Dit symbool duidt op belangrijke instructies. Indien
u deze niet leest, kan dit ernstige of zelfs dodelijke
verwondingen tot gevolg hebben.
BEDIEN GEEN FUNCTIES DIE DE RIJVEILIGHEID IN HET
GEDRANG KUNNEN BRENGEN.
Functies die wat meer aandacht vergen, mogen uitsluitend
worden verricht vanuit stilstand. Parkeer het voertuig altijd op
een veilige plek alvorens deze functies te verrichten. Indien u dat
niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken.
STEL HET VOLUME ZO IN DAT U TIJDENS HET RIJDEN
NOG GELUIDEN VAN BUITENAF KUNT HOREN.
Indien u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN
VOEDING VAN 12V EN NEGATIEVE MASSA.
(Controleer dit samen met uw dealer indien u niet zeker bent.)
Indien u dat niet doet, bestaat er gevaar voor brand e.d..
NIET DEMONTEREN NOCH AANPASSEN.
Indien u dat toch doet, bestaat er gevaar voor ongevallen, brand
of elektrocutie.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere doeleinden kan resulteren in brand,
elektrocutie of verwondingen.
HOU KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN.
Deze kunnen ernstige verwondingen veroorzaken wanneer ze
worden ingeslikt. Indien dat toch gebeurt, moet u meteen een arts
raadplegen.
VERVANG ZEKERINGEN DOOR EXEMPLAREN MET
DEZELFDE AMPERAGE.
Indien u dat niet doet, bestaat er gevaar voor brand of
elektrocutie.
SLUIT GEEN VERLUCHTINGSGATEN OF
RADIATORPANELEN AF.
Indien u dat toch doet, kan de temperatuur in het toestel hoog
oplopen waardoor er brand kan ontstaan.
STEEK GEEN HANDEN, VINGERS OF VREEMDE
VOORWERPEN IN GLEUVEN OF SPLETEN.
Dit kan verwondingen of schade aan het product tot gevolg
hebben.
OPGELET
Dit symbool duidt op belangrijke instructies. Indien
u deze niet leest, kan dit verwondingen of schade
tot gevolg hebben.
STOP HET GEBRUIK VAN HET TOESTEL OGENBLIKKELIJK
WANNEER ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Indien u dat niet doet, kan dit verwondingen of schade aan het
product tot gevolg hebben. Bezorg het toestel aan uw erkend
Alpine dealer of het dichtstbijzijnde Alpine Service Centre.
HOU UW VINGERS UIT DE BUURT VAN HET
GEMOTORISEERDE FRONTPANEEL OF DISPLAY
WANNEER DIE BEWEGEN.
Indien u dat niet doet, kan dit verwondingen of schade aan het
product tot gevolg hebben.
VOORZORGSMAATREGELEN
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en
–10°C ligt alvorens het toestel aan te zetten.
Condensvorming
De CD-weergave kan onstabiel zijn door condensvorming. Haal
in dat geval de CD uit het toestel en wacht ongeveer een uur tot
alle vocht is verdampt.
Beschadigde disc
Probeer geen gebarsten, vervormde of beschadigde discs af te
spelen. Dergelijke discs kunnen het weergavemechanisme ernstig
beschadigen.
Onderhoud
Probeer nooit het toestel zelf te repareren. Laat het toestel
nakijken door uw Alpine dealer of het dichtstbijzijnde Alpine
Service Centre.
Installatieplaats
Installeer de INA-N333R niet op een plaats waar het toestel
blootstaat aan:
• directe zonnestraling en warmte;
• een hoge vochtigheidsgraad en water;
• overmatig stof;
• overmatige trillingen.
Behandeling van het afneembare frontpaneel
• Stel het niet bloot aan regen noch water.
• Laat het niet vallen en stel het evenmin bloot aan schokken.
3-NL
Wat u niet mag doen
Neem de disc niet vast en trek ze ook niet uit terwijl ze door het
automatische laadmechanisme in de speler wordt getrokken.
Probeer nooit een disc in te brengen terwijl het toestel af staat.
Correcte behandeling
Laat de disc niet vallen. Hou de disc zo vast dat er geen
vingerafdrukken achterblijven op het oppervlak. Bevestig geen
kleefband, papier noch labels op de disc. Schrijf ook niet op de
disc.
JUIST
Discs inbrengen
Uw speler kan slechts één disc tegelijk afspelen. Probeer nooit
meer dan één disc in te brengen.
Controleer of de disc wel degelijk met het label naar omhoog
wordt ingebracht. Een verkeerd ingebrachte disc wordt
automatisch uitgeworpen. Indien de speler een correct
ingebrachte disc blijft uitwerpen, drukt u de RESET schakelaar in
met behulp van een puntig voorwerp zoals bijvoorbeeld een
balpen.
Wanneer een disc wordt afgespeeld bij het rijden op een zeer
oneffen weg, kan het geluid verspringen zonder dat de disc
hierdoor wordt gekrast of de speler beschadigd.
Nieuwe discs
Om te voorkomen dat de CD blokkeert, worden discs met een
onregelmatig oppervlak of die verkeerd zijn ingebracht
automatisch uitgeworpen. Wanneer een nieuwe disc meteen na
het inbrengen wordt uitgeworpen, voelt u met uw vinger aan de
rand van het gat in het midden en aan de buitenste rand van de
disc. Kleine oneffenheden kunnen voorkomen dat de disc correct
wordt ingebracht. Werk deze oneffenheden weg door met een
balpen of dergelijke over de rand te wrijven en breng de disc
opnieuw in.
Centergat
Oneffenheden
Centergat
Nieuwe
disc
Buitenste rand
(oneffenheden)
Onregelmatig gevormde discs
Speel met dit toestel uitsluitend ronde discs af en nooit discs met
een speciale vorm.
Speciaal gevormde discs kunnen het mechanisme beschadigen.
FOUT
JUIST
Discs reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op de disc kunnen de werking van
de CD-speler verstoren. Maak de weergavekant van de disc
schoon door met een zachte doek van binnen naar buiten toe te
wrijven. Reinig een sterk bevuilde disc met een propere, zachte
doek die in een zacht zeepsopje is gedrenkt.
Disc-toebehoren
Er zijn diverse toebehoren op de markt verkrijgbaar om het discoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De
meeste beïnvloeden evenwel de dikte en/of diameter van de disc.
Door het gebruik van dergelijke toebehoren kan de disc buiten de
standaardspecificaties vallen, waardoor de werking van de speler
wordt verstoord. Wij raden u aan deze toebehoren niet te
gebruiken voor discs die worden afgespeeld met Alpine CDapparatuur.
Transparante folie
Disc-stabilisator
4-NL
Gebruik alleen de exclusieve Alpine Navigation Disc (niet
meegeleverd) met dit toestel. U kunt geen andere
navigatiediscs gebruiken. Met dit toestel kunnen geen DVD/
VIDEO CD’s worden afgespeeld.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de navigatiedisc voor
de bediening van het navigatiesysteem.
Basishandelingen
SOURCE/
POWER
• Afstandsbediening
Afstandsbedieningssensor
RESET
Het frontpaneel losmaken
1 Hou de SOURCE/POWER toets minstens 2 seconden
ingedrukt om het toestel af te zetten.
2 Druk op de(vrijmaak) toets links op het toestel tot
het frontpaneel uitspringt.
3 Neem de linkerkant van het frontpaneel vast en trek
het los.
OPMERKINGEN
• Bij normaal gebruik kan het frontpaneel warm worden
(vooral de aansluitingen achteraan op het frontpaneel); dat is
normaal en wijst niet op een defect.
• Steek het frontpaneel in de meegeleverde draagtas om het te
beschermen.
• Compatibiliteit met af fabriek gemonteerde
stuurwielafstandsbediening
Wanneer uw voertuig is uitgerust met
stuurwielafstandsbediening voor de radio, is er een
optionele stuurwielafstandsbedieningsinterface
beschikbaar om uw Alpine radio hierop aan te sluiten.
Raadpleeg uw Alpine dealer voor meer details.
Systeeminitialisatie
Meteen nadat het toestel is geïnstalleerd of onder spanning
gebracht, moet het worden geïnitialiseerd. Druk op de
RESET schakelaar met een balpen of een ander puntig
voorwerp.
Over de demo-functie
Dit toestel is uitgerust met een demo-functie die
automatisch wordt gestart wanneer het toestel voor het
eerst wordt ingeschakeld of nadat een reset is
uitgevoerd. Zie “Demo” op pagina 21 om de demo te
annuleren.
Het frontpaneel aanbrengen
1 Plaats eerst de rechterkant van het frontpaneel in het
toestel. Lijn de groef op het frontpaneel uit met de
uitsteeksels op het toestel.
2 Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het goed
in het toestel zit.
2
1
OPMERKING
Alvorens het frontpaneel te bevestigen, moet u er zich van
vergewissen dat er geen vuil noch stof op de aansluitingen en er
evenmin vreemde voorwerpen tussen frontpaneel en toestel
zitten.
Toestel aan- en uitschakelen
1 Druk op de SOURCE/POWER toets om het toestel
aan te zetten.
OPMERKING
Het toestel kan worden aangezet door op elke andere toets te
drukken, behalve de uitwerptoets
Het volume stijgt geleidelijk tot het niveau dat was ingesteld
op het ogenblik dat het toestel werd uitgeschakeld. Hou de
SOURCE/POWER toets minstens 2 seconden ingedrukt
om het toestel af te zetten.
OPMERKING
Wanneer het toestel voor het eerst wordt aangeschakeld, start
het volume vanaf niveau 0.
en de TILT toets.
5-NL
Basishandelingen
NAV.
MODE
TILT
OPMERKINGEN
• Indien niet binnen de 5 seconden aan de MODE
(audioregeling) knop wordt gedraaid nadat de BALANCE of
FADER stand is gekozen, keert het toestel automatisch terug
naar de VOLUME stand.
•* Wanneer de NAVI MIX (
ON is, kunnen de respectieve niveaus worden geregeld.
pagina
20), subwoofer (
pagina
19)
2 Draai aan de MODE (audioregeling) knop tot u in elke
stand het gewenste geluid verkrijgt.
OPMERKING
Wanneer de temperatuur in het toestel oploopt, kan het volume
tijdelijk dalen. Dat is normaal en duidt niet op storing.
Automatische positieweergave
Displayhoek regelen
Beweegbaar display
Het beweegbare display kan in 3 verschillende hoeken
worden geplaatst, naargelang van de persoonlijke
voorkeur.
1 Druk op de TILT toets om de hoek van het
beweegbare display te regelen.
OPMERKINGEN
• Het display sluit een halve minuut nadat het contact werd
afgezet.
• De instelhoek van het display wordt opgeslagen in het
geheugen. Wanneer het contact wordt aangezet, hoeft de hoek
niet opnieuw te worden geregeld.
OPGELET
Hou de handen (of vreemde voorwerpen) uit de buurt van het
display terwijl dit wordt geopend of gesloten om beschadigingen
of verwondingen te vermijden. In normale
gebruiksomstandigheden wordt de achterkant van het
beweegbare display heel warm. Dat is normaal en duidt niet op
storing. Raak het niet aan.
1 Druk op de NAV. toets om de weergave te wijzigen. De
automatische positie (huidige positie) en de GPS
ontvangstgevoeligheid worden aangegeven.
Voorbeeld van de huidige positie van het voertuig
De GPS-ontvangstgevoeligheid en het
aantal satellieten worden aangegeven.
OPMERKINGEN
•
Sluit de GPS-antenne aan op het toestel om de huidige positie
weer te geven. (zie “De GPS-antenne installeren” op pagina
• Wanneer een apart verkrijgbare navigatiedisk (NVD-T003)
voor dit toestel wordt ingebracht, werkt het als een
navigatiesysteem. De MENU, VOICE en TMC toets dient voor
navigatiedoeleinden.
39.).
Volume/balans (links en rechts)/fader
(voor en achter) regelen
1 Druk herhaaldelijk op de MODE (audioregeling) knop
om de gewenste stand te kiezen.
Bij elke druk verandert de stand als volgt:
De INA-N333R is uitgerust met MAX TUNE Pro voor
radiogeluid van superieure kwaliteit. Bovendien is er
keuze uit twee instellingen naargelang van uw
persoonlijke voorkeur.
• Wanneer er teveel storing is met de tuner in de HI-FI stand,
raden wij u aan om over te schakelen naar NORMAL.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
Naar de radio luisteren
1 Druk op de SOURCE/POWER toets tot er een
radiofrequentie verschijnt in het display.
2 Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de
gewenste radioband verschijnt.
FM-1FM-2
FM-3
MW
LWFM-1
OPMERKINGEN
• De STEREO indicator verschijnt op het display wanneer op
een Stereo FM-zender is afgestemd.
• Over de indicator voor een TMC-uitzending
De TMC indicator die in de audio-stand wordt getoond,
verschijnt wanneer de gekozen zender een TMC-zender bevat.
De TMC-informatie kan niet ontvangen worden.
De TMC indicator die in de navigatiestand wordt getoond (bij
gebruik van de optionele NVD-T003), verschijnt wanneer aan
alle voorwaarden voor ontvangst van de TMC-informatie is
voldaan.
Voor ontvangst van de TMC-informatie is de optionele
navigatiedisc (NVD-T003) vereist.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de navigatiedisc voor
details.
Voorinstelzenders handmatig opslaan
1 Kies de radioband en stem af op de radiozender die u
wilt opslaan in het voorinstelgeheugen.
2 Hou de voorinsteltoets (1 tot 6) waaronder u de
zender wilt opslaan minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender wordt opgeslagen.
3 Herhaal de procedure om maximum 5 andere zenders
in dezelfde band op te slaan.
Om deze procedure toe te passen op andere banden,
kiest u gewoon de gewenste band en herhaalt u de
procedure.
In het voorinstelgeheugen kunnen maximum 30
zenders worden opgeslagen (6 zenders per band;
FM-1, FM-2, FM-3, MG en LG).
OPMERKING
Indien u een zender opslaat in een positie waaronder al een
zender is opgeslagen, wordt de bestaande zender gewist en
vervangen door de nieuwe zender.
7-NL
Radio bedienen
Zendertitel zoekfunctie
TUNE/A.ME
SOURCE/
POWER
BAND/TEL.MODE
OK
Voorinsteltoetsen (1 tot 6)
Automatische
terugkeerschakelaar
Automatisch voorinstelzenders
opslaan
1 Druk op de SOURCE/POWER toets om de radiostand
te kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de
gewenste radioband verschijnt.
3 Hou de TUNE/A. ME toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
De frequentie in het display verandert permanent
tijdens de automatische opslag. De tuner zoekt en
memoriseert automatisch 6 krachtige zenders in de
gekozen band. De zenders worden in volgorde van
signaalsterkte opgeslagen onder de
voorinsteltoetsen 1 tot 6.
Na de automatische zenderopslag stemt de tuner af op
de zender die is opgeslagen onder positie nr. 1.
OPMERKING
Wanneer er geen zenders zijn opgeslagen, keert de tuner terug
naar de zender die u beluisterde voor de automatische
zenderopslagprocedure werd gestart.
Wanneer er voor radiozenders (radiofrequentie) titels
zijn ingevoerd, kunt u op titel naar een zender zoeken.
1 Houd de MODE knop minstens 2 seconden ingedrukt.
Het display schakelt om naar de zendertitel
zoekfunctie.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer of druk op de of toets om de zendertitel
te kiezen.
3 Druk op de OK toets of MODE knop.
Er wordt afgestemd op de radiozender met de gekozen
zendertitel.
OPMERKINGEN
• Druk op de RTN toets of houd de MODE knop minstens 2
seconden in om de zoekfunctie te annuleren.
• Door de toets in te drukken kan de zender van de
gekozen titel worden ontvangen, evenals met de OK toets of
met de MODE knop.
Afstemmen op voorinstelzenders
1 Druk op de SOURCE/POWER toets om de radiostand
te kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de
gewenste band verschijnt.
3 Druk op de zender voorinsteltoets waaronder de
gewenste radiozender is opgeslagen.
In het display verschijnen band, voorinstelnummer en
de frequentie van de gekozen zender.
8-NL
RDS bedienen
RDS voorinstelzenders opvragen
SOURCE/
POWER
OK
MODE
F/SETUP 1/AF1 tot 6
Automatische
terugkeerschakelaar
Overschakelen naar RDS ontvangst
en RDS zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radioinformatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz
subdraaggolf van gewone FM. Via RDS kunt u diverse
informatie ontvangen zoals verkeersinformatie en
zendernamen, en automatisch herafstemmen op een
krachtiger zender die hetzelfde programma uitzendt.
1 Druk op de SOURCE/POWER toets tot er een
radiofrequentie verschijnt in het display.
2 Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht
op.
3 Druk op de 1/AF toets om RDS te activeren.
Wanneer RDS aan staat, verschijnt "AF" in het display.
4 Druk op de of toets om af te stemmen op de
gewenste RDS zender.
5 Druk op de 1/AF toets om de RDS-stand uit te
schakelen.
De “AF” indicator dooft.
6 Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te
activeren. De “FUNC” indicator dooft.
Tips
• Wanneer de radio het PTY31 (Emergency Broadcast)
noodsignaal ontvangt, verschijnt "ALARM" automatisch in
het display.
• De digitale RDS gegevens omvatten het volgende:
PIProgramme Identification (programma-
PSProgramme Service Name
AFLijst met alternatieve frequenties
TPTraffic Programme (verkeersprogramma)
TATraffic Announcement (verkeersinformatie)
PTYProgrammatype
EONEnhanced Other Networks
R.TEXT Radiotekstinformatie
identificatie)
(programmadienstnaam)
1 Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht
op.
2 Druk op de 1/AF toets om RDS te activeren.
Wanneer RDS aan staat, verschijnt "AF" indicator in
het display.
3 Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te
activeren. De "FUNC" indicator dooft.
4 Druk op de toetsen 1 tot 6 waaronder de gewenste
RDS zender is vooringesteld. Wanneer het signaal van
de voorinstelzender te zwak is, zoekt de radio
automatisch een krachtiger signaal van een zender in
de AF (Alternative Frequencies) lijst.
5 Indien de voorinstelzender en de zenders in de AF lijst
niet kunnen worden ontvangen:
Wanneer PI SEEK aan staat (zie "PI SEEK instellen"
op pagina 10), zoekt de radio opnieuw naar een
zender in de PI (Programme Identification) lijst.
Wanneer het signaal van de regionale (lokale) zender
waarop is afgestemd te zwak wordt, drukt u op
dezelfde voorinsteltoets om af te stemmen op een
regionale zender in een ander gebied.
OPMERKING
Zie "Radio bedienen" voor het voorinstellen van de RDS
zenders. RDS zenders kunnen alleen worden vooringesteld in de
banden FM-1, FM-2 en FM-3.
Regionale (lokale) RDS zenders
ontvangen
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om RDS REGIONAL te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
In de stand "RDS REGIONAL OFF" blijft de radio
automatisch de aanverwante lokale RDS zender
ontvangen.
4 Druk op de F/SETUP toets om de instelstand te
deactiveren.
9-NL
RDS bedienen
PTY (Programme Type) afstemming
Automatische
terugkeerschakelaar
TITLE
T.INFO/ANNC.
OK
MODE
2/PTY3/P. PTY
F/SETUP
PI SEEK instellen
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om PI SEEK te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keer t terug
naar SETUP.
4 Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te
keren naar normale werking.
Verkeersinformatie ontvangen
1 Druk op de T.INFO/ANNC. toets om over te schakelen
naar de verkeersinformatiestand.
Druk nogmaals op de T.INFO/ANNC. toets om de
verkeersinformatiestand te verlaten.
2 Druk op de of toets om de gewenste
verkeersinformatiezender te kiezen. De TP indicator
licht op wanneer wordt afgestemd op een
verkeersinformatiezender.
Verkeersinformatie wordt alleen weergegeven wanneer
die wordt uitgezonden. Wanneer er geen
verkeersinformatie wordt uitgezonden, bevindt het
toestel zich in de wachtstand. Wanneer een uitzending
met verkeersinformatie begint, wordt die automatisch
ontvangen en verschijnt "T.INFO" in het display.
Wanneer geen verkeersinformatie meer wordt
uitgezonden, keert het toestel automatisch terug naar
de wachtstand.
OPMERKINGEN
• Wanneer het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald
niveau daalt, blijft het toestel 70 seconden in de
ontvangststand. Wanneer het signaal langer dan 70 seconden
onder een bepaald niveau blijft, knippert de "T.INFO"
indicator
• Indien u de ontvangen verkeersinformatie niet wenst te
beluisteren, drukt u lichtjes op de T.INFO/ANNC. toets om het
bericht over te slaan. T.INFO blijft aan staan om het volgende
verkeersbericht te ontvangen.
• Wanneer het volume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van
verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume
gememoriseerd. Wanneer dan een volgende keer
verkeersinformatie wordt ontvangen, wordt het volume
automatisch ingesteld op het gememoriseerde niveau.
• In de T.INFO stand wordt met SEEK automatisch afgestemd
op de TP zenders.
10-NL
1 Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht
op.
2 Druk op de 2/PTY toets om de PTY-functie te activeren
tijdens FM radio-ontvangst. Het programmatype van de
zender die momenteel wordt ontvangen, verschijnt 5
seconden in het display.
Wanneer geen PTY uitzending kan worden ontvangen,
verschijnt "NO PTY" gedurende 5 seconden.
OPMERKING
Wanneer er binnen de 5 seconden na het indrukken van de 2/
PTY toets geen andere toetsen worden ingedrukt, wordt de PTY
stand automatisch verlaten.
3 Druk binnen de 5 seconden na het overschakelen naar
de PTY stand op de en toetsen of beweeg de
automatische terugkeerschakelaar op of neer om
het gewenste programmatype te kiezen terwijl het PTY
(programmatype) wordt getoond. Bij elke druk schuift
het programmatype op.
Light MClassicsOther M
4 Druk binnen de 5 seconden nadat het programmatype
is gekozen op de 2/PTY toets om te beginnen zoeken
naar een zender met het gekozen programmatype.
Wanneer op de zender is afgestemd, wordt het
programmatype van de zender waarop is afgestemd
gedurende 5 seconden getoond.
Wanneer geen zender kan worden gevonden,
verschijnt "NO PTY" gedurende 2 seconden.
5 Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te
activeren. De "FUNC" indicator dooft.
OPMERKINGEN
• Bedien het toestel terwijl de "FUNC" indicator brandt.
Indien er binnen de 5 seconden geen toetsen worden
ingedrukt, dooft de "FUNC" indicator.
• Wanneer de navigatiedisc (apart verkrijgbaar) is ingebracht
en het systeem in de navigatiestand staat, kan de gekozen taal
worden gebruikt met de PTY (Programme Type) of P.PTY
(Priority Programme Type) taal.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens
CD- of radioweergave
1 Druk herhaaldelijk op de T.INFO/ANNC. toets tot de
T.INFO indicator verschijnt in het display.
3 Druk binnen de 5 seconden op de of toets of
beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
ner terwijl "News" in het display staat om een bepaald
programmatype te kiezen. Druk vervolgens op de 3/P.PTY toets. De PRIORITY PTY functie wordt
geactiveerd.
2 Druk op de en toets om eventueel een
verkeersinformatiezender te kiezen.
• Wanneer verkeersinformatie wordt ontvangen,
onderbreekt het toestel automatisch de CD- of FM
radioweergave.
• Na de verkeersinformatie hervat het toestel
automatisch de oorspronkelijke weergave.
• Verkeersinformatiezenders kunnen niet worden
ontvangen:
In de tuner-stand:
Wanneer het TP-signaal langer dan 70 seconden
niet kan worden ontvangen, knippert de "T.INFO"
indicator.
In de CD-stand:
Wanneer het TP-signaal niet langer kan worden
ontvangen, wordt automatisch afgestemd op de
verkeersinformatiezender met een andere
frequentie.
OPMERKING
De ontvanger is uitgerust met EON (Enhanced Other Networks)
om te kunnen afstemmen op alternatieve frequenties in de AFlijst. De EON indicator verschijnt tijdens de ontvangst van een
RDS EON zender. Indien de zender die wordt ontvangen geen
verkeersinformatie uitzendt, wordt automatisch afgestemd op de
aanverwante zender wanneer die verkeersinformatie uitzendt.
3 Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de
verkeersinformatiestand te verlaten. De T.INFO
indicator verdwijnt.
OPMERKING
Het toestel schakelt automatisch over naar verkeersinformatie,
ook al beluistert u op dat ogenblik een andere bron dan radio of
CD.
Priority PTY (Programmatype)
4 Druk op de 3/P. PTY toets om PRIORITY PTY opnieuw
te activeren.
• Verricht stap 3 om van programmacategorie te
veranderen.
• Hou de 3/P. PTY toets minstens 2 seconden
ingedrukt om PRIORITY PTY af te zetten.
OPMERKING
In de PRIORITY PTY stand wordt het volume niet verhoogd, in
tegenstelling tot T.INFO.
5 Druk op de F/SETUP toets om de normale stand te
activeren. De "FUNC" indicator dooft.
OPMERKING
Bedien het toestel terwijl de "FUNC" indicator brandt.
Indien er binnen de 5 seconden geen toetsen worden ingedrukt,
dooft de "FUNC" indicator.
Radiotekst tonen
Tekstberichten van een radiozender kunnen in het
display worden afgelezen.
1 Druk op de TITLE toets terwijl de radio is ingeschakeld
en is afgestemd op een FM-zender om het display voor
radiotekst te kiezen.
PS (Programmaservicenaam)*Stationnaam
Radiotekst
∗ Wanneer er voor radiozenders titels zijn ingevoerd,
kunt u op titel naar een zender zoeken. “Zendertitel
zoekfunctie” (Zie pagina 8)
Het display toont gedurende enkele seconden
“Waiting”.
PS
Met deze functie kan een programmatype zoals een
muziekgenre, nieuws, enz. worden vooringesteld. U kunt
dan altijd een programma van het vooringestelde type
beluisteren doordat het toestel automatisch voorrang
geeft aan het vooringestelde programmatype en het
huidige programma daarvoor eventueel onderbreekt.
Deze functie werkt niet met LW en MW.
1 Druk op de F/SETUP toets. De "FUNC" indicator licht
op.
2 Druk op de 3/P. PTY toets om PRIORITY PTY te
activeren.
Het programmatype wordt gedurende 5 seconden
getoond. De basisinstelling is “News.”
OPMERKING
Wanneer er binnen de 5 seconden na het indrukken van de 3/
P.PTY toets geen andere toetsen worden ingedrukt, wordt de
PRIORITY PTY stand automatisch verlaten.
OPMERKINGEN
• Indien er geen tekstbericht kan worden ontvangen of bij
slechte ontvangst, verschijnt "NO TEXT" in het display.
• “Waiting” kan verschijnen afhankelijk van de
ontvangstvoorwaarden.
11-NL
CD-speler bedienen
SOURCE/
POWER
4 ( )6 ( )
Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is
aangesloten, is weergave van MP3 mogelijk. (Zie
“Wisselaar bedienen” op pagina 22)
Beweegbaar display openen en
sluiten
1 Druk op de toets.
Het beweegbare display gaat open.
(Beweegbaar display volledig geopend)
Druk nogmaals op de toets om het beweegbare
display te sluiten.
Het beweegbare display gaat dicht.
OPMERKINGEN
• Stel het beweegbare display in geopende toestand niet bloot
aan schokken om defecten te voorkomen.
• Bij het sluiten stopt het display in de ingestelde hoek.
OPGELET
Hou de handen (of vreemde voorwerpen) uit de buurt van het
display terwijl dit wordt geopend of gesloten om beschadigingen
of verwondingen te vermijden. In normale
gebruiksomstandigheden wordt de achterkant van het
beweegbare display heel warm. Dat is normaal en duidt niet op
storing. Raak het niet aan.
5 ( )
2 Plaats een disc met het label naar boven.
De disc wordt automatisch in het toestel getrokken. Het
beweegbare display gaat dicht en de weergave start.
Indien er al een disc is ingebracht, druk dan op de
SOURCE/POWER toets om over te schakelen naar de
CD-stand.
De werkingsstand verandert bij elke druk op de toets.
→ TUNER → CD → CD CHANGER∗
(* Alleen wanneer een CD-wisselaar is aangesloten)
3 Druk op de toets om de weergave tijdelijk te
onderbreken.
Door de toets nogmaals in te drukken, wordt de
weergave hervat.
4 Druk op de toets om de disc uit te werpen.
OPMERKINGEN
• Indien de CD niet wordt uitgeworpen, druk dan nogmaals
gedurende minstens 2 seconden op de
beweegbare display is geopend.
• Indien de navigatiedisc (apart verkrijgbaar) is ingebracht in
de CD mode, verschijnt "NAV. DISC".
Behandeling van Compact Discs (CD/CDR/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de disc niet bloot aan directe zonnestraling.
• Kleef geen stickers of labels op de disc en schrijf er ook
niet op.
• Maak de disc schoon wanneer die stofferig is.
• Controleer of de rand van de disc geen oneffenheden
vertoont.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare disc-toebehoren.
Laat de disc niet lang in de auto of het toestel
zitten. Stel de disc nooit bloot aan directe
zonnestraling. Hitte en vocht kunnen de CD
beschadigen waardoor die niet meer kan worden
afgespeeld.
Gebruikers van opneembare/
herschrijfbare CD’s (CD-R/CD-RW)
• Wanneer een CD-R/CD-RW niet kan worden
weergegeven, controleer dan of de laatste
opnamesessie is afgesloten (gefinaliseerd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW wanneer dit nodig is en
probeer opnieuw.
Over discs die met de INA-N333R
modellen gebruikt kunnen worden.
Gebruik alleen compact-discs die aan de labelzijde zijn
voorzien van onderstaande logo’s.
toets terwijl het
Weergave
1 Druk op de toets.
Het beweegbare display gaat open.
Breng een disc in met het label naar boven.
12-NL
U kunt CD-R's (CD-Recordable)/CD-RW's (CDReWritable) voor audiotoepassingen afspelen met dit
toestel. U kunt ook CD-R's/CD-RW's met MP3
audiobestanden afspelen.
• De volgende soorten CD’s kunnen mogelijk niet
met dit toestel weergegeven worden:
beschadigde CD’s, CD’s waarop vingerafdrukken
staan, CD’s die aan extreme temperaturen of direct
zonlicht zijn blootgesteld (b.v. CD’s die in de auto of
in het toestel zijn achtergebleven), CD’s die niet
onder goede omstandigheden zijn opgenomen,
CD’s die niet voor audio zijn bedoeld, CD’s die na
een mislukte poging opnieuw zijn gebrand.
.
Muzieksensor (Skip)
1 Hou de toets even ingedrukt tijdens de CD-
weergave om terug te keren naar het begin van de
huidige track. Om terug te keren naar het begin van
vorige tracks, drukt u herhaaldelijk op deze toets tot u
bij de gewenste track komt.
Druk de toets eenmaal in om naar het begin van
de volgende track te gaan. Om naar het begin van
volgende tracks te gaan, drukt u herhaaldelijk op deze
toets tot u bij de gewenste track komt.
OPMERKING
De muzieksensorfunctie werkt in de weergave- of pauzestand.
Snel vooruit en achteruit
1 Hou de of toets ingedrukt om snel achteruit of
vooruit te gaan tot u het gewenste punt in de track hebt
bereikt.
Herhaalde weergave
1 Druk op de 5 ( ) toets om de huidige track te
herhalen.
De REPEAT indicator licht op en de track wordt
herhaaldelijk afgespeeld.
Druk nogmaals op de 5 ( ) toets en kies OFF om
herhaalde weergave te stoppen.
M.I.X. (willekeurige weergave)
1 Druk op de 4 () toets in de weergave- of
pauzestand.
De M.I.X. indicator licht op en de tracks op de disc
worden afgespeeld in willekeurige volgorde. Nadat alle
tracks op de disc eenmaal zijn afgespeeld, begint de
speler met een nieuwe willekeurige weergavereeks tot
M.I.X. wordt uitgeschakeld.
Om M.I.X. weergave te stoppen, drukt u nogmaals op
de 4 () toets om M.I.X. uit te schakelen.
Programma's scannen
1 Druk op de 6 () toets om de Scan-functie te
activeren.
De eerste 10 seconden van elke track worden dan
telkens afgespeeld.
Druk op de 6 () toets en deactiveer de Scanfunctie om het scannen te stoppen.
13-NL
Overige functies
Automatische
MODEOK
TITLE
Titel/tekst tonen
Een vooraf ingevoerde CD/zender-titel kan in het display
verschijnen. Zie "Discs/zenders benoemen" op(pagina
15) voor meer details. Tekstinformatie zoals disc- en
tracknaam verschijnt bij het afspelen van een CD textcompatibele disc. Wanneer een MP3 compatibele CDwisselaar is aangesloten, kunnen tijdens weergave
tevens de naam van de map, het ID3-identificatielabel,
enz. worden getoond.
1 Druk op de TITLE toets.
De werkingsstand verandert bij elke druk op de toets.
Betreffende "Title" en "Text"
Title: hiermee kunt u een naam geven aan een CD
(pagina 15). Deze naam wordt "titel" (Title)
genoemd.
Text: CD Text-compatibele discs bevatten tekstinformatie
zoals disc- en track-naam. Dergelijke
tekstinformatie wordt "Text" (tekst) genoemd.
Radio-stand:
terugkeerschakelaar
MP3-stand (wanneer een MP3 compatibele wisselaar
is aangesloten):
2
3
DISPLAY
3
*
DISPLAY
4
*
*
ID3-LABEL DISPLAY
MAP-/FRAME
BESTAND/FRAME
TITEL DISPLAY
∗1
Verschijnt tijdens de weergave van een disc met
CD Text. Er verschijnt niets wanneer de CD geen
tekstgegevens bevat.
∗2
Wanneer een MP3-bestand een ID3-label bevat,
wordt alle in het ID3-label opgenomen informatie
op het display getoond (b.v. de titel van de track, de
naam van de artiest en de titel van het album).
Alle overige labelgegevens worden genegeerd.
∗3
De bemonsteringssnelheid en de bitsnelheid van
het MP3-bestand worden getoond.
∗4
Er verschijnt niets wanneer geen titel werd
ingevoerd.
*
OPMERKINGEN
• Sommige tekens worden mogelijk niet correct weergegeven
door dit toestel.
• Op het display verschijnt mogelijk niet alle CD Text-
informatie, afhankelijk van de CD-wisselaar.
• Wanneer Scroll (zie pagina 19) is ingesteld op "OFF", houdt
u de TITLE toets minstens 2 seconden ingedrukt om de
tekstinformatie eenmaal te laten schuiven (TEKST DISPLAY,
MAP NAAM DISPLAY, BESTANDSNAAM DISPLAY of
LABEL DISPLAY standen.)
• Wanneer de gewenste tekstinformatie niet met dit toestel kan
worden getoond, verschijnt “NO SUPPORT” op het display.
PS (Programme Service Name)
STATIONNAAM (TITELDISPLAY)
RADIO TEKST DISPLAY
CD/wisselaar-stand:
TEKST DISPLAY (DISC-/TRACK-NAAM)
TITEL DISPLAY
14-NL
4
*
1
*
4
*
Discs/zenders benoemen
Discnaam/zendernaam wissen
1 Druk op de TITLE toets en kies de titelweergavestand.
Zie “Titel/tekst tonen” voor meer details (pagina 14).
2 Hou de TITLE knop minstens 2 seconden ingedrukt
om de titelinvoerfunctie te wijzigen.
3 Lettersymbolen verschijnen in het display. Beweeg de
automatische terugkeerschakelaar binnen de 10
seconden op of neer om de cursor naar het
lettersymbool te brengen dat u wilt invoeren. Druk op
de OK toets of MODE knop om de letter in te stellen.
4 Herhaal procedure 3. Er kunnen maximum 8 cijfers
worden ingevoerd. De ingevoerde titel wordt
automatisch gememoriseerd en getoond als titel.
Wanneer u minder dan 8 cijfers invoert, kiest u OK
onder de lettersymbolen in het display. De letters
worden automatisch gememoriseerd en getoond als
titel. De letters worden na 10 seconden automatisch
gememoriseerd, ook al wordt OK niet geselecteerd.
OPMERKINGEN
• Wanneer u in stap 3 en 4 gedurende minstens 10 seconden
niets doet, wordt de titelinvoerstand verlaten.
• U kunt titelinvoer ook annuleren door op de RTN toets te
drukken.
• Er kunnen geen titels aan tracks worden gegeven.
• U kunt met dit toestel 24 zendertitels voor radiofrequenties en
18 titels voor discs invoeren. Wanneer u probeert er meer op
te slaan, verschijnt “FULL DATA” gedurende 2 seconden op
het display. Er kunnen dan geen titels meer worden
opgeslagen.
• Om een nieuwe titel in te voeren, moet eerst een reeds
ingevoerde titel worden gewist.
• Wanneer u een titel wilt wissen, voert u “” in op alle
posities.
• Wanneer u of , kiest, beweegt de cursor die de
ingevoerde titel aanwijst naar rechts of naar links.
• Wanneer u kiest, kan een blanco spatie worden
ingevoerd.
• Wanneer u 1 of 2, kiest, verschijnen er afwisselend
tekens/symbolen in het display.
• De titellengte of geheugencapaciteit van de CD-wisselaar
verschilt van model tot model.
• Door de voeding los te koppelen kunnen deze titels worden
gewist. Spring voorzichtig om met de voedingskabel.
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
kiezen.
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de
of toets drukken om de in te voeren tekst te
toets drukken om de ingevoerde tekst in te stellen.
1 Druk op de TITLE toets om de titeldisplay te kiezen.
Druk dan nogmaals op de toets en houd de toets nu
minstens 2 seconden ingedrukt.
• Zie “Titel/tekst tonen” (pagina 14) voor details.
2 Houd de OK toets of toets of MODE knop
minstens 2 seconden ingedrukt.
De titel in het display begint te knipperen. De melding
“SEARCHING TITLE” verschijnt.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer totdat de te wissen titel wordt getoond.
4 Druk op de OK toets of of MODE knop. De
melding “DELETE OK?” verschijnt.
5 Druk nogmaals op de OK of of MODE knop. De
titel wordt gewist.
6 Druk nogmaals op de TITLE toets om de titelwisfunctie
te annuleren.
OPMERKINGEN
• CD-tekst kan niet worden gewist.
• Wanneer in stap 2 de titel niet wordt ingevoerd en wanneer in
stap 5 alle titels zijn gewist, verschijnt “NO DATA”
gedurende 2 seconden op het display.
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
of
toets drukken om een titel te kiezen.
15-NL
Klankkleur instellen
Defeat-stand in- en uitschakelen
Automatische
MODEOK
bass engine/
DEFEAT
terugkeerschakelaar
Loudness aan- /uitschakelen
Loudness accentueert lage en hoge tonen bij laag
volume. Dit dient om de verminderde gevoeligheid van
het menselijk gehoor voor laag- en hoogfrequent geluid
te compenseren.
1 Druk op de bass engine (lagetonenregeling) toets om
de lagetonenregeling te activeren.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om LOUD te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om de LOUDstand in te stellen.
3 Druk nogmaals op de OK toets of op de MODE knop.
4 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen. Het display keert terug naar LOUD-stand.
5 Druk nogmaals op de bass engine
(lagetonenregeling) toets om terug te keren naar de
normale stand nadat de instelling is voltooid.
OPMERKINGEN
• Wanneer er binnen 10 seconden geen enkele toets wordt
bediend, wordt de loudness-functie automatische
uitgeschakeld.
• Wanneer er 10 seconden verstrijken nadat de instelling is
voltooid, wordt automatisch teruggekeerd naar de normale
stand. Wanneer op de RTN toets wordt gedrukt, keert het
display terug naar de eerder getoonde indicatie.
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de of toets drukken om een item te kiezen.
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de
toets drukken om een item in te stellen.
Door het inschakelen van de Defeat-stand worden alle
via de lagetonenregeling gemaakte instellingen (behalve
de subwoofer-stand) weer teruggezet op de standaard
fabriekswaarden.
1 Hou de DEFEAT toets langer dan 2 seconden
ingedrukt om Defeat aan te schakelen.
Om Defeat te annuleren, houdt u de DEFEAT toets
opnieuw langer dan 2 seconden ingedrukt.
De fase van de subwooferuitgang
omschakelen
U kunt de fase van het subwooferuitgangssignaal
instellen op NORMAL 0° of REVERSE 180°. De
gewenste fase kiezen.
1 Druk op de bass engine toets om bass engine om te
schakelen.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om SUBW. te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om SUBW. in te
stellen.
3 Druk op de OK toets of MODE knop om over te
schakelen naar het SUBW. PHASE regelscherm.
4 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om 0° (NORMAL) of 180° (REVERSE) te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
OPMERKINGEN
• Wanneer er binnen de 10 seconden geen toets wordt
ingedrukt, wordt de fase van het subwooferuitgangssignaal
automatisch uitgeschakeld.
• 10 seconden nadat de laatste handeling werd verricht, keert
het systeem automatisch terug naar de normale
werkingsstand. Wanneer de RTN toets wordt ingedrukt,
verschijnt de vorige instelling weer op het display.
16-NL
Bass-regeling
Treble-regeling
U kunt de lage frequenties naar wens regelen.
1 Druk op de bass engine toets om bass engine om te
schakelen.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om BASS CONT. te selecteren. Druk op de OK
toets of de MODE knop om de BASS CONT. (Bass
Center frequentieregeling) stand te kiezen.
3-1
Bass-niveau regelen:
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om BASS LEVEL te kiezen. Druk op de OK toets
of MODE knop om in te stellen.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om het gewenste bass-niveau (–7~+7) te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
U kunt lage tonen versterken of verzwakken.
3-2
Bass Centre-frequentie regelen:
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om BASS FREQ. te kiezen. Druk op de OK toets
of MODE knop om in te stellen.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om het gewenste bass-niveau (60Hz ~ 180Hz) te
kiezen. Druk op de OK toets of MODE knop om in te
stellen.
Accentueert de getoonde bass-frequenties.
3-3
De bass-bandbreedte regelen (Q-Factor):
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om BAND WIDTH te kiezen. Druk op de OK toets
of MODE knop om in te stellen.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om de gewenste bass-bandbreedte (WIDE1
(Narrow) ~ WIDE4 (Wide)) te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
Verandert de bass boost-bandbreedte van smal naar
breed. Bij een brede instelling wordt een ruim
frequentiebereik boven en onder de middenfrequentie
versterkt. Bij een smallere instelling worden alleen
frequenties rond de middenfrequentie versterkt.
OPMERKINGEN
• Wanneer er binnen de 10 seconden geen toetsen worden
ingedrukt, wordt de bass-regeling automatisch uitgeschakeld.
• Tien seconden nadat de laatste handeling werd verricht, keert
het systeem automatisch terug naar de normale werkingsstand.
Door op de RTN toets te drukken, verschijnt de vorige
aanduiding weer op het display.
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de
• De instellingen voor de lage tonen worden voor elke
geluidsbron (FM, MG (LG), CD, enz.) opgeslagen totdat de
instellingen weer worden gewijzigd. De frequentie- en
bandbreedte-instellingen voor de lage tonen van één
geluidsbron zijn van invloed op alle geluidsbronnen (FM, MG
(LG), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparatuur zijn mogelijk niet
alle functies en display-aanduidingen beschikbaar. De lage
tonen zijn echter ook instelbaar wanneer er een
geluidsprocessor met dergelijke functie is aangesloten.
of toets drukken om een item te kiezen.
toets drukken om een item in te stellen.
U kunt de hoge frequenties naar wens regelen.
1 Druk op de bass engine toets om bass engine om te
schakelen.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om TREBLE CONT. te selecteren. Druk op de OK
toets of de MODE knop om de TREBLE CONT. (Treble
Center frequentieregeling) stand te kiezen.
3-1
Treble-niveau regelen:
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om TREBLE LEVEL te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om het gewenste treble-niveau (–7~+7) te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
U kunt de hoge frequenties accentueren.
3-2
Treble Centre-frequentie regelen:
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om TREBLE FREQ. te kiezen. Druk op de OK ofMODE knop toets om in te stellen.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om het gewenste treble-niveau (10,0kHz ~
17,5kHz) te kiezen. Druk op de OK toets of MODE
knop om in te stellen.
Accentueert de getoonde treble-frequenties.
OPMERKINGEN
• Wanneer er binnen de 10 seconden geen toetsen worden
ingedrukt, wordt de treble-regeling automatisch uitgeschakeld.
• Tien seconden nadat de laatste handeling werd verricht, keert
het systeem automatisch terug naar de normale werkingsstand.
Door op de RTN toets te drukken, verschijnt de vorige
aanduiding weer op het display.
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de of toets drukken om een item te kiezen.
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de
toets drukken om een item in te stellen.
• De instellingen voor de hoge tonen worden voor elke
geluidsbron (FM, MG (LG), CD, enz.) opgeslagen totdat de
instellingen weer worden gewijzigd. De frequentie- en
bandbreedte-instellingen voor de hoge tonen van één
geluidsbron zijn van invloed op alle geluidsbronnen (FM, MG
(LG), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparatuur zijn mogelijk niet
alle functies en display-aanduidingen beschikbaar. De hoge
tonen zijn echter ook instelbaar wanneer er een
geluidsprocessor met dergelijke functie is aangesloten.
17-NL
Instelling (SETUP)
Geluidssignaalfunctie (pieptoon)
MODEOK
F/SETUPRTN
Automatische
terugkeerschakelaar
Displayverlichting omschakelen
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display keert terug naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ILLUMINATION te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om GREEN of AMBER te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen. Het display keert
terug naar SETUP.
OPMERKING
Wanneer u de automatische terugkeerschakelaar op of neer
gedrukt houdt, blijft de cursor bewegen.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
Deze functie bevestigt het indrukken van toetsen met
een bepaalde pieptoon.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display keert terug naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om BEEP te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om OFF te kiezen of het volume in te stellen. Het
volume kan in drie stappen worden geregeld: LOW,
MID en HIGH. Druk op de OK toets of MODE knop om
in te stellen. Het display keer t terug naar SETUP.
OPMERKINGEN
• De fabrieksinstelling is BEEP OFF.
• Wanneer een externe audio processor is aangesloten, werkt de
pieptoon niet, ook al staat BEEP aan.
• De pieptoon wordt alleen geproduceerd door de
voorluidsprekers.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
Tijdweergave
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om CLOCK DISPLAY te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
OPMERKINGEN
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de
• “Tuner Mode omschakelen” van de SETUP items wordt
beschreven in Radio bedienen op pagina 7.
• “Regionale (lokale) RDS zenders ontvangen” en “PI SEEK
instellen” van de SETUP items worden beschreven in RDS
bedienen op pagina 9 en 10.
• “Informatiebulletins van lokale DAB-zenders ontvangen”,
“Automatisch overschakelen van DAB naar RDS instellen”
en “DRC (Dynamic Range Control) in-/uitschakelen” van de
SETUP items worden beschreven in DAB bedienen op pagina
28.
Instelling is alleen mogelijk wanneer een optionele DAB
receiver-eenheid is aangesloten.
• “Het bereik van MP3-bestandskeuze instellen” van de
SETUP items wordt beschreven in Wisselaar bedienen op
pagina 24.
Instelling is alleen mogelijk wanneer een optionele MP3
compatibele wisselaar is aangesloten.
• “Inkomende gesprekken van de telefoon beantwoorden” van
de SETUP items wordt beschreven in MobileHub
bedienen op pagina 30.
Instelling is alleen mogelijk wanneer de optionele mobiele
telefoon en de Mobile Hub zijn aangesloten.
of toets drukken om een item te kiezen.
toets drukken om een item in te stellen.
18-NL
TM
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen voor de klokweergave.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
Het display keert terug naar SETUP.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
Link
Tijdinstelling
Subwoofer aan en uit
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om CLOCK ADJUST te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om HOUR te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Beweeg de
automatische terugkeerschakelaar op of neer om de
uren in te stellen.
Druk na het instellen op de RTN toets om terug te
keren naar de vorige indicatie.
4 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om MINUTE te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen.
Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om de minuten in te stellen.
Druk na het instellen op de RTN toets om terug te
keren naar de vorige indicatie.
5 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
Automatische klokinstelling
Wanneer dit op ON staat, wordt de klokweergave
gebaseerd op de GPS informatie.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om AUTO GPS CLOCK te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
OPMERKINGEN
• Alleen minuten en seconden worden automatisch ingesteld.
• Schakel de automatische klokinstelling uit wanneer er geen
GPS-antenne is aangesloten.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om SUBWOOFER te kiezen. Druk op de OK toets
of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
4 Druk op de F/SETUP toets nadat u SUBWOOFER ON
hebt gezet.
5 Druk herhaaldelijk op de MODE (audioregeling) knop
om de SUBWOOFER stand te kiezen.
SUBW.BAL.
FAD.Vol.
6 Draai aan de MODE (audioregeling) knop tot u in elke
stand het gewenste geluid verkrijgt.
Scroll instellen
Wanneer de te tonen tekst of informatie, enz. niet op het
display past, dan verschuift de tekst.
Wanneer de tekst wel op het display past, dan verschuift
de tekst niet ongeacht de instelling van de scroll-functie.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om AUTO SCROLL te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
Het display keert terug naar SETUP.
• ON: de CD-tekst, enz. verschuift voor tdurend in het
display.
• OFF: de tekst schuift alleen in het display wanneer
een disc wordt ingebracht of een andere track
wordt gekozen.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
OPMERKINGEN
• De standaardinstelling is "OFF".
• De scroll-functie werkt niet met handmatig ingevoerde disc-
titels (zie pagina 15).
19-NL
Instelling (SETUP)
SOURCE/
POWER
MODEOK
Automatische
terugkeerschakelaar
Automatische volumeregeling
Deze functie regelt volume en bass op basis van de
rijsnelheid ter compensatie van storend
omgevingsgeluid. Voor deze compensatie is er keuze uit
6 patronen.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
F/SETUP
Navigatie-onderbrekingen en het
navigatievolume instellen (NAVI MIX)
Wanneer de stembegeleiding van het navigatiesysteem
start, wordt het volume van elke audiobron die op dat
moment speelt automatisch verlaagd.
U kunt ook het volume van de stembegeleiding regelen.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om NAVI MIX te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
4 Druk op de F/SETUP toets nadat u NAVI MIX ON hebt
gezet.
5 Druk herhaaldelijk op de MODE (audioregeling) knop
om de NAVI MIX stand te kiezen.
MIXBAL.
FAD.
Vol.
MIX
6 Draai aan de MODE (audioregeling) knop tot u in elke
stand het gewenste geluid verkrijgt.
OPMERKINGEN
• Wanneer de gesproken instructies van het navigatiesysteem de
weergave beginnen te onderbreken, schakelt het display
automatisch om naar navigatie.
• Het volume voor de gesproken navigatie-aanwijzingen kan
worden ingesteld door het volume aan te passen terwijl de
aanwijzingen hoorbaar zijn. Nadat de navigatie-aanwijzingen
zijn afgesloten, wordt het vorige volume hersteld en verschijnt
het vorige beeld weer op het scherm. Wanneer de
navigatiefunctie het audioprogramma onderbreekt en het
volume lager is dan het ingestelde niveau, dan wordt het
volume voor de navigatie-aanwijzingen aan het huidige
luistervolume aangepast. (Het volume wordt niet verhoogd
voor de navigatie-aanwijzingen.)
• De stembegeleiding weerklinkt alleen via de voorluidsprekers.
• Wanneer u een externe audio processor aansluit, kan de
stembegeleiding worden weergegeven via externe luidspreker
(KAX-551N).
20-NL
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om AUTO VOLUME te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om uw persoonlijke volumeregeling te kiezen
(VOL 1: geringe compensatie tot VOL 6: grote
compensatie. Zet VOL. op OFF wanneer de functie niet
wordt gebruikt.). Druk op de OK toets of MODE knop
om in te stellen. Het display keert terug naar SETUP.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
AUX Mode instellen (V-Link)
U kunt TV/video-geluid invoeren door een optionele AiNET/RCA Interface-kabel (KCA-121B) of veelzijdige linkaansluiting (KCA-410C) aan te sluiten op deze component.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om AUXILIARY INPUT te kiezen. Druk op de OK
toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om de gewenste stand te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
Het display keert terug naar SETUP.
OFF:
U kunt geen externe ingangsbron kiezen.
ON:
U kunt een externe ingangsbron kiezen. U kunt ook
een AUXILIARY LABEL kiezen voor externe invoer∗.∗ 1. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op
of neer om de AUXILIARY LABEL in het SETUP
display te kiezen. Druk op de OK toets of MODE
knop om in te stellen.
2. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op
of neer om de naam te kiezen uit AUX, GAME,
VCR, TV en MP3. Druk op de OK toets of MODE
knop om in te stellen.
AUXILIARY LABEL
U kunt een naam voor externe invoer kiezen wanneer
de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) niet is
aangesloten.
AUX-1 LABEL / AUX-2 LABEL
U kunt een AUXILIARY LABEL kiezen wanneer de
veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) is aangesloten.
OPMERKING
Wanneer de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) is
aangesloten, kunt u kiezen uit twee AUX mode displays.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
5 Om het volume, enz. te regelen, drukt u eerst op de
SOURCE/POWER toets, waarna u de AUX stand kiest
en de nodige instellingen verricht.
OPMERKING
Wanneer de veelzijdige link-aansluiting (KCA-410C) is
aangesloten, kunt u kiezen uit twee externe ingangen. Druk op de
BAND/TEL. toets op het toestel om de stand te kiezen.
Muting aan-/uitschakelen
Wanneer een toestel met onderbrekingsfunctie is
aangesloten, wordt het geluid meteen gedempt wanneer
een onderbrekingssignaal van dat toestel wordt
ontvangen. Deze functie kan via het hoofdtoestel aan en
af worden gezet zoals hieronder beschreven.
Bronsignaalniveau regelen
Indien het verschil in volume tussen CD-speler en FMradio te groot is, kan het FM-signaalniveau als volgt
worden geregeld.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om FM LEVEL te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om HIGH of LOW te kiezen. Druk op de OK toets
of MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
Demonstratie
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om MUTE te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
OPMERKING
De fabrieksinstelling is "MUTE ON".
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
OPMERKING
Wanneer Mute af staat en het geluid extern wordt onderbroken
(b.v. door de autotelefoon), verschijnt "INT." op het display.
Wanneer Mute aan staat, verschijnt "MUTE" op het display.
Dit toestel heeft een demonstratiefunctie die de
displaywerking simuleert.
1 Hou de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt. Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om DEMO te kiezen.
Druk op de OK toets of MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen. Druk op de OK toets of
MODE knop om in te stellen. Het display keert terug
naar SETUP.
Indien er binnen de 30 seconden na het activeren van
de DEMO stand geen toets wordt ingedrukt, start de
DEMO functie.
OPMERKINGEN
• De fabrieksinstelling is "DEMO ON".
• De demo wordt automatisch herhaald totdat de DEMO-stand
uitgeschakeld wordt.
4 Druk na het instellen op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand.
21-NL
Wisselaar bedienen (optie)
Wanneer een 12CD-wisselaar is aangesloten:
Om discs te kiezen met een nummer van 1 tot 6, gaat
SOURCE/
POWER
BAND
Disc-keuzetoetsen
(1 tot 6)
u op dezelfde manier tewerk als bij een 6CD-wisselaar.
Om discs te kiezen met een nummer van 7 tot 12,
drukt u eerst op de F/SETUP toets. Hierdoor verandert
"D" in "d". Druk vervolgens op de gewenste
voorinsteltoets. Wanneer de F/SETUP toets werd
ingedrukt, stellen de voorinsteltoetsen 1 tot 6 disc 7 tot
12 voor.
F/SETUP
4 ( )
5 ( )
6 ( )
Wisselaar bedienen (optie)
Op de INA-N333R kan een 6- (meegeleverd MP3
compatibele wisselaars) of 12CD-wisselaar worden
aangesloten, op voorwaarde dat die Ai-NET compatibel
is. Wanneer een CD-wisselaar is aangesloten op de AiNET ingang van de INA-N333R, kan die vanaf de INAN333R worden bediend.
Met behulp van de KCA-400C (multiwisselaarschakelaar) of KCA-410C (veelzijdige linkaansluiting) kunnen verschillende wisselaars worden
bediend via de INA-N333R.
Zie multi-wisselaarkeuze op deze pagina om de CDwisselaar te kiezen.
OPMERKINGEN
• De CD-wisselaarbedieningsfuncties van de INA-N333R werken
alleen wanneer een CD-wisselaar is aangesloten.
• De DVD-wisselaar (optioneel) is vanaf de INA-N333R te
bedienen, evenals de CD-wisselaar.
1 Druk op de SOURCE/POWER toets om CHANGER te
activeren. Disc- en tracknummer verschijnen
afwisselend in het display.
OPMERKING
De bronindicator verschilt volgens de aangesloten bron.
2 Druk op de Disc-keuzetoetsen (1 tot 6) die
overeenkomen met de discs in de CD-wisselaar. Het
gekozen disc-nummer verschijnt in het display en de
CD wordt afgespeeld.
3 Druk op de toets om de weergave tijdelijk te
onderbreken.
Druk nogmaals op de toets om de weergave te
hervatten.
OPMERKINGEN
• Nadat u de disc hebt gekozen, gaat de bediening zoals voor de
CD-speler.
Raadpleeg het hoofdstuk "CD-speler bedienen" voor meer
details.
• Wanneer de "FUNC" indicator brandt, werken de disckeuzetoetsen niet.
• De MP3-indicator licht op tijdens MP3-weergave.
• Druk op de BAND toets om in de CD/DVD/wisselaar-stand
van disc te wisselen.
• Wanneer een MP3 compatibele CD-speler is aangesloten,
kunnen CD’s worden weergegeven waarop de muziek zowel in
de audio-indeling als in de MP3-indeling is opgenomen.
Multi-wisselaarkeuze
Het Ai-NET systeem van Alpine ondersteunt maximum 6
CD-wisselaars. Met de KCA-400C (multiwisselaarschakelaar) kunnen twee of meer wisselaars
worden bediend. Met 1 schakelaar kunnen maximum 4
CD-wisselaars worden aangesloten. Met 2 schakelaars
kunnen maximum 6 CD-wisselaars worden aangesloten.
Met de KCA-410C (veelzijdige link-aansluiting) kunnen
twee wisselaars en twee externe uitgangen worden
aangesloten (AUX).
1 Druk op de SOURCE/POWER toets om over te
schakelen naar de CD-wisselaarstand.
U kunt ook de SOURCE toets op de afstandsbediening
(optie) indrukken om over te schakelen naar de CDwisselaarstand. Ga naar stap 3 hieronder om de
gewenste CD-wisselaar te kiezen.
2 Druk op de BAND toets van dit toestel of van de
afstandsbediening (optioneel) om de keuzestand van
de CD-wisselaar te kiezen.
3 De CD-wisselaarkeuzestand blijft actief gedurende 3
seconden nadat stap 2 is verricht. Druk op de BAND
toets van dit toestel of van de afstandsbedineing totdat
de gewenste indicator van de CD-wisselaar op het
display verschijnt.
OPMERKINGEN
• Wanneer de gekozen CD-wisselaar niet is aangesloten,
verschijnt "NO CHANGER" in het display.
• Meer details over de externe ingang (AUX) in combinatie met
de KCA-410C vindt u onder "AUX Mode instellen (V-Link)"
op pagina 20.
22-NL
Muzieksensor (Skip
)
M.I.X. (willekeurige weergave)
1 Druk tijdens weergave van een CD eenmaal kort op de
oets om terug te keren naar het begin van de
huidige track (of bestand). Om terug te keren naar het
begin van een eerdere track (of bestand), drukt u
herhaaldelijk op deze toets totdat u de gewenste track
(of bestand) bereikt.
Druk eenmaal kort op de toets om naar het begin
van de volgende track (of bestand) te gaan. Om naar
het begin van een andere track (of bestand) te gaan,
drukt u herhaaldelijk op deze toets totdat u de
gewenste track (of bestand) bereikt.
OPMERKING
De muzieksensor functioneert in de weergave- of pauzestand.
Snel vooruit en achteruit
1 Hou de of toets ingedrukt om snel achteruit of
vooruit te gaan tot u het gewenste punt in de track (of
bestand) hebt bereikt.
Herhaalde weergave
1 Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht
op.
2 Druk binnen 5 seconden op de 5 ( ) toets om de
huidige track herhaaldelijk weer te geven.
De track (of het bestand) wordt herhaaldelijk
weergegeven.
REPEAT*REPEAT ALL
(uit)
REPEAT
1 Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht
op.
2 Druk binnen 5 seconden op de 4 ( ) toets in de
weergave- of pauzestand.
De tracks (bestanden) op de disc worden in
willekeurige volgorde weergegeven.
M.I.X.
Om M.I.X. weergave te stoppen, drukt u nogmaals op
de 4 ( ) toets om M.I.X. uit te schakelen.
OPMERKINGEN
•* Wanneer een CD-wisselaar met ALL M.I.X. functie is
• Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten:
• Wanneer een 12-disc CD-wisselaar is aangesloten:
*
ALL M.I.X.
aangesloten, kan ALL M.I.X. eveneens worden geselecteerd.
In deze stand worden de tracks op alle CD's in het huidige
magazijn opgenomen in de willekeurige weergavereeks.
Wanneer u in het gedeelte “Het bereik van MP3bestandskeuze instellen” op pagina 24 heeft gekozen voor
“FOLDER” en de M.I.X-functie gebruikt, worden de
bestanden in de map in willekeurige volgorde weergegeven.
Nadat alle bestanden in de map zijn weergegeven, wordt de
weergavefunctie niet naar de volgende map verplaatst.
Druk in de CD-wisselaarstand tweemaal op de F/SETUP
toets om de "FUNC" indicator te laten oplichten en ga binnen
de 5 seconden naar stap 1.
(uit)
M.I.X.
Programma's scannen
1 Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht
op.
Druk nogmaals op de 5 ( ) toets en kies OFF om
herhaalde weergave te stoppen.
OPMERKINGEN
•* Wanneer de REPEAT ALL stand wordt gekozen, worden alle
tracks (bestanden) van de gekozen disc herhaaldelijk
weergegeven.
• Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten
en u bij het gedeelte “Het bereik van MP3-bestandskeuze
instellen” van pagina 24 kiest voor “FOLDER” en
vervolgens de REPEAT ALL stand kiest, dan worden de
bestanden herhaaldelijk weergegeven.
• Wanneer een 12-disc CD-wisselaar is aangesloten:
Druk in de CD-wisselaarstand tweemaal op de F/SETUP
toets om de "FUNC" indicator te laten oplichten en ga binnen
de 5 seconden naar stap 1.
2 Druk binnen 5 seconden op de 6 () toets om de
scan-functie te activeren.
De eerste 10 seconden van elke track (of elk bestand)
worden weergegeven.
Druk op de 6 () toets en deactiveer de Scanfunctie om het scannen te stoppen.
OPMERKINGEN
• Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is aangesloten:
Als u in het gedeelte “Het bereik van MP3-bestandskeuze
instellen” op pagina 24 heeft gekozen voor “FOLDER”, dan
worden de eerste 10 seconden van elk bestand in de map
weergegeven.
• Wanneer een 12-disc CD-wisselaar is aangesloten:
Druk in de wisselaarstand tweemaal op de F/SETUP toets om
de "FUNC" indicator te laten oplichten en ga binnen de 5
seconden naar stap 1.
23-NL
Wisselaar bedienen (optie)
Het bereik van MP3-bestandskeuze
instellen (alleen voor MP3
MODEOK
F/SETUP 1 (FOLDER DN) 2 (FOLDER UP)
Automatische
terugkeerschakelaar
Mappen kiezen (alleen voor MP3
compatibele wisselaars)
Bedieningsmethode I vanaf de basiseenheid:
1 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om de map te kiezen.
Bedieningsmethode II vanaf de basiseenheid:
1 Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht
op.
2 Druk binnen 5 seconden op de 1/FOLDER DN of 2/
FOLDER UP toets om de map te kiezen.
Bestanden/mappen zoeken (alleen
voor MP3 compatibele wisselaars)
compatibele wisselaars)
Wanneer een MP3 compatibele CD-wisselaar is
aangesloten, kunt u het bereik voor het kiezen van MP3bestanden instellen op “de inhoud van de gehele disc” of“de inhoud van een enkele map”.
1 Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om MP3 PLAY te kiezen. Druk op de OK toets of
de MODE knop om in te stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om over te schakelen tussen ALL en FOLDER.
• ALL : geeft alle bestanden op een disc weer.
• FOLDER : geeft alleen alle bestanden in de gekozen
map weer.
4 Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen.
Het display keert terug naar SETUP.
OPMERKING
De standaard instelling is ALL.
5 Druk op de F/SETUP toets om de gekozen stand in te
stellen.
U kunt ieder willekeurig bestand op een disc opzoeken
en weergeven.
1 Houd de MODE knop minstens 2 seconden ingedrukt.
De bestanden/mappen zoekfunctie wordt geactiveerd.
2 Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt
om de bestanden/mappen zoekfunctie te kiezen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer of druk op de
bestand om de gewenste map te kiezen.
of
toets om het gewenste
4 Druk op de OK toets of MODE knop om de instelling
uit te voeren. Het gekozen bestand of de bestanden in
de gekozen map worden weergegeven.
OPMERKING
Druk tijdens het zoeken op de RTN toets of houd de MODE knop
minstens 2 seconden ingedrukt om de zoekfunctie te annuleren.
24-NL
DAB bedienen (optie)
SOURCE/
POWER
Zoeken naar een ensemble met de
DAB receiver (optioneel)
DAB (Digital Audio Broadcasting) zorgt zelfs in een
rijdend voertuig voor een buitengewoon goede
geluidskwaliteit en maakt het mogelijk om verschillende
soorten van informatie, zoals weers- en
verkeersinformatie, te ontvangen. Deze door de zenders
verzonden informatie kan op het display worden getoond.
Bovendien kunt u het door u beluisterde programma te
laten onderbreken voor belangrijke uitzendingen, zoals
voor verkeersinformatie.
OPMERKINGEN
• Wanneer de DAB receiver-eenheid TUA-T100DAB (los
verkrijgbaar) wordt aangesloten, kunt u DAB-uitzendingen
ontvangen.
• Met DAB-uitzendingen is CD-geluidskwaliteit haalbaar, maar
de kwaliteit kan per service verschillen.
• Sommige zenders zenden testuitzendingen uit.
• Wanneer DAB-ontvangst van slechte kwaliteit is, kan er een
metaalachtig geluid ontstaan. Dit duidt echter niet op een
defect van het toestel.
1 Druk op de SOURCE/POWER toets om DAB te
kiezen.
2 Druk op de BAND/TEL. toets om DAB1, DAB2 of
DAB3 te kiezen.
3 Wanneer u tijdens ontvangst van DAB1, DAB2 of DAB3
op de of toets drukt, begint het zoeken naar
een ensemble automatisch.
Door de functie van het display volgens de
aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie
pagina 27) om te schakelen kan de status van de
ontvangen zenders als volgt worden getoond:
Ensemble-/servicelabel display: het ensemble-/
servicelabel van de zender waarop is afgestemd, wordt
getoond.
Service-/componentlabel display: het service-/
ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond,
waarna het display overschakelt naar het service- en
componentlabel wanneer de zender wordt ontvangen.
Dynamisch label display: het service-/ensemblelabel
wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het
display overschakelt naar het dynamisch label wanneer
de zender wordt ontvangen.
BAND/TEL.
F/SETUP 4 / P/S
Voorinsteltoetsen
(1 tot 6)
Van service veranderen
Services worden ontvangen binnen het huidige
ensemble dat wordt ontvangen.
1 Druk tijdens ontvangst van een ensemble kort op de
Het servicecomponent veranderen
Als de audioservice een secundair servicecomponent
heeft, kunt u overschakelen tussen het primaire en het
secundaire servicecomponent van de audioservice.
1 Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht
2 Druk op de 4/P/S toets om over te schakelen tussen de
.
Een service opslaan
1 Kies de service die u wilt opslaan.
2 Houd één van de voorinsteltoetsen (1 tot 6) minstens
3 Herhaal de stappen 1 en 2 voor iedere service die u
Tips
Als u DAB gebruikt, kunt u kiezen voor een ensemble dat
diverse services kan bevatten die u allemaal kunt ontvangen.
Bovendien bevat elke service een servicecomponent, die
afhankelijk van het servicecomponent op zijn beurt een
willekeurig aantal primaire en secundaire services kan bevatten.
Derhalve kunnen diverse services worden gekozen.
of toets en kies de gewenste service.
Het gekozen servicelabel wordt gedurende 2 seconden
op het display getoond, waarna wordt teruggekeerd
naar het display dat u volgens de aanwijzingen van
“Het display omschakelen” (zie pagina 27) heeft
geselecteerd.
op.
primaire en de secundaire uitzending.
Bij elke druk op de toets schakelt u over tussen de
componenten.
Het componentlabel wordt gedurende 2 seconden op
het display getoond, waarna wordt teruggekeerd naar
het display dat u volgens de aanwijzingen van “Het
display omschakelen” (zie pagina 27) heeft
geselecteerd.
OPMERKINGEN
•
Wanneer de service een secundair servicecomponent heeft,
knippert de “S” indicator op het display. Tijdens ontvangst van
een secundair servicecomponent licht de “S” indicator op.
• Tijdens ontvangst van een primair servicecomponent licht de
“P” indicator op.
2 seconden ingedrukt terwijl de “FUNC” indicator
uitgeschakeld. De gekozen service wordt opgeslagen.
wilt opslaan.
OPMERKINGEN
• Er kunnen maximaal 18 zenders worden opgeslagen (6
stations voor elke band: DAB1, DAB2 en DAB3).
• Wanneer u een voorinsteltoets kiest waaronder al een service
is opgeslagen, wordt de oude service vervangen door de
nieuwe.
• Wanneer u geen DAB-uitzending ontvangt, dan wordt de
service niet opgeslagen. (Sla de service op wanneer de DABontvangst goed is.)
25-NL
DAB bedienen (optie)
BAND/TEL.TUNE/A.ME
F/SETUPTITLE
T.INFO/ANNC.
2/PTY
De opgeslagen service ontvangen
1 Druk op de BAND/TEL. toetsom de gewenste band te
kiezen.
2 Druk op één van de voorinsteltoetsen (1 tot 6).
De gekozen service wordt ontvangen.
Door de functie van het display volgens de
aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie
pagina 27) om te schakelen kan de status van de
ontvangen zenders als volgt worden getoond:
Ensemble-/servicelabel display: het ensemble-/
servicelabel van de zender waarop is afgestemd, wordt
getoond.
Service-/componentlabel display:het service-/
componentlabel wanneer de zender wordt ontvangen.
Dynamisch label display: het service-/ensemblelabel
wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het
display overschakelt naar het dynamisch label wanneer
de zender wordt ontvangen.
OPMERKING
Bij ontvangst van een secundair servicecomponent wordt de
service opgeslagen, maar wanneer de opgeslagen service weer
wordt opgeroepen, dan wordt op het primaire servicecomponent
afgestemd.
Het ensemble automatisch opslaan
1 Druk op de BAND/TEL. toetsom de gewenste band te
kiezen.
2 Houd de TUNE/A.ME toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het zoeken naar ensembles begint en 6 ensembles
worden automatisch afgestemd en opgeslagen onder
de voorinsteltoetsen (1 tot 6).
Nadat 6 ensembles zijn opgeslagen, wordt op het
laatste ensemble afgestemd.
Automatische
terugkeerschakelaar
Voorinsteltoetsen
(1 tot 6)
PTY (programmatype) afstemmen
1 Druk op de F/SETUP toets. De “FUNC” indicator licht
2 Druk op de 2/PTY toets om de stand voor het kiezen
3 Druk op de
4 Nadat u een programmatype heeft gekozen en terwijl
5 Wanneer op de zender is afgestemd, wordt het
Door de functie van het display volgens de
aanwijzingen van “Het display omschakelen” (zie
pagina 27) om te schakelen kan de status van de
ontvangen zenders als volgt worden getoond:
Ensemble-/servicelabel display: het ensemble-/
servicelabel van de zender waarop is afgestemd, wordt
getoond.
Service-/componentlabel display: het service-/
ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden getoond,
waarna het display overschakelt naar het service- en
componentlabel wanneer de zender wordt ontvangen.
Dynamisch label display: het service-/ensemblelabel
wordt gedurende 2 seconden getoond, waarna het
display overschakelt naar het dynamisch label wanneer
de zender wordt ontvangen.
OPMERKING
Wanneer er geen ensemble wordt gevonden, wordt er afgestemd
op het ensemble dat werd ontvangen voordat het automatisch
opslaan van ensembles werd gestart.
op.
van het programmatype te activeren.
of toets of beweg de
automatische terugkeerschakelaar om het gewenste
programmatype te kiezen.
de “FUNC” indicator oplicht, drukt u op de 2/PTY toets
om de PTY-zoekfunctie te activeren.
Het zoeken naar een zender van het gekozen
programma begint.
OPMERKING
Druk op de 2/PTY toets om de PTY-zoekfunctie tijdens het
zoeken te annuleren.
programmatype dat wordt ontvangen gedurende 5
seconden getoond. Wanneer er geen zender wordt
gevonden, wordt gedurende 2 seconden “NO PTY”
getoond. Vervolgens wordt het gekozen
programmatype gedurende 3 seconden getoond en
wordt de PTY-stand uitgeschakeld.
OPMERKINGEN
• Bovenstaande functies kunnen alleen worden uitgevoerd voor
services binnen een ensemble.
• Het hier gekozen programmatype is afhankelijk van de RDS-
uitzending.
26-NL
Verkeersinformatie in- en
uitschakelen
U kunt automatisch verkeersinformatiebulletins
ontvangen wanneer u verkeersinformatie inschakelt.
1 Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de
verkeersinformatie in of uit te schakelen.
U kunt tegelijkertijd RDS-zenders instellen.
OPMERKING
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd door de
verkeersinformatie in of uit te schakelen volgens de
aanwijzingen van “Het informatiebulletin kiezen” op deze
pagina.
Het informatiebulletin kiezen
1 Houd de T.INFO/ANNC. toets minstens 2 seconden
ingedrukt om de informatiebulletin keuzestand te
kiezen.
2 Druk op
vervolgens op de toets om deze op ON te zetten.
3 Nadat u “Meddelelse” heeft ingeschakeld, drukt u op
de of toets om het gewenste
informatiebulletin te kiezen.
of om “Meddelelse” te kiezen en druk
4 Druk op de toets om het gekozen bulletin op ON
of OFF te zetten.
Herhaal de stappen 3 en 4 om meer informatiebulletins
in te stellen.
5 Houd de T.INFO/ANNC. toets minstens 2 seconden
ingedrukt om de informatiebulletin keuzestand uit te
schakelen.
OPMERKINGEN
• Wanneer een willekeurige instelling tussen “Vælg alle” en
“Økonomi” op ON is gezet, wordt het programma toch niet
voor informatiebulletins onderbroken als u “Meddelelse” op
OFF heeft gezet.
• Wanneer u de “Vælg alle” instelling op ON/OFF zet, kunt u
de informatiebulletins voor “Trafikmeddelelser” tot en met“Økonomi” individueel instellen.
Tips
• Voor belangrijke bulletins schakelt de DAB-stand
automatisch over om het waarschuwingsbulletin te
ontvangen. Wanneer u nu het volume verandert, wordt dit
volume opgeslagen en opnieuw gebruikt bij een volgende
waarschuwingsbulletin.
• Wanneer het in stap 3 gekozen bulletin het programma
onderbreekt, verschijnt het gekozen bulletinbericht op het
display. Wanneer u nu het volume verandert, wordt dit
volume opgeslagen en opnieuw gebruikt bij een volgende
onderbreking voor een bulletin.
Het display omschakelen
Meddelelse
Vælg alle
Trafikmeddelelser
Rejsemeddelelser
Advarsler
Nyheder
Vejret
Hændelser
Specielle hændelser
Radio info
Sportsnyheder
Økonomi
Het is mogelijk de door de zenders verzonden
informatie, zoals het kanaalnummer of de servicenaam
van het programma waar u naar luistert, op het display
tonen.
1 Druk tijdens ontvangst van DAB op de TITLE toets.
Ensemble-/servicelabel display
1
Service-/componentlabel display
Dynamisch label display
∗1: Kan alleen worden getoond wanneer de zender het
servicecomponentlabel verzendt.
Anders verschijnt “NO COMPONENT” op het display.
∗2: • Wanneer de “Scroll Setting” op “ON” is gezet,
verschijnt de door de zender verzonden
informatie over het display. Wanneer het op
“OFF” is gezet en het dynamisch label wordt
weergegeven, kunt u de informatie eenmaal over
het display verschuiven door de TITLE toets
gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te
houden.
• Wanneer er geen service is, wordt “NO
SERVICE” getoond en wanneer er geen
ensemble-label is, wordt “NO ENSEMBLE”
getoond.
• “NO TEXT” verschijnt op het display bij ontvangst
van zender die geen dynamisch label verzenden.
*
2
*
27-NL
DAB bedienen (optie)
1 Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden
MODEOK
F/SETUP
Informatiebulletins van lokale DABzenders ontvangen
1 Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het display schakelt om naar SETUP.
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om DAB REGIONAL te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om ON of OFF te kiezen.
ON: Het programma wordt automatisch onderbroken
voor bulletins uit de regio waarin u zich bevindt.
OFF: Het programma wordt onderbroken voor bulletins
uit alle regio’s.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen. Het display keert terug naar SETUP.
4 Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand nadat de instelling is
voltooid.
OPMERKINGEN
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
of
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u ook op de
toets drukken om een item in te stellen.
toets drukken om een item te kiezen.
Automatische
terugkeerschakelaar
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
4 Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te
DRC (Dynamic Range Control) in-/
uitschakelen
Als deze functie is ingeschakeld bij ontvangst van geluid
met een breed dynamisch bereik, wordt DRC (Dynamic
Range Control) versterkt wanneer het geluid klein is, en
wordt DRC (Dynamic Range Control) verzwakt wanneer
het geluid groot is. Hierdoor wordt het dynamisch bereik
smaller zodat u zelfs in een voertuig dat veel rijgeluiden
produceert, een beter en comfortabeler geluid heeft.
1 Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden
2 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
ingedrukt.
Het display schakelt om naar SETUP.
neer om RDS/DAB SW te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen.
neer om ON of OFF te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen. Het display keert terug naar SETUP.
keren naar de normale stand nadat de instelling is
voltooid.
OPMERKING
Bij het overschakelen van DAB- naar RDS-ontvangst knippert de
DAB-indicator.
ingedrukt.
Het display schakelt om naar SETUP.
neer om DRC te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen.
neer om ON of OFF te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te
stellen. Het display keert terug naar SETUP.
Automatisch overschakelen van DAB
naar RDS instellen
Wanneer de kwaliteit van DAB-ontvangst niet goed is,
kunt u automatisch over schakelen naar de RDSuitzending van dezelfde zender (een zender die kan
worden ontvangen), totdat een goede ontvangstkwaliteit
weer kan worden verkregen.
Dit overschakelen is alleen mogelijk voor stemmen (met
uitzondering van het servicelabel/dynamisch label).
Display en bediening blijven gelijk aan die voor DAB.
28-NL
4 Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te
keren naar de normale stand nadat de instelling is
voltooid.
OPMERKING
Wanneer een radioprogramma op ON is gezet, kan afhankelijk
van de uitzending een ander geluid dan het eerder door u
ingestelde geluid worden geproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen het programma op OFF.
MobileHubTM Link bedienen (optie)
OPMERKINGEN
• Wanneer er geen mobiele telefoon is aangesloten, verschijnt
“NO PHONE” gedurende 2 seconden op het display en wordt
BAND/TEL.
RTN
Over MobileHub™ Link (optie)
Sluit een los verkrijgbare aansluitkast en een mobiele
telefoon (van het merk Nokia) op het systeem aan om
de inkomende en uitgaande gesprekken van de mobiele
telefoon te controleren.
Over de pictogrammen
Signaalsterkte-indicator: de signaalsterkte van de
telefoon wordt met behulp van 4 pictogrammen
aangegeven.
Ongelezen berichten-indicator: licht op wanneer
er een ongelezen kort bericht is.
Onbeantwoorde oproep-indicator: licht op
wanneer u een oproep niet heeft beantwoord.
OPGELET
• Zelfs met het bellen of gebeld worden met een handsfree
carkit kunnen autobestuurders worden afgeleid. Uit
veiligheidsoverwegingen worden bestuurders verzocht de
telefoon tijdens het rijden niet te bedienen.
• Uit veiligheidsoverwegingen kunt u alleen inkomende
gesprekken beantwoorden en snelkiesnummers kiezen.
OPMERKINGEN
• Wanneer een mobiele telefoon wordt aangesloten, wordt het
telefoonboek, de lijst van inkomende en uitgaande gesprekken
en de ontvangen SMS-berichten naar de aansluitkast
gedownload.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aansluitkast.
Telefoonstand in- en uitschakelen
1 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Nadat de naam van uw mobiele telefoonaanbieder
gedurende ongeveer 2 seconden is getoond, verschijnt
het scherm voor snelkiesnummers.
Zie de voor elk item relevante pagina’s.
Houd de BAND/TEL. toets gedurende tenminste 2
seconden ingedrukt of de RTN om de telefoonstand uit
te schakelen.
en de oorspronkelijke geluidsbron geactiveerd.
• Wanneer de mobiele telefoon tijdens een inkomend of
uitgaand gesprek of een handsfree gevoerd gesprek van de
aansluitkast wordt genomen, dan wordt het gesprek door de
mobiele telefoon verwerkt als een normaal gesprek.
• Wanneer er een gesprek binnenkomt terwijl de INA-N333R is
uigeschakeld, dan wordt de INA-N333R automatisch
ingeschakeld voor een handsfree te voeren gesprek.
• Wanneer er een gesprek binnenkomt terwijl de INA-N333R is
uitgeschakeld, dan wordt de INA-N333R automatisch
ingeschakeld voor een normaal gesprek van de mobiele
telefoon, maar niet voor een handsfree gevoerd gesprek.
• Wanneer het contact van het voertuig tijdens een handsfree
gevoerd gesprek wordt uitgeschakeld (ook als de motor is
gestopt), dan wordt de verbinding niet verbroken en is ook
een normaal gesprek met de mobiele telefoon mogelijk.
• Wanneer er een gesprek binnenkomt terwijl het toestel wordt
bediend (behalve tijdens een uitgaand gesprek), dan wordt de
bediening afgesloten en wordt overgeschakeld naar het
inkomende gesprek.
• Uitgaande gesprekken van een mobiele telefoon zijn ook
mogelijk. Het is echter niet mogelijk om vanaf de mobiele
telefoon en de INA-N333R tegelijkertijd verschillende
bedieningen uit te voeren, omdat dit kan leiden tot storingen.
• Wanneer de aansluitkast is aangesloten, worden inkomende
en uitgaande gesprekken ook in de mobiele telefoon
opgeslagen.
• Het telefoonvolume kan vanaf de INA-N333R worden
ingesteld. Het volume dat u tijdens een gesprek instelt, wordt
opgeslagen en wordt bij een volgend gesprek automatisch
weer gebruikt.
• Tijdens het telefoneren wordt demping op ON gezet. Nadat
het gesprek is beëindigd, wordt de vorige instelling hersteld.
• Tijdens het telefoneren en het otnvangen van inkomende
gesprekken, maar niet tijdens het tot stand brengen van
uitgaande gesprekken, kunt u op TITLE drukken om de naam
van uw mobiele telefoonaanbieder gedurende 2 seconden te
tonen.
• In plaats van na een gesprek over te schakelen naar de
gespreksstand, verschijnt gedurende 2 seconden de melding
“NO NETWORK COVERAGE” of “BUSY” en wordt de
verbinding verbroken.
• Druk binnen 5 seconden na een gesprek op de
OK toets of de MODE knop om nog een nummer te kiezen.
• U kunt tijdens een gesprek kiestonen 1 tot 6 verzenden met
behulp van de voorinsteltoetsen 1 tot 6 en kiestonen 7 tot 9, 0,
en # door op de F/SETUP toets te drukken, gevolgd door de
*
voorinsteltoetsen 1 tot 6.
• Als in de + navigatiestand (wanneer de optionele
navigatiedisc NVD-T003 wordt gebruikt) op de OK toets
wordt gedrukt, wordt het onmogelijk om berichten, definities
van items en het verkrijgen van items met behulp van de
automatische terugkeerschakelaar te kiezen.
toets, de
29-NL
MobileHubTM Link bedienen (optie)
3 Druk op de OK toets of de MODE knop om het
nummer te kiezen. Wanneer u in stap 2 de
BAND/TEL.
MODEOK
F/SETUPRTN
Voorinsteltoetsen (1 tot 6)
Automatische
terugkeerschakelaar
Inkomende gesprekken
1 Druk op de toets of de OK toets om een
inkomend gesprek te beantwoorden.
2 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt om het gesprek te beëindigen.
5 seconden na het gesprek wordt de verbinding
automatisch verbroken.
De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de
oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.
OPMERKINGEN
• Een inkomend gesprek kan met een druk op de MODE knop
worden beantwoord.
• Wanneer automatisch bellen is ingeschakeld, kunt u 3
seconden nadat de oproep is binnengekomen beginnen te
praten.
• Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt
om een binnenkomend gesprek te beëindigen.
• Inkomende gesprekken kunnen automatisch of handmatig
gesprek worden beantwoord.
1. Houd de F/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Het display schakelt om naar SETUP.
2. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer
om TEL RECEIVE te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen.
3. Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of neer
om AUTO of MANUAL te kiezen.
Druk op de OK toets of de MODE knop om in te stellen.
Het display keert terug naar SETUP.
4. Druk nogmaals op de F/SETUP toets om terug te keren
naar de normale stand nadat de instelling is voltooid.
Nummers kiezen
■ Nummers kiezen met behulp van
snelkiesnummers
U kunt snel een telefoonnummer kiezen door de
nummers 1 tot 9 uit het telefoonboek op te roepen.
1 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het display schakelt om naar het snelkiesscherm.
2 Druk op één van de voorinsteltoetsen (1 tot 6) om
een nummer te selecteren. Of druk op de F/SETUP
toets en één van de voorinsteltoetsen (1 tot 3) om de
snelkiesnummers 7 tot 9 te selecteren.
Het display schakelt om naar het keuzescherm.
voorinsteltoets minstens 2 seconden ingedrukt houdt,
kunt u het nummer direct kiezen.
4 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden
na het gesprek wordt de verbinding automatisch
verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de
oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.
OPMERKINGEN
• Als er onder de voorinsteltoets geen telefoonnummer is
opgeslagen, verschijnt “ERROR” op het display gedurende 2
seconden wanneer u probeert een nummer te kiezen.
• U kunt het nummer ook kiezen door op de
drukken.
■ Nummers kiezen met behulp van het
telefoonboek
U kunt een telefoonnummer kiezen uit het telefoonboek
dat in de mobiele telefoon is opgeslagen.
1 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het display schakelt om naar het snelkiesscherm.
2 Druk op de BAND/TEL. toets om het telefoonboek te
kiezen.
De nummerlijst van het telefoonboek verschijnt.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om het gewenste nummer te selecteren.
• Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op
of neer om in alfabetische volgorde naar de volgende
(of vorige) telefoonboekingang te gaan.
4 Druk op de OK toets of de MODE knop.
Het display schakelt om naar het keuzescherm.
5 Druk op de OK toets of de MODE knop om het
nummer te kiezen.
6 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden
na het gesprek wordt de verbinding automatisch
verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en de
oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.
OPMERKINGEN
• Wanneer er geen telefoonnummers in het telefoonboek zijn
opgenomen, verschijnt “NO MEMORY” op het display.
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
telefoonnummer te selecteren.
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u op de
telefoonnummer te kiezen.
■ Nummers kiezen met behulp van de
bellijst van inkomende/uitgaande/
gemiste gesprekken
U kunt een telefoonnummer kiezen die is opgenomen in
de bellijst van de laatste 999 inkomende/uitgaande/
onbeantwoorde gesprekken.
of toets drukken om het te bellen
toets drukken om een item in te stellen of een
toets te
30-NL
1 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het display schakelt om naar het snelkiesscherm.
2 Druk op de BAND/TEL. toets om “DIALED” (uitgaande
gesprekken), “RECEIVED” (inkomende gesprekken) of“MISSED” (onbeantwoorde gesprekken) te kiezen.
• Wanneer er geen telefoonnummers in de bellijsten
zijn opgenomen, verschijnt “NO MEMORY” op het
display.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op
of neer om het gewenste nummer te selecteren.
• Beweeg de automatische terugkeerschakelaar
voortdurend op of neer om het adres voortdurend te
veranderen.
• In de bellijst krijgen onbeantwoorde gesprekken
prioriteit.
4 Druk op de OK toets of de MODE knop.
Het display schakelt om naar het keuzescherm.
5 Druk op de OK toets of de MODE knop om het
nummer te kiezen.
6 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt om het gesprek te beëindigen. 5 seconden
na het gesprek wordt de verbinding automatisch
verbroken. De telefoonstand wordt uitgeschakeld en
de oorspronkelijke geluidsbron wordt geactiveerd.to
the original source mode.
OPMERKINGEN
•
In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook op de
of toets drukken om het te bellen telefoonnummer te selecteren.
•
In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u op de toets
drukken om een item in te stellen of een telefoonnummer te kiezen.
■ Nummers kiezen (alleen voor
bediening via de optionele
afstandsbediening)
U kunt een telefoonnummer invoeren met behulp van
de kiesschijf.
<Voor bediening via de optionele
afstandsbediening>
Voor deze uitleg wordt de optionele afstandsbediening
RUE-4191 gebruikt.
SMS-berichten (Short Message
Service) lezen
U kunt korte tekstberichten ontvangen en op het display
weergeven.
1 Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Het display schakelt om naar het snelkiesscherm.
2 Druk op de BAND/TEL. toets om “SMS INBOX” te
kiezen.
3 Beweeg de automatische terugkeerschakelaar op of
neer om het gewenste bericht te selecteren.
4 Druk op de OK toets of de MODE knop.
Het display schakelt om naar het SMS READ-bericht.
Er verschijnen maximaal 140 tekens van het ontvangen
bericht.
• Bij elke druk op de toets (de OK toets of de
MODE knop) schakelt het display over tussen het
SMS READ en de SMS INBOX.
• Wanneer er geen berichten zijn opgeslagen,
verschijnt “NO MEMORY” op het display.
5 Druk de op de of toets of beweeg de
automatische terugkeerschakelaar op of neer om de
woorden één voor één te laten verschuiven. Houd de
toets ingedrukt om de tekst voortdurend te laten
verschuiven.
• Wanneer de “Scroll instellen” op “ON” (zie pagina 19)
is gezet, schuift de tekst in het display.
• Wanneer een nieuw bericht wordt ontvangen,
verschijnt het pictogram voor nieuwe berichten.
6 Druk op de RTN toets om terug te keren naar het vorige
scherm.
OPMERKINGEN
• In plaats van de automatische terugkeerschakelaar kunt u ook
op de
selecteren.
• In plaats van de OK toets of de MODE knop kunt u op de
of toets drukken om een item of een bericht te
toets drukken om een item of een bericht in te stellen.
1 Houd de 0 toets in de telefoonstand minstens 2
seconden ingedrukt.
Direct kiezen wordt ingeschakeld.
2 Voer het telefoonnummer in met behulp van de tien
toetsen (0 t/m 9, # en *).
OPMERKINGEN
• Druk op de DEL. toets om een * in te voeren. Druk binnen 2
seconden nogmaals op de DEL toets om een + in te voeren.
Druk op de +10 toets om een # in te voeren.
• Druk op de RETURN toets om reeds ingevoerde cijfers te
wissen.
3 Druk op de toets of de ENTER toets om het
nummer te kiezen.
4 Houd de BAND toets minstens 2 seconden ingedrukt
om het gesprek te beëindigen.
31-NL
Afstandsbediening
De voor dit model aanbevolen afstandsbediening is de RUE-4191.
Bediening vanaf de RUE-4135 is eveneens mogelijk; hiermee zijn echter niet alle functies te bedienen.
Gebruik van de afstandsbediening RUE-4191 (optie)
Het toestel kan worden bediend met de optionele afstandsbediening (RUE-4191). Zet de EXT DVD/AUDIO/NAV. schakelaar,
opzij van de afstandsbediening, op AUDIO.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
p
q
w
e
f
(Achterkant van de afstandsbediening)
A.PROC. toets
1
Druk op deze toets om de externe
geluidsprocessorfunctie op te roepen.
2
3
4
5
6
toets
WEERGAVE/PAUZE
Radio-stand: Omschakelen van de tuner.
Telefoon-stand*3: Om een telefoonnummer te kiezen.
POWER toets
Om de spanning in of uit te schakelen.
/ toets
Radio-stand: Om in boven- of onderwaartse richting
naar zenders te zoeken
CD-/wisselaar-stand: Muzieksensor, in voor- of
achterwaartse richting (ingedrukt houden)
DAB-stand*4: Om in voor- of achterwaartse richting
naar een service te zoeken.
V.SEL. toets
Om over te schakelen tussen de audio- en de
navigatiestand.
LIGHT toets
Om de indicators te verlichten.
*1
*2
a
o
d
s
;
i
u
y
t
r
TILT / toets
7
Om de hoek van het display omhoog of omlaag bij te
stellen.
ENTER toets
8
Telefoon-stand*3: Om een telefoonnummer te kiezen.
Joystick
9
Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten op het
display. ( / )
REAR toets
p
Ongebruikt.
RETURN toets
q
Telefoon-stand*3 : Om de telefoon-stand te annuleren.
Wordt bij direct kiezen gebruikt als wistoets.
Cijfertoetsen
w
Telefoon-stand*3 : Om cijfers en tekens te voeren. Houd
de 0 toets minstens 2 seconden ingedrukt om direct
kiezen in schakelen.
AUDIO toets
e
Ongebruikt.
SUB T. toets
r
Ongebruikt.
ANGLE toets
t
Ongebruikt.
DISP/TOP.M toets
y
Om de display om te schakelen.
MENU/SETUP toets
u
Houd deze toets minstens 2 seconden ingedrukt om
de SETUP stand te activeren.
MUTE toets
i
Druk op deze toets om het volume onmiddellijk met 20
dB te verlagen. Druk nogmaals op deze toets om het
oorspronkelijke volume te herstellen.
VOLUME / toets
o
Om het volume te verhogen of te verlagen.
toets
;
Ongebruikt.
SOURCE toets
a
Om de geluidsbron te kiezen.
/ toets
s
Radio-stand: Om een voorinstelzender te kiezen.
Wisselaar-stand: Om een disc te kiezen.
MP3-stand*5 : Om een disc te kiezen.
Telefoon-stand*3 : Om omhoog of omlaag te bladeren in
lijsten (voor het telefoneren).
BAND toets
d
Radio-stand: Om een golfband te kiezen.
CD/wisselaar-stand: Om naar de wisselaar-stand over te
schakelen.
Telefoon-stand*3 :
• Druk op de toets om het te kiezen item te selecteren.
• Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om
de telefoondisplay (TEL) in of uit te schakelen.
• Houd de toets tijdens een gesprek minstens 2
seconden ingedrukt om het gesprek te beëindigen.
32-NL
EXT DVD/AUDIO/NAV. schakelaar
f
TV/MONI. schakelaar (indrukken)
Zet deze schakelaar op “AUDIO” om de INA-N333R
voor audio te bedienen.
*1 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe audioprocessor voor
de bediening van uw externe audio processor.
*2
Deze toets wordt gebruikt in combinatie met een optionele Ai-NET processor.
*3 Wanneer de optionele aansluitkast en mobiele telefoon zijn
aangesloten.
*4 Wanneer een optionele DAB receiver-eenheid is aangesloten.
*5 Wanneer een optionele MP3 compatibele wisselaar is
aangesloten.
Gebruik van de afstandsbediening RUE-4135 (optie)
Het toestel kan worden bediend met de optionele afstandsbediening (RUE-4135). Zet de AUDIO/NAV. schakelaar, opzij van
de afstandsbediening, op AUDIO.
V.SEL. toets
9
Om over te schakelen tussen de audio- en de
navigatiestand.
: Om een gesprek voor in te stellen.
Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten (voor het
telefoneren) ( / ).
Om omhoog of omlaag te bladeren in lijsten ( / ).
DAB-stand
naar een service te zoeken ( / ).
MP3-stand
*5
: Om in voor- of achterwaartse richting
*3
: Om een disc te kiezen ( / ).
*1 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe audioprocessor
voor de bediening van uw externe audio processor.
*2 Deze toets wordt gebruikt in combinatie met een optionele Ai-NET
processor.
*3 Wanneer een optionele MP3 compatibele wisselaar is
aangesloten.
*4 Wanneer de optionele aansluitkast en mobiele telefoon zijn
aangesloten.
*5 Wanneer een optionele DAB receiver-eenheid is aangesloten.
33-NL
Informatie
Bij problemen
Overloop eerst de onderstaande checklist wanneer u
met een probleem wordt geconfronteerd. Op die manier
kunt u zelf het probleem opsporen en verhelpen.
Controleer anders of uw toestel goed is aangesloten of
raadpleeg een erkend Alpine dealer.
Algemeen
Toestel/display werkt niet.
• Contact staat af.
- Indien het toestel correct is aangesloten, werkt het niet
terwijl het contact af staat.
• Voedingskabel verkeerd aangesloten.
- Controleer de aansluiting van de voedingskabel.
• Zekering gesprongen.
- Controleer de zekering op de voedingskabel en vervang ze
desgevallend door eenzelfde exemplaar.
• Werking ingebouwde microcomputer verstoord door storing
e.d.
- Druk op de RESET schakelaar met een balpen of een ander
puntig voorwerp.
Radio
Geen ontvangst.
• Geen antenne of kabel onderbroken.
- Controleer of de antenne goed is aangesloten; antenne of
kabel eventueel vervangen.
Toestel stemt niet af op zenders in de zoekstand.
• De ontvangst is te zwak.
- Controleer of de tuner in de DX-stand staat.
• Indien de ontvangst wel sterk genoeg is, kan de antenne niet
geaard of verkeerd aangesloten zijn.
- Controleer de antenne-aansluiting en zorg ervoor dat ze goed
is geaard in het bevestigingspunt.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
- Controleer of de antenne volledig is uitgeschoven; vervang
de antenne indien ze is gebroken.
Gestoorde uitzending.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
- Schuif de antenne volledig uit; vervang ze indien ze is
gebroken.
• De antenne is slecht geaard.
- Controleer of de antenne correct is geaard in het
bevestigingspunt.
CD
CD-speler/wisselaar werkt niet.
• Temperatuur hoger dan 50°C.
- Laat het interieur (of de bagageruimte) afkoelen.
CD-weergave onstabiel.
• Condensvorming in CD-module.
- Laat het vocht verdampen (ong. 1 uur).
CD kan niet worden ingebracht.
• Er is al een CD ingebracht.
- Werp de CD uit en verwijder hem.
• CD niet goed ingebracht.
- Controleer of de CD werd ingebracht zoals beschreven in het
deel over de CD-speler.
CD kan niet snel vooruit of achteruit worden gelezen.
• CD is beschadigd.
- Werp de CD uit en gooi hem weg; het gebruik van een
beschadigde CD kan het mechanisme beschadigen.
CD-geluid verspringt door trillingen.
• Toestel slecht gemonteerd.
- Installeer het toestel zoals het hoort.
• Disc is heel vuil.
- Reinig de disc.
• Disc gekrast.
- Vervang de disc.
CD-geluid verspringt zonder trillingen.
• Disc vuil of gekrast.
- Maak de disc schoon; vervang de disc indien ze is
beschadigd.
Foutbericht (alleen ingebouwde CD-speler)
• Mechanische fout
- Druk op de toets. Wacht tot het foutbericht verdwijnt en
breng de disc dan opnieuw in. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
ALPINE dealer indien het probleem hiermee nog niet is
opgelost.
34-NL
Aanduidingen CD-speler
Aanduidingen CD-wisselaar
HI-TEMP
• Beveiliging geactiveerd door hoge temperatuur.
- De aanduiding verdwijnt wanneer de temperatuur weer
normaal is.
NO DISC
• Er is geen CD ingebracht.
- Breng een CD in.
• "NO DISC" verschijnt en de ingebrachte disc wordt niet
afgespeeld of wordt uitgeworpen.
- Verwijder de disc als volgt:
1) Druk op de toets.
Het beweegbare display gaat open.
2) Druk de toets nogmaals minstens 2 seconden lang in
terwijl het beweegbare display is geopend.
ERROR
• Mechanische storing.
1) Druk op de toets en werp de CD uit.
Raadpleeg uw Alpine dealer indien de disc niet wordt
uitgeworpen.
2) Druk nogmaals op de toets indien de foutmelding na het
uitwerpen niet verdwijnt.
Raadpleeg uw Alpine dealer indien de foutmelding nog
altijd niet verdwijnt nadat de toets herhaalde malen werd
ingedrukt.
• De disc kan niet worden uitgelezen.
- Breng geen gekraste of onafspeelbare disc zoals een DVD,
VIDEO CD of CD-ROM in.
OPMERKING
Wanneer "ERROR" verschijnt:
Indien de disc niet kan worden uitgeworpen door op de
te drukken, drukt u op de RESET schakelaar (zie pagina 5) en
vervolgens nogmaals op de
Raadpleeg uw Alpine dealer indien de disc niet wordt
uitgeworpen.
toets.
toets
HI-TEMP
• Beveiliging geactiveerd door hoge temperatuur.
- De aanduiding verdwijnt wanneer de temperatuur weer
normaal is.
ERROR 01
• CD-wisselaar defect.
- Raadpleeg uw Alpine dealer. Druk op de uitwerptoets en trek
het magazijn uit.
Controleer de aanduiding. Breng het magazijn opnieuw in.
Raadpleeg uw Alpine dealer als het magazijn niet kan
worden uitgetrokken.
• Het magazijn kan niet worden uitgeworpen.
- Druk op de magazijn-uitwerptoets. Raadpleeg uw Alpine
dealer indien het magazijn niet wordt uitgeworpen.
ERROR 02
• Er zit nog een disc in de CD-wisselaar.
- Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie te activeren.
Steek na het uitwerpen een leeg CD-magazijn in de CDwisselaar voor de disc die nog in de CD-wisselaar zit.
NO MAGAZINE
• Er zit geen magazijn in de CD-wisselaar.
- Breng een magazijn in.
NO DISC
• Geen aangeduide disc.
- Kies een andere disc.
35-NL
Informatie
Technische gegevens
FM TUNER-GEDEELTE
Afstembereik87,5 – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono0,7 µV
Kanaalselectiviteit90 dB
Signaal/ruis-afstand65 dB
Stereoscheiding35 dB
MG TUNER-GEDEELTE
Afstembereik531 – 1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm)25,1 µV/28 dB
LG TUNER-GEDEELTE
Afstembereik153 – 281 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm)31,6 µV/30 dB
CD-GEDEELTE
Frequentiebereik5 – 20.000 Hz (±1 dB)
Snelheidsfluctuaties (% WRMS) Onmeetbaar
Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz)
Dynamiek95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-afstand95 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
LASERKOP
Golflengte655 nm
LaservermogenCLASS II
NAVIGATIEGEDEELTE
AntennetypePlatte microstrip-antenne
Ontvangstfrequentie1575,42±1 MHz
Ontvangstgevoeligheidmax. -130 dB
OntvangstmethodeParallel 12 kanalen
ALGEMEEN
Voeding14,4 V DC
(11–15 V toelaatbaar)
Maximum uitgangsvermogen45 W × 4
Maximum pre-uitgangsspanning 2 V/10k ohm
Lage tonen±14 dB bij 60 Hz
Hoge tonen±14 dB bij 10 kHz
Gewicht2,0 kg
CHASSISFORMAAT
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte155 mm
FRONTFORMAAT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte24 mm
Wijzigingen aan technische gegevens en ontwerp voorbehouden
zonder kennisgeving wegens voortdurende productverbetering.
36-NL
OPGELET
CLASS 1
LASER PRODUCT
(onderkant toestel)
CAUTION-Laser radiation when open, DO NOT STARE INTO BEAM
(onderkant toestel)
OPGELET- Laserstraling indien open, NIET IN DE
STRAAL KIJKEN
Installatie en aansluiting
Om het toestel correct te bedienen, moet u voor
installatie en aansluiting het volgende, alsook pagina 3
en 4 van deze gebruiksaanwijzing aandachtig lezen.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen leiden tot brand of schade.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN IN AUTO'S MET EEN
VOEDING VAN 12V EN NEGATIEVE MASSA.
(Controleer dit samen met uw dealer indien u niet zeker bent.)
Indien u dat niet doet, bestaat er gevaar voor brand e.d..
KOPPEL DE NEGATIEVE ACCUKABEL LOS ALVORENS HET
TOESTEL AAN TE SLUITEN.
Indien u dat niet doet, kan dit elektrocutie of verwonding door
kortsluiting tot gevolg hebben.
ONDERBREEK ELEKTRISCHE KABELS NOOIT.
Verwijder nooit kabelisolatie om andere apparatuur van stroom te
voorzien. Indien u dat toch doet, kan de capaciteit van de kabel
worden overschreden wat kan leiden tot brand of elektrocutie.
BESCHADIG GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BIJ HET
BOREN VAN GATEN.
Zorg er bij het boren van installatiegaten in het koetswerk voor
dat er geen leidingen, reservoirs of elektrische bedrading worden
geraakt. Indien dat toch gebeurt, kan er brand ontstaan.
GEBRUIK GEEN BOUTEN NOCH MOEREN VAN HET
REMSYSTEEM NOCH DE STUURINRICHTING VOOR
AARDINGSDOELEINDEN.
Bouten of moeren van het remsysteem of de stuurinrichting (of
andere veiligheidssystemen) of tanks mogen NOOIT worden
gebruikt voor installatie- noch aardingsdoeleinden. Hierdoor kan
men de controle over het voertuig verliezen, kan er brand
ontstaan, enz.
HOU KLEINE VOORWERPEN ZOALS BOUTEN NOCH
MOEREN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Deze kunnen ernstige verwondingen veroorzaken wanneer ze
worden ingeslikt.
Indien dat toch gebeurt, moet u meteen een arts raadplegen.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP EEN PLAATS WAAR
HET DE BESTUURDER KAN HINDEREN, ZOALS
BIJVOORBEELD BIJ HET STUUR OF DE SCHAKELPOOK.
Hierdoor kunnen zichtbaarheid en bewegingen worden
belemmerd, enz. wat tot ernstige ongevallen kan leiden.
Opgelet
LAAT HET TOESTEL INSTALLEREN EN AANSLUITEN DOOR
SPECIALISTEN.
De installatie en aansluiting van dit toestel vereist bijzondere
kennis en ervaring. Laat het toestel voor alle veiligheid altijd
installeren door de dealer waar u het koopt.
GEBRUIK VOORGESCHREVEN TOEBEHOREN EN
MONTEER ZE VEILIG.
Gebruik uitsluitend voorgeschreven toebehoren. Bij gebruik van
andere onderdelen kan het toestel worden beschadigd of verkeerd
geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen losraken, wat
gevaarlijke toestanden of defecten tot gevolg kan hebben.
LEG DE BEDRADING ZO DAT ZE NIET IN CONTACT KOMT
MET SCHERPE METALEN RANDEN.
Hou kabels en bedrading uit de buurt van bewegende (b.v.
zetelrails), scherpe of puntige randen. Zo kan de bedrading niet
worden beschadigd. Indien bedrading door een opening in metaal
moet worden geleid, gebruik dan een rubberoog om te
voorkomen dat de isolatie door de metalen rand wordt
ingesneden.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP ZEER VOCHTIGE OF
STOFFERIGE PLAATSEN.
Vermijd installatie op plaatsen met veel vocht of stof. Vocht of
stof in het toestel kunnen defecten veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen
• Koppel de negatieve accuklem los alvorens uw INA-N333R te
installeren. Zo kan het toestel niet worden beschadigd door
kortsluiting.
• Respecteer de kleuren van de kabels op het aansluitschema.
Verkeerde aansluiting kan de werking van het toestel verstoren
of de elektrische installatie van het voertuig beschadigen.
• Hou bij de aansluiting op de elektrische installatie van het
voertuig rekening met af fabriek geïnstalleerde componenten
zoals (b.v. een boordcomputer). Tak deze bedrading niet af om
het toestel van stroom te voorzien. Wanneer u de INA-N333R
aansluit op de zekeringenkast, moet u controleren of de
betreffende zekering de juiste amperage heeft. Indien dat niet
zo is, kunnen het toestel en/of het voertuig worden beschadigd.
Raadpleeg uw ALPINE dealer wanneer u twijfelt.
• De INA-N333R is voorzien van vrouwelijke RCAaansluitingen voor de verbinding met andere apparatuur (b.v.
versterker) die eveneens is voorzien van RCA-aansluitingen.
Voor andere apparatuur is een adapter vereist. Raadpleeg
hiervoor uw erkend ALPINE dealer.
• Sluit de (–) kabel van de luidspreker aan op de (–) klem.
Verbind nooit de linker en rechter luidsprekerkabels met elkaar
of het koetswerk.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel hieronder en bewaar
dit. Het kenplaatje met het serienummer bevindt zich
onderaan op het toestel.
SERIENUMMER:
INSTALLATIEDATUM:
INSTALLATEUR:
PLAATS VAN AANKOOP:
37-NL
Installatie en aansluiting
Installatie
Hoofdtoestel installeren
Metaalplaat
Afneembaar
frontpaneel
Opgelet
Verwijder het afneembare frontpaneel niet bij het installeren.
Indien u het afneembare frontpaneel verwijdert tijdens het
installeren, kunt u te hard op de metalen plaat drukken
waardoor die kan vervormen.
Opgelet
Blokkeer de ventilator of het koellichaam van het toestel niet
om de luchtcirculatie niet te belemmeren. Indien u dat toch
doet, kan de temperatuur in het toestel hoog oplopen
waardoor er brand kan ontstaan.
Ventilatieopening
<Achterkant>
1
Steun
Rubberdop
(meegeleverd)
Zeskantbout
(meegeleverd)
OPMERKING
Gebruik een geschikte schroef * voor de montagepositie.
3 Schuif de INA-N333R in het dashboard. Zorg ervoor
dat de borgpennen helemaal omlaag zitten wanneer
het toestel is geïnstalleerd. Dit kan door hard op het
toestel te drukken en ondertussen de borgpen met een
kleine schroevendraaier omlaag te duwen. Zo zit het
toestel goed vast en kan het niet per ongeluk loskomen
uit het dashboard. Breng het afneembare frontpaneel
aan.
Demonteren
1Verwijder het afneembare frontpaneel.
2Duw de borgpennen omhoog met behulp van een
kleine schroevendraaier of dergelijke (zie tekening
hierboven). Trek het toestel na het ontgrendelen van
elke pen voorzichtig uit zodat ze niet opnieuw
vergrendelt alvorens de tweede pen te ontgrendelen.
3Trek het toestel uit en hou het ontgrendeld.
<JAPANSE WAGEN>
Borgpen
Dashboard
Bevestigingshuls
(meegeleverd)
Schuif de bevestigingshuls van het toestel (zie
"Demontage" op deze pagina). Schuif de
bevestigingshuls in het dashboard.
INA-N333R
2
Metalen bevestigingslus
Schroef
Boutpen
∗
Zeskantmoer
(M5)
INA-N333R
Wanneer uw voertuig is voorzien van de steun, draait u de
lange zeskantbout in het achterpaneel van de INA-N333R
en plaatst u de rubberdop op de zeskantbout. Indien uw
voertuig niet is voorzien van de bevestigingssteun,
versterkt u het toestel met de metalen bevestigingslus (niet
meegeleverd). Sluit alle kabels van de INA-N333R aan
zoals beschreven onder AANSLUITING.
Frontframe
Schroeven (M5 × 8)
(meegeleverd)
INA-N333R
Bevestigingssteun
38-NL
De GPS-antenne installeren
1 Monteer de antenne op het dak.
Maak het montagevlak olie- en stofvrij, en monteer de
antenne.
OPMERKINGEN
• De antennemagneet is heel krachtig. Let op dat u het
koetswerk van de auto niet beschadigt. Hou de magneet uit de
buurt van voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische
velden, zoals bijvoorbeeld credit cards, horloges, enz.
• Verf de antenne niet. Hierdoor kan de ontvangstgevoeligheid
immers verminderen.
Snelheidssensor- of parkeerremkabel
aansluiten
Gebruik de soldeervrije stekkers voor aansluiting op de
meegeleverde snelheidssensor- en parkeerremkabels.
1
Snelheidssensorhulpkabel
of
Parkeerremhulpkabel
Antenne
(meegeleverd)
De antenne in het voertuig monteren.
1. Maak het montagevlak schoon.
2. Bevestig de antennemontageplaat.
3. Monteer de antenne.
OPMERKINGEN
• Monteer de antenne op een vlakke ondergrond op het
dashboard of de hoedenplank.
• Sommige warmtewerende of warmteabsorberende beglazing
kan hoogfrequente golven tegenhouden. Bij slechte ontvangst
met de antenne in de auto, moet u de antenne aan de
buitenkant monteren.
Antenne
(meegeleverd)
Antennemontageplaat
(meegeleverd)
2 Antennekabelverloop.
1. Geleid de kabel met behulp van de meegeleverde
klemmen.
2. Maak gebruik van het waterbestendige kussentje
wanneer u de kabel onder de rubberdichting plaatst.
3. Bevestig de kabel op verschillende punten met
behulp van de resterende kabelklemmen.
aar
Snelheidssensorkabel
of
Parkeerremkabel
Bedradingsbundel
2
Tang
OPMERKING
Het hoofdapparaat moet binnen ±5 graden ten opzichte van het
horizontale vlak in dwarsrichting en 30 graden ten opzichte van
het horizontale vlak in langsrichting worden gemonteerd.
Minder dan 30°
• Het toestel kan eventueel uw huidige positie niet
precies aangeven wanneer het te schuin staan.
Voor optimale prestaties moet u het toestel zo
horizontaal mogelijk plaatsen.
Waterbestendig
kussentje
Kabelklemmen
(meegeleverd)
39-NL
Installatie en aansluiting
Aansluiting
ISO-antenneverloopstekker
(Geel/Blauw) PARKEERREM
(Roze/Zwart) AUDIO-ONDERBREKING IN
(Blauw/Wit) AFSTANDSBEDIEND INSCHAKELEN
(Oranje) DIMMER
(Rood) ONTSTEKING
(Zwart) AARDE
(Blauw) ELEKTRISCHE
ANTENNE
smoorspoel
p
ACCU (Geel)
6
7
8
9
SNELHEIDSSENSOR
(Groen/Wit)
1
w
Snelheidssensorhulpkabel
Antenne
ISO-antennestekker
2
3
4
5
q
Naar parkeerremleiding
Naar autotelefoon
Naar versterker of equalizer
Naar
instrumentenverlichtingskabel
Naar elektrische antenne
Contactslot
Accu
Naar rijsnelheidspulsleiding
∗
CD-wisselaar
(Ai-NET)
(apart verkocht)
Luidsprekers
t
e
r
Naar interface-eenheid van
de afstandsbediening
Naar RDS-TMC doos (TMC-001P)
(zie pagina 42 voor aansluiting)
i
Ai-NET
NORMEQ/DIV
f
u
y
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Paars/Zwart)
(Paars)
o
;
a
g
h
j
k
l
/
z
x
s
s
s
Versterker
Versterker
Versterker
Links achter
Links voor
Rechts voor
Rechts achter
Voor
d
Achter
Subwoofer
Luidsprekers
40-NL
Antenne-ingang
1
Aansluiten op de meegeleverde ISO-antenneverloopstekker.
Parkeerremkabel (Geel/Blauw)
2
Sluit deze kabel aan op de voeding van de
parkeerremschakelaar om de parkeerremstatussignalen naar
de INA-N333R te sturen.
Audio Interrupt In kabel (Roze/Zwart)
3
Deze kabel aansluiten op de Audio Interface-uitgang van een
mobilofoon die kortsluit met de massa wanneer een oproep
wordt ontvangen.
Remote Turn-On kabel (Blauw/Wit)
4
Deze kabel aansluiten op de afstandsinschakelkabel van uw
versterker of signaalprocessor.
Dimmer kabel (Oranje)
5
Deze kabel kan worden verbonden met de
instrumentenverlichtingskabel. Op die manier kan de
reostaat worden gekoppeld aan de displayverlichting.
Geschakelde voedingskabel (Contact) (Rood)
6
Deze kabel aansluiten op een open klem van de
zekeringenkast of een andere ongebruikte voeding die alleen
(+) 12V levert wanneer het contact aan of in de
accessoirestand staat.
Massakabel (Zwart)
7
Deze kabel verbinden met een goede aarding op het
voertuig. Zorg ervoor dat deze is verbonden met kaal metaal
en stevig is bevestigd met behulp van de meegeleverde
schroef.
Elektrische antennekabel (Blauw)
8
Deze kabel desgevallend aansluiten op de +B klem van uw
elektrische antenne.
OPMERKING
Deze kabel dient om de elektrische antenne van het voertuig te
bedienen. Gebruik deze kabel niet om een versterker,
signaalprocessor, enz. aan te schakelen.
Batterijkabel (Geel)
9
Deze kabel aansluiten op de positieve (+) accuklem.
Zekeringenhouder (10A)
p
ISO-voedingsaansluiting
q
Snelheidssensor (Groen/Wit)
w
Verbinden met VSS (Digitaal of analoog 0V - 3V)
Een verkeerd aangesloten snelheidspulsleiding kan de
rijveiligheid ernstig in het gedrang brengen (remmen of
airbags). Dergelijke defecten kunnen ernstige en zelfs
dodelijke ongevallen veroorzaken. Wij raden u ten stelligste
aan het toestel te laten installeren door een bevoegd, erkend
Alpine dealer.
* Indien de stekkerverbindingen van het voertuig niet van
het ISO type zijn of wel van het ISO type zijn maar de
ISO stekker aan de kant van het voertuig niet is voorzien
van een snelheidssensoraansluiting, moet u de
meegeleverde snelheidssensorhulpkabel gebruiken voor
aansluiting op de snelheidssensorkabel van het voertuig.
Interfaceconnector afstandsbediening
e
Naar afstandsbedieningsinterface.
Naar RDS-TMC Receiver (Los verkrijgbaar)
r
OPMERKING
Raadpleeg uw Alpine dealer voor de aansluiting van een Alpine
RDS-TMC Receiver.
GPS-antenne (Meegeleverd)
t
Voedingsstekker
y
Ai-NET aansluiting
u
Verbind hiermee de uitgang of ingang van andere apparatuur
(CD-wisselaar, Equalizer, enz.) die compatibel is met
Ai-NET.
Systeemschakelaar
i
Zet deze schakelaar op EQ/DIV bij aansluiting van een
Ai-NET compatibele processor. Laat de schakelaar op
NORM staan wanneer geen toestel is aangesloten.
OPMERKING
Zet het toestel altijd eerst af alvorens de schakelaarpositie te
wijzigen.
RCA-uitgangen vooraan
o
ROOD zit rechts en WIT links.
RCA-uitgangen achteraan
;
ROOD zit rechts en WIT links.
Subwoofer-RCA-uitgangen
a
ROOD zit rechts en WIT links.
RCA-verlengkabel (Apart verkrijgbaar)
s
Ai-NET kabel (Meegeleverd met CD-wisselaar)
d
ISO-aansluiting (Luidsprekeruitgang)
f
(+) kabel linker achterluidspreker (Groen)
g
(–) kabel linker achterluidspreker (Groen/Zwart)
h
(+) kabel linker voorluidspreker (Wit)
j
(–) kabel linker voorluidspreker (Wit/Zwart)
k
(–) kabel rechter voorluidspreker (Grijs/Zwart)
l
(+) kabel rechter voorluidspreker (Grijs)
/
(–) kabel rechter achterluidspreker (Paars/Zwart)
z
(+) kabel rechter achterluidspreker (Paars)
x
Storing voorkomen.
• Hou de toestelbedrading minstens 10 cm uit de buurt van de autobedradingsbundel.
• Hou de accuvoedingskabels zo ver mogelijk van andere bedrading.
• Verbind de massakabel stevig met een kaal stuk metaal (eventueel lak, vuil of vet verwijderen) van het koetswerk.
• Sluit een los verkrijgbare ruisonderdrukker zo ver mogelijk van het toestel aan. Voor meer informatie over ruisonderdrukkers kunt
u steeds terecht bij uw Alpine dealer.
• Voor meer informatie over ontstoring kunt u steeds terecht bij uw Alpine dealer.
41-NL
Installatie en aansluiting
Aansluiting van een optionele RDS-TMC receiver-eenheid TMC-001P
<INA-N333R>
TMC-001P
Bevestigde
antenne
TMC-001P
TMC receiver-eenheid
(los verkrijgbaar)
∗ Raadpleeg de gebruikershandleiding van de TMC-001P
voor meer informatie over de aansluiting en installatie van
de TMC-001P.
OPMERKING
• Aansluiting van de optionele navigatiedisc (NVD-T003) met de RDS-TMC receiver-eenheid (TMC-001P) kan foutief functioneren van de
ingebouwde TMC-tuner tot gevolg hebben.
ACC (contact) (rood)
Contactsleutel
Batterijkabel (geel)
Massa (zwart)
Batterij
42-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.