelaar
van kanaal 2 tot aan de linkeraanslag worden gedraaid!
3. TOEPASSINGSVOORBEELDEN
5
REFERENCE AMPLIFIER A500
Gebruik deze bedrijfsmodus om aan het vermogen van beide
kanalen één enkele last van 8 Ohm ter beschikking te stellen. Zet
daarvoor de STEREO/BRIDGED MONO-schakelaar op
BRIDGED MONO.
De luidspreker verbindt u uitsluitend met de BRIDGED MONObus of met de twee middelste aansluitklemmen .
+ Gelieve de A500 uit te schakelen met behulp van de
POWER-schakelaar, alvorens van bedrijfsmodus te
veranderen.
+ Gelieve de minimale lastimpedantie van 8 Ohm in
de monobrugfunctie in acht te nemen.
versterker, vooral bij een mobiel gebruik. Vergewis u dat er
voldoende koele lucht in het rack kan geraken, vooral wanneer
andere toestellen eveneens warmte produceren. Wegens het
gewicht raden wij aan het toestel onderaan in het rack in te
bouwen. Indien er meerdere eindtrappen in het rack worden
ondergebracht, moet u tussen de toestellen een beetje plaats
laten (ca. 1 HE) om voldoende koeling te garanderen.
+ De A500 bezit grote koellichamen aan de zijstukken
van de behuizing, die een veilig functioneren
garanderen. Blokkeer nooit de luchttoevoer naar
deze koelelementen, daar hitte de bouwelementen
schaadt. De veiligheidsuitschakeling van de eindtrap
beschermt deze wel tegen beschadigingen door
overmatige interne temperaturen, maar controleer
toch de opstellingsplaats van de eindtrap en de
kabelverbindingen indien de veiligheidsuitschakeling
dikwijls reageert.
4.2 Aansluitingen
Ingangen
Indien u de XLR-aansluitingen voor onsymmetrische ingangssignalen wenst te gebruiken, verbind dan de ongebruikte pin van
de XLR-stekker (pin 3) met massa. Bij monoklinkenstekkers is er
geen verandering nodig (zie ook hoofdstuk 4.3).
+ Indien u storingssignalen zoals ruisen of sissen
hoort, wordt aangeraden de versterkeringang van
de bron te scheiden. Zo kan worden vastgesteld,
of de stoorgeluiden van voorgeschakelde toestellen stammen. Let er in elk geval op dat de
versterking van beide kanalen naar beneden wordt
geregeld (volumeregelaar tot aan linkeraanslag)
voor de inbedrijfstelling , daar anders uw luidspreker kan worden beschadigd.
Afb. 3.2: Monobrugfunctie
+ Wanneer de eindtrap gedurende een langere
periode overstuurd wordt, kan de versterker voor
enkele seconden stilschakelen. Let steeds op een
aangepast volumeniveau om oversturingen te
vermijden.
Voorzorgsmaatregelen voor de
monobrugfunctie
Tussen de uitgangsaansluitingen van de A500 ligt er
een uitgangsspanning van max. 60 volt RMS. Neem
daarom in elk geval alle veiligheidsmaatregelen bij het
aansluiten van uw luidspreker in acht.
De monobrugfunctie stelt hoge eisen aan versterker en
luidspreker. Een overmatige oversturing kan leiden tot
stilschakelen van de versterker of tot beschadigingen
aan de luidspreker. Vergewis u in elk geval dat uw
luidspreker (ten minste 8 Ohm) en de bedrading
overeenkomstig hoge prestaties kunnen verwerken.
4. INSTALLATIE
4.1 Montage in een rack
De REFERENCE AMPLIFIER A500 kan in een 19"-rack worden
ingebouwd en heeft 2 hoogte-eenheden nodig. Gebruik vier
bevestigingsschroeven en onderlegplaatjes voor de montage
aan de voorzijde. Ondersteun ook de achterzijde van de
Uitgangen
De A500 biedt u meerdere uitgangsaansluitingen: twee 6,3mm-monoklinkenbussen en twee paar contactveilige klemschroeven. Bijkomend tot de twee 6,3-mm-monoklinken-bussen
voor de individuele kanalen bezit de A500 een extra 6,3-mmklinkenuitgang voor de monobrugfunctie.
+ Gebruik indien mogelijk korte luidsprekerkabels
met een hoge doorsnede om vermogensverlies te
verhinderen. Leg geen uitgangskabels naast de
ingangskabels.
Bij gebruik van aansluitklemmen moet u erop letten dat het
kabeleinde niet te ver afgestript is en volledig wordt ingevoerd,
zonder dat er niet-geïsoleerde draad zichtbaar blijft.
Kabelklemschoenen moeten geïsoleerde klemmen bezitten om
het gevaar van elektroshocks te vermijden. In de monobrugfunctie
gebruikt u de middelste twee aansluitklemmen. Let bovendien op
de juiste polariteit.
+ OPGEPAST! Indien er aan de aansluitklemmen niet-
geisoleerde kabeleinden zichtbaar zijn, mag de
versterker niet worden gebruikt, daar er gevaar
van elektroshocks bestaat.
Netaansluiting
Sluit de A500 alleen op de juiste spanning aan, die op het
toestel wordt vermeld. Een aansluiting op de verkeerde
netspanning kan uw versterker beschadigen (zie ook hoofdstuk
2, punt SMELTPATROONHOUDER/SPANNINGSKEUZE).
Controleer alle kabelverbindingen en draai de versterking uit,
voor u het toestel inschakelt.
6
4. INSTALLATIE
REFERENCE AMPLIFIER A500
4.3 Audioverbindingen
Voor de verschillende toepassingen heeft u een grote
hoeveelheid verschillende kabels nodig. De volgende afbeeldingen geven aan hoe deze kabels eruit moeten zien. Gebruikt
u alstublieft altijd kabels van goede kwaliteit.
Afb. 4.1: XLR-verbindingen
Afb. 4.2: 6,3-mm-monoklinkenstekker
Afb. 4.3: 6,3-mm-stereoklinkenstekker
Afb. 4.4: Onsymmetrische aansluiting via cinch-
verbindingskabel
5. TECHNISCHE GEGEVENS
UITGANGSVERMOGEN
beide kanalen in bedrijf:
4 Ω per kanaal230 W
8 Ω per kanaal160 W
monobrugfunctie:
8 Ω500 W
VERVORMINGSFACTOR< 0,01%
FREQUENTIEGANG10 Hz - 25 kHz, +0/-1 dB
OVERSPRAAKtypisch 85 dB @ 1 kHz
RUISEN-100 dB, 20 Hz - 20 kHz,
ongewogen
VERSTERKING25-voudig (28 dB)
FUNCTIEREGELAARgainregelaar (kanalen 1 en 2)
SCHAKELAARPOWER-schakelaar; STEREO/
BRIDGED MONO-schakelaar
LED-INDICATIES
modulatie-indicatie-30 tot 0 dB, Clip
veiligheidsstroomkringPROT-LED, geel
AUDIO-INGANGEN
typessymmetrische XLR- en
6,3-mm-stereoklinkenbussen,
cinchbussen
impedantie10 kΩ (onsymmetrisch),
10 kΩ (symmetrisch)
INGANGSGEVOELIGHEID
V RMS (@ 4 Ω)XLR- en 6,3-mm-stereoklinken-
bussen: 1,3 V (+4,5 dBu)
cinchbussen:
320 mV (-10 dBV)
120/230 V~, 50 - 60 Hz
Netbelastingmax. 3,6 A 230 V / 6,5 A 120 V
Zekering100 - 120 V~: T 10 A H 250 V
200 - 240 V~: T 5 A H 250 V
Aansluiting op het netStandaard-apparaataansluiting
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (B x T x H)ca. 482,6 mm x 257,5 mm x
101,6 mm
Gewichtca. 8,4 kg
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen
zonder voorafgaande aankondiging door. Technische data en uiterlijke kenmerken kunnen
daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken.
5. TECHNISCHE GEGEVENS
7
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.