Adobe CS3 Handbook

ADOBE® ILLUSTRATOR® CS3
HANDBOEK
Copyright
© 2007 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden.
Adobe® Illustrator® CS3 Handboek voor Windows® en Mac OS
De inhoud van dit handboek wordt alleen ter informatie geleverd, kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en houdt geen enkele verplichting in voor Adobe Systems Incorporated. Adobe Systems Incorporated wijst alle verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid van de hand voor fouten ofonnauwkeurigheden die in de informatieve inhoud van dit handboek kunnen voorkomen.
Op bestaande illustraties of afbeeldingen die u in uw project wilt opnemen is mogelijk copyright van toepassing. Ongeoorloofde opname van dergelijk materiaal in uw nieuwe werk is mogelijk in strijd met de rechten van de houder van het copyright. U wordt aangeraden toestemming te vragen aan de houder van het copyright voor gebruik van het betreffende werk.
Eventuele bedrijfsnamen in voorbeeldsjablonen dienen slechts om het gebruik van het product te illustreren en zijn fictief.
Adobe, hetAdobe-logo, Acrobat,After Effects,Creative Suite, Dreamweaver, Flash, Illustrator, InDesign, hetOpen Type-logo en Photoshopzijn gedeponeerdemerken ofmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft, OpenType en Windowszijn gedeponeerde merken van MicrosoftCorporation in de Verenigde Statenen/of andere landen. Apple, Mac, Mac OS en Macintosh zijn als merken van Apple Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Bepaalde merken zijn eigendom van The Proximity Division van Franklin Electronic Publishers, Inc., en worden met toestemming gebruikt. Merriam-Webster is een merk van Merriam-Webster, Inc. Alle andere merken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Dit product bevat BISAFE- en/of TIPEM-software vanRSA Data Security,Inc. Copyright © 1995-2002Metrowerks Corporation.Alle rechten voorbehouden.Copyright © 1994 Hewlett-Packard CompanyCopyright © 1996, 1997 Silicon Graphics Computer Systems, Inc.Copyright © 1998 Gilles VollantDit product bevat software die is ontwikkeld door de Apache Software Foundation (
http://www.apache.org)Dit programma is geschreven met MacApp®: ©1985-1988 Apple Computer,Inc. De MacApp-software is eigendom van Apple Computer, Inc. enis uitsluitendvoor distributie inlicentie gegeven aanAdobe voor gebruik in combinatie met Adobe Illustrator.PANTONE®-kleuren die worden gebruikt in de software-toepassing ofin de gebruikersdocumentatie kunnen afwijken van dedoor PANTONE vastgestelde standaards.Raadpleeg deactuele PANTONE Color Publications voor exacte kleuren. PANTONE® en andere Pantone, Inc.-merken zijn eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, Inc. 2006. Pantone, Inc. is de eigenaar van het copyright op kleurgegevens en/of -software die voor distributie in licentie is gegeven aan Adobe Systems Incorporated uitsluitend voor gebruik in combinatie met Adobe Illustrator. PANTONE-kleurgegevens en/of -software mogen niet op een andere schijf of in geheugen worden gekopieerd tenzij als onderdeel van de uitvoering van Adobe Illustrator­software.Deze software wordt geproduceerd onder copyrights op DIC van de kleurgegevensdatabase die is gebaseerd op Sample Books.Flash 9-video wordt aangedreven door On2 TrueMotion-videotechnologie. © 1992-2005 On2Technologies, Inc. Alle rechten voorbehouden. OpenSymphony Group (
http://www.opensymphony.com/)Delen van deze code worden gebruikt onder licentie van Nellymoser (www.nellymoser.com)Sorenson Spark™
http://www.on2.com Dit product bevat software die is ontwikkeld door de
compressie- en decompressietechnologie voor video worden gebruikt onder licentie van Sorenson Media, Inc.
Bepaalde spellingonderdelen van dit product zijn gebaseerd op Proximity Linguistic Technology. ©Copyright 1990 Merriam-Webster Inc. ©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 2003 Franklin Electronic Publishers Inc.©Copyright 2003 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. Legal Supplement ©Copyright 1990/1994 Merriam-Webster Inc./Franklin Electronic Publishers Inc. ©Copyright 1994 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990/1994 Merriam-Webster Inc./Franklin Electronic Publishers Inc. ©Copyright 1997Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology, een divisie vanFranklin ElectronicPublishers, Inc. Burlington, New Jersey USA©Copyright 1990Merriam-WebsterInc. ©Copyright 1993 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 2004 Franklin Electronic Publishers Inc.©Copyright 2004Alle rechten voorbehouden.Proximity Technology, eendivisie vanFranklin ElectronicPublishers, Inc. Burlington, New JerseyUSA. ©Copyright 1991 Dr. Lluis de Yzaguirre I Maura ©Copyright 1991 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990 Munksgaard International Publishers Ltd. ©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of FranklinElectronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990 Van Dale Lexicografie bv ©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc.Burlington, NewJersey USA.©Copyright 1995 Van Dale Lexicografiebv ©Copyright 1996Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990 IDE a.s. ©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1992 Hachette/Franklin Electronic Publishers Inc.©Copyright 2004 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1991 Text & Satz Datentechnik ©Copyright 1991 Alle rechtenvoorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 2004 Bertelsmann Lexikon Verlag ©Copyright 2004 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 2004 MorphoLogic Inc. ©Copyright 2004 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990 William Collins Sons & Co. Ltd.©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1993-95 Russicon Company Ltd. ©Copyright 1995 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 2004 IDE a.s. ©Copyright 2004 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers,Inc. Burlington, New Jersey USA.De onderdelenvoor woordafbreking in dit product zijngebaseerd opProximity LinguisticTechnology.©Copyright 2003 Franklin ElectronicPublishers Inc.©Copyright 2003Alle rechten voorbehouden.Proximity Technology A Division ofFranklin Electronic Publishers,Inc. Burlington, NewJersey USA. ©Copyright 1984 William Collins Sons & Co. Ltd.©Copyright 1988 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990 Munksgaard International Publishers Ltd. ©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc.Burlington, NewJersey USA.©Copyright 1997 Van Dale Lexicografiebv ©Copyright 1997Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1984 Editions Fernand Nathan ©Copyright 1989 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1983 S Fischer Verlag ©Copyright 1997 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division ofFranklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1989 Zanichelli©Copyright 1989Alle rechten voorbehouden Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1989 IDE a.s. ©Copyright 1989 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA. ©Copyright 1990 Espasa-Calpe. ©Copyright 1990 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology ADivision ofFranklin ElectronicPublishers, Inc.Burlington, NewJersey USA.©Copyright 1989 C.A.StrombergAB. ©Copyright 1989 Alle rechten voorbehouden. Proximity Technology A Division of Franklin Electronic Publishers, Inc. Burlington, New Jersey USA.
Kennisgeving aan eindgebruikers bij de overheid van de VS: Deze software en documentatie zijn “commercial items”, zoals gedefinieerd onder 48 C.F.R. §2.101, bestaande uit “commercial computer software” en “commercial computer software documentation”, zoals deze begrippen worden gebruikt in 48 C.F.R. §12.212 of 48 C.F.R. §227.7202, indien van toepassing.Conform 48 C.F.R. §12.212 of48 C.F.R. §227.7202-1 tot enmet §227.7202-4, alnaargelang hetgeen van toepassing is, isaan de eindgebruikers bij de Amerikaanse overheid een licentie voor de commerciële computersoftware ende documentatie bij de commerciële computersoftware verleend (a) alleen als commerciële artikelen en (b) met alleen de rechten die aan alle eindgebruikers worden verleend overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen in dit document. Niet gepubliceerde rechten zijn voorbehouden onder de Amerikaanse wet op het auteursrecht. Adobe verklaart te voldoen aan alle van toepassing zijnde wetten inzake gelijke kansen, waaronder, indien van toepassing, de bepalingen van Executive Order 11246, zoals geamendeerd, lid 402 van de Vietnam Era Veterans Readjustment Assistance Act van 1974 (38 USC 4212) en lid 503 van de Rehabilitation Act van 1973, zoals geamendeerd, en de bepalingen in 41 CFR deel 60-1 tot en met 60-60, 60-250 en 60-741. De clausule en regels betreffende positieve actie die zijn opgenomen in de voorafgaande zin zullen worden opgenomen via verwijzing.
Adobe Systems Incorporated, 345 Park Avenue, San Jose, California 95110, Verenigde Staten.

Inhoud

Hoofdstuk 1: Aan de slag
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Adobe Help . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Wat is er nieuw? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Hoofdstuk 2: Werkruimte
Basisbeginselen van het werkgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
De werkruimte aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Gereedschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Bestanden en sjablonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Illustraties uitsnijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Illustraties weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Linialen, rasters en hulplijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Voorkeuren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Herstellen, ongedaan maken en automatisch laten uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
iii
Hoofdstuk 3: Tekenen
Grondbeginselen van tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Eenvoudige lijnen en vormen tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Flakkeringen tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Tekenen met het gereedschap Potlood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Tekenen met het gereedschap Pen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Paden bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Illustraties overtrekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Symboolgereedschappen en symboolsets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Hoofdstuk 4: Kleur
Kleuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Kleuren selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Stalen maken en gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Stalen beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104
Werken met kleurgroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
Kleuren aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
Hoofdstuk 5: Kleurbeheer
Werken met kleurbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
Kleuren consistent houden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
Kleurbeheer toepassen op geïmporteerde afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .127
Kleurbeheer toepassen op documenten voor online weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
Kleuren controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130
Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132
Werken met kleurprofielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .133
Kleurinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Hoofdstuk 6: Verven
Verven met vullingen en streken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .143
Groepen van Actieve verf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .149
Penselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .157
Transparantie- en overvloeiingsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .164
Verlopen, netten en kleurovervloeiingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .172
Patronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .177
Hoofdstuk 7: Objecten selecteren en ordenen
Objecten selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .183
Objecten groeperen en uitbreiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .191
Objecten verplaatsen uitlijnen en verdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .192
Objecten roteren en spiegelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .196
Lagen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
Objecten vergrendelen, verbergen en verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .203
Objecten stapelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .205
Objecten dupliceren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .206
Hoofdstuk 8: Objecten omvormen
Objecten transformeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .209
Objecten schalen, schuintrekken en vervormen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .211
Omvormen met omhulsels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .215
Objecten combineren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .218
Objecten knippen of splitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .224
Knipmaskers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .225
Objecten laten overvloeien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .227
Objecten omvormen met effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .231
3D-objecten maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .232
iv
Hoofdstuk 9: Importeren, exporteren en opslaan
Bestanden importeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .240
Bitmapafbeeldingen importeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .244
Adobe PDF-bestanden importeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .245
EPS-, DCS- en AutoCAD-bestanden importeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .247
Illustraties importeren uit Photoshop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .248
Illustraties opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .250
Illustraties exporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .255
Adobe PDF-bestanden maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .261
Adobe PDF-opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .266
Bestandsinformatie en metagegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .273
Hoofdstuk 10: Tekst
Tekst maken en importeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .275
Werken met vlaktekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .278
Werken met tekst op een pad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .283
Tekst schalen en roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .285
Spelling- en taalwoordenboeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .286
Fonts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .288
Tekst opmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .290
Regelafstand en tekenspatiëring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .298
Speciale tekens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .300
Alinea's opmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .303
Woordafbreking en regelafbreking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .307
Tabs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .309
Teken- en alineastijlen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .312
Tekst exporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .314
Aziatische tekens opmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .316
Samengestelde fonts maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .324
Tekst uit Illustrator 10 bijwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .327
Hoofdstuk 11: Speciale effecten maken
Weergavekenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .329
Werken met effecten en filters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .333
Overzicht van effecten en filters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .336
Slagschaduw, gloed en doezeleffect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .344
Schetsen en mozaïeken maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .346
Vectorafbeeldingen omzetten in bitmapafbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .347
Afbeeldingsstijlen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .348
v
Hoofdstuk 12: Webafbeeldingen
Aanbevolen procedures voor het maken van webafbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .351
Segmenten en afbeeldingen met hyperlinks . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .352
SVG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .356
Animaties maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .359
Afbeeldingen optimaliseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .362
Optimalisatieopties voor webafbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .367
Uitvoerinstellingen voor webafbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .378
Hoofdstuk 13: Afdrukken
Basisafdruktaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .381
Kleurscheidingen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .383
Pagina's instellen voor afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .386
Drukkersmarkeringen en afloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .388
PostScript-afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .389
Afdrukken met kleurbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .392
Verlopen, netten en kleurovervloeiingen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .393
Afdrukken illustraties afdrukken en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .396
Overdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .403
Overvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .405
Afdrukvoorinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .409
Hoofdstuk 14: Taken automatiseren
Handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .411
Scripts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .418
Gegevensgestuurde afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .419
Hoofdstuk 15: Grafieken
Grafieken maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .424
Grafieken opmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .428
Afbeeldingen en symbolen toevoegen aan grafieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .432
Hoofdstuk 16: Sneltoetsen
Sneltoetsen aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .437
Standaardsneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .438
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .449
vi

Hoofdstuk 1: Aan de slag

Als u deze nieuwe software nog niet hebt geïnstalleerd, lees dan eerst de informatie over de installatie en andere inleidende onderwerpen. Neem voordat u met de software aan de slag gaat, even de tijd om het overzicht te lezen van de Adobe Help en van de vele bronnen waar gebruikers over beschikken. U kunt gebruikmaken van instructievideo's, insteekmodules, sjablonen, gebruikersgemeenschappen, seminars, handleidingen, RSS-invoer en nog veel meer.

Installatie

Vereisten

In het Lees mij-bestand dat deel uitmaakt van de software vindt u alle systeemvereisten en aanbevelingen voor uw
Adobe®-software.

De software installeren

1 Sluit alle andere Adobe-toepassingen die op uw computer worden weergegeven.
2 Plaats de installatieschijf in het schijfstation en volg de aanwijzingen op het scherm op.
Opmerking: Zie het Lees mij-bestand op de installatieschijf voor meer informatie.
1

De software activeren

Als u een licentie voor één gebruiker voor de Adobe-software hebt aangeschaft, wordt u gevraagd de software te activeren. Dit is een eenvoudige, anonieme procedure die u dient uit te voeren binnen 30 dagen nadat u de software in gebruik hebt genomen.
Voor meer informatie over productactivering raadpleegt u het Lees mij-bestand op de installatieschijf of gaat u naar de website van Adobe op www.adobe.com/go/activation_nl.
1 Als het dialoogvenster Activeren nog niet wordt weergegeven, kiest u Help > Activeren.
2 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking: Als u de software wilt installeren op een andere computer, moet u deze eerst deactiveren op uw computer. Kies Help > Deactiveren.

Registreren

Registreer uw product voor gratis installatie-ondersteuning, berichten voor updates en andere services.
Volg om uw product te registreren de aanwijzingen op het scherm in het dialoogvenster Registratie, dat verschijnt nadat
u de software hebt geïnstalleerd en geactiveerd.
Als u uw product niet meteen registreert, kunt u dit op elk moment doen door te kiezen voor Help > Registratie.

Lees mij

De installatieschijf bevat het Leesmij-bestand voor de software. (Tijdens de installatie van het product wordt ook dit bestand naar de toepassingsmap gekopieerd.) In dit bestand vindt u belangrijke informatie over de volgende onderwerpen:
Systeemvereisten
Installatie (en het verwijderen van de software)
Activering en registratie
ILLUSTRATOR CS3
Fontinstallatie
Problemen oplossen
Klantondersteuning
Juridische kennisgevingen

Adobe Help

Adobe Help-cursussen

Documentatie voor uw Adobe-software is beschikbaar in verschillende indelingen.
In-product en LiveDocs Help
De Help in het product geeft toegang tot alle documentatie- en instructiemateriaal dat beschikbaar is op het moment dat de software wordt verzonden. U kunt de Help weergeven via het menu Help in uw Adobe-product.
LiveDocs Help bevat de volledige inhoud van de Help in uw product, inclusief updates en koppelingen naar aanvullend instructiemateriaal dat op het web beschikbaar is. Voor bepaalde producten kunt u ook opmerkingen toevoegen aan de onderwerpen in LiveDocs Help. U vindt de LiveDocs Help voor uw product in het Adobe Help Resource Center op
www.adobe.com/go/documentation_nl.
Handboek
2
De meeste versies van de in-product Help en LiveDocs Help bieden u de mogelijkheid om te zoeken binnen de Help­systemen van meerdere producten. Ook de onderwerpen bevatten vaak koppelingennaar relevante inhoud op het internet of naar onderwerpen in de Help van een ander product.
U kunt de Help, zowel in het product als op het web, beschouwen als een centrum voor toegang tot extra inhoud en gebruikersgroepen. De compleetste en bijgewerkte versie van de Help staat altijd op het internet.
Adobe PDF-documentatie
De in-product Help is ook beschikbaar als een PDF die is geoptimaliseerd om te worden afgedrukt. Andere documenten, zoals installatiehandleidingen en white papers, kunnen ook als PDF's worden geleverd.
Al de PDF-documentatie is beschikbaar via het Adobe Help Resource Center, op www.adobe.com/go/documentation_nl. Als u de PDF-documentatie die bij uw software wordt geleverd, wilt inzien, kijkt u in de map Documentatie op de installatie- of programma-dvd.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
Gedrukte documentatie
Afgedrukte versies van de Help binnen een product kunnen worden aangeschaft bij de Adobe Store op
www.adobe.com/go/store_nl. U kunt in de Adobe Store ook boeken vinden die door de uitgeverspartners van Adobe zijn
uitgegeven.
Alle producten uit de Adobe Creative Suite® 3 worden geleverd met een afgedrukte workflowhandleiding, en op zichzelf staande Adobe-producten worden mogelijk geleverd met een afgedrukte basishandleiding.

De Help in het product gebruiken

De in-product Help is beschikbaar via het Help-menu. Klik nadat u de Adobe Help Viewer hebt gestart op Bladeren om de Help voor extra Adobe-producten die op uw computer zijn geïnstalleerd te raadplegen.
Met deze voorzieningen in de Help hebt u ook toegang tot instructiemateriaal van andere Adobe-producten:
Onderwerpen kunnen koppelingen bevatten naar de Help-systemen van andere Adobe-producten of naar extra inhoud
op het internet.
Sommige onderwerpen worden gedeeld door twee of meer producten. Als u bijvoorbeeld een Help-onderwerp ziet met
pictogrammen van Adobe Photoshop® CS3 enAdobe AfterEffects®, weet udat hetonderwerp een beschrijvingbevat van functies die in beide producten voorkomen of van workflows waarbij beide producten betrokken zijn.
U kunt zoeken in Help-systemen van meerdere producten.
Als u naar een woordgroep zoekt, zoals "shape tool", plaats ze dan tussen aanhalingstekens om alleen die onderwerpen te raadplegen die alle woorden in de woordgroep bevatten.
3
A
C
D
B
Adobe Help A. Knoppen Vooruit en Achteruit (koppelingen die eerder zijn bezocht) B. Subonderwerpen die kunnen worden uitgebreid C. Pictogrammen die een gedeeld onderwerp aangeven D. Knoppen Vorige en Volgende (onderwerpen op volgorde)
Toegankelijkheidsfuncties
De inhoud van Adobe Help is toegankelijk voor mensen met een handicap, zoals een motorische handicap, blindheid en slechtziendheid. De Help in de producten zelf ondersteunt de volgende standaardfuncties voor toegankelijkheid:
De gebruiker kan de tekstgrootte wijzigen met standaardopdrachten in een contextmenu.
Koppelingen zijn onderstreept om gemakkelijk te worden herkend.
ILLUSTRATOR CS3
Als een koppelingstekst niet overeenkomt met de titel van het koppelingsdoel, wordt naar de titel verwezen in het
kenmerk Titel van de ankercode. Zo bevatten de koppelingen Volgende en Vorige de titels van de volgende en vorige onderwerpen.
Inhoud ondersteunt modus voor hoog contrast.
Afbeeldingen zonder bijschriften bevatten alternatieve tekst.
Elk frame heeft een titel die het doel ervan aangeeft.
Standaard HTML-codes definiëren de structuur van de inhoud voor lezen op het scherm of voor hulpprogramma's die
tekst omzetten in spraak.
Stijlbladen bepalen de opmaak, zodat er geen lettertypen zijn ingesloten.
Sneltoetsen voor knoppen op de Help-werkbalk (Windows)
Knop Vorige Alt+Pijl-links
Knop Volgende Alt+Pijl-rechts
Afdrukken Ctrl+P
Knop Info Ctrl+I
Menu Bladeren Alt+Pijl-omlaag of Alt+Pijl-omhoog om Help om een andere toepassing weer te geven
Zoekvenster Ctrl+S om het invoegpunt in het zoekvenster te plaatsen
Handboek
4
Sneltoetsen voor navigatie door de Help (Windows)
Druk op Ctrl+Tab (vooruit) of Shift+Ctrl+Tab (achteruit) om van het ene naar het andere deelvenster te gaan.
Druk op Tab (vooruit) of Shift+Tab (achteruit) om de koppelingen in een deelvenster te doorlopen en om koppelingen
te markeren.
Druk op Enter om een omlijnde koppeling te activeren.
Druk op Ctrl+is gelijk aan (=) als u de tekst groter wilt maken.
Druk op Ctrl+afbrekingsteken om de tekst kleiner te maken.

Bronnen

Adobe Video Workshop

De Video Workshop van deAdobe CreativeSuite 3 bevat meer dan 200 trainingsvideo's over een groot aantal verschillende onderwerpen. Ze zijn bedoeld voor professionals die de Creative Suite 3-producten gebruiken voor het maken van afdrukken, webpagina's en video's.
ILLUSTRATOR CS3
U kunt Adobe Video Workshop gebruiken om meer te weten te komen over alle Creative Suite 3-producten. Veel video's laten zien hoe u Adobe-toepassingen samen moet gebruiken.
Handboek
5
Wanneer u Adobe Video Workshop start, kunt u de producten kiezen waarover u meer wilt weten en de onderwerpen kiezen die u wilt lezen. U kunt details over elke video weergeven om na te gaan welke video's voor u van belang zijn.
Presentatorgroepen
Hiermee nodigt Adobe Systems de groep gebruikers van Adobe-producten uit om knowhow en ervaringen uit te wisselen. Adobe en lynda.com bieden u handleidingen, handige tips en slimme trucs van vooraanstaande ontwerpers en ontwikkelaars, zoals JosephLowery, Katrin Eismann en Chris Georgenes. U ziet en hoort Adobe-experts zoalsLynn Grillo, Greg Rewis en Russell Brown. In totaal delen meer dan 30 productexperts hun kennis.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
Handleidingen en bronbestanden
Adobe Video Workshop bevat trainingen voor beginners en ervaren gebruikers. Verder bevinden zich hier ook video's over nieuwe functiesen belangrijke technieken. Elke videobehandelt één onderwerp en duurtmeestal ongeveer 3 tot 5minuten. De meeste video's worden geleverd met een geïllustreerde handleiding en bronbestanden, zodat u de gedetailleerde stappen kunt afdrukken en zelf met de handleiding aan de slag kunt gaan.
Adobe Video Workshop gebruiken
U kunt Adobe Video Workshop openen via de dvd die bij uw Creative Suite 3-product wordt geleverd. Deze is ook online beschikbaar op www.adobe.com/go/learn_videotutorials_nl. Adobe voegt regelmatig nieuwe video's aan de online Video Workshop toe, dus neem eens een kijkje om te zien wat er nieuw is.

Illustrator CS3-video's

In Adobe Video Workshop worden allerlei uiteenlopende onderwerpen behandeld die betrekking hebben op Adobe Illustrator® CS3, zoals:
Een nieuw document maken en instellen
Inhoud in Illustrator importeren
Objecten selecteren, bewerken en uitlijnen
Intelligente objecten en Live kleur gebruiken
Bestanden opslaan voor het web
Video's laten u ook zien hoe u Illustrator CS3 in combinatie met andere Adobe-producten kunt gebruiken:
6
Tekst en symbolen tussen Illustrator en Adobe Flash doeltreffend gebruiken®
Mobiele inhoud maken in Illustrator
Gedeelde elementen gebruiken in Adobe Photoshop, Illustrator®, InDesign® en Flash
SWF-bestanden met animaties exporteren vanuit Illustrator
U hebt toegang tot de Adobe Creative Suite 3-videohandleidingen via Adobe Video Workshop op
www.adobe.com/go/learn_videotutorials_nl.

Extra's

U hebt toegang tot allerlei verschillende informatiebronnen waardoor u uw Adobe-software optimaal kunt benutten. Een aantal van deze hulpmiddelen is tijdens het installatieproces op uw computer geïnstalleerd; aanvullende nuttige voorbeelden en documenten staan op de schijf met de installatiesoftware of met de inhoud. Online worden unieke extra's aangeboden door de Adobe Exchange-community op www.adobe.com/go/exchange_nl.
Geïnstalleerde hulpmiddelen
Tijdens de software-installatie wordt een aantal hulpmiddelen in uw toepassingsmap geplaatst. Als u deze bestanden wilt bekijken, gaat u naar de toepassingsmap op uw computer.
Windows®: [opstartstation]\Program Files\Adobe\[Adobe-toepassing]
Mac OS®: [opstartstation]/Applications/[Adobe-toepassing]
De toepassingsmap kan de volgende informatiebronnen bevatten:
Insteekmodules Insteekmodules zijn kleine softwareprogramma's die functies uitbreiden of toevoegen aan uw software.
Zodra u de insteekmodules hebt geïnstalleerd, worden deze als opties weergegeven in het menu Importeren ofExporteren; alsbestandsindelingenindedialoogvenstersOpenen,OpslaanalsenOrigineelexporterenofalsfiltersindesubmenu’svan het menu Filter. Een aantal insteekmodules voor speciale effecten wordt bijvoorbeeld automatisch in de map Insteekmodules in de Photoshop CS3-map geïnstalleerd.
Voorinstellingen Voorinstellingen omvatten een groot aantal verschillende handige gereedschappen, voorkeuren, effecten
en afbeeldingen. Productvoorinstellingen omvatten penselen, kleurstalen, kleurgroepen, symbolen, aangepaste vormen, afbeeldings- en laagstijlen, patronen, structuren, handelingen, werkruimten en meer. De inhoud van de voorinstellingen
ILLUSTRATOR CS3
E
T
V
E
R
O
E
O
S
E
T
A
C
C
U
S
A
M
E
T
J
U
S
T
O
D
U
O
D
O
L
O
R
E
S
E
T
E
A
R
E
B
U
M
.
S
T
E
T
C
L
I
T
A
K
A
S
D
.
ET
C
O
S
E
T
E
T
U
R
S
A
D
I
P
S
C
I
N
G
01
Pelletir
Inc
.
C
O
R
E
I
N
V
E
S
T
M
E
N
T
S
P
E
C
T
R
U
M
Vel
il
lu
m
d
o
lore
e
u
fe
u
giat
nu
lla
fac
ilis
is
at
vero
e
ro
s
e
t acc
u
m
s
a
n
e
t
iu
s
to
o
d
io
d
i
gn
is
s
im
q
u
i.
R
E
T
I
R
E
M
E
N
T
S
A
V
I
N
G
P
L
A
N
Ve
l illu
m
d
o
l
ore e
u
fe
u
giat nu
lla
fac
ilis
is
at vero
e
ro
s
e
t
accu
m
s
a
n
e
t
iu
s
to
o
d
io
d
i
gn
is
s
im
q
u
i.
Y
o
u
r In
v
e
s
tm
e
n
t
G
u
id
e
A
r
e
y
o
u
l
e
a
v
i
n
g
m
o
n
e
y
o
n
t
h
e
t
a
b
le
?
0
1
Ty
p
i
n
o
n
h
a
b
e
nt c
la
ritate
m
in
s
itam
;
e
s
t
u
s
u
s
l
e
g
enti
s
in i
i
s
q
u
i f
a
c
it
e
o
r
u
m
c
la
ritate
m
.
Inve
s
t
ig
ation
e
s
d
e
m
o
n
s
trave
r
u
nt l
e
ctore
s
l
e
g
e
re
m
e
l
i
u
s
q
u
o
d
ii
le
g
u
nt
sa
e
p
i
us. C
l
a
rit
a
s
e
s
t
e
t
ia
m
proce
s
s
u
s.
Ty
p
i
n
o
n
h
a
b
ent
c
la
ritate
m
in
s
it
a
m
;
e
s
t
u
s
u
s
le
g
ent
is
in iis
q
u
i
fa
c
it
e
o
r
u
m
c
l
a
ritate
m
.
Inve
s
t
ig
at
io
n
e
s
d
e
m
o
n
s
trave
ru
nt
le
ctore
s
l
e
g
e
re
m
e
li
u
s
q
u
o
d
i
i
le
g
u
nt
s
a
e
p
i
us.
C
la
ri
t
a
s
e
s
t
e
t
ia
m
proce
s
s
u
s.
S
U
R
V
I
C
E
M
E
N
U
N
UL
CHE
vero d
i o
eu
m
n
ul
che
agiam
e
t ad
lorpe
ri
t
sum a
$4
5
ag
iam
e
t ad atin
ut
et
v
ero d
io
e
u m
n
ul
ch
e sum
a
a
gaim
et a
d
e
um
n u
lla
m
$
25
lorper
it
sum
a
a giam
e
t ad
lo
rp
eri
t
v
ero d
io
eum nu
l la
m
$3
5
SU
CCIVE
R
O
S
sucicver
o dio
vero dio
e u
m
nu
l ch
e su
m
a
$1
5
eu
m
nu
l lam
v
ero d
io
eum
n
u
l ch
e sum
a
ag
a
im
et
a
d e
um
n
ul
lam
$35
N
e um nu
l lam
$ 35
SU
CCI
VE
R
O
S
sucicver
o d
i
o
vero d
io
eu
m
n
u
l che
su
m
a
$1
5
eu
m
nu
llam
vero dio
e
u
m
nulch
e
s u
m
a
ag
aimet
ad
e
u
m
n
u
llam
$3
5
CC
a
s
i
o
p
i
a
S
p
A
Handboek
vindt u overal in de gebruikersinterface. Sommige voorinstellingen (zoals penseelbibliotheken voor Photoshop) zijn pas beschikbaar als u het desbetreffende gereedschap selecteert. Als u bij het maken van een effect of afbeelding niet helemaal bij nul wilt beginnen, gebruikt u de bibliotheken met voorinstellingen om inspiratie op te doen.
Sjablonen Sjabloonbestanden kunt uvanuit Adobe Bridge CS3 openen enbekijken, of openen vanuithet Welkomstscherm
of direct vanuit het menu Bestanden. Afhankelijk van het product lopen sjabloonbestanden uiteen van briefhoofden, nieuwsbrieven en websites tot dvd-menu's en videoknoppen. Elk sjabloonbestand is op professionele wijze samengesteld en laat zien hoe de productfuncties optimaal kunnen worden gebruikt. Sjablonen kunnen een waardevol hulpmiddel zijn wanneer u een duwtje in de rug nodig hebt bij het starten van een project.
7
Travel Earth
Best 100 places to see on the planet in your lifetime
Vel: Ad : Vulputate:
volute ipsummy , commy re eugia­rud tem
eraes-
exer n ullutet
Voorbeelden Voorbeeldbestanden bevatteningewikkeldere ontwerpen enzijn een uitstekende manier om nieuwe functies
in actie te zien. In deze bestanden wordt getoond welke creatieve mogelijkheden beschikbaar zijn.
Fonts Uw Creative Suite-product wordt geleverd met verschillende OpenType®-fonts en fontfamilies. De fonts worden
tijdens de installatie naar uw computer gekopieerd:
Windows: [opstartstation]\Windows\Fonts
Mac OS X: [opstartstation]/Bibliotheek/Fonts
Zie het Lees mij-bestand op de installatie-dvd voor informatie over het installeren van lettertypen.
Dvd-inhoud
De installatie-of inhouds-dvd die met uw product wordtgeleverd bevat extra hulpmiddelen voor gebruik met uw software. De map Extra's bevat productspecifieke bestanden zoals sjablonen, afbeeldingen, voorinstellingen, handelingen, insteekmodules en effecten, samen met submappen voor Fonts en Stockfotografie. De map Documentatie bevat een PDF­versie van de Help, technische informatie en andere documenten zoals voorbeeldmodellen, referentiehandleidingen en informatie over gespecialiseerde functies.
Adobe Exchange
Bezoek voor meer gratis inhoud www.adobe.com/go/exchange_nl, een online groep waar gebruikers duizenden gratis handelingen, extensies, insteekmodules en andere inhoud voor gebruik met Adobe-producten downloaden en delen.

Bridge Home

Bridge Home, een nieuwe bestemming in Adobe Bridge CS3, biedt gemakkelijk toegang tot actuele informatie over alle Adobe Creative Suite 3-software. Start Adobe Bridge, klik vervolgens op het pictogram Bridge Home boven aan de het deelvenster Favorieten om de laatste tips, nieuws en hulpmiddelen voor uw Creative Suite-gereedschappen weer te geven.
Opmerking: Bridge Home is mogelijk niet beschikbaar in alle talen.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
8

Adobe Design Center

In het Adobe Design Center vindt u artikelen, inspiratie en aanwijzingen van experts uit de branche, topontwerpers en uitgeverspartners van Adobe. Maandelijks wordt nieuwe inhoud toegevoegd.
Er zijn honderden handleidingen beschikbaar voor ontwerpproducten en leertips en -technieken, via video's, HTML­handleidingen en voorbeeldhoofdstukken.
Nieuwe ideeën vormen de kern van Think Tank, Dialog Box en Gallery:
In de Think Tank-artikelen wordt beschreven hoe hedendaagse ontwerpers omgaan met technologie en wat hun
ervaringen betekenen voor ontwerp, ontwerpprogramma's en de samenleving.
In Dialog Box delen experts nieuwe ideeën over bewegende afbeeldingen en digitaal ontwerp.
De Gallery schenkt aandacht aan hoe artiesten ontwerp in beweging overbrengen.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
Bezoek Adobe Design Center op www.adobe.com/designcenter.

Adobe Developer Center

Adobe Developer Center biedt voorbeelden, handleidingen, artikelen en groepshulpmiddelen voor ontwikkelaars die met Adobe-producten krachtige internettoepassingen, websites, mobiele inhoud en andere projecten bouwen. Het Developer Center bevat ook hulpmiddelen voor ontwikkelaars die insteekmodules voor Adobe-producten ontwikkelen.
9
Naast voorbeeldcode en handleidingen vindt u er RSS-feeds, online seminars, SDK's, scripthandleidingen en andere technische hulpmiddelen.
Bezoek Adobe Developer Center op www.adobe.com/go/developer_nl.

Klantondersteuning

Bezoek de Adobe Support-website op www.adobe.com/nl/support voorinformatieoverhetoplossenvanproblemenvoor uw product en om meer teweten te komen over gratis en niet-gratistechnische ondersteuningsopties. Klik op de koppeling Training voor meer informatie over de boeken van Adobe Press, verschillende cursussen, certificeringsprogramma's voor Adobe-software en nog veel meer.

Downloads

Bezoek www.adobe.com/go/downloads_nl voor gratis updates, testversies en andere nuttige software. Bovendien biedt de Adobe Store (op www.adobe.com/go/store_nl) toegang tot duizenden insteekmodules van onafhankelijke ontwikkelaars, waarmee u taken kunt automatiseren, workflowskunt aanpassen,gespecialiseerde professionele effecten kunt maken en meer.

Adobe Labs

Adobe Labs biedt u de mogelijkheid nieuwe en opkomende technologieën en producten van Adobe uit te proberen en te evalueren.
Bij Adobe Labs hebt u toegang tot hulpmiddelen zoals deze:
Pre-release software en technologieën
Codevoorbeelden en aanbevolen methoden om uw leerproces te versnellen
Vroege versies van product- en technische documentatie
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
Forums, wiki-gebaseerde inhoud en andere gezamenlijke hulpmiddelen voor een betere interactie met de interactie met
gelijkgestemde ontwikkelaars
Adobe Labs moedigt een gezamenlijk software-ontwikkelingsproces aan. In deze omgeving behalen klanten snel interessante resultaten met nieuwe producten en technologieën. Adobe Labs is ook een forum voor vroegtijdige feedback, die door het team van ontwikkelaars van Adobe wordt gebruikt om software te maken die voldoet aan de wensen en verwachtingen van de Adobe-gebruikersgroepen
Bezoek Adobe Labs op www.adobe.com/go/labs_nl.

Gebruikersgroepen

De gebruikersgroepen bieden gebruikers forums, blogsen andere wegen om technologieën, programma's en informatie uit te wisselen. Gebruikers kunnen vragen stellen en nagaan hoe anderen optimaal gebruikmaken van hun software. Er zijn gebruikersforums in het Engels, Frans, Duits en Japans. Blogs worden gepubliceerd in een groot aantal verschillende talen.
Bezoek www.adobe.com/nl/communities om deel te nemen aan forums of blogs.

Wat is er nieuw?

10

Superieure ontwerpmogelijkheden

Actieve kleur
Verken kleurharmonieën en pas een kleur in één keer dynamisch toe op meerdere vectorafbeeldingen. Met Actieve kleur kunt u nieuwe kleurencombinaties ontdekken, snel testen en vervolgens opslaan en opnieuw gebruiken. U kunt voorvertoningen van wijzigingen in uw illustraties weergeven en via het kleurenwiel kunt u dekleurtoon van een illustratie in zijn geheel verschuiven, of slechts één kleur met maximale precisie aanpassen. (Zie “Overzicht van het deelvenster Actieve kleur” op pagina 109.)
Deelvenster Stalen
U kunt een kleurengroep opslaan naar het deelvenster Stalen, zodat u altijd snel toegang hebt tot uw favoriete set kleuren. (Zie “Kleuren uit het deelvenster Kleurengids opslaan in het dialoogvenster Stalen” op pagina 108.)
Isolatiemodus
In de isolatiemodus kunt u gebieden van een illustratie beveiligen tegen bewerkingen. U kunt met een gerust hart lagen groeperen, verbergen, vergrendelen en opnieuw stapelen, omdat u weet dat geïsoleerde delen van de illustratie niet per ongeluk kunnen worden gewijzigd. (Zie “Groepen en sublagen isoleren” op pagina 184.)

Betere integratie

Integratie met Adobe Flash
U kunt ingewikkelde vectoren, storyboards en testtekeningen maken, zonder dat u deze in Adobe Flash opnieuw hoeft te tekenen. Ukunt besparenop productietijd doordat teksten, lagen en symbolenhun structuur en bewerkbaarheid behouden wanneer u ze naarFlash kopieert en plakt. U kunt steeds wisselen tussen Illustrator en Flash, zodat u optimaal gebruik kunt maken van de mogelijkheden van beide programma's. (Zie “Tekst labelen om naar Flash te exporteren” op pagina 314 en “Flash-afbeeldingen” op pagina 359.)
Symbolen
Benut de kracht van Illustrator met symbolen die u nu op een handigere manier kunt maken en aanpassen en die u probleemloos kunt gebruiken in Flash. (Zie “Symbolen” op pagina 80.)
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
Afdrukken
U kunt bij het afdrukken de oorspronkelijke kleurruimten behouden. Dankzij DeviceN-ondersteuning kunt u er zeker van zijn dat bij het afdrukken van de illustratie de kleuren op de juiste wijze worden gescheiden. (Zie “Kleurscheidingen afdrukken” op pagina 383.)

Efficiënter werken

Nieuwe documentprofielen
U kunt sneller aande slagals u een nieuw documentopent dooreen voorgedefinieerdNieuw documentprofiel te selecteren. Deze profielen zijn speciaal ontwikkeld voor verschillende soorten projecten, zoals mobiele apparaten, afdrukken, het web en video. U kunt eigen profielen opslaan met beginparameters zoals afmetingen van het tekengebied, stalen, penselen, stijlen en kleurruimten. (Zie “Profielen voor nieuwe documenten” op pagina 32.)
Eigen werkruimten
Pas de werkruimte aan met samenvouwbare deelvensters en nieuwe pictogramweergaven. U kunt uw werkruimte opslaan als eenvoorinstelling, zodatu deze voor bepaalde takenkunt optimaliseren. (Zie “Dewerkruimte aanpassen” op pagina 17.)
Verbeterde prestaties
U kunt nu vlotter en efficiënter werken, zonder dat u hoeft te wachten tot Illustrator in de pas loopt met uw handen en ideeën. De onderliggende architectuur van Illustrator is namelijk verbeterd. U zult merken dat u sneller kunt schuiven en zoomen en dat de vernieuwingsfrequentie en reactiesnelheid flink zijn verbeterd.
11
Toegang tot bibliotheken via deelvensters
U hebt eenvoudig toegang tot voorgedefinieerde bibliotheken voor penselen, op thema's gebaseerde stalen en afbeeldingsstijlen. U kunt een gewenst effect nu snel toepassen door de bibliotheeklijst te openen via een pictogram op de onderbalk van de deelvensters. (Zie bijvoorbeeld “Overzicht van het deelvenster Penselen” op pagina 158.)

Geavanceerde tekengereedschappen en tekenopties

Deelvenster Beheer
Via het deelvenster Beheer kunt u het gereedschap opzoeken dat u nodig hebt voor uw taak. Dit deelvenster geeft de opties weer die het meest in aanmerking komen voor uw huidige selectie. Boven in uw scherm hebt u toegang tot ankerpunten, selectiegereedschappen, knipmaskers en omhulselvervormingen. Hiermee wordt voorkomen dat de werkruimte overvol raakt met geopende deelvensters. (Zie “Overzicht van het deelvenster Beheer” op pagina 16.)
Paden bewerken
Zodra u punten selecteert, worden in het deelvenster Beheer gereedschappen weergegeven voor het bewerken van paden. Hierdoor kunt u de details van uw werk sneller bewerken en kunt u zelfs met één muisklik de handgrepen verbergen en tonen. (Zie “Opgeven hoe richtingslijnen en richtingspunten worden opgeven” op pagina 53.)
Punten selecteren
Beweeg met de cursor over een ankerpunt envergroot het, zodat u het gemakkelijk kunt zien en selecteren. De cursor geeft een groter vierkant weer op deplaats waar een punt wordt aangetroffen. (Zie “Voorkeuren voor ankerpuntgrootte opgeven” op pagina 54.)
Punten uitlijnen
U kunt punten op dezelfde manier uitlijnen en verdelen als objecten. Als u meerdere punten selecteert, worden alle beschikbare uitlijningsknoppen in het deelvenster Beheer weergegeven. U kunt punten ook op het tekengebied of een snijgebied uitlijnen. (Zie “Objecten uitlijnen en verdelen” op pagina 195.)
ILLUSTRATOR CS3
Gereedschap Gummetje
Het verwijderen van delen van een illustratie gaat net zo eenvoudig als het verwijderen van pixels in Photoshop. U hoeft alleen met de muis of tekenpen over een vorm of een vormenset te bewegen. Illustrator maakt nieuwe paden langs de randen van het gewiste gebied, waarbij de vloeiendheid van de wisbeweging behouden blijft. (Zie “Wissen in illustraties” op pagina 73.)
Gereedschap Snijgebied
U kunt meerdere snijgebieden tekenen met eigen of voorgedefinieerde kenmerken. U kunt snel PDF-bestanden van één pagina maken die precies op uw selectie zijn uitgesneden. Hierdoor kunt u variaties van illustraties opslaan die u aan klanten en collega's kunt laten zien. (Zie “Snijgebieden maken, bewerken en verwijderen” op pagina 37.)
Handboek
12

Hoofdstuk 2: Werkruimte

Welkom bij Adobe Illustrator CS3. Met Illustrator beschikt u over een efficiënte werkruimte en gebruikersinterface voor het maken en bewerken van illustraties voor gedrukte media, het web en mobiele apparaten.

Basisbeginselen van het werkgebied

Overzicht werkgebied

Ukuntdocumentenenbestandenmakenenbewerkenmetverschillendeelementen,zoalsdeelvensters,balkenenvensters. Elke schikking van deze elementen wordt een werkruimte genoemd. Als u een Adobe Creative Suite-component voor het eerst start, ziet u een standaardwerkruimte, die u kunt aanpassen voor de taken die u daar uitvoert. U kunt bijvoorbeeld een werkruimte maken voor bewerking en een andere voor weergave, ze opslaan en schakelen tussen deze werkruimtes terwijl u werkt.
U kunt de standaardwerkruimte op elk moment herstellen door te kiezen voor de standaardoptie in het menu Venster > We rk r ui mt e
13
Hoewel standaardwerkruimten verschillen in Flash, Illustrator, InCopy, InDesign en Photoshop, bewerkt u de elementen hierin ongeveer allemaal hetzelfde. De Photoshop-standaardwerkruimte is standaard:
In de menubalk aan de bovenkant zijn opdrachten in menu's georganiseerd.
Het deelvenster Gereedschappen (dat in Photoshop Gereedschapset wordt genoemd) bevat gereedschappen om
afbeeldingen, illustraties, pagina-elementen, enzovoort te maken en te bewerken. Gerelateerde gereedschappen worden samen gegroepeerd.
Het deelvenster Beheer (dat in Photoshop optiebalk wordt genoemd) geeft opties weer voor het huidige geselecteerde
gereedschap. (Flash heeft geen deelvenster Beheer.)
Het Documentvenster (dat in Flash Stage wordt genoemd) geeft het bestand weer waaraan u aan het werken bent.
Deelvensters (die in Photoshop paletten worden genoemd) helpen u om uw werk te controleren en te wijzigen. Voorbeelden zijn de Tijdlijn in Flash en het deelvenster Lagen in Photoshop. Bepaalde deelvensters worden standaard weergegeven, maaru kunt elk deelvenster toevoegen door het in hetmenu Venster te selecteren. Veel deelvensters hebben menu's met specifieke opties voor het deelvenster. Deelvensters kunnen gegroepeerd, gestapeld of gekoppeld zijn.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
14
A
D
E
F
B
C
G
H
Standaard Photoshop-werkruimte
A. Documentvenster B. Dockdeelvensters diezijn samengevouwentot pictogrammen C. Titelbalk vandeelvenster D. Menubalk E. Optiebalk F. Gereedschapset G. Knop samenvouwen tot pictogrammen H. Drie verticaal gekoppelde paletgroepen (deelvenstergroepen)
Als u een video wilt bekijken waarin u de werkruimte leert kennen, gaat u naar www.adobe.com/go/vid0187_nl.
Alle deelvensters verbergen of weergeven
(Illustrator, InCopy, InDesign, Photoshop) Om alle deelvensters te verbergen of weer te geven, inclusief het deelvenster
Gereedschappen en de optiebalk of het deelvenster Beheer, drukt u op Tab.
(Illustrator, InCopy, InDesign, Photoshop) Om alle deelvensters te verbergen of weer te geven, behalve het deelvenster
Gereedschappen en de optiebalk of het deelvenster Beheer, drukt u op Shift+Tab.
U kunt deelvensters tijdelijk verborgen weergeven met deze technieken door de aanwijzer naar de rand van het toepassingsvenster (Windows) of naar de rand van de monitor (Mac OS) te bewegen en de aanwijzer over de strook die
verschijnt heen en weer te bewegen.
(Flash) Om alle deelvensters te verbergen of weer te geven, drukt u op F4.
Opties in het menu Deelvenster weergeven
Plaats deaanwijzer ophet pictogram van het deelvenstermenu in de rechterbovenhoek vanhet deelvensteren druk
op de muisknop.
(Ilustrator) Helderheid van het deelvenster aanpassen
Beweeg de schuifregelaar Helderheid in de Voorkeuren voor degebruikersinterface. Dezebesturing heeft invloed op alle
deelvensters, inclusief het deelvenster Beheer.
Deelvenster Gereedschappen opnieuw configureren
U kunt de gereedschappen in het deelvenster Gereedschappen in één kolom of naast elkaar in twee kolommen weergeven.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
In InDesign kunt u ook schakelen tussen de weergave in één kolom en de dubbele kolomweergave door een optie in de Interfacevoorkeuren in te stellen.
Klik op de dubbele pijl boven aan het deelvenster Gereedschappen.

Schermmodi

U kunt de zichtbaarheid van het illustratievenster en de menubalk wijzigen met de modusknoppen onder aan het deelvenster Gereedschappen:
In de modus Gemaximaliseerd scherm worden illustraties weergegeven in een gemaximaliseerd scherm met
bovenaan een menubalk en aan de zijkanten schuifbalken, maar zonder titelbalk.
In de Standaardschermmodus worden illustraties weergegeven in een standaardvenster met bovenaan een
menubalk en aan de zijkanten schuifbalken.
In de modus Volledig scherm met menubalk worden illustraties weergegeven in een venster dat het volledige
scherm beslaat en dat een menubalk, maar geen titelbalk en schuifbalken heeft.
In de modus Volledig scherm worden illustraties weergegeven in een venster dat het volledige scherm beslaat, maar
geen titelbalk, menubalk en schuifbalken heeft.

Werken met de statusbalk

De statusbalk bevindt zich op de linkeronderrand van het illustratievenster in de modus Gemaximaliseerd scherm. De statusbalk geeft het zoomniveau weer en bevat informatie over een van de volgende onderwerpen: het gebruikte gereedschap,dedatumentijd,hetaantalmalendateenbewerkingongedaankanwordengemaaktofopnieuwkanworden uitgevoerd, het kleurprofiel van het document of de status van een beheerd bestand.
15
Klik op de statusbalk om een van de volgende handelingen uit te voeren:
Het type informatie wijzigen dat op de statusbalk wordt weergegeven door een optie te kiezen in het submenu Tonen.
Het huidige bestand in Adobe Bridge weergeven door Tonen in Bridge te kiezen.
Toegang krijgen tot opdrachten van Version Cue®.

Waarden invoeren in deelvensters en dialoogvensters

U kunt in alle deelvensters en dialoogvensters op dezelfde manieren waarden invoeren. In elk vak waarin u numerieke waarden kunt invoeren, kunt u bovendien eenvoudige berekeningen uitvoeren. Als u bijvoorbeeld een geselecteerd object met de huidige maateenheid drie eenheden naar rechts wilt verplaatsen, hoeft u niet de nieuwe horizontale positie te berekenen, maar alleen maar +3 te typen na de waarde in het deelvenster Transformeren.
Een waarde invoeren in een deelvenster of dialoogvenster
Voer een van de volgende handelingen uit:
Typ een waarde in het vak en druk op Enter of Return.
Sleep de schuifregelaar.
Sleep de draaischijf.
Klik op de pijlknoppen in het deelvenster om de waarde te verhogen of te verlagen.
Klik in hetvak en gebruik vervolgens de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om dewaarde teverhogen of te verlagen. Houd
Shift ingedrukt en druk op een pijltoets om de mate van het vergroten of verkleinen te verhogen.
Kies een waarde in het menu van het tekstvak.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
A B C
D
E
Manieren om waarden in te voeren A. Pijlknoppen B. Te k st v ak C. Menupijl D. Schuifregelaar E. Draaischijf
Waarden berekenen in een deelvenster of dialoogvenster
1 Ga als volgt te werk in een tekstvak dat numerieke waarden accepteert:
Als u de gehele huidige waarde wilt vervangen door een wiskundige uitdrukking, selecteert u de gehele actieve waarde.
Als u de huidige waarde als onderdeel van een wiskundige uitdrukking wilt gebruiken, klikt u voor of na deze waarde.
2 Typ een eenvoudige rekenkundige uitdrukking met een rekenkundige operator, zoals + (plus), - (min), x (vermenigvuldigen), / (delen) of % (procent).
Bijvoorbeeld 0p0 + 3 of 5mm+4.Zois3 cm * 50% gelijk aan 3 centimeter vermenigvuldigd met 50%, oftewel 1,5 cm, en is 50pt + 25% gelijk aan 50 punten plus 25% van 50 punten, oftewel 62,5 punten.
16
3 Druk op Enter of Return om de berekening toe te passen.

Overzicht van het deelvenster Beheer

Met het deelvenster Beheer hebt u snel toegang tot opties voor de door u geselecteerde objecten. Standaard bevindt het deelvenster Beheer zich boven in het werkgebied.
De opties in het deelvenster Beheer zijn afhankelijk van het type object of gereedschap dat is geselecteerd. Wanneer u bijvoorbeeld een tekstobject selecteert, bevat het deelvenster Beheer opties voor tekstopmaak en opties voor het wijzigen van de kleur, de plaatsing en de afmetingen van het object.
A B C
Deelvenster Beheer A. Verborgen opties B. Koppeling met een ander deelvenster C. Deelvenstermenu
Wanneer tekst in het deelvenster Beheer blauw en onderstreept is, kunt u op die tekst klikken om een verwant deel- of dialoogvenster weer te geven. Als u het deelvenster Streek wilt weergeven, klikt u bijvoorbeeld op het woord Streek.
Het type besturingselement in het deelvenster Beheer wijzigen
Schakel opties in of uit in het menu van het deelvenster Beheer.
Een deelvenster of dialoogvenster openen en sluiten vanuit het deelvenster Beheer
1 Klik op blauwe en onderstreepte tekst om het verwante deelvenster of dialoogvenster te openen.
2 Klik buiten het deelvenster of dialoogvenster om het venster te sluiten.
Het deelvenster Beheer koppelen aan het onderste gedeelte van het werkgebied
Kies Onder dokken in het menu van het deelvenster Beheer.
ILLUSTRATOR CS3
Het deelvenster Beheer omzetten in een zwevend deelvenster
Sleep het balkje op de linkerrand van het deelvenster naar een andere positie.
Als u het deelvenster weer wilt koppelen, sleept u het balkje naar de boven- of onderzijde van het toepassingsvenster (Windows) of scherm (Mac OS).

De werkruimte aanpassen

De werkruimte aanpassen

Om een aangepaste werkruimte te maken, beweegt en bewerkt u deelvensters (die in Photoshop paletten en in Adobe Creative Suite 2 componenten worden genoemd).
A B
C
Handboek
17
Het smalle, blauwe neerzetgebied geeft aan dat het deelvenster Kleur zal worden gekoppeld boven het deelvenster Lagen. A. Tite lbal k B. Tab C. Drop zone
U kunt aangepaste werkruimtes opslaan en schakelen tussen deze werkruimtes.
In Photoshop kunt u de tekengrootte van de tekst wijzigen in de optiebalk, deelvensters en knopinfo. Kies een grootte in het
menu Fontgrootte gebruikersinterface in Algemene voorkeuren.
Opmerking: Als u een video wilt bekijken over het aanpassen van de werkruimte in Illustrator, gaat u naar
www.adobe.com/go/vid0032_nl. Als u een video wilt bekijken over het aanpassen van de werkruimte in InDesign, gaat u naar www.adobe.com/go/vid0065_nl.
Deelvensters koppelen en ontkoppelen
Een dock is een verzameling deelvensters of deelvenstergroepen die samen worden weergegeven, meestal in verticale richting. U koppelt en ontkoppelt deelvensters door ze in en uit een dock te verplaatsen.
Opmerking: Koppelen is niet hetzelfde als stapelen. Een stapel is een verzameling van vrij zwevende deelvensters of deelvenstergroepen, die van boven naar onder gegroepeerd zijn.
Omeendeelvenstertekoppelen,sleeptuhetmetdetabindedock,naarboven,benedenoftussenanderedeelvensters.
Om een deelvenstergroep te koppelen, sleept u het met de titelbalk (de volle lege balk boven de tabs) in de dock.
Om een deelvenster of deelvenstergroep te verwijderen, sleept u ze uit de dock met de tab of de titelbalk. U kunt ze in
een andere dock slepen of ze vrij zwevend maken.
Deelvenster Navigator dat naar de nieuwe positie wordt gesleept, aangeduid met een blauwe, verticale markering
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
18
Deelvenster Navigator dat is gekoppeld in zijn eigen dock
Om te voorkomen dat deelvensters de ruimte in een dock vullen, sleept u de onderste rand van de dock omhoog, zodat deze niet langer tegen de rand van de werkruimte aan komt.
Deelvensters verplaatsen
Terwijl u een deelvenster verplaatst, ziet u blauw gemarkeerde drop zones gebieden waarnaar u het deelvenster kunt verplaatsen. U kunt een deelvenster bijvoorbeeld omhoog of omlaag in een dockverplaatsen doorhet naarde smalle blauwe drop zone boven of onder een ander deelvenster te slepen. Als u het naar een gebied sleept dat geen drop zone is, zweeft het venster vrij in de werkruimte.
Om een deelvenster te verplaatsen, sleept u het met de tab.
Om een deelvenstergroep of een stapel van vrij zwevende deelvensters te verplaatsen, sleept u de titelbalk.
Druk op Ctrl (Windows) of Control (Mac OS) terwijl u een deelvenster verplaatst om te voorkomen dat het wordt gekoppeld.
Docks en deelvensters toevoegen en verwijderen
Als u alle deelvensters uit een dock verwijdert, verdwijnt de dock. U kunt nieuwe docks door de deelvensters naar drop zones naast bestaande docks of naar de randen van de werkruimte verplaatsen.
Om een deelvenster te verwijderen, klikt u op het pictogram sluiten (de X in de rechterbovenhoek van het tabblad) of
schakelt u het uit in het menu Venster.
Om een deelvenster toe te voegen, selecteert u het in het menu Venster en koppelt u waar u wilt.
Deelvenstergroepen bewerken
Omeendeelvensterineengroepteverplaatsen,sleeptudetabvanhetdeelvensternaardegemarkeerdedropzoneboven
aan de groep.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
Een deelvenster toevoegen aan een deelvenstergroep
Om deelvensters in een groep te herschikken, sleept u de tab van het deelvenster naar een nieuwe locatie in de groep.
Om een deelvenster uit de groep te verwijderen zodat het vrij zweeft, sleept u het deelvenster met de tab buiten de groep.
Als u een deelvenster vooraan wilt plaatsen in de groep, klikt u op de tab van het deelvenster.
Om gegroepeerde deelvensters samen te verplaatsen, versleept u de titelbalk van de deelvensters (boven de tabs).
Vrij zwevende deelvensters stapelen
Als u een deelvenster uit de dock van het deelvenster sleept, maar niet in de drop zone, zweeft het deelvenster vrij rond, waardoor u het op elke plaats in de werkruimte kunt plaatsen. Deelvensters kunnen ook in de werkruimte zweven als ze eerst worden geselecteerd in het Venstermenu. U kunt vrij zwevende deelvensters of deelvenstergroepen samen stapelen, zodat zezich verplaatsen als een eenheid wanneer u de hoogste titelbalk versleept. (Deelvensters die deel uitmaken van een dock kunnen niet op deze manier worden gestapeld of als een eenheid worden verplaatst.)
19
Vrij zwevende gestapelde deelvensters
Om vrij zwevende deelvensters te stapelen, sleept u het deelvenster met de tab naar de drop zone onder in een ander
deelvenster.
Om de stapelvolgorde te wijzigen, sleept u een deelvenster naar boven of naar beneden met de tab.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de tab boven de smalle drop zone tussen deelvensters loslaat en niet in de brede drop zone in een titelbalk.
Om een deelvenster of deelvenstergroep uitde stapelte verwijderen,zodat het uit zichzelf zweeft, sleept u het uitde stapel
met de tab of titelbalk.
Deelvensters vergroten, verkleinen of minimaliseren
Om een deelvenster te vergroten of te verkleinen, sleept u een zijde van het deelvenster of het formaatvakje naar de
rechterbenedenhoek. Bepaalde deelvensters, zoals het deelvenster Kleur in Photoshop, kunnen niet worden vergroot of verkleind door te slepen.
Als u de breedte van alle deelvensters in een dock wilt wijzigen, sleept u de grijper links bovenaan in een dock.
Om een deelvenster, deelvenstergroep of stapel deelvensters te minimaliseren, klikt u op de knop Minimaliseren in de
titelbalk.
U kunt zelfs een deelvenstermenu openen als het deelvenster is geminimaliseerd.
ILLUSTRATOR CS3
Knop Minimaliseren
Deelvensters die zijn samengevouwen tot pictogrammen bewerken
Deelvensters samenvouwen tot pictogrammen om de werkruimte overzichtelijk te houden. (In bepaalde gevallen worden deelvensters samengevouwen tot pictogrammen in de standaardwerkruimte.) Klik op een pictogram van het deelvenster om het deelvenster uit te vouwen. U kunt slechts één deelvenster of deelvenstergroep tegelijk uitvouwen.
Handboek
20
Deelvensters samengevouwen tot pictogrammen
Deelvensters die vanuit pictogrammen zijn uitgevouwen
Om deelvensters in een dock samen of uit te vouwen, klikt u op de dubbele pijl boven in de dock.
Als u hetformaat vande deelvensterpictogrammen zodanigwilt wijzigen dat u alleende pictogrammen (en niet delabels
ziet), sleept u de grijper bovenaan in het dock naar de pictogrammen totdat de tekst verdwijnt. (Om de tekst van het pictogram opnieuw weer te geven, sleept u de grijper weg van de deelvensters.)
Om het pictogram van één deelvenster uit te vouwen, klikt u erop.
Om een uitgevouwen deelvenster opnieuw samen te vouwen tot een pictogram, klikt u op de tab, het pictogram of de
dubbele pijl in de titelbalk van het deelvenster.
Als u Pictogramdeelvensters automatisch samenvouwen in de Interface of devoorkeuren vande Gebruikersinterface-opties selecteert, wordt een pictogram van een uitgevouwen deelvenster automatisch samengevouwen als u elders klikt.
Om een deelvenster of deelvenstergroep aan een pictogrammendock toe te voegen, sleept u ze uit de dock met de tab of
de titelbalk. (Deelvensters worden automatisch samengevouwen tot pictogrammen als ze aan een pictogrammendock worden toegevoegd.)
Om een pictogram (of een pictogrammengroep van een deelvenster) van een deelvenster te verplaatsen, versleept u de
balk die boven het pictogram verschijnt. U kunt pictogrammen van deelvensters in de dock naar boven of naar beneden verslepen, in de docks (waar ze worden weergegeven in de deelvensterstijl van die dock), of buiten de dock (waar ze verschijnen als vrij zwevende, uitgevouwen deelvensters).
ILLUSTRATOR CS3
Handboek

De naam van een werkruimte wijzigen of een werkruimte dupliceren

1 Kies Venster > Werkruimte > Werkruimten beheren.
2 Voer een van de volgende handelingen uit en klik op OK:
Als u de naam van een werkruimte wilt wijzigen, selecteert u de werkruimte en bewerkt u de tekst.
Als u een werkruimte wilt dupliceren, selecteert u de werkruimte en klikt u op Nieuwe werkruimte.
Op www.adobe.com/go/vid0032_nl vindt u een video over het aanpassen van het werkgebied op basis van verschillende workflows.

Opslaan, verwijderen en schakelen tussen werkruimten

Door de huidige grootte en positie van deelvensters als een benoemde werkruimte op te slaan, kunt u die werkruimte zelfs herstellen wanneer u een deelvenster verplaatst of sluit. De namen van de opgeslagen werkruimten verschijnenin het menu Venster > Werkruimte
In Photoshop kan de opgeslagen werkruimte een specifieke sneltoetsenset en een menuset bevatten.
Een aangepaste werkruimte opslaan
1 Als de werkruimte de configuratie heeft die u wilt opslaan, voert u één van de volgende handelingen uit:
(Photoshop, Illustrator, InDesign) Kies Venster > Werkruimte > Werkruimte opslaan.
(Flash) Kies Venster > Werkruimte > Huidige opslaan of kies Huidige opslaan in het menu Werkruimte in de balk
Bewerken.
(Photoshop) Kies Werkruimte opslaan in het menu Werkruimte in de optiebalk.
2 Typ een naam voor de werkruimte.
3 (Photoshop) Onder Vastleggen selecteert u een of meer opties:
Paletlocaties Als u de huidige paletlocaties wilt opslaan.
21
Sneltoetsen Als u de huidige sneltoetsenset wilt opslaan.
Menu's Als u de huidige set menu's wilt opslaan.
4 Klik op OK.
Werkruimten weergeven of schakelen tussen werkruimten
Flash, Illustrator, InDesign en Photoshop bevatten vooraf ingestelde werkruimten die zijn ontworpen om bepaalde taken gemakkelijker te maken.
Kies Venster > Werkruimte en selecteer een werkruimte.
(Photoshop) Kies een werkruimte in het menu Werkruimte in de optiebalk.
(Flash) Kies een werkruimte in het menu Werkruimte in de balk Bewerken.
(InDesign en Photoshop) Wijs sneltoetsen toe aan elke werkruimte om snel tussen werkruimtes te kunnen navigeren.
Een aangepaste werkruimte verwijderen
(Illustrator) Kies Venster > Werkruimte > Werkruimten beheren, selecteer de werkruimte en klik vervolgens op het
pictogram Verwijderen.
(InDesign) Kies Venster > Werkruimte > Werkruimten verwijderen, selecteer de werkruimte en klik vervolgens op
Ve r wi j d er e n.
(Flash) Kies Beheren in het menu Werkruimte in de balk Bewerken, selecteer de werkruimte en klik vervolgens op
Verwijderen. Of kies Venster > Werkruimte > Beheren, selecteer de werkruimte en klik vervolgens op Verwijderen.
(Photoshop) Kies Werkruimte verwijderen in het menu Werkruimte in de optiebalk. Of kies Venster > Werkruimte >
Werkruimten verwijderen, selecteer de werkruimte en klik vervolgens op Verwijderen.
ILLUSTRATOR CS3
Handboek
(Photoshop) Opstarten met de meest recente of standaard paletlocaties
Als u Photoshop start, kunnen deelvensters op hun oorspronkelijke standaardlocaties worden weergegeven, of worden weergegeven zoals u ze laatst hebt gebruikt.
In Interfacevoorkeuren:
Om deelvensters op hun laatste locaties weer te geven bij het opstarten, selecteert u Paletlocaties herinneren.
Om deelvensters op hun standaardlocaties weer te geven bij het opstarten, deselecteert u Paletlocaties herinneren.

Gereedschappen

Overzicht van het deelvenster Gereedschappen

Wanneer u de toepassing voor het eerst start, staat het deelvenster Gereedschappen links op het scherm. U kunt het deelvenster Gereedschappen verplaatsen door de titelbalkvan het deelvenster of het Illustrator-pictogram te slepen. U kunt het deelvenster Gereedschappen ook weergeven en verbergen met de opdracht Venster > Gereedschappen.
Met de gereedschappen in het deelvenster Gereedschappen kunt u objecten in Illustrator maken, selecteren en manipuleren. Sommige gereedschappen hebben verborgen opties die u kunt weergeven door op het gereedschap te dubbelklikken. Hiertoe behoren gereedschappen waarmee u tekstkunt gebruiken enafbeeldingen kunt selecteren, kleuren, tekenen, bewerken en verplaatsen, en waarvan u monsters kunt nemen.
22
ILLUSTRATOR CS3
U kunt bepaalde gereedschappen uitbreiden, zodat verborgen onderliggende gereedschappen zichtbaar worden. Een driehoekje rechts onder in het gereedschapspictogram geeft aan dat er verborgen gereedschappen zijn. Wanneer u de aanwijzer op een gereedschap plaatst, ziet u de naam van dat gereedschap.
Overzicht van het deelvenster Gereedschappen
A
Selectiegereedschappen
A
B
D
F
H
I
Geeft het standaardgereedschap aan * Sneltoetsen worden tussen haakjes weergegeven
C
E
G
Selecteren (V)
Direct selecteren (A)
Groep selecteren
Toverstaf (Y)
Lasso (Q)
B
Tekengereedschappen
Pen (P)
Ankerpunt toevoegen (+) Ankerpunt verwijderen (-) Ankerpunt omzetten
(Shift+C)
Lijnsegment (\)
Boog
Spiraal Rechthoekig raster
Poolraster
Rechthoek (M)
Afgeronde rechthoek Ovaal (L)
Veelhoek Ster Flakkering
Potlood (N)
Vloeiend Padgummetje
C
Tekstgereedschappen
Tek s t (T)
Vlaktekst Tekst op een pad Verticale tekst Verticale vlaktekst Verticale tekst op
een pad
D
Verfgereedschappen
Penseel (B)
Net (U)
Verl oop (G)
Pipet (I)
Meetlat
Emmertje voor Actieve verf (K)
Selectie van Actieve verf (Shift+L)
E
Omvormingsgereed­schappen
Roteren (R)
Spiegelen (O)
Schalen (S)
Schuintrekken Omvormen
Kromtrekken (Shift+R)
Kronkel Plooi Bol Schelp Kristal Kreuken
Vrije transformatie (E)
Overvloeien (W)
F
Symboolgereedschappen
Symbolen sproeien (Shift+S)
Symbolen verschuiven Symbolen samentrekken Symboolgrootte instellen Symbolen draaien Symbolen brandschilderen Symbolen rasteren Symboolstijl toepassen
G
Graekgereedschappen
Kolomgraek (J)
Gestapelde kolomgraek Staafgraek Gestapelde staafgraek Lijngraek Vlakgraek
Spreidingsgraek Schijfgraek Radargraek
H
Segmenteer- en snijgereedschappen
Snijgebied (Shift+O)
Segmenten (Shift+K) Segment selecteren
Gummetje (Shift+E)
Schaar (C) Mes
I
Verplaatsings- en zoom­gereedschappen
Handje (H)
Pagina
Zoomen (Z)
Handboek
23
Verborgen gereedschappen weergeven
Plaats de aanwijzer op het zichtbare gereedschap en houd de muisknop ingedrukt.
Opties voor een gereedschap weergeven
Dubbelklik op een gereedschap.
Het deelvenster Gereedschappen verplaatsen
Sleep de titel van het deelvenster of het Illustrator-pictogram.
Het deelvenster Gereedschappen verbergen
Kies Venster > Gereedschappen.
ILLUSTRATOR CS3
Verborgen gereedschappen weergeven in een apart deelvenster
Sleep de aanwijzer over de pijl aan het uiteinde van het deelvenster Gereedschappen en laat de muisknop los.
Een afzonderlijk deelvenster voor een gereedschap sluiten
Klik op de sluitknop op de titelbalk van het deelvenster. De gereedschappen worden weer opgenomen in het deelvenster
Gereedschappen.

Een gereedschap selecteren

Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op een gereedschap in het deelvenster Gereedschappen. Als u rechts onder het gereedschap een driehoekje ziet,
houdt u de muisknop ingedrukt om de verborgen gereedschappen weer te geven envervolgens kliktu ophet gereedschap dat u wilt selecteren.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op een gereedschap om verborgen gereedschappen weer te
geven en te selecteren.
Druk op de sneltoets voor het gereedschap. De sneltoets wordt weergegeven in de gereedschapstip. U kunt bijvoorbeeld
het gereedschap Verplaatsen selecteren door op de letter 'V' te drukken.
Als u gereedschapstips wilt verbergen, kiest u Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS) en schakelt u Gereedschapstips uit.
Handboek
24
A B
C
D
E
Een verborgen gereedschap selecteren A. Deelvenster Gereedschappen B. Actief gereedschap C. Deelvenster met verborgen gereedschappen losmaken D. Driehoek voor verborgen gereedschappen E. Naam en snelkoppeling van gereedschap

Gereedschapsaanwijzers wijzigen

De muisaanwijzer van de meeste gereedschappen komt overeen met het pictogram van het desbetreffende gereedschap. Elke aanwijzer heeft een andere hotspot, het punt waar een effect of handeling begint. Bij de meeste gereedschappen kunt u overschakelen op precisiecursors, die worden weergegeven als een dradenkruis dat is gecentreerd rond de hotspot en waarmee u nauwkeuriger kunt werken bij illustraties met veel details.
Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS) en selecteer
Precisiecursors gebruiken. U kunt ook op het toetsenbord op Caps Lock drukken.

Galerie met selectiegereedschappen

In Illustrator kunt u beschikken over de volgende selectiegereedschappen:
Loading...
+ 443 hidden pages