Alpine CDA-9852RB, CDA-9854R, CDA-9852RR User Manual [nl]

ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE WAGEN
RDS MP3/WMA CD-ontvanger
CDA-9854R CDA-9852RB CDA-9852RR
R
• GEBRUIKERSHANDLEIDING Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Benelux Branch Leuvensesteenweg 510 b6 1930 Zaventem - België
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-725 13 26 E-mail: info@alpine.be
CHM-S630
CHA-S634 CHA-1214
.
CD-wisselaar voor CDA-9854R/
CDA-9852RB/CDA-9852RR
.
CD-wisselaar voor CDA-9854R/
CDA-9852RB/CDA-9852RR
Alpine CD-wisselaars geven u meer!
Meer muziekkeuzes, meer veelzijdigheid, meer gebruiksgemak.
De CHA-S634 is een hoogwaardige CD-wisselaar voor 6 CD’s met nieuwe functies M DAC, CD-R/RW PLAY BACK, MP3 PLAY BACK en CD TEXT. Het CHA-1214 Ai-NET-model is goed voor 12 CD’s, terwijl het CHM-S630 M-Bus-model een supercompacte wisselaar is voor 6 CD’s met CD-R/RW PLAY BACK.
NEDERLANDS
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING................................... 3
VOORZICHTIG......................................... 3
VOORZORGSMAATREGELEN ............... 3
Aan de slag
Toestel in- en uitschakelen............................... 6
Frontpaneel losmaken en bevestigen ............... 6
Ingebruikneming.............................................. 7
Volume instellen .............................................. 7
Radio
Luisteren naar de radio......................................7
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders...... 7
Auto memory van voorkeuzezenders............... 8
Afstemmen op voorkeuzezenders .................... 8
Frequentiezoekfunctie...................................... 8
RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen .............................. 8
RDS-voorkeuzezenders oproepen.................... 8
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen ...... 9
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)............ 9
PTY31-ontvangst (Nooduitzending)
instellen....................................................... 9
Verkeersinformatie ontvangen......................... 9
Afstemming volgens
programmatype (PTY) .............................. 10
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen
van een CD of een radio-uitzending
Prioriteitsnieuws ............................................ 10
Weergave van radiotekst................................ 10
CD/MP3/WMA
Afspelen ......................................................... 11
Herhaald afspelen........................................... 11
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) .... 12
Zoeken op CD-tekst ....................................... 12
................ 10
Zoeken op bestands-/mapnaam
(voor MP3/WMA) ......................................... 12
Snel zoeken .................................................... 12
Over MP3/WMA ........................................... 13
Instelling van het geluid
Regeling Bass/Treble/Balance (links-rechts)/
Fader (voor-achter)/Defeat............................. 14
Regeling van de Bass ..................................... 15
Regeling van de hoge tonen ........................... 15
In- en uitschakelen van de functie Loudness.. 16
Andere functies
Tekst weergeven ............................................ 16
SETUP
Aanpassen van het geluid
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen ... 17
In- en uitschakelen van de subwoofer................ 18
Subwoofersysteem instellen............................... 18
Scrollfunctie aanpassen
Verlichtingskleur veranderen
(alleen CDA-9854R) ....................................... 18
Dimmerregeling.................................................. 18
Instellen van het scrolltype ................................. 18
Instellen van het scrollen (TEXT SCROLL) ...... 18
Demonstratie....................................................... 18
MP3/WMA-bestanden afspelen
CD-DA (basisinstelling) / CD-DA/MP3..............18
Stuurwielafstandsbediening
Adaptieve stuurwielafstandsbediening instellen
(alleen CDA-9854R) ......................................... 18
Extern toestel
Mutemodus in- en uitschakelen (INT MUTE) ... 19
AUX-modus instellen (V-Link) ......................... 19
Aansluiten op een externe versterker ................. 19
Instellen van de externe digitale ingang
(DIGITAL AUX)............................................... 19
1
-
NL
iPod™ (Optioneel)
Afspelen ......................................................... 20
Een gewenst liedje zoeken ............................. 20
Zoeken op Playlist..................................... 20
Zoeken op artiest ....................................... 21
Zoeken op albumnaam .............................. 21
Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) .. 21
Herhaald afspelen........................................... 22
Tekst weergeven ............................................ 22
Wisselaar (Optioneel)
Bediening van een
CD-wisselaar (Optioneel).......................... 23
MP3-bestanden afspelen met de
CD-wisselaar (Optioneel).......................... 23
Keuze tussen verschillende
CD-wisselaars (Optioneel) ........................ 23
Informatie
Bij problemen................................................. 24
Specificaties ................................................... 26
Installatie en Aansluitingen
Waarschuwing ...................................... 27
Voorzichtig ............................................ 27
Voorzorgsmaatregelen......................... 27
Installatie........................................................ 28
Aansluitingen ................................................. 30
2
-
NL
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
BEDIEN GEEN FUNCTIES DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vereisen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12­VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet­naleving van deze aanwijzingen kan brand en andere problemen tot gevolg hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPÈREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan de hitte binnen in het toestel zodanig toenemen dat dit brand tot gevolg heeft.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V­TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel werd ontworpen, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
RAAK DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN NIET AAN EN LEG ER GEEN VREEMDE VOORWERPEN IN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
VOORZORGSMAATREGELEN
Reiniging van het toestel
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kan de lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60 °C en
-10 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD aarzelen. In dit geval haalt u de CD uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht is verdampt.
Beschadigde CD
Probeer nooit CD’s af te spelen die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte CD afspeelt, kan het afspeelmechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
3
-
NL
Probeer het volgende nooit
Neem de CD niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatisch herladingsmechanisme in de speler wordt getrokken. Probeer geen CD in het toestel te steken terwijl het toestel is uitgeschakeld.
CD’s invoeren
U kunt slechts één CD tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één CD in de speler te steken. Zorg ervoor dat de CD met de bedrukte zijde naar boven ligt bij het invoeren. Als u een CD op een onjuiste manier invoert, zal “ERROR” op uw speler worden weergegeven. Als “ERROR” op het display blijft staan, hoewel de CD goed werd ingevoerd, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de RESET-toets. Als u een CD afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de CD of beschadigt de speler niet.
Nieuwe CD’s
Om te voorkomen dat de CD blokkeert, wordt “ERROR” weergegeven als CD’s met een onregelmatig oppervlak worden ingevoerd of als CD’s op een onjuiste manier worden ingevoerd. Wanneer een nieuwe CD onmiddellijk na het laden weer wordt uitgeworpen, ga dan met uw vinger rond de opening in het midden en de buitenrand van de CD. Als u kleine oneffenheden of onregelmatigheden voelt, kan dit de oorzaak zijn dat de CD wordt geweigerd. U kunt de oneffenheden verwijderen door de binnenrand van de opening in het midden en de buitenrand van de CD glad te wrijven met een balpen of een soortgelijk hulpmiddel. Plaats de CD daarna opnieuw in de speler.
Opening in het midden
Opening in het midden
Nieuwe CD
Correcte hantering
Laat de CD niet vallen. Houd de CD zo vast dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Breng geen tape, papier of zelfklevend papier op de CD aan. Schrijf niet op de CD.
JUIST
FOUT JUIST
CD reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de CD kunnen tot gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de CD naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van een zacht neutraal schoonmaakmiddel voor u de CD reinigt.
Toebehoren voor CD’s
Er bestaan verschillende accessoires om het CD-oppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meeste ervan beïnvloeden echter de dikte en/of diameter van de CD. Het gebruik van dergelijke accessoires kan ervoor zorgen dat de CD buiten de standaardspecificaties valt en kan bedieningsproblemen veroorzaken. Het gebruik van deze accessoires voor CD’s die in Alpine CD-spelers worden afgespeeld, wordt dus niet aanbevolen.
Oneffenheden
Buitenkant (oneffenheden)
CD’s met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen CD’s met ronde vorm; gebruik nooit CD’s met een speciale vorm. Als u CD’s met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
De plaats van installatie
Zorg ervoor dat de CDA-9854R/CDA-9852R/CDA-9852RR niet wordt geïnstalleerd op een plaats die is blootgesteld aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
4
NL
-
Doorschijnend vel CD-stabilisator
Behandeling van Compact Disks (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de CD niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
• Breng geen stickers of labels aan op de CD.
• Reinig de CD als er stof op zit.
• Vermijd oneffenheden aan de buitenzijde van de CD.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare CD-accessoires.
Laat de CD niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de CD nooit bloot aan rechtstreeks zonlicht. Hitte en
vochtigheid kunnen de CD beschadigen, zodat u hem mogelijk niet meer kunt afspelen.
Voor klanten die CD-R/CD-RW gebruiken
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de CD opnieuw af te spelen.
Geschikte media
Gebruik alleen CD's waarvan op de labelzijde het volgende CD-logo is aangegeven.
Als u CD’s gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gegarandeerd. U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CD-ReWritable) afspelen die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met audiobestanden van MP3/WMA-formaat afspelen.
• De volgende CD's kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld: CD's met fouten, CD's met vingerafdrukken, CD's die werden blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD's die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, CD's waarop een opname is mislukt en waarop men een heropname heeft geprobeerd, CD’s die beschermd zijn tegen kopiëren en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik CD’s met MP3-/WMA-bestanden die zijn geschreven in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details, zie pagina 13-14.
• Wanneer een CD andere ROM-gegevens dan audiobestanden bevat, hoort u geen geluid bij het afspelen.
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, het Apple-logo en iPod zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
“MPEG Layer-3 audio coding technologie, onder licentie van Fraunhofer llS and Thomson.”
“De levering van dit product houdt alleen een vergunning in voor privégebruik voor niet-commerciële doeleinden. Het geeft geen recht om dit product te gebruiken in een commerciële (d.w.z. inkomsten opwekkende) realtimeuitzending (op de aarde, via satelliet, kabel en/of een ander medium), uitzending/streaming via internet, intranet en/of andere netwerken of in andere elektronische systemen voor inhoudverspreiding, zoals betaalradio of toepassingen voor muziek-op-verzoek. Voor dergelijk gebruik is een aparte licentie vereist. Raadpleeg http://www. mp3licensing.com voor meer details.
5
-
NL
Aan de slag
Druk om het frontpaneel te sluiten op de linkerkant tot het wordt vergrendeld, zoals op onderstaande afbeelding.
(OPEN)
SOURCE/ POWER
Encoder-draaiknop
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/POWER om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op om het even welke andere knop te drukken behalve (OPEN) en de encoder­draaiknop.
Houd (SOURCE/POWER) meer dan 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• Wanneer het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het
volume vanaf niveau 12.
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Zorg ervoor dat u de encoder-draaiknop in het toestel drukt voor u het frontpaneel opent, zodat dit volledig opent. Indien u dit niet doet, kan de encoder-draaiknop beschadigd raken.
Duw de encoder-
Als u opnieuw op de encoder-draaiknop drukt, springt deze er terug uit.
draaiknop in
Pak het frontpaneel stevig vast, schuif naar links
3
q, trek vervolgens w om het te verwijderen.
Het frontpaneel kan bij normaal gebruik warm worden (in het bijzonder de aansluitklemmen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui om het te beschermen.
Trek niet te hard wanneer u het frontpaneel losmaakt. Dit kan immers een defect tot gevolg hebben.
Laat het frontpaneel niet open of rijd niet met de auto als het paneel geopend is. Dit kan immers een ongeval of defect tot gevolg hebben.
Bevestigen
Steek de rechter kant van het frontpaneel in het
1
toestel. Zet de groef op het frontpaneel op eenzelfde lijn met het vooruitstekende deel van het toestel.
Druk op de linker kant van het frontpaneel tot het
2
stevig in het toestel vastzit.
De encoder-draaiknop springt eruit
Losmaken
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te openen.
2
6
NL
-
Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen vuil of stof op de aansluitklemmen zit en of er geen vreemde voorwerpen tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid zitten.
Bevestig het frontpaneel voorzichtig, waarbij u de zijkanten van het frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop drukt.
Ingebruikneming
SOURCE/POWER
TUNE/A.ME
BAND
MODE Voorkeuzetoetsen
(1 tot en met 6)
Encoder­draaiknop
FUNC.
Sensor van de afstandsbediening
Druk op de RESET-schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat u de auto-accu heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (OPEN) om het frontpaneel te openen
2
en verwijder het vervolgens.
Druk met een balpen of een ander scherp
3
voorwerp op
RESET.
Radio
RESET-toets
Volume instellen
Draai de encoder-draaiknop tot het gewenste geluid wordt verkregen.
Bestuurbaar met afstandsbediening
De CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR kan worden bediend met een optionele Alpine­afstandsbediening. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen. Richt de zender van de optionele afstandsbediening naar de sensor van de afstandsbediening.
Aansluitbaar op een interfacedoos voor de afstandsbediening
U kunt dit toestel bedienen met de stuurwielbediening van het voertuig als een Alpine-interfacedoos voor de afstandsbediening (optioneel) is aangesloten. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
Luisteren naar de radio
Druk op de SOURCE/POWER-toets tot een
1
radiofrequentie op het display verschijnt.
Druk herhaaldelijk op de
2
gewenste radiofrequentieband wordt weergegeven.
F1 (FM1) F2 (FM2) F3 (FM3) → MW → LW F1 (FM1)
Druk op de TUNE/A.ME-toets om de
3
afstemmingsmodus te kiezen.
DX SEEK (afstandsmodus) SEEK (lokale modus) OFF (handmatige modus) DX SEEK
De beginmodus is de afstandsmodus.
Afstandsmodus:
Er wordt automatisch afgestemd op zowel sterke als zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders (automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd (handmatige afstemming).
Druk op of om af te stemmen op de
4
gewenste zender.
Als u of ingedrukt houdt, verandert de frequentie voortdurend.
BAND-toets tot de
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Selecteer de radioband en stem af op de
1
radiozender die u in het voorkeuzegeheugen wilt opslaan.
Houd een van de
2
waaronder u de zender wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen. Het display toont de frequentieband, het voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
• IIn totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het voorkeuzegeheugen (6 zenders per frequentieband: FM1, FM2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzezender reeds een zender werd opgeslagen, zal het huidige station worden gewist en worden vervangen door de nieuwe zender.
voorkeuzetoetsen (1 tot 6)
7
-
NL
• Als de indicator “FUNC” aan is, schakelt u de indicator uit door
1 AF NEWS 2 3 PTY
FUNC.
TITLE
TA
MODE
MENU
Encoder­draaiknop
op de FUNC-toets te drukken, waarna u de bewerking kunt uitvoeren.
Auto memory van voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
1
gewenste radiofrequentieband wordt weergegeven.
Houd TUNE/A.ME minstens 2 seconden
2
ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen als auto memory wordt uitgevoerd. De tuner zal automatisch 6 sterke zenders in de gewenste frequentieband zoeken en opslaan. Deze worden opgeslagen onder de toetsen 1 tot 6 in volgorde van signaalsterkte. Als de auto memory is voltooid, gaat de tuner naar de zender die is opgeslagen in voorkeuzelokatie Nr. 1.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de auto memoryprocedure.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
1
gewenste frequentieband wordt weergegeven.
Druk op een van de toetsen van de
2
voorkeuzezenders (1 tot 6) waaronder uw gewenste radiozender werd opgeslagen.
Het display geeft de frequentieband, het voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen zender weer.
• Als de indicator “FUNC” aan is, schakelt u de indicator uit door op de FUNC-toets te drukken, waarna u de bewerking kunt uitvoeren.
Frequentiezoekfunctie
U kunt een radiozender zoeken op basis van zijn frequentie.
Druk minstens 2 seconden op de toets in de
1
radiomodus om de modus zoeken op frequentie in te schakelen.
Draai aan de
2
gewenste frequentie te selecteren.
Druk op
3
ontvangen.
• Houd minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om deze te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
encoder-draaiknop om de
MODE om de gekozen frequentie te
RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersinformatie en zendernamen te ontvangen, en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Druk op de FUNC -toets, zodat de indicator
1
“FUNC” oplicht.
Druk op de
2
werking te stellen.
Druk op de of om af te stemmen op de
3
gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op de
4
uit te schakelen.
Druk op de
5
activeren. De indicator “FUNC” dooft.
• Wanneer de “Instelling PTY31 (Nooduitzending) ontvangst” (raadpleeg pagina 9) is ingeschakeld, zal het toestel, indien het het PTY31 (Nooduitzending)-signaal ontvangt, automatisch het bericht “ALARM” tonen op het display.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
1 AF-toets om de RDS-modus in
1 AF-toets om de RDS-modus
FUNC -toets om de normale modus te
PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
8
-
NL
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de FUNC -toets, zodat de indicator
1
“FUNC” oplicht.
Druk op de
2
werking te stellen.
Druk op de FUNC. -toets om de normale modus te
3
activeren.
De indicator “FUNC” dooft.
1 AF-toets om de RDS-modus in
Controleer of de indicator "FUNC" gedoofd is,
4
druk vervolgens op de voorkeuzetoets waaronder de gewenste RDS-zender werd opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender zwak is, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF-
5
lijst niet kunnen worden ontvangen:
als de instelling PI SEEK is ingeschakeld (raadpleeg "Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)" op pagina 9), zoekt het toestel opnieuw naar een andere zender in de PI-lijst. Als er nog steeds geen zenders in de regio kunnen worden ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de voorkeuzezender weer en verdwijnt het nummer van de voorkeuzezender. Als het signaalniveau van de regionale (lokale) zender waarop wordt afgestemd te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde voorkeuzetoets om af te stemmen op een regionale zender in een andere streek.
• Raadpleeg het hoofdstuk "Radiofuncties" voor de instelling van de RDS-voorkeuzezenders. De RDS-zenders kunnen alleen vooraf worden ingesteld in de frequentiebanden F1, F2 en F3.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Druk op de MENU-toets om de modus SETUP te
1
kiezen, druk vervolgens op MODE.
De modus SETUP is ingeschakeld.
BASS ENGINE SETUP RETURN (OFF) BASS ENGINE
Druk op of om de modus RDS
2
REGIONAL te kiezen, druk vervolgens op MODE.
Draai de encoder-draaiknop naar ON of OFF.
3
In de modus OFF blijft het toestel automatisch de overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
4
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale modus. Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
Druk op de MENU-toets om de modus SETUP te
1
kiezen, druk vervolgens op MODE.
De modus SETUP is ingeschakeld.
BASS ENGINE SETUP RETURN (OFF) BASS ENGINE
Druk op of om PI SEEK te kiezen en
2
druk vervolgens op
Draai de
3
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
4
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale modus. Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
encoder-draaiknop naar ON of OFF.
MODE.
PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen
Draai de PTY31-ontvangst (nooduitzending) naar ON/OFF.
Druk op de MENU-toets om de modus SETUP te
1
kiezen, druk vervolgens op MODE.
De modus SETUP is in werking gesteld.
BASS ENGINE SETUP RETURN (OFF) BASS ENGINE
Druk op of om de ALERT PTY31-modus
2
te kiezen en druk vervolgens op MODE.
Draai de
3
Als u ON instelt, wordt de nooduitzending ontvangen, ongeacht de bron. Tijdens de ontvangst wordt “ALARM” weergegeven.
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
4
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale modus. Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus. Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, wordt het geluidsvolume automatisch veranderd in het niveau dat in het geheugen is opgeslagen in de verkeersinformatiemodus. Raadpleeg “Verkeersinformatie ontvangen” op pagina 9 voor meer informatie.
encoder-draaiknop naar ON of OFF.
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op de TA-toets, zodat de indicator "TA"
1
oplicht.
Druk op of om de gewenste
2
verkeersinformatiezender te kiezen.
Als wordt afgestemd op een verkeersinformatiezender, licht de indicator "TP" op. De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in de waakstand. Als verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het toestel deze verkeersinformatie automatisch en verschijnt gedurende enkele seconden “TRF-INFO” op het display. Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie, wordt het toestel automatisch terug in waakstand gezet.
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de indicator “TA” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de TA-toets om die verkeersmelding over te slaan. De TA-modus blijft geactiveerd om de volgende verkeersmelding te ontvangen.
• Als het geluidsvolume tijdens de ontvangst van verkeersinformatie wordt gewijzigd, wordt het gewijzigde volume in het geheugen opgeslagen. De volgende keer dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch worden aangepast aan het opgeslagen niveau.
• In de TA-modus kiest de automatische zoekfunctie alleen TP­zenders.
9
-
NL
Afstemming volgens programmatype (PTY)
Druk op de FUNC-toets, zodat de indicator
1
"FUNC" oplicht.
Druk op de
2
werking te stellen terwijl het toestel in FM­radiomodus staat.
Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt 10 seconden lang weergegeven. Als er geen programmatype kan worden ontvangen, wordt 10 seconden lang “NO PTY” weergegeven. Als er geen RDS-zender kan worden ontvangen, staat “NO PTY” op het display.
• Als geen bewerking wordt uitgevoerd binnen 10 seconden nadat u op de toets 3 PTY heeft gedrukt, wordt de PTY-modus automatisch geannuleerd.
Druk op of binnen de 10 seconden
3
nadat de PTY-modus in werking werd gesteld om het gewenste programmatype te kiezen terwijl PTY wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.
LIGHT M CLASSICS OTHER M
Druk op de 3 PTY-toets binnen de 10 seconden
4
nadat u het programmatype heeft gekozen, om een zender te zoeken in het gekozen programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert tijdens de zoekbewerking en licht op als een zender wordt gevonden.
Als er geen PTY-uitzending wordt gevonden, geeft het display gedurende 10 seconden "NO PTY" weer.
Druk op de FUNC.-toets om de normale modus te
5
activeren. De indicator “FUNC” dooft.
• Bedien het toestel terwijl de indicator “FUNC” aan is. Als u binnen 10 seconden niet op een toets drukt, gaat de indicator "FUNC" uit.
3 PTY-toets om de PTY-modus in
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending
Druk op de TA-toets, zodat de indicator “TA”
1
oplicht.
Druk op of om desgewenst een
2
verkeersinformatiezender te kiezen.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het toestel automatisch het volume van de CD-speler/­wisselaar of van de gewone FM-uitzending. Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus: Als het TP-signaal al langer dan 1 minuut niet meer kan worden ontvangen, gaat de indicator “TA” knipperen.
In de CD-modus: Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, wordt automatisch een zender met verkeersinformatie van een andere frequentie geselecteerd.
De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (verbeterde andere netwerken) teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EON­zender licht de indicator “EON“ op. Als de ontvangen zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Druk op de TA-toets om de modus voor
3
verkeersinformatie uit te schakelen.
De indicator “TA” dooft.
Prioriteitsnieuws
Met deze functie kunt u vooraf instellen dat u voorrang geeft aan het programma Nieuws. U mist nooit nieuwsprogramma's, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het programma Nieuws als de uitzending begint, waarbij het programma dat u momenteel beluistert, wordt onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Druk op de FUNC.-toets, zodat de indicator
1
“FUNC” oplicht als het toestel in de radiomodus (FM ontvangst) staat.
NEWS 2 om de modus PRIORITY NEWS in
Druk
2
werking te stellen. De indicator “NEWS” verschijnt op het display.
Om de functie PRIORITY NEWS uit te schakelen, drukt u op de toets NEWS 2.
In de modus PRIORITY NEWS stijgt het volume niet automatisch, in tegenstelling tot de modus TA.
Druk op de FUNC.-toets om de normale modus in
3
werking te stellen terwijl het toestel in FM­radiomodus staat.
De indicator “FUNC” dooft.
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Druk op de TITLE-toets terwijl u een FM-zender in de radiomodus ontvangt om de weergave van de radiotekst te kiezen.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
Als er PS (programmadienstnaam) is
PS (Programmadienstnaam)* Radiotekst PS (Programmadienstnaam)
* Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt als PS wordt
weergegeven in de radiomodus, “FREQUENCY” wordt gedurende 5 seconden weergegeven.
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
FREQUENCY Radiotekst FREQUENCY
Op het display staat gedurende enkele seconden “WAITING”, waarna het tekstbericht wordt weergegeven.
Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel een tekstbericht niet goed kan ontvangen, verschijnt “NO TEXT” op het display.
10
-
NL
/
/
CD/MP3/WMA
(OPEN)
Encoder
-draaiknop
MODE
Afspelen
Druk op (OPEN).
1
Het frontpaneel zal opengaan.
Plaats een CD met de labelzijde omhoog.
2
De CD wordt automatisch in het toestel getrokken.
SOURCE/POWER
/
FUNC.
4 5
TITLE
uitvoert, kan er een defect optreden.
• Als de CD niet wordt uitgeworpen, houdt u minste 2 seconden ingedrukt.
• De CD-speler kan CD’s met audiogegevens, MP3-bestanden en WMA-bestanden afspelen.
• Een bestand in WMA-formaat dat beschermd is door DRM (Digital Rights Management) kan op dit toestel niet worden afgespeeld.
• Het weergegeven tracknummer voor het afspelen van MP3/WMA­bestanden is het bestandsnummer dat op de CD is opgenomen.
• Als het model HDA-5460 is aangesloten op het toestel, kunnen sommige bedieningen (bijvoorbeeld veranderen van bron, selecteren van het bestand door de toetsen op of neer ingedrukt te houden, enz.) worden uitgevoerd op dit toestel.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet juist weergegeven bij het afspelen van een bestand dat is opgenomen met VBR (variabele bitsnelheid).
MP3/WMA-afspeelweergave
Het mapnummer en het bestandsnummer worden als volgt weergegeven.
q gedurende ten
F01 T03 10'15
Weergave mapnummer
• Druk op de TITLE-toets om de weergave om te schakelen. Zie “Tekst weergeven”(pagina 16) voor meer informatie hierover.
• Als het mapnummer of bestandsnummer uit drie cijfers bestaat, worden F of T cijfers om honderdtallen weer te geven.
Weergave bestandsnummer
Verstreken tijd
Sluit het frontpaneel handmatig. Als er reeds een CD in het toestel zit, drukt u op de SOURCE/POWER-toets om naar de CD-modus te gaan.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de modus.
TUNER DISC CHANGER* TUNER
* Alleen als een CD-wisselaar is aangesloten
3
Terwijl een MP3/WMA wordt afgespeeld, drukt u op
ff
of ppom de gewenste map te kiezen.
Door f of p ingedrukt te houden, veranderen de mappen voortdurend.
Druk op of om de gewenste track
4
(bestand) te kiezen.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Druk op .
Snel achteruit spoelen:
Naar het begin van de volgende track (bestand) gaan:
Snel vooruit spoelen:
5
6
• Verwijder een CD niet terwijl hij wordt uitgeworpen. Plaats niet
ingedrukt houden.
Druk op .
ingedrukt houden.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op de
-toets.
Als u nogmaals op de -toets tdrukt, wordt het afspelen verdergezet.
Nadat u op (OPEN) hebt gedrukt om het frontpaneel te openen, drukt u op q om de CD uit te werpen.
meer dan één CD tegelijk. Als u een van beide handelingen toch
Herhaald afspelen
Druk op 4 om de huidige track herhaaldelijk af te spelen.
De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk opnieuw op de toets herhaalde afspelen uit te schakelen.
CD-modus:
RPT
RPT
(off)
1
*
Als een CD-wisselaar is aangesloten
• Als tijdens de M.I.X.-afspeelmodus in de CD-wisselaarmodus REPEAT is ingesteld op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige CD.
MP3/WMA-modus:
RPT
RPT
RPT
(off)
2
*
Als een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten
• Als een CD-wisselaar voor 6 CD’s of een MP3-compatibele CD­wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u op de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen 10 seconden naar bovenstaande stap gaat.
: Slechts één track wordt herhaaldelijk
afgespeeld.
: Een CD wordt herhaaldelijk afgespeeld.
: Slechts één bestand wordt herhaaldelijk
afgespeeld.
: Alleen bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld.
: Een CD wordt herhaaldelijk afgespeeld.
4 en kies OFF om het
FUNC.-toets om de
11
NL
-
/
• Als een CD-wisselaar voor 12 CD’s is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u twee keer op de om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen 10 seconden naar bovenstaande stap gaat.
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Druk op 5 tijdens het afspelen of in pauzemodus.
De tracks (bestanden) op de CD worden in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Om de M.I.X.-afspeelmodus te annuleren, drukt u opnieuw op de toets
5 .
CD-modus:
M.I.X.
M.I.X.
(off)
3
*
Als een CD-wisselaar die is uitgerust met de functie All M.I.X. is aangesloten
• Als tijdens het afspelen met RPT (REPEAT ALL) in de CD­wisselaarmodus de functie M.I.X. is ingesteld op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige CD.
MP3/WMA-modus:
M.I.X.
M.I.X.
(off)
• Als een CD-wisselaar voor 6 CD’s of een MP3-compatibele CD­wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u op de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen 10 seconden naar bovenstaande stap gaat.
• Als een CD-wisselaar voor 12 CD’s is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u twee keer op de FUNC.-toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen 10 seconden naar bovenstaande stap gaat.
: De tracks worden in willekeurige volgorde afgespeeld. : Alle nummers op de CD’s van het huidige magazijn worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
: Alleen bestanden in een map worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
: De bestanden worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.Als een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten, worden alle bestanden op een CD in willekeurige volgorde afgespeeld, waarna de volgende CD wordt afgespeeld.
FUNC.-toets om de
Zoeken op CD-tekst
Tracks kunnen worden gezocht en afgespeeld met behulp van de CD­tekst op de CD. Als de CD niet geschikt is voor tekst, of een CD in de wisselaar zit, kan worden gezocht op tracknummer.
1
Druk op tijdens het afspelen.
Hierdoor wordt de zoekmodus ingeschakeld.
Draai de encoder-draaiknop om de gewenste
2
track te kiezen en druk dan op MODE.
Nu wordt de gekozen track afgespeeld.
12
NL
-
FUNC.-toets
Houd minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om deze te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
Het zoeken op CD-tekst is niet mogelijk tijdens het gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus.
Zoeken op bestands-/mapnaam (voor MP3/WMA)
U kunt de map- en de bestandsnaam weergeven en zoeken terwijl u luistert naar het bestand dat momenteel wordt afgespeeld.
Druk op om de zoekselectiemodus in werking
1
te stellen tijdens het afspelen van MP3- en WMA­bestanden.
Draai de
2
Zoeken op mapnaam of Zoeken op bestandsnaam te kiezen en druk vervolgens op .
Modus Zoeken op mapnaam
Draai aan de
3
gewenste map te kiezen.
Druk op de -toets om het eerste bestand in
4
de gekozen map af te spelen.
Houd minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om deze te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
In de modus Zoeken op mapnaam drukt u op om naar de modus Zoeken op bestandsnaam te gaan.
"ROOT" wordt weergegeven als de bronmap geen mapnaam heeft.
Het zoeken op mapnaam is niet mogelijk tijdens het gebruik van de
M.I.X.-afspeelmodus.
Druk op FUNC. in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige stap.
Er kan geen map worden gezocht als de CD alleen een bronmap heeft.
Als er geen bestand in de map zit wanneer de modus Map zoeken wordt gekozen, wordt gedurende 2 seconden “NO FILE” weergegeven.
Modus Zoeken op bestandsnaam
Druk op
3
Kies het gewenste bestand door de encoder-
4
draaiknop te draaien.
Druk op
5
spelen.
Houd minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om deze te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
Het zoeken op bestandsnaam is niet mogelijk tijdens het gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus.
Druk op FUNC. in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige stap.
encoder-draaiknop om de modus
encoder-draaiknop om de
f of p om een andere map te kiezen.
MODE om het gekozen bestand af te
Snel zoeken
U kunt zoeken op tracks (bestanden).
Druk minstens 2 seconden op in de
1
CD/wisselaar/MP3/WMA-modus om de modus Snel zoeken in te schakelen.
Draai aan de
2
gewenste track (bestand) te kiezen.
De gekozen track wordt onmiddellijk afgespeeld.
encoder-draaiknop om de
Houd minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om deze te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
Over MP3/WMA
VOORZICHTIG
Behalve voor privégebruik is het kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA-bestanden) of het verspreiden of overdragen ervan, gratis of tegen vergoeding, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wet op de auteursrechten en door een internationaal verdrag.
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende van hun oorspronkelijke grootte kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit. Het MP3-formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens. WMA lijkt op MP3-audiogegevens en kan CD-geluidskwaliteit verkrijgen op kleine bestandsformaten.
Methode om MP3/WMA-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke MP3/WMA-software. Raadpleeg de handleiding bij de software voor meer informatie over het maken van MP3/WMA­bestanden. De MP3/WMA-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “mp3” / “wma”. Bestanden zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld. (WMA ver. 7.1, 8 en 9 worden ondersteund)
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44.1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22.05 kHz,16 kHz, 12 kHz, 11.025 kHz, 8 kHz
Bitsnelheden: 8 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44.1 kHz, 32 kHz Bitsnelheden: 48 -192 kbps
MP3/WMA-CD’s maken
MP3/WMA-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R brandsoftware worden weggeschreven naar een CD-R of CD-RW. Een CD is goed voor 510 bestanden/mappen (inclusief bronmappen). Het maximum aantal mappen is echter 255.
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt CD’s die geformatteerd zijn volgens ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen. De maximale geneste mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). Het aantal tekens voor een map­/bestandsnaam is beperkt. Geldige tekens voor map-/bestandsnamen zijn letters (A-Z) (in hoofdletters), cijfers 0-9 en “_” (onderstrepingsteken).
Dit toestel kan ook CD’s in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie. Dit toestel kan geen CD's correct afspelen die met Track At Once of met pakketsoftware werden opgenomen.
Volgorde van bestanden
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze door de software werden weggeschreven. De afspeelvolgorde kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de bestanden heeft ingevoerd. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.
Bronmap
Merk op dat voor bemonsteringsfrequenties de frameweergave van het toestel (pagina 16) eventueel niet juist kan zijn. Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties is het mogelijk dat dit toestel niet correct kan afspelen.
ID3 tags/WMA tags
Dit toestel ondersteunt ID3 tag v1 en v2, en WMA tag. Als taggegevens in een MP3/WMA-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3 /WMA-taggegevens. Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte (max. 30 voor ID3 tags en max. 15 voor WMA tags) en het onderstrepingsteken weergeven. Voor niet-ondersteunde tekens wordt “NO SUPPORT” weergegeven. Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
Map MP3/WMA-bestand
13
-
NL
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44.1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die vervat zit in MP3/WMA-bestanden. MP3: ID3 tag WMA: WMA tag
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bevat alle mappen en bestanden.
Instelling van het geluid
Encoder
-draaiknop
MODE
Regeling Bass/Treble/Balance (links­rechts)/Fader (voor-achter)/Defeat
Druk herhaaldelijk op de MODE-toets om de
1
gewenste modus te kiezen.
Bij elke keer dat u drukt, verandert de modus als volgt:
BASS → TREBLE → SUBW* → BALANCE → FADER
DEFEAT VOLUME BASS
Niveau Bass: -7 ~ +10 Niveau Treble: -7 ~ +7 Subwoofer: 0 ~ +15 Balance: L15 ~ R15 Fader: R15 ~ F15 Defeat: ON/OFF Volume: 0 ~ 35
• Als u de MODE-toets niet binnen 5 seconden indrukt nadat u de modus heeft gekozen, keert het toestel automatisch terug naar de normale modus.
* Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke
2
modus de gewenste klank verkrijgt.
Door Defeat in te schakelen (ON), keren voordien uitgevoerde instellingen voor BASS en TREBLE terug naar de fabriekswaarden.
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten kan het zijn dat bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken.
SOURCE /POWER
BAND
MENU
14
-
NL
Regeling van de Bass
Meestal wordt het niveau van de lage tonen weergegeven.
U kunt de klemtoon van de frequentie van de lage tonen wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de MENU-toets om de modus BASS
1
ENGINE te kiezen en druk vervolgens op MODE.
BASS ENGINE SETUP RETURN (OFF) BASS ENGINE
Druk op of om de regelmodus voor de
2
BASS (lagetonen-middenfrequentie) te kiezen.
BASS ↔ TREBLE
Bass level indicator's display
Regeling van de hoge tonen
De middenfrequentie van de lage tonen instellen
Druk op de SOURCE/POWER-toets om de
3-1
gewenste middenfrequentie voor lage tonen tekiezen.
80Hz 100Hz 120Hz 80Hz
Beklemtoont de weergegeven frequentiebereiken van de lage tonen.
De bandbreedte voor de lage tonen instellen
Druk op BAND om de gewenste bandbreedte
3-2
voor de lage tonen te kiezen.
(Smal) (Breed)
Verandert de bandbreedte voor de versterking van de lage tonen naar breed of smal. Een brede instelling versterkt een ruim frequentiebereik boven en onder de middenfrequentie. Een smalle instelling versterkt alleen de frequenties nabij de middenfrequentie.
Het niveau van de lage tonen instellen
*1
Draai aan de encoder-draaiknop om het
-3
3
gewenste niveau voor de lage tonen (-7~+10) te kiezen.
U kunt het niveau van de lage tonen beklemtonen of afzwakken.
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
4
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale modus. Houd de terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen 60 seconden geen bewerking uitvoert, wordt de instelling van de lage tonen automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen voor het niveau van de lage tonen worden afzonderlijk opgeslagen voor elke bron (FM, MW (LW), CD, enz.) tot de instelling wordt gewijzigd. De instellingen voor de frequentie en de bandbreedte van de lage tonen voor één bron, gelden ook voor alle andere bronnen (FM, MW (LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten kan het zijn dat bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken. De niveau van de lage tonen kan echter nog wel worden ingesteld als een audioprocessor met lagetonenregeling wordt aangesloten.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld.
• Als u in de modus voor lagetonenregeling op of drukt, gaat het toestel over naar de modus voor hogetonenregeling.
1
*
U kunt de instelling ook aanpassen door op MODE te drukken. Zie “Regeling Bass/Treble/Balance (links-rechts)/Fader (voor-achter)/Defeat” (pagina 14).
MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om
U kunt de klemtoon van de frequentie van de hoge tonen wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de MENU-toets om de modus BASS
1
ENGINE te kiezen en druk vervolgens op MODE.
BASS ENGINE SETUP_ RETURN (OFF) BASS ENGINE
Druk op of om de regelmodus voor de
2
TREBLE (hogetonen-middenfrequentie) te kiezen.
BASS → TREBLE
De middenfrequentie van de hoge tonen instellen
Druk op de SOURCE/POWER-toets om de gewenste hogetonen-middenfrequentie te kiezen.
3-1
10kHz → 12.5kHz → 15.0kHz → 7.5kHz → 10.0kHz
Beklemtoont de weergegeven frequentiebereiken van de hoge tonen.
Het niveau van de hoge tonen instellen
Draai aan de encoder-draaiknop om het
*2
gewenste niveau voor de hoge tonen (–7~+7) te
3-2
kiezen.
U kunt de hoge tonen beklemtonen.
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
4
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale modus. Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen 60 seconden geen bewerking uitvoert, wordt de regeling van de hoge tonen automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen van het niveau van de hoge tonen worden afzonderlijk in het geheugen opgeslagen voor elke bron (FM, MW (LW) en CD) tot de instelling wordt gewijzigd. De instellingen voor de frequentie van de hoge tonen voor één bron, gelden ook voor alle andere bronnen (FM, MW (LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten kan het zijn dat bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken. De hoge tonen kunnen echter nog wel worden ingesteld als een audioprocessor met hogetonenregeling wordt aangesloten.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is ingeschakeld.
• Als u in de modus voor hogetonenregeling op of drukt, gaat het toestel over naar de modus voor lagetonenregeling
2
*
U kunt de instelling ook aanpassen door op MODE te drukken. Zie "Regeling Bass/Treble/Balance (links-rechts)/Fader (voor­achter)/Defeat" (pagina 14).
15
NL
-
In- en uitschakelen van de functie Loudness
Loudness legt een speciale klemtoon op de lage en hoge frequenties bij lage luistervolumes. Dit compenseert de lagere gevoeligheid van het menselijk oor voor lage en hoge tonen.
Houd de MODE-toets minstens 2 seconden ingedrukt om de modus LOUDNESS in of uit te schakelen.
De indicator “LD” licht op.
Andere functies
TITLE
Tekst weergeven
Tekstinformatie, zoals de naam van de CD en de track, wordt weergegeven als u een CD afspeelt die compatibel is met CD-tekst. Het is ook mogelijk om de mapnaam, de bestandsnaam, de tag, enz. weer te geven tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden.
Druk op TITLE.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
De weergave in radiomodus: Als er PS (programmadienstnaam) is
PS (Programmadienstnaam)*1→ Radiotekst → PS (Programmadienstnaam)
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
FREQUENCY Radiotekst FREQUENCY
De weergave in CD-modus:
TRACK NO./ELAPSED TIME TEXT (DISC NAME)*2→ TEXT (TRACK NAME)*2→ TRACK NO./ELAPSED TIME
De weergave in MP3/WMA-modus:
FOLDER NO./FILE NO./ELAPSED TIME → FOLDER NAME
*3 → FILE NAME*3→ ARTIST NAME*4→ ALBUM
NAME
*4→ TRACK NAME*4→ FRAME*5→
FOLDER NO./FILE NO./ELAPSED TIME
1
*
Houd de toets TITLE minstens 2 seconden ingedrukt in de PS­displaymodus, “FREQUENCY” wordt gedurende 5 seconden weergegeven.
2
*
Weergegeven tijdens het afspelen van een CD met CD-tekst. Als er geen tekst is (Naam CD of naam track), wordt “DISC TEXT”/“TRACK TEXT” weergegeven. Als er een CD in de wisselaar zit, wordt “D TEXT”/“T TEXT” weergegeven.
3
*
"ROOT" wordt weergegeven als mapnaam als de bronmap geen mapnaam heeft. Als er geen map- of bestandsnaam is, wordt “FOLDER”/“FILE”weergegeven.
4
*
ID3 tag/WMA tag Als een MP3/WMA-bestand ID3/WMA-taginformatie bevat, wordt de ID3/WMA-taginformatie weergegeven (naam van de track, naam van de artiest en naam van het album). Alle andere taggegevens worden genegeerd. Als er geen taginformatie is, wordt “ARTIST”/“ALBUM”/“SONG” weergegeven. Als “SCROLL AUTO” is ingesteld bij “Instellen van het scrollen (TEXT SCROLL)” (pagina 18), wordt er automatisch door de taginformatie gescrold.
5
*
De bemonsteringsfrequentie van de opname en de bitsnelheid van het MP3/WMA-bestand worden weergegeven. Bij een WMA­bestand met variabele bitsnelheid wordt de gemiddelde bitsnelheid weergegeven.
16
-
NL
Weergave indicatoren
>
Als de tekst wordt weergegeven, gaan volgende indicatoren aan, overeenkomstig de modus.
SETUP
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en gebruik. Kies het SETUP-menu bij Geluid aanpassen, Scrollfunctie aanpassen, enz. om de gewenste instelling te selecteren.
Encoder
-draaiknop
SOURCE/POWER
BAND
q
w
q De stand van een liedje dat wordt afgespeeld, wordt
opgelicht weergegeven in het totaal aantal weergegeven liedjes. Verderop wordt een voorbeeld van het display getoond. De stand licht ook op wanneer een bewerking, zoals snel vooruit spoelen, enz. wordt uitgevoerd.
w Licht op wanneer een CD is geplaatst
Voorbeeld van de stand van een liedje op het display
<Eerste helft> <Midden> <Laatste helft
Als bijvoorbeeld het 5de van 10 liedjes op een CD wordt afgespeeld, wordt“ ” weergegeven.
Indicator/
modus
“Text”
Tekst:
Tekstcompatibele CD’s bevatten tekstinformatie, zoals de naam van de CD en de tracknaam. Dergelijke tekstinformatie wordt “text” genoemd.
• Afhankelijk van het soort tekens is het mogelijk dat sommige
tekens met dit apparaat niet juist worden weergegeven.
• Om tekstinformatie te kunnen weergeven, moet de CD-wisselaar
ook compatibel zijn met CD-tekst
• Als de scrollinstelling (pagina 18) op “SCROLL MANU” is
ingesteld, houdt u de TITLE-toets minstens 2 seconden ingedrukt om de tekstinformatie één keer te scrollen (modi TEXT DISPLAY, FOLDER NAME DISPLAY, FILE NAME DISPLAY of TAG DISPLAY).
• “NO SUPPORT” verschijnt als de gewenste tekstinformatie niet
op dit toestel kan worden weergegeven.
• Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de tekst- of de
taginformatie niet juist wordt weergegeven.
CD-modus
Terwijl Text (Disc name) wordt weergegeven
Terwijl Text (Track Name) wordt weergegeven
MP3/
WMA-modus
Terwijl Folder Name wordt weergegeven
Terwijl File Name wordt weergegeven
Terwijl Artist Name* wordt weergegeven
Terwijl Artist Name* wordt weergegeven
Terwijl Track Name* wordt weergegeven
iPod-modus
Terwijl Artist Name* wordt weergegeven
Terwijl Album Name* wordt weergegeven
Terwijl Track Name* wordt weergegeven
*Taginformatie
MODE
In stappen 1 tot en met 4 wordt een typische SETUP­procedure als volgt beschreven. Zie verder voor meer informatie over elk SETUP-menu.
Druk op de MENU-toets om de modus SETUP te
1
kiezen, druk vervolgens op
BASS ENGINE SETUP RETURN (OFF) BASS ENGINE
Druk op of om het gewenste SETUP-
2
MENU
MODE.
menu te kiezen en druk vervolgens op MODE.
(bijv. SUBWOOFER kiezen)
FM-LEVEL RDS REGIONAL*1↔ PI SEEK*2↔ ALERT PTY31*3↔ ILLUMINATION*4↔ DIMMER ↔ SUBWOOFER (SUBW SYSTEM)*5↔ PLAY MODE ↔ SCROLL TYPE TEXT SCROLL INT MUTE AUX IN ↔ (AUX NAME)*6↔ DIGITAL AUX ↔ POWER IC STEERING*4↔ DEMO ↔ FM LEVEL
1
*
Zie “Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen” (pagina 9)
2
*
Raadpleeg “Instellen van het zoeken volgens programma­identificatie (PI SEEK)” (pagina 9).
3
*
Raadpleeg “PTY31-ontvangst (nooduitzending) instellen” (pagina
9)
4
*
Alleen CDA-9854R
5
*
Alleen weergegeven als SUBW is ingeschakeld.
6
*
Alleen weergegeven als AUX is ingeschakeld.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
3
instelling te wijzigen.
(bijv. SUBW ON of SUBW OFF selecteren.)
Druk op de MENU-toets en kies RETURN.
4
Na 2 seconden keert het toestel terug naar de normale modus. Houd de MENU-toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus.
Aanpassen van het geluid
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
FM-LEVEL HI (basisinstelling) / FM-LEVEL LOW
Als het verschil in geluidsvolume tussen de CD-speler en FM-radio te groot is, past u het FM-signaalniveau aan.
17
-
NL
In- en uitschakelen van de subwoofer
/
SUBW ON (basisinstelling) / SUBW OFF
Als de subwoofer is ingeschakeld, voert u volgende stappen uit om het uitgangsniveau van de subwoofer te regelen.
1 Druk herhaaldelijk op MODE in de normale modus om de
SUBW-modus te kiezen. BASS
TREBLE SUBW BALANCE FADER
DEFEATVOLUME BASS
2 Regel het niveau met de encoder-draaiknop.
Subwoofersysteem instellen
SUBW SYS1 (basisinstelling) / SUBW SYS2
Kies SYS1 of SYS2 voor het gewenste subwoofereffect.
SUBW SYS1: Het subwooferniveau wijzigt in overeenstemming
SUBW SYS2: De verandering van het subwooferniveau is niet
met de instelling van het hoofdvolume.
afhankelijk van de instelling van het hoofdvolume. Het subwoofereffect is bijvoorbeeld ook nog hoorbaar bij lage volume­instellingen.
Scrollfunctie aanpassen
Verlichtingskleur veranderen (alleen CDA-9854R)
ILLUMI BLUE (basisinstelling) / GREEN / AMBER / RED
U kunt de verlichtingskleur van de volgende zes toetsen wijzigen: SOURCE/POWER, BAND, , MENU, en .
BLUE GREEN ↔ AMBER ↔ RED
• De verlichtingskleur van de bovengenoemde zes toetsen bepaalt de kleur van de andere toetsen. Als de kleur van de zes toetsen BLUE/AMBER/RED is, is de kleur van de andere toetsen RED. Als de kleur van de zes toetsen GREEN is, zijn de andere toetsen ook GREEN.
Dimmerregeling
DIMMER AUTO (basisinstelling) / DIMMER MANU
Zet de functie dimmerregeling op AUTO om de helderheid van het toestel te verminderen als de koplampen van de auto worden ingeschakeld. Deze modus is interessant als u de achtergrondverlichting van het toestel ’s nachts te helder vindt.
• Als uw voertuig is uitgerust met een dimmerregeling voor de dashboardverlichting, mag u de DIMMER-kabel (oranje) van de radio nooit aansluiten op deze dimmerregeling.
Instellen van het scrolltype
SCROLL TYPE1 / SCROLL TYPE2 (basisinstelling)
U kunt kiezen tussen twee scrollmethoden. Kies het gewenste type.
Instellen van het scrollen (TEXT SCROLL)
SCROLL AUTO / SCROLL MANU (basisinstelling)
Deze CD-speler kan de namen scrollen van de CD en de tracks die op CD’s met CD-tekst werden opgenomen; hetzelfde geldt voor tekstinformatie voor bestands- en mapnamen en tags van MP3/WMA-bestanden.
SCROLL AUTO: De CD-tekstinformatie, de tekstinformatie van
SCROLL MANU: Het display scrolt wanneer een CD wordt
• Het toestel scrolt CD-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of tags.
map- en bestandsnamen en de tags worden automatisch gescrold. Bovendien wordt taginformatie automatisch gescrold zonder
TITLE te drukken in de displaymodus
op voor taginformatie.
geladen, van track wordt veranderd enz.
Demonstratie
DEMO ON / DEMO OFF (basisinstelling)
Het toestel beschikt over een demofunctie voor de weergave.
• Om de demomodus af te sluiten, kiest u DEMO OFF.
MP3/WMA
MP3/WMA-bestanden afspelen (PLAY MODE)
CD-DA (basisinstelling) / CD-A/MP3
Dit toestel kan CD's met CD- en MP3/WMA-bestanden afspelen. In sommige situaties (bepaalde verbeterde CD's) kan het afspelen echter moeilijk zijn. Voor deze speciale gevallen kunt u alleen het afspelen van CD-gegevens kiezen. Als een CD zowel CD- als MP3/WMA­bestanden bevat, begint het afspelen vanaf het gedeelte met CD­gegevens op de CD.
CD-DA: Alleen CD-gegevens kunnen worden
CD-DA/MP3: Zowel CD-gegevens als MP3/WMA-
• Voer deze instelling uit voordat u een CD plaatst. Als reeds een CD werd geplaatst, voert u de instelling uit na het verwijderen van de CD. (Als u een MP3-wisselaar gebruikt, moet u de CD’s verwisselen.)
afgespeeld.
bestandstracks kunnen worden afgespeeld.
Stuurwielafstandsbediening
Adaptieve stuurwielafstandsbediening instellen (alleen
CDA-9854R)
STEERING ON / STEERING OFF (basisinstelling)
Het toestel is voorbereid voor adaptieve stuurwielafstandsbediening. Met deze functie kan de bediening worden uitgevoerd door het signaal van de stuurwielafstandsbediening naar het toestel te sturen. Om de stuurwielafstandsbediening te gebruiken, bedient u de volgende toetsen nadat u de functie hebt ingeschakeld en op MODE hebt gedrukt. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
Kies de aangewezen functie door de encoder-
1
draaiknop te draaien.
(bijv. SOURCE selecteren)
POWER SOURCE BAND VOL UP VOL DN PAUSE MUTE BWD FWD P UP P DN A PROC POWER
FF SOURCE FF
Druk op de toets voor de
2
stuurwielafstandsbediening tot de gewijzigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening aan de linkerkant van het display verschijnt.
(bijv. Druk op SOURCE op de toets voor de stuurwielafstandsbediening).
Het gewijzigde signaal van de stuurwielafstandsbediening verschijnt aan de linkerkant van het display.
DE SOURCE FF
De gewijzigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening
18
NL
-
3
Druk op MODE om de instelwaarde uit te voeren.
De bevestigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening verschijnt aan de rechterkant van het display. Als dit gebeurt, wordt de functie van het toestel overgedragen naar de toets voor de stuurwielafstandsbediening.
POWER IC ON: De luidsprekers worden aangedreven door
de ingebouwde eindversterker.
LUIDSPREKERS
LUIDSPREKER RECHTS VOOR
Vooraan rechts
DE SOURCE DE
De bevestigde signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening
Herhaal stappen 1 tot 3, en stel elke toets in.
4
Als de instellingen zijn voltooid, drukt u op MENU om terug te keren naar de vorige modus.
Extern toestel
Mutemodus in- en uitschakelen (INT MUTE)
MUTE ON (basisinstelling) / MUTE OFF
Als een toestel met de onderbrekingsfunctie wordt aangesloten, wordt het audiosignaal automatisch gedempt als het onderbrekingssignaal van het toestel binnenkomt.
AUX-modus instellen (V-Link)
AUX IN ON / AUX IN OFF (basisinstelling)
U kunt het tv-/videogeluid invoeren door een optionele Ai­NET/RCA-interfacekabel (KCA-121B) of Versatile Link­contactdoos (KCA-410C) aan te sluiten op deze component. U kunt de weergave van de AUX-naam wijzigen als AUX IN is ingeschakeld. Selecteer de AUX-naam door op of te drukken. Druk vervolgens op Draai dan aan de Als de KCA-410C is aangesloten, kunt u twee AUX-namen kiezen.
• Via de KCA-410C kunt u tot 2 externe toestellen met RCA-uitgang aansluiten. In dit geval drukt u op SOURCE/POWER om de AUX-modus te selecteren, waarna u op BAND drukt om het gewenste toestel te kiezen.
Aansluiten op een externe versterker
POWER IC ON (basisinstelling) / POWER IC OFF
Als een externe versterker is aangesloten, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door de voeding van de ingebouwde eindversterker uit te schakelen.
POWER IC OFF: Gebruik deze modus als de voorversterkers
MODE.
encoder-draaiknop.
vooraan en achteraan het toestel worden gebruikt om een externe versterker aan te sturen die is aangesloten op de luidsprekers.
LUIDSPREKER RECHTS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS VOOR
• Het systeem produceert geen geluid als de stroomuitgang is uitgeschakeld.
Achteraan rechts
Achteraan links
Vooraan links
Instellen van de externe digitale ingang (DIGITAL AUX)
D-AUX ON / D-AUX OFF (basisinstelling)
Wanneer een ALPINE Ai-NET-compatibele digitale audioprocessor en een niet Ai-NET-compatibele DVD-speler (DVE-5207) zijn aangesloten, zet u D-AUX op ON om te genieten van 5.1-kanaals surroundgeluid.
• Druk op SOURCE/POWER en selecteer de D-AUX-modus, regel het volume, enz.
• Na het selecteren van de ingang moet u het contactslot uit en weer aan zetten. De instelling van de optische digitale ingangsschakelaar is voltooid.
• Afhankelijk van de aangesloten audioprocessor wordt het geluid van de DVD-speler mogelijk nog weergegeven, ondanks de verandering van bron. Schakel in dit geval de DVD-speler uit.
Vooraan
Versterker
Versterker
• De uitgang van de voorversterker achteraan is alleen verkrijgbaar bij de CDA-9854R.
links
Vooraan rechts
Achteraan links
Achteraan rechts
19
-
NL
iPod
Een iPod™, iPod™ mini of iPod™ nano kan worden bediend vanaf de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR, wanneer u hem aansluit op een optionele ALPINE interface-adapter voor iPod™ (KCA-420i). Tijdens de aansluiting met de CDA-9854R/CDA­9852RB/CDA-9852RR via de KCA-420i, worden de bedieningstoetsen op de iPod™ uitgeschakeld.
• Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de aangesloten adapter (KCA-420i).
• Voor een beschrijving van elke functie verwijzen we naar de documentatie bij de iPod.
iPods™ die met dit toestel kunnen worden gebruikt
Het toestel kan worden gebruikt met iPod™ photo, iPod™
mini’s of iPod™ nano van de derde generatie of recenter. iPod™ Shuffle kan echter niet worden gebruikt.
• Aanraak- of scroll-iPods zonder de juiste aansluiting
kunnen niet op het toestel worden aangesloten.
Het toestel kan worden gebruikt met de volgende iPod-
versies. Voor oudere versies kan een goede werking niet worden gegarandeerd.
iPod van de derde generatie: Ver. 2.3 iPod van de vierde generatie: Ver. 3.0.2 iPod photo:Ver. 1.0 iPod mini: Ver. 1.3 iPod nano: Ver. 1.0
Het toestel kan niet worden gebruikt met softwareversies
van voor 22 feb. 2005. Raadpleeg de handleiding van de iPod voor de bijzonderheden over “iPod software­updates”
TM
Encoder
-draaiknop
MODE
(optioneel)
SOURCE /POWER
BAND
/
5
4
TITLE
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op de
3
• Als een liedje op de iPod wordt afgespeeld wanneer hij op de
• Als de iPod samen met een wisselaar wordt gebruikt, moet de
-toets.
Als u nogmaals op de -toets drukt, wordt het afspelen verdergezet.
CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR is aangesloten, gaat het afspelen na het aansluiten gewoon verder.
Versatile Link-contactdoos (KCA-410C) worden gebruikt. Druk in dit geval op BAND om de wisselaarmodus voor de iPod te kiezen.
Een gewenst liedje zoeken
Een iPod kan honderden liedjes bevatten. De liedjes kunnen worden geordend in afspeellijsten. Deze kunnen door de CDA-9854R/CDA­9852RB/CDA-9852RR worden gebruikt om het zoeken naar liedjes te vergemakkelijken.
Zoeken op Playlist
Druk op om de zoekmodus PLAYLIST te kiezen.
1
Bij elke druk op de toets verandert de zoekmodus. De zoekmodus verandert automatisch in de PLAYLIST­zoekmodus, 4 seconden na het kiezen van PLAYLIST.
PLAYLIST
1
*
Draai binnen 10 seconden aan de encoder-
2
draaiknop en kies een afspeellijst.
Druk op MODE om de gekozen afspeellijst af te
3
spelen.
Zoeken naar een liedje in de gekozen afspeellijst
1 Druk na het kiezen van de afspeellijst in stap 2*1op
2 Draai binnen de 10 seconden aan de encoder-
• Houd in de zoekmodus de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de zoekmodus te annuleren.
• Alle liedjes op de iPod worden afgespeeld door de opgeslagen “iPod-naam” te kiezen in stap 2*
• Het zoeken op afspeellijst is tijdens het gebruik van de M.I.X.­afspeelmodus niet mogelijk.
ARTIST ALBUM PLAYLIST
om naar de modus voor het zoeken van liedjes in
de gekozen afspeellijst te gaan.
draaiknop om een liedje te kiezen en druk op MODE.
1
Afspelen
Druk op de SOURCE/POWER-toets om naar de
1
iPod-modus te gaan.
Druk op of om het gewenste liedje te
2
kiezen.
Terugkeren naar het begin van het huidige liedje:
Druk op .
Snel achteruit spoelen:
ingedrukt houden.
Naar het begin van het volgende liedje gaan:
Druk op .
Snel vooruit spoelen:
ingedrukt houden.
20
NL
-
Zoeken op artiest
g
Druk op om de zoekmodus ARTIST te kiezen.
1
Bij elke druk op de toets verandert de zoekmodus. De zoekmodus verandert automatisch in de ARTIST­zoekmodus, 4 seconden na het kiezen van ARTIST.
PLAYLIST ARTIST ALBUM PLAYLIST
2
*
Draai binnen 10 seconden aan de encoder-
2
draaiknop en kies een artiest.
3
Druk op artiest af te spelen.
Zoeken naar een album van de gekozen artiest
1 Druk na het kiezen van de artiest in stap 2*2op om
2
3 Druk op
Zoeken naar een liedje van het gekozen album
1 Druk na het kiezen van het album in stap 2*3op om
2 Draai binnen de 10 seconden aan de
• Houd in de zoekmodus de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de zoekmodus te annuleren.
• Als u ALL kiest in stap 2*2en op MODE drukt, worden alle liedjes op de iPod afgespeeld. Als u ALL kiest en u op drukt, wordt de ALBUM-zoekmodus voor alle artiesten in werking gesteld.
• Als u ALL kiest in stap 2*3en op MODE drukt, worden alle liedjes van de gekozen artiest afgespeeld. Als u ALL kiest en u op drukt, wordt de SONG-zoekmodus voor de gekozen artiest in werking gesteld.
• Het zoeken op de naam van de artiest is niet mogelijk tijdens het gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus.
MODE om alle liedjes van de gekozen
naar de modus voor het zoeken naar albums van de gekozen artiest te gaan.
3
*
Draai binnen 10 seconden aan de encoder-draaiknop
om een album te kiezen.
MODE om alle liedjes van het gekozen album
af te spelen.
naar de modus voor het zoeken van liedjes in het gekozen album te gaan.
draaiknop om een liedje te kiezen en druk op MODE. Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
encoder-
Zoeken op albumnaam
Druk op om de zoekmodus ALBUM te kiezen.
1
Bij elke druk op de toets verandert de zoekmodus. De zoekmodus verandert automatisch in de ALBUM­zoekmodus, 4 seconden na het kiezen van ALBUM.
PLAYLIST
4
*
Draai binnen 10 seconden aan de encoder-
2
draaiknop
ARTIST ALBUM PLAYLIST
en kies een album.
Druk op MODE om alle liedjes van het gekozen
3
album af te spelen.
Zoeken naar een liedje van het gekozen album
1 Druk na het kiezen van het album in stap 2*4op
om naar de modus voor het zoeken van liedjes in het gekozen album te gaan.
2 Draai binnen de 10 seconden aan de encoder-
draaiknop om een liedje te kiezen en druk op MODE. Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
• Houd in de zoekmodus de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de zoekmodus te annuleren.
• Als u ALL kiest in stap 2*4en op MODE drukt, wordt de zoekmodus geannuleerd. Als u ALL kiest en u op drukt, wordt de SONG-zoekmodus voor alle albums in werking gesteld.
• Het zoeken op de naam van het album is niet mogelijk tijdens het gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus.
Afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.)
De functie voor het afspelen in willekeurige volgorde van de iPod wordt weergegeven als M.I.X. op de CDA-9854R/CDA­9852RB/CDA-9852RR.
Afspelen van albums in willekeurige volgorde:
Er wordt een willekeurig album op de iPod gekozen en de liedjes van dat album worden in volgorde afgespeeld. Als u een liedje in de afspeellijst-/artiestzoekmodus heeft gekozen voordat u de functie voor het afspelen van albums in willekeurige volgorde koos, worden alleen albums van die afspeellijst/artiest willekeurig gekozen. De liedjes van dat album worden in volgorde afgespeeld.
Afspelen van liedjes in willekeurige volgorde:
Alle liedjes op de iPod worden in willekeurige volgorde afgespeeld. Als u een liedje in de afspeellijst­/artiestzoekmodus heeft gekozen voordat u de functie voor het afspelen van liedjes in willekeurige volgorde koos, worden alleen de liedjes van die afspeellijst/artiest/album willekeurig afgespeeld.
Druk op 5.
1
De liedjes worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
M.I.X M.I.X (off) M.I.X
(Afspelen van
albums in
willekeurige
volgorde)
Om de M.I.X.-afspeelmodus te annuleren, kiest u
2
(off) via de bovenstaande procedure.
• Voor meer informatie over de zoekmodus, verwijzen we naar “Een gewenst liedje zoeken” (pagina 20).
• Als u een liedje in de albumzoekmodus heeft gekozen voordat u de functie voor het afspelen in willekeurige volgorde (M.I.X.) koos, zullen de liedjes niet in willekeurige volgorde worden afgespeeld, zelfs niet wanneer Album afspelen in willekeurige volgorde werd gekozen.
(Afspelen van
liedjes in
willekeurige
vol
orde)
21
NL
-
Herhaald afspelen
Alleen de functie Eén herhalen is beschikbaar voor de iPod. Eén herhalen: Eén liedje wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk op 4.
1
Het bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT (Eén herhalen)
Om het herhaald afspelen te annuleren, kiest u
2
(off) via de bovenstaande procedure.
• Tijdens het herhaald afspelen kunnen geen andere liedjes worden gekozen door op of te drukken.
(off) RPT
Tekst weergeven
U kunt de taginformatie van een liedje op de iPod weergeven.
Druk op TITLE.
Bij elke druk op de knop verandert het display.
ELAPSED TIME SONG TITLE* ELAPSED TIME
* Taginformatie
Als scrollinstelling (pagina 18) op “SCROLL AUTO” is ingesteld, wordt er automatisch door de taginformatie gescrold. “ARTIST”/“ALBUM”/“SONG” wordt weergegeven als er geen taginformatie is.
• Als de scrollinstelling (zie pagina 18) is ingesteld op "SCROLL MANU", houdt u de om de taginformatie slechts één keer te scrollen.
• Alleen alfanumerieke tekens (ASCII) kunnen worden weergegeven.
• Als de naam van de artiest, het album of het liedje die is aangemaakt met iTunes te lang is, zullen de liedjes misschien niet worden afgespeeld wanneer de iPod wordt aangesloten op de adapter. Daarom wordt een maximum van 250 tekens aanbevolen. Het maximum aantal tekens voor de head-unit is 64 (64 bytes).
• Sommige tekens zullen misschien niet juist worden weergegeven.
• “NO SUPPORT” wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet compatibel is met de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR.
ARTIST NAME* ALBUM NAME*
TITLE-toets minstens 2 seconden ingedrukt
22
-
NL
/
/
Wisselaar
MP3-bestanden afspelen met de CD­wisselaar (Optioneel)
(Optioneel)
SOURCE/POWER
/
Bediening van een CD-wisselaar (Optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 of 12 CD’s kan worden aangesloten op dit toestel als deze compatibel is met Ai-NET. Als een CD-wisselaar is aangesloten op de Ai-NET-ingang van dit toestel, kan de CD-wisselaar worden bediend op dit toestel. Met behulp van de KCA-400C (multiwisselaar-schakeltoestel) of de KCA-410C (Versatile Link-contactdoos) kunnen verschillende CD­wisselaars door dit toestel worden bediend. Zie “Keuze tussen verschillende CD-wisselaars” op deze pagina om de CD-wisselaars te kiezen.
• De bedieningstoetsen op dit toestel voor de bediening van de CD­wisselaar zijn alleen functioneel als een CD-wisselaar is aangesloten.
• De DVD-wisselaar (optioneel) kan worden bediend op dit toestel en op de CD-wisselaar.
Druk op de SOURCE/POWER-toets om de
1
wisselaarmodus in te schakelen.
Op het display worden het nummer van de CD en het tracknummer weergegeven.
• De bronindicator verandert naargelang de aangesloten bron.
• Druk op de BAND-toets om de CD-modus om te schakelen naar de wisselaarmodus.
Druk op de diskkeuzetoetsen (1 tot 6) die
2
overeenkomen met een van de CD’s in de CD­wisselaar.
Het gekozen CD-nummer verschijnt op het display en de CD wordt afgespeeld.
• Na het kiezen van de gewenste CD kunt u de wisselaar op dezelfde manier bedienen als de CD-speler van dit toestel. Voor meer details verwijzen we naar het hoofdstuk CD/MP3/WMA.
• Als de indicator “FUNC” aan is, werken de diskkeuzetoetsen niet.
Als een CD-wisselaar voor 12 CD’s is aangesloten:
Om de CD’s van 1 tot 6 te selecteren, wordt dezelfde procedure toegepast als die van de CD-wisselaar voor 6 CD’s. Om de CD’s van 7 tot 12 te selecteren, drukt u eerst op de FUNC.-toets om naar de diskkeuzemodus te gaan (7 tot 12). Hierdoor wijzigt de indicator “D” in “d”. Druk dan op de gewenste keuzetoets. De keuzetoetsen 1 tot 6 vertegenwoordigen respectievelijk de CD’s 7 tot 12.
BAND
FUNC.
MENU
TITLEKeuzetoetsen
(1 tot en met 6)
Als u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u op dit toestel CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen waarop MP3­bestanden staan.
Druk op de SOURCE/POWER-toets om naar de
1
MP3-wisselaarmodus te gaan.
Druk op een van de diskkeuzetoetsen (1 tot 6)
2
die overeenkomen met een van de CD’s in de CD­wisselaar.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op de
3
• Het toestel kan CD’s afspelen met zowel audiogegevens als MP3-
• Om MP3 te gebruiken met een MP3-compatibele CD-wisselaar,
-toets.
Als u nogmaals op de -toets drukt, wordt het afspelen verdergezet.
bestanden.
raadpleegt u “CD/MP3/WMA” op pagina 11 tot 14.
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (Optioneel)
Het Ai-NET-systeem van Alpine ondersteunt tot 6 CD-wisselaars. Bij gebruik van twee of meer CD-wisselaars dient de KCA-400C (multiwisselaar-schakeltoestel) gebruikt te worden. Gebruikt u 1 schakeltoestel, dan kunt u tot 4 CD-wisselaars aansluiten. Gebruikt u 2 schakeltoestellen, dan kunt u tot 6 CD-wisselaars aansluiten. Als u de KCA-410C (Versatile Link-contactdoos) gebruikt, kunt u twee wisselaars en twee externe uitgangen (AUX) aansluiten.
Druk op de SOURCE/POWER-toets op dit toestel
1
om de CD-wisselaarmodus in werking te stellen.
Druk op de
2
de CD-wisselaar in te schakelen.
De selectiemodus van de CD-wisselaar blijft gedurende enkele seconden actief.
Druk op de BAND-toets tot de indicator voor de
3
gewenste CD-wisselaar op het display verschijnt.
• Als de gekozen CD-wisselaar niet is aangesloten, wordt “NO CHGR.” op het display weergegeven.
• Om de gekozen wisselaar te bedienen, zie "CD/MP3/WMA" (pagina 11-14).
• Voor meer details over de externe ingang (AUX) als de KCA-410C wordt gebruikt, zie "AUX-modus instellen (V-Link)" op pagina 19.
BAND-toets om de selectiemodus voor
23
NL
-
Informatie
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u volgende checklist raadplegen. Op die manier kunt u een probleem gemakkelijker identificeren als de oorzaak bij het toestel ligt. Ligt het probleem niet bij het toestel, kijk dan alle aansluitingen van het systeem na of wend u tot een erkende Alpine-dealer.
Algemeen
Toestel of display werkt niet.
• Het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
- Als het toestel werd aangesloten volgens de instructies, zal het niet werken als het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
• Verkeerde aansluiting van stroomdraad (rood) en accustroomdraad (geel).
- Controleer de aansluitingen van de stroomdraad en de
accustroomdraad.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van het toestel; vervang indien nodig
door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-toets.
Radio
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenne of open aansluiting in de kabel.
- Kijk na of de antenne correct is aangesloten; vervang indien
nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk om af te stemmen op zenders in de zoekmodus.
•U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Zorg ervoor dat de tuner in de DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne misschien niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk is geaard op de montageplaats.
• De antenne heeft mogelijk niet de juiste lengte.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
Het uitzenden gaat gepaard met veel ruis.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
- Trek de antenne volledig uit; vervang ze indien ze stuk is.
• De antenne is slecht geaard.
- Zorg ervoor dat de antenne juist is geaard op de montageplaats.
CD
CD-speler/-wisselaar werkt niet.
• De werkingstemperatuur van +50 °C voor de CD werd overschreden.
- Laat de binnenkant van het voertuig (of de kofferruimte)
afkoelen.
Weergegeven geluid van de CD zweeft.
• Vochtcondensatie in de CD-module.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie is verdampt (ongeveer 1
uur).
CD kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een CD in de CD-speler.
- Haal de CD uit de speler.
• De CD is verkeerd geplaatst.
- Ga na of de CD werd geplaatst volgens de instructies in het
hoofdstuk Werking van de CD-speler.
CD kan niet snel vooruit of achteruit worden gespoeld.
•De CD is beschadigd.
- Haal de CD uit het toestel en gooi hem weg. Als u een beschadigde CD gebruikt, kan het mechanisme van het toestel beschadigd raken.
Geluidsweergave van CD verspringt wegens trillingen.
• Toestel verkeerd bevestigd.
- Zet het toestel degelijk vast.
• De CD is zeer vuil.
- Reinig de CD.
• De CD vertoont krassen.
-Vervang de CD.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare reinigings-CD om de lens te reinigen. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde ALPINE-dealer.
Weergegeven geluid van CD verspringt zonder trillingen.
• De CD is vuil of bekrast.
- Reinig de CD; als deze beschadigd is, moet hij worden vervangen.
Foutmeldingen (alleen ingebouwde CD-speler)
• Mechanische fout
- Druk op q . Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de CD weer in het toestel. Als deze oplossing niet helpt, dient u uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer te raadplegen.
Afspelen van CD-R/CD-RW is onmogelijk
• Sessie werd niet degelijk afgesloten (beëindigd).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
MP3/WMA
MP3 of WMA wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat werd geschreven.
Raadpleeg “Over MP3/WMA” (pagina 13-14) en schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit apparaat wordt ondersteund.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er komt geen signaal uit de interne versterker.
- POWER-IC is op “ON” gezet (pagina 19).
Indicatie voor CD-speler
HI TEMP
• Beschermingscircuit wordt in werking gesteld door hoge temperatuur.
- De indicatie zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
de werkingswaarden ligt.
NO DISC
• Geen CD geplaatst.
- Plaats een CD.
• Hoewel er een CD is geplaatst, verschijnt “NO DISC” en het toestel begint niet met afspelen of werpt de CD niet uit.
- Verwijder de CD als volgt:
Druk opnieuw minstens 2 seconden op de toets Als de CD nog niet wordt uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine­dealer.
q.
24
-
NL
ERROR
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op de q-toets en werp de CD uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2
) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u nogmaals op
de
q-toets. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op de raadplegen.
Als “ERROR” wordt weergegeven:
Als de CD niet kan worden uitgeworpen door op q te drukken, drukt u op de RESET-toets (zie pagina 7) en drukt u opnieuw op
q.
Als de CD nog steeds niet kan worden uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
q-toets heeft gedrukt, dient u uw Alpine-dealer te
PROTECT
• Er werd een WMA-bestand met auteursrechtelijke bescherming afgespeeld.
- U kunt alleen bestanden afspelen die niet van een auteursrechtelijke
bescherming zijn voorzien.
UNSUPPORTED
• De CD is niet geschreven in een door MP3/WMA ondersteund formaat.
- Gebruik een CD die in het door MP3/WMA ondersteunde formaat is geschreven.
ERROR-02
• Er is een CD achtergebleven in de CD-wisselaar.
- Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie in werking te stellen. Als de CD-wisselaar de uitwerpfunctie heeft beëindigd, plaatst u een leeg CD-magazijn in de CD-wisselaar om de CD te recupereren die in de wisselaar is achtergebleven.
NO MAGZN
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Breng een magazijn in.
NO DISC
• Geen CD gevonden.
- Kies een andere CD.
Indicatie voor iPod-modus
NO IPOD
• De iPod is niet aangesloten.
- Zorg ervoor dat de iPod correct is aangesloten (zie “Aansluitingen”). Controleer of de kabel niet te sterk is gebogen.
• De batterij van de iPod is zwak.
- Raadpleeg de documentatie bij de iPod en laad de batterij op.
Indicatie voor CD-wisselaar
HI TEMP
• Beschermingscircuit wordt in werking gesteld door hoge temperatuur.
- De indicatie zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de werkingswaarden ligt.
ERROR-01
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de magazijnuitwerptoets en verwijder het magazijn. Controleer de indicatie. Breng het magazijn terug in. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerpknop. Als het magazijn niet wordt uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
NO SONG
• Er zijn geen liedjes opgeslagen op de iPod.
- Download liedjes naar de iPod en sluit hem aan op de adapter.
ERROR-01
• Communicatiefout
- Zet het contactslot uit en dan weer op ON.
- Controleer het display door de iPod opnieuw met de iPod-kabel op de adapter aan te sluiten.
ERROR-02
• Deze fout wordt veroorzaakt doordat de iPod-softwareversie niet compatibel is met de optionele adapter KCA-420i.
- Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de optionele adapter
KCA-420i en werk de iPod-softwareversie bij zodat deze compatibel is met de optionele adapter KCA-420i.
25
-
NL
Specificaties
VOORZICHTIG
KLASSE 1
LASERPRODUCT
(Onderzijde van speler)
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz Bruikbare gevoeligheid mono 0,7 µ V Selectie alternatief kanaal 80 dB Signaal/ruisverhouding 65 dB Stereoscheiding 35 dB Vangbereik 2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 531 – 1.602 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 153 – 281 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 31,6 µV/30 dB
CD-GEDEELTE
Frequentiebereik 5 – 20.000 Hz (±1 dB) Wow & Flutter (% WRMS) Niet meetbaar Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz) Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz) Signaal/ruisverhouding 105 dB Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz)
PICKUP
Golflengte 795 nm Laservermogen CLASS I
ALGEMEEN
Spanningsvereiste 14,4 V DC
(11–16 V toegelaten) Maximum vermogen 50 W Maximale spanning voorversterkeruitgang 2 V/10k ohm Bass +20/-14 dB bij 60Hz Treble ±14 dB bij 10kHz Gewicht 1,6 kg (3 lbs. 8 oz)
× 4
CHASSISAFMETINGEN
Breedte 178 mm (7") Hoogte 50 mm (2") Diepte 152 mm (6-3/8")
AFMETINGEN FRONT
Breedte 170 mm (6-11/16") Hoogte 46 mm (1-13/16") Diepte 18 mm (15/16")
Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de
technische gegevens en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
26
NL
-
Installatie en Aansluitingen
Alvorens het toestel te installeren of aan te sluiten dient u de volgende informatie en pagina’s 3 en 5 van deze gebruiksaanwijzing grondig door te lezen voor het juiste gebruik.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12­VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet­naleving van deze aanwijzingen kan brand en andere problemen tot gevolg hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE KABEL VAN DE NEGATIEVE BATTERIJKLEM LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET ELEKTRISCHE KABELS.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om stroom te leveren voor andere toestellen. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of een elektrische schok tot gevolg kan hebben.
GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen leidingen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren voor het rem- of besturingssysteem (of andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over het voertuig onmogelijk maken en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN WAAR HET TOESTEL DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG, ZOALS HET STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL, ZOU KUNNEN HINDEREN.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht vooruit worden belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vereisen speciale technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid wendt u zich voor dit werk steeds tot de dealer bij wie u dit toestel heeft gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIREONDERDELEN EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Zorg ervoor dat u alleen de vermelde accessoireonderdelen gebruikt. Gebruik van andere dan de vermelde onderdelen kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig op zijn plaats wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de buurt van bewegende onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of puntige randen. Dit voorkomt dat de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
Denk eraan de kabel van de negatieve (–) accupool los te
koppelen alvorens uw CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR te installeren. Hierdoor vermijdt u elk risico op beschadiging van het toestel bij een kortsluiting.
• Zorg ervoor dat u de kleurgecodeerde stroomdraden aansluit volgens het diagram.Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot gevolg hebben.
• Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig tot stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer).Maak geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit toestel. Als u de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR aansluit op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring waarop de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR wordt aangesloten, de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig beschadigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer in geval van twijfel.
• De CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR is uitgerust met vrouwelijke RCA-aansluitingen om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren beschikken. U heeft misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende Alpine­dealer om hulp.
• Zorg dat u de negatieve luidsprekerdraden (–) aansluit op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de luidsprekerkabels van het linker- en rechterkanaal nooit met elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte hieronder en houd het bij als referentie. Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u aan de onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER: INSTALLATIEDATUM: INSTALLATIETECHNICUS: PLAATS VAN AANKOOP:
27
-
NL
Installatie
Afneembaar voorpaneel
Voorzichtig
Als u dit toestel in uw auto installeert, mag u het afneembare front niet verwijderen. Als u het afneembare front tijdens de installatie verwijdert, kunt u te hard op de metalen plaat drukken die het front op zijn plaats houdt, waardoor de plaat verbuigt.
Accessoirelijst
• Head-unit ..............................................................................1
• Voedingskabel ......................................................................1
• Montageslede .......................................................................1
• Draagetui ..............................................................................1
• Rubberen deksel ..................................................................1
• Zeskantbout ..........................................................................1
• Schroef (M5 × 8) ...................................................................4
• Gebruikershandleiding ....................................................1 set
Het ingebouwde toestelgedeelte moet op 35 graden van het horizontale vlak worden gemonteerd, van achter naar voor.
1
Minder dan 35°
Rubberen deksel
Steun
(meegeleverd)
Zeskantbout (meegeleverd)
Dashboard
2
Metalen montagebeugel
Schroef
Sierbout
Zeskantmoer (M5)
dit toestel
Als uw voertuig met de steun is uitgerust, monteert u de lange zeskantbout op het achterpaneel van de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR en plaatst u het rubberen deksel op de zeskantbout. Als uw voertuig niet over de montagesteun beschikt, versterkt u de head-unit met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Sluit alle draden aan van de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk AANSLUITINGEN.
Voor de schroef * dient u een schroef te kiezen die geschikt is voor de installatieplaats in het chassis.
Schuif de CDA-9854R/CDA-9852RB/CDA-9852RR in
3
het dashboard. Als het toestel op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Daardoor wordt het toestel stevig vergrendeld en kan het niet per ongeluk loskomen van het dashboard. Plaats het afneembare front.
Borgpen
Montageslede (meegeleverd)
Schuif de montageslede uit het ingebouwde toestelgedeelte (zie “Demontage” op deze pagina). Schuif de montageslede in het dashboard en zet de slede vast met de metalen sluitingen.
28
NL
-
dit toestel
Demontage
1.Verwijder het afneembare front.
2.Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse positie te duwen (zie tekening hierboven). Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór u de tweede pen losmaakt.
3.Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat het niet meer vastklikt.
<JAPANSE AUTO>
Front kader
Schroeven (M5 × 8) (meegeleverd)
dit toestel
Bevestigingssteun
29
-
NL
Aansluitingen
(Bruin/Geel)
(Bruin/Oranje)
ADAPTIEVE STUURWIELAFSTANDSBEDIENING IN1
ADAPTIEVE STUURWIELAFSTANDSBEDIENING IN2
(Alleen CDA-9854R)
(Roze/Zwart)
(Blauw/Wit) Inschakeldraad versterker
(Oranje)
(Rood)
(Zwart)
(Blauw)
Accustroomdraad
(Geel)
Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
Dimmerdraad
Geschakelde stroomdraad (contactslot)
Aardingsdraad
Draad voor de elektrische antenne
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Violet/Zwart)
(Violet)
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening.
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening.
Naar voertuigdisplay-interface
Antenne
JASO-antenneplug
ISO-antenneplug
Naar autotelefoon
Naar equalizer of versterker
Naar verlichtingsdraad instrumentengroep
Naar elektrische antenne
Contactsleutel
Luidsprekers
Accu
Links achter
Links voor
Rechts voor
Rechts achter
30
-
NL
Ai-NET
*1
(Alleen CDA-9854R)
( alleen CDA-9854R),
CD-wisselaar
(afzonderlijk verkocht)
NORMEQ/DIV
Luidsprekers
Links achter
Versterker
Versterker
Versterker
Rechts achter
Links voor
Rechts voor
Subwoofers
(CDA-9852RB/ CDA-9852RR is voorzijde of subwoofers)
*1Het label is onderaan het toestel aangebracht.
q Aansluiting voertuigdisplay-interface (alleen CDA-
9854R)
Levert stuursignalen voor de voertuigdisplay-interface. Sluit deze aan op de optionele voertuigdisplay­interfacedoos. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
w Antennebus e Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
(Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audio-uitgang van een gsm, die aardsluiting geeft als een oproep wordt ontvangen.
r Inschakeldraad versterker (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad van uw versterker of signaalprocessor.
t Dimmerdraad (Oranje)
Deze stroomdraad mag worden aangesloten op de stroomdraad voor de instrumentengroepverlichting van het voertuig. Hiermee kunt u de achtergrondverlichting van het toestel dimmen met de dimmerregeling van het voertuig.
y Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open klem in de zekeringenkast van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de accessoirepositie staat.
u Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het voertuig. Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met blank metaal en degelijk is vastgezet met de meegeleverde plaatmetaalschroef.
i Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische antenne, indien van toepassing.
Deze draad mag alleen worden gebruikt om de elektrische antenne van het voertuig te sturen. Gebruik deze draad niet om een versterker, een signaalprocessor, e.d. aan te sluiten.
o Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de autoaccu.
!0 ISO-voedingsaansluiting !1 ISO-aansluiting (luidsprekeruitgang) !2 Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links
achteraan (+)
!3 Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker
links achteraan (–)
!4 Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links
vooraan (+)
!5 Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links
vooraan (–)
!6 Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker
rechts vooraan (–)
!7 Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts
vooraan (+)
!8 Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker
rechts achteraan (–)
!9 Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts
achteraan (+)
@0 Ai-NET-aansluiting
Sluit deze aan op de uitgangs- of ingangsaansluiting van andere producten (CD-wisselaar, equalizer, iPod­adapter*2, enz.) die zijn uitgerust met Ai-NET.
2
*
Voor aansluiting op de iPod hebt u de optionele adapter (KCA­420i) nodig. Voor meer informatie over de aansluiting verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de KCA-420i.
@1 Interface-aansluiting voor
stuurwielafstandsbediening
Naar interfacedoos voor stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
@2 Zekeringhouder (10 A) @3 RCA-uitgangen achter (alleen CDA-9854R)
ROOD is rechts en WIT is links.
@4 RCA-uitgangen voor (alleen CDA-9854R)
ROOD is rechts en WIT is links.
@5 CDA-9854R:
RCA-uitgangen subwoofer
CDA-9852RB/CDA-9852RR: Voor/RCA-uitgangen subwoofer*
3
*
Wanneer de subwoofer op OFF is ingesteld: output uit de voorste luidsprekers. Wanneer de subwoofer op ON is ingesteld: output uit de subwoofer.
ROOD is rechts en WIT is links.
3
@6 Systeemschakelaar
Als u een processor aansluit via Ai-NET, zet u deze schakelaar in de stand EQ/DIV. Als er geen toestel is aangesloten, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de schakelaar verandert.
@7 Voedingsaansluiting @8 Ai-NET-kabel (meegeleverd bij CD-wisselaar) @9 RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht) (alleen
CDA-9854R)
#0 RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht) #1 ISO/JASO-antenne-adapter (afzonderlijk verkocht)
Afhankelijk van het voertuig kan een ISO/JASO-antenne­adapter vereist zijn.
#2 Adaptieve stuurwielafstandsbediening in 1 draad
(Bruin/Geel)
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
#3 Adaptieve stuurwielafstandsbediening in 2 draden
(Bruin/Oranje)
Naar interfacedoos voor de adaptieve stuurwielafstandsbediening. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
Om ruis/storingen in het audiosysteem te voorkomen.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm uit de buurt van de bedrading van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk uit de buurt van andere draden.
• Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan zo ver mogelijk van het toestel aan. Uw Alpine-dealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
31
-
NL
Loading...