AEG 95754 G-M User Manual

95754 G-M
PTNL
Gebruiksaanwijzing Instruções de utilização
Gaskookplaat
Plano de cozedura
2
Inhoud
Voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker ........................................................................................................ 6
Onderhoud ................................................................................................................................................ 9
Garantievoorwaarden .......................................................................................................................... 18
Europese Garantie.................................................................................................................................22
Voor de installateur
Technische gegevens ............................................................................................................................ 11
Aanwijzingen voor de installateur ...................................................................................................11
Gasaansluiting ........................................................................................................................................13
Ombouw naar vloeibaar gas ..............................................................................................................14
Inbouw ..................................................................................................................................................... 15
Inbouwmogelijkheden ......................................................................................................................... 17
3
Over deze gebruiksaanwijzing
Onderstaande symbolen vindt u in de tekst en hebben de volgende betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
)
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen:
2006/95 - 89/336 - 90/396 - 93/68
en de daarbij behorende besluiten.
4
Waarschuwingen en adviezen
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Installatie
• Het installeren en aansluiten van het
apparaat dient door een erkend installateur te geschieden.
• Sluit het apparaat aan op het juiste type
gas, zoals vermeld op de sticker naast de gasaansluiting van de kookplaat.
• Tijdens het gebruik produceert de
kookplaat warmte en vocht. Zeker tijdens een langdurig gebruik. Zorg dan voor een goede ventilatie door de afzuigkap in te schakelen of door een raam open te zetten.
• Controleer het apparaat na het uitpakken
op beschadigingen. Controleer ook het aansluitsnoer op beschadigingen. Neem in geval van beschadiging contact op met uw leverancier.
• De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid
ten aanzien van schade of letsel af, indien bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet zijn getroffen of in acht genomen.
Tijdens het gebruik
• Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
• Dit apparat is bedoeld en gemaakt voor
het bereiden van voedsel in het huishouden; gebruik het nergens anders voor.
• Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan
ook, dit apparaat of eigenschappen daarvan te veranderen.
• Om hygiënische en veiligheidsredenen
moet het apparaat altijd schoon worden gehouden. Vet- en/of voedselresten kunnen brand veroorzaken.
• Controleer altijd of de bedieningsknoppen
in de “UIT” stand staan, als de kookplaat niet meer wordt gebruikt.
• Mocht er in de buurt van de kookplaat een stopcontact zijn, waarop af en toe een ander huishoudelijk apparaat wordt aangesloten, zorg er dan voor, dat het snoer niet in contact komt met hete delen van de kookplaat.
• Als de kookplaat niet wordt gebruikt, trek dan de stekker van de vonkontsteking uit het stopcontact.
• Trek altijd de stekker van de vonkontsteking uit het stopcontact bij het schoonmaken en onderhoud van de kookplaat.
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie. Gebrek aan ventilatie kan gebrek aan zuurstof veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
• Houd tijdens het in gebruik zijn van de kookplaat kinderen uit de buurt. Ook na het uitschakelen blijft het apparaat lang heet. Let op dat kinderen de warme delen niet aanraken tijdens het afkoelen.
• Dit apparaat mag niet gebruikt worden door kinderen of andere personen wiens lichamelijke, motorische of geestelijke gesteldheid of gebrek aan ervaring en kennis die daardoor het apparaat niet kunnen gebruiken zonder supervisie of instructies van een verantwoordelijk persoon om zeker te zijn van dat het apparaat veilig kan worden gebruikt.
• Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamhe­den uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat geen andere dan originele DIS­TRIPARTS onderdelen plaatsen.
Service
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's leiden.
Informatie m.b.t. het milieu
Houd bij het weggooien van de verpakking rekening met de veiligheid en het milieu.
Als u een oud apparaat afdankt, maak het dan onbruikbaar door het aansluitsnoer af te snijden.
5
Het symbool de verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instuctieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze instructies gelden alleen voor de landen waarvan het identificatiesymbool is aangebracht op het titelblad van het instructieboekje en het apparaat zelf.
op het product of op
6
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bedieningsknoppen
De bedieningsknoppen van de branders hebben drie standen:
z gesloten - uit
maximale gastoevoer
minimale gastoevoer
Aansteken van de branders
Steek de brander altijd aan voordat u er een pan opzet.
Wokbrander
• Geïntegreerde ontsteking
)
- Druk de bij de brander horende knop
geheel in en draai hem op de hoogste stand.
Zet vervolgens de knop in de gewenste stand.
Mocht na verschillende pogingen de brander niet aan gaan, controleer dan of de vlamverdeler (afb. 1 - B) en het branderdek­sel (afb. 1 - A) goed op hun plaats liggen.
Het ontstekingsmechanisme mag niet langer dan 15 seconden inge­drukt worden. Als de brander niet aan is na 15 seconden, wacht dan minstens 1 minuut voordat u het nogmaals probeert.
Om de brander uit te schakelen draait u de knop rechtsom op de UIT "z" stand.
Luciferontsteking
Steek de lucifer aan. Druk de knop van de betreffendebrander in en draai hem linksom. Steek de brander direkt aan.
Als de brander per ongeluk dooft, zet dan de knop op UIT en wacht minstens 1 minuut voordat u het nogmaals probeert
A -Branderdeksel B - Vlamverdeler C - Vonkontsteking
Brander minimale maximale
diameter diameter
Wok 180 mm 260 mm Sterk 180 mm 260 mm Normaal 120 mm 220 mm Sudder 80 mm 180 mm
afb. 1
A
B
C
Zet vervolgens de knop in de ge­wenste stand.
Elke bedieningsknop is uitgerust met een controlelampje dat, af­hankelijk van het warmteniveau dat u selecteert, oplicht.
• Zet altijd eerst de brander lager of uit
voordat u de pan van de brander neemt.
• Het apparaat is voorzien van
regelkranen waardoor een betere vlammenregeling mogelijk is.
Optimaal rendement
Voor een optimaal rendement moet de diameter van de pan aangepast zijn aan de brander, zodat de vlammen niet langs de zijkant uitslaan (zie tabel). Wij adviseren ook om de vlam lager te zetten zodra het kook­punt bereikt is.
• Gebruik alleen pannen met een vlakke bo-
dem.
Wees voorzichtig als u olie of an­dere vetstoffen gebruikt (zoals bij het frituren). Olie en vet ontbran­den gemakkelijk bij oververhitting.
7
Voor een juist gebruik van de kookplaat
Om minder gas te verbruiken en een beter rendement te behalen, alleen pannen gebruiken met een platte bodem en met afmetingen die geschikt zijn voor de branders, zoals aangegeven in de tabel onderaan deze pagina. Let er bovendien op dat u, zodra een vloeistof gaat koken, de vlam lager zet op een stand die voldoende is om de vloeistof aan de kook te houden.
Tijdens bereidingsmethoden waarbij vetten of oliën gebruikt worden uw gerechten goed in de gaten houden; deze stoffen kunnen, wanneer ze op hoge temperatuur gebracht worden, in brand vliegen.
Roestvrij staal kan, als het blootgesteld wordt aan extreme hitte, bruin worden. Daarom raden wij langdurig gebruik van een
8
grillsteen, schaal van ongeglazuurd aardewerk of pan van gietijzer af. Vermijd het gebruik van aluminiumfolie om de kookplaat tijdens het gebruik te beschermen.
Vergewis u ervan dat de pannen niet uitsteken buiten de randen van de kookplaat en dat ze midden op de branders staan teneinde minder gas te verbruiken.
Zet geen onstabiele of vervormde pannen op de branders: ze zouden om kunnen vallen of de inhoud zou over de rand kunnen lopen, waardoor ongelukken kunnen ontstaan.
De pannen mogen niet op de bedienings­zone staan.
Gebruik van de wokring
Er wordt een wokring meegeleverd,zodat u een wok kunt gebruiken.De wokring mag alleen gebruikt wordenop de hoofdbrander, en mag nietgebruikt worden met een ander soortwok of pan. Als u de wokring aanbrengt,zorg dat de inkepingen op de ring goedpassen op de rug van de pannendrager,zoals op afbeelding.
Onderhoud
Trek voordat u de kookplaat gaat schoonmaken altijd eerst de stekker uit het stopcontact en laat de kookplaat afkoelen.
Voor het reinigen van de emaille delen mag nooit een agressief middel gebruikt worden. Maak een sopje van warm water met afwasmiddel.
Maak zeer regelmatig de branders schoon, verwijder voedselresten, maak de branderringen en -deksels goed droog met een zacht doekje voordat u ze weer terug zet.
De pannendragers ook met een sopje van afwasmiddel schoonmaken.
Gebruik voor het verwijderen van lastige vlekken nooit een pannenspons van staalwol, een agressief schoonmaakmiddel of een pannenspons met een harde laag. Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil daarvoor in de handel zijnde schoonmaakmiddelen zonder schurende werking.
Laat geen zure alkalische stoffen (bijv, azijn, zout, citroensap enz...) op de kookplaat liggen.
9
10
De pannendragers van de kookplaat
De kookplaten zijn voorzien van pannendragers van geëmailleerd ijzer, die dun en licht zijn of van gietijzer, die dikker en zwaarder zijn.
De pannendragers kunnen van de kookplaat verwijderd worden zodat ze beter kunnen worden schoongemaakt.
Wij adviseren u de gietijzeren pannendragers niet op de kookplaat neer te zetten om te voorkomen dat deze bekrast wordt of beschadigd raakt.
De pannendragers van geëmailleerd ijzer kunnen ook in de afwasmachine gewassen worden.
Kookplaten met gietijzeren pannendragers: plaats na het schoonmaken de pannendragers weer op hun plaats. Om ze correct terug te plaatsen, plaatst u eerst de middelste pannendrager voor de zijkanten.
Zet de pannendragers, nadat ze gereinigd zijn, terug op hun plaats en controleer of ze goed staan.
Voor een juiste werking van de branders moet u ervoor zorgen dat de pannendragers met de concentrische spaken op de brander staan, zoals afgebeeld in figuur 2.
afb. 2
afb. 3
Vonkontsteking
De vonkontsteking, bestaand uit een elektrode gevat in een keramisch omhulsel, moet vrij worden gehouden van voedselresten en vocht, omdat anders de ontsteking niet functioneert (afb. 1 - C).
Controleer of de branderring poorten schoon zijn.
Periodiek onderhoud
Laat af en toe door een erkend installateur of ELECTROLUX SERVICE controleren of de gasslang en/of gasaansluiting nog in een goede staat verkeren.
Technische gegevens
11
Vermogen gasbranders
Wokbrander 4,0 kW Sterkbrander 3,0 kW Normaalbrander 2,0 kW Sudderbrander 1,0 kW
Categorie II2L3B/P Voeding gas Aardgas G25/25 mbar Koppeling gas G 1/2"
Aansluiting aan 230 V ~50 Hz
Uitsnijmaat
Breedte 830 mm Diepte 480 mm
Aanwijzingen voor de installateur
De fabrikant wijst elke aansprake­lijkheid ten aanzien van schade of letsel of, indien bovenstaande vei­ligheidsmaatregelen niet zijn ge­troffen.
De installatie en de aansluiting dienen door een erkend installateur uitgevoerd te worden, volgens de hem bekende voorschriften en eventuele voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf.
De aansluiting dient van een GIVEG­goedgekeurde aansluitgaskraan met koppeling te worden voorzien.
Het vervangen van elektrische bekabeling mag alleen gebeuren door het technische service center of door personeel met gelijke kundigheid, overeenkomstig met de huidige bepalingen.
12
Elektrische aansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1010 en
eventuele speciale voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf worden uitgevoerd.
Controleer of de zekeringen en de
huisinstallatie de belasting van het apparaat kunnen verdragen (zie typeplaatje).
Het stopcontact moet geaard zijn.
Het stopcontact of de meerpolige
schakelaar moeten makkelijk toegankelijk zijn.
Als u het apparaat direct aan het net
aansluit, moet tussen net en apparaat een meerpolige schakelaar worden aangebracht die tussen de contacten een opening van minimaal 3 mm heeft. De aardleiding mag nooit worden onderbroken (geel/groene draad).
Het aansluitsnoer moet zodanig worden
geïnstalleerd dat het niet heter kan worden dan 90°C.
De gaskookplaat is voorzien van een 3­aderig aansluitsnoer met randaardestekker. De netspanning moet 230 V 50Hz zijn.
afb. 4
Nulleiding
Aardleiding (groen/geel)
afb. 4-a
Vervangen van het aansluitsnoer
Het aansluitsnoer mag alleen door een erkend installateur worden vervangen.
Voor het vervangen van het snoer mag alleen type H05V2V2-F T9 worden gebruikt, aangepast aan temperatuur en belasting.
Bovendien moet de groen/gele aardleiding zo’n 2 cm langer zijn dan de faseleiding en de nulleiding (afb. 4).
Om de klep van het klemmenbord te openen gaat u te werk als in afb. 4-a.
Gasaansluiting
13
Attentie
Bij het gebruik van het apparaat wordt er bij de verbranding van aardgas zuurstof onttrokken aan de lucht. Zorg daarom voor voldoende ventilatie.
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt worden.
De kookplaat is vanuit de fabriek gemaakt en ingesteld voor de gassoort zoals aangegeven op het typeplaatje.
Overtuig u ervan dat deze gegevens overeenkomen met de geleverde gassoort in de woning.
Een haakse fitting met 1/2" wartel A (NEN 3258) en ringetje worden meegeleverd (afb. 5).
Schroef de onderdelen eerst losjes in el­kaar, bepaal de juiste richting en draai de wartel daarna stevig vast. Indien de koppeling van de gasslang niet past op de schroefdraad van de meegeleverde haakse fitting, gebruik dan de met de kookplaat meegeleverde adapter.
Tabel 1: Inspuitstukken
WAARSCHUWING
Controleren of alle verbindingen naar het apparaat
goed gasdicht zijn, dient te geschieden met zeep-oplossing, nooit met een
vlam.
FO 2365
afb. 5
A) Aansluitpijp met wartel B) Ringetje C) Haakse fitting
TYPE
GAS
AARDGAS
FLESSEN-
GAS
TYPE
BRANDER
wokbrander 147 4,0 1,20 0,443 -
sterkbrander 125 3,0 0,75 0,332 -
normaalbrander 100 2,0 0,45 0,221 -
sudderbrander 071 1,0 0,33 0,111 -
wokbrander 98 4,0 1,20 - 291
sterkbrander 86 2,8 0,75 - 204
normaalbrander 71 2,0 0,45 - 145
sudderbrander 50 1,0 0,33 - 73
SPROEIERS
1/100 mm
MAX IMALE -
WAR MTE-
AFGIFTE
kW
MINIMALE
WA RMTE-
AFGIFTE
kW
NOMINALE
AFGIFTE
m3/h
g/h
G30/G31
NOMINAL E
AFGIFTE
mbar
25
30
14
Ombouw naar vloeibaar gas
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Het ingestelde type gas is aangegeven op een sticker naast de gasaansluiting. Bij ombouw moet de sticker worden vervangen.
Het ombouwen van gasinstallaties mag alleen door een erkend installateur uitge­voerd worden.
Vóór het ombouwen moet het apparaat worden losgekoppeld van gas- en stroom­voorziening: draai de gaskraan dicht en schakel de zekeringen in de huisinstallatie uit.
Vervangen van de sproeiers
• De pannendragers verwijderen.
• De branders en de vonkontsteking
verwijderen.
• M.b.v. een steeksleutel van 7 mm de
gassproeiers losschroeven en verwijderen (afb. 6).
• In omgekeerde volgorde nieuwe
gassproeiers monteren (zie tabel).
• De sticker naast de gasaansluiting
vervangen. Deze sticker wordt met het apparaat meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde zoals vermeld op de sticker naast de gasaansluiting, moet volgens de geldende normen een passende drukregelaar op de inlaattube worden geplaatst.
Regeling gaspitten
• De brander ontsteken.
• De bedieningsknop op “minimale
gastoevoer” draaien.
• De knop verwijderen.
• De bypass afregelschroef (afb. 7) m.b.v. een
dunne schroevendraaier regelen. Bij het omschakelen van aardgas naar flessengas
moet de schroef met de wijzers van de klok mee worden vastgedraaid, tot een kleine regelmatige vlam is verkregen.
• in geval van transformatie van flessengas noor aardgas, het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai losschroeven, totdat men een kleine regelmatige vlam verkrijgt.
• Controleer of de vlam blijft branden als u de knop snel van maximaal naar minimaal draait.
FO 0392
afb. 6
afb. 7
bypass afregelschroef
Tabel 2: diameters bypass afregel­schroeven
Brander Ø bypass
1/100 mm
Sudderbrander 28 Normaalbrander 32 Sterkbrander 42 Wokbrander 56
Inbouw
15
Su
afb. 8
Su = sudderbrander N = normaalbrander W = wokbrander St = sterkbrander
St
894
N
N
W
Su
510
Deze kookplaten zijn bestemd om te worden ingebouwd in geschikte werkbladen met een diepte tussen 550 en 600 mm.De afmetingen van de kookplaat zijn aangegeven in figuur 8.
Loading...
+ 33 hidden pages