FOR CAR USE ONLY/NUR FÜR AUTOMOBIL GEBRAUCH/POUR APPLICATION AUTOMOBILE UNIQUEMENT/PARA USO
EN AUTOMÓVILES/SOLO PER L’UTILIZZO IN AUTOMOBILE/ENDAST FÖR BILBRUK/ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE
AUTO/ТОЛЬКО ДЛЯ ИСПОЛЬЗОВАНИЯ В АВТОМОБИЛЯХ/DO UŻYCIA TYLKO W SAMOCHODZIE
EN
ALPINE HALO9
9” ADVANCED NAVIGATION SYSTEM
INE-F904D
• OWNER’S MANUAL
Please read before using this equipment.
• BEDIENUNGSANLEITUNG
Lesen Sie diese Bedienungsanleitung bitte vor
Gebrauch des Gerätes.
• MODE D’EMPLOI
Veuillez lire avant d’utiliser cet appareil.
• MANUAL DE OPERACIÓN
Léalo antes de utilizar este equipo.
• ISTRUZIONI PER L’USO
Si prega di leggere prima di utilizzare il attrezzatura.
• ANVÄNDARHANDLEDNING
Innan du använder utrustningen bör du läsa
igenom denna användarhandledning.
• GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig alvorens
dit toestel te gebruiken.
BELANGRIJKE INFORMATIE, AANDACHTIG LEZEN
VOORDAT U DIT PRODUCT GEBRUIKT.
Dit product is bedoeld om u op veilige wijze stapsgewijze instructies
te geven zodat u op de gewenste bestemming komt. Lees de
volgende voorzorgsmaatregelen aandach tig om ervoor te zorgen dat
u dit navigatiesysteem correct gebruikt.
• Dit product is geen vervangmiddel voor uw eigen
inschattingsvermogen. De routeaanwijzingen die door dit
navigatiesysteem worden aangereikt, mogen nooit indruisen tegen
plaatselijke verkeersvoorschriften of uw eigen
beoordelingsvermogen en/of kennis betreffende het veilig besturen
van een voertuig. Volg de routeaanwijzingen niet als het
navigatiesysteem u aangeeft een onveilig of onwettig manoeuvre uit
te voeren, u in een onveilige situatie brengt of u naar een zone leidt
die u onveilig acht.
• Kijk alleen naar het scherm als dat nodig en veilig is. Als het nodig
is om langere tijd naar het scherm te kijken, dient u te stoppen op
een veilige en legale manier en locatie.
• Voer geen bestemmingen in, wijzig geen instellingen of gebruik geen
functies waarvoor u langere tijd op het scherm moet kijken terwijl
u aan het rijden bent. Stop op een veilige en legale manier en
locatie voordat u het systeem probeert te gebruiken.
• Als u het navigatiesysteem gebruikt om een hulpdienst te bereiken,
moet u voordat u ernaartoe rijdt de dienst in kwestie contacteren
om de beschikbaarheid ervan te verifiëren. De database bevat niet
alle locaties met hulpdiensten zoals politiebureaus,
brandweerkazernes, ziekenhuizen en zorginstellingen. Vertrouw in
dergelijke situaties op uw eigen beoordelingsvermogen en uw
vermogen om richtingaanwijzingen te vragen.
• De kaartdatabase die in het navigatiesysteem wordt gebruikt, bevat
de recentste kaartgegevens die beschikbaar waren op het moment
van productie. Door veranderingen aan straten en buurten kunnen
er situaties zijn waarin het navigatiesysteem niet in staat is u naar
de gewenste locatie te brengen. Vertrouw in dergelijke gevallen op
uw eigen beoordelingsvermogen.
• De kaartdatabase is ontworpen om u routeaanwijzingen te geven,
maar houdt geen rekening met de relatieve veiligheid van een
voorgestelde route of met factoren die invloed kunnen hebben op de
tijd die nodig is om uw bestemming te bereiken. Het systeem geeft
geen dingen weer als afgesloten wegen of wegenwerken,
wegenkenmerken (bv. soort wegdek, hellingsgraad, gewichts- of
hoogtebeperkingen enz.), files, weersomstandigheden of andere
factoren die een invloed kunnen hebben op de veiligheid of timing
van uw rijervaring. Vertrouw op uw eigen beoordelingsvermogen
als het navigatiesysteem niet in staat is u een alternatieve route
voor te stellen.
• Er kunnen zich situaties voordoen waarin het navigatiesysteem de
locatie van het voertuig foutief weergeeft. Gebruik in dergelijke
gevallen uw eigen beoordelingsvermogen en houd daarbij rekening
met de rijomstandigheden. Het navigatiesysteem zal in dergelijke
gevallen de positie van het voertuig normaal automatisch
corrigeren. Er kunnen echter situaties zijn waarin u de positie zelf
moet corrigeren. Als dat het geval is, dient u op een veilige en legale
manier en locatie te stoppen voordat u dit probeert.
• Zorg ervoor dat het volumeniveau van het toestel ingesteld is op een
niveau waarbij u nog steeds het verkeer buiten uw voertuig en
voertuigen van de nooddiensten kunt horen. Rijden zonder dat u
geluiden van buitenaf kunt horen, kan tot ongevallen leiden.
• Zorg ervoor dat alle personen die van plan zijn dit
navigatiesysteem te gebruiken deze voorzorgsmaatregelen en de
volgende instructies grondig lezen.
Als u niet zeker bent van iets in de handleiding aangaande
de bediening van het navigatiesysteem, gelieve dan contact
op te nemen met een verdeler van Alpine -navigatiesystemen
in uw buurt voordat u het navigatiesysteem in gebruik
neemt.
WAARSCHUWING
Aandachtspunten voor veilig gebruik
• Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u deze disc en de
onderdelen van het systeem gebruikt. Ze bevatten instructies over
hoe u dit product op een veilige en efficiënte manier kunt
gebruiken. Alpine kan niet verantwoordelijk zijn voor problemen
die ontstaan als gevolg van het niet opvolgen van de instructies in
deze handleiding.
• Deze handleiding maakt gebruik van verschillende symbolen om u
te laten zien hoe u dit product veilig gebruikt en om u te wijzen op
potentiële gevaren die kunnen ontstaan als gevolg van slechte
verbindingen en bediening. Hieronder ziet u de betekenis van die
symbolen. Het is belangrijk dat u de betekenis van deze illustraties
volledig begrijpt om deze handleiding en het systeem goed te
kunnen gebruiken.
WAARSCHUWING
• Het systeem bedienen tijdens het rijden is gevaarlijk.
Gebruikers moeten het voertuig tot stilstand brengen
voordat ze de software gebruiken.
• De omstandigheden en reglementering op de weg heeft
voorrang op de informatie van de kaart: houd tijdens het
rijden rekening met beperkingen en omstandigheden in het
verkeer.
• Deze software is uitsluitend ontworpen voor gebruik in dit
toestel. De software kan en mag niet in combinatie met
andere hardware worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
7-NL
INSTALLEER HET APPARAAT CORRECT ZODAT DE BESTUURDER NIET DE
MOGELIJKHEID HEEFT OM NAAR DE TV/VIDEO TE KIJKEN TENZIJ HET
VOERTUIG STILSTAAT EN DE HANDREM IS AANGETROKKEN.
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt tijdens het
besturen van een voertuig. Wanneer dit apparaat niet correct wordt
geïnstalleerd, kan de bestuurder naar de tv/video kijken tijdens het
rijden. Dit kan de bestuurder afleiden, waardoor hij zijn aandacht
niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt veroorzaakt. De
bestuurder of andere mensen kunnen ernstig gewond raken.
KIJK NIET NAAR DE VIDEO TIJDENS HET RIJDEN.
Het bekijken van de video kan de bestuurder afleiden, waardoor hij
zijn aandacht niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt
veroorzaakt.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U VERHINDERT VEILIG MET
UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats voordat u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
VOLG DE ROUTEAANWIJZINGEN NIET ALS HET NAVIGATIESYSTEEM U
OPDRAAGT EEN ONVEILIG OF ONWETTIG MANOEUVRE UIT TE VOEREN OF
U IN EEN ONVEILIGE SITUATIE OF PLAATS DOET BELANDEN.
Dit product is geen vervangmiddel voor uw eigen
inschattingsvermogen. De routeaanwijzingen die door dit systeem
worden aangereikt, mogen nooit indruisen tegen plaatselijke
verkeersvoorschriften of uw eigen inschattingsvermogen of kennis
betreffende het veilig besturen van een voertuig.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE AUTO NOG STEEDS
KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen,
enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk
tot een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN
AUTO KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
BEPERK HET BEKIJKEN VAN HET SCHERM TIJDENS HET RIJDEN.
Door naar het scherm te kijken, kan de bestuurder worden afgeleid
en niet voor zich kijken en zo een ongeval veroorzaken.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE AARDING VAN 12
V.
(contacteer bij twijfel uw dealer.) Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en
zo brand veroorzaken.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand,
elektrocutie of andere verwondingen.
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE BATTERIJAANSLUITING VOOR
U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten
gevolge van kortsluitingen.
LET OP DAT ER GEEN KABELS VERSTRIKT GERAKEN IN VOORWERPEN IN
DE BUURT.
Orden de kabels volgens de handleiding om obstructies tijdens het
rijden te voorkomen. Kabels die een obstructie vormen of worden
opgehangen op plaatsen zoals het stuur, de versnellingspook,
rempedalen, enz. kunnen uiterst gevaarlijk zijn.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van
de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis
voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zoniet kan dit leiden tot brand.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF STUURINRICHTING
OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen
NOOIT gebruikt worden voor installaties of als aardverbinding.
Het gebruik van dergelijke onderdelen kan leiden tot een
controleverlies over de auto en brand enz. veroorzaken.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN UW VOERTUIG
KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS SCHROEVEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET VERVANGEN VAN DE
ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
8-NL
OPGELET
OPMERKING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen of
materiële schade tot gevolg hebben.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH EEN PROBLEEM
VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw bevoegde
Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Contacteer voor uw eigen veiligheid
steeds de dealer waar u dit product hebt gekocht om de installatie te
laten uitvoeren.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP DE
JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de genoemde onderdelen kunnen interne
schade veroorzaken aan het toestel of zorgen mogelijk voor een
slechte installatie van het toestel. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
SCHIK DE KABELS ZODAT ZE NIET GEKNELD ZITTEN OF GEKNEPEN
WORDEN DOOR EEN SCHERPE METALEN KANT.
Leid de kabels en bedrading weg van bewegende onderdelen (zoals
de zetelrails) of scherpe of puntige kanten. Zo vermijdt u
knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels door
een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om te
voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
Schoonmaken van het product
Gebruik een zachte, droge doek voor het regelmatig schoonmaken
van het product. Voor hardnekkigere vlekken kunt u de doek enkel
met water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf oplossen
of de kunststof beschadigen.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen 0°C en
+45°C ligt voor u het toestel inschakelt.
Onderhoud
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
herstellen. Breng het toestel voor reparatie terug naar uw Alpineverdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
De USB-aansluiting beschermen
• U kunt alleen een iPod/iPhone, Android™ smartphone of een
USB-flashstation aansluiten op de USB-aansluiting van dit
toestel. Indien u andere USB-producten gebruikt, kan een
correcte werking niet worden gegarandeerd.
• Maak enkel gebruik van de meegeleverde verbindingskabel
wanneer u de USB-aansluiting gebruikt. Een USB-hub wordt niet
ondersteund.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-flashstation is het mogelijk
dat het toestel niet werkt of dat sommige functies niet worden
uitgevoerd.
• De types audiobestanden die met dit toestel kunnen worden
afgespeeld zijn MP3/WMA/AAC/FLAC.
• Artiest/naam van het lied enz. kunnen worden weergegeven.
Sommige tekens worden mogelijk niet correct weergegeven.
INSTALLEER NIET OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd installatie van het toestel op plaatsen waar veel vocht of stof
aanwezig is. Wanneer er vocht of stof terechtkomt in het toestel, kan
dit storingen veroorzaken.
9-NL
OPGELET
Alpine kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verloren gegevens
enz., zelfs wanneer deze gegevens verloren zijn gegaan tijdens het
gebruik van dit product.
Een USB-flashstation gebruiken
• Dit toestel kan een apparaat voor geheugenopslag aansturen dat
het protocol USB Mass Storage Class (MSC) ondersteunt. MP3-,
WMA-, AAC- en FLAC-bestanden kunnen worden afgespeeld.
• Het functioneren van een USB-flashstation wordt niet
gegarandeerd. Gebruik het USB-flashstation in
overeenstemming met de overeengekomen voorwaarden. Lees de
gebruiksaanwijzing van het USB-flashstation grondig door.
• Vermijd gebruik of opslag in de volgende locaties:
Om het even waar in een auto blootgesteld aan direct zonlicht
of hoge temperaturen.
Om het even waar een hoge vochtigheid of bijtende stoffen
mogelijk aanwezig zijn.
• Plaats het USB-flashstation op een plaats die niet hinderlijk is
voor de bestuurder.
• Het USB-flashstation werkt mogelijk niet correct bij hoge of lage
temperaturen.
• Gebruik enkel gecertificeerde USB-flashstations. Houd er
rekening mee dat zelfs gecertificeerde USB-flashstations mogelijk
niet goed werken, afhankelijk van het type of de staat waarin het
zich bevindt.
• Afhankelijk van de instellingen van het type USB-flashstation, de
staat van het station of de coderingssoftware, is het mogelijk dat
het toestel gegevens niet correct afspeelt of weergeeft.
• Het kan een tijdje duren voor het afspelen van het USBflashstation van start gaat. Indien er een bestand van een ander
type dan audio op het USB-flashstation opgeslagen is, kan het
een behoorlijke tijd duren voor het bestand wordt afgespeeld of
gezocht.
• Het toestel kan "mp3"-, "wma"- en "m4a"-bestanden afspelen.
• Voeg de bovenvermelde extensies niet toe aan een bestand dat
geen audiogegevens bevat. Doet u dit wel, dan zal het bestand
niet herkend worden. Het afspelen van een dergelijk bestand kan
een lawaai veroorzaken dat de luidsprekers en/of de versterkers
kan beschadigen.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te
maken op een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is. Zet
SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens het
USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te
vermijden.
• Windows Media is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
• Apple, iPhone, iPod, iPod nano, iPod touch en Siri zijn
handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten
en andere landen. Apple CarPlay is een handelsmerk van Apple
Inc.
• De 'Made for Apple' en 'Works with Apple' iconen betekenen dat
een accessoire is ontworpen om verbonden te worden met een
Apple product middels de technologie die is aangegeven in het
'Works with Apple' icoon en dat het accessoire voldoet aan de Apple
prestatienormen. Apple is niet verantwoordelijk voor het
functioneren van het accessoire en het voldoen aan veiligheids- en
regulatorische voorschriften.
Mogelijk heeft het gebruik van het accessoire in cominatie met een
Apple product invloed op de draadloze werking.
• Google, Android™, Android Auto™, Google Play en andere merken
zijn handelsmerken van Google LLC.
• Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn gedeponeerde
handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van deze
merken door Alpine Electronics, Inc. gebeurt onder licentie. Andere
handelsmerken en hun handelsnamen zijn eigendom van hun
respectievelijke eigenaars.
• De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia
Interface, en het HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten
en andere landen.
• De MPEG Layer-3-audiocoderingstechnologie wordt gebruikt
onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. De aankoop van dit
product verleent enkel toestemming voor privé-, niet-commercieel
gebruik en verleent geen toestemming noch enig recht om dit
product te gebruiken in om het even welke commerciële (d.w.z. met
winstoogmerk) real time-uitzending (land, satelliet, kabel en/of
andere media), uitzenden/streaming via het internet, intranetten
en/of andere netwerken of in andere elektronische systemen voor
informatieverspreiding, zoals pay-audio- of audio-on-demandtoepassingen. Voor dergelijke toepassingen is een aparte licentie
vereist. Meer informatie kunt u vinden op
http://www.mp3licensing.com
Gemaakt voor iPhone SE, iPhone 6s, iPhone 6s Plus, iPhone 6,
iPhone 6 Plus, iPhone 5s, iPhone 5c, iPhone 5, iPhone 4s, iPod
touch (5e en 6e generatie), iPod nano (7e generatie).
10-NL
Functies
De volgende voorbeelden van schermen van INE-F904D die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, dienen uitsluitend ter referentie. Ze kunnen
verschillen van de werkelijke schermweergaven.
De functie Favoriet
Frequent gebruikte functies zoals de audiobron of navigatie kunnen eenvoudig opgeroepen worden door deze te registreren op het scherm Favoriet.
Zie "De functie Favoriet" (pagina 21) voor meer informatie.
Voorbeeld van het scherm Favoriet
• U kunt vaak gebruikte en nuttige functies naar wens aanpassen.
• U kunt maximaal 54 functies registreren.
• Het is niet mogelijk om een functie meer dan een keer te registreren.
Vegen over het aanraakscherm
U kunt een pagina wijzigen door het aanraakscherm horizontaal met uw vinger te swipen. Zie "Bediening van het aanraakscherm" (pagina 15) voor
meer informatie.
Veeg zacht met uw vinger over het scherm.
11-NL
Overschakelen van het scherm met audiobronnen naar een specifiek scherm
Scherm voor configuratie van
snelkoppelingen (pagina 17)
Scherm voor preselectieknoppen of
snelzoekmodus
*
U kunt de BASS ENGINE SQ instellen of Tone regelaar.
<Scherm met audiobronnen>
(USB Audio)
Dubbel scherm (pagina 13)
Op het dubbele scherm kunt u schakelen tussen
de weergegeven schermen.
U kunt het scherm geluidsbronnen naar een vast scherm overschakelen door op een van de drie randen van het scherm op het pictogram te tikken.
* De zoekmodus verschilt afhankelijk van de audiobron. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de audiobron voor meer informatie.
12-NL
Over het dubbele scherm
Volledig audioscherm
Raak []
Volledig
navigatiescherm
Dubbel scherm
*
Met het dubbele scherm kunt u tegelijk de schermen Navigatie en Audio/Video weergeven.
Raak []
* Tik op [] om over te schakelen naar het Navigatiemenu. Raadpleeg "Gebruiksaanwijzing Navigatiesysteem" op de CD-ROM voor meer informatie
over het gebruik van het navigatiesysteem.
Weergavepositie op het dubbele scherm
U kunt de linker/rechter positie van het scherm Audio/Video en Navigatie wijzigen.
Telkens wanneer u aanraakt, wijzigt de positie van het scherm Audio/Video en Navigatie.
Raak []Raak []
• Wanneer niet wordt weergegeven, raakt u [] aan.
13-NL
Aan de slag
Uitlijning van bedieningselementen
RESET-knop
Het systeem van dit toestel wordt gereset.
/ (OMHOOG/OMLAAG)-knop
Druk hierop om het volume te regelen.
(DEMPEN)/ (Favoriet)-knop
Druk op deze knop om het geluid te dempen of het dempen te
annuleren.
Houd minstens 2 seconden ingedrukt om het scherm Favoriet te
openen.
Het toestel in- of uitschakelen
Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend terwijl het
voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat uw voertuig stilstaat op een
veilige plaats en gebruik de handrem voordat u deze handelingen uitvoert.
1 Draai de contactsleutel naar de ACC- of ON-positie.
Het systeem schakelt in.
• Bij het inschakelen geeft het systeem het laatste scherm weer dat
getoond werd voor het contact werd uitgeschakeld. Als het toestel
bijvoorbeeld in de radiomodus staat wanneer het contact
uitgeschakeld wordt, blijft de radiomodus geactiveerd wanneer het
contact opnieuw wordt ingeschakeld.
2 Houd de (MENU)/(voeding uit)-knop gedurende
minstens 5 seconden ingedrukt om het toestel uit te
schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op een willekeurige knop te
drukken.
• Dit toestel is een precisietoestel. Zorgvuldig gebruik van het toestel moet
u jaren probleemloos gebruik opleveren.
Het systeem inschakelen
Bij het Alpine-systeem, zodra de contactsleutel naar ACC of ON is
gedraaid, wordt het beginscherm automatisch weergegeven.
Wanneer het systeem voor het eerst wordt gebruikt, wordt het
taalselectiemenu weergegeven. Veeg verticaal over het
taallijstscherm en kies de gewenste taal uit de 23 mogelijkheden.
-knop
Afhankelijk van de aangesloten smartphone, druk hierop om de
Siri-functie of de modus voor stemherkenning te openen.
(MENU)/(voeding uit)-knop
Hiermee kunt u het menuscherm openen.
Houd deze knop gedurende minstens 5 seconden ingedrukt om
het toestel uit te schakelen.
(NAV)-knop
Hiermee roept u het navigatiekaartscherm op.
Druk nogmaals op deze knop om over te schakelen naar het
menuscherm Navigatie.
Houd deze knop minstens 2 seconden ingedrukt om over te
schakelen naar het routescherm Naar huis (als er nog geen
thuisadres ingesteld is, wordt er overgeschakeld naar het
scherm voor het instellen van het thuisadres).
Raadpleeg "Gebruiksaanwijzing Navigatiesysteem" op de CDROM voor meer informatie over het gebruik van het
navigatiesysteem.
/ -knop
Druk op deze knop om in de radiomodus een volgende/vorige
zender te zoeken of om in andere audiovisuele bronnen een
volgend/vorig nummer, hoofdstuk enz. te kiezen.
Over de knopbeschrijvingen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt
De knoppen aan de voorzijde van het toestel worden vet (bv.
(MENU)) aangeduid. De knoppen op het aanraakscherm worden
vet en tussen vierkante haakjes [ ] (bv. []) aangeduid.
• Lees voor uw rijveiligheid zorgvuldig de waarschuwing die op dit
apparaat wordt weergegeven.
• Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend terwijl het
voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat het voertuig op een veilige plaats
stilstaat en gebruik de handrem voordat u deze handelingen uitvoert.
Eerste gebruik van het toestel
Druk eerst op de RESET-knop wanneer u het toestel voor de eerste keer
gebruikt, na het vervangen van de batterij van de auto enz.
1 Schakel het toestel uit.
2 Druk op de RESET-knop met een balpen of een ander
puntig voorwerp.
14-NL
RESET-knop
Het volume wijzigen
De zone voor het selecteren van de audiobron
Pas het volume aan door op / te drukken.
Het volume wordt doorlopend verlaagd/verhoogd als u /
ingedrukt houdt.
Volume: 0 - 35
• Ter bescherming van uw gehoor zal het geluidsniveau hoger dan de
instelling 20 stap voor stap toenemen.
Snel het volume verlagen
De geluidsdempingsfunctie verlaagt het volumeniveau onmiddellijk naar 0.
1 Druk op de -knop (DEMPEN) om de
geluidsdempingsmodus te activeren.
Het audioniveau is 0.
2 Als u opnieuw op de -knop (DEMPEN) drukt, keer t het
geluid terug naar het vorige niveau.
Bedienen door verslepen en neerzetten
Raak het gewenste item aan en versleep het zonder uw vinger op te tillen
naar de nieuwe locatie. Til uw vinger vervolgens op om het item neer te
zetten.
• Het is niet mogelijk om het scherm uit of in te zoomen met twee vingers
(knijpen). (Met uitzondering van het navigatiekaartscherm)
De bron wijzigen
Bediening van het aanraakscherm
U kunt het systeem met behulp van het aanraakpaneel op het scherm
bedienen.
• Raak de knoppen op het scherm zacht met de top van uw vinger aan om
te voorkomen dat u het scherm bekrast.
Aanraakbediening
Raak zacht een knop of lijstitem op het scherm aan.
• Wanneer u een knop aanraakt en er geen reactie volgt, verwijdert u uw
vinger.
• Knoppen op het scherm die niet kunnen worden bediend, worden
gedimd weergegeven.
Veegbediening
Veeg zacht met uw vinger over het scherm.
1 Druk op de (MENU)-knop.
Het menuscherm wordt weergegeven.
2 Raak de gewenste bron aan in de zone voor het
selecteren van de audiobron.
Tik op [ ] om naar het vorige bronscherm terug te keren.
• Bepaalde ingangen, zoals USB, HDMI, Apple CarPlay, zijn alleen
beschikbaar wanneer het betreffende apparaat is aangesloten.
• De naam voor de ingang HDMI/AUX verschilt op basis van de
instelling. Kijk voor meer informatie in "HDMI-configuratie
(pagina 40)/AUX-configuratie (pagina 39)".
• Apple CarPlay heeft bij het afspelen van muziek invloed op een
iPod-bron als een iPhone 5 of nieuwer is aangesloten en vice versa.
Zie "Apple CarPlay instellen" (pagina 40).
• Op het menuscherm kunt u rechtstreeks de audiobron wijzigen of de
volgorde wijzigen waarin de bronnen gewijzigd worden. Zie "Over het
menuscherm" (pagina 18) voor meer informatie.
15-NL
Gebruik van de functieknop op het Audio/Videohoofdscherm
U kunt de functieknop gebruiken op het Audio/Video-hoofdscherm.
Veeg naar rechts of links om over te schakelen naar de
functiemodus.
Voorbeeld van het Radio-hoofdscherm
Hiermee kunt u de volgende lijstpagina weergeven.
• Als er geen volgend selectie-item bestaat, wordt het lijstitem niet
weergegeven.
Lijstitems die geselecteerd kunnen worden.
• Als er meer dan vijf lijstitems zijn, kunt u de pagina wijzigen door
verticaal te vegen.
Hiermee kunt u de pagina wijzigen van de knop voor het
selecteren van een item ().
• " " geeft het totale aantal pagina's aan en " " geeft de locatie van
de huidige pagina aan.
Knop om het lijstscherm te sluiten
• Tik of swipe naar links op het zoekscherm enz. om het lijstscherm
te sluiten.
Basishandelingen op het lijstscherm
Hieronder vindt u meer informatie over de basishandelingen op het
configuratielijstscherm en het zoeklijstscherm.
De weergave op het lijstscherm verschilt afhankelijk van het
geselecteerde item.
Schakelt over naar het vorige scherm.
Knop voor het selecteren van een item.
Hiermee kunt u het venster sluiten.
16-NL
Over het scherm voor de configuratie van
snelkoppelingen
Het installatiescherm voor de geluidsweergave weergeven.
Tik op het bovenste middengedeelte van het scherm
Geluidsbron.
Het installatiescherm voor de geluidsweergaven wordt weergegeven.
Voorbeeld van het geluidsconfiguratiescherm (modus
Tone regelaar)
Hiermee kunt u het venster sluiten.
U kunt het Navi-stemonderbrekingsvolume (Navi Guide) en
het volume Achtergrondgeluid aanpassen tijdens Navi
Guide.
Navi Volume: 1-35
Achtergrondgeluid: 0-35
Knop voor Display uit*
Geeft het scherm Bluetooth apparaten lijst weer.
Tik hierop om over te schakelen naar het bronscherm dat
momenteel wordt afgespeeld.
Toont het scherm voor de instelling Eerste/Tweede van het
handsfree-apparaat.
- Om de modus Display Off te annuleren, tikt u op het scherm of drukt
u op een willekeurige knop (behalve de knop / ).
- De modus Display uit wordt geannuleerd als u het toestel of het
contact (ACC) van de wagen uitschakelt.
- Als u de versnelling van de auto in achteruit (R) schakelt en er een
achteruitrijcamera aangesloten is, wordt het beeld van de
achteruitrijcamera weergegeven.
- Als u een oproep ontvangt op een telefoon die aangesloten is via
Bluetooth, wordt het scherm voor een inkomende oproep
weergegeven.
Geluidsconfiguratiefunctie
Modus Tone regelaar
BASS ENGINE SQ-modus
Knop voor het wijzigen van het scherm van de BASS ENGINE
SQ-modus
Beeldzone Balance/Fader*
• Om de oorspronkelijke instellingen terug in te stellen (Balance: 0,
Fader: 0), raakt u [] aan.
Knoppen om te schakelen tussen Voorkant/Achterkant
tijdens het aanpassen van Bass/Treble*
Knoppen voor het aanpassen van het niveau van Bass/Treble*
Knoppen voor het aanpassen van Media Xpander*
Knoppen voor het aanpassen van Subwoofer On/Off en
Subwoofer Level*
Knop voor het wijzigen van het scherm van de modus Tone regelaar
• Als u overschakelt naar de modus Tone regelaar, wordt de BASS
ENGINE SQ-modus uitgeschakeld.
Knoppen voor het aanpassen van het BASS ENGINE Level*
Knoppen voor het selecteren van het BASS ENGINE-type*
*1 Raadpleeg "Instellingen voor Geluiden" (pagina 27) voor het uitvoeren
van een gedetailleerdere configuratie.
*2 Omschakelen is niet mogelijk wanneer Fr./R. sync. bij "De
parametrische equalizercurve aanpassen (Dual HD EQ)" (pagina 29)
ingesteld is op "On".
*3 Wanneer u overschakelt naar de BASS ENGINE SQ-modus, wordt de
ingestelde waarde genegeerd.
*4 Wanneer de instelling "Defeat" op "On" staat, kunt u de configuratie
niet doorvoeren.
Het niveau voor Bass/Treble aanpassen
U kunt het niveau voor Bass en Treble instellen voor de voorste en voor
de achterste zitplaatsen door [Voor] of [Achter] aan te raken.
Instellingsitem:
Bass / Treble
Inhoud instelling:
-14 tot +14 (standa ardinstelling: 0)
• Wanneer "BASS ENGINE SQ" geselecteerd is voor de
geluidsconfiguratie van de snelkoppelingsconfiguratie, kan de
configuratie niet uitgevoerd worden.
• U kunt geen aanpassingen doorvoeren wanneer Defeat op "On" staat.
• De gewijzigde instelwaarde voor Bass is gekoppeld aan Band2 van Dual
HD EQ, en de gewijzigde instelwaarde voor Treble is gekoppeld aan
Band8.
1
2
3, 4
1, 3
1, 3
4
4
17-NL
BASS ENGINE SQ instellen
Het BASS ENGINE-type instellen
Met BASS ENGINE SQ kunt u de Bass-klanken perfect aanpassen aan
uw muzikale smaak.
Standard:Milde boost van de lage klanken met klemtoon op de
Punch:Middenbasklanken met een krachtigere impact van de
Rich:
Mid Bass:
Low Bass:Sterke boost van de lage basklanken met uitgebreide
middenklanken.
middenklanken.
Geaccentueerde hoge klanken en middenbasklanken zorgen
voor een uitstekende balans voor alle soorten muziek.
Sterke klemtoon op de hoge frequentie met een boost van
de middenbasklanken voor een krachtiger laag beeld.
hoge klanken voor een erg dynamisch geluid.
Het BASS ENGINE-niveau aanpassen
U kunt het BASS ENGINE Level aanpassen.
Instellingsitem:
BASS ENGINE Level
Inhoud instelling:
0 tot 6 (standaardinstellin g: 3)
• Het BASS ENGINE-Level van de BASS ENGINE SQ is hetzelfde voor
alle typen.
Configuratie wanneer de externe versterker aangesloten is
Om de BASS ENGINE SQ-modus te optimaliseren, raden wij u aan de
versterker als volgt te configureren.
Gebruik uw favoriete muziek om de volgende versterkeraanpassingen
door te voeren.
1) Stel GAIN van de versterker in op "MIN".
2) Zet de Crossover Mode Sector-schakelaar op "OFF".
• Als deze schakelaar geen "OFF"-stand heeft, zet u de schakelaar zo
dicht mogelijk bij het volledige bereik.
3) Zet BASS ENGINE Level op "03".
4) Speel een nummer af van het genre waar u vaak naar luistert
en pas GAIN aan op de versterker.
Over het menuscherm
Op het menuscherm kunt u de audiobron selecteren en verschillende
instellingen voor en bedieningen met het toestel uitvoeren.
Druk op de (MENU)-knop.
Het menuscherm wordt weergegeven.
Voorbeeld van het menuscherm
Geeft de afgespeelde audiobron weer.
Toont het totale aantal audiobronnen die geselecteerd
kunnen worden en de huidige positie, te tellen vanaf de
meest linkse audiobron.
Tik om terug te gaan naar het vorige bronscherm.
Zone voor het selecteren van de audiobron
Raak het pictogram van de gewenste b ron aan om de audiobron
te wijzigen.
• Door naar rechts of links in het selectiegebied van de geluidsbron
te swipen, kunt u de geluidsbron wijzigen.
• Het bronpictogram dat weergegeven wordt in de zone voor het
selecteren van de audiobron is het pictogram dat aangevinkt is op
het scherm Menu aanp. Zie "Menu aanp." (pagina 19) voor meer
informatie over het weergeven/verbergen van het bronpictogram.
Toont het preselectienummer en informatie over de
zoekmodus enz. in het midden van de zone voor het
selecteren van de audiobron.
• Door naar rechts of links in het selectiegebied van de geluidsbron
te swipen, kunt u de geluidsbron wijzigen.
• De weergegeven informatie verschilt afhankelijk van de
audiobron. Sommige bronnen worden niet weergegeven.
Instellingen-knop
Hiermee kunt u het scherm Instellingen weergeven. (pagina 24).
Cameraknop*
Hiermee kunt u camerabeelden weergeven. (pagina 70)
De toets Apple CarPlay*2 of Android Auto*3.
Voertuig info.-knop*
Hiermee kunt u het scherm van de modus Voertuig info.
weergeven. (pagina 74)
Telefoon-knop*
Hiermee kunt u het Telefoon-menuscherm weergeven. (pagina 61)
• Afhankelijk van de instelling en de verbonden apparaten, kunnen
de getoonde pictogrammen en volgorde verschillen.
*1 Wordt weergegeven wanneer de functie Camera keuze ingesteld is op
"Voor", "Achter" of "Anders". (pagina 41)
*2 Toont het scherm Apple CarPlay dat getoond wordt als Apple CarPlay
is ingeschakeld en een iPhone 5 of nieuwer is aangesloten. (pagina 46)
*3 Toont het scherm Android Auto dat wordt getoond als een Android-
smartphone met de app Android Auto wordt aangesloten. (pagina 46)
*4 Verschijnt wanneer een compatibele CAN-interface verbonden is.
*5 Wordt weergegeven wanneer de Bluetooth-instelling ingesteld is op
"On". (pagina 25)
1
4
5
18-NL
Menu aanp.
Op het scherm Menu aanp. kunt u de volgorde van de audiobronnen
wijzigen of de instellingen voor weergeven/verbergen aanpassen.
1 Raak gedurende minstens 2 seconden het gewenste
bronpictogram aan op het menuscherm.
Er wordt een selectievakje ( of ) weergegeven in de
linkerbovenhoek van het bronpictogram en de modus
Aanpassen wordt geactiveerd.
• Het bronpictogram wordt alleen weergegeven op het scherm Menu
aanp. wanneer er voor elke audiobron een bruikbare configuratie
en voorwaarden gelden. Zie "De bron wijzigen" (pagina 15) voor
meer informatie over de configuratie en voorwaarden voor elke
audiobron.
De volgorde van de audiobronnen wijzigen
Sleep het bronpictogram naar de gewenste positie.
Een audiobron verbergen/weergeven
Vink het vakje aan ( ) om het pictogram van de audiobron
weer te geven. Vink het vakje uit ( ) om het te verbergen.
• Het is niet mogelijk om het pictogram te verbergen van een bron
die afgespeeld wordt.
2 Raak [Klaar] aan.
De bewerkte inhoud wordt bevestigd en het scherm keert terug
naar het menuscherm.
Over de sneltoets
Over de indicatorweergave
De indicatorbalk onderaan het scherm geeft verschillende soorten
informatie weer, zoals de huidige tijd.
Licht op wanneer er verbinding gemaakt is met een
Bluetooth-compatibel apparaat (wordt niet weergegeven
wanneer de verbinding niet gemaakt is).
: Bluetooth-verbinding met audio-apparaat
: Bluetooth-verbinding met handsfree telefoon
Knippert tijdens het opnieuw verbinden.
Duidt het batterijniveau van het verbonden Bluetoothapparaat aan.
Batterijniveau
Pictogram
Afhankelijk van het aangesloten Bluetooth-apparaat wordt deze
aanduiding mogelijk niet weergegeven. Wanneer het batterij
een niveau zakt, wordt er een alarm gegeven.
Duidt het signaalsterkteniveau van het verbonden
Bluetooth-compatibele apparaat aan.
Wordt weergegeven wanneer de Bluetooth-instelling
ingeschakeld is.
0123Geen service
Niveau 3Niveau 2Niveau 1
Geen
batterij
Er zijn twee sneltoetsen op het scherm Geluidsbron (Radio, USB-audio,
enz.). U kunt snel overschakelen naar het scherm Geluid instellen of
Telefoonmenu door op de sneltoets te tikken.
Sneltoets Geluid instellen
Tik hierop om Balans/Fader weer te geven. Scherm van Geluid
instellen. Raadpleeg "De Balans / Fader / Luidspreker Achter /
Subwoofer instellen" (pagina 28).
Sneltoets Telefoon
Tik hierop om het scherm Telefoonmenu weer te geven.
Raadpleeg "Handsfree bediening van de telefoon" (pagina 61).
De klokweergave
U kunt tussen de opties 12-uursweergave en 24-uursweergave
schakelen.
Raadpleeg "Navigatiesysteem OM" op de CD-ROM voor meer
informatie over de instellingen van de klokweergave.
Naam van het BLUETOOTH-apparaat*
* Wanneer u twee handsfree telefoons aansluit, dan wordt de informatie
op het Bluetooth-apparaat weergegeven dat als Primary (eerste) staat
ingesteld.
19-NL
Aanpassen van het opstartscherm
Tekens en cijfers invoeren (Toetsen)
U kunt een BMP-afbeelding die opgeslagen is op een USB-flashstation
instellen als opstartscherm.
Hiervoor hebt u het volgende bestandsformaat, de volgende mapnaam
en de volgende bestandsnaam nodig.
Bruikbaar bestandsformaat:
- BMP-afbeelding
- Afbeeldingsgrootte: 800 × 480 pixels (RGB 24 bit of minder / aantal
kleurenbits: 24, 8, 1 bit)
- Compressieformaat: niet gecomprimeerd
- Mapnaam
- Bestandsnaam
1
*
: OPENINGFILE
2
*
: openingfile.bmp
1 Sluit het USB-flashstation aan op de USB-verlengkabel.
Er wordt een bericht weergegeven ter bevestiging van het
wijzigen van het opstartscherm.
2 Raak [OK] aan.
Een updateaanduiding " (Laden)" wordt weergegeven en het
updaten van het opstartscherm begint.
3 Als de update voltooid is, wordt het volgende bericht
weergegeven.*
"Het logo is succesvol aangepast! Verwijder het USB-geheugen
en druk op OK."
3
4 Verwijder het USB-flashstation en raak [OK ] aan.
De instelling van het opstartscherm is voltooid.
*1 Sla de map in de bovenste mappenlaag van het USB-flashstation op.
*2 U kunt alleen BMP-afbeeldingen gebruiken voor het opstartscherm.
*3 Als "Het logo aanpassen is mislukt." weergegeven wordt, raakt u [OK]
aan en controleert u vervolgens of de mapnaam, de bestandsnaam en
het bestandsformaat correct zijn.
• Voer de volgende handelingen niet uit tijdens de update.
- Schakel het contact van de auto (ACC) niet uit.
- Koppel het USB-flashstation niet los.
- Schakel het toestel niet uit en bedien het niet.
• Om de standaardafbeelding te herstellen, moet u Wis alle instellingen
uitvoeren. Houd er echter rekening mee dat in dat geval de andere
instellingen ook geïnitialiseerd worden. Zie "Het systeem initialiseren"
(pagina 36) voor meer informatie.
De weergegeven schermen en procedures kunnen afwijken afhankelijk
van de gebruikte functie, maar de basisinvoermethode blijft gelijk.
Invoerschermgedeelte
Knop voor het wijzigen van de cursorpositie
Annuleren
De modus Toetsen wordt afgesloten.
(Wissen)
Keert terug naar het vorige teken en wist het.
Als u deze knop langer dan 2 seconden aanraakt, worden alle
ingevoerde tekens gewist.
Het ingevoerde nummer bevestigen
Toetsenbord voor gewone tekens
Spatie
Knop voor het selecteren van speciale tekens
Schakelt van het alfanumerieke tekens/speciale tekens/
symbolen.
Schakeltoets hoofdletter
20-NL
De functie Favoriet
De functie Favoriet gebruiken
Met dit toestel kunt u eenvoudig functies oproepen door vaak gebruikte
items zoals de audiobron, de navigatiezoekfunctie enz. te registreren op
het scherm Favoriet. Daarna kunt u deze items snel openen.
1 Houd de knop (Favourite) minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het scherm Favoriet wordt weergegeven.
Voorbeeld van het scherm Favoriet
Wijzigingen aan het scherm Aanpassen, gebruikt voor het
registeren van items of wijzigen van namen.
Sluit het scherm Favoriet
Items geregistreerd als Favoriet
Veeg naar links of rechts om de pagina te wijzigen. U kunt
maximaal 6 pagina's toevoegen.
Geeft de locatie aan van het momenteel weergegeven
Favoriet-scherm.
2 Raak het gewenste item aan dat geregistreerd is bij
Favoriet.
Het gewenste item wordt weergegeven.
• Wanneer u iemand belt via een snelkiesnummer, raakt u [Oproep] aan
na de weergave van het bericht ter bevestiging van een uitgaande
oproep. Zie "Bellen via de functie Favoriet" (pagina 63) voor meer
informatie.
Het scherm Favoriet aanpassen
1 Raak [] (Aanpassen) aan.
Er wordt een selectievakje weergegeven in de linkerbovenhoek
van het registratiepictogram en de modus Aanpassen wordt
geactiveerd.
Instellingsitem:
Itemregistratie / Wijzige n itemnaam / Wijzigen pictogram /
Wijzigen lay-out / Ite m wissen
2 Raak [] (Save) aan als u klaar bent met aanpassen.
3 Raak [YES] aan als het bevestigingsbericht getoond
wordt.
4 Het aanpassen is voltooid en het scherm keert terug
naar het scherm Favoriet.
• Als u tijdens een bewerking op [] (Annuleren) tikt, verschijnt een
bevestigingsmelding. Tik op [Ye s ], het scherm schakelt over naar het
vorige scherm Favoriet bewerken.
Items registreren
1 Raak [] (toev.) aan.
De categorieën met toe te voegen items worden weergegeven.
2 Raak de categorie van het gewenste toe te voegen item
aan.
3 Raak het gewenste toe te voegen item aan.
• U kunt maximaal 54 items toevoegen.
• Het is niet mogelijk om een item meer dan een keer te registreren.
*1 U kunt een frequentie kiezen aan de hand van Preselectienummer
1-12, geregistreerd bij elke FM1-/FM2-/MW-/LW-band of radio.
*2 U kunt een zender kiezen die geregistreerd is onder Preselectienummer
1-18.
*3 U kunt zich nu registreren door het afspelen van Apple CarPlay muziek
of Google Play Muziek, afhankelijk van de aangesloten Smartphone.
• Het is ook mogelijk om een zender rechtstreeks te registreren door
[] aan te raken op het audiobronscherm.
Als deze echter al geregistreerd is, wordt [] niet weergegeven.
Navigatie
[Specifieke plaats]:
Hiermee kunt u de plaatsen weergeven die geregistreerd zijn bij
Favoriet en uw bestemming kiezen.
[Snel plaats zoeken]:
Hiermee kunt u het klavier voor het zoeken naar een adres
weergeven.
[Hulp dichtbij]:
Hiermee kunt u het scherm weergeven om te zoeken naar
naburige categorieën.
[POI-categorie]:
Hiermee kunt u de lijst met geselecteerde POI-categorieën
weergeven.
• Raadpleeg "Gebruiksaanwijzing Navigatiesysteem" op de CD-ROM
voor meer informatie over het gebruik van het navigatiesysteem.
Telefoon (snelkiesnummers)*
U kunt gebruikers die opgeslagen zijn in het telefoonboek registreren
onder snelkiesnummers.
• Als er meerdere telefoonnummers opgeslagen zijn, selecteert u het
nummer dat u wilt registreren.
• U kunt een nummer rechtstreeks registreren door [] aan te raken
in de lijst Contacten. (pagina 61)
• U kunt het geregistreerde pictogram wijzigen. (pagina 22)
*4 U kunt Telefoon alleen selecteren als een Smartphone aangesloten is.
Raadpleeg "Gebruik van Bluetooth" (pagina 61) voor meer informatie
over het registreren van een mobiele telefoon en downloaden van een
telefoonboek.
3
/ [Android Auto]*
4
3
De naam van een item wijzigen
1 Raak de tekstzone van het geregistreerde item aan.
Het scherm voor het invoeren van de gebruikersnaam (Toetsen)
wordt weergegeven.
2 Voer de naam in en raak vervolgens [OK] aan.
• Raadpleeg "Tekens en cijfers invoeren (Toetsen)" (pagina 20) voor meer
informatie over het invoeren van tekens met de toetsen.
Pictogrammen wijzigen (alleen de
pictogrammen voor snelkiesnummers en
navigatie)
U kunt de pictogrammen voor de categorieën Snelkiezen en Navigatie
wijzigen.
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u het pictogram van een
snelkiesnummer kunt wijzigen. Voer dezelfde procedure uit om een
pictogram uit de categorie Navigatie te wijzigen.
1 Raak het pictogram aan dat u wilt wijzigen.
De pictogrammenlijst wordt weergegeven.
2
Raak het gewenste pictogram aan in de
pictogrammenlijst.
22-NL
Het pictogram wordt gewijzigd naar het gekozen pictogram.
De lay-out wijzigen
Sleep het item naar de gewenste positie.
De positie van het item is gewijzigd.
• Om naar een andere pagina te gaan, pagina's om te schakelen of een
nieuwe pagina te maken en naar een andere te gaan, versleept u deze
naar het einde van het scherm en tilt u uw vinger op als de pagina
gewijzigd is.
Items wissen
Een geselecteerd item wissen
1 Raak het selectievakje links van het te wissen item aan
en vink het aan ().
De Alpine TuneIt
App gebruiken
U kunt de geluidafstemming van dit toestel programmeren via een
aangesloten smartphone. Daarnaast is het mogelijk om voor bepaalde
voertuigen specifieke parameters te downloaden via de TuneIt-database
van Alpine die opgeslagen is in de cloud. Met behulp van de Alpine
TuneIt App kunt u ook aangepaste parameters uploaden zodat anderen
deze kunnen gebruiken en er een score aan kunnen toekennen.
Via dit toestel kunt u ook informatie ontvangen en beantwoorden van de
sociale netwerkdienst (SNS) van Alpine die beschikbaar is via de
aangesloten smartphone.
De geïnstalleerde Alpine TuneIt App moet gestart worden op de
smartphone vooraleer u verbinding maakt met het hoofdapparaat.
U kunt de Alpine TuneIt App downloaden via de App Store van Apple.
Android-gebruikers kunnen de app downloaden via Google Play.
Raadpleeg uw Alpine-verdeler voor meer informatie.
Voor u deze handelingen uitvoert, stelt u afhankelijk van de aangesloten
smartphone TuneIt in op USB (iPhone) of Bluetooth (Android). Zie
"Configuratie van het item Applicatie" (pagina 45) voor meer
informatie.
• De toepassing en de overeenkomstige specificaties en gegevens kunnen
zonder kennisgeving verwijderd of beëindigd worden.
• Sommige functies van de Alpine TuneIt App zijn mogelijk niet
beschikbaar als de smartphone zich buiten de serviceregio bevindt of
geen signaal ontvangt.
• Zet Apple CarPlay op Off voor het gebruik van Alpine TuneIt App. Zie
"Apple CarPlay instellen" (pagina 40).
2 Raak [] (Wis) aan.
Het geselecteerde item wordt gewist.
Alle items wissen
Raak [ ] (Wis alles) aan.
Alle items worden gewist.
Het geluid aanpassen via de smartphone
Na het uitvoeren van de bovenstaande procedure kunt u de
geluidsfunctie van het toestel aanpassen op de smartphone.
1 Zorg ervoor dat het toestel ingeschakeld is.
2 Start de Alpine TuneIt App op de smartphone. Pas
vervolgens het geluid van het toestel aan op de
smartphone.
• De instelling kan niet tegelijk op het toestel en de smartphone worden
doorgevoerd. Terwijl de geluidsfunctie van dit toestel aangepast wordt
op de smartphone, worden de geluidsfunctie-instellingen op het toestel
weergegeven als "Alpine App gekoppeld".
• In sommige situaties (bv. wanneer het toestel uitgeschakeld is of er
getelefoneerd wordt enz.) kunt u de geluidsfuncties niet aanpassen via
de smartphone.
• Afhankelijk van de aangesloten smartphone is het mogelijk dat deze
functie niet werkt.
• Houd u aan alle plaatselijke verkeersregels bij het gebruiken van deze
functie.
• Wanneer "Het item Externe Audioprocessor instellen" (pagina 44)
ingesteld is op "On", is deze functie niet beschikbaar.
23-NL
Configuratie
Draadloze configuratie
(Bluetooth)
De instellingen configureren
1 Druk op de (MENU)-knop.
Het menuscherm wordt weergegeven.
Knop [Instellingen]
• Tik op [ ] om naar het vorige bronscherm terug te keren.
2 Raak [Instellingen] aan.
Het hoofdscherm Setup wordt weergegeven.
3 Raak het gewenste configuratiepictogram boven aan
het hoofdscherm Instellingen aan of veeg verticaal over
de lijstzone en raak vervolgens het instellingsitem aan.
*1 Deze instelling is enkel beschikbaar wanneer "Bluetooth" ingesteld is op
"On" ( ).
*2 Kan niet worden aangepast wanneer Apple CarPlay wordt gebruikt/
Android smartphone is aangesloten waarop Android Auto App is
geïnstalleerd.
De volgende stappen 1 tot 3 zijn algemene handelingen
voor elk "Instellingsitem" van de instellingen voor
Draadloos. Zie elk onderdeel voor meer informatie.
1, 2
1, 2
1, 2
1, 2
1 Selecteer het gewenste item.
2 Om de instelling te wijzi gen, raakt u [], [], [], [] aan
of markeert u de selectievakjes als "Off" () of "On"
().
• Als " " verschijnt, is er een volgende hiërarchie. Raak het
gewenste item aan.
24-NL
3 Raak [] aan om terug te keren naar het
hoofdbronscherm.
• Tik op [ ] om terug te keren naar het vorige scherm Lijst. Zie
"Basishandelingen op het lijstscherm" (pagina 16) voor meer
informatie.
Bluetooth-instellingen
U kunt [Bluetooth] selecteren op het menuscherm van de instellingen
voor Draadloos in stap 1. Zie "Draadloze configuratie (Bluetooth)"
(pagina 24).
U kunt Bluetooth-compatibele apparaten registreren en configureren.
Instellingsitem:
Bluetooth
Inhoud instelling:
Off / On (standaardinstelling)
Off:De Bluetooth-functie wordt niet gebruikt.
On*:Selecteer dit als u een Bluetooth-telefoon wilt koppelen
met dit toestel.
* Zet deze instelling op "On" om een geregistreerd Bluetooth-apparaat
automatisch te verbinden wanneer dit toestel ingeschakeld wordt. Zie
"Een Bluetooth-apparaat registreren" als er nog geen apparaat
geregistreerd is.
• Kan niet worden aangepast wanneer Apple CarPlay wordt gebruikt/
Android smartphone is aangesloten waarop Android Auto App is
geïnstalleerd.
Bluetooth info weergeven
2 Raak [] (Audio), [] (Handsfree) of [] (Beide)
aan van het apparaat dat u wilt aansluiten uit de lijst.
Audio:Stelt het gebruik in als Audio-apparaat.
Handsfree: Stelt het gebruik in als handsfree-apparaat.
Beide:Stelt het gebruik in als zowel een audio-apparaat als een
handsfree-apparaat.
• U kunt maximaal 5 mobiele Bluetooth-telefoons registreren.
• Wanneer u een handsfree telefoon voor de eerste keer registreert,
wordt Eerste automatisch ingesteld. Wanneer u twee handsfree
telefoons aansluit, selecteer dan "Handsfree" of "Both". Daarna
kunt u de prioriteit instellingen op het scherm Eerste/Tweede. Zie
"Handsfree apparaat instelling Eerste/Tweede" (pagina 26) voor
meer informatie.
3 Wanneer de toestelregistratie voltooid is, zal er een
bericht weergegeven worden en het toestel terug gaan
naar de normale modus.
• Het Bluetooth-registratieproces verschilt afhankelijk van de
apparaatversie en SSP (Simple Secure Pairing). Als er een wachtwoord
op dit toestel wordt weergegeven dat uit 4 of 6 tekens bestaat, moet u dit
wachtwoord invoeren op het Bluetooth-apparaat.
Als er een wachtwoord op dit toestel wordt weergegeven dat uit 6 tekens
bestaat, dient u ervoor te zorgen dat hetzelfde wachtwoord weergegeven
wordt op het Bluetooth-apparaat. Raak vervolgens "Yes" aan.
• Als er 5 apparaten geregistreerd zijn, kunt u geen zesde apparaat
registreren. Om een ander apparaat te registreren, dient u eerst een van
de andere 5 apparaten te verwijderen.
Een Bluetooth-apparaat configureren
Selecteer een van de 5 gekoppelde Bluetooth-compatibele apparaten die
u voordien hebt geregistreerd.
Raak [ ] (Audio) of [] (Handsfree) aan bij het apparaat
dat u wilt aansluiten uit de lijst met gekoppelde apparaten.
Zorg ervoor dat de instelling "Bluetooth" op "On" ( ) staat. Zie
"Bluetooth-instellingen" (pagina 25).
U kunt de naam van het Bluetooth-apparaat en het apparaatadre s van dit
toestel weergeven.
Instellingsitem:
Bluetooth info
Een Bluetooth-apparaat registreren
Zorg ervoor dat de instelling "Bluetooth" op "On" ( ) staat. Zie
"Bluetooth-instellingen" (pagina 25).
Het Bluetooth-apparaat kan worden gebruikt wanneer het toestel zoekt
naar een aansluitbaar Bluetooth-compatibel apparaat en er vervolgens
verbinding mee maakt of wanneer een nieuw Bluetooth-compatibel
apparaat wordt geregistreerd.
Instellingsitem:
Bluetooth Apparaat Instellen
1 Raak [] (Zoeken) aan bij "No Device".
Een Bluetooth-apparaat verwijderen uit de lijst
U kunt de informatie van een eerder aangesloten Bluetooth-compatibel
apparaat wissen.
1 Raak [] (Wis) aan bij het Bluetooth-compatibele
apparaat om het te verwijderen uit de lijst met
gekoppelde apparaten.
2 Raak [OK] aan.
• Door [Annuleren] aan te raken zal de instelling geannuleerd worden.
25-NL
Handsfree apparaat instelling Eerste/Tweede
De Toegangscode Instellen
Zorg ervoor dat de instelling "Bluetooth" op "On" ( ) staat. Zie
"Bluetooth-instellingen" (pagina 25).
Wanneer u twee handsfree-telefoons aansluit, zet dan de prioriteit van
de werking en de instelling van de inkomende/uitgaande oproepen.
Instellingsitem:
Telefoon prioriteit
Inhoud instelling:
Eerste/Tweede
Tik op het selectieveld voor Eerste/Tweede op de
apparaatnamen die voor het apparaat geregistreerd zijn om
ze in te stellen.
• Indien aangesloten op twee handsfree telefoons, dan gelden de
functionele beperkingen voor de handsfree telefoon die als Tweede
geregistreerd staat. Zie "Handsfree bediening van de telefoon"
(pagina 61) voor meer informatie.
De instelling iPhone auto. Koppelen
Zorg ervoor dat de instelling "Bluetooth" op "On" ( ) staat. Zie
"Bluetooth-instellingen" (pagina 25).
Wanneer een iPhone verbonden is via USB en niet voorkomt op de lijst
met geregistreerde apparaten, zal deze automatisch gekoppeld worden.
Instellingsitem:
iPhone auto. Koppelen
Inhoud instelling:
On / Off (standaardinstelling )
On:De instelling iPhone auto. Koppelen is actief.
Off:De instelling iPhone auto. Koppelen is niet actief.
• Deze instelling biedt ondersteuning voor iPhones met iOS ver. 5.5 of
recenter.
• Wanneer er meer dan 5 Bluetooth-apparaten geregistreerd zijn, zal de
automatische koppeling niet starten.
Telefoonconfiguratie
U kunt [Telefoon] selecteren op het menuscherm van de instellingen
voor Draadloos in stap 1. Zie "Draadloze configuratie (Bluetooth)"
(pagina 24).
U kunt verschillende instellingen aanpassen voor een Bluetoothcompatibel apparaat.
U kunt de code voor het aansluiten van Bluetooth-compatibele
apparaten veranderen.
Instellingsitem:
Wachtwoord aanp.
1 Voer een 4-cijferig wachtwoord in (oud) en raak
vervolgens [OK] aan.
• Het standaardnummer is 0000.
• Raadpleeg "Tekens en cijfers invoeren (Toetsen)" (pagina 20) voor
meer informatie over het invoeren van gegevens met het
numerieke klavier.
2 Voer een 4-cijferig wachtwoord in (nieuw) en raak
vervolgens [OK] aan.
3 Voer het wachtwoord dat u in step 2 hebt ingevoerd
opnieuw in en raak vervolgens [OK] aan.
De Karaktercode van het Telefoonboek
Veranderen
U kunt zelf de karaktercode selecteren die gebruikt wordt voor de
overdracht van het telefoonboek of de geschiedenis van de mobiele
telefoon. Selecteer de juiste karaktercode als er onleesbare karakters
verschijnen in de overgedragen gegevens.