AEG HKP 95510 FB User Manual [nl]

NL Gebruiksaanwijzing 2
Kookplaat
FR Notice d'utilisation 27
Table de cuisson
DE Benutzerinformation 54
Kochfeld
HKP95510FB
www.aeg.com
2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................... 9
5. FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE....................................................................... 13
6. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 17
7. ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................................. 19
8. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................................ 20
9. MONTAGE ..............................................................................................................23
10. TECHNISCHE INFORMATIE................................................................................25
11. ENERGIEZUINIGHEID.......................................................................................... 26
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf
8 jaar en ouder en door personen met beperkingen, mits ze zijn voorgelicht over het veilige gebruik van het apparaat en de potentiële gevaren en/of ze onder toezicht staan.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
NEDERLANDS
3
1.2

Algemene veiligheid

Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
4
www.aeg.com
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 installatie

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt
• Als het apparaat geïnstalleerd is
• De onderkant van het apparaat kan
• Zorg ervoor dat er een
dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie.
heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt.
ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte.
NEDERLANDS
5
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie­apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
6
www.aeg.com
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.

2.4 Onderhoud en reiniging

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

2.5 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.

2.6 Servicedienst

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3 2
1
1
1
1213
7 82 3 41
14 11
5
910
6

3.1 Indeling kookplaat

Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
Flexibele inductiekookzone bestaat
3
uit vier delen

3.2 Indeling Bedieningspaneel

NEDERLANDS 7
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip­toets
1
2
3
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
6
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
7
8
Functie Opmerking
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
Toetsblokkering / Het kin­derslot
ProCook De functie in- en uitschakelen.
FlexiBridge Om over te schakelen tussen drie modi van
kookzones
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uit-
Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen.
de functie.
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
schakelen.
www.aeg.com8
Tip­toets
9
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
11
12
13
- Bedieningsstrip Het instellen van de warmteinstelling voor
14
Functie Opmerking
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
- Kookzone selecteren:
- De tijd verlengen of verkorten.
/

3.3 Kookstanddisplays

Weergave Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
de flexibele inductiekookzone.
+ cijfer
/ /
/ /
Er is een storing.
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met ko­ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
ProCook -functie is in werking.
NEDERLANDS
9
3.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan.

4. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 In- of uitschakelen

Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.

4.2 Automatisch uitschakelen

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd
branden en wordt de
gaat kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen.
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha­keld na
, 1 - 3
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
6 uur

4.3 De kookstand

Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.

4.4 Aanduiding kookzone

De horizontale lijn toont de maximale maat van het kookgerei. De onderbreking in de horizontale lijn toont de minimale diameter van het kookgerei.
min.
max.
10
www.aeg.com

4.7 Timer

Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.

4.5 Automatisch opwarmen

Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak
Raak meteen de juiste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
aan ( gaat aan).

4.6 Powerfunctie

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met
van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met
Raak of aan. De functie uitschakelen: stel de kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak aan.
CountUp Timer (De timer met optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer aan.
van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De display
. Het indicatielampje
gaat aan. Als het lampje
.
NEDERLANDS
11
schakelt tussen en getelde tijd (minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt:selecteer de kookzone
. Het indicatielampje van de
met kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt.
De functie uitschakelen:stel de kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak aan. Raak
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
of van de timer aan om de
De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones.

4.8 STOP+GO

Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan.

4.9 Toetsblokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook.

4.10 Het kinderslot

Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de kookplaat in met kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met . Om de functie uit te schakelen: schakel de kookplaat in met kookstand in. Raak
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
.
met
De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in werking.
. Stel geen
. Stel geen
4 seconden aan.

4.11 OffSound Control (De geluiden in- en uitschakelen)

Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
• Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
www.aeg.com12
Als de functie op staat, kunt u de geluiden alleen horen als:
• u aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden komt
• u iets op het bedieningspaneel plaatst.

4.12 Vermogensbeheer-functie

• De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus.
Voor de meeste afzuigkappen wordt het afstandsbedieniningssysteem uitgeschakeld. Inschakelen voordat u de functie gebruikt. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding van de afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 – H6 om de functie automatisch te bedienen. De kookplaat is oorspronkelijk ingesteld op H5. De afzuigkap reageert als u de kookplaat bedient. De kookplaat herkent de temperatuur van de pannen automatisch en stelt de snelheid van de ventilator erop af.
Automatische modi
Automa-
tische verlich­ting
ModusH0Uit Uit Uit
ModusH1Aan Uit Uit
Koken
Bak-
1)
2)
ken

4.13 Hob²Hood

Het is een geavanceerde automatische functie die de kookplaat op een speciale afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat als de afzuigkap heeft een infraroodontvanger. De snelheid van de ventilator wordt automatisch bepaald op basis van de modusinstelling en de temperatuur van de heetste pan op de kookplaat. U kunt de ventilator van de kookplaat handmatig bedienen.
Modus H2
ModusH3Aan Uit Ventila-
ModusH4Aan Ventila-
ModusH5Aan Ventila-
Aan Ventila-
3)
torsnel­heid 1
torsnel­heid 1
torsnel­heid 1
Ventila­torsnel­heid 1
torsnel­heid 1
Ventila­torsnel­heid 1
Ventila­torsnel­heid 2
Automa-
tische verlich­ting
ModusH6Aan Ventila-
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en ac-
tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en acti-
veert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de ver-
lichting en reageert niet op de temperatuur.
Koken
torsnel­heid 2
1)
Bak-
2)
ken
Ventila­torsnel­heid 3
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit
3. Raak
3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot aan
gaat.
5. Raak
van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus van de functie uit om de kookplaat direct te bedienen op het kookplaatpaneel.
NEDERLANDS 13
De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
U kunt de functie ook handmatig bedienen. Raak daartoe aan als de
kookplaat actief is. Dit schakelt de automatische bediening van de functie uit zodat u de ventilatorsnelheid
handmatig kunt veranderen. Als u op drukt, wordt de ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als u een intensief niveau
bereikt en weer op
drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de afzuigkapventilator uitschakelt. Om de ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, raakt u aan.
Schakel de kookplaat uit en weer aan om de automatische bediening van de functie te activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de verlichting automatisch te activeren als u de kookplaat aan zet. Zet daarvoor de automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de afzuigkap gaat uit 2 minuten nadat u de kookplaat heeft uitgeschakeld.
Als u stopt met koken en de kookplaat uitschakelt, kan de ventilator nog even blijven werken. Daarna schakelt het systeem de ventilator automatisch uit en wordt voorkomen dat u de ventilator per ongeluk de komende 30 seconden activeert.

5. FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 FlexiBridge functie

De flexibele inductiekookzone bestaat uit vier gedeelten. De gedeelten kan men combineren in twee kookzones van verschillende grootte, of in één groot
100-160mm
> 160 mm
14
www.aeg.com
kookgebied. U kiest de combinaties van de gedeelten door het kiezen van de modus die overeenstemt met de omvang van het kookgerei dat u wilt gebruiken. Er zijn drie modi: standaard (schakelt automatisch in als u de kookplaat inschakelt), Big Bridge en Max Bridge.
Gebruik de twee bedieningsbalken aan de linkerkant om de kookstand in te stellen.
Schakelen tussen de modi
Gebruik het sensorveld om te schakelen tussen de modi: .
Plaats kookgerei met een bodem groter dan 160 mm diameter centraal tussen twee gedeelten.
Als u tussen de modi schakelt dan wordt de warmte-instelling teruggezet op0.
Diameter en positie van het kookgerei
Kies de modus die overeenstemt met de vorm en de omvang van het kookgerei. Het kookgerei dient het gekozen gedeelte zoveel mogelijk te bedekken. Plaats het kookgerei centraal op het gekozen gedeelte!
Plaats kookgerei met een bodem kleiner dan 160 mm diameter centraal op een één deel van de kookzone.

5.2 FlexiBridge Standaardmodus

Deze modus is actief als u de kookplaat inschakelt. Het brengt de gedeelten samen in twee afzonderlijke kookzones. U kunt de kookstand instellen voor elke zone afzonderlijk.Gebruik de twee bedieningsbalken aan de linkerkant.Gebruik de knoppen voor de twee linker zones.
Juiste positie voor kookgerei:
Onjuiste positie kookgerei:
Onjuiste positie kookgerei:
NEDERLANDS
15
5.3 FlexiBridge Big Bridge-
modus (grote overbrugging)
Druk om deze modus te activeren op tot u de juiste indicatie van de modus ziet. Deze modus brengt drie achterste gedeelten samen in één kookzone. Het eerste gedeelte is niet aangesloten en werkt als een aparte kookzone. U kunt de warmte voor elke zone apart instellen. Gebruik de twee bedieningsbalken aan de linkerkant.Gebruik de knoppen voor de twee linker zones.
Juiste positie voor kookgerei:
Als u deze modus gebruikt dan moet u het kookgerei op de drie samengebrachte gedeelten plaatsen.Als u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan
drie gedeelten, geeft het display en schakelt de zone na 2 minuten uit.
weer

5.4 FlexiBridge Max Bridge mode (Maximale overbrugging)

Druk om deze modus te activeren op tot u de juiste indicatie van de modus ziet. Deze modus brengt alle gedeelten samen in één kookzone. Gebruik de twee bedieningsbalken aan de linkerkant om de kookstand in te stellen.
Juiste positie voor kookgerei:
Als u deze modus gebruikt dan moet u het kookgerei op de vier samengebrachte gedeelten plaatsen.Als u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan
drie gedeelten, geeft het display en schakelt de zone na 2 minuten uit.
weer
16
www.aeg.com
Onjuiste positie kookgerei:

5.5 ProCook-functie

Deze functie maakt het u mogelijk de temperatuur aan te passen door het kookgerei naar een andere positie op de inductiekookzone te bewegen.
De functie verdeelt de inductiekookzone in drie zones met verschillende warmte­instellingen. De kookplaat detecteert de positie van het kookgerei en stelt in overeenstemming met de positie de warmte in. U kunt het kookgerei in de voorste, de middelste of de achterste positie zetten. Als u het kookgerei in de voorste positie plaatst, krijgt u de hoogste kookstand. U kunt de warmte­instelling verlagen door het kookgerei naar de middelste of de achterste positie te bewegen.
Gebruik maar één pot als u met deze functie werkt.
Algemene informatie:
• de minimale bodemdiameter van het kookgerei moet voor deze functie 160 mm zijn.
• Het display van de warmte-instelling voor de bedieningsstrip linksachter geeft de positie van het kookgerei op
de inductiekookzone weer. Voor , midden
• Display van de warmte-instelling voor de bedieningsstrip linksachter geeft de warme-instelling weer. Gebruik de
bedieningsstrip linksvoor om de warmte-instelling te wijzigen.
• Als u de functie voor het eerst activeert, krijgt u een warmte-
instelling voor de voorste positie,
voor de middelste positie en
voor de achterste positie.
, achter .
U kunt de warmte-instelling voor elke positie afzonderlijk wijzigen. De kookplaat zal uw warmte-instellingen
NEDERLANDS
17
onthouden voor de volgende keer dat u de functie activeert.
De functie inschakelen
Plaats om de functie te activeren het kookgerei in de juiste positie op de
kookzone. Tik op . Het lampje boven het symbool gaat aan. Als u geen kookgerei op de kookzone plaatst, gaat
aan en na 2 minuten wordt de

6. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Kookgerei

Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• een beetje water op een zone met de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei.
De afdruk op de flexibele inductiekookzone kan vies worden of van kleur veranderen door schuivende pannen. U kunt de zone op de normale manier schoonmaken.
flexibele inductiekookzone ingesteld op
.
De functie uitschakelen
Druk op om de functie uit te schakelen of zet de warmte-instelling op
. Het lampje boven het symbool
gaat uit.
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.

6.2 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken.
www.aeg.com18

6.3 Öko Timer (Eco-timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende

6.4 Voorbeelden van kooktoepassingen

tabel dienen slechts als richtlijn.
De relatie tussen het stroomverbruik van de kookstand en de kookzone is niet
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
- 1
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
Bereide gerechten warmhou­den.
ter, chocolade, gelatine.
gebakken eieren.
van rijst en gerechten op melk­basis, reeds bereide gerechten opwarmen.
vlees.
heden voedsel, stoofschotels en soepen.
cordon bleu van kalfsvlees, ko­teletten, rissoles, worstjes, le­ver, roux, eieren, pannenkoe­ken, donuts.
gebakken aardappelen, len­denbiefstukken, steaks.
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is ge­activeerd.
zoals nodig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Met deksel bereiden.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
zoals nodig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
veel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het be­reiden tussendoor roeren.
voegen.
750 g aardappelen.
diënten.
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
omdraaien.
NEDERLANDS
19
6.5 Praktische tips voor de
functie Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de functie:
• Bescherm het afzuigkappaneel tegen direct zonlicht.
• Breng geen halogeenverlichting aan in het afzuigkappaneel.
• Dek het afzuigkappaneel niet af.
• Onderbreek het signaal tussen de kookplaat en de afzuigkap niet (bijvoorbeeld met een hand of een handgreep van een pan). Zie de afbeelding. Afzuigkap is slechts een
voorbeeld.
Het kan gebeuren dat andere op afstand bediende apparaten het signaal blokkeren. Bedien om dit te voorkomen de afstandsbediening van het apparaat en de kookplaat niet tegelijkertijd.
Afzuigkappen met de Hob²Hood functie
Zie de consumentenwebsite voor de volledige reeks afzuigkappen die met deze functie werken. De AEG­afzuigkappen die met deze functie
werken moeten het symbool hebben.

7. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.

7.2 De kookplaat schoonmaken

Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
www.aeg.com20

8. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Wat moet u doen als…

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in­schakelen of bedienen.
De zekering is doorgesla-
Schakel de kookplaat op-
U hebt twee of meer tiptoet-
STOP+GO-functie is in werk-
Er ligt water of vetspatten
Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uit­geschakeld. Er weerklinkt een geluidssig­naal als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
De restwarmte-indicator gaat niet aan.
Hob²Hood-functie werkt niet.
De kookplaat is niet aange­sloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd.
gen.
sen tegelijk aangeraakt.
ing.
op het bedieningspaneel.
U hebt een of meer tiptoet­sen afgedekt.
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is be­diend.
U dekt het bedieningspa­neel af.
Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aan­sluitdiagram.
Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installa­teur.
nieuw in en stel de kook­stand binnen 10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets te­gelijk aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Reinig het bedieningspa­neel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen.
Verwijder het object van de tiptoets.
Als de kookzone lang ge­noeg in werking is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klanten­service.
Verwijder het voorwerp van het bedieningspaneel.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De automatische opwarm­functie start niet.
De hoogste verwarmings-
De kookstand schakelt tus­sen twee kookstanden.
De sensorvelden worden warm.
Er klinkt geen signaal wan­neer u de sensorvelden van het bedieningspaneel aan­raakt.
De flexibele inductiekookzo­ne verwarmt het kookgerei niet.
De diameter van de bodem
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste kookstand heeft
stand is ingesteld.
De Powerfunctie is in werk­ing.
Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedie­ningspaneel.
De signalen zijn uitgescha­keld.
Het kookgerei staat op de verkeerde plek op de flexi­bele inductiekookzone.
van het kookgerei is niet goed voor de geactiveerde functie of functiemodus.
De automatische uitschake­ling is in werking getreden.
De kinderbeveiliging of toetsblokkering is actief.
Er staat geen kookgerei op de zone.
hetzelfde vermogen als de functie.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones in­dien nodig.
Schakel de signalen in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Zet het kookgerei op de juis­te plek op de flexibele in­ductiekookzone. De plaats van het kookgerei is afhan­kelijk van de geactiveerde functie of functiemodus. Zie het hoofdstuk "Flexibele inductiekookruimte".
Gebruik alleen kookgerei met een diameter die ge­schikt is voor de geactiveer­de functie of functiemodus. Gebruik kookgerei met een diameter kleiner dan 160 mm op één deel van de fle­xibele inductiekookzone. Zie het hoofdstuk "Flexibele inductiekookruimte".
Schakel de kookplaat uit en weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Zet kookgerei op de zone.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.
NEDERLANDS 21
www.aeg.com22
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein voor de zone.
FlexiBridge-functie is in
werking. Eén of meerdere delen van de werkende func­tiemodus wordt niet afge­dekt door het kookgerei.
ProCook-functie is in werk-
ing. Er worden twee pannen geplaatst op de flexibele in­ductiekookzone.
en een getal gaat bran-
den.
gaat branden.
Er heeft zich een fout in de kookplaat voorgedaan.
Er is een storing opgetreden in de kookplaat, omdat er kookgerei is drooggekookt. Automatische uitschakeling en de oververhittingsbe­scherming voor de zones zijn in werking getreden.
Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Techni­sche informatie'.
Zet het kookgerei op het juiste aantal delen van de werkende functiemodus of wijzig de functiemodus. Zie het hoofdstuk "Flexibele inductiekookruimte".
Gebruik slechts één pan. Zie het hoofdstuk "Flexibele inductiekookruimte".
Ontkoppel de kookplaat eni­ge tijd van de stroomtoe­voer. Ontkoppel de zekering uit het elektrische systeem van het huis. Sluit het appa-
raat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klan­tenservice.
Schakel de kookplaat uit. Verwijder het hete kookge­rei. Schakel na ongeveer 30 seconden de kookzone op­nieuw in. Als het probleem lag bij het kookgerei, ver­dwijnt het foutbericht. De restwarmte-indicator kan blijven branden. Laat het kookgerei voldoende afkoe­len. Controleer of uw kook­gerei geschikt is voor de kookplaat. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'.

8.2 Als u het probleem niet kunt oplossen...

Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in
min. 50mm
min. 500mm
min. 2mm
NEDERLANDS 23
rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het

9. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Voor montage

Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................

9.2 Ingebouwde kookplaten

Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen.

9.3 Aansluitkabel

• De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer.

9.5 Montage

service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.
• Vervang de beschadigde voedingskabel door het volgende netsnoer (of hoger): H05BB-F T min 90°C. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt.

9.4 De afdichting bevestigen

1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
min. 2 mm
A
B
A
12 mm 28 mm 38 mm
B
57 mm 41 mm 31 mm
min 30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm 28 mm 38 mm
B
57 mm 41 mm 31 mm
min. 500 mm
min. 55mm
R 5mm
490+1mm
880+1mm
min. 38 mm
min. 2 mm
min. 12 mm
min. 2 mm
www.aeg.com24
Loading...
+ 56 hidden pages