Alpine CDA-9830R, CDA-9831R User Manual [nl]

R
FM/MW/LW/RDS-CD-speler
CDA-9831R CDA-9830R
• HANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.
R
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Benelux Branch Leuvensesteenweg 510 b6 1930 Zaventem - België
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-725 13 26 E-mail: info@alpine.be
CHM-S630
U kunt meer doen met Alpine CD-wisselaars!
Meer muziekselecties, meer veelzijdigheid, meer comfort.
De CHA-S634 is een zeer krachtige wisselaar voor 6 disks met nieuwe M DAC, CD-R/RW PLAY BACK, MP3 PLAY BACK en CD TEXT. Het CHA-1214 Ai-NET model is goed voor 12 disks, terwijl het CHM-S630 M-Bus model een supercompacte wisselaar voor 6 disks is met CD-R/RW PLAY BACK.
CHA-S634
• CD-wisselaar voor CDA-9831R/CDA-9830R
CHA-1214
• CD-wisselaar voor CDA-9831R/CDA-9830R
1
-
NL
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING................................... 3
VOORZICHTIG......................................... 3
VOORZORGSMAATREGELEN ............... 3
Aan de slag
Toestel in- en uitschakelen............................... 6
Ingebruikneming .............................................. 6
Het beweeglijke display openen en sluiten ...... 6
Kijkstand van display instellen ........................ 6
Volume instellen .............................................. 6
Volume snel verlagen (alleen CDA-9830R).... 6
Weergavetype wijzigen
(alleen CDA-9831R) ................................... 7
Frontpaneel losmaken en bevestigen ............... 7
Radio
Luisteren naar de radio......................................7
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders ...... 8
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders ... 8
Afstemmen op voorkeuzezenders .................... 8
Functie Zoeken op zendertitel.......................... 8
Functie Zoeken op frequentie .......................... 8
RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen .............................. 9
RDS-voorkeuzezenders oproepen.................... 9
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen ...... 9
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK) ............ 9
Verkeersinformatie ontvangen....................... 10
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)......................................................... 10
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
afspelen van een CD of een
radio-uitzending......................................... 10
Prioriteit PTY (programmatype).................... 11
Weergave van radiotekst................................ 11
CD/MP3/WMA
Afspelen ......................................................... 11
Een playlist afspelen....................................... 12
Herhaald afspelen........................................... 13
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) .... 13
Nummers aftasten .......................................... 14
Zoeken op CD-tekst ....................................... 14
Zoeken op bestands-/mapnaam
(voor MP3/WMA) ..................................... 14
Snel zoeken .................................................... 14
Over MP3/WMA ........................................... 14
Instelling van het geluid
Regeling van de balans (links-rechts)/fader
(voor-achter)/defeat ................................... 16
Ingebouwde scheidingsfilter afregelen en
opslaan....................................................... 16
De opgeslagen instellingen van de
ingebouwde scheidingsfilter oproepen ...... 17
Fabrieksinstellingen van equalizer ................. 17
Equalizercurve afregelen en opslaan .............. 17
De opgeslagen equalizercurve oproepen ........ 17
Tijdcorrectie ................................................... 18
Bass Focus...................................................... 18
Tijdcorrectie afregelen en opslaan.................. 20
De opgeslagen instellingen voor de
tijdcorrectie oproepen................................ 20
MX-modus instellen ....................................... 20
Andere functies
Weergave van titel/tekst................................. 21
Disks/zenders benoemen................................ 22
CD-titel/zendernaam wissen .......................... 22
Zwartmodus aan- en uitschakelen.................. 22
Meerkleurige verlichting instellen
(alleen CDA-9831R) ................................. 22
Verlichtingskleur van alle toetsen wijzigen
(alleen CDA-9831) .................................... 23
Softwareversie controleren ............................ 23
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
NEDERLANDS
2
-
NL
INSTELLING
Het basisvolume van bronsignalen
aanpassen................................................... 24
Omschakeling van de tunermodus ................. 24
In- en uitschakelen van de subwoofer............ 24
Pieptoonfunctie .............................................. 24
Dimmerregeling (alleen CDA-9831R)........... 24
Instellen van het scrollen................................ 24
Weergavecontrast instellen
(alleen CDA-9831R) ................................. 24
MP3/WMA-bestanden afspelen .................... 24
Aan- en uitschakelen van de functie Mute..... 24
AUX-modus instellen (V-Link) ..................... 24
Aansluiten op een externe versterker ............. 25
Tone Defeat voor externe toestellen
instellen ..................................................... 25
Werking van MobileHub™ Link (optioneel)
Wat is de MobileHub™ Link......................... 26
Telefoonmodus aan/uit................................... 26
Binnenkomende oproepen.............................. 26
Automatische oproep instellen....................... 26
Telefoneren .................................................... 27
SMS (Short Message Service)
zenden/ontvangen ...................................... 27
Wisselaar (optioneel)
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel) ..... 28
MP3-bestanden weergeven met de
CD-wisselaar (optioneel)........................... 28
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars
(optioneel).................................................. 28
Informatie
Bij problemen................................................. 29
Technische gegevens...................................... 31
Extern toestel
MP3/WMA
Scrollfunctie aanpassen
Geluid aanpassen
Installatie en aansluitingen
Waarschuwing................................................ 32
Voorzichtig .................................................... 32
Voorzorgsmaatregelen ................................... 32
Installatie........................................................ 33
Aansluitingen ................................................. 34
3
-
NL
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN DOOR ELKAAR. PLAATS DE BATTERIJEN MET DE JUISTE POLARITEIT.
Als u de batterijen plaatst, dient u aandacht te schenken aan de juiste polariteit (+ en –). Als de batterij gebarsten raakt of als er chemicaliën uit lekken, kan er brand ontstaan of kan men verwondingen oplopen.
HOUD UW VINGERS OP EEN VEILIGE AFSTAND TERWIJL HET MOTORGESTUURDE FRONTPANEEL OF DE BEWEGENDE MONITOR IN BEWEGING IS.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
VOORZORGSMAATREGELEN
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en –10°C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD zweven. In dit geval haalt u de disk uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht verdampt is.
Beschadigde disk
Speel nooit disks af die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte disk afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit om zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet­naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V­TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
4
-
NL
VOORZORGSMAATREGELEN
Probeer het volgende nooit
Neem de disk niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatisch invoermechanisme in de speler wordt getrokken. Steek geen disk in het toestel terwijl het toestel uitgeschakeld is.
Disk insteken
U kunt slechts één disk tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één disk in de speler te steken. Zorg ervoor dat de bedrukte zijde omhoog staat als u de disk plaatst. Als u de disk niet goed heeft geplaatst, zal uw speler de disk automatisch uitwerpen. Als de speler een correct geplaatste disk uitwerpt, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de reset-schakelaar. Als u een disk afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de disk of beschadigt de speler niet.
Nieuwe disks
Om te voorkomen dat de CD vastloopt, werpt de CD-speler automatisch disks uit met onregelmatige oppervlakken of disks die verkeerd werden geplaatst. Als een nieuwe disk in de speler wordt geplaatst en als hij wordt uitgeworpen, gaat u met uw vinger langs de binnenzijde van het middengat en langs de buitenrand van de disk. Als u kleine oneffenheden vaststelt, kan dit de reden zijn waarom de disk niet goed in het toestel kan worden geplaatst. Om de oneffenheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of een dergelijk voorwerp langs de binnenrand van het gat en langs de buitenrand van de disk, waarna u de disk opnieuw plaatst.
Disks met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen disks met ronde vorm; gebruik nooit disks met een speciale vorm. Als u disks met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
De plaats van installatie
Zorg ervoor dat de CDA-9831R/CDA-9830R niet wordt geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Veel stof
• Veel trillingen
Middengat
Oneffenheden
Middengat
Nieuwe disk
Buitenzijde (Oneffenheden)
Correcte hantering
Laat de disk niet vallen. Hou de disk zo vast, dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Bevestig geen tape, papier of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
Disk reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de disk kunnen tot gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de disk naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal detergent voor u de disk reinigt.
Toebehoren voor disks
Er bestaan verschillende accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. Deze accessoires hebben echter meestal een invloed op de dikte en/of de diameter van de disk. Door dergelijk toebehoren te gebruiken, kan de disk buiten de standaardspecificaties vallen en kunnen er werkingsproblemen ontstaan. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke accessoires te gebruiken voor disks die in Alpine CD-spelers worden afgespeeld.
JUIST
FOUT
JUIST
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
5
-
NL
Behandeling van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de disk niet bloot aan direct zonlicht.
• Bevestig geen stickers of etiketten op de disk.
• Reinig de disk als er stof op zit.
• Vermijd oneffenheden aan de buitenzijde van de disk.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare diskaccessoires.
Laat de disk niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de disk nooit bloot aan direct zonlicht..
Hitte en vochtigheid kunnen de CD beschadigen, zodat u de disk niet meer kunt weergeven.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de disk opnieuw af te spelen.
Geschikte media
Gebruik alleen CD's waarvan op de labelzijde het volgende CD-logo aangegeven is.
Als u disks gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gewaarborgd. U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CDReWritable) gebruiken die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3/WMA-audiobestanden afspelen.
• De volgende CD's kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld. CD's met fouten, CD's met vingerafdrukken, CD's die hebben blootgestaan aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD's die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, CD's waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, CD’s die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik disks met MP3-/WMA-bestanden die geschreven zijn in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details zie pagina 14-15.
6
-
NL
Basisbedieningen
Kijkstand van display instellen
Het beweeglijke display kan, afhankelijk van de voorkeur van de gebruiker, in 3 verschillende kantelhoeken worden ingesteld.
Druk op TILT pf om de hoek van het beweeglijke display in te stellen.
• Het display sluit 30 seconden nadat de contactsleutel op OFF werd gezet.
• De ingestelde kantelhoek van het display wordt in het geheugen bewaard. Als de voeding weer wordt ingeschakeld, dient u de kantelhoek niet opnieuw in te stellen.
Volume instellen
Draai de encoder-draaiknop tot de gewenste klank wordt verkregen.
Volume snel verlagen (alleen CDA-9830R)
Als u de Geluid dempen functie activeert, wordt het volumeniveau meteen met 20 dB verlaagd.
Druk op de MUTE/B.OUT toets om de dempingsmodus te activeren.
Het geluidsniveau zakt met 20 dB.
Druk opnieuw op de MUTE/B.OUT toets om terug te keren naar het vorige geluidsniveau.
Bedienbaar met afstandsbediening
De CDA-9831R/CDA-9830R kan worden bediend met een optionele Alpine-afstandsbediening. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen. Richt de zender van de optionele afstandsbediening op de sensor van de afstandsbediening.
Aansluitbaar op interfacedoos van afstandsbediening
U kunt dit toestel bedienen met de stuurwielbediening van het voertuig als een Alpine interfacedoos voor de afstandsbediening (optie) aangesloten is. Neem contact op met uw Alpine­dealer voor meer inlichtingen.
Voorzichtig
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden. Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een defect. Het oppervlak niet aanraken.
Toestel in- en uitschakelen
Druk op (SOURCE/POWER) om het toestel aan te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door eender welke toets in
te drukken, behalve de uitwerptoets q.
Houd (SOURCE/POWER) meer dan 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Als het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het volume vanaf niveau 12.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat u de CD-wisselaar heeft geïnstalleerd, nadat u de accu van de auto heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
Druk met een balpen of een ander scherp voorwerp op RESET.
Het beweeglijke display openen en sluiten
Druk op q
Het beweeglijke display gaat open.
Om het beweeglijke display weer te sluiten, drukt u nogmaals op q.
Het beweeglijke display sluit.
• Stel het beweeglijke display niet bloot aan schokken als het open
staat, want dit zou tot een storing kunnen leiden.
• Bij lage temperaturen en onmiddellijk na het inschakelen van de
voeding kan het display slechts zwak verlicht zijn. Na enige tijd wordt de helderheid normaal.
• Het display stopt in de ingestelde kantelhoek tijdens het sluiten.
Voorzichtig
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden. Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een defect. Het oppervlak niet aanraken.
2
1
SOURCE/ POWER
DISP/B.OUT (CDA-9831R) MUTE/B.OUT (CDA-9830R)
TILT
Encoder-draaiknop
RESET
Sensor van de afstandsbediening
Beweeglijk display
7
-
NL
Weergavetype wijzigen (alleen CDA-9831R)
U kunt kiezen uit drie mogelijke weergavetypes. U kunt de weergave ook uitschakelen.
Druk op de DISP/B.OUT toets om het weergavetype te schakelen.
Type 1 Type 2 Type 3 UIT Type 1
Type 1: De indicator links verandert in een vaste volgorde. Type 2: De indicator links verandert overeenkomstig de
instelling (zie “Meerkleurige verlichting instellen” op pagina 22).
Type 3: De indicator links wijzigt overeenkomstig het
audioniveau.
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Losmaken
Schakel het toestel uit.
Druk op de
r toets (losmaken) bovenaan links tot
het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en verwijder het.
Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (met
name de connectoraansluitingen aan de achterzijde van het frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.
Bevestigen
Steek de rechter kant van het frontpaneel in het toestel. Zet de inkeping op het frontpaneel op eenzelfde lijn met het vooruitstekende deel op de hoofdeenheid.
Druk op de linker kant van het frontpaneel tot het stevig in het toestel vastzit.
Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het
frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop drukt.
2
1
3
2
1
Luisteren naar de radio
Druk op de SOURCE/POWER toets tot een radiofrequentie in het display verschijnt.
Druk herhaaldelijk op de
BAND/TEL. toets tot de
gewenste radioband afgebeeld wordt.
FM1 (F1) FM2 (F2) FM3 (F3) → MW →LW FM1 (F1)
Druk op de TUNE/A.ME toets om de tunermodus te kiezen.
DX SEEK (afgelegen modus) SEEK (lokale modus) → OFF (handmatige modus)
DX SEEK
De beginmodus is de afgelegen modus.
Afgelegen modus:
Er wordt automatisch afgestemd op sterke en zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders (automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd (manuele afstemming).
Druk op de of toets om af te stemmen
op de gewenste zender.
Als u de of toets ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu.
De indicator ST verschijnt op het display als afgestemd wordt op
een Stereo FM zender.
4
3
2
1
Radio
SOURCE/ POWER
TUNE/ A.ME
SEARCH/Q.S.
BAND/ TEL.
Encoder-draaiknop
F
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
8
-
NL
Functie Zoeken op zendertitel
Als de titel van een radiozender wordt ingegeven, kunt u die radiozender zoeken op basis van zijn titel terwijl u naar een andere radiozender luistert.
Druk op SEARCH/Q.S. in de radiomodus om naar de zendernaammodus te gaan.
De eerst ingevoerde titel knippert op het display.
Selecteer de gewenste titel door binnen de 10 seconden de encoder-draaiknop te draaien.
Druk op de
encoder-draaiknop om de frequentie
van de geselecteerde titel te ontvangen.
• De zoekfunctie in de modus titel zoeken wordt beëindigd door de
SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
• Als een zender geen titel heeft, verschijnt gedurende 2 seconden “NO TITLE”.
•U kunt elke radiozender zoeken met de functie zoeken op zendertitel. De zendertitels worden weergegeven in de volgorde waarin ze werden ingevoerd.
Functie Zoeken op frequentie
U kunt een radiozender zoeken op basis van zijn frequentie.
Druk minstens 2 seconden op de SEARCH/Q.S.
toets in de radiomodus om de modus zoeken
op frequentie in te schakelen.
Draai binnen 10 seconden aan de encoder- draaiknop om de gewenste frequentie te kiezen.
Druk op de
encoder-draaiknop om de
geselecteerde frequentie te ontvangen.
• De zoekfunctie in de modus zoeken op frequentie wordt beëindigd door de SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
3
2
1
3
2
1
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Selecteer de radioband en stem af op de radiozender die u in het geheugen van de voorkeuzezenders wilt opslaan.
Houd een van de
voorkeuzezendertoetsen (1
tot 6) waaronder u de zender wenst op te slaan,
minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen. Het display toont de opgeslagen frequentieband, het voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzezender reeds een zender werd opgeslagen, zal deze gewist worden en zal de nieuwe zender opgeslagen worden.
• Als de indicator “FUNC” aan is, schakelt u de indicator uit door op de F toets te drukken, waarna u de bewerking kunt uitvoeren.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste radioband afgebeeld wordt.
Houd de
TUNE/A.ME toets minstens 2 seconden
ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de automatische opslag in het geheugen. De tuner zoekt automatisch naar de 6 sterkste zenders in de geselecteerde frequentieband. De zenders worden opgeslagen onder de voorkeuzezendertoetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte). Als de automatische opslag in het geheugen rond is, gaat de tuner naar de zender die opgeslagen werd onder voorkeuzezendertoets 1.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste band afgebeeld wordt.
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) waaronder de gewenste zender werd opgeslagen.
Het display toont de opgeslagen frequentieband, het voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen zender.
• Als de indicator “FUNC” aan is, schakelt u de indicator uit door op de F toets te drukken, waarna u de bewerking kunt uitvoeren.
2
1
2
1
2
1
9
-
NL
Als de indicator “FUNC” gedoofd is, drukt u op de voorkeuzezendertoets waaronder de gewenste RDS-zender werd opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender verzwakt, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF­lijst niet kunnen worden ontvangen:
Als de instelling PI SEEK is ingeschakeld (zie “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)” op deze pagina), zoekt het toestel naar een andere zender in de PI-lijst. Als er nog geen zenders in de regio kunnen worden ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de voorkeuzezender weer en verdwijnt het nummer van de voorkeuzezender. Als het signaalniveau van de lokale zender waarop afgestemd wordt, te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde voorkeuzezendertoets om af te stemmen op een lokale zender in een andere regio.
• Raadpleeg het hoofdstuk “Radio” voor de instelling van de RDS­voorkeuzezenders. RDS-zenders kunnen alleen vooraf ingesteld worden in de banden FM1, FM2 en FM3.
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
De SETUP-modus is ingeschakeld.
Druk op de of toets om de modus RDSREG (REG voor CDA-9830R) te kiezen.
Draai de encoder-draaiknop naar ON of OFF.
In de modus OFF blijft het toestel automatisch de overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
De SETUP-modus is ingeschakeld
Druk op de of toets om “PI” (“PISK” voor CDA-9830R) te kiezen.
Draai de encoder-draaiknop naar ON of OFF.
Houd de
MENU toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
4
3
2
1
4
3
2
1
5
4
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Druk op de F toets, zodat de indicator “FUNC”
oplicht.
Druk op de
1/AF toets om de RDS-modus in
werking te stellen.
Druk op de of toets om af te stemmen op de gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op de
1/AF toets om de RDS-modus
uit te schakelen.
Druk op de
F toets om de normale modus te
activeren. De indicator “FUNC” dooft.
• Wanneer het toestel het signaal PTY31 (nooduitzending) ontvangt, zal het automatisch “ALARM” afbeelden in het display
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de F toets, zodat de indicator “FUNC” oplicht.
Druk op de
1/AF toets om de RDS-modus in
werking te stellen.
Druk op de F toets om de normale modus te activeren. De indicator “FUNC” dooft.
3
2
1
5
4
3
2
1
RDS
TITLE
MENU
T.INFO
F 1/AF
Encoder-draaiknop
2/P.PTY
3/PTY
10
-
NL
Druk op de 3/PTY toets binnen de 5 seconden nadat u het programmatype heeft geselecteerd, om een zender te zoeken in het geselecteerde programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert tijdens de zoekbewerking en is constant aan als een zender werd gevonden.
Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display gedurende 5 seconden “NO PTY”.
Druk op de F toets om de normale modus te activeren. De indicator “FUNC” dooft.
• Bedien het toestel terwijl de indicator “FUNC” aan is. Als u binnen de 5 seconden niet op een toets drukt, gaat de indicator “FUNC” uit.
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen van een CD of een radio-uitzending
Druk op de T.INFO toets, zodat de indicator “T.INFO” oplicht.
Druk op de en toetsen om desgewenst een zender met verkeersinformatie te selecteren.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het toestel automatisch het volume van de CD-speler/­wisselaar of van de gewone FM-uitzending. Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus: Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, gaat na 70 seconden de indicator “T.INFO” knipperen.
In de CD-modus: Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, wordt automatisch een zender met verkeersinformatie van een andere frequentie geselecteerd.
De ontvanger is uitgerust met de EON-functie teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EON-zender licht de indicator “EON” op. Als de ontvangen zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Druk op de T.INFO toets om de modus voor verkeersinformatie uit te schakelen.
De indicator “T.INFO” dooft.
3
2
1
5
4
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op de T.INFO toets, zodat de indicator “T.INFO” oplicht.
Druk op de of toets om de gewenste zender met verkeersinformatie te selecteren.
Als afgestemd wordt op een zender met verkeersinformatie, licht de indicator “TP” op. De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by. Als de uitzending van de verkeersinformatie begint, ontvangt het toestel die uitzending automatisch en verschijnt gedurende enkele seconden “TRF-INFO” op het display, waarna het PS-display terugkeert. Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar stand-by.
• Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 70 seconden in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 70 seconden onder een bepaald niveau blijft, gaat de indicator “T.INFO” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de T.INFO toets om dat verkeersbericht over te slaan. De T.INFO modus blijft geactiveerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.
• Als het volumeniveau gewijzigd wordt tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch aangepast worden aan het opgeslagen niveau.
• In de T.INFO modus selecteert de automatische zoekfunctie alleen TP-zenders.
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Druk op de F toets, zodat de indicator “FUNC” oplicht.
Druk op de 3/PTY toets om de PTY-modus te activeren terwijl het toestel in FM-radiomodus staat.
Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt 5 seconden lang weergegeven. Als er geen programmatype kan worden ontvangen, wordt 5 seconden lang “NO PTY” weergegeven. Als er geen RDS-zender kan worden ontvangen, staat "NO PTY" op het display.
• Als geen actie wordt uitgevoerd binnen de 5 seconden nadat u op de PTY toets heeft gedrukt, wordt de PTY-modus automatisch uitgeschakeld
Druk op de en toets binnen de 5 seconden nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te kiezen terwijl PTY wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.
3
2
1
2
1
LIGHT M CLASSICS OTHER M
11
-
NL
Afspelen
Druk op q.
Het beweeglijke display gaat open.
Plaats een disk met de bedrukte zijde omhoog.
De disk wordt automatisch in het toestel getrokken.
Het beweeglijke display sluit en de weergave begint. Als er reeds een disk in het toestel zit, drukt u op de SOURCE/POWER toets om naar de CD-modus te gaan.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de modus.
TUNER CD CD CHANGER* TUNER
* Alleen als een CD-wisselaar aangesloten is
Terwijl een MP3/WMA wordt afgespeeld, drukt u op de ffof pptoets om de gewenste map te kiezen.
Als u de f of p toets ingedrukt houdt, veranderen de mappen continu.
Druk op de of toets om de gewenste track (bestand) af te spelen.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Druk op .
Snel achteruit:
De toets ingedrukt houden.
Naar het begin van de volgende track (bestand):
Druk op .
Snel vooruit:
De toets ingedrukt houden.
Om de weergave te onderbreken, drukt u op de
toets.
Als u nogmaals op de toets drukt, wordt de weergave verdergezet.
5
4
3
2
1
Prioriteit PTY (programmatype)
Met deze functie kunt u een programmatype vooraf instellen (muziek, nieuws, enz.). U kunt een programma van het ingestelde programmatype beluisteren, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het ingestelde programmatype als de uitzending begint. De uitzending waarnaar u luisterde wordt dan onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Druk op de F toets, zodat de indicator “FUNC” oplicht.
Druk op de
2/P.PTY toets om de modus PRIORITY
PTY te activeren.
Gedurende 2 seconden verschijnt “PRIO-PTY”, daarna gedurende 3 seconden het programmatype. De initiële instelling is “NEWS”.
Als u niet op een toets drukt binnen de 5 seconden nadat u op de
2/P.PTY toets heeft gedrukt, wordt de modus PRIORITY PTY automatisch uitgeschakeld
Druk binnen de 5 seconden op de of toets terwijl “NEWS” wordt afgebeeld, om het gewenste programmatype te kiezen. Druk vervolgens op de 2/P.PTY toets.
De functie PRIORITY PTY wordt opnieuw ingeschakeld.
Druk opnieuw op de 2/P.PTY toets om de modus PRIORITY PTY te activeren.
Om het programmatype te wijzigen, voert u stap 3 uit. Om de modus PRIORITY PTY uit te schakelen, houdt u de 2/P.PTY toets minstens 2 seconden ingedrukt.
In de modus PRIORITY PTY wordt het volume niet automatisch
verhoogd, in tegenstelling tot de modus T.INFO
Druk op de F toets om de normale modus te activeren. De indicator "FUNC" dooft.
Bedien het toestel terwijl de indicator “FUNC” aan is.
Als u binnen de 5 seconden niet op een toets drukt, gaat de indicator “FUNC” uit.
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Druk op de TITLE toets terwijl u een FM-zender in de radiomodus ontvangt, om de radiotekst weer te geven.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
PS (programmadienstnaam) Radiotekst STATION TITLE FREQUENCY PS (programmadienstnaam)
Op het display staat gedurende enkele seconden “WAITING”, waarna het tekstbericht wordt weergegeven.
Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel
een tekstbericht niet goed kan ontvangen, staat "NO TEXT" op het display
1
5
4
3
2
1
CD/MP3/WMA
Vervolg
SOURCE/ POWER
o /
TITLE
Encoder­draaiknop
f
SEARCH/Q.S.
4(
F
p
)5( )
6( )
q
12
-
NL
Een playlist afspelen
U kunt playlists afspelen, die u vooraf op de computer heeft samengesteld. U kunt zowel MP3- als WMA-playlists afspelen. Playlists die op dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie "m3u"/"asx".
Druk op de ffof pptoets om een playlist te kiezen.
Als u de f of p toets ingedrukt houdt, worden de playlists continu opwaarts of neerwaarts doorlopen.
• Als er een playlist en een map op de disk staan, wordt eerst de playlist afgespeeld en daarna de map.
• Er kunnen maximaal 5 playlists worden afgespeeld. Volgende playlists (6 en volgende) kunnen niet worden afgespeeld.
• In de handleiding bij de software is beschreven hoe u een playlist samenstelt.
Playlist-indicator
Terwijl er een playlist wordt afgespeeld, worden de map­en bestandsnummers weergegeven, die in de playlist opgeslagen zijn.
CDA-9831R
CDA-9830R
Druk op
q om de disk uit te werpen.
• Verwijder een CD niet terwijl hij wordt uitgeworpen. Plaats niet meer dan één disk tegelijk. Als u een van beide handelingen toch uitvoert, kan er een storing optreden.
• Als de CD niet wordt uitgeworpen, houdt u de
q toets minstens 2
seconden ingedrukt met het verstelbare display open.
•De CD-speler kan disks met audiogegevens, MP3-bestanden en WMA-bestanden afspelen.
• Een bestand in WMA-formaat dat beschermd is door DRM (Digital Rights Management), kan op dit toestel niet worden afgespeeld.
• Tijdens het afspelen van MP3-bestanden wordt "MP3" op het display weergegeven.
• Tijdens het afspelen van WMA-bestanden wordt "WMA" op het display weergegeven.
• Het weergegeven tracknummer voor het afspelen van MP3/WMA­bestanden is het bestandsnummer dat op de disk is opgenomen.
• Als het model HDA-5460 aangesloten is op het toestel, kunnen sommige bedieningen (bijvoorbeeld veranderen van bron, selecteren van het bestand door de toetsen op of neer ingedrukt te houden, enz.) worden uitgevoerd op dit toestel.
MP3-/WMA-weergave-indicator CDA-9831R
Het mapnummer, het bestandsnummer, de bemonsteringsfrequentie en de bitsnelheid worden weergegeven zoals hierna aangegeven.
CDA-9830R
Het mapnummer en het bestandsnummer worden als volgt weergegeven.
• Druk op de TITLE toets om de weergave te schakelen. Zie “Weergave van titel/tekst” (pagina 21) voor meer informatie hieromtrent.
6
44,1
kHz
01 03
160
kbps
01 03
Indicator bestandsnummer
Indicator bestandsnummer
Indicator bemonsterings­frequentie
Indicator bitsnelheid
Indicator mapnummer
Indicator mapnummer
De bemonsteringsfrequentie en de bitsnelheid (frameweergave) verschijnen afwisselend.
P-LIST
03 05
P-L
F03 T05
F01 T03
Indicator mapnummer
Indicator bestandsnummer
13
-
NL
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Druk op de toets 5 ( ) tijdens het afspelen van een CD of in pauzemodus.
De tracks (bestanden) op de disk worden in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Om de M.I.X.-afspeelmodus uit te schakelen, drukt u opnieuw op de toets
5 ( ).
*3 Als een CD-wisselaar met de functie All M.I.X. aangesloten is
Als tijdens RPT (REPEAT ALL) weergave in de CD-
wisselaarmodus de functie M.I.X. ingesteld is op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige disk.
Als een CD-wisselaar voor 6 disks of een MP3-compatibele CD-
wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u op de F toets om de indicator "FUNC" te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
Als een wisselaar voor 12 disks aangesloten is:
In de CD-wisselaarmodus drukt u twee keer op de
F toets om de
indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
Als er een playlist wordt afgespeeld, kan de M.I.X.-functie niet
worden gebruikt.
Herhaald afspelen
Druk op de toets 4 ( ) om de huidige track herhaaldelijk af te spelen.
De track (bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk opnieuw op de toets
4 ( ) en kies OFF om het
herhaalde afspelen uit te schakelen.
*1 Als een CD-wisselaar is aangesloten
Als tijdens M.I.X.-weergave in de CD-wisselaarmodus de functie
REPEAT ingesteld is op ON, geldt M.I.X. alleen voor de huidige disk.
*2 Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is
Als een CD-wisselaar voor 6 disks of een MP3-compatibele CD-
wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
Als een wisselaar voor 12 disks aangesloten is:
In de CD-wisselaarmodus drukt u twee keer op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
CD-modus:
RPT : Slechts één track wordt herhaaldelijk
RPT : Een disk wordt herhaaldelijk weergegeven
(uit)
MP3/WMA-modus:
RPT : Slechts één bestand wordt herhaaldelijk
RPT
RPT : Een disk wordt herhaaldelijk weergegeven
(uit)
afgespeeld
*1
afgespeeld
: Alleen bestanden in een map worden
herhaaldelijk afgespeeld
*2
CD-modus:
MP3/WMA-modus:
M.I.X.:
M.I.X.:
(uit)
M.I.X.:
M.I.X.:
(uit)
Tracks worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
*3
Alle nummers op alle CD’s van het huidige magazijn worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Alleen bestanden in een map worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Bestanden worden in willekeurige volgorde afgespeeld. Als een MP3-compatibele CD­wisselaar aangesloten is, worden alle bestanden op een disk in willekeurige volgorde weergegeven, waarna de volgende disk wordt weergegeven.
14
-
NL
Verdraai de encoder-draaiknop binnen de 10 seconden om de gewenste map of playlist te selecteren.
Druk op de
encoder-draaiknop om het eerste
bestand in de gekozen map of playlist af te spelen.
De zoekfunctie wordt beëindigd door de SEARCH/Q.S. toets
minstens 2 seconden ingedrukt te houden in de modus mapnaam zoeken.
In de modus mapnaam zoeken drukt u op de SEARCH/Q.S.
toets om naar de modus bestandsnaam zoeken te gaan.
Gedurende 2 seconden verschijnt “NO FILE” als de map of
playlist die met de modus mapnaam zoeken werd geselecteerd, geen bestanden bevat.
Voor de bronmap wordt “0” (nul) aangegeven.
Het zoeken op mapnaam is tijdens het gebruik van de M.I.X.-
afspeelmodus niet mogelijk.
Snel zoeken.
U kunt zoeken op tracks (bestanden).
Druk minstens 2 seconden op de SEARCH/Q.S.
toets in de CD-wisselaar/MP3/WMA-modus om
de modus snel zoeken in te schakelen.
Draai de encoder-draaiknop binnen de 10 seconden om een gewenste track (bestand) te selecteren.
De gekozen track wordt onmiddellijk afgespeeld.
De zoekfunctie wordt beëindigd door de SEARCH/Q.S. toets
minstens 2 seconden ingedrukt te houden in de modus snel zoeken.
Over MP3/WMA
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde opslaggegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de cd-kwaliteit. Het MP3-formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens. Met WMA kunt u muziekbestanden maken en opslaan met een grotere compressieverhouding dan MP3­audio. Daarbij wordt geen afbreuk gedaan aan de CD­kwaliteit van het geluid.
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA-bestanden) of het verspreiden, overdragen of kopiëren ervan, gratis of tegen vergoeding, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wetgeving op de auteursrechten en door internationale overeenkomsten.
2
1
3
2
Modus mapnaam zoeken
Nummers aftasten
Druk op de 6( ) toets om de scanmodus te activeren.
De eerste 10 seconden van elke track (bestand) worden achtereenvolgens afgespeeld.
Om het aftasten uit te schakelen, drukt u op de toets
6 ( )
en schakelt u de scanmodus uit.
• Als een CD-wisselaar voor 6 disks of een MP3-compatibele CD­wisselaar is aangesloten: In de CD-wisselaarmodus drukt u op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
• Als een wisselaar voor 12 disks aangesloten is: In de CD-wisselaarmodus drukt u twee keer op de F toets om de indicator “FUNC” te laten oplichten, waarna u binnen de 5 seconden naar bovenstaande stap gaat.
Zoeken op CD-tekst
De tracks kunnen met behulp van de CD-tekst op de disk worden gezocht en afgespeeld. Als de disk of de wisselaar geen CD-tekst ondersteunt, kunt u zoeken met behulp van de tracknummers.
Druk tijdens het afspelen op de SEARCH/Q.S.
toets.
Hierdoor wordt de zoekfunctie ingeschakeld.
Draai de encoder-draaiknop om de gewenste track te selecteren en druk dan op de encoder­draaiknop.
Nu wordt de gekozen track afgespeeld.
Hou in de zoekmodus de SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt om te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als er binnen de 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd
Het zoeken op CD-tekst is tijdens het gebruik van de M.I.X.­afspeelmodus niet mogelijk.
Zoeken op bestands-/mapnaam (voor MP3/WMA)
U kunt de map- en de bestandsnaam weergeven en zoeken terwijl u luistert naar het bestand dat momenteel wordt afgespeeld.
Druk op de SEARCH/Q.S. toets om op bestandsnaam of mapnaam te zoeken in de MP3/WMA-modus.
Druk op de f of p toets om een andere map of playlist te kiezen.
Selecteer het gewenste bestand door binnen de 10 seconden de
encoder-draaiknop te draaien.
Druk op de
encoder-draaiknop om het gekozen
bestand af te spelen.
De modus bestandsnaam zoeken wordt beëindigd door de
SEARCH/Q.S. toets minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
In de modus bestandsnaam zoeken drukt u op de SEARCH/Q.S.
toets om naar de modus mapnaam zoeken te gaan.
Zoeken op bestandsnaam is niet mogelijk tijdens M.I.X.-weergave.
Terwijl een playlist wordt weergegeven, kunt u niet zoeken op
bestandsnaam.
4
3
2
Modus bestandsnaam zoeken
1
2
1
15
-
NL
Volgorde van bestanden
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze door de software werden weggeschreven. De afspeelvolgorde kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de bestanden heeft ingegeven. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.
Codering
Converteren van audio-CD’s, WAVE- (AIFF-) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die vervat zit in MP3/WMA-bestanden. MP3: ID3-tag WMA: WMA-tag
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bestaat uit alle mappen en bestanden.
Terminologie
Methode om MP3/WMA-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke MP3/WMA-software. Voor meer details over het maken van MP3/WMA-bestanden verwijzen we naar de handleiding bij die software. De MP3/WMA-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “mp3” / “wma”. Bestanden zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld. (WMA versie 7.1 en 8 worden ondersteund)
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22,05 kHz, 16 kHz, 12 kHz, 11,025 kHz, 8 kHz
Bitsnelheden: 8 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties: 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz, 24 kHz,
22,05 kHz Bitsnelheden: 48 -192 kbps Merk op dat voor bemonsteringsfrequenties de frameweergave van het toestel (pagina 21) eventueel niet correct kan zijn. Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties is het mogelijk dat dit toestel niet correct kan afspelen.
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3 tag v1 en v2, en WMA tag. Als taggegevens in een MP3/WMA-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3­/WMA-taggegevens.
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte (max. 30 voor ID3 tags en max. 15 voor WMA tags) en de onderstreping weergeven. Voor niet ondersteunde tekens verschijnt “NO SUPPORT” (“NO SUPRT” voor CDA-9830R).
MP3/WMA-disks maken
MP3/WMA-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R brandsoftware worden weggeschreven naar een CD-R of CD-RW. Een disk is goed voor 256 mappen en 999 bestanden (inclusief basismappen).
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt disks die geformatteerd zijn volgens ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen. De maximale geneste mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). De namen van bestanden/mappen zijn beperkt tot 30 tekens (inclusief de extensie). Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn letters (A-Z) (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en ‘_’ (onderstreping).
Dit toestel kan ook disks in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie. Dit toestel kan geen disks correct afspelen die met Track At Once of met pakketsoftware werden opgenomen.
Bronmap
Map
MP3/WMA-bestand
16
-
NL
Ingebouwde scheidingsfilter afregelen en opslaan
U kunt de hoog- en laagdoorlaatfilters gebruiken om het toestel aan te passen aan uw persoonlijke smaak.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de MENU toets om HPF/LPF te kiezen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de instelmodus
te wijzigen.
HPF LPF*
*
Als de subwooferuitgang van dit toestel uitgeschakeld is, zijn de laagdoorlaatfilter en de fase uitgeschakeld.
Draai aan de encoder-draaiknop om de gewenste instelling te selecteren.
HPF (instelling van de hoogdoorlaatfilter):
FLAT (OFF) 80 Hz 120 Hz ↔ 160 Hz
Alle frequenties boven de geselecteerde afsnijfrequentie worden uitgevoerd.
LPF (instelling van de laagdoorlaatfilter):
FLAT (OFF) 80 Hz 120 Hz ↔ 160 Hz
Alle frequenties onder de geselecteerde afsnijfrequentie worden uitgevoerd. (Alleen mogelijk als de subwooferuitgang van dit toestel wordt gebruikt.)
De ingestelde informatie opslaan
1) Houd de voorkeuzezendertoetsen (1 of 2) waaronder u de instelling wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de encoder-draaiknop om de instelling te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
•De instelmodus keert terug naar de normale modus als binnen de 15 seconden geen toets wordt ingedrukt.
• Deze functies zijn niet mogelijk als een externe Ai-NET-processor aangesloten is.
• Behalve als de HPF en LPF uitgeschakeld zijn, werkt de subwoofer in mono.
• Als de subwoofer uitgeschakeld is, werken de laagdoorlaatfilter en de fasewijziging niet.
6
5
4
3
2
1
Regeling van de balans (links-rechts)/ fader (voor-achter)/defeat
Druk herhaaldelijk op de encoder-draaiknop om de gewenste modus te kiezen.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
SUBWOOFER*1→ BALANCE → FADER → DEFEAT VOLUME SUBWOOFER*
1
Subwoofer: 0 ~ +15 Balance: L15 ~ R15 Fader: R15 ~ F15 Defeat : AAN/UIT Volume: 0 ~ 35
Druk op de of toets om de subwoofermodus te kiezen; de uitvoerfase voor de subwoofer schakelt om tussen NORMAL (PHASE 0°) of REVERS (PHASE 180°).
• Als u de encoder-draaiknop niet binnen 5 seconden indrukt nadat u de modi BALANCE, FADER, DEFEAT of SUBWOOFER heeft geselecteerd, keert het toestel automatisch terug naar de normale modus.
*
1
Als de subwoofermodus op OFF staat, kunnen het niveau en de fase niet worden bijgeregeld.
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke modus de gewenste klank bekomt.
Door defeat in te schakelen (ON), keren voordien uitgevoerde EQ-instellingen terug naar de fabriekswaarden en wordt MX uitgeschakeld.
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen kan het zijn dat bepaalde functies en indicatoren op het display niet werken.
2
1
Instelling van het geluid
SOURCE/ POWER
BAND/ TEL.
Encoder-draaiknop
MENU
MX
Voorkeuzezendertoetsen (1 of 2)
17
-
NL
Druk op de of toets om de gewenste frequentie te selecteren.
Instelbare frequentiebanden: BAND1: 40 Hz, 60 Hz, 90 Hz BAND2: 100 Hz, 150 Hz, 200 Hz BAND3: 500 Hz, 700 Hz, 1 kHz, 2 kHz, 4 kHz, 6 kHz BAND4: 10 kHz, 12,5 kHz, 15 kHz
Draai aan de encoder-draaiknop om het niveau in te stellen.
Druk op de
SOURCE/POWER toets om de
gewenste bandbreedte (Q) te kiezen.
Instelbare bandbreedte: BAND1: 1.0, 2.0, 3.0, BAND2: 1.0, 1.5, 2.0 BAND3: 1.0, 2.0, 3.0 BAND4: 1.0 (vaste bandbreedte)
De ingestelde curve opslaan
1) Houd de voorkeuzezendertoetsen (1 of 2) waaronder u de ingestelde curve wenst op te slaan, minstens 2 seconden ingedrukt.
Als u een ander kanaal wenst in te stellen, herhaalt u stappen 3 tot 6.
Druk op de
encoder-draaiknop om de instelling
te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De EQ-modus wordt automatisch geannuleerd als u gedurende 15 seconden niet op een toets drukt.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 16).
De opgeslagen equalizercurve oproepen
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om USER’S EQ (USERS
voor CDA-9830R) te kiezen.
Druk op een van de
voorkeuzezendertoetsen
(1 of 2)
om de gewenste curve op te roepen.
Houd de
MENU toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de
MENU toets en kies
RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De EQ-modus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 16).
•U kunt de aangepaste equalizercurve oproepen zoals beschreven bij “Preselecties van equalizer” (op deze pagina).
4
3
2
1
9
8
7
6
5
4
De opgeslagen instellingen van de ingebouwde scheidingsfilter oproepen
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om HPF/LPF te kiezen.
Druk op de
voorkeuzezendertoets (1 of 2)
waaronder u de instellingen voor de ingebouwde scheidingsfilter heeft opgeslagen.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De instelmodus keert terug naar de normale modus als binnen de 15 seconden geen toets wordt ingedrukt.
Fabrieksinstellingen van equalizer
10 typische equalizerinstellingen zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd voor diverse soorten muziek.
Druk op de MENU toets om de fabrieksinstelling voor de EQ (P-EQ voor CDA-9830R) te kiezen.
Druk op de of toets.
Telkens als u op de toets drukt, geeft de equalizermodus de geselecteerde equalizerkarakteristiek weer.
FLAT (OFF)
ROCK POPS JAZZ & BLUES (JAZZ)
ELECTRICAL (ELECTRIC) HIPHOP & RAP
(HIPHOP) EASY LISTEN (EASY) COUNTRY CLASSICAL (CLASSIC) NEWS USER'S EQ 1,2 (USERS 1,2) FLAT (OFF)
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is (pagina 16)
•De EQ-modus wordt automatisch geannuleerd als u gedurende 15 seconden niet op een toets drukt.
• Als u USER'S EQ 1 of EQ 2 (USERS 1 of USERS 2 voor CDA­9830R) kiest, kunt u het voorkeuzenummer oproepen dat u heeft opgeslagen bij “Equalizercurve afregelen en opslaan”.
Equalizercurve afregelen en opslaan
U kunt de equalizerinstellingen aanpassen, zodat de curve beter aansluit bij uw persoonlijke voorkeur.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om USER’S EQ (USERS
voor CDA-9830R) te kiezen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de gewenste
frequentieband te selecteren.
BAND1 BAND2 BAND3 BAND4 BAND1
3
2
1
3
2
1
4
3
2
1
18
-
NL
Stel de correctiewaarde van elke luidspreker ongeveer gelijk in.
Ga in de luisterpositie zitten (de bestuurderszetel, enz.) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
Bereken het verschil in afstand tussen de verste luidspreker en de andere luidsprekers.
L = (afstand tot verste luidspreker) - (afstand tot andere luidsprekers)
Deel de berekende afstanden voor de luidsprekers door de snelheid van het geluid (343 m/s bij 20°C).
Deze waarden vormen de tijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
Bass Focus
Het tijdverschil tussen de luidsprekers voor-achter/links-rechts kan tegelijk worden gecorrigeerd. Bij een oorspronkelijke vertraging van 0,1 ms voor elk van de 0 tot 99 stappen, is een auditieve tijdcorrectie mogelijk.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de MENU toets om T.CORR (T-CORR voor CDA-9830R) te kiezen.
Druk op de of toets om de modus bass focus te kiezen.
Modus bass focus Tijdcorrectiemodus
Druk op de BAND/TEL. toets om de in te stellen luidsprekers te kiezen (zie hierna).
Draai de encoder-draaiknop om de vertraging in te stellen (zie tabel met tijdverschillen).
Als u een ander kanaal (luidsprekers) wenst in te stellen, herhaalt u stappen 4 en 5.
Druk op de
encoder-draaiknop om de instelling
te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
7
6
5
4
3
2
1
3
2
1
Voorbeeld 2. Luisterpositie: Alle zetels
Tijdcorrectie
De afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers in een auto kan sterk variëren wegens de complexe opstelling van de luidsprekers. Dit verschil in afstand tussen de luidsprekers en de luisteraar veroorzaakt een verschuiving in het geluidsbeeld en de frequentiekarakteristieken. De reden hiervoor is het tijdsverschil dat optreedt tussen het ogenblik waarop het geluid het rechter oor en het linker oor bereikt. Om dit te corrigeren kan de CDA-9831R/CDA­9830R het audiosignaal vertragen naar de luidsprekers die zich het dichtst bij de luisteraar bevinden. Dit creëert een indruk van grotere afstand ten opzichte van die luidsprekers. De luisteraar kan dus eigenlijk op een gelijke afstand tussen de linker en de rechter luidsprekers worden geplaatst. De afregeling gebeurt voor elke luidspreker in stappen van 0,1 ms.
Stel de tijdcorrectie van de luidspreker links voor in op een hoge waarde en de luidspreker rechts achter op nul of een lage waarde.
*1Subwoofer-luidspreker.
U kunt de tijdcorrectiewaarde voor de subwoofer niet wijzigen, maar u kunt de schijnbare positie van de subwoofer naar voor instellen door de tijdcorrectiewaarde van de voor- en achterluidsprekers aan te passen. Voor meer details verwijzen we naar “ *1” op pagina 19.
Het geluid is niet in evenwicht omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 meter.
Hier berekenen we de correctiewaarde voor de luidspreker links voor in bovenstaande situatie.
Situatie: Verste luidspreker – luisterpositie: 2,25 m Luidspreker links voor – luisterpositie: 0,5 m Berekening: L = 2,25 m - 0,5 m = 1,75 m Tijdcorrectie = 1,75 ÷ 343
*2x 1000 = 5,1 (ms)
*2Snelheid van het geluid: 343 m/s bij 20°C
Met andere woorden: door voor de luidspreker links voor een tijdcorrectie van 5,1 ms in te stellen, lijkt het alsof de luidspreker links voor zich op dezelfde afstand bevindt als de verste luidspreker.
De tijdcorrectie elimineert de verschillen in de tijd die het geluid nodig heeft om de luisterpositie te bereiken. De tijd van de luidspreker links voor wordt met 5,1 ms gecorrigeerd, zodat het geluid van die luidspreker op hetzelfde ogenblik de luisterpositie bereikt als het geluid van de andere luidsprekers.
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Zetel links voor
5,1 ms
0,5 m
2,25 m
1
*
1
*
FL FR
RL RR
Voorluidsprekers (links-rechts)
FL FR
RL RR
Achterluidsprekers (links-rechts)
FL FR
RL RR
Linker luidsprekers (voor-achter)
FL FR
RL RR
Rechter luidsprekers (voor-achter)
19
-
NL
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Handmatige tijdcorrecties zijn ook van invloed op de correcties die voor de bass focus werden uitgevoerd.
• De modus bass focus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
(1) Druk op de BAND/TEL. toets om de
voorluidsprekers (links en rechts) te selecteren. Draai dan aan de encoder-draaiknop om 1,5 ms te selecteren (tijdverschil nr. 15 in de tabel). Het tijdverschil bedraagt 1,5 ms voor beide voorluidsprekers (links en rechts).
(2) Druk op de
BAND/TEL. toets om de linker
luidsprekers (voor en achter) te selecteren. Draai dan aan de encoder-draaiknop om 1,5 ms te selecteren (tijdverschil nr. 15 in de tabel). Het tijdverschil bedraagt 3,0 ms*2voor de luidspreker links voor en 1,5 ms voor de luidspreker links achter, waardoor de indruk wordt gewekt van een gelijke luisterafstand tussen de luidspreker links voor en de andere luidsprekers.
*1Subwoofer-luidspreker.
Vertraag het audiosignaal naar de luidsprekers links en rechts voor (draai aan de encoder-draaiknop), zodat de schijnbare positie van de subwoofer zich vooraan bevindt. Hierdoor lijkt de schijnbare positie tussen de voorluidsprekers (links en recht) en de subwoofer gelijk voor de bestuurder. Als u deze instellingen heeft uitgevoerd, kunt u de positie van de linker en rechter luidsprekers aanpassen door de tijdvertraging in te stellen.
*2Omdat het tijdverschil reeds was ingesteld op 1,5 ms voor de
luidspreker links voor, bedraagt het totale tijdverschil door de extra correctie van 1,5 ms, nu 3,0 ms voor de luidspreker links voor.
Voorbeeld van instelling voor stappen 4 en 5
8
1,5 ms
1
*
3,0 ms
1,5 ms
1,5 ms
1,5 ms
1
*
1,5 ms
1,5 ms
Tabel met tijdverschillen
Tijdverschil-
nummer
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Tijdverschil
(ms)
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
1,9
2,0
2,1
2,2
2,3
2,4
2,5
2,6
2,7
2,8
2,9
3,0
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
3,9
4,0
4,1
4,2
4,3
4,4
4,5
4,6
4,7
4,8
4,9
5,0
cm (inch)
0,0
3,4 (1-3/8")
6,9 (2-3/4")
10,3 (4-1/16")
13,7 (5-3/8")
17,2 (6-13/16")
20,6 (8-1/8")
24,0 (9-7/16")
27,4 (10-13/16")
30,9 (12-3/16")
34,3 (13-1/2")
37,7 (14-13/16")
41,2 (16-1/4")
44,6 (17-9/16")
48,0 (18-7/8")
51,5 (20-1/4")
54,9 (21-5/8")
58,3 (22-15/16")
61,7 (24-1/4")
65,2 (25-5/8")
68,6 (27")
72,0 (28-3/8")
75,5 (29-11/16")
78,9 (31-1/16")
82,3 (32-3/8")
85,8 (33-3/4")
89,2 (35-1/8")
92,6 (36-7/16")
96,0 (37-3/4")
99,5 (39-13/16")
102,9 (40-1/2")
106,3 (41-7/8")
109,8 (43-1/4")
113,2 (44-9/16")
116,6 (45-7/8")
120,1 (47-5/16")
123,5 (48-5/8")
126,9 (49-15/16")
130,3 (51-5/16")
133,8 (52-11/16")
137,2 (54")
140,6 (55-3/8")
144,1 (56-3/4")
147,5 (58-1/16")
150,9 (59-3/8")
154,4 (60-3/4")
157,8 (62-1/8")
161,2 (63-7/16")
164,6 (64-3/4")
168,1 (66-3/16")
171,5 (67-1/2")
Afstand
Tijdverschil-
nummer
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
Tijdverschil
(ms)
5,1
5,2
5,3
5,4
5,5
5,6
5,7
5,8
5,9
6,0
6,1
6,2
6,3
6,4
6,5
6,6
6,7
6,8
6,9
7,0
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
7,6
7,7
7,8
7,9
8,0
8,1
8,2
8,3
8,4
8,5
8,6
8,7
8,8
8,9
9,0
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
9,6
9,7
9,8
9,9
Afstand
cm (inch)
174,9 (68-7/8")
178,4 (70-1/4")
181,8 (71-9/16")
185,2 (72-7/8")
188,7 (74-1/4")
192,1 (75-5/8")
195,5 (77")
198,9 (78-5/16")
202,4 (79-11/16")
205,8 (81")
209,2 (82-3/8")
212,7 (83-3/4")
216,1 (85-1/16")
219,5 (86-3/8")
223,0 (87-3/4")
226,4 (89-1/8")
229,8 (90-1/2")
233,2 (91-13/16")
236,7 (93-3/16")
240,1 (94-1/2")
243,5 (95-7/8")
247,0 (97-1/4")
250,4 (98-9/16")
253,8 (99-7/8")
257,3 (101-1/4")
260,7 (102-5/8")
264,1 (104")
267,5 (105-5/16")
271,0 (106-11/16")
274,4 (108-1/16")
277,8 (109-3/8")
281,3 (110-3/4")
284,7 (112-1/16")
288,1 (113-1/16")
291,6 (114-3/4")
295,0 (116-1/8")
298,4 (117-1/2")
301,8 (118-13/16")
305,3 (120-3/16")
308,7 (121-1/2")
312,1 (122-7/8")
315,6 (124-1/4")
319,0 (125-9/16")
322,4 (126-7/8")
325,9 (128-5/16")
329,3 (129-5/8")
332,7 (131")
336,1 (132-5/16")
339,6 (133-11/16")
20
-
NL
• De tijdcorrectiemodus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De FM-radio, CD- en MP3­speler kunnen de muziek ook in auto's met veel rijgeluiden duidelijk weergeven.
Druk op de MX toets om de functie in te schakelen.
Druk op de
SOURCE/POWER toets om de bron te
selecteren waarvoor u MX (Media Xpander) wenst te gebruiken.
Houd de
MX toets minstens 2 seconden ingedrukt
om de instelmodus voor het niveau in te schakelen.
Draai de encoder-draaiknop om het gewenste niveau te selecteren of de functie uit te schakelen.
FM (MX-niveau 1 tot 3):
De middelhoge tot hoge frequenties worden helderder en het geluid is beter in evenwicht op alle frequenties.
CD/WAV (MX-niveau 1 tot 3):
De CD-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens. Dit gegevensverwerkingsvermogen maakt gebruik van geluidsbronnen van CD-kwaliteit.
MP3/WMA (MX-niveau 1 tot 3):
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd verloren. Dit leidt tot een goed uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer goed benadert.
DVD (Video CD) (MOVIE MX niveau 1 tot 2):
Het dialooggedeelte van een video wordt veel duidelijker weergegeven.
(MUSIC MX niveau 1):
Een DVD of Video-CD bevat een groot gegevensvolume, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
AUX (MX niveau 1):
Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten media. Als twee externe toestellen aangesloten zijn, kan voor elk medium een andere MX-modus worden geselecteerd.
Druk op de encoder-draaiknop om terug te keren naar de normale modus.
• Om de MX-modus voor alle muziekbronnen uit te schakelen, drukt u op de MX toets.
• De MX-modus wordt automatisch geannuleerd als u binnen de 15 seconden niet op een toets drukt.
• Voor elke muziekbron, zoals FM-radio, CD en MP3/WMA, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• Als u op disks met MP3/WMA en CD-DA de bron verandert van “MP3/WMA naar CD-DA” of “CD-DA naar MP3/WMA”, kan de omschakeling van de MX-modus een kleine vertraging in het afspelen veroorzaken.
• Door de instelling MX OFF te kiezen, wordt de MX-modus voor elke muziekbron uitgeschakeld.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie ingeschakeld is.
• Er is geen MX-modus voor MW-, LW-radio.
• Als een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H700, enz.) aangesloten is, wordt de eigen MX-bewerking toegepast op de muziekbron. Aangezien de MX-instellingen van de processor niet noodzakelijk overeenstemmen met de head-unit, moet de audioprocessor worden aangepast. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Als RDS-signalen binnenkomen, kan de MX-functie niet worden uitgevoerd.
5
4
3
2
1
Tijdcorrectie afregelen en opslaan
Voor u volgende procedures uitvoert, verwijzen we naar “Tijdcorrectie” (pagina 18).
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om T.CORR (T-CORR
voor CDA-9830R) te kiezen.
Druk op de of toets om de tijdcorrecties uit te voeren.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modus:
Modus bass focus Tijdcorrectiemodus
Druk op de BAND/TEL. toets om de luidspreker te selecteren die u wenst in te stellen.
CDA-9831R Front – L
Front – R Rear – L Rear – R Front – L
CDA-9830R F – L
F – R R – L R – R F – L
Draai aan de encoder-draaiknop om de gewenste tijdcorrectiewaarde in te stellen.
De ingestelde informatie opslaan
1) Hou de voorkeuzezendertoets (1 of 2) minstens 2 seconden ingedrukt om de instelling onder die toets op te slaan.
Herhaal stappen 4 en 5 om een andere luidspreker in te stellen.
Druk op de encoder-draaiknop om de instelling te bevestigen.
De instelling wordt niet opgeslagen als de encoder­draaiknop niet wordt ingedrukt.
Houd na de instelling de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Als u binnen de 15 seconden geen toets indrukt, keert het toestel terug naar de normale modus.
De opgeslagen instellingen voor de tijdcorrectie oproepen
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om T.CORR (T-CORR
voor CDA-9830R) te kiezen.
Druk op de of toets om de tijdcorrecties uit te voeren.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modus:
Modus bass focus Tijdcorrectiemodus
Druk op de voorkeuzezendertoets (1 of 2) waaraan de gewenste tijdcorrectie is toegewezen.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de
MENU toets en kies RETURN
om terug te keren naar de normale modus.
5
4
3
2
1
8
7
6
5
4
3
2
1
21
-
NL
Indicatoren
Als de titel/tekst wordt weergegeven, gaan volgende indicatoren aan, overeenkomstig de modus.
SettingSettingSetting:BASS SettingSettingSetting:BASSBASSBASSBASSBASSBASSB
Weergave van titel/tekst
De titel van een CD/zender kan worden weergegeven als de titel voordien werd ingegeven (zie “Disks/zenders benoemen” pagina 22). U kunt tekstinformatie, zoals de naam van een disk of track, weergeven tijdens het afspelen van disks met CD-tekst. U kunt ook de naam van de map, de naam van het bestand, de tag enz. weergeven tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden.
Druk op de TITLE toets.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
CD-tekst weergeven in radiomodus:
PS (programmadienstnaam) Radiotekst ZENDERTITEL FREQUENTIE PS (programmadienstnaam)
CD-tekst weergeven in CD-modus:
TRACKNR./VERSTREKEN TIJD TEKST (NAAM VAN DISK)
*1→ TEKST (NAAM VAN TRACK)*1→ TITEL
TRACKNR./VERSTREKEN TIJD
CD-tekst weergeven in MP3/WMA-modus:
BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD MAPNR./BESTANDSNR. MAPNAAM*4→ BESTANDSNAAM TRACKNAAM*2→ ARTIESTNAAM*2→ ALBUMNAAM*2→ FRAME*3→ BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD
*
1
Weergegeven tijdens het afspelen van een disk met CD-tekst. “NO TEXT” wordt weergegeven als de CD geen tekstgegevens bevat.
*
2
ID3-tag/WMA-tag Als een MP3/WMA-bestand ID3/WMA-taginformatie bevat, wordt de ID3/WMA-taginformatie afgebeeld (bijv. naam van de track, naam van de artiest en naam van het album). Alle andere taggegevens worden genegeerd. “NO DATA” wordt weergegeven als een MP3/WMA-bestand geen ID3-tag/WMA-tag bevat.
*
3
Alleen CDA-9830R: De bemonsteringsfrequentie van de opname en de bitsnelheid van het MP3/WMA-bestand worden weergegeven.
*
4
“0 (nul)” wordt weergegeven voor de mapnaam van de bronmap.
Andere functies
Vervolg
SOURCE/ POWER
MENU
DISP/B.OUT (CDA-9831R) MUTE/B.OUT (CDA-9830R)
Encoder­draaiknop
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
TITLE
CDA-9831R
Deze indicatoren zijn constant aan.
Als een keuze mogelijk is door de encoder-draaiknop te draaien, licht een indicator op het display op.
CDA-9830R
Deze indicatoren zijn constant aan.
Indicator/ modus
q
CD-modus
Terwijl de titel wordt weergegeven
w
e
r
Terwijl tekst (disknaam)
t
wordt weergegeven
Terwijl tekst (tracknaam)
y
wordt weergegeven
q
w e r t y
Deze indicator geeft de sterkte van het telefoonsignaal aan.
Als een selectie mogelijk is door op of te drukken, lichten de driehoekige indicatoren op het display op.
ytrewq
MP3/WMA­modus
Terwijl
mapnaam wordt weergegeven
Terwijl bestandsnaam wordt weergegeven
Terwijl naam van artiest* wordt weergegeven
Terwijl naam van album* wordt weergegeven
Terwijl naam van track* wordt weergegeven
Tunermodus
Terwijl de titel wordt weergegeven
*Taginformatie
22
-
NL
CD-titel/zendernaam wissen
Druk op de TITLE toets om de titelweergave te selecteren. Houd de toets daarna minstens 2 seconden ingedrukt.
Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Op het display knippert de titel.
Druk herhaaldelijk op de of toets tot de titel die u wilt wissen weergegeven wordt.
Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de weergegeven titel te wissen.
Druk de TITLE toets in om de wisfunctie voor de titel te deactiveren.
• CD-tekst kan niet gewist worden.
• "NO DATA" wordt gedurende 2 seconden weergegeven als de titel niet werd ingevoerd in stap 2, of als de titel gewist werd in stap 4.
Zwartmodus aan- en uitschakelen
Als de zwartmodus ingeschakeld is, schakelt het display uit om energie te sparen. Deze extra energie verbetert de geluidskwaliteit.
Houd de DISP/B.OUT (CDA-9831R) of MUTE/B.OUT (CDA-9830R) toets minstens 2 seconden ingedrukt om de zwartmodus in te schakelen.
Het display gaat uit.
• Als u tijdens de zwartmodus op een willekeurige toets op het toestel drukt, wordt de toestand van de functie gedurende 5 seconden weergegeven, waarna het scherm weer zwart wordt.
Om de zwartmodus uit te schakelen, houdt u de DISP/B.OUT (CDA-9831R) of MUTE/B.OUT (CDA-9830R) toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Meerkleurige verlichting instellen (alleen CDA-9831R)
U kunt de verlichtingskleur van de volgende vier toetsen wijzigen: SOURCE/POWER, BAND/TEL, en .
Druk op de MENU toets en selecteer Illumination.
Druk op de of toets om de gewenste kleur te selecteren.
BLUE GREEN ↔ AMBER RED (USER'S*) BLUE
*U kunt de gewenste kleuren zoals hierna aangegeven gebruiken
als u reeds instellingen heeft uitgevoerd voor USER’S.
Draai de encoder-draaiknop om kleuren te selecteren (1 tot 512).
Telkens als u op de BAND toets drukt, gaat het kleurnummer met 30 vooruit.
1..............19..............184..............363..............512
(Rood) (Oranje) (Groen) (Blauw)
3
Als u andere kleuren dan de hierboven aangegeven kleuren wenst te gebruiken
2
1
5
4
3
2
1
Over “Titel” en “Tekst”:
Titel:
Met dit toestel kunt u de naam van de CD/zender invoeren (deze pagina). De ingevoerde naam wordt “titel” genoemd. U kunt geen titels invoeren of weergeven voor MP3/WMA-disks.
Tekst:
Tekstcompatibele CD’s bevatten tekstinformatie, zoals de naam van de disk en de naam van de track. Dergelijke tekstinformatie wordt “tekst” genoemd.
Afhankelijk van het soort tekens is het mogelijk dat sommige tekens met dit toestel niet goed worden weergegeven.
Om tekstinformatie te kunnen afbeelden, moet de CD-wisselaar ook compatibel zijn met CD-tekst.
Als de afrolinstelling (pagina 24) ingesteld is op “SCROLL MANUAL”, houdt u de TITLE toets minstens 2 seconden ingedrukt om de tekstinformatie één keer te scrollen (modi TEXT DISPLAY, FOLDER NAME DISPLAY, FILE NAME DISPLAY of TAG DISPLAY).
“NO SUPPORT” (“NO SUPRT” voor CDA-9830R) verschijnt als de gewenste tekstinformatie niet op dit toestel kan worden afgebeeld.
Als de titel voordien niet werd ingevoerd, verschijnt “NO TITLE”.
Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de tekst of de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
Disks/zenders benoemen
U kunt uw favoriete CD's of radiozenders een naam (titel) geven. U kunt geen titels invoeren voor MP3/WMA-disks.
Druk op de TITLE toets en selecteer de titelweergave.
Voor meer details zie “Weergave van titel/tekst” (pagina 21).
Houd de TITLE toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het eerste teken knippert.
Draai de encoder-draaiknop om de gewenste letter/cijfer/symbool te selecteren voor de naam.
Druk op
encoder-draaiknop om het eerste teken op
te slaan.
Het eerste teken knippert niet meer en het display gaat verder naar het volgende teken. Als dat teken begint te knipperen, kunt u de volgende letter of het volgende symbool van de naam kiezen.
Herhaal de stappen 3 en 4 voor de volledige titel.
Als u op de encoder-draaiknop toets drukt nadat u het 8ste teken heeft ingevoerd, wordt de naam automatisch opgeslagen in het geheugen.
Bij het invoeren van een naam van minder dan 8 tekens (bijvoorbeeld voor een naam van 3 tekens): Nadat u 3 tekens heeft ingegeven, knippert de spatie voor het 4de teken. Ga verder naar stap 6 om de titel te beëindigen.
Houd de TITLE toets ingedrukt om de titel op te slaan.
• Als u de handeling annuleert terwijl u een titel ingeeft, worden de gekozen tekens niet opgeslagen
•U kunt 24 zendernamen en 18 CD-titels in dit toestel ingeven. Als u meer titels probeert in te geven, verschijnt op het display “FULL DATA”. Er kunnen dan geen bijkomende titels meer worden opgeslagen. Als u een nieuwe titel wenst in te voeren, moet u eerst een van de voordien ingevoerde titels wissen.
• De titellengte of de geheugencapaciteit is afhankelijk van het gebruikte model CD-wisselaar.
• Als u een titel wenst te wissen, geeft u in alle spaties het symbool “ ” (“ ” voor CDA-9830R) in.
• De handelingen beschreven in stappen 3 tot 5 moeten binnen de 10 seconden uitgevoerd worden. Als meer dan 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, zal de invoermodus geannuleerd worden.
6
5
4
3
2
1
23
-
NL
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en gebruik. Kies het SETUP-menu bij Geluid aanpassen, Scrollfunctie aanpassen om de gewenste instelling te selecteren.
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
De SETUP-modus is ingeschakeld.
Druk op de of toets om het gewenste instelmenu te selecteren.
(bijv. BEEP selecteren)
CDA-9831R
FM-LEVEL RDS REGIONAL*1↔ PI SEEK*1↔ TUNER MODE
DIMMER SUBWOOFER PLAY MODE BEEP TEXT SCROLL INT MUTE INT AUDIO AUX IN ↔ (NAAM VAN AUX)*2↔ POWER-IC ↔ LCD CONTRAST
DEMO FM-LEVEL
CDA-9830R
FM-LV REG*1↔ PISK*1↔ NORMAL/HI-FI/STABLESUBW CD-DA/CDDA/MP3 BEEP SCR
MUTE INT AUX (NAAM VAN AUX)*2↔ PWR ↔ DEMO FM-LV
*
1
Zie hoofdstuk “RDS” (pagina 9)
*
2
Enkel weergegeven als AUX ingeschakeld is.
Draai aan de encoder-draaiknop om de instelling te wijzigen.
(bijv. BEEP ON of BEEP OFF selecteren.)
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Voor de MobileHub™ Link instellingen verwijzen we naar “Werking van MobileHub™ Link (optioneel)” (pagina 26).
4
3
2
1
De gemeenschappelijke procedure voor de instelling is stap 1 tot 4. Meer informatie over elk instelmenu vindt u op pagina 24 en 25.
De instelling opslaan
1) Hou een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) minstens 2 seconden ingedrukt. De instellingen zijn opgeslagen.
De opgeslagen kleurinstelling oproepen
1) Terwijl u de modus instelt, drukt u op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6). De opgeslagen inhoud wordt opgeroepen.
Als de instelling voltooid is, houdt u de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of drukt u op de MENU toets en kiest u RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• “No Memory” verschijnt als u een instelling oproept die niet is opgeslagen.
Verlichtingskleur van alle toetsen wijzigen (alleen CDA-9831)
U kunt de verlichtingskleur van het toestel wijzigen.
Druk op de MENU toets en selecteer Illumination.
Druk op
SOURCE/PWR.
De verlichtingskleur van alle toetsen wordt gewijzigd. ORANJE ON ORANJE OFF (groen)
Als de instelling voltooid is, houdt u de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of drukt u op de MENU toets en kiest u RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• De SOURCE/POWER, BAND/TEL, en toetsen worden gewijzigd overeenkomstig de instelling in “Meerkleurige verlichting instellen” (pagina 22).
Softwareversie controleren
U kunt de huidige versie van de software controleren op het display.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Druk op de
MENU toets om Information (INFO
voor CDA-9830R) te kiezen.
De versie wordt weergegeven.
Houd de MENU toets minstens 2 seconden ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de
MENU toets en kies
RETURN om terug te keren naar de normale modus.
3
2
1
3
2
1
4
Vervolg
INSTELLING
SOURCE/ POWER
MENU
BAND/TEL.
Encoder-draaiknop
24
-
NL
Weergavecontrast instellen (alleen CDA-9831R)
LCD CONTRAST
U kunt het weergavecontrast aanpassen om de zichtbaarheid te verbeteren.
U kunt het contrast aanpassen van -5 tot +5.
• De fabrieksinstelling is “0”.
Demonstratie
DEMO ON / DEMO OFF (basisinstelling)
Het toestel beschikt over een demofunctie voor beeld en geluid; de CDA-9830R heeft alleen een demofunctie voor het geluid.
• Om de demofunctie af te sluiten, kiest u DEMO OFF
MP3/WMA-bestanden afspelen
PLAY MODE CD-DA (basisinstelling) / PLAY MODE CD­DA&MP3
Dit toestel kan CD's met CD- en MP3/WMA-bestanden afspelen. In sommige situaties (bepaalde verbeterde CD's) kan het afspelen echter moeilijk zijn. Voor deze speciale gevallen kunt u alleen het afspelen van CD-gegevens kiezen. Als een disk zowel CD- als MP3/WMA­bestanden bevat, begint het afspelen vanaf het gedeelte met CD­gegevens op de disk.
CD-DA: Alleen CD-gegevens kunnen worden afgespeeld. CD-DA&MP3: Zowel CD-gegevens als MP3/WMA-
bestandstracks kunnen worden afgespeeld.
• Voer deze instelling uit voor u een disk plaatst. Als u de disk reeds heeft geplaatst, voert u de instelling uit nadat u de disk heeft uitgehaald. (Als u een MP3-wisselaar gebruikt, moet u de disks verwisselen.)
Aan- en uitschakelen van de functie Mute
INT MUTE ON (basisinstelling) / INT MUTE OFF
Als een toestel met de onderbrekingsfunctie wordt aangesloten, wordt het audiosignaal automatisch gedempt als het onderbrekingssignaal van het toestel binnenkomt.
AUX-modus instellen (V-Link)
AUX IN ON / AUX IN OFF (basisinstelling)
U kunt het TV/videogeluid invoeren door een optionele Ai­NET/RCA-aansluitkabel (KCA-121B) of Versatile Link Terminal (KCA-410C) aan te sluiten op deze component. U kunt de weergave van de AUX-naam wijzigen als AUX ON is ingesteld. Selecteer de AUX-naam door op of te drukken. Draai dan aan de encoder-draaiknop. Als de KCA-410C aangesloten is, kunt u twee AUX-namen instellen.
• Via de KCA-410C kunt u tot 2 externe toestellen met RCA-uitgang aansluiten. In dit geval drukt u op de SOURCE/POWER toets om de AUX-modus te selecteren, waarna u op de BAND/TEL. toets drukt om het gewenste toestel te selecteren.
Extern toestel
MP3/WMA
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
FM-LEVEL HIGH (basisinstelling) / FM-LEVEL LOW
Als het verschil in volume tussen de CD-speler en FM-radio te groot is, regelt u het FM-signaalniveau bij.
Omschakeling van de tunermodus
TUNER MODE NORMAL (basisinstelling) / HI-FI / STABLE
Dit toestel is uitgerust met de functie MAX TUNE SQ die garant staat voor de hoogste audiokwaliteit van de tuner. U kunt bovendien kiezen uit drie instellingen overeenkomstig uw persoonlijke voorkeuren en wensen.
NORMAL: Standaardinstelling HI-FI: Geluidskwaliteit prioritair STABLE: Ruisvrij prioritair
• Als er veel ruis is terwijl u in de hifi-modus naar de tuner luistert, kunt u overschakelen naar de normale modus.
In- en uitschakelen van de subwoofer
SUBWOOFER ON (basisinstelling) / SUBWOOFER OFF
Als de subwoofer ingeschakeld is, voert u volgende stappen uit om de uitgangsfase en het uitgangsniveau van de subwoofer bij te regelen.
1 Druk herhaaldelijk op de encoder-draaiknop om de SUBW-
modus te selecteren.
SUBW BALANCE FADER DEFEAT VOLUME SUBW
2 Druk op de of toets.
De uitgangsfase voor de subwoofer schakelt om tussen SUB-W NORMAL (0°) en SUBW REVERS (180°). Om het niveau in te stellen, draait u aan de encoder-draaiknop.
Pieptoonfunctie
BEEP ON (basisinstelling) / BEEP OFF
Deze functie geeft auditieve feedback met variërende tonen, afhankelijk van de ingedrukte toets.
Dimmerregeling (alleen CDA-9831R)
DIMMER AUTO (basisinstelling) / DIMMER MANUAL
Zet de functie DIMMER op AUTO om de helderheid van het toestel te verminderen als de koplampen van de auto worden ingeschakeld. Deze modus is interessant als u de achterverlichting van het toestel ’s nachts te helder vindt.
• Als uw voertuig uitgerust is met een dimmersturing voor de dashboardverlichting, mag u de DIMMER-kabel (oranje) van de radio nooit aansluiten op deze dimmersturing.
Instellen van het scrollen
TEXT SCROLL AUTO / TEXT SCROLL MANUAL
(basisinstelling)
Deze CD-speler kan de namen van de disk en de tracks, die op CDTEXT-disks werden opgenomen, afrollen; hetzelfde geldt voor tekstinformatie voor bestands- en mapnamen en tags van MP3/WMA-bestanden.
SCROLL AUTO: De CD-tekstinformatie, de tekstinformatie van map- en bestandsnamen en de tags worden automatisch afgerold. SCROLL MANUAL: Het scherm wordt alleen afgerold wanneer een disk wordt geladen, van track wordt veranderd enz.
• Het toestel rolt CD-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of tags automatisch af. De disktitels die handmatig werden ingevoerd (pagina 22) kunnen niet afrollen.
Scrollfunctie aanpassen
Geluid aanpassen
25
-
NL
Aansluiten op een externe versterker
PWR-IC ON (basisinstelling) / PWR-IC OFF
Als een externe versterker aangesloten is, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door de voeding van de ingebouwde eindversterker uit te schakelen.
PWR-IC OFF: Gebruik deze modus als de voor- en achtervoorversterkers van het toestel worden gebruikt om een externe versterker aan te sturen die aangesloten is op de luidsprekers. In deze instelling voert de inwendige eindversterker van de head-unit geen signaal naar de luidsprekers.
PWR-IC ON: De luidsprekers worden aangestuurd door de ingebouwde eindversterker.
• Het systeem produceert geen geluid als de vermogensuitgang uitgeschakeld is.
Tone Defeat voor externe toestellen instellen
INT AUDIO ON / INT AUDIO OFF (basisinstelling)
Als externe toestellen aangesloten zijn op dit toestel en als u de toonomzeiling inschakelt, worden de EQ- en MX-instellingen omzeild, m.a.w.: het geluid van de externe toestellen wordt weergegeven met de standaardinstellingen.
Links
Versterker
Versterker
voor
Rechts voor
Links achter
Rechts achter
Luidsprekers
LUIDSPREKER RECHTS VOOR
Rechts voor
LUIDSPREKER RECHTS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS ACHTER
LUIDSPREKER LINKS VOOR
Rechts achter
Links achter
Links voor
26
-
NL
• Als er tijdens de werking een oproep binnenkomt (behalve een uitgaande oproep of spreken), wordt de modus beëindigd en wordt overgeschakeld naar de binnenkomende of gespreksmodus.
• Een uitgaande oproep vanaf een draagbare telefoon is ook mogelijk. U kunt echter niet verschillende bewerkingen tegelijk uitvoeren op een draagbare telefoon en de CDA-9831R/CDA­9830R, want dit leidt tot storingen.
• Als een verdeeldoos aangesloten is, wordt de uitgaande, binnenkomende en verzonden historiek ook geregistreerd in de draagbare telefoon.
• Tijdens het telefoneren is de functie DEFEAT aangeschakeld. Als de oproep ten einde is, keert het toestel terug naar de vorige instelling.
•U kunt het telefoonvolume op de CDA-9831R/CDA-9830R regelen. Het volume dat u tijdens de oproep heeft ingesteld, wordt opgeslagen in het geheugen en automatisch gebruikt voor de volgende oproep.
• Als u tijdens het bellen op de TITLE toets drukt, wordt de naam van de telefoonoperator gedurende 5 seconden aangegeven.
Binnenkomende oproepen
Druk op de toets om een binnenkomende oproep te ontvangen.
Druk op de BAND/TEL. toets om een oproep te beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
• Als de automatische oproepmodus ingeschakeld is, kunt u 3 seconden na ontvangst van de binnenkomende oproep spreken. (Zie “Automatische oproep instellen” hierna.)
Automatische oproep instellen
De binnenkomende oproep kan worden geschakeld naar automatische oproep of handmatige oproep.
Druk op de MENU toets om de instelmodus te kiezen.
Selecteer de modus TELEPHONE (TEL voor CDA­9830R) door op de of toets te drukken.
Draai de
encoder-draaiknop om AUTO of
MANUAL (MANU voor CDA-9830R) te kiezen.
Houd de
MENU toets minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale modus, of druk op de MENU toets en kies RETURN om terug te keren naar de normale modus.
• Druk tijdens een binnenkomende oproep op de BAND/TEL. toets om de verbinding te verbreken.
• De fabrieksinstelling is TELEPHONE MANUAL (TEL MANU voor CDA-9830R).
4
3
2
1
2
1
Wat is de MobileHub™ Link
Verbind een afzonderlijk verkochte verdeeldoos en een draagbare telefoon (van Nokia) om de binnenkomende en uitgaande gesprekken van de draagbare telefoon te regelen.
• Als een draagbare telefoon is aangesloten, worden zijn adresboek en de binnenkomende en uitgaande historiek gedownload naar de verdeeldoos.
• Zie handleiding bij de verdeeldoos.
Telefoonmodus aan/uit
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt om de telefoonmodus in te schakelen.
Druk op de BAND/TEL. toets om uit te schakelen. Zie relevante pagina’s voor elk item.
• Gedurende ca. 2 seconden verschijnt "NO PHONE" als u de telefoonmodus oproept terwijl er geen draagbare telefoon aangesloten is. De modus keert dan terug naar de originele geluidsbron.
• Als de draagbare telefoon tijdens een binnenkomende of uitgaande oproep of tijdens een handenvrije oproep wordt losgekoppeld van de verdeeldoos, wordt de oproep door de draagbare telefoon beschouwd als een gewone oproep.
• Als er een oproep binnenkomt terwijl de voeding van de CDA­9831R/CDA-9830R uitgeschakeld is, wordt de CDA-9831R/CDA­9830R automatisch ingeschakeld voor een handenvrije oproep.
• Zelfs als de draagbare telefoon uitgeschakeld is, wordt de draagbare telefoon ingeschakeld als de CDA-9831R/CDA-9830R ingesteld is op de telefoonmodus.
• Zelfs als de ACC-voeding van het voertuig wordt uitgeschakeld (zelfs als de motor afgezet is) tijdens een handenvrije oproep, wordt de oproep niet verbroken en is een gewone oproep met de draagbare telefoon mogelijk.
Voorzichtig
Zelfs bij handenvrij gebruik kan een bestuurder tijdens het bedienen van de telefoon of tijdens een gesprek afgeleid worden. Om veiligheidsredenen mogen bestuurders de telefoon dus niet bedienen tijdens het rijden. Om veiligheidsredenen zijn alleen binnenkomende oproepen en uitgaande oproepen met snelkeuzetoetsen mogelijk.
Werking van MobileHub™ Link (optioneel)
BAND/ TEL.
/
TITLE
SEARCH/Q.S.
MENU
Encoder­draaiknop
F
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
27
-
NL
Druk op de BAND/TEL. toets om de oproep te beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
Als er geen telefoonnummer opgeslagen is onder een
voorkeuzezendertoets, verschijnt “NO PRESET” (“NO P-SET” voor CDA-9830R) als u een oproep tot stand probeert te brengen.
U kunt een oproep tot stand brengen naar een van de laatste 999 opgeroepen nummers op basis van de historiek voor uitgaande / binnenkomende / gemiste binnenkomende oproepen.
Druk op de SEARCH/Q.S. toets in de telefoonboekmodus om de historiekmodus op te roepen.
Druk op de
f of p toets om de uitgaande historiek
te selecteren (“DIALED CALL” voor CDA-9831R, “DIALED” voor CDA-9830R), de binnenkomende historiek (“RECEIVE CALL” voor CDA-9831R, “RECEIVED” voor CDA-9830R), de historiek gemiste binnenkomende oproepen (“MISSED CALL” voor CDA-9831R, “MISSED” voor CDA­9830R).
Draai aan de encoder-draaiknop of druk op de
of toets om de correspondent in de uitgaande of binnenkomende historiek te selecteren.
Druk op de toets of op de encoder-draaiknop om een oproep tot stand te brengen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de oproep te
beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
Als alle telefoonnummers en geregistreerde namen niet tegelijk
kunnen worden weergegeven, drukt u op de TITLE toets om de andere nummers en namen weer geven.1
Als er geen historiek is, verschijnt “NO MEMORY” (“NO MEM”
voor CDA-9830R).
SMS (Short Message Service) zenden/ontvangen
U kunt worden verwittigd als u een SMS-bericht ontvangt.
Als u een tekstbericht ontvangt, verschijnt “NEW MESSAGE” voor CDA-9831R, “NEW MSG” voor CDA-9830R op het display.
U kunt de inhoud van het ontvangen bericht alleen lezen op het scherm van de draagbare telefoon.
Druk op een van de toetsen op het toestel om de weergave te beëindigen. De ingedrukte toetsen roepen de modus op of schakelen een functie in.
2
1
SMS-bericht ontvangen
5
4
3
2
1
Een oproep tot stand brengen met de historiek uitgaande / binnenkomende / gemiste binnenkomende oproepen
3
Telefoneren
U kunt het adresboek in de draagbare telefoon openen om op die manier een gesprek tot stand te brengen.
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk op de
SEARCH/Q.S. toets om de
telefoonboekmodus te kiezen.
Er verschijnt een lijst in alfabetische volgorde.
Een correspondent oproepen uit de alfabetisch gesorteerde lijst
Als de alfabetisch gesorteerde lijst weergegeven is, draait u aan de
encoder-draaiknop of drukt u
op de of toets om de correspondent te selecteren.
Druk op de toets of op de
encoder-
draaiknop om een oproep tot stand te brengen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de oproep te
beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
Een correspondent oproepen door geselecteerd zoeken (A-Z zoeken)
Druk op de
f of p toets om een eerste letter (A tot
Z) van de correspondent te selecteren.
Draai aan de
encoder-draaiknop om de
correspondent te selecteren.
Druk op de toets of op de encoder-draaiknop om een oproep tot stand te brengen.
Druk op de
BAND/TEL. toets om de oproep te
beëindigen.
De telefoonmodus wordt beëindigd en het toestel keert terug naar de oorspronkelijke bron.
Als alle telefoonnummers en geregistreerde namen niet tegelijk
kunnen worden weergegeven, drukt u op de TITLE toets om de andere nummers en namen weer geven.
Als er niets in het telefoonboek geregistreerd is, verschijnt “NO
MEMORY” (“NO MEM” voor CDA-9830R).
U kunt een oproep tot stand brengen door een van de telefoonnummers in nr. 1 tot 9 van het adresboek op te roepen.
Houd de BAND/TEL. toets minstens 2 seconden ingedrukt.
Druk binnen de 5 seconden een voorkeuzezendertoets (1 tot 6) in (minstens 2 seconden) om een oproep tot stand te brengen. Door op de
F toets te drukken en daarna minstens 2 seconden op een voorkeuzezendertoets (1 tot 3) te drukken, kunt u een oproep tot stand brengen naar het nummer dat opgeslagen is in 7 tot 9.
U kunt een oproep tot stand brengen door op de toets te
drukken nadat de voorkeuzezendertoets (1 tot 6) van het gewenste nummer kort werd ingedrukt.
U kunt een oproep tot stand brengen door op de encoder-
draaiknop te drukken, nadat u het nummer voor de oproep heeft geselecteerd door op de of toets te drukken of door de encoder-draaiknop te draaien.
2
1
Een oproep tot stand brengen met de snelkeuzetoetsen
6
5
4
3
5
4
3
2
1
Een oproep tot stand brengen met nummers uit het adresboek
28
-
NL
MP3-bestanden weergeven met de CD-wisselaar (optioneel)
Als u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u op dit toestel CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen waarop MP3­bestanden staan.
Druk op de SOURCE/POWER toets om naar de MP3-wisselaarmodus te gaan.
Druk op een van de diskkeuzetoetsen (1 tot 6) overeenkomstig de gewenste disk in de CD­wisselaar.
Om de weergave te onderbreken, drukt u op de
toets.
Als u nogmaals op de toets drukt, wordt de weergave verdergezet.
Het toestel kan disks weergeven met zowel audiogegevens als
MP3-gegevens.
Om MP3 te gebruiken met een MP3-compatibele CD-wisselaar,
gaat u naar “CD/MP3/WMA” op pagina 11 tot 15.
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (optioneel)
Het Ai-NET-systeem van Alpine ondersteunt tot 6 CD-wisselaars. Bij gebruik van twee of meer CD-wisselaars, dient de KCA-400C (Multi-Changer Switching Device) gebruikt te worden. Gebruikt u 1 dergelijk schakeltoestel, dan kunt u tot 4 CD-wisselaars aansluiten. Gebruikt u 2 dergelijke schakeltoestellen, dan kunt u tot 6 CD­wisselaars aansluiten. Als u de KCA-410C (Versatile Link Terminal) gebruikt, kunt u twee wisselaars en twee externe uitgangen (AUX) aansluiten.
Druk op de SOURCE/POWER toets om de CD- wisselaarmodus te activeren.
Druk op de BAND/TEL. toets om de selectiemodus voor de CD-wisselaar in te schakelen.
De selectiemodus voor de CD-wisselaar blijft gedurende 8 seconden actief.
Druk op de BAND/TEL. toets tot de indicator voor de gewenste CD-wisselaar op het scherm verschijnt.
Als de geselecteerde CD-wisselaar niet aangesloten is, wordt op
het display “NO CHGR” afgebeeld.
Om de geselecteerde wisselaar te bedienen, zie “CD/MP3/WMA”
(pagina 11)
Voor meer details over de externe ingang (AUX) als de KCA-410C
wordt gebruikt, zie "AUX-modus instellen (V-Link)" op pagina 24.
3
2
1
3
2
1
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 disks of 12 disks kan worden aangesloten op dit toestel als deze compatibel is met Ai-NET. Als een CD-wisselaar aangesloten is op de Ai-NET-ingang van dit toestel, kan de CD-wisselaar worden bediend op dit toestel. Met behulp van de KCA-400C (Multi-Changer Switching Device) of de KCA-410C (Versatile Link Terminal) kunnen verschillende CD­wisselaars worden bediend door dit toestel. Zie "Keuze tussen verschillende CD-wisselaars" op deze pagina om de CD-wisselaars te selecteren.
De bedieningstoetsen op dit toestel voor de bediening van de CD­wisselaar zijn alleen actief als een CD-wisselaar aangesloten is.
De DVD-wisselaar (optioneel) kan worden bediend op dit toestel
en op de CD-wisselaar.
Druk op de SOURCE/POWER toets om de wisselaarmodus in te schakelen.
Op het display worden het nummer van de disk en het tracknummer afgebeeld.
De bronindicator is afhankelijk van de aangesloten bron.
Druk op de BAND/TEL. toets om de diskmodus om te schakelen
naar de CD-wisselaar-modus.
Druk op de diskkeuzetoetsen (1 tot 6) voor een van de disks in de CD-wisselaar.
Het geselecteerde disknummer verschijnt op het display en de CD wordt afgespeeld.
Als de gewenste disk geselecteerd werd, kunt u de DVD-wisselaar
op dezelfde manier bedienen als de CD-speler van dit toestel. Voor meer details verwijzen we naar de paragraaf CD/MP3/WMA.
Als de indicator “FUNC” aan is, werken de diskkeuzetoetsen niet.
Als een wisselaar voor 12 disks aangesloten is:
Om de disks van 1 tot 6 te selecteren, is de procedure identiek aan die van de CD-wisselaar voor 6 disks. Om de disks genummerd van 7 tot 12 te selecteren, drukt u eerst op de F toets. Hierdoor wijzigt de indicator “D” in “d”. Druk dan op de gewenste voorkeuzezendertoets. Met de F toets geactiveerd, vertegenwoordigen de voorkeuzezendertoetsen 1 tot 6 respectievelijk de disks 7 tot 12.
2
1
Wisselaar (optioneel)
BAND/TEL.
/
SOURCE/ POWER
Keuzetoetsen (1 tot en met 6)
F
29
-
NL
CD-speler/wisselaar werkt niet.
• Bedrijfstemperatuur van +50°C voor de CD werd overschreden.
- Laat de binnenkant van de auto (of de bagageruimte) afkoelen.
Weergegeven geluid van de CD zweeft.
• Vochtcondensatie in de CD-module.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie verdampt is (ongeveer 1 uur).
CD kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een CD in de CD-speler.
-Haal de CD uit de speler.
• De CD is niet goed geplaatst.
- Ga na of de CD werd geplaatst zoals beschreven in het hoofdstuk Werking van de CD-speler.
CD kan niet snel vooruit of achteruit spoelen.
• De CD is beschadigd.
- Haal de CD uit het toestel en gooi hem weg. Als u een beschadigde CD gebruikt, kan het mechanisme van het toestel beschadigd raken.
Geluidsweergave van CD verspringt wegens trillingen.
• Toestel niet goed bevestigd.
- Zet het toestel degelijk vast.
• De disk is zeer vuil.
- Reinig de disk.
• De disk vertoont krassen.
- Vervang de disk.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare disk om de optische lens te reinigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer.
Weergegeven geluid van CD verspringt zonder trillingen.
• De disk is vuil of gekrast.
- Reinig de disk; als de disk beschadigd is, moet hij worden vervangen.
Foutmeldingen (alleen ingebouwde CD-speler)
• Mechanische fout
- Druk op q. Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de disk weer in het toestel. Als deze oplossing niet helpt, dient u uw Alpine-dealer te raadplegen.
Afspelen van CD-R/CD-RW is onmogelijk
• Sessie werd niet degelijk beëindigd (afgesloten).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
CD
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u volgende checklist raadplegen. Op die manier kunt u een probleem gemakkelijker identificeren dat afkomstig is van het toestel. Ligt het probleem niet bij het toestel, kijk dan alle aansluitingen van het systeem na of wend u tot een erkende Alpine-verdeler.
Toestel of display werkt niet.
• De contactsleutel van de auto staat niet in de juiste positie.
- Als het toestel aangesloten werd volgens de instructies, zal het niet werken als het contact van de auto uitgeschakeld is.
• Verkeerde aansluiting van stroomkabel (rood) en batterijkabel (geel).
- Controleer de aansluitingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
• Gesprongen zekering.
- Kijk de zekering van de batterijkabel van het toestel na; vervang
zo nodig door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-knop.
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenneaansluiting ofwel een open aansluiting.
- Kijk na of de antenne correct aangesloten is; vervang zo nodig
de antenne of de kabel.
Onmogelijk om zenders te vinden in de zoekmodus.
•U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Vergewis u ervan dat de tuner in de DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne misschien niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk van een aardleiding is voorzien op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De radio-uitzending gaat gepaard met veel ruis.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang een gebroken antenne.
• De antenne is slecht geaard.
- Vergewis u ervan dat de antenne juist geaard is ter hoogte van
zijn montageplaats.
Radio
Algemeen
Informatie
30
-
NL
(CDA-9831R) (CDA-9830R)
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de uitwerptoets van het magazijn en verwijder het magazijn. Controleer de indicatie. Breng het magazijn terug in. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerpknop. Als het magazijn niet uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
• Er is een CD in de CD-wisselaar achtergebleven.
- Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie te activeren. Als de CD-wisselaar de uitwerpfunctie beëindigd heeft, plaatst u een leeg magazijn in de CD-wisselaar om de CD te recupereren die in de CD-wisselaar achtergebleven is.
(CDA-9831R) (CDA-9830R)
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Breng een magazijn in.
• Er wordt geen CD aangegeven.
- Kies een andere CD.
NO DISC
NO MAGZNNO MAGZINE
ERROR - 02
ERROR - 01
HI TEMPHIGH-TEMP
Indicatie voor CD-wisselaar
MP3 of WMA wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat geschreven is. Zie “Over MP3/WMA” (pagina 14-15) en schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit toestel wordt ondersteund.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er komt geen signaal uit de luidsprekeruitgang.
- POWER-IC staat op “OFF” (pagina 25).
(CDA-9831R) (CDA-9830R)
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
• Geen CD geplaatst.
- Plaats een CD.
• Hoewel er een disk geplaatst is, verschijnt “NO DISC” en het toestel begint niet met het afspelen of werpt de disk uit.
- Verwijder de disk als volgt:
1) Druk op de q toets. Het beweeglijke display gaat open.
2) Druk nogmaals minstens 2 seconden op de
q toets terwijl het beweeglijke display open is. Als de disk nog niet uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op de q toets en werp de CD uit. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u nogmaals op de
q toets. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op de
q toets heeft gedrukt, dient u contact op
te nemen met uw Alpine-dealer.
Als “ERROR” aangegeven is:
Als de disk niet kan worden uitgeworpen door op q te drukken, drukt u op de RESET-schakelaar (zie pagina 6) en drukt u opnieuw op q Als de disk nog steeds niet kan worden uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
• Er werd een WMA-bestand met auteursrechtelijke bescherming afgespeeld.
- U kunt alleen bestanden afspelen die niet van een auteursrechtelijke
bescherming voorzien zijn.
(CDA-9831R) (CDA-9830R)
• De disk is niet geschreven in een door MP3/WMA ondersteund formaat.
- Gebruik een disk die in het door MP3/WMA ondersteunde formaat is geschreven.
UNSUPORTUNSUPPORT
PROTECT
ERROR
NO DISC
HI TEMPHIGH-TEMP
Indicatie voor CD-speler
Audio
MP3/WMA
31
-
NL
AFMETINGEN BEHUIZING
Breedte 178 mm
Hoogte 50 mm
Diepte 152 mm
AFMETINGEN FRONTPANEEL
Breedte 170 mm
Hoogte 46 mm
Diepte 18 mm
Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de specificaties en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
Technische gegevens
FM-TUNERGEDEELTE
Afstemgebied 87,5 – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono 0,7 µV
Alternatieve kanaalselectiviteit 90 dB
Signaal/ruisverhouding 65 dB
Stereoverdeling 35 dB
Ontvangstverhouding 2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstemgebied 531 – 1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm) 25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstemgebied 153 -281 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm) 31,6 µV/30 dB
CD-GEDEELTE
Frequentiebereik 5 – 20.000 Hz (±1 dB)
Wow & Flutter (% WRMS) Niet meetbaar
Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz)
Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruisverhouding 105 dB
Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz)
LEESSYSTEEM
Golflengte 795 nm
Laservermogen KLASSE I
ALGEMEEN
Stroomvereisten 14,4 V DC
(11-16 V toelaatbaar)
Maximaal uitgangsvermogen 50 W x 4
Maximale spanning voorversterkeruitgang 4 V/10k ohm
Gewicht 1,6 kg
VOORZICHTIG
KLASSE 1
LASERPRODUCT
(Onderzijde van speler)
32
-
NL
Voor u het toestel installeert of aansluit, dient u volgende informatie en pagina 3 tot 5 van deze handleiding grondig door te nemen.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet­naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET KABELS VAN ANDERE SYSTEMEN.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om stroom af te takken voor andere systemen. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of elektrische schok tot gevolg kan hebben.
GEEN PIJPEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen pijpen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over het voertuig onklaar maken en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP PLAATSEN WAAR DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG ZOU WORDEN GEHINDERD, ZOALS HET STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht vooruit worden belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
Installatie en aansluitingen
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid wendt u zich voor dit werk het best tot de dealer waarbij u dit toestel heeft gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Vergewis u ervan alleen de vermelde accessoire-onderdelen te gebruiken. Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig op zijn plaats wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de weg van bewegende onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of gepunte randen. Dit voorkomt dat de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
Denk eraan de kabel van de negatieve (–) accupool los te koppelen alvorens uw CDA-9831R/CDA-9830R te installeren. Hierdoor vermijdt u elke mogelijkheid tot beschadiging van het toestel door een kortsluiting.
• Vergewis u ervan de kleurgecodeerde stroomdraden aan te sluiten volgens het diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot gevolg hebben.
• Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig tot stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer). Maak geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit toestel. Als u de CDA-9831R/CDA-9830R aansluit op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring waarop de CDA-9831R/CDA-9830R wordt aangesloten, de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig beschadigen. Raadpleeg uw ALPINE-dealer in geval van twijfel.
• De CDA-9831R/CDA-9830R is uitgerust met vrouwelijke RCA­aansluitingen om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren beschikken. U heeft misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende ALPINE-dealer om hulp.
• Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (–) aan te sluiten op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de luidsprekerkabels van het linker en rechter kanaal nooit met elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte hieronder en houd het bij als referentie. Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u aan de onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER: INSTALLATIEDATUM: INSTALLATIETECHNICUS: PLAATS VAN AANKOOP:
33
-
NL
Voor de schroef * dient u een schroef te kiezen die geschikt is
voor de installatieplaats in het chassis.
Schuif de CDA-9831R/CDA-9830R in het dashboard.
Als het toestel op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Daardoor wordt het toestel stevig vergrendeld en kan het niet loskomen van het dashboard. Plaats het afneembare frontpaneel.
Demontage
1.Verwijder het afneembare frontpaneel. 2 Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig
gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse positie te duwen (zie tekening hierboven). Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór de tweede pen wordt losgemaakt.
3 Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat
het niet meer vastklikt.
<JAPANSE AUTO>
3
Installatie
Schuif de montageslede uit de hoofdeenheid (zie “Demontage” op deze pagina). Schuif de montageslede in het dashboard en zet de slede vast met de metalen sluitingen.
Als uw voertuig met de steun uitgerust is, monteert u de lange zeskantbout in het achterpaneel van de CDA­9831R/CDA-9830R en plaatst u de rubberen dop op de zeskantbout. Als uw voertuig niet over de montagesteun beschikt, versterkt u de head-unit met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Verbind alle andere draden van de CDA-9831R/CDA­9830R overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk AANSLUITINGEN.
2
1
Voorzichtig
Blokkeer de ventilator of de warmteafvoer van het toestel niet, want hierdoor wordt de luchtcirculatie gehinderd. In dit geval kan de warmte in het toestel zich opstapelen en brand veroorzaken
Voorzichtig
Als u dit toestel in uw auto installeert, mag u het afneembare front niet verwijderen. Als u het afneembare voorpaneel tijdens de installatie verwijdert, kunt u te hard op de metalen plaat voor het afneembare voorpaneel drukken, waardoor deze plaat verbuigt.
Voorframe
Schroeven (M5 x 8) (meegeleverd)
Bevestigingssteun
dit toestel
Metalen plaat
Afneembaar voorpaneel
Luchtventilatiegat
Rubberen dop
Rubberen dop (meegeleverd)
Steun
Steun
(meegeleverd)
Zeskantbout
Zeskantbout (meegeleverd)
(meegeleverd)
Borgpen
Dashboard
Dashboard
Montageslede
Montageslede (meegeleverd)
(meegeleverd)
dit toestel
dit toestel
Metalen montagebeugel
Schroef
Bouttapeind
Zeskantmoer (M5)
dit toestel
34
-
NL
Aansluitingen
Omzetterstekker ISO-antenne
w
(Roze/Zwart) INGANGSDRAAD AUDIO-ONDERBREKING (MUTE)
(Blauw/Wit) INSCHAKELDRAAD VERSTERKER (REMOTE)
(Oranje) DIMMER
(alleen CDA-9831R)
(Rood) CONTACTSLOT
(Zwart)
MASSA
(Blauw)
ELEKTRISCHE ANTENNE
ACCU
(Geel)
i o
!5
y
!1
!0
u
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Violet/Zwart)
(Violet)
q
Naar aansluiting van voertuigdisplay
Antenne
ISO-antenneplug
e
Naar autotelefoon
r
Naar equalizer of versterker
Naar verlichtingsdraad instrumentengroep
t
Naar elektrische antenne
Contactsleutel
Accu
!6
Luidsprekers
Links achter
!7 !8
!9
@0
@1 @2
@3
Links voor
Rechts voor
Rechts achter
!2
@4
!3
@7
Ai-NET
EQ/DIVNORM
*1
@6
!4
@5
@9
@9
@8
CD-wisselaar (afzonderlijk verkocht)
Versterker
Versterker
@9
Versterker
Luidsprekers
Links voor
Rechts voor
Links achter
Rechts achter
Subwoofers
* 1 Het label is onderaan het toestel aangebracht.
35
-
NL
!2 Ai-NET-connector
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsconnector van andere producten (CD-wisselaar, equalizer, enz.) die uitgerust zijn met Ai-NET.
!3 Systeemschakelaar
Als u een processor met Ai-NET gebruikt, zet u deze schakelaar in de stand EQ/DIV. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de positie van de schakelaar verandert.
!4 Voedingsconnector !5 ISO-aansluiting (luidsprekeruitgang) !6 Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links
achteraan (+)
!7 Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker links
achteraan (–)
!8 Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links vooraan
(+)
!9 Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links
vooraan (–)
@0 Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker rechts
vooraan (–)
@1 Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts
vooraan (+)
@2 Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker rechts
achteraan (–)
@3 Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts
achteraan (+)
@4 Interfaceconnector afstandsbediening
Naar interfacedoos van afstandsbediening.
@5 Ai-NET-kabel (meegeleverd bij CD-wisselaar) @6 RCA-uitgangen voor
ROOD is rechts en WIT is links.
@7 RCA-uitgangen achter
ROOD is rechts en WIT is links.
@8 RCA-uitgangen subwoofer
ROOD is rechts en WIT is links.
@9 RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
q Aansluitconnector voertuigdisplay
Levert stuursignalen voor het voertuigdisplay. Sluit dit aan op de optionele interfacedoos voor het voertuigdisplay. Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht bij uw ALPINE­dealer.
w Antennebus
Aansluiten op de bijgeleverde omzetterstekker ISO-antenne.
e Ingangsdraad audio-onderbreking (mute) (Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audio-uitgang van een gsm, die aardsluiting geeft als een oproep wordt ontvangen.
r Inschakeldraad versterker (remote) (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad (remote) van uw versterker of signaalprocessor.
t Dimmerdraad (Oranje) (alleen CDA-9831R)
Deze stroomdraad mag worden aangesloten op de stroomdraad voor de instrumentengroepverlichting. Hiermee kunt u het display van het toestel dimmen met de dimmerregeling van het voertuig.
y Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open contact in de zekeringkast van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de accessoirepositie staat.
u Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische antenne, indien van toepassing.
Deze draad mag alleen worden gebruikt om de elektrische antenne van het voertuig te sturen. Gebruik deze draad niet om een versterker, een signaalprocessor, e.d. aan te sluiten
i Smoorspoel met zekeringhouder (10A) o Accustroomdraad (Geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de autoaccu.
!0 ISO-stroomtoevoerconnector !1 Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het voertuig. Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met blank metaal en degelijk vastgezet is met de meegeleverde plaatmetaalschroef.
Om ruis/storingen in het audiosysteem te voorkomen.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de draadbundels van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
• Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan aan zo ver mogelijk van het toestel vandaan. Uw Alpine-dealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
Loading...