• Er zijn gevallen mogelijk waarin het autonavigatiesysteem
VOORZORGSMAATREGELEN
BELANGRIJKE INFORMATIE
LEES DE ONDERSTAANDE INFORMATIE
ZORGVULDIG DOOR ALVORENS U HET
PRODUCT IN GEBRUIK NEEMT.
• Dit product is geen vervanging voor uw persoonlijke
beoordelingsvermogen. Plaatselijke verkeersvoorschriften, uw
eigen beoordelingsvermogen en/of veilig rijden dienen altijd
voorrang te hebben op eventuele instructies die het systeem
verschaft. Volg onder geen enkele omstandigheid de instructies
van het autonavigatiesysteem indien dit zou resulteren in een
onveilige of verboden manoeuvre, indien u hierdoor in een
gevaarlijke situatie terecht zou komen, of als routes worden
aanbevolen die u niet als veilig beschouwd.
• Kijk uitsluitend naar het scherm wanneer dit nodig is en als
hierdoor de veiligheid op geen enkele wijze in gevaar wordt
gebracht. Als u langer naar het scherm moet kijken, dient u eerst
het voertuig op een veilige plaats langs de weg te parkeren.
• Tijdens het rijden mag u geen bestemming invoeren, instellingen
veranderen of functies oproepen waarbij u langere tijd naar het
scherm moet kijken. Parkeer het voertuig eerst op een veilige
plaats langs de weg alvorens u het systeem gaat bedienen.
• Wanneer u het navigatiesysteem gebruikt om (de route naar)
een nooddienst te vinden, neem dan contact op met die dienst
om zijn beschikbaarheid na te gaan, voordat u erheen rijdt. In
de database van het systeem zijn namelijk niet de adressen
van alle politiebureaus, brandweerkazernes en ziekenhuizen
opgenomen. U dient in dergelijke gevallen uw eigen kennis van
het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te
vragen.
• De kaartendatabase die in het navigatiesysteem wordt gebruikt,
bevat de meest recente kaartgegevens die beschikbaar zijn
op het moment van productie. Aangezien echter voortdurend
veranderingen in het wegennet, de straten enz. worden
aangebracht, is het mogelijk dat het autonavigatiesysteem
niet altijd de weg naar uw bestemming weet. In dergelijke
gevallen dient u uw eigen kennis van het gebied te gebruiken,
verkeersborden te lezen of de weg te vragen.
• De wegenkaart verschaft u informatie betreffende de route
naar uw bestemming. U dient echter niet te vergeten dat
het autonavigatiesysteem geen rekening houdt met de
veiligheid van de route en andere omstandigheden die van
invloed kunnen zijn op uw reisschema. Het systeem heeft
ook geen informatie over wegomleggingen of wegenwerken,
eigenschappen van de weg (type wegdek, eventuele
hellingsgraad, gewicht- of hoogtebeperkingen, enz.), files,
weersomstandigheden of eventuele andere factoren die de
veiligheid of de vereiste reistijd kunnen beïnvloeden. Gebruik
uw eigen beoordelingsvermogen als het autonavigatiesysteem
u geen alternatieve route kan geven.
• Stel de geluidssterkte van de gesproken instructies niet te hoog
• Zorg dat ook andere personen die van het autonavigatiesysteem
Als er in de handleiding iets over de werking van het
navigatiesysteem staat dat u niet helemaal begrijpt, neem dan
contact op met uw erkende dealer van navigatiesystemen
voordat u het systeem gebruikt.
Punten die in acht moeten worden genomen
voor veilig gebruik
• Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze schijf
• In deze gebruiksaanwijzing wordt onder diverse hoofdjes
de plaats waar het voertuig zich bevindt, niet juist aangeeft.
Handel in dit geval naar uw eigen inzicht, rekening houdend
met de huidige rijomstandigheden. Gewoonlijk zal het
autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt
weer automatisch corrigeren. Indien dit niet gebeurt, dient
u de correctie zelf uit te voeren. In dit geval parkeert u het
voertuig eerst op een velige plaats langs de weg alvorens u het
autonavigatiesysteem gaat bedienen.
in, om te voorkomen dat u geluiden van buitenaf niet meer
hoort. Rijden zonder dat geluiden van buitenaf hoorbaar zijn,
kan resulteren in een ongeluk.
gebruikmaken, deze voorzorgsmaatregelen en de
hiernavolgende instructies zorgvuldig doorlezen.
WAARSCHUWING
en de systeemcomponenten gebruikt. De handleidingen
bevatten instructies voor het veilig en effectief gebruik van
het product. Alpine kan niet verantwoordelijk worden gesteld
voor storingen als gevolg van het niet opvolgen van de
bedieningsaanwijzingen.
informatie verschaft betreffende een veilig gebruik van het
autonavigatiesysteem en eventuele gevaren als gevolg van
verkeerde aansluitingen of een onjuiste bediening. Hieronder
ziet u de betekenis van deze hoofdjes/symbolen. Zorg dat u
weet wat de hoofdjes/symbolen betekenen, zodat u optimaal
gebruikmaakt van de informatie in de gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING
• Het is gevaarlijk om het systeem te bedienen tijdens het
rijden. Zet uw voertuig aan de kant voordat u de software
gebruikt.
• Wegomstandigheden en verkeersregels hebben voorrang
op de informatie die op het kaartdisplay staat: houd bij
het rijden rekening met de verkeersbeperkingen en de
omstandigheden.
• Deze software dient uitsluitend voor gebruik in het toestel.
Ze kan en mag niet samen met andere hardware worden
gebruikt.
7
-NL
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies.
Het negeren van deze instructies kan ernstige
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE
AARDING VAN 12 V.
(Raadpleeg uw dealer als u niet zeker bent.) Indien u deze
instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
KLEINE VOORWERPEN, ZOALS SCHROEVEN, BUITEN HET
INSTALLEER HET PRODUCT CORRECT, ZODAT DE BESTUURDER
NIET DE MOGELIJKHEID HEEFT OM NAAR DE TV/VIDEO TE
KIJKEN TENZIJ HET VOERTUIG STILSTAAT EN DE HANDREM IS
BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Bij inslikken onmiddellijk de hulp van een arts
inroepen.
AANGETROKKEN.
Het is gevaarlijk als de bestuurder tv/video kijkt tijdens het
besturen van een voertuig. Door dit product verkeerd te
installeren, kan de bestuurder tv/video kijken tijdens het
rijden. Dat kan voor afleiding zorgen, waardoor de bestuurder
niet op de weg kijkt, wat ongelukken kan veroorzaken.
De bestuurder of andere mensen kunnen ernstig gewond raken.
KIJK GEEN VIDEO TIJDENS HET RIJDEN.
Door naar de video te kijken, kan de bestuurder afgeleid zijn van
de weg voorop en een ongeluk veroorzaken.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN
NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden
en zo brand veroorzaken.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U VERHINDERT
VEILIG MET UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats voordat u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12 V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand,
elektrocutie of andere verwondingen.
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
VOLG DE ROUTEAANWIJZINGEN NIET ALS HET
NAVIGATIESYSTEEM U BEVEELT EEN ONVEILIGE OF
VERBODEN MANOEUVRE UIT TE VOEREN OF U IN EEN
ONVEILIGE SITUATIE OF OMGEVING BRENGT.
Dit product is geen vervanging voor uw persoonlijke beoordelingsvermogen. Routeaanwijzingen van dit systeem mogen nooit
prioriteit krijgen boven de plaatselijke verkeersvoorschriften, uw
persoonlijke beoordelingsvermogen of een veilig rijgedrag.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE AUTO
NOG STEEDS KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van
een ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij
overwegen, enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties
en mogelijk tot een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU
IN EEN AUTO KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR HET DISPLAY TIJDENS HET
RIJDEN.
Door naar het display te kijken, kan de bestuurder afgeleid zijn
van de weg voorop en een ongeluk veroorzaken.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE ACCU-MINPOOL VOOR U HET
TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsel ten
gevolge van kortsluitingen.
ZORG ERVOOR DAT ER GEEN KABELS VERSTRIKT RAKEN MET
VOORWERPEN IN DE BUURT.
Bevestig draden en kabels in overeenstemming met de handleiding
om hinder tijdens het rijden te voorkomen. Kabels of draden die de
beweging belemmeren van of zijn opgehangen aan bijvoorbeeld
stuurwiel, versnellingspook, rempedalen, enz. kunnen bijzonder
gevaarlijk zijn.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit
van de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN
VAN GATEN.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
Neem voorzorgsmaatregelen tijdens het boren van gaten in het
chassis voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zo niet kan dit leiden tot brand.
8
-NL
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies.
Het negeren van deze instructies kan verwondingen
of schade aan het product tot gevolg hebben.
OPMERKING
Schoonmaken van het product
Gebruik een zachte, droge doek voor regelmatig schoonmaken
van het product. Voor hardnekkiger vlekken kunt u de doek
enkel met water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf
oplossen of de kunststof beschadigen.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF
STUURINRICHTING OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen
NOOIT gebruikt worden voor installaties of als aardverbinding.
Het gebruik van dergelijke onderdelen kan leiden tot een
controleverlies over de auto en brand enz. veroorzaken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig zich tussen +45 °C
(+113 °F) en 0 °C (+32 °F) bevindt alvorens uw apparaat in te
schakelen.
Onderhoud
INSTALLEER NIET OP LOCATIES WAAR HET BESTUREN VAN
UW VOERTUIG KAN WORDEN GEHINDERD, ZOALS HET STUUR
OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw blikveld of uw bewegingen
belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH EEN
PROBLEEM VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsel of schade aan het
product. Stuur het apparaat voor reparatie naar uw erkende
Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Neem altijd contact op met de
dealer waar u dit product hebt gekocht om het werk te laten
uitvoeren, om zo de veiligheid te garanderen.
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
repareren.
Breng het toestel ter reparatie terug naar uw Alpine-dealer of het
dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
De USB-aansluiting beschermen
• U kunt enkel geschikte smartphones, iPod's of USB-ashdrives
aansluiten op de USB-aansluiting van dit toestel. Indien u
andere USB-producten gebruikt, kan een correcte werking niet
worden gegarandeerd.
• Maak enkel gebruik van de me egeleverde verbindingskabel
wanneer u de USB-aansluiting gebruikt. Een USB-hub wordt
niet ondersteund.
• Afhankelijk van de aangesloten USB-ashdrive is het mogelijk
dat het toestel niet werkt of dat sommige functies niet worden
uitgevoerd.
• De audiobestandstypes die met dit toestel kunnen worden
afgespeeld, zijn MP3/WMA/AAC/FLAC/OGG/APE/MP2.
• Artiest/songtitel enz. kunnen worden weergegeven. Bepaalde
speciale tekens worden wellicht niet correct weergegeven.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER
ZE OP DE JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespeciceerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de opgegeven onderdelen kan interne
schade veroorzaken aan dit toestel of kan ertoe leiden dat het
toestel niet goed gemonteerd is. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
BEVESTIG DE BEDRADING ZODANIG DAT ZE NIET GEPLOOID IS
OF WORDT INGEKLEMD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leid de kabels en draden weg van bewegende onderdelen
(zoals de stoelrails) of scherpe of puntige uiteinden. Zo vermijdt
u knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels
door een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om
te voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES MET EEN HOGE
VOCHTIGHEIDSGRAAD OF VEEL STOF.
Vermijd installatie van het toestel op locaties met een hoge
vochtigheidsgraad of waar zich veel stof bevindt. Wanneer er vocht
of stof terechtkomt in het toestel, kan dit storingen veroorzaken.
9
-NL
OPGELET
Alpine is niet aansprakelijk voor verloren gegevens, zelfs niet
wanneer dergelijke gegevens verloren zijn gegaan tijdens het
gebruik van dit product.
Over het gebruik van een USB-ashdrive
• Dit toestel kan een geheugenapparaat bedienen dat het
protocol van de massaopslagklasse (MSC) voor USBapparaten ondersteunt. Afspeelbare audiobestandstypes zijn
MP3, WMA, AAC, OGG, APE, MP2 en FLAC.
• De werking van een USB-ashdrive wordt niet gegarandeerd.
Gebruik de USB-flashdrive in overeenstemming met de
voorwaarden van overeenkomst. Lees de gebruiksaanwijzing
van de USB-ashdrive grondig door.
• Vermijd gebruik of opslag in de volgende locaties:
Om het even waar in de auto blootgesteld aan direct
zonlicht of hoge temperaturen.
Om het even waar een hoge vochtigheid of bijtende stoffen
mogelijk aanwezig zijn.
• Plaats de USB-flashdrive op een plaats die niet hinderlijk is
voor de bestuurder.
• De USB-ashdrive werkt mogelijk niet correct bij hoge of lage
temperaturen.
• Gebruik enkel gecertificeerde USB-flashdrives. Houd er
rekening mee dat zelfs gecertificeerde USB-flashdrives
mogelijk niet goed werken, afhankelijk van het type of de staat
waarin die zich bevinden.
• Afhankelijk van de instellingen van het type USB-flashdrive,
de toestand van het geheugen of de coderingssoftware, is
het mogelijk dat het toestel niet correct afspeelt of gegevens
weergeeft.
• Het kan een tijdje duren voor het afspelen van de USBflashdrive begint. Indien er een bestand van een ander type
dan audio in de USB-flashdrive aanwezig is, kan het een
behoorlijke tijd duren voor het bestand wordt afgespeeld of
gezocht.
• Het toestel kan bestanden met de extensies MP3, WMA, AAC,
OGG, APE, MP2 of FLAC afspelen.
• Voeg de bovenvermelde extensies enkel toe aan een bestand
met audiogegevens. Indien het bestand geen audiogegevens
bevat, zal het niet herkend worden. Het afspelen van een
dergelijk bestand kan een geluidssterkte tot stand brengen die
de luidsprekers en/of de versterkers kan beschadigen.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te
maken op een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is.
Zet SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens
het USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te
vermijden.
Auteursrechten en
handelsmerken
• Apple, iPhone, iPod en iPod touch zijn handelsmerken van
Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere
landen. Apple CarPlay is een handelsmerk van Apple Inc.
• Gebruik van het Apple CarPlay-logo betekent dat de
gebruikersinterface van het voertuig voldoet aan de Apple
prestatienormen. Apple is niet verantwoordelijk voor het
functioneren van dit voertuig en ook niet voor het feit of het
voldoet aan de veiligheidseisen en overige regelgeving. Let op,
het gebruik van dit product met iPhone of iPod kan een invloed
hebben op de goede werking van het draadloze netwerk.
• "Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen dat
een elektronische accessoire speciaal ontworpen is om
respectievelijk met de iPod of de iPhone verbonden te
worden en door de ontwikkelaar zo gecertificeerd is dat het
aan de kwaliteitsnormen van Apple voldoet. Apple is niet
verantwoordelijk voor het functioneren van dit apparaat en
ook niet voor het feit of het voldoet aan de veiligheidseisen en
overige regelgeving. Let op, het gebruik van dit accessoire met
iPod of iPhone kan invloed hebben op de goede werking van
het draadloze netwerk.
• Google, Android, Android Auto, Google Play en andere merken
zijn handelsmerken van Google Inc.
• Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby
en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
• Het woordmerk en de logo's Bluetooth
handelsmerken die eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en
ieder gebruik van deze handelsmerken door Alpine Electronics,
Inc. geschiedt onder licentie.
• De begrippen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia
Interface en het HDMI-logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing, LLC in de Verenigde
Staten en andere landen.
2006-2018 TomTom. Alle rechten voorbehouden. Dit
• ⓒ
materiaal is eigendom van TomTom en het onderwerp van
auteursrechtelijke bescherming, databaserechten en andere
intellectuele eigendomsrechten die eigendom zijn van TomTom
of zijn leveranciers. Het gebruik van dit materiaal is onderworpen
aan de voorwaarden van een licentieovereenkomst. Het
ongeoorloofd kopiëren of openbaar maken van dit materiaal zal
leiden tot strafrechtelijke en civiele aansprakelijkheid.
•
is een handelsmerk van DVD Format/Logo Licensing
Corporation.
®
zijn geregistreerde
10
-NL
Hoofdfuncties
Belangrijkste systeemfuncties
Mijn menu
Veelgebruikte functies zoals de audio- of navigatiemodus kunnen
gemakkelijk worden opgeroepen door ze aan het scherm Mijn
menu toe te voegen. Voor meer informatie raadpleegt u de functie
Mijn menu (pagina 16).
■
Voorbeeld scherm Mijn menu
• Veelgebruikte functies en handige functies kunnen worden
aangepast voor uw gemak.
• U kunt maximaal 8 menu-items vastleggen.
• U kunt dezelfde functie maar één keer toevoegen.
Swipen over het aanraakscherm
U kunt van scherm of pagina veranderen door verticaal of
horizontaal met uw vinger over het aanraakscherm te swipen. Voor
meer informatie raadpleegt u "Bediening van het aanraakscherm"
(pagina 13).
Swipe licht met uw vinger over het display.
Over het dubbele scherm
Met het dubbele scherm kunt u de schermen voor navigatie en
audio/visueel tegelijkertijd weergeven.
Dubbel scherm
Widgetscherm aanraken
Volledig navigatiescherm
11
-NL
Aan de slag
Componenten en eigenschappen
INE-W611D
⑧⑦
①
②
③
④
⑤
⑥
〇①〇
Geluidsinstellingen of uitwerptoets
Geeft het instellingenscherm [Klank/Fader/Balans] weer.
Houd deze toets ingedrukt om de cd uit te werpen.
〇②〇
of STEM-toets
Afhankelijk van de aangesloten smartphone indrukken om de
Siri-functie of de stemherkenningsfunctie op te roepen.
〇③〇
(NAV)-toets
Hiermee opent u het scherm van de navigatiekaart.
Opnieuw indrukken om naar het menuscherm van de navigatie
te schakelen.
Houd deze toets ten minste 2 seconden ingedrukt om over
te schakelen naar het routescherm Naar huis. (Wanneer het
huisadres nog niet is ingesteld, schakelt het systeem over
naar het instelscherm voor het huisadres.)
Voor meer informatie over de bediening van de navigatie
raadpleegt u "Handleiding navigatiesysteem" op de cd-rom.
Roept het kaartscherm van de aangesloten smartphone op.
Afhankelijk van de smartphone is deze functie mogelijk niet
beschikbaar.
〇④〇
Toets Alle menu's of (uit)
Hiermee roept u het scherm Alle menu's op.
Houd deze toets ten minste 2 seconden ingedrukt om het
toestel uit te schakelen.
〇⑤〇
(AUDIO)- of
Hiermee wordt het audio/visueel-selectiescherm weergegeven.
Wordt deze toets ingedrukt gehouden, wordt het volume gedempt.
〇⑥〇 +
/ − toets
Indrukken om het volume te regelen.
〇⑦〇
Afstandsbedieningssensor
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor
binnen een bereik van 2 meter.
〇⑧〇
Cd-sleuf
Plaatsen/uitwerpen van cd's.
〇⑨〇
RESET-knop
Hiermee voert u een reset uit van het systeem van dit toestel.
(DEMPEN)-toets
Over de knopomschrijvingen die worden
gebruikt in deze gebruiksaanwijzing
De knoppen op het bedieningspaneel van het toestel worden
vet weergegeven (bijv. MENU). De knoppen in het display
van het aanraakscherm worden weergegeven in vet tussen
vierkante haken, [ ] (bijv. [×]).
Het toestel in-/uitschakelen
Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend
⑨
terwijl het voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat u uw voertuig
op een veilige plaats parkeert en dat u de handrem aantrekt voor
u deze handelingen uitvoert.
Draai de contactsleutel naar de ACC- of ON-positie.
Het systeem schakelt in.
1
• Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, toont het
systeem het laatste scherm dat werd weergegeven voordat
het voertuig met de contactsleutel werd uitgezet. Wanneer
de radiomodus van het toestel bijvoorbeeld actief was
terwijl u het contact uitzette, bevindt het toestel zich in de
radiomodus wanneer het opnieuw wordt ingeschakeld.
Houd de toets Alle menu's/(uit) ten minste
2
2 seconden ingedrukt om het toestel uit te
schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op een
willekeurige knop te drukken.
Het systeem inschakelen
Bij het Alpine-systeem wordt het beginscherm automatisch
weergegeven wanneer de contactsleutel in de stand ACC of ON
wordt gedraaid.
Wanneer het systeem voor het eerst wordt gebruikt, wordt
het taalkeuzemenu getoond. Swipe verticaal over het scherm
Language (Talen) en raak vervolgens de gewenste keuze aan
in de lijst met 9 talen.
• Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend
terwijl het voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat u uw voertuig
op een veilige plaats parkeert en dat u de handrem aantrekt voor
u deze functies uitvoert.
12
-NL
Het systeem resetten
Druk eerst op de RESET-knop wanneer u het toestel voor de
eerste keer gebruikt, na het vervangen van de autobatterij, enz.
Schakel het toestel helemaal uit.
1
Druk op de RESET-knop met een balpen of een
2
ander puntig voorwerp.
Het volume regelen
Stel het volume in door op de toets [+, -] te drukken. Het volume
neemt continu toe/af wanneer de toets [+ / -] ingedrukt wordt
gehouden.
Volume: 0 - 35
Het volume dempen
Met de Audio Mute-functie wordt het volumeniveau onmiddellijk
tot 0 verlaagd.
Houd de toets
Het geluidsniveau is dan 0.
ingedrukt.
Swipe-bediening
Beweeg uw vinger met een lichte swipe-beweging.
Slepen en neerzetten
Raak het gewenste item aan en houd uw vinger op het item.
Sleep het vervolgens naar zijn nieuwe locatie door uw vinger te
verplaatsen. Neem vervolgens uw vinger van het scherm om het
item te plaatsen.
• Het scherm kan niet met twee vingers worden verkleind
(samenknijpen) of vergroot (spreiden).
Bediening van het aanraakscherm
U kunt het systeem bedienen door het aanraakscherm op het
scherm te gebruiken.
• Raak de schermtoets lichtjes aan met het zachte gedeelte van
de vinger om krassen op het scherm te voorkomen.
Aanraakbediening
Raak een toets of lijstitem op het scherm lichtjes aan.
• Als u een toets aanraakt en er volgt geen reactie, haal dan uw
vinger van de toets.
• Schermtoetsen die niet bedienbaar zijn, zijn gedimd.
13
-NL
Geluidsinstellingen
Wisselen van bron
Druk op de toets (geluidsinstellingen) om het geluid in te stellen.
Het instellingenscherm [Klank/Fader/Balans] wordt weergegeven.
②
①
③
〇①〇
Toetsen voor toonregeling
〇②〇
Balans/Fader-gedeelte
〇③〇
Toets voor middenpositie
Gebruik de toetsen ▲, ▼, ◀, ▶, 0 en om de instellingen aan
te passen.
Raak aan om het geluid in de middenpositie te herstellen.
Spraakherkenning
U kunt de Siri-functie/Google-spraakfunctie gebruiken voor uw
iPhone/Android-telefoon.
Sluit uw telefoon aan en activeer Apple CarPlay
1
of Android Auto.
Druk op de toets (spraak) om de
2
spraakherkenning te starten.
Druk op de toets (AUDIO) om van bron te wisselen.
Van bron wisselen met behulp van de toets (AUDIO)
Tijdens het afspelen van audio/visueel drukt u herhaalde
malen op de toets (AUDIO) om naar de gewenste bron over
te schakelen.
Radio → DAB → USB Muziek → USB Video → AUX → HDMI
→〇
Disc → Bluetooth Audio → Radio
*1 Wanneer er geen USB-ashdrive/iPod/cd/smartphone/
Bluetooth-geschikt apparaat aangesloten is, is deze optie niet
beschikbaar.
*2 Getoond wordt de naam die ingesteld is voor "HDMI-naam/
AUX-naam".
*3 Wanneer AUX in de stand "Uit" staat, is deze optie niet
beschikbaar.
*4 Beschikbaar bij gebruik van Apple CarPlay/aangesloten
Android-smartphone waarop de app Android Auto is
geïnstalleerd.
Wanneer muziek via Apple CarPlay wordt afgespeeld, is de iPodbron niet beschikbaar op een iPhone 5 of nieuwe en omgekeerd.
Raadpleeg "Apple CarPlay instellen".
Bronnen wisselen via het scherm Alle menu's
Druk op de toets Alle menu's.
Het menuscherm wordt weergegeven.
1
• U kunt het menuscherm ook weergeven door
[Alle menu's] in het beginscherm aan te raken.
Zeg het commando.
3
14
-NL
Raak in Alle menu's uw gewenste bron aan.
2
Tekst invoeren (toetsenbord)
Weergegeven informatie op de statusbalk
De weergegeven schermen en procedures kunnen iets afwijken,
afhankelijk van de gebruikte functie, maar de invoermethode is in
essentie dezelfde.
①
②
③
⑤ ⑥⑦⑧ ⑨
〇①〇
Invoergebied
〇②〇
Tekens
〇③〇
Hoofdletters
〇④〇
Wissen
Keer terug naar het vorige teken en wis het.
Aanraken en aangeraakt houden zorgt voor snelle wissing.
〇⑤〇
Verbergt het toetsenbord
〇⑥〇
Huidig toetsenbordtype
Aanraken om het toetsenbordtype te wijzigen.
〇⑦〇
Huidig toetsenbordtype
Aanraken om het toetsenbordtype te wijzigen.
〇⑧〇
Spatie
〇⑨〇
Bevestigen
④
Toont datum en tijd samen met de systeemstatus aangeduid door
de verschillende pictogrammen, rechts van de klok.
De pictogrammen in de volgende tabel vertegenwoordigen de
verschillende detail- en gebeurtenistypes van de systeemstatus.
①③②④ ⑤
〇①〇
Ga naar het beginscherm.
〇②〇
Klok
U kunt tussen het weergavetype van de klok schakelen:
12-uurs- en 24-uurs-weergave.
Voor meer informatie over de weergave-instellingen van de
klok raadpleegt u "Klokweergave instellen" (pagina 72).
〇③〇
Accuniveau van het aangesloten Bluetooth-apparaat.
Accu-
Accu
niveau
Pictogram
Het is mogelijk dat deze functie voor sommige Bluetoothapparaten niet ondersteund wordt. Het systeem geeft een
alarmsignaal wanneer het accuniveau met één niveau daalt.
〇④〇
Ingeschakeld wanneer een Bluetooth-apparaat verbonden
is en de verbinding ingeschakeld is. Uitgeschakeld bij
losgekoppelde apparaten of wanneer de verbinding
uitgeschakeld is.
: Bluetooth-verbinding met audioapparaat
: Bluetooth-verbinding met de handsfree-telefoon
knippert tijdens opnieuw verbinden.
〇⑤〇
Signaalsterkte van het aangesloten Bluetooth-apparaat.
Deze functie wordt ingeschakeld wanneer de Bluetoothinstelling ingeschakeld is.
Pictogram
Niveau 1Niveau 2Niveau 3Niveau 4Niveau
leeg
Geen
service
123456
5
15
-NL
Beginscherm
Raak aan.
①②
③④⑤
〇①〇
Navigatiewidget
Toont een beknopte weergave van de navigatiekaart en het
routescherm.
Raak een willekeurig deel van het scherm aan om het
navigatiescherm te openen.
〇②〇
AV-widget
Toont beknopte informatie van radio of media die momenteel
wordt beluisterd. Raak dit deel aan om het scherm te openen
van het medium dat wordt afgespeeld.
〇③〇
Alle menu's
Toont alle items in het systeemmenu.
〇④〇
Instellingen
〇⑤〇
Mijn menu
Hiermee opent u het scherm Mijn menu.
Hier voegt u uw favoriete menu's toe voor snelle en
gemakkelijke toegang.
• De navigatie-widget wordt weergegeven wanneer een SD-kaart
met navigatie geplaatst is.
Uw favoriete menu-items aan Mijn menu
toevoegen
In het beginscherm raakt u [Mijn menu] →
1
[Bewerken] aan.
In het scherm Mijn menu bewerken selecteert
2
u de items in de lijst rechts en met slepen en
neerzetten plaatst u ze links op de gewenste
plek.
• Er kunnen maximaal acht items aan Mijn menu worden
toegevoegd.
16
-NL
Menuscherm
Het menuscherm toont alle beschikbare modi die geselecteerd
kunnen worden om het systeem te bedienen.
Druk op de toets Alle menu's.
Het menuscherm wordt weergegeven.
■
Voorbeeld scherm Alle menu's
②
①
⑤
⑨
⑬
③
④
⑦
⑥
⑩
⑭
⑪
⑮⑯
⑧
⑫
〇①〇
Radio-toets
Hiermee wordt het radioscherm weergegeven. (pagina 18)
〇②〇
DISC-toets
Hiermee wordt het scherm DISC weergegeven. (pagina 25)
〇③〇
Bluetooth Audio-toets
Hiermee wordt het scherm Bluetooth Audio weergegeven.
(pagina 50)
〇④〇
Camera-toets
Hiermee wordt het camerascherm weergegeven. (pagina 80)
〇⑤〇
Mijn menu-toets
Hiermee wordt het scherm Mijn menu weergegeven. (pagina 11)
〇⑥〇
Apple CarPlay
Hiermee wordt het scherm Apple CarPlay weergegeven.
(pagina 46)
〇⑦〇
Android Auto
Hiermee wordt het scherm Android Auto weergegeven.
(pagina 46)
〇⑧〇
Telefoon-toets
Hiermee wordt het telefoonscherm weergegeven. (pagina 53)
〇⑨〇
USB Muziek-toets
Hiermee wordt het scherm USB Muziek weergegeven.
(pagina 37)
〇⑩〇
USB Video-toets
Hiermee wordt het scherm USB Video weergegeven.
(pagina 40)
〇⑪〇
USB Afbeelding-toets
Hiermee wordt het scherm USB Afbeelding weergegeven.
(pagina 43)
〇⑫〇
iPod-toets
Hiermee wordt het scherm iPod weergegeven. (pagina 44)
〇⑬〇
HDMI
Hiermee wordt het scherm HDMI weergegeven. (pagina 47)
〇⑭〇
AUX-toets
Hiermee wordt het scherm AUX weergegeven. (pagina 48)
〇⑮〇
Navigatie-toets
Hiermee wordt het scherm Navigatie weergegeven.
Raadpleeg de kaarthandleiding voor meer informatie.
〇⑯〇
Instellingen-toets
Toont het scherm Instellingen. (pagina 61)
17
-NL
Radio/RDS
Hoofdscherm MW/LW (AM)-radio
Hoofdscherm FM-radio
②②③
①
④
⑨
⑧
⑦
⑥
〇①〇
Knoppenbalk frequentiebanden
Als u de gewenste knop selecteert, wordt de geselecteerde
radiomodus geactiveerd.
〇②〇
Menu (AF/Regionaal/Geluidsinstellingen)
〇③〇
Geeft het vorige scherm weer
〇④〇
RDS-indicator (AF/EON/TP/TA/REG)
Geeft aan of de functies in- of uitgeschakeld zijn.
〇⑤〇
Informatiedisplay
Toont informatie, zoals frequentie, zendernaam, voorkeuzenummer, radiotekst.
〇⑥〇
Hiermee verlaagt u de frequentie
〇⑦〇
Hiermee wordt het scherm Voorkeuze
weergegeven
〇⑧〇
Hiermee wijzigt u de afstemmingsmodus
Wisselt tussen de afstemmingsmodi Handmatig, Voorkeuze
of DX Zoeken om radio-uitzendingen te zoeken.
〇⑨〇
Hiermee wordt het scherm Lijst weergegeven
⑩⑪
③
①
④
⑤
〇①〇
Knoppenbalk frequentiebanden
Als u de gewenste knop selecteert, wordt de geselecteerde
radiomodus geactiveerd.
〇②〇
Menu (geluidsinstellingen)
〇③〇
Geeft het vorige scherm weer
〇④〇
Informatiedisplay
Voorkeuzenummer en frequentie.
〇⑤〇
Hiermee verlaagt u de frequentie
〇⑥〇
Hiermee wordt het scherm Voorkeuze
⑥
⑤
⑧
⑦
⑨
weergegeven
〇⑦〇
Hiermee wijzigt u de afstemmingsmodus
Wisselt tussen de afstemmingsmodi Handmatig afstemmen,
Voorkeuze of DX Zoeken om radio-uitzendingen te zoeken.
〇⑧〇
Hiermee wordt het scherm Lijst weergegeven
〇⑨〇
Hiermee verhoogt u de frequentie
〇⑩〇
Verkeersinformatie aan/uit
〇⑪〇
Hiermee verhoogt u de frequentie
• De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende informatie:
AF List of Alternative Frequencies (lijst met alternatieve
frequenties) EON Enhanced Other Networks (versterkte andere
netwerken) TP Traffic Programme (verkeersprogramma) TA
Traffic Announcement (verkeersinformatie) REG Regional
(regionaal).
18
-NL
Naar FM/AM-radio luisteren
Radiozenders selecteren
Druk op de toets Alle menu's → raak
1
[Radio] aan. Of in het beginscherm raakt u
[Alle menu's] → [Radio] aan.
Raak de gewenste frequentieknop aan.
2
Raak aan en selecteer de gewenste
3
afstemmodus.
• DX Zoeken: er wordt zowel op sterke als op zwakke
zenders afgestemd.
• Handmatig: er wordt handmatig in stappen op de
frequentie afgestemd.
• Voorkeuze: schakelt meteen vooraf ingestelde zenders
in.
Raak of aan en wijzig de gewenste
4
zender.
■
Zenders selecteren uit de voorkeuzezenders
Raak aan.
1
In de voorkeuzezenders selecteert u de
2
frequentie waarnaar u wilt luisteren.
■
Zenders selecteren in de lijst
Raak aan.
1
In de lijsten selecteert u de frequentie waarnaar
2
u wilt luisteren.
FM/AM-lijsten worden handmatig bijgewerkt door op te
drukken.
19
-NL
Radiozender als voorkeuzezender opslaan
Menu Voorkeuze gebruiken
Deze functie wordt gebruikt om de huidige zender handmatig op
te slaan onder het gewenste voorkeuzenummer.
Stem af op de zender die u wilt opslaan.
1
Raak aan.
2
Raak het gebied [Drukken en vasthouden] aan
3
of het gewenste nummervlak waaronder u de
zender wilt opslaan en houd het ingedrukt.
U kunt in totaal 20 zenders of uitzendingen voor elke frequentie
(FM, MW, LW of DAB) opslaan als voorkeuze.
• In het scherm met de lijst kunt u ook het kanaal als voorkeuze
opslaan door op te drukken.
• Indien er reeds een zender is opgeslagen onder een
voorkeuzenummer, wordt deze zender gewist en vervangen
door de nieuwe zender.
• In het scherm Voorkeuze kunt u alle opgeslagen
voorkeuzezenders wissen. Raak
aan.
→ [Alles verwijderen]
Om de voorkeuzelijst te bewerken, houdt u
1
deze aangeraakt.
Selecteer de gewenste optie.
• Aafstemmen: speelt de geselecteerde frequentie af.
2
• Opslaan: overschrijft de frequentie met de frequentie
waarnaar op dat moment wordt geluisterd.
• Wissen: verwijdert de frequentie.
20
-NL
RDS-bediening
Verkeersinformatie
Raak aan.
De "TA"-indicator wordt weergegeven en het toestel schakelt over
naar de stand-bystand om verkeersaankondigingen te ontvangen.
Wanneer een verkeersaankondiging wordt ontvangen, licht
de TP-indicator op en een bijbehorend pop-upvenster wordt
weergegeven. Druk op [Sluiten] om te sluiten. Druk op [TA off] om
de TA-functie uit te schakelen.
• De TP-indicator licht op als de stand-bymodus uitgeschakeld is
bij een andere bron dan de radiobron om aan te geven dat het
toestel een verkeersaankondiging ontvangt.
• Wanneer het uitzendsignaal van de verkeersaankondiging
beneden een bepaald niveau daalt, blijft het toestel gedurende
1 minuut in de ontvangstmodus.
Verkeersinformatie handmatig ontvangen
Raak aan om de modus Verkeersinformatie
1
in te schakelen.
De "TA"-indicator licht op.
Raak of aan.
Zoekt de zender die de verkeersinformatie uitzendt.
2
• U kunt de verkeersinformatie zoeken in de DX Seek-modus.
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat
gebruik maakt van de 57 kHz-hulpdraaggolf van normale FMuitzendingen. RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie
ontvangt zoals verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt
automatisch over naar een sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt.
1
2
• RDS-modus wordt niet weergegeven voor de MW- of LW-
• Wanneer AF ingeschakeld is, stemt het toestel automatisch af
• Schakel AF uit wanneer automatisch herafstemmen niet
Met deze functie kunnen gebruikers het toestel vastleggen op
hun huidige regio of ervoor zorgen dat de radio afstemt op een
andere regiospecieke programmering.
1
2
AF (alternatieve frequenties) in- of
uitschakelen
Raak aan.
Schakel het vakje [AF] in om de functie in te
schakelen.
Wanneer AF ingeschakeld is, licht de "AF"-indicator op.
frequentie.
op een krachtig zendsignaal uit de AF-lijst.
gewenst is.
Regionale zenders
Raak aan.
Schakel het vakje [Regionaal] in om de functie
in te schakelen.
Wanneer de functie Regionaal uitgeschakeld is, blijft het
toestel automatisch de lokale RDS-zender ontvangen.
Geluidsinstellingen
Raak → [Geluidsinstellingen] aan
Voor meer informatie raadpleegt u "Geluid" op pagina 65.
21
-NL
DAB
Hoofdscherm DAB-radio
Naar DAB-radio luisteren
Druk op de toets Alle menu's → raak
1
[Radio] aan. Of in het beginscherm raakt u
[Alle menu's] → [Radio] aan.
②③
①
④⑤
⑩⑪⑨⑧⑦
〇①〇
Knoppenbalk frequentiebanden
Als u de gewenste knop selecteert, wordt de geselecteerde
radiomodus geactiveerd.
〇②〇
Menu (DRC, DAB Antenne, Soft link,
Geluidsinstellingen)
〇③〇
Geeft het vorige scherm weer
〇④〇
Diavoorstelling
Toont de programma-informatie, foto's van de artiest en
reclames die gesynchroniseerd worden met de servicecomponent die op dat moment wordt ontvangen.
〇⑤〇
Informatiedisplay
Toont informatie, zoals frequentie, zendernaam, voorkeuzenummer, radiotekst.
〇⑥〇
DAB-indicator (SL, TA, FM, DRC, DAB)
Geeft aan of de functies in- of uitgeschakeld zijn.
〇⑦〇
Hiermee verlaagt u de frequentie
⑫
Raak de DAB-frequentieknop aan.
2
⑥
Raak aan en selecteer de gewenste
3
afstemmodus.
• Service: gaat naar een volgende servicecomponent in de
lijst met alle services.
• Voorkeuze: schakelt meteen een vooraf ingestelde zender
in.
Raak of aan en wijzig de gewenste
4
zender.
• Stel het type DAB-antenne (apart verkrijgbaar) in, voordat u de
DAB/DAB+/DMB-functie gebruikt. Wordt een actieve antenne
gebruikt die door het toestel van spanning moet worden
voorzien, dan stelt u DAB-antennevoeding in op Aan; wordt een
passieve antenne gebruikt die geen spanning van het toestel
nodig heeft, dan stelt u DAB-antennevoeding in op Uit, anders
kan er een defect optreden.
• Wanneer FM-koppeling ingeschakeld is en het digitale signaal
zwak is, schakelt het toestel automatisch over naar het analoge
FM-radiosignaal en het Link-pictogram voor de radio wordt
weergegeven.
• Dit product ondersteunt alleen "Receiver Prole 1 - Standard
Audio Receiver" conform de officiële classificatie van het
WorldDMB Forum.
〇⑧〇
Hiermee wordt het scherm Voorkeuze
weergegeven
〇⑨〇
Hiermee wijzigt u de afstemmingsmodus
Wisselt tussen de afstemmingsmodi Service of Voorkeuze
om radiozenders te zoeken.
〇⑩〇
Hiermee wordt het scherm Lijst weergegeven
〇⑪〇
Modus verkeersinformatie Aan/Uit
〇⑫〇
Hiermee verhoogt u de frequentie
22
-NL
DAB-station selecteren
DAB-zenders in Voorkeuze opslaan
■
Zender selecteren uit de voorkeuzezenders
Raak aan.
1
In de voorkeuzezenders selecteert u de zender
2
waarnaar u wilt luisteren.
■
Zender selecteren in Lijst
Raak aan.
1
In de lijsten selecteert u de zender waarnaar u
2
wilt luisteren.
Deze functie wordt gebruikt om de huidige zender handmatig op
te slaan onder het gewenste voorkeuzenummer.
Stem af op de zender die u wilt opslaan.
1
Raak aan.
2
Raak het gebied [Drukken en vasthouden] aan
3
of het gewenste nummervlak waaronder u de
zender wilt opslaan en houd het ingedrukt.
U kunt in totaal 20 zenders of uitzendingen voor elke frequentie
(FM, MW, LW of DAB) opslaan als voorkeuze.
• In het scherm met de lijst kunt u ook het kanaal als voorkeuze
opslaan door op te drukken.
• Indien er reeds een zender is opgeslagen onder het gekozen
voorkeuzenummer, wordt deze zender gewist en vervangen
door de nieuwe zender.
• In het scherm Voorkeuze kunt u alle opgeslagen
voorkeuzezenders wissen. Raak
aan.
→ [Alles verwijderen]
Druk op Refresh (vernieuwen) om de lijst bij te werken.
23
-NL
Menu Voorkeuze gebruiken
De DAB-antenne IN/UIT-schakelen
Om de voorkeuzelijst te bewerken, houdt u
1
deze aangeraakt.
Selecteer de gewenste optie.
• Tune (afstemmen): speelt de geselecteerde frequentie af.
2
• Save (opslaan): overschrijft de frequentie met de frequentie
waarnaar op dat moment wordt geluisterd.
• Delete (verwijderen): verwijdert de frequentie.
Verkeersinformatie
Raak aan.
De "TA"-indicator licht op en het toestel schakelt over naar de
stand-bystand voor de verkeersinformatie.
• Druk op de toets [TA OFF] (TA uit) in het pop-upvenster om de
verkeersinformatie uit te schakelen. U kunt ook op de toets
rechts onderin het scherm drukken om de TA-functie IN en UIT
te schakelen.
Dynamic Range Control (DRC)
Dynamic Range Control (DRC) (dynamische bereikregeling) is
een functie die het radiovolume op een constant niveau houdt
voor comfort en verbeterde gebruikerservaring.
Raak aan.
1
Schakel het vakje [DRC] in om de functie in te
2
schakelen.
Wanneer DRC ingeschakeld is, licht de "DRC"-indicator op.
Met deze instelling kunt u bepalen of de DAB-antenneconnector
van spanning wordt voorzien. Stel het type DAB-antenne (apart
verkrijgbaar) in, voordat u de DAB-antenne installeert. Wordt een
actieve antenne gebruikt die door het toestel van spanning moet
worden voorzien, dan stelt u DAB-antennevoeding in op Aan;
wordt een passieve antenne gebruikt die geen spanning van het
toestel nodig heeft, dan stelt u DAB-antennevoeding in op Uit,
anders kan er een defect optreden.
Raak aan.
1
Schakel het vakje [DAB Antenna] (DAB-antenne)
2
in om de functie in te schakelen.
• Uit (standaardinstelling): Wanneer er geen DAB-antenne
aangesloten is of de aangesloten DAB-antenne heeft
geen spanning nodig van het toestel.
• Aan: Wanneer de aangesloten DAB-antenne door dit
toestel van spanning moet worden voorzien.
• Als het bericht "DAB Antenna error" (DAB-antennefout) op het
toestel wordt weergegeven, wordt deze instelling ongeldig.
Voor meer informatie over wat u moet doen als "DAB Antenna
error" (DAB-antennefout) worden weergegeven, raadpleegt u
"Als dit bericht wordt weergegeven".
Service volgen - gerelateerde (soft link)
content aan/uit
Dit toestel schakelt automatisch over naar een alternatieve
beschikbare service als de ontvangstkwaliteit van de huidige
service slecht wordt.
Raak aan.
1
Schakel het vakje [Soft Link] (zachte koppeling)
2
in om de functie in te schakelen.
• Soft Link-instelling Uit [default setting] (standaardinstelling):
De service alleen Hard Link-services volgen is actief.
Hard Link-services leveren dezelfde content als de service
waarop oorspronkelijk is afgestemd.
• Soft Link-instelling Aan:
De service volgen naar zowel Hard Link als Soft Link-services
is actief.
Soft Link-services bieden gewoonlijk content die overeenkomt
met de service waarop oorspronkelijk werd afgestemd, maar de
content kan ook afwijken, afhankelijk van de conguratie van
de omroep.
24
-NL
Geluidsinstellingen
Raak → [Geluidsinstellingen] aan
Voor meer informatie raadpleegt u "Geluid" op pagina 65.
Schijf
WAARSCHUWING
• Het is gevaarlijk als de bestuurder naar dvd/Disc Video/Disc
Afbeelding kan kijken tijdens het besturen van een voertuig.
Dit kan de bestuurder aeiden, waardoor hij zijn aandacht
niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt veroorzaakt.
• Installeer het toestel correct, zodat de bestuurder niet
naar dvd/Disc Video/Disc Afbeelding kan kijken, tenzij het
voertuig stilstaat en de handrem is aangetrokken.
• Als het toestel niet correct is geïnstalleerd, zal de bestuurder
in staat zijn om naar dvd/Disc Video/Disc Afbeelding te
kijken tijdens het rijden, waardoor hij mogelijk afgeleid wordt
en er een ongeval wordt veroorzaakt. De bestuurder of
andere mensen kunnen ernstig gewond raken.
• Video/Afbeeldingen zijn niet beschikbaar tijdens het rijden.
(Vanwege de verkeersvoorschriften zijn video's alleen beschikbaar
terwijl uw voertuig geparkeerd is.)
Ondersteunde schijndelingen
Ondersteund
Schijndelingen
Dvd-video
Audio-cd
CD-R/RW
Schijf-
logo
Speelt schijven af met regiocodes van
ALLE of de overeenkomstige regiocode.
Speelt normale muziek-cd's af.
Speelt schijven af waarop muziektitels zijn
opgenomen, WMA- en MP3-bestanden.
Omschrijving
Dvd-regiocode
Aan de dvd-speler en de dvd-schijven zijn regiocodes toegewezen.
Dvd's die niet de juiste regiocodes hebben die dit toestel
ondersteunt, worden niet afgespeeld. Raadpleeg de onderstaande
tabel voor meer informatie over dvd-regiocodes.
RegiocodeGebied
1 Verenigde Staten, Canada
2Europa, Midden-Oosten, Zuid-Afrika
3Zuid-Korea
4Latijns-Amerika
5Rusland, Afrika
6Chinese vasteland
AllKan in alle regio's worden afgespeeld
Opgelet
• Niet alle functies zijn beschikbaar voor elke schijf.
Raadpleeg de instructies bij de afzonderlijke schijven voor
meer informatie over de ondersteunde functies.
• Vingerafdrukken op een schijf kunnen een nadelige
invloed hebben op het afspelen. Wanneer een probleem
zich voordoet, verwijdert u de schijf en controleert u of er
vingerafdrukken staan op de afspeelzijde. Reinig indien
nodig de schijf.
• Schakel het contact van de auto in voordat u dit apparaat
gebruikt. Gebruik het systeem niet gedurende lange
perioden bij uitgeschakeld contact omdat dergelijk gebruik
de accu kan ontladen.
• Video-cd's kunnen niet worden afgespeeld.
25
-NL
Disc Video
Hoofdscherm Disc Video
U kunt muziek-/video-/afbeeldingsbestanden die opgeslagen zijn
op een schijf afspelen met behulp van de interne speler van dit
systeem.
WAARSCHUWING
• Het is gevaarlijk (en illegaal in veel landen) om als
bestuurder video te kijken tijdens het besturen van een
voertuig. Dit kan de bestuurder aeiden, waardoor hij zijn
aandacht niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt
veroorzaakt.
• Installeer het toestel correct, zodat de bestuurder niet de
mogelijkheid heeft om naar de video te kijken tenzij het
voertuig stilstaat en de handrem is aangetrokken.
• Indien het toestel niet correct is geïnstalleerd, zal de
bestuurder in staat zijn om tijdens het rijden naar video's
te kijken, waardoor hij mogelijk afgeleid wordt en er een
ongeval wordt veroorzaakt. De bestuurder of andere
mensen kunnen ernstig gewond raken.
• Disc Video-modus is niet beschikbaar tijdens het rijden.
(Vanwege de verkeersvoorschriften zijn video's alleen
beschikbaar terwijl uw voertuig geparkeerd is.)
②①③
④
⑥
⑩⑨⑧⑦
〇①〇
Hiermee wordt het scherm Lijst weergegeven
〇②〇
Menu
〇③〇
Geeft het vorige scherm weer
〇④〇
Informatiedisplay
〇⑤〇
Huidig bestandnr./totaal aantal bestanden
〇⑥〇
Afspeeltijd en afspeelbalk
〇⑦〇
Vorig bestand
〇⑧〇
Afspelen/pauzeren
〇⑨〇
Herhalen
〇⑩〇
Shufe (willekeurige volgorde)
〇⑪〇
Volgende bestand
⑪
Disc Video-bestanden afspelen
Druk op de toets Alle menu's → raak [DISC]
1
(schijf) aan. Of in het beginscherm raakt u
[Alle menu's] → [DISC] (schijf) aan.
⑤
26
-NL
Raak of aan en selecteer het gewenste
2
bestand.
Raak aan om Disc Video af te spelen.
Tijdens het afspelen raakt u aan om Disco Video te pauzeren.
3
In volledig scherm afspelen
Raak het scherm aan op een plek zonder menu om het volledige
scherm weer te geven.
Als u het menu wilt weergeven, raakt u het scherm aan.
• Als er gedurende 10 seconden geen handelingen plaatsvinden,
verdwijnt het menu weer automatisch.
Disc Video-bestanden zoeken
Herhalen
U kunt de bestanden in het scherm Lijst zoeken.
Raak aan om het scherm Lijst met de
1
schijfbestanden weer te geven.
Raak [Video] aan en zoek het gewenste
2
bestand.
Raak het gewenste bestand aan om het af te
3
spelen.
Een bestand versneld vooruit- of
achteruitspoelen
Met behulp van of .
Tijdens het afspelen raakt u of aan.
Houd dit langer dan 1 seconde aangeraakt om met hoge
1
snelheid achteruit of vooruit te spoelen.
Laat of los om het bestand met normale
2
snelheid af te spelen.
Raak aan.
Elke keer als de toets wordt aangeraakt, verandert de modus.
Selecteer de gewenste modus.
• Map : herhaalt de bestanden in de huidige map.
• Eén bestand : huidige afgespeelde bestand wordt herhaald
afgespeeld.
• Alle : herhaalt alle bestanden op de schijf.
Shufe (willekeurige volgorde)
Raak aan.
Elke keer als de toets wordt aangeraakt, verandert de
afspeelmodus van Aan → Uit.
Selecteer de gewenste modus.
• Uit : schakelt de shufe-functie uit.
• Aan : speelt alle bestanden in willekeurige volgorde af.
Geluidsinstellingen
Raak → [Geluidsinstellingen] aan
Voor meer informatie raadpleegt u "Geluid" op pagina 65.
Visuele instellingen
Raak → [Visuele instellingen] aan
Voor meer informatie raadpleegt u "Visuele instellingen" op
pagina 70.
De afspeelbalk gebruiken
Versleep de schuif of tik op de afspeelbalk om naar het punt te
springen van waaraf u wilt afspelen.
27
-NL
Loading...
+ 62 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.