Aeg S 75348 KG, S 75388 KG, S 75348 KG8, S 75388 KG8, S 75388 KG User manual

...
S 75348 KG
S 75388 KG S 75348 KG8 S 75388 KG8
Koel/vriescombinatie
Réfrigérateur congélateur
Gebruiksaanwijzing
Mode d’emploi
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
200371891
2
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze gebruiksaan­wijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aan­wijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2.…
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieu­vriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze serv­ice-afdeling.
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook tij­dens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u van harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten, gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier. Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
3
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid..................................................................5
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ........................................................................5
Veiligheid van kinderen ...............................................................................................................6
Vóór het in gebruik nemen .......................................................................................................6
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan..................................................................................6
Installeren van het apparaat...................................................................................................7
Vervoer, uitpakken .........................................................................................................................7
Reiniging ..........................................................................................................................................7
De plaatsing van het apparaat .............................................................................................8
Draairichting deur veranderen .............................................................................................10
Aanwijzingen voor de gebruiker..........................................................................................12
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen.............................................12
Bedieningspaneel en indicatielampjes koelkast ...........................................................13
Instelknoppen temperatuur ....................................................................................................13
Temperatuurindicatie.................................................................................................................13
Opatarten de temperatuur instellen....................................................................................14
COOLMATIC...................................................................................................................................14
Vakantiestand...............................................................................................................................15
Gebruik van het koelapparaat..............................................................................................15
Interieur........................................................................................................................................16
Legplateaus...................................................................................................................................16
Lade ................................................................................................................................................16
Bewaren in de koelruimte......................................................................................................17
Bewaartijden en temperaturen ..............................................................................................17
Bedieningspaneel en indicatielampjes diepvries..........................................................18
Instelknoppen temperatuur ....................................................................................................18
Temperatuurindicatie.................................................................................................................19
Opstarten de temperatuur instellen.....................................................................................19
FROSTMATIC..................................................................................................................................19
4
Resetknop alarm.........................................................................................................................20
Het apparaat iutschakelen.......................................................................................................20
Invriezen en bewaren van diepvriesproducten...............................................................21
Opbergen in de vrieskast .......................................................................................................22
IJsblokjes maken .........................................................................................................................22
Enkele nuttige tips en adviezen ..........................................................................................23
Tips...................................................................................................................................................24
Energie besparen.........................................................................................................................24
Het apparaat en het milieu.....................................................................................................24
Onderhoud...................................................................................................................................25
Ontdooien.....................................................................................................................................25
Regelmatige reiniging..............................................................................................................26
Reiniging binnen het apparaat ..............................................................................................26
Reiniging buiten het apparaat ...............................................................................................26
Als iets niet werkt.....................................................................................................................27
Lamp vervangen..........................................................................................................................29
Elektrische aansluiting............................................................................................................29
Bewaartijdentabel (1)..............................................................................................................30
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren...................................................................30
Bewaartijdentabel (2) ..............................................................................................................31
Diepvriesproducten bewaren...................................................................................................31
Waarborgvoorwaarden.............................................................................................................32
5
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. vol­gende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd span­ningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van
diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorw­erpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de ver­lichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorza­ken.
6
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren wor­den, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fab­rikant van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarm­ingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat
bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte
bewaren. Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij
verstopping van het afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan ver­stikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met ver­minderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per­soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per­soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zon­der toezicht in de buurt van het apparaat.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan lucht-
circulatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij.
7
Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ont­dooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door
de fabrikant worden geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder de plakband en andere voorwerpen waarmee de losse onderdelen aan de binnenkant van het apparaat zijn bevestigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat met lauw water en een kleine hoeveelheid afwasmiddel. Gebruik een zachte doek.
Wrijf de binnenkant na het schoonmaken droog.
8
De plaatsing van het apparaat
De temperatuur van de omgeving heeft een invloed op het energieverbruik en op de optimale functie van het apparaat.
Let u bij de plaatsing erop, dat het apparaat tussen de twee, zich tot de ver­schillende klimaatklassen op het typeplaatje behorende temperatuurgrenzen gebruikt moest worden.
Indien de omgevingstemperatuur onder de onderste grens valt, kan de tem­peratuur binnen het apparaat hoger zijn dan de voorgeschreven temperatu­ur.
Indien de omgevingstemperatuur boven de bovenste grens stijgt, moet de compressor meer werken, de automatische ontdooiing wordt problematisch en de temperatuur binnen het apparaat en het energieverbruik sti­jgen.
Monteert u de afstandhouders in het tasje van de onderdelen naar de achterste hoeken van het appa­raat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de afstandhouders onder de schroeven, dan trekt u de schroeven.
Let u erop dat het apparaat water­pas staat. Dit kunt u met hulp van de twee regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige plaats, plat tegen de kachel of het fornuis.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Indien u voor het apparaat geen andere plaats kunt vinden en het toch naast het fornuis moet worden gesteld, dan let u op de volgende minimale afstanden:
Indien er in het geval van gas- of elektrisch fornuis een afstand van 3 cm of minder ter beschikking staat, dan moet u een 0,5 - 1 cm dikke, niet brandbare iso­latieplaat tussen de twee appa­raten stellen.
In het geval van olie- of kolenkachel moet de afstand 30 cm zijn, omdat de warmteafgifte ervan groter is.
Het apparaat werkt ook optimaal als u het direct naar de muur stelt, zodat het de muur aanraakt.
Bij de stelling van de koelkast moet u de minimale afstanden volgens de afbeelding houden:
A: stelling onder een kast B: stelling vrij staand
9
10
Draairichting deur veranderen
Indien gewenst kan de draairichting van de deur worden gewijzigd van rechts naar links.
Standaard worden de apparaten geleverd met een naar rechts draaiende deur. Houd u voor het veranderen van de draairichting aan de volgende uitleg en
afbeeldingen:
1. Roep voor het uitvoeren van de onderstaande
werkzaamheden de hulp van iemand anders in, zodat deze de deuren kan vasthouden tij­dens het uitvoeren van de werkzaamheden.
2. Haal de stekker van het apparaat uit het stop­contact.
3. Open de deuren en demonteer het dubbele deurscharnier (a,b) door de schroeven (2 stuks, c) te verwijderen. (Zie afbeelding 2.)
4. Verwijder het dubbele deurscharnier (a,b,c) door dit geleidelijk uit de behuizing te verwi­jderen, terwijl beide deuren iets worden gekanteld. Vergeet niet de kunststof onder­legring (b) onder het scharnier te verwi­jderen. (Zie afbeeldingÊ2.)
5. Verwijder de koelkastdeur door deze iets omlaag te bewegen.
6. Verwijder de diepvriesdeur door deze iets omhoog te bewegen.
7. Schroef de bovenste scharnierbout (d) van de koelkast los en schroef deze vervolgens aan de andere kant weer vast. (Zie afbeelding 1.)
8. Verwijder het inzetstuk (e) met een schroevendraaier. (Zie afbeelding 4.)
9. Demonteer de onderste scharnierbout (f) en de bijbehorende onderlegring (h) en monteer deze aan de andere kant. (Zie afbeelding 4.)
10. Plaats het inzetstuk (e) aan de andere kant terug.
11. Verwijder de dekselnagels (3 stuks, n,k) van de dubbele deurhouder aan de linkerkant en breng deze over naar de andere kant. (Zie afbeelding 2.)
12. Verwijder de pluggen (t,z) uit beide deuren. (Zie afbeelding 3.)
11
13. Verwijder de deursluitingen (u,v) door de schroef (s) los te draaien.
14. Schroef de bovenste handgreepbeugel los van de handgreepstang (1). Schroef de onderste handgreepbeugel los van de deur (2). Schroef de bovenste handgreepbeugel los van de deur (3) en schroef deze rechts onderaan de deur vast (4). (Zie afbeelding 5.)
15. Draai de handgreepbeugel met de hand­greepstang 180° en schroef deze vast aan de deur (5) en de gemonteerde handgreep­beugel (6). (Zie afbeelding 5.) Draai de schroef niet te vast (max. 2 Nm) omdat de deurgrepen hierdoor beschadigd kunnen raken.
16. Plaats de deursluitingen (u,v) aan de andere kant van de deur terug en bevestig deze door de schroef (s) vast te draaien.
17. Breng de pluggen (t,z) over naar de andere kant.
18. Plaats de bout van het dubbele deurscharnier (m) in het linkerboorgat van de diepvriesdeur. (Zie afbeelding 2.)
19. Monteer de diepvriesdeur op de onderste scharnierbout (f). (Zie afbeelding 4.)
20. Monteer de koelkastdeur op de bovenste scharnierbout (d). Vervolgens moeten beide deuren licht worden gekanteld om de bout van het dubbele deurscharnier (m) in het linkerboorgat van de koelkastdeur te mon­teren.
21. Open beide deuren en bevestig het dubbele deurscharnier aan de linkerkant met de schroeven (2 stuks, c). Vergeet niet de kunst­stof onderlegring (b) onder het scharnier te plaatsen. Zorg ervoor dat de ran­den van de deur parallel lopen aan de randen van de behuizing.
22. Zet op het apparaat op de gewenste plaats, stel het apparaat waterpas en sluit de stroomtoevoer weer aan.
Wanneer u de bovenstaande handelingen liever niet zelf uitvoert, kunt u con­tact opnemen met de dichtstbijzijnde erkende onderhoudsdienst. Wanneer de draairichting van de deur door een monteur moet worden veranderd, brengt dit wel kosten met zich mee.
12
Aanwijzingen voor de gebruiker
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
A - Koelapparaat B - Vriesapparaat
1. Dak met de schakelaars en met seininrichting
2. Verlichting
3. Glazen rekken
4. Draadrek voor flessen
5. Vriesvlak
6. Dooiwaterafvoergootje
7. Glazen rek
8. Korf
9. Typeplaatje
10. Luchtrooster
11. Bewaarruimte met korf
12. Invriesruimte met korf
13. Onderste rooster
14. Stelvoeten
15. Deur van de boterhouder
16. Eierdopje
17. Deurrek
18. Deurrubber
19. Flessenhouder
20. Klinken
21. Ijslade
22. Condensor
23. Dooiwaterafvoergootje
24. Afstandhouder
25. Dampblad
26. Compressor
27. Kogellagers
S 75388 KG
13
Bedieningspaneel en indicatielampjes koelkast
A. knop AAN/UIT B. temperatuurinstelknop (voor
hogere temperaturen) C. temperatuurindicatie D. temperatuurinstelknop (voor
lagere temperaturen) E. indicatielampje 'COOLMATIC'
ingeschakeld (geel) F. knop COOLMATIC
Instelknoppen temperatuur
De temperatuur wordt ingesteld met de knoppen (B) en (D). Deze knoppen zijn
aangesloten op de temperatuurindicatie.
De temperatuurindicatie schakelt over tussen de weergave van de DAADW­ERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie is verlicht) en de weergave van de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert) door op een van de twee knoppen, (B) of (D), te drukken.
Steeds wanneer op een van deze beide knoppen wordt gedrukt, wordt de GEWENSTE temperatuur met 1 °C aangepast. De GEWENSTE temperatuur moet binnen 24 uur zijn bereikt.
Als geen van beide knoppen wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindi-
catie na circa 5 seconden automatisch terug naar de weergave van de DAAD-
WERKELIJKE temperatuur.
GEWENSTE temperatuur:
De temperatuur die voor de binnenzijde van de koelkast is geselecteerd. De
GEWENSTE temperatuur wordt aangegeven door een knipperend getal.
DAADWERKELIJKE temperatuur:
De temperatuurindicatie geeft de actuele temperatuur binnen in de koelkast
weer.
De DAADWERKELIJKE temperatuur wordt aangegeven door een verlicht getal.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan verschillende informatie omtrent de koelkast
(DAADWERKELIJKE temperatuur) aangeven.
Tijdens normaal bedrijf wordt de actuele temperatuur binnen in de koelka­st (DAADWERKELIJKE temperatuur) weergegeven.
14
Als de temperatuur wordt ingesteld geeft een knipperende indicatie de momenteel ingestelde koelkasttemperatuur aan (GEWENSTE temperatuur).
Opstarten de temperatuur instellen
1. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
2. Druk op de knop (A). De apparaten worden ingeschakeld.
3. Druk op de knop (B) of (D). De temperatuurindicatie schakelt over en de momenteel ingestelde, GEWENSTE temperatuur knippert in de temperatu­urindicatie.
4. Stel de gewenste temperatuur in door op de knoppen (B) of (D) te drukken (zie het gedeelte "Instelknoppen temperatuur"). De gewijzigde instelling wordt onmiddellijk weergegeven in de temperatuurindicatie. Steeds wanneer de knop wordt ingedrukt, wordt de temperatuur met 1 °C aangepast.
Vanuit het oogpunt van het veilig bewaren van voedsel moet +5 °C worden beschouwd als voldoende koud om voedsel op te slaan in de koelkast.
5. Wanneer de gewenste temperatuur is ingesteld, keert na circa 5 seconden de temperatuurindicatie terug naar de weergave van de DAADWERKELIJKE tem­peratuur binnen in de koelkast. Het weergegeven getal knippert niet meer, maar brandt continu.
Informatie! Als de instelling wordt gewijzigd, start de compressor niet onmid­dellijk wanneer het automatisch ontdooien momenteel plaatsvindt. Aangezien de bewaartemperatuur binnen in de koelkast snel wordt bereikt, kunt u onmiddellijk na het inschakelen voedsel in de koelkast opslaan.
COOLMATIC
De functie COOLMATIC is geschikt voor het snel koelen van grote hoeveelhe­den levensmiddelen in de koelkast.
1. De functie COOLMATIC wordt ingeschakeld door op de knop COOLMATIC (F) te drukken.
Het gele lampje (E) gaat branden. De functie COOLMATIC staat nu garant voor intensief koelen. Er wordt
automatisch een GEWENSTE temperatuur van +2 °C geselecteerd. De functie COOLMATIC wordt na 6 uur automatisch uitgeschakeld.
2. De functie COOLMATIC kan op ieder gewenst moment handmatig worden uit­geschakeld door opnieuw op de knop COOLMATIC te drukken. Het gele lamp­je gaat uit.
15
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte, maar laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen, daarom is een goede ver­pakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie, noodzake­lijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes behouden en blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers.
Vakantiestand
De vakantiestand stelt de temperatuur in op +15°C. Deze functie stelt u in staat de koelkast dicht en leeg te houden gedurende een lange vakantieperi­ode (bijvoorbeeld tijdens de zomervakantie), zonder dat er een onaangename geur in het apparaat ontstaat.
1. Om de vakantiestand in te schakelen drukt u op de knop (B).
2. Druk meerdere keren op de knop (B) tot de letter "H" (voor holiday ofwel vakantie) in de temperatuurindicatie wordt weergegeven. De temperatu­urindicatie kan de weergegeven temperatuur aanpassen tot +8°C, met 1° per keer. De indicatie 8°C wordt gevolgd door de letter “H”. De vakantiestand en energiebesparende modus voor de koelkast zijn nu ingeschakeld.
Als de vakantiestand is ingeschakeld, moet het koelkastgedeelte leeg zijn.
16
Interieur
Legplateaus
Het legvlak boven de groente-/fruit­bak moet in de onderste geleiders liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legplateaus zijn in hoogte verstelbaar:
1. Legplateau naar voren trekken, tot het kan worden losgenomen.
2. Legplateau op een andere hoogte plaatsen.
Lade
De lade is geschikt voor het bewaren van groenten en fruit.
De lade kan worden ingedeeld in 2 variabele delen, zodat de levensmid­delen gescheiden bewaard kunnen worden.
17
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding:
1 gebak, kant-en-klare pro-
ducten, levensmiddelen in schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2 melk, zuivelproducten, levens-
middelen in schaaltjes 3 fruit, groenten 4 kaas, boter 5 eieren 6 yoghurt, zure room 7 kleine flessen, frisdrank 8 grote flessen, dranken
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden. De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van
de versheid en de behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ontdooien) in de koelkast bewaard worden.
S 75388 KG
18
Bedieningspaneel en indicatielampjes diepvries
G. indicatielampje FROSTMATIC
ingeschakeld (geel) H. knop FROSTMATIC I. temperatuurinstelknop (voor
hogere temperaturen) J. temperatuurindicatie K. temperatuurinstelknop (voor lagere temperaturen) L. resetknop alarm M.waarschuwingslampje
Instelknoppen temperatuur
De temperatuur wordt ingesteld met de knoppen (I) en (K). Deze knoppen zijn
aangesloten op de temperatuurindicatie (J).
De temperatuurindicatie schakelt over tussen de weergave van de DAADW­ERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie is verlicht) en de weergave van de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert) door op een van de twee knoppen, (I) of (K), te drukken.
Steeds wanneer op een van deze beide knoppen wordt gedrukt, wordt de GEWENSTE temperatuur met 1 °C aangepast. De GEWENSTE temperatuur moet binnen 24 uur zijn bereikt.
Als geen van beide knoppen wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindi-
catie na circa 5 seconden automatisch terug naar de weergave van de DAAD-
WERKELIJKE temperatuur.
GEWENSTE temperatuur:
De temperatuur die voor de binnenzijde van de diepvries is geselecteerd. De
GEWENSTE temperatuur wordt aangegeven door een knipperend getal.
De temperatuurindicatie geeft de actuele temperatuur binnen in de diepvries
weer.
De DAADWERKELIJKE temperatuur wordt aangegeven door een verlicht getal.
19
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan verschillende soorten informatie weergeven.
Tijdens normaal bedrijf wordt de actuele temperatuur binnen in de diepvries (DAADWERKELIJKE temperatuur) weergegeven.
Als de temperatuur wordt ingesteld geeft een knipperende indicatie de momenteel ingestelde diepvriestemperatuur aan (GEWENSTE temperatu­ur).
Opstarten de temperatuur instellen
1. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
2. Druk op de knop (A). Het waarschuwingslampje (M) knippert tot de juiste temperatuur is bereikt. Het alarmsignaal klinkt.
3. Druk op de knop (L) om het alarmsignaal te stoppen.
4. Druk op de knop (I) of (K). De temperatuurindicatie schakelt over en de momenteel ingestelde, GEWENSTE temperatuur knippert in de temperatu­urindicatie.
5. Stel de gewenste temperatuur in door op de knoppen (I) of (K) te drukken (zie het gedeelte "Instelknoppen temperatuur"). De gewijzigde instelling wordt onmiddellijk weergegeven in de temperatuurindicatie. Steeds wanneer de knop wordt ingedrukt, wordt de temperatuur met 1 °C aangepast.
Vanuit het oogpunt van het veilig bewaren van voedsel moet -18 °C worden beschouwd als voldoende koud om voedsel op te slaan in de diepvries.
FROSTMATIC
De functie FROSTMATIC versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt reeds ingevroren voedsel tegelijkertijd tegen ongewenst opwarmen.
1. De functie FROSTMATIC wordt ingeschakeld door op de knop FROSTMATIC (H) te drukken.
Het gele lampje (G) gaat branden. Als de functie FROSTMATIC niet handmatig wordt uitgeschakeld, schakelt het
apparaat de functie FROSTMATIC zelf uit na ongeveer 52 uur. Het gele lamp­je gaat uit.
2. De functie FROSTMATIC kan op ieder gewenst moment handmatig worden uit­geschakeld door opnieuw op de knop FROSTMATIC te drukken. Het gele lam­pje gaat uit.
20
Resetknop alarm
Bij een abnormale temperatuurstijging binnen in de vriezer (bijvoorbeeld bij een stroomstoring) begint het waarschuwingslampje (M) te knipperen en klinkt er een alarmsignaal. Druk op de resetknop voor het alarm (L) om het alarmsignaal te stoppen, terwijl het waarschuwingslampje blijft knipperen.
Het alarmsignaal stopt automatisch wanneer de temperatuur weer normaal is; het waarschuwingslampje (M) blijft in dit geval nog wel knipperen. Als we de resetknop voor het alarm (L) indrukken gaat het waarschuwingslampje uit en toont de indicatie tegelijkertijd gedurende circa 5 seconden de hoogst bereikte temperatuur in het diepvriesgedeelte.
Het apparaat uitschakelen
Houd de knop (A) ingedrukt om het apparaat uit te schakelen. Ga als volgt te werk wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Haal de stekker uit het stopcontact of verwijder de betreffende zekering.
3. Ontdooi het diepvriesgedeelte en maak het apparaat grondig schoon (zie het gedeelte "Schoonmaken en onderhoud").
4. Vergeet tot slot niet de deuren open te laten om te voorkomen dat er onaan­gename geuren in het apparaat ontstaan.
21
Invriezen en bewaren van diepvriespro­ducten
U kunt uw diepvriezer gebruiken om zelf verse etenswaren in te vriezen.
Belangrijk!
De temperatuur in het vriesvak moet minimaal 18 °C zijn voordat etenswaren kunnen worden ingevroren.
Let op de aangegeven hoeveelheid die wordt vermeld op het typeplaatje. De invriescapaciteit is de maximale hoeveelheid verse etenswaren die in een periode van 24 uur kan worden ingevroren. Wanneer u meerdere dagen achtereen etenswaren wilt invriezen, houdt dan een maximale capaciteit van niet meer dan 2/3 - 3/4 van de capaciteit als vermeld op het typeplaat­je aan. De kwaliteit van de etenswaren bliijft het best behouden wanneer deze zo snel mogelijk volledig ingevroren worden.
Laat warme etenswaren eerst afkoelen voordat u deze invriest. De warmte veroorzaakt meer ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
Let op de maximale bewaartijden, zoals door de fabrikant opgegeven. Ontdooid voedsel dat niet verder bewerkt is (bereid tot een maaltijd) mag
in geen geval opnieuw worden ingevroren. Verpakkingen met ontvlambare gassen of vloeistoffen kunnen bij lage tem-
peraturen gaan lekken. Dit veroorzaakt explosiegevaar! Bewaar geen ver­pakkingen met ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen, nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in het apparaat.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte geplaatst worden. Deze kunnen openbarsten wanneer de inhoud bevriest, koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs ontploffen!
Bewaar nooit limonade, sap, bier, wijn, mousserende wijn enz. in de vries­ruimte. Uitzondering: sterke drank met een hoog alcoholpercentage kan wel in de vriesruimte bewaard worden.
Alle etenswaren moeten voor het invriezen luchtdicht verpakt worden; dit voorkomt uitdroging en smaakverlies, bovendien kunnen ze geen smaak op andere diepvriesproducten afgeven.
Waarschuwing! Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
1. Schakel voor het sneller invriezen van producten of om de maximale toeges­tane hoeveelheid in te vriezen, 12 uur van tevoren de omgevingsschakelaar uit zonder de thermostaatinstelling te veranderen.
2. Plaats de in te vriezen producten in de bovenste lade.
3. De deur niet vaker openen open laten staan dan strikt noodzakelijk.
Loading...
+ 47 hidden pages