Alpine introduceert IMPRINT - de eerste technologie van de wereld die de akoestische
problemen in de auto oplost, die normaal afbraak doen aan de geluidskwaliteit.
DROOM versus WERKELIJKHEID
Alle goede muziek begint als een droom van de artiest. Na talloze uren
oefenen, opnemen en mixen, is dat droombeeld klaar om door ons te
worden beluisterd op CD’s, radio en andere media. Maar horen we de
muziek ook op de manier waarop de artiest het heeft gecreëerd? Helaas
kunnen we in werkelijkheid muziek bijna nooit beluisteren precies op de
manier waarop de artiest het bedoeld had. Vooral als we in een auto
luisteren.
AUTO’S ZIJN VRESELIJKE RUIMTES OM MUZIEK TE
LUISTEREN
De binnenkant van een auto is vol materialen die de geluidskwaliteit
belemmeren en er afbraak aan doen. Ramen versterken bijvoorbeeld,
en reflecteren hoge frequenties. De bekleding van de stoelen en het
dashboard veranderen bepaalde frequenties. De vloer absorbeert en
onderdrukt middenfrequenties. Grafische en parametrische EQ’s zijn
maar gedeeltelijke oplossingen voor deze problemen. Verder bevinden
de speakers zich niet op gelijke afstand van de verschillende luisteraars,
waardoor een geluidsbeeld ontstaat dat niet in evenwicht is en niet in
het midden is. Tijdscorrectie kan dit verhelpen, maar slechts voor een
luisterpositie.
INLEIDING TOT IMPRINT
Deze akoestische problemen zijn zo ernstig dat nog geen correctiesysteem
ze heeft kunnen oplossen. Tot nu, want met de introductie van IMPRINT
biedt Alpine een hardware/software-combinatie die deze problemen niet
alleen oplost, maar het geluidsbeeld, de tonale balans en definitie ook
nog verbetert. Dit gebeurt automatisch, in een paar minuten tijd!
OP WELKE MANIER IMPRINT ANDERS IS
IMPRINT met MultEQ is op vijf manieren beter dan andere
equalizersystemen.
1. Het is het enige systeem dat het volledige luistergebied meet,
door informatie van tijddomein op te vangen in elke luisterpositie
en een methode toe te passen om de informatie zo te verwerken
dat alle zitlocaties worden vertegenwoordigd. Dit geeft mensen
op elke stoel de optimale luisterervaring.
Het corrigeert zowel tijd- als frequentieproblemen, voor een
verbeterd geluidsbeeld en een vloeiender, natuurlijker geluid.
Het gebruikt een dynamische frequentieallocatie om honderden
correctiepunten toe te passen op de gebieden waar de
geluidsproblemen het grootst zijn.
Het stelt geoptimaliseerde mengpunten vast voor lage
scheidingsfrequenties.
Het biedt binnen een paar minuten, een geluidsafstemming voor
in de auto die deskundige experts over het algemeen pas na een
paar dagen kan bereiken.
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Het niet naleven van de aanwijzingen kan ernstig
letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT
AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW
VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vereisen, mogen
alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand
heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige
plaats alvorens deze functies te bedienen. Het niet naleven van deze
aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG
ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT
WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Overmatige geluidsvolumes, die geluiden zoals de sirenes van
ambulances of waarschuwingsseinen (spoorwegovergang, enz.)
onhoorbaar maken, kunnen gevaarlijk zijn en kunnen een ongeval tot
gevolg hebben. LUISTEREN NAAR HARDE
GELUIDSVOLUMES IN EEN AUTO KUNNEN OOK SCHADE
AAN HET GEHOOR VEROORZAKEN.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF
WIJZIGEN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan een ongeval, brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET
EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Het
niet naleven van deze aanwijzingen kan brand of andere nare
gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit
toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE
AMPEREWAARDE.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan brand of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN
NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan
dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE
12V-TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel is ontworpen is, kan
brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
RAAK DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE
OPENINGEN NIET AAN EN LEG ER GEEN VREEMDE
VOORWERPEN IN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan letsel of beschadiging van
het toestel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Het niet naleven van de aanwijzingen kan letsel
of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER
ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of
beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw
erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpineonderhoudscentrum voor herstelling.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN
DOOR ELKAAR. PLAATS DE BATTERIJEN VOLGENS
DE JUISTE POLARITEIT.
Als u de batterijen plaatst, dient u de juiste polariteit (+ en -) in acht
te nemen, volgens de aanwijzing. Het scheuren of het uitlekken van
chemische producten uit de batterij kan brand of lichamelijk letsel
veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen.
Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water
bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de
kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60 °C en
-
10 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD
zweven. In dit geval haalt u de CD uit de speler en wacht u ongeveer
een uur tot het vocht is verdampt.
Beschadigde CD
Probeer nooit CD’s af te spelen die gebarsten, verbogen of
beschadigd zijn. Als u een slechte CD afspeelt, kan het
weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen.
Breng het toestel naar uw Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde
Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
3-NL
Probeer het volgende nooit
Neem de CD niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het
automatisch herladingsmechanisme in de speler wordt getrokken.
Probeer geen CD in het toestel te plaatsen terwijl het toestel is
uitgeschakeld.
Correcte hantering
Laat de CD niet vallen. Houd de CD zo vast dat u geen
vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Breng geen kleefband,
papier of zelfklevend papier op de CD aan. Schrijf niet op de CD.
JUIST
CD’s plaatsen
U kunt slechts één CD tegelijk in uw speler plaatsen om af te spelen.
Probeer nooit meer dan één CD in de speler te steken.
Zorg ervoor dat de labelzijde naar boven ligt als u de CD plaatst.
De speler geeft “Error” weer als u de CD op een onjuiste manier
plaatst. Als de speler “Error” blijft weergeven, hoewel de CD correct
werd geplaatst, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een
balpen) op de RESET-toets.
Als u een CD afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan
de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de
CD of beschadigt de speler niet.
Nieuwe CD’s
Om te voorkomen dat de CD blokkeert, wordt “Error” weergegeven
als CD’s met een onregelmatig oppervlak worden ingevoerd of als
CD’s op een onjuiste manier worden ingevoerd.
Wanneer een nieuwe CD onmiddellijk na het laden weer wordt
uitgeworpen, ga dan met uw vinger rond de opening in het midden
en de buitenrand van de CD. Als u kleine bobbeltjes of
onregelmatigheden voelt, kan dit de oorzaak zijn dat de CD wordt
geweigerd. U kunt de bobbeltjes verwijderen door de binnenrand
van de opening in het midden en de buitenrand van de CD glad te
wrijven met een balpen of een soortgelijk voorwerp. Plaats de CD
daarna opnieuw in de speler.
Opening in
het midden
Opening in
het midden
Nieuwe
CD
ONJUIST
JUIST
CD reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de CD kunnen tot
gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een
routinereiniging volstaat het om het weergaveoppervlak met een
schone, zachte doek af te vegen van het midden van de CD naar de
buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone,
zachte doek met een oplossing van zacht neutraal schoonmaakmiddel
voor u de CD reinigt.
CD-accessoires
Er bestaan verschillende accessoires om het CD-oppervlak te
beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meeste ervan
beïnvloeden echter de dikte en/of doorsnede van de CD. Wanneer
dergelijke accessoires worden gebruikt, kan de CD buiten de
standaardspecificaties vallen, wat bedieningsproblemen kan
veroorzaken. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke accessoires te
gebruiken voor CD’s die in Alpine CD-spelers worden afgespeeld.
Bobbeltjes
Buitenkant
(bobbeltjes)
CD’s met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen CD’s met ronde vorm; gebruik nooit
CD’s met een speciale vorm.
Als u CD’s met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme
beschadigd raken.
De plaats van installatie
Zorg ervoor het toestel niet te installeren op een plaats die
onderhevig is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
4-NL
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
Behandeling van compact discs (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de CD niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
• Breng geen stickers of labels op de CD aan.
• Reinig de CD als er stof op zit.
• Vermijd bobbeltjes aan de buitenzijde van de CD.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare CD-accessoires.
Laat de CD niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel
achter. Stel de CD nooit bloot aan rechtstreeks zonlicht. Hitte en
vochtigheid kunnen de CD beschadigen, waardoor u de CD niet meer
kunt afspelen.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te
gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de CD
opnieuw af te spelen.
Geschikte media
Gebruik alleen CD’s waarvan op de labelzijde het volgende CD-logo
is aangegeven.
Als u CD’s gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden,
kan de goede werking niet worden gegarandeerd.
U kunt CD-R’s (CD Recordables)/CD-RW’s (CDReWritables)
afspelen die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt
ook CD-R’s/CD-RW’s afspelen die audiobestanden in
MP3/WMA/AAC-formaat bevatten.
• Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Apple, het Apple-logo en iPod en iTunes zijn handelsmerken van
Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
• “De licentie voor de codeertechnologie van de MPEG Layer-3
audio is van Fraunhofer IIS en Thomson.”
• “De levering van dit product houdt alleen een vergunning in
voor privégebruik voor niet-commerciële doeleinden. Het geeft
geen recht om dit product te gebruiken in een commerciële
(d.w.z. inkomsten opwekkende) real time uitzending (op de
aarde, via satelliet, kabel en/of een ander medium),
uitzending/streaming via internet, intranet en/of andere
netwerken of in andere elektronische systemen voor
inhoudverspreiding, zoals betaalradio of toepassingen voor
muziek-op-verzoek. Voor dergelijk gebruik is een aparte licentie
vereist. Raadpleeg http://www. mp3licensing.com voor meer
details.”
• MultEX XT, gefabriceerd met een licentie van Audyssey
Laboratories, is een handelsmerk van Audyssey Laboratories.
• De volgende CD’s kunnen niet altijd op dit toestel worden
afgespeeld.
CD’s met fouten, CD’s met vingerafdrukken, CD’s die werden
blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv.
achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD’s die in onstabiele
omstandigheden werden opgenomen, CD’s waarop een opname is
mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen,
CD’s die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet
voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik CD’s met MP3/WMA/AAC-bestanden die zijn
geschreven in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Zie
pagina 14-15 voor details.
• Wanneer een CD andere ROM-gegevens dan audiobestanden
bevat, hoort u geen geluid bij het afspelen.
• Gebruikershandleiding...........................................1 set
SOURCE/
AUDIO/RTN FUNC./SETUP
Afnemen
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te openen.
2
Druk om het frontpaneel te sluiten op de linkerkant tot het
wordt vergrendeld, zoals op onderstaande afbeelding
wordt getoond.
Neem het frontpaneel stevig vast, schuif het naar
3
links q en trek w vervolgens om het te
verwijderen.
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op om het even welke
andere toets te drukken, behalve (OPEN) en de encoderdraaiknop.
Houd SOURCE/minstens 2 seconden ingedrukt om
het toestel uit te schakelen.
• Wanneer het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het
volume vanaf niveau 12.
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Zorg ervoor dat u de encoder-draaiknop in het toestel drukt voor u
het frontpaneel opent, zodat dit volledig opent. Indien u dit niet doet,
kan het frontpaneel beschadigd raken.
Druk de encoder-draaiknop in
Als u opnieuw op de encoder-draaiknop drukt, springt deze er terug
uit.
De encoder-draaiknop
springt eruit
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (in het
bijzonder de aansluitklemmen aan de achterzijde van het
frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui om het te
beschermen.
• Oefen niet te veel kracht uit wanneer u het frontpaneel afneemt.
Dit kan immers een defect tot gevolg hebben.
• Laat het frontpaneel niet open of rijd niet met de auto als het
paneel open staat. Dit kan immers een ongeval of defect tot gevolg
hebben.
Aanbrengen
Plaats de rechterkant van het frontpaneel in het
1
ingebouwde toestelgedeelte. Zet de groef op het
frontpaneel op eenzelfde lijn met het uitstekend
gedeelte van het toestel.
Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het
2
stevig in het toestel vastzit.
6-NL
• Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
vuil of stof op de aansluitklemmen ligt en of niets tussen het
frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het
frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop
drukt.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-toets als u het toestel voor het eerst gebruikt,
nadat u de auto-accu heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te openen
2
en verwijder het.
Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp
3
op RESET.
RESET-toets
Volume instellen
Draai aan de encoder-draaiknop tot het gewenste geluid
wordt verkregen.
Het uur en de kalender instellen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de selectiemodus SETUP
in werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
algemene modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ↔ GENERAL ↔ AUDIO ↔ DISPLAY ↔
TUNER ↔ Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om Klok
3
instellen te kiezen en druk vervolgens op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop om het jaar in
4
te stellen.
Druk op / /ENT.
5
Herhaal stappen 4 en 5 om de maand, de dag, het
6
uur en de minuten in te stellen.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
7
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Door op AUDIO/RTN te drukken, keert u terug naar de vorige
SETUP-modus.
• Als u gedurende 60 seconden geen bewerking uitvoert, wordt
SETUP geannuleerd.
• Om de klok gelijk te zetten met een andere klok/horloge of met de
tijdsaankondiging op de radio, houdt u de toets / /ENT
minstens 2 seconden ingedrukt nadat u het “uur” heeft ingesteld.
De minuten worden teruggezet op 00. Als het display meer dan
“30” minuten toont, zal de tijd een uur vooruitgaan.
7-NL
Radio
BAND/TA
Voorkeuzetoetsen
(1 tot en met 6)
FUNC./
SETUP
/ESC
//ENT
TUNE/A.ME
SOURCE/
Encoder-draaiknop
Luisteren naar de radio
Automatisch voorkeuzezenders instellen
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
1
gewenste radioband wordt afgebeeld.
Houd de toets TUNE/A.ME minstens 2 seconden
2
ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de
auto memory. De tuner zoekt automatisch naar 6 sterke
zenders in de geselecteerde frequentieband en slaat
deze op. De zenders worden opgeslagen onder de
voorkeuzetoetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte).
Als de auto memory is voltooid, gaat de tuner naar de
zender die werd opgeslagen onder voorkeuzelocatie nr. 1.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang
van de automatische geheugenprocedure.
Er wordt automatisch afgestemd op zowel sterke als
zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders
(automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd
(handmatige afstemming).
Druk op de toets of om af te stemmen
4
op de gewenste zender.
Als u de toets of ingedrukt houdt, verandert
de frequentie continu.
Handmatig voorkeuzezenders instellen
1
Kies de radiofrequentieband en stem af op de
radiozender die u in het voorkeuzegeheugen wilt
opslaan.
2
Houd een van de voorkeuzetoetsen (1 tot 6)
waaronder u de zender wenst op te slaan,
minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
Het display toont de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het
geheugen zijn opgeslagen.
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
voorkeuzegeheugen (6 zenders per frequentieband: FM1, FM2,
FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzegeheugen reeds een zender werd
opgeslagen, zal deze worden gewist en door de nieuwe zender
worden vervangen.
• Als de functiemodus in werking is gesteld, drukt u op de toets
FUNC./SETUP om terug te keren naar de voorkeuzestand.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
1
gewenste frequentieband wordt weergegeven.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen
2
(1 tot 6) waaronder de gewenste zender werd
opgeslagen.
Het display geeft de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen
zender weer.
• Als de functiemodus in werking is gesteld, drukt u op de toets
FUNC./SETUP om terug te keren naar de voorkeuzestand.
Frequentiezoekfunctie
U kunt een radiozender zoeken op basis van zijn frequentie.
Druk minstens 2 seconden op de toets /ESC in
1
de radiomodus om de frequentiezoekmodus in te
schakelen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
2
gewenste frequentie te selecteren.
Druk op de toets / /ENT om de geselecteerde
3
frequentie te ontvangen.
• Houd de toets /ESC minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om dit te annuleren. De zoekmodus wordt ook
geannuleerd als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10
seconden.
8-NL
RDS
BAND/TAEncoder-draaiknop
//ENT
AUDIO/RTN
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder
verkeersinformatie en zendernamen, te ontvangen en automatisch
opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op 1 AF om de RDS-modus in werking te
2
stellen.
Druk op de toets of om af te stemmen
3
op de gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op 1 AF om de RDS-modus uit te
4
schakelen.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
5
voorkeuzestand in werking te stellen.
• Wanneer “PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen” (zie
pagina 10) is ingeschakeld, zal automatisch het bericht “ALARM”
op het display worden getoond indien het toestel het PTY31
(Nooduitzending)-signaal ontvangt.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld.
Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden,
wordt de functiemodus geannuleerd.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende
informatie:
PIProgramma-identificatie
PSProgrammadienstnaam
AFLijst met alternatieve frequenties
TPVerkeersprogramma
TAVerkeersmelding
PTYProgrammatype
EONVerbeterde andere netwerken
FUNC./SETUP
1 AF NEWS 2
3 PTY
TITLE
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op 1 AF om de RDS-modus in werking te
2
stellen.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
3
voorkeuzestand in werking te stellen.
Controleer of de functiemodus terugkeert naar de
4
voorkeuzestand en druk vervolgens op de
voorkeuzetoets waaronder de gewenste RDSzender werd opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender zwak is, zal het
toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in
de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF-
5
lijst niet kunnen worden ontvangen:
Als de instelling ‘zoeken volgens programma-identificatie’
is ingeschakeld (zie “Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)” op pagina 10), zoekt
het toestel naar een andere zender in de PI-lijst.
Als er nog geen zenders in het gebied kunnen worden
ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de
voorkeuzezender weer en verdwijnt het
voorkeuzenummer.
Als het signaalniveau van de regionale (lokale) zender
waarop wordt afgestemd te zwak wordt voor ontvangst,
drukt u op dezelfde voorkeuzetoets om af te stemmen op
een lokale zender in een andere regio.
• Raadpleeg het hoofdstuk Radiofuncties voor de instelling van de
RDS-zenders. RDS-zenders kunnen alleen vooraf worden ingesteld
in de frequentiebanden FM1, FM2 en FM3.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld.
Als gedurende 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd,
wordt de audiofunctie geannuleerd.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in
werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ↔ ALGEMEEN ↔ AUDIO ↔ DISPLAY ↔
TUNER ↔ Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de
3
Regionale RDS te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
In de modus OFF blijft het toestel automatisch de
overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen
bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
9-NL
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in
werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ↔ ALGEMEEN ↔ AUDIO ↔ DISPLAY ↔
TUNER ↔ Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om de Zoeken
3
volgens programma-identificatie te kiezen en druk
vervolgens op de toets / /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen
bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen
Draai de PTY31-ontvangst (nooduitzending) naar ON/OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in
werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ↔ ALGEMEEN ↔ AUDIO ↔ DISPLAY ↔
TUNER ↔ Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om Alarm
3
PTY31 te kiezen en druk vervolgens op de toets
/ /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
Als u ON instelt, worden de nooduitzendingen ontvangen,
ongeacht de bron. Tijdens de ontvangst wordt “ALARM”
weergegeven.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, wordt het
geluidsvolume automatisch veranderd in het volume dat
in het geheugen van de verkeersinformatiemodus is
opgeslagen. Raadpleeg “Verkeersinformatie ontvangen”
op pagina 10 voor meer informatie.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen
bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
Het uur instellen op automatisch aanpassen
Wanneer u ON instelt, wordt het uur automatisch aangepast via RDSgegevens.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de modus SETUP in
werking te stellen.
Draai aan de encoder-draaiknop om de TUNER-
2
modus te kiezen en druk dan op de toets
/ /ENT.
Bluetooth ↔ ALGEMEEN ↔ AUDIO ↔ DISPLAY ↔
TUNER ↔ Bluetooth
Draai aan de encoder-draaiknop om
3
Automatische klok te kiezen en druk vervolgens
op de toets / /ENT.
Draai aan de encoder-draaiknop naar ON of
4
OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
5
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als er in de SETUP-modus gedurende 60 seconden geen
bewerking wordt uitgevoerd, wordt de instelmodus geannuleerd.
Verkeersinformatie ontvangen
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Druk op de toets of om de gewenste
2
zender met verkeersinformatie te selecteren.
Als wordt afgestemd op een verkeersinformatiezender,
gaat de indicator “TP” branden.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment
dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie
wordt uitgezonden, staat het toestel in de waakstand. Als
het uitzenden van verkeersinformatie begint, ontvangt het
toestel deze automatisch en verschijnt “T. INFO” op het
display.
Aan het einde van de uitzending van de
verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug
naar de waakstand.
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt,
blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal
langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de
indicator “TA” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk
dan licht op de toets BAND/TA om die verkeersmelding over te
slaan. De modus TA blijft geactiveerd om de volgende
verkeersmelding te ontvangen.
• Als het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van
verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume in het geheugen
opgeslagen. Wanneer de verkeersinformatie de volgende keer
wordt ontvangen, wordt het geluidsniveau automatisch aangepast
op het niveau dat in het geheugen is opgeslagen, als het binnen
een bereik van 5 tot 20 ligt. Anders wordt het geluidsniveau
automatisch aangepast naar 5 (het niveau in het geheugen is lager
dan 5) of 20 (het niveau in het geheugen is hoger dan 20).
• In de modus TA selecteert de automatische zoekfunctie alleen TPzenders.
10-NL
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op de toets 3 PTY om de PTY-modus in
2
werking te stellen terwijl het toestel in FMradiomodus staat.
Het programmatype van de momenteel ontvangen
zender wordt 10 seconden lang weergegeven.
Als er geen programmatype kan worden ontvangen,
wordt 10 seconden lang “NO PTY” weergegeven.
Als er geen RDS-zender kan worden ontvangen, staat
“NO PTY” op het display.
• Als geen bewerking wordt uitgevoerd binnen 10 seconden nadat u
op de toets 3 PTY heeft gedrukt, wordt de PTY-modus automatisch
geannuleerd.
Druk op of binnen 10 seconden nadat
3
de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste
programmatype te selecteren terwijl PTY wordt
weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende
programmatype weergegeven.
Druk op de toets 3 PTY binnen 10 seconden nadat
4
u het programmatype heeft geselecteerd, om een
zender te zoeken in het geselecteerde
programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert
tijdens de zoekbewerking en gaat branden als een
zender werd gevonden.
Als er geen PTY-zender wordt gevonden, geeft het
display gedurende 10 seconden “NO PTY” weer.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
5
voorkeuzestand in werking te stellen.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld.
Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden,
wordt de functiemodus geannuleerd.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
afspelen van een CD of een radio-uitzending
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Druk op of om desgewenst een
2
verkeersinformatiezender te kiezen.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het
toestel automatisch het volume van de CD-speler/
-wisselaar of van de gewone FM-uitzending.
Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel
automatisch terug naar de oorspronkelijke bron waarnaar
u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen
worden ontvangen:
In de tunermodus:
Als het TP-signaal al meer dan 1 minuut niet meer kan
worden ontvangen, gaat de indicator “TA” knipperen.
In de CD-modus:
Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen,
wordt automatisch een verkeersinformatiezender van een
andere frequentie gekozen.
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (verbeterde andere
netwerken) teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te
houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EONzender gaat de indicator “EON” aan. Als de ontvangen zender de
verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch
af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
3
ingedrukt om de modus Verkeersinformatie uit te
schakelen.
De indicator “TA” dooft.
Prioriteitsnieuws
Met deze functie kunt u vooraf instellen dat u voorrang wilt
geven aan het programma Nieuws. U mist het nieuwsprogramma
nooit, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het
nieuwsprogramma als de uitzending begint. Het programma dat
u op dat moment beluistert, wordt onderbroken. Deze functie is
operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere
modus dan LW of MW.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen terwijl het
toestel in FM-radiomodus staat.
Druk NEWS 2 om de modus PRIORITY NEWS in
2
werking te stellen.
De indicator “NEWS” verschijnt op het display.
Om de functie PRIORITY NEWS uit te schakelen, drukt u
op de toets NEWS 2.
• In de modus PRIORITY NEWS wordt het volume niet automatisch
verhoogd, in tegenstelling tot de modus TA.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
3
voorkeuzestand in werking te stellen terwijl het
toestel in FM-radiomodus staat.
• Bedien het toestel terwijl de functiemodus in werking is gesteld.
Als geen bewerking wordt uitgevoerd gedurende 10 seconden,
wordt de functiemodus geannuleerd.
11-NL
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden
weergegeven.
Druk op de toets TITLE terwijl u een FM-zender in de
radiomodus ontvangt om de radiotekst weer te geven.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
Als er PS (programmadienstnaam) is
CD/MP3/WMA/AAC
Encoder-draaiknop
//ENT
(OPEN)
SOURCE/
PS (programmadienstnaam)
(Leeg)
PS (programmadienstnaam)
KALENDER/KLOK
PS (programmadienstnaam)
PTY (programmatype)
Radiotekst
Radiotekst
PS (programmadienstnaam)
(Leeg)
* Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt als PS wordt
weergegeven in de radiomodus, frequentie wordt gedurende 5
seconden weergegeven.
*
*
*
(Leeg)
(Leeg)
*
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
FREQUENTIE
(Leeg)
FREQUENTIE
PTY (programmatype)
(Leeg)
(Leeg)
• Als er geen tekstinformatie kan worden ontvangen of als het
toestel de tekstinformatie niet goed kan ontvangen, blijft het
display leeg.
FREQUENTIE
FREQUENTIE
KALENDER/KLOK
Radiotekst
Radiotekst
(Leeg)
AUDIO/RTN
/ESC
FUNC./
SETUP
5
4
TITLE
Afspelen
Druk op (OPEN).
1
Het frontpaneel zal opengaan.
Plaats een CD met de bedrukte zijde omhoog.
2
De CD wordt automatisch in het toestel getrokken.
Sluit het frontpaneel handmatig.
Als er reeds een CD in het toestel zit, drukt u op de toets
SOURCE/om naar de CD-modus te gaan.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de modus.
TUNER
→ DISC → iPod*1→ WISSELAAR*2→ TUNER
1
*
Alleen als een iPod is aangesloten.
2
*
Alleen als de CD-wisselaar is aangesloten.
Terwijl een MP3/WMA/AAC wordt afgespeeld,
3
drukt u op ddofooom de gewenste map te kiezen.
Door de toets ddofooingedrukt te houden, veranderen
de mappen continu.
Druk op of om de gewenste track
4
(bestand) te selecteren.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Druk op .
Snel achteruit spoelen:
De toets ingedrukt houden.
Vooruitgaan naar het begin van de volgende track
(bestand):
Druk op .
Snel vooruit spoelen:
De toets ingedrukt houden.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op
5
/ /ENT.
Druk opnieuw op de toets //ENTom het afspelen te
hervatten.
Nadat u op (OPEN) hebt gedrukt om het
6
frontpaneel te openen, drukt u op q om de CD uit
te werpen.
12-NL
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.