De bliksemschicht met pijl in een driehoek is een waarschuwingsteken dat de gebruiker
waarschuwt voor “gevaarlijk voltage” binnenin het toestel.
Het uitroepteken in een driehoek is een waarschuwingsteken dat de gebruiker attent
maakt op de belangrijke gebruiksaanwijzingen die bij dit product zijn geleverd.
1. LEES EN VOLG DE INSTRUCTIES OP --- Alle veiligheid- en gebruiksaanwijzingen dienen te
worden gelezen vooraleer men het product begint te gebruiken.
2. BEWAAR DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN---De veiligheid- en gebruiksaanwijzingen moeten
worden bewaard als referentie voor later.
3. NEEM ALLE WAARSCHUWINGEN IN ACHT --- Alle waarschuwingen op het product en in de
gebruiksaanwijzingen moeten in acht worden genomen.
4. VOLG DE INSTRUCTIES OP – Alle instructies voor het gebruik moeten worden opgevolgd.
5. HET SCHOONMAKEN --- Verwijder de stekker van dit product uit het stopcontact vooraleer u
het gaat schoonmaken. Gebruik alleen een vochtige doek voor het schoonmaken en gebruik
nooit vloeibare schoonmaakproducten of sprays.
6. AANHECHTINGEN --- Gebruik geen aanhechtingen die niet door de fabrikant van het product
worden aanbevolen omdat risico's kunnen inhouden.
7. WATER EN VOCHT - Gebruik dit product niet vlakbij water, bijvoorbeeld naast een bad,
wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder, bij een zwembad enzovoort.
8. TOEBEHOREN --- Plaats dit product niet op een onstabiel oppervlak. Het product zou kunnen
vallen met ernstige verwondingen bij een kind of volwassene berokkenen en
ernstige schade aan het product tot gevolg. Alle montage van het product dient te
gebeuren volgens de aanwijzingen van de fabrikant en met behulp van
hulpstukken die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Het vervoeren van het product op een steekkar moet met de nodige
voorzichtigheid gebeuren. Door bruusk stoppen, te hard duwen en een oneffen ondergrond kan
de kar met het product gaan omvallen.
9. VENTILATIE - De gleuven en openingen in de behuizing zijn voorzien voor de ventilatie en om
een betrouwbare werking van het product in stand te houden door het tegen oververhitting te
beschermen. Deze openingen mogen bijgevolg niet worden geblokkeerd of afgedekt. De
openingen mogen niet worden geblokkeerd door het product te gebruiken op een bed, sofa,
tapijt of gelijkaardige ondergrond. Dit product mag niet worden ingebouwd in bijvoorbeeld een
boekenkast of -rek, tenzij een degelijke ventilatie mogelijk is en de instructies van de fabrikant
worden opgevolgd.
10. STROOMBRONNEN ---Dit product mag uitsluitend worden gebruikt met het type stroombron
dat op het informatieplaatje is vermeld.
Indien u twijfelt over het stroomtype van uw huishoudelijke netvoeding moet u uw plaatselijke
DU-1
verdeler of elektriciteitsmaatschappij raadplegen. Verwijs naar de gebruiksaanwijzingen
wanneer u het product op batterijenstroom of andere stroombronnen wenst te gebruiken.
11. AARDLEIDING OF POLARISATIE --- Dit product kan uitgerust zijn met een gepolariseerde
wisselstroom lijnstekker (waarvan één pin breder is dan de andere). Deze stekker past slechts
op één manier in het stopcontact. Dit is een veiligheidskenmerk. Indien u de stekker niet
volledig in het stopcontact kunt stoppen, moet u hem proberen om te draaien. Indien de stekker
op deze manier nog niet past, moet u een elektricien contacteren om het verouderde
stopcontact te laten vervangen. Probeer het veiligheidskenmerk van de gepolariseerde stekker
in geen geval te omzeilen.
12. BESCHERMING VAN HET NETSNOER ---Het netsnoer moet zo worden geleid dat niemand
erover kan vallen en het niet door voorwerpen kan worden platgedrukt. Hierbij moet men
bijzondere aandacht besteden aan het snoer bij de stekker en het punt waar het snoer het
product verlaat.
13. WANNEER HET APPARAAT LANGE TIJD NIET WORDT GEBRUIKT -Het netsnoer van dit
product moet uit het stopcontact worden verwijderd wanneer men het een lange periode niet
gaat gebruiken.
14. BLIKSEM --- Voor extra bescherming van dit product tegen bliksemstormen of wanneer het
onbewaakt achtergelaten en lange tijd niet gebruikt wordt verwijdert men de stekker uit het
stopcontact en ontkoppelt men de antenne of het kabelsysteem. Dit voorkomt schade aan het
product door blikseminslag en stroomschommelingen.
15. STROOMKABELS - Een buitenhuis antennesysteem mag niet worden geplaatst in de
nabijheid van hoog aangebrachte stroomkabels of andere elektrische licht- of stroomcircuits., of
waar het op dergelijke stroomkabels of elektrische licht- of stroomcircuits zou kunnen vallen. Bij
het installeren van een buitenhuis antennesysteem moet men uiterst voorzichtig zijn dergelijke
stroomlijnen of -circuits niet aan te raken, daar contact ermee fataal zou kunnen zijn.
16. OVERBELASTING--- overbelast stopcontacten en verlengsystemen niet, daar dit tot gevaar
voor brand of elektrische shocks kan leiden.
17. HET BINNENDRINGEN VAN VOORWERPEN EN VLOEISTOFFEN - Stop nooit voorwerpen
doorheen de openingen van dit product, daar zij gevaarlijke voltagepunten zouden kunnen
raken en kortsluiting veroorzaken, wat op zijn beurt kan leiden tot brand of elektrische shocks.
Mors geen enkel soort van vloeistoffen op het product.
18. HERSTELLING --- Probeer dit product niet zelf te herstellen, daar het verwijderen of
openmaken van de behuizing u aan gevaarlijke voltages of andere risico's kan blootstellen.
Raadpleeg voor alle herstelwerken gekwalificeerd dienstpersoneel.
19. SCHADE DIE MOET HERSTELD WORDEN --- Verwijder in de volgende gevallen de stekker
van dit product uit het stopcontact en raadpleeg een gekwalificeerde hersteldienst voor
herstelling:
A. Wanneer het netsnoer of de stekker is beschadigd.
B. Indien een vloeistof op het product werd gemorst of een voorwerp in de behuizing is
gevallen.
C. Indien het product werd blootgesteld aan regen of water.
D. Indien het product abnormaal functioneert bij het opvolgen van de gebruiksaanwijzingen.
Maak uitsluitend instellingen zoals in de gebruiksaanwijzingen beschreven staat.
Ongeoorloofde instellingen van andere bedieningsknoppen kan leiden tot schade en vergt
achteraf vaak heel wat extra werk van een gekwalificeerde technicus om het product terug tot
normale werking te herstellen.
DU-2
E. Wanneer het product een opmerkelijke verandering in de werking vertoont - dit geeft de nood
voor een onderhoudsbeurt aan.
20. Vervangingsonderdelen -- -Wanneer onderdelen moeten worden vervangen, moet men de
hersteldienst vragen vervangingsonderdelen te gebruiken die dezelfde veiligheidskenmerken
hebben als de oorspronkelijke onderdelen. Het gebruik van vervangingsonderdelen met de
technische gegevens van de fabrikant kan brand, elektrische shocks en andere risico's
voorkomen.
21. Veiligheidstest --- Na elke herstel- of onderhoudsbeurt van dit product moet men de
hersteldienst vragen de door de fabrikant aanbevolen veiligheidstest uit te voeren, om te
bepalen of het product in een veilige staat van werking is.
22. HITTE - Dit product moet uit de buurt van warmtebronnen als radiatoren, warmteregisters,
fornuizen of andere apparatuur die warmte genereert (versterkers inbegrepen) worden
geplaatst.
VOORZICHTIG
ONZICHTBARE LASERSTRALING
WANNEER GEOPEND OF DE
SLUITINGEN LOSGEMAAKT.
VOORKOM BLOOTSTELLING AAN
STRAAL
CATEGORIE 1 LASERPRODUCT
Batterijen niet weggooien, maar inleveren als KCA.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET APPARAAT
VEILIGHEID
● Vooraleer u het apparaat begint te gebruiken, moet u controleren of het voltage van het
apparaat overeenstemt met het voltage van uw netvoeding.
● Bij het verwijderen van de stekker uit het stopcontact moet u de stekker vastnemen. Nooit aan
het snoer trekken.
● Wanneer de stekker van het apparaat in een stopcontact zit, blijft het apparaat ook wanneer u
de stroom uitschakelt onder stroomspanning zelfs wanneer u de stroom uitschakelt.
● Verwijder de stekker uit het stopcontact wanneer een vloeistof of voorwerp in de behuizing is
kunnen binnendringen. Het apparaat mag dan niet meer worden gebruikt tot het door ervaren
vakmensen werd onderzocht.
● Maak de behuizing niet open. De laserstralen die door dit apparaat worden gebruikt kunnen de
ogen beschadigen. Alle herstellingen dienen te gebeuren door gekwalificeerde hersteldiensten.
DE PLAATSING
● Installeer het apparaat waar een goede ventilatie mogelijk is, om oververhitting te voorkomen.
● Plaats het apparaat nooit in rechtstreeks zonlicht of vlakbij warmtebronnen.
● Plaats het apparaat horizontaal, en zet er nooit zware voorwerpen bovenop.
● Om de pick-uplens te beschermen, mag het apparaat niet geplaatst worden in een ruimte waar
DU-3
veel stof aanwezig is. Wanneer zich stof op de pick-uplens heeft verzameld, veegt u ze schoon
met een reinigingsdisk.
● Verwijs naar de gebruiksaanwijzingen van de aangekochte reinigingsdisk.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DISKS
CONDENSATIE
In de volgende omstandigheden zal zich condens op de pick-uplens vormen:
● wanneer het apparaat plots van een koude ruimte naar een warme ruimte wordt verplaatst.
● Wanneer het apparaat in een verwarmde kamer wordt gezet, of in de koude lucht van
airconditioning.
● Wanneer het apparaat wordt gebruikt in een vochtige ruimte. In deze gevallen werkt het
apparaat niet. Verwijder de disk en laat het apparaat ongeveer een uur aan staan zodat het
vocht kan verdampen.
HET SCHOONMAKEN
● Gebruik een zachte doek met een weinig neutraal detergent om de behuizing, het paneel en de
bedieningstoetsen schoon te vegen.
Gebruik nooit schuurpapier, glanspoeder of chemische oplosmiddelen op basis vanalcohol of
benzine.
HET HANTEREN VAN DISKS
● Om te voorkomen dat uw disks vuil worden, mag u de speelzijden ervan niet aanraken.
● Kleef geen papier of kleefband op disks.
● Houd disks uit de buurt van rechtstreeks zonlicht of warmtebronnen.
● Stop uw disks na gebruik steeds terug in hun doosje.
HET REINIGEN VAN DISKS
● Vooraleer u een disk in de lade legt, veegt u hem met een schone doek van het midden naar de
buitenranden toe schoon.
● Gebruik geen oplosmiddelen als verfverdunner, benzine, of in de handel verkrijgbare
5. GEQ (de voorgeprogrammeerde equalizermodi
op volgorde zijn: pas, klassiek, rock, pop, jazz)
6. FM-antenne
7. Overslaan op / vooruit zoeken Overslaan
neer/ achteruit zoeken
8. Timertoets
9. Geheugenzender optoets
10. Programmatoets
11. CD-stoptoets
12. Afstandssensor
13. CD weergave / pauzetoets
14. CD herhaaltoets
15. Luidspreker
16. Volume neertoets
17. Volume optoets
18. Stroom aan/ uittoets
19. CD-lade open
20. Handvat
21. Wisselstroomcontact
22. Hoofdtelefoonstekker
23. Terugsteltoets
De afstandsbediening
1. Geluid-uit
MUTE
1
POWER
11
2
2. Rechtstreekse toegang tot track /
geheugenzender
3. Golfband tuner
4. Zendergeheugen neen
5. CD weergave / pauze
6. Overslaan neer / achteruit zoeken
7. CD stop
8. Willekeurige volgorde
9. Inslapen
10. Timer
11. Stroom aan / uit
12. Mono / stereo
13. Volume neer / V-
3
4
5
6
7
8
9
10
BAND
P-DOWNP-UP
VOL
BACK
STOP
VOL
REPEAT
RANDOM
SLEEPTIMEREQ
MONO/ST
INTRO
PROG
12
13
NEXT
14
15
16
17
18
19
20
14. Geheugenzender op
15. Overslaan op / vooruit zoeken
16. Volume op / V+
17. Intro <CD-modus>
18. Herhaal
19. Programma
20. GEQ (de voorgeprogrammeerde equalizermodi
DU-5
op volgorde zijn: pas, klassiek, rock, pop, jazz)
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
STEREO HOOFDTELEFOONCONTACT
Om alleen te kunnen luisteren zonder de andere aanwezigen te storen sluit u een
stereohoofdtelefoon (niet inbegrepen) aan op het stereo hoofdtelefooncontact in de behuizing van
het apparaat. De ingebouwde luidsprekers zijn automatisch uitgeschakeld zolang een
hoofdtelefoon op het contact is aangesloten. Let erop dat het volume op een laag niveau instelt
vooraleer u de hoofdtelefoon opzet. Daarna kunt u het volume geleidelijk verhogen tot op het
gewenste niveau.
• Gebruik de hoofdtelefoon niet op hoge volumes. Oorspecialisten adviseren tegen langdurig en
ononderbroken luisteren met een hoofdtelefoon.
• Wanneer u een gerinkel in uw oren waarneemt moet u het volume lager zetten of de
hoofdtelefoon afzetten.
• In potentieel gevaarlijke situaties moet u uiterst voorzichtig zijn of de hoofdtelefoon tijdelijk
afzetten.
• Indien uw hoofdtelefoon van het openluchttype is waarbij u de buitengeluiden blijft horen, mag
het volume niet zo hoog worden ingesteld dat u de omgevingsgeluiden niet meer kan horen.
LUISTEREN NAAR DE RADIO
1. Trek de FM-telescoopantenne volledig uit.
2. Druk op de toets BAND om de radiomodus binnen te komen. Druk nogmaals om de gewenste
golfband te selecteren: AM of FM.
3. Druk op de toets Skip Up/ Down om op een zender af te stemmen.
4. Druk éénmaal op ST/ MONO om de huidige modus op de afstandsbediening te zien. Druk
opnieuw om af te wisselen tussen de modi FM STEREO en MONO.
5. Gebruik de knop Volume om het niveau als gewenst in te stellen.
Om automatisch naar zenders te zoeken (automatische zoekfunctie)
Houd de toets SKIP UP of SKIP DOWN ingedrukt. Het apparaat zoekt de golfband op- of
neerwaarts af en stopt bij de ontvangst van sterke signalen. Om het zoeken manueel te stoppen
drukt u nogmaals op SKIP UP of SKIP DOWN.
Het is mogelijk dat de automatische zoekfunctie niet stopt bij zenders met een zwak signaal.
Hints voor een betere ontvangst
AM - De AM-antenne bevindt zich binnenin de behuizing. Wanneer de AM-ontvangst zwak is
probeert u het hele apparaat te draaien tot de antenne naar de zender is gericht.
FM - Verander de richting van de FM-telescoopantenne tot u de beste ontvangst bekomt. Om
naar een FM-stereozender met een zwak signaal te luisteren kunt u de MONO proberen te
schakelen. Normaal gezien gaat dit de ontvangst verbeteren, hoewel de klank niet langer in stereo
wordt uitgezonden.
DU-6
Het programmeren van zenders in het geheugen
1 Druk op BAND om de gewenste golfband te selecteren.
2 Druk op SKIP UP of SKIP DOWN om op de gewenste zender af te stemmen.
3 Druk éénmaal op PROGRAM om de Programmeermodus voor de geheugenzenders binnen te
komen.
Druk op PRESET UP/ DOWN om een geheugenlocatie te kiezen. Druk op de toets PROGRAM
om de gevonden frequentie in de gekozen geheugenlocatie op te slaan.
4 Herhaal de stappen 2 tot 3 om andere zenders in het geheugen te programmeren.
U kunt een maximum van 10 FM- en 10 AM-zenders in het geheugen opslaan.
LUISTEREN NAAR EEN CD/MP3
Gewone weergave
1. Druk op de toets Power . De stroomindicator 'On' gaat branden.
2. Open de cd-lade en plaats een cd of MP3 met de labelzijde naar boven gericht op de
middenspoel.
3 Sluit de cd-lade. De disk draait even. Daarna stopt de disk en wordt het totaal aantal tracks op
de disk op het display aangegeven.
4. Druk op de toets Play/Pause om de weergave te starten en de weergave begint vanaf track
1.
5. Stel het volume als gewenst in.
6. De weergave gaat verder tot alle tracks zijn weergegeven, waarna de disk stopt en het display
weerom het totaal aantal tracks op de disk aangeeft. U kunt de disk ook eerder stoppen door op
eender welk ogenblik op de toets Stop te drukken.
7. Wanneer de afwerking die, de CD deur opent en uw schijf uit de speler verwijdert luistert.
Het pauzekenmerk
Het pauzekenmerk staat u toe de weergave van een disk tijdelijk te onderbreken en daarna de
weergave vanaf dat exacte punt te hervatten. Druk tijdens de weergave op de toets Play/Pause
om het pauzekenmerk te activeren. Het tracknummer begint op het display te knipperen. De
klank stopt terwijl de disk blijft draaien. Druk nogmaals op de toets Play/Pause om de pauze
te annuleren en de gewone weergave te hervatten. Het tracknummer stopt dan ook met
knipperen.
OPMERKING: Onthoud dat in de pauzemodus de disk blijft draaien, ook al hoort u geen geluid.
Vergeet niet de pauzemodus uit te schakelen om te voorkomen dat de motor teveel gaat slijten en
om de batterijen te sparen.
DE WEERGAVE VAN CD-R / CD-RW
CD-RW-disks kunnen op dit apparaat worden weergegeven.
OPMERKING:
"De mogelijkheid tot weergave van CD-R / CD-RW in dit apparaat is afhankelijk van de kwaliteit
van de media, de gebruikte cd-brander en de toegepaste software".
DU-7
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
De toetsen overslaan / zoeken
Tijdens de weergave van CD of MP3 drukt u éénmaal op de toets Skip Up / Search Forward
om naar het begin van het volgende nummer over te gaan. Blijf op deze toets drukken om
vooruit naar andere nummers te verspringen tot u bij het gewenste nummer bent gekomen.
Druk tijdens de weergave éénmaal op de toets Skip Down/ Search Backward om naar het begin
van het huidige nummer terug te keren. Druk een tweede maal om terug te keren naar het begin
van het voorgaande nummer. Blijf herhaaldelijk drukken om telkens achteruit naar een voorgaand
nummer te verspringen tot u bij het gewenste nummer bent gekomen.
Bij de weergave van MP3 drukt u op de toets PRE-UP of PRE-DN om het albumnummer te
veranderen.
Bij de weergave van CD houdt u de toets Skip Up / Search Forward of Skip Down / Search
Backward tijdens de weergave ingedrukt om snel vooruit of achteruit op de disk naar een
specifieke passage in een nummer te zoeken dat u wilt overslaan of opnieuw beluisteren.
Het zoeken op hoge snelheid duurt zolang de toetsen ingedrukt blijven.
De normale weergave hervat wanneer beide toetsen worden losgelaten.
OPMERKING: Het weergavevolume wordt tijdens het zoeken op hoge snelheid automatisch
verlaagd.
Om de weergave van een disk vanaf een bepaalde track te beginnen, moet u wachten tot het
display het totaal aantal tracks op het display aangeeft en dan herhaaldelijk op de toets Skip
Up/Search Forward of Skip Down/Search Backward .
drukken tot het gewenste tracknummer op het display verschijnt.
Druk op de toets Play/Pause om de weergave van dat nummer te beginnen.
Herhaalde weergave
Dit kenmerk staat u toe de weergave van een enkele track of de hele disk voortdurend te
herhalen.
Om een enkele track te herhalen drukt u eenmaal op de toets “Repeat 1”De indicator Repeat
begint op het display te knipperen. Selecteer de track die u wilt herhalen en druk dan op de toets
Play/Pause om de weergave te starten. De geselecteerde track wordt nu voortdurend herhaald
tot u de herhaalfunctie annuleert of op de toets Stop drukt.
Om de hele disk te herhalen drukt u op de toets Repeat tot de indicatoren "REPEAT ALL " op het
display verschijnen. Druk dan op de toets Play/Pause om de weergave te starten. De hele disk
wordt nu voortdurend herhaald.
Tijdens de weergave van Mp3 drukt u driemaal op de toets Repeat om de indicator "REPEAT
ALBUM" op de display te zien verschijnen. Druk daarna op de toets Play/ Pause om de
weergave indien nodig te starten. Het geselecteerde ALBUM wordt dan voortdurend herhaald.
Om de herhaalde weergave te annuleren drukt u op de toets Repeat tot de indicator REPEAT niet
langer op het display is aangegeven. De herhaalfunctie kan ook worden geannuleerd door te
drukken op de toets Stop .
DU-8
Introweergave
Druk in de weergavemodus op de toets INTRO van de afstandsbediening om de modus
introweergave te starten. INTRO verschijnt op de display en het apparaat begint met de weergave
van de eerste 10 seconden van elk nummer. Druk een tweede maal op INTRO om de GEWONE
weergave te hervatten.
Weergave in willekeurige volgorde
Druk op de toets RANDOM om de weergave van de nummers in een willekeurige volgorde te
starten. Druk een tweede maal op de toets RANDOM om de GEWONE weergave te hervatten.
EQ-instellingen
Druk op GEQ van de afstandsbediening om een EQ-modus te selecteren in de onderstaande
volgorde:
PAS KLASSIEK ROCK POP JAZZ
Geprogrammeerde weergave
De cd-speler in dit apparaat heeft een programmeerbaar geheugen met 64 sporen waarop u tot 64
tracks uit eender welke disk in de gewenste volgorde kunt programmeren. Om tracks te
programmeren moet de speler in de stopmodus zijn geschakeld. Wanneer de disk speelt drukt u
op de toets Stop om de weergave te stoppen en gaat u verder als volgt:
In de CD-modus:
1. Druk op de toets PROGRAM om naar de PROGRAMMAMODUS over te gaan.
2. Druk op de toets Skip Up of Skip Down om een track NR. te selecteren.
3. Druk op de toets PROGRAM om dat track NR. op te slaan.
4. Herhaal de stappen 2 tot 3 om nog andere nummers te programmeren.
In de Mp3-modus:
1. Druk op de toets PROGRAM om naar de PROGRAMMAMODUS over te gaan. Het ALBUM NR.
knippert.
2. Druk op de toets Skip Up of Skip Down om een album NR. te kiezen.
3. Druk opnieuw op de toets PROGRAM om een track Nr. te zien knipperen.
4. Druk op de toets Skip Up of Skip Down om deze track NR. te selecteren.
5. Druk op de toets PROGRAM om het track NR. op te slaan.
6. Herhaal de stappen 2 tot 5 om andere nummers te programmeren.
Om de geprogrammeerde nummers na te kijken drukt u op de toets program.
Om dit programma te wissen drukt u eerst op de toets Program en dan op de toets Stop, opent u
de cd-lade of schakelt u de stroom van het apparaat uit.
Het instellen van de klok
Wanneer de adapter is aangesloten en de stroom uit is geschakeld drukt u 1 secondelang op de
toets PROGRAM om de instelmodus voor de klok binnen te komen. Druk op de toets Skip Down
om het uur in te stellen en op Skip Up om de minuten in te stellen.
Druk tenslotte op de toets PROGRAM om de tijd in het geheugen op te slaan.
DU-9
Het instellen van de timer
Het apparaat kan op een ingestelde tijd automatisch worden aan- of uitgeschakeld. Schakel de
stroom uit en druk 1 secondelang op de toets Timer om de instelmodus voor de timer binnen te
komen. Druk op de toets Skip Down om het uur in te stellen en op Skip Up om de minuten
in te stellen. Druk op de toets Timer om de tijd in het geheugen op te slaan.
De inslaapmodus
Deze functie schakelt het apparaat na een bepaalde duur automatisch uit. Telkens wanneer u op
de toets Sleep drukt, verandert de inslaapduur in minuten als volgt: 90, 60, 45, 30, 15, UIT.
DOWN, P- UP, VOL- en VOL+
Deze toetsen hebben dezelfde functie als de overeenkomstige toetsen op het paneel van het
hoofdtoestel.
2. BACK/ NEXT
Deze toetsen hebben dezelfde functie als de toetsen Skip Up/ Search Forward en Skip
Down/Search Backward van het hoofdtoestel.
3. De toets INTRO
Druk in de weergavemodus op de toets INTRO om de modus introweergave te starten. Het
apparaat geeft dan de eerste 10 seconden van elk nummer weer. Druk een tweede maal op de
toets INTRO om de GEWONE weergave te hervatten.
4. De CIJFERTOETSEN 0- 9
Elk muzieknummer kan ook voor de weergave worden geselecteerd met behulp van de
cijfertoetsen 0- 9. Om muzieknummers met een getal boven de 10 te selecteren, voert u
eenvoudig achtereenvolgens beide cijfers in. Om bijvoorbeeld 15 te selecteren drukt u dus
eenvoudig op "1" en op "5", om 10 te selecteren, druk "1" en "0", om 105 te selecteren, druk "1"
en "0" en "5"
5. De toets GELUID-UIT
Om af te wisselen tussen de klankoutput aan / uit.
6. De EQ-toets
Druk op GEQ om een EQ-modus in deze volgorde te selecteren: PAS, KLASSIEK, ROCK, POP,
JAZZ.
7. De toets MONO/ ST
Om in de modus FM-golfband af te wisselen tussen MONO / STEREO.
8. De toets willekeurige volgorde
Druk op de toets RANDOM om de weergave van de nummers in een willekeurige volgorde te
starten. Druk nogmaals om de gewone weergave te hervatten.
DU-10
PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Radio
Storingen of vervormde
klank bij FM- of
AM-uitzendingen.
De indicator FM
STEREO gaat niet
branden.
AM of FM, geen klank.
Compact diskspeler
Cd-speler geeft cd niet
weer.
Cd verspringt tijdens de
weergave.
Wanneer u er niet in slaagt een probleem met behulp van het hoofdstuk Problemen
oplossen (zie boven) te verhelpen, drukt u op de toets reset op de linkerzijde van het
toestel. Hierdoor stelt u alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen, waardoor
alle instellingen van de gebruiker worden gewist.
Niet goed op de zender
afgestemd in AM of FM.
FM: stokantenne is niet
uitgetrokken.
AM: staafantenne is niet
goed gepositioneerd.
De schakelaar BAND is
geschakeld naar de
stand
FM.
De functieschakelaar is
niet naar RADIO
geschakeld.
Volume op het minimum. Verhoog het volume.
Functieschakelaar is niet
naar CD geschakeld.
Geen cd ingezet of cd
verkeerd ingezet.
Disk is vuil of gekrast. Veeg disk schoon met een doek
DU-11
Stem opnieuw af op de AM- of
FM-zender.
Trek de FM-stokantenne volledig
uit.
Draai het toestel tot u de beste
ontvangst bekomt.
Schakel de schakelaar BAND
naar de stand FM ST.
Schakel de functieschakelaar
naar RADIO.
Schakel de functieschakelaar
naar CD.
Zet een cd in met de labelzijde
naar boven gericht.
Stroomvereisten: Wisselstroom 230 V, 50 Hz
Max. Stroomverbruik: 20 W
Afmetingen hoofdtoestel: 375 (L) x 198 (B) x 133 (H) mm
Gewicht hoofdtoestel: 2,0 kg
AFSTANDSBEDIENING
Stroomvereisten: Gelijkstroom: 12 V (8 X 1,5 V batterijen van het type "AAA")
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande berichtgeving worden
gewijzigd.
DU-12
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.