Alpine IVA-D310R, IVA-D310RB User Manual [nl]

R

Mobiel mediastation

CD-wisselaar voor

IVA-D310R/ IVA-D310RB

TM

DIGITAL VIDEO

• HANDLEIDING

Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.

ALPINE ELECTRONICS GmbH

Benelux Branch

Leuvensesteenweg 510 b6

1930 Zaventem - België

Tel. +32-(0)2-725 13 15

Fax +32-(0)2-725 13 26

E-mail: info@alpine.be

CHM-S630

CHA-S634

CHA-1214

• CD-wisselaar voor IVA-D300R/IVA-D300RB

• CD-wisselaar voor IVA-D300R/IVA-D300RB

U kunt meer doen met Alpine CD-wisselaars!

Meer muziekselecties, meer veelzijdigheid, meer comfort.

De CHA-S634 is een zeer krachtige wisselaar voor 6 disks met nieuwe M DAC, CD-R/RW PLAY BACK, MP3 PLAY BACK en CD TEXT.

Het CHA-1214 Ai-NET model is goed voor 12 disks, terwijl het CHM-S630 M-Bus model een supercompacte wisselaar voor 6 disks is met CD-R/RW PLAY BACK.

Inhoud

 

Gebruiksaanwijzing

 

WAARSCHUWING

 

WAARSCHUWING....................................

5

VOORZICHTIG..........................................

5

VOORZORGSMAATREGELEN ................

5

Welke disks kunt u afspelen? .................

7

Aan de slag

 

Plaats van de bedieningstoetsen......................

10

Frontpaneel losmaken en bevestigen ..............

10

Ingebruikneming .............................................

11

Toestel inof uitschakelen ..............................

11

Monitor openen/sluiten ...................................

11

Regeling van de kijkhoek van de monitor ......

11

Monitor platleggen..........................................

12

Volume regelen ...............................................

12

Volume snel verlagen......................................

12

Display bekijken .............................................

12

Bediening van aanraaktoetsen ......................

12

Bron oproepen ..............................................

12

Sneltoetsscherm ............................................

13

Invoerscherm met numeriek toetsenbord

 

weergeven ................................................

13

Dubbel-schermweergave ..............................

14

Radio

 

Radio beluisteren.............................................

14

Handmatig opslaan van voorkeuzezenders .....

15

Automatisch opslaan van voorkeuzezenders ..

15

Afstemmen op voorkeuzezenders ...................

15

Werking van RDS

 

AF (alternatieve frequenties) inof

 

uitschakelen ................................................

15

Verkeersinformatie ontvangen........................

15

Zenders zoeken volgens programmatype

 

(PTY) .........................................................

16

Verkeersinformatie ontvangen tijdens het

 

afspelen van een CD of een

 

radio-uitzending..........................................

16

Prioriteit PTY (programmatype) ....................

16

NEDERLANDS

Weergave van radiotekst.................................

16

CD/MP3/WMA

 

Afspelen ........................................................

17

Herhaald afspelen ...........................................

18

M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) ...

18

Mappen selecteren (voor MP3/WMA) ..........

18

Over MP3/WMA ...........................................

18

DVD/video-CD

 

DVD/video-CD afspelen................................

20

DVD-modusscherm weergeven ..................

20

Als een menuscherm verschijnt ...................

21

Hoofdmenuscherm weergeven

 

(alleen DVD) ...........................................

21

Menuscherm weergeven (alleen DVD) .......

21

Menubedieningsmodusscherm weergeven

 

(alleen DVD) ...........................................

22

PBC-functie inof uitschakelen

 

(alleen video-CD) ......................................

22

Afspelen stoppen (PRE STOP) ......................

22

Afspelen stoppen ............................................

22

Snel vooruit/snel achteruit .............................

22

Begin van hoofdstukken of tracks zoeken .....

22

Stilstaande beelden afspelen (pauzeren) ........

22

Beeld voor beeld afspelen

 

vooruit/achteruit ........................................

22

Afspelen in slow motion ................................

22

Hoofdstuk/track/titel herhaaldelijk

 

afspelen ......................................................

23

Zoeken op titelnummer (alleen DVD) ...........

23

Direct zoeken op hoofdstukof

 

tracknummer ..............................................

23

Veranderen van hoek (alleen DVD) ...............

23

Veranderen van audiospoor ...........................

24

Veranderen van ondertiteling (taal

 

ondertiteling) (alleen DVD) ......................

24

Schakelen vanuit het diskmenu ...................

24

Diskstatus voor DVD/video-CD

 

weergeven...................................................

24

1-NL

Andere nuttige functies

 

Audio bijregelen .............................................

25

Zoekfunctie ....................................................

25

Functie voor entertainment achterin ..............

26

Functie van de sensor van de

 

afstandsbediening omschakelen ..............

26

De weergavemodi omschakelen .....................

26

Alleen visuele bron schakelen

 

(simultaan-functie) ....................................

27

Simultaan-functie annuleren ........................

27

Black-outmodus inen uitschakelen ..............

27

VISUALIZER instellen ..................................

27

Visual Effect instellen ....................................

27

Monitorinstelling

 

Monitorinstelling uitvoeren ............................

28

Keuze van de monitorstand .........................

28

Instelling voor het automatisch

 

openen/sluiten van de monitor ................

28

Instelling

 

DVD-instelling

 

DVD-instelling uitvoeren ...............................

29

Instelling van de menutaal ...........................

29

Instelling van de audiotaal ...........................

29

Instelling van de ondertitelingtaal ...............

30

Landinstelling wijzigen ...............................

30

Classificatieniveau instellen

 

(oudercontrole) ........................................

30

Instelling digitale uitgang wijzigen .............

30

Downmix-modus instellen ...........................

32

Instelling tv-scherm wijzigen ......................

32

ALGEMENE instelling

 

Algemene instelling uitvoeren .......................

32

Tijd weergeven ............................................

32

Tijd instellen ................................................

32

Zomertijd instellen .......................................

33

Demonstratiefunctie .....................................

33

Pieptoonfunctie ............................................

33

Instelling van het scrollen ............................

33

RDS-tijd weergeven .....................................

33

Het basisvolume van bronsignalen

 

aanpassen .................................................

33

Geluidskwaliteit van de tuner instellen ........

33

Instellen van het zoeken volgens

 

programma-identificatie (PI SEEK) ........

33

Regionale (lokale) RDS-zenders

 

ontvangen ..................................................

33

Weergavetaal van programmatype (PTY)

 

omschakelen ..............................................

33

MP3/WMA-bestanden afspelen .....................

33

De helderheid van de toetsverlichting’s

 

nachts bijregelen ........................................

33

SYSTEEM-instelling

 

Systeeminstelling uitvoeren ...........................

34

Onderbrekingsmodus externe toestellen

 

instellen ...................................................

34

Weergave van onderbrekingssymbool

 

instellen ...................................................

34

Navigatiemodus instellen .............................

34

Navigatieonderbreking instellen ..................

35

VISUALIZER-modusweergave instellen ....

35

AUX-modus instellen ..................................

35

Externe toestellen benoemen .......................

35

Het audioniveau van de externe ingang

 

regelen .....................................................

35

Het visuele ingangssignaal omschakelen .....

35

Externe monitoruitgang instellen .................

35

Achtercamera instellen ................................

36

De aanraaktoets VISUAL instellen .............

36

Verlichtingskleur van de toetsen veranderen

 

(alleen IVA-D310R) ................................

36

Selectie van optische digitale ingang voor

 

een externe audioprocessor .....................

36

Digitale uitgang instellen .............................

36

SCHERM instellen

 

Scherminstelling uitvoeren ............................

36

De helderheid van de achtergrondverlichting

instellen ...................................................

36

Minimumniveau van achtergrondverlichting

 

instellen ...................................................

37

Achtergronden schakelen .............................

37

Automatische achtergronden instellen .........

37

Lettertype instellen ......................................

37

Weergavekleur van lettertypeachtergrond

 

veranderen ...............................................

37

Trilling van aanraakscherm

 

inof uitschakelen ...................................

37

Aanraakscherm bijregelen ...........................

37

2-NL

i-Personalize™

 

Media Xpander-functie

 

MX-modus instellen .......................................

38

Bass Engine-functie

 

Bass Engine instellen .....................................

38

Bass Max EQ-modus kiezen

 

(instelling fabrikant) ................................

38

Afregelen en opslaan/oproepen van

 

de parametrische EQ ...............................

39

Over tijdcorrectie .........................................

40

Afregelen en opslaan/oproepen van

 

tijdcorrectie .............................................

40

Afregelen en opslaan/oproepen van

 

de Bass Focus ..........................................

41

Afregelen en opslaan/oproepen van

 

ingebouwd scheidingsfilter .....................

42

Inen uitschakelen van de subwoofer ............

43

VISUAL EQ™

 

Visual EQ instellen ........................................

43

VISUAL EQ-modus kiezen

 

(instelling fabrikant) ................................

43

Regeling van de helderheid .........................

43

Regeling van de beeldkleur .........................

43

Regeling van de beeldtint ............................

43

Regeling van het beeldcontrast ....................

44

Regeling van de beeldkwaliteit ....................

44

VISUAL EQ opslaan ...................................

44

Gegevens downloaden

 

Over downloaden van

 

GELUIDSINSTELLINGEN/

 

ACHTERGRONDEN ................................

44

Gegevens downloaden ...................................

44

Gegevens van MIJN ACHTERGROND

 

downloaden ................................................

45

AMP Link instellen (optioneel)

 

Weergave van instelling en status van de

 

externe versterker oproepen (optie) ...........

45

AMP Link-vergrendelingsfunctie ..................

46

Externe audioprocessor (optioneel)

 

Instelprocedure voor Dolby Surround.............

46

Luidsprekers instellen .....................................

47

MX-modus van de externe audioprocessor

 

instellen.......................................................

47

Instelling X-OVER .........................................

47

Tijdcorrectie handmatig uitvoeren (TCR).......

48

Faseomschakeling .........................................

49

Instellingen grafische equalizer......................

49

Instellingen parametrische equalizer ...............

50

Regeling van de lage tonen ............................

51

Bascompressor instellen .............................

51

Bass Focus instellen ...................................

51

Luidsprekerinstelling ......................................

51

Instelling van Dolby 5.1ch ............................

52

Het akoestisch beeld instellen ....................

52

Lage tonen mengen met het achterkanaal ..

52

Krachtig geluid met hoog volume................

52

Luidsprekerniveaus regelen ........................

52

DVD-niveau instellen .....................................

52

Instellingen opslaan in het geheugen ..............

53

Geheugenvoorkeuzezender oproepen..............

53

Pro Logic II-modus .......................................

53

Lineaire PCM-instelling ..................................

53

Navigatiesysteem (optioneel)

 

Omschakelen naar navigatiescherm

 

(optioneel) .................................................

54

Hulptoestel (optioneel)

 

Hulptoestellen bedienen (optioneel) ..............

54

Wisselaar (optioneel)

 

Sturing van een CD-wisselaar (optioneel) .....

55

Keuze van multiwisselaar (optioneel) ...........

55

Werking van HDD-speler (optioneel)

Muziek van HDD beluisteren .........................

56

3-NL

iPod™ (optioneel)

 

Afspelen ..........................................................

56

Een gewenst liedje zoeken ..............................

56

Zoeken op afspeellijst ...................................

57

Zoeken op artiest...........................................

57

Zoeken op album ..........................................

57

Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) ...

57

Herhaald afspelen............................................

57

Over de indicaties op het subdisplay

Over de indicaties op het subdisplay...............

58

Informatie

 

Over DVD’s ....................................................

59

Terminologie...................................................

60

Lijst van taalcodes...........................................

61

Lijst van landcodes..........................................

62

Bij problemen..................................................

64

Specificaties ....................................................

67

Installatie en aansluitingen

WAARSCHUWING

 

Waarschuwing ............................

68

Voorzichtig ..................................

68

Voorzorgsmaatregelen ..............

68

Installatie.........................................................

69

Aansluitingen (IVA-D310R/IVA-D310RB

 

bedradingsschema) .....................................

72

Voorbeeld van systeem ...................................

74

4-NL

Gebruiksaanwijzing

WAARSCHUWING

WAARSCHUWING

Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.

INSTALLEER HET TOESTEL CORRECT, ZODAT DE BESTUURDER ALLEEN NAAR DE TV/VIDEO KAN KIJKEN ALS HET VOERTUIG GESTOPT IS EN DE HANDREM WERD AANGETROKKEN.

Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt terwijl hij het voertuig bestuurt. Als dit toestel niet correct wordt geïnstalleerd, kan de bestuurder tijdens het rijden naar de tv/video kijken. Dit kan zijn aandacht afleiden van de weg, wat tot een ongeval kan leiden. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.

KIJK NIET NAAR DE VIDEO TERWIJL U RIJDT.

Als de bestuurder naar de video kijkt, kan zijn aandacht worden afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.

VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.

Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.

STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.

Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.

KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR HET DISPLAY TIJDENS HET RIJDEN.

Als de bestuurder naar de video kijkt, kan zijn aandacht worden afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.

HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.

Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.

GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.

(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.

HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.

Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.

GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.

Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.

VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.

Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.

GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN.

Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.

LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.

Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.

VOORZICHTIG

Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.

Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpineonderhoudscentrum voor herstelling.

HOUD VINGERS WEG VAN HET GEMOTORISEERDE FRONTPANEEL OF DE BEWEEGBARE MONITOR WANNEER DEZE IN BEWEGING ZIJN.

Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.

VOORZORGSMAATREGELEN

Toestel reinigen

Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de kunststof aangetast raken.

Temperatuur

Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +45°C en 0°C bedraagt voor u het toestel inschakelt.

Vochtcondensatie

Ten gevolge van condensatie kan de geluidsweergave van de disk zweven. In dit geval haalt u de disk uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht verdampt is.

Beschadigde disk

Speel nooit disks af die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte disk afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.

Onderhoud

Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.

5-NL

Probeer het volgende nooit

Neem de disk niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatische invoermechanisme in de speler wordt getrokken. Steek geen disk in het toestel terwijl het toestel uitgeschakeld is.

Disk insteken

U kunt slechts één disk tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één disk in de speler te steken.

Plaats een disk steeds met de bedrukte zijde omhoog. De speler werpt een verkeerd geplaatste disk automatisch uit.

Als de speler een correct geplaatste disk uitwerpt, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de resetschakelaar.

Als u een disk afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de disk of beschadigt de speler niet.

Disks met onregelmatige vorm

Gebruik in dit toestel alleen disks met ronde vorm; gebruik nooit disks met een speciale vorm.

Als u disks met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.

Nieuwe disks

Om te voorkomen dat de disk vastloopt, werpt de DVD-speler automatisch disks uit met onregelmatige oppervlakken of disks die verkeerd werden geplaatst. Wanneer na het plaatsen van een disk in de speler deze onmiddellijk weer wordt uitgeworpen, ga dan met uw vinger rond het middengat en de buitenrand van de disk. Als u kleine oneffenheden of onregelmatigheden voelt, kan dit er de oorzaak van zijn dat de disk wordt geweigerd. U kunt de oneffenheden verwijderen door het middengat of de buitenrand van de disk glad te wrijven met een balpen of iets dergelijks. Plaats de disk daarna opnieuw in de speler.

Middengat

Middengat

 

Nieuwe disk

Oneffenheden

Buitenkant

 

(oneffenheden)

De plaats van installatie

Zorg ervoor dat de IVA-D310R/IVA-D310RB niet wordt geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan:

Rechtstreeks zonlicht en warmte

Hoge vochtigheid en water

Veel stof

Veel trillingen

Correcte hantering

Laat de disk niet vallen. Hou de disk zo vast, dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Bevestig geen tape, papier of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.

JUIST

FOUT JUIST

JUIST

Disk reinigen

Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de disk kunnen tot gevolg hebben dat de DVD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de disk naar de buitenzijde.

Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal detergent voor u de disk reinigt.

6-NL

Toebehoren voor disks

Er bestaan verschillende accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meeste ervan beïnvloeden echter de dikte en/of diameter van de disk. Wanneer dergelijke accessoires worden gebruikt, kan de disk buiten de standaardspecificaties vallen en bedieningsproblemen veroorzaken. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke toebehoren te gebruiken voor disks die worden afgespeeld in Alpine DVDspelers.

Doorschijnend vel

CD-stabilisator

Behandeling van het afneembare voorpaneel

Niet blootstellen aan regen of water.

Niet laten vallen of blootstellen aan schokken.

Nadat het toestel werd uitgeschakeld, blijft het beeld nog even lichtjes op het display staan. Dit is een normaal effect dat inherent is aan de LCD-technologie.

Bij koude temperaturen kan het contrast van het scherm tijdelijk wat minder scherp zijn. Na een korte opwarmtijd wordt het contrastniveau echter weer normaal.

Toestellen van Alpine die uitgerust zijn met de Ai-NET bus en aangesloten zijn op de IVA-D310R/IVA-D310RB, kunnen vanaf de IVA-D310R/IVA-D310RB worden bediend. Afhankelijk van de aangesloten producten zullen de functies en de afbeeldingen variëren. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.

De werking van een aantal functies van dit toestel is heel complex.

Precies daarom werden deze functies ondergebracht in een speciaal scherm. Deze functies kunnen alleen worden bediend terwijl het voertuig geparkeerd staat. Zo blijft de aandacht van de bestuurder op de weg gericht en niet op de IVA-D310R/IVA- D310RB. Dit biedt de bestuurder en de inzittenden meer veiligheid.

De audioprocessor kan niet worden afgeregeld terwijl de auto rijdt. De auto moet geparkeerd staan en de handrem moet opgetrokken zijn om de procedure te kunnen uitvoeren die beschreven staat in de gebruiksaanwijzing. De waarschuwing “CAN’T OPERATE WHILE DRIVING” verschijnt als u dit toch probeert te doen terwijl de auto rijdt.

Welke disks kunt u afspelen?

Afspeelbare disks

De hierna vermelde disks kunnen in dit toestel worden afgespeeld.

 

Logo

Inhoud

Formaat

Max.

 

 

 

 

 

 

afspeelduur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenzijdige

 

 

 

 

 

 

disk

 

 

 

 

 

12 cm*

Ca. 4 uur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dubbelzijdige

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

disk

 

 

 

 

Audio

 

Ca. 8 uur

 

 

 

 

+

 

 

 

 

DVD

 

Video

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-video

 

(bewegende

 

 

 

 

 

 

beelden)

 

Eenzijdige

 

 

 

 

 

 

disk

 

 

 

 

 

 

Ca.

 

 

 

 

 

 

80 minuten

 

 

 

 

 

8 cm

 

 

 

 

 

 

Tweezijdige

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

disk

 

 

 

 

 

 

Ca. 160

 

 

 

 

 

 

minuten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Audio

12 cm

Ca.

 

 

 

 

74 minuten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

+

 

 

 

Video

DIGITAL VIDEO

 

 

 

 

Video

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-CD

 

(bewegende

 

Ca.

 

 

 

 

beelden)

8 cm

 

 

 

VIDEO CD

 

 

20 minuten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12 cm

Ca.

 

 

 

 

 

74 minuten

 

 

 

 

 

 

 

 

Muziek

 

Audio

 

 

 

 

 

8 cm

Ca.

 

 

-CD

 

 

 

 

 

 

 

(CD-single)

20 minuten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* Geschikt voor tweelagige DVD-disk

7-NL

Volgende disks kunnen niet worden afgespeeld

DVD-ROM’s, DVD-RAM’s, DVD + R’s, DVD + RW’s, CDROM’s (behalve MP3/WMA-bestanden), foto-CD’s, enz.

DVD-regionummer (afspeelbaar regionummer)

Deze DVD-speler kan elke disk afspelen die regionummer 2 (of All) heeft. DVD’s met een regionummer dat hierna niet is aangegeven, kunnen niet worden afgespeeld op deze DVDspeler.

2 ALL

Video-CD’s

Deze DVD head-unit is compatibel met afspeelregeling (PBC) (versie 2.0).

Met “PBC” kunt u menuschermen die op de disk werden opgenomen, gebruiken om de gewenste scène te zoeken en kunt u verschillende soorten informatie in dialoogvorm bekijken.

Gebruik van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)

Als u disks gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gewaarborgd. U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CDReWritable) gebruiken die alleen werden opgenomen op audiotoestellen.

U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3/WMA-audiobestanden afspelen.

De volgende disks kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld:

Gebrekkige disks, disks met vingerafdrukken, disks die hebben blootgestaan aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), disks die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, disks waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, disks die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.

Gebruik disks met MP3/WMA-bestanden die geschreven zijn in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details zie pagina’s 18 en 19.

Als u CD-R/CD-RW gebruikt

Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).

Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de disk opnieuw af te spelen.

Tips om uw eigen CD’s te maken

De IVA-D310R/IVA-D310RB kan DVD-video, video-CD, audio-CD afspelen en beschikt over een ingebouwde MP3/WMA-decoder.

Volgende informatie kan u helpen om eigen muziek-CD’s (Audio CD of CD-R/RW-bestanden met MP3/WMA-codering) te maken.

Wat is het verschil tussen een audioen MP3/WMA-CD?

Een audio-CD heeft hetzelfde formaat als de CD’s die u in de winkel koopt (ook wel CD-DA genoemd). MP3 (MPEG-1 Audio Layer 3)/WMA (Windows Media Audio) is een databestand dat gebruik maakt van en compessiemodel om de omvang van het muziekbestand te verkleinen *.

Hybride audio-CD en data- (MP3/WMA) CD-R/RW disks:

De IVA-D310R/IVA-D310RB kan beide sectoren op de disk lezen.

Kies CD-DA om het CD-audiogedeelte af te spelen, of MP3/WMA om het MP3/WMA-gedeelte af te spelen.*

Multisessie-CD-R/RW:

Als een opname gestopt is, wordt dit als één sessie beschouwd. Als de disk niet wordt afgesloten (beëindigd), kunnen bijkomende gegevens worden toegevoegd.

Zodra bijkomende gegevens werden opgenomen, wordt dit een “multisessie”-CD. De IVA-D310R/IVA-D310RB kan alleen multisessies met dataformaat lezen (MP3/WMA-bestanden – geen audio-CD-bestanden).

Degelijk geformatteerde MP3/WMA-disks:

Gebruik ISO9660-formattering om de disks goed te kunnen afspelen. U kunt ook standaard ISO-benaming level 1 (8.3 DOSstandaard), level 2 (32 tekens) of Joliet (lange bestandsnamen van Windows of Macintosh) gebruiken voor de benoeming van bestanden.*

*In de gebruiksaanwijzing vindt u bijkomende informatie.

Behandeling van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)

Raak het oppervlak niet aan.

Stel de disk niet bloot aan direct zonlicht.

Bevestig geen stickers of etiketten op de disk.

Reinig de disk als er stof op zit.

Ga na of de disk glad en vlak is.

Gebruik geen in de handel verkrijgbare toebehoren voor disks.

Laat de disk niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter.

Stel de disk nooit bloot aan direct zonlicht.

Warmte en vochtigheid kunnen de disk beschadigen, zodat u de disk niet meer kunt afspelen.

Gebruik van DVD-R’s/DVD-RW’s

Dit toestel is alleen geschikt voor het afspelen van disks die zijn opgenomen in de DVD-videomodus.

Disks die zijn opgenomen in de DVD-VR-modus kunnen niet worden afgespeeld.

Merk op dat deze DVD-speler geen disks kan afspelen die niet zijn beëindigd (d.w.z. die zijn verwerkt om te worden afgespeeld op ‘alleen-afspelen’ DVD-spelers).

Het is mogelijk dat sommige disks niet worden afgespeeld, afhankelijk van het opnameapparaat. (Dit toestel heeft een kopieerbeveiligingsfunctie. Illegaal gekopieerde disks worden niet afgespeeld. Sommige bestanden die zijn opgenomen met software die gebruik maakt van een ongeschikt opnamesysteem worden mogelijk beschouwd als illegaal gekopieerde disks.)

In de volgende gevallen is het mogelijk dat dit toestel de disk niet kan afspelen:

disks opgenomen door bepaalde DVD-recorders, bepaalde disks met onregelmatige vorm, gebrekkige disks, vuile disks, vuile opnamelens van de DVD-speler of vochtcondensatie in het toestel.

Neem alle waarschuwingen in acht die bij uw DVD-R/DVD- RW-disks zijn gevoegd.

Bevestig geen stickers, etiketten of tape op de bedrukte zijde van de DVD-R’s/DVD-RW’s.

In vergelijking met gewone disks zijn DVD-R’s/DVD-RW’s gevoeliger voor warmte, vocht en rechtstreeks zonlicht. Als u ze achterlaat in een auto, enz., kunnen ze beschadigd raken en kan dit toestel ze mogelijk niet meer afspelen.

8-NL

Diskterminologie

Titel

Als titels geprogrammeerd zijn voor de DVD, vormen de titels de grootste onderverdeling van de informatie op de disk.

Hoofdstuk

Elke titel kan opgesplitst zijn in kleinere onderdelen, die we hoofdstukken noemen. Dit kunnen specifieke scènes of muziekselecties zijn.

Dit product bevat copyright-beschermingstechnologie die wordt beschermd door Amerikaanse octrooien en andere intellectueleeigendomsrechten. Het gebruik van deze beschermingstechnologie moet worden toegestaan door Macrovision; deze technologie staat alleen huishoudelijke en andere beperkte weergavetoepassingen toe, tenzij uitdrukkelijk anders toegestaan door Macrovision. Decompilatie of desassemblage zijn verboden.

Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbel-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.

“DTS” en “DTS2.0 + Digital Out” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, inc.

Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Apple, het Apple-logo en iPod zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.

9-NL

Aan de slag

Compatibiliteit met radiobedieningstoetsen op het stuur

Als uw voertuig is uitgerust met radiobedieningstoetsen op het stuur, kan het zijn dat er een optionele stuurinterface beschikbaar is voor de aansluiting van uw Alpine-radio. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer informatie.

Plaats van de bedieningstoetsen

qBAND-toets

Radiomodus: verandert de golfband.

Visuele bron (behalve navigatiescherm): verandert de weergavemodus.

wTA/RDS-toets

Schakelt de T.INFO-modus in of uit.

Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het RDS-modusscherm weer te geven in de FM-radiomodus.

eFLAT/SUB DISP.-toets

Druk op de toets om de geopende monitor in de platte stand te brengen. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het display te veranderen in het subdisplay (normale klokmodus voor elke modus).

rOPEN/CLOSE-toets

Opent en sluit de monitor.

tActie-indicator

De indicator brandt constant, behalve in de onderstaande gevallen.

De indicator knippert wanneer het display wordt gesloten.

De indicator wordt uitgeschakeld wanneer de dimmer (helderheid van het display) is ingesteld op ON; hij wordt eveneens uitgeschakeld overeenkomstig de lichtomstandigheden in de auto wanneer de dimmer is ingesteld op AUTO.

De indicator knippert langzaam wanneer de achtergrondverlichting (BLACK OUT-functie) is ingesteld op OFF.

yEncoder-draaiknop

Regel het volume door de knop naar links of rechts te draaien.

Als u de knop indrukt, wordt het audio-instelscherm weergegeven.

Als u de knop minstens 2 seconden indrukt, wordt MUTE inof uitgeschakeld.

uSOURCE/POWER-toets

Schakelt het toestel in. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.

Roept het bronkeuzescherm op.

iSubdisplay

Zie “Over de indicaties op het subdisplay” (pagina 58).

oTILT DN/UP-toets

Monitor open: de hoek van de omhoog geplaatste monitor kan worden ingesteld tussen 40° en 105°. Als de toets ingedrukt wordt gehouden, verandert de hoek continu.

Monitor gesloten: door te drukken op de toets UP/DN worden de radiovoorkeuzezenders opgeroepen. Door te drukken op de toets UP/DOWN verandert de track, het bestand of het hoofdstuk van een disk. Door deze toets ingedrukt te houden, gaat men één track, bestand of hoofdstuk voorof achteruit op een disk. (Dezelfde bediening is mogelijk voor een optionele wisselaar, indien aangesloten).

!0 q -toets

Werpt de disk uit.

!1 -toets

Druk op deze toets om het frontpaneel te verwijderen.

!2 Afstandsbedieningssensor

Richt de afstandsbediening naar deze sensor binnen een bereik van 2 m.

!3 Monitor

Weergave van toetsen in deze gebruiksaanwijzing

De toetsen op dit toestel worden in het vet weergegeven (bijv. SOURCE/POWER). De aanraaktoetsen op het display worden in het vet tussen [ ] weergegeven (bijv. [SOURCE]).

In deze gebruiksaanwijzing wordt doorgaans de functie van de aanraaktoets verklaard wanneer een aanraaktoets en een toets op het toestel dezelfde functie hebben.

Frontpaneel losmaken en bevestigen Losmaken

Losmaken

 

 

 

 

1

Schakel het toestel uit.

2

Druk op de toets

 

(losmaken) onderaan rechts

 

3

tot het frontpaneel uit het toestel springt.

Neem de rechterkant van het frontpaneel vast, til

 

het iets op en trek het uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (met name de connectoraansluitingen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.

Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.

10-NL

Bevestigen

Bevestig het frontpaneel recht op het toestel totdat het vastklikt.

Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.

Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een toets drukt.

Ingebruikneming

Onmiddellijk na het installeren of nadat het toestel werd ingeschakeld, moet het worden geïnitialiseerd. Hiertoe verwijdert u eerst het afneembare frontpaneel. Achter het frontpaneel, links van de connector, bevindt zich een kleine opening. Achter deze opening vindt u de reset-schakelaar; druk hierop met een potlood of een ander puntig voorwerp om de initialisatie af te ronden.

Terwijl het monitordisplay door een reset wordt gesloten, werken de toetsen niet.

Toestel inof uitschakelen

Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plaats en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.

1 Druk op SOURCE/POWER om het toestel in te schakelen.

Het toestel kan worden ingeschakeld met gelijk welke toets, behalve OPEN/CLOSE, FLAT, TILT DN/UP (wanneer de monitor open is) en q (Eject).

2 Houd SOURCE/POWER minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.

De IVA-D310R/IVA-D310RB verbruikt zelfs in uitgeschakelde toestand wat stroom. Als het geschakelde stroomsnoer (ontsteking) van de IVA-D310R/IVA-D310RB rechtstreeks is aangesloten op de positieve (+) pool van de voertuigaccu, kan dit leiden tot een ontlading van de accu. Is dit stroomsnoer niet geschakeld, dan dient het losgekoppeld te worden van de accupool als het voertuig lange tijd niet wordt gebruikt.

Er kan een afzonderlijk verkochte SPST-schakelaar (SinglePole, Single-Throw) toegevoegd worden om deze procedure te vergemakkelijken. U zet deze schakelaar dan gewoon uit wanneer u het voertuig verlaat. Voor u de IVA-D310R/IVA- D310RB opnieuw gebruikt, zet u de SPST-schakelaar aan. Voor de aansluiting van de SPST-schakelaar verwijzen we naar “Aansluitschema van SPST-schakelaar (afzonderlijk verkocht)” (pagina 71).

Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plaats en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.

Monitor openen/sluiten

1 Druk op OPEN/CLOSE.

Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch geopend wordt.

2 Druk op OPEN/CLOSE.

Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch gesloten wordt.

Open/sluit de monitor nooit met de hand. Dit kan een storing veroorzaken.

De hoek van de monitor is in de fabriek afgesteld op 90 graden. In sommige auto’s kan de monitor het dashboard raken wanneer hij wordt geopend. De monitorhoek kan worden afgesteld en opgeslagen in het geheugen, zodat hij bij het openen niet langer het dashboard raakt. Voor het afstellen van de monitor, zie “Regeling van de kijkhoek van de monitor” (pagina 11).

Zelfs wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, blijft de afgestelde monitorhoek bewaard in het geheugen.

De IVA-D310R/IVA-D310RB is een ultraprecies toestel. Ga er voorzichtig mee om om lange tijd van zijn uitzonderlijke eigenschappen te kunnen genieten.

Als de monitor iets raakt tijdens het openen (of sluiten), wordt er een pieptoon weergegeven en stopt het openen (of sluiten) onmiddellijk.

Als dit gebeurt, verwijdert u het obstakel en drukt u opnieuw op OPEN/CLOSE om het monitordisplay verder te verlagen.

Als de beweegbare monitor open is, mag u er geen voorwerpen op plaatsen en moet u ervoor zorgen dat u de monitor niet stoot of er druk op uitoefent. Dit kan het mechanisme beschadigen.

Bij een lage omgevingstemperatuur kan het zijn dat het display enige tijd wat donkerder is meteen nadat de stroom werd ingeschakeld. Zodra het LCD opgewarmd is, wordt het display opnieuw normaal.

Voor uw eigen veiligheid kan een aantal functies van het toestel niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plaats en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.

Regeling van de kijkhoek van de monitor

Pas de monitorhoek aan voor een optimale zichtbaarheid.

Druk op TILT DN en UP om de hoek van het monitordisplay te regelen, zodat het scherm in de beste kijkstand staat.

Telkens als u op de toetsen drukt, laat het toestel een geluidssignaal horen en schakelt de schermhoek om tussen 40 en 105 graden.

Door TILT DN of UP ingedrukt te houden, verandert de hoek continu.

Als de monitor een obstakel raakt tijdens de regeling van de kijkhoek, stopt het scherm onmiddellijk.

De kleur van het scherm varieert al naargelang van de kijkhoek. Pas de schermhoek aan voor de best mogelijke kijkstand.

Als de spanning van de voertuigaccu laag is, kan het zijn dat het scherm knippert wanneer de schermhoek verandert wordt. Dit is volkomen normaal en wijst niet op een defect.

11-NL

Monitor platleggen

Als u een functie van de auto (bijv. airco) wenst te gebruiken die verborgen zit achter het omhoog geplaatste monitordisplay, dient u deze functie te gebruiken.

1 Met het monitordisplay open drukt u op FLAT.

Het monitordisplay gaat naar de platte stand.

2 Druk nogmaals op FLAT.

Het monitordisplay keert terug naar de vorige hoek.

De monitor keert terug naar de vorige hoek 10 seconden nadat hij in de platte stand is gezet.

Als een te grote kracht op het monitordisplay wordt uitgeoefend terwijl het plat ligt, bijvoorbeeld door een voorwerp op de achterzijde van het monitordisplay te plaatsen, kan er een storing optreden.

Volume regelen

Regel het volume met de encoder-draaiknop.

Volume: 0 – 35

Volume snel verlagen

Als u deze functie activeert, wordt het volumeniveau meteen met 20 dB verlaagd.

Houd de encoder-draaiknop (MUTE) minstens 2 seconden ingedrukt.

Het geluidsniveau zakt met 20 dB.

Als u de encoder-draaiknop (MUTE) nogmaals minstens 2 seconden indrukt, wordt opnieuw het vorige geluidsniveau ingesteld.

Display bekijken

Bediening van aanraaktoetsen

Het display is uitgerust met een voelbare gebruiksinterface (PULSE TOUCH).

Hoe werkt deze voelbare interface (PULSE TOUCH)?

Wanneer u een toets aanraakt op het display, voelt u een lichte trilling en hoort u een klikgeluid. Op die manier kunt u de verschillende actiegebieden op het display gemakkelijk identificeren.

Raak de toets lichtjes aan met uw vingertop om het display te beschermen.

Als er geen reactie is wanneer u een toets aanraakt, haalt u uw vinger van het display en probeert u het opnieuw.

Weergave van aanraaktoetsen in deze gebruiksaanwijzing

In deze gebruiksaanwijzing worden de displaytoetsen in het vet en tussen [ ] weergegeven (bijv. [SOURCE]).

In deze gebruiksaanwijzing wordt doorgaans de functie van de aanraaktoets verklaard wanneer een aanraaktoets en een toets op het toestel dezelfde functie hebben.

Bron oproepen

Het voorbeeld hieronder laat zien hoe u een bron oproept op het radiomodusscherm.

1 Raak [SOURCE] aan op het hoofdscherm.

Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.

Weergavevoorbeeld voor bronkeuzescherm

qGaat naar het hoofdbronscherm

wGeeft de bronmodi weer die kunnen worden gekozen (Welke bronmodi worden weergegeven, hangt af van de aansluiting en de instelling)

2 Raak [RADIO] aan.

Het hoofdscherm van de radiomodus verschijnt.

Voorbeeld van hoofdscherm voor radiomodus

eGeeft de gekozen bronnaam, bijv. radiogolfband, enz., weer

rGaat naar VISUAL-keuzescherm

tGaat naar SETUP-keuzescherm

yGeeft de tijd weer

uGeeft het sneltoetsmenu weer (zie pagina 13)

iFunctiegids:

Het functiegidsdisplay verschilt van bron tot bron.

De inhoud van de functiegids verandert door [P1/2]* of [P1/3]* aan te raken op de functiegids. Vele andere bewerkingen kunnen dan worden uitgevoerd.

oGeeft het volumeniveau weer

!0 Indicator werktoestand

!1 Gaat naar het bronkeuzescherm (scherm van stap 1)

* Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.

Als een optionele DVD-speler of DVD-wisselaar aangesloten is die compatibel is met Ai-NET, wordt AUX 1 weergegeven als “EXT.DVD” of “DVD CHG” op het display.

Wanneer i-Personalize en OTHER SETUP worden geselecteerd, kunnen deze bewerkingen pas worden uitgevoerd nadat de auto is geparkeerd.

12-NL

3 Het scherm verandert in een andere bron wanneer u [SOURCE] aanraakt op het hoofdbronscherm.

Het scherm kan worden veranderd in het VISUAL-keuzescherm door [VISUAL] aan te raken.

Stel VISUAL in zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).

Het scherm kan worden veranderd in het SETUP-keuzescherm door [SETUP] aan te raken.

5 seconden na elke bewerking in de visuele modus verandert het scherm alleen in het visuele keuzescherm.

Als u het bronkeuzescherm wilt weergeven, raakt u het displaypaneel aan en vervolgens de toets [CONTROL] op het scherm. Het bronkeuzescherm wordt weergegeven wanneer u [SOURCE] aanraakt op het veranderde hoofdbronscherm.

Sneltoetsscherm

Op het hoofdbronscherm kunnen sneltoetsen voor het instellen van Media Xpander, Bass MAX EQ, Visual EQ en DOLBY PLII worden weergegeven. Hiermee kunnen de instellingen van deze functies rechtstreeks worden uitgevoerd.

1 Raak [ ] uiterst rechts op het hoofdbronscherm aan.

Het sneltoetsmenu wordt weergegeven. (Weergegeven als DEFEAT is ingesteld op OFF. Visual EQ wordt echter weergegeven, ongeacht of DEFEAT is ingesteld op ON of OFF.)

2 Raak het gewenste instelmenu aan.

MX (Media Xpander):

Kiest de MX-modus van de momenteel weergegeven audiobron.

Visual EQ:

Kan worden gekozen als de visuele bronmodus is ingeschakeld.

DOLBY PLII:

Weergegeven als een externe audioprocessor aangesloten is.

Bass Max EQ:

Hiermee kunt u elke gewenste modus kiezen. (Deze functie kan niet worden ingesteld als een externe audioprocessor aangesloten is. De instelling kan worden uitgevoerd op de audioprocessor.)

Weergavevoorbeeld voor sneltoetsscherm

U sluit het

sneltoetsscherm door Het instelscherm wordt dit gebied aan te raken. weergegeven wanneer

u een van deze modi aanraakt.

Weergavevoorbeeld voor instelscherm

q Sluit het sneltoetsscherm door [] aan te raken.

wHet scherm verandert in het instelscherm wanneer u een andere modus aanraakt.

eU kunt de gewenste instelling maken met de bedieningstoetsen.

r U sluit het sneltoetsscherm door dit gebied aan te raken.

Invoerscherm met numeriek toetsenbord weergeven

Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven wanneer de DVD-modus wordt gekozen voor het zoeken naar een titel of hoofdstuk, en ook voor het invoeren van een landcode of wachtwoord in de DVD-instellingen.

1

Raak [10KEY] aan op het hoofdbronscherm.

2

Raak de gewenste nummertoets aan.

13-NL

Alpine IVA-D310R, IVA-D310RB User Manual

Weergavevoorbeeld voor numeriek toetsenbord

qDe bedieningstoetsen van dit gebied kunnen worden gebruikt terwijl het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.

w Invoerschermgebied

e Invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt gesloten r Alle ingevoerde nummers worden gewist

t Vorige nummer wordt gewist

y Ingevoerde nummer wordt bevestigd u Numeriek toetsenbord

iHet invoerscherm met het numerieke toetsenbord wordt gesloten als het gebied wordt aangeraakt terwijl het wordt weergegeven.

3 Raak [ENT] aan om uw invoer te bevestigen.

Dubbel-schermweergave

De aangesloten AMP Link-compatibele externe versterker kan in dubbel scherm worden weergegeven op het hoofdbronscherm.

1 Raak [VISUAL] aan op het hoofdbronscherm.

Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven. Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).

2 Raak [DUAL SCREEN] aan.

Het hoofdbronscherm verandert in de dubbelschermweergave.

Weergavevoorbeeld voor dubbel scherm

Verandert het AMP-display voor de aangesloten versterker.

3 Raak [VISUAL] aan om de dubbelschermweergave te annuleren.

Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.

4 Raak [NORMAL] aan.

Het scherm wordt weer normaal.

Radio

Weergavevoorbeeld voor radiohoofdscherm

q [SOURCE]-toets: zie pagina 12

w [VISUAL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer e [SETUP]-toets: geeft het SETUP-keuzescherm weer

r []-toets: zie pagina 13

A Geeft het voorkeuzenummer/de voorkeuzefrequentie weer.

Radio beluisteren

1

Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.

 

Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.

2

Raak [RADIO] aan.

 

De radiomodus is geactiveerd en op het display

 

verschijnt het scherm radiomodus.

3

Raak [BAND] aan om de gewenste radioband te

 

selecteren.

 

Door herhaaldelijk te drukken selecteert u

 

achtereenvolgens de volgende banden:

 

FM-1 → FM-2 → FM-3 → MW → LW → FM-1

4

Raak [TUNE] aan om de afstemmodus te kiezen.

 

Telkens als u de toets aanraakt, verandert de

afstemmodus.

Afstand → Lokaal → Handmatig → Afstand

U kunt twee modi kiezen voor de automatische afstemming, namelijk DX en Lokaal:

-DX (Distance) modus (met DX SEEK-indicator aan); Er wordt afgestemd op sterke en zwakke zenders.

-Lokale modus (met SEEK-indicator aan); Er wordt alleen afgestemd op sterke zenders. De begininstelling is DX.

5 Raak [

 

] of [

 

] aan om de radiofrequentie

 

 

 

 

respectievelijk te verhogen of te verlagen.

Als u de toets aanraakt en ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu tot u de toets loslaat.

Als op een stereo FM-zender wordt afgestemd, verschijnt de stereoindicator op het display.

14-NL

Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
1 Stem met de handmatige of automatische zoekfunctie af op een radiozender die u in het geheugen voor voorkeuzezenders wenst op te slaan.
2 Raak [P1/2] aan om de functiegids te veranderen.
3 Raak [MEMORY] aan.
4 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
5 Herhaal deze procedure om tot 5 andere zenders op dezelfde band op te slaan.
Om deze procedure te gebruiken voor andere frequentiebanden, selecteert u gewoon de gewenste band en herhaalt u de procedure.
In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW of LW).
• Als een geheugen voor voorkeuzezenders reeds ingesteld is onder hetzelfde voorkeuzenummer, wordt de informatie gewist en wordt de nieuwe zender opgeslagen in het geheugen.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
De tuner kan automatisch 6 sterke zenders in de geselecteerde band zoeken en opslaan in de volgorde van hun signaalsterkte.
Raak na het kiezen van de gewenste band [A.MEMO] aan.
De tuner zoekt automatisch de 6 sterkste zenders en slaat ze in volgorde van hun signaalsterkte op in [P.SET 1] tot [P.SET 6].
Als de informatie automatisch is opgeslagen, gaat de tuner naar de zender die opgeslagen is in [P.SET 1].
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
U kunt met de voorkeuzenummers de voorkeuzezenders in elke frequentieband oproepen.
1 Raak na het kiezen van de gewenste band [P1/2] aan om de functiegids te veranderen.
2 Raak een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan waarin een zender is opgeslagen.
De voorkeuzezender wordt ontvangen.

Werking van RDS

AF (alternatieve frequenties) inof uitschakelen

RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.

1 Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.

Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.

2 Raak [RDS] aan.

Het display gaat naar het RDS-modusscherm.

3 Raak [AF] aan om de AF-modus (alternatieve frequenties) in of uit te schakelen.

Als de AF-modus ingeschakeld is, stemt het toestel automatisch af op een zender met een sterk signaal in de AF-lijst.

Schakel de AF-modus uit als automatisch opnieuw afstemmen niet vereist is.

4 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.

Tips

Wanneer het toestel het signaal PTY31 (nooduitzending) ontvangt, zal het “ALARM” weergeven in het display.

De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:

PI

Programma-identificatie

PS

Programmadienstnaam

AF

Lijst met alternatieve frequenties

TP

Verkeersprogramma

TA

Verkeersmelding

PTY

Programmatype

EON

Verbeterde andere netwerken

In het gedeelte ALGEMENE instelling (pagina’s 32-33) bij “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)”, “Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen” en “Weergavetaal van programmatype (PTY) omschakelen” vindt u meer informatie.

Verkeersinformatie ontvangen

Druk op TA/RDS om de modus voor verkeersinformatie in te schakelen.

Als afgestemd wordt op een zender met verkeersinformatie, licht de TA-indicator op.

De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by.

Als verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het toestel deze verkeersinformatie automatisch en verschijnt “T. INFO” op het display.

Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar stand-by.

Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 70 seconden onder een bepaald niveau blijft, gaat “TA” knipperen in het display.

15-NL

Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de TA/RDS-toets om dat verkeersbericht over te slaan. De T. INFO-modus blijft geactiveerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.

Als het volumeniveau gewijzigd wordt tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch aangepast worden aan het opgeslagen niveau.

Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)

1 Houd TA/RDS minstens 2 seconden ingedrukt in de FM-radiomodus.

Het display gaat naar het RDS-instelscherm.

2 Raak [PTY] aan om de PTY-modus te activeren.

Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt weergegeven.

3 Raak [ d] of [ o] aan nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te selecteren terwijl “PTY” (programmatype) wordt weergegeven.

Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.

4 Raak [PTY] aan nadat u het programmatype hebt geselecteerd, om een zender te zoeken met het geselecteerde programmatype.

Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display “NO PTY”.

Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending

In volgend voorbeeld wordt beschreven hoe verkeersinformatie kan worden ontvangen terwijl een CD wordt afgespeeld.

1 In de CD-modus drukt u op TA/RDS om de modus verkeersinformatie in te schakelen.

Het toestel zoekt automatisch de beschikbare verkeersuitzendingen.

Als de uitzending met verkeersinformatie gevonden is, schakelt het toestel om van CD-modus naar radiomodus en wordt de uitzending met de verkeersinformatie ontvangen.

Wanneer de verkeersinformatie begint, schakelt het toestel de CD automatisch stil.

Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.

De ontvanger is uitgerust met de functie EON (Enhanced Other Networks). Als de ontvangen zender dus geen verkeersinformatie uitzendt, gaat de ontvanger automatisch naar de verwante zender die de verkeersinformatie uitzendt.

2 Wanneer de verkeersinformatie ten einde is, keert het toestel terug naar de CD-modus.

Prioriteit PTY (programmatype)

Deze functie maakt het mogelijk een programmatype, bijvoorbeeld een muziekgenre, nieuws, enz., vooraf in te stellen en te beluisteren. Zodra een programma van het vooringestelde type wordt uitgezonden, krijgt het automatisch voorrang en wordt het op dat moment beluisterde programma onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.

1

Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.

2

Raak [RDS] aan.

 

Het display gaat naar het RDS-modusscherm.

3

Raak [P.PTY] aan om de PRIORITY PTY-modus te

 

activeren.

 

Het programmatype dat met de functie P.PTY werd

 

geselecteerd, verschijnt.

4

Raak [ d] of [ o] aan om het gewenste

programmatype te kiezen. Raak vervolgens

[P.PTY] aan.

De functie PRIORITY PTY wordt opnieuw ingeschakeld. De indicator “P.PTY” licht op.

Wanneer de P.PTY-modus ingeschakeld is, geeft het toestel automatisch het vooringestelde programmatype weer als het toestel het programmatype ontvangt, zelfs als het toestel een andere geluidsbron dan de radio weergeeft.

Als u het ontvangen programma niet wenst te beluisteren, raakt u [P.PTY] aan in het RDS-modusscherm om het vastgelegde programmatype over te slaan. De P.PTY-modus blijft ingeschakeld om het volgende vooringestelde programmatype te ontvangen.

Om de modus PRIORITY PTY (onderbreking) uit te schakelen, raakt u de toets [P.PTY] aan en houdt u hem minstens 2 seconden ingedrukt.

In de modus PRIORITY PTY wordt het volume niet automatisch verhoogd, in tegenstelling tot de modus T.INFO.

5 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.

Weergave van radiotekst

Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.

1

Stem af op een zender die tekstberichten verzendt.

2

Raak [INFO.] aan in de FM-radiomodus om de

 

radiotekstmodus te activeren.

 

Op het display verschijnt gedurende enkele seconden

 

“WAIT”.

3

Om de radiotekstmodus uit te schakelen, raakt u

 

[INFO.] aan.

Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel een tekstbericht niet goed kan ontvangen, verschijnt “NO TEXT” op het display.

16-NL

CD/MP3/WMA

Weergavevoorbeeld voor MP3/WMA-hoofdscherm

q [SOURCE]-toets: zie pagina 12

w [VISUAL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer e [SETUP]-toets: geeft het SETUP-keuzescherm weer

r [

]-toets: zie pagina 13

t [

]-toets: zie pagina 25

ACD:

Geeft tracktekst*1 weer op de bovenste regel. Geeft disktekst*1 weer op de onderste regel.

MP3/WMA:

Nadat de bestandsnaam is verschenen op de bovenste regel, wordt de tracknaam weergegeven als ID3taginformatie beschikbaar is.

Nadat de mapnaam is verschenen, wordt de naam van de artiest/het album weergegeven als ID3-taginformatie beschikbaar is.

BCD:

Geeft het tracknummer/disknummer*2/verstreken tijd weer.

MP3/WMA:

Geeft het mapnummer/bestandsnummer/disknummer*3/ verstreken afspeeltijd weer.

*1 Weergegeven als een disk met CD-tekst geplaatst is. *2 Weergegeven als een CD-wisselaar aangesloten is. *3 Weergegeven als een MP3-compatibele CD-wisselaar

aangesloten is.

Afspelen

1 Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.

Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.

2 Raak [DVD PLAYER] aan.

Op het display verschijnt het modusscherm DVD-speler.

Als een CD/MP3/WMA in de IVA-D310R/IVA-D310RB zit met de bedrukte zijde omhoog, begint het toestel de CD/MP3/WMA af te spelen.

3 Raak [

 

] of [

 

] aan om de gewenste track

 

 

 

 

(bestand) te selecteren.

Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):

Raak [] aan.

Snel achteruit:

Raak [] aan en houd ingedrukt.

Naar het begin van de volgende track (bestand) gaan:

Raak [] aan.

Snel vooruit:

Raak [] aan en houd ingedrukt.

Afspelen pauzeren

Raak [] aan.

Raak [] aan en houd ingedrukt.

Disk uitwerpen

Druk op q.

DDe IVA-D310R/IVA-D310RB-modellen beschikken over een ingebouwde MP3/WMA-eenheid. U kunt CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s met MP3/WMA-bestanden afspelen op dit toestel. Gebruik een formaat dat geschikt is voor dit toestel.

Voor meer informatie over het afspelen of opslaan van MP3/WMAbestanden dient u pagina 18 en 19 te raadplegen voor u het toestel gebruikt.

Een bestand in WMA-formaat dat beschermd is door DRM (Digital Rights Management), kan op dit toestel niet worden afgespeeld.

Het toestel kan disks afspelen die zowel audiogegevens als MP3/WMA-gegevens bevatten.

De MP3/WMA-indicator is aan tijdens het afspelen van MP3/WMA.

Het tracknummer dat wordt aangegeven tijdens het afspelen van CD-audiogegevens komt overeen met de tracknummers op de disk.

CD’s van 8 cm kunnen worden gebruikt.

Informatie over het afspelen van MP3/WMA-bestanden vindt u op pagina 33 “ALGEMENE instelling”.

Wanneer een MP3/WMA-disk wordt afgespeeld, duurt het soms even voor hij start.

Raak [ ] aan om de zoekmodus te activeren. Voor de bediening, zie “Zoekfunctie” op pagina 25.

De zoekfunctie werkt echter niet in de CD-wisselaarmodus.

De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven bij het afspelen van een bestand dat is opgenomen met VBR (variabele bitsnelheid).

Als de disk niet wordt verwijderd binnen ongeveer 15 seconden na het drukken op q, wordt de disk automatisch in het toestel gevoerd. In dit geval start u het afspelen door [ ] aan te raken, aangezien het toestel in de pauzestand is gezet.

17-NL

Herhaald afspelen

Raak [] aan om de momenteel afgespeelde track herhaaldelijk af te spelen.

De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.

Raak opnieuw [] aan en kies OFF om het herhaald afspelen te annuleren.

<Monitordisplay>

CD: RPT → RPT DISC*1 → (uit) → RPT

MP3/WMA:

1 Raak [P1/2]*3 aan om de functiegids te veranderen.

2 Raak [] aan en selecteer de gewenste functie voor herhaald afspelen.

<Monitordisplay>

RPT → RPT FLDR*2 → RPT DISC*1 → (uit) → RPT

*1

Als een CD-wisselaar of een MP3-compatibele CD-wisselaar

 

aangesloten is en de RPT DISC-modus geselecteerd wordt,

 

speelt het toestel herhaaldelijk alle tracks (bestanden) af op de

 

geselecteerde disk.

*2

Alleen bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld.

*3

Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten

 

toestellen.

M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)

Raak [ ] aan tijdens het afspelen.

De tracks (bestanden) op de disk worden afgespeeld in een willekeurige volgorde.

Raak [ ] aan om de M.I.X.-afspeelfunctie te annuleren.

<Monitordisplay>

CD:

M.I.X. → M.I.X. ALL*1 → (uit) → M.I.X.

MP3/WMA:

1 Raak [P1/2]*4 aan om de functiegids te veranderen. 2 Raak [ ] aan en selecteer de gewenste M.I.X.-

afspeelfunctie.

<Monitordisplay>

M.I.X. FLDR*3 → M.I.X.*2 → (uit) → M.I.X. FLDR*3

*1

Als een CD-wisselaar met M.I.X. ALL-functie aangesloten is,

 

kan ook M.I.X. ALL worden geselecteerd.

 

In deze modus worden alle tracks op alle CD’s van het huidige

 

magazijn in willekeurige volgorde afgespeeld.

*2

Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is, worden

 

alle bestanden op een disk in willekeurige volgorde afgespeeld,

 

waarna de volgende disk wordt afgespeeld.

*3

In de M.I.X. FLDR-modus worden alleen bestanden in een map

 

in willekeurige volgorde afgespeeld.

*4

Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten

 

toestellen.

Mappen selecteren (voor MP3/WMA)

Raak [F.DN] of [F.UP] aan om de map te selecteren.

Over MP3/WMA

VOORZICHTIG

Behalve voor privé-gebruik is het kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA-bestanden) of het verspreiden, overdragen of kopiëren ervan, gratis of tegen vergoeding, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wetgeving op de auteursrechten en door internationale overeenkomsten.

Wat is MP3?

De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.

MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de-CD-kwaliteit van het geluid. Het MP3-formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.

Wat is WMA?

WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens.

Met WMA kunt u muziekbestanden maken en opslaan met een grotere compressieverhouding dan MP3-audio (ongeveer de helft van de oorspronkelijke grootte). Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CDkwaliteit van het geluid.

Methode om MP3/WMA-bestanden te maken

De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke MP3/WMA-software. Voor meer informatie over het maken van MP3/WMA-bestanden verwijzen we naar de handleiding bij die software.

De MP3/WMA-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “mp3”/ “wma”. Bestanden zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld. (WMA ver. 7.1 en 8 worden ondersteund)

Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen

MP3

Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz ~ 48 kHz

Bitsnelheden:

32 - 320 kbps

WMA

Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz ~ 48 kHz Bitsnelheden: 32 - 320 kbps Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties of

bitsnelheden is het mogelijk dat dit toestel niet correct kan afspelen.

ID3-tags/WMA-tags

Als taggegevens in een MP3/WMA-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3-/WMA-taggegevens (maximaal 128 lettertekens).

Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte en het onderstrepingsteken weergeven. Voor nietondersteunde tekens wordt “NO SUPPORT” weergegeven.

Het aantal tekens kan beperkt zijn of tekens kunnen onjuist worden weergegeven, afhankelijk van de taginformatie.

MP3/WMA-disks maken

MP3/WMA-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R brandsoftware worden weggeschreven naar een CD-R of CD-RW. Een disk is goed voor 1024 bestanden/256 mappen (inclusief bronmappen).

Afhankelijk van de structuur van de mappen of bestanden, kan het even duren om een disk af te lezen. In dit geval is het raadzaam om het aantal mappen of bestanden te beperken.

18-NL

Ondersteunde media

Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.

Overeenkomstige bestandssystemen

Dit toestel ondersteunt disks die geformatteerd zijn volgens ISO9660 Level 1 of Level 2.

Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen.

De maximale mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). Het aantal tekens voor een map-/bestandsnaam is beperkt.

Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn letters (A-Z) (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en ‘_’ (onderstreping).

Dit toestel kan ook disks in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.

Ondersteunde formaten

Dit toestel ondersteunt CD-ROM, CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie.

Dit toestel kan geen disks correct afspelen die met Track At Once of met pakketsoftware werden opgenomen.

Volgorde van bestanden

Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze door de software werden weggeschreven. De afspeelvolgorde kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de bestanden hebt ingegeven. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.

z

x

 

 

w

 

Basis-

 

 

map

c

 

 

 

 

v

e

 

r

 

 

b

 

 

 

t

 

n

y

 

u

 

 

q

 

Map

MP3/WMA-bestand

 

Terminologie

Bitsnelheid

Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.

Bemonsteringsfrequentie

Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.

Codering

Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.

Tag

Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die vervat zit in MP3/WMA-bestanden.

MP3: ID3-tag WMA: WMA-tag

Bronmap

De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bestaat uit alle mappen en bestanden.

19-NL

DVD/video-CD

Weergavevoorbeeld voor DVD-hoofdscherm

q [SOURCE]-toets: zie pagina 12

w [VISUAL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer e [SETUP]-toets: geeft het SETUP-keuzescherm weer r [ ]-toets: zie pagina 13

AGeeft de disk (DVD VIDEO, VIDEO CD) weer die wordt afgespeeld.

BGeeft het titelnummer/hoofdstuknummer/verstreken afspeeltijd weer voor een DVD.

Geeft het tracknummer/verstreken afspeeltijd weer voor een video-CD (wanneer PBC is uitgeschakeld).

Een aantal functies kan niet worden uitgevoerd, afhankelijk van de disk of het afspeelscherm.

De weergave van de functiegids [P1/2], enz., kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.

DVD/video-CD afspelen

De IVA-D310R/IVA-D310RB is voorzien van een ingebouwde DVDspeler. Als een optionele Alpine DVD-/video-CD-/CD-speler (of DVD-wisselaar) aangesloten is op de IVA-D310R/IVA-D310RB, kunt u deze toestellen bedienen op de IVA-D310R/IVA-D310RB. (Met uitzondering van een aantal functies)

WAARSCHUWING

Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/DVD/video kijkt terwijl hij het voertuig bestuurt. De aandacht van de bestuurder wordt afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.

Installeer de IVA-D310R/IVA-D310RB op een correcte manier, zodat de bestuurder slechts naar de tv of naar een DVD of video kan kijken als het voertuig stilstaat en de handrem werd opgetrokken.

Als de IVA-D310R/IVA-D310RB niet correct geïnstalleerd wordt, zal de bestuurder naar de tv of naar een DVD of video kunnen kijken terwijl hij rijdt en zal zijn aandacht afgeleid worden van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.

DVD-modusscherm weergeven

Als u het hulptoestel probeert te activeren terwijl u rijdt, verschijnt op het display de waarschuwing - BEELD UIT VOOR UW VEILIGHEID.

Voorzichtig

Niet alle functies werken voor elke DVD. In de instructies van de specifieke DVD vindt u meer informatie over de ondersteunde functies.

Vingerafdrukken op een disk kunnen nadelige gevolgen hebben voor het afspelen. Als er zich een probleem voordoet, haalt u de disk uit het toestel en gaat u na of er geen vingerafdrukken op de afspeelzijde zitten. Reinig de disk indien nodig.

Als u tijdens het afspelen het toestel of het contactslot uitschakelt of een andere bron kiest, gaat het afspelen verder waar het werd onderbroken, zodra u het afspelen herneemt.

Als u een ongeldige bewerking probeert uit te voeren (op basis van het type disk dat wordt afgespeeld),

verschijnt volgend symbool op het scherm van het monitordisplay:

Geheugenfunctie afspeelpositie

Zelfs als u tijdens het afspelen het toestel of de contactsleutel uitschakelt of een andere bron kiest, gaat het afspelen verder vanaf het punt waar het afspelen werd gestopt zodra de stroomtoevoer weer wordt ingeschakeld.

1Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.

Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.

2Raak [DVD PLAYER] aan.

Op het display verschijnt het modusscherm DVD-speler. Plaats een disk met de bedrukte zijde omhoog. Het toestel begint de disk af te spelen.

Als een optionele Alpine DVD-speler aangesloten is: Plaats een disk in de DVD-/video-CD-/CD-speler; de speler begint de disk af te spelen.

In de DVDof video-CD-modus verandert het bedieningsscherm in het visuele scherm gedurende 5 seconden na het uitvoeren van een bewerking.

Raak het display aan om opnieuw het bedieningsscherm weer te geven.

De weergavemodus kan worden veranderd door [WIDE] aan te raken.

Voor de bediening, zie “De weergavemodi omschakelen” op pagina 26.

Disk uitwerpen

Druk op q.

De ommezijde van een dubbelzijdige DVD wordt niet automatisch afgespeeld.

Haal de disk uit het toestel, draai de disk om en steek hem weer in het toestel.

SSteek GEEN disks met kaarten voor het navigatiesysteem in het toestel.

Dit zou tot beschadiging kunnen leiden.

Zie ook “DVD-instelling” (pagina 29 tot 32).

Zorg ervoor dat de bedieningsdraad IN verbonden is met de bedieningsdraad UIT van dit toestel wanneer een DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is. Als de draden niet correct zijn aangesloten, is aanraakbediening niet mogelijk.

Om terug te keren naar het vorige scherm tijdens het afspelen van een video-CD, raakt u [d] aan nadat u [P1/2] van de functiegids hebt aangeraakt. De functie kan echter variëren afhankelijk van de disk.

Als de disk niet wordt verwijderd binnen ongeveer 15 seconden na

het drukken op q, wordt de disk automatisch in het toestel

gevoerd. In dit geval start u het afspelen door [ ] aan te raken, aangezien het toestel gestopt is.

20-NL

Als een menuscherm verschijnt

Op DVD’s en video-CD’s met afspeelregeling (PBC) kunnen menuschermen automatisch verschijnen. In dit geval gaat u als volgt te werk om het afspelen te starten.

Directe menubediening (alleen DVD)

1Raak het DVD-menu direct aan.

Een aantal functies kan niet worden uitgevoerd afhankelijk van de disk.

Menubediening (alleen DVD)

Invoerbewerkingen met numeriek toetsenbord (DVD)

1Raak [KEY] aan.

De menubedieningsmodus wordt weergegeven.

2Raak [KEY] nogmaals aan.

Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.

1 Raak [KEY] aan.

De menubedieningsmodus wordt weergegeven.

Raak [MENU RTN] aan om terug te keren naar het vorige display.

2Kies het gewenste menu-item door [f], [p], [d] of [o] aan te raken.

3Raak [ENTER] aan om het gekozen item te bevestigen.

Het

 

invoerscherm met

 

het numerieke

 

toetsenbord

 

wordt gesloten

 

als het gebied

 

wordt aangeraakt

Raak [RTN] aan om het

terwijl het wordt

weergegeven.

invoerscherm met numeriek

 

toetsenbord te sluiten.

3Raak het gewenste nummer aan.

4Raak [ENT] aan op het numerieke invoerscherm om uw keuze te bevestigen.

Invoerbewerkingen met numeriek toetsenbord (video-CD)

Wanneer PBC is uitgeschakeld, wordt het menuscherm niet weergegeven. Schakel de functie in om het scherm weer te geven (zie “PBC-functie inof uitschakelen” (alleen video-CD) op pagina 22.

1Raak [P1/2] aan in de video-CD-modus om de functiegids te veranderen.

2Raak [10KEY] aan.

Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.

3Raak het gewenste nummer aan om het in te voeren.

4Raak [ENT] aan om te bevestigen.

Hoofdmenuscherm weergeven (alleen DVD)

Wanneer een DVD twee of meer titels bevat, wordt het hoofdmenuscherm weergegeven.

Raak [TOP MENU] aan op het hoofdscherm van de DVD-modus.

Het scherm met het hoofdmenu verschijnt.

• “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.

Menuscherm weergeven (alleen DVD)

Bij een DVD die twee of meer menu’s bevat, wordt een menuscherm weergegeven met de beschikbare programma’s, naast de hoofdprogramma’s.

Raak [MENU] aan op het hoofdscherm van de DVD-modus.

Het menuscherm verschijnt.

Voor het uitvoeren van de noodzakelijke bewerkingen, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.

21-NL

Menubedieningsmodusscherm weergeven (alleen DVD)

1 Raak [P1/2] aan op het hoofdscherm van de DVDmodus.

De functiegids wijzigt.

2 Raak [MENU CONT] aan.

Het scherm van de menubedieningsmodus verschijnt.

Voor de verdere bediening, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.

PBC-functie inof uitschakelen (alleen video-CD)

Hierna wordt beschreven hoe u de PBC-functie (afspeelregeling) inof uitschakelt voor een video-CD die hiermee is uitgerust.

Raak [PBC] aan op het hoofdscherm van de video-CD- modus.

Telkens als u [PBC] aanraakt, wordt de PBC-functie afwisselend inen uitgeschakeld.

Afspelen stoppen (PRE STOP)

Druk tijdens het afspelen op de stoptoets om het afspelen te stoppen. De positie wordt in het geheugen bewaard.

1

Raak [ e] eenmaal aan tijdens het afspelen.

 

Op het display verschijnt “PRE STOP”

2

Raak [

 

 

 

] aan in de PRE STOP-modus.

 

 

 

 

Het afspelen begint op de plaats waar het voordien werd gestopt.

Met sommige disks is de positie waarop het afspelen werd gestopt niet altijd nauwkeurig.

Afspelen stoppen

Raak [ e] tweemaal aan of raak [ e] aan en houd minstens 2 seconden ingedrukt tijdens het afspelen.

“STOP” verschijnt op het display en de weergave stopt.

Het afspelen start vanaf het begin als [ ] wordt aangeraakt terwijl het afspelen gestopt is.

Snel vooruit/snel achteruit

1 Raak [

 

] (snel achteruit) of [

 

] (snel vooruit)

 

 

 

 

aan tijdens het afspelen.

 

 

Als u deze toets meer dan 1 seconde aanraakt en ingedrukt houdt, gaat de disk met dubbele snelheid vooruit/achteruit. Als u de toets nog 5 seconden of langer ingedrukt houdt, gaat de disk met 8 keer de normale snelheid vooruit/achteruit.

2 Laat [ ] of [ ] los om weer met normale snelheid af te spelen.

Tijdens snel vooruit of achteruit spoelen hoort u geen geluid.

Bij DVD’s en video-CD’s met afspeelregeling (PBC) kan het menuscherm opnieuw verschijnen tijdens snel vooruit of achteruit spoelen.

Begin van hoofdstukken of tracks zoeken

Raak [ ] of [ ] aan tijdens het afspelen.

Het hoofdstuk of de track verandert telkens als u de toets aanraakt, en het afspelen van het gekozen hoofdstuk of de gekozen track begint.

: Raak deze toets aan om het afspelen te starten vanaf het begin van het volgende hoofdstuk of de volgende track.

: Raak deze toets aan om het afspelen te starten vanaf het begin van het huidige hoofdstuk of de huidige track.

Sommige DVD’s zijn niet opgesplitst in hoofdstukken.

Schakel PBC uit voordat u het zoeken start (zie “PBC-functie inof uitschakelen” (alleen video-CD) op pagina 22).

Bijkomende uitleg

Hoofdstukken” zijn opsplitsingen van films of muziek op DVD’s.

Tracks” zijn opsplitsingen van films of muziek op videoen muziek-CD’s.

Stilstaande beelden afspelen (pauzeren)

1

Raak [

 

 

 

] aan tijdens het afspelen.

 

 

 

 

 

 

2

Raak [

 

 

 

] aan om het afspelen te hernemen.

 

 

 

 

Als stilstaande beelden worden afgespeeld, wordt geen geluid weergegeven.

Het beeld of het geluid kan tijdelijk stoppen als het afspelen vanuit de pauzemodus wordt hervat. Dit wijst niet op een defect.

Beeld voor beeld afspelen vooruit/achteruit

1 Raak [

 

] of [

 

] aan in de pauzemodus.

 

 

 

 

Telkens als u de toets aanraakt, gaat het beeld één frame vooruit of achteruit.

2 Raak [

 

 

 

] aan om terug te keren naar de normale

 

 

 

 

modus.

 

 

 

 

Tijdens het beeld voor beeld afspelen vooruit/achteruit wordt geen geluid weergegeven.

Beeld voor beeld afspelen achteruit is niet mogelijk met een videoCD.

Afspelen in slow motion

1

Als [

 

 

 

] of [

 

] wordt aangeraakt en ingedrukt

 

 

 

 

wordt gehouden in de pauzemodus, wordt met

 

1/8ste van de normale snelheid afgespeeld.

 

Als u de toets nog 5 seconden langer ingedrukt

 

houdt, gaat de slow motion-snelheid naar de helft

 

van de normale snelheid.

2

Laat [

 

] of [

 

 

] los om te pauzeren, en raak

 

 

 

 

 

 

[ ] aan om af te spelen.

Tijdens het afspelen in slow motion wordt geen geluid weergegeven.

Achteruit afspelen in slow motion is niet mogelijk met een videoCD.

1/2, 1/8 zijn snelheden bij benadering. De effectieve snelheid is verschillend van disk tot disk.

22-NL

Loading...
+ 55 hidden pages