Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS
3
1.2
Algemene veiligheid
•
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van
•
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
4
www.aeg.com
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het
opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het
deksel sluit.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
NEDERLANDS
• Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
5
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: FR NL
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
• Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
6
www.aeg.com
• Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
2.3 Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort
en -druk) en de afstelling van het
apparaat met elkaar te combineren
zijn.
• Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
NEDERLANDS
7
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
• Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.5 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
• Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
• Achterblijvend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
www.aeg.com8
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Deksel
• De specificatie van de deksel mag
niet worden veranderd.
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open de deksel niet als er is
geknoeid op het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u de
deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat
en de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.7 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
• Maak de externe gasleidingen plat.
2.9 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3.
MONTAGE
3.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Houd een afstand van
ongeveer 1 cm tussen het
apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
A
C
B
NEDERLANDS9
Afmetingenmm
C150
3.2 Technische gegevens
Spanning (Voltage)220 - 240 V
Frequentie50 - 60 Hz
Apparaatklasse1
Minimum afstanden
Afmetingenmm
A400
B650
Afmetingmm
Hoogte857
Breedte600
Diepte600
3.3 Overige technische gegevens
Categorie apparaat:II2E+3+
Gas origineel:G20/G25 (2E+) 20/25 mbar
Gasvervanging:G30 (3+) 28-30 mbar
G31 (3+) 37 mbar
3.4 Bypassdiameters
BRANDER
Sudderbrander29 / 30
Medium brander32
Multikroon67
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
Ø BYPASS1) 1/100 mm
3.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar
BRANDERNORMAAL VER-
MOGEN kW
Multikroon4,01,80146
Medium brander2,0 - 1,90,43 - 0,4596
Sudderbrander1,00,3570
1)
Kraantype is afhankelijk van het model.
BEPERKT VERMOGEN
1)
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
www.aeg.com10
3.6 Gasbranders voor AARDGAS G25 25 mbar
BRANDERNORMAAL VER-
MOGEN kW
Multikroon3,81,7146
Medium brander2,0 - 1,750,43 - 0,4596
Sudderbrander0,95 - 0,90,3570
1)
Kraantype is afhankelijk van het model.
BEPERKT VERMOGEN
1)
kW
INSPUITERMARKE-
1)
RING 1/100 mm
3.7 Gasbranders voor LPG G30 28-30 mbar
BRANDERNORMAAL
VERMOGEN
kW
Multikroon3.21.8090x233
Medium
brander
Extra brander1.00.355073
2.00.4371145
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
3.8 Gasbranders voor LPG G31 37 mbar
BRANDERNORMAAL
VERMOGEN
kW
Multikroon4,01,8101286
Medium
brander
Sudderbrander
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
2,00,4371143
1,00,355071
BEPERKT VERMO-
1)
GEN kW
INSPUITER-
1)
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
3.9 Gasaansluiting
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking
komen met bewegende onderdelen, of
dat ze niet vastgeklemd worden.
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel
van het apparaat niet raken
zoals getoond in de
afbeelding.
A
B
D
C
NEDERLANDS
11
3.10 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als u eenvoudig toegang heeft tot de
aansluiting, dan kunt u een flexibele
leiding gebruiken. De flexibele leiding
moet goed worden aangespannen door
klemmen.
Gebruik bij montage altijd de
leidinghouder en de pakking. De
flexibele pijp is correct als:
• ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, hoger dan
30 °C;
• niet langer is dan 1.500 mm;
• nergens nauw is;
• niet gedraaid is;
• niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
• de staat eenvoudig kan worden
gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de
flexibele pijp voor dat:
• de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
• het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
• de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer waneer de
installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de
achterkant van het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Trek voordat u het gas
aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel
de zekering uit.Sluit de
primaire klep van de
gastoevoer.
3.11 Aanpassing aan
verschillende types gas
Alleen bevoegde personen
mogen de afstelling aan
verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld
voor aardgas, dan kunt u dit
met de geschikte injectors
wijzigen naar vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt
aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors
vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen
zich in de UIT-stand
bevinden. Trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het
apparaat afkoelen. U kunt
letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de
instelling te wijzigen moet u
altijd de afdichtpakking
gebruiken.
A. Gasaansluitingspunt (er is slechts één
punt geschikt voor het apparaat)
B. Pakking
C. Instelbare aansluiting
D. LPG leidinghouder
3.12 Vervangen van
kookplaatinjectors
Vervang de injectors wanneer u het
gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
A
A
12
www.aeg.com
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel
van 7 mm en verwijder deze.
4. Vervang ze door de injectors die
nodig zijn voor het type gas dat u
gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden
in de zak die bij het
apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet
constant is of verschilt van de vereiste
druk, moet u een geschikte drukregelaar
op de gastoevoerleiding monteren.
3.13 Aanpassen van de
minimale gasstand op de
fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de kookplaat.
Demonteer als de bypass-schroef
niet toegankelijk is eerst het
bedieningspaneel voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef
A af met een dunne en platte
schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de
bypass-schroef A.
Omzetten van aardgas naar
vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig
vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas
naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef
A één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat
terug.
3. Sluit het apparaat aan op het
stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in
het stopcontact wanneer
alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke
plaats zitten. U kunt
letsel oplopen.
4.
Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat
- Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat
naar een laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat
weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam
vast tot de vlam klein en stabiel
wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat
weer terug.
3.14 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
3.15 Anti-kantelbescherming
110-115
mm
232- 237
mm
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de antikantelbescherming gaat plaatsen.
LET OP!
Zorg dat u de antikantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het
oppervlak achter het
apparaat glad is.
U moet de anti-kantelbescherming
installeren. Als u dat niet doet, kan het
apparaat kantelen.
Uw apparaat is voorzien van het symbool
weergegeven in de afbeelding (indien
van toepassing) om u te herinneren aan
de montage van de antikantelbescherming.
NEDERLANDS13
2. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat. Til
de voorkant van het apparaat op en
plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes. Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het
apparaat, moet u de zijmaten
aanpassen als u het apparaat wilt
centreren.
Als u de afmetingen van het
fornuis hebt gewijzigd, dan
moet u de antikantelbescherming correct
uitlijnen.
LET OP!
Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan
de breedte van het
apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
1. Installeer de anti-kantelbescherming
232-237 mm onder het bovenvlak van
het apparaat en 110-115 mm van de
zijkant van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal
of gebruik geschikte versteviging
(muur).
3.16 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
10
1
2
3
4
13 4
5
2
6
7
8
9
123
54
www.aeg.com14
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Algemeen overzicht
Toetsen voor de kookplaat
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Knop voor de temperatuur
3
Temperatuurindicator / symbool
4
Knop voor de ovenfuncties
5
Verwarmingselement
6
Lampje
7
Ventilator
8
Verwijderbare inschuifrail
9
Roosterhoogtes
10
4.2 Indeling kookplaat
4.3 Accessoires
• Bakrooster
Hulpbrander
1
Stoomuitlaat - nummer en positie
2
afhankelijk van het model
Medium brander
3
Medium brander
4
Multikroonbrander
5
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
• Bakplaat
NEDERLANDS15
Voor gebak en koekjes.
• Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
• Optionele telescopische geleiders
Voor roosters en bakplaten. Ze zijn
apart te bestellen.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de
oven bedient.
Na aansluiting van het apparaat op het
stopcontact en na een stroomstoring
knippert het display automatisch.
1. Druk op de selectieknop .
Het symbool timer actief gaat branden.
2. Druk op de of om de correcte
tijd in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het
knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd van de dag weer.
Activeer om de tijd te wijzigen het
apparaat en druk op en
tegelijkertijd of .
Druk als de puntjes tussen de uren en
minuten knipperen op of om de
nieuwe tijd in te stellen.
5.3 Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste
gebruik voor.
1.
Stel de functie
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in. Maximale
temperatuur voor deze functie is
210 °C.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5.
Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze
afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur
en rook afgeven. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie in de ruimte is.
en de
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
6.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Ontsteking van de
fornuisbrander
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
A
B
D
C
A
B
D
C
16
www.aeg.com
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij
het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist
gebruik van de vlam.
1. Draai de knop voor de kookplaat
linksom naar de maximale gasstand
en druk de knop in om de
brander aan te steken.
2. Houd de knop voor de kookplaat
ingedrukt gedurende 10 seconden of
minder om het thermokoppel voor te
verwarmen. Als u dat niet doet,
wordt de gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer
dan 15 seconden ingedrukt.
Als de brander na 15
seconden nog niet brandt,
de knop loslaten en
minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert
de vlam te ontsteken.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de knop
naar de uit stand en probeer
na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
6.2 Branderoverzicht
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon
en het branderdeksel goed
op hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is
kunt u de brander zonder de
elektrische voorziening
aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en
draai de knop naar de
maximale stand. Houd de
controleknop ingedrukt
gedurende 10 seconden of
minder om het
thermokoppel voor te
verwarmen.
A. Branderkap
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppel
NEDERLANDS
17
6.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Kookgerei
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de
voorste rand van het
werkblad komen.
7.2 Diameters van kookgerei
WAARSCHUWING!
Gebruik alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de branders.
BranderDiameter van het
Extra brander120 - 180
Medium brander
Multikroon
1)
Als er maar één pan op de kookplaat wordt ge-
bruikt.
kookgerei (mm)
140 - 220/240
160 - 240/260
1)
1)
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
8. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
• Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
8.2 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen.
18
www.aeg.com
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksel
en kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
8.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze
onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te
voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
8.4 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand
worden afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager, dit
om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
3. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van
de pannendrager in het midden van
de brander worden geplaatst.
8.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
9. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Het apparaat aan- en
uitzetten
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
• Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking
is.
• Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
• Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
NEDERLANDS19
1. Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een
temperatuur te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de
ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur naar de uit-stand.
9.2 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat
of defecte componenten kunnen
9.3 Ovenfuncties
Symbool
OvenfunctiesApplicatie
Uit-standDe oven staat uit.
OvenlampjeHet lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Boven- /onderwarmteVoor het bakken en braden op één ovenniveau.
OnderwarmteVoor het bakken van taarten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van voedsel.
gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat
die de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
Warme luchtVoor het braden of bakken van gerechten waarvoor
dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meerdere roosterhoogten, zonder dat er smaken worden
overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Bereiding met hete lucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel te
drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan
voor Boven- /onderwarmte.
ABCD
www.aeg.com20
Symbool
OvenfunctiesApplicatie
Vochtig bakkenDeze functie is ontworpen om tijdens de bereiding
energie te besparen. Zie het hoofdstuk 'Hints and
tips’ voor bereidingsinstructies Vochtig bakken. De
ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn,
zodat de functie niet wordt onderbroken en om ervoor te zorgen dat de oven op de hoogst mogelijke
energie-efficiëntie functioneert. Bij het gebruik van
deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschillen van de ingestelde temperatuur. Het verwarmingsvermogen kan worden verminderd. Zie voor algemene aanbevelingen voor energiebesparing het
hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’, Oven - Energiebesparing. Deze functie wordt gebruikt om de energie-effi-
ciëntieklasse
60350-1.
TurbogrillVoor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
gelte met botten op één niveau. Voor gratineren en
bruinen.
Pizza-standVoor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining
en een knapperige bodem.
OntdooienOm voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ont-
dooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van
het voedsel.
vast te stellen overeenkomstig EN
10. OVEN - KLOKFUNCTIES
10.1 Display
10.2 Toetsen
KnopFunctieBeschrijving
MINOm de tijd in te stellen.
KLOKDe klokfunctie instellen.
PLUSOm de tijd in te stellen.
A. Lampje voor de TIJDSDUUR en de
EINDTIJD
B. Tijdweergave
C. Timer actief lampje
D. KOOKWEKKER-lampje
NEDERLANDS
10.3 Tabel met klokfuncties
KlokfunctieApplicatie
00:00DAGTIJDMet deze functie kunt u de dagtijd instel-
len, wijzigen of controleren.
durBEREIDINGSDUURInstellen hoelang het apparaat in werking
is (1 min. - 10 uur).
EndEINDEInstellen wanneer het apparaat wordt uit-
geschakeld (1 min. - 10 uur).
dur + EndVERTRAGINGSTIJDOm de functies BEREIDINGSDUUR en
EINDE te combineren.
KOOKWEKKEROm de tijd af te tellen (1 min - 23 uur 59
minuten). Deze functie heeft geen invloed
op de werking van het apparaat.
21
10.4 De BEREIDINGSDUUR
instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat dur
begint te knipperen.
3. Druk op of om de tijd voor de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
Het display toont dur en symbool A.
4. Wanneer de tijd is verlopen, knippert
dur en weerklinkt er gedurende 7
minuten een geluidssignaal. Het
apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld.
5. Druk op een willekeurige toets om
het geluidsignaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uitstand.
10.5 Het EINDE instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat End
begint te knipperen.
3. Druk op
stellen.
Het display toont End en symbool A.
4. Wanneer de tijd is verlopen, knippert
End en weerklinkt er gedurende 7
minuten een geluidssignaal. Het
apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld.
of om de tijd in te
5. Druk op een willekeurige toets om
het signaal uit te zetten.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uitstand.
10.6 De functie
TIJDVERTRAGING instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat dur
begint te knipperen.
3.
Druk op
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
4. Druk op .
5. Druk op of om de tijd voor
EINDE in te stellen.
6. Druk ter bevestiging op
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
BEREIDINGSDUUR en stopt op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde
tijd, weerklinkt er gedurende 7 minuten
een geluidssignaal. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
7. Druk op een willekeurige toets om
het signaal uit te zetten.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uitstand.
of om de
.
22
www.aeg.com
10.7 De KOOKWEKKER
instellen
1. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
2. Druk op of om de gewenste
tijd in te stellen.
3. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, weerklinkt er gedurende 7
minuten een geluidssignaal. Druk op
een willekeurige toets om het
geluidsignaal uit te zetten.
10.8 De klokfuncties annuleren
1. Blijf op drukken tot het symbool
voor de benodigde ovenfunctie
knippert.
2. Houd de knoppen
tegelijkertijd ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar
seconden uit.
en
10.9 Het geluidssignaal
wijzigen
1. Houd om het huidige geluidssignaal
te horen de toets
2. Druk herhaaldelijk op om het
signaal te veranderen.
3. Laat de knop
Het laatste geluid dat u instelt is het
nieuwe geluid.
4. Wacht 5 seconden tot de instelling
automatisch wordt bevestigd.
Als het apparaat uit het
stopcontact wordt getrokken
of na een stroomstoring is
het geluidssignaal weer
ingesteld op het
standaardgeluid.
los.
11. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Duw de bakplaat niet
helemaal tot de achterwand
van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte
rondom de bakplaat kan
circuleren. Het gerecht kan
verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
ingedrukt.
Schuif het rooster tussen de
geleidestangen van het ovenniveau.
Plaat:
Plaats het blik of de diepe plaat tussen
de geleidestangen van de inschuifrail.
Zorg ervoor dat het de achterwand van
de oven niet raakt.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
het rooster op de roostersteun er boven.
12. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS
23
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
12.1 Algemene informatie
• Het apparaat heeft vier inzetniveaus.
Tel de inzetniveaus vanaf de bodem
van het apparaat.
• Het apparaat heeft een speciaal
systeem dat de lucht circuleert en
voor doorlopende recycling van
stoom zorgt. Dankzij dit systeem is
het mogelijk om voedsel te bereiden
in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van
binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd
en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de
glazen deurpanelen condenseren. Dit
is normaal. Ga altijd iets terug staan
van het apparaat als u de deur van het
apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen, dient
u het apparaat 10 minuten te laten
voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
• Plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek de
bodem tijdens de bereiding niet met
aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
12.2 Bakken
• Uw oven kan anders bakken of
roosteren dan de oven die u tot nu
toe gebruikt heeft. Pas uw normale
instellingen zoals temperatuur,
gaartijd en ovenniveau aan de
tabelwaarden aan.
• Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
• Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan
naar een soortgelijk recept.
• Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
• Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
• Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
12.3 Voor de bereiding van
gebak
• De ovendeur mag pas worden
geopend als driekwart van de baktijd
is verstreken.
www.aeg.com24
• Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen
leeg te laten.
beetje water in de lekbak gieten. Om
rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
• De functie boven + onderwarmte is
samen met de standaard temperatuur
ideaal voor het bakken van brood.
12.4 Voor de bereiding van
vlees en vis
• Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden
voor blijvende vetvlekken.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat
het vleessap er niet uit stroomt.
12.5 Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij
het gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur,
bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei,
recepten en hoeveelheden.
• Om te veel rook tijdens het braden in
de oven te vermijden, kunt u een
12.6 Boven- /onderwarmte
GerechtHoeveel-
heid (g)
1000160 - 17030 - 352bakblik
Platte taart
Koffiebroodjes
met appel en
gist
Pannenkoek1500160 - 170
Hele kip1350200 - 22060 - 702bakrooster
Halve kip1300190 - 21035 + 303bakrooster
Gebraden varkenskotelet
Broodtaart
Gevulde gistca-
1)
ke
Kwarktaart2600170 - 19060 - 702bakblik
Zwitserse appel-
flan
Kerstcake
1)
2000170 - 19040 - 503bakblik
600190 - 21030 - 353bakrooster
800230 - 25010 - 152bakblik
1)
1200170 - 18025 - 352bakblik
1900200 - 22030 - 401bakblik
1)
1)
2400170 - 180
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)Rek-
stand
2)
45 - 55
3)
55 - 65
Accessoires
2bakblik
1bakblik
1bakblik
1bakblik
2bakblik
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.