Alpine CDA-9835R, CDA-9833R User Manual [nl]

R
FM/MW/LW/RDS-CD-speler
CDA-9835R CDA-9833R
• HANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.
R
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Benelux Branch Leuvensesteenweg 510 b6 1930 Zaventem - België
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-725 13 26 E-mail: info@alpine.be
De CHA-S634 is een zeer krachtige wisselaar voor 6 disks met nieuwe M DAC, CD-R/RW PLAY BACK, MP3 PLAY BACK en CD TEXT. Het CHA-1214 Ai-NET model is goed voor 12 disks, terwijl het CHM-S630 M-Bus-model een supercompacte wisselaar voor 6 disks is met CD-R/RW PLAY BACK.
U kunt meer doen met Alpine CD-wisselaars!
Meer muziekselecties, meer veelzijdigheid, meer comfort.
CHM-S630
CHA-1214
CD-wisselaar voor CDA-9835R/CDA-9833R
CHA-S634
CD-wisselaar voor CDA-9835R/CDA-9833R
1
-
NL
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING ...................................... 3
VOORZICHTIG
..........................................3
VOORZORGSMAATREGELEN
................3
Basisbedieningen
Toestel in- en uitschakelen ............................... 6
Ingebruikneming
.............................................. 6
Het beweeglijke display openen en sluiten ...... 6
Kijkstand van display instellen
......................... 6
Volume instellen ............................................. 6
Weergavetype wijzigen
(alleen CDA-9833R)
.................................... 6
Weergavemodi omschakelen
(alleen CDA-9835R)
..................................... 6
Frontpaneel losmaken en bevestigen
................ 7
Radio
Luisteren naar de radio ..................................... 7
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
....... 8
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
.... 8
Afstemmen op voorkeuzezenders
..................... 8
Functie Zoeken op zendertitel
........................... 8
Functie Zoeken op frequentie
........................... 8
RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
............................... 9
RDS-voorkeuzezenders oproepen
..................... 9
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
..... 9
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
............10
Verkeersinformatie ontvangen ........................ 10
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
............................... 10
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending
..... 11
Prioriteit PTY (programmatype) .................... 11
Weergave van radiotekst ................................ 12
CD/MP3/WMA
Afspelen .......................................................... 12
Een playlist afspelen
...................................... 13
Herhaald afspelen
........................................... 14
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
..... 14
Nummers aftasten
........................................... 15
Zoeken op CD-tekst
........................................ 15
Zoeken op bestands-/mapnaam (voor MP3/WMA)
.......................................
15
Snel zoeken
..................................................... 15
Over MP3/WMA
............................................ 16
Instelling van het geluid
Regeling van de balans (links-rechts)/ fader (voor-achter)/defeat
.......................... 17
Fabrieksinstellingen van equalizer
................. 18
Equalizercurve afregelen en opslaan
.............. 18
De opgeslagen equalizercurve oproepen
........ 18
Scheidingsfilter
.............................................. 18
Scheidingsfilter afregelen en instellingen opslaan
.... 19
Opgeslagen instellingen voor de scheidingsfilter oproepen
............................ 20
Tijdcorrectie ................................................... 20
Bass Focus ...................................................... 21
Tijdcorrectie afregelen en opslaan ................... 22
De opgeslagen instellingen voor de tijdcorrectie oproepen
...................................
22
MX-modus instellen ....................................... 23
Andere functies
Weergave van titel/tekst ................................. 23
Disks/zenders benoemen ................................ 25
CD-titel/zendernaam wissen .......................... 25
Zwartmodus aan- en uitschakelen .................. 25
Amplifier Link instellen ................................. 26
Informatie over de externe versterker weergeven
... 26
Meerkleurige verlichting instellen ................. 27
De lichtkleur van alle toetsen wijzigen
.......... 27
Softwareversie controleren ............................. 27
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
NEDERLANDS
2
-
NL
Gebruik van i-Personalize™
Over i-Personalize™ ....................................... 28
Gegevens downloaden
.................................... 28
INSTELLING
Geluid aanpassen
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
... 29
Omschakeling van de tunermodus
.................. 29
In- en uitschakelen van de subwoofer
............. 29
Subwooferuitgang instellen
............................ 29
De frequentiecurve instellen voor de hogetonenluidspreker (TW SETUP)
.......... 29
Pieptoonfunctie
.............................................. 29
Scrollfunctie aanpassen
Dimmersturing
................................................ 29
Instellen van het scrollen
................................ 30
Lettertype veranderen (alleen CDA-9833R)
...................................... 30
Weergavecontrast instellen (alleen CDA-9833R)
.................................... 30
Animatieweergavetype veranderen (alleen CDA-9835R)
.................................... 30
Demonstratie
................................................... 30
MP3/WMA
MP3/WMA-bestanden afspelen
...................... 30
Extern toestel
Aan- en uitschakelen van de functie Mute
..... 30
AUX-modus instellen (V-Link) ..................... 30
Aansluiten op een externe versterker .............. 30
Temperatuurweergave voor de externe versterker instellen
...................................... 30
Tone Defeat voor externe toestellen instellen
...................................... 30
Werking van MobileHub™ Link (optioneel)
Wat is de MobileHub™ Link ......................... 31
Telefoonmodus aan/uit .................................. 31
Binnenkomende oproepen .............................. 31
Automatische oproep instellen ....................... 31
Telefoneren .................................................... 32
SMS (Short Message Service) zenden/ ontvangen
................................................... 32
Wisselaar (optioneel)
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel) ...... 33
MP3-bestanden afspelen met de CD-wisselaar (optioneel)
............................ 33
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (optioneel)
........................... 33
Afstandsbediening
Bedieningselementen op de afstandsbediening
........................................ 34
Audioprocessor bedienen ............................... 34
Batterijen vervangen ....................................... 35
Informatie
Bij problemen ................................................. 35
Technische gegevens ...................................... 37
Installatie en aansluitingen
Waarschuwing ................................................. 38
Voorzichtig ..................................................... 38
Voorzorgsmaatregelen ................................... 38
Installatie ........................................................ 39
Aansluitingen ...................................................
40
3
-
NL
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en ­10°C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD zweven. In dit geval haalt u de disk uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht verdampt is.
Beschadigde disk
Speel nooit disks af die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte disk afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit om zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN DOOR ELKAAR. PLAATS DE BATTERIJEN MET DE JUISTE POLARITEIT.
Als u de batterijen plaatst, dient u aandacht te schenken aan de juiste polariteit (+ en -). Als de batterij gebarsten raakt of als er chemicaliën uit lekken, kan er brand ontstaan of kan men verwondingen oplopen.
HOUD UW VINGERS OP EEN VEILIGE AFSTAND TERWIJL HET MOTORGESTUURDE FRONTPANEEL OF DE BEWEGENDE MONITOR IN BEWEGING IS.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare
gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V­TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZORGSMAATREGELEN
Gebruiksaanwijzing
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet­naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
4
-
NL
U kunt slechts één disk tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één disk in de speler te steken. Zorg ervoor dat de bedrukte zijde omhoog staat als u de disk plaatst. Als u de disk niet goed heeft geplaatst, zal uw speler de disk automatisch uitwerpen. Als de speler een correct geplaatste disk uitwerpt, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de reset-schakelaar. Als u een disk afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de disk of beschadigt de speler niet.
Correcte hantering
Disk reinigen
Toebehoren voor disks
VOORZORGSMAATREGELEN
Probeer het volgende nooit
Disk insteken
Nieuwe disks
Disks met onregelmatige vorm
De plaats van installatie
Middengat
Oneffenheden
Middengat
Nieuwe disk
Buitenkant (oneffenheden)
JUIST
FOUT
JUIST
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
Neem de disk niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatisch invoermechanisme in de speler wordt getrokken. Steek geen disk in het toestel terwijl het toestel uitgeschakeld is.
Laat de disk niet vallen. Hou de disk zo vast, dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Bevestig geen tape, papier of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de disk kunnen tot gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de disk naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal detergent voor u de disk reinigt.
Er bestaan verschillende accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. Deze accessoires hebben echter meestal een invloed op de dikte en/of de diameter van de disk. Door dergelijk toebehoren te gebruiken, kan de disk buiten de standaardspecificaties vallen en kunnen er werkingsproblemen ontstaan. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke accessoires te gebruiken voor disks die in Alpine CD-spelers worden afgespeeld.
Om te voorkomen dat de CD vastloopt, werpt de CD-speler automatisch disks uit met onregelmatige oppervlakken of disks die verkeerd werden geplaatst. Als een nieuwe disk in de speler wordt geplaatst en als hij wordt uitgeworpen, gaat u met uw vinger langs de binnenzijde van het middengat en langs de buitenrand van de disk. Als u kleine oneffenheden vaststelt, kan dit de reden zijn waarom de disk niet goed in het toestel kan worden geplaatst. Om de oneffenheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of een dergelijk voorwerp langs de binnenrand van het gat en langs de buitenrand van de disk, waarna u de disk opnieuw plaatst.
Gebruik in dit toestel alleen disks met ronde vorm; gebruik nooit disks met een speciale vorm. Als u disks met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de CDA-9835R/CDA-9833R niet wordt geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Veel stof
• Veel trillingen
5
-
NL
Behandeling van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de disk niet bloot aan direct zonlicht.
• Bevestig geen stickers of etiketten op de disk.
• Reinig de disk als er stof op zit.
• Vermijd oneffenheden aan de buitenzijde van de disk.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare diskaccessoires.
Laat de disk niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de disk nooit bloot aan direct
zonlicht. Hitte en vochtigheid kunnen de CD beschadigen,
zodat u de disk niet meer kunt afspelen.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de disk opnieuw af te spelen.
Geschikte media.
Gebruik alleen CD's waarvan op de labelzijde het volgende CD­logo aangegeven is.
Als u disks gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gewaarborgd. U kunt CD-R’s (CD-Recordable)/CD-RW’s (CD-ReWritable) gebruiken die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3/WMA-audiobestanden afspelen.
• De volgende CD's kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld.
CD's met fouten, CD's met vingerafdrukken, CD's die hebben
blootgestaan aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD's die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, CD's waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, CD’s die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik disks met MP3-/WMA-bestanden die geschreven zijn in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details zie pagina 16-17.
6
-
NL
Basisbedieningen
Kijkstand van display instellen
Het beweeglijke display kan, afhankelijk van de voorkeur van de gebruiker, in 3 verschillende kantelhoeken worden ingesteld.
Druk op de TILT ▼▲ toets om de hoek van het beweeglijke display in te stellen.
• Het display sluit 30 seconden nadat de contactsleutel op OFF werd gezet.
• De ingestelde kantelhoek van het display wordt in het geheugen bewaard. Als de voeding weer wordt ingeschakeld, dient u de kantelhoek niet opnieuw in te stellen.
Volume instellen
Draai de encoder-draaiknop tot de gewenste klank wordt verkregen.
Weergavetype wijzigen (alleen CDA-9833R)
U kunt kiezen uit drie mogelijke weergavetypes. U kunt de weergave ook uitschakelen.
Druk op de DISP/B.OUT toets om het weergavetype te schakelen.
TYPE1TYPE2 TYPE3 UIT TYPE1 TYPE1 : De indicator links verandert in een vaste volgorde.
TYPE2 : De indicator links verandert overeenkomstig de
instelling (zie “Meerkleurige verlichting instellen” op pagina 27).
TYPE3 : De indicator links wijzigt overeenkomstig het
audioniveau.
Weergavemodi omschakelen (alleen CDA-9835R)
U kunt uw keuze maken uit drie mogelijke weergavepatronen.
Druk op de DISP/B.OUT toets om het gewenste weergavepatroon te kiezen.
Telkens als u op deze toets drukt, verandert het weergavepatroon.
Basisweergave van elke bron
Animatiepatroon 1
Animatiepatroon 2 Basisweergave van elke bron
Voorzichtig
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden. Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een defect. Het oppervlak niet aanraken.
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/POWER om het toestel aan te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door eender welke toets in te
drukken, behalve de uitwerptoets q.
Houd SOURCE/POWER meer dan 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• Als het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het volume vanaf niveau 12.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat u de CD-wisselaar heeft geïnstalleerd, nadat u de accu van de auto heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
Druk met een balpen of een ander scherp voorwerp op RESET.
Het beweeglijke display openen en sluiten
Druk op q.
Het beweeglijke display gaat open.
Om het beweeglijke display weer te sluiten, drukt u nogmaals op
q.
Het beweeglijke display sluit.
• Stel het beweeglijke display niet bloot aan schokken als het open staat, want dit zou tot een storing kunnen leiden.
• Bij lage temperaturen en onmiddellijk na het inschakelen van de voeding kan het display slechts zwak verlicht zijn. Na enige tijd wordt de helderheid normaal.
• Het display stopt in de ingestelde kantelhoek tijdens het sluiten.
Voorzichtig
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden. Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een defect. Het oppervlak niet aanraken.
2
1
SOURCE/ POWER
DISP/B.OUT
Encoder-draaiknop
TILT (kantelen)pf qRESET
Beweeglijk display
7
-
NL
Luisteren naar de radio
Druk op de SOURCE/POWER toets tot een radiofrequentie wordt afgebeeld.
Druk herhaaldelijk op de
BAND/TEL. toets tot de
gewenste radioband afgebeeld wordt.
FM1FM2 FM3 MW LW FM1
Druk op de TUNE/A.ME toets om de tunermodus te kiezen.
CDA-9835R:
DX (afgelegen modus) LOCAL (lokale modus) MANUAL (handmatige modus) → DX
CDA-9833R:
DX SEEK (afgelegen modus) SEEK (lokale modus) OFF (handmatige modus) DX SEEK
• De beginmodus is de afgelegen modus.
Afgelegen modus:
Er wordt automatisch afgestemd op sterke en zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders (automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd (manuele afstemming).
Druk op de of toets om af te stemmen op de gewenste zender.
Als u de of toets ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu.
• De indicator ST verschijnt op het display als afgestemd wordt op een Stereo-FM-zender.
4
3
2
1
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Losmaken
Schakel het toestel uit.
Druk op de
r toets (losmaken) bovenaan links tot
het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en verwijder het.
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (met name de connectoraansluitingen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.
Bevestigen
Steek de rechter kant van het frontpaneel in het toestel. Zet de inkeping op het frontpaneel op eenzelfde lijn met het vooruitstekende deel op de hoofdeenheid.
Druk op de linker kant van het frontpaneel tot het stevig in het toestel vastzit.
• Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop drukt.
2
1
3
2
1
Radio
SOURCE/ POWER
TUNE/ A.ME
BAND/ TEL.
draaiknop
SEARCH/Q.S.
Voorkeuzezendertoetsen
FEncoder-
(1 tot en met 6)
8
-
NL
Functie Zoeken op zendertitel
Als de titel van een radiozender wordt ingegeven, kunt u die radiozender zoeken op basis van zijn titel terwijl u naar een andere radiozender luistert.
Druk op SEARCH/Q.S. in de radiomodus om
naar de zendernaammodus te gaan.
De eerst ingevoerde titel knippert op het display.
Selecteer de gewenste titel door binnen de 10 seconden de encoder-draaiknop te draaien.
Druk op de
encoder-draaiknop om de frequentie
van de geselecteerde titel te ontvangen.
• De zoekfunctie in de modus titel zoeken wordt beëindigd door de
SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
• Als een zender geen titel heeft, verschijnt gedurende 2 seconden “NO TITLE”.
•U kunt elke radiozender zoeken met de functie zoeken op zendertitel. De zendertitels worden weergegeven in de volgorde waarin ze werden ingevoerd.
Functie Zoeken op frequentie
U kunt een radiozender zoeken op basis van zijn frequentie.
Druk minstens 2 seconden op de SEARCH/Q.S. toets in de radiomodus om de modus zoeken op frequentie in te schakelen.
Draai binnen 10 seconden aan de encoder- draaiknop om de gewenste frequentie te kiezen.
Druk op de
encoder-draaiknop om de
geselecteerde frequentie te ontvangen.
• De zoekfunctie in de modus zoeken op frequentie wordt beëindigd door de SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
3
2
1
3
2
1
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Selecteer de radioband en stem af op de radiozender die u in het geheugen van de voorkeuzezenders wilt opslaan.
Houd een van de
voorkeuzezendertoetsen (1
tot 6) waaronder u de zender wenst op te slaan,
minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen. Het display toont de opgeslagen frequentieband, het voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzezender reeds een zender werd opgeslagen, zal deze gewist worden en zal de nieuwe zender opgeslagen worden.
• Als de functiemodus ingeschakeld is (de indicator “FUNC” op het model CDA-9833R is aan), drukt u op de F toets om terug te keren naar de normale modus.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste radioband afgebeeld wordt.
Houd de TUNE/A.ME toets minstens 2 seconden ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de automatische opslag in het geheugen. De tuner zoekt automatisch naar de 6 sterkste zenders in de geselecteerde frequentieband. De zenders worden opgeslagen onder de voorkeuzezendertoetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte). Als de automatische opslag in het geheugen rond is, gaat de tuner naar de zender die opgeslagen werd onder voorkeuzezendertoets 1.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste band afgebeeld wordt.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder de gewenste zender werd opgeslagen.
Het display toont de opgeslagen frequentieband, het voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen zender.
• Als de functiemodus ingeschakeld is (de indicator “FUNC” op het model CDA-9833R is aan), drukt u op de F toets om terug te keren naar de normale modus.
2
1
2
1
2
1
9
-
NL
RDS
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de F toets om de functiemodus in te schakelen (op het model CDA-9833R drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” in te schakelen).
Druk op de 1/AF toets om de RDS-modus in werking te stellen.
Druk op de
F toets om de normale modus in te
schakelen (voor het model CDA-9833R gaat de indicator “FUNC” uit).
Ga na of de functiemodus terugkeert naar de normale modus (de indicator “FUNC” op het model CDA-9833R gaat uit), druk dan op de voorkeuzezendertoets waaronder de gewenste RDS-zender is opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender verzwakt, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF­lijst niet kunnen worden ontvangen:
Als de instelling PI SEEK is ingeschakeld (zie “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)” op pagina 10), zoekt het toestel naar een andere zender in de PI-lijst. Als er nog geen zenders in de regio kunnen worden ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de voorkeuzezender weer en verdwijnt het nummer van de voorkeuzezender. Als het signaalniveau van de lokale zender waarop afgestemd wordt, te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde voorkeuzezendertoets om af te stemmen op een lokale zender in een andere regio.
• Raadpleeg het hoofdstuk “Radio” voor de instelling van de RDS­voorkeuzezenders. RDS-zenders kunnen alleen vooraf ingesteld worden in de banden FM1, FM2 en FM3.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
Selecteer de modus “RDS REGIONAL” met de
of toets.
Kies ON of OFF door de encoder-draaiknop te draaien.
In de modus RDS REG OFF blijft het toestel automatisch de overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
4
3
2
1
5
4
3
2
1
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS­zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Druk op de F toets om de functiemodus in te schakelen (op het model CDA-9833R drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” in te schakelen).
Druk op de
1/AF toets om de RDS-modus in
werking te stellen.
Druk op de of toets.
Druk opnieuw op de
1/AF toets om de RDS-modus
uit te schakelen.
Druk op de
F toets om de normale modus in te
schakelen (op het model CDA-9833R gaat de indicator “FUNC” uit).
• Wanneer het toestel het signaal PTY31 (nooduitzending) ontvangt, zal het automatisch “ALARM” afbeelden in het display.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
5
4
3
2
1
T.INFO 3/PTYF 1/AF
TITLE
2/P.PTYMENU
10
-
NL
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Druk op de F toets om de functiemodus in te schakelen (op het model CDA-9833R drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” in te schakelen).
Druk op de
3/PTY toets om de PTY-modus te
activeren terwijl het toestel in FM-radiomodus staat.
Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt 5 seconden lang weergegeven. Als er geen programmatype kan worden ontvangen, wordt 5 seconden lang “NO PTY” weergegeven. Als er geen RDS-zender kan worden ontvangen, staat “NO PTY” op het display.
• Als geen actie wordt uitgevoerd binnen de 5 seconden nadat u op
de 3/PTY toets heeft gedrukt, wordt de PTY-modus automatisch uitgeschakeld.
Druk op de en toets binnen de 5 seconden nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te kiezen terwijl PTY wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.
Druk op de 3/PTY toets binnen de 5 seconden nadat u het programmatype heeft geselecteerd, om een zender te zoeken in het geselecteerde programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert tijdens de zoekbewerking en is constant aan als een zender werd gevonden.
Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display gedurende 5 seconden “NO PTY”.
Druk op de F toets om de normale modus in te schakelen (voor het model CDA-9833R gaat de indicator “FUNC” uit).
• Als de functiemodus ingeschakeld is (de indicator “FUNC” op het model CDA-9833R licht op), voert u de bewerking uit. De functiemodus keert terug naar de normale modus als op het model CDA-9833R binnen de 5 seconden geen toets wordt ingedrukt.
5
4
3
2
1
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
Selecteer de modus “PI SEEK” met de
of toets.
Kies ON of OFF door de
encoder-draaiknop te
draaien.
Houd de
MENU toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op de T.INFO toets, zodat de indicator “T.INFO” oplicht.
Druk op de of toets om de gewenste zender met verkeersinformatie te selecteren.
Als afgestemd wordt op een zender met verkeersinformatie, licht de indicator “TP” op. De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by. Als de uitzending van de verkeersinformatie begint, ontvangt het toestel die uitzending automatisch en verschijnt gedurende enkele seconden “TRF-INFO” op het display, waarna het PS-display terugkeert. Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar stand-by.
• Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 70 seconden in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 70 seconden onder een bepaald niveau blijft, gaat de indicator “T.INFO” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de T.INFO toets om dat verkeersbericht over te slaan. De T.INFO modus blijft geactiveerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.
• Als het volumeniveau gewijzigd wordt tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch aangepast worden aan het opgeslagen niveau.
• In de T.INFO modus selecteert de automatische zoekfunctie alleen TP-zenders.
2
1
4
3
2
1
LIGHT M CLASSICS OTHER M
11
-
NL
Prioriteit PTY (programmatype)
Met deze functie kunt u een programmatype vooraf instellen (muziek, nieuws, enz.). U kunt een programma van het ingestelde programmatype beluisteren, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het ingestelde programmatype als de uitzending begint. De uitzending waarnaar u luisterde wordt dan onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Druk op de F toets om de functiemodus in te schakelen (op het model CDA-9833R drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” in te schakelen).
Druk op de
2/P.PTY toets om de modus PRIORITY
PTY te activeren.
Gedurende 2 seconden verschijnt “PRIO-PTY”, daarna gedurende 3 seconden het programmatype. De initiële instelling is “NEWS”.
• Als u niet op een toets drukt binnen de 5 seconden nadat u op de
2/P.PTY toets heeft gedrukt, wordt de modus PRIORITY PTY automatisch uitgeschakeld.
Druk binnen de 5 seconden op de of toets terwijl “NEWS” wordt afgebeeld, om het gewenste programmatype te kiezen. Druk vervolgens op de 2/P.PTY toets.
De functie PRIORITY PTY wordt opnieuw ingeschakeld.
Druk opnieuw op de 2/P.PTY toets om de modus PRIORITY PTY te activeren.
Om het programmatype te wijzigen, voert u stap 3 uit. Om de modus PRIORITY PTY uit te schakelen, houdt u de 2/P.PTY toets minstens 2 seconden ingedrukt.
• In de modus PRIORITY PTY wordt het volume niet automatisch verhoogd, in tegenstelling tot de modus T.INFO.
Druk op de F toets om de normale modus in te schakelen (voor het model CDA-9833R gaat de indicator “FUNC” uit).
• Als de functiemodus ingeschakeld is (de indicator “FUNC” op het model CDA-9833R licht op), voert u de bewerking uit. De functiemodus keert terug naar de normale modus als op het model CDA-9833R binnen de 5 seconden geen toets wordt ingedrukt.
5
4
3
2
1
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending
Druk op de T.INFO toets, zodat de indicator
“T.INFO” oplicht.
Druk op de en toetsen om desgewenst een zender met verkeersinformatie te selecteren.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het toestel automatisch het volume van de CD-speler/­wisselaar of van de gewone FM-uitzending. Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus: Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, gaat na 70 seconden de indicator “T.INFO” knipperen.
In de CD-modus: Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, wordt automatisch een zender met verkeersinformatie van een andere frequentie geselecteerd.
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EON-zender licht de indicator “EON” op. Als de ontvangen zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Druk op de T.INFO toets om de modus voor verkeersinformatie uit te schakelen.
De indicator “T.INFO” dooft.
3
2
1
12
-
NL
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Druk op de TITLE toets terwijl u een FM-zender in de radiomodus ontvangt, om de radiotekst weer te geven.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
Op het display staat gedurende enkele seconden “WAITING”, waarna het tekstbericht wordt weergegeven.
*1
Het weergavevoorbeeld geldt voor de normale weergavemodus. De weergave wijzigt volgens het gekozen weergavepatroon. (zie “Afbeeldingsmodi omschakelen” op pagina 6)
*2
Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel een tekstbericht niet goed kan ontvangen, staat “NO TEXT” op het display.
*3
De titel kan worden ingevoerd of gewist.
*4
Alleen als een externe versterker aangesloten is die compatibel is met Amplifier Link. Voor meer details zie “Informatie over de externe versterker weergeven” (pagina 26).
CD/MP3/WMA
Afspelen
Druk op q.
Het beweeglijke display gaat open.
Plaats een disk met de bedrukte zijde omhoog.
De disk wordt automatisch in het toestel getrokken.
Het beweeglijke display sluit en de weergave begint. Als er reeds een disk in het toestel zit, drukt u op de SOURCE/POWER toets om naar de CD-modus te gaan.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de modus. TUNERCD CD CHANGER* TUNER
* Alleen als een CD-wisselaar aangesloten is
Terwijl een MP3/WMA wordt afgespeeld, drukt u op de of toets om de gewenste map te kiezen.
Door de ▲ of ▼ toets ingedrukt te houden, veranderen de mappen continu.
Druk op de of toets om de gewenste track (bestand) af te spelen.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Druk op .
Snel achteruit:
De toets ingedrukt houden.
Naar het begin van de volgende track (bestand):
Druk op .
Snel vooruit:
De toets ingedrukt houden.
Om de weergave te onderbreken, drukt u op de
toets.
Als u nogmaals op de toets drukt, wordt de weergave verdergezet.
Druk op q om de disk uit te werpen.
• Verwijder een CD niet terwijl hij wordt uitgeworpen. Plaats niet meer dan één disk tegelijk. Als u een van beide handelingen toch uitvoert, kan er een storing optreden.
• Als de CD niet wordt uitgeworpen, houdt u de q toets minstens 2 seconden ingedrukt met het verstelbare display open.
6
5
4
3
2
1
CDA-9835R
CDA-9833R
1
*
PS
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
PS
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
FREQUENTIE
INFORMATIE EXTERNE
VERSTERKER
→→
FREQUENTIE
INFORMATIE EXTERNE
VERSTERKER
FREQUENTIE
FREQUENTIE
4
*
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
Radiotekst*
Radiotekst*
2
4
*
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
2
PS
FREQUENTIE
PS
FREQUENTIE
TITEL*
TITEL*
3
3
SOURCE/ POWER
TITLE
Encoder­draaiknop
SEARCH/Q.S.
f
F
p
5(
)
4(
6( )
)
q
13
-
NL
Een playlist afspelen
U kunt playlists afspelen, die u vooraf op de computer heeft samengesteld. U kunt zowel MP3- als WMA-playlists afspelen. Playlists die op dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “m3u”/“asx”.
Druk op de of toets om een playlist te kiezen.
Als u de ▲ of ▼ toets ingedrukt houdt, worden de playlists continu opwaarts of neerwaarts doorlopen.
• Als er een playlist en een map op de disk staan, wordt eerst de playlist afgespeeld en daarna de map.
• Er kunnen maximaal 5 playlists worden afgespeeld. Volgende playlists (6 en volgende) kunnen niet worden afgespeeld.
• In de handleiding bij de software is beschreven hoe u een playlist samenstelt.
•De CD-speler kan disks met audiogegevens, MP3-bestanden en WMA-bestanden afspelen.
• Een bestand in WMA-formaat dat beschermd is door DRM (Digital Rights Management), kan op dit toestel niet worden afgespeeld.
• Tijdens het afspelen van MP3-bestanden wordt “MP3” op het display weergegeven.
• Tijdens het afspelen van WMA-bestanden wordt “WMA” op het display weergegeven.
• Het weergegeven tracknummer voor het afspelen van MP3/WMA­bestanden is het bestandsnummer dat op de disk is opgenomen.
• Als het model HDA-5460 aangesloten is op het toestel, kunnen sommige bedieningen (bijvoorbeeld veranderen van bron, selecteren van het bestand door de toetsen op of neer ingedrukt te houden, enz.) worden uitgevoerd op dit toestel.
• Druk op de
TITLE toets om de weergave te schakelen. Zie
“Weergave van titel/tekst” (pagina 23) voor meer informatie hieromtrent.
MP3-/WMA-weergave-indicator
CDA-9835R
Het mapnummer en het bestandsnummer worden als volgt weergegeven.
19 20
Indicator bestandsnummerIndicator mapnummer
CDA-9833R
Het mapnummer, het bestandsnummer, de bemonsteringsfrequentie en de bitsnelheid worden weergegeven zoals hierna aangegeven.
Indicator mapnummer
01
Indicator bestandsnummer
03
44 ,1
kHz
Playlist-indicator
Terwijl er een playlist wordt afgespeeld, worden de map- en bestandsnummers weergegeven, die in de playlist opgeslagen zijn.
CDA-9835R
Playlist
CDA-9833R
LIST
19 20
01 03
Indicator bemonsteringsfrequentie
De bemonsteringsfrequentie en de bitsnelheid (frameweergave) verschijnen afwisselend.*
Indicator mapnummer
01
*Als het toestel aangesloten is op de Amplifier Link,
wordt de temperatuur automatisch weergegeven.
Bemonsteringsfrequentie Bitsnelheid Temperatuur Bemonsteringsfrequentie
Indicator bestandsnummer
03
160
Indicator bitsnelheid
kbps
14
-
NL
Herhaald afspelen
Druk op de toets 4 ( ) om de huidige track herhaaldelijk af te spelen.
De track (bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk opnieuw op de toets 4 ( ) en kies OFF om het herhaalde afspelen uit te schakelen.
• Als tijdens M.I.X.-weergave in de CD-wisselaarmodus de functie REPEAT ingesteld is op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige disk.
• Als een CD-wisselaar voor 6 disks of een MP3-compatibele CD­wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus (voor het model CDA-9835R) drukt u op de
F toets om de functiegids M.I.X./REPEAT/SCAN op te
roepen, waar de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) worden beschreven, waarna u naar bovenstaande stap gaat. Als u geen toetsen indrukt, verdwijnt de gids na 10 seconden, maar de modus blijft ingeschakeld. In de CD-wisselaarmodus (voor model CDA-9833R) drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
• Als een CD-wisselaar voor 12 disks aangesloten is: In de CD­wisselaarmodus (voor het model CDA-9835R) drukt u op de F toets om de functiegids M.I.X./REPEAT/SCAN op te roepen, waar de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) worden beschreven, waarna u naar bovenstaande stap gaat. Als u geen toetsen indrukt, verdwijnt de gids na 10 seconden, maar de modus blijft ingeschakeld. In de CD-wisselaarmodus (voor model CDA-9833R) drukt u twee keer op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Druk op de toets 5 ( ) tijdens het afspelen van een CD of in pauzemodus.
De tracks (bestanden) op de disk worden in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Om de M.I.X.-afspeelmodus uit te schakelen, drukt u opnieuw op de toets 5 ( ).
• Als tijdens RPT (REPEAT ALL) weergave in de CD­wisselaarmodus de functie M.I.X. ingesteld is op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige disk.
• Als een CD-wisselaar voor 6 disks of een MP3-compatibele CD­wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus (voor het model CDA-9835R) drukt u op de
F toets om de functiegids M.I.X./REPEAT/SCAN op te
roepen, waar de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) worden beschreven, waarna u naar bovenstaande stap gaat. Als u geen toetsen indrukt, verdwijnt de gids na 10 seconden, maar de modus blijft ingeschakeld. In de CD-wisselaarmodus (voor model CDA-9833R) drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
• Als een CD-wisselaar voor 12 disks aangesloten is: In de CD-wisselaarmodus (voor het model CDA-9835R) drukt u op de F toets om de functiegids M.I.X./REPEAT/SCAN op te roepen, waar de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) worden beschreven, waarna u naar bovenstaande stap gaat. Als u geen toetsen indrukt, verdwijnt de gids na 10 seconden, maar de modus blijft ingeschakeld. In de CD-wisselaarmodus (voor model CDA-9833R) drukt u twee keer op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
• Als er een playlist wordt afgespeeld, kan de M.I.X.-functie niet worden gebruikt.
CD-modus:
RPT :
Slechts één track wordt herhaaldelijk afgespeeld
1
*
RPT: Een disk wordt herhaaldelijk afgespeeld
(uit)
*1Als een CD-wisselaar is aangesloten.
MP3/WMA-modus:
RPT : Slechts één bestand wordt herhaaldelijk
afgespeeld
RPT:
Alleen bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld
2
*
RPT: Een disk wordt herhaaldelijk afgespeeld
(uit)
*2Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is.
CD-modus:
M.I.X. : Tracks worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.
3
*
M.I.X.: Alle nummers op alle CD’s van het huidige
magazijn worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
(uit)
*3Als een CD-wisselaar met de functie All M.I.X. aangesloten is.
MP3/WMA-modus:
M.I.X.: Alleen bestanden in een map worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
M.I.X.: Bestanden worden in willekeurige volgorde
afgespeeld. Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is, worden alle bestanden op een disk in willekeurige volgorde
(uit)
weergegeven, waarna de volgende disk wordt weergegeven.
15
-
NL
Zoeken op bestands-/mapnaam (voor MP3/WMA)
U kunt de map- en de bestandsnaam weergeven en zoeken terwijl u luistert naar het bestand dat momenteel wordt afgespeeld.
Druk op de SEARCH/Q.S. toets om op
bestandsnaam of mapnaam te zoeken in de
MP3/WMA-modus.
Druk op de of toets om een andere map of
playlist te kiezen.
Selecteer het gewenste bestand door binnen de 10
seconden de encoder-draaiknop te draaien.
Druk op de
encoder-draaiknop om het gekozen
bestand af te spelen.
• De modus bestandsnaam zoeken wordt beëindigd door de
SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
•In de modus bestandsnaam zoeken drukt u op de SEARCH/Q.S.
toets om naar de modus mapnaam zoeken te gaan.
• Het zoeken op bestandsnaam is tijdens het gebruik van de M.I.X.­afspeelmodus niet mogelijk.
• Terwijl een playlist wordt afgespeeld, kunt u niet op bestandsnaam zoeken.
Verdraai de encoder-draaiknop binnen de 10
seconden om de gewenste map of playlist te
selecteren. Druk op de encoder-draaiknop om het eerste
bestand in de gekozen map of playlist af te spelen.
• De zoekfunctie wordt beëindigd door de SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden in de modus mapnaam zoeken.
• In de modus mapnaam zoeken drukt u op de SEARCH/Q.S. toets om naar de modus bestandsnaam zoeken te gaan.
•Gedurende 2 seconden verschijnt “NO FILE” als de map of playlist die met de modus mapnaam zoeken werd geselecteerd, geen bestanden bevat.
• Voor de bronmap wordt “0” (nul) aangegeven.
• Het zoeken op mapnaam is tijdens het gebruik van de M.I.X.­afspeelmodus niet mogelijk.
Snel zoeken
U kunt zoeken op tracks (bestanden).
Druk minstens 2 seconden op de SEARCH/Q.S.
toets in de CD-wisselaar/MP3/WMA-modus om
de modus snel zoeken in te schakelen.
Draai de
encoder-draaiknop binnen de 10
seconden om een gewenste track (bestand) te selecteren.
De gekozen track wordt onmiddellijk afgespeeld.
• De zoekfunctie wordt beëindigd door de SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden in de modus snel zoeken.
2
1
3
2
4
3
2
1
Nummers aftasten
Druk op de 6 ( ) toets om de scanmodus te activeren.
De eerste 10 seconden van elke track (bestand) worden achtereenvolgens afgespeeld.
Om het aftasten uit te schakelen, drukt u op de toets 6 ( ) en schakelt u de scanmodus uit.
• Als een CD-wisselaar voor 6 disks of een MP3-compatibele CD­wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus (voor het model CDA-9835R) drukt u op de F toets om de functiegids M.I.X./REPEAT/SCAN op te roepen, waar de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) worden beschreven, waarna u naar bovenstaande stap gaat. Als u geen toetsen indrukt, verdwijnt de gids na 10 seconden, maar de modus blijft ingeschakeld. In de CD-wisselaarmodus (voor model CDA-9833R) drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
• Als een CD-wisselaar voor 12 disks aangesloten is: In de CD-wisselaarmodus (voor het model CDA-9835R) drukt u op de F toets om de functiegids M.I.X./REPEAT/SCAN op te roepen, waar de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) worden beschreven, waarna u naar bovenstaande stap gaat. Als u geen toetsen indrukt, verdwijnt de gids na 10 seconden, maar de modus blijft ingeschakeld. In de CD-wisselaarmodus (voor model CDA-9833R) drukt u twee keer op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
Zoeken op CD-tekst
De tracks kunnen met behulp van de CD-tekst op de disk worden gezocht en afgespeeld. Als de disk of de wisselaar geen CD-tekst ondersteunt, kunt u zoeken met behulp van de tracknummers.
Druk tijdens het afspelen op de SEARCH/Q.S.
toets.
Hierdoor wordt de zoekfunctie ingeschakeld.
Draai de encoder-draaiknop om de gewenste track te selecteren en druk dan op de encoder- draaiknop.
Nu wordt de gekozen track afgespeeld.
• Hou in de zoekmodus de SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt om te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen de 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
• Het zoeken op CD-tekst is tijdens het gebruik van de M.I.X.­afspeelmodus niet mogelijk.
2
1
Modus bestandsnaam zoeken
Modus mapnaam zoeken
16
-
NL
MP3/WMA-disks maken
MP3/WMA-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R-brandsoftware worden weggeschreven naar een CD-R of CD-RW. Een disk is goed voor 999 bestanden/256 mappen (inclusief bronmappen).
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt disks die geformatteerd zijn volgens ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen. De maximale geneste mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). De namen van bestanden/mappen zijn beperkt tot 30 tekens (inclusief de extensie). Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn letters (A-Z) (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en ‘_’ (onderstreping).
Dit toestel kan ook disks in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie. Dit toestel kan geen disks correct afspelen die met Track At Once of met pakketsoftware werden opgenomen.
Volgorde van bestanden
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze door de software werden weggeschreven. De afspeelvolgorde kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de bestanden heeft ingegeven. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.
Over MP3/WMA
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit. Het MP3-formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens. Met WMA kunt u muziekbestanden maken en opslaan met een grotere compressieverhouding dan MP3-audio. Daarbij wordt geen afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit van het geluid.
Methode om MP3/WMA-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke MP3/WMA-software. Voor meer details over het maken van MP3/WMA-bestanden verwijzen we naar de handleiding bij die software. De MP3/WMA-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “mp3” / “wma”. Bestanden zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld. (WMA versie 7.1 en 8 worden ondersteund)
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22,05 kHz, 16 kHz, 12 kHz, 11,025 kHz, 8 kHz
Bitsnelheden: 8 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22,05 kHz Bitsnelheden: 48 -192 kbps Merk op dat voor bemonsteringsfrequenties de frameafbeelding van het toestel (pagina 23 en 24) eventueel niet correct kan zijn. Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties is het mogelijk dat dit toestel niet correct kan afspelen.
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2, en WMA-tag. Als taggegevens in een MP3/WMA-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3­/WMA-taggegevens.
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte (max. 30 voor ID3-tags en max. 15 voor WMA-tags) en de onderstreping weergeven. Voor niet-ondersteunde tekens wordt “NO SUPPORT” weergegeven. Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA-bestanden) of het verspreiden, overdragen of kopiëren ervan, gratis of tegen vergoeding, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wetgeving op de auteursrechten en door internationale overeenkomsten.
z
Bronmap
w
x
c
r
e
v
t
b
u
q
Map MP3/WMA-bestand
y
17
-
NL
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.
Codering
Converteren van audio-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die vervat zit in MP3/WMA-bestanden. MP3:ID3-tag WMA:WMA-tag
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bestaat uit alle mappen en bestanden.
Instelling van het geluid
Regeling van de balans (links-rechts)/fader (voor-achter)/defeat
Druk herhaaldelijk op de encoder-draaiknop om
de gewenste modus te kiezen.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
SUBWOOFER
*1
BALANCE FADER DEFEAT
VOLUME SUBWOOFER
*1
Subwoofer : 0 ~ +15 Balance : L15 ~ R15 Fader : R15 ~ F15 Defeat : AAN/UIT Volume : 0 ~ 35
Druk op de of toets om de subwoofermodus te kiezen; de uitvoerfase voor de subwoofer schakelt om tussen NORMAL (PHASE 0°) of REVERS (PHASE 180°).
• Als u de encoder-draaiknop niet binnen 5 seconden indrukt nadat u de modi BALANCE, FADER, DEFEAT of SUBWOOFER heeft geselecteerd, keert het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Als u de schakelaar 2WAY/3WAY (pagina 40 tot 42) op 3WAY zet, kunt u de modus FADER niet afregelen.
*1
Als de subwoofermodus op OFF staat, kunnen het niveau en de fase niet worden bijgeregeld.
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke modus de gewenste klank bekomt.
Door defeat in te schakelen (ON), keren voordien uitgevoerde EQ-instellingen terug naar de fabriekswaarden en wordt MX uitgeschakeld.
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen kan het zijn dat bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken.
2
1
Terminologie
SOURCE/ POWER
MENU
BAND/ TEL.
Voorkeuzezendertoetsen
MX
Encoder-draaiknop
(1 tot en met 6)
18
-
NL
• De frequenties van de naastliggende banden kunnen niet worden afgeregeld in 4 stappen.
• De EQ-modus wordt automatisch geannuleerd als u gedurende 15 seconden niet op een toets drukt.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 17).
De opgeslagen equalizercurve oproepen
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de MENU toets om USER EQ (USER’S EQ op de CDA-9833R) te kiezen.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) om de gewenste curve in te schakelen.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De EQ-modus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 17).
•U kunt de aangepaste equalizercurve oproepen zoals beschreven bij “Preselecties van equalizer” (op deze pagina).
Scheidingsfilter
Scheidingsfilter:
Dit toestel is uitgerust met een actieve scheidingsfilter. De scheidingsfilter beperkt de frequenties die naar de uitgangen worden gestuurd. Elk kanaal wordt onafhankelijk geregeld. Elk luidsprekerpaar kan dus worden aangestuurd met de frequenties waarvoor het is ontworpen. De scheidingsfilter regelt de HPF (hoogdoorlaatfilter) of LPF (laagdoorlaatfilter) van elke band, alsook de curve (hoe snel de filter de hoge of lage tonen afsnijdt). De afstelling moet overeenkomen met de weergave-eigenschappen van de luidsprekers. Afhankelijk van de luidsprekers is een passief netwerk eventueel niet vereist. Als u niet zeker bent, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
2-wegmodus
4
3
2
1
Fabrieksinstellingen van equalizer
3 typische equalizerinstellingen zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd voor diverse soorten muziek.
Druk op de MENU toets om de fabrieksinstelling voor de EQ te kiezen.
Druk op de of toets.
Telkens als u op de toets drukt, geeft de equalizermodus de geselecteerde equalizerkarakteristiek weer.
FLAT (OFF) ROCK POPS NEWSUSER'S 1 tot 6 FLAT(OFF)
FLAT (OFF) : Vlakke frequentiekarakteristiek ROCK : Beklemtoont lage en hoge tonen POPS : Beklemtoont het middengebied NEWS :
Versterkt het middengebied en onderdrukt hoge en lage tonen
USER'S 1 tot 6
: Roept de instelling op die werd opgeslagen in
“Equalizercurve instellen en opslaan.”
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 17).
•De EQ-modus wordt automatisch geannuleerd als u gedurende 15 seconden niet op een toets drukt.
Equalizercurve afregelen en opslaan
U kunt de equalizerinstellingen aanpassen, zodat de curve beter aansluit bij uw persoonlijke voorkeur.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de MENU toets om USER EQ (USER’S EQ op de CDA-9833R) te kiezen.
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste frequentieband te selecteren.
BAND1 BAND2 BAND3 BAND4 BAND5 BAND1
Druk op de of toets om de gewenste frequentie te selecteren.
Instelbare frequentiebanden: 20Hz tot 20kHz (in stappen van 1/3 octaaf)
Draai aan de encoder-draaiknop om het niveau in te stellen.
Druk op de SOURCE/POWER toets om de gewenste bandbreedte (Q) te kiezen.
Instelbare bandbreedte: 1.0, 1.5, 3.0.
De ingestelde curve opslaan
1)Houd een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder u de ingestelde curve wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
Als u een ander kanaal wenst in te stellen, herhaalt u stappen 3 tot 6.
Druk op de
encoder-draaiknop om de instelling
te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
9
8
7
6
5
4
3
2
1
3
2
1
Lage tonen Hoge tonen
(Verschillend van effectieve weergave)
Lagetonen­luidspreker
---
HPF
Afsnijfrequentie
(stappen van 1/3
octaaf)
Curve
Niveau
LPF HPF LPF
20 Hz ­200 Hz
---
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct
0 tot
-12 dB
20 Hz ­200 Hz
---
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct
---
0 tot
-12 dB
20 Hz ­200 Hz
---
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct
---
0 tot
-12 dB
Hogetonen­luidspreker achter
Hogetonen­luidspreker voor
19
-
NL
• HPF (hoogdoorlaatfilter): Snijdt de lage tonen af en laat de hoge frequenties door.
• LPF (laagdoorlaatfilter): Snijdt de hoge tonen af en laat de lage frequenties door.
• Curve: De niveauwijziging (in dB) voor een frequentiewijziging van één octaaf.
• Hoe groter de curvewaarde, hoe steiler de flank wordt.
• Stel de curve in op FLAT (vlak) om de hoog- en laagdoorlaatfilters te omzeilen.
• Gebruik een tweeter niet als de HPF niet ingeschakeld is of als hij ingesteld is op een lage frequentie; omdat lage tonen worden weergegeven, kan de luidspreker beschadigd raken.
•U kunt de scheidingsfrequentie niet hoger instellen dan de HPF of lager dan de LPF.
• De afregeling moet gebeuren overeenkomstig de aanbevolen scheidingsfrequentie van de aangesloten luidsprekers. Ga na wat de aanbevolen scheidingsfrequentie van de luidsprekers is. Als u een frequentiebereik buiten het aanbevolen frequentiebereik instelt, kunt u de luidsprekers beschadigen. Voor de aanbevolen scheidingsfrequenties van Alpine-luidsprekers verwijzen we naar de respectieve gebruikshandleidingen. We zijn niet verantwoordelijk voor schade aan of storingen in luidsprekers omdat de scheidingsfilter buiten de aanbevolen waarde wordt ingesteld.
*1
Alleen als USER’S geselecteerd is bij “De frequentiecurve
instellen voor de hogetonenluidspreker (TW SETUP)” (pagina 29).
Scheidingsfilter afregelen en instellingen opslaan
Voor u volgende procedures uitvoert, verwijzen we naar “Scheidingsfilter” (pagina 18).
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om X-OVER te kiezen.
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste parameter te selecteren.
LOW (LO) → MID → HIGH LOW (LO)
(subwoofer) (REAR) (FRONT) (subwoofer)
Druk op de of toets om het gewenste afsnijpunt (scheidingspunt) te kiezen.
Instelbare frequentiebanden: 20 Hz tot 200 Hz (in stappen van 1/3 octaaf)
Druk op de SOURCE/POWER toets om de gewenste curve te selecteren.
Instelbare curve: 0 (FLAT (OFF)), 1 (6 dB/oct.),
2 (12 dB/oct.), 3 (18 dB/oct.), 4 (24 dB/oct.)
Draai aan de encoder-draaiknop om het uitgangsniveau te selecteren.
Instelbaar uitgangsniveau: -12 tot 0 dB.
De ingestelde informatie opslaan
1)Houd een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder u de instelling wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
Als u een ander kanaal wenst in te stellen, herhaalt u stappen 3 tot 6.
Druk op de
encoder-draaiknop om de instelling
te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De scheidingsfiltermodus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste parameter te selecteren.
LOW (LO) MID-L → MID-H → HIGH LOW (LO)
Druk op de of toets om het gewenste afsnijpunt (scheidingspunt) te kiezen.
Instelbare frequentiebanden: LOW : 20 Hz tot 200 Hz (in stappen van 1/3 octaaf) MID-L : 20 Hz tot 200 Hz (in stappen van 1/3 octaaf) MID-H : 20 Hz tot 20 kHz (in stappen van 1/3 octaaf) HIGH : 1 kHz tot 20 kHz (in stappen van 1/3 octaaf)
4
3
9
8
7
6
5
4
3
2
1
3-wegsysteem (3 WAY)
2-wegsysteem (2 WAY)
Lagetonen­luidspreker
---
HPF
Afsnijfrequentie
(stappen van 1/3
octaaf)
Curve
Niveau
LPF HPF LPF
20 Hz -
200 Hz
---
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct
0 tot
-12 dB
20 Hz ­200 Hz
20 Hz -
20 kHz
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct
FLAT, 6,
12, 18,
24 dB/oct
0 tot
-12 dB
1 kHz -
20 kHz
---
FLAT
*1
6, 12, 18,
24 dB/oct
---
0 tot
-12 dB
Midden­tonen­luidspreker
Hogetonen­luidspreker
Lage tonen Middentonen Hoge tonen
(Verschillend van effectieve weergave)
3-wegmodus
Vervolg
Niveau afregelen (0 tot -12 dB)
20 Hz
HPF afsnijfrequentie
Uitgangsfrequentiebereik
LPF afsnijfrequentie
VLAKKE curve
Curve-instelling
(Verschillend van effectieve weergave)
20
-
NL
Tijdcorrectie
De afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers in een auto kan sterk variëren wegens de complexe opstelling van de luidsprekers. Dit verschil in afstand tussen de luidsprekers en de luisteraar veroorzaakt een verschuiving in het geluidsbeeld en de frequentiekarakteristieken. De reden hiervoor is het tijdsverschil dat optreedt tussen het ogenblik waarop het geluid het rechter oor en het linker oor bereikt. Om dit te corrigeren kan de CDA-9835R/CDA-9833R het audiosignaal vertragen naar de luidsprekers die zich het dichtst bij de luisteraar bevinden. Dit creëert een indruk van grotere afstand ten opzichte van die luidsprekers. De luisteraar kan dus eigenlijk op een gelijke afstand tussen de linker en de rechter luidsprekers worden geplaatst. De afregeling gebeurt voor elke luidspreker in stappen van 0,1 ms.
Stel de tijdcorrectie van de luidspreker links voor in op een hoge waarde en de luidspreker rechts achter op nul of een lage waarde.
Het geluid is niet in evenwicht omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 meter.
Hier berekenen we de correctiewaarde voor de luidspreker links voor in bovenstaande situatie.
Situatie: Verste luidspreker – luisterpositie: 2,25 m Luidspreker links voor – luisterpositie: 0,5 m Berekening: L = 2,25 m - 0,5 m = 1,75 m Tijdcorrectie = 1,75 ÷ 343
*1
x 1000 = 5,1 (ms)
*1
Snelheid van het geluid: 343 m/s bij 20°C
Met andere woorden: door voor de luidspreker links voor een tijdcorrectie van 5,1 ms in te stellen, lijkt het alsof de luidspreker links voor zich op dezelfde afstand bevindt als de verste luidspreker.
De tijdcorrectie elimineert de verschillen in de tijd die het geluid nodig heeft om de luisterpositie te bereiken. De tijd van de luidspreker links voor wordt met 5,1 ms gecorrigeerd, zodat het geluid van die luidspreker op hetzelfde ogenblik de luisterpositie bereikt als het geluid van de andere luidsprekers.
Druk op de SOURCE/POWER toets om de gewenste curve te kiezen.
Instelbare curve: 0 (FLAT (OFF))*, 1 (6 dB/oct.),
2 (12 dB/oct.), 3 (18 dB/oct.), 4 (24 dB/oct.)
* FLAT kan alleen worden ingesteld voor de curve HIGH
als USER’s geselecteerd is bij “De frequentiecurve instellen voor de hogetonenluidspreker (TW SETUP)” (pagina 29). Wees voorzichtig als u de curve instelt op FLAT, want afhankelijk van de frequentiekarakteristiek kan de luidspreker beschadigd raken. Als de frequentiecurve voor de hogetonenluidspreker wordt ingesteld op FLAT, verschijnt een waarschuwing.
Draai aan de encoder-draaiknop om het uitgangsniveau te selecteren.
Instelbaar uitgangsniveau: -12 tot 0 dB.
De ingestelde informatie opslaan
1) Houd een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder u de instelling wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
Als u een ander kanaal wenst in te stellen, herhaalt u stappen 3 tot 6.
Druk op de
encoder-draaiknop om de instelling
te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Over het 2-weg-/3-wegsysteem Met de schakelaar 2way/3way onderaan het toestel, kunt u omschakelen van 2-weg- naar 3-wegsysteem (pagina 40 tot 42).
• De scheidingsfiltermodus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
Opgeslagen instellingen voor de scheidingsfilter oproepen
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om X-OVER te kiezen.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder de gewenste scheidingsfilterinstellingen werden opgeslagen.
Houd de
MENU toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de
MENU toets en kies
RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De scheidingsfiltermodus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
4
3
2
1
9
8
7
6
5
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Zetel links voor
5,1ms
0,5m
2,25m
Bij instelling op “3WAY”:
F/R Sub-W
3WAY
Het toestel kan in een 3-wegsysteem werken.
Bij instelling op “F/R/Sub-W”:
Het toestel kan in een 2-wegsysteem werken.
21
-
NL
Druk op de encoder-draaiknop om de instelling te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de
MENU toets en
kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Handmatige tijdcorrecties zijn ook van invloed op de correcties die voor de bass focus werden uitgevoerd.
• De modus bass focus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
(1) Druk op de BAND/TEL. toets om de
voorluidsprekers (links en rechts) te selecteren. Draai dan aan de encoder-draaiknop om 1,5 ms te selecteren (tijdverschil nr. 15 in de tabel). Het tijdverschil bedraagt 1,5 ms voor beide voorluidsprekers (links en rechts).
(2) Druk op de BAND/TEL. toets om de linker
luidsprekers (voor en achter) te selecteren. Draai dan aan de encoder-draaiknop om 1,5 ms te selecteren (tijdverschil nr. 15 in de tabel). Het tijdverschil bedraagt 3,0 ms*1voor de luidspreker links voor en 1,5 ms voor de luidspreker links achter, waardoor de indruk wordt gewekt van een gelijke luisterafstand tussen de luidspreker links voor en de andere luidsprekers.
*1
Omdat het tijdverschil reeds was ingesteld op 1,5 ms voor de
luidspreker links voor, bedraagt het totale tijdverschil door de extra correctie van 1,5 ms, nu 3,0 ms voor de luidspreker links voor.
8
7
Stel de correctiewaarde van elke luidspreker ongeveer gelijk in.
Ga in de luisterpositie zitten (de bestuurderszetel, enz.) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
Bereken het verschil in afstand tussen de verste luidspreker en de andere luidsprekers.
L = (afstand tot verste luidspreker) – (afstand tot andere
luidsprekers)
Deel de berekende afstanden voor de luidsprekers door de snelheid van het geluid (343 m/s bij 20°C).
Deze waarden vormen de tijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
Bass Focus
Het tijdverschil tussen de luidsprekers voor-achter/links-rechts kan tegelijk worden gecorrigeerd. Bij een oorspronkelijke vertraging van 0,1 ms voor elk van de 0 tot 99 stappen, is een auditieve tijdcorrectie mogelijk.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om de modus bass focus
of de tijdcorrectiemodus te kiezen.
Druk op de of toets om de modus bass focus te kiezen.
Modus bass focus Tijdcorrectiemodus
Druk op de BAND/TEL. toets om de in te stellen luidsprekers te kiezen (zie hierna).
Draai de encoder-draaiknop om de vertraging in te stellen (zie tabel met tijdverschillen, pagina 22).
Als u een ander kanaal (luidsprekers) wenst in te stellen, herhaalt u stappen 4 en 5.
6
5
4
3
2
1
3
2
1
Voorbeeld van instelling voor stappen 4 en 5
Voorbeeld 2. Luisterpositie: Alle zetels
Vervolg
1,5ms
1,5ms
FL FR
RL RR
Voorluidsprekers (links-rechts)
FL FR
RL RR
Achterluidsprekers (links-rechts)
FL FR
RL RR
Linker luidsprekers (voor-achter)
FL FR
RL RR
Rechter luidsprekers (voor-achter)
3,0ms
1,5ms
1,5ms
1,5ms
1,5ms
22
-
NL
Tijdcorrectie afregelen en opslaan
Voor u volgende procedures uitvoert, verwijzen we naar
Tijdcorrectie (pagina 20).
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om de modus bass focus
of de tijdcorrectiemodus te kiezen.
Druk op de of toets om de tijdcorrecties uit te voeren.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modus:
Modus bass focus Tijdcorrectiemodus
Druk op de BAND/TEL. toets om de luidspreker te selecteren die u wenst in te stellen.
CDA-9835R
F – L F - R R - L R - R SW - L SW - R F - L
CDA-9833R
Front - L Front - R Rear - L Rear - R SUBW - L SUBW - R Front - L
Draai aan de encoder-draaiknop om de gewenste tijdcorrectiewaarde in te stellen.
De ingestelde informatie opslaan
1) Houd de voorkeuzezendertoets (1 of 6) waaronder u de instelling wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
Herhaal stappen 4 en 5 om een andere luidspreker in te stellen.
Druk op de encoder-draaiknop om de instelling te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen de 15 seconden geen toets indrukt, keert het toestel terug naar de normale modus.
De opgeslagen instellingen voor de tijdcorrectie oproepen
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om de modus bass focus
of de tijdcorrectiemodus te kiezen.
Druk op de of toets om de tijdcorrecties uit te voeren.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modus:
Modus bass focus Tijdcorrectiemodus
Druk op de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder u de gewenste tijdcorrectie heeft opgeslagen.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De tijdcorrectiemodus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
5
4
3
2
1
8
7
6
5
4
3
2
1
Tabel met tijdverschillen
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Tijdverschil
(ms)
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
1,9
2,0
2,1
2,2
2,3
2,4
2,5
2,6
2,7
2,8
2,9
3,0
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
3,9
4,0
4,1
4,2
4,3
4,4
4,5
4,6
4,7
4,8
4,9
5,0
Tijdverschilnummer
Afstand
cm (inch)
0,0
3,4 (1-3/8")
6,9 (2-3/4")
10,3 (4-1/16")
13,7 (5-3/8")
17,2 (6-13/16")
20,6 (8-1/8")
24,0 (9-7/16")
27,4 (10-13/16")
30,9 (12-3/16")
34,3 (13-1/2")
37,7 (14-13/16")
41,2 (16-1/4")
44,6 (17-9/16")
48,0 (18-7/8")
51,5 (20-1/4")
54,9 (21-5/8")
58,3 (22-15/16")
61,7 (24-1/4")
65,2 (25-5/8")
68,6 (27")
72,0 (28-3/8")
75,5 (29-11/16")
78,9 (31-1/16")
82,3 (32-3/8")
85,8 (33-3/4")
89,2 (35-1/8")
92,6 (36-7/16")
96,0 (37-3/4")
99,5 (39-13/16")
102,9 (40-1/2")
106,3 (41-7/8")
109,8 (43-1/4")
113,2 (44-9/16")
116,6 (45-7/8")
120,1 (47-5/16")
123,5 (48-5/8")
126,9 (49-15/16")
130,3 (51-5/16")
133,8 (52-11/16")
137,2 (54")
140,6 (55-3/8")
144,1 (56-3/4")
147,5 (58-1/16")
150,9 (59-3/8")
154,4 (60-3/4")
157,8 (62-1/8")
161,2 (63-7/16")
164,6 (64-3/4")
168,1 (66-3/16")
171,5 (67-1/2")
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
Tijdverschil
(ms)
5,1
5,2
5,3
5,4
5,5
5,6
5,7
5,8
5,9
6,0
6,1
6,2
6,3
6,4
6,5
6,6
6,7
6,8
6,9
7,0
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
7,6
7,7
7,8
7,9
8,0
8,1
8,2
8,3
8,4
8,5
8,6
8,7
8,8
8,9
9,0
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
9,6
9,7
9,8
9,9
Tijdverschilnummer
Afstand
cm (inch)
174,9 (68-7/8")
178,4 (70-1/4")
181,8 (71-9/16")
185,2 (72-7/8")
188,7 (74-1/4")
192,1 (75-5/8")
195,5 (77")
198,9 (78-5/16")
202,4 (79-11/16")
205,8 (81")
209,2 (82-3/8")
212,7 (83-3/4")
216,1 (85-1/16")
219,5 (86-3/8")
223,0 (87-3/4")
226,4 (89-1/8")
229,8 (90-1/2")
233,2 (91-13/16")
236,7 (93-3/16")
240,1 (94-1/2")
243,5 (95-7/8")
247,0 (97-1/4")
250,4 (98-9/16")
253,8 (99-7/8")
257,3 (101-1/4")
260,7 (102-5/8")
264,1 (104")
267,5 (105-5/16")
271,0 (106-11/16")
274,4 (108-1/16")
277,8 (109-3/8")
281,3 (110-3/4")
284,7 (112-1/16")
288,1 (113-1/16")
291,6 (114-3/4")
295,0 (116-1/8")
298,4 (117-1/2")
301,8 (118-13/16")
305,3 (120-3/16")
308,7 (121-1/2")
312,1 (122-7/8")
315,6 (124-1/4")
319,0 (125-9/16")
322,4 (126-7/8")
325,9 (128-5/16")
329,3 (129-5/8")
332,7 (131")
336,1 (132-5/16")
339,6 (133-11/16")
23
-
NL
Andere functies
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De FM-radio, CD- en MP3-speler kunnen de muziek ook in auto’s met veel rijgeluiden duidelijk weergeven.
Druk op de MX toets om de functie in te
schakelen.
Druk op de
SOURCE/POWER toets om de bron te
selecteren waarvoor u MX (Media Xpander) wenst te gebruiken.
Houd de MX toets minstens 2 seconden ingedrukt om de instelmodus voor het niveau in te schakelen.
Draai de encoder-draaiknop om het gewenste niveau te selecteren of de functie uit te schakelen.
FM (MX-niveau 1 tot 3):
De middelhoge tot hoge frequenties worden helderder en het geluid is beter in evenwicht op alle frequenties.
CD/WAV (MX-niveau 1 tot 3):
De CD-modus moet tijdens het afspelen een enorm gegevensvolume verwerken. MX maakt gebruik van dit grote gegevensvolume voor een duidelijker en helderder klank.
MP3/WMA (MX-niveau 1 tot 3):
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd verloren. Dit leidt tot een goed uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer goed benadert.
DVD (Video CD) (MOVIE MX niveau 1 tot 2):
Het dialooggedeelte van een video wordt veel duidelijker weergegeven.
(MUSIC MX niveau 1):
Een DVD of Video-CD bevat een groot gegevensvolume, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
AUX (MX niveau 1):
Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten media. Als twee externe toestellen aangesloten zijn, kan voor elk medium een andere MX-modus worden geselecteerd.
Druk op de encoder-draaiknop om terug te keren naar de normale modus.
• Om de MX-modus voor alle muziekbronnen uit te schakelen, drukt
u op de MX toets.
• De MX-modus wordt automatisch geannuleerd als u gedurende 15 seconden niet op een toets drukt.
• Voor elke muziekbron, zoals FM-radio, CD en MP3/WMA, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• Als u op disks met MP3/WMA en CD-DA de bron verandert van “MP3/WMA naar CD-DA” of “CD-DA naar MP3/WMA”, kan de omschakeling van de MX-modus een kleine vertraging in het afspelen veroorzaken.
• Door de instelling MX OFF te kiezen, wordt de MX-modus voor elke muziekbron uitgeschakeld.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is.
• Er is geen MX-modus voor MW-, LW-radio.
• Als een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H700, enz.) aangesloten is, wordt de eigen MX-bewerking toegepast op de muziekbron. Aangezien de MX-instellingen van de processor niet noodzakelijk overeenstemmen met de head-unit, moet de audioprocessor worden aangepast. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Als RDS-signalen binnenkomen, kan de MX-functie niet worden uitgevoerd.
5
4
3
2
1
Weergave van titel/tekst
De titel van een CD/zender kan worden weergegeven als de titel voordien werd ingegeven (zie Disks/zenders benoemen pagina 25). U kunt tekstinformatie, zoals de naam van een disk of track, weergeven tijdens het afspelen van disks met CD-tekst. U kunt ook de naam van de map, de naam van het bestand, de tag enz. weergeven tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden.
Druk op de TITLE toets.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
CD-tekst weergeven in radiomodus:
CDA-9835R
*
1
CDA-9833R
CD-tekst weergeven in CD-modus:
CDA-9835R
*
1
*
3
TEKST
(NAAM VAN DISK)
TEKST
(NAAM VAN TRACK)
*
3
TITEL
*
2
*
7
*
7
→→
Radiotekst
FREQUENTIE
PS
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
PS
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
TITEL*
2
FREQUENTIE
Radiotekst
FREQUENTIE
PS
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
PS
(programmadienstnaam)
FREQUENTIE
FREQUENTIE
TITEL*
2
FREQUENTIE
INFORMATIE
EXTERNE VERSTERKER
INFORMATIE
EXTERNE VERSTERKER
INFORMATIE
EXTERNE VERSTERKER
FREQUENTIE
*
7
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
Vervolg
SOURCE/ POWER
MENU
BAND/ TEL.
Encoder-draaiknop
DISP/ B.OUT
TITLE
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
24
-
NL
Over “Titel” en “Tekst”
Titel:
Met dit toestel kunt u de naam van de CD/zender invoeren (pagina 25). De ingevoerde naam wordt “titel” genoemd. U kunt geen titels invoeren of weergeven voor MP3/WMA-disks.
Tekst:
Tekstcompatibele CD’s bevatten tekstinformatie, zoals de naam van de disk en de naam van de track. Dergelijke tekstinformatie wordt “tekst” genoemd.
• Afhankelijk van het soort tekens is het mogelijk dat sommige tekens met dit toestel niet goed worden weergegeven.
• Om tekstinformatie te kunnen afbeelden, moet de CD-wisselaar ook compatibel zijn met CD-tekst.
• Als de afrolinstelling (pagina 30) ingesteld is op “SCROLL MANUAL”, houdt u de TITLE toets minstens 2 seconden ingedrukt om de tekstinformatie één keer te scrollen (modi TEXT DISPLAY, FOLDER NAME DISPLAY, FILE NAME DISPLAY of TAG DISPLAY).
• “NO SUPPORT” verschijnt als de gewenste tekstinformatie niet op dit toestel kan worden afgebeeld.
• Als de titel voordien niet werd ingevoerd, verschijnt “NO TITLE”.
• Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de tekst of de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
*1
Het weergavevoorbeeld geldt voor de normale weergavemodus. De weergave wijzigt volgens het gekozen weergavepatroon. (zie “Afbeeldingsmodi omschakelen” op pagina 6)
*2
De titel kan worden ingevoerd of gewist.
*3
Weergegeven tijdens het afspelen van een disk met CD-tekst. “NO TEXT” wordt weergegeven als de CD geen tekstgegevens bevat.
*4
ID3-tag/WMA-tag Als een MP3/WMA-bestand ID3/WMA-taginformatie bevat, wordt de ID3/WMA-taginformatie afgebeeld (bijv. naam van de track, naam van de artiest en naam van het album). Alle andere taggegevens worden genegeerd. “NO DATA” wordt weergegeven als een MP3/WMA-bestand geen ID3 tag/WMA tag bevat.
*5
De bemonsteringsfrequentie van de opname en de bitsnelheid van het MP3/WMA-bestand worden weergegeven.
*6
“0” (nul) wordt weergegeven voor de mapnaam van de bronmap.
*7
Alleen als een externe versterker aangesloten is die compatibel is met Amplifier Link. Voor meer details zie “Informatie over de externe versterker weergeven” (pagina 26).
Indicatoren (alleen CDA-9833R)
Als de titel/tekst wordt weergegeven, gaan volgende indicatoren aan, overeenkomstig de modus.
CDA-9833R
Deze indicator is aan als een map- of playlistnummer wordt weergegeven.
Deze indicator is aan als een track- of bestandsnummer wordt weergegeven.
Deze indicator is aan als de verstreken weergavetijd wordt
weergegeven.
Deze indicator is aan als de temperatuur wordt weergegeven van de aangesloten externe versterker die compatibel is met Amplifier Link.
Deze indicatoren zijn constant aan.
Deze indicator geeft de sterkte van het telefoonsignaal aan.
Als een keuze mogelijk is door de encoder-draaiknop te draaien, licht een indicator op het display op.
Als een selectie mogelijk is door op of te drukken, lichten de driehoekige indicatoren op het display op.
q
q
w
e
r
t
y
z
z
x
c
v
xc v
werty
Indicator/ modus
CD-modus
Terwijl de titel wordt weergegeven
Terwijl tekst (disknaam) wordt weergegeven
Terwijl tekst (tracknaam) wordt weergegeven
MP3/WMA­modus
Terwijl mapnaam wordt weergegeven
Terwijl bestandsnaam wordt weergegeven
Terwijl naam van artiest wordt weergegeven
Terwijl naam van lbum wordt weergegeven
Terwijl naam van track wordt weergegeven
Tunermodus
Terwijl de titel wordt weergegeven
Taginformatie
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD TEKST
(NAAM VAN DISK)
2
TITEL
*
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
TEKST (NAAM VAN DISK)
TEKST
3
*
(NAAM VAN TRACK)
TRACKNR./
VERSTREKEN TIJD
INFORMATIE EXTERNE
VERSTERKER
3
*
3
*
CD-tekst weergeven in MP3/WMA-modus:
1
CDA-9835R
*
MAPNAAM*
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
6
2
TEKST (NAAM VAN TRACK)
*
3
*
TITEL
7
*
TRACK NO./
ELAPSED TIME
TEKST (NAAM VAN DISK)
BESTANDSNAAM
MAPNR./BESTANDSNR./
3
*
VERSTREKEN TIJD
ARTIESTENNAAM
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
FRAME
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
CDA-9833R
4
*
ALBUMNAAM
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
*
VERSTERKER
MAPNR./BESTANDSNR./
INFORMATIE EXTERNE
5
VERSTREKEN TIJD
MAPNR./
BESTANDSNAAM
TRACKNAAM
MAPNR./BESTANDSNR. MAPNR./BESTANDSNR.
INFORMATIE EXTERNE
BESTANDSNR.
VERSTREKEN TIJD
TRACKNAAM
4
*
ARTIESTENNAAM
7
*
VERSTERKER
VERSTREKEN TIJD
4
*
7
*
MAPNAAM
BESTANDSNAAM
4
*
4
*
TRACKNAAM
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
MAPNR./BESTANDSNR./
VERSTREKEN TIJD
6
*
ARTIESTENNAAM
ALBUMNAAM
4
*
4
*
4
*
25
-
NL
CD-titel/zendernaam wissen
Druk op de TITLE toets om de titelweergave te selecteren. Houd de toets daarna minstens 2 seconden ingedrukt.
• Voor meer details zie asterisk 2 van “Afbeelding titel/tekst” (pagina 23).
Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Op het display knippert de titel.
Druk herhaaldelijk op de of toets tot de titel die u wilt wissen weergegeven wordt.
Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de weergegeven titel te wissen.
Druk de TITLE toets in om de wisfunctie voor de titel te deactiveren.
• CD-tekst kan niet gewist worden.
•“NO DATA” wordt gedurende 2 seconden weergegeven als de titel niet werd ingevoerd in stap 2, of als alle titels werden gewist in stap 4.
Zwartmodus aan- en uitschakelen
Als de zwartmodus ingeschakeld is, schakelt het display uit om energie te sparen. Deze extra energie verbetert de geluidskwaliteit.
Houd de DISP/B.OUT toets minstens 2 seconden ingedrukt om de zwartmodus in te schakelen.
Het display gaat uit.
• Als u tijdens de zwartmodus op een willekeurige toets op het toestel drukt, wordt de toestand van de functie gedurende 5 seconden weergegeven, waarna het scherm weer zwart wordt.
Om de zwartmodus te annuleren, houdt u de DISP/B.OUT toets minstens 2 seconden ingedrukt.
5
4
3
2
1
Disks/zenders benoemen
U kunt uw favoriete CD’s of radiozenders een naam (titel) geven. U kunt geen titels invoeren voor MP3/WMA-disks.
Druk op de TITLE toets en selecteer de titelweergave.
Voor meer details zie asterisk 2 van “Afbeelding titel/tekst” (pagina 23).
Houd de TITLE toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het eerste teken knippert.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de
tekens/symbolen te kiezen.
Hoofdletter Kleine letter Cijfer/symbool Hoofdletter
Draai de encoder-draaiknop om de gewenste letter/cijfer/symbool te selecteren voor de naam.
Druk op de of toets om naar de volgende pagina te gaan.
Druk op encoder-draaiknop om het eerste teken op te slaan.
Het eerste teken knippert niet meer en het display gaat verder naar het volgende teken. Als dat teken begint te knipperen, kunt u de volgende letter of het volgende symbool van de naam kiezen.
Herhaal de stappen 3 en 5 voor de volledige titel.
Als u op de encoder-draaiknop drukt nadat u het 8ste teken heeft ingegeven (het maximale aantal tekens voor de CDA-9835R bedraagt 16), wordt de titel automatisch opgeslagen in het geheugen.
Bij het invoeren van een titel van minder dan 8 of 16 tekens (bijvoorbeeld voor een naam van 3 tekens): Nadat u 3 tekens heeft ingegeven, knippert de spatie voor het 4de teken. Ga verder naar stap 7 om de titel te beëindigen.
Houd de TITLE toets ingedrukt om de titel op te slaan.
• Als u de handeling annuleert terwijl u een titel ingeeft, worden de gekozen tekens niet opgeslagen.
•U kunt 18 titels voor radiozenders (24 voor het model CDA­9833R) en 18 CD-titels ingeven in dit toestel. Als u meer titels probeert in te geven, verschijnt op het display “FULL DATA”. Er kunnen dan geen bijkomende titels meer worden opgeslagen. Als u een nieuwe titel wenst in te voeren, moet u eerst een van de voordien ingevoerde titels wissen.
• De titellengte of de geheugencapaciteit is afhankelijk van het gebruikte model CD-wisselaar.
• Als u een titel wenst te wissen, geeft u een spatie in (en het symbool “ ” voor het model CDA-9833R).
• De handelingen beschreven in stappen 3 tot 6 moeten binnen de 10 seconden uitgevoerd worden. Als meer dan 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, zal de invoermodus geannuleerd worden.
7
6
5
4
3
2
1
26
-
NL
• Voor meer informatie over elke instelling verwijzen we naar de handleiding bij de externe versterker.
• Als u de versterkerinstellingen uitvoert op het toestel, mag u de instellingen niet wijzigen met de knoppen op de versterker; het scherm van de versterker komt niet noodzakelijk overeen met de bedieningen op het toestel.
• “No Link” verschijnt als de versterker wordt losgekoppeld, als de voeding niet kan worden ingeschakeld enz.
Informatie over de externe versterker weergeven
Als een met Amplifier Link compatibele externe versterker aangesloten is, kan informatie over de externe versterker (spanning, stroom, temperatuur) worden weergegeven op het scherm van de head-unit.
Druk op de TITLE toets in de radio- of CD-modus
om de informatie over de externe versterker weer te geven.
• Om de weergave om te schakelen, zie “Afbeelding titel/tekst” (pagina 23).
• De temperatuur wordt aangegeven overeenkomstig animatiepatroon 1 en animatiepatroon 2 in de paragraaf “Afbeeldingsmodi omschakelen” (pagina 6).
• Als u wenst om te schakelen tussen Celsius en Fahrenheit, zie pagina 30.
1
Amplifier Link instellen
Als een met Amplifier Link compatibele externe versterker MRD­M501 of MRD-M301 aangesloten is, kunnen de versterkerinstellingen op de head-unit worden afgeregeld. Maximaal 8 externe versterkers kunnen worden afgeregeld.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang
ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om A-Link te kiezen.
Druk op de of toets om AMP1 tot 8 of BASS VOLUME te kiezen.
Draai de encoder-draaiknop om het niveau in te stellen, druk dan op de encoder-draaiknop.
Als de instelling voltooid is, houdt u de
MENU
toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of drukt u op de MENU toets en kiest u RETURN om terug te keren naar de normale modus.
Druk op de BAND/TEL. toets om uit volgende mogelijkheden het in te stellen item te selecteren.
INPUT LOW PASS SUBSONIC P-EQ BASS COMP
T.CORR PHASE TURN ON DELAY OUTPUT
DISABLE (SAFE) INPUT
Draai aan de encoder-draaiknop om de instellingen te wijzigen.
Druk op de
encoder-draaiknop.
Herhaal stappen 5 en 6 (hierboven) als in stap 4 nog andere items moeten worden ingesteld.
Herhaal stappen 4 tot 6 (hierboven) als nog andere instellingen moeten worden uitgevoerd.
Om een andere versterker in te stellen, keert u terug naar stap 3.
De ingestelde informatie opslaan
1)
Terwijl de modus wordt afgeregeld, houdt u een van beide toetsen (1 of 2) minstens 2 seconden ingedrukt. De instellingen zijn opgeslagen.
De afgeregelde en opgeslagen inhoud oproepen
1) Terwijl u de modus afregelt, drukt u op een van de toetsen (1 of 2). De afgeregelde en opgeslagen inhoud wordt opgeroepen.
Als de instelling voltooid is, houdt u de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of drukt u op de MENU toets en kiest u RETURN om terug te keren naar de normale modus.
De afgeregelde en opgeslagen inhoud gemakkelijk oproepen
1) Druk op de MENU toets om A-Link te kiezen.
2) Druk op de of toets om AMP 1 tot 8 te kiezen.
3) Draai de encoder-draaiknop om Preset 1 of Preset 2 te kiezen.
4) Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
8
7
6
5
4
5
4
3
2
1
BASS VOLUME instellen
Versterker instellen
CDA-9835R
Weergave elektrische stroom
STROOMSTERKTE: 2,9 A
CDA-9833R
Weergave spanning
Weergave spanning
SPANNING: 10,1 V
Weergave elektrische stroom
12,4V 25,6A
75,0°
F
Weergave temperatuur
27
-
NL
Softwareversie controleren
U kunt de huidige versie van de software controleren op het display.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets en selecteer Information.
De versie wordt weergegeven.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
3
2
1
Meerkleurige verlichting instellen
U kunt de verlichtingskleur van de volgende vier toetsen wijzigen: SOURCE/POWER, BAND/TEL, en .
Druk op de MENU toets en selecteer Illumination.
Druk op de of toets om de gewenste kleur te selecteren.
BLUE GREEN AMBER RED (USER'S*) BLUE
*U kunt de gewenste kleuren zoals hierna aangegeven gebruiken
als u reeds instellingen heeft uitgevoerd voor USER’S.
Draai de encoder-draaiknop om kleuren te selecteren (1 tot 512).
Telkens als u op de BAND/TEL. toets drukt, gaat het kleurnummer met 30 vooruit.
De instelling opslaan
1) Hou een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) minstens 2 seconden ingedrukt. De instellingen zijn opgeslagen.
De opgeslagen kleurinstelling oproepen
1) Terwijl u de modus instelt, drukt u op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6). De opgeslagen inhoud wordt opgeroepen.
Als de instelling voltooid is, houdt u de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of drukt u op de MENU toets en kiest u RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• “No Memory” verschijnt als u een instelling oproept die niet is opgeslagen.
De lichtkleur van alle toetsen wijzigen
U kunt de verlichtingskleur van het toestel wijzigen.
Druk op de MENU toets en selecteer Illumination.
Druk op
SOURCE/POWER.
De verlichtingskleur van alle toetsen wordt gewijzigd. AMBER ON
AMBER OFF (Groen)
Als de instelling voltooid is, houdt u de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of drukt u op de MENU toets en kiest u RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De SOURCE/POWER, BAND/TEL, en toetsen worden gewijzigd overeenkomstig de instelling in “Meerkleurige verlichting instellen” (deze pagina).
3
2
1
4
3
2
1
Als u andere kleuren dan de hierboven aangegeven kleuren wenst te gebruiken
..............19..............
1
(Rood) (Oranje) (Groen) (Blauw)
184
..............
363
..............
512
28
-
NL
Gebruik van i-Personalize™
Gegevens downloaden
Plaats de CD-R disk waarop de gegevens staan. Als de bron niet de CD-modus is, drukt u op de SOURCE/POWER toets om naar de CD-modus te gaan.
Druk op de
MENU toets om de modus i-
Personalize (download) te kiezen.
Druk op de of toets om “YES” te kiezen.
De gegevens op de disk worden gezocht en de eerste bestandsnaam wordt weergegeven.
• Als u “NO” kiest en op de MENU toets drukt, wordt de download-
modus gestopt.
• Als met de zoekfunctie geen bestand wordt gevonden, verschijnt “NO FILE”.
• De melding “NO FILE” verdwijnt automatisch als gedurende 5 seconden geen toets wordt ingedrukt.
Draai aan de encoder-draaiknop om binnengehaalde bestanden te selecteren, en druk dan op de encoder-draaiknop om te starten.
De gegevens worden gedownload. Als u tijdens het downloaden op de MENU toets drukt, wordt het downloaden geannuleerd.
Als de gegevens met succes werden binnengehaald, verschijnt het bevestigingsscherm gedurende 5 seconden (op het model CDA-9833R verschijnt elk bevestigingsscherm van de gedownloade gegevens na elkaar), waarna het downloaden voltooid is.
Met succes binnengehaalde items zijn aangekruist in het bevestigingsscherm.
Gegevens voor de parametrische equalizer
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de modus parametrische EQ. De opgeslagen instellingen in voorkeuzezendertoets 6 (modus parametrische EQ) worden automatisch toegepast.
X-OVER (scheidingsfilter) gegevens
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de modus X-OVER. De opgeslagen instellingen in voorkeuzezendertoets 6 (modus X-OVER) worden automatisch toegepast. U kunt de gegevens niet downloaden als de instelling van de 2WAY/3WAY-schakelaar niet geschikt is voor de gegevens.
Tijdcorrectiegegevens
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de tijdcorrectiemodus. De opgeslagen instellingen in voorkeuzezendertoets 6 (tijdcorrectiemodus) worden automatisch toegepast.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de
MENU toets en kies
RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Als u de gegevens opnieuw downloadt, worden de gegevens in voorkeuzezendertoets 6 overschreven.
6
5
4
3
2
1
Over i-Personalize™
U kunt gegevens downloaden (van de website van Alpine) naar CD­R en de gegevens downloaden en opslaan in de CDA-9835R/CDA­9833R. Om i-Personalize te starten, gaat u naar volgende URL en volgt u de instructies op het scherm.
U kunt een bestandsnaam aanmaken via de website. Als u een bestandsnaam heeft gemaakt, mag u hem niet meer wijzigen. Dit zou namelijk tot storingen leiden.
• Een beschrijving van de downloadprocedure vindt u op de website van ALPINE.
• Als het model HDA-5460 aangesloten is op dit toestel, kan de HDA-5460 harde schijf worden gebruikt. Gegevens die opgeslagen zijn op de harde schijf, worden met de bewerking “Data Downloading” binnengehaald naar de CDA-9835R/CDA­9833R. De harde schijf (HDD) kan worden geselecteerd door de bron in stap 1 te veranderen. Voor meer informatie over het downloaden van gegevens naar de harde schijf, raadpleegt u de handleiding bij het model HDA-5460.
• Als een externe audioprocessor aangesloten is, kunnen gedownloade gegevens niet worden gebruikt.
SOURCE/ POWER
http://www.alpine.com of http://www.alpine-europe.com of http://www.alpine.com.au
Downloadbare gegevens
Parametrische equalizer
Tijdcorrectier
Scheidingsfilter
De bestandsnaam van de binnengehaalde gegevens is “A_W*****.MP3”.
A_W∗∗∗∗∗.MP3
Encoder-draaiknop
MENU
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de parametrische EQ-modus.
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de tijdcorrectiemodus.
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de scheidingsfiltermodus.
Extensie (vast) Identificatie (letters of cijfers,
maximaal 5) Kop (vast)
29
-
NL
INSTELLING
Omschakeling van de tunermodus
NORMAL (basisinstelling) / HI-FI / STABLE
Dit toestel is uitgerust met de functie MAX TUNE PRO die garant staat voor de hoogste audiokwaliteit. U kunt bovendien kiezen uit drie instellingen overeenkomstig uw persoonlijke voorkeuren en wensen.
NORMAL: Standaardinstelling HI-FI: Geluidskwaliteit prioritair STABLE: Ruisvrij prioritair
•Als er veel ruis is terwijl u in de hifi-modus naar de tuner luistert, kunt u overschakelen naar de normale modus.
In- en uitschakelen van de subwoofer
SUBWOOFER ON (basisinstelling) / SUBWOOFER OFF
Als de subwoofer ingeschakeld is, voert u volgende stappen uit om de uitgangsfase en het uitgangsniveau van de subwoofer bij te regelen.
1 Druk herhaaldelijk op de encoder-draaiknop om de
SUBWOOFER-modus te selecteren.
SUBWOOFER BALANCE FADER DEFEAT VOLUME SUBWOOFER
• Als u de schakelaar 2WAY/3WAY (pagina 40 tot 42) op 3WAY zet, kunt u de modus FADER niet afregelen.
2
Druk op de of toets. De uitgangsfase voor de subwoofer schakelt om tussen SUBWOOFER NORMAL (0°) en SUBWOOFER REVERS (180°). Om het niveau in te stellen, draait u aan de encoder-draaiknop.
Subwooferuitgang instellen
STEREO (basisinstelling) / MONO
U kunt de subwooferuitgang instellen op stereo of mono. Kies de correcte uitgang voor uw type subwoofer.
STEREO: Subwoofer-stereouitgang (L/R) MONO: Subwoofer-monouitgang
De frequentiecurve instellen voor de
hogetonenluidspreker (TW SETUP)
MAKER’S (basisinstelling) / USER’S
Afhankelijk van de frequentiekarakteristiek van de luidspreker dient u voorzichtig te zijn als u de frequentiecurve van de hogetonenluidspreker in de 3-wegmodus instelt op FLAT (zie “Scheidingsfilter afregelen en instellingen opslaan” op pagina 19), want de luidspreker kan beschadigd raken.
MAKER’S: Om de luidspreker te beschermen, kan FLAT
niet worden ingesteld voor de frequentiecurve van de hogetonenluidspreker in de 3-wegmodus.
USER’S: De instelling FLAT is mogelijk in de 3-wegmodus.
• Als de frequentiecurve voor de hogetonenluidspreker in de 3­wegmodus wordt ingesteld op FLAT, verschijnt een waarschuwing.
Pieptoonfunctie
BEEP ON (basisinstelling) / BEEP OFF
Deze functie geeft auditieve feedback met vari rende tonen, afhankelijk van de ingedrukte toets.
Dimmersturing
DIMMER AUTO (basisinstelling) / DIMMER MANUAL
Zet de functie DIMMER op AUTO om de helderheid van het toestel te verminderen als de koplampen van de auto worden ingeschakeld. Deze modus is interessant als u de achterverlichting van het toestel’s nachts te helder vindt.
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en gebruik. Kies het SETUP-menu bij Geluid aanpassen, Scrollfunctie aanpassen om de gewenste instelling te selecteren.
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
De SETUP-modus is ingeschakeld.
Druk op de of toets om het gewenste instelmenu te selecteren.
(bijv. BEEP selecteren)
Volgende beschrijving geldt als voorbeeld voor de CDA­9835R.
FM-LEVEL RDS REGIONAL
*1
PI SEEK*2→ TUNER
MODE
DIMMER SUBWOOFER PLAY MODE
BEEP TEXT SCROLL INT MUTE INT AUDIO AUX IN
(AUX NAME)*3→ POWER-IC TELEPHONE*4→ LCD
CONTRAST*5→ TW SETUP
A LINK TEMP
*6
BGV SELECT*7→ DEMO
FONT SELECT
*8
FM-LEVEL
*1
Zie “Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen” (pagina 9).
*2
Zie “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)” (pagina 10).
*3
Alleen weergegeven als AUX ingeschakeld is.
*4
Telephone wordt weergegeven als de Alpine MobileHub aangesloten is. Zie “Automatische oproep instellen” (pagina 31).
*5
Alleen CDA-9833R.
*6
A LINK TEMP wordt weergegeven als een externe versterker aangesloten is.
*7
Alleen CDA-9835R.
*8
Alleen CDA-9833R.
Draai aan de encoder-draaiknop om de
instelling te wijzigen.
(bijv. BEEP ON of BEEP OFF selecteren.)
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
FM-LEVEL HIGH (basisinstelling) / FM-LEVEL LOW
Als het verschil in volume tussen de CD-speler en FM-radio te groot is, regelt u het FM-signaalniveau bij.
4
3
2
1
De gemeenschappelijke procedure voor de instelling is stap 1 tot 4. Meer informatie over elk instelmenu vindt u op pagina 29 en 30.
Geluid aanpassen
Scrollfunctie aanpassen
Vervolg
SOURCE/ POWER
BAND/TEL. Encoder-draaiknop
MENU
30
-
NL
AUX-modus instellen (V-Link)
AUX ON / AUX OFF (basisinstelling)
U kunt het TV/videogeluid invoeren door een optionele Ai-NET/RCA-aansluitkabel (KCA-121B) of Versatile Link Terminal (KCA-410C) aan te sluiten op deze component. U kunt de weergave van de AUX-naam wijzigen als AUX ON is ingesteld. Selecteer de AUX-naam door op of te drukken. Draai dan aan de encoder- draaiknop. Als de KCA-410C aangesloten is, kunt u twee AUX-namen instellen.
• Via de KCA-410C kunt u tot 2 externe toestellen met RCA-uitgang
aansluiten. In dit geval drukt u op de SOURCE/POWER toets om de AUX-modus te selecteren, waarna u op de BAND/TEL. toets drukt om het gewenste toestel te selecteren.
Aansluiten op een externe versterker
POWER-IC ON (basisinstelling) / POWER-IC OFF
Als een externe versterker aangesloten is, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door de voeding van de ingebouwde eindversterker uit te schakelen.
POWER-IC OFF : Gebruik deze modus als de voor- en achtervoorversterkers van het toestel worden gebruikt om een externe versterker aan te sturen die aangesloten is op de luidsprekers. In deze instelling voert de inwendige eindversterker van de head-unit geen signaal naar de luidsprekers.
POWER-IC ON : De luidsprekers worden aangestuurd door de ingebouwde eindversterker.
Het systeem produceert geen geluid als de vermogensuitgang uitgeschakeld is.
Temperatuurweergave voor de externe versterker instellen
TEMP °F/ °C (basisinstelling)
Als een afzonderlijk verkochte, met Amplifier Link compatibele versterker aangesloten is, kunt u bepalen hoe de temperatuur van die versterker wordt weergegeven. U kunt omschakelen tussen Fahrenheit en Celsius.
°F : De temperatuur wordt weergegeven in Fahrenheit. °C : De temperatuur wordt weergegeven in Celsius.
Tone Defeat voor externe toestellen instellen
INT AUDIO ON / INT AUDIO OFF (basisinstelling)
Als externe toestellen aangesloten zijn op dit toestel en als u de toonomzeiling inschakelt, worden de EQ- en MX-instellingen omzeild, m.a.w.: het geluid van de externe toestellen wordt weergegeven met de standaardinstellingen.
• Als uw voertuig uitgerust is met een dimmersturing voor de dashboardverlichting, mag u de DIMMER-kabel (oranje) van de radio niet aansluiten op deze dimmersturing.
Instellen van het scrollen
SCROLL AUTO / SCROLL MANUAL (basisinstelling)
Deze CD-speler kan de namen van de disk en de tracks, die op CDTEXT­disks werden opgenomen, afrollen; hetzelfde geldt voor tekstinformatie voor bestands- en mapnamen en tags van MP3/WMA-bestanden.
SCROLL AUTO : De CD-tekstinformatie, de
tekstinformatie van map- en bestandsnamen en de tags worden automatisch afgerold.
SCROLL MANUAL : Het scherm wordt afgerold wanneer
een disk wordt geladen, van track wordt veranderd enz.
• Het toestel rolt CD-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of tags automatisch af. De disktitels die handmatig werden ingevoerd (pagina 25) kunnen niet afrollen.
Lettertype veranderen (alleen CDA-9833R)
TYPE-1 (basisinstelling) / TYPE-2
Er zijn twee lettertypes mogelijk.
Selecteer het lettertype dat u wenst.
Weergavecontrast instellen (alleen CDA-9833R)
CONTRAST
U kunt het weergavecontrast aanpassen om de zichtbaarheid te verbeteren.
U kunt het contrast aanpassen van -6 tot +6.
• De fabrieksinstelling is “0”.
Animatieweergavetype veranderen (alleen CDA-9835R)
Type 1 (basisinstelling) / Type 2 / Type 3 / Type 4 / Type 5
U kunt uw favoriete animatieweergave kiezen uit de vijf types voor patroon 1 of patroon 2 bij “Afbeeldingsmodi omschakelen” (pagina 6).
Demonstratie
DEMO ON / DEMO OFF (basisinstelling)
Het toestel beschikt over een demofunctie voor beeld en geluid.
• Om de demofunctie af te sluiten, kiest u DEMO OFF.
MP3/WMA-bestanden afspelen
CD-DA (basisinstelling) / CD-DA/MP3
Dit toestel kan CD’s met CD- en MP3/WMA-bestanden afspelen. In sommige situaties (bepaalde verbeterde CD’s) kan het afspelen echter moeilijk zijn. Voor deze speciale gevallen kunt u alleen het afspelen van CD­gegevens kiezen. Als een disk zowel CD- als MP3/WMA-bestanden bevat, begint het afspelen vanaf het gedeelte met CD-gegevens op de disk.
CD-DA : Alleen CD-gegevens kunnen worden
afgespeeld.
CD-DA/MP3: Zowel CD-gegevens als MP3/WMA-
bestandstracks kunnen worden afgespeeld.
Voer deze instelling uit voor u een disk plaatst. Als u de disk reeds heeft geplaatst, voert u de instelling uit nadat u de disk heeft uitgehaald. (Als u een MP3-wisselaar gebruikt, moet u de disks verwisselen.)
Aan- en uitschakelen van de functie Mute
INT MUTE ON (basisinstelling) / INT MUTE OFF
Als een toestel met de onderbrekingsfunctie wordt aangesloten, wordt het audiosignaal automatisch gedempt als het onderbrekingssignaal van het toestel binnenkomt.
MP3/WMA
Extern toestel
Links
Versterker
Versterker
Luidsprekers
LUIDSPREKER RECHTS VOOR
LUIDSPREKER RECHTS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS VOOR
voor
Rechts voor
Links achter
Rechts achter
Rechts voor
Rechts achter
Links achter
Links voor
31
-
NL
Werking van MobileHub™ Link (optioneel)
• Een uitgaande oproep vanaf een draagbare telefoon is ook mogelijk. U kunt echter niet verschillende bewerkingen tegelijk uitvoeren op een draagbare telefoon en de CDA-9835R/CDA-9833R, want dit leidt tot storingen.
• Als een verdeeldoos aangesloten is, wordt de uitgaande, binnenkomende en verzonden historiek ook geregistreerd in de draagbare telefoon.
• Tijdens het telefoneren is de functie DEFEAT aangeschakeld. Als de oproep ten einde is, keert het toestel terug naar de vorige instelling.
•U kunt het telefoonvolume op de CDA-9835R/CDA-9833R regelen. Het volume dat u tijdens de oproep heeft ingesteld, wordt opgeslagen in het geheugen en automatisch gebruikt voor de volgende oproep.
• Als u tijdens het bellen op de TITLE toets drukt, wordt de naam van de telefoonoperator gedurende 5 seconden aangegeven.
Binnenkomende oproepen
Druk op de toets om een binnenkomende oproep te ontvangen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om een oproep te
beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
• Als de automatische oproepmodus ingeschakeld is, kunt u 3 seconden na ontvangst van de binnenkomende oproep spreken. (Zie “Automatische oproep instellen” op deze pagina.)
Automatische oproep instellen
De binnenkomende oproep kan worden geschakeld naar automatische oproep of handmatige oproep.
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
Kies “TELEPHONE” met de of toets.
Draai aan de
encoder-draaiknop om naar AUTO
of MANUAL te gaan.
Houd de
MENU toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Druk tijdens een binnenkomende oproep op de BAND/TEL. toets om de verbinding te verbreken.
• De fabrieksinstelling is MANUAL.
4
3
2
1
2
1
Wat is de MobileHub™ Link
Verbind een afzonderlijk verkochte verdeeldoos en een draagbare telefoon (van Nokia) om de binnenkomende en uitgaande gesprekken van de draagbare telefoon te regelen.
• Als een draagbare telefoon is aangesloten, worden zijn adresboek en de binnenkomende en uitgaande historiek gedownload naar de verdeeldoos.
• Zie handleiding bij de verdeeldoos.
Telefoonmodus aan/uit
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om de telefoonmodus in te schakelen.
Druk op de BAND/TEL. toets om uit te schakelen. Zie relevante pagina’s voor elk item.
• Gedurende ca. 2 seconden verschijnt “NO PHONE” als u de telefoonmodus oproept terwijl er geen draagbare telefoon aangesloten is. De modus keert dan terug naar de originele geluidsbron.
• Als de draagbare telefoon tijdens een binnenkomende of uitgaande oproep of tijdens een handenvrije oproep wordt losgekoppeld van de verdeeldoos, wordt de oproep door de draagbare telefoon beschouwd als een gewone oproep.
• Als er een oproep binnenkomt terwijl de voeding van de CDA­9835R/CDA-9833R uitgeschakeld is, wordt de CDA-9835R/CDA­9833R automatisch ingeschakeld voor een handenvrije oproep.
• Zelfs als de draagbare telefoon uitgeschakeld is, wordt de draagbare telefoon ingeschakeld als de CDA-9835R/CDA-9833R ingesteld is op de telefoonmodus.
• Zelfs als de ACC-voeding van het voertuig wordt uitgeschakeld (zelfs als de motor afgezet is) tijdens een handenvrije oproep, wordt de oproep niet verbroken en is een gewone oproep met de draagbare telefoon mogelijk.
• Als er tijdens de werking een oproep binnenkomt (behalve een uitgaande oproep of spreken), wordt de modus beëindigd en wordt overgeschakeld naar de binnenkomende of gespreksmodus.
1
Voorzichtig
Zelfs bij handenvrij gebruik kan een bestuurder tijdens het bedienen van de telefoon of tijdens een gesprek afgeleid worden. Om veiligheidsredenen mogen bestuurders de telefoon dus niet bedienen tijdens het rijden. Om veiligheidsredenen zijn alleen binnenkomende oproepen en uitgaande oproepen met snelkeuzetoetsen mogelijk.
BAND/ TEL.
TITEL
f
SEARCH/Q.S.
Voorkeuzezendertoetsen
MENU Encoder-
draaiknop
p
F
(1 tot en met 6)
32
-
NL
Druk op de BAND/TEL. toets om de oproep te beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
• Als er geen telefoonnummer opgeslagen is onder een voorkeuzezendertoets, verschijnt “NO PRESET” als u een oproep tot stand probeert te brengen.
U kunt een oproep tot stand brengen naar een van de laatste 999 opgeroepen nummers op basis van de historiek voor uitgaande / binnenkomende / gemiste binnenkomende oproepen.
Druk op de SEARCH/Q.S. toets in de telefoonboekmodus om de historiekmodus op te roepen.
Druk op de of toets om de historiek van de uitgaande oproepen te selecteren (weergavevoorbeeld: “DIALED”), de historiek van de binnenkomende oproepen (weergavevoorbeeld: “RECEIVED”), de historiek van de gemiste binnenkomende oproepen (weergavevoorbeeld: “MISSED”).
Draai aan de
encoder-draaiknop of druk op de
of toets om de correspondent in de uitgaande of binnenkomende historiek te selecteren.
Druk op de toets of op de
encoder-
draaiknop om een oproep tot stand te brengen.
Druk op de BAND/TEL. toets om de oproep te beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
• Als alle telefoonnummers en geregistreerde namen niet tegelijk
kunnen worden weergegeven, drukt u op de TITLE toets om de andere nummers en namen weer geven.
• “NO MEMORY” verschijnt als er geen historiek voor binnenkomende oproepen is.
SMS (Short Message Service) zenden/ontvangen
U kunt worden verwittigd als u een SMS-bericht ontvangt.
Als een tekstbericht wordt ontvangen, verschijnt “NEW MESSAGE” op het display.
U kunt de inhoud van het ontvangen bericht alleen lezen op het scherm van de draagbare telefoon.
Druk op een van de toetsen op het toestel om de weergave te beëindigen. De ingedrukte toetsen roepen de modus op of schakelen een functie in.
2
1
5
4
3
2
1
3
Telefoneren
U kunt het adresboek in de draagbare telefoon openen om op die manier een gesprek tot stand te brengen.
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de
SEARCH/Q.S. toets om de
adressenboekmodus te kiezen.
Er verschijnt een lijst in alfabetische volgorde.
Een correspondent oproepen uit de alfabetisch gesorteerde lijst
Als de alfabetisch gesorteerde lijst weergegeven is, draait u aan de encoder-draaiknop of drukt u op de of toets om de correspondent te selecteren.
Druk op de toets of op de
encoder-
draaiknop om een oproep tot stand te brengen.
Druk op de BAND/TEL. toets om de oproep te beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
Een correspondent oproepen door geselecteerd zoeken (A-Z zoeken)
Druk op de of toets om een eerste letter (A tot Z) van de correspondent te selecteren.
Draai aan de
encoder-draaiknop om de
correspondent te selecteren.
Druk op de toets of op de encoder- draaiknop om een oproep tot stand te brengen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de oproep te
beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
• Als alle telefoonnummers en geregistreerde namen niet tegelijk
kunnen worden weergegeven, drukt u op de TITLE toets om de andere nummers en namen weer geven.
• “NO MEMORY” verschijnt als het adressenboek leeg is.
U kunt een oproep tot stand brengen door een van de telefoonnummers in nr. 1 tot 9 van het adresboek op te roepen.
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
Binnen de 5 seconden brengt u de oproep tot stand door de gewenste voorkeuzezendertoets (1 tot
6) minstens 2 seconden ingedrukt te houden. Door op de F toets te drukken en daarna minstens 2 seconden op een voorkeuzezendertoets (1 tot 3) te drukken, kunt u een oproep tot stand brengen naar het nummer dat opgeslagen is in 7 tot 9.
•U kunt een oproep tot stand brengen door op de toets te
drukken nadat de voorkeuzezendertoets (1 tot 6) van het gewenste nummer kort werd ingedrukt.
•U kunt een oproep tot stand brengen door op de encoder- draaiknop te drukken, nadat u het nummer voor de oproep heeft geselecteerd door op de of toets te drukken of door de encoder-draaiknop te draaien.
2
1
6
5
4
3
5
4
3
2
1
Een oproep tot stand brengen met nummers uit het adresboek
Een oproep tot stand brengen met de historiek uitgaande / binnenkomende / gemiste binnenkomende oproepen
SMS-bericht ontvangen
Een oproep tot stand brengen met de snelkeuzetoetsen
33
-
NL
Wisselaar (optioneel)
MP3-bestanden afspelen met de CD­wisselaar (optioneel)
Als u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u op dit toestel CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen waarop MP3-bestanden staan.
Druk op de SOURCE/POWER toets om naar de
MP3-wisselaarmodus te gaan.
Druk op een van de
diskkeuzetoetsen (1 tot 6)
overeenkomstig de gewenste disk in de CD­wisselaar.
Om de weergave te onderbreken, drukt u op de
toets.
Als u nogmaals op de toets drukt, wordt de weergave verdergezet.
• Het toestel kan disks weergeven met zowel audiogegevens als MP3-gegevens.
•Om MP3 te gebruiken met een MP3-compatibele CD-wisselaar, gaat u naar “CD/MP3/WMA” op pagina 12 tot 17.
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (optioneel)
Het Ai-NET-systeem van Alpine ondersteunt tot 6 CD-wisselaars. Bij gebruik van twee of meer CD-wisselaars, dient de KCA-400C (Multi­Changer Switching Device) gebruikt te worden. Gebruikt u 1 dergelijk schakeltoestel, dan kunt u tot 4 CD-wisselaars aansluiten. Gebruikt u 2 dergelijke schakeltoestellen, dan kunt u tot 6 CD-wisselaars aansluiten. Als u de KCA-410C (Versatile Link Terminal) gebruikt, kunt u twee wisselaars en twee externe uitgangen (AUX) aansluiten
.
Druk op de SOURCE/POWER toets op dit toestel om de CD-wisselaarmodus te activeren.
Of druk op de SOURCE toets op de afstandsbediening (RUE-4187) om de CD-wisselaarmodus te activeren.
Druk op de BAND/TEL. toets op dit toestel of op de RUE-4187 om de modus Selectie van de CD­wisselaar te activeren.
De selectiemodus van de CD-wisselaar blijft gedurende 8 seconden actief.
Druk op de BAND/TEL. toets tot de indicator voor de gewenste CD-wisselaar op het scherm verschijnt.
U kunt ook op de BAND/TEL. toets op de afstandsbediening drukken tot de indicator voor de gewenste wisselaar verschijnt.
• Als de geselecteerde CD-wisselaar niet aangesloten is, wordt op het display “NO CHANGER” afgebeeld.
• Om de geselecteerde wisselaar te bedienen, zie “CD/MP3/WMA” (pagina 12).
• Voor meer details over de externe ingang (AUX) als de KCA-410C wordt gebruikt, zie “AUX-modus instellen (V-Link)” op pagina 30.
3
2
1
3
2
1
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 disks of 12 disks kan worden aangesloten op dit toestel als deze compatibel is met Ai-NET. Als een CD-wisselaar aangesloten is op de Ai-NET-ingang van dit toestel, kan de CD-wisselaar worden bediend op dit toestel. Met behulp van de KCA-400C (Multi-Changer Switching Device) of de KCA-410C (Versatile Link Terminal) kunnen verschillende CD­wisselaars worden bediend door dit toestel. Zie “Keuze tussen verschillende CD-wisselaars” op deze pagina om de CD-wisselaars te selecteren.
• De bedieningstoetsen op dit toestel voor de bediening van de CD­wisselaar zijn alleen actief als een CD-wisselaar aangesloten is.
• De DVD-wisselaar (optioneel) kan worden bediend op dit toestel en op de CD-wisselaar.
Druk op de SOURCE/POWER toets om de wisselaarmodus in te schakelen.
Op het display worden het nummer van de disk en het tracknummer afgebeeld.
• De bronindicator is afhankelijk van de aangesloten bron.
• Druk op de BAND/TEL. toets om de diskmodus om te schakelen naar de CD-wisselaar-modus.
Druk op de diskkeuzetoetsen (1 tot 6) voor een van de disks in de CD-wisselaar.
Het geselecteerde disknummer verschijnt op het display en de CD wordt afgespeeld.
• Als de gewenste disk geselecteerd werd, kunt u de DVD-wisselaar op dezelfde manier bedienen als de CD-speler van dit toestel. Voor meer details verwijzen we naar de paragraaf CD/MP3/WMA.
• Als de modus M.I.X., REPEAT of SCAN ingeschakeld is (de indicator “FUNC” op het model CDA-9833R is aan), werken de diskkeuzetoetsen niet.
Als een CD-wisselaar voor 12 disks aangesloten is:
Om de disks van 1 tot 6 te selecteren, is de procedure identiek aan die van de CD-wisselaar voor 6 disks. Om de disks van 7 tot 12 te selecteren, drukt u eerst op de F toets om naar de diskkeuzemodus te gaan (7 tot 12). Druk dan op de gewenste voorkeuzezendertoets. De voorkeuzezendertoetsen 1 tot 6 vertegenwoordigen respectievelijk de disks 7 tot 12.
2
1
SOURCE/ POWER
BAND/TEL.
F
Keuzetoetsen (1 tot en met 6)
SOURCE
BAND
34
-
NL
Afstandsbediening
UP toets
Radiomodus: SEEK (UP) toets CD-modus: Druk op deze toets om naar het begin van de volgende track te gaan.
toets
Radiomodus: Met deze toets verschijnen de in de voorkeuzezendertoetsen geprogrammeerde zenders in dalende volgorde (zie afbeelding).
nn→ bb
... zz
nn
CD-wisselaarmodus: DISC Select (DN) toets Druk op deze toets om een disk in dalende volgorde te kiezen. MP3/WMA-modus: Druk op de Folder of Playlist Select (DN) toets om de map of playlist te kiezen.
MUTE toets
Druk op deze toets om het volume onmiddellijk met 20 dB te verminderen. Druk opnieuw op deze toets om de functie uit te schakelen.
Audioprocessortoets
Telkens als u op deze toets drukt, wijzigt de audioprocessormodus. Voor meer informatie zie “Audioprocessor bedienen” hierna. Druk op de toets om de modus voor de externe audioprocessor op te roepen als de externe audioprocessor aangesloten is.
*1
*1
Voor de werking van de externe audioprocessor raadpleegt u de handleiding bij de externe audioprocessor die u heeft aangeschaft.
Audioprocessor bedienen
Druk op de A.PROC toets om de modus te kiezen.
Normale modus → EQ-modus (equalizervoorkeuzetoetsen) → Tijdcorrectiemodus (opgeslagen tijdcorrectie oproepen)
Scheidingsfiltermodus (opgeslagen scheidingsfilter oproepen) → Normale modus
Druk op de of toets om het item te kiezen.
EQ-modus: Maak uw keuze uit FLAT, ROCK, POPS, NEWS en USER’S 1 tot 6.
Tijdcorrectiemodus/scheidingsfiltermodus: Maak uw keuze uit MEMORY 1 tot 6.
2
1
!2
!1
!0
o
Bedieningselementen op de afstandsbediening
POWER toets
Druk op deze toets om het toestel in en uit te schakelen.
SOURCE toets
Druk op deze toets om de audiobron te selecteren.
toets
Druk op deze toets om de CD om te schakelen tussen weergave en pauze.
TILT ▼▲ toetsen
Druk op deze toets om de hoek van het beweeglijke display in te stellen.
Band/Programme toets
Radiomodus: BAND toets Druk op deze toets om de frequentieband te veranderen.
CD-wisselaarmodus: om de diskmodus te wijzigen.
Volumetoetsen
Om het volume te verhogen: Druk op de t toets
Om het volume te verlagen: Druk op de
u toets
toets
Radiomodus: Met deze toets verschijnen de in de voorkeuzezendertoetsen geprogrammeerde zenders in stijgende volgorde (zie afbeelding).
zz→ xx
... nn
zz
CD-wisselaarmodus: DISC Select (UP) toets Druk op deze toets om een disk in stijgende volgorde te kiezen.
MP3/WMA-modus: Druk op de Folder of Playlist Select (UP) toets om de map of playlist te kiezen.
DN toets
Radiomodus: SEEK (DN) toets CD-modus: Druk op deze toets om terug te keren naar het begin van de huidige track.
i
u
y
t
r
e
w
q
q w
e
r
t y
u i
o !0
!1 !2
35
-
NL
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u volgende checklist raadplegen. Op die manier kunt u een probleem gemakkelijker identificeren dat afkomstig is van het toestel. Ligt het probleem niet bij het toestel, kijk dan alle aansluitingen van het systeem na of wend u tot een erkende Alpine-verdeler.
Toestel of display werkt niet.
• De contactsleutel van de auto staat niet in de juiste positie.
- Als het toestel aangesloten werd volgens de instructies, zal het niet werken als het contact van de auto uitgeschakeld is.
• Verkeerde aansluiting van stroomkabel (rood) en batterijkabel (geel).
- Controleer de aansluitingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
• Gesprongen zekering.
- Kijk de zekering van de batterijkabel van het toestel na; vervang
zo nodig door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-knop.
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenneaansluiting ofwel een open aansluiting.
- Kijk na of de antenne correct aangesloten is; vervang zo nodig
de antenne of de kabel.
Onmogelijk om zenders te vinden in de zoekmodus.
•U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Vergewis u ervan dat de tuner in de DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne misschien niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk van een aardleiding is voorzien op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De radio-uitzending gaat gepaard met veel ruis.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang een gebroken antenne.
•De antenne is slecht geaard.
- Vergewis u ervan dat de antenne juist geaard is ter hoogte van
de montageplaats.
CD-speler/wisselaar werkt niet.
• Bedrijfstemperatuur van +50°C voor de CD werd overschreden.
- Laat de binnenkant van de auto (of de bagageruimte) afkoelen.
Weergegeven geluid van de CD zweeft.
• Vochtcondensatie in de CD-module.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie verdampt is (ongeveer 1
uur).
Batterijen vervangen
Geschikte batterijen: Gebruik twee “AAA” batterijen of gelijkwaardig.
Batterijafdekking openen
Schuif de batterijafdekking open door stevig in de richting van de pijl te drukken.
Batterijen vervangen
Plaats de batterijen en hou rekening met de aangegeven polariteit.
Afdekking sluiten
Schuif de afdekking op haar plaats tot u een klik hoort.
Bedienbaar met afstandsbediening
Richt de zender van de optionele afstandsbediening op de sensor van de afstandsbediening.
Aansluitbaar op interfacedoos van afstandsbediening
U kunt dit toestel bedienen met de stuurwielbediening van het voertuig als een Alpine interfacedoos voor de afstandsbediening (optie) aangesloten is. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
3
2
1
Algemeen
Radio
CD
Informatie
Sensor van de afstandsbediening
Vervolg
36
-
NL
• Geen CD geplaatst.
- Plaats een CD.
• Hoewel er een disk geplaatst is, verschijnt “NO DISC” en het toestel begint niet met het afspelen of werpt de disk uit.
- Verwijder de disk als volgt:
1) Druk op de q toets.
Het beweeglijke display gaat open.
2) Druk nogmaals minstens 2 seconden op de
q toets terwijl het
beweeglijke display open is. Als de disk nog niet uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op de
q toets en werp de CD uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u
nogmaals op de q toets. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op de q toets heeft gedrukt, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
• Als “ERROR” aangegeven is: Als de disk niet kan worden uitgeworpen door op q te drukken, drukt u op de RESET-schakelaar (zie pagina 6) en drukt u opnieuw op q. Als de disk nog steeds niet kan worden uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
Er werd een WMA-bestand met auteursrechtelijke bescherming afgespeeld.
-U kunt alleen bestanden afspelen die niet van een
auteursrechtelijke bescherming voorzien zijn.
De disk is niet geschreven in een door MP3/WMA ondersteund formaat.
- Gebruik een disk die in het door MP3/WMA ondersteunde
formaat is geschreven.
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
de bedrijfswaarden ligt.
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de uitwerptoets van het
magazijn en verwijder het magazijn. Controleer de indicatie. Breng het magazijn terug in. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerpknop. Als het magazijn niet
uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
• Er is een CD in de CD-wisselaar achtergebleven.
- Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie te activeren. Als
de CD-wisselaar de uitwerpfunctie beëindigd heeft, plaatst u een leeg magazijn in de CD-wisselaar om de CD te recupereren die in de CD-wisselaar achtergebleven is.
ERROR - 02
ERROR - 01
HIGH-TEMP
UNSUPPORT
PROTECT
ERROR
NO-DISC
CD kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een CD in de CD-speler.
- Haal de CD uit de speler.
• De CD is niet goed geplaatst.
- Ga na of de CD werd geplaatst zoals beschreven in het hoofdstuk Werking van de CD-speler.
CD kan niet snel vooruit of achteruit spoelen.
• De CD is beschadigd.
- Haal de CD uit het toestel en gooi hem weg. Als u een beschadigde CD gebruikt, kan het mechanisme van het toestel beschadigd raken.
Geluidsweergave van CD verspringt wegens trillingen.
• Toestel niet goed bevestigd.
- Zet het toestel degelijk vast.
• De disk is zeer vuil.
- Reinig de disk.
• De disk vertoont krassen.
- Vervang de disk.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare disk om de optische lens te reinigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer.
Weergegeven geluid van CD verspringt zonder trillingen.
• De disk is vuil of gekrast.
- Reinig de disk; als de disk beschadigd is, moet hij worden vervangen.
Foutmeldingen (alleen ingebouwde CD-speler)
• Mechanische fout
- Druk op q. Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de disk weer in het toestel. Als deze oplossing niet helpt, dient u uw Alpine-dealer te raadplegen.
Afspelen van CD-R/CD-RW is onmogelijk
• Sessie werd niet degelijk beëindigd (afgesloten).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
MP3 of WMA wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat geschreven is.
Zie “Over MP3/WMA” (pagina 16-17) en schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit toestel wordt ondersteund.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er komt geen signaal uit de luidsprekeruitgang.
- POWER-IC is op “OFF” gezet (pagina 30).
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
de bedrijfswaarden ligt.
HIGH-TEMP
MP3/WMA
Indicatie voor CD-wisselaar
Audio
Indicatie voor CD-speler
37
-
NL
AFMETINGEN BEHUIZING
Breedte 178 mm Hoogte 50 mm Diepte 152 mm
AFMETINGEN FRONTPANEEL
Breedte 170 mm Hoogte 46 mm Diepte 18 mm
• Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de specificaties en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Breng een magazijn in.
• Er wordt geen CD aangegeven.
- Kies een andere CD.
Technische gegevens
FM-TUNERGEDEELTE
Afstemgebied 87,5 - 108,0 MHz Bruikbare gevoeligheid mono 0,7 µV Alternatieve kanaalselectiviteit 90 dB Signaal/ruisverhouding 65 dB Stereoverdeling 35 dB Ontvangstverhouding 2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstemgebied 531 - 1.602 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstemgebied 153 -281 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 31,6 µV/30 dB
CD-GEDEELTE
Frequentiebereik
5 - 20.000 Hz (±1 dB) Wow & Flutter (% WRMS) Niet meetbaar Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz) Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz) Signaal/ruisverhouding 105 dB Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz)
LEESSYSTEEM
Golflengte 795 nm Laservermogen KLASSE I
AFSTANDSBEDIENING
Batterijtype
Batterijen “AAA”-formaat Aantal batterijen 2 Afmetingen (W x H x D) 42 mm
x 121 mm
x 23 mm Gewicht (zonder batterij) 50 g
ALGEMEEN
Stroomvereisten 14,4 V DC
(11-16 V toelaatbaar) Uitgangsvermogen 60 W x 4 Maximale spanning voorversterkeruitgang 4 V/10k ohm Gewicht 1,6 kg
NO DISC
NO MAGAZINE
VOORZICHTIG
(Onderzijde van speler)
KLASSE 1
LASERPRODUCT
38
-
NL
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET KABELS VAN ANDERE SYSTEMEN.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om stroom af te takken voor andere systemen. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of elektrische schok tot gevolg kan hebben.
GEEN PIJPEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen pijpen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over het voertuig onklaar maken en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP PLAATSEN WAAR DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG ZOU WORDEN GEHINDERD, ZOALS HET STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht vooruit worden belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid wendt u zich voor dit werk het best tot de dealer waarbij u dit toestel heeft gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Vergewis u ervan alleen de vermelde accessoireonderdelen te gebruiken. Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig op zijn plaats wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de weg van bewegende onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of gepunte randen. Dit voorkomt dat de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
Denk eraan de kabel van de negatieve (-) accupool los te koppelen alvorens uw CDA-9835R/CDA-9833R te installeren. Hierdoor vermijdt u elke mogelijkheid tot beschadiging van het toestel door een kortsluiting.
Vergewis u ervan de kleurgecodeerde stroomdraden aan te
sluiten volgens het diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot gevolg hebben.
Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig
tot stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer). Maak geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit toestel. Als u de CDA-9835R/CDA-9833R aansluit op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring waarop de CDA-9835R/CDA-9833R wordt aangesloten, de juiste ampèrewaarde heeft.
Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het
toestel en/of het voertuig beschadigen. Raadpleeg uw ALPINE­dealer in geval van twijfel.
De CDA-9835R/CDA-9833R is uitgerust met vrouwelijke RCA-
aansluitingen om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren beschikken. U heeft misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende ALPINE-dealer om hulp.
Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (-) aan te sluiten
op de negatieve luidsprekerklem (-). Verbind de luidsprekerkabels van het linker en rechter kanaal nooit met elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
Installatie en aansluitingen
Waarschuwing
Voorzichtig
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJK
SERIENUMMER: INSTALLATIEDATUM: INSTALLATIETECHNICUS: PLAATS VAN AANKOOP:
Voor u het toestel installeert of aansluit, dient u volgende informatie en pagina 3 tot 5 van deze handleiding grondig door te nemen.
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte hieronder en houd het bij als referentie. Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u aan de onderzijde van het toestel.
39
-
NL
Installatie
Voorzichtig
Voorzichtig
Metalen plaat
Afneembaar voorpaneel
Luchtventilatiegat
(achterzijde van CDA-9835R/CDA-9833R)
1
2
• Voor de schroef * dient u een schroef te kiezen die geschikt is voor de installatieplaats in het chassis.
3
Demontage
1 Verwijder het afneembare frontpaneel. 2
3 Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor
dat het niet meer vastklikt.
<JAPANSE AUTO>
Dashboard
Montageslede (meegeleverd)
Steun
Zeskantbout (meegeleverd)
Rubberen dop (meegeleverd)
dit toestel
Borgpen
Voorframe
Schroeven (M5 x 8) (meegeleverd)
Bevestigingssteun
dit toestel
Metalen montagebeugel
Schroef
Sierbout
Zeskantmoer (M5)
dit toestel
Als u dit toestel in uw auto installeert, mag u het afneembare front niet verwijderen. Als u het afneembare voorpaneel tijdens de installatie verwijdert, kunt u te hard op de metalen plaat voor het afneembare voorpaneel drukken, waardoor deze plaat verbuigt.
Blokkeer de ventilator of de warmteafvoer van het toestel niet, want hierdoor wordt de luchtcirculatie gehinderd. In dit geval kan de warmte in het toestel zich opstapelen en brand veroorzaken.
Schuif de montageslede uit de hoofdeenheid (zie “Demontage” op deze pagina). Schuif de montageslede in het dashboard en zet de slede vast met de metalen sluitingen.
Als uw voertuig met de steun uitgerust is, monteert u de lange zeskantbout in het achterpaneel van de CDA­9835R/CDA-9833R en plaatst u de rubberen dop op de zeskantbout. Als uw voertuig niet over de montagesteun beschikt, versterkt u de head-unit met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Verbind alle andere draden van de CDA-9835R/CDA-9833R overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk AANSLUITINGEN.
Schuif de CDA-9835R/CDA-9833R in het dashboard. Als het toestel op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Daardoor wordt het toestel stevig vergrendeld en kan het niet loskomen van het dashboard. Plaats het afneembare frontpaneel.
Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse positie te duwen (zie tekening hierboven). Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór de tweede pen wordt losgemaakt.
40
-
NL
F/R Sub-W
3WAY
X-OVER
EQ/DIV
NORM
Ai-NET
q
w
e
r
t
y
!0
o
i
u
1
1
Aansluitingen
Omzetterstekker ISO-antenne
Subwoofers
Naar equalizer of versterker
Contactsleutel
Naar autotelefoon
Luidsprekers
Luidsprekers
Luidsprekers
Naar elektrische antenne
Accu
Links achter
Links voor
Rechts achter
CD-wisselaar
(afzonderlijk verkocht)
Rechts achter
Links achter
Rechts voor
Links voor
Versterker
Luidsprekers
Rechts voor
*
1
Het label is onderaan het toestel aangebracht.
(Roze/Zwart)
INGANGSDRAAD AUDIO-ONDERBREKING (MUTE)
(Blauw/Wit) INSCHAKELDRAAD VERSTERKER (REMOTE)
(Oranje) DIMMER
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Violet/Zwart)
(Violet)
Naar verlichtingsdraad instrumentengroep
Antenne
ISO-antenneplug
(Geel) ACCU
Naar versterker of aansluiting voertuigdisplay
(Zwart) MASSA
(Blauw)
ELEKTRISCHE ANTENNE
(Rood) CONTACTSLOT
!6
!7
!8
!9
@1
@2
@3
@0
!5
@4
!1
@7
@6
!4
@5
!3
!2
#0
#1
#1
@8
@9
#1
41
-
NL
Vervolg
q
Antennebus
Aansluiten op de bijgeleverde omzetterstekker ISO-antenne.
w
Ingangsdraad audio-onderbreking (mute) (Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audio-uitgang van een gsm, die
aardsluiting geeft als een oproep wordt ontvangen.
e
Inschakeldraad versterker (remote) (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad (remote) van uw
versterker of signaalprocessor.
r
Dimmerdraad (Oranje)
Deze draad kan worden aangesloten op de lichtschakelaar
van het voertuig. Hiermee kunt u de achterverlichting van het toestel dimmen als de verlichting van het voertuig wordt ingeschakeld.
t
Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open contact in de zekeringkast
van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de accessoirepositie staat.
y
Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische
antenne, indien van toepassing.
• Deze draad mag alleen worden gebruikt om de elektrische antenne van het voertuig te sturen. Gebruik deze draad niet om een versterker, een signaalprocessor, e.d. aan te sluiten.
u
Smoorspoel met zekeringhouder (15A)
i
Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de
autoaccu.
o
ISO-stroomtoevoerconnector
!0
Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het
voertuig.
Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met
blank metaal en degelijk vastgezet is met de meegeleverde plaatmetaalschroef.
!1
Ai-NET-connector
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsconnector van
andere producten (CD-wisselaar, equalizer, enz.) die uitgerust zijn met Ai-NET.
!2
Systeemschakelaar
Als u een processor met Ai-NET gebruikt, zet u deze
schakelaar in de stand EQ/DIV. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
• Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de positie van de schakelaar verandert.
!3
Instelling van de 3WAY/2WAY-schakelaar
Stel de 3way/2way-schakelaar in overeenkomstig uw
audiosysteem.
!4
Voedingsconnector
!5
ISO-aansluiting (luidsprekeruitgang)
!6
Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links
achteraan (+)
!7
Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker links
achteraan (-)
!8
Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links vooraan (+)
!9
Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links
vooraan (-)
@0
Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker rechts
vooraan (-)
@1
Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts vooraan (+)
@2
Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker rechts
achteraan (-)
@3
Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts
achteraan (+)
@4
Interfaceconnector afstandsbediening
Naar interfacedoos van afstandsbediening.
@5
Aansluiting Amplifier Link / voertuigdisplay
Levert stuursignalen voor de Amplifier Link /
voertuigdisplay.
Amplifier Link:Sluit dit aan op een met Amplifier Link
compatibele externe versterker met behulp van de (ook afzonderlijk verkochte) Amplifier Link box KCE-510M.
Aansluiting voertuigdisplay: Sluit dit aan op de optionele
interfacedoos voor het voertuigdisplay.
• Gebruik de optionele y-kabel om de Amplifier Link box KCE-510M en de interfacedoos voor het voertuigdisplay tegelijk aan te sluiten.
• Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw ALPINE-dealer.
@6
RCA-uitgangen voor
ROOD is rechts en WIT is links.
@7
RCA-uitgangen achter
ROOD is rechts en WIT is links.
@8
RCA-uitgangen subwoofer
ROOD is rechts en WIT is links.
@9
DC/DC-omzetter (alleen CDA-9835R).
• Installeer de omzetter niet waar hij bloot kan staan aan water, zoals onder de vloermat of de airco. Dit kan een storing veroorzaken.
• Combineer de kabel van de DC/DC-omzetter niet met andere audiokabels.
Dit zou ruis in het systeem kunnen veroorzaken.
• Hou de DC/DC-omzetter op een veilige afstand van de antennekabels en de achterzijde van het toestel, anders kan er ruis ontstaan als een radio-uitzending wordt ontvangen.
#0
Ai-NET-kabel (meegeleverd bij CD-wisselaar)
#1
RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
42
-
NL
• Gebruik het Sub-W uitgangssnoer om dit toestel aan te sluiten op de lagetonenluidspreker.
• U kunt de ingebouwde versterker gebruiken om signalen uit te voeren via de uitgang voor/uitgang achter.
• U kunt de fader niet instellen in de stand 3WAY.
Stand van de X-Over-schakelaar: F/R/Sub-W Stand van de X-Over-schakelaar: 3WAY
Uitgang van dit toestel :
Vooruitgang Achteruitgang SUBW-uitgang
Hogetonenluidspreker (L)
Middentonenluidspreker (L)
Hogetonenluidspreker (R)
Middentonenluidspreker (R)
Lagetonenluidspreker (L) Lagetonenluidspreker (R)
Hogetonenluidspreker voor (L)
Hogetonenluidspreker achter (L)
Hogetonenluidspreker voor (R)
Hogetonenluidspreker achter (R)
Lagetonenluidspreker (L)
Lagetonenluidspreker (R)
Om ruis/storingen in het audiosysteem te voorkomen.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de draadbundels van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
• Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan aan zo ver mogelijk van het toestel vandaan. Uw Alpine-dealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
De stand van de X-Over-schakelaar voor een tweewegsysteem (het frequentiebereik wordt opgesplitst in hoge tonen voor voor/achter en lage tonen voor de subwoofer).
De stand van de X-Over-schakelaar voor een driewegsysteem, waarbij het frequentiebereik wordt opgesplitst in hoge tonen (voor), middentonen (achter) en lage tonen (subwoofer).
Loading...