Alpine CDA-9887R User Manual [nl]

ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE WAGEN
R
RDS MP3/WMA/AAC CD-ontvanger
CDA-9887R
• GEBRUIKERSHANDLEIDING Lees deze aanwijzingen aandachtig alvorens dit toestel te gebruiken.
ALPINE ELECTRONICS (BENELUX) GmbH
Benelux Branch Leuvensesteenweg 510-B6 1930 Zaventem, België
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-725 13 26 E-mail: info@alpine.be
Ervaar muziek
op de manier waarop de
artiest
het bedoelde
Alpine introduceert IMPRINT - de eerste technologie van de wereld die de akoestische problemen in de auto oplost, die normaal afbraak doen aan de geluidskwaliteit.
DROOM versus WERKELIJKHEID
Alle goede muziek begint als een droom van de artiest. Na talloze uren oefenen, opnemen en mixen, is dat droombeeld klaar om door ons te worden beluisterd op CD’s, radio en andere media. Maar horen we de muziek ook op de manier waarop de artiest het heeft gecreëerd? Helaas kunnen we in werkelijkheid muziek bijna nooit beluisteren precies op de manier waarop de artiest het bedoeld had. Vooral als we in een auto luisteren.
AUTO’S ZIJN VRESELIJKE RUIMTES OM MUZIEK TE LUISTEREN
De binnenkant van een auto is vol materialen die de geluidskwaliteit belemmeren en er afbraak aan doen. Ramen versterken bijvoorbeeld, en reflecteren hoge frequenties. De bekleding van de stoelen en het dashboard veranderen bepaalde frequenties. De vloer absorbeert en onderdrukt middenfrequenties. Grafische en parametrische EQ’s zijn maar gedeeltelijke oplossingen voor deze problemen. Verder bevinden de speakers zich niet op gelijke afstand van de verschillende luisteraars, waardoor een geluidsbeeld ontstaat dat niet in evenwicht is en niet in het midden is. Tijdscorrectie kan dit verhelpen, maar slechts voor een luisterpositie.
INLEIDING TOT IMPRINT
Deze akoestische problemen zijn zo ernstig dat nog geen correctiesysteem ze heeft kunnen oplossen. Tot nu, want met de introductie van IMPRINT biedt Alpine een hardware/software-combinatie die deze problemen niet alleen oplost, maar het geluidsbeeld, de tonale balans en definitie ook nog verbetert. Dit gebeurt automatisch, in een paar minuten tijd!
OP WELKE MANIER IMPRINT ANDERS IS
IMPRINT met MultEQ is op vijf manieren beter dan andere equalizersystemen.
1. Het is het enige systeem dat het volledige luistergebied meet, door informatie van tijddomein op te vangen in elke luisterpositie en een methode toe te passen om de informatie zo te verwerken dat alle zitlocaties worden vertegenwoordigd. Dit geeft mensen op elke stoel de optimale luisterervaring. Het corrigeert zowel tijd- als frequentieproblemen, voor een verbeterd geluidsbeeld en een vloeiender, natuurlijker geluid. Het gebruikt een dynamische frequentieallocatie om honderden correctiepunten toe te passen op de gebieden waar de geluidsproblemen het grootst zijn. Het stelt geoptimaliseerde mengpunten vast voor lage scheidingsfrequenties.
Het biedt binnen een paar minuten, een geluidsafstemming voor in de auto die deskundige experts over het algemeen pas na een paar dagen kan bereiken.
2.
3.
4.
5.
Bekleding
absorbeert geluid
De ramen
reflecteren geluid
Duurt langer om bij de
bestuurder te komen
Het dashboard
veroorzaakt
pieken en dalen
De stoelen veranderen
de frequenties
Gebieden met vloerbedekking
onderdrukken de middenfrequenties
Komt snel bij
de bestuurder
NEDERLANDS
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING....................................3
VOORZICHTIG..........................................3
VOORZORGSMAATREGELEN ................3
Aan de slag
Accessoirelijst ...................................................6
Toestel in- en uitschakelen................................6
Frontpaneel losmaken en bevestigen ................6
Ingebruikneming ...............................................7
Volume instellen ...............................................7
Het uur en de kalender instellen........................7
Radio
Luisteren naar de radio......................................8
Handmatig voorkeuzezenders instellen ............8
Automatisch voorkeuzezenders instellen..........8
Afstemmen op voorkeuzezenders .....................8
Frequentiezoekfunctie.......................................8
RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen ...............................9
RDS-voorkeuzezenders oproepen.....................9
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen .....9
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK) ...........10
PTY31-ontvangst (Nooduitzending)
instellen.......................................................10
Het uur instellen op automatisch aanpassen ...10
Verkeersinformatie ontvangen........................10
Zenders zoeken volgens
programmatype (PTY)................................11
Verkeersinformatie ontvangen
tijdens het afspelen van een
CD of een radio-uitzending ........................11
Prioriteitsnieuw ...............................................11
Weergave van radiotekst.................................12
CD/MP3/WMA/AAC
Afspelen ..........................................................12
Repeat (herhaald afspelen)..............................13
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) .....13
Zoeken op CD-tekst ........................................13
Zoeken op bestands-/mapnaam
(voor MP3/WMA/AAC) ............................14
Quick Search (snel zoeken).............................14
Over MP3/WMA/AAC...................................14
Instelling van het geluid
Regeling lage tonen/hoge tonen/
balans (links-rechts)/auto volume/
fader (voor-achter)/defeat...........................16
MultEQ aan-/uitzetten.....................................16
Fabrieksinstellingen van de equalizer .............16
Instelling van de EQ-modus............................16
Curve van parametrische equalizer aanpassen
en opslaan ...................................................17
Curve van grafische equalizer aanpassen en
opslaan........................................................17
De opgeslagen equalizercurve oproepen.........18
Scheidingsfilter ...............................................18
Scheidingsfilter aanpassen en instellingen
opslaan........................................................19
Opgeslagen instellingen voor het
scheidingsfilter oproepen............................20
Tijdcorrectie....................................................20
Eenheid van de tijdcorrectie instellen .............21
Tijdcorrectie aanpassen en opslaan.................21
De opgeslagen instellingen voor de
tijdcorrectie oproepen.................................22
MX-modus instellen........................................22
Andere functies
Tekst weergeven .............................................23
Tijd weergeven................................................24
Black-outmodus in- en uitschakelen ...............24
1-NL
SET-UP
Bluetooth-instellingen
Instelling van de Bluetooth
IN-aansluiting ..................................25
Algemene instelling
Instellen openingsbericht verjaardag
(verjaardag ingesteld).......................25
Instellen van de klokweergave
(Klokmodus).....................................25
De Klokweergave in- of uitschakelen
(Klok) ...............................................25
MP3/WMA/AAC-bestanden afspelen
(Afspeelmodus) ................................25
Functie Sound Guide (pieptoon)...........25
Mutemodus in- en uitschakelen
(INT Mute) .......................................25
AUX+-modus instellen.........................25
AUX-modus instellen (V-Link)............25
Instellen van de externe digitale ingang
(Digital AUX) ..................................25
Aansluiten op een externe versterker....26
Adaptieve stuurwielafstandsbediening
instellen ............................................26
Lettertype taal instellen (Taalset) .........26
Demonstratie.........................................26
Audio-instelling
Verlichtingskleur veranderen
(Verlichting) ....................................27
Subwoofersysteem instellen .................27
Filtertype instellen ................................27
Subwooferfase instellen........................27
Subwooferuitgang instellen
(SUBW. kanaal) ...............................27
De frequentiecurve instellen voor de
hogetonenluidspreker (TW Setup) ...27
Display-instelling
Verlichtingskleur veranderen
(Verlichting) ....................................27
Dimmerregeling ....................................27
Instellen van het scrolltype ...................28
Instellen van het scrollen
(Tekstscroll) .....................................28
Het lettertype veranderen
(Lettertype kiezen) ..........................28
Het animatieweergavetype veranderen
(BGV kiezen) ...................................28
Instelling Veranderen van het
weergavepatroon van de kalender
(Kalender) ........................................28
Instelling Openingsbericht ON/OFF.....28
2-NL
Instelling van de tuner
Basisvolume van bronsignalen
aanpassen (FM-niveau) ...................28
iPod®(optioneel)
Afspelen ..........................................................29
Een gewenst liedje zoeken ..............................29
Quick Search (snel zoeken).............................30
Direct Search Functie (gericht zoeken)...........30
Afspeellijst/Artiest/Album/Podcast/
Genre/Composer selecteren........................30
Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) ...31
Repeat Play (herhaald afspelen)......................31
Tekst weergeven .............................................31
Wisselaar (optioneel)
Bediening van een CD-wisselaar (optioneel)..32
MP3-bestanden afspelen met de
CD-wisselaar (optioneel)............................32
Keuze tussen verschillende
CD-wisselaars (optioneel) .........................32
Afstandsbediening
Bedieningstoetsen op de afstandsbediening....33
Audioprocessor bedienen................................33
Batterijen vervangen .......................................34
Informatie
Bij problemen..................................................35
Specificaties ....................................................37
Installatie en aansluitingen
Waarschuwing .......................................38
Voorzichtig .............................................38
Voorzorgsmaatregelen..........................38
Installatie.........................................................39
Aansluitingen ..................................................40
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Het niet naleven van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vereisen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Het niet naleven van deze aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Overmatige geluidsvolumes, die geluiden zoals de sirenes van ambulances of waarschuwingsseinen (spoorwegovergang, enz.) onhoorbaar maken, kunnen gevaarlijk zijn en kunnen een ongeval tot gevolg hebben. LUISTEREN NAAR HARDE GELUIDSVOLUMES IN EEN AUTO KUNNEN OOK SCHADE AAN HET GEHOOR VEROORZAKEN.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Het niet naleven van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel is ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
RAAK DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN NIET AAN EN LEG ER GEEN VREEMDE VOORWERPEN IN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Het niet naleven van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN DOOR ELKAAR. PLAATS DE BATTERIJEN VOLGENS DE JUISTE POLARITEIT.
Als u de batterijen plaatst, dient u de juiste polariteit (+ en -) in acht te nemen, volgens de aanwijzing. Het scheuren of het uitlekken van chemische producten uit de batterij kan brand of lichamelijk letsel veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60 °C en
-
10 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD zweven. In dit geval haalt u de CD uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht is verdampt.
Beschadigde CD
Probeer nooit CD’s af te spelen die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte CD afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
3-NL
Probeer het volgende nooit
Neem de CD niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatisch herladingsmechanisme in de speler wordt getrokken. Probeer geen CD in het toestel te plaatsen terwijl het toestel is uitgeschakeld.
Correcte hantering
Laat de CD niet vallen. Houd de CD zo vast dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Breng geen kleefband, papier of zelfklevend papier op de CD aan. Schrijf niet op de CD.
JUIST
CD’s plaatsen
U kunt slechts één CD tegelijk in uw speler plaatsen om af te spelen. Probeer nooit meer dan één CD in de speler te steken. Zorg ervoor dat de labelzijde naar boven ligt als u de CD plaatst. De speler geeft “Error” weer als u de CD op een onjuiste manier plaatst. Als de speler “Error” blijft weergeven, hoewel de CD correct werd geplaatst, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de RESET-toets. Als u een CD afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de CD of beschadigt de speler niet.
Nieuwe CD’s
Om te voorkomen dat de CD blokkeert, wordt “Error” weergegeven als CD’s met een onregelmatig oppervlak worden ingevoerd of als CD’s op een onjuiste manier worden ingevoerd. Wanneer een nieuwe CD onmiddellijk na het laden weer wordt uitgeworpen, ga dan met uw vinger rond de opening in het midden en de buitenrand van de CD. Als u kleine bobbeltjes of onregelmatigheden voelt, kan dit de oorzaak zijn dat de CD wordt geweigerd. U kunt de bobbeltjes verwijderen door de binnenrand van de opening in het midden en de buitenrand van de CD glad te wrijven met een balpen of een soortgelijk voorwerp. Plaats de CD daarna opnieuw in de speler.
Opening in het midden
Opening in het midden
Nieuwe CD
ONJUIST
JUIST
CD reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de CD kunnen tot gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het om het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de CD naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal schoonmaakmiddel voor u de CD reinigt.
CD-accessoires
Er bestaan verschillende accessoires om het CD-oppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meeste ervan beïnvloeden echter de dikte en/of doorsnede van de CD. Wanneer dergelijke accessoires worden gebruikt, kan de CD buiten de standaardspecificaties vallen, wat bedieningsproblemen kan veroorzaken. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke accessoires te gebruiken voor CD’s die in Alpine CD-spelers worden afgespeeld.
Bobbeltjes
Buitenkant (bobbeltjes)
CD’s met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen CD’s met ronde vorm; gebruik nooit CD’s met een speciale vorm. Als u CD’s met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
De plaats van installatie
Zorg ervoor het toestel niet te installeren op een plaats die onderhevig is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
4-NL
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
Behandeling van compact discs (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de CD niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
• Breng geen stickers of labels op de CD aan.
• Reinig de CD als er stof op zit.
• Vermijd bobbeltjes aan de buitenzijde van de CD.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare CD-accessoires.
Laat de CD niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de CD nooit bloot aan rechtstreeks zonlicht. Hitte en
vochtigheid kunnen de CD beschadigen, waardoor u de CD niet meer kunt afspelen.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de CD opnieuw af te spelen.
Geschikte media
Gebruik alleen CD’s waarvan op de labelzijde het volgende CD-logo is aangegeven.
Als u CD’s gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gegarandeerd. U kunt CD-R’s (CD Recordables)/CD-RW’s (CDReWritables) afspelen die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s afspelen die audiobestanden in MP3/WMA/AAC-formaat bevatten.
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, het Apple-logo en iPod en iTunes zijn handelsmerken van
Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
“De licentie voor de codeertechnologie van de MPEG Layer-3 audio is van Fraunhofer IIS en Thomson.”
“De levering van dit product houdt alleen een vergunning in voor privégebruik voor niet-commerciële doeleinden. Het geeft geen recht om dit product te gebruiken in een commerciële (d.w.z. inkomsten opwekkende) real time uitzending (op de aarde, via satelliet, kabel en/of een ander medium), uitzending/streaming via internet, intranet en/of andere netwerken of in andere elektronische systemen voor inhoudverspreiding, zoals betaalradio of toepassingen voor muziek-op-verzoek. Voor dergelijk gebruik is een aparte licentie vereist. Raadpleeg http://www. mp3licensing.com voor meer details.”
MultEX XT, gefabriceerd met een licentie van Audyssey Laboratories, is een handelsmerk van Audyssey Laboratories.
• De volgende CD’s kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld. CD’s met fouten, CD’s met vingerafdrukken, CD’s die werden blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD’s die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, CD’s waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, CD’s die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik CD’s met MP3/WMA/AAC-bestanden die zijn geschreven in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Zie pagina 14-15 voor details.
• Wanneer een CD andere ROM-gegevens dan audiobestanden bevat, hoort u geen geluid bij het afspelen.
5-NL
Aan de slag
Encoder-draaiknop
(OPEN)
//ENT
Accessoirelijst
• Head-unit .......................................................................1
• Voedingskabel...............................................................1
• Montageslede................................................................1
• Draagetui .......................................................................1
• Rubberen dop................................................................1
• Zeskantbout...................................................................1
• Schroef (M5 × 8) ............................................................4
• Afstandsbediening........................................................1
• Batterij (AAA-formaat)..................................................2
• Gebruikershandleiding...........................................1 set
SOURCE/
AUDIO/RTN FUNC./SETUP
Afnemen
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te openen.
2
Druk om het frontpaneel te sluiten op de linkerkant tot het wordt vergrendeld, zoals op onderstaande afbeelding wordt getoond.
Neem het frontpaneel stevig vast, schuif het naar
3
links q en trek w vervolgens om het te verwijderen.
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/ om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op om het even welke andere toets te drukken, behalve (OPEN) en de encoder­draaiknop.
Houd SOURCE/ minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• Wanneer het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het volume vanaf niveau 12.
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Zorg ervoor dat u de encoder-draaiknop in het toestel drukt voor u het frontpaneel opent, zodat dit volledig opent. Indien u dit niet doet, kan het frontpaneel beschadigd raken.
Druk de encoder-draaiknop in
Als u opnieuw op de encoder-draaiknop drukt, springt deze er terug uit.
De encoder-draaiknop springt eruit
Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (in het
bijzonder de aansluitklemmen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui om het te
beschermen.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u het frontpaneel afneemt.
Dit kan immers een defect tot gevolg hebben.
Laat het frontpaneel niet open of rijd niet met de auto als het
paneel open staat. Dit kan immers een ongeval of defect tot gevolg hebben.
Aanbrengen
Plaats de rechterkant van het frontpaneel in het
1
ingebouwde toestelgedeelte. Zet de groef op het frontpaneel op eenzelfde lijn met het uitstekend gedeelte van het toestel.
Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het
2
stevig in het toestel vastzit.
6-NL
Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
vuil of stof op de aansluitklemmen ligt en of niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het
frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop drukt.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-toets als u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat u de auto-accu heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te openen
2
en verwijder het.
Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp
3
op RESET.
RESET-toets
Volume instellen
Draai aan de encoder-draaiknop tot het gewenste geluid wordt verkregen.
Het uur en de kalender instellen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de selectiemodus SETUP in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
algemene modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth GENERAL AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om Klok
3
instellen te kiezen en druk vervolgens op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop om het jaar in
4
te stellen.
Druk op / /ENT.
5
Herhaal stappen 4 en 5 om de maand, de dag, het
6
uur en de minuten in te stellen.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
7
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door op AUDIO/RTN te drukken, keert u terug naar de vorige
SETUP-modus.
• Als u gedurende 60 seconden geen bewerking uitvoert, wordt SETUP geannuleerd.
• Om de klok gelijk te zetten met een andere klok/horloge of met de tijdsaankondiging op de radio, houdt u de toets / /ENT minstens 2 seconden ingedrukt nadat u het “uur” heeft ingesteld. De minuten worden teruggezet op 00. Als het display meer dan “30” minuten toont, zal de tijd een uur vooruitgaan.
7-NL
Radio
BAND/TA
Voorkeuzetoetsen (1 tot en met 6)
FUNC./ SETUP
/ESC
//ENT
TUNE/A.ME
SOURCE/
Encoder-draaiknop
Luisteren naar de radio
Automatisch voorkeuzezenders instellen
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
1
gewenste radioband wordt afgebeeld.
Houd de toets TUNE/A.ME minstens 2 seconden
2
ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de auto memory. De tuner zoekt automatisch naar 6 sterke zenders in de geselecteerde frequentieband en slaat deze op. De zenders worden opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte). Als de auto memory is voltooid, gaat de tuner naar de zender die werd opgeslagen onder voorkeuzelocatie nr. 1.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische geheugenprocedure.
Druk op de toets SOURCE/ om de TUNER-
1
modus te kiezen.
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
2
gewenste radioband wordt afgebeeld.
FM1
FM2→FM3→MW→LW→FM1
Druk op de toets TUNE/A.ME om de
3
afstemmingsmodus te kiezen.
DX (afgelegen modus) LOCAL (lokale modus) MANUAL (handmatige modus) → DX (afgelegen modus)
• De beginmodus is de afstandsmodus.
Afstandsmodus:
Er wordt automatisch afgestemd op zowel sterke als zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders (automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd (handmatige afstemming).
Druk op de toets of om af te stemmen
4
op de gewenste zender.
Als u de toets of ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu.
Handmatig voorkeuzezenders instellen
1
Kies de radiofrequentieband en stem af op de radiozender die u in het voorkeuzegeheugen wilt opslaan.
2
Houd een van de voorkeuzetoetsen (1 tot 6) waaronder u de zender wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen. Het display toont de frequentieband, het voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het voorkeuzegeheugen (6 zenders per frequentieband: FM1, FM2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzegeheugen reeds een zender werd opgeslagen, zal deze worden gewist en door de nieuwe zender worden vervangen.
• Als de functiemodus in werking is gesteld, drukt u op de toets FUNC./SETUP om terug te keren naar de voorkeuzestand.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
1
gewenste frequentieband wordt weergegeven.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen
2
(1 tot 6) waaronder de gewenste zender werd opgeslagen.
Het display geeft de frequentieband, het voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen zender weer.
• Als de functiemodus in werking is gesteld, drukt u op de toets
FUNC./SETUP om terug te keren naar de voorkeuzestand.
Frequentiezoekfunctie
U kunt een radiozender zoeken op basis van zijn frequentie.
Druk minstens 2 seconden op de toets /ESC in
1
de radiomodus om de frequentiezoekmodus in te schakelen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
gewenste frequentie te selecteren.
Druk op de toets / /ENT om de geselecteerde
3
frequentie te ontvangen.
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden.
8-NL
RDS
BAND/TAEncoder-draaiknop
//ENT
AUDIO/RTN
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersinformatie en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op 1 AF om de RDS-modus in werking te
2
stellen.
Druk op de toets of om af te stemmen
3
op de gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op 1 AF om de RDS-modus uit te
4
schakelen.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
5
voorkeuzestand in werking te stellen.
• Wanneer “PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen” (zie pagina 10) is ingeschakeld, zal automatisch het bericht “ALARM” op het display worden getoond indien het toestel het PTY31 (Nooduitzending)-signaal ontvangt.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld. Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden, wordt de functiemodus geannuleerd.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
FUNC./SETUP
1 AF NEWS 2
3 PTY
TITLE
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op 1 AF om de RDS-modus in werking te
2
stellen.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
3
voorkeuzestand in werking te stellen.
Controleer of de functiemodus terugkeert naar de
4
voorkeuzestand en druk vervolgens op de voorkeuzetoets waaronder de gewenste RDS­zender werd opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender zwak is, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF-
5
lijst niet kunnen worden ontvangen:
Als de instelling ‘zoeken volgens programma-identificatie’ is ingeschakeld (zie “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)” op pagina 10), zoekt het toestel naar een andere zender in de PI-lijst. Als er nog geen zenders in het gebied kunnen worden ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de voorkeuzezender weer en verdwijnt het voorkeuzenummer. Als het signaalniveau van de regionale (lokale) zender waarop wordt afgestemd te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde voorkeuzetoets om af te stemmen op een lokale zender in een andere regio.
• Raadpleeg het hoofdstuk Radiofuncties voor de instelling van de RDS-zenders. RDS-zenders kunnen alleen vooraf worden ingesteld in de frequentiebanden FM1, FM2 en FM3.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld. Als gedurende 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de audiofunctie geannuleerd.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ALGEMEEN AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de
3
Regionale RDS te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
In de modus OFF blijft het toestel automatisch de overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
9-NL
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ALGEMEEN AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de Zoeken
3
volgens programma-identificatie te kiezen en druk vervolgens op de toets / /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen
Draai de PTY31-ontvangst (nooduitzending) naar ON/OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ALGEMEEN AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om Alarm
3
PTY31 te kiezen en druk vervolgens op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
Als u ON instelt, worden de nooduitzendingen ontvangen, ongeacht de bron. Tijdens de ontvangst wordt “ALARM” weergegeven.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, wordt het geluidsvolume automatisch veranderd in het volume dat in het geheugen van de verkeersinformatiemodus is opgeslagen. Raadpleeg “Verkeersinformatie ontvangen” op pagina 10 voor meer informatie.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
Het uur instellen op automatisch aanpassen
Wanneer u ON instelt, wordt het uur automatisch aangepast via RDS­gegevens.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ALGEMEEN AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om
3
Automatische klok te kiezen en druk vervolgens op de toets / /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
Verkeersinformatie ontvangen
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Druk op de toets of om de gewenste
2
zender met verkeersinformatie te selecteren.
Als wordt afgestemd op een verkeersinformatiezender, gaat de indicator “TP” branden. De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in de waakstand. Als het uitzenden van verkeersinformatie begint, ontvangt het toestel deze automatisch en verschijnt “T. INFO” op het display. Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de waakstand.
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de indicator “TA” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de toets BAND/TA om die verkeersmelding over te slaan. De modus TA blijft geactiveerd om de volgende verkeersmelding te ontvangen.
• Als het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume in het geheugen opgeslagen. Wanneer de verkeersinformatie de volgende keer wordt ontvangen, wordt het geluidsniveau automatisch aangepast op het niveau dat in het geheugen is opgeslagen, als het binnen een bereik van 5 tot 20 ligt. Anders wordt het geluidsniveau automatisch aangepast naar 5 (het niveau in het geheugen is lager dan 5) of 20 (het niveau in het geheugen is hoger dan 20).
• In de modus TA selecteert de automatische zoekfunctie alleen TP­zenders.
10-NL
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op de toets 3 PTY om de PTY-modus in
2
werking te stellen terwijl het toestel in FM­radiomodus staat.
Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt 10 seconden lang weergegeven. Als er geen programmatype kan worden ontvangen, wordt 10 seconden lang “NO PTY” weergegeven. Als er geen RDS-zender kan worden ontvangen, staat “NO PTY” op het display.
• Als geen bewerking wordt uitgevoerd binnen 10 seconden nadat u
op de toets 3 PTY heeft gedrukt, wordt de PTY-modus automatisch geannuleerd.
Druk op of binnen 10 seconden nadat
3
de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te selecteren terwijl PTY wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.
Druk op de toets 3 PTY binnen 10 seconden nadat
4
u het programmatype heeft geselecteerd, om een zender te zoeken in het geselecteerde programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert tijdens de zoekbewerking en gaat branden als een zender werd gevonden.
Als er geen PTY-zender wordt gevonden, geeft het display gedurende 10 seconden “NO PTY” weer.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
5
voorkeuzestand in werking te stellen.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld. Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden, wordt de functiemodus geannuleerd.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Druk op of om desgewenst een
2
verkeersinformatiezender te kiezen.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het toestel automatisch het volume van de CD-speler/
-wisselaar of van de gewone FM-uitzending. Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de oorspronkelijke bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus: Als het TP-signaal al meer dan 1 minuut niet meer kan worden ontvangen, gaat de indicator “TA” knipperen.
In de CD-modus: Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, wordt automatisch een verkeersinformatiezender van een andere frequentie gekozen.
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (verbeterde andere netwerken) teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EON­zender gaat de indicator “EON” aan. Als de ontvangen zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
3
ingedrukt om de modus Verkeersinformatie uit te schakelen.
De indicator “TA” dooft.
Prioriteitsnieuws
Met deze functie kunt u vooraf instellen dat u voorrang wilt geven aan het programma Nieuws. U mist het nieuwsprogramma nooit, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het nieuwsprogramma als de uitzending begint. Het programma dat u op dat moment beluistert, wordt onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen terwijl het toestel in FM-radiomodus staat.
Druk NEWS 2 om de modus PRIORITY NEWS in
2
werking te stellen.
De indicator “NEWS” verschijnt op het display. Om de functie PRIORITY NEWS uit te schakelen, drukt u op de toets NEWS 2.
• In de modus PRIORITY NEWS wordt het volume niet automatisch verhoogd, in tegenstelling tot de modus TA.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
3
voorkeuzestand in werking te stellen terwijl het toestel in FM-radiomodus staat.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld. Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden, wordt de functiemodus geannuleerd.
11-NL
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Druk op de toets TITLE terwijl u een FM-zender in de radiomodus ontvangt om de radiotekst weer te geven.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
Als er PS (programmadienstnaam) is
CD/MP3/WMA/AAC
Encoder-draaiknop
//ENT
(OPEN)
SOURCE/
PS (programmadienstnaam)
(Leeg)
PS (programmadienstnaam)
KALENDER/KLOK
PS (programmadienstnaam)
PTY (programmatype)
Radiotekst
Radiotekst
PS (programmadienstnaam)
(Leeg)
* Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt als PS wordt
weergegeven in de radiomodus, frequentie wordt gedurende 5 seconden weergegeven.
*
*
*
(Leeg)
(Leeg)
*
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
FREQUENTIE
(Leeg)
FREQUENTIE
PTY (programmatype)
(Leeg)
(Leeg)
• Als er geen tekstinformatie kan worden ontvangen of als het toestel de tekstinformatie niet goed kan ontvangen, blijft het display leeg.
FREQUENTIE
FREQUENTIE
KALENDER/KLOK
Radiotekst
Radiotekst
(Leeg)
AUDIO/RTN
/ESC
FUNC./ SETUP
5
4
TITLE
Afspelen
Druk op (OPEN).
1
Het frontpaneel zal opengaan.
Plaats een CD met de bedrukte zijde omhoog.
2
De CD wordt automatisch in het toestel getrokken.
Sluit het frontpaneel handmatig. Als er reeds een CD in het toestel zit, drukt u op de toets SOURCE/ om naar de CD-modus te gaan.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de modus.
TUNER
DISC iPod*1→ WISSELAAR*2→ TUNER
1
*
Alleen als een iPod is aangesloten.
2
*
Alleen als de CD-wisselaar is aangesloten.
Terwijl een MP3/WMA/AAC wordt afgespeeld,
3
drukt u op ddofooom de gewenste map te kiezen.
Door de toets ddofooingedrukt te houden, veranderen de mappen continu.
Druk op of om de gewenste track
4
(bestand) te selecteren.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Druk op .
Snel achteruit spoelen:
De toets ingedrukt houden.
Vooruitgaan naar het begin van de volgende track (bestand):
Druk op .
Snel vooruit spoelen:
De toets ingedrukt houden.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op
5
/ /ENT.
Druk opnieuw op de toets //ENTom het afspelen te hervatten.
Nadat u op (OPEN) hebt gedrukt om het
6
frontpaneel te openen, drukt u op q om de CD uit te werpen.
12-NL
• Verwijder een CD niet terwijl hij wordt uitgeworpen. Plaats niet
00:00
0:53
19
20
Weergave bestandsnummer
Weergave mapnummer
Klokweergave*
Verstreken tijd
meer dan één CD tegelijk. Als u een van beide handelingen toch uitvoert, kan er een defect optreden.
• Als de CD niet wordt uitgeworpen, houdt u de toets q minstens 2
seconden ingedrukt.
• De CD-speler kan CD’s met audiogegevens, MP3-, WMA- en AAC-bestanden afspelen.
• Bestanden van WMA-formaat die zijn beschermd door DRM (Digital Rights Management), bestanden van AAC-formaat die zijn aangekocht in iTunes Music Store en bestanden die zijn beschermd door auteursrecht kunnen niet worden afgespeeld op dit toestel.
• Het weergegeven tracknummer voor het afspelen van MP3/WMA/AAC-bestanden is het bestandsnummer dat op de disk is opgenomen.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet juist weergegeven bij het afspelen van een bestand dat is opgenomen met VBR (variabele bitsnelheid).
MP3/WMA/AAC-afspeelweergave
Het mapnummer en het bestandsnummer worden als volgt weergegeven.
* De tijd wordt weergegeven als “In- en uitschakelen van de
Klokweergave (Klok)” (pagina 25) is ingesteld op ON.
• Druk op de toets TITLE om de weergave om te schakelen. Zie “Weergave van tekst” (pagina 23) voor meer informatie hierover.
Repeat (herhaald afspelen)
Druk op de toets 4 om de huidige track herhaaldelijk af te spelen.
De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk opnieuw op de toets 4 en kies OFF om het herhaalde afspelen uit te schakelen.
CD-modus :
: Slechts n track wordt
herhaaldelijk afgespeeld.
1
*
: Een CD wordt herhaaldelijk
afgespeeld.
1
*
Als een CD-wisselaar is aangesloten.
• Als tijdens M.I.X.-weergave in de CD-wisselaarmodus de functie RPT is ingesteld op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige CD.
MP3/WMA/AAC-modus:
• Als een CD-wisselaar of een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten: Voer de bewerking uit binnen de 10 seconden, nadat u op de toets FUNC./SETUP hebt gedrukt, om de functiemodus (RPT/M.I.X.) te kiezen.
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Druk op 5 tijdens het afspelen of in pauzemodus.
De tracks (bestanden) op de CD worden in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Om de M.I.X.-afspeelmodus te annuleren, drukt u opnieuw op de toets 5 .
CD-modus :
: De tracks worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
3
*
: Alle nummers op de CD s van het
huidige magazijn worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
3
*
Als een CD-wisselaar met de functie All M.I.X. is aangesloten.
• Als bij RPT (REPEAT ALL) in de CD-wisselaarmodus de functie M.I.X. is ingesteld op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige CD.
MP3/WMA/AAC-modus:
: Alleen bestanden in een map worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
: De bestanden worden in willekeurige
volgorde afgespeeld. Als een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten, worden alle bestanden op een CD in willekeurige volgorde afgespeeld, waarna de volgende CD wordt afgespeeld.
• Als een CD-wisselaar of een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten: Voer de bewerking uit binnen de 10 seconden, nadat u op de toets FUNC./SETUP hebt gedrukt, om de functiemodus (RPT/M.I.X.) te kiezen.
Zoeken op CD-tekst
Tracks kunnen worden gezocht en afgespeeld met behulp van de CD­tekst op de CD. Als de CD niet geschikt is voor tekst, of er een CD in de wisselaar zit, kan worden gezocht op tracknummer.
Druk tijdens het afspelen op de toets
1
Hierdoor wordt de zoekmodus ingesteld.
/ESC.
2
*
Als een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten.
: Slechts n bestand wordt
herhaaldelijk afgespeeld.
: Alleen bestanden in een map
worden herhaaldelijk afgespeeld.
2
*
: Een CD wordt herhaaldelijk
afgespeeld.
Draai aan de encoder-draaiknop om de gewenste
2
track te selecteren en druk dan op de toets
/ /ENT.
Nu wordt de gekozen track afgespeeld.
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden.
• Het zoeken op CD-tekst is niet mogelijk tijdens het gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus.
13-NL
Zoeken op bestands-/mapnaam (voor MP3/WMA/AAC)
Tijdens het afspelen kunnen de map- en bestandsnamen worden gezocht en weergegeven.
Druk op /ESC om de zoekselectiemodus in
1
werking te stellen tijdens het afspelen van MP3/WMA/ACC.
Draai de encoder-draaiknop om de modus
2
Zoeken op mapnaam of Zoeken op bestandsnaam te kiezen en druk vervolgens op de toets
/ /ENT.
Modus Zoeken op mapnaam
Draai aan de encoder-draaiknop om de
3
gewenste map te kiezen.
Houd de toets / /ENT minstens 2 seconden
4
ingedrukt om het eerste bestand in de geselecteerde map af te spelen.
Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden.
Om te zoeken naar bestanden in de modus Zoeken op mapnaam,
drukt u op de toets / /ENT. U kunt naar bestanden in de map zoeken.
Druk in stap 3 op de toets AUDIO/RTN als u de modus Zoeken op
mapnaam wilt verlaten om de modus Zoeken op bestandsnaam te kiezen.
De bronmap wordt weergegeven als “ROOT”.
Het zoeken op mapnaam is niet mogelijk tijdens het gebruik van de
M.I.X.-afspeelmodus.
Modus Zoeken op bestandsnaam
Druk op ddofooom een andere map te kiezen.
3
Kies het gewenste bestand door de encoder-
4
draaiknop te draaien.
Druk op de toets / /ENT om het geselecteerde
5
bestand af te spelen.
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden.
• Druk op de toets AUDIO/RTN in de zoekmodus om terug te keren
naar de vorige modus.
• Zoeken op bestandsnaam is niet mogelijk tijdens M.I.X.-weergave.
Quick Search (snel zoeken)
U kunt zoeken op tracks (bestanden).
Druk minstens 2 seconden op de toets /ESC in
1
de CD/Wisselaar/MP3/WMA/AAC-modus om de modus snel zoeken in te schakelen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
gewenste track (bestand) te kiezen.
De gekozen track wordt onmiddellijk afgespeeld.
Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden.
Over MP3/WMA/AAC
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het gratis of tegen vergoeding kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA/AAC­bestanden) of het verspreiden of overdragen ervan, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wet op de auteursrechten en door een internationaal verdrag.
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende van hun oorspronkelijke grootte kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit. Het MP3-formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of die door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is AAC?
AAC is de afkorting voor “Advanced Audio Coding” en is een basisformaat van audiocompressie dat wordt gebruikt door MPEG2 of MPEG4.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens. WMA lijkt op MP3-audiogegevens en kan CD-geluidskwaliteit verkrijgen op kleine bestandsformaten.
Methode om MP3/WMA/AAC-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd door software te gebruiken met MP3/WMA/AAC-codecs. Voor meer informatie over het maken van MP3/WMA/AAC-bestanden verwijzen we naar de handleiding bij die software. De MP3/WMA/AAC-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensies: MP3: “mp3” WMA: “wma” (ver. 7.1, 8 en 9 worden ondersteund) AAC: “m4a”
Er zijn veel verschillende versies van het AAC-formaat. Zorg ervoor dat de software die u gebruikt past bij de ondersteunde formaten die hierboven zijn vermeld. Het kan zijn dat het formaat niet kan worden afgespeeld ook al is de extensie geldig. Het afspelen van AAC-bestanden die door iTunes versie 7.0 of eerder zijn gecodeerd, worden ondersteund.
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44.1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22.05 kHz, 16 kHz, 12 kHz,
11.025 kHz, 8 kHz
Bitsnelheden: 8 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44.1 kHz, 32 kHz Bitsnelheden: 48 - 192 kbps
AAC
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44.1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22.05 kHz, 16 kHz, 12 kHz,
11.025 kHz, 8 kHz
Bitsnelheden: 16 - 320 kbps
Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties is het mogelijk dat dit toestel niet juist kan afspelen.
14-NL
ID3-tags / WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2, en WMA-tags. Als taggegevens in een MP3/WMA/AAC-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3/WMA-taggegevens.
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte (max. 30 voor ID3-tags en max. 15 voor WMA-tags) en het onderstrepingsteken weergeven. Voor niet-ondersteunde tekens is het display leeg. Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
MP3/WMA/AAC-CD’s maken
MP3/WMA/AAC-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R brandsoftware op een CD-R of CD-RW worden geschreven. Een CD kan tot 510 bestanden/mappen (inclusief de Bronmap) bevatten, en het maximum aantal mappen is 255. De CD kan niet worden afgespeeld als bovenstaande beperkingen worden overschreden.
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt CD’s die zijn geformatteerd volgens ISO9660 Niveau 1 of Niveau 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen.
De maximale geneste mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). Het aantal tekens voor een map­/bestandsnaam is beperkt.
Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn de letters A-Z (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en ‘_’ (liggend streepje).
Dit toestel kan ook CD’s in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en Multi-Session. Dit toestel kan CD’s die met Track-at-once of met pakketsoftware werden opgenomen, niet juist afspelen.
Volgorde van bestanden
De bestanden worden afgespeeld in de volgorde dat de brandsoftware ze naar de CD schrijft. Het kan daarom zijn dat de afspeelvolgorde niet zo is als u had verwacht. Controleer de brandvolgorde met behulp van de documentatie van de software. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt.
Bronmap
Map MP3/WMA/AAC-bestand
* Mapnummer/mapnaam wordt niet weergegeven als de map geen
bestand bevat.
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die op MP3/WMA/AAC-bestanden werden geschreven.
Bronmap
De bronmap (of brondirectory) bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bevat alle mappen en bestanden. Het wordt automatisch voor alle geschreven schijven gemaakt.
15-NL
Instelling van het geluid
BAND/TA
Encoder-draaiknop
AUDIO/RTN
/ESC
A.SEL
SOURCE
/
FUNC./SETUP
MultEQ
//ENT
Voorkeuzetoetsen (1 tot en met 6)
Regeling lage tonen/hoge tonen/ balans (links-rechts)/auto volume/ fader (voor-achter)/defeat
Druk herhaaldelijk op de toets AUDIO/RTN om de
1
gewenste modus te kiezen.
Bij elke druk verandert u de modus als volgt:
SUBWOOFER*1→ BASS*2→ TREBLE*2→ BALANCE
3
FADER* SUBWOOFER*
Subwoofer: 0 ~ +15 Niveau lage tonen: – 7 ~ +7 Niveau hoge tonen: – 7 ~ +7 Balans: L15 ~ R15 Fader: R15 ~ F15 Automatisch volume: OFF/LOW/MIDDLE/HIGH Defeat: ON/OFF Volume: 0 ~ 35
• Als gedurende 5 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd nadat u de modus SUBWOOFER, FADER, AUTO VOLUME of DEFEAT heeft gekozen, keert het toestel automatisch terug naar de normale modus.
1
*
Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden aangepast.
2
*
Als de MultEQ (pagina 16) op OFF staat, kan het niveau niet worden aangepast.
3
*
Als u de 4,2k./2,2k.-schakelaar (pagina 40-42) op 2,2k. instelt, kunt u deze modus niet aanpassen.
4
*
Door AUTO VOLUME in te stellen, kan het toestel het volume automatisch op een juist niveau instellen in overeenstemming met de motor/geluid van de weg, enz. Er zijn drie niveau’ volumecorrectie: LOW, MIDDLE en HIGH.
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke
2
modus de gewenste klank verkrijgt.
Door DEFEAT ON in te schakelen, keren voordien uitgevoerde instellingen voor lage en hoge tonen en EQ terug naar de fabriekswaarden en wordt MX (pagina 22) uitgeschakeld.
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen werken bepaalde functies en indicatoren op het display niet.
MultEQ aan-/uitzetten
MultEQ, ontwikkeld door Audyssey Labs, corrigeert de audio automatisch voor de luisteromgeving. Het systeem wordt geoptimaliseerd voor geselecteerde posities in het voertuig. Om dit te bereiken, moet MultEQ maten nemen van de reactiekenmerken van het voertuig. Neem contact op met uw erkende Alpine-dealer voor meer informatie over de installatieprocedure.
AUTO VOLUME*4→ DEFEAT VOLUME
1
Druk op MultEQ om ON/OFF te kiezen.
• Als u MultEQ inschakelt en de knop minstens 2 seconden ingedrukt houdt, wordt de Curve-modus gewisseld (alleen als curve1 en curve2 zijn opgeslagen).
• Als u MultEQ gebruikt, worden de MX, X-OVER, T.Correctie, Gebruikers-EQ, Parametrische EQ and Grafische EQ automatisch ingesteld. Ze kunnen niet meer worden aangepast door de gebruiker.
• Als er een externe audioprocessor is aangesloten, kan de MultEQ­functie niet worden gebruikt.
Fabrieksinstellingen van equalizer
10 typische equalizerinstellingen zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd voor diverse soorten muziek.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de selectiemodus in te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de AUDIO-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth GENERAL AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de
3
Fabrieks-EQ-modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
4
gewenste equalizerkarakteristiek in te stellen en druk dan op de toets / /ENT.
Flat Pops Rock News Jazz&Blues Electrical Dance Hip Hop&Rap Easy Listening Country Classical User1 User2 User3 User4 User5 User6
• Door Gebruikers 1 t/m 6 te kiezen, kunt u het voorkeuzenummer dat u heeft opgeslagen in “Curve van grafische equalizer aanpassen en opslaan” (pagina 17) of “Curve van parametrische equalizer aanpassen en opslaan” (pagina 17) oproepen.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus teruggezet.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 16).
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt om de instelmodus te annuleren.
EQ-modus instellen
Deze instelling biedt u de keuze tussen de 5-bands parametrische en de 7-bands grafische equalizer.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de selectiemodus in te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de AUDIO-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth GENERAL AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de EQ-
3
modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
16-NL
Draai aan de encoder-draaiknop om het
4
gewenste equalizerkarakteristiek in te stellen en druk dan op de toets / /ENT.
Parametric EQ Graphic EQ (basisinstelling)
PEQ: 5-bands parametrische EQ (basisinstelling) GEQ: 7-bands grafische EQ
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld (pagina 16).
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt om de instelmodus te annuleren.
Curve van parametrische equalizer aanpassen en opslaan
U kunt de equalizerinstellingen aanpassen, zodat de curve beter aansluit bij uw persoonlijke voorkeur. Om de curve van de parametrische equalizer aan te passen, stelt u de EQ-modus in op Parametrische EQ. Raadpleeg voor details “EQ­modus instellen” (pagina 16).
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
Parametrische EQ-modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Druk op BAND/TA om de band te kiezen die u
3
wenst af te regelen.
Band1 Band2 Band3 Band4 Band5 Band1
Druk op ddofooom andere frequentiebanden te
4
kiezen.
Instelbare frequentiebanden: 20 Hz tot 20 kHz (in stappen van 1/3 octaaf)
Band-1: 20 Hz~80 Hz (63 Hz) Band-2: 50 Hz~200 Hz (150 Hz) Band-3: 125 Hz~3,2 kHz (400 Hz) Band-4: 315 Hz~8 kHz (1 kHz) Band-5: 800 Hz~20 kHz (2,55 kHz)
Draai aan de encoder-draaiknop om het niveau
5
in te stellen.
Instelbaar niveau: -6 tot +6 dB
Druk op SOURCE/ om de bandbreedte (Q) in te
6
stellen.
Instelbare bandbreedte: 1, 1.5, 3
Om een andere band in te stellen, herhaalt u
7
stappen 3 t/m 6. Stel vervolgens alle banden in.
Als u klaar bent met instellen, kiest u een van de
8
voorkeuzetoetsen (1 tot 6), en houd u de gewenste voorkeuzetoetsen minstens 2 seconden ingedrukt.
Draai aan de encoder-draaiknop om PROTECT
9
YES/NO te kiezen, en druk vervolgens op de toets
/ /ENT om de aangepaste inhoud op te slaan.
PROTECT YES PROTECT NO (basisinstelling)
• Als YES is geselecteerd, wordt de aangepaste inhoud beveiligd en opgeslagen in de voorkeuzetoetsen. Als u de parameter in een beschermde voorkeuzetoets wilt opslaan, kunt u kiezen uit “REPLACE YES/NO”.
• Als u NO kiest, wordt de voorkeuzetoets opgeslagen.
Houd na het instellen de toets /ESC minstens 2
10
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• De frequenties van de naastliggende banden kunnen niet worden aangepast in 4 stappen.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld (pagina 16).
• Terwijl u de Parametrische EQ aanpast, moet u rekening houden met het frequentiebereik van de aangesloten luidsprekers.
• De opgeslagen inhoud wordt niet verwijderd, zelfs niet als u het toestel terugstelt of de batterij losmaakt.
• De opgeslagen inhoud kan worden opgeroepen door de bewerking uit te voeren in “De opgeslagen equalizercurve oproepen” (pagina 18).
• Door te drukken op AUDIO/RTN als de Parametrische EQ wordt aangepast, gaat u terug naar het vorige item.
• Als MultiEQ is ingeschakeld, is de toets A.SEL niet werkzaam. Zie “EQ-modus instellen” (pagina 16) voor details.
• Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 60 seconden, keert het toestel terug naar de normale modus.
Curve van grafische equalizer aanpassen en opslaan
U kunt de equalizerinstellingen aanpassen, zodat de curve beter aansluit bij uw persoonlijke voorkeur. Om de curve van de grafische equalizer af te regelen, stelt u de EQ-modus in op Grafische EQ. Raadpleeg voor details “EQ-modus instellen” (pagina 16).
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
Grafische EQ-modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Druk op BAND/TA om de band te kiezen die u
3
wenst aan te passen.
Band1 Band2 Band3 Band4 Band5 Band6 Band7 Band1
Band-1 (63 Hz) / Band-2 (150 Hz) / Band-3 (400 Hz) / Band-4 (1 kHz) / Band-5 (2,5 kHz) / Band-6 (6,3 kHz) / Band-7 (17,5 kHz)
Draai aan de encoder-draaiknop om het niveau
4
in te stellen.
Instelbaar uitgangsniveau: -6 tot +6 dB
Om een andere band af te regelen, herhaalt u
5
stappen 3 en 4. Regel vervolgens alle banden af.
Als u klaar bent met instellen, kiest u een van de
6
voorkeuzetoetsen (1 tot 6), en houd u de gewenste voorkeuzetoetsen minstens 2 seconden ingedrukt om de aangepaste inhoud op te slaan.
17-NL
Draai aan de encoder-draaiknop om PROTECT
7
YES/NO te kiezen, en druk vervolgens op de toets
/ /ENT om de aangepaste inhoud op te slaan.
PROTECT YES PROTECT NO (basisinstelling)
• Als YES is geselecteerd, wordt de aangepaste inhoud beveiligd en opgeslagen in de voorkeuzetoetsen. Als u de parameter in een beschermde voorkeuzetoets wilt opslaan, kunt u kiezen uit “REPLACE YES/NO”.
• Als u NO kiest, wordt de voorkeuzetoets opgeslagen.
Houd na het instellen de toets /ESC minstens 2
8
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld (pagina 16).
• De opgeslagen inhoud kan worden opgeroepen door de bewerking uit te voeren in “De opgeslagen equalizercurve oproepen” (pagina 18).
• Door te drukken op AUDIO/RTN als de Grafische EQ wordt aangepast, gaat u terug naar het vorige item.
• Als MultiEQ is ingeschakeld, is de toets A.SEL niet werkzaam. Zie “EQ-modus instellen” (pagina 16) voor details.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, keert het toestel terug naar de normale modus.
4,2k. (F/R/Sub-W)-modus
Afsnijfrequentie
(stappen van
1/3 octaaf)
HPF LPF HPF LPF
Lagetonen­luidspreker
Hogetonen­luidspreker achter
Hogetonen­luidspreker voor
---- ----
20 Hz ­200 Hz
20 Hz ­200 Hz
Lage tonen Hoge tonen
Curve
20 Hz ­200 Hz
FLAT, 6,
---- ----
12, 18,
24 dB/oct.
FLAT, 6,
---- ----
12, 18,
24 dB/oct.
24 dB/oct.
FLAT, 6,
12, 18,
Niveau
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
De opgeslagen equalizercurve oproepen
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om het
2
gewenste equalizerkarakteristiek in te stellen en druk dan op de toets / /ENT.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen
3
(1 tot 6) waaronder het gewenste equalizerkarakteristiek werd opgeslagen.
Druk nogmaals op de voorkeuzetoetsen om terug
4
te gaan naar de DSP-instelmodus.
Houd de toets /ESC minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld (pagina 16).
• U kunt de aangepaste equalizercurve oproepen via “Fabrieksinstellingen van equalizer” (op pagina 16).
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, keert het toestel terug naar de normale modus.
Scheidingsfilter
Scheidingsfilter (X-OVER):
Dit toestel is uitgerust met een actief scheidingsfilter. Het scheidingsfilter beperkt de frequenties die naar de uitgangen worden gestuurd. Elk kanaal wordt onafhankelijk geregeld. Elk luidsprekerpaar kan dus worden aangestuurd met de frequenties waarvoor het is ontworpen. Het scheidingsfilter regelt het HPF (hoogdoorlaatfilter) of LPF (laagdoorlaatfilter) van elke band, alsook de curve (hoe snel het filter de hoge of lage tonen afsnijdt). De afstelling moet overeenkomen met de weergave-eigenschappen van de luidsprekers. Afhankelijk van de luidsprekers is een passief netwerk eventueel niet vereist. Als u niet zeker bent, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
(Verschillend van effectieve weergave)
2,2k. (3-wegse)-modus
Afsnijfrequentie
(stappen van
1/3 octaaf)
HPF LPF HPF LPF
Lagetonen­luidspreker
Middentonen­luidspreker
Hogetonen­luidspreker
* Alleen als Gebruiker is gekozen bij “De frequentiecurve instellen voor
de hogetonenluidspreker (TW SETUP)” (pagina 27).
20 Hz ­200 Hz
1 kHz ­20 kHz, (20 Hz -
20 kHz)
20 Hz -
---- ---­200 Hz
20 Hz -
200 kHz
---- ----
*
MiddentonenLage tonen Hoge tonen
(Verschillend van effectieve weergave)
Curve
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct.
*
FLAT
,
6, 12, 18,
24 dB/oct.
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct.
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct.
Niveau
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
18-NL
Niveau-aanpassing (0 tot -12 dB)
20 Hz
• HPF (hoogdoorlaatfilter): Snijdt de lage tonen af en laat de hoge frequenties door.
• LPF (laagdoorlaatfilter): Snijdt de hoge tonen af en laat de lage frequenties door.
• Curve: De niveauwijziging (in dB) voor een frequentiewijziging van één octaaf.
• Hoe groter de curvewaarde, hoe steiler de flank wordt.
• Stel de curve in op FLAT (vlak) om de hoog- en laagdoorlaatfilters te omzeilen.
• Gebruik geen tweeter als het HPF niet ingeschakeld is of als het ingesteld is op een lage frequentie; omdat lage tonen worden weergegeven, kan de luidspreker beschadigd raken.
• U kunt de scheidingsfrequentie niet hoger instellen dan het HPF of lager dan het LPF.
• De afregeling moet gebeuren overeenkomstig de aanbevolen scheidingsfrequentie van de aangesloten luidsprekers. Ga na wat de aanbevolen scheidingsfrequentie van de luidsprekers is. Als u een frequentiebereik buiten het aanbevolen frequentiebereik instelt, kunt u de luidsprekers beschadigen. Raadpleeg de respectieve gebruikshandleidingen voor de aanbevolen scheidingsfrequenties van Alpine-luidsprekers. We zijn niet verantwoordelijk voor schade aan of storingen in luidsprekers wanneer het scheidingsfilter buiten de aanbevolen waarde wordt ingesteld.
Uitgangsfrequentiebereik
Afsnijfrequentie HPF
Curve-instelling
Afsnijfrequentie LPF
VLAKKE curve
(Verschillend van effectieve weergave)
Scheidingsfilter aanpassen en instellingen opslaan
Voor u volgende procedures uitvoert, verwijzen we naar “Scheidingsfilter” (pagina 18).
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de modus
2
van het scheidingsfilter te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
2,2k. (3-wegs)-systeem
Druk op BAND/TA om de band te kiezen die u
3
wenst aan te passen.
2,2k. (3-wegse)-systeem/ L=R
Instelitems:
LOW / MID-L / MID-H / HIGH
2,2k. (3-wegse)-systeem/ L/R
Instelitems:
LOW-L / LOW-R / MID-L-L / MID-L-R / MID-H-L / MID-H-R / HIGH-L / HIGH-R
Druk op de toets ddofooom de gewenste
4
afsnijfrequentie te kiezen (punt scheidingsfilter).
2,2k. (3-wegs)-systeem
Instelitems:
LOW / MID-L 20 Hz~200 Hz MID-H 20 Hz~20 kHz HIGH (1 kHz~20 kHz)*1/(20 Hz~20 kHz)*
2
1
*
Raadpleeg “De frequentiecurve instellen voor de hogetonenluidspreker (TW SETUP)” (pagina 27) als Fabrikant is gekozen.
2
*
Raadpleeg “De frequentiecurve instellen voor de hogetonenluidspreker (TW SETUP)” (pagina 27) als Gebruiker is gekozen.
Druk op SOURCE/ om de curve in te stellen.
5
Instelbare curve: FLAT* , 6 dB/oct., 12 dB/oct.,
* FLAT kan alleen worden ingesteld voor de curve HIGH als
Gebruiker is geselecteerd bij “De frequentiecurve instellen voor de hogetonenluidspreker (TW Setup)” (pagina 27). Wees voorzichtig als u de curve instelt op FLAT, want afhankelijk van de frequentiekarakteristiek kan de luidspreker beschadigd raken. Als op dit toestel de frequentiecurve voor de hogetonenluidspreker wordt ingesteld op FLAT, verschijnt een waarschuwing.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
6
uitgangsniveau in te stellen.
Instelbaar uitgangsniveau: - 12 tot 0 dB.
Herhaal de stappen 3 tot 6 om aanpassingen aan
7
de andere banden te maken.
Als u klaar bent met instellen, kiest u een van de
8
voorkeuzetoetsen (1 tot 6), door de gewenste toetsen minstens 2 seconden in te drukken.
Draai aan de encoder-draaiknop om PROTECT
9
YES/NO te kiezen, en druk vervolgens op de toets
/ /ENT om de aangepaste inhoud op te slaan.
PROTECT YES PROTECT NO (basisinstelling)
• Als YES is geselecteerd, wordt de aangepaste inhoud beveiligd en opgeslagen in de voorkeuzetoetsen. Als u de parameter in een beschermde voorkeuzetoets wilt opslaan, kunt u kiezen uit “REPLACE YES/NO”.
• Als u NO kiest, wordt de voorkeuzetoets opgeslagen.
Houd na het instellen de toets /ESC minstens 2
10
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, keert het toestel terug naar de normale modus.
18 dB/oct., 24 dB/oct.
4,2k. (F/R/Sub-W)-systeem
Druk op BAND/TA om de band te kiezen die u
3
wenst aan te passen.
4,2k. (F/R/Sub-W)-systeem / L=R
Instelitems:
LOW / MID / HIGH
4,2k. (F/R/Sub-W)-systeem / L/R
Instelitems:
LOW-L / LOW-R / MID-L / MID-R / HIGH-L / HIGH-R
Druk op de toets ddofooom de gewenste
4
afsnijfrequentie te kiezen (punt scheidingsfilter).
Instelbare frequentiebanden:
4,2k. (F/R/Sub-W)-systeem
Instelitems:
20 Hz~200 Hz
Druk op SOURCE/ om de curve in te stellen.
5
Instelbare curve: FLAT, 6 dB/oct., 12 dB/oct., 18 dB/oct.,
24 dB/oct.
19-NL
Draai aan de encoder-draaiknop om het
6
uitgangsniveau in te stellen.
Instelbaar uitgangsniveau: -12 tot 0 dB.
Herhaal de stappen 3 tot 6 om aanpassingen aan
7
de andere banden te maken.
• Terwijl u de X-over aanpast, moet u rekening houden met het frequentiebereik van de aangesloten luidsprekers.
• De opgeslagen inhoud wordt niet verwijderd, zelfs niet als u het toestel terugstelt of de batterij losmaakt.
• De opgeslagen inhoud kan worden opgeroepen door de bewerking uit te voeren in “Opgeslagen instellingen voor het scheidingsfilter oproepen” (pagina 20).
• Door te drukken op AUDIO/RTN als de X-over wordt aangepast, gaat u terug naar het vorige item.
• Als MultiEQ is ingeschakeld, is de toets A.SEL niet werkzaam. Zie “EQ-modus instellen” (pagina 16) voor details.
• Over het 4,2k (F/R/Sub-W) / 2,2k (3-wegse) systeem. U kunt naar de modus voor een 4,2k (F/R/Sub-W) / 2,2k (3-wegs)-systeem schakelen met de 4,2k (F/R/Sub-W) / 2,2k (3-wegse)-schakelaar onderaan het toestel (pagina 40 tot 42).
Als u instelt op “3-wegs”:
F/R Sub-W
3-WEGS
Het toestel kan in een 2,2-kanaals systeem werken.
Bij instelling op “F/R/Sub-W”:
Het toestel kan in een 4,2-kanaals systeem werken.
Opgeslagen instellingen voor het scheidingsfilter oproepen
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de modus
2
van het scheidingsfilter te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen
3
(1 tot 6) waaronder het gewenste karakteristiek werd opgeslagen.
Druk nogmaals op de voorkeuzetoetsen om
4
terug te gaan naar de DSP-instelmodus.
Houd de toets /ESC minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
Tijdcorrectie
De afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers in een auto kan sterk variëren wegens de complexe opstelling van de luidsprekers. Dit verschil in afstand tussen de luidsprekers en de luisteraar veroorzaakt een verschuiving in het geluidsbeeld en de frequentiekarakteristieken. De reden hiervoor is het tijdsverschil dat optreedt tussen het ogenblik waarop het geluid het rechteroor en het linkeroor bereikt. Om dit te corrigeren kan dit toestel het audiosignaal vertragen naar de luidsprekers die zich het dichtst bij de luisteraar bevinden. Dit creëert een indruk van grotere afstand ten opzichte van die luidsprekers. De luisteraar kan dus eigenlijk op een gelijke afstand tussen de linker- en de rechterluidsprekers worden geplaatst. De aanpassing gebeurt voor elke luidspreker in stappen van 3,4 cm.
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Stoel links voor
Stel de tijdcorrectie van de luidspreker links voor in op een hoge waarde en de luidspreker rechts achter op nul of een lage waarde.
5,1ms
0,5m
2,25m
Het geluid is niet in evenwicht omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 m. Hier berekenen we de correctiewaarde voor de luidspreker links voor in bovenstaande situatie.
Omstandigheden: Verste luidspreker – luisterpositie: 2,25 m Luidspreker links voor – luisterpositie: 0,5 m Berekening: L = 2,25 m - 0,5 m = 1,75 m Tijdcorrectie = 1,75 ÷ 343*1x 1.000 = 5,1 (ms)
1
*
Snelheid van het geluid: 343 m/sec. bij 20 °C
Met andere woorden: door voor de luidspreker links voor een tijdcorrectie van 5,1 ms in te stellen, lijkt het alsof deze luidspreker zich op dezelfde afstand bevindt als de verste luidspreker.
De tijdcorrectie elimineert de verschillen in de tijd die het geluid nodig heeft om de luisterpositie te bereiken. De tijd van de luidspreker links voor wordt met 5,1 ms gecorrigeerd, zodat het geluid van die luidspreker op hetzelfde ogenblik de luisterpositie bereikt als het geluid van de andere luidsprekers.
Voorbeeld 2. Luisterpositie: Alle stoelen
Stel de correctiewaarde van elke luidspreker ongeveer gelijk in.
Ga in de luisterpositie zitten (de bestuurdersstoel,
1
enz.) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
Bereken het verschil in afstand tussen de verste
2
luidspreker en de andere luidsprekers.
L = (afstand tot verste luidspreker) - (afstand tot andere
luidsprekers)
Deel de berekende afstanden voor de luidsprekers
3
door de snelheid van het geluid (343 m/sec. bij 20 °C).
Deze waarden vormen de tijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
20-NL
Tabel met tijdverschillen
Vertraging-
snummer
Afstand
(cm)
0 0,0 0,0 51 173,4 68,3
1 3,4 1,3 52 176,8 69,7
2 6,8 2,7 53 180,2 71,0
3 10,2 4,0 54 183,6 72,4
4 13,6 5,4 55 187,0 73,7
5 17,0 6,7 56 190,4 75,0
6 20,4 8,0 57 193,8 76,4
7 23,8 9,4 58 197,2 77,7
8 27,2 10,7 59 200,6 79,1
9 30,6 12,1 60 204,0 80,4
10 34,0 13,4 61 207,4 81,7
11 37,4 14,7 62 210,8 83,1
12 40,8 16,1 63 214,2 84,4
13 44,2 17,4 64 217,6 85,8
14 47,6 18,8 65 221,0 87,1
15 51,0 20,1 66 224,4 88,4
16 54,4 21,4 67 227,8 89,8
17 57,8 22,8 68 231,2 91,1
18 61,2 24,1 69 234,6 92,5
19 64,6 25,5 70 238,0 93,8
20 68,0 26,8 71 241,4 95,1
21 71,4 28,1 72 244,8 96,5
22 74,8 29,5 73 248,2 97,8
23 78,2 30,8 74 251,6 99,2
24 81,6 32,2 75 255,0 100,5
25 85,0 33,5 76 258,4 101,8
26 88,4 34,8 77 261,8 103,2
27 91,8 36,2 78 265,2 104,5
28 95,2 37,5 79 268,6 105,9
29 98,6 38,9 80 272,0 107,2
30 102,0 40,2 81 275,4 108,5
31 105,4 41,5 82 278,8 109,9
32 108,8 42,9 83 282,2 111,2
33 112,2 44,2 84 285,6 112,6
34 115,6 45,6 85 289,0 113,9
35 119,0 46,9 86 292,4 115,2
36 122,4 48,2 87 295,8 116,6
37 125,8 49,6 88 299,2 117,9
38 129,2 50,9 89 302,6 119,3
39 132,6 52,3 90 306,0 120,6
40 136,0 53,6 91 309,4 121,9
41 139,4 54,9 92 312,8 123,3
42 142,8 56,3 93 316,2 124,6
43 146,2 57,6 94 319,6 126,0
44 149,6 59,0 95 323,0 127,3
45 153,0 60,3 96 326,4 128,6
46 156,4 61,6 97 329,8 130,0
47 159,8 63,0 98 333,2 131,3
48 163,2 64,3 99 336,6 132,7
49 166,6 65,7
50 170,0 67,0
Afstand
(inch)
Vertraging-
snummer
Afstand
(cm)
Afstand
(inch)
Eenheid van de tijdcorrectie instellen
U kunt de eenheid van de tijdcorrectie (cm of inch) wijzigen.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de selectiemodus in te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de AUDIO-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth GENERAL AUDIO DISPLAY TUNER Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de T.CORR
3
Parameter-modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
4
gewenste items te selecteren en druk dan op de toets / /ENT.
T.CORR Parameter<cm> T.CORR Parameter<inch>
(basisinstelling)
Houd na het instellen de toets FUNC./SETUP
5
minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt om de instelmodus te annuleren.
Tijdcorrectie aanpassen en opslaan
Raadpleeg “Tijdcorrectie” (pagina 20) voor u volgende procedures uitvoert.
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Scheidingsfilter T.Correctie Parametrische EQ / Grafische EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
T.Correctie-modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Druk op BAND/TA om de luidspreker te kiezen die
3
u wenst aan te passen.
2,2k. (3-wegs)-systeem
L-F (basisinstelling) R-F L-R (Mid-L) (Mid-R) (High-L) R-R L-SW R-SW L-F (High-R) (Mid-L)
4,2k. (F/R/Sub-W)-systeem
L-F (basisinstelling) R-F L-R (Voor-L) (Voor-R) (Achter-L) R-R L-SW R-SW L-F (Voor-R) (Voor-L)
Draai aan de encoder-draaiknop om de afstand
4
aan te passen (0,0 tot 336,6 cm).
21-NL
Herhaal stappen 3 en 4 om een andere luidspreker
5
in te stellen.
Als u klaar bent met instellen, kiest u een van de
6
voorkeuzetoetsen (1 tot 6), en houd u de gewenste voorkeuzetoetsen minstens 2 seconden ingedrukt.
Draai aan de encoder-draaiknop om PROTECT
7
YES/NO te kiezen, en druk vervolgens op de toets
/ /ENT om de aangepaste inhoud op te slaan.
PROTECT YES PROTECT NO (basisinstelling)
• Als YES is geselecteerd, wordt de aangepaste inhoud beveiligd en opgeslagen in de voorkeuzetoetsen. Als u de parameter in een beschermde voorkeuzetoets wilt opslaan, kunt u kiezen uit “REPLACE YES/NO”.
• Als u NO kiest, wordt de voorkeuzetoets opgeslagen.
Houd na het instellen de toets /ESC minstens 2
8
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• De opgeslagen inhoud wordt niet verwijderd, zelfs niet als u het toestel terugstelt of de batterij losmaakt.
• De opgeslagen inhoud kan worden opgeroepen door de bewerking uit te voeren in “Opgeslagen instellingen voor tijdcorrectie oproepen” (pagina 22).
• Door te drukken op AUDIO/RTN als de tijdcorrectie wordt aangepast, gaat u terug naar het vorige item.
• Als MultiEQ is ingeschakeld, is de toets A.SEL niet werkzaam. Zie “EQ-modus instellen” (pagina 16) voor details.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, keert het toestel terug naar de normale modus.
De opgeslagen instellingen voor de tijdcorrectie oproepen
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
1
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
T.Correctie-modus te kiezen en druk dan op de toets / /ENT.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen
3
(1 tot 6) waaronder het gewenste karakteristiek werd opgeslagen.
Druk nogmaals op de voorkeuzetoetsen om terug
4
te gaan naar de DSP-instelmodus.
Houd de toets /ESC minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u terug naar de vorige modus.
22-NL
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De FM-radio, CD-speler en iPod kunnen de muziek ook in auto’s met veel geluid van de weg duidelijk weergeven.
Druk op SOURCE/ om de bron te selecteren
1
waarvoor u Media Xpander wenst te gebruiken.
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
2
op te roepen.
Media Xpander Crossover T.Correction Parametric EQ / Graphic EQ Media Xpander
Draai aan de encoder-draaiknop om de Media
3
Xpander-modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
4
gewenste niveau Media Xpander te kiezen.
FM (MX-niveau 1 tot 3):
De middelhoge tot hoge frequenties worden helderder en het geluid is beter in evenwicht op alle frequenties.
CD (MX-niveau 1 tot 3):
De CD-modus moet tijdens het afspelen een enorme hoeveelheid gegevens verwerken. MX maakt gebruik van deze grote hoeveelheid gegevens om de klank duidelijker en helderder weer te geven.
CMPM (MX-niveau 1 tot 3):
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd verloren. Hiermee wordt een erg harmonisch geluid weergegeven dat het origineel zeer dicht benadert.
DVD (Video CD) (MOVIE MX-niveau 1 tot 2):
Het dialooggedeelte van een video wordt veel duidelijker weergegeven.
(DVD MUSIC):
Een DVD of Video-CD bevat een groot gegevensvolume, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
AUX (MX-niveau 1):
Kies de MX-modus (CMPM, MOVIE of MUSIC) die overeenkomt met de aangesloten media. Als twee externe toestellen aangesloten zijn, kan voor elk medium een andere MX-modus worden geselecteerd.
Houd na het instellen de toets /ESC minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Om de MX-modus te annuleren voor alle muziekbronnen, stelt u MX in op OFF.
• Voor elke muziekbron, zoals FM-radio, CD en MP3/WMA/AAC, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• Als u op disks met MP3/WMA/AAC en CD-DA de bron verandert van “MP3/WMA/AAC naar CD-DA” of “CD-DA naar MP3/WMA/AAC”, kan de omschakeling van de MX-modus een kleine vertraging in het afspelen veroorzaken.
• Door de instelling Geen effect te kiezen, wordt de MX-modus voor elke muziekbron uitgeschakeld.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld.
• Er is geen MX-modus voor MW- en LW-radio.
• Als een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is aangesloten, wordt de eigen MX-bewerking toegepast op de muziekbron. Aangezien de MX-instellingen van de processor niet noodzakelijk overeenstemmen met de head-unit, moet de audioprocessor worden aangepast. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• “CMPM” wordt gebruikt voor MP3/WMA/AAC en iPod.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd, keert het toestel terug naar de normale modus.
Andere functies
De weergave in CD-modus:
TEKST (NAAM VAN TRACK)
TRACKNUMMER/VERSTREKEN TIJD
2
*
TITLE
Tekst weergeven
Tekstinformatie, zoals de naam van de CD en de track, wordt weergegeven als u een CD afspeelt die compatibel is met CD-tekst. Het is ook mogelijk om de mapnaam, de bestandsnaam, de tag, enz. weer te geven tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC-bestanden.
Druk op TITLE.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
• Als u het display wilt veranderen als Tekstscroll is ingesteld op
handmatig, drukt u op TITLE terwijl de tekst aan het scrollen is. Als het scrollen is voltooid, drukt u op TITLE om weer door de tekst te scrollen.
De weergave in radiomodus:
Als er PS (programmadienstnaam) is
PS (programmadienstnaam)
(Leeg)
PS (programmadienstnaam)
KALENDER/KLOK
PS (programmadienstnaam)
PTY (programmatype)
Radiotekst
Radiotekst
PS (Programme Service Name)
(Leeg)
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
*
*
*
1
1
1
(Leeg)
(Leeg)
1
*
TEKST (NAAM VAN CD)
TEKST (NAAM VAN TRACK)
TEKST (NAAM VAN TRACK)
KALENDER/KLOK
(Leeg)
(Leeg)
2
*
2
*
2
*
TEKST (NAAM VAN TRACK)
TRACKNUMMER/VERSTREKEN TIJD
2
*
De weergave in MP3/WMA/AAC-modus:
BESTANDSNAAM
MAPNUMMER/BESTANDSNUMMER/ VERSTREKEN TIJD
5
*
4
ARTIESTENNAAM
NAAM VAN LIEDJE
NAAM VAN LIEDJE
CALENDAR/CLOCK
MAPNUMMER/BESTANDSNUMMER/VERSTREKEN TIJD
MAPNUMMER/BESTANDSNUMMER/VERSTREKEN TIJD
1
*
Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt als PS wordt
*
4
*
4
*
NAAM VAN LIEDJE
BESTANDSNAAM
ALBUMNAAM
NAAM VAN LIEDJE
(Leeg)
(Leeg)
4
*
MAPNAAM
BESTANDSNAAM
4
*
4
*
3
*
5
*
weergegeven in de radiomodus, frequentie wordt gedurende 5 seconden weergegeven.
2
*
Weergegeven tijdens het afspelen van een CD met CD-tekst.
3
*
De bronmap wordt weergegeven als leeg.
4
*
ID3-tag/WMA-tag Als een MP3/WMA/AAC-bestand ID3/WMA-taginformatie bevat, wordt de ID3/WMA-taginformatie weergegeven (bijv. naam van de track, naam van de artiest en naam van het album). Alle andere taggegevens worden genegeerd.
2-4
*
Als er geen tekstinformatie is, wordt geen boodschap weergegeven.
5
*
Als “Text Scroll Auto” is ingesteld bij “Instellen van het scrollen (Text Scroll)” (pagina 28), kan het display niet worden omgeschakeld door op TITLE te drukken. De inhoud op het display zal afwisselend omschakelen.
FREQUENTIE
(Leeg)
FREQUENTIE
PTY (programmatype)
(Leeg)
(Leeg)
FREQUENTIE
KALENDER/KLOK
Radiotekst
Radiotekst
FREQUENTIE
(Leeg)
23-NL
Encoder-draaiknop
AUDIO/RTN FUNC./SETUP
//ENT
SOURCE/
BAND/TA
Weergave indicatoren
Als de tekst wordt weergegeven, gaan de volgende indicatoren aan, overeenkomstig de modus.
Indicator/modus CD-modus
-
-
-
-
-
Tekst (CD-naam) wordt weergegeven
Tekst (Tracknaam) wordt weergegeven
MP3/WMA/AAC
-modus
Mapnaam wordt weergegeven
Naam van liedje wordt weergegeven
Artiestennaam wordt weergegeven
Albumnaam wordt weergegeven
Bestandsnaam wordt weergegeven
-
-
iPod-modus
-
Naam van liedje wordt weergegeven
Artiestennaam wordt weergegeven
Albumnaam wordt weergegeven
-
-
-
SET-UP
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en gebruik. Vanuit het menu SETUP kunnen Geluidsinstelling, Display­instelling, enz. worden gewijzigd.
Gebruik stap 1 tot 5 om een SETUP-modus die u wilt wijzigen te kiezen. Zie het betreffende hoofdstuk hieronder voor details over het geselecteerde SETUP­item.
Over “Tekst”
Tekst:
Tekstcompatibele CD’s bevatten tekstinformatie, zoals de naam van de CD en de naam van de track. Dergelijke tekstinformatie wordt “text” genoemd.
• Afhankelijk van het soort tekens is het mogelijk dat sommige tekens met dit toestel niet goed worden weergegeven.
• Om tekstinformatie te kunnen weergeven, moet de CD-wisselaar ook compatibel zijn met CD-tekst.
• Als er geen tekstinformatie is, is het display leeg.
• Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de tekst of de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
Tijd weergeven
Druk herhaaldelijk op TITLE tot de tijd wordt weergegeven.
Bij elke druk op de knop verandert het display. Voor meer details zie “Weergave van tekst” (pagina 23).
• Als u in de modus Prioriteit voor de tijdafbeelding een andere tuner of CD-functie kiest, wordt de tijdsweergave onmiddellijk onderbroken. De gekozen functie wordt ongeveer 5 seconden weergegeven, waarna de tijd opnieuw op het display verschijnt.
Black-outmodus in- en uitschakelen
Als de black-outmodus is ingeschakeld (behalve in de radiomodus), worden alle indicaties op het display uitgeschakeld om energie te sparen. Deze bijkomende energie verbetert de geluidskwaliteit.
Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt om de black-outmodus in werking te stellen.
Alle indicaties op het display van dit toestel zullen worden uitgeschakeld. De indicator “B.OUT” gaat branden.
• Als u tijdens de black-outmodus op een willekeurige toets op het toestel drukt, wordt de functie gedurende 5 seconden weergegeven om de bediening te tonen, waarna het toestel terugkeert naar de black-outmodus.
Om de black-outmodus te annuleren, houdt u de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt.
24-NL
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de selectiemodus SETUP in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
2
gewenste item te selecteren en druk dan op de toets / /ENT.
Bluetooth*1↔ GENERAL ↔ AUDIO ↔ DISPLAY ↔ TUNER Bluetooth* (bijv. AUDIO kiezen)
Draai aan de encoder-draaiknop om een
3
1
instellingsitem te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
(bijv. Subwoofer kiezen)
1
Bluetooth*
ALGEMEEN:
AUDIO:
DISPLAY:
TUNER:
1
*
2
*
3
*
4
*
5
*
6
*
7
*
8
*
9
*
10
*
11
*
:
Bluetooth IN
Birthday Set Clock Mode Clock Clock Adjust* Play Mode Beep INT Mute*3↔ AUX+ Setup AUX IN ↔ AUX Name* Steering Language Set Demo Birthday Set
Subwoofer SUBW. System* T.CORR Parameter* SUBW. Channel TW Setup* Subwoofer
Illumination Dimmer Scroll Type Text Scroll Font Select BGV Select Calendar Opening MSG Illumination
FM Level RDS Regional*
12
PI Seek*
Auto Clock*13↔ FM Level
4
Digital AUX Power IC
5
7
Filter Type SUBW. Phase
Factory’ s EQ*6↔
8
EQ Mode*9↔
10
Alert PTY31*11↔
Alleen weergegeven als INT MUTE op OFF staat. Zie “Tijd en kalender instellen” (pagina 7). Alleen weergegeven als Bluetooth IN op OFF staat. Alleen weergegeven als AUX IN is ingeschakeld. Alleen weergegeven als Subwoofer is ingeschakeld. Zie “Fabrieksinstellingen van equalizer” (pagina 16). Zie “Tijdcorrectie-eenheid instellen” (pagina 21). Wordt alleen weergegeven als 2,2-kanaals (3-wegs) is ingesteld. Raadpleeg “EQ-modus instellen” (pagina 16). Zie “Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen” (pagina 9). Raadpleeg “PTY31-ontvangst (nooduitzending) instellen” (pagina
10).
2
14
*
12
*
Zie “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)” (pagina 10).
13
*
Zie “Tijd instellen op automatisch aanpassen” (pagina 9).
14
*
Deze items kunnen niet worden aangepast als MultEQ (pagina 16) op ON is ingesteld.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
4
instelling te wijzigen en druk dan op de toets
/ /ENT.
(bijv. Subwoofer ON of Subwoofer OFF selecteren.)
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Door op AUDIO/RTN te drukken, keert u terug naar de vorige
SETUP-modus.
• Als u gedurende 60 seconden geen bewerking uitvoert, wordt SETUP geannuleerd.
Bluetooth-instellingen
Kies Bluetooth in het hoofdinstelmenu in stap 2 hierboven. Als een optionele Bluetooth Box is aangesloten, kunt u handenvrij bellen met een mobiele telefoon die met Bluetooth is uitgerust. Deze instelling kunt u maken als de Bluetooth Box is aangesloten en de Bluetooth-functie wordt gebruikt. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de optionele Bluetooth Box.
De Bluetooth IN-aansluiting instellen
Bluetooth IN ADPTER / Bluetooth IN OFF (basisinstelling)
Stel de ADAPTER in als de Bluetooth Box is aangesloten.
Algemene instelling
GENERAL wordt gekozen in het hoofdinstelmenu in stap 2.
Instellen openingsbericht verjaardag (verjaardag ingesteld)
mm/dd
Als het openingsbericht is ingesteld op ON (zie Instelling “openingsbericht ON/OFF” op pagina 28), en u uw verjaardag opgeeft, kan een bericht worden weergegeven op die dag. Draai aan de encoder-draaiknop om “mm” (Maand) in te stellen en druk dan op / /ENT. Draai nogmaals aan de encoder-draaiknop om “dd” (Datum) in te stellen.
Instellen van de klokweergave (Klokmodus)
AM (Voormiddag) 12:00 (12 UUR) / 00:00 (24 UUR) (Basisinstelling)
U kunt het weergavetype van de klok kiezen; in 12 of 24 uren, afhankelijk van uw voorkeur.
De Klokweergave in- of uitschakelen (Klok)
Klok ON (basisinstelling) / Klok OFF
Als ON is ingesteld, verschijnt de tijd altijd links onderaan het display.
MP3/WMA/AAC-bestanden afspelen (Afspeelmodus)
CD-DA (basisinstelling) / CDDA&MP3/WMA
Dit toestel kan CD’s afspelen dat zowel CD- als MP3/WMA/AAC­bestanden bevat(gemaakt in een Verbeterd CD-formaat (CD Extra)). In sommige situaties kan het afspelen van een verbeterde CD moeilijk zijn. Voor deze gevallen kunt u alleen kiezen voor het afspelen van een enkele sessie, die de CD-gegevens bevat. Als een CD zowel CD- als MP3/WMA/AAC-bestanden bevat, begint het afspelen vanaf het gedeelte met CD-gegevens op de CD.
CD-DA: Alleen de CD-gegevens van Sessie 1
CDDA&MP3/WMA: CD-bestanden, MP3/MWA/ACC-bestanden
• Maak deze instelling voordat u een CD plaatst. Als u al een CD hebt geplaatst, moet u deze eerst verwijderen. (Als u een MP3­wisselaar gebruikt, moet u de CD’s verwisselen.)
kunnen worden afgespeeld.
in Mixed Mode, en CD’s voor meerdere sessies kunnen worden afgespeeld.
Functie Sound Guide (pieptoon)
Beep ON (basisinstelling) / Beep OFF
Deze functie geeft geluidsfeedback met variërende tonen, afhankelijk van de ingedrukte toets.
Mutemodus in- en uitschakelen (INT Mute)
INT Mute ON (basisinstelling) / INT Mute OFF (basisinstelling)
Als een toestel met de onderbrekingsfunctie wordt aangesloten, wordt het audiosignaal automatisch gedempt als het onderbrekingssignaal van het toestel binnenkomt.
AUX+-instelmodus instellen
AUX+ instelling ON / AUX+ instelling OFF (basisinstelling)
U kunt de audio van een extern toestel (zoals een draagbare speler) dat is aangesloten op de iPod Direct connector van dit toestel invoeren met behulp van een iPod Direct/RCA-Interfacekabel. Een extern toestel en een iPod kunnen niet tegelijkertijd zijn aangesloten.
AUX+ ON : Op ON instellen als een extern toestel is
aangesloten. Als u op SOURCE/ hebt gedrukt en AUX+ hebt gekozen, wordt het geluid van het externe toestel naar het toestel gevoerd.
AUX+ OFF : Op OFF instellen als u een iPod hebt
aangesloten.
AUX-modus instellen (V-Link)
AUX IN ON / AUX IN OFF (basisinstelling)
U kunt het tv-/videogeluid invoeren door een optionele Ai­NET/RCA-aansluitkabel (KCA-121B) of Versatile Link-contactdoos (KCA-410C) aan te sluiten op deze component. U kunt de weergave van de AUX-naam wijzigen als AUX IN is ingeschakeld. Druk op / /ENT als AUX IN is ingesteld op ON en kies AUX Name door de encoder-draaiknop te draaien. Druk vervolgens op / /ENT. Draai daarna aan de encoder-draaiknop om de gewenste AUX­naam te kiezen. Als de KCA-410C is aangesloten, kunt u twee AUX-namen kiezen.
• Via de KCA-410C kunt u tot 2 externe toestellen met RCA-uitgang
aansluiten. In dit geval drukt u op SOURCE/ om de AUX­modus te kiezen, waarna u op BAND/TA drukt om het gewenste toestel te kiezen.
Instellen van de externe digitale ingang (Digital AUX)
Digital AUX ON / Digital AUX OFF (basisinstelling)
Wanneer een ALPINE Ai-NET-compatibele digitale audioprocessor (PXA-H701) en een niet-Ai-NET-compatibele DVD-speler (DVE-
5207) zijn aangesloten, zet u Digital AUX op ON om te genieten van
5.1-kanaals surroundgeluid.
• Druk op SOURCE/ en kies de D.AUX-modus om het volume te
regelen, enz.
• Na het selecteren van de ingang moet u het contactslot uit- en weer aanzetten. De instelling van de optische digitale ingangsschakelaar is voltooid.
• Afhankelijk van de aangesloten audioprocessor wordt het geluid van de DVD-speler mogelijk nog weergegeven, ondanks de verandering van bron. Schakel in dit geval de DVD-speler uit.
25-NL
Aansluiten op een externe versterker
POWER IC ON (basisinstelling) / POWER IC OFF
Als een externe versterker is aangesloten, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door de voeding van de ingebouwde eindversterker uit te schakelen.
POWER IC OFF: Gebruik deze modus als de lijnuitgang van
POWER IC ON: De luidsprekers worden aangestuurd door
het toestel wordt gebruikt om een externe versterker aan te sturen. In deze instelling is de inwendige versterker van de head-unit uitgeschakeld en kan deze geen signaal naar de luidsprekers voeren.
Links
Versterker
Versterker
de ingebouwde versterker.
voor
Rechts voor
Links achter
Rechts achter
Luidsprekers
LUIDSPREKER RECHTS VOOR
Rechts voor
Druk op de toets voor de
2
stuurwielafstandsbediening tot de gewijzigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening aan de linkerkant van het display verschijnt.
(bijv. Druk op SOURCE op de toets voor de stuurwielafstandsbediening).
Het gewijzigde signaal van de stuurwielafstandsbediening verschijnt aan de linkerkant van het display.
DE SOURCE FF
De gewijzigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening
Druk op / /ENT om de waarde in te stellen.
3
De bevestigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening verschijnt aan de rechterkant van het display. Als dit gebeurt, wordt de functie van het toestel overgedragen naar de toets voor de stuurwielafstandsbediening.
DE SOURCE DE
LUIDSPREKER RECHTS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS VOOR
• Het systeem produceert geen geluid als de stroomuitgang is uitgeschakeld.
Rechts achter
Links achter
Links voor
Adaptieve stuurwielafstandsbediening instellen
Steering ON / Steering OFF (basisinstelling)
Dit toestel is compatibel met de adaptieve stuurwielafstandsbediening. Met deze functie kan de bediening worden uitgevoerd door het signaal van de stuurwielafstandsbediening naar het toestel te sturen. Om de stuurwielafstandsbediening te gebruiken, bedient u de volgende toetsen nadat u de functie hebt ingeschakeld en op de toets
/ /ENT hebt gedrukt.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
Kies de aangewezen functie door de encoder-
1
draaiknop te draaien.
(bijv. SOURCE kiezen)
POWER SOURCE BAND VOL. UP VOL. DN PAUSE MUTE BWD FWD P. UP P. DN A.PROC POWER
De bevestigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening
Herhaal stappen 1 tot 3, en stel elke toets in.
4
Als de instellingen zijn voltooid, drukt u op AUDIO/RTN om terug te keren naar de vorige modus.
Lettertype taal instellen (Taalset)
Taal 1 (basisinstelling) / Taal 2 / Taal 3
Er kunnen twee lettertypes worden gekozen.
Taal 1: Normaal lettertype Taal 2: Europees lettertype Taal 3: Russisch lettertype
Demonstratie
Demo ON / Demo OFF (basisinstelling)
Het toestel beschikt over een demofunctie voor beeld en geluid.
• Om de demomodus af te sluiten, kiest u Demo OFF.
26-NL
FF SOURCE FF
Audio-instelling
AUDIO wordt geselecteerd in stap 2 van het hoofdinstelmenu.
In- en uitschakelen van de subwoofer
Subwoofer ON (basisinstelling) / Subwoofer OFF
Als de subwoofer is ingeschakeld, voert u de onderstaande stappen uit om het uitgangsniveau van de subwoofer aan te passen.
1 Druk herhaaldelijk op AUDIO/RTN in de normale
modus om de SUBWOOFER-modus te kiezen.
SUBWOOFER FADER AUTO VOLUME DEFEAT VOLUME SUBWOOFER
2 Regel het niveau met de encoder-draaiknop.
Subwoofersysteem instellen
Systeem 1 (basisinstelling) / Systeem 2
Kies Systeem 1 of Systeem 2 voor het gewenste subwoofereffect.
Systeem 1: Het subwooferniveau verandert afhankelijk van
Systeem 2: De verandering van het subwooferniveau is niet
Filtertype instellen
L=R (basisinstelling) / L / R
L=R: Linker en rechter luidsprekers zijn gelijk
L/R: Linker en rechter luidsprekers zijn individueel
Subwooferfase instellen
SUBW. Fase 0° (basisinstelling) / SUBW. Fase 180°
De uitgangsfase voor de subwoofer schakelt om tussen SUBWOOFER NORMAL (0°) en SUBWOOFER REVERSE (180°). Om het niveau in te stellen, draait u aan de encoder-draaiknop.
Subwooferuitgang instellen (SUBW. kanaal)
SUBW. Stereo (basisinstelling) / Mono
U kunt de subwooferuitgang instellen op stereo of mono. Kies de correcte uitgang voor uw type subwoofer.
Stereo: Subwoofer-stereouitgang (L/R) Mono: Subwoofer-monouitgang
BASS TREBLE BALANCE
de instelling van het hoofdvolume.
afhankelijk van de instelling van het hoofdvolume. De subwoofer is bijvoorbeeld ook hoorbaar bij lage volume-instellingen.
ingesteld.
ingesteld.
De frequentiecurve instellen voor de
hogetonenluidspreker (TW Setup)
TW Setup Fabrikant (basisinstelling) / TW Setup Gebruiker
Afhankelijk van de frequentiekarakteristiek van de luidspreker dient u voorzichtig te zijn als u de frequentiecurve van de hogetonenluidspreker in de 2,2k. (3-wegs)modus instelt op FLAT (zie “Scheidingsfilter aanpassen en instellingen opslaan” op pagina
19), want de luidspreker kan beschadigd raken.
Fabrikant: Om de luidspreker te beschermen, kan FLAT
niet worden ingesteld voor de frequentiecurve van de hogetonenluidspreker in de 2,2k (3­wegs)modus.
Gebruiker: De instelling FLAT is mogelijk in de 2,2k (3-
wegs)modus.
Display-instelling
DISPLAY wordt gekozen in stap 2 van het hoofdinstelmenu.
Verlichtingskleur veranderen (Verlichting)
Verlichting TYPE 1 (basisinstelling)/ TYPE 2/ TYPE 3/ TYPE 4/ TYPE 5
TYPE1 TYPE2 TYPE3 TYPE4 TYPE5
U kunt de verlichtingskleur van de volgende zeven toetsen wijzigen. SOURCE/ , BAND/TA, d , o , , en MultEQ.
TYPE1: Als de kleur van de zeven toetsen blauw is, is de
kleur van de andere toets groen.
TYPE2: Als de kleur van de zeven toetsen groen is, is de
kleur van de andere toets ook groen.
TYPE3: Als de kleur van de zeven toetsen blauw is, is de
kleur van de andere toets rood.
TYPE4: Als de kleur van de zeven toetsen amber is, is
de kleur van de andere toets rood.
TYPE5: Als de kleur van de zeven toetsen rood is, is de
kleur van de andere toets rood.
Dimmerregeling
Automatische dimmer (basisinstelling) / Handmatige dimmer
Zet de functie Dimmerregeling op Automatisch om de helderheid van het toestel te verminderen als de koplampen van de auto worden ingeschakeld. Deze modus is interessant als u de achterverlichting van het toestel ’s nachts te helder vindt.
• Als uw voertuig is uitgerust met een dimmerregeling voor de
dashboardverlichting, mag u de DIMMER-kabel (oranje) van de radio nooit aansluiten op deze dimmerregeling.
27-NL
Instellen van het scrolltype
Scrolltype TYPE 1 / Scrolltype TYPE 2 (basisinstelling)
U kunt kiezen tussen twee scrollmethoden. Kies het gewenste type.
TYPE 1: De tekens scrollen van rechts naar links, een
teken tegelijk, tot door de volledige titel is gescrold.
TYPE 2: De woorden worden van links naar rechts
opgebouwd, een teken tegelijk. Als het display vol is, wordt het vrijgemaakt en worden de overige woorden op dezelfde manier weergegeven tot alle woorden van de titel zijn getoond.
Instellen van het scrollen (Tekstscroll)
Text Scroll Auto / Text Scroll Manual (basisinstelling)
Deze CD-speler kan de namen scrollen van de CD en de tracks die op CD’s met CD-tekst werden opgenomen; hetzelfde geldt voor tekstinformatie van MP3/WMA/AAC-bestanden, mapnamen en tags.
Auto: De tekstinformatie, map- en bestandsnamen en
de taginformatie van de CD worden voortdurend gescrold.
Handmatig: De bovenstaande informatie wordt alleen
gescrold wanneer een CD wordt geladen, van kanaal of track wordt veranderd enz.
• In delen van het display kan het onmogelijk zijn om te scrollen, of de scrollinhoud kan afwijken.
Het lettertype veranderen (Lettertype kiezen)
TYPE1 (basisinstelling) / TYPE2
Er kunnen twee lettertypes worden gekozen. Kies het lettertype dat u wenst.
Het animatieweergavetype veranderen (BGV Select)
OFF (basisinstelling) / TYPE 1 / TYPE 2 / TYPE 3 / TYPE 4
U kunt kiezen uit 4 types animatieweergave voor de achtergrond van het display.
Instelling Veranderen van het weergavepatroon van de kalender (Kalender)
dd/mm/jjjj (basisinstelling) / jjjj/mm/dd / mm/dd/jjjj
U kunt het weergavepatroon van de kalender veranderen, zodat het wordt getoond als de tijd wordt weergegeven.
jjjj: toont het jaar mm: toont de maand dd: toont de dag
bijv. dd/mm/jjjj 25/12/2006
Instelling Openingsbericht ON/OFF
Openingsbericht ON / Openingsbericht OFF (basisinstelling)
Dit toestel omvat een speciale berichtenfunctie met verschillende voorbeelden, die wanneer ze is ingeschakeld openingsberichten weergeeft voor bepaalde gelegenheden. Wanneer u het toestel bijvoorbeeld inschakelt op 25 december (volgens de datuminstelling van het toestel), zal een kerstwens worden weergegeven als de optie Openingsbericht op ON is ingesteld.
Instelling van de tuner
TUNER wordt geselecteerd in stap 2 van het hoofdinstelmenu.
Basisvolume van bronsignalen aanpassen (FM-niveau)
FM Level High (basisinstelling) / FM Level Low
Als het verschil in geluidsvolume tussen de CD-speler en FM-radio te groot is, past u het FM-signaalniveau aan.
28-NL
iPod
Encoder-draaiknop
//ENT
/ESC
Een iPod®kan op dit toestel worden aangesloten met behulp van de ALPINE FULL SPEED™ aansluitkabel (afzonderlijk verkocht). Wanneer dit toestel is aangesloten met behulp van de kabel, werken de bedieningstoetsen van de iPod niet.
• Schakel AUX+-instelling uit als een iPod is aangesloten (zie “AUX+-instelmodus instellen” op pagina 25).
iPods die met dit toestel kunnen worden gebruikt
• Het toestel kan worden gebruikt met iPod, iPod Photo, iPod Mini of iPod Nano van de vierde generatie of recenter. iPod Shuffle kan echter niet worden gebruikt.
• Aanraak- of scroll-iPods zonder de juiste aansluiting kunnen niet op het toestel worden aangesloten.
• Het toestel kan worden gebruikt met de volgende iPod­versies. Voor oudere versies kan een goede werking niet worden gegarandeerd.
iPod van de vierde generatie: Ver. 3.1.1 iPod van de vijfde generatie: Ver. 1.1.2 iPod photo: Ver. 1.2.1 iPod mini: Ver. 1.4.1 iPod nano: Ver. 1.2
• Het toestel kan niet worden gebruikt met softwareversies van voor “28.06.06”. Raadpleeg de handleiding van de iPod voor de bijzonderheden over “iPod software-updates”
®
SOURCE/
AUDIO/RTN
(optioneel)
4 5 6
Voorkeuzetoetsen (1 tot en met 6)
TITLE
Afspelen
Druk op SOURCE/ om naar de iPod-modus te
1
gaan.
TUNER DISC iPod*1→ CHANGER*2→ TUNER
1
Alleen als een iPod is aangesloten.
*
2
*
Alleen als de CD-wisselaar is aangesloten.
Druk op of om het gewenste liedje te
2
kiezen.
Terugkeren naar het begin van het huidige liedje:
Druk op .
Snel achteruit spoelen:
De toets ingedrukt houden.
Naar het begin van het volgende liedje gaan:
Druk op .
Snel vooruit spoelen:
De toets ingedrukt houden.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op
3
/ /ENT.
Druk opnieuw op de toets //ENTom het afspelen te hervatten.
• Een liedje dat op de iPod werd afgespeeld terwijl deze aan dit toestel wordt aangesloten, zal verder worden afgespeeld vanaf het punt waar het werd onderbroken na het loskoppelen.
Een gewenst liedje zoeken
Een iPod kan honderden liedjes bevatten. Door taginformatie van het bestand te gebruiken en deze liedjes te organiseren in afspeellijsten, maken de zoekfuncties van dit toestel het gemakkelijker om naar liedjes te zoeken. Elke muziekcategorie heeft een eigen rangorde. Gebruik de zoekmodus Playlist/Artist/Album/Song/Podcast/Genre/Composer om uw zoekopdrachten verder te verfijnen op basis van de onderstaande tabel.
Rangorde 1 Rangorde 2 Rangorde 3 Rangorde 4
Afspeellijst Liedje
Artiest*
Album*
Liedje
Podcast Episode
Genre*
Composer*
Bijvoorbeeld: Zoeken op artiestnaam. Het volgende voorbeeld legt uit hoe een zoekopdracht ARTIST wordt uitgevoerd. Een andere zoekmodus kan worden gebruikt voor dezelfde bewerking, maar de rangorde verschilt.
Druk op /ESC om de zoekselectiemodus in
1
werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
artiestzoekmodus te kiezen en druk vervolgens op de toets / /ENT.
Playlist Artist Album Song Podcast Genre Composer Playlist
Draai aan de encoder-draaiknop om de gewenste
3
track te selecteren en druk dan op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop om een album te
4
kiezen en druk vervolgens op de toets / /ENT.
Album*
Liedje
-
Artiest*
Album*
--
Liedje
--
--
--
Album*
Liedje
-
Liedje
-
29-NL
Draai aan de encoder-draaiknop om een liedje te
5
kiezen en druk op de toets / /ENT.
Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
• Nadat u de toets / /ENT minstens 2 seconden hebt ingedrukt
in elke rangorde (behalve de rangorde SONG) worden alle liedjes van de geselecteerde rangorde afgespeeld.
• Nadat u in de zoekmodus [ALL] hebt geselecteerd met “*”, drukt
u minstens 2 seconden op / /ENT om alle liedjes in de iPod of in de geselecteerde zoekmodus af te spelen.
• Als u in de zoekmodus de toets /ESC minstens 2 seconden
ingedrukt houdt, of als gedurende 10 seconden geen bediening wordt uitgevoerd, wordt de zoekmodus geannuleerd.
• Vanuit de zoekmodus keert u terug naar de vorige modus door op
AUDIO/RTN te drukken.
• De zoekfunctie is tijdens het gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus niet worden gebruikt.
• In de afspeellijstzoekmodus wordt “NO SONG” weergegeven als er geen liedje in de gekozen afspeellijst staat.
• In de zoekmodus PLAYLIST wordt “NO PODCAST” weergegeven als er geen podcast-gegevens in de iPod staan.
• Als “iPod-naam” die in de iPod is opgeslagen, is geselecteerd in de gewenste afspeellijstzoekmodus en u op de toets / /ENT hebt gedrukt, kunt u alle liedjes in de iPod zoeken. Als u
/ /ENT minstens 2 seconden ingedrukt houdt, worden alle
liedjes in de iPod afgespeeld.
• Afhankelijk van de iPod wordt de zoekfunctie podcast niet ondersteund.
• Als op een van de voorkeuzetoetsen (1 tot 6) is gedrukt in de zoekmodus, kunt u snel een zoekopdracht uitvoeren door naar de gespecificeerde locatie te gaan. Raadpleeg “Rechtstreekse zoekfunctie” op pagina 30 voor meer informatie.
Quick Search (snel zoeken)
U kunt uit alle liedjes in de iPod een liedje zoeken zonder eerst een album, artiest, enz. te kiezen.
Houd /ESC minstens 2 seconden ingedrukt om
1
de snelzoekfunctie in te schakelen.
Draai aan de encoder-draaiknop om het
2
gewenste liedje te kiezen.
Het gekozen liedje wordt onmiddellijk afgespeeld.
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden.
• Als er veel liedjes op de iPod staan, neemt het wat tijd in beslag om liedjes te zoeken.
• Als op een van de voorkeuzetoetsen (1 tot 6) is gedrukt in de zoekmodus, kunt u snel een zoekopdracht uitvoeren door naar de gespecificeerde locatie te gaan. Raadpleeg “Rechtstreekse zoekfunctie” op pagina 30 voor meer informatie.
Direct Search Functie (gericht zoeken)
De rechtstreekse zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om op een efficiëntere manier een album, liedje, enz. te zoeken. In de modus Playlist/Artist/Album/Song/Podcast/Genre/Composer kunt u snel elk liedje opsporen.
Druk in de zoekmodus op een van de voorkeuzetoetsen (1 tot 6 ) om snel een aangegeven percentage van uw liedjesinhoud over te slaan.
Voorbeeld van het zoeken op liedje: Als er 100 liedjes op uw iPod staan, zijn deze verdeeld in 6 groepen, waarbij gebruik wordt gemaakt van percentages (zoals hieronder). Deze groepen worden toegewezen aan de voorkeuzetoetsen (1 tot
6).
Voorbeeld 1: Veronderstel dat het liedje dat u zoekt zich ongeveer in het midden (50%) van uw bibliotheek bevindt: druk op toets 4 om naar het 50 encoder-draaiknop om het gewenste liedje te zoeken.
Voorbeeld 2: Veronderstel dat het liedje dat u zoekt zich ongeveer aan het einde (83%) van uw bibliotheek bevindt: druk op toets 6 om naar het 83 encoder-draaiknop om het gewenste liedje te zoeken.
Voorkeuze­toetsen
Liedjes
ste
liedje te springen en draai aan de
ste
liedje te springen en draai aan de
Alle 100 liedjes (100%)
0% 17% 33%50% 67% 83%
de
ste
ste
Eerste
liedje
17
liedje
33
liedje
50
liedje
67
liedje
ste
83
liedje
ste
Afspeellijst/Artiest/Album/Podcast/Genre/ Composer selecteren
Podcast/Genre/Composer kan op een eenvoudige manier worden veranderd. Wanneer u bijvoorbeeld naar een liedje van een gekozen album luistert, kunt u van album veranderen.
Druk op de toets ddofooom de gewenste Playlist/Artist/Album/Podcast/Genre/Composer te kiezen.
• Als de liedjeszoekfunctie is gebruikt om een liedje te kiezen, is deze functie inactief.
• Als u bij het zoeken op artiest een album kiest, kunt u andere albums van de betreffende artiest zoeken.
• Deze functie is inactief bij het afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.)
30-NL
Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.)
Artiestennaam
*
1
Naam van liedje
*
1
Albumnaam
*
1
Naam van liedje
*
1
Kalender/Klok
Naam van liedje
*
1
(Leeg)
(Leeg)
Tracknr./Alle liedjes nr.
*
2
/Verstreken tijd
Tracknr./Alle liedjes nr.
*
2
/Verstreken tijd
Naam van liedje
*
1
Naam van liedje
*
1
*
3
*
3
Repeat Play (herhaald afspelen)
De functie voor afspelen in willekeurige volgorde van de iPod wordt weergegeven als M.I.X. op dit toestel.
Afspelen van albums in willekeurige volgorde:
De liedjes op elk album worden in de juiste volgorde afgespeeld. Nadat alle liedjes van het album zijn afgespeeld, wordt het volgende album willekeurig geselecteerd. Dit gaat door tot alle albums zijn afgespeeld.
Afspelen van liedjes in willekeurige volgorde:
Afspelen van liedjes in willekeurige volgorde speelt willekeurig af binnen de geselecteerde categorie (afspeellijst, album, enz.). De liedjes binnen de categorie worden een keer afgespeeld tot alle liedjes zijn afgespeeld.
Druk op 5 .
1
De liedjes worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
M.I.X. M.I.X. (off) M.I.X.
(Afspelen van albums in willekeurige volgorde)
Om de M.I.X.-afspeelmodus te annuleren, kiest u
2
(off) met de bovenstaande procedure.
• Als u een liedje in de albumzoekmodus hebt gekozen voordat u de functie voor het afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) koos, worden de liedjes niet in willekeurige volgorde afgespeeld, zelfs niet als de functie voor het afspelen van albums in willekeurige volgorde werd gekozen.
(Afspelen van liedjes in willekeurige volgorde)
Shuffle ALL:
Bij Alles in willekeurige volgorde afspelen worden alle liedjes op de iPod in willekeurige volgorde afgespeeld. Elk liedje wordt slechts een keer afgespeeld tot alle liedjes aan bod zijn gekomen.
Druk op 6.
1
De liedjes worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
M.I.X. (off) M.I.X. (Alles afspelen in willekeurige volgorde)
Om de M.I.X.-afspeelmodus te annuleren, kiest u
2
(off) met de bovenstaande procedure.
• Als Alles afspelen in willekeurige volgorde is gekozen, wordt al het geselecteerde dat in de zoekmodus wordt afgespeeld, geannuleerd.
Alleen de functie Eén herhalen is beschikbaar voor de iPod.
Eén herhalen:
Eén liedje wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk op 4.
1
Het gekozen liedje wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT (off) RPT (Eén herhalen)
Om het herhaald afspelen te annuleren, kiest u (off)
2
met de bovenstaande procedure.
• Tijdens het herhaald afspelen kunnen geen andere liedjes worden gekozen door op of te drukken.
Tekst weergeven
U kunt de taginformatie van een liedje op de iPod weergeven.
Druk op TITLE.
Bij elke druk op de knop verandert het display.
• Als u het display wilt veranderen als Tekstscroll is ingesteld op handmatig, drukt u op TITLE terwijl de tekst aan het scrollen is. Als het scrollen is voltooid, drukt u op TITLE om weer door de tekst te scrollen.
1
*
TAG-informatie Als de scrollinstelling (pagina 28) op “Automatisch” is ingesteld, wordt er automatisch door de taginformatie gescrold. Als er geen tekstinformatie is, wordt geen boodschap weergegeven.
2
*
De nummers van alle weergegeven liedjes variëren afhankelijk van de liedjes die door de zoekopdracht zijn geselecteerd.
3
*
Als de scrollinstelling (pagina 28) is ingesteld op “Automatisch”, kan het display niet worden gewisseld door te drukken op TITLE. De inhoud op het display zal afwisselend omschakelen.
• Alleen alfanumerieke tekens (ASCII) kunnen worden weergegeven.
• Als de naam van de artiest, het album of het liedje die is aangemaakt met iTunes te lang is, zullen de liedjes misschien niet worden afgespeeld wanneer de iPod wordt aangesloten op de adapter. Daarom wordt een maximum van 250 tekens aanbevolen. Het maximum aantal tekens voor de head-unit is 128 (128 bytes).
• Sommige tekens zullen misschien niet juist worden weergegeven.
• Het display is leeg als de tekstinformatie niet wordt ondersteund door het toestel.
31-NL
Wisselaar (optioneel)
//ENT
SOURCE
Bediening van een CD-wisselaar (optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 of 12 CD’s kan worden aangesloten op dit toestel als deze compatibel is met Ai-NET. Als een CD-wisselaar is aangesloten op de AiNET-ingang van dit toestel, kan de CD-wisselaar worden bediend op dit toestel. Met behulp van de KCA-400C (multiwisselaar-schakeltoestel) of de KCA-410C (Versatile Link-klem) kunnen verschillende wisselaars door dit toestel worden bestuurd. Zie “Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (optioneel)” op pagina 32 om de CD-wisselaars te kiezen.
• De bedieningstoetsen op dit toestel voor de bediening van de CD­wisselaar zijn alleen actief als een CD-wisselaar is aangesloten.
• De DVD-wisselaar (optioneel) kan zowel worden bestuurd via dit toestel als via de CD-wisselaar.
Druk op de toets SOURCE/ om de
1
wisselaarmodus in werking te stellen.
Op het display worden het CD-nummer en het tracknummer weergegeven.
• De bronindicator is afhankelijk van de aangesloten bron.
• Druk op de toets BAND/TA om de CD-modus om te schakelen naar de wisselaarmodus.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
2
diskkeuzefunctie in werking te stellen.
Diskkeuzefunctie0
(CD nr.1-6)
RPT/M.I.X.-modus
Druk op de diskkeuzetoets (1 tot 6) die
3
overeenkomt met een van de CD’s in de CD-wisselaar.
Het geselecteerde disknummer verschijnt op het display en de CD/MP3 wordt afgespeeld.
• Na het kiezen van de gewenste CD kunt u de wisselaar op dezelfde manier bedienen als de CD-speler van dit toestel. Voor meer details verwijzen we naar het hoofdstuk CD/MP3/WMA/AAC.
BAND/TA
/
FUNC./SETUP
Keuzetoetsen
(1 tot 6)
Diskkeuzefunctie*
(CD nr.7-12)
Diskkeuzefunctie
(CD nr.1-6)
MP3-bestanden afspelen met de CD-wisselaar (optioneel)
Als u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u op dit toestel CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen waarop MP3­bestanden staan.
Druk op de toets SOURCE/ om naar de MP3-
1
wisselaarmodus te gaan.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
2
diskkeuzefunctie in werking te stellen.
M.I.X./REPEAT bedieningsmodus Selectiemodus van de CD M.I.X./REPEAT bedieningsmodus
Druk op een van de diskkeuzetoetsen (1 tot 6)
3
die overeenkomen met de gewenste CD in de CD­wisselaar.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op
4
/ /ENT.
Druk opnieuw op de toets //ENTom het afspelen te hervatten.
• Het toestel kan CD’s afspelen met zowel audiogegevens als MP3­bestanden.
• Om MP3 te gebruiken met een MP3-compatibele CD-wisselaar, gaat u naar “CD/MP3/WMA/AAC” op pagina 12 tot 15.
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (optioneel)
Het Ai-NET-systeem van Alpine ondersteunt tot 6 CD-wisselaars. Bij gebruik van twee of meer wisselaars dient de KCA-400C (multiwisselaar-schakeltoestel) te worden gebruikt. Gebruikt u 1 schakeltoestel, dan kunt u tot 4 CD-wisselaars aansluiten. Gebruikt u 2 schakeltoestellen, dan kunt u tot 6 CD-wisselaars aansluiten. Als u de KCA-410C (Versatile Link-aansluiting) gebruikt, kunt u twee wisselaars en twee externe uitgangen (AUX) aansluiten.
Druk op de toets SOURCE/ op dit toestel om de
1
CD-wisselaarmodus in werking te stellen.
Druk op de toets BAND/TA om de selectiemodus
2
voor de CD-wisselaar in werking te stellen.
De selectiemodus voor de CD-wisselaar blijft gedurende enkele seconden actief.
Druk op de toets BAND/TA tot de indicator voor
3
de gewenste CD-wisselaar op het display verschijnt.
• Als de gekozen CD-wisselaar niet is aangesloten, wordt “NO CHANGER (No.)” op het display weergegeven.
• Om de gekozen wisselaar te bedienen, zie “CD/MP3/WMA/AAC” (pagina’s 12-15).
• Voor meer details over de externe ingang (AUX) als de KCA-410C wordt gebruikt, zie “AUX-modus instellen (V-Link)” op pagina 25.
* Als een CD-wisselaar voor 12 CD’s is aangesloten.
32-NL
Afstandsbediening
Bedieningstoetsen op de afstandsbediening
q De toets SOURCE
Druk op deze toets om de audiobron te selecteren.
w Volumetoetsen
Om het volume te verhogen: Druk op de toets
Om het volume te verlagen: Druk op de toets
e De toets
Radiomodus: Met deze toets verschijnen de in de voorkeuzezendertoetsen geprogrammeerde zenders in oplopende volgorde (zie afbeelding).
¡ ™ ... § ¡
CD-wisselaarmodus: Diskselectietoets (UP) Druk op deze toets om een CD te kiezen in oplopende volgorde.
MP3/WMA/AAC-modus: Mapselectietoets (UP) Druk op deze toets om de map te kiezen.
MP3-compatibele CD-wisselaarmodus: Map-/Diskselectietoets (UP) Druk op deze toets om een map te kiezen in oplopende volgorde. Houd deze toets ingedrukt om een disk in oplopende volgorde te kiezen.
iPod-modus: wisselt Afspeellijst/Artiest/Album.
ff
u De toets POWER
Druk op deze toets om het toestel in en uit te schakelen.
i De toets Band
Radiomodus: BAND-toets Druk op deze toets om een andere frequentieband te kiezen.
Wisselaarmodus: Om de wisselaar te veranderen.
o De toets UP
Radiomodus: De toets SEEK (UP) CD/iPod-modus: Druk op deze toets om naar het begin van de volgende track te gaan.
!0 De toets
Radiomodus: Met deze toets verschijnen de in de voorkeuzezendertoetsen geprogrammeerde zenders in aflopende volgorde (zie afbeelding).
pp
§ ∞ ... ¡ §
CD-wisselaarmodus: Diskselectietoets (DN) Druk op deze toets om een CD te kiezen in aflopende volgorde. MP3/WMA/AAC-modus: Mapselectietoets (DN) Druk op deze toets om de map te kiezen.
MP3-compatibele CD-wisselaarmodus: Mapselectietoets (DN)/Diskselectietoets (DN) Druk op deze toets om een map te kiezen in aflopende volgorde. Houd deze toets ingedrukt om een disk in dalende volgorde te kiezen.
iPod-modus: wisselt Afspeellijst/Artiest/Album.
!1 De toets MUTE
Druk op deze toets om het volume onmiddellijk met 20 dB te verminderen. Druk opnieuw op deze toets om de functie uit te schakelen.
Audioprocessor bedienen
Druk op de A.PROC toets om de modus te kiezen.
1
Normale modus T.CORR X-OVER Normale modus
Druk op de toets ddofooom het item te kiezen.
2
Tijdcorrectie- (T.CORR-) modus/Scheidingsfilter­(X-OVER-) modus: Maak uw keuze uit MEMORY 1 tot 6.
r De toets DN
Radiomodus: De toets SEEK (DN) CD/iPod-modus: Druk op deze toets om terug te keren naar het begin van de huidige track.
t De toets /
Druk op deze toets om de CD om te schakelen tussen afspelen en pauze.
y Audioprocessortoets
Telkens als u op deze toets drukt, wijzigt de audioprocessormodus. Raadpleeg voor meer informatie, “Audioprocessor bedienen” hieronder. Druk op de toets om de modus voor de externe audioprocessor in werking te stellen als de externe audioprocessor is aangesloten.*
1
*
Voor de werking van de externe audioprocessor raadpleegt u de handleiding bij de externe audioprocessor die u heeft aangeschaft.
1
33-NL
Batterijen vervangen
Geschikte batterijen: Gebruik twee “AAA”-batterijen of gelijkwaardig.
Batterijafdekking openen
1
Schuif het batterijdeksel open door stevig in de richting van de pijl te drukken.
Batterijen vervangen
2
Plaats de batterijen en houd rekening met de aangegeven polariteit.
Het deksel sluiten
3
Schuif het deksel op zijn plaats zoals wordt afgebeeld, tot u een klik hoort.
Bedienbaar met afstandsbediening
Richt de zender van de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor.
Sensor van de afstandsbediening
Aansluitbaar op de interfacedoos voor de afstandsbediening
Dit toestel kan worden bediend via de audiotoetsen van het voertuig. U dient gebruik te maken van een optionele Alpine-interfacedoos voor de afstandsbediening. Neem contact op met uw Alpine­dealer voor meer bijzonderheden.
34-NL
Informatie
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u de items in de volgende checklist raadplegen. Met deze gids kunt u een probleem dat afkomstig is van het toestel gemakkelijker identificeren. Ligt het probleem niet bij het toestel, kijk dan alle aansluitingen van het systeem na of neem contact op met een erkende Alpine-dealer.
Algemeen
Toestel of display werkt niet.
• Het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
- Als het toestel werd aangesloten volgens de instructies, zal het niet werken als het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
• Verkeerde aansluiting van stroomdraad (rood) en accukabel (geel).
- Controleer de aansluitingen van de stroomdraad en de accukabel.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van het toestel; vervang indien nodig door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-toets.
Radio
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenneaansluiting ofwel een open aansluiting.
- Kijk na of de antenne correct is aangesloten; vervang indien
nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk om af te stemmen op zenders in de zoekmodus.
• U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Controleer of de tuner in de DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne niet is geaard of verkeerd is aangesloten.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk is geaard op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De uitzending is lawaaierig.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang ze als ze is gebroken.
• De antenne is slecht geaard.
- Zorg ervoor dat de antenne degelijk is geaard op de
montageplaats.
CD
CD-speler/wisselaar werkt niet.
• Bedrijfstemperatuur van +50 °C voor de CD werd overschreden.
- Laat de binnenkant van het voertuig (of de kofferruimte)
afkoelen.
Weergegeven geluid van de CD zweeft.
• Vochtcondensatie in de CD-module.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie is verdampt (ongeveer 1
uur).
CD kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een CD in de CD-speler.
- Haal de CD uit de speler.
• De CD is niet goed geplaatst.
- Ga na of de CD werd geplaatst volgens de instructies in het hoofdstuk Werking van de CD-speler.
CD kan niet snel vooruit of achteruit spoelen.
• De CD is beschadigd.
- Haal de CD uit het toestel en gooi hem weg. Als u een beschadigde CD gebruikt, kan het mechanisme van het toestel beschadigd raken.
Geluidsweergave van CD verspringt wegens trillingen.
• Toestel verkeerd bevestigd.
- Zet het toestel opnieuw degelijk vast.
• De CD is zeer vuil.
- Reinig de CD.
• De CD vertoont krassen.
- Vervang de CD.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare reinigings-CD om de lens te reinigen. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
Weergegeven geluid van CD verspringt zonder trillingen.
• De CD is vuil of gekrast.
- Reinig de CD; als de CD is beschadigd, moet hij worden vervangen.
Foutmeldingen (alleen ingebouwde CD-speler).
• Mechanische fout.
- Druk op q. Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de CD weer in het toestel. Als bovenstaande oplossing niet helpt, dient u uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer te raadplegen.
Afspelen van CD-R/CD-RW onmogelijk.
• Sessie werd niet degelijk beëindigd (afgesloten).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
MP3/WMA/AAC
MP3, WMA of AAC wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat is geschreven.
Zie “Over MP3/WMA/ACC” (pagina 14-15) en schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit toestel wordt ondersteund.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er komt geen signaal uit de luidsprekeruitgang van de interne versterker.
- Power IC is op “ON” gezet (pagina 26).
iPod
iPod speelt niet af en er komt geen geluid uit.
• De iPod is niet herkend.
- Stel dit toestel en de iPod terug. Raadpleeg “Ingebruikneming”
(pagina 7). Om de iPod terug te stellen, kunt u de gebruiksaanwijzing van de iPod raadplegen.
Indicatie voor CD-speler
High Temperature
• Beschermingscircuit wordt in werking gesteld door hoge temperatuur.
- De indicatie zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
het normale werkingsbereik ligt.
35-NL
No Disc
• Geen CD geplaatst.
- Plaats een CD.
• Hoewel een CD is geplaatst, verschijnt “No Disc” en het toestel begint niet met afspelen of werpt de CD niet uit.
- Verwijder de CD als volgt:
Druk opnieuw minstens 2 seconden op de toets q. Als de CD nog niet wordt uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
Error 02
• Er is een CD achtergebleven in de CD-wisselaar.
- Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie in werking te stellen. Als de CD-wisselaar de uitwerpfunctie heeft beëindigd, plaatst u een leeg magazijn in de CD-wisselaar om de CD terug te krijgen die in de CD-wisselaar is achtergebleven.
Error
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op de toets q en werp de CD uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet is verdwenen, drukt u nogmaals
op de toets q. Als de foutmelding nog steeds niet is verdwenen nadat u enkele keren op de toets q heeft gedrukt, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
Als “Error” wordt weergegeven:
Als de CD niet kan worden uitgeworpen door op q te drukken, drukt u op de RESET-toets (zie pagina 7) en drukt u opnieuw op q. Als de CD nog steeds niet kan worden uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
PROTECT
• Er werd een WMA-bestand met auteursrechtelijke bescherming afgespeeld.
- U kunt alleen bestanden afspelen die niet auteursrechtelijk zijn
beschermd.
UNSUPPORTED
• Er wordt een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid gebruikt die niet door het toestel wordt ondersteund.
- Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die door het
toestel wordt ondersteund.
Indicatie voor CD-wisselaar
High Temperature
• Beschermingscircuit wordt in werking gesteld door hoge temperatuur.
- De indicatie zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
het normale werkingsbereik ligt.
Error 01
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de magazijnuitwerptoets
en verwijder het magazijn. Controleer de indicatie. Plaats het magazijn opnieuw. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerptoets. Als het magazijn niet wordt
uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
No Magazine
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Plaats een magazijn.
No Disc
• Geen CD aangegeven.
- Kies een andere CD.
Indicatie voor iPod-modus
No iPod
• De iPod is niet aangesloten.
- Zorg ervoor dat de iPod correct is aangesloten (zie “Aansluitingen”). Controleer of de kabel niet te sterk is gebogen.
NO SONG
• Er zijn geen liedjes opgeslagen op de iPod.
- Download liedjes naar de iPod en sluit hem aan op de adapter.
NO PODCAST
• Er zijn geen podcast-bestanden opgeslagen op de iPod.
- Download podcast-bestanden naar de iPod en sluit hem aan op dit toestel.
Error 01
• Communicatiefout.
- Zet de contactsleutel uit en dan weer ON.
- Controleer het display door de iPod opnieuw met de iPod-kabel op deze eenheid aan te sluiten.
Error 02
• Veroorzaakt doordat de iPod-softwareversie niet compatibel is met dit toestel.
- Update de iPod-softwareversie zodat ze compatibel is met dit toestel.
36-NL
Specificaties
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 87,5-108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono 0,7 μV
Selectie alternatief kanaal 80 dB
Signaal/ruisverhouding 65 dB
Stereoscheiding 35 dB
Vangbereik 2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 531-1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm) 25,1 μV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 153-281 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm) 31,6 μV/30 dB
CD-SPELERGEDEELTE
Frequentiebereik 5-20.000 Hz (±1 dB)
Wow & Flutter (% WRMS) Niet meetbaar
Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz)
Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruisverhouding 105 dB
Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz)
PICKUP
Golflengte 795 nm
Laservermogen KLASSE I
ALGEMEEN
Spanningsvereiste 14,4 V DC
(11-16 V toegelaten)
x
Maximaal vermogen 60 W
Maximale pre-outspanning
Lage tonen +20/–14 dB bij 60 Hz
Hoge tonen ±14 dB bij 10 kHz
Gewicht 1,7 kg
4
4 V/10 k ohms
CHASSISAFMETINGEN
Breedte 178 mm
Hoogte 50 mm
Diepte 160 mm
AFMETINGEN FRONT
Breedte 170 mm
Hoogte 46 mm
Diepte 24 mm
Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de
technische gegevens en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
VOORZICHTIG
KLASSE 1
LASERPRODUCT
(Onderzijde van speler)
37-NL
Installatie en aansluitingen
Voor u het toestel installeert of aansluit, dient u volgende informatie en pagina 3 tot 5 van deze handleiding grondig door te nemen.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN 12­VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Het niet naleven van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan elektrische schokken of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET ELEKTRISCHE KABELS.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om andere systemen van stroom te voorzien. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of een elektrische schok tot gevolg kan hebben.
GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen leidingen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over het voertuig onmogelijk maken en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN WAAR HET TOESTEL DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG, ZOALS HET STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL, ZOU KUNNEN HINDEREN.
Als u dat wel doet, kan het zicht vooruit worden belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid dient u voor dit werk altijd contact op te nemen met de dealer bij wie u dit toestel heeft gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIREONDERDELEN EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Zorg ervoor dat u alleen de vermelde accessoireonderdelen gebruikt. Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de buurt van bewegende onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of puntige randen. Dit voorkomt dat de bedrading wordt geplooid en beschadigd. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof komt. Het toestel kan defect raken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
Vergeet niet de kabel los te koppelen van de (–) accupool voor u uw CDA-9887R installeert. Hierdoor vermijdt u elke kans op beschadiging van het toestel in geval van een kortsluiting.
• Zorg dat u de kleurgecodeerde stroomdraden aansluit volgens het diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot gevolg hebben.
• Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig tot stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer). Maak geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit toestel. Als u de CDA-9887R aansluit op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring waarop de CDA-9887R wordt aangesloten de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig beschadigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer in geval van twijfel.
• De CDA-9887R is uitgerust met vrouwelijke RCA-aansluitingen om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren beschikken. U heeft misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende Alpine-dealer om hulp.
• Zorg ervoor dat u de negatieve luidsprekerdraad (–) aansluit op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de luidsprekerkabels van het linker- en rechterkanaal nooit met elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte hieronder en bewaar het als referentie. Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u aan de onderzijde van het toestel.
38-NL
SERIENUMMER: INSTALLATIEDATUM: INSTALLATIETECHNICUS: PLAATS VAN AANKOOP:
Installatie
Voorframe
Schroeven (M5 8) (meegeleverd)
Dit toestel
Bevestigingssteun
Voorzichtig
Blokkeer de ventilator of de warmteverspreider van het toestel niet, want hierdoor wordt de luchtcirculatie gehinderd. In dit geval kan de warmte in het toestel zich opstapelen en brand veroorzaken.
Luchtventilatiegat
(Achterkant van CDA-9887R)
Afneembaar front
Voorzichtig
Als u dit toestel in uw auto installeert, mag u het afneembare front niet verwijderen. Als u het afneembare front tijdens de installatie verwijdert, kunt u te hard op de metalen plaat drukken die het front op zijn plaats houdt, waardoor de plaat verbuigt.
Het ingebouwde toestelgedeelte moet binnen de 35 graden van het
horizontale vlak worden gemonteerd, van achter naar voor.
2
Als uw voertuig uitgerust is met de steun, monteert u de lange zeskantbout in het achterpaneel van de CDA­9887R en plaatst u de rubberen dop op de zeskantbout. Als uw voertuig niet over de montagesteun beschikt, versterkt u de head-unit met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Verbind alle andere draden van de CDA-9887R overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk AANSLUITINGEN.
U dient een schroef
installatieplaats in het chassis.
Schuif de CDA-9887R in het dashboard. Als het toestel
3
op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Op die manier wordt het toestel stevig vergrendeld en kan het niet per ongeluk loskomen van het dashboard.
Metalen montagebeugel
*
Zeskantmoer (M5)
* te kiezen die geschikt is voor de
Schroef
Sierbout
Dit toestel
Minder dan 35°
1
Steun
Montageslede (meegeleverd)
Drukplaten
* Als de geïnstalleerde montageslede los in het dashboard zit,
kunnen de drukplaten licht worden verbogen om het probleem te verhelpen.
Verwijder de montageslede uit het ingebouwde toestelgedeelte (zie “Demontage” op pagina 39). Schuif de montageslede in het dashboard en zet de slede vast met de metalen sluitingen.
Rubberen dop (meegeleverd)
Zeskantbout (meegeleverd)
Dashboard
*
Dit toestel
Borgpen
Demontage
1.Verwijder het afneembare front.
2.Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse positie te duwen (zie tekening hierboven). Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór u de tweede pen losmaakt.
3.Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat het niet meer vastklikt.
<JAPANESE CAR>
39-NL
Aansluitingen
(Zwart) Adaptieve stuurwielafstandsbediening G . Aardingsdraad
(Bruin/Geel) Adaptieve stuurwielafstandsbediening IN1
(Bruin/Oranje) Adaptieve stuurwielafstandsbediening IN2
(Blauw)
(Roze/Zwart)
(Rood)
(Zwart) Aardingsdraad
(Blauw)
Accustroomdraad
(Geel)
Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
(Blauw/Wit) Inschakeldraad versterker (remote)
(Oranje) Dimmer
Geschakelde stroomdraad (contactslot)
Draad voor de elektrische antenne
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/zwart)
(Grijs)
(Violet/Zwart)
(Violet)
(Zwart)
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening.
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening.
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening.
Naar iPod
Naar voertuigdisplay-interface
Antenne
JASO-antenneplug
ISO-antenneplug
Naar autotelefoon
Naar equalizer of versterker
Naar verlichtingsdraad instrumentengroep
Naar elektrische antenne
Contactsleutel
Luidsprekers
Accu
Links achteraan
Links vooraan
Rechts vooraan
Rechts achteraan
40-NL
Ai-NET
EQ/DIV
NORM
F/R Sub-W
X-OVER
3-WEGS
CD-wisselaar
(afzonderlijk verkocht)
Luidsprekers
Links
Versterker
Versterker
Versterker
achteraan
Rechts achteraan
Links vooraan
Rechts vooraan
Subwoofers
* Het label is onderaan het toestel aangebracht.
q Aansluiting voertuigdisplay-interface (zwart)
Levert controlesignalen voor de voertuigdisplay-interface. Sluit deze aan op de optionele voertuigdisplay­interfacedoos. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
w Antennebus e Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
(Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audio-uitgang van een gsm, die aardsluiting geeft als een oproep wordt ontvangen.
r Inschakeldraad versterker (remote) (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad van uw versterker of signaalprocessor.
t Dimmerdraad (Oranje)
Deze draad mag worden aangesloten op de stroomdraad voor de verlichting van de instrumentengroep. Hiermee kunt u de achtergrondverlichting van het toestel dimmen met de dimmerregeling van het voertuig.
y Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open klem in de zekeringkast van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de accessoirepositie staat.
u Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het voertuig. Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met blank metaal en degelijk is vastgezet met de meegeleverde plaatmetaalschroef.
i Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische antenne, indien van toepassing.
Deze draad mag alleen worden gebruikt om de elektrische antenne
van het voertuig te sturen. Gebruik deze draad niet om een versterker, een signaalprocessor, e.d. in te schakelen.
o Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de autoaccu.
!0 Zekeringhouder (15 A) !1 ISO-stroomtoevoerconnector !2 ISO-aansluiting (luidsprekeruitgang) !3 Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links
achteraan (+)
!4 Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker
-
links achteraan (
)
!5 Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links
vooraan (+)
!6 Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links
vooraan (
-
)
!7 Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker
-
rechts vooraan (
)
!8 Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts
vooraan (+)
!9 Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker
-
rechts achteraan (
)
@0 Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts
achteraan (+)
@1 Interface-aansluiting voor
stuurwielafstandsbediening
Naar interfacedoos voor de stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
@2 Ai-NET-aansluiting
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsaansluiting van andere producten (CD-wisselaar, equalizer, enz.) die zijn uitgerust met Ai-NET.
@3 RCA-uitgangen achteraan
ROOD is rechts en WIT is links.
@4 RCA-uitgangen vooraan
ROOD is rechts en WIT is links.
@5 RCA-uitgangen subwoofer
ROOD is rechts en WIT is links.
@65 Systeemschakelaar
Als u een processor aansluit met behulp van Ai-NET, zet u deze schakelaar in de stand EQ/DIV. Als er geen toestel is aangesloten, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de
schakelaar verandert.
@7 De 2,2k (3-wegse)/4,2k (F/R/Sub-W)-schakelaar
instellen
Stel de 2,2k (3-wegse)/4,2k (F/R/Sub-W)-schakelaar in volgens uw audiosysteem.
@8 Voedingsconnector @9 Ai-NET-kabel (meegeleverd bij CD-wisselaar) #0 RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht) #1 DC/DC-omzetter
Installeer de omzetter niet op een plaats waar hij kan worden
blootgesteld aan water, zoals onder de vloermat of de airco. Dit kan een storing veroorzaken.
Bundel de kabel van de DC/DC-omzetter niet samen met andere
audiokabels. Dit zou ruis in het systeem kunnen veroorzaken.
Houd de DC/DC-omzetter op een veilige afstand van de
antennekabels en de achterzijde van het toestel, anders kan er ruis ontstaan als een radio-uitzending wordt ontvangen.
#2 ISO/JASO-antenneadapter (afzonderlijk verkocht)
Afhankelijk van het voertuig kan een ISO/JASO­antenneadapter vereist zijn.
#3 Adaptieve stuurwielafstandsbediening in 1 draad
(Bruin/Geel)
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine­dealer.
#4 Adaptieve stuurwielafstandsbediening in 2 draad
(Bruin/Oranje)
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine­dealer.
#5 Adaptieve stuurwielafstandsbediening G.GND
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine­dealer.
#5 iPod Direct Connector (blauw)
Besturing iPod-signalen. Sluit dit op een iPod of op een optionele Bluethooth Box aan. Om handenvrij te kunnen bellen met uw mobiele telefoon, is een aansluiting met een optionele Bluetooth Box vereist. Voor meer informatie over de aansluiting verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de Bluetooth Box. U kunt deze ook op een extern toestel aansluiten (zoals een draagbare speler) met een iPod Direct/RCA-interfacekabel (afzonderlijk verkocht).
* Zie “AUX+-instelmodus instellen” (pagina 25).
AUX+ ON : Wanneer het externe toestel is aangesloten. AUX+ OFF : Wanneer een iPod is aangesloten.
#6 FULL SPEEDTM-aansluitkabel (KCE-422i)
(afzonderlijk verkocht)
41-NL
De stand van de X-Over-schakelaar voor een 4,2-kanaals systeem (het
Uitgang van dit toestel:
Vooruitgang Achteruitgang SUBW-uitgang
Hogetonenluid­spreker achter (L)
Hogetonenluid­spreker voor (L)
Hogetonenluid­spreker voor (R)
Hogetonenluid­spreker achter (R)
Lagetonenluid­spreker (R)
Lagetonenluid­spreker (L)
Hogetonenluid­spreker (L)
Hogetonenluid­spreker (R)
Middentonenluid­spreker (R)
Lagetonenluid­spreker (R)
Lagetonenluid­spreker (L)
Middentonenluid­spreker (L)
frequentiebereik wordt opgesplitst in hoge tonen voor voor/achter en lage tonen voor de subwoofer).
Stand van de X-Over-schakelaar: F/R/Sub-W
De stand van de X-Over-schakelaar voor een 2,2-kanaals systeem, waarbij het frequentiebereik wordt opgesplitst in hoge tonen (achter), middentonen (voor) en lage tonen (subwoofer).
Stand van de X-Over-schakelaar: 3-WEGS
Gebruik het Subwoofer-uitgangssnoer om dit toestel aan te sluiten op de lagetonenluidspreker.
U kunt de ingebouwde versterker gebruiken om signalen uit te voeren via de uitgang voor/uitgang achter.
U kunt de fader niet instellen in de 3-wegse stand.
Voorkomen dat externe geluiden het audiosysteem binnendringen.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de bedrading van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
• Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende optionele ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan zo ver mogelijk van het toestel vandaan aan. Uw Alpine­dealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
42-NL
Loading...