Onderstaande symbolen vindt u in de tekst en hebben de volgende betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
)
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen:
2006/95 - 89/336 - 90/396 - 93/68
en de daarbij behorende besluiten.
4
Waarschuwingen en adviezen
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt
geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik
neemt.
Installatie
• Het installeren en aansluiten van het
apparaat dient door een erkend
installateur te geschieden.
• Sluit het apparaat aan op het juiste type
gas, zoals vermeld op de sticker naast de
gasaansluiting van de kookplaat.
• Tijdens het gebruik produceert de
kookplaat warmte en vocht. Zeker tijdens
een langdurig gebruik. Zorg dan voor een
goede ventilatie door de afzuigkap in te
schakelen of door een raam open te
zetten.
• Controleer het apparaat na het uitpakken
op beschadigingen. Controleer ook het
aansluitsnoer op beschadigingen. Neem in
geval van beschadiging contact op met uw
leverancier.
• De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid
ten aanzien van schade of letsel af, indien
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet
zijn getroffen of in acht genomen.
Tijdens het gebruik
• Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen
of als speelgoed te laten gebruiken.
• Dit apparat is bedoeld en gemaakt voor
het bereiden van voedsel in het
huishouden; gebruik het nergens anders
voor.
• Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan
ook, dit apparaat of eigenschappen
daarvan te veranderen.
• Om hygiënische en veiligheidsredenen
moet het apparaat altijd schoon worden
gehouden. Vet- en/of voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
• Controleer altijd of de bedieningsknoppen
in de “UIT” stand staan, als de kookplaat
niet meer wordt gebruikt.
• Mocht er in de buurt van de kookplaat een
stopcontact zijn, waarop af en toe een
ander huishoudelijk apparaat wordt
aangesloten, zorg er dan voor, dat het
snoer niet in contact komt met hete delen
van de kookplaat.
• Als de kookplaat niet wordt gebruikt, trek
dan de stekker van de vonkontsteking uit
het stopcontact.
• Trek altijd de stekker van de
vonkontsteking uit het stopcontact bij het
schoonmaken en onderhoud van de
kookplaat.
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie.
Gebrek aan ventilatie kan gebrek aan
zuurstof veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
• Houd tijdens het in gebruik zijn van de
kookplaat kinderen uit de buurt. Ook na
het uitschakelen blijft het apparaat lang
heet. Let op dat kinderen de warme delen
niet aanraken tijdens het afkoelen.
• Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door kinderen of andere personen wiens
lichamelijke, motorische of geestelijke
gesteldheid of gebrek aan ervaring en
kennis die daardoor het apparaat niet
kunnen gebruiken zonder supervisie of
instructies van een verantwoordelijk
persoon om zeker te zijn van dat het
apparaat veilig kan worden gebruikt.
• Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE
en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
Service
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen
door vakmensen worden uitgevoerd.
Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's leiden.
Informatie m.b.t. het milieu
Houd bij het weggooien van de
verpakking rekening met de veiligheid en
het milieu.
Als u een oud apparaat afdankt, maak
het dan onbruikbaar door het aansluitsnoer
af te snijden.
5
Het symbool
de verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld.
Het moet echter naar een plaats worden
gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het
apparaat behorende instructieboekje
bewaard blijft. Zou het apparaat door u
aan iemand anders gegeven of verkocht
worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan
dient de nieuwe gebruik(st)er over het
instuctieboekje en de daarin opgenomen
waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze instructies gelden alleen voor de
landen waarvan het identificatiesymbool
is aangebracht op het titelblad van het
instructieboekje en het apparaat zelf.
op het product of op
6
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bedieningsknoppen
De bedieningsknoppen van de branders
hebben drie standen:
zgesloten - uit
maximale gastoevoer
minimale gastoevoer
Aansteken van de branders
Steek de brander altijd aan voordat
u er een pan opzet.
Wokbrander
• Geïntegreerde ontsteking
)
- Druk de bij de brander horende knop
geheel in en draai hem op de hoogste
stand.
Zet vervolgens de knop in de gewenste
stand.
Mocht na verschillende pogingen de
brander niet aan gaan, controleer dan of de
vlamverdeler (afb. 1 - B) en het branderdeksel (afb. 1 - A) goed op hun plaats liggen.
Het ontstekingsmechanisme mag
niet langer dan 15 seconden ingedrukt worden. Als de brander niet
aan is na 15 seconden, wacht dan
minstens 1 minuut voordat u het
nogmaals probeert.
Om de brander uit te schakelen draait u
de knop rechtsom op de UIT "z" stand.
Luciferontsteking
Steek de lucifer aan. Druk de knop
van de betreffendebrander in en
draai hem linksom. Steek de brander
direkt aan.
Als de brander per ongeluk dooft,
zet dan de knop op UIT en wacht
minstens 1 minuut voordat u het
nogmaals probeert
A -Branderdeksel
B - Vlamverdeler
C - Vonkontsteking
Branderminimalemaximale
diameterdiameter
Wok180 mm260 mm
Sterk180 mm260 mm
Normaal120 mm220 mm
Sudder80 mm180 mm
afb. 1
A
B
C
Zet vervolgens de knop in de gewenste stand.
Elke bedieningsknop is uitgerust
met een controlelampje dat, afhankelijk van het warmteniveau
dat u selecteert, oplicht.
• Zet altijd eerst de brander lager of uit
voordat u de pan van de brander neemt.
• Het apparaat is voorzien van
regelkranen waardoor een betere
vlammenregeling mogelijk is.
Optimaal rendement
Voor een optimaal rendement moet de
diameter van de pan aangepast zijn aan de
brander, zodat de vlammen niet langs de
zijkant uitslaan (zie tabel). Wij adviseren ook
om de vlam lager te zetten zodra het kookpunt bereikt is.
• Gebruik alleen pannen met een vlakke bo-
dem.
Wees voorzichtig als u olie of andere vetstoffen gebruikt (zoals bij
het frituren). Olie en vet ontbranden gemakkelijk bij oververhitting.
7
Voor een juist gebruik van de
kookplaat
Om minder gas te verbruiken en een
beter rendement te behalen, alleen pannen
gebruiken met een platte bodem en met
afmetingen die geschikt zijn voor de
branders, zoals aangegeven in de tabel
onderaan deze pagina. Let er bovendien op
dat u, zodra een vloeistof gaat koken, de
vlam lager zet op een stand die voldoende is
om de vloeistof aan de kook te houden.
Tijdens bereidingsmethoden waarbij
vetten of oliën gebruikt worden uw
gerechten goed in de gaten houden; deze
stoffen kunnen, wanneer ze op hoge
temperatuur gebracht worden, in brand
vliegen.
Roestvrij staal kan, als het blootgesteld
wordt aan extreme hitte, bruin worden.
Daarom raden wij langdurig gebruik van een
8
grillsteen, schaal van ongeglazuurd
aardewerk of pan van gietijzer af. Vermijd
het gebruik van aluminiumfolie om de
kookplaat tijdens het gebruik te beschermen.
Vergewis u ervan dat de pannen niet
uitsteken buiten de randen van de kookplaat
en dat ze midden op de branders staan
teneinde minder gas te verbruiken.
Zet geen onstabiele of vervormde pannen
op de branders: ze zouden om kunnen vallen
of de inhoud zou over de rand kunnen lopen,
waardoor ongelukken kunnen ontstaan.
De pannen mogen niet op de bedieningszone staan.
Gebruik van de wokring
Er wordt een wokring meegeleverd,zodat u
een wok kunt gebruiken.De wokring mag
alleen gebruikt wordenop de hoofdbrander,
en mag nietgebruikt worden met een ander
soortwok of pan. Als u de wokring
aanbrengt,zorg dat de inkepingen op de ring
goedpassen op de rug van de
pannendrager,zoals op afbeelding.
Onderhoud
Trek voordat u de kookplaat gaat
schoonmaken altijd eerst de stekker
uit het stopcontact en laat de
kookplaat afkoelen.
Voor het reinigen van de emaille delen
mag nooit een agressief middel gebruikt
worden. Maak een sopje van warm water met
afwasmiddel.
Maak zeer regelmatig de branders
schoon, verwijder voedselresten, maak de
branderringen en -deksels goed droog met
een zacht doekje voordat u ze weer terug zet.
De pannendragers ook met een sopje van
afwasmiddel schoonmaken.
Gebruik voor het verwijderen van lastige
vlekken nooit een pannenspons van staalwol,
een agressief schoonmaakmiddel of een
pannenspons met een harde laag. Gebruik
voor het verwijderen van hardnekkig vuil
daarvoor in de handel zijnde
schoonmaakmiddelen zonder schurende
werking.
Laat geen zure alkalische stoffen
(bijv, azijn, zout, citroensap enz...) op
de kookplaat liggen.
9
10
De pannendragers van de
kookplaat
De kookplaten zijn voorzien van
pannendragers van geëmailleerd ijzer, die
dun en licht zijn of van gietijzer, die dikker
en zwaarder zijn.
De pannendragers kunnen van de
kookplaat verwijderd worden zodat ze beter
kunnen worden schoongemaakt.
Wij adviseren u de gietijzeren
pannendragers niet op de kookplaat neer
te zetten om te voorkomen dat deze
bekrast wordt of beschadigd raakt.
De pannendragers van geëmailleerd ijzer
kunnen ook in de afwasmachine gewassen
worden.
Kookplaten met gietijzeren
pannendragers: plaats na het
schoonmaken de pannendragers weer
op hun plaats. Om ze correct terug te
plaatsen, plaatst u eerst de middelste
pannendrager voor de zijkanten.
Zet de pannendragers, nadat ze gereinigd
zijn, terug op hun plaats en controleer of ze
goed staan.
Voor een juiste werking van de branders
moet u ervoor zorgen dat de pannendragers
met de concentrische spaken op de brander
staan, zoals afgebeeld in figuur 2.
afb. 2
afb. 3
Vonkontsteking
De vonkontsteking, bestaand uit een
elektrode gevat in een keramisch omhulsel,
moet vrij worden gehouden van
voedselresten en vocht, omdat anders de
ontsteking niet functioneert (afb. 1 - C).
Controleer of de branderring poorten
schoon zijn.
Periodiek onderhoud
Laat af en toe door een erkend
installateur of ELECTROLUX SERVICE
controleren of de gasslang en/of
gasaansluiting nog in een goede staat
verkeren.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid ten aanzien van schade of
letsel of, indien bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet zijn getroffen.
De installatie en de aansluiting dienen
door een erkend installateur
uitgevoerd te worden, volgens de hem
bekende voorschriften en eventuele
voorschriften van het plaatselijk
energiebedrijf.
De aansluiting dient van een GIVEGgoedgekeurde aansluitgaskraan met
koppeling te worden voorzien.
Het vervangen van elektrische
bekabeling mag alleen gebeuren door
het technische service center of door
personeel met gelijke kundigheid,
overeenkomstig met de huidige
bepalingen.
12
Elektrische aansluiting
• De aansluiting moet volgens NEN 1010 en
eventuele speciale voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf worden
uitgevoerd.
• Controleer of de zekeringen en de
huisinstallatie de belasting van het
apparaat kunnen verdragen (zie
typeplaatje).
• Het stopcontact moet geaard zijn.
• Het stopcontact of de meerpolige
schakelaar moeten makkelijk toegankelijk
zijn.
• Als u het apparaat direct aan het net
aansluit, moet tussen net en apparaat een
meerpolige schakelaar worden
aangebracht die tussen de contacten een
opening van minimaal 3 mm heeft. De
aardleiding mag nooit worden
onderbroken (geel/groene draad).
• Het aansluitsnoer moet zodanig worden
geïnstalleerd dat het niet heter kan
worden dan 90°C.
De gaskookplaat is voorzien van een 3aderig aansluitsnoer met randaardestekker.
De netspanning moet 230 V 50Hz zijn.
afb. 4
Nulleiding
Aardleiding (groen/geel)
afb. 4-a
Vervangen van het
aansluitsnoer
Het aansluitsnoer mag alleen door een
erkend installateur worden vervangen.
Voor het vervangen van het snoer mag
alleen type H05V2V2-F T9 worden gebruikt,
aangepast aan temperatuur en belasting.
Bovendien moet de groen/gele
aardleiding zo’n 2 cm langer zijn dan de
faseleiding en de nulleiding (afb. 4).
Om de klep van het klemmenbord te
openen gaat u te werk als in afb. 4-a.
Gasaansluiting
13
Attentie
Bij het gebruik van het apparaat wordt
er bij de verbranding van aardgas
zuurstof onttrokken aan de lucht. Zorg
daarom voor voldoende ventilatie.
De aansluiting moet volgens NEN 1078
gemaakt worden.
De kookplaat is vanuit de fabriek
gemaakt en ingesteld voor de gassoort zoals
aangegeven op het typeplaatje.
Overtuig u ervan dat deze gegevens
overeenkomen met de geleverde gassoort in
de woning.
Een haakse fitting met 1/2" wartel A
(NEN 3258) en ringetje worden meegeleverd
(afb. 5).
Schroef de onderdelen eerst losjes in elkaar, bepaal de juiste richting en draai de
wartel daarna stevig vast. Indien de
koppeling van de gasslang niet past op de
schroefdraad van de meegeleverde haakse
fitting, gebruik dan de met de kookplaat
meegeleverde adapter.
Tabel 1: Inspuitstukken
WAARSCHUWING
Controleren of alle verbindingen naar
het apparaat
goed gasdicht zijn, dient te geschieden
met zeep-oplossing, nooit met een
vlam.
FO 2365
afb. 5
A) Aansluitpijp met wartel
B) Ringetje
C) Haakse fitting
TYPE
GAS
AARDGAS
FLESSEN-
GAS
TYPE
BRANDER
wokbrander1474,01,200,443-
sterkbrander1253,00,750,332-
normaalbrander1002,00,450,221-
sudderbrander0711,00,330,111-
wokbrander984,01,20-291
sterkbrander862,80,75-204
normaalbrander712,00,45-145
sudderbrander501,00,33-73
SPROEIERS
1/100 mm
MAX IMALE -
WAR MTE-
AFGIFTE
kW
MINIMALE
WA RMTE-
AFGIFTE
kW
NOMINALE
AFGIFTE
m3/h
g/h
G30/G31
NOMINAL E
AFGIFTE
mbar
25
30
14
Ombouw naar vloeibaar gas
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Het ingestelde type gas is aangegeven op
een sticker naast de gasaansluiting. Bij
ombouw moet de sticker worden vervangen.
Het ombouwen van gasinstallaties mag
alleen door een erkend installateur uitgevoerd worden.
Vóór het ombouwen moet het apparaat
worden losgekoppeld van gas- en stroomvoorziening: draai de gaskraan dicht en
schakel de zekeringen in de huisinstallatie
uit.
Vervangen van de sproeiers
• De pannendragers verwijderen.
• De branders en de vonkontsteking
verwijderen.
• M.b.v. een steeksleutel van 7 mm de
gassproeiers losschroeven en verwijderen
(afb. 6).
• In omgekeerde volgorde nieuwe
gassproeiers monteren (zie tabel).
• De sticker naast de gasaansluiting
vervangen. Deze sticker wordt met het
apparaat meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde
zoals vermeld op de sticker naast de
gasaansluiting, moet volgens de geldende
normen een passende drukregelaar op de
inlaattube worden geplaatst.
Regeling gaspitten
• De brander ontsteken.
• De bedieningsknop op “minimale
gastoevoer” draaien.
• De knop verwijderen.
• De bypass afregelschroef (afb. 7) m.b.v. een
dunne schroevendraaier regelen. Bij het
omschakelen van aardgas naar flessengas
moet de schroef met de wijzers van de klok
mee worden vastgedraaid, tot een kleine
regelmatige vlam is verkregen.
• in geval van transformatie van flessengas
noor aardgas, het by-pass schroofje
ongeveer 1/4 draai losschroeven, totdat
men een kleine regelmatige vlam verkrijgt.
• Controleer of de vlam blijft branden als u
de knop snel van maximaal naar minimaal
draait.
Su = sudderbrander
N = normaalbrander
W = wokbrander
St = sterkbrander
St
894
N
N
W
Su
510
Deze kookplaten zijn bestemd om te worden ingebouwd in geschikte werkbladen met
een diepte tussen 550 en 600 mm.De afmetingen van de kookplaat zijn aangegeven in
figuur 8.
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.