Alpine IVA-D310R, IVA-D310RB User Manual [nl]

Page 1
R
Mobiel mediastation CD-wisselaar voor
IVA-D310R/ IVA-D310RB
TM
DIGITAL VIDEO
R
• HANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Benelux Branch Leuvensesteenweg 510 b6 1930 Zaventem - België
Page 2
De CHA-S634 is een zeer krachtige wisselaar voor 6 disks met nieuwe M DAC, CD-R/RW PLAY BACK, MP3 PLAY BACK en CD TEXT. Het CHA-1214 Ai-NET model is goed voor 12 disks, terwijl het CHM-S630 M-Bus model een supercompacte wisselaar voor 6 disks is met CD-R/RW PLAY BACK.
U kunt meer doen met Alpine CD-wisselaars!
Meer muziekselecties, meer veelzijdigheid, meer comfort.
CHM-S630
CHA-1214
CD-wisselaar voor IVA-D300R/IVA-D300RB
CHA-S634
CD-wisselaar voor IVA-D300R/IVA-D300RB
Page 3
1
-
NL
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING....................................5
VOORZICHTIG..........................................5
VOORZORGSMAATREGELEN ................5
Welke disks kunt u afspelen?.................7
Aan de slag
Plaats van de bedieningstoetsen......................10
Frontpaneel losmaken en bevestigen ..............10
Ingebruikneming.............................................11
Toestel in- of uitschakelen ..............................11
Monitor openen/sluiten ...................................11
Regeling van de kijkhoek van de monitor ......11
Monitor platleggen..........................................12
Volume regelen...............................................12
Volume snel verlagen......................................12
Display bekijken .............................................12
Bediening van aanraaktoetsen ......................12
Bron oproepen ..............................................12
Sneltoetsscherm ............................................13
Invoerscherm met numeriek toetsenbord
weergeven ................................................13
Dubbel-schermweergave ..............................14
Radio
Radio beluisteren.............................................14
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders.....15
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders ..15
Afstemmen op voorkeuzezenders ...................15
Werking van RDS
AF (alternatieve frequenties) in- of
uitschakelen ................................................15
Verkeersinformatie ontvangen........................15
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY) .........................................................16
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
afspelen van een CD of een
radio-uitzending..........................................16
Prioriteit PTY (programmatype) ....................16
Weergave van radiotekst.................................16
CD/MP3/WMA
Afspelen ........................................................ 17
Herhaald afspelen ...........................................18
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) ... 18
Mappen selecteren (voor MP3/WMA) ..........18
Over MP3/WMA ........................................... 18
DVD/video-CD
DVD/video-CD afspelen................................ 20
DVD-modusscherm weergeven .................. 20
Als een menuscherm verschijnt ...................21
Hoofdmenuscherm weergeven
(alleen DVD) ...........................................21
Menuscherm weergeven (alleen DVD) .......21
Menubedieningsmodusscherm weergeven
(alleen DVD) ...........................................22
PBC-functie in- of uitschakelen
(alleen video-CD) ......................................22
Afspelen stoppen (PRE STOP) ......................22
Afspelen stoppen ............................................22
Snel vooruit/snel achteruit .............................22
Begin van hoofdstukken of tracks zoeken .....22
Stilstaande beelden afspelen (pauzeren) ........22
Beeld voor beeld afspelen
vooruit/achteruit ........................................22
Afspelen in slow motion ................................22
Hoofdstuk/track/titel herhaaldelijk
afspelen ......................................................23
Zoeken op titelnummer (alleen DVD) ...........23
Direct zoeken op hoofdstuk- of
tracknummer ..............................................23
Veranderen van hoek (alleen DVD) ...............23
Veranderen van audiospoor ...........................24
Veranderen van ondertiteling (taal
ondertiteling) (alleen DVD) ......................24
Schakelen vanuit het diskmenu ...................24
Diskstatus voor DVD/video-CD
weergeven...................................................24
NEDERLANDS
Page 4
2
-
NL
Andere nuttige functies
Audio bijregelen .............................................25
Zoekfunctie ....................................................25
Functie voor entertainment achterin ..............26
Functie van de sensor van de
afstandsbediening omschakelen ..............26
De weergavemodi omschakelen .....................26
Alleen visuele bron schakelen
(simultaan-functie) ....................................27
Simultaan-functie annuleren ........................27
Black-outmodus in- en uitschakelen ..............27
VISUALIZER instellen ..................................27
Visual Effect instellen ....................................27
Monitorinstelling
Monitorinstelling uitvoeren ............................28
Keuze van de monitorstand .........................28
Instelling voor het automatisch
openen/sluiten van de monitor ................28
Instelling
DVD-instelling uitvoeren ...............................29
Instelling van de menutaal ...........................29
Instelling van de audiotaal ...........................29
Instelling van de ondertitelingtaal ...............30
Landinstelling wijzigen ...............................30
Classificatieniveau instellen
(oudercontrole) ........................................30
Instelling digitale uitgang wijzigen .............30
Downmix-modus instellen ...........................32
Instelling tv-scherm wijzigen ......................32
Algemene instelling uitvoeren .......................32
Tijd weergeven ............................................32
Tijd instellen ................................................32
Zomertijd instellen .......................................33
Demonstratiefunctie .....................................33
Pieptoonfunctie ............................................33
Instelling van het scrollen ............................33
RDS-tijd weergeven .....................................33
Het basisvolume van bronsignalen
aanpassen .................................................33
Geluidskwaliteit van de tuner instellen ........33
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK) ........33
ALGEMENE instelling
DVD-instelling
Regionale (lokale) RDS-zenders
ontvangen ..................................................33
Weergavetaal van programmatype (PTY)
omschakelen ..............................................33
MP3/WMA-bestanden afspelen .....................33
De helderheid van de toetsverlichting’s
nachts bijregelen ........................................33
Systeeminstelling uitvoeren ...........................34
Onderbrekingsmodus externe toestellen
instellen ...................................................34
Weergave van onderbrekingssymbool
instellen ...................................................34
Navigatiemodus instellen .............................34
Navigatieonderbreking instellen ..................35
VISUALIZER-modusweergave instellen ....35
AUX-modus instellen ..................................35
Externe toestellen benoemen .......................35
Het audioniveau van de externe ingang
regelen .....................................................35
Het visuele ingangssignaal omschakelen .....35
Externe monitoruitgang instellen .................35
Achtercamera instellen ................................36
De aanraaktoets VISUAL instellen .............36
Verlichtingskleur van de toetsen veranderen
(alleen IVA-D310R) ................................36
Selectie van optische digitale ingang voor
een externe audioprocessor .....................36
Digitale uitgang instellen .............................36
Scherminstelling uitvoeren ............................36
De helderheid van de achtergrondverlichting
instellen ...................................................36
Minimumniveau van achtergrondverlichting
instellen ...................................................37
Achtergronden schakelen .............................37
Automatische achtergronden instellen .........37
Lettertype instellen ......................................37
Weergavekleur van lettertypeachtergrond
veranderen ...............................................37
Trilling van aanraakscherm
in- of uitschakelen ...................................37
Aanraakscherm bijregelen ...........................37
SCHERM instellen
SYSTEEM-instelling
Page 5
3
-
NL
i-Personalize™
MX-modus instellen .......................................38
Bass Engine instellen .....................................38
Bass Max EQ-modus kiezen
(instelling fabrikant) ................................38
Afregelen en opslaan/oproepen van
de parametrische EQ ...............................39
Over tijdcorrectie .........................................40
Afregelen en opslaan/oproepen van
tijdcorrectie .............................................40
Afregelen en opslaan/oproepen van
de Bass Focus ..........................................41
Afregelen en opslaan/oproepen van
ingebouwd scheidingsfilter .....................42
In- en uitschakelen van de subwoofer ............43
Visual EQ instellen ........................................43
VISUAL EQ-modus kiezen
(instelling fabrikant) ................................43
Regeling van de helderheid .........................43
Regeling van de beeldkleur .........................43
Regeling van de beeldtint ............................43
Regeling van het beeldcontrast ....................44
Regeling van de beeldkwaliteit ....................44
VISUAL EQ opslaan ...................................44
Over downloaden van
GELUIDSINSTELLINGEN/
ACHTERGRONDEN ................................44
Gegevens downloaden ...................................44
Gegevens van MIJN ACHTERGROND
downloaden ................................................45
Weergave van instelling en status van de
externe versterker oproepen (optie) ...........45
AMP Link-vergrendelingsfunctie ..................46
AMP Link instellen (optioneel)
Gegevens downloaden
VISUAL EQ™
Bass Engine-functie
Media Xpander-functie
Instelprocedure voor Dolby Surround.............46
Luidsprekers instellen .....................................47
MX-modus van de externe audioprocessor
instellen.......................................................47
Instelling X-OVER .........................................47
Tijdcorrectie handmatig uitvoeren (TCR).......48
Faseomschakeling ......................................... 49
Instellingen grafische equalizer...................... 49
Instellingen parametrische equalizer...............50
Regeling van de lage tonen ............................51
Bascompressor instellen ............................. 51
Bass Focus instellen ................................... 51
Luidsprekerinstelling ......................................51
Instelling van Dolby 5.1ch ............................ 52
Het akoestisch beeld instellen .................... 52
Lage tonen mengen met het achterkanaal .. 52
Krachtig geluid met hoog volume................52
Luidsprekerniveaus regelen ........................52
DVD-niveau instellen .....................................52
Instellingen opslaan in het geheugen ..............53
Geheugenvoorkeuzezender oproepen..............53
Pro Logic II-modus ....................................... 53
Lineaire PCM-instelling..................................53
Navigatiesysteem (optioneel)
Omschakelen naar navigatiescherm
(optioneel) ................................................. 54
Hulptoestel (optioneel)
Hulptoestellen bedienen (optioneel) .............. 54
Wisselaar (optioneel)
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel) ..... 55
Keuze van multiwisselaar (optioneel) ........... 55
Werking van HDD-speler (optioneel)
Muziek van HDD beluisteren .........................56
Externe audioprocessor (optioneel)
Page 6
4
-
NL
iPod™ (optioneel)
Afspelen ..........................................................56
Een gewenst liedje zoeken ..............................56
Zoeken op afspeellijst...................................57
Zoeken op artiest...........................................57
Zoeken op album ..........................................57
Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) ...57
Herhaald afspelen............................................57
Over de indicaties op het subdisplay
Over de indicaties op het subdisplay...............58
Informatie
Over DVD’s ....................................................59
Terminologie...................................................60
Lijst van taalcodes...........................................61
Lijst van landcodes..........................................62
Bij problemen..................................................64
Specificaties ....................................................67
Installatie en aansluitingen
WAARSCHUWING
Waarschuwing............................68
Voorzichtig ..................................68
Voorzorgsmaatregelen ..............68
Installatie.........................................................69
Aansluitingen (IVA-D310R/IVA-D310RB
bedradingsschema) .....................................72
Voorbeeld van systeem ...................................74
Page 7
5-NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gebruiksaanwijzing
VOORZICHTIG
VOORZORGSMAATREGELEN
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
INSTALLEER HET TOESTEL CORRECT, ZODAT DE BESTUURDER ALLEEN NAAR DE TV/VIDEO KAN KIJKEN ALS HET VOERTUIG GESTOPT IS EN DE HANDREM WERD AANGETROKKEN.
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt terwijl hij het voertuig bestuurt. Als dit toestel niet correct wordt geïnstalleerd, kan de bestuurder tijdens het rijden naar de tv/video kijken. Dit kan zijn aandacht afleiden van de weg, wat tot een ongeval kan leiden. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.
KIJK NIET NAAR DE VIDEO TERWIJL U RIJDT.
Als de bestuurder naar de video kijkt, kan zijn aandacht worden afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR HET DISPLAY TIJDENS HET RIJDEN.
Als de bestuurder naar de video kijkt, kan zijn aandacht worden afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V­TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
HOUD VINGERS WEG VAN HET GEMOTORISEERDE FRONTPANEEL OF DE BEWEEGBARE MONITOR WANNEER DEZE IN BEWEGING ZIJN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +45°C en 0°C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan de geluidsweergave van de disk zweven. In dit geval haalt u de disk uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht verdampt is.
Beschadigde disk
Speel nooit disks af die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte disk afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
Page 8
6-NL
Middengat
Oneffenheden
Middengat
Nieuwe disk
Buitenkant (oneffenheden)
JUIST
FOUT JUIST JUIST
Probeer het volgende nooit
Neem de disk niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatische invoermechanisme in de speler wordt getrokken. Steek geen disk in het toestel terwijl het toestel uitgeschakeld is.
Disk insteken
U kunt slechts één disk tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één disk in de speler te steken. Plaats een disk steeds met de bedrukte zijde omhoog. De speler werpt een verkeerd geplaatste disk automatisch uit. Als de speler een correct geplaatste disk uitwerpt, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de reset­schakelaar. Als u een disk afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de disk of beschadigt de speler niet.
Disks met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen disks met ronde vorm; gebruik nooit disks met een speciale vorm. Als u disks met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
Nieuwe disks
Om te voorkomen dat de disk vastloopt, werpt de DVD-speler automatisch disks uit met onregelmatige oppervlakken of disks die verkeerd werden geplaatst. Wanneer na het plaatsen van een disk in de speler deze onmiddellijk weer wordt uitgeworpen, ga dan met uw vinger rond het middengat en de buitenrand van de disk. Als u kleine oneffenheden of onregelmatigheden voelt, kan dit er de oorzaak van zijn dat de disk wordt geweigerd. U kunt de oneffenheden verwijderen door het middengat of de buitenrand van de disk glad te wrijven met een balpen of iets dergelijks. Plaats de disk daarna opnieuw in de speler.
De plaats van installatie
Zorg ervoor dat de IVA-D310R/IVA-D310RB niet wordt geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Veel stof
• Veel trillingen
Correcte hantering
Laat de disk niet vallen. Hou de disk zo vast, dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Bevestig geen tape, papier of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
Disk reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de disk kunnen tot gevolg hebben dat de DVD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de disk naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal detergent voor u de disk reinigt.
Page 9
7
-
NL
Welke disks kunt u afspelen?
VIDEO CD
DIGITAL VIDEO
*
Geschikt voor tweelagige DVD-disk
Logo Inhoud
Formaat
Max.
afspeelduur
DVD
-video
Video
-CD
Muziek
-CD
Audio
+
Audio
+
Audio
12 cm*
8 cm
12 cm
12 cm
8 cm
8 cm
(CD-single)
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
Toebehoren voor disks
Er bestaan verschillende accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meeste ervan beïnvloeden echter de dikte en/of diameter van de disk. Wanneer dergelijke accessoires worden gebruikt, kan de disk buiten de standaardspecificaties vallen en bedieningsproblemen veroorzaken. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke toebehoren te gebruiken voor disks die worden afgespeeld in Alpine DVD­spelers.
Afspeelbare disks
De hierna vermelde disks kunnen in dit toestel worden afgespeeld.
Behandeling van het afneembare voorpaneel
• Niet blootstellen aan regen of water.
• Niet laten vallen of blootstellen aan schokken.
• Nadat het toestel werd uitgeschakeld, blijft het beeld nog even lichtjes op het display staan. Dit is een normaal effect dat inherent is aan de LCD-technologie.
• Bij koude temperaturen kan het contrast van het scherm tijdelijk wat minder scherp zijn. Na een korte opwarmtijd wordt het contrastniveau echter weer normaal.
Toestellen van Alpine die uitgerust zijn met de Ai-NET bus en aangesloten zijn op de IVA-D310R/IVA-D310RB, kunnen vanaf de IVA-D310R/IVA-D310RB worden bediend. Afhankelijk van de aangesloten producten zullen de functies en de afbeeldingen variëren. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
De werking van een aantal functies van dit toestel is heel complex. Precies daarom werden deze functies ondergebracht in een speciaal scherm. Deze functies kunnen alleen worden bediend terwijl het voertuig geparkeerd staat. Zo blijft de aandacht van de bestuurder op de weg gericht en niet op de IVA-D310R/IVA­D310RB. Dit biedt de bestuurder en de inzittenden meer veiligheid. De audioprocessor kan niet worden afgeregeld terwijl de auto rijdt. De auto moet geparkeerd staan en de handrem moet opgetrokken zijn om de procedure te kunnen uitvoeren die beschreven staat in de gebruiksaanwijzing. De waarschuwing “CAN’T OPERATE WHILE DRIVING” verschijnt als u dit toch probeert te doen terwijl de auto rijdt.
Eenzijdige disk Ca. 4 uur
Dubbelzijdige disk Ca. 8 uur
Tweezijdige disk Ca. 160 minuten
Eenzijdige disk Ca. 80 minuten
Ca. 74 minuten
Ca. 74 minuten
Ca. 20 minuten
Ca. 20 minuten
Video
(bewegende
beelden)
Video
(bewegende
beelden)
Page 10
8
-
NL
ALL
2
Behandeling van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
Volgende disks kunnen niet worden afgespeeld
DVD-ROM’s, DVD-RAM’s, DVD + R’s, DVD + RW’s, CD­ROM’s (behalve MP3/WMA-bestanden), foto-CD’s, enz.
DVD-regionummer (afspeelbaar regionummer)
Deze DVD-speler kan elke disk afspelen die regionummer 2 (of All) heeft. DVD’s met een regionummer dat hierna niet is aangegeven, kunnen niet worden afgespeeld op deze DVD­speler.
Multisessie-CD-R/RW:
Als een opname gestopt is, wordt dit als één sessie beschouwd. Als de disk niet wordt afgesloten (beëindigd), kunnen bijkomende gegevens worden toegevoegd. Zodra bijkomende gegevens werden opgenomen, wordt dit een “multisessie”-CD. De IVA-D310R/IVA-D310RB kan alleen multisessies met dataformaat lezen (MP3/WMA-bestanden – geen audio-CD-bestanden).
Degelijk geformatteerde MP3/WMA-disks:
Gebruik ISO9660-formattering om de disks goed te kunnen afspelen. U kunt ook standaard ISO-benaming level 1 (8.3 DOS­standaard), level 2 (32 tekens) of Joliet (lange bestandsnamen van Windows of Macintosh) gebruiken voor de benoeming van bestanden.* *In de gebruiksaanwijzing vindt u bijkomende informatie.
Video-CD’s
Deze DVD head-unit is compatibel met afspeelregeling (PBC) (versie 2.0). Met “PBC” kunt u menuschermen die op de disk werden opgenomen, gebruiken om de gewenste scène te zoeken en kunt u verschillende soorten informatie in dialoogvorm bekijken.
Gebruik van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
Als u disks gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gewaarborgd. U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CDReWritable) gebruiken die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3/WMA-audiobestanden afspelen.
• De volgende disks kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld: Gebrekkige disks, disks met vingerafdrukken, disks die hebben blootgestaan aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), disks die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, disks waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, disks die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik disks met MP3/WMA-bestanden die geschreven zijn in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details zie pagina’s 18 en 19. Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de disk opnieuw af te spelen.
Gebruik van DVD-R’s/DVD-RW’s
• Dit toestel is alleen geschikt voor het afspelen van disks die zijn opgenomen in de DVD-videomodus. Disks die zijn opgenomen in de DVD-VR-modus kunnen niet worden afgespeeld.
• Merk op dat deze DVD-speler geen disks kan afspelen die niet zijn beëindigd (d.w.z. die zijn verwerkt om te worden afgespeeld op ‘alleen-afspelen’ DVD-spelers).
• Het is mogelijk dat sommige disks niet worden afgespeeld, afhankelijk van het opnameapparaat. (Dit toestel heeft een kopieerbeveiligingsfunctie. Illegaal gekopieerde disks worden niet afgespeeld. Sommige bestanden die zijn opgenomen met software die gebruik maakt van een ongeschikt opnamesysteem worden mogelijk beschouwd als illegaal gekopieerde disks.)
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat dit toestel de disk niet kan afspelen: disks opgenomen door bepaalde DVD-recorders, bepaalde disks met onregelmatige vorm, gebrekkige disks, vuile disks, vuile opnamelens van de DVD-speler of vochtcondensatie in het toestel.
• Neem alle waarschuwingen in acht die bij uw DVD-R/DVD­RW-disks zijn gevoegd.
• Bevestig geen stickers, etiketten of tape op de bedrukte zijde van de DVD-R’s/DVD-RW’s.
• In vergelijking met gewone disks zijn DVD-R’s/DVD-RW’s gevoeliger voor warmte, vocht en rechtstreeks zonlicht. Als u ze achterlaat in een auto, enz., kunnen ze beschadigd raken en kan dit toestel ze mogelijk niet meer afspelen.
Tips om uw eigen CD’s te maken
De IVA-D310R/IVA-D310RB kan DVD-video, video-CD, audio-CD afspelen en beschikt over een ingebouwde MP3/WMA-decoder. Volgende informatie kan u helpen om eigen muziek-CD’s (Audio CD of CD-R/RW-bestanden met MP3/WMA-codering) te maken.
Wat is het verschil tussen een audio- en MP3/WMA-CD?
Een audio-CD heeft hetzelfde formaat als de CD’s die u in de winkel koopt (ook wel CD-DA genoemd). MP3 (MPEG-1 Audio Layer 3)/WMA (Windows Media Audio) is een databestand dat gebruik maakt van en compessiemodel om de omvang van het muziekbestand te verkleinen *.
Hybride audio-CD en data- (MP3/WMA) CD-R/RW disks:
De IVA-D310R/IVA-D310RB kan beide sectoren op de disk lezen. Kies CD-DA om het CD-audiogedeelte af te spelen, of MP3/WMA om het MP3/WMA-gedeelte af te spelen.*
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de disk niet bloot aan direct zonlicht.
• Bevestig geen stickers of etiketten op de disk.
• Reinig de disk als er stof op zit.
• Ga na of de disk glad en vlak is.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare toebehoren voor
disks.
Laat de disk niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de disk nooit bloot aan direct zonlicht.
Warmte en vochtigheid kunnen de disk beschadigen, zodat u de disk niet meer kunt afspelen.
Page 11
9
-
NL
Diskterminologie
Titel
Als titels geprogrammeerd zijn voor de DVD, vormen de titels de grootste onderverdeling van de informatie op de disk.
Hoofdstuk
Elke titel kan opgesplitst zijn in kleinere onderdelen, die we hoofdstukken noemen. Dit kunnen specifieke scènes of muziekselecties zijn.
• Dit product bevat copyright-beschermingstechnologie die wordt beschermd door Amerikaanse octrooien en andere intellectuele­eigendomsrechten. Het gebruik van deze beschermingstechnologie moet worden toegestaan door Macrovision; deze technologie staat alleen huishoudelijke en andere beperkte weergavetoepassingen toe, tenzij uitdrukkelijk anders toegestaan door Macrovision. Decompilatie of desassemblage zijn verboden.
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbel-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS” en “DTS2.0 + Digital Out” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, inc.
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, het Apple-logo en iPod zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
Page 12
10-NL
Aan de slag
uu
SOURCE/POWER-toets
Schakelt het toestel in. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Roept het bronkeuzescherm op.
ii
Subdisplay
Zie “Over de indicaties op het subdisplay” (pagina 58).
oo
TILT DN/UP-toets
Monitor open: de hoek van de omhoog geplaatste monitor kan worden ingesteld tussen 40° en 105°. Als de toets ingedrukt wordt gehouden, verandert de hoek continu. Monitor gesloten: door te drukken op de toets UP/DN worden de radiovoorkeuzezenders opgeroepen. Door te drukken op de toets UP/DOWN verandert de track, het bestand of het hoofdstuk van een disk. Door deze toets ingedrukt te houden, gaat men één track, bestand of hoofdstuk voor- of achteruit op een disk. (Dezelfde bediening is mogelijk voor een optionele wisselaar, indien aangesloten).
!!0qq
-toets
Werpt de disk uit.
!!11
-toets
Druk op deze toets om het frontpaneel te verwijderen.
!!22
Afstandsbedieningssensor
Richt de afstandsbediening naar deze sensor binnen een bereik van 2 m.
!!
3 Monitor
Frontpaneel losmaken en bevestigen Losmaken
Losmaken
Schakel het toestel uit.
Druk op de toets (losmaken) onderaan rechts
tot het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem de rechterkant van het frontpaneel vast, til het iets op en trek het uit.
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (met name de connectoraansluitingen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.
3
2
1
Plaats van de bedieningstoetsen
qq
BAND-toets
Radiomodus: verandert de golfband. Visuele bron (behalve navigatiescherm): verandert de weergavemodus.
ww
TA/RDS-toets
Schakelt de T.INFO-modus in of uit. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het RDS-modusscherm weer te geven in de FM-radiomodus.
ee
FLAT/SUB DISP.-toets
Druk op de toets om de geopende monitor in de platte stand te brengen. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het display te veranderen in het subdisplay (normale klokmodus voor elke modus).
rr
OPEN/CLOSE-toets
Opent en sluit de monitor.
tt
Actie-indicator
De indicator brandt constant, behalve in de onderstaande gevallen.
• De indicator knippert wanneer het display wordt gesloten.
• De indicator wordt uitgeschakeld wanneer de dimmer (helderheid van het display) is ingesteld op ON; hij wordt eveneens uitgeschakeld overeenkomstig de lichtomstandigheden in de auto wanneer de dimmer is ingesteld op AUTO.
• De indicator knippert langzaam wanneer de achtergrondverlichting (BLACK OUT-functie) is ingesteld op OFF.
yy
Encoder-draaiknop
Regel het volume door de knop naar links of rechts te draaien. Als u de knop indrukt, wordt het audio-instelscherm weergegeven. Als u de knop minstens 2 seconden indrukt, wordt MUTE in- of uitgeschakeld.
Weergave van toetsen in deze gebruiksaanwijzing
• De toetsen op dit toestel worden in het vet weergegeven (bijv.
SOURCE/POWER). De aanraaktoetsen op het display worden in het vet tussen [ ] weergegeven (bijv. [SOURCE]).
• In deze gebruiksaanwijzing wordt doorgaans de functie van de aanraaktoets verklaard wanneer een aanraaktoets en een toets op het toestel dezelfde functie hebben.
Compatibiliteit met radiobedieningstoetsen op het stuur
Als uw voertuig is uitgerust met radiobedieningstoetsen op het stuur, kan het zijn dat er een optionele stuurinterface beschikbaar is voor de aansluiting van uw Alpine-radio. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer informatie.
Page 13
11-NL
Bevestigen
Bevestig het frontpaneel recht op het toestel totdat het vastklikt.
• Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een toets drukt.
Ingebruikneming
Onmiddellijk na het installeren of nadat het toestel werd ingeschakeld, moet het worden geïnitialiseerd. Hiertoe verwijdert u eerst het afneembare frontpaneel. Achter het frontpaneel, links van de connector, bevindt zich een kleine opening. Achter deze opening vindt u de reset-schakelaar; druk hierop met een potlood of een ander puntig voorwerp om de initialisatie af te ronden.
• Terwijl het monitordisplay door een reset wordt gesloten, werken de toetsen niet.
Toestel in- of uitschakelen
Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plaats en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
Druk op SOURCE/POWER om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld met gelijk welke toets, behalve
OPEN/CLOSE, FLAT, TILT DN/UP (wanneer de
monitor open is) en
q (Eject).
Houd SOURCE/POWER minstens 2 seconden
ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• De IVA-D310R/IVA-D310RB verbruikt zelfs in uitgeschakelde toestand wat stroom. Als het geschakelde stroomsnoer (ontsteking) van de IVA-D310R/IVA-D310RB rechtstreeks is aangesloten op de positieve (+) pool van de voertuigaccu, kan dit leiden tot een ontlading van de accu. Is dit stroomsnoer niet geschakeld, dan dient het losgekoppeld te worden van de accupool als het voertuig lange tijd niet wordt gebruikt. Er kan een afzonderlijk verkochte SPST-schakelaar (Single­Pole, Single-Throw) toegevoegd worden om deze procedure te vergemakkelijken. U zet deze schakelaar dan gewoon uit wanneer u het voertuig verlaat. Voor u de IVA-D310R/IVA­D310RB opnieuw gebruikt, zet u de SPST-schakelaar aan. Voor de aansluiting van de SPST-schakelaar verwijzen we naar “Aansluitschema van SPST-schakelaar (afzonderlijk verkocht)” (pagina 71).
• Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plaats en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
2
1
Monitor openen/sluiten
Druk op OPEN/CLOSE.
Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch geopend wordt.
Druk op OPEN/CLOSE.
Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch gesloten wordt.
• Open/sluit de monitor nooit met de hand. Dit kan een storing veroorzaken.
• De hoek van de monitor is in de fabriek afgesteld op 90 graden. In sommige auto’s kan de monitor het dashboard raken wanneer hij wordt geopend. De monitorhoek kan worden afgesteld en opgeslagen in het geheugen, zodat hij bij het openen niet langer het dashboard raakt. Voor het afstellen van de monitor, zie “Regeling van de kijkhoek van de monitor” (pagina 11). Zelfs wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, blijft de afgestelde monitorhoek bewaard in het geheugen.
• De IVA-D310R/IVA-D310RB is een ultraprecies toestel. Ga er voorzichtig mee om om lange tijd van zijn uitzonderlijke eigenschappen te kunnen genieten.
• Als de monitor iets raakt tijdens het openen (of sluiten), wordt er een pieptoon weergegeven en stopt het openen (of sluiten) onmiddellijk. Als dit gebeurt, verwijdert u het obstakel en drukt u opnieuw op OPEN/CLOSE om het monitordisplay verder te verlagen.
• Als de beweegbare monitor open is, mag u er geen voorwerpen op plaatsen en moet u ervoor zorgen dat u de monitor niet stoot of er druk op uitoefent. Dit kan het mechanisme beschadigen.
• Bij een lage omgevingstemperatuur kan het zijn dat het display enige tijd wat donkerder is meteen nadat de stroom werd ingeschakeld. Zodra het LCD opgewarmd is, wordt het display opnieuw normaal.
• Voor uw eigen veiligheid kan een aantal functies van het toestel niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plaats en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
Regeling van de kijkhoek van de monitor
Pas de monitorhoek aan voor een optimale zichtbaarheid.
Druk op TILT DN en UP om de hoek van het monitordisplay te regelen, zodat het scherm in de beste kijkstand staat.
Telkens als u op de toetsen drukt, laat het toestel een geluidssignaal horen en schakelt de schermhoek om tussen 40 en 105 graden.
• Door TILT DN of UP ingedrukt te houden, verandert de hoek continu.
• Als de monitor een obstakel raakt tijdens de regeling van de kijkhoek, stopt het scherm onmiddellijk.
• De kleur van het scherm varieert al naargelang van de kijkhoek. Pas de schermhoek aan voor de best mogelijke kijkstand.
• Als de spanning van de voertuigaccu laag is, kan het zijn dat het scherm knippert wanneer de schermhoek verandert wordt. Dit is volkomen normaal en wijst niet op een defect.
2
1
Page 14
12-NL
Monitor platleggen
Als u een functie van de auto (bijv. airco) wenst te gebruiken die verborgen zit achter het omhoog geplaatste monitordisplay, dient u deze functie te gebruiken.
Met het monitordisplay open drukt u op FLAT.
Het monitordisplay gaat naar de platte stand.
Druk nogmaals op FLAT.
Het monitordisplay keert terug naar de vorige hoek.
• De monitor keert terug naar de vorige hoek 10 seconden nadat hij in de platte stand is gezet.
• Als een te grote kracht op het monitordisplay wordt uitgeoefend terwijl het plat ligt, bijvoorbeeld door een voorwerp op de achterzijde van het monitordisplay te plaatsen, kan er een storing optreden.
Volume regelen
Regel het volume met de encoder-draaiknop.
Volume: 0 – 35
Volume snel verlagen
Als u deze functie activeert, wordt het volumeniveau meteen met 20 dB verlaagd.
Houd de encoder-draaiknop (MUTE) minstens 2 seconden ingedrukt.
Het geluidsniveau zakt met 20 dB.
Als u de encoder-draaiknop (MUTE) nogmaals minstens 2 seconden indrukt, wordt opnieuw het vorige geluidsniveau ingesteld.
Display bekijken
Het display is uitgerust met een voelbare gebruiksinterface (PULSE TOUCH).
• Raak de toets lichtjes aan met uw vingertop om het display te beschermen.
• Als er geen reactie is wanneer u een toets aanraakt, haalt u uw vinger van het display en probeert u het opnieuw.
2
1
Het voorbeeld hieronder laat zien hoe u een bron oproept op het radiomodusscherm.
Raak [SOURCE] aan op het hoofdscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Weergavevoorbeeld voor bronkeuzescherm
qq
Gaat naar het hoofdbronscherm
ww
Geeft de bronmodi weer die kunnen worden gekozen (Welke bronmodi worden weergegeven, hangt af van de aansluiting en de instelling)
Raak [RADIO] aan.
Het hoofdscherm van de radiomodus verschijnt.
Voorbeeld van hoofdscherm voor radiomodus
ee
Geeft de gekozen bronnaam, bijv. radiogolfband, enz., weer
rr
Gaat naar VISUAL-keuzescherm
tt
Gaat naar SETUP-keuzescherm
yy
Geeft de tijd weer
uu
Geeft het sneltoetsmenu weer (zie pagina 13)
ii
Functiegids: Het functiegidsdisplay verschilt van bron tot bron. De inhoud van de functiegids verandert door
[P1/2]* of
[P1/3]* aan te raken op de functiegids. Vele andere
bewerkingen kunnen dan worden uitgevoerd.
oo
Geeft het volumeniveau weer
!!00
Indicator werktoestand
!!11
Gaat naar het bronkeuzescherm (scherm van stap 1)
* Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
• Als een optionele DVD-speler of DVD-wisselaar aangesloten is die compatibel is met Ai-NET, wordt AUX 1 weergegeven als “EXT.DVD” of “DVD CHG” op het display.
• Wanneer i-Personalize en OTHER SETUP worden geselecteerd, kunnen deze bewerkingen pas worden uitgevoerd nadat de auto is geparkeerd.
2
1
Bron oproepen
Bediening van aanraaktoetsen
Hoe werkt deze voelbare interface (PULSE TOUCH)?
Wanneer u een toets aanraakt op het display, voelt u een lichte trilling en hoort u een klikgeluid. Op die manier kunt u de verschillende actiegebieden op het display gemakkelijk identificeren.
Weergave van aanraaktoetsen in deze gebruiksaanwijzing
• In deze gebruiksaanwijzing worden de displaytoetsen in het vet en tussen [ ] weergegeven (bijv.
[SOURCE]).
• In deze gebruiksaanwijzing wordt doorgaans de functie van de aanraaktoets verklaard wanneer een aanraaktoets en een toets op het toestel dezelfde functie hebben.
Page 15
13-NL
Invoerscherm met numeriek toetsenbord weergeven
Weergavevoorbeeld voor sneltoetsscherm
Weergavevoorbeeld voor instelscherm
qq
Sluit het sneltoetsscherm door []aan te raken.
ww
Het scherm verandert in het instelscherm wanneer u een andere modus aanraakt.
ee
U kunt de gewenste instelling maken met de bedieningstoetsen.
rr
U sluit het sneltoetsscherm door dit gebied aan te raken.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven wanneer de DVD-modus wordt gekozen voor het zoeken naar een titel of hoofdstuk, en ook voor het invoeren van een landcode of wachtwoord in de DVD-instellingen.
Raak [10KEY] aan op het hoofdbronscherm.
Raak de gewenste nummertoets aan.
2
1
Het scherm verandert in een andere bron wanneer u [SOURCE] aanraakt op het hoofdbronscherm.
• Het scherm kan worden veranderd in het VISUAL-keuzescherm door [VISUAL] aan te raken. Stel VISUAL in zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
• Het scherm kan worden veranderd in het SETUP-keuzescherm door [SETUP] aan te raken.
• 5 seconden na elke bewerking in de visuele modus verandert het scherm alleen in het visuele keuzescherm. Als u het bronkeuzescherm wilt weergeven, raakt u het displaypaneel aan en vervolgens de toets [CONTROL] op het scherm. Het bronkeuzescherm wordt weergegeven wanneer u [SOURCE] aanraakt op het veranderde hoofdbronscherm.
Op het hoofdbronscherm kunnen sneltoetsen voor het instellen van Media Xpander, Bass MAX EQ, Visual EQ en DOLBY PLII worden weergegeven. Hiermee kunnen de instellingen van deze functies rechtstreeks worden uitgevoerd.
Raak [ ] uiterst rechts op het hoofdbronscherm aan.
Het sneltoetsmenu wordt weergegeven. (Weergegeven als DEFEAT is ingesteld op OFF. Visual EQ wordt echter weergegeven, ongeacht of DEFEAT is ingesteld op ON of OFF.)
Raak het gewenste instelmenu aan.
MX (Media Xpander):
Kiest de MX-modus van de momenteel weergegeven audiobron.
Visual EQ:
Kan worden gekozen als de visuele bronmodus is ingeschakeld.
DOLBY PLII:
Weergegeven als een externe audioprocessor aangesloten is.
Bass Max EQ:
Hiermee kunt u elke gewenste modus kiezen. (Deze functie kan niet worden ingesteld als een externe audioprocessor aangesloten is. De instelling kan worden uitgevoerd op de audioprocessor.)
2
1
3
Sneltoetsscherm
U sluit het sneltoetsscherm door dit gebied aan te raken.
Het instelscherm wordt weergegeven wanneer u een van deze modi aanraakt.
Page 16
14-NL
Radio
Weergavevoorbeeld voor radiohoofdscherm
qq
[SOURCE]-toets: zie pagina 12
ww
[VISUAL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer
ee
[SETUP]-toets: geeft het SETUP-keuzescherm weer
rr
[]-toets: zie pagina 13
AA
Geeft het voorkeuzenummer/de voorkeuzefrequentie weer.
Radio beluisteren
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [RADIO] aan.
De radiomodus is geactiveerd en op het display verschijnt het scherm radiomodus.
Raak [BAND] aan om de gewenste radioband te selecteren.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende banden:
FM-1 FM-2 FM-3 → MW → LW FM-1
Raak [TUNE] aan om de afstemmodus te kiezen.
Telkens als u de toets aanraakt, verandert de afstemmodus.
Afstand Lokaal Handmatig Afstand
•U kunt twee modi kiezen voor de automatische afstemming, namelijk DX en Lokaal:
- DX (Distance) modus (met DX SEEK-indicator aan); Er wordt afgestemd op sterke en zwakke zenders.
- Lokale modus (met SEEK-indicator aan); Er wordt alleen afgestemd op sterke zenders. De begininstelling is DX.
Raak []of []aan om de radiofrequentie respectievelijk te verhogen of te verlagen.
Als u de toets aanraakt en ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu tot u de toets loslaat.
Als op een stereo FM-zender wordt afgestemd, verschijnt de stereo­indicator op het display.
5
4
3
2
1
Weergavevoorbeeld voor numeriek toetsenbord
qq
De bedieningstoetsen van dit gebied kunnen worden gebruikt terwijl het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
ww
Invoerschermgebied
ee
Invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt gesloten
rr
Alle ingevoerde nummers worden gewist
tt
Vorige nummer wordt gewist
yy
Ingevoerde nummer wordt bevestigd
uu
Numeriek toetsenbord
ii
Het invoerscherm met het numerieke toetsenbord wordt gesloten als het gebied wordt aangeraakt terwijl het wordt weergegeven.
Raak [ENT] aan om uw invoer te bevestigen.
De aangesloten AMP Link-compatibele externe versterker kan in dubbel scherm worden weergegeven op het hoofdbronscherm.
Raak [VISUAL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven. Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
Raak [DUAL SCREEN] aan.
Het hoofdbronscherm verandert in de dubbel­schermweergave.
Weergavevoorbeeld voor dubbel scherm
Raak [VISUAL] aan om de dubbel­schermweergave te annuleren.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [NORMAL] aan.
Het scherm wordt weer normaal.
4
3
2
1
3
Dubbel-schermweergave
Verandert het AMP-display voor de aangesloten versterker.
Page 17
15-NL
Werking van RDS
AF (alternatieve frequenties) in- of uitschakelen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [RDS] aan.
Het display gaat naar het RDS-modusscherm.
Raak [AF] aan om de AF-modus (alternatieve frequenties) in of uit te schakelen.
• Als de AF-modus ingeschakeld is, stemt het toestel automatisch af op een zender met een sterk signaal in de AF-lijst.
• Schakel de AF-modus uit als automatisch opnieuw afstemmen niet vereist is.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
Tips
• Wanneer het toestel het signaal PTY31 (nooduitzending) ontvangt, zal het “ALARM” weergeven in het display.
• De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie: PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
• In het gedeelte ALGEMENE instelling (pagina’s 32-33) bij “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)”, “Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen” en “Weergavetaal van programmatype (PTY) omschakelen” vindt u meer informatie.
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op TA/RDS om de modus voor verkeersinformatie in te schakelen.
Als afgestemd wordt op een zender met verkeersinformatie, licht de TA-indicator op.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by.
Als verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het toestel deze verkeersinformatie automatisch en verschijnt “T. INFO” op het display.
Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar stand-by.
• Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 70 seconden onder een bepaald niveau blijft, gaat “TA” knipperen in het display.
4
3
2
1
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Stem met de handmatige of automatische
zoekfunctie af op een radiozender die u in het geheugen voor voorkeuzezenders wenst op te slaan.
Raak [P1/2] aan om de functiegids te veranderen.
Raak
[MEMORY] aan.
Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] aan.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
Herhaal deze procedure om tot 5 andere zenders op dezelfde band op te slaan.
Om deze procedure te gebruiken voor andere frequentiebanden, selecteert u gewoon de gewenste band en herhaalt u de procedure.
In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW of LW).
• Als een geheugen voor voorkeuzezenders reeds ingesteld is onder hetzelfde voorkeuzenummer, wordt de informatie gewist en wordt de nieuwe zender opgeslagen in het geheugen.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
De tuner kan automatisch 6 sterke zenders in de geselecteerde band zoeken en opslaan in de volgorde van hun signaalsterkte.
Raak na het kiezen van de gewenste band [A.MEMO] aan.
De tuner zoekt automatisch de 6 sterkste zenders en slaat ze in volgorde van hun signaalsterkte op in [P.SET 1] tot [P.SET 6].
Als de informatie automatisch is opgeslagen, gaat de tuner naar de zender die opgeslagen is in
[P.SET 1].
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
U kunt met de voorkeuzenummers de voorkeuzezenders in elke frequentieband oproepen.
Raak na het kiezen van de gewenste band [P1/2] aan om de functiegids te veranderen.
Raak een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan waarin een zender is opgeslagen.
De voorkeuzezender wordt ontvangen.
2
1
5
4
3
2
1
Page 18
16-NL
Prioriteit PTY (programmatype)
Deze functie maakt het mogelijk een programmatype, bijvoorbeeld een muziekgenre, nieuws, enz., vooraf in te stellen en te beluisteren. Zodra een programma van het vooringestelde type wordt uitgezonden, krijgt het automatisch voorrang en wordt het op dat moment beluisterde programma onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Raak [RDS] aan.
Het display gaat naar het RDS-modusscherm.
Raak [P.PTY] aan om de PRIORITY PTY-modus te activeren.
Het programmatype dat met de functie P.PTY werd geselecteerd, verschijnt.
Raak [d] of [o] aan om het gewenste programmatype te kiezen. Raak vervolgens [P.PTY] aan.
De functie PRIORITY PTY wordt opnieuw ingeschakeld. De indicator “P.PTY” licht op.
• Wanneer de P.PTY-modus ingeschakeld is, geeft het toestel automatisch het vooringestelde programmatype weer als het toestel het programmatype ontvangt, zelfs als het toestel een andere geluidsbron dan de radio weergeeft.
• Als u het ontvangen programma niet wenst te beluisteren, raakt u [P.PTY] aan in het RDS-modusscherm om het vastgelegde programmatype over te slaan. De P.PTY-modus blijft ingeschakeld om het volgende vooringestelde programmatype te ontvangen.
• Om de modus PRIORITY PTY (onderbreking) uit te schakelen, raakt u de toets [P.PTY] aan en houdt u hem minstens 2 seconden ingedrukt.
• In de modus PRIORITY PTY wordt het volume niet automatisch verhoogd, in tegenstelling tot de modus T.INFO.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Stem af op een zender die tekstberichten verzendt.
Raak
[INFO.] aan in de FM-radiomodus om de
radiotekstmodus te activeren.
Op het display verschijnt gedurende enkele seconden “WAIT”.
Om de radiotekstmodus uit te schakelen, raakt u [INFO.] aan.
• Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel een tekstbericht niet goed kan ontvangen, verschijnt “NO TEXT” op het display.
3
2
1
5
4
3
2
1
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de TA/RDS-toets om dat verkeersbericht over te slaan. De T. INFO-modus blijft geactiveerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.
• Als het volumeniveau gewijzigd wordt tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch aangepast worden aan het opgeslagen niveau.
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Houd TA/RDS minstens 2 seconden ingedrukt in de FM-radiomodus.
Het display gaat naar het RDS-instelscherm.
Raak [PTY] aan om de PTY-modus te activeren.
Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt weergegeven.
Raak [d] of [o] aan nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te selecteren terwijl “PTY” (programmatype) wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.
Raak [PTY] aan nadat u het programmatype hebt geselecteerd, om een zender te zoeken met het geselecteerde programmatype.
Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display “NO PTY”.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending
In volgend voorbeeld wordt beschreven hoe verkeersinformatie kan worden ontvangen terwijl een CD wordt afgespeeld.
In de CD-modus drukt u op TA/RDS om de modus verkeersinformatie in te schakelen.
Het toestel zoekt automatisch de beschikbare verkeersuitzendingen.
Als de uitzending met verkeersinformatie gevonden is, schakelt het toestel om van CD-modus naar radiomodus en wordt de uitzending met de verkeersinformatie ontvangen.
Wanneer de verkeersinformatie begint, schakelt het toestel de CD automatisch stil.
Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
• De ontvanger is uitgerust met de functie EON (Enhanced Other Networks). Als de ontvangen zender dus geen verkeersinformatie uitzendt, gaat de ontvanger automatisch naar de verwante zender die de verkeersinformatie uitzendt.
Wanneer de verkeersinformatie ten einde is, keert het toestel terug naar de CD-modus.
2
1
4
3
2
1
Page 19
17-NL
Afspelen
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [DVD PLAYER] aan.
Op het display verschijnt het modusscherm DVD-speler.
Als een CD/MP3/WMA in de IVA-D310R/IVA-D310RB zit met de bedrukte zijde omhoog, begint het toestel de CD/MP3/WMA af te spelen.
Raak []of []aan om de gewenste track (bestand) te selecteren.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Raak []aan.
Snel achteruit:
Raak []aan en houd ingedrukt.
Naar het begin van de volgende track (bestand) gaan:
Raak []aan.
Snel vooruit:
Raak []aan en houd ingedrukt.
Afspelen pauzeren
Raak []aan. Raak
[]aan en houd ingedrukt.
Disk uitwerpen
Druk op q.
• DDe IVA-D310R/IVA-D310RB-modellen beschikken over een ingebouwde MP3/WMA-eenheid. U kunt CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s met MP3/WMA-bestanden afspelen op dit toestel. Gebruik een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor meer informatie over het afspelen of opslaan van MP3/WMA­bestanden dient u pagina 18 en 19 te raadplegen voor u het toestel gebruikt.
• Een bestand in WMA-formaat dat beschermd is door DRM (Digital Rights Management), kan op dit toestel niet worden afgespeeld.
• Het toestel kan disks afspelen die zowel audiogegevens als MP3/WMA-gegevens bevatten.
• De MP3/WMA-indicator is aan tijdens het afspelen van MP3/WMA.
• Het tracknummer dat wordt aangegeven tijdens het afspelen van CD-audiogegevens komt overeen met de tracknummers op de disk.
• CD’s van 8 cm kunnen worden gebruikt.
• Informatie over het afspelen van MP3/WMA-bestanden vindt u op pagina 33 “ALGEMENE instelling”.
• Wanneer een MP3/WMA-disk wordt afgespeeld, duurt het soms even voor hij start.
• Raak []aan om de zoekmodus te activeren. Voor de bediening, zie “Zoekfunctie” op pagina 25. De zoekfunctie werkt echter niet in de CD-wisselaarmodus.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven bij het afspelen van een bestand dat is opgenomen met VBR (variabele bitsnelheid).
• Als de disk niet wordt verwijderd binnen ongeveer 15 seconden na het drukken op q, wordt de disk automatisch in het toestel gevoerd. In dit geval start u het afspelen door []aan te raken, aangezien het toestel in de pauzestand is gezet.
3
2
1
CD/MP3/WMA
Weergavevoorbeeld voor MP3/WMA-hoofdscherm
qq
[SOURCE]-toets: zie pagina 12
ww
[VISUAL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer
ee
[SETUP]-toets: geeft het SETUP-keuzescherm weer
rr
[]-toets: zie pagina 13
tt
[]-toets: zie pagina 25
AA
CD:
Geeft tracktekst*1weer op de bovenste regel. Geeft disktekst*1weer op de onderste regel.
MP3/WMA:
Nadat de bestandsnaam is verschenen op de bovenste regel, wordt de tracknaam weergegeven als ID3­taginformatie beschikbaar is. Nadat de mapnaam is verschenen, wordt de naam van de artiest/het album weergegeven als ID3-taginformatie beschikbaar is.
BB
CD:
Geeft het tracknummer/disknummer*2/verstreken tijd weer.
MP3/WMA:
Geeft het mapnummer/bestandsnummer/disknummer*3/ verstreken afspeeltijd weer.
*1Weergegeven als een disk met CD-tekst geplaatst is. *2Weergegeven als een CD-wisselaar aangesloten is. *3Weergegeven als een MP3-compatibele CD-wisselaar
aangesloten is.
Page 20
18-NL
Herhaald afspelen
Raak [ ] aan om de momenteel afgespeelde track herhaaldelijk af te spelen.
De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Raak opnieuw
[]aan en kies OFF om het herhaald
afspelen te annuleren.
<Monitordisplay>
CD: RPT RPT DISC*1→ (uit) → RPT
MP3/WMA:
1 Raak [P1/2]*3aan om de functiegids te veranderen. 2 Raak []aan en selecteer de gewenste functie voor
herhaald afspelen.
<Monitordisplay>
RPT RPT FLDR*2→ RPT DISC*1→ (uit) RPT
*1Als een CD-wisselaar of een MP3-compatibele CD-wisselaar
aangesloten is en de RPT DISC-modus geselecteerd wordt, speelt het toestel herhaaldelijk alle tracks (bestanden) af op de geselecteerde disk.
*2Alleen bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld. *3Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten
toestellen.
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Raak []aan tijdens het afspelen.
De tracks (bestanden) op de disk worden afgespeeld in een willekeurige volgorde.
Raak
[]aan om de M.I.X.-afspeelfunctie te annuleren.
<Monitordisplay>
CD: M.I.X. M.I.X. ALL*1→ (uit) → M.I.X.
MP3/WMA:
1 Raak [P1/2]*4aan om de functiegids te veranderen. 2 Raak []aan en selecteer de gewenste M.I.X.-
afspeelfunctie.
<Monitordisplay>
M.I.X. FLDR*3→ M.I.X.*2→ (uit) M.I.X. FLDR*
3
*1Als een CD-wisselaar met M.I.X. ALL-functie aangesloten is,
kan ook M.I.X. ALL worden geselecteerd. In deze modus worden alle tracks op alle CD’s van het huidige magazijn in willekeurige volgorde afgespeeld.
*2Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is, worden
alle bestanden op een disk in willekeurige volgorde afgespeeld, waarna de volgende disk wordt afgespeeld.
*3In de M.I.X. FLDR-modus worden alleen bestanden in een map
in willekeurige volgorde afgespeeld.
*4Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten
toestellen.
Mappen selecteren (voor MP3/WMA)
Raak [F.DN] of [F.UP] aan om de map te selecteren.
Over MP3/WMA
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de-CD-kwaliteit van het geluid. Het MP3-formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens.
Met WMA kunt u muziekbestanden maken en opslaan met een grotere compressieverhouding dan MP3-audio (ongeveer de helft van de oorspronkelijke grootte). Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CD­kwaliteit van het geluid.
Methode om MP3/WMA-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke MP3/WMA-software. Voor meer informatie over het maken van MP3/WMA-bestanden verwijzen we naar de handleiding bij die software.
De MP3/WMA-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “mp3”/ “wma”. Bestanden zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld. (WMA ver. 7.1 en 8 worden ondersteund)
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz ~ 48 kHz Bitsnelheden: 32 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz ~ 48 kHz Bitsnelheden: 32 - 320 kbps Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties of bitsnelheden is het mogelijk dat dit toestel niet correct kan afspelen.
ID3-tags/WMA-tags
Als taggegevens in een MP3/WMA-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3-/WMA-taggegevens (maximaal 128 lettertekens).
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte en het onderstrepingsteken weergeven. Voor niet­ondersteunde tekens wordt “NO SUPPORT” weergegeven.
Het aantal tekens kan beperkt zijn of tekens kunnen onjuist worden weergegeven, afhankelijk van de taginformatie.
MP3/WMA-disks maken
MP3/WMA-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R brandsoftware worden weggeschreven naar een CD-R of CD-RW. Een disk is goed voor 1024 bestanden/256 mappen (inclusief bronmappen).
Afhankelijk van de structuur van de mappen of bestanden, kan het even duren om een disk af te lezen. In dit geval is het raadzaam om het aantal mappen of bestanden te beperken.
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA-bestanden) of het verspreiden, overdragen of kopiëren ervan, gratis of tegen vergoeding, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wetgeving op de auteursrechten en door internationale overeenkomsten.
Page 21
19-NL
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die vervat zit in MP3/WMA-bestanden. MP3: ID3-tag WMA: WMA-tag
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bestaat uit alle mappen en bestanden.
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt disks die geformatteerd zijn volgens ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen.
De maximale mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). Het aantal tekens voor een map-/bestandsnaam is beperkt.
Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn letters (A-Z) (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en ‘_’ (onderstreping). Dit toestel kan ook disks in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM, CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie.
Dit toestel kan geen disks correct afspelen die met Track At Once of met pakketsoftware werden opgenomen.
Volgorde van bestanden
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze door de software werden weggeschreven. De afspeelvolgorde kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de bestanden hebt ingegeven. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.
z
Basis­map
x
v
n
q
Map MP3/WMA-bestand
w
c
e
r
b
t
y
u
Page 22
20-NL
DVD/video-CD
Weergavevoorbeeld voor DVD-hoofdscherm
qq
[SOURCE]-toets: zie pagina 12
ww
[VISUAL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer
ee
[SETUP]-toets: geeft het SETUP-keuzescherm weer
rr
[]-toets: zie pagina 13
AA
Geeft de disk (DVD VIDEO, VIDEO CD) weer die wordt afgespeeld.
BB
Geeft het titelnummer/hoofdstuknummer/verstreken afspeeltijd weer voor een DVD. Geeft het tracknummer/verstreken afspeeltijd weer voor een video-CD (wanneer PBC is uitgeschakeld).
• Een aantal functies kan niet worden uitgevoerd, afhankelijk van de disk of het afspeelscherm.
• De weergave van de functiegids [P1/2], enz., kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
DVD/video-CD afspelen
De IVA-D310R/IVA-D310RB is voorzien van een ingebouwde DVD­speler. Als een optionele Alpine DVD-/video-CD-/CD-speler (of DVD-wisselaar) aangesloten is op de IVA-D310R/IVA-D310RB, kunt u deze toestellen bedienen op de IVA-D310R/IVA-D310RB. (Met uitzondering van een aantal functies)
WAARSCHUWING Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/DVD/video kijkt terwijl hij het voertuig bestuurt. De aandacht van de bestuurder wordt afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
Installeer de IVA-D310R/IVA-D310RB op een correcte manier, zodat de bestuurder slechts naar de tv of naar een DVD of video kan kijken als het voertuig stilstaat en de handrem werd opgetrokken.
Als de IVA-D310R/IVA-D310RB niet correct geïnstalleerd wordt, zal de bestuurder naar de tv of naar een DVD of video kunnen kijken terwijl hij rijdt en zal zijn aandacht afgeleid worden van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.
DVD-modusscherm weergeven
• Als u het hulptoestel probeert te activeren terwijl u rijdt, verschijnt op het display de waarschuwing - BEELD UIT VOOR UW VEILIGHEID.
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [DVD PLAYER] aan.
Op het display verschijnt het modusscherm DVD-speler. Plaats een disk met de bedrukte zijde omhoog. Het toestel begint de disk af te spelen.
Als een optionele Alpine DVD-speler aangesloten is: Plaats een disk in de DVD-/video-CD-/CD-speler; de speler begint de disk af te spelen.
• In de DVD- of video-CD-modus verandert het bedieningsscherm in het visuele scherm gedurende 5 seconden na het uitvoeren van een bewerking. Raak het display aan om opnieuw het bedieningsscherm weer te geven.
• De weergavemodus kan worden veranderd door
[WIDE] aan te raken. Voor de bediening, zie “De weergavemodi omschakelen” op pagina 26.
Disk uitwerpen
Druk op q.
• De ommezijde van een dubbelzijdige DVD wordt niet automatisch afgespeeld. Haal de disk uit het toestel, draai de disk om en steek hem weer in het toestel.
• SSteek GEEN disks met kaarten voor het navigatiesysteem in het toestel. Dit zou tot beschadiging kunnen leiden.
• Zie ook “DVD-instelling” (pagina 29 tot 32).
• Zorg ervoor dat de bedieningsdraad IN verbonden is met de bedieningsdraad UIT van dit toestel wanneer een DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is. Als de draden niet correct zijn aangesloten, is aanraakbediening niet mogelijk.
• Om terug te keren naar het vorige scherm tijdens het afspelen van een video-CD, raakt u
[d] aan nadat u [P1/2] van de functiegids
hebt aangeraakt. De functie kan echter variëren afhankelijk van de disk.
• Als de disk niet wordt verwijderd binnen ongeveer 15 seconden na het drukken op
q, wordt de disk automatisch in het toestel
gevoerd. In dit geval start u het afspelen door
[]aan te
raken, aangezien het toestel gestopt is.
2
1
Voorzichtig
Niet alle functies werken voor elke DVD. In de
instructies van de specifieke DVD vindt u meer informatie over de ondersteunde functies.
• Vingerafdrukken op een disk kunnen nadelige gevolgen hebben voor het afspelen. Als er zich een probleem voordoet, haalt u de disk uit het toestel en gaat u na of er geen vingerafdrukken op de afspeelzijde zitten. Reinig de disk indien nodig.
• Als u tijdens het afspelen het toestel of het contactslot uitschakelt of een andere bron kiest, gaat het afspelen verder waar het werd onderbroken, zodra u het afspelen herneemt.
• Als u een ongeldige bewerking probeert uit te voeren (op basis van het type disk dat wordt afgespeeld), verschijnt volgend symbool op het scherm van het monitordisplay:
Geheugenfunctie afspeelpositie Zelfs als u tijdens het afspelen het toestel of de contactsleutel uitschakelt of een andere bron kiest, gaat het afspelen verder vanaf het punt waar het afspelen werd gestopt zodra de stroomtoevoer weer wordt ingeschakeld.
Page 23
21-NL
Hoofdmenuscherm weergeven (alleen DVD)
Menuscherm weergeven (alleen DVD)
Invoerbewerkingen met numeriek toetsenbord (DVD)
1Raak [KEY] aan.
De menubedieningsmodus wordt weergegeven.
2Raak [KEY] nogmaals aan.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
3 Raak het gewenste nummer aan. 4Raak [ENT] aan op het numerieke invoerscherm om uw
keuze te bevestigen.
Invoerbewerkingen met numeriek toetsenbord (video-CD)
Wanneer PBC is uitgeschakeld, wordt het menuscherm niet weergegeven. Schakel de functie in om het scherm weer te geven (zie “PBC-functie in- of uitschakelen” (alleen video-CD) op pagina 22.
1Raak [P1/2] aan in de video-CD-modus om de
functiegids te veranderen.
2Raak [10KEY] aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven. 3 Raak het gewenste nummer aan om het in te voeren. 4Raak [ENT] aan om te bevestigen.
Wanneer een DVD twee of meer titels bevat, wordt het hoofdmenuscherm weergegeven.
Raak [TOP MENU] aan op het hoofdscherm van de DVD-modus.
Het scherm met het hoofdmenu verschijnt.
• “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.
Bij een DVD die twee of meer menu’s bevat, wordt een menuscherm weergegeven met de beschikbare programma’s, naast de hoofdprogramma’s.
Raak [MENU] aan op het hoofdscherm van de DVD-modus.
Het menuscherm verschijnt.
• Voor het uitvoeren van de noodzakelijke bewerkingen, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.
Raak [RTN] aan om het
invoerscherm met numeriek
toetsenbord te sluiten.
Het invoerscherm met het numerieke toetsenbord wordt gesloten als het gebied wordt aangeraakt terwijl het wordt weergegeven.
Op DVD’s en video-CD’s met afspeelregeling (PBC) kunnen menuschermen automatisch verschijnen. In dit geval gaat u als volgt te werk om het afspelen te starten.
Directe menubediening (alleen DVD)
1 Raak het DVD-menu direct aan.
• Een aantal functies kan niet worden uitgevoerd afhankelijk van de disk.
Menubediening (alleen DVD)
1Raak [KEY] aan.
De menubedieningsmodus wordt weergegeven.
2 Kies het gewenste menu-item door [f], [p], [d] of [o]
aan te raken.
3Raak [ENTER] aan om het gekozen item te bevestigen.
Als een menuscherm verschijnt
Raak [MENU RTN] aan om terug te keren naar het vorige display.
Page 24
22-NL
Begin van hoofdstukken of tracks zoeken
Raak []of []aan tijdens het afspelen.
Het hoofdstuk of de track verandert telkens als u de toets aanraakt, en het afspelen van het gekozen hoofdstuk of de gekozen track begint.
: Raak deze toets aan om het afspelen te starten
vanaf het begin van het volgende hoofdstuk of de volgende track.
: Raak deze toets aan om het afspelen te starten
vanaf het begin van het huidige hoofdstuk of de huidige track.
• Sommige DVD’s zijn niet opgesplitst in hoofdstukken.
• Schakel PBC uit voordat u het zoeken start (zie “PBC-functie in­of uitschakelen” (alleen video-CD) op pagina 22).
Stilstaande beelden afspelen (pauzeren)
Raak []aan tijdens het afspelen.
Raak
[]aan om het afspelen te hernemen.
• Als stilstaande beelden worden afgespeeld, wordt geen geluid weergegeven.
• Het beeld of het geluid kan tijdelijk stoppen als het afspelen vanuit de pauzemodus wordt hervat. Dit wijst niet op een defect.
Beeld voor beeld afspelen vooruit/achteruit
Raak []of [] aan in de pauzemodus.
Telkens als u de toets aanraakt, gaat het beeld één frame vooruit of achteruit.
Raak []aan om terug te keren naar de normale
modus.
• Tijdens het beeld voor beeld afspelen vooruit/achteruit wordt geen geluid weergegeven.
• Beeld voor beeld afspelen achteruit is niet mogelijk met een video­CD.
Afspelen in slow motion
Als []of []wordt aangeraakt en ingedrukt wordt gehouden in de pauzemodus, wordt met 1/8
ste
van de normale snelheid afgespeeld. Als u de toets nog 5 seconden langer ingedrukt houdt, gaat de slow motion-snelheid naar de helft van de normale snelheid.
Laat
[]of []los om te pauzeren, en raak []aan om af te spelen.
• Tijdens het afspelen in slow motion wordt geen geluid weergegeven.
• Achteruit afspelen in slow motion is niet mogelijk met een video­CD.
• 1/2, 1/8 zijn snelheden bij benadering. De effectieve snelheid is verschillend van disk tot disk.
2
1
2
1
2
1
Raak [P1/2] aan op het hoofdscherm van de DVD- modus.
De functiegids wijzigt.
Raak [MENU CONT] aan.
Het scherm van de menubedieningsmodus verschijnt.
• Voor de verdere bediening, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.
PBC-functie in- of uitschakelen (alleen video-CD)
Hierna wordt beschreven hoe u de PBC-functie (afspeelregeling) in­of uitschakelt voor een video-CD die hiermee is uitgerust.
Raak [PBC] aan op het hoofdscherm van de video-CD­modus.
Telkens als u [PBC] aanraakt, wordt de PBC-functie afwisselend in- en uitgeschakeld.
Afspelen stoppen (PRE STOP)
Druk tijdens het afspelen op de stoptoets om het afspelen te stoppen. De positie wordt in het geheugen bewaard.
Raak [e] eenmaal aan tijdens het afspelen.
Op het display verschijnt “PRE STOP”
Raak []aan in de PRE STOP-modus.
Het afspelen begint op de plaats waar het voordien werd gestopt.
• Met sommige disks is de positie waarop het afspelen werd gestopt niet altijd nauwkeurig.
Afspelen stoppen
Raak [e] tweemaal aan of raak [e] aan en houd minstens 2 seconden ingedrukt tijdens het afspelen.
“STOP” verschijnt op het display en de weergave stopt.
• Het afspelen start vanaf het begin als []wordt aangeraakt terwijl het afspelen gestopt is.
Snel vooruit/snel achteruit
Raak [](snel achteruit) of [](snel vooruit) aan tijdens het afspelen.
Als u deze toets meer dan 1 seconde aanraakt en ingedrukt houdt, gaat de disk met dubbele snelheid vooruit/achteruit. Als u de toets nog 5 seconden of langer ingedrukt houdt, gaat de disk met 8 keer de normale snelheid vooruit/achteruit.
Laat []of []los om weer met normale snelheid af te spelen.
• Tijdens snel vooruit of achteruit spoelen hoort u geen geluid.
• Bij DVD’s en video-CD’s met afspeelregeling (PBC) kan het menuscherm opnieuw verschijnen tijdens snel vooruit of achteruit spoelen.
2
1
2
1
2
1
Menubedieningsmodusscherm weergeven (alleen DVD)
Bijkomende uitleg
Hoofdstukken” zijn opsplitsingen van films of muziek op DVD’s. “Tracks” zijn opsplitsingen van films of muziek op video- en muziek-CD’s.
Page 25
23-NL
Bevestig uw keuze door [ENT] aan te raken.
Het afspelen start vanaf het geselecteerde titelnummer.
• Deze functie kan niet worden gebruikt met disks waarop geen titelnummers zijn opgenomen.
• Het afspelen start vanaf het begin van het hoofdstuk-/tracknummer in de status PRE STOP.
• Sommige disks aanvaarden geen bediening.
Direct zoeken op hoofdstuk- of tracknummer
Gebruik deze functie om snel naar het begin van hoofdstukken of tracks op de disk te gaan.
Raak [P1/2] aan in een andere modus dan de
stopmodus.
De functiegids verschijnt.
Raak [10KEY] aan.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
Raak het hoofdstuk- of tracknummer aan dat u wilt afspelen en voer het in.
Zie pagina 21 voor de bediening van het numerieke toetsenbord.
Raak [ENT] aan om uw keuze te bevestigen.
Het afspelen start vanaf het gekozen hoofdstuk of de gekozen track.
• Deze functie kan niet worden gebruikt met disks waarop geen hoofdstukken of tracks zijn opgenomen.
Veranderen van hoek (alleen DVD)
Tijdens het afspelen van DVD’s waarop scènes staan die vanuit verschillende hoeken werden gefilmd, kunt u de gewenste hoek kiezen.
Raak [P1/2] aan tijdens het afspelen.
De functiegids wijzigt.
Raak [ANGLE] aan.
De verschillende hoeken die op de disk opgenomen zijn, worden achtereenvolgens doorlopen telkens als u de toets aanraakt.
• Het kan soms even duren voordat de hoek verandert.
• Afhankelijk van de disk kan de hoek op twee manieren worden veranderd.
- Naadloos: de hoek wordt zonder onderbreking veranderd.
- Niet-naadloos: als een andere hoek wordt gekozen, verschijnt eerst een stilstaand beeld, waarna van hoek wordt veranderd.
2
1
4
3
2
1
4
Hoofdstuk/track/titel herhaaldelijk afspelen
Gebruik deze functie om de titels, hoofdstukken of nummers van een disk herhaaldelijk weer te geven.
DVD
Raak
[P1/2] aan tijdens het afspelen.
Raak
[]aan op het hoofdtoestel.
De herhaalmodus verandert telkens als de toets wordt aangeraakt.
<Monitordisplay>
• Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
• De herhaalmodus (REPEAT) wordt altijd uitgeschakeld wanneer [REPEAT] wordt aangeraakt en minstens 2 seconden ingedrukt wordt gehouden.
Video-CD
Raak
[P1/2] aan tijdens het afspelen.
Raak []aan op het hoofdtoestel tijdens het afspelen.
De herhaalmodus verandert telkens als de toets wordt aangeraakt.
<Monitordisplay>
* Alleen weergegeven in de wisselaarmodus.
• Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
• De modus voor herhaald afspelen van een track/disk kan niet gebruikt worden op video-CD’s met afspeelregeling (PBC). Deze functie is pas mogelijk nadat PBC is uitgeschakeld. Zie “PBC­functie in- of uitschakelen (alleen video-CD)” op pagina 22.
• Bij sommige disks kunt u de herhaalmodus niet veranderen.
• Stap 1 is niet nodig als een DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is.
Zoeken op titelnummer (alleen DVD)
Gebruik deze functie om bepaalde posities op de DVD snel op te zoeken op basis van de titels.
Raak [P1/2] aan terwijl het afspelen is gestopt.
De functiegids verschijnt.
Raak [10KEY] aan.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
Voer de gewenste titel in door het titelnummer aan te raken. Zie pagina 21 voor de bediening van het numerieke toetsenbord.
3
2
1
2
1
2
1
REPEAT
REPEAT TITLE
REPEAT OFF
REPEAT
REPEAT DISC
REPEAT OFF
Het hoofdstuk wordt herhaaldelijk afgespeeld.
De titel wordt herhaaldelijk afgespeeld.
De normale afspeelmodus wordt hervat.
De track wordt herhaaldelijk afgespeeld.
De disk wordt herhaaldelijk afgespeeld.
*
Het afspelen wordt niet herhaald.
Page 26
Op sommige disks kunnen de audiotaal, de hoek en de ondertiteling worden gekozen in het diskmenu.
Raak [MENU] of [TOP MENU] aan om het menu
weer te geven.
Selecteer een item om het te bevestigen.
Zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina 21.
Diskstatus voor DVD/video-CD weergeven
Met de volgende procedure kunt u de status (titelnummer, hoofdstuknummer, enz.) van de momenteel afgespeelde DVD of video-CD (tracknummer, enz.) oproepen op het monitordisplay.
Raak het displaypaneel aan tijdens het afspelen.
Het bedieningsmenu verschijnt op het display.
Raak [CONTROL] aan binnen 5 seconden.
De weergavestatus wordt 5 seconden lang weergegeven.
2
1
2
1
Veranderen van audiospoor
DVD’s kunnen tot 8 verschillende audiosporen hebben. Deze alternatieve sporen kunnen tijdens het afspelen worden veranderd.
Raak [P1/2] aan tijdens het afspelen.
Raak
[AUDIO] aan.
Het geluid schakelt tussen de alternatieve audiosporen op de disk telkens als de toets wordt aangeraakt.
• Het alternatieve spoor dat werd geselecteerd, wordt de standaardinstelling telkens als het toestel wordt ingeschakeld of als de disk wordt verwisseld. Als de disk dat spoor niet heeft, wordt de standaardtaal van de disk geselecteerd.
• Het is niet bij alle disks toegestaan alternatieve audiosporen te selecteren tijdens het afspelen. In dit geval selecteert u de audiosporen in het menu van de DVD.
• Het kan even duren voordat het geselecteerde alternatieve spoor wordt afgespeeld.
Video-CD’s met multiplex-audio
Raak
[P1/2] aan tijdens het afspelen.
De functiegids wijzigt.
Raak [AUDIO] aan.
De linker- en rechterkanalen worden als volgt weergegeven telkens als u de toets aanraakt.
<Monitordisplay>
AUDIO L/R AUDIO L/L AUDIO R/R AUDIO L/R
Veranderen van ondertiteling (taal ondertiteling) (alleen DVD)
Als er ondertitels in verschillende talen op de DVD zijn opgenomen, kan de taal van de ondertiteling tijdens het afspelen worden veranderd; bovendien kan de ondertiteling worden verborgen.
Raak [P1/2] aan tijdens het afspelen.
De functiegids wijzigt.
Raak [SUBT.] aan.
Telkens als u deze toets aanraakt, worden de op de disk opgenomen ondertitelingstalen een voor een doorlopen en worden de ondertitels tot slot uitgeschakeld.
• Het kan even duren voordat de geselecteerde ondertiteling verschijnt.
• Het is niet bij alle disks toegestaan de ondertiteling tijdens het afspelen te wijzigen. In dit geval selecteert u de ondertiteling in het menu van de DVD.
• De geselecteerde taal voor de ondertiteling wordt de standaardinstelling telkens als het toestel wordt ingeschakeld of als de disk wordt verwisseld. Als de disk niet over de gewenste taal beschikt, wordt de standaardtaal van de disk geselecteerd. De ondertitelingstaal kan echter verschillen afhankelijk van de disk.
• Op sommige disks kunnen de ondertitels worden weergegeven, zelfs als ze uitgeschakeld zijn. De ondertitelingstaal kan echter verschillen afhankelijk van de disk.
2
1
2
1
2
1
24-NL
Schakelen vanuit het diskmenu
Page 27
25-NL
Andere nuttige functies
De defeat-functie in- of uitschakelen
Raak
[ON] of [OFF] van DEFEAT aan om deze functie
in of uit te schakelen.
Als u de defeat-functie inschakelt, wordt MX uitgeschakeld en wordt teruggekeerd naar de begininstelling van de EQ.
Rechtstreeks instellen van balans/fader
Raak [
O
] aan en verplaats naar de gewenste instelling.
U kunt ook het gewenste instelbereik aanraken. [O] wordt naar dit bereik verplaatst.
Raak
[L] of [R] van balans en [F] of [R] van fader aan om deze
nauwkeurig in te stellen.
Zoekfunctie
Raak [ ] aan op de functiegids in de CD- of
MP3/WMA-modus.
Het zoeklijstscherm verschijnt.
Een gewenste track of map selecteren
Raak [oo] aan om hem direct af te spelen.
Wanneer er een hiërarchische lijst is gemaakt, wordt [] weergegeven. Raak []aan om de desbetreffende hiërarchische lijstschermen weer te geven.
Weergavevoorbeeld voor zoekscherm
qq
[]wordt weergegeven als er een hiërarchische lijst is.
ww
Kies rechtstreeks door [oo] aan te raken. De track (of map/bestand) wordt dan afgespeeld.
ee
Raak [f] of [p] aan om per paragraaf door de lijst te bladeren.
rr
Raak aan en schuif omhoog of omlaag om achterwaarts of voorwaarts door de lijst te bladeren.
tt
Raak [
RETURN
] aan om terug te keren naar het vorige
lijstscherm.
• De zoekfunctie werkt niet met een DVD, video-CD of CD­wisselaar.
• Er wordt alleen een mappenlijst weergegeven tijdens het afspelen van MP3/WMA wanneer een DVD-speler (DVA-5210) of ­wisselaar is aangesloten die compatibel is met MP3.
Modus interne CD-speler
1 Het tracklijstscherm* verschijnt.
* Alleen als de CD compatibel is met tekst.
2 Raak
[oo] van de gewenste tracktekst* aan.
De geselecteerde track wordt afgespeeld.
• “TRACK” wordt weergegeven in de tracktekstlijst als de disk geen tekst bevat.
1
Audio bijregelen
Druk op de encoder-draaiknop op het toestel.
Het display gaat naar het audioafstelscherm.
Weergavevoorbeeld voor audioafstelscherm
qq
Regel het volume van de voor- en achterluidsprekers bij door
[F] of [R] aan te raken.
ww
Regel het volume van de linker- en rechterluidsprekers bij door
[L] of [R] aan te raken.
ee
Kies de gewenste instelwaarde door [O] aan te raken en te verplaatsen.
rr
Raak [d] of [o] of [ON], [OFF] aan om uw voorkeur in te stellen.
• Raak [AUDIO MODE] aan op het SETUP-keuzescherm om het audioafstelscherm te veranderen.
• Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm.
Balans bijregelen
Raak
[L] of [R] aan om het geluidsvolume van de
linker- en rechterluidsprekers bij te regelen.
Instelbereik: L15 tot R15
Fader bijregelen
Raak
[F] of [R] aan om het volume van de voor- en
achterluidsprekers bij te regelen.
Instelbereik: F15 tot R15
Subwooferniveau bijregelen
Raak
[dd] of [oo] van SUBW. aan om het volume van
de subwoofer bij te regelen.
Instelbereik: 0 tot 15
• Het niveau kan worden bijgeregeld wanneer 0° of 180° is ingesteld in “In- en uitschakelen van de subwoofer” (pagina 43).
Navigatieniveau (NAV. LEVEL) bijregelen
Raak
[dd] of [oo] van NAV. aan om het volume van de
navigatieonderbreking bij te regelen.
Instelbereik: 0 tot 15
• Deze instelling is mogelijk wanneer NAV.MIX is ingeschakeld in “Navigatieonderbreking instellen” (pagina 35).
• De instelling navigatieonderbreking wordt niet weergegeven als een externe audioprocessor is aangesloten die niet compatibel is met NAV.MIX.
Page 28
Voor de werking van de optionele afstandsbediening kan de overeenkomstige sensor van het externe toestel (monitor, enz.) worden geschakeld volgens uw wensen.
Raak [FRONT], [REAR 1] of [REAR 2] aan.
De monitor die voorrang krijgt van de afstandsbediening verandert.
FRONT: De afstandsbedieningssensor van dit
toestel is van toepassing.
REAR1: De afstandsbedieningssensor van de
externe monitor die aangesloten is op AUX OUT van de tunerdoos van dit toestel of van de optionele expansiedoos (VPE-S431) is van toepassing, en de afstandsbediening kan alleen de bron bedienen die is geselecteerd voor de aansluitingen.
REAR2: De afstandsbedieningssensor van de
externe monitor die aangesloten is op AUX OUT van de optionele expansiedoos (VPE­S431) is van toepassing, en de afstandsbediening kan alleen de bron bedienen die is geselecteerd voor de aansluitingen.
• De sensor van de monitor voor achterin met aanraakscherm krijgt voorrang boven de sensor van de afstandsbediening als de monitor voor achterin (aangesloten op de Alpine monitor voor achterin met aanraakscherm via de monitorbesturingsdraad) wordt aangeraakt, ongeacht de instelling van de schakelaar van de afstandsbedieningssensor. De ingestelde afstandsbedieningssensor krijgt echter voorrang als het scherm 5 seconden lang niet is aangeraakt.
• Wanneer een optionele DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is en de afstandsbedieningssensor ingesteld is op REAR1 of REAR2, werken sommige aanraaktoetsen ( [ e] STOP, enz.) niet. In dit geval stelt u de afstandsbedieningssensor in op FRONT.
De weergavemodi omschakelen
Raak [WIDE] aan op het visuele bronscherm terwijl het voertuig geparkeerd staat.
Door herhaaldelijk aanraken selecteert u achtereenvolgens de volgende weergavemodi:
In modus 1 (Breed) geeft de monitor een normaal beeld breder weer door het gelijkmatig horizontaal uit te rekken om in een breedbeeldmonitor te passen.
In modus 2 (Cinema) geeft de monitor een normaal beeld weer door het horizontaal en verticaal uit te rekken. Deze modus is goed om een cinemabeeld weer te geven in de beeldverhouding 16 : 9.
4
26-NL
MODE1
Modus interne MP3/WMA-speler/externe MP3­compatibele DVD-speler/wisselaar
1 Het mappenlijstscherm verschijnt.
Selecteer de gewenste map en raak vervolgens
[]
aan. (
[]verschijnt alleen als een bestand aanwezig is in de geselecteerde map.) Het bestandslijstscherm verschijnt.
Raak [o] aan om de map direct af te spelen.
2Raak [o] van de gewenste bestandsnaam aan.
Het geselecteerde bestand wordt afgespeeld.
Functie voor entertainment achterin
De functie voor entertainment achterin speelt bronnen onafhankelijk vooraan en achteraan in de auto af. Voorbeeld: als u vooraan naar de radio of een andere audiobron luistert, kan men achterin met de optionele monitor voor achterin en een hoofdtelefoon naar een DVD kijken.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [REAR SELECT] aan.
Het scherm voor de achterselectie verschijnt.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als MONITOR OUT 1 of 2 uitgeschakeld is in de SYSTEEMINSTELLING.
Raak de gewenste bron aan, bijvoorbeeld een visuele bron (hulpingang, ingebouwde DVD), om deze te selecteren.
REAR.1: Externe monitor die aangesloten is op AUX
OUT van de tunerdoos op dit toestel. (Als de optionele expansiedoos (VPE-S431) niet aangesloten is), of een externe monitor aangesloten is op AUX OUT1 van de optionele expansiedoos (VPE-S431).
REAR.2*: Externe monitor die aangesloten is op AUX
OUT 2 van de optionele expansiedoos (VPE-S431)
* REAR.2 wordt niet weergegeven als alleen een externe
monitor aangesloten is. Het instelscherm voor REAR.2 wordt weergegeven als de externe monitor aangesloten is op de optionele expansiedoos (VPE-S431).
• Raak
[OFF] aan om de functie voor entertainment
achterin te annuleren.
• Als “AUX-modus instellen” (pagina 35) uitgeschakeld is, kan de hulpbron niet worden weergegeven.
3
2
1
Functie van de sensor van de afstandsbediening omschakelen
MODE 1
→→→
(WIDE) (CINEMA) (NORMAL) (WIDE)
MODE 1MODE 2 MODE 3
MODE2
Page 29
27-NL
• Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
• Als u tijdens de black-outmodus op een willekeurige toets op het toestel drukt, wordt de toestand van de functie gedurende 5 seconden weergegeven, waarna het scherm weer zwart wordt.
VISUALIZER instellen
Deze instelling is beschikbaar wanneer de expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Raak [VISUAL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [VISUALIZER] aan.
Het instelscherm van de Visualizer wordt weergegeven. Als u geen toets aanraakt binnen 5 seconden, verdwijnen de bedieningsdisplaytoetsen, [CONTROL] enz.
Raak het scherm (alleen het visuele scherm) aan nadat het bedieningsdisplay is verdwenen.
De VISUALIZER-instelmodus wordt weergegeven.
Schakel in of uit door [ON] of [OFF] van VISUALIZER aan te raken binnen 5 seconden.
MODE1 tot MODE6 / OFF: Roept de instelmodus van de fabrikant op
de expansiedoos (VPE-S431) op.
SCAN: Geeft het patroon van MODE1 tot MODE6
herhaaldelijk weer.
Visualizer-functie annuleren:
Raak [NORMAL] aan op het VISUAL-keuzescherm.
• Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
• Deze instelling is beschikbaar wanneer OFF is geselecteerd voor “Visual Effect instellen” (pagina 27) en ON voor “VISUALIZER­modusweergave instellen” (pagina 35).
Visual Effect instellen
Deze instelling is beschikbaar wanneer de expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Raak [VISUAL] aan op het visuele
hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [VISUALIZER] aan.
Het instelscherm van de Visualizer wordt weergegeven. Als u geen toets aanraakt binnen 5 seconden, verdwijnen de bedieningsdisplaytoetsen, [CONTROL] enz.
Raak het scherm (alleen het visuele scherm) aan nadat het bedieningsdisplay is verdwenen.
Het VISUALIZER-instelscherm verschijnt.
3
2
1
4
3
2
1
In modus 3 (Normaal) geeft de monitor een normaal beeld weer in het midden van het scherm met aan beide zijden een verticale zwarte balk.
Alleen visuele bron schakelen (simultaan-functie)
U kunt het videogedeelte van een andere bron bekijken terwijl u de huidige bron beluistert.
Raak [VISUAL] aan op het audiobronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak de gewenste visuele bron aan.
De visuele bron wordt omgeschakeld naar de geselecteerde bron.
Raak het visuele scherm aan om de hoofdbediening op te roepen.
Raak
[CONTROL] aan.
Raak [VISUAL] aan binnen 5 seconden.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [NORMAL] aan.
De simultaan-functie wordt geannuleerd.
• Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
• Als een DVD-speler aangesloten is, kunt u het DVD-beeld/-geluid ontvangen. DVD-speler (DVA-5205P) of DVD-wisselaar (DHA-S680P) is aangesloten: Houd V.OUT op de meegeleverde afstandsbediening van de DVD­speler of DVD-wisselaar minstens 2 seconden ingedrukt. Het beeld en het geluid van de DVD worden weergegeven. De DVA-5210 is aangesloten: Houd V.OUT op de afstandsbediening (meegeleverd met de DVA-
5210) ingedrukt om het beeld en het geluid van de DVD weer te geven.
• De simultaan-functie kan niet worden gebruikt als de audiobron zich in de navigatiemodus bevindt. Wanneer NAV. is ingesteld in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36), kan alleen het navigatiescherm worden opgeroepen.
Black-outmodus in- en uitschakelen
Als de black-outmodus ingeschakeld is, schakelt het monitordisplay uit om energie te sparen. Deze extra energie verbetert de geluidskwaliteit.
Raak [VISUAL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [OFF] aan.
Het van achteren verlichte displaygedeelte gaat uit.
Raak [OFF] nogmaals aan om de
achtergrondverlichting van het display te annuleren.
3
2
1
4
3
2
1
2
1
MODE4
Simultaan-functie annuleren
Page 30
28-NL
Monitorinstelling
Monitorinstelling uitvoeren
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [MONITOR] aan.
Het MONITOR-scherm verschijnt.
Raak [d] of [o] van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
SLIDE / MONITOR O/C (OPEN/CLOSE)
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
De monitor kan in 2 standen worden gezet.
Instelitem: SLIDE Instelmogelijkheid: BACK / FRONT: : BACK / FRONT
BACK: Het display wordt naar achteren geschoven. FRONT: Het display wordt naar voren geschoven.
• Als de monitor met geweld wordt ingeduwd of uitgetrokken, zult u de hoek of de stand van de monitor mogelijk niet kunnen instellen. Druk in dit geval op OPEN/CLOSE om de monitor te sluiten en weer te openen.
IInstelitem: MONITOR O/C (OPEN / CLOSE) Instelmogelijkheid: MANUAL / FULL / CLOSE
MANUAL: Het monitordisplay wordt handmatig geopend
of gesloten door op OPEN/CLOSE te drukken.
FULL: Het monitordisplay opent of sluit automatisch
als de contactsleutel naar de stand “ACC” of “ON/OFF” wordt gedraaid.
CLOSE: Het monitordisplay sluit automatisch als de
contactsleutel naar OFF wordt gedraaid.
4
3
2
1
In stappen 1 tot 4 hierna worden de algemene procedures voor het uitvoeren van de MONITOR-instelling beschreven. Voor meer informatie over de instelitems, zie de afzonderlijke beschrijvingen van de items.
Selecteer “ON” door [d] of [o] van V.EFFECT aan te raken binnen 5 seconden.
ON: Schakelt de functie voor betere visuele
effecten in wanneer het toestel is aangesloten op twee of meer externe monitors.
Stel OFF in om de functie te annuleren.
• Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
• V.EFFECT wordt niet weergegeven als de audiohoofdbron is geselecteerd.
• Als het visuele effect is ingeschakeld, kan de bron van de monitor voor achterin niet worden veranderd vanaf het toestel.
• Deze instelling kan niet worden uitgevoerd tijdens het rijden.
4
Keuze van de monitorstand
Instelling voor het automatisch openen/sluiten van de monitor
Page 31
29-NL
Instelling
qq
Het invoerscherm met het numerieke toetsenbord wordt gesloten als het gebied wordt aangeraakt terwijl het wordt weergegeven.
ww
Invoerscherm met numeriek toetsenbord
Gebruik het numerieke toetsenbord om de afspeeltaal te veranderen, om een wachtwoord voor de oudercontrole in te stellen, enz.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u de instellingen van de DVD-modus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de data automatisch wegschrijft), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. Als u dit wel doet, worden de instellingen mogelijk niet gewijzigd.
Taalinstelling wijzigen
U kunt de taal voor de audio, voor de ondertiteling en voor de menu’s instellen volgens uw wensen. Daarna wordt dit de standaardtaal. Deze functie is interessant als u altijd in het Engels wenst te luisteren. (Bij sommige disks werkt de taalinstelling niet. Als dit niet mogelijk is, is de standaardtaal in de fabriek ingesteld.)
• Als de instellingen worden gewijzigd, worden de oude instellingen overschreven. Noteer de huidige instellingen voor u wijzigingen aanbrengt. Wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, wordt het geheugen gewist.
• Als u de taal van de huidige disk tijdelijk wenst te wijzigen, kan u dit doen in het DVD-menu of met de procedure in het hoofdstuk “Veranderen van audiospoor” (pagina 24).
• Als de disk de geselecteerde taal niet ondersteunt, wordt de standaardtaal van de disk ingesteld.
Kies de taal voor de menu’s (titelmenu, enz.).
Instelitem: MENU LANGUAGE Instelmogelijkheden: AUTO / ENGLISH / GERMAN / FRENCH / JAPANESE
• Als “AUTO” wordt geselecteerd, wordt de primaire menutaal van de opgenomen talen weergegeven.
U kunt de door de luidsprekers weergegeven audiotaal instellen.
Instelitem: AUDIO LANGUAGE Instelmogelijkheden: AUTO / ENGLISH / GERMAN / FRENCH / JAPANESE
• Als “AUTO” wordt geselecteerd, wordt de primaire audiotaal van de opgenomen talen weergegeven.
5
DVD-instelling uitvoeren
De DVD-instelling kan worden uitgevoerd nadat de disk is verwijderd uit het toestel of wanneer het afspelen van de disk is gestopt.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [OTHER SETUP] aan.
Het OTHER SETUP-scherm verschijnt.
Raak [ ] van DVD SETUP aan.
Het DVD-instelscherm verschijnt.
Raak [d] of [o], enz. van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
MENU LANGUAGE / AUDIO LANGUAGE / SUBT. LANGUAGE/ COUNTRY CODE / PARENTAL / DIGITAL OUT MODE /OPTICAL OUT / TV SCREEN
Weergavevoorbeeld voor DVD-instelscherm
qq
Raak [d] of [o] aan om de gewenste taal in te stellen.
ww
Raak [CODE] aan om het invoerscherm met numeriek toetsenbord weer te geven.
ee
Raak [f] of [p] aan om per paragraaf door een lijst van instelitems te bladeren.
rr
Raak aan en schuif omhoog of omlaag om achterwaarts of voorwaarts door de lijst te bladeren.
4
3
2
1
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de instelling van de DVD. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
De handrem moet opgetrokken zijn om het DVD­modusscherm te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
DVD-instelling
Instelling van de menutaal
Instelling van de audiotaal
Page 32
30-NL
U kunt de taal voor de ondertiteling instellen.
Instelitem: SUBT. LANGUAGE Instelmogelijkheden: AUTO / ENGLISH / GERMAN / FRENCH / JAPANESE
• Als “AUTO” wordt geselecteerd, wordt de primaire ondertitelingstaal van de opgenomen talen weergegeven.
Een andere dan de weergegeven talen gebruiken
1 Raak [CODE] aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
2 Raak de 4 cijfers van het taalnummer aan.
Voor de taalnummers verwijzen we naar “Lijst van taalcodes” (pagina 61).
3 Raak
[ENT] aan om het nummer op te slaan in het
geheugen.
Stel het landnummer in waarvan u het classificatieniveau wenst in te stellen (oudercontrole).
Instelitem: COUNTRY CODE Instelmogelijkheid: CODE
• Als de instellingen worden gewijzigd, worden de oude instellingen overschreven. Noteer de huidige instellingen voor u wijzigingen aanbrengt. De instellingen worden niet gewist, ook niet als de accu van het voertuig wordt losgekoppeld.
1 Raak [CODE] aan. 2 Raak
[ALL DEL] of [BS] aan.
Wis het weergegeven landnummer.
3 Raak de landcode van 4 cijfers aan.
Voor het landnummer verwijzen we naar “Lijst van landcodes” (pagina’s 62, 63).
4 Raak
[ENT] aan om de code op te slaan in het
geheugen.
Gebruik deze functie om te voorkomen dat kinderen films kunnen bekijken die niet voor hun leeftijd bedoeld zijn.
Instelitem: PARENTAL Instelmogelijkheid: INPUT
• Als de instellingen worden gewijzigd, worden de oude instellingen overschreven. Noteer de huidige instellingen voor u wijzigingen aanbrengt. Wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, wordt het geheugen gewist.
• Op DVD’s zonder classificatie wordt het afspelen niet beperkt, zelfs als een classificatieniveau is ingesteld.
• Als u DVD-software wenst af te spelen met de oudercontrolefunctie en het gebruik ervan momenteel beperkt is, moet u het classificatieniveau en het landnummer wijzigen om de DVD te kunnen afspelen.
• Wanneer het classificatieniveau ingesteld is, blijft het in het geheugen bewaard tot het niveau wordt gewijzigd. Om disks met hogere classificatieniveaus af te spelen of om de oudercontrole te annuleren, moet de instelling worden gewijzigd.
• Niet alle DVD’s beschikken over een oudercontrolefunctie. Als u niet zeker bent van een DVD, kunt u hem eerst afspelen om dit na te gaan. Laat DVD’s niet rondslingeren als u vindt dat ze niet geschikt zijn voor kinderen.
1 Raak [INPUT] aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
2 Voer een wachtwoord van 4 cijfers in met het
numerieke toetsenbord. Het uitgangsgetal is 1111. Het ingevoerde getal wordt weergegeven als “*”.
3 Raak
[ENT] aan om het nummer op te slaan in het geheugen. Het PARENTAL-scherm verschijnt.
Classificatieniveau voor oudercontrole instellen
4 Raak [ON] van PARENTAL aan om deze functie in te
schakelen.
5 Raak
[d] of [o] van PARENTAL LEVEL aan om het
classificatieniveau te selecteren (1 tot 8). Selecteer “OFF” om de oudercontrole te annuleren of als u geen classificatieniveau wenst in te stellen. Hoe kleiner de waarde, hoe hoger het classificatieniveau.
6 Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Wachtwoord wijzigen
4 Raak [INPUT] van PASSWORD CHANGE aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
5 Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
• Bewaar het getal op een veilige plaats, voor het geval u het wachtwoord vergeet.
6 Raak [ENT] aan om het nummer op te slaan in het
geheugen.
7 Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Met volgende procedure wordt het digitale audiosignaal ingesteld dat door de IVA-D310R/IVA-D310RB wordt geproduceerd.
Instelitem: DIGITAL OUT MODE Instelmogelijkheden: AUTO / LPCM
AUTO: De digitale uitgang wordt automatisch
geschakeld in functie van het soort audiosignalen dat wordt afgespeeld. Selecteer “AUTO” als u een digitale audioprocessor wenst aan te sluiten en Dolby Digital-audio wenst weer te geven. “AUTO” is de fabrieksinstelling.
LPCM: De audiosignalen die op de disk zijn
opgenomen, worden omgevormd naar 48 kHz/16-bit (voor DVD’s) of 44,1 kHz (voor video-CD’s en CD’s) lineaire PCM­audiosignalen.
Instelling van de ondertitelingtaal
Landinstelling wijzigen
Classificatieniveau instellen (oudercontrole)
Classificatieniveau tijdelijk wijzigen
Voor sommige disks moet u het classificatieniveau dat in de standaardinstellingen gedefinieerd is tijdens het afspelen wijzigen. In dit geval verschijnt het bericht “PARENTAL LEVEL CHANGE OK? [YES] / [NO]” op het monitordisplay.
In dit geval wijzigt u het niveau als volgt:
Om het classificatieniveau te wijzigen en af te spelen, raakt u
[YES] aan.
Wanneer [YES] wordt aangeraakt, verschijnt het invoerscherm met numeriek toetsenbord. Voer het wachtwoord van 4 cijfers in dat u hebt ingesteld bij “Classificatieniveau instellen (oudercontrole)” en raak vervolgens [ENT] aan.
• Om af te spelen zonder het classificatieniveau te wijzigen, raakt u [NO] aan.
(Wanneer u [NO] aanraakt, wordt afgespeeld met het classificatieniveau dat is ingesteld in “Classificatieniveau instellen (oudercontrole).”)
Instelling digitale uitgang wijzigen
Page 33
31-NL
Audio-uitgang/optische digitale audio-uitgang
Disk
Audio-opnameformaat
Instelling digitale uitgang
Optische digitale audio-uitgang (als een digitale audioprocessor aangesloten is)
Analoge audio-uitgang
(Ai-NET, RCA-aansluiting)
DVD
Dolby Digital
Lineair PCM
DTS
MPEG2
48 kHz/16-bit
48 kHz/20-bit
48 kHz/24-bit
96 kHz/16-bit
96 kHz/20-bit
96 kHz/24-bit
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
of
LPCM
AUTO
of
LPCM
AUTO
of
LPCM
AUTO
of
LPCM
AUTO
of
LPCM
AUTO
of
LPCM
AUTO of LPCM
DTS Elementary Stream
LPCM Encode 2-kanaals downmix (44,1 kHz of 48
kHz/16-bit)
Dolby Digital
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (44,1 kHz of
48 kHz/16-bit)
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Video-CD
CD
MP3
WMA
MPEG1
Lineair PCM
MPEG Audio
Layer3
bitsnelheid:
32 kbps~320
kbps
Windows
Media™
Audio
bitsnelheid:
32 kbps~320
kbps
DTS
32 kHz/16-bit
44,1 kHz/16-bit
48 kHz/16-bit
32 kHz/16-bit
44,1 kHz/16-bit
48 kHz/16-bit
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO
LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
LPCM (44,1 kHz)
LPCM (44,1 kHz)
DTS Elementary Stream
LPCM Encode
2-kanaals down mix
(44,1 kHz of 48 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(32 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(44,1 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(48 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(32 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(44,1 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(48 kHz/16-bit)
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Page 34
32-NL
Deze functie is van toepassing op Dolby Digital- en DTS stream­geluid.
Instelitem: DOWNMIX MODE Instelmogelijkheden: SURROUND/STEREO
SURROUND: Surround-compatibele downmix STEREO: Stereo-downmix
Gebruik volgende procedure om de instelling van het uitvoerscherm te wijzigen overeenkomstig het type tv-monitor (monitor voor achterin) dat wordt gebruikt. Deze instelling kan ook worden toegepast voor de IVA-D310R/IVA­D310RB. Als de monitor voor achterin niet is aangesloten, is de scherminstelling 16:9.
Instelitem: TV SCREEN Instelmogelijkheden: 4:3 LB / 4:3 PS / 16:9
• Met sommige disks wordt het beeld niet weergegeven overeenkomstig de geselecteerde schermgrootte. (Voor meer informatie verwijzen we naar de hoes van de disk.)
4:3 LETTER BOX:
Selecteer deze mogelijkheid als u een klassieke 4:3­monitor (normale tv-beeldverhouding) hebt. Er kunnen onderaan en bovenaan het scherm zwarte strepen zichtbaar zijn (als een film in 16:9-formaat wordt afgespeeld). De breedte van deze strepen is afhankelijk van de originele beeldverhouding van de film.
4:3 PAN-SCAN:
Selecteer deze mogelijkheid als een klassieke 4:3­monitor aangesloten is. Het beeld vult het volledige tv-scherm. Omdat de beeldverhouding echter niet overeenkomt, zijn bepaalde delen van de film uiterst links en rechts niet zichtbaar (als een film in het formaat 16:9 wordt afgespeeld).
16:9 WIDE:
Selecteer deze mogelijkheid als een breedbeeld-tv aangesloten is. Dit is de fabrieksinstelling.
ALGEMENE instelling
Algemene instelling uitvoeren
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [OTHER SETUP] aan.
Het OTHER SETUP-scherm verschijnt.
Raak [ ] van GENERAL SETUP aan.
Het GENERAL-instelscherm verschijnt.
Raak [OFF], [ON] of [d], [o], enz. van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
CLOCK / CLOCK ADJUST / DAYLIGHT SAVING TIME / DEMONSTRATION / BEEP / AUTO SCROLL / RDS CLOCK DISP / FM LEVEL / FM CONDITION / PI SEEK / RDS REGIONAL / PTY LANGUAGE / PLAY MODE / LED DIMMER LEVEL
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u de instellingen van de algemene modus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de data automatisch wegschrijft), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. Als u dit wel doet, worden de instellingen mogelijk niet gewijzigd.
De klokaanduiding op het monitordisplay kan in- of uitgeschakeld worden.
Instelitem: CLOCK Instelmogelijkheid: OFF/ON
Instelitem: CLOCK ADJUST Overige instelitems: HOUR / MINUTE / TIME ADJUST Instelmogelijkheid: 0-23 / 0-59 / RESET
HOUR: Het uur instellen. MINUTE: De minuten instellen. RESET: Als de klok minder dan 30 minuten na het uur
aangeeft, wordt de minuutinstelling “: 00”; als dit meer dan 30 is, wordt het uur vooruitgezet.
• De tijdinstelmodus wordt geannuleerd wanneer de spanning wordt uitgeschakeld en wanneer [RETURN] of [CONTROL] wordt aangeraakt.
• Als deze instelling wordt uitgevoerd, wordt ze ook toegepast voor de klokaanduiding op het subdisplay.
5
4
3
2
1
De handrem moet opgetrokken zijn om het DVD­modusscherm te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de algemene instelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
Downmix-modus instellen
Instelling tv-scherm wijzigen
Tijd weergeven
Tijd instellen
Page 35
33-NL
Instelitem: DAYLIGHT SAVING TIME Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Schakelt de zomertijd in. De tijd gaat met één
uur vooruit.
OFF:Keert terug naar de gewone tijd.
Dit toestel is uitgerust met een demonstratiefunctie, die de basisbediening van de aangesloten bronnen toont op het monitordisplay.
Instelitem: DEMONSTRATION Instelmogelijkheid: OFF/ON
ON: Schakelt de demonstratiemodus in om de
basisbediening te tonen.
OFF: Schakelt de demonstratiemodus uit.
• De demonstratie wordt automatisch herhaald totdat de functie wordt uitgeschakeld.
Instelitem: BEEP Instelmogelijkheid: OFF/ON
ON: Activeert de pieptoon. OFF: Deactiveert de pieptoon. Er wordt geen pieptoon
weergegeven als een toets van het toestel wordt ingedrukt.
• Er weerklinkt altijd een pieptoon wanneer de monitor wordt geopend of gesloten, ongeacht deze instelling.
Scrollweergave is mogelijk als CD-tekst, een mapnaam, een bestandsnaam of taginformatie is ingevoerd.
Instelitem: AUTO SCROLL Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Schakelt de AUTOMATISCHE scrollfunctie in. De
scrollweergave wordt herhaald zolang de functie is ingeschakeld.
OFF: Schakelt de AUTOMATISCHE scrollfunctie uit.
De scrollweergave wordt eenmaal ingeschakeld bij het veranderen van de track.
• De scrollweergave van het liedje en de naam van de artiest en het album wordt ingeschakeld wanneer een iPod is aangesloten.
Als ON wordt geselecteerd, wordt de klok automatisch ingesteld op basis van tijdgegevens afkomstig van de RDS-uitzending.
Instelitem: RDS CLOCK DISP Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Stelt de klok automatisch in op basis van de
tijdgegevens. In dit geval kan de klok niet handmatig worden ingesteld. Om de klok handmatig in te stellen, kiest u OFF.
Als het verschil in volume tussen de CD en FM-radio te groot is, regelt u het FM-signaalniveau als volgt bij.
Instelitem: FM LEVEL Instelmogelijkheid: LOW / HIGH
Zomertijd instellen
Demonstratiefunctie
Pieptoonfunctie
Instelling van het scrollen
RDS-tijd weergeven
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
De IVA-D310R/IVA-D310RB is uitgerust met de functie MAX TUNE Pro, die garant staat voor de hoogste audiokwaliteit. U kunt bovendien kiezen uit 3 instellingen overeenkomstig uw persoonlijke voorkeuren en wensen.
Instelitem: FM CONDITION Instelmogelijkheid: NORMAL / HI-FI / STABLE
NORMAL: Standaardinstelling HI-FI: Geluidskwaliteit prioritair STABLE: Ruisvrij prioritair
Instelitem: PI SEEK Instelmogelijkheid: OFF / AUTO
Als u OFF selecteert, blijft het toestel automatisch de verwante lokale RDS-zender ontvangen.:
Instelitem: RDS REGIONAL Instelmogelijkheid: OFF/ON
U kunt een van de patronen voor de weergavetalen selecteren.
Instelitem: PTY LANGUAGE Instelmogelijkheid: GB / NL / F / D / I / E
Als disks worden gebruikt met zowel audiogegevens als MP3/WMA­gegevens.
Instelitem: PLAY MODE Instelmogelijkheid: CD / MP3
CD: Speelt alleen de audiogegevens af van disks die
zowel audiogegevens als MP3/WMA-gegevens bevatten.
MP3: Geeft alleen de MP3/WMA-bestanden weer van
disks met zowel audiogegevens als MP3/WMA­bestanden.
• Verwijder de disk uit het toestel vóór de instelling.
• Deze instelling kan niet worden toegepast als u een MP3­compatibele CD-wisselaar gebruikt.
U kunt de helderheid van de toetsverlichting’s nachts bijregelen met de dimmer.
Instelitem: LED DIMMER LEVEL Instelmogelijkheden: -2 tot +2
• De instelling is beschikbaar wanneer ON of AUTO is ingesteld in “De helderheid van de achtergrondverlichting instellen” (pagina
36).
Geluidskwaliteit van de tuner instellen
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Weergavetaal van programmatype (PTY) omschakelen
MP3/WMA-bestanden afspelen
De helderheid van de toetsverlichting’s nachts bijregelen
Page 36
34-NL
SYSTEEM-instelling
Systeeminstelling uitvoeren
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [OTHER SETUP] aan.
Het OTHER SETUP-scherm verschijnt.
Raak [ ] van SYSTEM SETUP aan.
Het SYSTEM-instelscherm verschijnt.
Raak [d], [o] of [OFF], [ON], enz. van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
IN INT. MUTE / IN INT. ICON / NAV. IN / NAV. MIX / VISUALIZER*/ AUX IN-1 / AUX IN-2* / AUX IN-3* / MONITOR OUT-1 /MONITOR OUT-2* / CAMERA IN / VISUAL KEY /ILLUMINATION COLOR (IVA-D310R only) / A. PROC TYPE /OPTICAL OUT
* Weergegeven wanneer de expansiedoos VPE-S431
aangesloten is.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u de instellingen van de systeemmodus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de data automatisch wegschrijft), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. Als u dit wel doet, worden de instellingen mogelijk niet gewijzigd.
5
4
3
2
1
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm systeemmodus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de systeeminstelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
Als een Alpine Ai-NET onderbrekingsdoos (NVE-K200) aangesloten is op de IVA-D310R/IVA-D310RB, kan een hulpbron de huidige audiobron onderbreken. Voorbeeld: u kunt de vocale begeleiding van uw navigatiesysteem beluisteren, zelfs als u een CD of DVD beluistert. De CD-/DVD-speler wordt tijdens de vocale begeleiding automatisch stilgeschakeld. Voor meer details verwijzen we naar de handleiding van de NVE-K200.
Instelitems: IN INT. MUTE Instelmogelijkheid: OFF/ON
OFF: Het volumeniveau kan worden geregeld in de
onderbrekingsmodus.
ON: Er wordt geen geluid weergegeven. Het symbool
dat is ingesteld in “Weergave van onderbrekingssymbool instellen” wordt weergegeven.
• Het aangesloten hulptoestel moet over een onderbrekingsdraad met een negatieve schakelaar beschikken om deze functie automatisch te gebruiken. In het andere geval moet een afzonderlijke schakelaar worden voorzien om de functie handmatig te schakelen.
Het toestel kan het symbool van een extern apparaat, zoals een telefoontoestel, weergeven, zodat u kunt zien of er een telefoonoproep binnenkomt.
Instelitems: IN INT. ICON Instelmogelijkheid: INT / TEL
INT: Het symbool INT verschijnt op het display. TEL: Wanneer het externe apparaat (telefoon) het
onderbrekingssignaal verzendt, verschijnt het telefoonsymbool op het display.
Wanneer u optionele navigatieapparatuur aansluit, dient u deze in te schakelen.
Instelitem: NAV. IN Instelmogelijkheden: OFF/ON
ON: Navigatiebron wordt weergegeven. OFF: Navigatiebron wordt niet weergegeven. De
instellingen voor de navigatie kunnen niet worden gewijzigd op dit toestel.
.
Onderbrekingsmodus externe toestellen instellen
Weergave van onderbrekingssymbool instellen
Navigatiemodus instellen
Page 37
35-NL
Als een Alpine-navigatiesysteem aangesloten is op de IVA­D310R/IVAD310RB, wordt de vocale begeleiding van het navigatiesysteem gemengd met de radio, CD-weergave enz.
Instelitem: NAV.MIX Instelmogelijkheid: OFF/ON
OFF: De navigatieonderbreking is uitgeschakeld. ON: De navigatieonderbreking is ingeschakeld.
Om het volumeniveau van de navigatieonderbreking bij te regelen, kunt u de instelling NAV. LEVEL uitvoeren in “Audio bijregelen” op pagina 25 nadat deze is ingeschakeld.
• Het audiovolume tijdens de navigatiebegeleiding kan worden ingesteld door het audiovolume te regelen terwijl de navigatiebegeleiding bezig is. Wanneer de navigatiebegeleiding ten einde is, worden het vorige audiovolume en het vorige scherm hersteld. Maar als de navigatie tussenkomt terwijl het audiovolume lager is dan het ingestelde niveau, wordt het audiovolume tijdens de navigatiebegeleiding ingesteld op het huidige luistervolume. (Wanneer de navigatiebegeleiding tussenkomt, neemt het audiovolume niet toe.)
• De instelling is van toepassing als het lijstscherm NAV. IN of SYSTEM is ingeschakeld.
• Als PXA-H510 of PXA-H900 aangesloten is, heeft de NAV.MIX waarde die in dit toestel ingesteld is, geen invloed op de PXA­H510 of PXA-H900.
Selecteer deze weergave wanneer u de bronnamen van VISUALIZER weergeeft op het VISUAL-keuzescherm. Deze instelling is alleen mogelijk als de optionele expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Instelitem: VISUALIZER Instelmogelijkheden: OFF/ON
OFF: “VISUALIZER” en de bronnamen worden niet
weergegeven op het VISUAL-keuzescherm.
ON: “VISUALIZER” en de bronnamen worden
weergegeven op het VISUAL-keuzescherm.
• In- of uitschakelen is niet mogelijk als ON is ingesteld in “Visual Effect instellen” (pagina 27).
Instelitem: AUX IN-1, 2, 3 Instelmogelijkheid: OFF/ON
OFF: De AUX-bron wordt niet weergegeven. ON: De AUX-bron wordt weergegeven.
• OFF wordt niet weergegeven als de optionele DVD-speler of DVD-wisselaar aangesloten is.
• Wanneer OFF wordt geselecteerd, kunnen de AUX-instellingen niet worden gewijzigd vanaf dit toestel.
• AUX IN 2,3 wordt weergegeven als de externe expansiedoos (VPES431) aangesloten is.
Navigatieonderbreking instellen
VISUALIZER-modusweergave instellen
Het audioniveau van de externe ingang regelen
Het visuele ingangssignaal omschakelen
AUX-modus instellen
Als er meer dan één extern toestel aangesloten is, kunt u ze een naam geven (maximaal 3 toestellen). Na het inschakelen van de functie in “AUX-modus instellen” raakt u een van de toetsen [ ] van AUX IN 1 tot 3 aan om deze instelling uit te voeren.
Instelitems: NAME IInstelmogelijkheden: AUX / VCR / GAME-1,2 / TV / DVB-T / NAV. / EXT. DVD*
• De geselecteerde bronnaam wordt weergegeven in plaats van de AUX-bronnaam. Wanneer een bron wordt geselecteerd, verschijnt de functiegids van de AUX-modus.
• Alleen AUX IN -3 MODE kan “NAV.” worden genoemd. Wanneer de AUX-modus wordt geselecteerd, wordt “NAV.” weergegeven als bronnaam. Deze instelling wordt aanbevolen als u het navigatiescherm bekijkt op de monitor voor achterin. Zij is echter alleen beschikbaar als het Alpine-navigatiesysteem (behalve RGB-navigatie) aangesloten is.
• Alleen als een Alpine tv-tuner aangesloten is, kunt u de weergegeven functiegids op dit toestel gebruiken.
* “EXT.DVD” wordt weergegeven op het bronkeuzescherm wanneer
een DVD-speler aangesloten is, en “DVD-1-3” wordt weergegeven op het bronkeuzescherm wanneer de instelling NAME is ingesteld op “EXT.DVD” voor meer dan één AUX (beschikbaar wanneer een externe Ai-NET-compatibele DVD­speler aangesloten is).
Na het inschakelen van de functie in “AUX-modus instellen” raakt u een van de toetsen [ ] van AUX IN 1 tot 3 aan om deze instelling uit te voeren.
Instelitem: LEVEL Instelmogelijkheid: LOW / HIGH
LOW : Het audioniveau van de externe ingang wordt
verlaagd
HIGH: Het audioniveau van de externe ingang wordt
verhoogd
Na het inschakelen van de functie in “AUX-modus instellen” raakt u een van de toetsen [ ] van AUX IN 1 tot 3 aan om deze instelling uit te voeren.
Instelitem: SIGNAL Instelmogelijkheid: NTSC/PAL
• Het type video-ingang kan worden gewijzigd.
Zet deze functie op ON als u de achter-entertainmentfunctie wenst te gebruiken (pagina 26).
Instelitems: MONITOR OUT-1, 2 Instelmogelijkheden: OFF/ON
ON: Door de aangesloten externe monitor op ON te
zetten, kan de afstandsbediening worden gebruikt.
OFF: Als MONITOR OUT 1 of 2 op OFF staat, kan
slechts één monitor worden ingesteld met de achter-entertainmentfunctie. Als zowel MONITOR OUT 1 als 2 op OFF staan, kan REAR SELECT - dat wordt weergegeven op het SYSTEM-keuzescherm - niet worden gebruikt.
• In- of uitschakelen is niet mogelijk als ON is ingesteld in “Visual Effect instellen” (pagina 27).
• De instelling “MONITOR OUT-2” kan worden uitgevoerd als de optionele expansiedoos VPE-S431 aangesloten is.
Externe toestellen benoemen
Externe monitoruitgang instellen
Page 38
36-NL
Als de achtercamera aangesloten is, worden de achterbeelden weergegeven op het scherm.
Instelitem: CAMERA IN Instelmogelijkheden: OFF / NTSC/PAL
NTSC/PAL: Zelfs als de versnellingshendel niet in
achteruit (R) wordt gezet, worden de achterbeelden weergegeven door de bron CAMERA te selecteren.
OFF: De bron CAMERA wordt niet weergegeven
op het VISUAL-keuzescherm.
• Door in achteruit (R) te schakelen, worden de achterbeelden weergegeven. Deze functie werkt alleen als de achteruitdraad goed aangesloten is.
• Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
Instelitem: VISUAL KEY Instelmogelijkheid: VISUAL / NAV
NAV.: Er wordt direct omgeschakeld naar het
navigatiescherm wanneer
[VISUAL] wordt aangeraakt. (Alleen als een optioneel Alpine RGB-navigatiesysteem aangesloten is.)
VISUAL: Het VISUAL-keuzescherm wordt opgeroepen
wanneer
[VISUAL] wordt aangeraakt.
Instelitem: ILLUMINATION COLOR Instelmogelijkheid: GREEN / RED
GREEN: De verlichtingskleur is groen. RED: De verlichtingskleur is rood.
Ga na of “OPTICAL OUT” ingeschakeld is in “Digitale uitgang instellen” (pagina 36) voor u deze instelling schakelt.
Instelitem: A.PROC TYPE Instelmogelijkheden: PXA-H510 / OTHER
OTHER: Als u een audioprocessor via een optische
digitale kabel aansluit, behalve de PXA-H510. Verbind de optische digitale ingangsconnector met de connector voor de head-unit.
PXA-H510:Als de PXA-H510 wordt aangesloten.
Verbind de optische digitale ingangsconnector met de connector voor de DVD.
• Nadat het selecteren van de ingang is voltooid, moet u het contactslot op OFF en weer op ON zetten. De instelling van de optische digitale ingangsschakelaar is voltooid.
Als u een audioprocessor wenst aan te sluiten via de optische digitale uitgang, dient u de functie als volgt in te schakelen.
Instelitem: OPTICAL OUT Instelmogelijkheden: OFF/ON
Daarna zet u ACC één keer op OFF en daarna weer op ON. De
instelling van de digitale uitgang is geprogrammeerd.
Achtercamera instellen
De aanraaktoets VISUAL instellen
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen
Verlichtingskleur van de toetsen veranderen (alleen IVA-D310R)
Selectie van optische digitale ingang voor een externe audioprocessor
Digitale uitgang instellen
Scherminstelling uitvoeren
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [OTHER SETUP] aan.
Het OTHER SETUP-scherm verschijnt.
Raak []van DISPLAY SETUP aan.
Het DISPLAY-instelscherm verschijnt.
Raak [d], [o] of [OFF], [ON], enz. van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
IInstelitems:
DIMMER / DIMMER LOW LEVEL / BACKGROUND / AUTO BACKGROUND / FONT TYPE / BASE COLOR / PULSETOUCH / SCREEN ALIGNMENT
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u de instellingen van de displaymodus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de data automatisch wegschrijft), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. Als u dit wel doet, worden de instellingen mogelijk niet gewijzigd.
De achtergrondverlichting gebeurt met een fluorescentielamp die in het LCD-paneel is ingebouwd. De verlichtingsregeling past de helderheid van de achtergrondverlichting aan het omgevingslicht in de auto aan voor een optimaal zicht.
Instelitem: IDIMMER Instelmogelijkheid: OFF / ON / AUTO
OFF: Deactiveert de automatische dimmodus om de
achtergrondverlichting van het monitordisplay helder te houden.
ON: Houdt de achtergrondverlichting van het
monitordisplay donker.
AUTO: Regelt de helderheid van de
achtergrondverlichting automatisch overeenkomstig de lichtomstandigheden in de auto.
• Wanneer ON of AUTO wordt ingesteld, wordt de instelling ook toegepast voor de toetsverlichting in “De helderheid van de toetsverlichting’s nachts bijregelen” (pagina 33).
5
4
3
2
1
SCHERM instellen
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de displaymodus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de scherminstelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
Page 39
37-NL
U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting bijregelen (LOW). Deze functie is bijvoorbeeld nuttig om de helderheid van het scherm aan te passen wanneer u ’s nachts rijdt.
Instelitem: LOW LEVEL Instelmogelijkheid: -15 tot +15
U kunt het niveau instellen tussen MIN (-15) en MAX (+15). Als de minimum- of maximumwaarde bereikt wordt, geeft het display respectievelijk “MIN” of “MAX” weer.
U kunt kiezen tussen verschillende achtergronden.
Instelitem: BACKGROUND Instelmogelijkheid: MODE1 / MODE2
• Deze instelling kan worden uitgevoerd nadat de disk is verwijderd uit het toestel of wanneer het afspelen van de disk is gestopt.
• Achtergronden die zijn gedownload via “Gegevens van MIJN ACHTERGROND downloaden” (pagina 45) worden opgeroepen.
• Wanneer u een andere bron dan de ingebouwde disk selecteert op dit toestel, en de ingebouwde disk wordt geselecteerd op de monitor voor achterin die is aangesloten op het toestel, kunnen geen achtergronden worden weergegeven op het toestel.
• Wanneer een foutbericht wordt weergegeven (ERROR, HI-TEMP, enz.), kunnen achtergronden die zijn geselecteerd met deze instelling niet worden weergegeven op het toestel.
De achtergrond wijzigt automatisch telkens als het contactslot wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Instelitem: AUTO BACKGROUND Instelmogelijkheid: OFF/ON
ON: Schakelt de automatische scrollfunctie voor de
achtergrond in. De achtergrond wijzigt telkens als het contactslot wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld:
MODE1 ↔ MODE2
OFF: Schakelt de automatische scrollfunctie voor de
achtergrond uit.
• Achtergronden die zijn gedownload via “Gegevens van MIJN ACHTERGROND downloaden” (pagina 45) worden opgeroepen.
U kunt een lettertype kiezen voor de tekens (tekst, taginformatie, enz.) die verschijnen op het hoofddisplay.
Instelitem: FONT TYPE Instelmogelijkheid: FONT 1 / FONT 2
FONT1: Vette tekens. FONT2: Ronde tekens.
U kunt kiezen uit 5 verschillende weergavekleuren voor de lettertypeachtergrond (brontitel, snelmenu, enz.).
Instelitem: BASE COLOR Instelmogelijkheden: MODE 1 tot MODE 5
Minimumniveau van achtergrondverlichting instellen
Achtergronden schakelen
Automatische achtergronden instellen
Lettertype instellen
Weergavekleur van lettertypeachtergrond veranderen
U kunt de trilling van het aanraakscherm tijdens de bediening in- of uitschakelen.
Instelitem: PULSETOUCH Instelmogelijkheid: OFF/ON
OFF: De trilling wordt uitgeschakeld tijdens de
bediening.
ON: De trilling wordt ingeschakeld tijdens de
bediening.
Bijregelen is nodig wanneer de weergavepositie op het LCD en de aanraakpositie op het aanraakscherm niet meer met elkaar overeenkomen.
Instelitem: SCREEN ALIGNMENT Instelmogelijkheid: / RESET
1 Raak [ ] van SCREEN ALIGNMENT aan.
Het afstelscherm verschijnt.
2 Raak het merkteken in de linkerbenedenhoek
van het scherm nauwkeurig aan. Het scherm verandert in het afstelscherm.
3 Raak het merkteken in de rechterbovenhoek van
het scherm nauwkeurig aan. Het bijregelen is voltooid en het DISPLAY­instelscherm verschijnt opnieuw.
• Als u een andere plaats hebt aangeraakt dan het merkteken xx, raakt u [RESET] aan om terug te keren naar de begininstelling van het afstelscherm.
• Als u [RETURN] aanraakt op het afstelscherm, vindt geen afstelling plaats en verschijnt het DISPLAY-instelscherm opnieuw.
Trilling van aanraakscherm in- of uitschakelen
Aanraakscherm bijregelen
Page 40
38-NL
i-Personalize™
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Als OFF wordt geselecteerd, is het MX-effect van elke MX-modus uitgeschakeld.
• Voor elke muziekbron, zoals radio, CD en MP3, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• AUX wordt weergegeven als ON is geselecteerd in “AUX-modus instellen” (pagina 35).
• De MX-modus werkt niet voor MW-, LW-radio en de NAV-modus als MX ingeschakeld is.
• MX COMPRESS MEDIA wordt toegepast voor MP3/WMA, MMD, iPod.
• Als het toestel verbonden is met een audioprocessor met de MX-functie, zoals PXA-H700, enz., kan de MX-verwerking worden toegepast op de audioprocessor. In dit geval moet de audioprocessor worden afgeregeld. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de defeat-functie ingeschakeld is.
• De MX-instelfunctie wordt toegepast voor de pre-out-uitgang.
Bass Engine instellen
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak []van BASS ENGINE aan.
Het scherm verandert in het Bass Engine-instelscherm.
Raak [d], [o] of []van het gewenste Bass Engine-instelitem aan.
Instelmogelijkheden
BASS MAX EQ / P-EQ / BASS FOCUS / T.CORR (TIME CORRECTION) / X-OVER / SUBWOOFER
Raak [d], [o] of het bijgeregelde scherm van
hetgekozen instelitem aan en wijzig de instelling.
• Wanneer de instelling is voltooid, verdient het aanbeveling deze op te slaan in het geheugen.
Raak [RETURN] aan.
Het vorige scherm keert terug.
10 typische equalizerinstellingen zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd voor diverse soorten muziek.
Instelitem: BASS MAX EQ Instelmogelijkheden: FLAT / ROCK / POPS / JAZZ /
ELECTRIC / HIPHOP / EASY / COUNTRY / CLASSIC / NEWS / CUSTOM *
* Inhoud die wordt ingesteld in parametrische EQ.
6
5
4
3
2
1
6
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De radio, CD- en MP3­speler kunnen de muziek ook in een auto met veel rijgeluiden duidelijk weergeven.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het scherm verandert in het i-Personalize-scherm.
Raak [OFF] of [ON] van MEDIA XPANDER aan om MX in of uit te schakelen.
OFF: De MX-modus wordt geannuleerd voor alle
muziekbronnen.
ON: De geselecteerde MX-modus wordt
ingeschakeld.
Nadat u ON hebt ingesteld, raakt u []aan.
Het scherm verandert in het Media Xpander-instelscherm.
Raak [d] of [o] van de gewenste MX-modus aan.
Het niveau van de audiobron kan worden ingesteld.
MX CD (OFF, CD MX 1 tot 3)
Het grote volume ongecomprimeerde CD-gegevens wordt verwerkt om het geluid met meer helderheid weer te geven.
MX COMPRESS MEDIA (OFF, CMPM MX 1 tot 3)
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd weggelaten. Dit leidt tot een goed uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer goed benadert.
MX FM (OFF, FM MX 1 tot 3)
De midden- tot hoge frequenties worden helderder en u hoort een goed uitgebalanceerde klank in alle frequentiebanden.
MX DVD (OFF, MOVIE MX 1 tot 2)
Het dialooggedeelte van de video wordt veel duidelijker weergegeven.
(DVD MUSIC)
De disk bevat een grote hoeveelheid gegevens, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
MX AUX 1 tot 3 (OFF, CMPM MX, MOVIE MX, MUSIC MX)
Kies de MX-modus (CMPM, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten media.
5
4
3
2
1
Media Xpander-functie
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de i-Personalize-modus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
Bass Engine-functie
De volgende stappen 1 tot 6 gelden voor alle items van de instelling van de basmotor. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
Bass Max EQ-modus kiezen (instelling fabrikant)
Page 41
39-NL
Het niveau bijregelen
BB
Raak [f] of [p] aan en regel het gekozen bandniveau bij.
Niveau: -12 ~ +12
De band kiezen
CC
De band (BAND1 t/m BAND4) wijzigt telkens als [BAND]
wordt aangeraakt.
Het variabele bereik van de actieve balk en de
middenfrequentie worden verplaatst overeenkomstig de gekozen band.
BAND1 : LOW BAND2 : MID-LOW BAND3 : MID-HIGH BAND4 : HIGH
• Wanneer een punt buiten het bereik van een gekozen band wordt aangeraakt, wordt de actieve balk verplaatst naar een band waar de aangeraakte positie kan worden bijgeregeld.
De bandbreedte instellen
DD
De bandbreedte wijzigt telkens als [Q] wordt aangeraakt.
HIGH : 1.0 (bandbreedte-instelling voor HIGH is niet
beschikbaar.) MID-HIGH: 1.0, 2.0, 3.0 MID-LOW : 1.0, 1.5, 2.0 LOW : 1.0, 2.0, 3.0
Het niveau/de frequentie rechtstreeks bijregelen
Ga naar een gewenste positie door het actieve punt aan te raken en de instelling te wijzigen. Of verplaats het actieve punt naar de gewenste positie door het punt aan te raken waarnaar u het wilt verplaatsen.
• Als u de parametrische EQ instelt, wordt BASS MAX EQ ingesteld op “CUSTOM.”
3Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
De afgeregelde inhoud opslaan
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 3 hierboven.
4Raak [MEMORY] aan op het BASS ENGINE-scherm. 5 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het P.SET-nummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De afgeregelde en opgeslagen inhoud oproepen
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 3 hierboven.
4 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. De afgeregelde en opgeslagen inhoud wordt opgeroepen.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de defeat-functie ingeschakeld is.
De frequentiebanden van de grafische equalizer liggen vast. Daardoor is het zeer moeilijk om ongewenste pieken en dalen op specifieke frequenties te corrigeren. De middenfrequentie van de parametrische equalizer kan worden afgestemd op deze specifieke frequenties. Daarna worden de bandbreedte (Q) en het niveau onafhankelijk van elkaar fijn afgeregeld. De parametrische equalizer is een geavanceerde functie voor echte audiofielen.
Instelitem: P-EQ
1Raak []van P-EQ aan.
Het scherm verandert in het P-EQ-instelscherm.
2 Stel de gewenste band in.
Voorbeeld van P-EQ-instelscherm
qq
Geeft de momenteel gekozen band weer
ww
Geeft de middenfrequentie van de momenteel gekozen
band weer
ee
Geeft het momenteel gekozen bandniveau weer
rr
Geeft de bandbreedte (Q) van de momenteel gekozen
band weer
tt
Variabel bereik van de middenfrequentie van de
momenteel gekozen band
yy
Actief punt: geeft de positie van de middenfrequentie en
het niveau van de momenteel gekozen band weer
uu
Actieve balk: geeft het variabele bereik van het momenteel
gekozen bandniveau weer met een oranje balk
De frequentie bijregelen
AA
Raak [d] of [o] aan en regel de frequentie van de
gekozen band bij.
Middenfrequentie
HIGH :10kHz, 12,5kHz, 15kHz MID-HIGH :500Hz, 700Hz, 1kHz, 2kHz, 4kHz,
6kHz MID-LOW : 100Hz, 150Hz, 200Hz LOW :40Hz, 60Hz, 90Hz
Afregelen en opslaan/oproepen van parametrische EQ
Page 42
40-NL
In een auto kan de afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers sterk verschillend zijn wegens de specifieke omstandigheden in de auto. Dit verschil in afstand tussen de luidsprekers en de luisteraar veroorzaakt een verschuiving in het geluidsbeeld en de frequentiekarakteristieken. De reden hiervoor is het tijdsverschil dat optreedt tussen het ogenblik waarop het geluid het rechteroor en het linkeroor bereikt. Om dit te corrigeren, kan de IVA-D310R/IVA-D310RB het audiosignaal vertragen naar de luidsprekers die zich het dichtst bij de luisteraar bevinden. Dit creëert een indruk van grotere afstand ten opzichte van die luidsprekers. De luisteraar kan dus eigenlijk op een gelijke afstand tussen de linker- en de rechterluidsprekers worden geplaatst. De afregeling gebeurt voor elke luidspreker in stappen van 0,1 ms.
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Stoel links voor
Stel de tijdcorrectie van de luidspreker links voor in op een hoge waarde en de luidspreker rechts achter op nul of een lage waarde.
Tips * Subwoofer-luidspreker
U kunt de tijdcorrectiewaarde voor de subwoofer niet wijzigen, maar u kunt de schijnbare positie van de subwoofer naar voor instellen door de tijdcorrectiewaarde van de voor- en achterluidsprekers aan te passen. Voor meer details verwijzen we naar “Tips” op pagina 42.
Hier berekenen we de correctiewaarde voor de luidspreker links voor in bovenstaande situatie.
Situatie:
Verste luidspreker – luisterpositie: 2,25 m Luidspreker links voor - luisterpositie: 0,5 m Berekening: L = 2,25 m - 0,5 m = 1,75 m Tijdcorrectie = 1,75 ÷ 343** × 1000 = 5,1 (ms)
** Snelheid van het geluid: 343 m/s bij 20 °C
Het geluid is niet in evenwicht omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 m.
De tijdcorrectie elimineert de verschillen in de tijd die het geluid nodig heeft om de luisterpositie te bereiken. De tijd van de luidspreker links voor wordt met 5,1 ms gecorrigeerd, zodat het geluid van die luidspreker op hetzelfde ogenblik de luisterpositie bereikt als het geluid van de andere luidsprekers.
Met andere woorden: door voor de luidspreker links voor een tijdcorrectie van 5,1 ms in te stellen, lijkt het alsof de luidspreker links voor zich op dezelfde afstand bevindt als de verste luidspreker.
Over tijdcorrectie
Voorbeeld 2. Luisterpositie: Alle stoelen
Stel de correctiewaarde van elke luidspreker ongeveer gelijk in.
1 Ga in de luisterpositie zitten (de bestuurdersstoel, enz.)
en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
2 Bereken het verschil in afstand tussen de verste
luidspreker en de andere luidsprekers. L = (afstand tot verste luidspreker) - (afstand tot andere luidsprekers)
3 Deel de berekende afstanden voor de luidsprekers
door de snelheid van het geluid (343 m/s bij 20°C). Deze waarden vormen de tijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
Voor u volgende procedures uitvoert, verwijzen we naar “Over tijdcorrectie” (pagina 40).
Instelitem: T.CORR (TIJDCORRECTIE) Instelmogelijkheden: 0.0 - 9.9
1 Raak []van T.CORR. aan.
Het scherm verandert in het T-CORR.-instelscherm.
2 Raak [d] of [o] van de gewenste luidspreker aan om
de tijdcorrectiewaarde in te stellen (0,0 tot 9,9).
3 Herhaal stap 2 hierboven om een andere luidspreker in
te stellen.
4 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
• De inhoud die is ingesteld in “Tijdcorrectie” wordt toegepast voor de Bass Focus-modus.
• De tijdcorrectie-instelfunctie kan worden toegepast voor de pre­out-uitgang.
De afgeregelde inhoud opslaan
Het opslaan/oproepen van de tijdcorrectie gebeurt na stap 4 hierboven.
5 Raak [MEMORY] aan op het BASS ENGINE-scherm. 6 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het voorkeuzenummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De opgeslagen instelling voor de tijdcorrectie oproepen
Het opslaan/oproepen van de tijdcorrectie gebeurt na stap 4 hierboven.
5 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. De opgeslagen afgeregelde inhoud wordt opgeroepen.
Afregelen en opslaan/oproepen van tijdcorrectie
5,1 ms
0,5 m
2,25 m
Page 43
41-NL
Tabel met tijdverschillen
Het tijdverschil tussen de luidsprekers voor-achter/links-rechts kan tegelijk worden gecorrigeerd. Bij een oorspronkelijke vertraging van 0,1 ms voor elk van de 0 tot 99 stappen, is een auditieve tijdcorrectie mogelijk.
Instelitem: BASS FOCUS Instelmogelijkheden: 0-99
1Raak []van BASS FOCUS aan.
Het scherm verandert in het BASS FOCUS­instelscherm.
2 Stel het aantal stappen in voor voor en achter en rechts
en links door de toets [d] of [o] van de voor-, achter-, rechter- en linkerluidsprekers aan te raken.
3 Herhaal stap 2 hierboven om een ander kanaal
(luidspreker) in te stellen.
4Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
• Handmatige tijdcorrecties zijn ook van invloed op de correcties die voor bass focus werden uitgevoerd.
De afgeregelde inhoud opslaan
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 4 hierboven.
5Raak [MEMORY] aan op het BASS ENGINE-scherm. 6 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het P.SET-nummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De afgeregelde en opgeslagen inhoud oproepen
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 4 hierboven.
5 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. Roep de afgeregelde en opgeslagen inhoud op.
Afregelen en opslaan/oproepen van de Bass Focus
Aantal
stappen
Tijdverschil
(ms)
Afstand cm (inch)
Aantal
stappen
Tijdverschil
(ms)
Afstand cm (inch)
00,0 0,0 515,1 174,9 (68-7/8") 10,1 3,4 (1-3/8") 52 5,2 178,4 (70-1/4") 20,2 6,9 (2-3/4") 53 5,3 181,8 (71-9/16") 30,3 10,3 (4-1/16") 54 5,4 185,2 (72-7/8") 40,4 13,7 (5-3/8") 55 5,5 188,7 (74-1/4") 50,517,2 (6-13/16") 56 5,6 192,1 (75-5/8") 60,620,6 (8-1/8") 57 5,7 195,5 (77") 70,724,0 (9-7/16") 58 5,8 198,9 (78-5/16") 80,827,4 (10-13/16") 59 5,9 202,4 (79-11/16")
90,930,9 (12-3/16") 60 6,0 205,8 (81") 10 1,0 34,3 (13-1/2") 61 6,1 209,2 (82-3/8") 11 1,1 37,7 (14-13/16") 62 6,2 212,7 (83-3/4") 12 1,2 41,2 (16-1/4") 63 6,3 216,1 (85-1/16") 13 1,3 44,6 (17-9/16") 64 6,4 219,5 (86-3/8") 14 1,4 48,0 (18-7/8") 65 6,5 223,0 (87-3/4") 15 1,5 51,5 (20-1/4") 66 6,6 226,4 (89-1/8") 16 1,6 54,9 (21-5/8") 67 6,7 229,8 (90-1/2") 17 1,7 58,3 (22-15/16") 68 6,8 233,2 (91-13/16") 18 1,8 61,7 (24-1/4") 69 6,9 236,7 (93-3/16") 19 1,9 65,2 (25-5/8") 70 7,0 240,1 (94-1/2") 20 2,0 68,6 (27") 71 7,1 243,5 (95-7/8") 21 2,1 72,0 (28-3/8") 72 7,2 247,0 (97-1/4") 22 2,2 75,5 (29-11/16") 73 7,3 250,4 (98-9/16") 23 2,3 78,9 (31-1/16") 74 7,4 253,8 (99-7/8") 24 2,4 82,3 (32-3/8") 75 7,5 257,3 (101-1/4") 25 2,5 85,8 (33-3/4") 76 7,6 260,7 (102-5/8") 26 2,6 89,2 (35-1/8") 77 7,7 264,1 (104") 27 2,7 92,6 (36-7/16") 78 7,8 267,5 (105-5/16") 28 2,8 96,0 (37-3/4") 79 7,9 271,0 (106-11/16") 29 2,9 99,5 (39-13/16") 80 8,0 274,4 (108-1/16") 30 3,0 102,9 (40-1/2") 81 8,1 277,8 (109-3/8") 31 3,1 106,3 (41-7/8") 82 8,2 281,3 (110-3/4") 32 3,2 109,8 (43-1/4") 83 8,3 284,7 (112-1/16") 33 3,3 113,2 (44-9/16") 84 8,4 288,1 (113-1/16") 34 3,4 116,6 (45-7/8") 85 8,5 291,6 (114-3/4") 35 3,5 120,1 (47-5/16") 86 8,6 295,0 (116-1/8") 36 3,6 123,5 (48-5/8") 87 8,7 298,4 (117-1/2") 37 3,7 126,9 (49-15/16") 88 8,8 301,8 (118-13/16") 38 3,8 130,3 (51-5/16") 89 8,9 305,3 (120-3/16") 39 3,9 133,8 (52-11/16") 90 9,0 308,7 (121-1/2") 40 4,0 137,2 (54") 91 9,1 312,1 (122-7/8") 41 4,1 140,6 (55-3/8") 92 9,2 315,6 (124-1/4") 42 4,2 144,1 (56-3/4") 93 9,3 319,0 (125-9/16") 43 4,3 147,5 (58-1/16") 94 9,4 322,4 (126-7/8") 44 4,4 150,9 (59-3/8") 95 9,5 325,9 (128-5/16") 45 4,5 154,4 (60-3/4") 96 9,6 329,3 (129-5/8") 46 4,6 157,8 (62-1/8") 97 9,7 332,7 (131") 47 4,7 161,2 (63-7/16") 98 9,8 336,1 (132-5/16") 48 4,8 164,6 (64-3/4") 99 9,9 339,6 (133-11/16") 49 4,9 168,1 (66-3/16") 50 5,0 171,5 (67-1/2")
Page 44
42-NL
Voorbeeld van instelling voor Bass Focus
1 Nadat de correcties voor de voorluidsprekers (links en
rechts) werden ingegeven in STAP 15, bedraagt het tijdverschil 1,5 ms voor de luidsprekers voor-links en voor-rechts.
2 Nadat de correcties voor de linkerluidsprekers (voor en
achter) werden ingegeven in STAP 15, wordt het tijdverschil 3,0 ms* voor de voorluidspreker links en 1,5 ms voor de achterluidspreker links.
**Omdat het tijdverschil voor de voorluidspreker links in STAP
1 reeds was ingesteld op 1,5 ms, maakt de bijkomende correctie in STAP 15 dat het tijdverschil van de voorluidspreker links 3,0 ms bedraagt.
Tips * Subwoofer-luidspreker
Vertraag het audiosignaal naar de luidsprekers links en rechts voor (draai aan de encoder-draaiknop), zodat de schijnbare positie van de subwoofer zich vooraan bevindt. Hierdoor lijkt de schijnbare positie tussen de voorluidsprekers (links en recht) en de subwoofer gelijk voor de bestuurder. Als u deze instellingen hebt uitgevoerd, kunt u de positie van de linker- en rechterluidsprekers aanpassen door de tijdvertraging in te stellen.
U kunt de hoog- en laagdoorlaatfilters gebruiken om het toestel aan te passen aan uw persoonlijke smaak.
Instelitem: X-OVER
1 Raak []van X-OVER aan.
Het scherm verandert in het X-OVER-instelscherm.
2 Stel het scheidingsfilter naar uw voorkeur in.
Afregelen en opslaan/oproepen van ingebouwd scheidingsfilter
Voorbeeld van X-OVER (LPF)-instelscherm
qq
Geeft de in te stellen luidspreker weer Wanneer HPF wordt ingesteld: FRONT/REAR Wanneer LPF wordt ingesteld: SUBW.
ww
Geeft het gekozen HP of LP weer
ee
Geeft de momenteel gekozen afsnijfrequentie weer
rr
Geeft het steilheidsbereik van het momenteel gekozen HPF
of LPF weer
tt
Variabel bereik van gekozen afsnijfrequentie
yy
Actieve balk: geeft de positie van de momenteel gekozen
afsnijfrequentie weer met een oranje balk
Schakelen tussen HPF en LPF
AA
HPF/LPF wijzigt telkens als [HPF/LPF] wordt aangeraakt.
HPF: Geeft alle frequenties hoger dan de door u
geselecteerde frequentie weer.
LPF: Geeft alle frequenties lager dan de door u
geselecteerde frequentie weer. (Alleen mogelijk als de subwooferuitgang van dit toestel wordt gebruikt.)
• Behalve als de HPF en LPF uitgeschakeld zijn, werkt de subwoofer in mono.
De afsnijfrequentie kiezen
BB
Raak [d] of [o] aan en kies vervolgens de afsnijfrequentie
(scheidingspunt).
Instelmogelijkheden frequentie: 80Hz, 120Hz, 160Hz
De steilheid bijregelen
CC
Raak [SLOPE] aan en regel vervolgens de steilheid van
het HPF of LPF bij.
Instelmogelijkheden steilheid: OFF, -12dB/oct
De afsnijfrequentie rechtstreeks bijregelen
Door het variabele bereik van de afsnijfrequentie aan te raken, wordt de afsnijfrequentie verplaatst naar de aangeraakte positie.
3 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
De afgeregelde inhoud opslaan
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 3 hierboven.
4 Raak [MEMORY] aan op het BASS ENGINE-scherm. 5 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het voorkeuzenummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
1,5 ms
1,5 ms
3,0 ms
1,5 ms
1,5 ms
1,5 ms
1,5 ms
Page 45
43-NL
De opgeslagen afgeregelde inhoud oproepen
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 3 hierboven.
4 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. De opgeslagen afgeregelde inhoud wordt opgeroepen.
In- en uitschakelen van de subwoofer
Instelitem: SUBWOOFER Instelmogelijkheden: OFF / 0° / 180°
OFF: Subwooferuitgang is uitgeschakeld. 0º: Subwooferuitgang is ingeschakeld en de fase
bedraagt 0°.
180º: Subwooferuitgang is ingeschakeld en de fase
bedraagt 180°.
• De instelling van “In- en uitschakelen van de subwoofer” kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
Visual EQ instellen
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-instelscherm verschijnt.
Raak []van VISUAL EQ aan.
Het VISUAL EQ-scherm verschijnt.
Kies het gewenste instelitem door [ff] of [pp] aan te raken.
Instelitems:
VISUAL EQ* BRIGHT COLOR* ↔ TINT* CONTRAST SHARP* USER MEMORY*
* Deze instelling is beschikbaar in de visuele bronmodus. (behalve
navigatiescherm)
Verander de instelling van het geselecteerde item door [dd] of [oo] aan te raken.
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
6
5
4
3
2
1
VISUAL EQ™
U kunt een modus selecteren die geschikt is voor de getoonde beelden.
Instelitem: VISUAL EQ Instelmogelijkheden: OFF (FLAT) / NIGHT M. / SOFT / SHARP /CONTRAST / P-1 / P-2
OFF(FLAT):Begininstelling NIGHT M: Geschikt voor films waarin veel donkere
scènes voorkomen.
SOFT: Geschikt voor computergegenereerde films
en animatiefilms.
SHARP : Geschikt voor oude films met onduidelijke
beelden.
CONTRAST
: Geschikt voor recente films.
P-1: Roept de VISUAL EQ-modus op die is
opgeslagen op voorkeuzenummer P-1 in “VISUAL EQ opslaan” (pagina 44).
P-2: Roept de VISUAL EQ-modus op die is
opgeslagen op voorkeuzenummer P-2 “VISUAL EQ opslaan” (pagina 44).
• Om terug te keren naar de begininstelling, schakelt u deze functie uit na het selecteren van een van de instelmogelijkheden (NIGHT M. tot CONTRAST) en het instellen van de gewenste helderheid, beeldtint, enz.
• Als u de gewenste helderheid, beeldtint, enz. instelt na het selecteren van een van de instelmogelijkheden (NIGHT M. tot CONTRAST), wordt “CUSTOM” weergegeven.
Instelitem: BRIGHT Instelmogelijkheid: -15 ~ +15
U kunt de helderheid instellen tussen MIN (-15) en MAX (+15). Als de minimum- of maximumwaarde bereikt wordt, geeft het display respectievelijk “MIN” of “MAX” weer.
• Wanneer een van de instelitems NIGHT M. tot CONTRAST wordt gekozen, wordt de helderheid automatisch aangepast aan de lichtomstandigheden in de auto als AUTO is ingesteld in “De helderheid van de achtergrondverlichting instellen” (pagina 36).
Instelitem: COLOR Instelmogelijkheid: -15 ~ +15
U kunt de kleur instellen tussen MIN (-15) en MAX (+15). Als de minimum- of maximumwaarde bereikt wordt, geeft het display respectievelijk “MIN” of “MAX” weer.
• De kleurinstelling kan alleen worden geregeld in de modi navigatie, DVD, Video CD, AUX1 en AUX2.
• De beeldkleur kan niet worden geregeld als een navigatiesysteem met de RGB-functie aangesloten is.
Instelitem: TINT Instelmogelijkheid: G15 ~ R15
U kunt de kleur instellen tussen G15 en R15. “G MAX” of “R MAX” wordt weergegeven als het maximum van elke kleur is bereikt.
• De beeldtint kan alleen worden geregeld in de modi navigatie, DVD, Video CD, AUX1 en AUX2.
• De beeldtint kan niet worden geregeld als een navigatiesysteem met de RGB-functie aangesloten is.
• Als u PAL instelt, kunt u de TINT niet regelen.
Regeling van de beeldtint
Regeling van de beeldkleur
Regeling van de helderheid
VISUAL EQ-modus kiezen (instelling fabrikant)
De volgende stappen 1 tot 6 gelden voor alle items van de VISUAL EQ-instelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
Page 46
44-NL
Instelitem: CONTRAST Instelmogelijkheid: -15 tot +15
U kunt het contrast instellen tussen -15 en +15. “HIGH” en “LOW” worden weergegeven als de opgegeven maximum- en minimumwaarden.
• Wanneer een van de instelitems NIGHT M. tot CONTRAST wordt gekozen, wordt het beeldcontrast automatisch aangepast aan de lichtomstandigheden in de auto als AUTO is ingesteld in “De helderheid van de achtergrondverlichting instellen” (pagina 36).
Instelitem: SHARP Instelmogelijkheid: -15 tot +15
U kunt de beeldkwaliteit instellen tussen -15 en +15. “HARD” en “SOFT” worden weergegeven als de opgegeven maximum- en minimumwaarden.
• De beeldkwaliteit kan alleen worden geregeld in de modi navigatie, DVD, Video CD, AUX1 en AUX2.
• De beeldkwaliteit kan niet worden geregeld als een navigatiesysteem met de RGB-functie aangesloten is.
U kunt de instellingen die u hebt gemaakt in “Regeling van de helderheid, tint, diepte, beeldkwaliteit en contrast” opslaan in het geheugen.
Instelitem: USER MEMORY Instelmogelijkheid: P-1 / P-2
1 Na het voltooien van de “Regeling van de helderheid,
tint, diepte, beeldkwaliteit en contrast” (pagina's 43,
44), raakt u [d] of [o] van USER MEMORY aan. Selecteer vervolgens het voorkeuzenummer, “P-1” of “P-2”, waarop u de instellingen wenst op te slaan.
2 Raak na het selecteren van een voorkeuzenummer
[WRITE] aan. De ingestelde VISUAL EQ-modus wordt opgeslagen op de bovenstaande manier.
•U kunt de opgeslagen VISUAL EQ-modus oproepen van P-1 of P-2 zoals beschreven in “VISUAL EQ-modus kiezen (instelling fabrikant)” (pagina 43).
VISUAL EQ opslaan
Regeling van de beeldkwaliteit
Regeling van het beeldcontrast
Over downloaden van GELUIDSINSTELLINGEN/ACHTERGRONDEN
U kunt gegevens downloaden (vanaf de website van Alpine) naar een CD-R/CD-RW (de gegevens worden weggeschreven in de hoofdmap) of HDD*1, en de gegevens opslaan op de IVA-D310R/IVA-D310RB. Om het downloaden van GELUIDSINSTELLINGEN/ACHTERGRONDEN te starten, gaat u naar volgende URL en volgt u de instructies op het scherm.
http://www.alpine.com or http: //www.alpine­europe.com of http://www.alpine.com.au
*
1
Wanneer de optionele HDA-5460 aangesloten is, zijn alleen GELUIDSINSTELLINGEN van toepassing.
U kunt een bestandsnaam aanmaken via de website. Als u een bestandsnaam hebt gemaakt, mag u hem niet meer wijzigen. Dit zou namelijk tot storingen leiden.
• Een beschrijving van de downloadprocedures vindt u op de website van ALPINE.
• Als een externe audioprocessor aangesloten is, kunnen gedownloade gegevens niet worden gebruikt.
Gegevens downloaden
Plaats de CD-R/CD-RW-disk waarop de gegevens staan.
• Als de optionele HDA-5460 aangesloten is, kunnen stappen 2 tot 7
worden uitgevoerd nadat de gegevens zijn gedownload naar de verwijderbare harde schijf. Het MM DRIVER-hoofdbronscherm kan dan worden gekozen op dit toestel.
• Als de CD-R/CD-RW audiogegevens bevat, stelt u "MP3" in in
“MP3/WMA-bestanden afspelen” (pagina 33).
Raak [SETUP] aan.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van DATA DOWNLOAD aan.
4
3
2
1
Gegevens downloaden
Downloadbare gegevens
Parametrische equalizer
Tijdcorrectie Gegevens worden opgeslagen in
Scheidingsfilter
Subwoofer De subwooferfase-instelling wordt
De bestandsnaam van de binnengehaalde gegevens is “A_U*****.MP3.”
A_U*****.MP3
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuze 6 van de parametrische EQ-modus.
voorkeuze 6 van de tijdcorrectiemodus.
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuze 6 van de scheidingsfiltermodus.
opgeslagen in voorkeuze 6.
Extensie (vast)
Identificatie (letters of cijfers, maximaal 5)
Kop (vast)
Page 47
45-NL
Raak [ ] van SOUND SETUP aan.
Het toestel begint te zoeken naar gegevens op de disk. Wanneer het zoeken van gegevens is voltooid, verschijnt het bestandskeuzescherm van Gegevens downloaden.
• Als met de zoekfunctie geen bestand wordt gevonden, verschijnt “NO FILE”.
Raak [ ] aan van het bestand dat u wilt
downloaden.
De gegevens worden gedownload. Wanneer de gegevens met succes zijn gedownload, wordt het bevestigingsscherm weergegeven gedurende 5 seconden. Daarna verschijnt opnieuw het bestandskeuzescherm.
Gegevens voor de parametrische equalizer
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuze 6 van de modus parametrische EQ. De opgeslagen instellingen in voorkeuze 6 (modus parametrische EQ) worden automatisch toegepast.
X-OVER-gegevens (scheidingsfilter)
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuze 6 van de modus X-OVER. De opgeslagen instellingen in voorkeuze 6 (modus X-OVER) worden automatisch toegepast.
Tijdcorrectiegegevens
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuze 6 van de tijdcorrectiemodus. De opgeslagen instellingen in voorkeuze 6 (tijdcorrectiemodus) worden automatisch toegepast.
Subwoofergegevens
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuze 6 van de subwoofermodus. De opgeslagen instellingen in voorkeuze 6 (subwoofer) worden automatisch toegepast.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het voordien ingestelde hoofdbronscherm.
• Wanneer u de gegevens opnieuw downloadt, worden de gegevens in voorkeuze 6 overschreven.
Gegevens van MIJN ACHTERGROND downloaden
Plaats de CD-R/CD-RW-disk waarop de benodigde gegevens staan.
Zodra de disk is herkend, wordt het scherm DATA DOWNLOAD weergegeven.
Raak [dd] of [ oo] van MY BACKGROUND aan en
selecteer vervolgens USERS1 of USERS2.
De gekozen achtergrond kan worden gewijzigd.
Raak [ ] van MY BACKGROUND aan.
Het zoeken naar gegevens op de disk wordt gestart. Wanneer het zoeken van gegevens is voltooid, verschijnt het bestandskeuzescherm van Gegevens downloaden.
Raak [ff] of [pp] aan om de gewenste bestandsnaam te selecteren.
Raak
[MEMORY] aan.
De gegevens worden gedownload. Wanneer de gegevens correct zijn gedownload, verschijnt opnieuw het scherm DATA DOWNLOAD.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [CONTROL] aan om terug te keren naar het vroegere hoofdbronscherm.
6
5
4
3
2
1
7
6
5
• Als gegevens opnieuw worden gedownload, worden de vorige gegevens overschreven.
• De gedownloade gegevens blijven bewaard in het geheugen als de accukabel wordt losgekoppeld.
•U kunt een achtergrond oproepen in “Achtergronden schakelen” (pagina 37) of “Automatische achtergronden instellen” (pagina
37).
• Verwijder de disk wanneer het downloaden is voltooid.
Weergave van instelling en status van de externe versterker oproepen (optie)
Als een externe versterker (MRV-F545, MRV-F345, MRD-M1005, MRD-M605) aangesloten is, kunt u deze instellen op dit toestel. Maximaal acht versterkers kunnen worden ingesteld.
• Als u de versterkerinstellingen uitvoert op het toestel, mag u de instellingen niet wijzigen met de knoppen op de versterker; het scherm van de versterker komt niet noodzakelijk overeen met de bedieningen op het toestel.
• Voer de instelling uit zoals beschreven in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36).
Raak [VISUAL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [AMP STATUS] aan.
Het AMP-statusscherm verschijnt.
Weergavevoorbeeld voor AMP-statusscherm
qq
Gaat naar vorige/volgende pagina
ww
Temperatuur (°C)
ee
Spanning (V)
rr
Licht op wanneer FAN (ventilator) wordt ingeschakeld
tt
Het gekozen AMP-instelscherm verschijnt.
Raak [SETUP] aan op het AMP-statusscherm.
Het scherm verandert in het AMP SETUP-scherm van de gekozen AMP.
Kies de gewenste instelmodus door [dd] of [oo] aan te raken.
Instelmodus: AMP DISPLAY Instelmogelijkheden: TEMP.(C)/TEMP.(F)/VOLT./SCAN
Geeft de indicatie weer die u hebt ingesteld op de aangesloten versterker.
Instelmodus: INPUT GAIN (monoversterker
aangesloten), INPUT GAIN CH1/2, CH3/4 (4-kanaals versterker aangesloten)
4
3
2
1
AMP Link instellen (optioneel)
Page 48
Instelprocedure voor Dolby Surround
Voer volgende instellingen uit om Dolby Digital- en DTS-geluid met grotere nauwkeurigheid weer te geven.
Instelprocedure
Bij combinatie van de automatische instellingen e.d.
Het is aan te bevelen de automatische instellingen uit te voeren voor de Dolby Surround-instellingen.
7
6
5
4
3
2
1
Luidsprekerinstelling (pagina 51)
(De te gebruiken luidsprekers in- en uitschakelen en hun frequentiebereik instellen)
Luidsprekerniveaus regelen (pagina 52)
(Het signaaluitgangsniveau van de verschillende luidsprekers instellen)
DVD-niveau instellen (pagina 52)
(Het volume (signaalniveau) instellen in de modi Dolby Digital, Pro Logic II, DTS en PCM.)
Instellingen opslaan in het geheugen (pagina
53)
(Alle instellingen en aanpassingen van de IVA­D310R/IVA-D310RB (niet alleen de hierboven vermelde instellingen) opslaan in het geheugen)
Lage tonen mengen met het achterkanaal (pagina 52)
(Vloeiend geluid op de achterbank door de vooraudiosignalen te mengen met de signalen van de achterluidsprekers)
Krachtig geluid met hoog volume instellen (pagina 52)
(Een energiek geluid met nog meer vermogen instellen, zoals in een bioscoop)
Het akoestisch beeld instellen (pagina 52)
(Het akoestisch beeld bijregelen voor een geluid waarbij het lijkt of de middenluidspreker zich direct voor de luisteraar bevindt)
46-NL
Instelmogelijkheden: 0,1V tot 8V (monoversterker
aangesloten) 0,2V tot 4V (4-kanaals versterker aangesloten)
Als u een andere versterker wilt instellen, raakt u [RETURN] aan en herhaalt u stappen 3 en 4.
Raak
[VISUAL] aan om het AMP-statusscherm te
annuleren.
Het VISUAL-scherm verschijnt.
Raak [NORMAL] aan.
Het normale scherm verschijnt opnieuw.
AMP Link-vergrendelingsfunctie
Deze instelling heeft een functie die het onbedoeld instellen van de INPUT GAIN voorkomt om beschadiging van de luidsprekers te vermijden.
Raak [RETURN] aan en houd de toets minstens 3
seconden ingedrukt op het AMP SETUP-scherm.
De LOCK-modus wordt ingeschakeld, de instelmodus voor INPUT GAIN wordt inactief wanneer het AMP SETUP-scherm wordt weergegeven, en “LOCK
” verschijnt als instelling de volgende keer. Om de instelmodus voor INPUT GAIN opnieuw beschikbaar te maken, moet u de LOCK-modus annuleren. Dit doet u door [RETURN] aan te raken en minstens 3 seconden ingedrukt te houden op het AMP SETUP-scherm.
Als een externe audioprocessor op dit toestel aangesloten is, kunt u de audioprocessor op dit toestel bedienen. Sommige audioprocessoren kunnen niet worden bediend. Als de PXA-H510 of PXA-H900 aangesloten is, kunnen sommige functies niet worden bediend op dit toestel. In dit geval dient u ze te bedienen op het aangesloten toestel. Volgende beschrijving is van toepassing als bijvoorbeeld de PXA-H700 of PXA-H701 aangesloten is. We verwijzen ook naar de gebruiksaanwijzing van de aangesloten audioprocessor.
• De instellingen of afregelingen die op de aangesloten audioprocessor worden uitgevoerd, kunnen niet goed worden bediend op dit toestel.
• De instellingen “Luidsprekers instellen”, “Regeling van de lage tonen” en “Instellingen grafische equalizer” zijn niet beschikbaar als de MRAD550 aangesloten is. Tevens verschillen de instelmogelijkheden van de PXAH700 en de PXA-H701.
Externe audioprocessor (optioneel)
1
7
6
5
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de audioprocessormodus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
Page 49
47-NL
Luidsprekers instellen
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
25).
Raak
[SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van SPEAKER SELECT aan.
Het SPEAKER SELECT-scherm verschijnt.
Stel de aangesloten luidspreker in door de desbetreffende toets [dd], [oo] of [ON], [OFF] aan te raken.
FRONT1: OFF/FULL (full-range)/TW (tweeter) FRONT2: OFF/ON REAR: OFF/ON CENTER: OFF/ON SUBWOOFER: OFF/MONO/STEREO
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Zet de luidspreker die niet aangesloten is op OFF.
• Bovenstaande instellingen kunnen ook worden uitgevoerd als de luidspreker op OFF staat in de luidsprekerinstelling (pagina 51).
• Als u de subwoofer wilt gebruiken in MONO terwijl de PXA-H700 of PXA-H701 aangesloten is, moet u de subwoofer aansluiten op de subwooferuitgangsaansluiting van de PXA-H700 of PXA-H701.
MX-modus van de externe audioprocessor instellen
Voor u volgende bewerkingen uitvoert, dient u de MX-modus (Media Xpander) van de PXA-H700 op “AUTO” te zetten als de PXA-H700 aangesloten is.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Schakel MX in of uit door [ON] of [OFF] van MEDIA XPANDER aan te raken.
OFF: Schakelt het MX-effect van elke muziekbron uit. ON: Schakelt de opgegeven MX-modus in.
Raak [ ] aan nadat u ON hebt ingesteld.
Het Media Xpander-instelscherm verschijnt.
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
Raak [dd] of [oo] van de gewenste MX-modus aan.
• Het niveau van de muziekbron (bijv. radio-uitzendingen en CD’s, behalve MW-, LW-radio) kan worden ingesteld.
MX CD (OFF, CD MX 1 tot 3)
De CD-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens. Met deze gegevens wordt het geluid dankzij het grote gegevensvolume zuiver weergegeven.
MX COMPRESS MEDIA (OFF, CMPM MX 1 tot 3)
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd weggelaten. Dit leidt tot een goed uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer goed benadert.
MX FM (OFF, FM MX 1 tot 3)
De midden- tot hoge frequenties worden helderder en u hoort een goed uitgebalanceerde klank in alle frequentiebanden.
MX DVD (OFF, MOVIE MX 1 tot 2)
Het dialooggedeelte van de video wordt veel duidelijker weergegeven.
(DVD MUSIC)
De disk bevat een grote hoeveelheid gegevens, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
MX AUX 1 tot 3 (OFF, CMPM MX, MOVIE MX, MUSIC MX)
Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten media.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
• De MX-instelling die hier wordt uitgevoerd, wordt weerspiegeld in de PXA-H700 of PXA-H701.
• Als OFF wordt geselecteerd, is het MX-effect van elke MX-modus uitgeschakeld.
• Voor elke muziekbron, zoals radio, CD en MP3, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• De MX-modus werkt niet als MX ingeschakeld is voor MW-, LW­radio.
• MX COMPRESS MEDIA wordt toegepast voor MP3/WMA, MMD.
Instelling X-OVER
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van X-OVER aan om L/R of L+R te selecteren.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Raak [ ] van X-OVER aan.
Raak [ ] aan van de in te stellen luidspreker.
Het scherm verandert in het X-OVER-instelscherm.
7
6
5
4
3
2
1
7
6
Page 50
48-NL
Stel het scheidingsfilter naar uw voorkeur in.
Voorbeeld van X-OVER (LPF)-instelscherm
qq
Geeft de momenteel gekozen luidspreker (kanaal) weer
ww
Geeft de gekozen HP of LP weer
ee
Geeft de momenteel gekozen afsnijfrequentie weer
rr
Geeft het niveau van het momenteel gekozen HPF of LPF weer
tt
Geeft het steilheidsbereik van het momenteel gekozen HPF of LPF weer
yy
Variabel bereik van gekozen afsnijfrequentie
uu
Geeft het variabele bereik van het momenteel gekozen afsnijfrequentieniveau weer met een oranje balk.
De afsnijfrequentie kiezen
AA
Raak [d] of [o] aan en kies vervolgens de afsnijfrequentie
(scheidingspunt).
De mogelijke frequentiebanden zijn afhankelijk van de
luidspreker (kanaal).
Het niveau bijregelen
BB
Raak [f] of [p] aan en regel vervolgens het niveau van het
HPF of LPF bij.
Schakelen tussen HPF en LPF
CC
HPF/LPF wijzigt telkens als [HPF/LPF] wordt aangeraakt. HPF: Geeft alle frequenties hoger dan de door u
geselecteerde frequentie weer.
LPF: Geeft alle frequenties lager dan de door u
geselecteerde frequentie weer. (Alleen mogelijk als de subwooferuitgang van dit toestel wordt gebruikt.)
De steilheid bijregelen
DD
Raak [SLOPE] aan en regel vervolgens de steilheid van het HPF of LPF bij.
Het niveau/de afsnijfrequentie rechtstreeks bijregelen
Wanneer u het variabele bereik van het niveau/de afsnijfrequentie aanraakt, wordt het niveau/de afsnijfrequentie verplaatst naar de aangeraakte positie.
• Als [CANCEL] wordt weergegeven terwijl LOADING wordt aangeraakt, of een bediening wordt uitgevoerd op de aangesloten audioprocessor, stopt het laden en verschijnt de ingestelde inhoud (vastgelegd voor het stoppen).
• Het laden kan langer duren, afhankelijk van de ingestelde inhoud. Dit wijst niet op een defect.
8
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), kan het scheidingsfilter voor die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 47).
• Controleer de afspeelfrequenties van de aangesloten luidsprekers voor u instellingen uitvoert.
• Om de luidsprekers te beschermen, is er geen OFF-instelling voor het laagdoorlaatfilter van de subwoofer (de steilheid blijft dezelfde).
• Zelfs als tweeter wordt geselecteerd voor FRONT 1, kan het hoogdoorlaatfilter niet worden ingesteld op OFF (steilheid OFF). Als de steilheid op OFF wordt gezet, kunnen de luidsprekers beschadigd raken. Let op met deze instelling.
• Het H.P.F.-filter kan niet worden ingesteld op OFF (steilheid OFF) als tweeter wordt geselecteerd voor FRONT1 . En alleen de subwoofer kan worden ingesteld als STEREO wordt geselecteerd voor de subwoofer.
Tijdcorrectie handmatig uitvoeren (TCR)
Wegens de speciale omstandigheden in het voertuig kunnen er grote verschillen in afstand zijn tussen de diverse luidsprekers en de luisterpositie. Met deze functie kunt u zelf de optimale correctiewaarden berekenen, zodat de tijdfout op de luisterpositie wordt vermeden.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Ga in de luisterpositie zitten (bijvoorbeeld de bestuurdersstoel) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
Bereken het verschil in afstand tussen de verste luidspreker en de andere luidsprekers.
L = (afstand tot verste luidspreker)
- (afstand tot andere luidsprekers)
Deel de berekende afstanden voor de verschillende luidsprekers door de snelheid van het geluid (343 m/s bij 20°C).
Deze waarde is de tijdcorrectiewaarde voor de verschillende luidsprekers.
Enkele voorbeelden
De tijdcorrectiewaarde berekenen voor de luidspreker links voor in volgende situatie.
Situatie: Afstand tussen verste luidspreker en luisterpositie:
2,25 m
Afstand tussen luidspreker links voor en luisterpositie:
0,5 m
Berekening:
L = 2,25 m - 0,5 m = 1,75 m
Compensatietijd = 1,75 ÷ 343 x 1000 = 5,1 (ms) Met andere woorden: de tijdcorrectiewaarde voor de
luidspreker links voor wordt op 5,1 (ms) ingesteld overeenkomstig de afstand tot de verste luidspreker.
4
3
2
1
9
Page 51
49-NL
5,1 ms
Het geluid is ongelijkmatig omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 meter
De tijdcorrectie elimineert de verschillen in de tijd die het geluid van de verschillende luidsprekers nodig heeft om de luisterpositie te bereiken. Als de tijdcorrectie van de luidspreker links voor wordt ingesteld op 5,1 ms, kan de afstand van de luisterpositie tot de luidspreker worden gecompenseerd.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van T.CORR aan.
Selecteer L/R of L+R.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Raak [ ] van T.CORR. aan.
Het T.CORR-instelscherm verschijnt.
Stel de correctiewaarde (0,0 - 20,0 ms) van de gewenste luidspreker in door de desbetreffende toets [dd] of [oo] aan te raken (1 stap = 0,05 ms).
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), kan de tijdcorrectie voor die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 47).
• De instelwaarde voor FRONT 2 (luidsprekers) die is ingesteld voor de tijdcorrectie wordt ook toegepast op de voorluidsprekers in “Bass Focus instellen” (pagina 51).
• De automatische instelling (AUTO TCR) is niet mogelijk op dit toestel.
11
10
9
8
7
6
5
Faseomschakeling
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
25).
Raak
[SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van PHASE aan.
Het PHASE-instelscherm verschijnt.
Schakel de fase om (0° of 180°) door [dd] of [oo] van de gewenste luidspreker aan te raken.
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
Instellingen grafische equalizer
Met de grafische equalizer kan het geluid telkens in 31 frequentiebanden worden geregeld voor de voorluidsprekers (links en rechts), de achterluidsprekers (links en rechts) en de middenluidspreker. Voor de subwoofer zijn nog eens 10 frequentiebanden voorzien. Op die manier kunt u het geluid perfect afstemmen op uw persoonlijke smaak.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Selecteer L/R of L+R door [dd] of [oo] van G-EQ aan te raken.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Wanneer de parametrische EQ wordt bijgeregeld, wordt deze instelling uitgeschakeld.
Raak [ ] van G-EQ aan.
Het G-EQ-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van de gewenste luidspreker (kanaal) aan.
Het G-EQ-instelscherm verschijnt.
7
6
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
0,5 m
2,25 m
Page 52
50-NL
Stel de G-EQ naar uw voorkeur in.
Voorbeeld van G-EQ-instelscherm
qq
Geeft de momenteel gekozen luidspreker (kanaal) weer
ww
Geeft de gekozen frequentie weer
ee
Geeft het momenteel gekozen frequentieniveau weer
rr
Actieve balk: geeft het variabele bereik van het momenteel gekozen frequentieniveau weer met een oranje balk
tt
Variabel instelbereik
De frequentie bijregelen
AA
Raak [d] of [o] aan om de frequentie bij te regelen.
Het niveau bijregelen
BB
Raak [f] of [p] aan om het niveau bij te regelen.
Rechtstreeks een curve maken
Wanneer u een positie aanraakt in het variabele instelbereik, wordt de actieve balk verplaatst naar de aangeraakte positie. U kunt ook een curve aanraken en maken in het variabele instelbereik om onmiddellijk de nieuwe curve weer te geven.
• Als [CANCEL] wordt weergegeven terwijl LOADING wordt aangeraakt, of een bediening wordt uitgevoerd op de aangesloten audioprocessor, stopt het laden en verschijnt de ingestelde inhoud (vastgelegd voor het stoppen).
• Het laden kan langer duren, afhankelijk van de ingestelde inhoud. Dit wijst niet op een defect.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), werkt de grafische equalizer voor die luidspreker niet. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 47).
• Controleer de frequentiebereiken van de aangesloten luidsprekers voor u de equalizer bijregelt. Als het frequentiebereik van de luidspreker bijvoorbeeld 55 Hz tot 30 kHz bedraagt, heeft een instelling in de frequentieband van 40 Hz of 20 Hz geen zin. Bovendien kunt u de luidsprekers overbelasten en beschadigen.
• Als de grafische equalizer wordt bijgeregeld, heeft de instelling van de parametrische equalizer geen effect.
9
8
Instellingen parametrische equalizer
De frequentiebanden van de grafische equalizer liggen vast. Daardoor is het zeer moeilijk om ongewenste pieken en dalen op specifieke frequenties te corrigeren. De middenfrequentie van de parametrische equalizer kan worden afgestemd op deze specifieke frequenties. Daarna worden de bandbreedte (Q) en het niveau onafhankelijk van elkaar fijn afgeregeld. De parametrische equalizer is een geavanceerde functie voor echte audiofielen.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Selecteer L/R of L+R door [dd] of [oo] van P-EQ aan te raken.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Wanneer de grafische EQ wordt bijgeregeld, wordt deze instelling uitgeschakeld.
Raak [ ] van P-EQ aan.
Het P-EQ-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van de gewenste luidspreker (kanaal) aan.
Het P-EQ-instelscherm verschijnt.
Stel de P-EQ naar uw voorkeur in.
Voorbeeld van P-EQ-instelscherm
qq
Geeft de momenteel gekozen luidspreker (kanaal) weer
ww
Geeft de momenteel gekozen band weer
ee
Geeft de middenfrequentie van de momenteel gekozen band weer
rr
Geeft het momenteel gekozen bandniveau weer
tt
Geeft de bandbreedte (Q) van de momenteel gekozen band weer
yy
Variabel bereik van de middenfrequentie van de gekozen band
uu
Actief punt: geeft de positie van de middenfrequentie en het niveau van de momenteel gekozen band weer
ii
Actieve balk: geeft het variabele bereik van het momenteel gekozen bandniveau weer
8
7
6
5
4
3
2
1
Page 53
51-NL
U kunt de klank van de lage frequenties naar wens instellen.
Raak [dd] of [oo] van BASS COMP. aan om de gewenste modus te selecteren.
De lage tonen worden meer benadrukt naarmate de modus wordt veranderd in respectievelijk MODE1 2 3. Dit resulteert in een levendige klank van de lage frequenties. Selecteer OFF wanneer de instelling niet nodig is.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Met het voordien opgegeven vertragingsnummer (tijdverschil) kunt u een tijdverschil instellen tussen de luidsprekers voor-achter en links­rechts. Dit maakt namelijk een tijdcorrectie op basis van uw voorkeur mogelijk. Bij een oorspronkelijke vertraging van 0,05 ms voor elk van de 0 tot 400 stappen, is een auditieve tijdcorrectie mogelijk.
Stel het vertragingsnummer in voor voor-achter en links-rechts van de gewenste luidspreker door de desbetreffende toets [dd] of [oo] aan te raken.
• Elke instelling van Bass Focus wordt ook toegepast in de tijdcorrectie.
• Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Luidsprekerinstelling
De PXA-H700 of PXA-H701 kan worden ingesteld op het weergeefbare frequentiebereik van uw luidsprekers. Controleer het weergeefbare frequentiebereik van de luidsprekers (niet voor de subwoofer) voor u deze functie gebruikt, zodat u zeker bent dat de luidsprekers lage frequenties (ongeveer 80 Hz of minder) kunnen weergeven.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
25).
Raak
[SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van SPEAKER SETUP aan.
Het SPEAKER SETUP-instelscherm verschijnt.
Selecteer de luidsprekerkarakteristiek door [dd], [oo] of [ON], [OFF] van de gewenste luidsprekerinstelling aan te raken.
OFF*1: Als geen luidspreker aangesloten is. SMALL: Als een luidspreker aangesloten is die geen
lage frequenties (80 Hz of minder) kan weergeven.
LARGR*2: Als een luidspreker aangesloten is die lage
frequenties (80 Hz of minder) kan weergeven.
*1De voorluidsprekers kunnen niet op “OFF” worden
gezet.
*2Als de voorluidsprekers op “SMALL” worden gezet,
kunnen de achter- en middenluidsprekers niet op “LARGE” worden gezet.
6
5
4
3
2
1
6
Bass Focus instellen
6
Bascompressor instellen
De frequentie bijregelen
AA
Raak [d] of [o] aan en regel vervolgens de frequentie van
de gekozen band bij.
Het niveau bijregelen
BB
Raak [f] of [p] aan en regel vervolgens het niveau van de
gekozen band bij.
De band kiezen
CC
De band (BAND1 t/m BAND5) wijzigt telkens als [BAND]
wordt aangeraakt.
De actieve balk en het variabele bereik van de
middenfrequentie worden verplaatst overeenkomstig de gekozen band.
• Wanneer een punt buiten het variabele bereik van een gekozen band wordt aangeraakt, wordt de actieve balk verplaatst naar een band waar de aangeraakte positie kan worden bijgeregeld.
De bandbreedte instellen
DD
De bandbreedte wijzigt telkens als [Q] wordt aangeraakt.
Het niveau/de frequentie rechtstreeks bijregelen
Ga naar een gewenste positie door het actieve punt aan te raken en de instelling te wijzigen. Of verplaats het actieve punt naar de gewenste positie door het punt aan te raken waarnaar u het wilt verplaatsen.
• Het downloaden wordt gestopt en de ingestelde inhoud (vastgelegd voor het stoppen door [CANCEL] aan te raken op het display tijdens het downloaden of door de aangesloten audioprocessor te bedienen) wordt weergegeven.
• Het laden kan langer duren, afhankelijk van de ingestelde inhoud. Dit wijst niet op een defect.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), werkt de parametrische equalizer voor die luidspreker niet. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 47).
• De frequenties van naastliggende banden kunnen binnen 7 stappen niet worden ingesteld.
• Controleer de frequentiebereiken van de aangesloten luidsprekers voor u de equalizer bijregelt. Als het frequentiebereik van de luidspreker bijvoorbeeld 55 Hz tot 30 kHz bedraagt, heeft een instelling in de frequentieband van 40 Hz of 20 Hz geen zin. Bovendien kunt u de luidsprekers overbelasten en beschadigen.
• Als de parametrische equalizer wordt bijgeregeld, heeft de instelling van de grafische equalizer geen effect.
Regeling van de lage tonen
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van BASS SOUND CONT. aan.
Het scherm Bass Sound Cont. verschijnt.
5
4
3
2
1
9
Page 54
52-NL
+3 en +6. Hoe hoger het niveau, hoe meer lage tonen uit de achterluidsprekers komen. (Het effect is afhankelijk van de software (DVD, enz.).) U schakelt de functie REAR MIX uit door [OFF] aan te raken.
• Deze instelling is niet van toepassing als de achterluidsprekers ingesteld zijn op “OFF”.
• Voor lineaire PCM-signalen komt de stem uit de achterluidspreker, ongeacht de instelling voor REAR FILL of REAR MIX.
Met Dolby Digital wordt het dynamisch bereik gecomprimeerd, zodat een krachtig geluid wordt verkregen bij gewone volumeniveaus. Deze compressie kan worden geannuleerd, om een energiek en nog krachtiger geluid te verkrijgen, zoals in een bioscoop. Deze functie werkt alleen in de Dolby Digital-modus.
Raak [d] of [o] van LISTENING MODE aan om STD of MAX te selecteren.
STD: Voor krachtig geluid bij normale volumes MAX: Voor krachtig geluid bij hoge volumes
• Stel het volume niet te luid in, zodat u geluiden van buiten het voertuig nog steeds kunt horen.
Met behulp van de testtonen kunt u het volume van de verschillende luidsprekers instellen. Als de niveaus gelijk zijn, merkt u op de luisterpositie een duidelijk gevoel van aanwezigheid uit de verschillende luidsprekers.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
1Raak [ON] van OUTPUT LEVEL aan.
De testtoon wordt weergegeven voor de verschillende luidsprekerkanalen. Dit gebeurt in de hierna aangegeven volgorde. Als u gedurende 2 seconden niets doet, schakelt het kanaal naar het volgende kanaal.
Links
Midden Rechts Rechts surround
Links surround Links
2 Terwijl de testtoon wordt weergegeven door de
luidsprekers, raakt u
[d] of [o] van OUTPUT LEVEL
aan om de balans tussen de volumes van alle luidsprekers in te stellen.
• Het instelbereik voor de verschillende luidsprekers bedraagt –10 dB tot +10 dB.
• De instelling is gebaseerd op de voorluidsprekers.
• Als een luidspreker uitgeschakeld is, kan het niveau van die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekers afregelen” (pagina 51).
DVD-niveau instellen
Het volume (signaalniveau) voor de modi Dolby Digital, Dolby PL II, DTS en PCM kan worden ingesteld.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is. Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
2
1
Luidsprekerniveaus regelen
Krachtig geluid met hoog volume
• Als de middenluidspreker op “OFF” wordt gezet, worden de audiosignalen van het middenkanaal toegevoegd aan de audiosignalen uit de voorluidsprekers.
• Als u de luidsprekerkarakteristiek instelt op “OFF”, dient u ook de luidsprekerinstelling op “OFF” te zetten. (pagina 47)
• Voer de instelling uit voor alle luidsprekers (voor, midden, achter en subwoofer). Als u dit niet doet, kan het geluid uit evenwicht zijn.
• Als u de middenluidspreker op “OFF” instelt, is de instelling niet van toepassing, zelfs niet als de middenluidspreker met deze functie wordt ingesteld.
• Door de instellingen voor elke luidspreker te wijzigen kan de weergave uit de andere luidsprekers wijzigen wegens de instelvereisten.
• Als u PRO LOGIC II gebruikt en de achterluidspreker ingesteld is op “LARGE”, komt er geen geluid uit de subwoofer.
Instelling van Dolby 5.1ch
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is. Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van DOLBY 5.1 CH SETUP aan.
Het scherm DOLBY 5.1CH SETUP verschijnt. Stel volgende punten in volgens uw smaak.
In de meeste installaties moet de middenluidspreker direct tussen de voorpassagier en de bestuurder worden geplaatst. Met deze functie wordt de informatie van het middenkanaal verdeeld naar de linker- en rechterluidsprekers. Dit creëert een akoestisch beeld dat een middenluidspreker direct voor elke luisteraar simuleert. Door de middenbreedte in te stellen in PL II MUSIC (zie “Pro Logic II-modus”, pagina 53), is deze functie niet beschikbaar.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Raak [d] of [o] van BI-PHANTOM aan om het niveau bij te regelen. Het niveau kan worden ingesteld tussen -5 en +5. Hoe hoger het niveau, hoe meer de positie van de middenluidspreker naar de zijkanten wordt verplaatst. U schakelt de functie BI-PHANTOM uit door [OFF] aan te raken.
• Deze instelling is van toepassing als de middenluidspreker op SMALL of LARGE werd gezet bij de luidsprekerinstellingen.
• Deze instelling is niet van toepassing als de luidspreker op CENTER OFF werd gezet in “Luidsprekers instellen” (pagina
47).
Deze functie mengt de audiosignalen van het voorkanaal met de audiosignalen uit de achterluidsprekers, waardoor het geluid op de achterbank van het voertuig wordt verbeterd.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Raak [d] of [o] van REAR MIX aan om het niveau bij te regelen. Het niveau kan in vijf stappen worden geregeld: -6, -3, 0,
Lage tonen mengen met het achterkanaal
Het akoestisch beeld instellen
5
4
3
2
1
Page 55
53-NL
PL II MUSIC: Kan worden gebruikt voor alle
stereomuziekopnames en geeft een breed, diep geluidsveld.
REAR FILL: Afhankelijk van de ingangssignalen is het
mogelijk dat het geluid alleen uit de voorluidsprekers komt. In dit geval kan de functie “REAR FILL” worden gebruikt om ook uit de achterluidsprekers signalen weer te geven.
OFF: Schakelt de DOLBY PL II-functie uit.
Als PL II MUSIC wordt geselecteerd, kan de middenbreedte als volgt worden aangepast.
Deze functie biedt een optimale stempositionering door de positie van het middenkanaal aan te passen tussen de middenluidspreker en de L/R-luidspreker. (De instellingen in “Het akoestisch beeld instellen” (pagina 52) zijn niet beschikbaar als deze functie geactiveerd is.)
Raak
[d] of [o] van CENTER WIDTH CONT aan om
het niveau bij te regelen. Het niveau kan worden ingesteld tussen 0 en 7. Hoe hoger het niveau, hoe meer het middenkanaal vanuit de middenluidsprekerpositie naar de zijkanten wordt verplaatst. Raak [OFF] van CENTER WIDTH CONT aan om de middenbreedteregeling uit te schakelen.
• Deze instelling is van toepassing als de middenluidspreker op SMALL of LARGE werd gezet bij de luidsprekerinstellingen.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
• Deze instelling is niet van toepassing als de luidspreker op CENTER OFF werd gezet in “Luidsprekers instellen” (pagina
47).
• Deze functie werkt alleen met tweekanaal-signalen. Deze functie is niet beschikbaar als 5.1-kanaal DTS- of Dolby Digital-signalen worden weergegeven.
• Als de instelling van REAR FILL wordt uitgevoerd terwijl REAR MIX is ingeschakeld, blijft het geluid in de instelling voor REAR FILL ongewijzigd, want REAR MIX krijgt prioriteit tijdens 2­kanaal decodering (behalve lineaire PCM).
• Voor lineaire PCM-signalen komt de stem uit de achterluidspreker, ongeacht de instelling voor REAR FILL of REAR MIX.
• Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Lineaire PCM-instelling
De uitgang kan worden ingesteld op 2 of 3 kanalen als disks worden afgespeeld die in lineaire PCM zijn opgenomen.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van PCM MODE aan om 2 CH of 3 CH te selecteren.
2CH: 2-kanaals uitgang (L/R) 3CH: 3-kanaals uitgang (L/R/MIDDEN)
• Deze instelling is niet van toepassing als de luidspreker op CENTER OFF werd gezet in “Luidsprekers instellen” (pagina
47).
5
4
3
2
1
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van DVD LEVEL aan.
Het lijstscherm DVD LEVEL verschijnt.
Regel het niveau door [dd] of [oo] van de gewenste instelmodus aan te raken.
Het niveau kan worden geregeld binnen het bereik -5 tot +5.
Instellingen opslaan in het geheugen
Afstellingen of instellingen kunnen worden opgeslagen. De waarden die kunnen worden opgeslagen, zijn afhankelijk van de gebruikte audioprocessor.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[MEMORY] aan op het A.PROC-lijstscherm.
Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] op het A.PROC-lijstscherm aan.
De instellingen worden opgeslagen.
• De opgeslagen inhoud blijft ook bewaard als de accukabel wordt losgekoppeld.
Geheugenvoorkeuzezender oproepen
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot
[P.SET 6] op het A.PROC-lijstscherm aan om het
voorkeuzegeheugen te selecteren.
•Het duurt even om de inhoud van het geheugen te lezen.
Pro Logic II-modus
Pro Logic-verwerking kan worden toegepast op de muzieksignalen die op twee kanalen zijn opgenomen, om een Dolby Pro Logic II surround-geluid te verkrijgen. Voor tweekanaals Dolby Digital- en DTS-signalen is er ook een functie “gevulde achtergrond” (REAR FILL) voorzien om de signalen van het voorkanaal weer te geven via het achterkanaal.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
25).
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van DOLBY PLII aan.
Het DOLBY PLII-instelscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van DOLBY PLII aan om de gewenste modus te selecteren.
PL II MOVIE: Geschikt voor stereo-tv-programma’s en
alle programma’s die gecodeerd zijn met Dolby Surround. Hiermee wordt de richtingsgevoeligheid van het geluidsveld verbeterd tot bijna die van een discreet
5.1-kanaalgeluid.
6
5
4
3
2
1
2
1
3
2
1
6
5
4
3
Page 56
54-NL
Navigatiesysteem (optioneel)
Hulptoestel (optioneel)
Hulptoestellen bedienen (optioneel)
Om de toestellen te bedienen die aangesloten zijn op de AUX­aansluitingen op het achterpaneel van de IVA-D310R/IVA-D310RB, gaat u als volgt te werk.
• Als u het hulptoestel probeert te activeren terwijl u rijdt, verschijnt op het display de waarschuwing - BEELD UIT VOOR UW VEILIGHEID.
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronscherm verschijnt op het display.
Raak [AUX]* aan.
Het scherm van de externe ingang wordt weergegeven.
Raak [NTSC/PAL] aan om de video-ingang te wijzigen.
* AUX-1 tot AUX-3 worden weergegeven als toestellen aangesloten
zijn op de externe ingangen (maximaal 3). Ofwel wordt de naam weergegeven die aan de bron is toegekend in “Externe toestellen benoemen” op pagina 35.
• Als de AUX-modus niet wordt weergegeven in het hoofdmenu, zet u AUX IN op ON zoals beschreven in “AUX-modus instellen” (pagina 35).
• De instelling van de NTSC/PAL-omschakeling die u hier hebt ingesteld, kan op dezelfde manier worden gebruikt in “Het visuele ingangssignaal omschakelen” op pagina 35.
• De weergavemodus verandert wanneer u [WIDE] aanraakt. Voor de bediening, zie “De weergavemodi omschakelen” op pagina 26.
3
2
1
Omschakelen naar navigatiescherm (optioneel)
Als een optioneel Alpine-navigatiesysteem aangesloten is op de IVAD310R/IVA-D310RB, kan het navigatiescherm worden weergegeven op dit toestel.
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronscherm verschijnt op het display.
Raak [NAV] aan.
Het navigatiescherm wordt weergegeven. Het systeem kan worden bediend met de meegeleverde navigatie-afstandsbediening. Voor de bediening van het navigatiesysteem verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van het navigatiesysteem.
• Wanneer de navigatiemodus is gekozen in “De aanraaktoets VISUAL instellen” (pagina 36), wordt de navigatiemodus rechtstreeks geactiveerd.
• Als het navigatiemenu niet wordt weergegeven op het hoofdmenuscherm, moet u NAV. IN inschakelen zoals beschreven in “Navigatiemodus instellen” (pagina 34).
• Als het navigatiesysteem ingeschakeld is, komt de audio- en visuele navigatie tussen.
2
1
WAARSCHUWING
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt tijdens het rijden. De aandacht van de bestuurder wordt afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
Installeer de IVA-D310R/IVA-D310RB op een correcte manier, zodat de bestuurder slechts naar de tv of naar een video kan kijken als het voertuig stilstaat en de handrem werd opgetrokken.
Als de IVA-D310R/IVA-D310RB niet correct geïnstalleerd wordt, zal de bestuurder naar de tv of naar een video kunnen kijken terwijl hij rijdt en zal zijn aandacht afgeleid worden van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.
Page 57
55-NL
Wisselaar (optioneel)
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 disks of 12 disks kan worden aangesloten op de IVA-D310R/IVA-D310RB als deze compatibel is met Ai-NET. Als een CD-wisselaar aangesloten is op de Ai-NET­ingang van de IVA-D310R/IVAD310RB, kan de CD-wisselaar worden bediend op de IVA-D310R/IVA-D310RB. Als u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s met MP3-bestanden afspelen op de IVA-D310R/IVA-D310RB.
Met de KCA-410C (Versatile Link-contactdoos) kunnen verschillende wisselaars worden bediend door de IVA-D310R/ IVA-D310RB. Zie de paragraaf Keuze tussen meerdere CD-wisselaars om de CD­wisselaars te selecteren (op pagina 55).
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Raak
[CD CHG] aan.
Het display gaat naar het CD-wisselaarmodusscherm.
Als een wisselaar voor 6 disks aangesloten is:
1 Raak [P1/2]* aan.
Het display van de functiegids verschijnt.
* Als een MP3-compatibele CD-wisselaar of DVD-wisselaar
aangesloten is, raakt u de toets meermaals aan totdat het disknummer wordt weergegeven.
2 Raak een van de keuzetoetsen [DISC 1] tot
[DISC 6] aan.
Met DISC 1 tot DISC 6 selecteert u de eerste tot de zesde disk.
Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is:
1 Raak [P1/3] tweemaal aan om de functiegids te
veranderen.
2 Raak een van de keuzetoetsen [DISC 1] tot
[DISC 6] aan. Met DISC 1 tot DISC 6 selecteert u de eerste tot de zesde disk.
Als een wisselaar voor 12 disks aangesloten is:
U kunt de disknummers 1 tot 6 op dezelfde manier selecteren als voor de wisselaar voor 6 disks.
Raak
[P1/3] tweemaal aan om disknummers 7 tot 12 te selecteren. Het display van de functiegids verandert en geeft DISC 7 tot DISC 12 weer, die staan voor disknummers 7 tot 12.
• Als de gewenste disk gekozen werd, kunt u de CD-wisselaar op dezelfde manier bedienen als de CD-speler. Voor meer details verwijzen we naar het hoofdstuk over CD/MP3/WMA.
• Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is, kan het toestel disks afspelen die zowel audiogegevens als MP3-bestanden bevatten.
• De DVD-wisselaar (optioneel) kan net als de CD-wisselaar worden bediend op de IVA-D310R /IVA-D310RB.
2
1
Keuze van multiwisselaar (optioneel)
Als u de KCA-410C (Versatile Link-contactdoos) gebruikt, kunt u twee wisselaars aansluiten.
Raak in de wisselaarmodus [CHG SEL] aan of druk op BAND op het toestel om de volgende wisselaar te selecteren (alleen aangesloten CD­wisselaars).
Voor de bediening van de geselecteerde wisselaar verwijzen we naar het hoofdstuk “CD/MP3/WMA”.
• Voor de bediening van de geselecteerde wisselaar, zie “CD/MP3/WMA” (pagina’s 17 en 19).
2
1
Page 58
56-NL
Muziek van HDD beluisteren
Dit apparaat kan worden bediend op het toestel als een Alpine HDD-speler aangesloten is.
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [MM DRIVER] aan.
Het hoofdscherm van de MM DRIVER-modus verschijnt.
Selecteer de gewenste muziek door [ ] of [] aan te raken.
Zoeken: Raak []of []aan. Snel vooruit/achteruit: Raak
[]of []aan en houd
de toets ingedrukt.
Raak [ ] aan om de muziek die wordt afgespeeld tijdelijk te stoppen.
Raak []nogmaals aan om het afspelen te hervatten.
4
3
2
1
Een iPod™ of iPod™ mini kan worden bediend vanaf de IVA­D310R/IVA-D310RB wanneer u hem aansluit op een optionele Alpine interface-adapter voor iPod™ (KCA-420i). Terwijl hij is aangesloten op de IVAD310R/IVA-D310RB is bediening op de iPod™ niet mogelijk.
• Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de aangesloten adapter (KCA-420i).
• Voor een beschrijving van elke functie verwijzen we naar de documentatie bij de iPod.
Afspelen
Raak [SOURCE] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [iPod] aan.
Het scherm van de iPod-modus verschijnt op het display.
Raak [ ] of [ ] aan om het gewenste liedje te selecteren.
Terugkeren naar het begin van het huidige liedje:
Raak []aan.
Snel achteruit:
Raak []aan en houd ingedrukt.
Naar het begin van het volgende liedje gaan:
Raak []aan.
Snel vooruit:
Raak []aan en houd ingedrukt.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op [].
Wanneer u []nogmaals aanraakt, wordt het afspelen hervat.
• Als een liedje op de iPod wordt afgespeeld wanneer hij op de IVAD310R/IVA-D310RB is aangesloten, gaat het afspelen na het aansluiten gewoon verder.
• Als de iPod samen met een wisselaar wordt gebruikt, moet de Versatile Link-contactdoos (KCA-410C) worden gebruikt. In dit geval raakt u [CHG SEL] aan op het hoofdscherm van de iPod­modus om de geschikte wisselaarmodus voor de iPod te selecteren.
• Alleen ISO8859-1 kan worden weergegeven.
• Als de naam van de artiest, het album of het liedje die is aangemaakt met iTunes te lang is, zullen de liedjes misschien niet worden afgespeeld wanneer de iPod wordt aangesloten op de adapter. Daarom wordt een maximum van 250 lettertekens aanbevolen. Het maximumaantal tekens voor de head-unit is 64 (64 bytes).
• Sommige tekens zullen misschien niet correct worden weergegeven.
• “NO SUPPORT” wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet compatibel is met de IVA-D310R/IVA-D310RB.
Een gewenst liedje zoeken
Een iPod kan honderden tot duizenden liedjes bevatten. Door deze liedjes te ordenen in kleinere afspeellijsten kan de IVAD310R/IVA-D310RB het zoeken naar liedjes vergemakkelijken.
• Het maximumaantal afspeellijsten, artiesten of albums dat kan worden doorzocht is 511. Het maximumaantal liedjes dat kan worden doorzocht is 255.
4
3
2
1
iPod™ (optioneel)
Werking van HDD-speler (optioneel)
Page 59
57-NL
Raak [ ] aan.
De zoekmodus wordt geactiveerd en het zoeklijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van PLAYLIST SEARCH aan.
Het PLAYLIST-zoekscherm verschijnt.
Selecteer de gewenste afspeellijst.
De afspeellijst direct afspelen
1 Raak [o] naast de afspeellijst aan.
De geselecteerde afspeellijst wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Zoeken naar een liedje in de afspeellijst
1 Raak []van de geselecteerde afspeellijst aan.
Het SONG-zoekscherm van de geselecteerde afspeellijst verschijnt.
2 Raak [o] naast het gewenste liedje aan.
Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
Raak [ ] aan.
De zoekmodus wordt geactiveerd en het zoeklijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van ARTIST SEARCH aan.
Het ARTIST-zoekscherm verschijnt.
Selecteer de gewenste artiest.
De artiest direct afspelen
1 Raak [o] naast de artiest aan.
Liedjes van de gekozen artiest worden afgespeeld.
• Raak [o] van ALL aan om af te spelen vanaf het begin van alle liedjes.
• Raak []van ALL aan om het ALBUM-zoekscherm te wijzigen.
Zoeken naar een album van een artiest
1 Raak []van de geselecteerde artiest aan.
Het ALBUM-zoekscherm van de geselecteerde artiest verschijnt.
2 Raak [o] naast de naam van het gewenste album aan.
Liedjes van het gekozen album worden afgespeeld.
• Raak [o] van ALL aan om terug te keren naar het scherm van de iPod-modus.
• Raak []van ALL aan om het SONG-zoekscherm van de gekozen artiest te wijzigen.
Zoeken naar een liedje op een album van een artiest
1 Raak []van het gewenste album aan in “Zoeken
naar een album van een artiest” in stap 2. Het SONG-zoekscherm van het gekozen album verschijnt.
2 Raak [o] naast de naam van het gewenste liedje aan.
Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
Raak [ ] aan.
De zoekmodus wordt geactiveerd en het zoeklijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van ALBUM SEARCH aan.
Het ALBUM-zoekscherm verschijnt.
Selecteer het gewenste album.
Het album direct afspelen
1 Raak [o] naast het album aan.
Liedjes van het gekozen album worden afgespeeld.
3
2
1
Zoeken op album
3
2
1
Zoeken op artiest
3
2
1
Zoeken op afspeellijst
• Raak [o] van ALL aan om terug te keren naar het scherm van de iPod-modus.
• Raak []van ALL aan om het SONG-zoekscherm te wijzigen.
Zoeken naar een liedje op een album
1 Raak []van het geselecteerde album aan.
Het SONG-zoekscherm van het gekozen album verschijnt.
2 Raak [o] naast de naam van het gewenste liedje aan.
Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.)
De functie voor afspelen in willekeurige volgorde van de iPod wordt weergegeven als M.I.X. op de IVAD310R/IVA-D310RB.
Afspelen van albums in willekeurige volgorde:
Er wordt een willekeurig album op de iPod gekozen en de liedjes van dat album worden in volgorde afgespeeld. Als u een liedje in de afspeellijst-/artiestzoekmodus heeft gekozen voordat u de functie voor het afspelen van albums in willekeurige volgorde koos, worden alleen albums van die afspeellijst/artiest willekeurig gekozen. De liedjes van dat album worden in volgorde afgespeeld.
Afspelen van liedjes in willekeurige volgorde:
Alle liedjes op de iPod worden in willekeurige volgorde afgespeeld. Als u een liedje in de afspeellijst­/artiestzoekmodus heeft gekozen voordat u de functie voor het afspelen van liedjes in willekeurige volgorde koos, worden alleen de liedjes van die afspeellijst/artiest/album willekeurig gekozen.
Raak [ ] aan.
De liedjes worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Raak [ ] aan om de M.I.X.-afspeelfunctie te annuleren.
• Voor meer informatie over de zoekmodus verwijzen we naar “Een gewenst liedje zoeken” (bladzijde 56).
• Als u een liedje in de albumzoekmodus heeft gekozen voordat u de functie voor het afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) koos, worden de liedjes niet in willekeurige volgorde afgespeeld als u de functie voor het afspelen van albums in willekeurige volgorde inschakelt.
• Als er geen album in de afspeellijst is, zal de functie voor het afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) niet werken als u de functie voor het afspelen van albums in willekeurige volgorde inschakelt.
• De M.I.X.-modus wordt geannuleerd wanneer de iPod of iPod mini wordt verwijderd of wanneer het contactslot wordt uitgeschakeld.
Herhaald afspelen
Alleen de functie Eén herhalen is beschikbaar voor de iPod. Eén herhalen: Eén liedje wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Raak [ ] aan.
Het bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT
(uit)
(Eén herhalen) (De lijst die wordt afgespeeld herhalen)
Raak [ ] aan om het herhaald afspelen te annuleren.
• Tijdens het herhaald afspelen kunnen geen andere liedjes worden gekozen door []of []aan te raken.
• De functie voor herhaald afspelen wordt geannuleerd wanneer de iPod of iPod mini wordt verwijderd of wanneer het contactslot wordt uitgeschakeld.
2
1
2
1
M.I.X. ALBUMS
(afspelen van albums in willekeurige volgorde)
M.I.X. SONGS
(afspelen van liedjes in willekeurige volgorde)
(uit)
Page 60
58-NL
Over de indicaties op het subdisplay
Voorbeeld van indicaties in de CD-modus
qq
Indicatie van het tracknummer
ww
Licht op wanneer de simultaan-functie is ingeschakeld
ee
Licht op wanneer M.I.X. actief is
rr
Licht op wanneer M.I.X. ALL/RPT DISC is ingeschakeld (alleen wanneer de modus M.I.X. ALL of RPT DISC van de wisselaar is ingeschakeld)
tt
Licht op wanneer RPT actief is
yy
Licht op wanneer MUTE is ingeschakeld
uu
Licht op wanneer een disk is geplaatst
• Wanneer een disk wordt afgespeeld die compatibel is met CD­tekst, wordt na het tracknummer de tracktekst (maximaal 8 tekens) weergegeven.
Voorbeeld van indicaties in de MP3/WMA-modus
qq
Indicatie van het mapnummer
ww
Indicatie van het bestandsnummer
ee
Licht op wanneer de simultaan-functie is ingeschakeld
rr
Licht op wanneer M.I.X. actief is
tt
Licht op wanneer RPT DISC is ingeschakeld (alleen in wisselaarmodus)
yy
Licht op wanneer M.I.X./RPT van een map is geselecteerd
uu
Licht op wanneer RPT actief is
ii
Licht op wanneer MUTE is ingeschakeld
oo
Licht op wanneer een disk is geplaatst
• Als taginformatie beschikbaar is, wordt na het map- of bestandsnummer de naam van het liedje (maximaal 8 tekens) weergegeven.
Voorbeeld van indicaties in de DVD-modus
qq
Indicatie van het hoofdstuknummer
ww
Licht op wanneer de simultaan-functie is ingeschakeld
ee
Licht op wanneer RPT van titel is ingeschakeld
rr
Licht op wanneer RPT van hoofdstuk actief is
tt
Licht op wanneer MUTE is ingeschakeld
yy
Licht op wanneer een disk is geplaatst
Voorbeeld van indicaties in video-CD-modus
qq
Indicatie van het tracknummer
ww
Licht op wanneer de simultaan-functie is ingeschakeld
ee
Licht op wanneer RPT actief is
rr
Licht op wanneer MUTE is ingeschakeld
tt
Licht op wanneer een disk is geplaatst
• Wanneer PBC is ingeschakeld, wordt “PBC ON” weergegeven.
Voorbeeld van indicaties in de FM-radiomodus
qq
Licht op wanneer MUTE is ingeschakeld
ww
Indicatie van het voorkeuzenummer gedurende 2 seconden
ee
Indicatie van de gekozen frequentie
rr
Licht op wanneer de simultaan-functie is ingeschakeld
Voorbeeld van indicaties in de RDS-modus
qq
Licht op wanneer AF wordt ontvangen
ww
Licht op wanneer EON wordt ontvangen in de tunermodus. Licht op wanneer AF/T. INFO is ingeschakeld en Eon wordt ontvangen in andere modus.
ee
Licht op wanneer T. INFO actief is
rr
Licht op wanneer TP wordt ontvangen in de tunermodus. Licht op wanneer T. INFO is ingeschakeld en TP wordt ontvangen in andere modus.
tt
Licht op wanneer P. PTY actief is
• Informatie over liedjes, enz. zal misschien niet correct worden weergegeven.
• Het display kan variëren afhankelijk van het (de) aangesloten toestel(len).
Over de indicaties op het subdisplay
Page 61
59-NL
Bovendien bieden DVD’s talloze functies.
Meervoudige audio
* (pagina 24)
Films kunnen in max. acht talen opgenomen zijn. De gewenste taal kan op het toestel worden gekozen.
Ondertitelingsfunctie* (pagina 24)
Films kunnen ondertiteld zijn in max. 32 talen. De gewenste ondertitelingstaal kan op het toestel worden gekozen.
Verschillende hoeken* (pagina 23)
Als de DVD een film bevat die vanuit verschillende camerastandpunten is opgenomen, kan de gewenste hoek worden geselecteerd op het toestel.
Meervoudige verhalenfunctie*
Met deze functie bevat één film verschillende verhaallijnen. U kunt de verschillende verhaallijnen selecteren om verschillende versies van dezelfde film te bekijken. De bediening verschilt van disk tot disk. Tijdens de film verschijnen keuzeschermen met verhaallijnen en instructies om ze te selecteren. Volg gewoon de instructies op het scherm.
* De functies audiotaal, ondertitelingstaal, hoek, enz. verschillen
van disk tot disk. Voor meer informatie verwijzen we naar de hoes van de disk.
Over DVD’s
Muziek-CD’s en DVD’s zijn voorzien van groeven (sporen), waarin de digitale gegevens worden opgenomen. De gegevens hebben de vorm van microscopisch kleine putjes in de sporen. Deze putjes worden afgelezen door een laserstraal om de disk af te spelen. Op DVD’s is de dichtheid van de sporen en putjes tweemaal zo hoog als bij CD’s, waardoor DVD’s meer gegevens kunnen opslaan op een kleinere ruimte.
Een disk van 12 cm kan één film of ongeveer vier uur muziek bevatten.
Bovendien leveren DVD’s scherpe beelden met levendige kleuren, dankzij een horizontale resolutie van meer dan 500 lijnen (een VHS­cassette levert minder dan 300 lijnen). Met een optionele digitale audioprocessor (PXA-H900/PXA-H510/PXA-H700, enz.) kunt u met behulp van Dolby Digital 5.1-kanaal Surround de sfeer van een bioscoop nabootsen.
Informatie
CD’s
Minimale lengte van de putjes ­0,9 µm
DVD’s
1,2 mm
Spoorafstand ­1,6 µm
Minimale lengte van de putjes ­0,9 µm
0,6 mm 0,6 mm
Spoorafstand ­0,74 µm
Page 62
Terminologie
Dolby Digital
Dolby Digital is een compressietechnologie voor digitale audio, die werd ontwikkeld door Dolby Laboratories. Met deze techniek kunnen grote hoeveelheden audiogegevens efficiënt worden opgenomen op disks. Dolby Digital is compatibel met audiosignalen van mono (1 kanaal) tot 5.1-kanaal surround sound. De signalen voor de verschillende kanalen zijn volledig onafhankelijk en, omdat het geluid digitaal en van hoge kwaliteit is, is er geen verlies van geluidskwaliteit.
* De afzonderlijk verkochte digitale audioprocessor (PXA-
H510/PXA-H900/PXA-H700, enz.) is vereist om volledig te kunnen genieten van 5.1-kanaal surround-geluid.
De IVA-D310R/IVA-D310RB voert Dolby Digital-decodering uit als analoge audiosignalen worden uitgevoerd; in dit geval is het 2-kanaal audio en niet 5.1-kanaal
DTS
Dit is een digitaal geluidsformaat voor thuistoepassingen van het DTS Sound System. Dit is een kwalitatief hoogstaand geluidssysteem, dat door Digital Theater Systems, Inc. werd ontwikkeld voor gebruik in bioscopen. DTS beschikt over zes onafhankelijke geluidssporen. De bioscoopweergave wordt volledig gerealiseerd in de thuis- en andere instellingen. DTS is de afkorting van Digital Theater System.
* Om van DTS surround-geluid te kunnen genieten, hebt u de
afzonderlijk verkochte DTS digitale audioprocessor (PXA­H900/PXA-H700, enz.) nodig. De DVD-videosoftware moet ook over een DTS-geluidsspoor beschikken.
De IVA-D310R/IVA-D310RB beschikt over een ingebouwde DTS 2-kanaal audiodecoder. Analoge audio-uitgangen zijn beschikbaar.
Dolby Pro Logic
Dolby Pro Logic is de technologie waarmee programma’s worden gedecodeerd die in Dolby Surround werden gecodeerd. Pro Logic-decodering levert vier geluidskanalen (voor links/rechts, midden en mono achter surround) op basis van een 2-kanaal (stereo)bron.
* De afzonderlijk verkochte digitale audioprocessor (PXA-
H510/PXA-H900) is vereist om volledig te kunnen genieten van Dolby Pro Logic surround-geluid.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II geeft 2-kanaal bronnen weer in 5 kanalen over het volledige frequentiebereik. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een geavanceerde, kwalitatief hoogstaande matrix surround-decoder, die de ruimtelijke eigenschappen van de oorspronkelijke opname beklemtoont zonder geluiden toe te voegen of de klank van de bron te wijzigen.
* De afzonderlijk verkochte digitale audioprocessor (PXA-H700,
enz.) is vereist om volledig te kunnen genieten van Dolby Pro Logic II surround-geluid.
Lineair PCM-audio (LPCM)
LPCM is een signaalopnameformaat dat wordt gebruikt voor muziek-CD’s. Terwijl muziek-CD’s worden opgenomen met 44,1 kHz/16-bit, worden DVD’s opgenomen met 48 kHz/16-bit tot 96 kHz/24­bit, waardoor een hogere geluidskwaliteit wordt verkregen dan bij muziek-CD’s.
Classificatieniveaus (oudercontrole)
Dit is een functie om te voorkomen dat DVD’s door kinderen worden bekeken, zoals voorgeschreven door de wetgeving van bepaalde landen. De manier waarop de weergave wordt beperkt, is verschillend van DVD tot DVD. Soms kan de DVD helemaal niet worden weergegeven, soms worden bepaalde scènes overgeslagen en soms worden bepaalde scènes vervangen door andere scènes.
60-NL
Middenluid­spreker
Voorluid­sprekers
Achterluid­sprekers
Subwoofer
Luidsprekeropstelling om te genieten van Dolby Digital-geluid/dts-geluid
Page 63
61-NL
Lijst van taalcodes
(Voor meer details zie pagina 30.)
Afkorting Code Taal
AA 6565 IE 7369 RN 8278
AB 6566 IK 7375 RO 8279
AF 6570 IN 7378 RU 8 285
AM 6577 IS 7383 RW 8287
AR 6582 IT 7384 SA 8365
AS 6583 IW 7387 SD 8368
AY 6 589 JA 7465 SG 8371
AZ 6590 JI 7473 SH 8372
BA 6665 JW 7487 SI 8373
BE 6669 KA 7565 SK 8375
BG 6671 KK 7575 SL 8376
BH 6672 KL 7576 SM 8377
BI 6673 KM 7577 SN 8378
BN 6678 KN 7578 SO 8379
BO 6679 KO 7579 SQ 8381
BR 6682 KS 7583 SR 8382
CA 6765 KU 7585 SS 8383
CO 6779 KY 7589 ST 8384
CS 6783 LA 7665 SU 8385
CY 6789 LN 7678 SV 8386
DA 6865 LO 7679 SW 8387
DE 6869 LT 7684 TA 8 465
DZ 6890 LV 7686 TE 8469
EL 6976 MG 7771 TG 8471
EN 6978 MI 7773 TH 8472
EO 6979 MK 7775 TI 8473
ES 6983 ML 7776 TK 8475
ET 6984 MN 7778 TL 8476
EU 6985 MO 7779 TN 8478
FA 7 065 MR 7782 TO 8 479
FI 7073 MS 7783 TR 8482
FJ 7074 MT 7784 TS 8483
FO 7079 MY 7789 TT 8484
FR 7082 NA 7865 TW 8487
FY 7089 NE 7869 UK 8575
GA 7165 NL 7876 UR 8582
GD 7168 NO 7879 UZ 8590
GL 7176 OC 7967 VI 8673
GN 7178 OM 7977 VO 8679
GU 7185 OR 7982 WO 8779
HA 7265 PA 8065 XH 8872
HI 7273 PL 8076 YO 8 979
HR 7282 PS 8083 ZH 9072
HU 7285 PT 8084 ZU 9085
HY 7289 QU 8185
IA 7365 RM 8277
Afar
Abchazisch
Afrikaans
Amharisch
Arabisch
Assamees
Aymara
Azerbeidjaans
Basjkirisch
Wit-Russisch
Bulgaars
Bihari
Bislama
Bengaals
Tibetaans
Bretoens
Catalaans
Corsicaans
Tsjechisch
Welsh
Deens
Duits
Bhutani
Grieks
Engels
Esperanto
Spaans
Estisch
Baskisch
Perzisch
Fins
Fiji
Faeröers
Frans
Fries
Iers
Schots
Galicisch
Guarani
Gujarati
Hausa
Hindi
Kroatisch
Hongaars
Armeens
Interlingua
Afkorting Code Taal Afkorting Code Taal
Interlingue
Inupiak
Indonesisch
IJslands
Italiaans
Hebreeuws
Japans
Jiddisch
Javaans
Georgisch
Kazaks
Groenlands
Cambodjaans
Kannada
Koreaans
Kasjmiers
Koerdisch
Kirgizisch
Latijn
Lingala
Laotiaans
Litouws
Lets
Malagassisch
Maori
Macedonisch
Malayalam
Mongools
Moldavisch
Marathi
Maleis
Maltees
Birmaans
Nauru
Nepalees
Nederlands
Noors
Occitaans
(Afan) Oromo
Oriya
Punjabi
Pools
Pashto
Portugees
Quechua
Reto-Romaans
Kirundi
Roemeens
Russisch
Kinyarwanda
Sanskriet
Sindhi
Sangho
Servokroatisch
Singalees
Slovaaks
Sloveens
Samoaans
Shona
Somali
Albanees
Servisch
Siswati
Sesotho
Soendanees
Zweeds
Swahili
Tamil
Telugu
Tadzjieks
Thais
Tigrinya
Turkmeens
Tagalog
Setswana
Tonga
Turks
Tsonga
Tartaars
Twi
Oekraïens
Urdu
Oezbeeks
Vietnamees
Volapuk
Wolof
Xhosa
Yoruba
Chinees
Zoeloe
Page 64
62-NL
Lijst van landcodes
(Voor meer details zie pagina 30.)
Afkorting Code Land
AD 6568 CK 6775 GR 7182
AE 6569 CL 6776 GS 7183
AF 6570 CM 6777 GT 7184
AG 6571 CN 6778 GU 7185
AI 6573 CO 6779 GW 7187
AL 6576 CR 6782 GY 7189
AM 6577 CU 6785 HK 7275
AN 6578 CV 6786 HM 7277
AO 6579 CX 6788 HN 7278
AQ 6581 CY 6789 HR 7282
AR 6582 CZ 6790 HT 7284
AS 6583 DE 6869 HU 7285
AT 6584 DJ 6874 ID 7368
AU 6585 DK 6875 IE 7369
AW 6587 DM 6877 IL 7376
AZ 6590 DO 6879 IN 7378
BA 6665 DZ 6890 IO 7379
BB 6666 EC 6967 IQ 7381
BD 6668 EE 6969 IR 7382
BE 6669 EG 6971 IS 7383
BF 6670 EH 6972 IT 7384
BG 6671 ER 6982 JM 7477
BH 6672 ES 6983 JO 7479
BI 6673 ET 6984 JP 7480
BJ 6674 FI 7073 KE 7569
BM 6677 FJ 7074 KG 7571
BN 6678 FK 7075 KH 7572
BO 6679 FM 7077 KI 7573
BR 6682 FO 7079 KM 7577
BS 6683 FR 7082 KN 7578
BT 6684 GA 7165 KP 7580
BV 6686 GB 7166 KR 7582
BW 6687 GD 7168 KW 7587
BY 6689 GE 7169 KY 7589
BZ 6690 GF 7170 KZ 7590
CA 6765 GH 7172 LA 7665
CC 6767 Gi 7173 LB 7666
CD 6768
GL 7176 LC 7667
CF 6770 GM 7177 LI 7673
CG 6771 GN 7178 LK 7675
CH 6772 GP 7180 LR 7682
CI 6773 GQ 7181 LS 7683
Afkorting Code Land Afkorting Code Land
Andorra
Verenigde Arabische Emiraten
Afghanistan
Antigua en Barbuda
Anguilla
Albanië
Armenië
Nederlandse Antillen
Angola
Antarctica
Argentinië
Amerikaans-Samoa
Oostenrijk
Australië
Aruba
Azerbeidzjan
Bosnië en Herzegovina
Barbados
Bangladesh
België
Burkina Faso
Bulgarije
Bahrein
Burundi
Benin
Bermuda
Brunei Darussalam
Bolivië
Brazilië
Bahama’s
Bhutan
Bouveteiland
Botswana
Wit-Rusland
Belize
Canada
Cocoseilanden
Democratische Republiek Congo
Centraal-Afrikaanse Republiek
Congo
Zwitserland
Ivoorkust
Cookeilanden
Chili
Kameroen
China
Colombia
Costa Rica
Cuba
Kaapverdië
Christmaseiland
Cyprus
Tsjechië
Duitsland
Djibouti
Denemarken
Dominica
Dominicaanse Republiek
Algerije
Ecuador
Estland
Egypte
Westelijke Sahara
Eritrea
Spanje
Ethiopië
Finland
Fiji
Falklandeilanden
Micronesia
Faeröer
Frankrijk
Gabon
Verenigd Koninkrijk
Grenada
Georgië
Frans-Guyana
Ghana
Gibraltar
Groenland
Gambia
Guinee
Guadeloupe
Equatoriaal-Guinea
Griekenland
Zuid-Georgië en Zuidelijke Sandwicheilanden
Guatemala
Guam
Guinee-Bissau
Guyana
Hong Kong
Heard- en McDonaldeilanden
Honduras
Kroatië
Haïti
Hongarije
Indonesië
Ierland
Israël
India
Brits Territorium in de Indische Oceaan
Irak
Iran
IJsland
Italië
Jamaica
Jordan
Japan
Kenia
Kirgizstan
Cambodja
Kiribati
Comoren
Saint Kitts en Nevis
Democratische Republiek Korea
Republiek Korea
Koeweit
Caymaneilanden
Kazachstan
Democratische Volksrepubliek Laos
Libanon
Saint Lucia
Liechtenstein
Sri Lanka
Liberia
Lesotho
Page 65
63-NL
Afkorting Code Land
LT 7684 PA 8 065 TD 8468
LU 7685 PE 8069 TF 8470
LV 7686 PF 8070 TG 8471
LY 7689 PG 8071 TH 8472
MA 7765 PH 8072 TJ 8474
MC 7767 PK 8075 TK 8475
MD 7768 PL 8076 TM 8477
MG 7771 PM 8077 TN 8478
MH 7772 PN 8078 TO 8479
MK 7775 PR 8082 TP 8480
ML 7776 PT 8084 TR 8482
MM 7777 PW 8087 TT 8484
MN 7778 PY 8089 TV 8486
MO 7779 QA 8165 TW 8487
Litouwen
Luxemburg
Letland
Libië
Marokko
Monaco
Moldavië
Madagascar
Marshalleilanden
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
Mali
Myanmar
Mongolië
Macau
Afkorting Code Land Afkorting Code Land
Panama
Peru
Frans-Polynesië
Papoea-Nieuw­Guinea
Filipijnen
Pakistan
Polen
Saint-Pierre en Miquelon
Pitcairneilanden
Puerto Rico
Portugal
Palau
Paraguay
Qatar
Tsjaad
Franse Gebieden in de zuidelijke Indische Oceaan
Togo
Thailand
Tadzjikistan
Tokelau
Turkmenistan
Tunesië
Tonga
Oost-Timor
Turkije
Trinidad en Tobago
Tuvalu
Taiwan
MP 7780 RE 8269 TZ 8490
MQ 7781 RO 8279 UA 8565
MR 7782 RU 8285 UG 8571
MS 7783 RW 8287 UM 8577
MT 7784 SA 8365 US 8583
MU 7785 SB 8366 UY 8589
MV 7786 SC 8367 UZ 8590
MW 7787 SD 8368 VA 8 665
MX 7788 SE 8369 VC 8667
MY 7789 SG 8371 VE 8669
MZ 7790 SH 8372 VG 8671
NA 7865 SI 8373 VI 8673
NC 7867 SJ 8374 VN 8678
NE 7869 SK 8375 VU 8685
NF 7870 SL 8376 WF 8770
NG 7871 SM 8377 WS 8783
NI 7873 SN 8378 YE 8969
NL 7876 SO 8379 YT 8984
NO 7879 SR 8382 YU 8985
NP 7880 ST 8384 ZA 9065
NR 7882 SV 8386 ZM 9077
NU 7885 SY 8389 ZW 9087
Noordelijke Marianen
Martinique
Mauritanië
Montserrat
Malta
Mauritius
Maldiven
Malawi
Mexico
Maleisië
Mozambique
Namibië
Nieuw-Caledonië
Niger
Norfolkeiland
Nigeria
Nicaragua
Nederland
Noorwegen
Nepal
Nauru
Niue
Reunion
Roemenië
Rusland
Rwanda
Saoedi-Arabië
Salomonseilanden
Seychellen
Soedan
Zweden
Singapore
Sint-Helena
Slovenië
Svalbard en Jan Mayen
Slovakije
Sierra Leone
San Marino
Senegal
Somalië
Suriname
Sao Tomé en Principe
El Salvador
Syrië
Tanzania
Oekraïne
Oeganda
Amerikaanse ondergeschikte afgelegen eilanden
Verenigde Staten
Uruguay
Oezbekistan
Vaticaanstad
Saint Vincent en de Grenadines
Venezuela
Britse Maagdeneilanden
Amerikaanse Maagdeneilanden
Vietnam
Vanuatu
Wallis en Futuna
Samoa
Jemen
Mayotte
Joegoslavië
Zuid-Afrika
Zambia
Zimbabwe
NZ 7890 SZ 8390
OM 7977 TC 8467
Nieuw-Zeeland
Oman
Swaziland
Turks- en Caicoseilanden
Page 66
64-NL
Radio
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenne, of breuk in de antennekabel.
- Kijk na of de antenne correct aangesloten is; vervang indien nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk om zenders te vinden in de zoekmodus.
•U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Vergewis u ervan dat de tuner in DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne misschien niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk van een aardleiding is voorzien op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De radio-uitzending gaat gepaard met veel ruis.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang een gebroken antenne.
• De antenne is slecht geaard.
- Vergewis u ervan dat de antenne juist geaard is ter hoogte van
zijn montageplaats.
• Het zendersignaal is zwak en bevat ruis.
- Als bovenstaande oplossing niet helpt, stemt u af op een andere
zender.
CD/MP3/WMA/DVD/Video-CD
Afgespeelde geluid van disk zweeft.
• Vochtcondensatie in de diskmodule.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie verdampt is (ongeveer 1
uur).
Disk kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een disk in de DVD-speler.
- Haal de disk uit de speler.
• De disk is niet goed geplaatst.
- Ga na of de disk geplaatst is zoals beschreven in de instructies in
het hoofdstuk over de CD-speler (MP3/WMA/DVD/video-CD).
Disk kan niet snel vooruit of achteruit spoelen.
• De disk is beschadigd.
- Haal de disk uit het toestel en gooi hem weg. Als u een
beschadigde disk gebruikt, kan het mechanisme van het toestel beschadigd raken.
Afgespeelde geluid van disk verspringt wegens trillingen.
• Toestel niet goed bevestigd.
- Zet het toestel degelijk vast.
• Disk is zeer vuil.
- Reinig de disk.
• Disk vertoont krassen.
- Vervang de disk.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare reinigingsdisk om de lens
te reinigen. Raadpleeg uw ALPINE-dealer.
Afgespeelde geluid van disk verspringt zonder trillingen.
• Disk vuil of gekrast.
- Reinig de disk; als de disk beschadigd is, moet hij worden
vervangen.
Afspelen van CD-R/CD-RW onmogelijk.
• Sessie werd niet degelijk beëindigd (afgesloten).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
Bij problemen
Algemeen
Toestel of display werkt niet.
• Het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
- Als het toestel aangesloten werd volgens de instructies, zal het niet werken als het contact van het voertuig uitgeschakeld is.
• Verkeerde aansluiting van de stroomkabels.
- Controleer de aansluiting van de stroomkabels.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van de accukabel van het toestel; vervang indien nodig door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van interferentieruis, enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de RESET-knop.
• Black-outmodus geactiveerd.
- Annuleer de black-outmodus.
Geen of onnatuurlijke klank.
• Onjuiste instelling van de regelingen volume/balans/fader.
- Pas de regelingen aan.
• Verkeerde of onveilige aansluitingen.
- Kijk na of de aansluitingen correct en stevig zijn.
Er wordt geen scherm weergegeven.
• De helderheid is ingesteld op de minimumstand.
- Pas de regeling van de helderheid aan.
• De temperatuur in het voertuig is te laag.
- Verhoog de binnentemperatuur van het voertuig tot in het bereik van de bedrijfstemperatuur.
• De aansluitingen van de DVD-, CD-speler of van het navigatiesysteem werden niet veilig uitgevoerd.
- Kijk na of de aansluitingen correct en stevig zijn.
Abnormale beweging van het weergegeven beeld.
• De temperatuur in het voertuig is te hoog.
- Laat de temperatuur van het voertuiginterieur afkoelen.
Onduidelijke weergave of weergave met beeldruis.
• De fluorescentieplaat is versleten.
- Vervang de fluorescentieplaat.
Het navigatiesysteem werkt niet.
• De aansluitingen met het navigatiesysteem zijn verkeerd.
- Kijk de aansluitingen met het navigatiesysteem na en sluit de
kabels correct en stevig aan.
De optionele afstandsbediening werkt niet.
• De afstandsbedieningssensor van de “Functie voor entertainment achterin” is niet ingesteld op dit toestel.
- Stel in op dit toestel.
Onduidelijke afbeelding van het beeld.
• De fluorescentiebuis is versleten.
- Vervang de fluorescentiebuis*.
* Het vervangen van de fluorescentiebuis is niet kosteloos, zelfs
binnen de garantieperiode, aangezien de buis een consumptieartikel is.
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u volgende checklist raadplegen. Op die manier kunt u een probleem gemakkelijker identificeren dat afkomstig is van het toestel. Anders moet u zich ervan vergewissen dat de rest van uw systeem correct is aangesloten ofwel uw erkende Alpine-dealer raadplegen.
Page 67
65-NL
Foutmeldingen
• Mechanische fout
- Druk op q. Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de disk weer in het toestel. Als deze oplossing niet helpt, dient u uw Alpine­dealer te raadplegen.
MP3/WMA wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat geschreven is.
Zie “Over MP3/WMA” (pagina’s 18 en 19) en schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit toestel wordt ondersteund.
Toestel werkt niet.
• Het monitordisplay is niet ingeschakeld.
- Schakel het monitordisplay in.
• Condensatie.
- Wacht even (ongeveer 1 uur) tot de condensatie opgedroogd is.
Geen beeld.
• De modus van het monitordisplay is niet geschakeld in de modus die u wenst te bekijken.
- Schakel naar de modus die u wenst te bekijken.
• De handremdraad van het monitordisplay is niet aangesloten.
- Sluit de handremdraad van het monitordisplay aan en zet de
handrem aan. (Voor meer details verwijzen we naar de instructies bij het monitordisplay.)
• De handremdraad van het monitordisplay is niet aangesloten.
- Sluit de handremdraad van het monitordisplay aan en zet de
handrem aan. (Voor meer details verwijzen we naar de instructies bij het monitordisplay.)
Het afspelen begint niet.
• Disk is omgekeerd geplaatst.
- Controleer de disk en ga na of de bedrukte zijde omhoog staat.
• Disk is vuil.
- Reinig de disk.
• Een disk werd geplaatst die niet kan worden afgespeeld met dit toestel.
- Ga na of de disk kan worden afgespeeld.
• Oudercontrole ingesteld.
- Annuleer de oudercontrole of wijzig het classificatieniveau.
Beeld is onduidelijk of gestoord.
• Disk gaat snel vooruit of achteruit.
- Het beeld kan lichtjes gestoord zijn, maar dit is normaal.
• Voertuigaccu is zwak.
- Controleer het vermogen van de accu en de bedrading.
(Het toestel kan storingen vertonen als de accu minder dan 11 volt vermogen levert als een belasting wordt aangelegd.)
• Fluorescentiebuis van monitordisplay is versleten.
- Vervang de fluorescentiebuis van het monitordisplay.
Beeld stopt soms.
• Disk is gekrast.
- Vervang door een disk zonder krassen.
Indicatie voor CD/MP3/WMA
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
- Laat het toestel uitgeschakeld tot de temperatuur daalt; schakel het toestel daarna weer in.
• Geen disk geplaatst.
- Plaats een disk.
• Hoewel een disk geplaatst is, verschijnt "NO DISC" en het toestel begint niet met afspelen of werpt de disk uit.
- Verwijder de disk als volgt: Druk minstens 3 seconden op q.
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op q en werp de disk uit. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u nogmaals op q. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op q hebt gedrukt, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
• Gekraste disk, disk is vuil, opname van slechte kwaliteit of disk niet geschikt voor dit toestel.
- Druk op q.
- Vervang de disk.
Indicatie voor DVD/video-CD
• Geen disk geplaatst.
- Plaats een disk.
• Hoewel een disk geplaatst is, verschijnt "NO DISC" en het toestel begint niet met afspelen of werpt de disk uit.
- Verwijder de disk als volgt:
Druk minstens 3 seconden op
q.
• (Optionele) afstandsbediening kan niet worden gebruikt.
- Met sommige disks of afspeelmodi zijn bepaalde functies niet
mogelijk. Dit wijst niet op een defect.
NO DISC
DISC ERROR
EJECT ERROR
LOADING ERROR
NO DISC
HI-TEMP
Page 68
66-NL
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
- Laat het toestel uitgeschakeld tot de temperatuur daalt; schakel het toestel daarna weer in.
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op q en werp de disk uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u
nogmaals op q. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op q hebt gedrukt, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
• Gekraste disk, disk is vuil, opname van slechte kwaliteit of disk niet geschikt voor dit toestel.
- Druk op q.
- Vervang de disk.
• De regiocode van de disk komt niet overeen met die van het toestel.
- Plaats een disk waarvan de regiocode overeenkomt met die van
het toestel.
• Er is geprobeerd de DVD-instelling uit te voeren tijdens het afspelen van een disk.
- Stop het afspelen van de disk of werp de disk uit voordat u de
DVD-instelling uitvoert.
Indicatie voor CD-wisselaar
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
de bedrijfswaarden ligt.
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de uitwerptoets van het
magazijn en verwijder het magazijn. Controleer de indicatie. Breng het magazijn terug in. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerpknop. Als het magazijn niet
uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
ERROR01
HI-TEMP
STOP OR EJECT DISC BEFORE USING DVD-SETUP
REGIONAL CODE VIOLATION
DISC ERROR
EJECT ERROR
LOADING ERROR
HI-TEMP
• Er is een CD achtergebleven in de CD-wisselaar.
- Druk op de Eject-toets om de uitwerpfunctie te activeren. Als de CD-wisselaar de uitwerpfunctie beëindigd heeft, plaatst u een leeg magazijn in de CD-wisselaar om de CD te recupereren die in de CD-wisselaar achtergebleven is.
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Breng een magazijn in.
• Geen disk gevonden.
- Kies een andere CD.
Indicatie voor iPod-modus
• De iPod is niet aangesloten.
- Zorg ervoor dat de iPod correct is aangesloten.
Controleer of de kabel niet te sterk gebogen is.
• De batterij van de iPod is zwak.
- Raadpleeg de documentatie bij de iPod en laad de batterij op.
• Er zijn geen liedjes opgeslagen op de iPod.
- Download liedjes naar de iPod en sluit hem aan op de IVA­D310R/D310RB.
• Communicatiefout
- Zet het contactslot uit en dan weer op ACC of ON.
- Controleer het display door de iPod opnieuw met de iPod-kabel op de adapter aan te sluiten.
• De iPod-softwareversie is niet compatibel met de optionele adapter KCA-420i.
- Raadpleeg de handleiding van de optionele adapter KCA-420i en
werk de iPod-softwareversie bij zodat deze compatibel is met de optionele adapter KCA-420i.
ERROR02
ERROR01
NO SONG
NO iPod
NO DISC
NO MAGAZINE
ERROR02
Page 69
67-NL
Specificaties
MONITORGEDEELTE
Schermafmetingen 7.0" LCD-type Transparant type TN LCD Bedrijfssysteem TFT actieve matrix Aantal beeldelementen 336.960 (1.440 × 234) Effectief aantal beeldelementen 99,99% of meer Verlichtingssysteem Koude kathode fluorescentiebuis
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz Bruikbare gevoeligheid mono 9,3 dBf (0,8 µV/75 ohm) 50 dB stilschakelgevoeligheid 13,5 dBf (1,3 µV/75 ohm) Alternatieve kanaalselectiviteit 80 dB Signaal-ruisverhouding 80 dB Stereoscheiding 45 dB Vangbereik 2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 531 – 1.602 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 153 – 281 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 31,6 µV/30 dB
CD-/DVD-GEDEELTE
Frequentiebereik 5 – 20.000 Hz Wow & Flutter (% WRMS) Niet meetbaar Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz) Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz) Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz) Signaalsysteem NTSC/PAL Horizontale resolutie 500 lijnen of meer Video-uitgangsniveau 1Vp-p (75 ohm) Signaal-ruisverhouding video DVD: 60 dB Signaal-ruisverhouding audio Meer dan 105 dB
LEESSYSTEEM
Golflengte DVD: 665 nm
CD: 785 nm
Laservermogen KLASSE II
ALGEMEEN
Stroomvereisten 14,4 V DC
(11-16 V toelaatbaar)
Bedrijfstemperatuur 0°C tot 45°C Maximaal uitgangsvermogen 50 W × 4 Uitgangsspanning 2.000 mV/10k ohm Gewicht (Monitorgedeelte) 2,2 kg
(4 lbs. 14 oz) (Tunergedeelte) 1,2 kg (2 lbs. 10 oz)
Audio-uitgangsniveau
Voorversterkeruitgang
(voor, achter): 2 V/10 k ohm (max.)
Voorversterkeruitgang
(subwoofer): 2 V/10 k ohm (max.) Hulpuitgang: 1,2V/10k ohm Ai-NET: 850 mV
CHASSISFORMAAT (monitorgedeelte)
Breedte 178 mm Hoogte 50 mm Diepte 165 mm
CHASSISFORMAAT (tunergedeelte)
Breedte 275 mm Hoogte 40 mm Diepte 170 mm
• Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de technische gegevens en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
• Het LCD-paneel wordt gefabriceerd volgens een ultraprecieze productietechnologie. De effectieve pixelverhouding bedraagt ruim 99,99%. Dit betekent dat de kans bestaat dat 0,01% van de pixels altijd aan of uit staat.
VOORZICHTIG
KLASSE 1
LASERPRODUCT
(Onderzijde van monitorspeler)
VOORZICHTIG-Laserstraling wanneer geopend, NIET IN DE STRAAL KIJKEN
(Onderzijde van monitorspeler)
Page 70
68-NL
Installatie en aansluitingen
Voor u het toestel installeert of aansluit, dient u volgende informatie en pagina 5 tot 7 van deze handleiding grondig door te nemen.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet­naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
LET OP DAT KABELS NIET VERWARD RAKEN IN OMLIGGENDE VOORWERPEN.
Plaats de draden en kabels zoals beschreven in de handleiding, om hinder tijdens het rijden te vermijden. Kabels of bedrading die hinder veroorzaakt of zich kan vasthaken aan bijvoorbeeld het stuurwiel, de schakelhendel, het rempedaal enz., kunnen tot zeer gevaariijke situaties leiden.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET KABELS VAN ANDERE SYSTEMEN.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om stroom af te takken voor andere systemen. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of een elektrische schok tot gevolg kan hebben.
GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen leidingen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM­OF BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over het voertuig onklaar maken en brand enz. veroorzaken.
KLEINE VOORWERPEN, BIJVOORBEELD BOUTEN OF SCHROEVEN, BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN WAAR HET TOESTEL DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG, ZOALS HET STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL, ZOU KUNNEN HINDEREN.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht vooruit worden belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid wendt u zich voor dit werk het best tot de dealer bij wie u dit toestel heeft gekocht..
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Vergewis u ervan alleen de vermelde accessoireonderdelen te gebruiken. Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig op zijn plaats wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de weg van bewegende onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of gepunte randen. Dit voorkomt dat de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
• Denk eraan de kabel van de negatieve (–) accupool los te koppelen alvorens uw IVA-D310R/IVA-D310RB te installeren. Hierdoor vermijdt u elke mogelijkheid tot beschadiging van het toestel door een kortsluiting.
• Vergewis u ervan de kleurgecodeerde stroomdraden aan te sluiten volgens het diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot gevolg hebben.
• Bij het maken van aansluitingen op het elektrische systeem van het voertuig, moet u opletten voor de reeds in de fabriek geïnstalleerde onderdelen (bijv. boordcomputer). Maak geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit toestel. Als u de IVA­D310R/IVA-D310RB aansluit op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring waarop de IVA-D310R/IVA­D310RB wordt aangesloten, de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig beschadigen. Raadpleeg uw ALPINE-dealer in geval van twijfel.
• De IVA-D310R/IVA-D310RB is uitgerust met vrouwelijke RCA­aansluitingen om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren beschikken. U heeft misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende ALPINE-dealer om hulp.
• Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (–) aan te sluiten op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de luidsprekerkabels van het linker- en rechterkanaal nooit met elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
• Het display moet voor de installatie volledig in de behuizing getrokken zijn. Als dit niet het geval is, kunnen er zich problemen voordoen.
• Bij installatie in auto’s dient u ervoor te zorgen dat het display kan openen en sluiten zonder in contact te komen met de versnellingshendel.
BELANGRIJK
SERIENUMMER:
Noteer het serie er van uw toestel in de daartoe voorziene INSTALLATIEDATUM: ruimte hieronder en houd het bij als referentie. INSTALLATIETECHNICUS: Het serienummerschildje bevindt zich op de onderzijde van het toestel. PLAATS VAN AANKOOP:
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte hieronder en houd het bij als referentie. Het serienummerschildje bevindt zich op de onderzijde van het toestel.
Page 71
69-NL
Installatie
Het monitordisplay installeren
De plaats van installatie
Voor u de montagepositie kiest, dient u na te gaan of het display in geopende en gesloten stand de versnellingshendel niet hindert.
• Installeer het monitordisplay in een hoek van 30 graden ten opzichte van de horizontale lijn.
• De hoek van de monitor is in de fabriek afgesteld op 90 graden. In sommige auto’s kan de monitor het dashboard raken wanneer hij wordt geopend. De monitorhoek kan worden afgesteld en opgeslagen in het geheugen, zodat hij bij het openen niet langer het dashboard raakt. Voor het afstellen van de monitor, zie “Regeling van de kijkhoek van de monitor” (pagina 11). Zelfs wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, blijft de afgestelde monitorhoek bewaard in het geheugen.
Schuif de montageslede in het dashboard. Installeer de meegeleverde steun op het monitordisplay.
• Gebruik de meegeleverde schroef met verzonken kop (M4 ×3) om het monitordisplay te installeren. Als u een andere schroef gebruikt om het monitordisplay te installeren, kan er een storing optreden.
2
1
Schroef
Bouttapeind
IVA-D310R/ IVA-D310RB
Voorframe (meegeleverd)
Breedste rand moet naar onderen wijzen.
Chassis
Aardingsdraad
Metalen montagebeugel
Zeskantmoer (M5)
Als uw voertuig uitgerust is met de steun, monteert u de lange zeskantbout in het achterpaneel van de IVA-D310R/IVA­D310RB en plaatst u de rubberen dop op de zeskantbout. Als uw voertuig niet over de montagebeugel beschikt, versterkt u het monitordisplay met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Bevestig de aardingsdraad van het toestel aan een schoon metalen punt met behulp van een schroef () die reeds op het chassis van het voertuig bevestigd is.
• Voor schroeven gemerkt met ★ ★ gebruikt u een geschikte schroef voor de gekozen montageplaats.
Verbind elke ingangsdraad afkomstig van een versterker of equalizer met de overeenkomstige uitgangsdraad afkomstig van links achter van de IVA-D310R/IVA-D310RB. Verbind alle andere draden van de IVA-D310R/IVA-D310RB overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk over aansluitingen.
Schuif de IVA-D310R/IVA-D310RB in het dashboard. Als het toestel op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Daardoor wordt het toestel stevig vergrendeld en kan het niet loskomen van het dashboard. Installeer het meegeleverde voorframe.
Demontage
1 Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig
gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse positie te duwen (zie stap 3). Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór de tweede pen wordt losgemaakt.
2 Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat
het niet meer vastklikt.
< JAPANSE AUTO >
Installeren met de originele steun van het voertuig.
• Gebruik de meegeleverde schroef met verzonken kop (M4 ×3) om het monitordisplay te installeren. Als u een andere schroef gebruikt om het monitordisplay te installeren, kan er een storing optreden. Gebruik echter alleen de meegeleverde (M4 ×6) als installatie met de schroeven met verzonken kop (M4 ×3) niet mogelijk is.
3
Borgpen
Aardingsdraad
IVA-D310R/ IVA-D310RB
Schroeven met verzonken kop (M4 x 3) (meegeleverd)
Bevestigingssteun
Steun
Rubberen dop (meegeleverd)
Montageslede (meegeleverd)
Zeskantbout (meegeleverd)
Bevestigingssteun (meegeleverd)
Dashboard
IVA-D310R/
Schroeven met verzonken kop (M4 x 3) (meegeleverd)
IVA-D310RB
Page 72
70-NL
De tunerdoos installeren
Voorzichtig
Blokkeer de ventilator of de warmteafvoer van het toestel niet, want hierdoor wordt de luchtcirculatie gehinderd. In dit geval kan de warmte in het toestel zich opstapelen en brand veroorzaken.
Bevestiging met klittenband
Als de tuner met klittenband wordt bevestigd, dient u een vlakke plaats te kiezen. Bevestig het toestel niet aan de onderzijde van het dashboard of op de hoedenplank met behulp van klittenband.
Verwijder het beschermpapier en bevestig twee stukken klittenband aan de onderzijde van de tuner.
Controleer de positie en bevestig de tuner dan op de vloermat.
Montage met schroeven
Als de tuner met schroeven wordt bevestigd, dient u een vlakke plaats te kiezen. Als u gaten boort, dient u op te letten dat u geen leidingen of draden krast.
Bevestig de steun op de twee zijkanten van de tuner met behulp van de meegeleverde panschroeven (M4 ××8).
1
2
1
Installeer de tuner op de vloer met de meegeleverde zelftappende schroeven met flenskop (M4 ××14).
De DC/DC-omzetter installeren Installeer de DC/DC-omzetter op de vloer met de
meegeleverde zelftappende schroeven met flenskop
(M4 ××14).
2
Tunerdoos
Zelftappende schroeven met flenskop (M4 14) (meegeleverd)
Luchtventilatiegat
<Zijkant van tunerdoos>
Tunerdoos
Beschermpapier
Beschermpapier
Klittenband (meegeleverd)
Zelftappende schroeven met flenskop (M4 14) (meegeleverd)
DC/DC-omzetter
Tunerdoos
Steun (meegeleverd)
Panschroeven (M4 8) (meegeleverd)
Page 73
71-NL
Aansluiting draad parkeerrem
Indien nodig gebruikt u een knijpconnector om de draad van de parkeerrem, enz. aan te sluiten.
Aansluitschema van SPST-schakelaar (afzonderlijk verkocht)
(Als de ACC-voeding niet beschikbaar is)
• Als uw voertuig niet over ACC-voeding beschikt, dient u een SPST-schakelaar (Single Pole, Single Throw) (afzonderlijk verkocht) en een zekering (afzonderlijk verkocht) toe te voegen.
• Het schema en de zekeringwaarde hierboven gelden als de IVA-D310R/IVA-D310RB afzonderlijk wordt gebruikt.
• Als de geschakelde vermogensdraad (ontsteking) van de IVA-D310R/IVA-D310RB rechtstreeks wordt verbonden met de positieve (+) pool van de accu van het voertuig, verbruikt de IVA-D310R/IVA-D310RB een weinig stroom (enkele honderden milliampères), zelfs als zijn schakelaar in de uitgeschakelde stand staat, waardoor de accu ontladen kan raken.
21
IVA-D310R/IVA-D310RB (monitor en tunerdoos)
(Rood)
(Geel)
SPST-schakelaar (optioneel)
ZEKERING (5A) (optioneel)
ZEKERING (20A) (optioneel)
Accu
ACC
ACCU
Om te voorkomen dat externe ruis het audiosysteem binnendringt.
Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de bedrading van de auto.
Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan aan zo ver mogelijk van het toestel vandaan.
Uw Alpine-dealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
Voertuigkabel
Knijpconnector
Monitordisplaykabel
Stop
Tang
Page 74
72-NL
Aansluitingen (IVA-D310R/IVA-D310RB bedradingsschema)
• Zet de systeemschakelaar op “NORM” als alleen een wisselaar aangesloten is (als de Ai-NET-compatibele equalizer niet wordt gebruikt).
Antenne
Naar de interface van de afstandsbediening
IVA-D310R/IVA-D310RB Tunerdoos
POWER SUPPLY
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
DISPLAY OUT
IVA-D310R/IVA-D310RB <Monitor>
Niet gebruikt
BATTERY
ILLM
(Oranje)
ACCU
Naar verlichtingsdraad instrumentengroep
(Geel)(Geel)
MASSA
(Zwart)
MASSA
(Zwart)
BEDIENINGSDRAAD UIT
(Wit/Bruin)
BEDIENINGSDRAAD IN
(Wit/Bruin)
SUBW.
PRE IN/OUT
REAR
FRONT
L
R
Ai-NET
EXT.OUT
AV SELECTOR
CAMERA IN
AUX OUT
VIDEO
L
AUDIO
R
AUX IN
RADIO ANTENNA IN
INSCHAKELDRAAD VERSTERKER (REMOTE)
(Blauw/wit)
ELEKTRISCHE ANTENNE
(Blauw)
INGANGSDRAAD AUDIO-ONDERBREKING (MUTE)
ACHTERUIT
(Oranje/Wit) 
M.CONT
(Wit/Roze)
EL. ANT.
(Blauw)
Naar bedieningsdraad IN.
Naar bedieningsdraad UIT.
Naar pluszijde van signaaldraad achterlicht van auto
Naar monitor­besturingsdraad.
(Roze/Zwart)
HANDREM
(Geel/Blauw)
ACC
ACC
(Rood) (Rood)
ACCU
(Geel)
MASSA
(Zwart)
Opmerking:
LUID­SPREKER LINKS VOOR
(Wit) (Groen/
(Wit/ Zwart)
LUIDS­PREKER LINKS ACHTER
Zwart)
F-Lch R-Lch
(Groen)
LUIDS­PREKER RECHTS ACHTER
(Violet)
R-Rch
(Violet/ Zwart)
LUIDS­PREKER RECHTS VOOR (Grijs/ Zwart)
F-Rch
(Grijs)
Verbind de draden correct nadat u de ISO-connectoraansluitingen voor de accu en de ontsteking (ACC) hebt geïdentificeerd.
Page 75
73-NL
qq
ISO-antenneplug
ww
Omzetterstekker ISO-antenne (afzonderlijk verkocht)
ee
Antenneverlengkabel (meegeleverd)
rr
ISO-aansluiting (meegeleverd)
tt
Accustroomdraad (Geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de autoaccu.
yy
Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het voertuig. Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met blank metaal en degelijk vastgezet is met de meegeleverde plaatmetaalschroef.
uu
Zekeringhouder (10 A)
ii
Digitale uitgangsaansluiting (optisch)
Gebruikt als toestellen worden gecombineerd die compatibel zijn met digitale glasvezelingang.
oo
Interfaceconnector afstandsbediening
Verbinden met de interface van de afstandsbediening.
!!00
Voedingsconnector
!!11
DC/DC-omzetter
Installeer de omzetter niet waar hij bloot kan staan aan water, zoals onder de vloermat of de airco. Dit kan een storing veroorzaken.
• Bundel de kabel van de DC/DC-omzetter niet samen met andere audiokabels. Plaats de kabels evenmin direct naast het toestel. Dit zou ruis in het systeem kunnen veroorzaken.
• Houd de DC/DC-omzetter op een veilige afstand van de antennekabels en de achterzijde van het toestel, anders kan er ruis ontstaan als een radio-uitzending wordt ontvangen.
!!22
Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
!!
3 Bedieningsdraad IN (Wit/Bruin)
Verbind het externe Alpine-toestel met de bedieningsdraad UIT.
!!
4 Achteruitdraad (Oranje/Wit)
Gebruik deze draad alleen als een achteruitrijcamera is aangesloten. Verbind met de plus-zijde van het achteruitrijlicht van de auto dat aangaat als de transmissie in achteruit (R) wordt geschakeld.
Schakelt het videobeeld naar de achteruitrijcamera. Is gekoppeld met het in achteruitversnelling (R) schakelen.
!!55
Monitorbesturingsdraad (Wit/Roze)
Verbind deze draad met de monitorbesturingsdraad van de monitor voor achterin met aanraakscherm.
!!66
Monitorverlengkabel (meegeleverd)
!!77
Aansluiting afstandsbediening IN/UIT
!!88
Aansluiting display-uitgang
!!99
Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de schakelaar verandert.
@@00
Antenneaansluiting
@@11
AUX-ingangsaansluitingen/AUX­uitgangsaansluitingen
Als deze aansluitingen worden verbonden met de optionele expansiedoos (VPE-S431), worden de AUX­ingangen en -uitgangen op dit toestel niet gebruikt. Verbind AUX IN 1, 2 en 3, en de AUX OUT 1- en 2­aansluitingen van de expansiedoos (VPE-S431) met het (de) externe toestel(len).
@@
2 AV-keuzeconnector
Als deze connector wordt verbonden met de optionele expansiedoos (VPE-S431), verbind u hem met de aansluiting HEAD UNIT van de VPE-S431.
@@33
Ext. uitgangsaansluiting
Als deze aansluiting wordt verbonden met de optionele Amplifier Link-compatibele monoversterker, verbindt u hem met de optionele Amplifier Link-doos en voert u het Amplifier Link-besturingssignaal uit.
@@
4 Ai-NET-connector
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsconnector van andere producten (CD-wisselaar, equalizer, iPod-adapter*, enz.) die uitgerust zijn met Ai-NET.
* Voor aansluiting op de iPod hebt u de optionele adapter (KCA-
420i) nodig. Voor meer informatie over de aansluiting verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de KCA-420i.
@@
5 Aansluiting vooringang/-uitgang
Gebruikt om een versterker of equalizer aan te sluiten.
@@66
Aansluiting achteringang/-uitgang
Gebruikt om een versterker of equalizer aan te sluiten.
@@
7 Aansluiting subwooferuitgang
Verbind de ingangsdraad van een versterker voor de subwoofer met deze aansluiting.
@@
8 Inschakeldraad versterker (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad van uw versterker of signaalprocessor.
@@99
Naar equalizer of versterker
##00
Elektrische-atennekabel (Blauw)
Sluit deze kabel aan op de +B-klem van uw elektrische antenne, indien van toepassing.
##11
Ingangsdraad audio-onderbreking (mute) (Roze/Zwart)
##22
Naar autotelefoon
##33
Handremdraad (Geel/Blauw)
Sluit deze draad aan op de voedingszijde van de handremschakelaar om de statussignalen van de handrem door te sturen naar de IVA-D310R/IVA-D310RB.
##44
Verbind deze draad met de handremdraad die gevoed wordt als de handrem aangezet is.
##55
Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open contact in de zekeringkast van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de accessoirepositie staat.
##66
Zekeringhouder (10 A)
##77
Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts vooraan (+)
##88
Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker rechts vooraan (–)
##99
Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker rechts achteraan (–)
$$00
Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts achteraan (+)
$$11
Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links achteraan (+)
$$22
Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker links achteraan (–)
$$33
Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links vooraan (–)
$$44
Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links vooraan (+)
Page 76
74-NL
Voorbeeld van systeem
Verbind de Ai-NET-compatibele audioprocessor (compatibel met digitale glasvezel), navigatiesysteem,
DVD-speler en -wisselaar.
• Als een toestel dat compatibel is met digitale glasvezel wordt aangesloten, moet de modus van dit toestel worden ingesteld. Zie “Digitale uitgang instellen” (pagina 36) en schakel de functie in. Zie dan “Selectie optische digitale ingang voor externe audioprocessor" (pagina 36) en schakel de instelling.
•* Als de PXA-H510 wordt aangesloten:
- Verbind de aansluiting van de digitale glasvezelingang met de DVD.
- De IVA-D310R/IVA-D310RB en DVA-5205P of DVA-5210 kunnen niet tegelijk worden aangesloten als digitale glasvezel wordt gebruikt.
• Als de NVE-N055PS aangesloten is voor het navigatiesysteem, dient u de RGB-omzettingskabel KCE-030N (afzonderlijk verkocht) te gebruiken.
Houd rekening met het volgende als u glasvezelkabel gebruikt.
• Wikkel de glasvezelkabel niet in een straal van minder dan 30 mm.
• Plaats niets op de glasvezelkabel.
IVA-D310R/IVA-D310RB Monitor
NVE-N077PS/NVE-N099P
Navigatiesysteem (afzonderlijk verkocht)
IVA-D310R/IVA-D310RB Tunerdoos
SUBW.
PRE IN/OUT
REAR
FRONT
POWER SUPPLY
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
DISPLAY OUT
L
AV SELECTOR
CAMERA IN
AUX OUT
VIDEO
L
AUDIO
R
AUX IN
RADIO ANTENNA IN
*Aansluiting digitale
R
Ai-NET
EXT.OUT
Ai-NET
-kabel
Aansluiting digitale glasvezelingang (voor DVD-speler)
Glasvezelkabel
glasvezelingang (voor head-unit)
Audioprocessor (Ai-NET) (compatibel met digitale glasvezel) (afzonderlijk verkocht)
Ai-NET
-kabel
Aansluiting digitale glasvezelingang (voor wisselaar)
**Glasvezelkabel
EQ/DIV
NORM
Glasvezelkabel
(Geel)
(Wit/Bruin) (Wit/Bruin)
BEDIENINGS­DRAAD UIT
BEDIENINGS­DRAAD IN
DVD-videospeler (Ai- NET) (DVA-5210 enz.) (afzonderlijk verkocht)
Ai-NET-kabel
**Alleen aansluiting van CD-wisselaar die compatibel
is met digitale glasvezel
CD-wisselaar (Ai-NET) (afzonderlijk verkocht)
Page 77
75-NL
qq
RGB-kabel (meegeleverd bij navigatie)
ww
Aansluiting afstandsbediening IN/UIT
ee
RGB-ingangsaansluiting
Verbind deze met het RGB-uitgangscontact van het navigatiesysteem.
rr
Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
• Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de schakelaar verandert.
tt
Digitale uitgangsaansluiting
yy
Ai-NET-connector
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsconnector van andere producten die uitgerust zijn met Ai-NET.
uu
AUX video-ingangsaansluiting
Verbind de video-uitgangsdraad van een DVD-videospeler of DVD-wisselaar met dit contact.
ii
RCA-verlengkabel (meegeleverd bij DVD-videospeler)
oo
Ai-NET-kabel (meegeleverd bij DVD-videospeler)
!!00
Glasvezelkabel (afzonderlijk verkocht)
!!11
Ai-NET-kabel (meegeleverd bij audioprocessor)
!!22
Ai-NET-kabel (meegeleverd bij CD-wisselaar)
!!33
Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
!!44
Naar Ai-NET-connector (Grijs)
!!55
Naar Ai-NET-connector (Zwart)
Page 78
76-NL
qq
Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de schakelaar verandert.
ww
Aansluiting afstandsbediening IN/UIT
ee
CAMERA-ingangsaansluiting
Als een achteruitrijcamera wordt aangesloten.
rr
AUX video/audio-uitgangsaansluiting
Gebruikt om een optionele monitor enz. aan te sluiten.
tt
AUX video/audio-ingangsaansluiting
yy
Monitorbesturingsdraad (Wit/Roze)
Verbind deze draad met de monitorbesturingsdraad van de monitor voor achterin met aanraakscherm.
uu
Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
ii
Bedieningsdraad IN (Wit/Bruin)
oo
Achteruitdraad (Oranje/Wit)
Verbind de plus-zijde van het achteruitrijlicht van de auto dat aangaat als de transmissie in achteruit (R) wordt geschakeld. Schakelt het videobeeld naar de achteruitrijcamera. Is gekoppeld met het in achteruitversnelling (R) schakelen.
!!
0 RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
Als externe apparatuur wordt aangesloten
IVA-D310R/IVA-D310RB
EQ/DIV
NORM
Tunerdoos
SUBW.
REAR
PRE IN/OUT
FRONT
L
POWER SUPPLY
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
DISPLAY OUT
(Wit/Roze) M.CONT M.CONT (Wit/Roze)
R
Ai-NET
EXT.OUT
AV SELECTOR
CAMERA IN
AUX OUT
VIDEO
(MONO)
L
AUDIO
R
AUX IN
RADIO ANTENNA IN
* Verbind deze met de monitor voor achterin met aanraakscherm.
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
(Oranje/Wit) ACHTERUIT
BEDIENINGSDRAAD UIT
BEDIENINGSDRAAD IN
Naar audio-ingangsaansluiting
Monitor voor achterin (afzonderlijk verkocht)
Naar video-ingangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Achteruitrijcamera (afzonderlijk verkocht)
Naar video-uitgangsaansluiting
Tv-tuner of videorecoder (afzonderlijk verkocht)
Naar audio-uitgangsaansluiting
BEDIENINGSDRAAD IN
BEDIENINGSDRAAD UIT
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
Gebruik deze draad alleen als een achteruitrijcamera aangesloten is.
Page 79
77-NL
qq
Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de schakelaar verandert.
ww
Naar AV-keuzeaansluiting
ee
AUX video/audio-uitgangsaansluiting
rr
RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
tt
AV-keuzekabel (meegeleverd bij VPE-S431)
yy
Monitorbesturingsdraad (Wit/Roze)
Verbind deze draad met de monitorbesturingsdraad van de monitor voor achterin met aanraakscherm.
uu
Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
ii
Ai-NET-kabel (meegeleverd bij DVD-videospeler)
oo
Ai-NET-kabel (meegeleverd bij DVD-wisselaar)
!!00
Naar Ai-NET-connector (Zwart)
!!11
Naar Ai-NET-connector (Grijs)
Als de expansiedoos (VPE-S431) verbonden is met een DVD-videospeler of DVD-wisselaar, verbindt u deze met AUX IN 1. Indien u hem verbindt met AUX IN 2, zal de afstandsbediening niet werken. Als beide verbonden worden, verbindt u de DVD-videospeler met AUX IN 1 en de DVD-wisselaar met AUX IN 2.
Sluit een expansiedoos (VPE-S431), DVD-speler, DVD-wisselaar of monitor met aanraakscherm aan.
IVA-D310R/IVA-D310RB Tunerdoos
SUBW.
REAR
PRE IN/OUT
FRONT
L
POWER SUPPLY
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
DISPLAY OUT
EQ/DIV
NORM
R
Ai-NET
EXT.OUT
AV SELECTOR
CAMERA IN
AUX OUT
VIDEO
L
AUDIO
R
AUX IN
RADIO ANTENNA IN
Naar AUX-uitgangsaansluitingen
Naar video­ingangsaansluitingen
Naar audio­ingangsaansluitingen
Naar AUX-ingangsaansluitingen (AUX IN 3)
EXPANSIEDOOS (VPE-S431) (afzonderlijk verkocht)
M.CONT
(Wit/Roze)
BEDIENINGS­DRAAD IN
M.CONT
(Wit/Roze)
(Wit/Bruin)
BEDIENINGS­DRAAD UIT
(Wit/Bruin)
MONITOR VOOR ACHTERIN MET AANRAAKSCHERM (afzonderlijk verkocht)
BEDIENINGSDRAAD UIT (AUX2)
Naar AUX-ingangsaansluitingen (AUX IN 1)
DVD-SPELER (DVA-5210, enz.) (afzonderlijk verkocht)
Naar AUX-ingangsaan­sluitingen (AUX IN 2)
DVD-WISSELAAR (afzonderlijk verkocht)
RaBEDIENINGSDRAAD UIT (AUX1)
(Wit/Bruin) (Wit/Bruin)
BEDIENINGSDRAAD IN (AUX1)
BEDIENINGSDRAAD IN (AUX2)
(Wit/Bruin)
Loading...