Alpine CDE-9827RR, CDE-9827RM, CDE-9822RB, CDE-9828RB User Manual [nl]

R
• GEBRUIKERSHANDLEIDING Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.
CDE-9828RB CDE-9827R CDE-9827RM CDE-9827RR
Mobiel mediastation
Benelux Branch Leuvensesteenweg 510 b6 1930 Zaventem - Belgi
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-725 13 26 E-mail: info@alpine.be
CHA-S634
CHA-1214
CHM-S630
Alpine-CD-wisselaars geven u meer!
Meer muziekkeuzes, meer veelzijdigheid, meer gebruiksgemak.
De CHA-S634 is een hoogwaardige 6-CD-wisselaar met een nieuwe M DAC en WEERGAVE VAN CD-R/RW, MP3 en CD-TEKST. Het model CHA-1214 Ai-NET heeft plaats voor 12 CDís en het model CHM-S630 M-Bus is een super­compacte 6-CD-wisselaar met CD-R/RW-WEERGAVE.
CD–wisselaar voor CDE-9828RB/ CDE-9827R/CDE-9827RM/ CDE-9827RR
CD–wisselaar voor CDE-9828RB/ CDE-9827R/CDE-9827RM/ CDE-9827RR
1-NL
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING ........................................ 2
VOORZICHTIG .............................................. 2
VOORZORGSMAATREGELEN .................... 2
Aan de slag
Toestel in- en uitschakelen ................................ 5
Frontpaneel losmaken en bevestigen ................ 5
Ingebruikneming ............................................... 5
Volume instellen ............................................... 5
Radio
Luisteren naar de radio ...................................... 6
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders ....... 6
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders .... 6
Afstemmen op voorkeuzezenders ..................... 6
RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen ................................. 7
RDS-voorkeuzezenders oproepen ..................... 7
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen ..... 7
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)............... 8
Verkeersinformatie ontvangen .......................... 8
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY) .............................................................. 8
Verkeersinformatie ontvangen tijdens
het afspelen van een CD of een
radio-uitzending .............................................. 9
Prioriteitsnieuws ................................................ 9
Weergave van radiotekst .................................... 9
CD/MP3/WMA
Afspelen ............................................................ 10
Een playlist afspelen ......................................... 10
Herhaald afspelen ............................................. 11
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) ...... 11
Nummers aftasten............................................. 11
Zoeken op CD-tekst ......................................... 11
Zoeken op bestands-/mapnaam
(voor MP3/WMA) ........................................ 12
Snel zoeken ...................................................... 12
Over MP3/WMA ............................................. 12
Geluidsinstelling
Regeling van de balans (links-rechts)/fader
(voor-achter)/defeat ....................................... 14
De lage tonen instellen ..................................... 14
De hoge tonen instellen ................................... 15
Type lage tonen instellen ................................. 15
MX-modus instellen ......................................... 15
Andere functies
Titel/tekst weergeven ....................................... 16
Disks benoemen ............................................... 17
Disktitel wissen ................................................ 17
INSTELLING
Geluid aanpassen
Het basisvolume van bronsignalen
aanpassen ..................................................... 18
Omschakeling van de tunermodus .................. 18
In- en uitschakelen van de subwoofer ............. 18
Scrollfunctie aanpassen
Instellen van het scrollen ................................ 18
MP3/WMA
MP3/WMA-bestanden afspelen ..................... 19
Extern toestel
Aansluiten op een externe versterker.............. 19
Informatie
Bij problemen ................................................. 19
Technische gegevens ...................................... 21
Installatie en aansluitingen
Waarschuwing ................................................ 22
Voorzichtig ..................................................... 22
Voorzorgsmaatregelen .................................... 22
Installatie ........................................................ 23
Aansluitingen ....................................................
24
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
NEDERLANDS
2-NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
VOORZORGSMAATREGELEN
Gebruiksaanwijzing
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V­TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de
lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en –10°C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD zweven. In dit geval haalt u de disk uit de speler en wacht u
ongeveer een uur tot het vocht verdampt is.
Beschadigde disk
Speel nooit disks af die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte disk afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit om zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de
dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
3-NL
VOORZORGSMAATREGELEN
Probeer het volgende nooit
Neem de disk niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatisch invoermechanisme in de speler wordt getrokken. Steek geen disk in het toestel terwijl het toestel uitgeschakeld is.
Correcte hantering
Laat de disk niet vallen. Houd de disk zo vast, dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Bevestig geen tape, papier of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
JUIST
Disk insteken
U kunt slechts één disk tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één disk in de speler te steken. Zorg ervoor dat de bedrukte zijde omhoog staat als u de disk plaatst. Als u de disk niet goed heeft geplaatst, zal uw speler de disk automatisch uitwerpen. Als de speler een correct geplaatste disk uitwerpt, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de reset-schakelaar. Als u een disk afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de disk of beschadigt de speler niet.
Nieuwe disks
Om te voorkomen dat de CD vastloopt, werpt de CD-speler automatisch disks uit met onregelmatige oppervlakken of disks die verkeerd werden geplaatst. Als een nieuwe disk in de speler wordt geplaatst en als hij wordt uitgeworpen, gaat u met uw vinger langs de binnenzijde van het middengat en langs de buitenrand van de disk. Als u kleine oneffenheden vaststelt, kan dit de reden zijn waarom de disk niet goed in het toestel kan worden geplaatst. Om de oneffenheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of een dergelijk voorwerp langs de binnenrand van het gat en langs de buitenrand van de disk, waarna u de disk opnieuw plaatst.
Middengat
Middengat
Nieuwe disk
FOUT
JUIST
Disk reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de disk kunnen tot gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de disk naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal detergent voor u de disk reinigt.
Toebehoren voor disks
Er bestaan verschillende accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. Deze accessoires hebben echter meestal een invloed op de dikte en/of de diameter van de disk. Door dergelijke toebehoren te gebruiken, kan de disk buiten de standaardspecificaties vallen en kunnen er werkingsproblemen ontstaan. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke accessoires te gebruiken voor disks die in Alpine-CD-spelers worden afgespeeld.
Oneffenheden
Buitenkant (oneffenheden)
Disks met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen disks met ronde vorm; gebruik nooit disks met een speciale vorm. Als u disks met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
De plaats van installatie
Zorg ervoor de CDE-9828RB/CDE-9827R/CDE-9827RM/CDE­9827RR niet te installeren op een plaats die onderhevig is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Veel stof
• Veel trillingen
DiskstabilisatorDoorschijnend vel
Vervolg
4-NL
Behandeling van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de disk niet bloot aan direct zonlicht.
• Bevestig geen stickers of etiketten op de disk.
• Reinig de disk als er stof op zit.
• Vermijd oneffenheden aan de buitenzijde van de disk.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare diskaccessoires.
Laat de disk niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de disk nooit bloot aan direct
zonlicht. Hitte en vochtigheid kunnen de CD beschadigen,
zodat u de disk niet meer kunt afspelen.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de disk opnieuw af te spelen.
Geschikte media.
Gebruik alleen CD’s waarvan op de labelzijde het volgende CD­logo aangegeven is.
Als u disks gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gewaarborgd. U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CDReWritable) gebruiken die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3/WMA-audiobestanden afspelen.
• De volgende CD’s kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld: gebrekkige CD’s, CD’s met vingerafdrukken, CD’s die werden blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD’s die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, CD’s waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, CD’s die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• gebruik disks met MP3-/WMA-bestanden die geschreven zijn in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details zie pagina 12-13.
5-NL
Aan de slag
vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of er niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop drukt.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat u de accu van de auto heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
Verwijder het afneembare frontpaneel.
Druk met een balpen of een ander scherp voorwerp op RESET.
Volume instellen
Draai de encoder-draaiknop tot de gewenste klank wordt verkregen.
Aansluitbaar op interfacedoos van afstandsbediening
U kunt dit toestel bedienen met de stuurwielbediening van het voertuig als een Alpine-interfacebox voor de afstandsbediening (optie) aangesloten is. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
3
2
1
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/POWER om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door eender welke toets in te drukken, behalve de uitwerptoets .
Houd SOURCE/POWER meer dan 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• Als het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het volume vanaf niveau 12.
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Losmaken
Schakel het toestel uit.
Druk op de toets (losmaken) bovenaan links tot het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en verwijder het.
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (met name de connectoraansluitingen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.
Bevestigen
Steek de rechterkant van het frontpaneel in het toestel. Zet de inkeping op het frontpaneel op eenzelfde lijn met het vooruitstekende deel op de hoofdeenheid.
Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het stevig in het toestel vastzit.
• Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
2
1
3
2
1
SOURCE/ POWER
Encoder-draaiknop
1
RESET-schakelaar
6-NL
Radio
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Selecteer de radioband en stem af op de radiozender die u in het geheugen van de voorkeuzezenders wilt opslaan.
Houd een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder u de zender wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen. Het display toont de opgeslagen frequentieband, het voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzezender reeds een zender werd opgeslagen, zal deze gewist worden en zal de nieuwe zender opgeslagen worden.
• Als de indicator “FUNC” aan is, schakelt u de indicator uit door op de F/SETUP-toets te drukken, waarna u de bewerking kunt uitvoeren.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
gewenste radiofrequentieband weergegeven wordt.
Houd de TUNE/A.ME-toets minstens 2 seconden ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de automatische opslag in het geheugen. De tuner zoekt automatisch naar de 6 sterkste zenders in de geselecteerde frequentieband. De zenders worden opgeslagen onder de voorkeuzezendertoetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte). Als de automatische opslag in het geheugen rond is, gaat de tuner naar de zender die opgeslagen werd onder voorkeuzezendertoets 1.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
gewenste frequentieband weergegeven wordt.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder de gewenste zender werd opgeslagen.
Het display toont de opgeslagen frequentieband, het voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen zender.
• Als de indicator “FUNC” aan is, schakelt u de indicator uit door op de F/SETUP-toets te drukken, waarna u de bewerking kunt uitvoeren.
2
1
2
1
2
1
Luisteren naar de radio
Druk op de SOURCE/POWER-toets tot een radiofrequentie op het display verschijnt.
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de gewenste radiofrequentieband weergegeven wordt.
F1 (FM1) F2 (FM2) F3 (FM3) M (MW) L (LW) F1 (FM1)
Druk op de TUNE/A.ME-toets om de tunermodus te kiezen.
DX SEEK (afgelegen modus) SEEK (lokale modus) OFF (handmatige modus) DX SEEK
• De beginmodus is de afgelegen modus.
Afgelegen modus:
Er wordt automatisch afgestemd op sterke en zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders (automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd (manuele afstemming).
ADruk op de of -toets om af te stemmen op de gewenste zender.
Als u de of -toets ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu.
• De indicator ST verschijnt op het display als afgestemd wordt op een Stereo FM-zender.
4
3
2
1
SOURCE/ POWER
BAND
TUNE/ A.ME
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
Encoder­draaiknop
SEARCH/Q.S.
F/SETUP
7-NL
RDS
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de F/SETUP-toets, zodat de indicator “FUNC” oplicht.
Druk op de 1/AF-toets om de RDS-modus in werking te stellen.
Druk op de F/SETUP-toets om de normale modus in werking te stellen. De indicator “FUNC” dooft.
Als de indicator “FUNC” gedoofd is, drukt u op de voorkeuzezendertoets waaronder de gewenste RDS-zender werd opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender verzwakt, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF­lijst niet kunnen worden ontvangen:
Als de instelling PI SEEK is ingeschakeld (zie “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)” op pagina 8), zoekt het toestel naar een andere zender in de PI-lijst. Als er nog geen zenders in de regio kunnen worden ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de voorkeuzezender weer en verdwijnt het nummer van de voorkeuzezender. Als het signaalniveau van de lokale zender waarop afgestemd wordt, te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde voorkeuzezendertoets om af te stemmen op een lokale zender in een andere regio.
• Raadpleeg het hoofdstuk “Radio” voor de instelling van de RDS­voorkeuzezenders. De RDS-zenders kunnen alleen in de frequentiebanden F1, F2 en F3 worden geprogrammeerd.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Houd de F/SETUP-toets minstens 2 seconden
ingedrukt om de instelmodus in te schakelen.
Druk op de of -toets om de modus REG (regio) te selecteren.
Druk op de BAND-toets om de modus REG (regio) in of uit te schakelen.
In de modus REG OFF blijft het toestel automatisch de overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Druk op de F/SETUP-toets om de instelmodus uit te schakelen.
4
3
2
1
5
4
3
2
1
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Druk op de F/SETUP-toets, zodat de indicator “FUNC” oplicht.
Druk op de 1/AF-toets om de RDS-modus in werking te stellen.
Druk op de of -toets om af te stemmen
op de gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op de 1/AF-toets om de RDS-modus uit te schakelen.
Druk op de F/SETUP-toets om de normale modus in werking te stellen. De indicator “FUNC” dooft.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
5
4
3
2
1
BAND
T.INFO 3/PTY
F/SETUP 1/AF DISP/
2/NEWS
TITLE
Loading...
+ 18 hidden pages