Alpine TDM-9503R, TDM-9501R, TDM-9501RM, TDM-9505RB User Manual [nl]

NE
• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken
FM/MW/LW/RDS-Radio-cassettespeler
TDM-9505RB
TDM-9503R
TDM-9501R
ALPINE ELECTRONICS MARKETING, INC.
1-1-8 Nishi Gotanda,
Shinagawa-ku,Tokoyo 141-0031, Japan
Phone 03-5496-8231
ALPINE ELECTRONICS OF AMERICA, INC.
19145 Gramercy Place, Torrance,
California 90501, U.S.A.
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
ALPINE ELECTRONICS OF CANADA, INC.
7300 Warden Ave., Suite 203, Markham,
Ontario L3R 9Z6, Canada
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
ALPINE ELECTRONICS OF AUSTRALIA PTY. LTD.
6-8 Fiveways Boulevarde Keysborough,
Victoria 3173, Australia
Phone 03-9769-0000
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Kreuzerkamp 7,40878 Ratingen,
Germany
Phone 02102-4550
ALPINE ELECTRONICS OF U.K., LTD.
13 Tanners Drive, Blakelands,
Milton Keynes MK14 5BU, U.K.
Phone 01908-611556
ALPINE ELECTRONICS FRANCE S.A.R.L.
(RCS PONTOISE B 338 101 280)
98, Rue de la Belle Etoile, Z.I. Paris
Nord II, B.P.50016, 95945 Roissy
Charles de Gaulle Cedex, France
Phone 01-48638989
ALPINE ITALIA S.p.A.
Viale C. Colombo 8,
20090 Trezzano Sul Naviglio (MI), Italy
Phone 02-484781
ALPINE ELECTRONICS DE ESPAÑA, S.A.
Portal de Gamarra 36, PabellÓn, 32
01013 Vitoria (Alava) - APDO 133,
Spain
Phone 945-283588
Melyi Printing Factory, Dalian, China No. 28 Chang Qing Street, XI Gang District, Dalian, China
Designed by ALPINE Japan
Printed in China (S)
68P02294K46-O
CHM-S630
CD-wisselaar voor TDM-9505RB/TDM-
9503R/TDM-9501RM/TDM-9501R
CHA-S634 CHA-1214
Alpine-CD-wisselaars geven u meer!
Meer muziekselecties, meer veelzijdigheid, meer gebruiksgemak.
De CHA-S634 is een sterk presterende 6-CD-wisselaar met een nieuwe M DAC en WEERGAVE VAN CD-R/RW, MP3
en CD-TEKST. Het model CHA-1214 Ai-NET heeft plaats voor 12 CD’s en het model CHM-S630 M-Bus is een supercompacte 6-CD-wisselaar met CD-R/RW-WEERGAVE.
OPMERKING
Het model CHA-S634 kan worden aangesloten op een ingebouwd toestelgedeelte met M-Bus via de optionele M-Bus/Ai-NET-
compatibele kabel. (KCA-130B)
Inhoud
Gebruiksaanwijzingen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING..............................................2
VOORZICHTIG....................................................2
VOORZORGSMAATREGELEN..........................2
Basisbedieningen
Het frontpaneel verwijderen ...................................... 4
Het frontpaneel bevestigen ........................................ 4
Ingebruikneming ........................................................ 4
Voeding in- en uitschakelen........................................ 5
Non Fading Pre-Out (N.F.P.) Aan en Uit
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R) ...................... 5
Het basisvolume van bronsignalen regelen ................ 5
Volume/Lage tonen/Hoge tonen/Balans regelen
(tussen linker- en rechterkanaal)/Fader
(Tussen voorste en achterste luidsprekers) ............ 5
Loudness Aan/Uit ...................................................... 5
Radiobedieningen
Manueel op zenders afstemmen ................................ 6
Automatisch zenders zoeken ...................................... 6
Manueel opslaan van preselectiezenders.................... 6
Automatisch zendergeheugen .................................... 7
Afstemmen op preselectiezenders .............................. 7
RDS-bedieningen
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS-zenders
ontvangen ................................................................ 8
Gepreselecteerde RDS-zenders oproepen .................. 8
Noodalarm in- en uitschakelen .................................. 9
Verkeersinformatie ontvangen.................................... 9
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)........ 9
Verkeersinformatie ontvangen tijdens de weergave
van een cassette of een radio-uitzending ................ 9
Prioriteit Nieuws ...................................................... 10
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen ............ 10
1-NE
Bediening van de cassettespeler
Cassette inbrengen/uitwerpen .................................. 11
Normaal afspelen en pauzeren.................................. 11
Dolby B NR (Ruisonderdrukking)
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R) .................... 11
Herhaald afspelen .................................................... 11
Lege gedeeltes overslaan (B.SKIP) .......................... 11
Snel vooruit en achteruit .......................................... 12
Programma’s scannen .............................................. 12
Manueel de afspeelrichting veranderen ....................12
Programmasensor (P.S.)............................................ 12
Bediening van de CD-wisselaar
Functies van de CD-wisselaar (optie) ...................... 13
Music Sensor (M.S.) overslaan ................................ 13
Snel vooruit en achteruit .......................................... 13
Herhaald afspelen van een enkele track of een
volledige CD ..............................................................14
M.I.X. (Willekeurig afspelen)....................................14
Programma’s scannen ................................................14
CD-titels tonen
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R) ......................15
Titels geven aan CD’s
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R) ......................15
CD-titels wissen
(enkel TDM-9505RB/ TDM-9503R) .................... 15
Afstandsbediening
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
Toetsen op afstandsbediening....................................16
Vervangen van de batterij ..........................................17
Informatie
Bij problemen .......................................................... 18
Technische gegevens ................................................ 19
Installatie en aansluitingen
WAARSCHUWING ................................................ 20
VOORZICHTIG ...................................................... 20
Voorzorgsmaatregelen............................................... 20
Installatie .................................................................. 21
Aansluitingen ............................................................ 22
* Dolby-ruisonderdrukking vervaardigd onder licentie van
Dolby Laboratories Licensing Corporation. "DOLBY" en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
NE
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Het uitroepingsteken binnen een gelijkzijdige
driehoek en “WAARSCHUWING” zijn bedoeld om de gebruiker ervan te verwittigen dat het om belangrijke gebruiksaanwijzingen gaat. Niet-naleving van de aanwijzingen zal ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF
WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan een ongeval, brand
of elektrische schok tot gevolg hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
ENKEL ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of
elektrische schok tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT
AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen enkel worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG
ALTIJD BUITENGELUIDEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot
gevolg hebben.
GEBRUIK DIT TOESTEL ENKEL VOOR MOBIELE 12V-
TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen
is, kan brand, elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN
NIET IN DE GLEUVEN OF OPENINGEN STEKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan letsel of
beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN
NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnenin het toestel een zodanig intense hitte
ontstaan dat er brand uitbreekt.
VOORZICHTIG
Het uitroepingsteken binnen een gelijkzijdige
driehoek en “VOORZICHTIG” zijn bedoeld om de gebruiker ervan te verwittigen dat het om belangrijke gebruiksaanwijzingen gaat. Niet-naleving van deze aanwijzing kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH
EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan letsel of
beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre voor herstelling.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN
TEZAMEN. PLAATS DE BATTERIJEN VOLGENS DE JUISTE POLARITEIT.
Bij het plaatsen van de batterijen moet u de polariteit
(+ en -) respecteren, zoals aangegeven. Een lekkende batterij kan brand of lichamelijk letsel veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Temperatuur
Controleer of de temperatuur binnen de wagen tussen
-10°C en +60°C is alvorens het toestel in te schakelen.
Cassettebandje te slap
Controleer of het cassettebandje strak genoeg is
aangespannen alvorens de cassette in de cassettespeler te plaatsen. Een slappe cassetteband kan geklemd geraken in het mechanisme, met eventueel schade aan het toestel en aan het bandje zelf tot gevolg. Span het bandje aan door een potlood of iets dergelijks in het gat van de spoel te steken en dan de spoel te draaien tot het bandje strakgespannen staat.
Uitzonderlijk dun bandje
Cassettetypes met uiterst dunne bandjes (type C-120)
worden afgeraden voor gebruik in cassettespelers in auto’s.
2-NE
3-NE
Precisiemechanisme
Voorkom dat vreemde voorwerpen in de cassetteopening
terechtkomen, want het precisiemechanisme en de audiokop kunnen hierdoor beschadiging oplopen. Speel nooit vuile of stoffige cassettes af, want zij kunnen de audiokop beschadigen.
Reinigen van de audiokop
Om optimale prestaties te kunnen blijven garanderen is een
periodieke reiniging (ongeveer alle 20 speeluren) van de audiokop met een natte reinigingscassette (verkrijgbaar in
audiowinkels) noodzakelijk
.
Vervanging van de zekering
Bij het vervangen van een zekering moet u een zekering
plaatsen met de ampèrewaarde die op de zekeringhouder vermeld is. Als de zekering herhaaldelijk smelt, moet u zorgvuldig alle elektrische verbindingen controleren op kortsluitingen. Laat ook de voltregelaar van uw wagen nazien.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit om zelf het toestel te
herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre voor service.
De plaats van installatie
Zorg ervoor de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-
9501RM/TDM-9501R niet te installeren op een plaats die onderhevig is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
Behandeling van het afneembare voorpaneel
• Niet blootstellen aan regen of water.
• Niet laten vallen of aan schokken onderwerpen.
NE
Het frontpaneel verwijderen
1 Druk op de POWER-toets om het toestel uit te
schakelen.
2 Druk op de (ontgrendelings-) knop links
onderaan tot het voorpaneel losspringt.
3 Neem het frontpaneel vast aan de
linkerzijde en verwijder het.
OPMERKINGEN
Het frontpaneel kan erg warm worden (in het bijzonder de
aansluitklemmen). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.
Het frontpaneel bevestigen
1 Plaats eerst de rechterzijde van het frontpaneel
in het ingebouwde toestel0gedeelte. Breng de groef op het frontpaneel overeen met het uitstekende gedeelte op het ingebouwde toestelgedeelte.
2 Druk op de linkerzijde van het frontpaneel tot het
vastklikt in het ingebouwde toestelgedeelte.
OPMERKING
Alvorens het frontpaneel te plaatsen moet u controleren dat
er zich geen vuil of stof op de aansluitklemmen bevindt en er geen vreemd voorwerp tussen het voorpaneel en het ingebouwde toestelgedeelte zit.
Kan worden aangesloten op interfacedoos
voor afstandsbediening.
U kunt dit toestel bedienen met de bediening
in de wagen indien een Alpine-interfacebox voor afstandsbediening (optie) aangesloten is. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
Ingebruikneming
Het toestel moet worden geïnitialiseerd
onmiddellijk na de installatie of het onder spanning zetten ervan.
1 Druk op de POWER-toets om het toestel uit
te schakelen.
2 Druk op de (ontgrendelings-) knop om het
voorpaneel te verwijderen.
3 Druk met een balpen of een ander puntig
voorwerp op de
RESET-knop die zich achter
deze opening bevindt om de initialiseringsprocedure te voltooien.
4 Plaats het frontpaneel terug op het ingebouwde
toestelgedeelte.
OPMERKINGEN
Het frontpaneel kan erg warm worden (in het bijzonder de
aansluitklemmen). Dit wijst niet op een defect.
• Alvorens het frontpaneel te plaatsen moet u controleren dat er zich geen vuil of stof op de aansluitklemmen bevindt en er geen vreemd voorwerp tussen het voorpaneel en het ingebouwde toestelgedeelte zit.
4-NE
Reset-knop
1
00
MODE / LOUD POWER/SETUP
Basisbedieningen
5-NE
Voeding in- en uitschakelen
1 Druk op de POWER-toets om het toestel in te
schakelen.
OPMERKING
Het toestel kan worden ingeschakeld door eender welke
toets in te drukken, behalve de uitwerptoets.
Het volumepeil stijgt geleidelijk naar het niveau
dat was ingesteld voordat het toestel de laatste maal werd uitgeschakeld. Druk opnieuw op de
POWER-toets om het
toestel uit te schakelen.
OPMERKING
Wanneer het toestel de allereerste keer wordt ingeschakeld
nadat het werd aangesloten op de accu van de wagen, staat het toestel in de tunermodus, met het geluidsvolume op niveau 12 en de functie loudness aan.
Non Fading Pre-Out (N.F.P.) Aan en Uit
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
1 Houd de ontwerp-toets (0) gedurende minstens
3 seconden ingedrukt. Telkens als u drukt, wordt N.F.P. in- of uitgeschakeld.
N.F.P. ON: In deze stand heeft de fader geen invloed op de Pre-uitgang op de TDM-9505RB/TDM-9503R. Dit is ideaal voor een subwooferversterker.
N.F.P. OFF: Keert terug naar normale fadermodus.
OPMERKINGEN
Aanvankelijk staat N.F.P. op OFF.
• Stel de N.F.P. op OFF als u de subwoofer niet gebruikt.
Het basisvolume van bronsignalen regelen
Indien het verschil in volume tussen de
cassettespeler en de FM-radio te groot is, regelt u het basisvolume van het FM-signaal als volgt:
1 Houd de toets SETUP gedurende minstens
3 seconden ingedrukt.
2 Druk op preselectietoets 1 om het volume van
het FM-signaal op HI (hoog) of LO (laag) te stellen, om het basisvolume van de FM-band en de cassettespeler beter op elkaar af te stemmen. Telkens u deze toets indrukt, wordt er overgeschakeld tussen FM-LV HI en FM-LV LO.
3 Druk op de toets SETUP om de regelmodus uit
te schakelen.
Volume/Lage tonen/Balans instellen
(tussen linker- en rechterkanaal)/ Fader (tussen voorste en achterste luidsprekers)
1 Druk herhaaldelijk op de toets MODE om de
gewenste modus te kiezen. Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
VOL BASS TREB
FAD BAL
OPMERKING
Als u na de selectie van de modi BASS, TREBLE, BALANCE
en FADER de toets of niet binnen 5 seconden indrukt, kiest het toestel automatisch de modus VOLUME.
2 Druk op de toetsen en tot u de gewenste
klank bereikt in elke modus.
OPMERKING
De instellingen van de Lage en Hoge tonen worden
afzonderlijk in het geheugen opgeslagen voor elke bron (FM, MW, LW, cassettespeler en CD-wisselaar) en blijven actief totdat ze worden veranderd. Afhankelijk van de aangesloten apparaten kunnen sommige functies en display-indicaties niet werken.
Loudness Aan/Uit
1 Houd de toets LOUD minstens 2 seconden lang
ingedrukt om de loudnessmodus in- of uit te schakelen. Het display toont “LD” wanneer de loudnessmodus ingeschakeld is.
NE
3 Druk op de toets TUNE om de indicatoren “DX”
en “SEEK” te doen oplichten op het display. Wanneer de DX-modus geactiveerd is, houdt de automatische zoekfunctie halt bij zowel sterke als zwakke zenders. Druk opnieuw op de toets om terug te keren naar de lokale modus. De indicator “DX” zal doven en de indicator “SEEK” zal blijven oplichten. Nu wordt enkel nog afgestemd op sterke zenders.
4 Druk op de toets 4 of ¢ om respectievelijk
hoger of lager automatisch naar een zender te zoeken. Het toestel stopt bij de eerstvolgende zender die het vindt. Druk opnieuw op dezelfde toets om de volgende zender te zoeken.
Manueel opslaan van preselectiezenders
1 Selecteer de radioband en stem af op de
radiozender die u in het preselectiegeheugen wilt opslaan.
2 Vergewis u ervan dat de functie-indicator aan de
bovenkant van de “F”-toets oplicht en houd de
preselectietoets (1 tot en met 6) waaronder u
de zender wilt opslaan minstens 2 seconden lang ingedrukt. De geselecteerde zender is nu opgeslagen in het geheugen. Het display toont de opgeslagen frequentieband, het preselectienummer met een driehoek ( ) en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
6-NE
Manueel op zenders afstemmen
1 Druk op de SOURCE-toets tot de radiofrequentie
op het display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op de toets BAND tot het
display de gewenste radiofrequentieband toont. Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
F1 F2 MW LW
3 Druk herhaaldelijk op de toets TUNE tot “DX
SEEK” en “SEEK” van het scherm verdwijnen.
OPMERKING
De beginmodus is DX SEEK.
4 Druk op de toets 4 of ¢ om respectievelijk een
stap vooruit of achteruit te gaan tot het display de frequentie van de gewenste zender toont.
OPMERKING
De indicator ST verschijnt op het display wanneer er
afgestemd is op een Stereo-FM-zender. Indien het stereo­FM-signaal verzwakt, verdwijnt de indicator ST van het display en schakelt het toestel automatisch over naar mono om het geruis te beperken. Wanneer het signaal opnieuw sterk genoeg wordt, schakelt het toestel automatisch terug naar stereoweergave.
Automatisch zenders zoeken
1 Druk op de SOURCE-toets tot de radiofrequentie
op het display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op de toets BAND tot het
display de gewenste radiofrequentieband toont. Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
F1 F2 MW LW
4
¢
TUNE / A.ME
SOURCE BAND
Preselectietoets (1 tot en met 6)
Radiobedieningen
7-NE
3 Herhaal de procedure om nog maximaal 5
andere zenders in dezelfde frequentieband in het geheugen op te slaan. Om deze procedure voor andere frequentiebanden te gebruiken, selecteert u eenvoudigweg de gewenste frequentieband en herhaalt de procedure.
In het totaal kunnen 24 zenders worden opgeslagen in het preselectiegeheugen (6 zenders voor elke frequentieband: FM1, FM2, MW en LW).
OPMERKING
Indien een zender wordt opgeslagen onder een reeds bezette
preselectietoets, wordt de eerder opgeslagen zender door de nieuwe vervangen.
Automatisch zendergeheugen
1 Druk op de SOURCE-toets tot de radiofrequentie
op het display verschijnt.
2 Druk op de BAND-toets tot de gewenste
frequentieband op het display verschijnt. Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
F1 F2 MW LW
3 Houd de toets A. ME minstens 2 seconden lang
ingedrukt. De frequentie op het display blijft veranderen terwijl het automatische geheugen voortzoekt. De tuner zoekt automatisch en slaat 6 sterke zenders van de geselecteerde frequentieband op in de volgorde van de signaalsterkte. Wanneer het automatische geheugen 6 zenders heeft opgeslagen, gaat de tuner naar de zender die in preselectie 1 opgeslagen is.
OPMERKING
Als er geen zenders zijn opgeslagen, keert de tuner terug
naar de oorspronkelijke zender die u beluisterde voordat de automatische geheugenprocedure startte.
Afstemmen op preselectiezenders
1 Druk op de SOURCE-toets tot de radiofrequentie
op het display verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op de toets BAND tot het
display de gewenste frequentieband toont. Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
F1 F2 MW LW
3 Vergewis u ervan dat de functie-indicator aan de
bovenkant van de "F"-toets oplicht en druk op de
preselectie-toets waaronder u de gewenste
zender hebt opgeslagen. Het display toont de band, het voorselectienummer met een driehoek en de frequentie van de geselecteerde zender.
NE
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een
radioinformatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz-subdraaggolf van normale FM-uitzendingen. Via RDS kunt u allerlei informatie, zoals verkeersinformatie en zendernamen, ontvangen en automatisch herafstemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1 Druk op de toets AF om de RDS-modus te activeren.
Het display toont “AF” wanneer de RDS-modus ingeschakeld is.
2 Druk op de toets 4 of ¢ om af te stemmen
op de gewenste RDS-zender.
OPMERKING
Wanneer u de toets BAND langer dan 2 seconden ingedrukt
houdt terwijl het display een zendernaam toont, verschijnt 5 seconden lang de zenderfrequentie op het display.
Wanneer het ontvangen RDS-zendersignaal
verzwakt:
AF-zoekmodus, houd de AF-toets minstens
2 seconden lang ingedrukt om het toestel automatisch naar een sterkere zender te laten zoeken in de AF-lijst.
Indien er geen AF-zender is, toont het display “SEEK END.”
3 Druk op de toets AF om de RDS-modus uit te
schakelen.
Tips
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
PI Programma-identificatie PS Programmaservicenaam AF Lijst van de alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
Gepreselecteerde RDS-zenders
oproepen
1 Druk op de toets AF om de RDS-modus te
activeren. Het display toont “AF” wanneer de RDS-modus ingeschakeld is.
2 Vergewis u ervan dat de functie-indicator aan de
bovenkant van de "F"-toets oplicht en druk op de
preselectie-toets waaronder u de gewenste
RDS-zender hebt opgeslagen. Als het signaal van de preselectiezender zwak is, zoekt het toestel automatisch een sterkere zender in de lijst met alternatieve frequenties (AF).
3 Indien de preselectiezender en de zenders in de
AF-lijst niet kunnen worden ontvangen: Druk dan binnen 5 seconden op dezelfde preselectietoets om het toestel te laten zoeken naar een zender in de programma­identificatielijst (PI). Indien er nog altijd geen zenders kunnen worden ontvangen, toont het display de frequentie van de preselectiezender en verdwijnt de preselectie­indicator. Indien het signaalniveau van de regionale (lokale) zender te zwak wordt om goed te ontvangen, druk dan op dezelfde preselectietoets om af te stemmen op een regionale zender in een andere zone.
OPMERKING
Raadpleeg het hoofdstuk “Radiobedieningen” voor het
preselecteren van de RDS-zenders. RDS-zenders kunnen enkel worden gepreselecteerd in de banden F1 en F2.
8-NE
4 ¢
POWER/SETUP AF T.INFO F 3
Preselectietoets (1 tot en met 6)
PTY
RDS-bedieningen
9-NE
Noodalarm in- en uitschakelen
1 Houd de toets SETUP gedurende minstens 3
seconden ingedrukt.
2 Druk herhaaldelijk op de preselectie-toets 3 om de
modus PTY31 ON of PTY31 OFF te selecteren. In de modus PTY31 ON geeft het toestel een noodbericht door bij het ontvangen van het PTY31-signaal (nooduitzending).
3 Druk op de toets SETUP om de geselecteerde
modus te activeren.
Verkeersinformatie ontvangen
1 Druk op de toets T.INFO om de modus
verkeersinformatie te activeren. Het display toont “T.INFO.” wanneer de modus verkeersinformatie geactiveerd is.
2 Druk op de toets 4 of ¢ om af te stemmen
op uw gewenste verkeersinformatiezender. Wanneer een verkeersinformatiezender wordt gevonden, licht de indicator TP op.
De verkeersinformatie is enkel hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Indien er geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, blijft het toestel in waakstand staan. Wanneer verkeersinformatie wordt uitgezonden, wordt deze automatisch ontvangen door het toestel en toont het display 5 seconden lang “TRF-INFO” en keert dan terug naar het PS­display.
Na de uitzending van de verkeersinformatie schakelt het toestel automatisch terug in de waakstand.
OPMERKINGEN
Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaalde
sterkte zakt, blijft het toestel nog 1 minuut in ontvangstmodus. Indien het signaal langer dan 1 minuut onder een bepaald sterkteniveau blijft, maakt het toestel een alarmgeluid.
• Indien u niet naar de ontvangen verkeersinformatie wilt luisteren, drukt u lichtjes op de toets T. INFO om die verkeersmelding over te slaan. De T. INFO-modus blijft ingeschakeld om de volgende melding te ontvangen.
• Indien het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van een verkeersmelding, wordt het veranderde volume in het geheugen opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, wordt het geluidsniveau automatisch ingesteld op het opgeslagen niveau.
Zenders zoeken volgens
programmatype (PTY)
1 Druk op de toets "F".
De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal doven.
2 Druk op de toets PTY om de PTY-modus te activeren.
Het programmatype van de momenteel beluisterde zender wordt 5 seconden lang getoond.
• Indien er geen PTY-uitzending kan worden
ontvangen, toont het display gedurende 5 seconden “NO PTY”.
• Indien er geen RDS-uitzending kan worden
ontvangen, toont het display “NO RDS”.
OPMERKING
Indien er binnen 5 seconden na het indrukken van de PTY-
toets geen andere toets wordt ingedrukt, wordt de PTY­modus automatisch uitgeschakeld.
3 Druk binnen 5 seconden na het activeren van de
PTY-modus op de toets 4 of ¢ om het gewenste programmatype te kiezen, terwijl het display het programmatype (PTY) toont. Bij elke druk op de toets toont het display een ander programmatype.
LIGHT M CLASSICS OTHER M
4 Druk binnen 5 seconden na het selecteren van
het programmatype op de toets PTY om te beginnen zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt. De indicator knippert tijdens het zoeken van het gekozen programmatype en blijft branden wanneer een zender wordt gevonden. Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display gedurende 5 seconden “NO PTY”.
5 Druk op de toets “F” om de normale modus te
activeren. De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal oplichten.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens de
weergave van een cassette of een radio­uitzending
1 Druk herhaaldelijk op de toets T.INFO tot de
indicator T.INFO op het display verschijnt.
2 Druk op de toets 4 of ¢ om een
verkeersinformatiezender te selecteren indien nodig.
• Bij de aanvang van een verkeersmelding dempt het toestel automatisch het geluid van de cassettespeler of de normale FM-uitzending.
• Wanneer de verkeersmelding ten einde is, schakelt het toestel automatisch terug naar de bron die geselecteerd was voordat de verkeersmelding begon.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders
kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus:
Wanneer het TP-signaal niet langer kan worden ontvangen, weerklinkt een alarm na 1 minuut.
In de cassettemodus:
Wanneer het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, wordt automatisch de verkeersinformatiezender op een andere frequentie geselecteerd.
OPMERKING
De ontvanger is uitgerust met de functie EON (Enhanced
Other Networks) om bijkomende alternatieve frequenties op te sporen die niet in de AF-lijst staan. Tijdens de ontvangst van een RDS EON-zender toont de display de indicator EON. Indien de ontvangen zender geen verkeersinformatie uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de betrokken zender die eventuele verkeersmeldingen uitzendt.
3 Druk op de toets “T.INFO” om de
verkeersinformatiemodus uit te schakelen. Het display toont de indicator “T.INFO”.
NE
Prioriteit Nieuws
Dankzij deze functie kunt u het toestel zo instellen
dat er voorrang wordt gegeven aan nieuwsuitzendingen. Zo mist u nooit een nieuwsuitzending, want het toestel onderbreekt automatisch het programma dat u beluistert om voorrang te geven aan een nieuwsuitzending die start. Deze functie is bruikbaar wanneer uw toestel op een andere frequentieband dan LW of MW afgestemd is.
1 Druk op de toets "F".
De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal doven.
2 Druk op de toets NEWS om de PRIORITY
NEWS-modus te activeren. In het display licht “NEWS” op.
• Om de functie PRIORITY NEWS uit te schakelen, drukt u op de NEWS-toets.
OPMERKING
In de stand PRIORITY NEWS stijgt het geluidsvolume niet
automatisch zoals het geval is bij de functie T.INFO.
3 Druk op de toets “F” om de normale modus te
activeren. De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal oplichten.
Regionale (lokale) RDS-zenders
ontvangen
1 Houd de toets SETUP minstens 3 seconden
lang ingedrukt om de instelmodus te activeren.
2 Druk op de preselectie-toets 2 om de modus
REG (Regionaal) in of uit te schakelen. In de modus REG OFF blijft het toestel automatisch de desbetreffende lokale RDS­zender ontvangen.
3 Druk op de toets SETUP om de instelmodus uit
te schakelen.
10-NE
SETUP F
2NEWS
RDS-bedieningen
11-NE
Cassette inbrengen/uitwerpen
1 Breng een cassette in de gleuf met de open
zijde van de cassette naar rechts.
Wanneer de cassette geladen is, start de speler automatisch met de weergave ervan en verschijnt op het display “TAPE”.
2 Druk op de uitwerp-toets (0) wanneer u de
cassette wilt uitwerpen.
OPMERKINGEN
Wanneer de voeding wordt uitgeschakeld of het frontpaneel
wordt weggenomen, schakelt het Full-logicmechanisme automatisch in de PAUZEER-modus. Hierdoor wordt de cassette beschermd tegen vervorming door de aandrukrollen indien ze lange tijd in de cassettespeler achterblijft.
• Auto Metal Wanneer een metaalcassette is ingebracht, regelt de cassettespeler automatische de geluidsweergave voor metaalcassettes of andere high bias-cassettes voor een optimale klank.
Normaal afspelen en pauzeren
1 Breng een cassette in (of druk op de brontoets
om vanuit de modi tuner- of CD-wisselaar over te schakelen naar de cassettespeler indien er reeds een cassette is aangebracht). De cassettespeler start de weergave. Het display toont "TAPE" en " "of " " tijdens de weergave van een cassette om aan te geven welke zijde wordt afgespeeld. Wanneer het einde van het cassettebandje bereikt is, stopt het toestel automatisch en speelt vervolgens de andere zijde van de cassette af.
2 Druk op de toets 6 om de weergave van de
cassette te pauzeren. Het display toont “PAUSE”. Druk nogmaals om het afspelen opnieuw te starten.
3 Druk op de uitwerp-toets (0) om de weergave
te stoppen en de cassette uit te werpen. De indicator van de weergaverichting verschijnt op het display.
Dolby B NR (Ruisonderdrukking)
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
1 Na het inbrengen van een cassette die is
opgenomen met Dolby B NR, drukt u op de toets B NR. Het display toont “B NR”. De cassetteruis wordt onderdrukt in de modus Dolby NR wanneer een cassette wordt afgespeeld die is opgenomen met Dolby B NR. Druk op de toets B NR om de modus Dolby NR uit te schakelen.
Herhaald afspelen
1 Druk op de toets (REPEAT) om het huidige
programma telkens opnieuw af te spelen. Het display toont de indicator “RPT” en het programma wordt telkens opnieuw afgespeeld.
Druk op de toets
(REPEAT) om de
herhaalfunctie uit te schakelen. Het display toont de indicator “RPT”.
Lege gedeeltes overslaan (B.SKIP)
1 Druk op de toets B.SKIP tijdens het afspelen
van een cassette om lege gedeeltes die langer duren dan 15 seconden over te slaan. Het display toont “B.S.” Druk op de toets B.SKIP om de modus Blank Skip uit te schakelen. "B.S." verdwijnt van het display.
NE
Bediening van de cassettespeler
(REPEAT)B.SKIP
66
0
B NR
Snel vooruit en achteruit
1 Druk op de toets 4 of ¢ om respectievelijk
achteruit of vooruit te spoelen. De indicator van de afspeelzijde van de cassette ( of ) knippert en >> of << beweegt, als aanduiding van de richting waarin de cassette wordt gespoeld. Wanneer het einde van het cassettebandje bereikt is na het terugspoelen, stopt het toestel automatisch en speelt vervolgens die zijde van de cassette af. Wanneer het einde van het cassettebandje bereikt is na het vooruitspoelen, stopt het toestel automatisch en speelt vervolgens de andere zijde van de cassette af.
2 Druk op de toets ¢ tijdens het vooruitspoelen
om het vooruitspoelen te stoppen en de cassette voort te beluisteren. Druk op de toets 4 tijdens het achteruitspoelen om het achteruitspoelen te stoppen en de cassette voort te beluisteren. De indicator van de afspeelzijde stopt met knipperen.
Programma’s scannen
1 Druk op de toets (SCAN) om de eerste
10 seconden van elk programma op de cassette af te spelen. Op het display verschijnt de indicator “SCAN”.
Druk op de toets
(SCAN) om het scannen te
stoppen wanneer u het gewenste programma heeft gevonden.
OPMERKING
De functie SCAN kan lege gedeeltes van minder dan 4
seconden niet herkennen.
Manueel de afspeelrichting veranderen
1 Druk op de toets PROG tijdens het afspelen van
de cassette om de afspeelrichting te veranderen en de andere zijde van de cassette te beluisteren. De indicatoren van de cassettezijde ( en ) veranderen om te tonen welke zijde van de cassette wordt afgespeeld.
Programmasensor (P.S.)
1 Druk eenmaal op de toets P.S. DN tijdens het
afspelen van een cassette om terug te keren naar de huidige selectie die wordt afgespeeld. Indien u wenst terug te keren naar een vroegere selectie, drukt u herhaaldelijk op de toets tot u het aantal selecties dat u wilt overslaan op het display ziet. Het display toont PS-1 bij de eerste druk op de toets en wordt bij elke druk op de toets één eenheid groter tot maximaal PS-9. De cassettebandindicator knippert en geeft de richting van uw zoekactie aan.
Druk eenmaal op de toets
P.S. UP tijdens het
afspelen van een cassette om de volgende selectie te kiezen. Indien u naar een volgende selectie wilt gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets tot u het aantal selecties dat u wilt overslaan op het display ziet. Het display toont PS+1 bij de eerste druk op de toets en wordt bij elke druk op de toets één eenheid groter tot maximaal PS+9. De cassettebandindicator knippert en geeft de richting van uw zoekactie aan.
OPMERKINGEN
De programmasensorfunctie is enkel bruikbaar in de
afspeelmodus.
•U kunt tot aan het 9de (max.) programma gaan of terugkeren tot het 8ste (max.) programma.
12-NE
PROG P.S.DN P.S.UP
4 ¢
(SCAN)
Bediening van de cassettespeler
13-NE
Music Sensor (overslaan)
1 Druk eenmaal op de toets 4 om naar het
begin van de huidige track terug te gaan. Bij elke druk op de toets gaat u naar het begin van een eerdere track terug. Druk eenmaal op de toets
¢ om naar het
begin van de volgende track te springen. Bij elke druk op de toets gaat u naar het begin van een volgende track.
OPMERKING
De muzieksensorfunctie is bruikbaar in de afspeelmodus of
in de pauzeermodus.
Snel vooruit en achteruit
1 Houd de toets 4 of ¢ ingedrukt om snel
achteruit of vooruit te spoelen tot u het gewenste gedeelte bereikt.
OPMERKING
Deze functie werkt enkel in de CD-weergavemodus.
NE
Functies van de CD-wisselaar (optie)
Indien een optionele Alpine 6-CD-wisselaar (M-Bus)
is aangesloten op de 8-pins DIN-stekker van de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-9501RM/TDM­9501R, kunt u de CD-wisselaar bedienen via de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-9501RM/TDM­9501R.
OPMERKING
De CD-bedieningen op de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-
9501RM/TDM-9501R voor het besturen van de CD-wisselaar zijn enkel actief wanneer de CD-wisselaar verbonden is met de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-9501RM/TDM-9501R.
1 Druk op de toets SOURCE/POWER om de CD-
wisselaar te activeren. Het display toont het CD-nummer en het tracknummer.
2 Controleer of de functie-indicator oplicht en druk
vervolgens op de
preselectietoetsen om de
gewenste CD in de CD-wisselaar te selecteren.
3 Om de weergave te pauzeren, drukt u op de
toets
6.
Om de weergave voort te zetten drukt u nogmaals op de toets
6.
OPMERKINGEN
Indien de indicator “F” brandt, zijn de CD-selectietoetsen
onbruikbaar.
• Druk op de toets SOURCE om de WISSELAAR-modus te activeren.
Bediening van de CD-wisselaar
SOURCE
Preselectietoetsen
6
4
¢
Herhaald afspelen van enkele track
of volledige CD
1 Druk op de toets "F" (Functie).
De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal doven.
2 Druk op de toets (REPEAT) om de huidige
track of de hele CD opnieuw te beluisteren (het display toont “RPT” of “RPT ALL”).
OPMERKING
Een enkele track kan niet worden herhaald tijdens M.I.X.-
modus.
3 Druk op de toets “F” om de normale modus te
activeren. De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal oplichten.
M.I.X. (Willekeurig) afspelen
1 Druk op de toets "F".
De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal doven.
2 Druk op de toets (M.I.X.) in de afspeelmodus
of de pauzeermodus. Op het display verschijnt de M.I.X.-indicator. De tracks op de CD worden afgespeeld in willekeurige volgorde. Nadat alle tracks op de CD zijn weergegeven, laadt de wisselaar de volgende CD en begint een nieuwe willekeurige selectie af te spelen.
Het willekeurig afspelen stopt pas wanneer u de M.I.X.-modus uitschakelt.
Druk opnieuw op de toets
(M.I.X.) om de
(M.I.X.) modus uit te schakelen. De M.I.X.-indicator verdwijnt van het display.
3 Druk op de toets “F” om de normale modus te
activeren. De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal oplichten.
OPMERKING
Een enkele track kan niet worden herhaald in de M.I.X.-modus.
Programma’s scannen
1 Druk op de toets "F".
De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal doven.
2 Druk op de toets (SCAN) om de eerste 10
seconden van elke track op de CD af te spelen. Het display toont het CD-nummer, “SCAN” en het nummer van de track die wordt afgespeeld tijdens de scanfunctie. Druk op de toets
(SCAN) om de scanfunctie
uit te schakelen en de normale weergave voort te zetten.
3 Druk op de toets “F” om de normale modus te
activeren. De functie-indicator aan de bovenzijde van de “F”-toets zal oplichten.
14-NE
Bediening van de CD-wisselaar
SOURCE TITLE F
4 ¢
(M.I.X.) (REPEAT) (SCAN)
Preselectietoetsen
15-NE
CD-titels tonen
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
De titels van CD’s waarvan de titel is ingevoerd
kunnen worden weergegeven op het display. (Zie pagina 15 voor het invoeren van CD-titels.)
1 Druk op de toets TITLE in de CD-modus.
Het display toont een andere titel telkens u op de toets drukt.
Titels geven aan CD’s (enkel TDM-
9505RB/TDM-9503R)
1 Druk op de toets TITLE om de modus voor het
tonen van de CD-titel te activeren. (Zie pagina
15.)
2 Vergewis u ervan dat de functie-indicator aan de
bovenkant van de "F"-toets oplicht en druk op de
preselectietoetsen om de CD te selecteren
waaraan u een titel wilt geven.
3 Houd de toets TITLE minstens 3 seconden lang
ingedrukt. Het eerste teken knippert.
4 Druk herhaaldelijk op de toets 4 of ¢ om de
gewenste letters/cijfers/symbolen te kiezen voor het schrijven van de titel.
5 Druk op de toets TITLE om het eerste teken op
te slaan. Het eerste teken stopt met knipperen en het display activeert automatisch het volgende beschikbare teken. Wanneer dat teken begint te knipperen kunt u opnieuw een letter of een symbool kiezen voor het schrijven van de titel.
6 Herhaal de stappen 4 en 5 tot de titel voltooid is.
Bij het ingeven van het achtste teken wordt de titel automatisch in het geheugen opgeslagen.
Voor titels van minder dan 8 tekens (bijvoorbeeld een titel van 3 tekens) gaat u te werk als volgt: Na het invoeren van de 3 tekens zal het vierde teken knipperen. Ga naar stap 7 voor het voltooien van de CD-titel.
7 Houd de toets TITLE minstens 3 seconden lang
ingedrukt om de titel op te slaan.
OPMERKINGEN
Wanneer de geheugencapaciteit voor de CD-
titels opgebruikt is, toont het display “FULL DATA” om aan te geven dat er geen titels meer kunnen worden opgeslagen.
• Indien u een titel wilt wissen, vult u in alle tekens het symbool “ ” in.
CD-titels wissen (enkel TDM-
9505RB/TDM-9503R)
1 Druk op de toets TITLE om de modus voor het
invoeren van een CD-titel te activeren. Houd vervolgens de toets minstens 3 seconden lang ingedrukt.
2 Houd de toets SOURCE minstens 3 seconden
lang ingedrukt om de modus voor het wissen van de titel te activeren. Op het display knippert de CD-titel.
3 Druk herhaaldelijk op de toets 4 of ¢ tot de
CD-titel die u wilt wissen op het display verschijnt.
4 Houd de toets SOURCE minstens 3 seconden
lang ingedrukt om de getoonde CD-titel te wissen.
5 Houd de toets TITLE minstens 3 seconden lang
ingedrukt om de modus voor het wissen van de CD-titel uit te schakelen.
NE
Toetsen op de afstandsbediening
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
Aan/Uit-toets
Druk op deze toets om het toestel in/uit te schakelen.
Source-toets
Druk op deze toets om de audiobron te kiezen.
66
-toets
Druk op deze toets om heen-en-weer te
schakelen tussen de afspeel- en pauzeermodus voor cassettes of CD.
TILT
55
-toetsen
Deze toets wordt niet gebruikt.
Band/Program-toets
Radiomodus: BAND-toets
Druk op deze toets om de frequentieband te veranderen zoals volgt.
F1 F2 MW LW
Cassettemodus: PROG-toets
Druk op deze toets tijdens het afspelen van de cassette om de afspeelrichting te veranderen en de andere zijde van de cassette te beluisteren.
Volume-insteltoetsen
Om het volume te verhogen:
Druk op de toets Om het volume te verlagen: Druk op de toets
55
-toets
Radiomodus: Door op deze toets te drukken
selecteert u de zenders die onder de preselectietoetsen zijn geprogrammeerd, in stijgende volgorde, zoals hieronder afgebeeld.
1 2 ... 6
CD-wisselaarmodus: DISC Select-toets (omhoog) Druk op de toets om een CD te kiezen, in stijgende volgorde. Cassettemodus: Druk op deze toets tijdens het afspelen van een cassette om de volgende selectie te kiezen.
44
Omlaagtoets
Radiomodus: SEEK-toets (omlaag)
CD-wisselaarmodus: Druk op de toets om naar het begin van de huidige track te gaan. Cassettemodus: Druk op de toets tijdens de cassetteweergave om de cassette snel achteruit te spoelen.
¢¢
Omhoogtoets
Radiomodus: SEEK-toets (omhoog)
CD-wisselaarmodus: Druk op de toets om naar het begin van de volgende track te gaan. Cassettemodus: Druk op de toets tijdens de cassetteweergave om de cassette snel vooruit te spoelen.
Toets
Radiomodus: Door op deze toets te drukken
selecteert u de zenders die onder de preselectietoetsen zijn geprogrammeerd, in afdalende volgorde, zoals hieronder afgebeeld.
6 5 ... 1
CD-wisselaarmodus: DISC Select-toets (omlaag) Druk op de toets om een CD te kiezen, in dalende volgorde. Cassettemodus: Druk eenmaal op de toets tijdens het afspelen van een cassette om terug te keren naar de huidige selectie die wordt afgespeeld.
Mute-toets
Druk op deze toets om het volume onmiddellijk
20 dB lager te stellen. Druk opnieuw op de toets om de functie uit te schakelen.
Audio Processor-toets
Deze toets wordt niet gebruikt.
16-NE
Sensor voor afstandsbediening
Afstandsbediening
17-NE
Vervangen van de batterij
Type batterij: Gebruik twee droge “AAA”-batterijen
of gelijkwaardige batterijen.
1 Openen van het batterijdeksel
Schuif het batterijdeksel weg terwijl u stevig in de richting van de pijl duwt.
2 Vervangen van de batterij
Plaats de batterijen volgens de juiste polariteit in het batterijcompartiment.
3 Sluiten van het batterijdeksel
Duw op het deksel zoals getoond tot u een klik hoort.
NE
+
+
Bij problemen
Indien er een probleem optreedt, schakel het
toestel dan uit en weer in. Als het toestel nog altijd niet normaal werkt, controleer dan de onderstaande punten. Deze gids helpt u het probleem te isoleren indien er een defect is aan het toestel. Anders moet u zich ervan vergewissen dat de rest van uw systeem correct is aangesloten ofwel uw erkende Alpine-dealer raadplegen.
Basisproblemen
Toestel of display werkt niet.
De contactsleutel van de auto staat niet in de juiste
positie.
- Als het toestel correct aangesloten is volgens de
aanwijzingen, kan het niet werken als de contactsleutel van de auto op OFF staat.
• Stroomkabels verkeerd aangesloten.
- Controleer de aansluiting van de stroomkabels.
• Zekering gesmolten.
- Controleer de zekering van de accukabel van het
apparaat; vervang de zekering, indien nodig, door een zekering met de juiste sterkte.
• Defect in de interne microcomputer tengevolge van interferentiegeruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op
de Reset-knop.
Radio
Geen ontvangst van radiozenders.
Geen antenneaansluiting ofwel een open aansluiting.
- Vergewis u ervan dat de antenne correct is aan
gesloten; vervang de antenne of de kabel indien nodig.
Onmogelijk om zenders te vinden in de zoekmodus.
U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Vergewis u ervan dat de tuner in de DX-modus staat.
• Indien u zich in een gebied bevindt waar een primair signaal is, dan is misschien de antenne niet geaard en verkeerd aangesloten.
- Controleer de aansluitingen van de antenne; vergewis
u ervan dat de antenne correct geaard is ter hoogte van zijn montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Vergewis u ervan dat de antenne volledig
uitgetrokken is. Vervang een gebroken antenne door een nieuwe.
De radio-uitzending gaat gepaard met veel ruis.
De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang een gebroken
antenne.
• De antenne is slecht geaard.
- Vergewis u ervan dat de antenne juist geaard is ter
hoogte van zijn montageplaats.
Cassette
De weergave van de cassette klinkt dof.
De audiokop moet worden gereinigd.
- Reinig de audiokop
•Verkeerd Dolby NR in gebruik (enkel TDM­9505RB/TDM-9503R).
- Controleer stand van Dolby NR-schakelaar.
CD
CD-wisselaar werkt niet.
Te hoge bedrijfstemperatuur voor CD (+50°C).
- Laat de binnenkant van de auto (of de
bagageruimte) afkoelen.
De geluidsweergave van de CD is beverig.
Vochtcondensaties in de CD-module.
- Wacht lang genoeg om de condensatie te laten
verdampen (ongeveer 1 uur).
Onmogelijk om de CD snel vooruit of achteruit te
spoelen.
De CD is beschadigd.
- Werp de CD uit en werp hem weg; een
beschadigde CD in uw toestel proberen af te spelen kan het weergavemechanisme beschadigen.
Bij de weergave van de CD worden stukken
overgeslagen tengevolge van trillingen.
De CD-wisselaar is niet correct gemonteerd.
- Hermonteer de CD-wisselaar op de juiste wijze.
• De CD is erg vuil.
- Reinig de CD.
• De CD is gekrast.
- Plaats een andere CD.
Bij de weergave van de CD worden stukken
overgeslagen alhoewel er geen trillingen zijn.
De CD is vuil of gekrast.
- Maak de CD schoon; een beschadigde CD moet
worden vervangen.
Single-CD (8 cm) wordt niet weergegeven.
De speciale adapter voor single-CD’s is niet
gebruikt.
- Bevestig een adapter voor single-CD’s
(aanbevolen door Alpine) aan de CD en plaats de CD in het CD-magazijn.
18-NE
Informatie
19-NE
Indicatie voor CD-wisselaar
HI TEMP ( hoge temperatuur)
Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge
temperatuur.
- De indicator verdwijnt van het display wanneer de
temperatuur zich terug binnen het bedrijfsbereik bevindt.
ERROR (fout)- 01
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de magazijnuitwerptoets en trek het magazijn naar buiten.
Controleer de indicatie. Breng het magazijn terug in. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerpknop. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet wordt uitgeworpen.
ERROR (fout)- 02
• Er is een CD achtergebleven in de CD-wisselaar.
- Druk op de Eject-toets om de uitwerpfunctie te activeren. Wanneer de CD-wisselaar de CD-uitwerpfunctie voltooit, plaatst u een leeg CD-magazijn in de CD­wisselaar om de achtergebleven CD in op te vangen.
NO MAGZN (geen magazijn)
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Breng een magazijn in.
NO DISC (geen CD)
• Er wordt geen CD aangegeven.
- Kies een andere CD.
Technische gegevens
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono 0,7 µV 50 dB gevoeligheid 1,1 µV Alternatieve kanaalselectiviteit 80 dB Signaal/ruisverhouding 65 dB Stereoverdeling 35 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 531 - 1602 kHz
Gevoeligheid (IEC-standaard) 25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 153 - 281 kHz
Gevoeligheid (IEC-standaard) 31,6 µV/30 dB
CASSETTESPELERGEDEELTE
Afspeelsnelheid 4,8 cm/sec. ±0,7%
Wow en Flutter 0,06% WRMS Signaal/ruisverhouding
met Dolby B-TYPE NR (enkel TDM-9505RB/
TDM-9503R) 68 dB Zonder Dolby NR 60 dB Frequentierespons
Met Alpine-testcassette 30–20.000 Hz
AFSTANDSBEDIENING
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
Type batterij droge “AAA”-batterij
Aantal batterijen 2 Afmetingen (B x H x D) 42 mm
x 121 mm x 23 mm
Gewicht (zonder batterij) 50 g
ALGEMEEN
Voeding 14,4 V gelijkstroom
(11–16 V toelaatbaar) Maximaal uitgangsvermogen* 45 W x 4 Maximaal pre-uitgangsspanning 2 V/10k ohm Lage tonen ±15 dB bij 30 Hz Hoge tonen ±10 dB bij 10 kHz Gewicht 1,4 kg
CHASSISAFMETINGEN
Breedte 178 mm
Hoogte 50 mm Diepte 155 mm
AFMETINGEN VOORSTE GEDEELTE
Breedte 170 mm
Hoogte 46 mm Diepte 19 mm
* Onder maximale bedrijfsspanning en ingangssignaal,
tot 4 ohm.
Tengevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de specificaties en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
NE
Alvorens het toestel te installeren of aan te sluiten
dient u de volgende informatie en pagina’s 2 en 3 van deze gebruiksaanwijzing grondig door te lezen voor het juiste gebruik.
WAARSCHUWING
GEBRUIK HET APPARAAT ENKEL IN WAGENS MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw
dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE
KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok
of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET KABELS VAN ANDERE
SYSTEMEN.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om stroom af te takken
voor andere systemen. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of elektrische schok tot gevolg kan hebben.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN WAAR HET TOESTEL DE
BEDIENING VAN DE WAGEN, ZOALS HET STUURWIEL OF DE VERSNELLINGSHENDEL, ZOU KUNNEN HINDEREN.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht vooruit worden
belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
GEEN PIJPEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET
BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie,
moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen pijpen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF
BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of
andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over de wagen onklaar maken en brand enz. veroorzaken.
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het
toestel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
GEBRUIK ENKEL DE VERMELDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP VEILIGE MANIER.
Vergewis u ervan enkel de vermelde accessoireonderdelen
te gebruiken. Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig op zijn plaats wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF
STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak
vocht of stof komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS
WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de weg van bewegende
onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of gepunte randen. Dit voorkomt dat de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergt speciale
technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid, wendt u zich voor dit werk het best tot de dealer waarbij u dit toestel heeft gekocht.
Voorzorgsmaatregelen
Ter voorkoming van kortsluitingen moet u de
stroomkabel van de negatieve accupool (-) loskoppelen alvorens uw TDM-9505RB/TDM­9503R/TDM-9501RM/TDM-9501R aan te sluiten.
• Gebruik bij het vervangen van zekeringen enkel zekeringen met dezelfde ampèrewaarde. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of elektrische schok tot gevolg hebben.
•Vergewis u ervan de stroomdraden aan te sluiten volgens het diagram. Zo niet kan er een defect ontstaan in het toestel en/of schade aan de auto.
•Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (-) aan te sluiten op de negatieve luidsprekerklem (-). Nooit de linker- en rechterkanaaldraden van de luidsprekers op elkaar of op het chassis van de wagen aansluiten.
• Gebruik het toestel enkel in wagens met een 12-volt­accu met negatieve aarding. Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of elektrische schok tot gevolg hebben.
•U moet erg voorzichtig zijn bij het aansluiten van draden op het elektrische systeem van de auto. Gebruik nooit stroomdraden van in de fabriek geïnstalleerde onderdelen (zoals een boordcomputer). Bij het aansluiten van TDM­9505RB/TDM-9503R/TDM-9501RM/TDM-9501R op de zekeringenkast, moet u zich ervan vergewissen dat de zekering voor het circuit van de TDM-9505RB/TDM­9503R/TDM-9501RM/TDM-9501R van de juiste ampèrewaarde is. Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of de wagen beschadigen. Raadpleeg uw ALPINE-dealer in geval van twijfel.
• De TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-9501RM/TDM­9501R maakt gebruik van vrouwelijke RCA-stekkers voor de aansluiting op andere toestellen (bv. versterker) met RCA-aansluitbussen. U heeft misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende ALPINE-dealer om hulp.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe
voorziene ruimte hieronder en houd het bij als referentie. Het serienummerschildje bevindt zich op de onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER: ________________________
INSTALLATIEDATUM: ____________________ INSTALLATIETECHNICUS: ________________ PLAATS VAN AANKOOP: __________________
20-NE
Installatie en aansluitingen
21-NE
Installatie
1 Verwijder het afneembare frontpaneel (zie
pagina 4). Schuif de montageslede uit het vaste toestelgedeelte. (Zie verwijderingsprocedure) Schuif de montageslede in het dashboard.
2 Indien uw wagen is uitgerust met de
montagesteun, plaatst u de lange zeskantbout op het achterpaneel van de TDM-9505RB/TDM­9503R/TDM-9501RM/TDM-9501R en plaatst u de rubberen kap over de zeskantbout. Indien uw voertuig niet is uitgerust met de montagesteun, versterkt u de hoofdeenheid met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Sluit alle draden van de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM­9501RM/TDM-9501R aan volgens de details beschreven in het hoofdstuk AANSLUITINGEN.
OPMERKING:
Voor de schroef* moet u een geschikte schroef voorzien voor
de installatieplaats.
3 Schuif de TDM-9505RB/TDM-9503R/TDM-
9501RM/TDM-9501R in het dashboard. Wanneer het toestel geïnstalleerd is, moet u zich ervan vergewissen dat de borgpennen volledig naar onder vastgeklikt zijn. Doe dit door stevig op het toestel te drukken en tegelijkertijd de borgpen naar onder te duwen met een kleine schroevendraaier. Dit zorgt ervoor dat het toestel voldoende wordt vastgezet en niet per ongeluk uit het dashboard kan vallen. Installeer het afneembare voorpaneel.
Verwijdering
1 Verwijder het afneembare frontpaneel.
2 Gebruik een kleine schroevendraaier (of
vergelijkbaar gereedschap) om de borgpennen uit de uitsparingen te doen klikken (zie tekening hierboven). Telkens een pen losklikt, trekt u zachtjes aan het toestel zodat de pen niet terug vastklikt alvorens u de tweede pen losklikt.
3 Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor
dat het niet meer vastklikt.
NE
Dashboard
Rubberen kap (meegeleverd)
Beugel
Montageslede (meegeleverd)
Metalen montagebeugel
Schroef
Tapbout
Zeskantmoer (M5)
Luchtventilatie
<JAPANESE AUTO>
TDM-9505RB/TDM-9503R/ TDM-9501RM/TDM-9501R
Schroeven (M5 x 8) (meegeleverd)
Montagebeugel
Frontplaat
TDM-9505RB/TDM-9503R/ TDM-9501RM/TDM-9501R
Zeskantbout (meegeleverd)
TDM-9505RB/TDM-9503R/ TDM-9501RM/TDM-9501R
22-NE
Aansluitingen
A
A
R. kanaal
SIG. AARD
L. kanaal
Gegevensaarding
Contactslot
Stroomtoevoeraarding
Isolatieaarding
Accu
Gegevensbus
Antenne
ISO-antenne
Stekker
Naar autotelefoon
Om equalizer te versterken
Contactsleutel
Accu
Naar elektrische antenne
Penconfiguratie DIN-stekker
Links achteraan
Links vooraan
Rechts vooraan
Rechts achteraan
Luidsprekers
Rechts achteraan
Links achteraan
Luidsprekers
Omzetterstekker ISO-antenne
Versterker
(afzonderlijk verkocht)
CD-wisselaar (afzonderlijk verkocht)
(Roze/Zwart)
INSCHAKELEN VANOP AFSTAND
AUDIO-ONDERBREKING IN
CONTACTSLOT
AARDING
ELEKTRISCHE ANTENNE
ACCU
(Blauw/Wit)
(Rood)
(Zwart)
(Blauw)
(Geel)
Groen
Groen/Zwart
Wit
Wit/Zwart
Grijs/Zwart
Grijs
Violet/Zwart
Violet
Installatie en aansluitingen
23-NE
1 Antennebus
Sluit deze aan op de meegeleverde omzetterstekker
van de ISO-antenne.
Ingangsdraad audio-onderbreking (Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audiointerface-uitgang van
een GSM die voor kortsluiting met de aarding zorgt waneer een oproep wordt ontvangen.
Draad voor inschakelen vanop afstand (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de draad voor het inschakelen
vanop afstand waarmee uw versterker of signaalprocessor is uitgerust.
Draad van de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische
antenne, indien van toepassing.
OPMERKING
Deze draad mag enkel worden gebruikt voor het bedienen van
de elektrische antenne van de wagen. Gebruik deze draad niet om een versterker of een signaalprocessor enz. in te schakelen.
Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze stroomdraad aan op een open klep op de
zekeringenkast van de wagen of op een andere ongebruikte stroombron die (+) 12 V levert wanneer het contactslot op On of op ACC wordt gezet.
Zekeringenhouder (15 A)
Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de
autoaccu.
ISO-stroomtoevoerconnector
Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in de
wagen. Zorg ervoor de draad aan te sluiten op bloot metaal en maak hem stevig vast met de meegeleverde plaatmetalen schroef.
Interfaceconnector afstandsbediening
(enkel TDM-9505RB/TDM-9503R)
Naar interfacedoos van afstandsbediening.
RCA-uitgangsconnectoren Achteraan
ROOD is rechts en WIT is links.
DIN-connector
Sluit deze aan op de DIN-connector op de CD-
wisselaar.
DIN-verlengkabel
OPMERKING
Oudere Alpine-CD-wisselaar werd geleverd met
standaard-DIN-connectoren van het rechte type. In installaties waar een connector van het L-type de installatie zou vereenvoudigen, kan de 491002-adaptor van Alpine (afzonderlijk verkocht) worden gebruikt.
Stroomtoevoerconnector
ISO-connector (luidsprekeruitgang) Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links achteraan (+) Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker links achteraan (-) Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links vooraan (+) Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links vooraan (-) Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker rechts vooraan (-) Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts vooraan (+) Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker rechts achteraan (-) Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts achteraan (+) RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
NE
Om te voorkomen dat externe ruis het audiosysteem binnendringt.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de draadbundels van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
• Maak de aardingdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan aan zo ver mogelijk van het toestel vandaan. U kunt bij uw Alpine-dealer terecht voor tal van Alpine-ruisonderdrukkers.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
24-EN
25-EN
26-EN
Loading...