BAUKNECHT WAPC ZEN 98545 CD Use & Care [nl]

Gezondheid & Veiligheid, Gebruiksaanwijzing en Installatiegids
www.bauknecht.eu/register
NEDERLANDS ................................p 3
2
NL
NEDERLANDS
GEZONDHEID & VEILIGHEID, GEBRUIKSAANWIJZING en INSTALLATIEGIDS
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op
www.bauknecht.eu/register
Sommario
VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN ................................................................ 5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ...............................................................5
MILIEUTIPS ................................................................................. 9
CONFORMITEITS VERKLARING ...............................................................10
PRODUCTBESCHRIJVING ....................................................................11
APPARAAT ...........................................................................................11
WASMIDDELDOSEERBAKJE ...........................................................................11
BEDIENINGSPANEEL ..................................................................................12
TECHNISCHE GEGEVENS VOORWATERAANSLUITING ..................................................13
DEUR ................................................................................................14
TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar) .........................................................14
ACCESSOIRES ........................................................................................14
GEBRUIK VAN HETAPPARAAT ...............................................................15
EERSTE GEBRUIK .....................................................................................15
DAGELIJKS GEBRUIK ..................................................................................16
SORTEREN VAN HET WASGOED ............................................................................................16
GEBRUIK VAN DE WASMACHINE ...........................................................................................17
PROGRAMMA'S EN OPTIES ...........................................................................20
3
FUNCTIES ............................................................................................28
INDICATO REN .......................................................................................30
FUNCTIE AUTO DOSERING: AUTOMATISCHE DOSERING WASMIDDEL / WASVERZACHTER ...............31
AUTO DOSERING / EERSTE GEBRUIK ...................................................................32
AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK ...............................................................36
BESPAARTIPS ........................................................................................37
ONDERHOUD EN REINIGING .................................................................38
DE BUITENKANT VAN DE WASMACHINEREINIGEN .....................................................38
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN ............................................................39
DE MAZENFILTERS IN DE WATERTOEVOERSLANG REINIGEN ............................................40
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE SCHOONMAKEN ......................................................41
HET WATERFILTER REINIGEN / RESTWATERAFPOMPEN .................................................43
TRANSPORT EN BEHANDELING .......................................................................45
PROBLEEMOPLOSSING ......................................................................46
DEUR – HOE TE OPEN BIJ EEN STORING, OMDE WAS ER UIT TE HALEN
(alleen beschikbaar op bepaalde modellen) ...........................................................51
KLANTENSERVICE ....................................................................................52
Installatiehandleiding ................................................................................53
4
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
NL
UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN ANDEREN IS ERG BELANGRIJK.
Deze handleiding en het apparaat zelf zijn voorzien van belangrijke veiligheidsaanwijzingen, die te allen tijde moeten worden gelezen en opgevolgd.
Dit is het veiligheidswaarschu­wingssymbool. Dit symbool maakt u attent op mogelijke gevaren die uen anderen kunnen doden of verwonden. Alle veiligheidsberichten volgen het veiligheidswaar­schuwingssymbool en het woord GEVAAR of WAARSCHUWING. Dezewoorden betekenen:
GEVAAR
Geeft een gevaarlijke situatie aan, die ernstig letsel veroorzaakt als deze niet wordt vermeden.
Alle veiligheidsberichten geven het mogelijke gevaar aan en geven aan hoe het risico op letsel, schade en elektrische schokken voortvloeiend uit het onjuiste gebruik van het apparaat beperkt kan worden. Houdustrikt aan de volgende aanwijzingen. Het niet naleven van deze instructies kan risico's met zich meebrengen. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of letsel aan personen of dieren die/dat veroorzaakt is door het niet in acht nemen van bovenstaand advies en de voorzorgsmaatregelen.
Bewaar deze instructies dicht bij de hand voor toekomstige raadpleging.
Geen ontplofbare stoen zoals spuitbussen opslaan en geen benzine of andere brandbare materialen gebruiken in of in de buurt van het apparaat: alshet apparaat onbedoeld inwerking zou worden gesteld, kan er band ontstaan.
apparaat kunnen klauteren en vast komen te zitten. Laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een mogelijke bron van gevaar voor kinderen is.
Verwijderen van de transportschroeven. De wasmachine is uitgerust met transportschroeven, om mogelijke interne schade tijdens het vervoer te voorkomen. Voordat u de machine in gebruik neemt moeten detransportschroeven verwijderd worden. Dek de openingen af met de 4bijgesloten plastic doppen. Open de deur nooit met kracht en ga er niet op staan.
BEOOGD GEBRUIK VAN HET PRODUCT
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Professioneel gebruik van het apparaat is verboden. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor oneigenlijk gebruik van het apparaat of onjuiste instelling van de bedieningsknoppen.
WAARSCHUWING
Geeft een gevaarlijke situatie aan, die ernstig letsel zou kunnen veroorzaken als deze niet wordt vermeden.
Bij het afdanken van het apparaat dient u het onbruikbaar te maken door de stroomkabel af te snijden en de deuren en schappen te verwijderen (indien aanwezig), zodat kinderen niet in het
Het is niet de bedoeling dat het apparaat in werking gesteld kan worden met een externe timer of met een afzonderlijke afstandsbediening.
5
Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor wasgoed dat geschikt is om in een wasmachine gewassen te worden in hoeveelheden die gebruikelijk zijn in een privé huishouden.
INSTALLATIE
Installatie en reparaties moeten worden uitgevoerd door een gespecialiseerd monteur, volgens de instructies van de fabrikant en in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat, behalve als dit expliciet aangegeven wordt inhet gebruikshandleiding.
Gebruik beschermende handschoenen voor het uitpakken en installeren.
Het apparaat moet worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet voordat u installatiewerkzaamheden uitvoert.
Het apparaat alleen activeren als de installatie is voltooid.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of deze tijdens het transport geen beschadigingen heeft opgelopen. Neem in geval van problemen contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde Consumenten Service.
Zorg er tijdens de installatie voor dat het apparaat het netsnoer niet beschadigt. Het apparaat moet door twee of meer personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Controleer bij de installatie van het apparaat of de vier pootjes stevig op de vloer rusten, stel ze naar wens af en controleer of het apparaat exact horizontaal staat en gebruik hiervoor een waterpas.
Verwijder de bescherming aan de onderkant door de wasmachine te kantelen en te draaien op een bodemhoek aan de achterkant. Zorgervoor dat het plastic deel van de bescherming aan de onderkant (indien beschikbaar op uw model) inde verpakking blijft en niet aan de onderkant van de machine zit. Dit is belangrijk omdat het plastic deel anders de wasmachine kan beschadigen tijdens de operatie.
Indien het apparaat voor aevering is blootgesteld aan lage temperaturen, laat het apparaat dan eerst even op kamertemperatuur komen voordat u het in gebruik neemt.
Uw apparaat niet installeren daar waar het kan worden blootgesteld aan extreme omstandigheden, zoals slechte ventilatie, temperatuur beneden 5 °C of boven 35 °C. Bij houten of zogenaamde "zwevende" vloeren (bijvoorbeeld bepaalde parket-
of laminaatvloeren) moet het apparaat op een stevig aan de vloer bevestigde hardboard plaat van 60 x 60cm en met een minimale dikte van 3 cm worden geplaatst.
Gebruik alleen nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Oudeslangen mogen niet meer worden gebruikt en moeten worden weggegooid.
Verplaats het apparaat zonder dit aan het bovenblad op tetillen.
Sluit de watertoevoerslang(en) op de waterleiding aan, volgens de voorschriften van het Waterleidingbedrijf.
Voor modellen die alleen zijn bestemd voor koud water: Niet op de warmwatervoorziening aansluiten. Voor modellen met warmwatertoevoer: detemperatuur van de warmwatertoevoer mag niet hoger zijn dan 60°C.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de onderkant van de wasmachine (indien aanwezig op uw model) niet worden geblokkeerd door tapijt of ander materiaal.
De waterdruktoevoer moet tussen het 0,1-1 MPa bereik vallen.
Als u een droger bovenop uw wasmachine wilt plaatsen, neem dan eerst contact op met de Consumentenservice
6
NL
of met uw speciaalzaak om te veriëren of dit mogelijk is. Dit is alleen toegestaan als de droger door middel van een daarvoor bestemde stapelset op de wasmachine wordt bevestigd; deze set is verkrijgbaar bij de Consumentenservice of uwspeciaalzaak.
ELEKTRISCHE WAARSCHUWINGEN
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de netspanning in uwwoning. Het bereik van de stroomtoevoer wordt aangegeven op het typeplaatje.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
Om ervoor te zorgen dat de installatie voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften is een multipolaire schakelaar met een afstand van minstens 3 mm benodigd.
Een beschadigd netsnoer moet door een soortgelijk exemplaar worden vervangen. De stroomkabel mag alleen worden vervangen door een gespecialiseerd technicus, in overeenstemming met de aanwijzingen van de fabrikant en in naleving van de geldende veiligheidsnormen. Neem contact op met een erkend Servicecentrum.
Na de installatie mogen de elektrische onderdelen niet meer toegankelijk zijn voor degebruiker.
Het netsnoer van het apparaat moet lang genoeg zijn om het apparaat vanuit de inbouwpositie in het meubel te kunnen aansluiten op het stopcontact van denetvoeding.
Gebruik geen verlengsnoeren.
Trek niet aan het netsnoer.
Gebruik niet meerdere stekkeradapters indien het apparaat met een stekker is uitgerust.
Voor apparaten voorzien van een stekker, als de stekker niet geschikt voor uw wandcontactdoos is, contact opnemen met een gekwaliceerde technicus.
Raak het apparaat niet aan met vochtige lichaamsdelen en gebruik het niet op als u op blote voeten loopt.
Gebruik het apparaat niet als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als het apparaat niet goed werkt of als het beschadigd of gevallen is. Dompel het netsnoer of de stekker niet onder in water. Houd het snoer uit de buurt van hete oppervlakken.
Bij gebruik van een reststroomonderbreker (RCCB, residual current circuit breaker), mogen alleen modellen met de markering worden gebruikt
ELEKTRISCHE AANSLUITING, ALLEEN VOOR GROOT­BRITTANNIË EN IERLAND
Vervanging van de zekering
Als de elektriciteitskabel van dit apparaat een stekker met een zekering van het type BS 1363A 13 ampère heeft, vervang de zekering in dit type stekker dan door een door de A.S.T.A. goedgekeurde zekering voor het stekkertype BS 1362 en ga als volgt te werk:
1. Verwijder het zekeringsdeksel (A) en de zekering (B).
2. Breng de vervangende 13A zekering in het zekeringdeksel aan.
3. Breng beide aan in de stekker.
Belangrijk:
Na vervanging van een zekering moet het zekeringdeksel weer worden teruggeplaatst; als het zekeringdeksel kwijtraakt, mag de stekker pas weer worden gebruikt nadat het juiste vervangende deksel is aangebracht. De juiste vervanging wordt geïdenticeerd door het gekleurde inzetstuk of de gekleurde woorden in reliëf op de onderkant van de stekker. Vervangende zekeringafdekkingen zijn verkrijgbaar bij uw plaatselijke elektriciteitswinkel.
7
Alleen voor de Republiek Ierland
De informatie die gegeven is voor Groot-Brittannië zal vaak van toepassing zijn, maar er wordt nog een derde type stekker en stopcontact gebruikt: met 2 pinnen en zijdelingse aarding.
Stopcontact/stekker (geldigvoor beide landen)
Als de bijgeleverde stekker niet geschikt is voor uw stopcontact, neem dan contact op met de Klantenservice voor verdere instructies. Probeer de stekker niet zelf aan te passen. Deze procedure moet uitgevoerd worden door een gekwaliceerd technicus, in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en de geldende veiligheidsvoorschriften.
CORRECT GEBRUIK
Gebruik alleen wasmiddelen en/of nabehandelingsproducten die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines/wasdrogers voor huishoudelijk gebruik. Overschrijd de maximale toegestane belading niet. Controleer de maximale toegestane belading in de programmatabel.
voor algemeen gebruik enbrandbare vloeistoen; Was geen stoen in de wasmachine die behandeld zijn met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoen.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge kinderen (3-8 jaar) dienen op afstand gehouden te worden, tenzij ze onder voortdurend toezicht staan. Kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat gebruiken indien ze onder toezicht staan of instructies hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat en de mogelijke gevaren ervan begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
Houd verpakkingsmaterialen (plastic zakken, polystyreen delen enz.) buiten het bereik van kinderen.
Draai de kraan dicht als u het apparaat niet gebruikt.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. terpentijn, benzeen), geen wasmiddelen die oplosmiddelen bevatten, schuurpoeder, glas of schoonmaakmiddelen
8
REINIGING EN ONDERHOUD
Het apparaat moet worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Gebruik nooit stoomreinigers.
MILIEUTIPS
NL
VERWERKING VAN DE VERPAKKING
De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals door het recyclingsymbool wordt aangegeven:
De diverse onderdelen van de verpakking mogen daarom niet bij het gewone huisvuil worden weggegooid, maar moeten worden afgevoerd volgens deplaatselijke voorschriften.
AFVALVERWERKING VAN HUISHOUDELIJKE APPARATEN
Dit product is vervaardigd van recyclebaar of herbruikbaar materiaal. Dank het apparaat af in overeenstemming met plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit apparaat kunt u contact opnemen met uw plaatselijke instantie, devuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese Richtlijn 2012/19/EU inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en devolksgezondheid te voorkomen, die veroorzaakt zouden kunnen worden door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Dit symbool op het product of op de begeleidende
documentatie geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden, maar dat het ingeleverd moet worden bij een speciaal inzamelingscentrum voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
9
CONFORMITEITS­VERKLARING
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met:
› veiligheidsobjectieven van de richtlijn "Laagspanning" 2006/95/ CE (ter vervanging van 73/23/CEE en daaropvolgende wijzigingen);
› de beschermingsvoorwaarden van Richtlijn "EMC" 2004/108/ EC.De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gegarandeerd indien het correct is aangesloten op een goedgekeurd aardingssysteem.
10
Gids voor Gebruik en Onderhoud
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
1.
1. Werkblad
2.
2. Wasmiddeldoseerbakje
3.
3. Bedieningspaneel
4. Deurknop
5. Deur
6. Waterfilter/noodafvoerslang (indien
beschikbaar) - achter de plint -
7. Plint (verwijderbaar)
4.
8. Verstelbare pootjes (4)
5.
NL
6.
7.
8.
WASMIDDELDOSEERBAKJE
Wees voorzichtig wanneer u het wasmiddelvakje gebruikt. Voorkom dat er tijdens het openen en sluiten te hard aan wordt getrokken of geduwd.
AUTOMATISCHE DOSERING:
Belangrijk: Gebruik alleen vloeibaar wasmiddel voor het vullen van de wasmiddeltanks ("1" en "2"); gebruik nooit poederwasmiddel.
1. Tank 1
Algemeen vloeibaar wasmiddel OF speciek vloeibaar wasmiddel (bv. voor kleuren, wol, sportkleding enz.) Belangrijk: giet nooit wasverzachter in vakje 1. Maximum hoeveelheid voor vullen: 600ml.
2. Tank 2
Wasverzachter OF vloeibaar wasmiddel (algemeen wasmiddel of speciek wasmiddel voor kleuren, wol ofsportkleding, enz.) Maximum hoeveelheid voor vullen: 400 ml. Kies de juiste conguratie uit de lijst in het deel AUTO DOSERING - EERSTE GEBRUIK van de gebruikshandleiding. De labels op de tank kleppen kunnen gedraaid of verwisseld worden, om aan de gekozen conguratie.
herinneren
2
4
1
3
1
2
Softener
1
2
Softener
11
HANDMATIGE DOSERING:
3. Wasmiddelvakje voor handmatige dosering
• Poeder of vloeibare wasmiddel
• Nabehandelingsproducten
Zorg er bij het gebruik van poederwasmiddel dat het bakje slechts tot de teken "max." wordt gevuld.
4. De toets loslaten
Naar beneden drukken om het wasmiddeldoseerbakje te verwijderen voor reiniging.
AAnbevolen wAsmiddelen voor de
verschillende soorten wAsgoed
Soort wasgoed Temperatuurbereik Aanbevolen soort wasmiddel
Stevige witte was (koud -95°C) Zwaar wasmiddel
Fijne witte was (koud -40°C
Lichte kleuren/pasteltinten (koud -60°C)
Intensieve kleuren (koud -60°C)
Mild wasmiddel met witmaker en/of optischeheldermakers
Wasmiddel met witmaker en/of optischeheldermakers
Kleurwasmiddel zonder witmaker/optische heldermakers
Zwarte/donkere kleuren (koud -60°C) speciale wasmiddelen voor zwart/donker wasgoed
* Zoek een waterontharder die geschikt is voor uwwasmachine op www.bauknecht.eu
BEDIENINGSPANEEL
12.13.
MAX
60°
30’
40°
1. 2. 8.3. 9.4. 5. 6. 10. 11.7.
1. Aan/Uit toets
(als ingedrukt blijft: Reset/Afpompen
2. Programmatoets
3. Auto dosering / Tank 1
4. Auto dosering / Tank 2
5. Fresh Care toets
6. Knop
(ronddraaien voor selectie en indrukken voorbevestiging)
12
1 2
7. Klaar in-toets
8. Temperatuurtoets
9. Toets centrifugeersnelheid
10. Opties knop
(als ingedrukt blijft: Toetsenvergrendeling)
11. Start / Pauze-knop
12. Display
13. Gebied programma's
TECHNISCHE GEGEVENS
VOORWATERAANSLUITING
WATERAANSLUITING
WATERTOEVOER Koud
WATERKRAAN Schroefdraadaansluiting voor slang van 3/4"
MINIMALE TOEVOERDRUK WATER 100 kPa (1 bar)
MAXIMALE TOEVOERDRUK WATER 1000 kPa (10 bar)
NL
13
DEUR
Trek aan de hendel om de deur te openen
Voor het sluiten van de deur de hendel vasthouden en aanduwen, zodanig dat u de sluitklik hoort.
TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar)
• Tijdens de programmakeuze: het licht gaat aan
voor het laden van het wasgoed
• Nadat het programma is gestart akker het licht aan
en uit terwijl het wasgoed wordt geïnspecteerd.
• Nadat het programma is beëindigd en de deur wordt geopend gaat het licht even aan om het wasgoed er uit te kunnen halen. Daarna gaat het licht uit, om energie te besparen; raak een willekeurige toets aan om het weer in te schakelen.
ACCESSOIRES
Neem contact op met onze consumentenservice, om te controleren of de volgende accessoires voor uw model wasmachine (en droger) verkrijgbaar zijn
VOETSTUK
Kan onder uw wasmachine worden geïnstalleerd, om het apparaat te verhogen en te zorgen voor een meer comfortabele manier van in en uitladen van het wasgoed.
PLANK VOOR STAPELSET
waarmee uw droger bovenop uw wasmachine geïnstalleerd kan worden om ruimte te besparen en om het in- en uitladen van uw droger tevergemakkelijken.
14
GEBRUIK VAN HETAPPARAAT
EERSTE GEBRUIK
NL
Wanneer u de stekker van de wasmachine in het stopcontact steekt zal deze automatisch worden ingeschakeld. Er zal gevraagd worden om de gewenste taal van het display in te stellen. Draai de knop om de gewenste taal te selecteren en de knop indrukken om te bevestigen.
Daarna kunt u de instelling van de waterhardheid van uw wasmachine aanpassen aan uw regionale waterhardheid. Dit is raadzaam, om de functie Doseerhulp te optimaliseren. De knop draaien, om te kiezen tussen zacht/gemiddeld/hard, enbevestigen door de knop in te drukken.
Het verwijderen van resten uit het fabricageproces.
1. Kies het programma "Katoen" op een
temperatuur van 95 °C.
2. Doe een klein beetje wasmiddel (maximaal
1/3 van de hoeveelheid die aanbevolen wordt door de fabrikant voor licht vervuild wasgoed) in het bakje voor handmatige dosering van het wasmiddeldoseerbakje . Schakel de toetsen voor Auto dosering uit (Tank 1 en Tank 2): druk ze in, zodat het licht van de toets uit gaat.
3. Het programma starten zonder wasgoed.
Zie de paragraaf "DAGELIJKS GEBRUIK" voor informatie over het selecteren en starten van eenprogramma.
FUNCTIE VOOR AUTO DOSERING
Het wasmiddeldoseerbakje van de wasmachine is uitgerust met een systeem met twee tanks, voor de automatische dosering van vloeibaar wasmiddel en wasverzachter.
Volg voordat u deze functie gebruikt de instructies in de GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING/ AUTOMATISCHE DOSERING – EERSTE GEBRUIK voorhet:
1. Instellen van de juiste waterhardheid
2. Instellen van de inhoud van tank 2. Tank
1 is standaard ingesteld voor een wasmiddel (uwhoofdwasmiddel), en 2 Tank is ingesteld voor wasverzachter. Wanneer u geen wasverzachter gebruikt, Tank 2 voor een ander wasmiddel instellen.
3. Controleren/aanpassen van de vooraf
ingestelde doseringshoeveelheden.
Het systeem wordt standaard met de volgende doseringswaarden geleverd:
• 80 ml wasmiddel voor Tank 1
• 30 ml wasverzachter voor Tank 2
Deze vooraf ingestelde doseringswaarden moeten worden aangepast aan de doseringswaarden die staan vermeld op de verpakking van het wasmiddel en de wasverzachter die u wilt gaan gebruiken.
Nadat de functie Auto dosering is ingesteld voor gebruik de tanks vullen met de juiste inhoud en de etiketten op de tanks dienovereenkomstig installeren, zoals uiteengezet in de GIDS VOOR GEBRUIKEN VERZORGING/AUTOMATISCHE DOSERING – EERSTE GEBRUIK.
15
DAGELIJKS GEBRUIK
SORTEREN VAN HET WASGOED
1. ALLE VOORWERPEN UIT
DEZAKKENHALEN
• Munten, pennen etc. kunnen uw wasgoed en onderdelen van de wasmachine beschadigen.
• Voorwerpen als papieren zakdoekjes zullen in kleine stukjes uiteenvallen en handmatig moeten worden verwijderd na het wassen.
2. RITSEN, KNOPEN OF HAKEN
SLUITEN.LOSSE RIEMEN OF LINTEN VASTKNOPEN.
• Was kleine stukken (bijv. panty's, ceintuurs e.d.) en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een waszak of een kussensloop met rits. Haal de ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak.
3. SOORT WEEFSEL / SYMBOOL OP
VERZORGINGSLABEL
Katoen, gemengde vezels, strijkvrij/synthetisch, wol, wasgoed dat met de hand moet worden gewassen.
• Kleur Bonte en witte was scheiden. Nieuwe gekleurde artikelen apart wassen.
• Afmeting (Was stukken van verschillende afmetingen samen voor betere wasresultaten en een verdeling van de stukken in de trommel).
• Fijne was Tere weefsels apart wassen; ze vereisen een zachte behandeling ze vereisen een zachte behandeling.
16
GEBRUIK VAN DE WASMACHINE
NL
1. WAS IN DE MACHINE DOEN
• Maak de deur open en doe de was in demachine. Plaats de stukken wasgoed één voor één in detrommel zonder de machine te overladen. Houd u aan de maximale belading die te vinden is in de programmatabel. Als de wasmachine te vol wordt gestopt, wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
2. DEUR SLUITEN
• Zorg ervoor dat er geen was vast komt te zitten tussen het deurglas en de rubberen sluitring.
• De deur zodanig sluiten dat u de sluitklik hoort.
3. KRAAN OPENDRAAIEN
• Zorg ervoor dat de wasmachine is aangesloten op het netsnoer.
• Draai de kraan open.
4. DE WASMACHINE INSCHAKELEN
• De Aan/Uit toets indrukken totdat de programmatoets gaat branden. Er wordt een animatie weergegeven en er is een geluid. Daarna is de wasmachine bedrijfsklaar.
• De programma-instellingen die u het laatst hebt gebruikt zullen op het bedieningspaneel verschijnen.
5. HET GEWENSTE PROGRAMMA INSTELLEN
BEGELEIDE MODUS
het lampje van de toets zal u begeleiden bij het instellen van uw programma in de volgende volgorde: keuze van programma/temperatuur/ centrifugeersnelheid/opties. Zodra u een keuze bevestigt door de toets in te drukken springt het lampje van de toets naar de volgende stap.
KEUZE VAN HET PROGRAMMA
Zorg ervoor dat de programmatoets brandt. Selecteer het gewenste programma door aande knop te draaien. Het indicatielampje van het geselecteerde programma gaat branden en hetprogramma en de standaard duur verschijnt ophet display. Bevestig het gewenste programma door het indrukken van de knop. De maximale mogelijke belading wasgoed voor het geselecteerde programma wordt op het display aangegeven.
Kijk voor meer informatie over programma's in de paragraaf PROGRAMMA'S, OPTIES EN FUNCTIES enin de SnelleReferentiegids.
Wijzig de temperatuur, indien nodig
Wanneer u de op het display aangegeven temperatuur wilt wijzigen, zorg er dan voor dat de temperatuurtoets brandt. Draai de knop om de gewenste temperatuur te selecteren en de knop indrukken om te bevestigen.
De centrifugeersnelheid wijzigen, indien nodig
Wanneer u de op het display aangegeven centrifugeersnelheid wilt wijzigen, zorg er dan voor dat de centrifugeertoets oplicht. Draai de knop om de gewenste centrifugeersnelheid of spoelstop te selecteren, daarna de knop indrukken om te bevestigen.
Als u centrifugeersnelheid "0" kiest eindigt het programma met het afpompen van het spoelwater. Er zal geen centrifugeercyclus aan het einde worden toegepast. Als je "Spoelstop" kiest, zal het programma na de spoelfase stoppen. Het wasgoed blijft ondergedompeld in het laatste spoelwater staan. Kijk voor meer informatie in de paragraaf
PROGRAMMA'S, OPTIES EN FUNCTIES / Spoelstop.
17
Selecteer opties, indien nodig
Wanneer u extra opties wilt selecteren ervoorzorgen dat de Opties toets oplicht. De opties die voor uw programma geselecteerd kunnen worden staan aangegeven met verlichtepijlen. Selecteer de gewenste opties door aan de knop te draaien. Het symbool voor de geselecteerde optie knippert. Druk op de toets om te bevestigen. Het symbool voor de optie brandt ononderbroken.
Opties zijn mogelijk niet met elkaar te combineren. Wanneer u een optie selecteert,wordt de niet­combineerbare optie automatisch uitgeschakeld als dit het geval is. Een aantal opties / functies kunnen worden geselecteerd door rechtstreeks op de toets te drukken:
1 2
Als een dergelijke optie niet voor het programma geselecteerd kan worden wordt het automatisch uitgeschakeld wanneer de toets wordt ingedrukt. Raadpleeg de paragraaf PROGRAMMA'S EN OPTIES voor meer informatie.
INDIVIDUELE MODUS
Nadat u de wasmachine heeft ingeschakeld bent u niet gedwongen de BEGELEIDE MODUS te volgen. Het is aan u om de volgorde te kiezen waarin u het programma instelt. Voor een instelling eerst de betreende toets indrukken, daarna voor de keuze de knop draaien, en tenslotte op de knop drukken voor bevestiging. Het bereik van temperatuur, centrifugeersnelheid en opties is afhankelijk van het geselecteerde programma. Daarom is het raadzaam om te beginnen met het selecteren van het programma.
6. WASMIDDEL TOEVOEGEN
• Wanneer u het wasmiddel handmatig wilt toevoegen, het wasmiddeldoseerbakje uitlichten en nu wasmiddel (en nabehandelingsproducten) toevoegen, zoals staat aangegeven in de paragraaf WASMIDDELDOSEERBAKJE. Volg de aanwijzingen
op de verpakking van het wasmiddel. Wanneer u VOORWAS of KLAAR IN hebt geselecteerd, volg dan de aanwijzingen in de paragraaf OPTIES en FUNCTIES. Daarna het wasmiddeldoseerbakje zorgvuldig sluiten.
• Als u wilt dat de wasmachine het wasmiddel
automatisch doseert, gewoon controleren of de functie Auto dosering is geactiveerd (raadpleeg de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN/ Automatische dosering). Na het starten van het programma wordt het wasmiddel door het automatische doseringssysteem toegevoegd. Controleer voor een juiste dosering of het Automatische doseringssysteem aan uw wasmiddel/ wasverzachter is aangepast (raadpleeg AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK).
Correcte dosering van wasmiddel / nabehandelingsproducten is belangrijk, omdat
• het wasresultaat wordt geoptimaliseerd
• het irritante resten van overtollige wasmiddel inuw wasgoed voorkomt
• het geld bespaart door het voorkomen van verspilling van overtollig wasmiddel
• het de machine beschermt door het voorkomen van verkalking van onderdelen
• het aandacht heeft voor het milieu door het voorkomen van onnodige belasting voor het milieu
7. PROGRAMMA STARTEN
• "Start/Pauze" indrukken en ingedrukt houden, totdat de toets ononderbroken brandt; het programma wordt gestart.
• De trommel draait, en de lading wordt gedetecteerd. Het display geeft de detectie belading aan, terwijl op het bedieningspaneel een animatie wordt afgespeeld.
• De resterende programmaduur die op het display wordt aangegeven kan variëren. Factorenals onbalans in de lading van het wasgoed of schuimvorming kan een eect hebben op de duur van het programma. Wanneer de resterende programmaduur opnieuw wordt berekend geeft het display de detectie aan en verschijnt er een animatie op het display.
• Als de wasmachine een onbalans in de waslading detecteert probeert de wasmachine automatisch een evenwicht tot stand te brengen. Het display geeft het evenwicht van de lading aan.
Raadpleeg de paragraaf "Probleemoplossing" voor meer informatie over de onbalans in de waslading.
18
Loading...
+ 42 hidden pages