De volgende waarschuwingen worden in
heel deze handleiding gebruikt om de
volgende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing.
Wanneer u dit symbool aantreft op
de bromfiets of in de handleiding, dient
u rekening te houden met potentieel
gevaar voor persoonlijk letsel. Nietnaleving van de aanwijzingen die
worden gegeven in de boodschappen
voorafgegaan door dit symbool kan
resulteren in ernstige risico’s voor de
veiligheid van uzelf en anderen en voor
de bromfiets!
WAARSCHUWING
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in ernstig letsel of zelfs de
dood.
OPGELET
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in licht persoonlijk letsel of
schade aan de bromfiets.
OPMERKING Het woord
≈OPMERKING∆ in deze handleiding gaat
belangrijke informatie of richtlijnen vooraf.
TECHNISCHE INFORMATIE
De handelingen waarbij dit
★
symbool staat, dienen ook aan de
andere kant van het voertuig te worden
herhaald.
Indien niet expliciet vermeld, dienen de
demontagehandelingen in de omgekeerde
volgorde te worden uitgevoerd om het
geheel opnieuw te monteren.
De woorden "rechts" en "links " gaan altijd
uit van de bestuurder die in een normale
rijhouding op het voertuig zit.
Voordat u de motor start, dient u
aandachtig dit boekje te lezen, in het
bijzonder de hoofdstukken
≈ WAARSCHUWINGEN VOORZORGSMAATREGELEN ALGEMENE OPMERKINGEN∆ en ≈VEILIG
RIJDEN∆.
Uw veiligheid en die van anderen hangt
niet alleen af van de snelheid van uw
reflexen en uw behendigheid, maar ook
van de kennis van de bromfiets, van de
staat van onderhoud en van de basisregels
voor VEILIG RIJDEN. Daarom is het
belangrijk de bromfiets goed te leren
kennen, zodat u er zich veilig mee in het
verkeer kunt begeven.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
2
OPMERKING Dit boekje hoort
onlosmakelijk bij de motorfiets en moet in
geval van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit
boekje de grootste zorg aan de dag
gelegd, teneinde de gebruiker correcte en
actuele informatie te verschaffen. Daar
aprilia echter voortdurend het ontwerp van
zijn producten verbetert, kunnen de
kenmerken van uw motorfiets lichtjes
afwijken van de in dit boekje beschreven
kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de
informatie in dit boekje, aarzel dan niet om
contact op te nemen met uw officiële
aprilia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet
expliciet in deze publicatie staan
beschreven, de aanschaf van originele
aprilia-reserveonderdelen, accessoires en
andere producten, alsook specifieke
adviezen, dient u zich uitsluitend te
wenden tot de officiële aprilia-dealers en
onderhoudscentra, die een betrouwbare
en snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft
gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische
opslag, reproductie en volledige of
gedeeltelijke aanpassing, op welke manier
ook, zijn voorbehouden voor alle landen.
OPMERKING In sommige landen
vereisen de van kracht zijnde
milieuwetgeving en geluidsvoorschriften
periodieke inspecties.
In deze landen moet de gebruiker van het
voertuig:
√ contact opnemen met een officiële
aprilia-dealer om de niet-goedgekeurde
onderdelen te laten vervangen door
vervangingsonderdelen of accessoires die
specifiek zijn voor uw model.
In deze handleiding worden de volgende
symbolen gebruikt om de verschillende
versies aan te duiden:
onderdelen die goedgekeurd zijn in het
betreffende land;
√ voer de vereiste periodieke inspecties
uit.
VERSIE VOOR:
OPMERKING Bij de aankoop van
het voertuig noteert u de nummers die op
het PLAATJE MET DE
ONDERDELENNUMMERS staan. Dit
plaatje zit op het frame onder het zadel; om
het te kunnen lezen, dient het zadel te
worden verwijderd, zie pag.
(DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN
DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van:
√ bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
√ wijzigingscode (A, B, C, ...);
√ land van homologatie (I, UK, A, ...).
Ze dienen te worden doorgegeven aan de
officiële aprilia-dealer bij de aankoop van
52
J
optie
L
versie met katalysator
+
Italië
4
Verenigd
Koninkrijk
>
Oostenrijk
M
Portugal
(
Finland
$
België
A
Duitsland
C
Frankrijk
'
Spanje
)
Griekenland
/
Nederland
6
Zwitserland
&
Denemarken
,
Japan
2
Singapore
P
Slovenië
F
Israël
e
Zuid-Korea
-
Maleisië
@
Chili
*
Kroatië
#
Australië
Verenigde Staten
R
g
Brazilië
Zuid-Afrika
1
K
Nieuw-Zeeland
%
Canada
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
3
ALGEMENE INHOUD
WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN .... 2
TECHNISCHE INFORMATIE ..................... 2
WAARSCHUWINGEN -
VOORZORGSMAATREGELEN -
ALGEMENE OPMERKINGEN .................... 2
BASISREGELS
VOOR DE VEILIGHEID ................................... 6
Om de bromfiets te mogen besturen is het
nodig dat u aan alle wettelijke
verplichtingen voldoet (rijbewijs,
geestelijke en lichamelijke gezondheid,
verzekering, nummerplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de bromfiets
geleidelijk eigen te maken, daar waar
weinig verkeer is of op terreinen die privéeigendom zijn.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
6
Het gebruik van bepaalde medicijnen,
alcohol en verdovende middelen benadeelt
in aanzienlijke mate de rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en
lichamelijk goed in staat bent te rijden, en
rijd vooral niet bij vermoeidheid en
slaperigheid.
Het merendeel van de ongelukken is te
wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de bromfiets NOOIT uit aan
beginners en overtuigt u zich er in ieder
geval van dat de rijder in het bezit is van de
wettelijke vereisten voor het rijden.
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen
en houd u aan de nationale en plaatselijke
verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die
gevaar opleveren voor uzelf en voor
anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard
rijden enz.), en houd altijd rekening met de
toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan
het voertuig kunnen toebrengen of de
controle over het voertuig kunnen doen
verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om
u mee te laten ≈zuigen∆.
OPGELET
Houd altijd beide handen aan het stuur
en de voeten op de pedalen (of de
voetplanken) en neem een correcte
rijhouding aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan
tijdens het rijden of uw ledematen te
strekken.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
7
OIL
COOLER
De rijder moet zich nooit af laten leiden of
laten beïnvloeden door personen of
handelingen (niet roken, eten, drinken,
lezen, enz.) tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
8
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof
en olie, zoals beschreven in het ≈SMEER SCHEMA∆; controleer regelmatig of de olie
en de koelvloeistof de voorgeschreven
niveaus hebben.
Controleer, als de bromfiets bij een
ongeluk betrokken is geweest, of de
bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het
remsysteem en de vitale delen niet
beschadigd zijn.
Laat de bromfiets eventueel nakijken door
een officiële aprilia dealer, met speciale
aandacht voor het frame, het stuur, de
vering, de veiligheidsonderdelen en de
onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet
in staat is te beoordelen of ze beschadigd
zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren
aan de technici/mecaniciens opdat de
reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt
worden.
Rijd absoluut niet met de bromfiets
wanneer de beschadiging de rijveiligheid in
gevaar brengt.
A12
345
ONLY ORIGINALS
Verander nooit de plaats, de stand of de
kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de bromfiets doen de
garantie onherroepelijk vervallen.
Wijzigingen of het verwijderen van
originele componenten brengen bovendien
de prestaties van het voertuig in gevaar,
waardoor het ook minder veilig en zelfs
onwettig kan worden.
Wij raden aan altijd alle wettelijke
voorschriften en nationale en/of
plaatselijke regelingen inzake de uitrusting
van het voertuig na te leven.
Met name dienen technische modificaties
te worden vermeden die de prestaties van
het voertuig zouden verhogen of in elk
geval de originele kenmerken ervan
wijzigen.
Wedijver nooit met voertuigen.
Rijd alleen op de daarvoor bestemde
wegen en niet off road.
KLEDING
Voordat u gaat rijden dient u eraan te denken
dat u altijd de helm op hebt; deze moet op de
juiste wijze gedragen worden. Controleer of
de helm gekeurd is, niet-beschadigd is, de
juiste maat heeft en of het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs
met een heldere en/of reflecterende kleur.
Zodoende bent u goed zichtbaar voor de
andere weggebruikers en beperkt u hiermee
het risico aangereden te worden. Bij een val
hebt u zodoende ook een betere
bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de
uiteinden gesloten zijn. Koorden, ceintuur
en das mogen niet los hangen; voorkom
dat deze of andere objecten het rijden
kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt
raken in bewegende delen of
bedieningselementen.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw
zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren
bij een val, zoals puntige objecten als
sleutels, pennen, glazen voorwerpen
(hetzelfde geldt voor de eventuele
passagier).
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
10
ACCESSOIRES
De gebruiker is persoonlijk
verantwoordelijk voor de keuze van de
installatie en het gebruik van de
accessoires.
Denkt u er tijdens de montage aan dat geen
onderdelen zoals de lichten of onderdelen
die dienen voor het aangeven van de richting
of voor geluidssignalen bedekt worden,
waardoor deze onderdelen geheel of
gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer
ook niet de uitslag van de vering en de
stuurhoek en de werking van de
bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van accessoires die de
toegang tot de bedieningselementen
belemmeren, omdat zo de reactietijd in
noodgevallen langer kan worden.
Grote bekledingen en windschermen
kunnen aërodynamische krachten
ontwikkelen die de stabiliteit van het
voertuig in gevaar brengen tijdens het
rijden, vooral als u snel rijdt.
Controleer of de accessoires op degelijke wijze
bevestigd zijn aan de bromfiets en geen gevaar
opleveren tijdens het rijden. Niets toevoegen
aan de elektrische installatie of hier iets aan
veranderen, waardoor het maximale vermogen
van de bromfiets overschreden zou kunnen
worden. Hierdoor zou de bromfiets tijdens het
rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich
een gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen,
zodat de claxon en de lichten niet meer
functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele
accessoires aan (originele aprilia
accessoires).
LADING
Wees voorzichtig bij het opladen van bagage
en vervoer niet te veel lading.
De bagage moet zich zo dicht mogelijk bij het
zwaartepunt van de bromfiets bevinden en
evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden van
de bromfiets zodat er een optimale balans is.
Zorg er verder voor dat de lading goed is
vastgemaakt op de bromfiets, vooral voor een
lange rit.
KG!
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of
gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de
spatborden en de vorken; dit vertraagt de
reactiesnelheid van de bromfiets in de
bochten en hindert de controle tijdens het
rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende
bagage aan de zijkant van de bromfiets en
voer ook niet de helm aan de daarvoor
bestemde haak mee. Deze zaken zouden
tegen personen of voorwerpen kunnen
stoten, waardoor de rijder de controle over
de bromfiets zou kunnen verliezen.
Vervoer geen bagage die niet goed
bevestigd is aan de bromfiets.
Vervoer geen bagage die te ver uit de
bagagedrager steekt of die de lichten, de
claxon of de controlelampjes bedekt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het
handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die
geldt voor iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en
de manoeuvreerbaarheid van de
bromfiets.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
11
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN
l
LEGENDA
1) Linker achteruitkijkspiegel
2) Radiatordop
8) Zekeringkastje
9) Linker voetsteun duopassagier
3) Radiator
4) Tankdop
5) Bougie
6) Brandstofkraan
10) Transmissieketting
11) Zijstandaard
7) Accu
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
12
(klikwerking, ingeklapt/uitgeklapt)
(in de landen waar dit is vereist)
Waarschuwingslampje dimlicht ()Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het dimlicht staat.
Toerenteller (tpm)Geeft het aantal toeren per minuut van de motor aan.
Meter koelvloeistoftemperatuur()
Waarschuwingslampje oliereserve( )
Waarschuwingslampje neutraalstand( )Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat.
DagtellerGeeft het aantal kilometers van een bepaald traject aan. Zet hem op nul met de terugstelknop.
Terugstelknop dagtellerLinksom draaien om de dagteller op nul te zetten.
KilometertotaaltellerGeeft het totaal aantal gereden kilometers aan.
SnelheidsmeterGeeft de rijsnelheid aan.
Knippert wanneer de rechter richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Knippert wanneer de linker richtingaanwijzer is ingeschakeld.
Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het ≈grootlicht∆ staat of wanneer het grootlichtsignaal
wordt gebruikt.
Geeft bij benadering de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan.
Wanneer de wijzer boven het ≈min∆-niveau staat, is de temperatuur voldoende om met de bromfiets
te rijden. Het temperatuurbereik voor normaal rijden wordt aangeduid door de middelste zone op de
schaal.
Als de wijzer zich in de rode zone bevindt, moet u de motor stoppen en het koelvloeistofpeil
controleren, zie pag. 28 (KOELVLOEISTOF).
OPGELET
Licht op wanneer de hoeveelheid resterende olie in het reservoir 0,35 l bedraagt.
OPGELET
(OLIERESERVOIR).
Als de maximaal toegestane temperatuur wordt overschreden (rode
“max”-zone van de schaal), kan de motor ernstige schade oplopen.
Als het waarschuwingslampje oplicht, betekent dit dat de oliereserve
wordt gebruikt; vul in dit geval onmiddellijk olie bij, zie pag. 26
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
16
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN
BEDIENINGSELEMENTEN
OP DE LINKERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand ≈
4
5
3
1
2
De lichten werken enkel wanneer de motor draait.
1) DRUKKNOP CLAXON ( )
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt
ingedrukt.
2) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS (()
De schakelaar naar links zetten om aan te geven dat u links
gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan te
geven dat u rechts gaat afslaan. Op het midden van de
schakelaar drukken om de richtingaanwijzer uit te zetten.
3) LICHTKEUZESCHAKELAAR ( - )
Als de keuzeschakelaar op "" staat, is het groot licht
ingeschakeld; op "
4) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL ()
U kan het grootlicht gebruiken om tegenliggers te verwittigen
wanneer u inhaalt, bij gevaar of in een noodsituatie.
5) CHOKE-HENDEL ()
De choke voor het koud starten van de motor wordt in
werking gesteld door de hendel ≈
Breng de hendel ≈∆ weer in zijn oorspronkelijke stand om de
choke uit te schakelen.
∆ staat.
" gaat het dimlicht branden.
∆ omlaag te draaien.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
17
BEDIENINGSELEMENTEN
OP DE RECHTERSTUURHELFT
6) STARTKNOP ()
Wanneer de startknop ≈∆ wordt ingedrukt, doet de startmotor
de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 32 (STARTEN).
1
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
18
StandFunctie
Uittrekken
sleutel
CONTACTSCHAKELAAR
De contactschakelaar (1) bevindt zich op
de stuurkolomplaat.
OPMERKING De sleutel bedient de
contactschakelaar/het stuurslot, het
zadelslot en het brandstoftankslot.
Bij de bromfiets worden twee sleutels
geleverd (één reservesleutel).
STUURSLOT
WAARSCHUWING
Draai de sleutel nooit in de stand “+”
terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de
controle over de bromfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
◆ Draai het stuur volledig naar links.
◆ Draai de sleutel in de stand ≈∆.
◆ Druk de sleutel in en draai hem in de
stand ≈
+∆.
◆ Trek de sleutel uit het contact.
+
Stuurslot
Het stuur is
vergrendeld.
Het is
onmogelijk
de motor te
starten en
de lichten te
ontsteken.
De motor
kan niet
worden
gestart en
de lichten
kunnen niet
worden
ontstoken.
De motor
kan worden
gestart en
de lichten
kunnen
worden ont
stoken.
De sleutel
kan uit het
contact
worden
getrokken.
De sleutel
kan uit het
contact
worden
getrokken.
De sleutel
kan niet uit
het contact
worden
getrokken.
-
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
19
HULPUITRUSTING
HANDSCHOEN/GEREEDSCHAPSSETKASTJE
Het handschoen-/gereedschapssetkastje
bevindt zich onder het zadel van de rijder;
u kunt er als volgt bij komen:
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
De gereedschapsset (1) bevat:
√ Inbussleutels van 3 mm, 4 mm, 5 mm
√ Steeksleutel van 10-11 mm
√ Bougiesleutel van 21-22 mm
√ Dubbele kruiskopschroevendraaier
√ Gebogen pin voor dopsleutel
√ Gereedschapstasje
Max. toegestaan gewicht: 1,5 kg
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
20
VERLENGSTUK VOOR
ACHTERSPATBORD
(in de landen waar dit is vereist)
Het verlengstuk van het achterspatbord (2)
is bijzonder nuttig wanneer het wegdek nat
is; het beperkt de hoeveelheid opspattend
water van het achterwiel.
OPMERKING Het verlengstuk van
het achterspatbord (2) wordt standaard
geleverd in landen waar dit onderdeel
wettelijk verplicht is.
GereedschapWerkzaamheden Pag.
Steunpinnen (1)
voor de
achterstandaard
Achterste
standaard (2)
Voorste
standaard (3)
De bromfiets op
de
achterstandaard
zetten.
Demonteren van
achterwiel.
Afstellen van de
transmissiekettin.
Demonteren van
voorwiel.
SPECIAAL GEREEDSCHAP
-
Voor het uitvoeren van specifieke
werkzaamheden is het raadzaam het
volgende speciaal gereedschap te
gebruiken (verkrijgbaar bij een officiële
aprilia-dealer).
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
21
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
BRANDSTOF
WAARSCHUWING
De brandstof die gebruikt wordt voor
verbrandingsmotoren is uiterst
ontvlambaar en kan in bepaalde
omstandigheden explosief worden. Het is
belangrijk dat het tanken en de
onderhoudswerkzaamheden in een goed
geventileerde ruimte gebeuren en met
afgezette motor. Niet roken gedurende het
tanken of in de nabijheid van
benzinedampen; in elk geval absoluut
contact mijden met open vlammen, vonken
en elke andere warmtebron, om te
voorkomen dat de brandstof vlam vat of
explodeert. Verder moet u ook voorkomen
dat er benzine uit de tankopening stroomt,
aangezien ze vlam kan vatten bij contact
met de gloeiende delen van de motor. Voor
het geval per ongeluk benzine buiten de
tank terechtkomt, moet u controleren of de
plek waar de benzine is terechtgekomen
geheel droog is en voor u gaat rijden moet
u er zich van vergewissen dat er geen
benzine op de hals van de benzinemond is
achtergebleven.
Loodvrije benzine zet uit onder invloed van
zonnewarmte en zonnestraling. Vul de tank
daarom nooit tot de rand. Mijd contact van
benzine met de huid en inademing van
dampen; zuig geen benzine op en breng de
benzine niet over van één vat in een ander
met behulp van een slang.
LOOS BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
Gebruik enkel gelode (4 Stars ) of
ongelode superbenzine, min. octaangetal
95 (N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
# ; Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine, in overeenstemming met de norm
DIN 51607, min. octaangetal 95
(N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
INHOUD BRANDSTOFTANK
(reserve inbegrepen): 13 l
TANKRESERVE: 2,6 l (mechanische
reserve).
Ga als volgt te werk om te tanken:
◆ Steek de sleutel (1) in het slot op de
brandstofklep (2).
◆ Draai de sleutel linksom, trek en open de
brandstoftankklep.
TRANSMISSIEOLIE
Controleer het transmissieoliepeil om de
4000 km (2500 mi), zie
(CONTROLEREN VAN HET
TRANSMISSIEOLIEPEIL EN BIJVULLEN).
Ververs de transmissieolie na de eerste 500
km (312 mi) en daarna telkens om de 8000
km (5000 mi), zie
VAN DE TRANSMISSIEOLIE).
pag. 45 (VERVERSEN
pag. 44
OPMERKING Gebruik 75W-90 olie
van hoge kwaliteit, zie
(SMEERMIDDELENTABEL).
pag. 76
OPGELET
Olie kan leiden tot ernstige
beschadiging van de huid bij dagelijkse
en langdurige aanraking.
Na gebruik van olie uw handen goed
wassen.
Loos de olie niet in het milieu.
Bewaar de olie in een afgesloten vat en
breng afgewerkte olie naar het
benzinestation of naar een gemeentelijk
verzamelpunt.
Het is aangeraden latex handschoenen
te gebruiken om onderhoudswerken uit
te voeren.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
22
REMVLOEISTOF - aanbevelingen
OPMERKING Deze bromfiets is
uitgerust met schijfremmen vooraan en
achteraan, met afzonderlijke hydraulische
circuits.
De volgende informatie heeft betrekking op
slechts één remsysteem, maar geldt voor
beide.
WAARSCHUWING
Plotselinge weerstand of verschillen in
speling op de remhendel kunnen te
wijten zijn aan onregelmatigheden in
het hydraulische systeem.
In geval van twijfel met betrekking tot
het goed functioneren van het
remsysteem en als u niet in staat bent
de normale controles zelf uit te voeren,
moet u te rade gaan bij uw officiële
aprilia-dealer.
WAARSCHUWING
Zie er goed op toe dat de remschijven
niet vettig of smerig zijn, in het
bijzonder na uitvoering van
onderhoudswerkzaamheden of
controles.
Controleer of de remleidingen niet
gedraaid of versleten zijn.
Let op dat geen water of stof per
ongeluk in het remcircuit terechtkomt.
Het is aangeraden latex handschoenen
te gebruiken om onderhoudswerken uit
te voeren.
Als de remvloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, kan dit leiden tot
ernstige irritatie.
Was zeer grondig de delen van het
lichaam die in contact zijn gekomen met
de vloeistof. Raadpleeg een arts of een
oogarts als de vloeistof in contact is
gekomen met uw ogen.
Loos remvloeistof niet in het milieu.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
Wanneer u de remvloeistof gebruikt,
moet u erop letten dat u er niet mee
morst op de plastic of gelakte delen,
omdat deze door de vloeistof kunnen
worden aangetast.
OPGELET
SCHIJFREMMEN
WAARSCHUWING
De remmen zijn de belangrijkste
onderdelen voor uw veiligheid, dus
moeten zij te allen tijde in perfecte staat
verkeren; controleer ze voor elke rit.
De remvloeistof moet eenmaal per jaar
vervangen worden door een officiële
aprilia-dealer.
Gebruik remvloeistof van het type dat is
aangegeven in het smeerschema, zie
pag. 76 (SMEERMIDDELENTABEL).
Deze bromfiets is uitgerust met
hydraulische schijfremmen vooraan en
achteraan.
Naarmate de remblokjes afslijten, neemt
het vloeistofpeil af om de slijtage
automatisch te compenseren.
Het voorremvloeistofreservoir bevindt zich
op de rechterstuurhelft, naast de
bevestiging van de voorremhendel.
Het achterremvloeistofreservoir bevindt
zich onder het bovenste stuk van de kuip,
op de rechterzijde van de bromfiets.
Controleer regelmatig het remvloeistofpeil
in de reservoirs, zie
pag. 25 (ACHTERREM), en de slijtage van
de remblokjes, zie pag. 57
(CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE
VAN DE REMBLOKJES).
pag. 24 (VOORREM),
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
23
34
5
2
1
VOORREM
CONTROLE
OPMERKING Zet de bromfiets op
een stevige en effen ondergrond.
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Draai het stuur naar links, zodat de
vloeistof in het reservoir evenwijdig staat
met de rand van het reservoir (1).
◆ Controleer of de remvloeistof in het
reservoir het peilglas (2) volledig bedekt.
◆ Vul bij als dit niet het geval is.
BIJVULLEN
OPGELET
De remvloeistof kan uit het reservoir
lopen. Trek de remhendel niet aan als
de schroeven (3) los zijn en zeker niet
als het deksel van het
remvloeistofreservoir is verwijderd.
◆ Draai de twee schroeven (3) los.
◆ Verwijder de kap (4).
OPMERKING Houd de vloeistof in
het reservoir evenwijdig met de rand van
het reservoir.
WAARSCHUWING
Vermijd langdurige blootstelling van de
remvloeistof aan lucht.
De remvloeistof is hygroscopisch,
d.w.z. het neemt bij contact met lucht
het in de lucht aanwezige vocht op.
Laat de remvloeistofhouder niet langer
openstaan dan nodig tijdens het
bijvullen.
◆ Verwijder de afdichting (5).
OPGELET
Vul nooit bij tot boven het “MAX”niveau.
Enkel wanneer nieuwe remblokjes
worden gebruikt, is het aangeraden het
reservoir tot het “MAX”-niveau te
vullen.
Naarmate de remblokjes afslijten,
neemt het vloeistofpeil af om de slijtage
automatisch te compenseren.
Vul het reservoir niet tot het “MAX”niveau wanneer de remblokjes
versleten zijn, om te vermijden dat de
vloeistof naar buiten stroomt wanneer
de remblokjes worden vervangen.
OPMERKING Om het ≈MAX∆-peil te
bereiken, moet u bijvullen tot het glas (2)
volledig is bedekt, met de rand van het
remvloeistofreservoir evenwijdig met de
grond.
◆
Vul het reservoir met remvloeistof, zie
pag. 76 (SMEERMIDDELENTABEL)tot
het glaasje geheel bedekt is.
◆
Plaats de pakking (5) correct terug in
haar zitting.
◆
Plaats de kap (4) terug.
◆
Draai de twee schroeven (3) vast.
OPGELET
Controleer de werking van de remmen.
Neem zo nodig contact op met uw
officiële aprilia-dealer.
Ingeval er teveel speling in de
remhendel zit, u teveel elastische
weerstand voelt of er lucht in het circuit
is terechtgekomen, moet u contact
opnemen met uw officiële aprilia-
dealer, omdat kan blijken dat het
remsysteem ontlucht moet worden.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
24
ACHTERREM
CONTROLE
OPMERKING Zet de bromfiets op
een stevige en effen ondergrond.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
◆ Laat de bromfiets rechtop staan, zodat
de vloeistof in het reservoir (1)
evenwijdig blijft met de dop (2).
◆ Controleer of het vloeistofpeil boven het
≈MIN∆-streepje staat.
◆ Als de vloeistof niet tot aan het ≈MIN∆-
streepje reikt, moet u bijvullen.
BIJVULLEN
◆ Verwijder de afdichting (3).
◆ Vul met behulp van een spuit het
OPGELET
De remvloeistof kan uit het reservoir
lopen. Bedien de achterremhendel niet
als de dop van het
remvloeistofreservoir los is of is
verwijderd.
◆ Schroef de dop (2) los en verwijder hem.
WAARSCHUWING
Vermijd langdurige blootstelling van de
remvloeistof aan lucht.
De remvloeistof is hygroscopisch,
d.w.z. het neemt bij contact met lucht
het in de lucht aanwezige vocht op.
Laat de remvloeistofhouder niet langer
openstaan dan nodig tijdens het
bijvullen.
OPMERKING Zorg dat de vloeistof
in het reservoir evenwijdig met de rand
blijft staan (in horizontale stand), zodat
tijdens het bijvullen geen remvloeistof
wordt gemorst.
Enkel wanneer nieuwe remblokjes
worden gebruikt, is het aangeraden het
reservoir tot het “MAX”-niveau te
vullen.
Naarmate de remblokjes afslijten,
neemt het vloeistofpeil af om de slijtage
automatisch te compenseren.
Vul het reservoir niet tot het “MAX”niveau wanneer de remblokjes
versleten zijn, om te vermijden dat de
vloeistof naar buiten stroomt wanneer
de remblokjes worden vervangen.
◆ Monteer de onderdelen opnieuw in
Controleer de werking van de remmen.
Neem zo nodig contact op met uw
officiële aprilia-dealer.
Ingeval er teveel speling in de
remhendel zit, u teveel elastische
weerstand voelt of er lucht in het circuit
is terechtgekomen, moet u contact
opnemen met uw officiële aprilia-
dealer, omdat kan blijken dat het
remsysteem ontlucht moet worden.
remvloeistofreservoir (1), zie
(SMEERMIDDELENTABEL)tot het
voorgeschreven niveau tussen het
≈MIN∆- en het ≈MAX∆-streepje is bereikt.
pag. 76
OPGELET
omgekeerde volgorde.
WAARSCHUWING
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
25
OLIERESERVOIR
Vul het oliereservoir elke 500 km (312 mi).
De bromfiets is uitgerust met een
afzonderlijke menginrichting waarin de
benzine en de olie voor het smeren van de
motor worden gemengd, zie
(SMEERMIDDELENTABEL).
De olievoorraad wordt aangegeven door
het oplichten van het
waarschuwingslampje van de oliereserve
≈
∆ op het dashboard, zie pag. 15
(INSTRUMENTEN EN
CONTROLELAMPJES).
OPGELET
Wanneer u de bromfiets zonder olie
gebruikt, wordt er zware schade aan de
motor toegebracht.
Als de olie in het oliereservoir is
opgebruikt of als de olieleiding is
verwijderd, neem dan contact op met
een officiële aprilia-dealer, die het
systeem zal ontluchten.
Dit is noodzakelijk, want als de motor
draait terwijl er lucht in het oliecircuit
aanwezig is, kan dit ernstige schade
aan de motor veroorzaken.
pag. 76
Vul het oliereservoir als volgt:
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Verwijder de plug (1).
INHOUD OLIERESERVOIR: 1,6 l
RESERVE: 0,35 l
Na gebruik van olie uw handen goed
wassen. Loos de olie niet in het milieu.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
OPGELET
342
AFSTELLEN
VAN DE SCHAKELHENDEL
De positie van de schakelhendel kan
worden afgesteld door middel van de stang
(2). Ga hiervoor als volgt te werk:
◆ Draai de moeren (3, 4) los.
◆ Draai de stang en stel de hoogte van de
schakelhendel af.
◆ Draai de moeren (3, 4) vast.
De pin van de schakelhendel blijft
gesmeerd dankzij de smeernippel.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
26
5
AFSTELLEN VAN DE ACHTERREM
Het rempedaal is ergonomisch geplaatst
tijdens de assemblage van de bromfiets.
Zo nodig kan de hoogte van het rempedaal
worden bijgeregeld:
◆ Draai de borgmoer (1) los.
◆ Schroef de remstelmoer (2) volledig los.
◆ Schroef de borgmoer (3) volledig tegen
de pompregelstang (4).
◆ Draai de pompregelstang (4) volledig
vast en daarna 3-4 slagen losser.
◆ Schroef de remstelmoer (2) vast tot het
rempedaal (5) op de gewenste hoogte
staat.
◆ Vergrendel de remstelmoer (2) met de
borgmoer (1).
◆ Draai de pompregelstang (4) los en laat
hem contact maken met de pompzuiger.
◆ Draai de stang vast zodanig dat een
minimale speling ontstaat van 0,5 ÷ 1
mm tussen de pompregelstang (4) en de
pompzuiger.
OPGELET
Zorg dat er een zekere speling is tussen
de remstelmoer en het contactpunt, om
te voorkomen dat de rem in werking
blijft en zodoende vroegtijdige slijtage
van de remdelen veroorzaakt.
Speling tussen de remstelmoer en het
contactpunt: 0,5 ÷ 1 mm.
◆ Vergrendel de pompregelstang met de
borgmoer (3).
WAARSCHUWING
Controleer de werking van de rem.
Neem zo nodig contact op met uw
officiële aprilia-dealer.
Controleer na het afstellen of het wiel
vrij draait met de rem onbediend.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
27
12
AFSTELLEN VAN DE KOPPELING
Stel de koppeling af als de motor stopt of
de neiging vertoont te versnellen wanneer
de koppelingshendel wordt aangetrokken
en de versnellingen worden ingeschakeld
of als de koppeling slipt, wat leidt tot een
vertraging in de versnelling in vergelijking
met het toerental van de motor.
Voor het afstellen gebruikt u de regelaar
(1):
◆ De moer (2) losmaken (aanschroeven!).
◆ Aan de regelaar (1) draaien totdat de
vrije slag op het uiteinde van de
koppelingshendel ongeveer 10…15 mm
bedraagt (zie afbeelding).
◆ De moer (2) vastmaken (losdraaien!) en
de regelaar (1) blokkeren.
◆ Controleer de vrije slag op het uiteinde
van de koppelingshendel.
WAARSCHUWING
Neem contact op met uw officiële
aprilia-dealer als u er niet in slaagt de
koppeling correct af te stellen of als de
koppeling niet werkt zoals het hoort.
OPMERKING Controleer of de
koppelingskabel intact is: hij mag nergens
geplet zijn en de isolatie mag nergens
versleten zijn.
◆ Smeer de koppelingskabel regelmatig
met een geschikt smeermiddel, zie
pag. 76 (SMEERMIDDELENTABEL), om
vroegtijdige slijtage en corrosie te
vermijden.
KOELVLOEISTOF
OPGELET
Gebruik de bromfiets niet als het
koelvloeistofpeil onder het
voorgeschreven minimum ligt.
Controleer het koelvloeistofpeil om de 2000
km (1250 mi) en na lange ritten; vervang de
koelvloeistof om de 24 maanden.
WAARSCHUWING
De koelvloeistof is giftig: slik ze niet in;
als de koelvloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, kan dit leiden tot
ernstige irritatie.
Als de koelvloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, overvloedig spoelen
met water en een arts raadplegen. Als
de koelvloeistof wordt ingeslikt, het
braken opwekken, mond en keel
overvloedig spoelen met water en
onmiddellijk een arts raadplegen.
LOOS REMVLOEISTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
Let op dat u geen koelvloeistof morst
op de hete onderdelen van de motor: de
vloeistof kan vlam vatten en
onzichtbare vlammen veroorzaken.
Het is aangeraden latex handschoenen
te gebruiken om onderhoudswerken uit
te voeren.
Laat de koelvloeistof verversen door
een officiële aprilia-dealer.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
28
De koelvloeistof is samengesteld uit 50%
water en 50% antivries. Dit mengsel is
ideaal voor de meeste motortemperaturen
en garandeert een goede bescherming
tegen roest.
Het is handig hetzelfde mengsel ook in de
zomer te gebruiken, aangezien zo het
verlies ten gevolge van verdamping tot een
minimum wordt beperkt, zodat het niet
nodig is zeer regelmatig bij te vullen.
Op die manier neemt de aanwezigheid van
minerale zoutresten in de radiator
veroorzaakt door verdampt water af en is de
goede werking van het koelsysteem
verzekerd.
Als de buitentemperatuur minder dan 0°C
bedraagt, moet u het koelcircuit regelmatig
controleren en zo nodig de concentratie van
antivries verhogen (tot maximum 60%).
Gebruik voor de koeloplossing gedistilleerd
water, om schade aan de motor te
voorkomen.
WAARSCHUWING
Verwijder de vuldop (1) niet wanneer de
motor heet is, daar de koelvloeistof
onder druk staat en een hoge
temperatuur heeft.
CONTROLEREN EN BIJVULLEN
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil en vul
de expansietank bij koude motor.
◆ Zet de motor af en wacht tot hij is
afgekoeld.
OPMERKING Zet de bromfiets op
een stevige en effen ondergrond.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
◆ Laat de bromfiets rechtop staan met de
twee wielen op de grond.
◆ Draai de vuldop (1) los (door hem twee
slagen linksom te draaien), maar
verwijder hem niet.
◆ Wacht enkele seconden om eventuele
restdruk te ontlasten.
OPMERKING De dop (1) is voorzien
van een ontluchtingspijp (2). Oefen geen
druk uit op de ontluchtingspijp (2) en
koppel ze evenmin los.
◆ Schroef de dop (1) los en verwijder hem.
WAARSCHUWING
De koelvloeistof is giftig: slik ze niet in;
als de koelvloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, kan dit leiden tot
ernstige irritatie.
Gebruik nooit uw vingers of een ander
voorwerp om het koelvloeistofpeil te
controleren.
◆ De zitting van de dop (1) kenmerkt zich
door een diametervernauwing (3):
controleer visueel of het koelvloeistofpeil
tot deze vernauwing reikt.
3
1
2
Zo niet:
◆ Vul koelvloeistof bij, zie pag. 76
(SMEERMIDDELENTABEL)totdat het
peil ongeveer tot de diametervernauwing
(3) reikt. Vul niet bij tot boven dit niveau,
anders zal de koelvloeistof naar buiten
stromen terwijl de motor draait.
◆ Breng de vuldop (1) opnieuw aan.
OPGELET
In geval van overmatig verbruik van
koelvloeistof of wanneer de tank leeg
blijft, moet u controleren of er geen
lekken zijn in het circuit.
Laat eventuele lekken herstellen door
een officiële aprilia-dealer.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
29
BANDEN
Deze bromfiets is uitgerust met banden
zonder binnenband.
WAARSCHUWING
Controleer regelmatig de
bandenspanning bij kamertemperatuur,
zie
pag. 73 (TECHNISCHE GEGEVENS).
Als de banden warm zijn, is de meting
niet correct.
In het bijzonder moet de
bandenspanning vóór en na iedere
lange rit gemeten worden.
Als de bandenspanning te hoog is, worden
de oneffenheden in de weg waarop u rijdt
niet opgevangen en daardoor overgebracht
op het stuur, waardoor het rijcomfort in het
gedrang komt en de wegligging in bochten
afneemt.
Als daarentegen de bandenspanning te
laag is, komen de zijkanten van de
banden onder grotere druk te staan en
bestaat het gevaar dat de band over de
rand van de velg glijdt of loskomt,
waardoor u de controle over de
bromfiets verliest. Ingeval u plots remt
zouden de banden van de velg kunnen
afschuiven. Bovendien zou de
bromfiets uit de bocht kunnen
schuiven.
Controleer de staat van het bandenoppervlak en de slijtage, want als de
banden in slechte staat zijn, hebben ze
minder grip en neemt de
bestuurbaarheid van de bromfiets af.
Vervang de band wanneer hij versleten
is of als er in het loopvlak een gat zit
van meer dan 5 mm. Na het vervangen
van een band, moeten de wielen
uitgebalanceerd worden. Gebruik enkel
het door aprilia aanbevolen
bandenformaat, zie
(TECHNISCHE GEGEVENS).
Zorg dat de banden altijd voorzien zijn
van hun ventieldoppen, om te vermijden
dat ze plots leeglopen. Vervanging,
reparatie, onderhoud en uitbalanceren
zijn zeer belangrijk en moeten worden
uitgevoerd door bekwame technici met
het juiste gereedschap.
Om die reden is het raadzaam
bovenstaande handelingen te laten
uitvoeren door een officiële apriliadealer.
Nieuwe banden zijn mogelijk bedekt
met een gladde laag: rijd voorzichtig
tijdens de eerste kilometers. Smeer de
banden niet in met vloeistoffen die
daarvoor ongeschikt zijn.
Als de banden oud zijn, kunnen ze zelfs
als ze niet volledig afgesleten zijn hard
worden en is het mogelijk dat een
goede wegligging niet langer is
verzekerd.
In dit geval moet u de banden
vervangen.
MINIMALE DIEPTE BANDENPROFIEL
voor:.................................................. 2 mm
achter:............................................... 2 mm
KATALYTISCHE
GELUIDDEMPER # ;
pag. 73
Parkeer de bromfiets met katalysator
niet in de nabijheid van droge struiken
of op plaatsen waar kinderen kunnen
komen, aangezien de katalysator
tijdens het gebruik zeer hoge
temperaturen bereikt; wees dus uiterst
voorzichtig en vermijd elk contact
totdat hij geheel is afgekoeld.
Het bromfiets met katalysator is voorzien van
een geluiddemper met metalen katalysator
van het type ≈platinum-rhodium tweeweg∆.
Deze dient voor de oxidatie van de CO
(koolmonoxide) en van de HC
(onverbrande koolwaterstoffen) die zich in
de uitlaatgassen bevinden.
Deze verbindingen worden omgezet in
respectievelijk kooldioxide en stoom.
WAARSCHUWING
OPGELET
Gebruik geen loodhoudende benzine,
want deze vernietigt de katalysator.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
30
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Voer voor het vertrek steeds een
voorafgaande controle uit om na te
gaan of de bromfiets juist en veilig
functioneert (zie de tabel met
“CONTROLES VOORAF” hierna). Het
niet uitvoeren van deze controles kan
leiden tot ernstige letsels of schade aan
de bromfiets.
Aarzel niet raad te vragen aan uw
officiële aprilia-dealer ingeval u iets
niet begrijpt i.v.m. de werking van
bepaalde bedieningselementen of als u
bepaalde onregelmatigheden vermoedt
of vaststelt.
Een controle vergt weinig tijd en
verhoogt de veiligheid aanzienlijk.
CONTROLES VOORAF
OnderdeelControlePagina
Voorste en
achterste
schijfremmen
GashendelControleer of hij soepel werkt en of hij volledig kan
Smeerolie/transmissieolie
Wielen/bandenControleer het loopvlak van de banden, de
RemhendelsControleer of ze goed werken. Zonodig de
StuurControleer of het stuur soepel draait, zonder speling.√
KoppelingDe stationaire speling op het uiteinde van de
Zijstandaard Controleer of hij goed werkt en of de veerspanning hem
Bevestigingselementen
TransmissiekettingControleer de speling.
BrandstoftankControleer het brandstofpeil en vul zonodig bij.
KoelvloeistofControleer bij koude motor visueel of het koelvloeistofpeil
Lichten, waarschuwingslampjes,
claxon en elek
trische onderdelen
-
Controleer de werking, de stationaire speling van de
bedieningshendels en het vloeistofpeil en kijk of er geen
lekken zijn. Vul zo nodig het vloeistofreservoir bij.
worden open- en dichtgedraaid, bij alle standen van het
stuur. Zo nodig bijstellen en/of smeren.
Controleren en/of zo nodig bijvullen.
bandenspanning, slijtage en eventuele beschadiging.
scharnierpunten smeren en de speling bijstellen.
koppelingshendel moet ongeveer 10…15 mm bedragen;
de koppeling moet werken zonder haperen en/of slippen.
weer in de normale stand brengt. Zo nodig scharnierpunten
en draaiende delen smeren. Controleer of de
veiligheidsschakelaar op de zijstandaard correct werkt.
Controleer of de bevestigingselementen niet loszitten.
Stel ze zo nodig af of draai ze aan.
Controleer het circuit op lekken en verstopping.
het voorgeschreven niveau bereikt.
Controleer de goede werking van akoestische en visuele
voorzieningen. In geval van defect de lampjes vervangen
of het defect repareren.
26, 44, 45
22, 53, 70
23, 24,
25, 57
58
30
27
28
65
√
50, 51
28, 29
60…63
65…69
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
31
3
4
5
STARTEN
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
dat uiterst giftig is bij inademing. Start
de bromfiets niet in een gesloten of
slecht geventileerde ruimte.
Het niet opvolgen van deze
raadgevingen kan leiden tot
bewusteloosheid of zelfs tot de dood
door verstikking.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
◆ Ga op de bromfiets zitten.
◆ Zet de hendel van het brandstofkraantje
(1) in de stand ≈ON∆.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
32
◆ Draai aan de sleutel (2) en zet de
startschakelaar op "".
◆ Blokkeer minstens een wiel met een
rem.
◆ De versnelling in neutraal zetten (groen
lampje "
◆ Controleren of de lichtkeuzeschakelaar
(4) in de stand "" staat.
◆ Om de koude motor te starten, draait u
de chokehendel (3) naar onder.
" aan).
OPMERKING Om de accu niet
nodeloos te belasten, mag u de startknop
≈
∆ niet langer dan vijftien seconden
ingedrukt houden.
Als de motor binnen deze tijdspanne niet
start, wacht dan tien seconden en druk de
startknop ≈
∆ nogmaals in.
◆ Druk de startknop ≈∆ (5) in zonder gas
te geven en laat hem los zodra de motor
start.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje
oliereserve “
dat de oliereserve wordt gebruikt; vul in
dit geval onmiddellijk olie bij, zie
pag. 26 (OLIERESERVOIR).
” oplicht, betekent dit
OPGELET
Druk de startknop “” (5) niet in terwijl
de motor draait, want zo kunt u de
startmotor beschadigen.
6
◆ Houd minstens één remhendel
aangetrokken en geef geen gas vóór u
vertrekt.
OPGELET
Rijd niet weg met een koude motor.
Om de uitstoot van vervuilende stoffen
en het brandstofverbruik te beperken,
moet u de motor eerst laten warm
draaien door gedurende de eerste
kilometers met lage snelheid te rijden.
Bij warme motor:
◆ Draai de choke-hendel ≈∆ (3) omhoog
wanneer de motor is opgewarmd.
STARTEN MET EEN ’VERZOPEN’
MOTOR
Als de startprocedure niet correct wordt
uitgevoerd of als er teveel brandstof in de
aanzuigleidingen en in de carburateur zit,
kan de motor verzuipen.
Een verzopen motor moet als volgt
gereinigd worden:
◆
Druk gedurende enkele seconden op de
startknop ≈
∆ (5) (waardoor de motor
stationair draait) met de gashendel (6)
volledig open (Pos. A).
STARTEN MET KOUDE MOTOR
Wanneer de omgevingstemperatuur laag
is (ongeveer 0°C), is het soms moeilijk de
motor bij de eerste poging aan de gang te
krijgen.
In dit geval:
◆ Draai de choke-hendel (3) naar omlaag.
◆
Blijf minstens tien seconden lang op de
startknop ≈
∆ (5) drukken en draai
tegelijk zachtjes aan de gashendel (6).
Op het moment dat de motor start
◆ De gashendel (6) loslaten.
◆ Draai de choke-hendel ≈∆ (3) naar
omhoog.
Als het stationaire toerental onstabiel
is,
moet u regelmatig zachtjes aan de
gashendel (6) draaien.
Als de motor niet start
Wacht enkele seconden en herhaal de
startprocedure.
STARTEN NA EEN LANGE PERIODE
VAN STILSTAND
Laat na een lange periode van stilstand de
startmotor ongeveer tien seconden lang
draaien zonder gas te geven, zodat de
vlotterkamer zich kan vullen.
Om de motor te starten, draait u de
gashendel zachtjes wat open en voert u de
startprocedure uit.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
33
VERTREKKEN EN RIJDEN
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerp aan de
binnenkant van het voorste scherm
(tussen het stuur en het dashboard), om
te vermijden dat de draaibewegingen
van het stuur en het zicht op het
dashboard zouden worden belemmerd.
OPMERKING Lees voor u vertrekt
aandachtig het hoofdstuk ≈veilig rijden∆, zie
pag.
5 (VEILIG RIJDEN).
Als de ≈normale∆ hoeveelheid brandstof is
opgebruikt tijdens het rijden, zet dan de
hendel van het brandstofkraantje (1) in de
stand ≈RES∆ om de brandstofreserve te
gebruiken.
BRANDSTOFRESERVE: 2,6 l
(mechanische reserve).
WAARSCHUWING
Elke verwijzing naar het gebruik van de
bromfiets met passagier heeft
uitsluitend betrekking op landen waar
het rijden met passagier is toegestaan.
Wanneer u zonder duopassagier rijdt,
moeten de voetsteunen van de
passagier ingeklapt zijn.
Houd tijdens het rijden uw handen aan
de handvatten en uw voeten op de
voetsteunen.
NEEM NOOIT EEN ANDERE DAN DE
AANGEGEVEN RIJHOUDINGEN AAN.
Als u een duopassagier meeneemt, zeg
hem/haar dan dat hij/zij niet in de weg
gaat zitten tijdens het manoeuvreren.
Vertrekken:
◆ Stel de hoek van de achteruitkijkspiegels
juist in.
WAARSCHUWING
Tracht uzelf vertrouwd te maken met het
gebruik van de achteruitkijkspiegels
met de bromfiets in rusttoestand. De
spiegel is convex, waardoor
voorwerpen verder weg lijken dan ze in
werkelijkheid zijn. De spiegels geven
een “breedhoekbeeld” en enkel door
ervaring kan u de afstand tot
achteropkomende voertuigen correct
inschatten.
◆ Rijd de eerste kilometers met gematigde
snelheid, zodat de motor kan opwarmen.
2
◆ Laat de gashendel (2) los (Pos. A) en
trek bij stationaire motor de
koppelingshendel (3) volledig aan.
◆ Schakel in eerste versnelling door het
schakelpedaal (4) omlaag te drukken.
◆ Laat de remhendel los (aangetrokken
tijdens het starten).
WAARSCHUWING
Bij het vertrek kan het abrupt loslaten
van de koppelingshendel ertoe leiden
dat de motor stilvalt of dat de bromfiets
gaat schokken.
Nooit plots of te sterk versnellen
wanneer u de koppelingshendel loslaat,
om te voorkomen dat de koppeling gaat
“slippen” (trage ontkoppeling) of dat
het voorwiel van de grond komt
“steigeren” (snelle ontkoppeling).
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
34
3
◆ Laat de koppelingshendel (3) langzaam
los en geef tegelijk gas door zachtjes aan
de gashendel (2) te draaien (Pos. B).
De bromfiets zet zich in beweging.
◆ Verhoog de snelheid door zachtjes aan
de gashendel (2) te draaien (Pos. B),
zonder het aanbevolen toerental te
overschrijden, zie
pag. 37 (INRIJDEN).
66
55
44
33
22
11
4
Schakel als volgt de tweede versnelling in:
OPGELET
Ga snel te werk.
Rijd nooit met een te laag toerental.
◆ Laat de gashendel (2) (Pos. A) los, trek
de koppelingshendel (3) aan en zet de
schakelhendel (4) omhoog. Laat de
koppelingshendel (3) los en versnel.
◆ Herhaal de laatste twee handelingen en
schakel in hogere versnellingen.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje
oliereserve “” oplicht, betekent dit
dat de oliereserve wordt gebruikt; vul in
dit geval onmiddellijk olie bij, zie
pag. 26 (OLIERESERVOIR).
Terugschakelen moet gebeuren in de
volgende situaties:
◆ Wanneer u een helling afrijdt of wanneer
u remt, om het remeffect te versterken
door de compressie van de motor.
◆ Wanneer u een helling oprijdt, als de
ingeschakelde versnelling niet is
aangepast aan de snelheid (hoge
versnelling, gematigde snelheid) en het
toerental van de motor daalt.
OPGELET
Schakel de versnellingen één voor één
in; wanneer met meer dan één
versnelling tegelijk wordt
teruggeschakeld, is het mogelijk dat het
maximale toerental (wegrijsnelheid)
wordt overschreden.
Laat vóór en tijdens het terugschakelen
de gashendel los.
Schakel als volgt terug:
◆ Laat de gashendel (2) (Pos. A) los.
◆ Trek zo nodig de remhendels geleidelijk
aan en vertraag de snelheid van de
bromfiets.
◆ Trek de koppelingshendel (3) aan en
druk de schakelpedaal (4) omlaag om
terug te schakelen.
◆ Laat de remhendels los indien u ze heeft
aangetrokken.
◆ Laat de koppelingshendel los en versnel
geleidelijk.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
35
WAARSCHUWING
Draai de gashendel niet herhaaldelijk en
zonder onderbreking open en dicht om
te vermijden dat u per ongeluk de
controle over de bromfiets verliest.
Als u moet remmen, laat u de gashendel
los en trekt u beide remmen aan, zodat
de druk op de remdelen gelijkmatig
wordt verdeeld en de snelheid zonder
stoten vermindert.
Door enkel de voorrem of enkel de
achterrem aan te trekken neemt de
remkracht gevoelig af en bestaat het
gevaar dat één wiel blokkeert, waardoor
de bromfiets zijn grip op de baan
verliest.
Als u op een helling stopt, moet u de
gashendel volledig loslaten en enkel de
remmen gebruiken om de bromfiets
stabiel te houden.
Als u de motor gebruikt om de
bromfiets stabiel te houden, bestaat het
risico dat de koppeling oververhit raakt.
WAARSCHUWING
Voor u een bocht neemt, snelheid
minderen of remmen en de bocht met
matige en constante snelheid nemen of
lichtjes versnellen; rem niet op het
laatste moment: de bromfiets raakt dan
heel waarschijnlijk aan het slippen.
Door voortdurend gebruik van de
remmen in afdalingen kunnen de
wrijvingsvlakken oververhit raken,
waardoor de remkracht afneemt.
Maak gebruik van de motorcompressie
en schakel terug door beide remmen
afwisselend te gebruiken.
Nooit een helling met afgezette motor
afrijden!
Bij nat wegdek of een slechte grip
(sneeuw, ijs, modder, enz.) moet u met
matige snelheid rijden en plots remmen
of manoeuvres die kunnen leiden tot het
verlies van de grip op de weg of tot een
val vermijden.
WAARSCHUWING
Let zeer goed op ieder obstakel of een
verandering in het wegdek.
Oneffen wegen, wielsporen, putdeksels,
wegmarkeringen, metalen platen ter
aanduiding van wegenwerken kunnen
bij regen uiterst glad worden.
Om die reden moeten al deze obstakels
zeer voorzichtig worden omzeild,
ervoor zorgend dat u zonder schokken
rijdt en de bromfiets niet onnodig laat
overhellen.
Gebruik bij verandering van rijstrook of
rijrichting altijd tijdig de
richtingaanwijzers en vermijd bruuske
en gevaarlijke manoeuvres.
Schakel de richtingaanwijzers uit zodra
u van richting bent veranderd.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u
andere voertuigen inhaalt of zelf
ingehaald wordt.
Bij regenval kan het watergordijn
veroorzaakt door grote voertuigen de
zichtbaarheid verminderen; door de
luchtverplaatsing kan u de controle
over de bromfiets verliezen.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
36
INRIJDEN
STOPPEN
WAARSCHUWING
Na de eerste 500 km (312 mi) moeten de
controles worden uitgevoerd zoals die
beschreven staan in de kolom “Na het
inrijden” van het
ONDERHOUDSSCHEMA, zie pag.
om het risico op verwondingen bij uzelf
of andere personen en/of schade aan de
bromfiets te vermijden.
Het inrijden van de motor is van het
grootste belang voor een lange levensduur
en een goede werking ervan. Rijd zo
mogelijk op heuvelachtige wegen en/of
wegen met veel bochten, zodat de motor,
de vering en de remmen goed kunnen
worden ingereden.
Houd u de eerste 500 km (312 mi) aan de
volgende regels:
0-100 km (0-62 mi)
Rem tijdens de eerste 100 km (62 mi)
voorzichtig en vermijd bruusk en langdurig
remmen. Op die manier kunnen de blokjes
op de remschijf rustig inlopen.
0-300 km (0-187 mi)
Laat de gashendel niet voor meer dan de
helft open staan tijdens lange stukken.
300-500 km (187-312 mi)
Laat de gashendel niet voor meer dan drie
kwart open staan tijdens lange stukken.
Vermijd indien mogelijk bruusk
stoppen, plots vertragen en remmen op
het laatste moment.
◆ Laat de gashendel los (1) (Pos. A), trek
40,
de remmen geleidelijk aan en schakel
tegelijk terug om snelheid te minderen,
zie
RIJDEN).
Ga, zodra de snelheid is geminderd, als
volgt te werk vóór u de bromfiets stopt:
◆ Trek de koppelingshendel (2) aan om te
voorkomen dat de motor stilvalt.
Wanneer de bromfiets tot stilstand is
gekomen:
◆ Zet de motor in neutraal (groen
waarschuwingslampje ≈
◆ Laat de koppelingshendel los.
◆ Houd in geval van kortstondig halt
houden minstens één rem
aangetrokken.
WAARSCHUWING
pag. 34 (VERTREKKEN EN
∆ licht op).
PARKEREN
WAARSCHUWING
Parkeer de bromfiets op een stevige en
effen ondergrond om te voorkomen dat
hij omvalt.
De bromfiets niet tegen een muur zetten
of plat op de grond leggen.
Zorg dat de bromfiets en in het
bijzonder de gloeiende delen ervan
geen gevaar vormen voor personen en
kinderen.
Laat de bromfiets niet onbeheerd achter
met de motor aan of met het sleuteltje
nog in de contactschakelaar.
Ga niet op de bromfiets zitten terwijl hij
op de standaard staat.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
37
1
2
◆ Het voertuig stoppen, zie pag. 37
(STOPPEN).
◆ Draai aan de sleutel (1) en zet de
startschakelaar (2) op "" .
◆ Draai de gashendel (3) op "OFF".
◆ Zet het voertuig op de standaard, zie
hiernaast
STANDAARD ZETTEN).
◆ OPMERKING Laat de sleutel
nooit in het contact steken.
◆ Vergrendel het stuur, zie pag. 19
(STUURSLOT) en trek de sleutel uit het
contact.
(DE BROMFIETS OP DE
3
5
4
6
DE BROMFIETS OP DE STANDAARD
ZETTEN
◆ Neem het linker handvat (4) en de
passagiersriem (5) vast.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
◆ Druk tegen de zijstandaard met uw
rechtervoet en klap hem volledig uit (6).
◆ Kantel de bromfiets tot de standaard op
de grond rust.
◆ Draai het stuur volledig naar links.
RAADGEVINGEN TER
VOORKOMING VAN DIEFSTAL
OPGELET
Gebruik geen blokkeerinrichtingen voor
de remschijven. Als u zich niet aan deze
waarschuwing houdt, kan het remsysteem
ernstig beschadigen en kunt u ongelukken
veroorzaken met verwondingen of zelfs de
dood tot gevolg.
Laat het sleuteltje NOOIT in het contact zitten
en gebruik altijd het stuurslot. Parkeer de
bromfiets op een veilige plaats, indien
mogelijk in een garage of op een bewaakte
plaats. Gebruik indien mogelijk een extra antidiefstalvoorziening. Zorg dat alle documenten
in orde zijn en dat u uw kentekenbewijs op zak
heeft. Noteer uw persoonlijke gegevens en
uw telefoonnummer op dit blad, om de
identificatie van de eigenaar te
vergemakkelijken ingeval de bromfiets na
diefstal wordt teruggevonden.
gestolen bromfietsen geïdentificeerd aan de
hand van de gegevens in het gebruik en
onderhoudsboekje.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Brandgevaar.
Houd brandstof en andere ontvlambare
substanties uit de buurt van de
elektrische onderdelen.
Voor u begint met om het even welke
vorm van onderhoud of inspectie van de
motorfiets, moet u de motor afzetten, de
sleutel uit het contact trekken, wachten
tot de motor en de uitlaat zijn afgekoeld
en indien mogelijk de motorfiets op een
stevige en effen ondergrond optillen met
speciaal daartoe bestemd gereedschap.
Controleer vóór u begint of de ruimte
waarin u werkt goed geventileerd is.
Blijf uit de buurt van de gloeiende delen
van de motor en van het uitlaatsysteem,
om brandwonden te vermijden.
WAARSCHUWING
Ondersteun geen mechanische
onderdelen of ander onderdeel van de
motorfiets met de mond: geen van de
onderdelen is voor consumptie
geschikt; sommige zijn schadelijk voor
de gezondheid of zelfs giftig.
OPGELET
Indien niet expliciet anders vermeld,
moet u voor de montage van de
onderdelen de stappen voor demontage
in omgekeerde volgorde herhalen.
Het is aangeraden latex handschoenen
te gebruiken om onderhoudswerken uit
te voeren.
Routineonderhoud kan gewoonlijk worden
uitgevoerd door de gebruiker, maar vereist
soms specifiek gereedschap en specifieke
technische kennis.
Neem voor periodiek onderhoud, hulp of
technisch advies contact op met een
officiële aprilia-dealer, die u een snelle en
degelijke service garandeert.
Vraag uw officiële aprilia-dealer om de
motorfiets op de weg te testen na een
reparatie of periodiek onderhoud.
Voer in ieder geval zelf de ≈Controles
vooraf∆ uit na een onderhoudsbeurt, zie
pag. 31 (CONTROLES VOORAF).
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
39
ONDERHOUDSSCHEMA
WERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN
DOOR DE officiële aprilia-dealer (DIE
OOK KUNNEN WORDEN UITGEVOERD
DOOR DE GEBRUIKER).
Accu - Klembevestiging Elektrolytpeil
Legenda
c = controleren en schoonmaken,
afstellen, smeren of indien nodig
vervangen;
d = schoonmaken;
e = vervangen;
f = afstellen.
OPMERKING Voer de
onderhoudswerkzaamheden vaker uit als u
de bromfiets gebruikt in regenachtige en
stoffige gebieden of op geaccidenteerd
terrein.
na de eerste 8000 km (5000 mi): c / om de 16000 km
cc√
cc√
c√√
cc√
√c√
√com de 4 jaar: e
√com de 4 jaar: e
√c√
Om de 4000
km (2500 mi)
of 12 maanden
jaarlijks: e
om de 2 jaar: e
(10000 mi): e
Om de 8000
km (5000 mi)
of 24
maanden
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
41
4
3
5
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het is aan te raden het frame- en het
motornummer te noteren in de daarvoor
bestemde ruimte in dit boekje.
Het framenummer kan van pas komen bij
de aankoop van reserveonderdelen.
OPMERKING Het veranderen van
de identificatienummers kan leiden tot
zware straffen en administratieve sancties.
Met name het veranderen van het
framenummer leidt tot een onmiddellijke
nietigverklaring van het kenteken.
FRAMENUMMER
Het framenummer is op de rechterkant van
het balhoofd ingeslagen.
Framenr.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
42
MOTORNUMMER
(in de landen waar dit is vereist)
Het motornummer is ingeslagen op het
bovenste deel van de motorkap, links
naast het kettingrondsel.
Ga als volgt te werk:
◆ Verwijder het linker zijscherm; zie
pag. 52 (OLIECARTER
VERWIJDEREN).
◆ Draai de twee schroeven (1) los en
verwijder ze.
◆ Verwijder de rondselkap (2).
Motornr.
DE BROMFIETS
OP DE VOORSTE
STANDAARD ZETTEN
◆ Zet de bromfiets op de achterste
standaard
BROMFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN -.
◆ Lijn de twee uiteinden van de standaard
(3) uit met de twee gaten (4) in de
onderste stukken van de voorvork.
◆ Steun met één voet op de voorkant van
de standaard (5).
◆ Druk de standaard (5) omlaag tot het
einde van zijn slag (zie afbeelding).
-
, zie pag. 43 (DE
-
4
DE BROMFIETS OP DE
ACHTERSTE STANDAARD
ZETTEN
◆ Draai de knop (1) los.
◆ Trek de vorksteun (2) uit de
standaardzitting.
◆ Steek de steunpin (3) in.
◆ Herhaal de vorige handelingen aan de
andere zijde van de standaard.
-
WAARSCHUWING
Hef de bromfiets uitsluitend op aan de
twee achtervorkarmen.
◆ Steek de standaard in langs de
achterkant van de bromfiets en plaats
hem zo dat de twee steunpinnen (3) in
de volgende positie worden gebracht:
√ de rechtersteun tussen de remklauw
en de remleidingkoppeling op de
achtervork (Pos. A);
√ de linkersteun tussen het tandwiel en
de ketting (Pos. B).
◆ Trek de steunpinnen (3) uit en druk ze
tegen de achtervork.
◆ Zet de twee knoppen (1) vast.
OPMERKING Roep de hulp in van
een andere persoon om de bromfiets in
verticale stand te houden met de twee
wielen op de grond.
◆ Steun met één voet op de achterkant
van de standaard (4).
◆ Druk de standaard (4) omlaag tot het
einde van zijn slag (zie afbeelding).
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
43
GA ALS VOLGT TE WERK
OPMERKING Zet de bromfiets op
een stevige en effen ondergrond.
◆ Zet de motor af en laat hem minstens
tien minuten afkoelen, zodat de olie naar
het carter kan terugstromen en afkoelen.
◆ Verwijder het rechter motorscherm, zie
pag. 52 (OLIECARTER
VERWIJDEREN).
◆ Schroef de schroef (1) los en verwijder
ze (1).
◆ Neem de afdichtring (2).
CONTROLEREN
VAN HET TRANSMISSIEOLIEPEIL
EN BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 22
(TRANSMISSIEOLIE) en pag. 39
(ONDERHOUD).
Controleer het transmissieoliepeil om de
4000 km (2500 mi), vervang de olie na de
eerste 500 km (312 mi) en daarna telkens
om de 8000 km (5000 mi), zie
pag. 45
(VERVERSEN VAN DE
TRANSMISSIEOLIE).
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
◆ Laat de bromfiets rechtop staan, met
beide wielen op de grond.
OPMERKING Als u nalaat
bovenstaande stappen uit te voeren,
bestaat de kans op een verkeerde meting
van het peil.
◆ Controleer visueel of de olie tot de
onderste rand van het draadgat (3) reikt.
Is dit het geval, ga dan als volgt te werk:
◆ Controleer de afdichtring (2) en vervang
hem indien nodig.
◆ Draai de schroef (1) vast.
Is dit niet het geval:
◆ Vul bij.
WAARSCHUWING
BIJVULLEN
Als bijvullen nodig is, ga dan als volgt te
werk:
◆ Schroef de vuldop (4) los en verwijder
hem.
◆ Giet een kleine hoeveelheid olie in het
carter en wacht ongeveer één minuut,
zodat de olie gelijkmatig in het carter kan
stromen.
◆ Controleer visueel of de olie tot de
onderste rand van het draadgat (3) reikt.
◆ Is dit niet het geval, voeg dan nogmaals
kleine hoeveelheden olie toe en
controleer het niveau opnieuw via het
draadgat (3), tot het voorgeschreven
niveau is bereikt.
◆ Schroef na het bijvullen de vuldop (4)
weer op het carter en draai hem vast.
WAARSCHUWING
Draai de vulplug stevig vast en
controleer of er geen lekken zijn.
Controleer regelmatig of er geen
olieverlies is ten gevolge van een
lekkende pakking van het carterdeksel.
Bij de eerste beurt dienen de schroeven
van dit deksel te worden gecontroleerd.
Gebruik de bromfiets niet met
onvoldoende smering of met vervuilde
of verkeerde olie, aangezien dit de
slijtage van de bewegende delen zal
versnellen en onherstelbare defecten
kan veroorzaken.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
44
VERVERSEN
VAN DE TRANSMISSIEOLIE
Lees aandachtig pag. 22
(TRANSMISSIEOLIE) en pag. 39
(ONDERHOUD).
Controleer het transmissieoliepeil om de
4000 km (2500 mi), ververs de olie na de
eerste 500 km (312 mi) en daarna telkens
om de 8000 km (5000 mi).
◆ Start de motor, zie pag. 32 (STARTEN) en
laat hem gedurende enkele minuten
stationair draaien, om de wegstroming van
olie tijdens het aftappen te
vergemakkelijken.
OPMERKING Zet de bromfiets op
een stevige en effen ondergrond.
◆ Zet de motor af en laat hem minstens
tien minuten afkoelen, zodat de olie naar
het carter kan terugstromen en afkoelen.
Aanhaalkoppel voor aftapplug (2):
WAARSCHUWING
Wanneer de motor is opgewarmd, bevat
hij hete olie; daarom moet u, om
brandwonden te vermijden, zeer
voorzichtig zijn tijdens het uitvoeren
van de hierna beschreven stappen.
◆ Verwijder het rechter motorscherm, zie
pag. 52 (OLIECARTER
VERWIJDEREN.
◆ Verwijder de uitlaatdemper, zie pag. 54
(VERWIJDEREN VAN DE
UITLAATDEMPER).
27 Nm (2,7 kgm).
◆ Giet ongeveer 820 cm> transmissieolie
door de vulopening (4), zie
(SMEERMIDDELENTABEL).
◆ Draai de vulplug (3) vast.
◆ Start de motor, zie pag. 32 (STARTEN)
en laat hem gedurende ongeveer één
minuut stationair draaien, zodat het
transmissieoliecircuit zich kan vullen.
Controleer het oliepeil en vul zo nodig bij,
zie
TRANSMISSIEOLIEPEIL EN
BIJVULLEN).
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
◆ Laat de bromfiets rechtop staan, met
beide wielen op de grond.
◆ Plaats een maatbeker (1) met een
inhoud van minimum 900 cm> onder de
aftapplug (2).
◆ Draai de aftapplug (2) los en verwijder ze.
◆ Draai de vulplug (3) los en verwijder ze.
◆ Laat de olie af en laat hem gedurende
enkele minuten in de maatbeker (1)
druppelen.
◆ Verwijder de metaalresten van de
magneet van de aftapplug (2).
◆ Controleer de afdichtring van de
aftapplug (2) en vervang hem indien
nodig.
◆ Schroef de aftapplug (2) in en draai ze
vast.
Draai de vulplug en de aftapplug stevig
vast en controleer of er geen lekken
zijn.
Controleer regelmatig of er geen
olieverlies is ten gevolge van een
lekkende pakking van het carterdeksel.
Bij de eerste beurt dienen de schroeven
van dit deksel te worden gecontroleerd.
Gebruik de bromfiets niet met
onvoldoende smering of met vervuilde
of verkeerde olie, aangezien dit de
slijtage van de bewegende delen zal
versnellen en onherstelbare defecten
kan veroorzaken.
pag. 76
pag. 44 (CONTROLEREN VAN HET
WAARSCHUWING
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
45
4
VOORWIEL
WAARSCHUWING
Het demonteren en opnieuw monteren
van het voorwiel kan een probleem zijn
voor personen zonder enige ervaring
terzake. Neem zo nodig contact op met
een officiële aprilia-dealer.
Als u deze handelingen zelf wilt
verrichten, moet u zich aan de volgende
richtlijnen houden.
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Let op dat u tijdens het demonteren en
monteren van het wiel de remleidingen,
de schijven en de remblokjes niet
beschadigt.
OPMERKING Gebruik voor het
demonteren van het voorwiel de daarvoor
bestemde voorste en achterste standaard
.
-
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
46
DEMONTEREN
◆ Zet de bromfiets op de achterste
standaard, zie
OP DE ACHTERSTE STANDAARD
ZETTEN -).
◆ Zet de bromfiets op de voorste standaard,
zie
pag. 42 (DE BROMFIETS OP DE
VOORSTE STANDAARD ZETTEN -).
pag. 43 (DE BROMFIETS
WAARSCHUWING
Controleer of de bromfiets stabiel staat.
◆ Vraag aan iemand om het stuur recht te
houden in rijpositie, zodat het stuur
geblokkeerd is.
Aanhaalkoppel voor remklauwschroef
(1): 22 Nm (2,2 kgm).
◆ Draai de twee schroeven (1) waarmee
de voorremklauw (2) is bevestigd los en
verwijder ze.
◆ Trek de remklauw (2) los van de schijf,
maar laat ze op de leiding (3) zitten.
OPGELET
Trek nooit de voorremhendel aan nadat
de remklauw is gedemonteerd; anders
kunnen de remklauwzuigers uit hun
houders schieten, waardoor de
remvloeistof zou wegstromen. Neem als
dit gebeurt contact op met uw officiële
aprilia-dealer, die het nodige onderhoud
zal verrichten.
◆ Plaats een steun (4) onder de band,
zodat het wiel in positie blijft nadat het is
losgemaakt.
◆
Blokkeer de wielas (5) met een
moersleutel.
◆ Draai de moer (6) los en verwijder ze,
samen met de sluitring (7).
Aanhaalkoppel voor wielasklemschroef
(6): 80 Nm (8 kgm).
◆ Draai de schroef (8) van de wielasklem
los.
◆
Duw de as (5) uit het wiel door voorzichtig
op het schroefeinde te drukken, eventueel
met behulp van een rubberen hamer.
OPMERKING Let goed op de positie
van de kilometertellerbesturing (10) en van
de afstandsring (9), zodat u ze later weer
correct kunt monteren.
◆
Ondersteun het voorwiel en trek de
wielas met de hand uit het wiel.
◆
Neem de afstandsring (9).
◆ Verwijder het wiel door het langs voren
uit te trekken.
◆ Maak de kilometertellerbesturing (10) los.
◆ Neem de afdichtring (11).
◆ Neem het deksel van de
kilometertellerbesturing (12).
MONTEREN
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
◆ Breng een laag smeervet aan over de
volledige lengte van de wielas (5), zie
pag. 76 (SMEERMIDDELENTABEL).
◆ Breng de afdichtring (11) aan op de
kilometertellerbesturing (10) (zijde met
lipje (13)).
◆ Plaats het lipje (13) van de
kilometertellerbesturing (10) in de
daarvoor bestemde zitting op de
wielnaaf.
◆ Plaats het deksel (12) correct op de
kilometertellerbesturing (10).
◆ Plaats de afstandsring (9) in de houder
op het wiel.
◆ Plaats het wiel tussen de vorkpoten op
de steun (4).
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel. Gebruik nooit uw
vingers om de gaten uit te lijnen.
◆ Verplaats het wiel zodanig dat het gat in
het midden van het wiel op één lijn staat
met de gaten in de vork.
◆ Steek de wielas (5) volledig in.
◆ Breng de afdichtring (7) aan en draai de
moer (6) handvast.
◆ Controleer of het deksel (12) correct aan
de vork is gekoppeld.
◆ Blokkeer de rotatie van de wielas (5).
◆ Draai de moer (6) goed vast.
Aanhaalmoment van moer (6):
80 Nm (8 kgm).
OPGELET
Let tijdens het monteren op dat u de
remleiding, de schijf en de remblokjes
niet beschadigt.
◆ Breng de remklauw (2) in de schijf en
plaats hem zodanig dat de
bevestigingsgaten van de remklauw en
de gaten op de steun op één lijn staan.
OPMERKING Bij het hermonteren
van de remtang moet u de borgschroeven
van de tang vervangen door twee
schroeven (1) van hetzelfde type.
◆ Schroef de twee bevestigingsschroeven
(1) van de remklauw in en draai ze vast.
Aanhaalkoppel voor remklauwschroef
(1): 22 Nm (2,2 kgm).
◆ Verwijder de voorstandaard -.
◆ Verwijder de achterstandaard -.
◆ Druk met aangetrokken voorrem
herhaaldelijk op het stuur, om zo de vork
naar beneden te drukken. Op die manier
worden de vorkpoten gelijnd.
◆ Draai de schroef (8) van de wielasklem
vast.
Aanhaalmoment van schroef (8):
8 Nm (0,8 kgm)
WAARSCHUWING
Knijp na het monteren de voorrem
herhaaldelijk dicht om te zien of het
remsysteem goed werkt.
Controleer de uitlijning van het wiel.
Laat het aanhaalmoment, de uitlijning
en de uitbalancering van het wiel
nakijken door uw officiële aprilia-
dealer, om ongelukken te voorkomen
die ernstige letsels bij uzelf of bij
anderen zouden kunnen veroorzaken.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
47
ACHTERWIEL
WAARSCHUWING
Het demonteren en opnieuw monteren
van het achterwiel kan een probleem
zijn voor personen zonder enige
ervaring terzake. Neem zo nodig
contact op met een officiële aprilia-
dealer.
Als u deze handelingen zelf wilt
verrichten, moet u zich aan de volgende
richtlijnen houden.
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Laat vóór het uitvoeren van
onderstaande handelingen de motor en
de uitlaatdemper afkoelen tot
kamertemperatuur, om brandwonden te
vermijden.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
48
OPGELET
Let op dat u tijdens het demonteren en
opnieuw monteren van het wiel de
remleiding, de schijf en de remblokjes
niet beschadigt.
OPMERKING Gebruik voor het
demonteren van het achterwiel de
daarvoor bestemde achterste standaard
.
-
DEMONTEREN
◆ Zet de bromfiets op de achterste
standaard, zie
OP DE ACHTERSTE STANDAARD
ZETTEN -).
◆ Blokkeer de rotatie van de wielas (1).
Aanhaalkoppel voor wielmoer (2):
80 Nm (8 kgm).
◆ Draai de moer (2) los en verwijder ze door
eerst de afdichtingsring weg te nemen.
pag. 43 (DE BROMFIETS
◆ Plaats een steun (3) onder de band,
zodat het wiel in positie blijft nadat het is
losgemaakt.
◆ Trek de wielas (1) uit vanaf de rechterzijde.
OPMERKING Controleer de positie
van de rechter (4) en linker (5)
kettingspanners, om ze nadien correct te
kunnen hermonteren.
◆ Neem de rechter (4) en linker (5)
kettingspanners los.
OPMERKING Haal de
aandrijfketting (6) van het kettingwiel (7).
◆ Draai het wiel door en haal de
transmissieketting (6) van het kettingwiel
(7).
◆ Trek het wiel langs achteren uit de
achtervork, hierbij voorzichtig de schijf
uit de remklauw trekkend.
OPGELET
Trek nooit de achterrem aan nadat het
wiel is gedemonteerd; anders kunnen
de remklauwzuigers uit hun houders
schieten, waardoor de remvloeistof zou
wegstromen. Neem als dit gebeurt
contact op met uw officiële aprilia-
dealer, die het nodige onderhoud zal
verrichten.
OPMERKING Controleer de positie
van de afstandsringen (8) en (9), om ze
nadien correct te kunnen hermonteren.
◆ Neem de linker afstandsring (8) uit.
◆ Neem de rechter afstandsring (9) uit.
OPNIEUW MONTEREN
◆ De buitenste zittingen van de wielnaaf
lichtjes smeren.
OPGELET
De afstandsringen hebben
verschillende diameters: verwissel ze
niet en breng ze in de juiste positie aan.
◆ Plaats de linker (8) en rechter (9)
afstandsring in hun juiste houders op het
wiel.
◆ Plaats de afstandsring (13) in de juiste
positie, d.i. zoals hij uit de
remankerplaatzitting (10) werd
verwijderd, terug.
OPGELET
Controleer alvorens het wiel opnieuw te
monteren of de steunplaat (10) van de
remklauw (11) correct geplaatst is; de
gleuf van de plaat moet in de voorziene
aanslagpen (12) aan de binnenkant van
de rechterpoot van de achtervork passen.
Breng de schijf voorzichtig in de
remklauw.
◆ Plaats het wiel tussen de
achtervorkpoten op de steun (3).
WAARSCHUWING
Uw vingers niet tussen de ketting en het
kettingwiel steken.
◆ Draai het wiel door en leg de
transmissieketting (6) rond het
kettingwiel (7).
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel.
Gebruik nooit uw vingers om de gaten
uit te lijnen.
◆ Beweeg het wiel naar achteren tot het
gat in het midden van het wiel en de
gaten op de achtervork op één lijn staan.
◆ Draai de steunplaat (10), met de
remklauw (11) en de draaipen op de
aanslagpen (12), tot ze is uitgelijnd met
de gaten.
◆ Plaats de linker (5) en rechter (4)
kettingspanners in de juiste positie in
hun zittingen op de vork.
◆ Smeer de wielas (1) gelijkmatig in met
een laagje smeervet.
◆ Steek de wielas (1) volledig in vanaf de
linkerzijde.
OPMERKING Controleer of de
wielas (1) volledig in het wiel steekt, met de
kop in de voorziene houder op de linker
kettingspanner (5).
◆ Breng de afdichtingsring aan en draai de
moer (2) met de hand vast.
◆ Controleer de kettingspanning, zie pag. 50
(TRANSMISSIEKETTING).
◆ Draai de moer (2) vast.
Aanhaalkoppel voor wielmoer (1):
80
Nm (8 kgm).
WAARSCHUWING
Trek na het hermonteren enkele malen
de achterremhendel aan en controleer
of het remsysteem goed werkt.
Controleer de uitlijning van het wiel.
Laat het aanhaalmoment, de uitlijning
en de uitbalancering van het wiel
nakijken door uw officiële aprilia-
dealer, om ongelukken te voorkomen
die ernstige letsels bij uzelf of bij
anderen zouden kunnen veroorzaken.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
49
1
TRANSMISSIEKETTING
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
De bromfiets is uitgerust met een ketting
met sluitschakel.
Zorg bij het demonteren en hermonteren
van de ketting dat de klem (1) van de
sluitschakel met de open zijde
tegenovergesteld aan de rijrichting is
gericht (zie afbeelding).
WAARSCHUWING
Als de ketting te slap staat, kan ze van
het kettingwiel aflopen, wat vaak leidt
tot ongevallen of zware schade aan de
bromfiets.
Controleer regelmatig de speling en
regel eventueel bij, zie
(REGELEN). Laat indien nodig de
ketting vervangen door een officiële
aprilia-dealer, die zal zorgen voor een
degelijke en snelle service.
50
pag. 51
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
◆ Verrijd de bromfiets, om de verticale
OPGELET
Als de onderhoudswerkzaamheden niet
correct worden uitgevoerd, kan dit
leiden tot voortijdige slijtage van de
ketting en/of schade aan de tandwielen.
Voer het onderhoud vaker uit als u de
bromfiets in veeleisende
omstandigheden of op stoffige en/of
modderige wegen gebruikt.
CONTROLEREN VAN DE SPELING
Controleer de speling als volgt:
◆ Zet de motor af.
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Zet de schakelhendel in neutraal.
◆ Controleer of de verticale speling, op een
punt in het midden tussen het voor - en
achtertandwiel in het onderste deel van de
ketting, ongeveer 25 mm bedraagt.
Als er op bepaalde delen van de ketting
een grotere speling is, wijst dit erop dat
sommige schakels beschadigd of
vastgevreten zijn; neem in dit geval
contact op met een officiële aprilia-dealer.
Om het risico op vastgevreten schakels
te vermijden, moet de ketting regelmatig
worden gesmeerd, zie pag. 51
(REINIGING EN SMERING).
Als de speling overal even groot is, maar
meer of minder dan 25 mm bedraagt, moet
u ze afstellen, zie pag. 51 (REGELEN).
speling van de ketting ook te kunnen
controleren wanneer het wiel draait; de
speling moet constant blijven tijdens alle
draaibewegingen van het wiel.
OPGELET
◆ Draai de twee borgmoeren (5) los.
◆ Draai aan de stelmoeren (6) en regel de
kettingspanning, ervoor zorgend dat de
merktekens (3-4) correct geplaatst zijn
op beide zijden van de bromfiets.
◆ Draai de twee borgmoeren (5) vast.
◆ Draai de moer (2) vast.
Aanhaalkoppel voor wielmoer:
100 Nm (10 kgm).
◆ Controleer de speling van de ketting, zie
pag. 50 (CONTROLEREN VAN DE
SPELING).
OPGELET
Smeer de ketting regelmatig, vooral als
bepaalde delen droog of roestig zijn. De
beschadigde of vastgevreten schakels
moeten gesmeerd en gerepareerd
worden.
Als dat niet mogelijk is, moet u contact
opnemen met een officiële aprilia-
dealer, die de ketting zal vervangen.
◆ Controleer tot slot de slijtage van de
beschermschoen van de achtervork.
REGELEN
OPMERKING Gebruik voor het
afstellen van de ketting de achterste
standaard
Als na controle blijkt dat de
kettingspanning moet worden geregeld,
doe dit dan als volgt:
◆ Zet de bromfiets op de achterste
standaard
BROMFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN -).
◆ Draai de moer (2) volledig los.
-
.
, zie pag. 43 (DE
-
OPMERKING Voor de
wielcentrering zijn vaste merktekens (3-4)
voorzien, die zichtbaar zijn in de houders
van de kettingspanners op de
achtervorkpoten, voor de wielas.
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE
VAN DE KETTING, HET VOOR - EN
ACHTERTANDWIEL
Contro.leer vervolgens de ketting, het voor
- en achtertandwiel en ga na of ze geen
van de volgende mankementen vertonen:
◆ Beschadigde rollen.
◆ Losse bouten.
◆ Droge, verroeste, afgeplatte of
vastgevreten schakels.
◆ Extreme slijtage.
◆ Extreme slijtage of beschadiging van de
tanden van de tandwielen
OPGELET
Indien de kettingrollen beschadigd zijn
en/of de bouten loszitten moet het
volledige kettingelement worden
vervangen (voor - en achtertandwiel en
ketting).
REINIGING EN SMERING
OPGELET
Wees uiterst voorzichtig bij het
afstellen, smeren, reinigen en
vervangen van de ketting.
Smeer de ketting om de 4000 km (2500
mi) en telkens wanneer nodig.
Smeer de ketting met een vetspray voor
kettingen of met SAE 80W-90 olie.
Reinig de ketting nooit met een waterspuit,
stoom, water onder druk en licht
ontvlambare oplosmiddelen.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
51
7
9
10
12
13
8
11
DEMONTEREN VAN HET ZADEL
VAN DE RIJDER
Lees aandachtig pag. 39 (ONDERHOUD).
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Steek de sleutel (1) in het slot (2).
◆ Draai de sleutel (1) rechtsom.
◆ Zet het zadel (3) omhoog en verwijder het.
◆ Verwijder de flap (4).
Bij het hermonteren:
◆ Plaats de flap (4) correct.
◆ Steek de achterste lipjes (5) van het
zadel in de daarvoor bestemde zittingen
(zie afbeelding).
◆ Zet het zadel omlaag en steek de twee
pennen (6) in de daartoe voorziene
zittingen.
◆ Draai de sleutel (1) linksom om het zadel
te vergrendelen.
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te vertrekken of het
zadel (3) goed op zijn plaats zit en is
vergrendeld.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
52
OLIECARTER VERWIJDEREN
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
OPGELET
Wacht tot de motor en de uitlaat
volledig zijn afgekoeld.
◆ Het voertuig op de standaard zetten.
◆ ★ De 4 schroeven (7) losdraaien en
verwijderen.
◆ het oliecarter (8) verwijderen.
OPGELET
Behandel de kunststofdelen en de
gelakte delen voorzichtig, maak er geen
krassen op.
DE ZIJBEKLEDINGEN
VERWIJDEREN
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
OPGELET
Wacht tot de motor en de uitlaat
volledig zijn afgekoeld.
◆ Het voertuig op de standaard zetten.
◆ ★ Draai de schroef (9) los en haal deze weg.
◆ ★ De ventilatiebedekking vooraan (10)
verwijderen.
◆ ★ De twee schroeven (1) losdraaien en
verwijderen.
◆ ★ Draai de schroef (12) los en haal deze
weg.
◆ ★ De rechter zijbekleding (13)
verwijderen.
OPGELET
Behandel de kunststofdelen en de
gelakte delen voorzichtig, maak er geen
krassen op.
OMHOOG ZETTEN
VAN DE BRANDSTOFTANK
Lees aandachtig pag. 22 (BRANDSTOF)
en pag. 39 (ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Brandgevaar.
Wacht tot de motor en de uitlaatdemper
volledig zijn afgekoeld.
Brandstofdampen zijn schadelijk voor
uw gezondheid.
Controleer vóór u begint of de ruimte
waarin u werkt goed geventileerd is.
Adem geen brandstofdampen in.
Rook niet en gebruik geen open vuur.
LAAT BRANDSTOF NIET IN HET MILIEU
TERECHTKOMEN.
◆ Zet de hendel van het brandstofkraantje
(1) in de stand ≈OFF∆.
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Schroef de schroef (2) los en verwijder
ze en neem de ring weg.
◆ Ledig de brandstoftank volledig, zie
pag. 70 (LEDIGEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
◆ Leg een absorberende doek (3) op de
voorste steun van het rijderzadel (4).
OPGELET
Ga voorzichtig te werk.
Let op dat u de brandstofleiding (6) niet
beschadigt wanneer u de brandstoftank
(5) omhoogzet.
◆ Neem het voorste deel van de
brandstoftank (5) vast en hef de tank
gedeeltelijk op.
◆ Trek de klem (7) weg met behulp van
een moersleutel.
OPGELET
Bij het hermonteren dient u de
brandstofleiding (6) volledig in te
steken en de klem (7) weer in de juiste
positie aan te brengen.
◆ Trek de brandstofleiding (6) los van het
brandstofkraantje (8).
WAARSCHUWING
Gevaar! De brandstof kan naar buiten
stromen.
◆ Dicht het open uiteinde van de
brandstofleiding (6) af en bevestig de
leiding in verticale positie op de
bromfiets.
◆ Neem het voorste deel van de
brandstoftank (5) vast, hef ze op, draai
ze en plaats ze op de absorberende
doek (3) die op de voorste steun van het
rijderzadel ligt.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
53
DEMONTAGE
◆ Zet de brandstoftank omhoog, zie
pag. 53 (OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
◆ Schroef de schroef (1) los en verwijder
ze.
◆ Schroef de zes schroeven (2) los en
verwijder ze.
◆ Verwijder het filterhuisdeksel (3).
◆ Verwijder het filterelement (4).
◆ Verwijder het rooster (5).
11
12
LUCHTFILTER
WAARSCHUWING
Gebruik geen benzine of ontvlambare
oplossingen voor het schoonmaken
van het filter vanwege brand- of
explosiegevaar.
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Het schoonmaken en de controle van het
luchtfilter moet maandelijks of om de 4000
km gebeuren, afhankelijk van de
omstandigheden waarin de bromfiets
wordt gebruikt.
Als de bromfiets wordt gebruikt op stoffige
of natte wegen, moet u het filter vaker
schoonmaken en vervangen.
Vóór het reinigen moet het luchtfilter van
de bromfiets verwijderd worden.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
54
OPGELET
Dek de opening af met een schone doek
om te voorkomen dat vreemd materiaal
via de aanzuigleidingen binnendringt.
REINIGING
◆ Reinig het filterelement (4) met zuivere,
niet-ontvlambare oplosmiddelen of met
oplosmiddelen met een hoog
verdampingspunt en laat het goed
drogen.
◆ Breng een filterolie of een dikke olie
(SAE 80W-90) aan over het volledige
oppervlak van het filterelement en knijp
het vervolgens samen om de overtollige
olie te laten weglopen.
OPMERKING Het filterelement (4)
moet goed doordrenkt zijn, maar mag niet
druipen.
VERWIJDEREN VAN DE
UITLAATDEMPER
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
WAARSCHUWING
Laat vóór het uitvoeren van onderstaande
handelingen de motor en de uitlaatdemper
afkoelen tot kamertemperatuur, om
brandwonden te vermijden.
◆ Het oliecarter verwijderen, zie pag. 52 (DE
ZIJBEKLEDINGEN VERWIJDEREN).
◆ Verwijder de twee veren (6).
◆ Het bandje (11) losmaken en de
secundaire luchtslang (12) losmaken.
◆ Schroef de schroef (7) los, verwijder ze
en neem de afdichtring.
◆ Schroef de schroef (8) los, verwijder ze
en neem de afdichtring.
◆ Neem de steun (9) weg.
◆ Ondersteun de uitlaatdemper en trek
hem uit het uitlaatspruitstuk (10).
4
3
2
1
Hermonteren:
◆ Breng een laagje hittebestendig
pakkingmateriaal aan op het deel waar
de uitlaatdemper is gekoppeld aan het
uitlaatspruitstuk.
HET KUIPJE DEMONTEREN
◆ Zet het voertuig op de hoofdstandaard,
pag. 38 (RAADGEVINGEN TER
VOORKOMING VAN DIEFSTAL).
◆ Zet de startschakelaar op "" .
◆ ★ De twee schroeven aan de zijkanten
(1) losdraaien en verwijderen.
◆ ★ De twee schroeven (2) aan de
bovenkant losdraaien en verwijderen.
OPGELET
Niet te hard aan de schroeven (2)
draaien bij het opnieuw monteren want
deze draaien op kunststof.
◆ Het kuipje (3) een beetje naar voor
zetten.
◆ De plug van de elektrische aansluiting
(4) losmaken.
◆ Het kuipje (3) samen met de koplamp
demonteren.
OPGELET
Tijdens het monteren opletten voor de
correcte aansluiting van de elektrische
kabel (4).
OPGELET
Behandel de kunststofdelen en de
gelakte delen voorzichtig, maak er geen
krassen op.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
55
CONTROLEREN VAN DE VOOR- EN
DE ACHTEROPHANGING
OPGELET
Laat het vervangen van de olie van de
voorvork over aan een officiële aprilia-
dealer, die een snelle en degelijke
service garandeert.
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
56
Laat de vorkolie verversen om de 12000
km (7500 mi).
Voer om de 12000 km (7500 mi) de
volgende controles uit:
◆ Pomp de vork herhaaldelijk op en neer
door met dichtgeknepen voorrem op het
stuur te drukken.
De vering moet soepel zijn en er mogen
geen oliesporen op de vorkpoten te zien
zijn.
◆ Controleer de bevestiging van alle delen
en de goede staat van de verbindingen
van de voor- en de achterophanging.
OPGELET
Neem in geval van mankementen of als
u de hulp van een specialist wenst,
contact op met uw officiële aprilia-
dealer.
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE
VAN DE REMBLOKJES
Lees aandachtig pag. 23
(REMVLOEISTOF - aanbevelingen),
pag. 23 (SCHIJFREMMEN), pag. 39
(ONDERHOUD).
De volgende informatie heeft betrekking
op één remsysteem, maar geldt voor
beide.
Controleer de slijtage van de remblokjes
na de eerste 500 km (312 mi) en daarna
om de 2000
De slijtage van de remblokjes hangt af van
het gebruik, de rijstijl en de staat van het
wegdek.
km (1250 mi).
WAARSCHUWING
Controleer de slijtage van de
remblokjes in het bijzonder voor elke rit.
Voor een snelle controle van de slijtage
van de remblokjes gaat u als volgt te werk:
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Voer een visuele controle van de dikte
van het wrijvingsmateriaal uit door
tussen de remklauw en de blokjes te
kijken. Kijk:
√ vanaf de onderzijde, op de voorkant,
voor de voorremklauw (1);
√ vanaf de onderzijde, op de achterkant,
voor de achterremklauw (2).
WAARSCHUWING
Overmatige slijtage van de remvoering
zou contact van het metalen steunvlak
van de remblokjes met de schijf
veroorzaken, met een metaalachtig
geluid en vonkvorming door de
remklauw als gevolg; de efficiëntie van
de remmen, de veiligheid en de staat
van de remschijf zouden daardoor
negatief worden beïnvloed.
◆ Als de dikte van het wrijvingsmateriaal
(zelfs maar van één remblokje) ongeveer
tot 1 mm is afgenomen, moet u beide
blokjes vervangen.
√ Voorremblokje (3).
√ Achterremblokje (4).
WAARSCHUWING
Laat de remblokjes vervangen door uw
officiële aprilia-dealer.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
57
AFSTELLING VAN HET
STATIONAIRE TOERENTAL
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Stel het stationaire toerental af telkens
wanneer er onregelmatigheden optreden.
Ga hiervoor als volgt te werk:
◆ Rijd enkele kilometers tot de normale
rijtemperatuur is bereikt, zie
pag. 16
(meter koelvloeistoftemperatuur ≈∆).
◆ Zet de motor in de neutrale stand (groen
waarschuwingslampje ≈
◆ Controleer het stationaire toerental van
∆ licht op).
de motor op de toerenteller.
De stationaire snelheid van de motor moet
1100 ± 100 tpm (rpm) bedragen.
453
Indien nodig:
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Verwijder de rubberdop (1)
(rechterscherm).
◆ Steek een schroevendraaier in de
opening en regel de schroef (2) op de
carburateur bij.
Door hem AAN TE DRAAIEN
(rechtsom), verhoogt u het toerental van
de motor.
Door hem LOSSER TE DRAAIEN
(linksom), verlaagt u het toerental van de
motor.
◆ Draai de gashendel een paar maal open
en dicht om de juiste werking te
controleren en om na te gaan of het
stationaire toerental constant is.
OPMERKING Neem zo nodig
contact op met uw officiële aprilia-dealer.
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
De speling van de gashendel moet 2÷3
mm zijn, gemeten op het uiteinde van de
greep.
Als dit niet het geval is, ga dan als volgt te
werk:
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Trek het beschermingselement (3) weg.
◆ Draai de borgmoer (4) los.
◆ Verdraai de stelschroef (5) zo dat de
voorgeschreven waarde wordt bereikt.
◆ Draai na het afstellen de borgmoer (4)
vast en controleer de speling opnieuw.
◆ Plaats het beschermingselement (3)
terug.
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen of draaien
van het stuur geen verandering van het
stationair toerental tot gevolg heeft en
of de gashendel vlot en automatisch
naar zijn beginpositie terugkeert
wanneer hij wordt losgelaten.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
58
BOUGIE
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Reinig de bougie na de eerste 500 km (312
mi) en daarna om de 1000 km (625 mi);
vervang ze om de 3000 km (1875 mi).
Draai de bougie van tijd tot tijd los,
verwijder zorgvuldig koolstofresten en
vervang ze zo nodig.
U komt als volgt bij de bougie:
◆ Zet de brandstoftank omhoog, zie
pag. 53 (OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK).
Verwijder en reinig de bougie als volgt:
◆ Trek de bougiedop (1) van de bougie.
◆ Haal al het vuil van de voet van de
bougie, schroef ze vervolgens los met de
sleutel in de gereedschapsset en haal ze
uit de zitting. Let hierbij goed op dat er
geen stof of andere voorwerpen in de
cilinder terechtkomen.
◆ Controleer of de elektrode en het
middengedeelte uit porselein geen
koolstofaanslag of roestvlekken
vertonen; maak zo nodig de onderdelen
schoon met een speciaal
schoonmaakproduct voor bougies, met
een ijzerdraad en/of een metaalborstel.
◆ Blaas krachtig de eventuele resten weg,
om te voorkomen dat ze in de motor
terechtkomen.
Als de bougie scheurtjes vertoont in het
isolatiemateriaal, als de elektroden
verroest zijn of als er teveel koolstof op
zit, moet de bougie vervangen worden.
◆ Controleer de elektrodenafstand met een
diktemeter. De afstand moet 0,6÷0,7 mm
zijn; stel zo nodig bij door voorzichtig de
aardelektrode te verbuigen.
◆ Controleer of de sluitring in goede staat is.
De bougie en de sluitring met de hand
aandraaien om beschadiging van de
schroefdraad te voorkomen.
◆ Zet de bougie vast door deze met de
bougiesleutel in de gereedschapsset
een halve slag aan te draaien om de
sluitring aan te drukken.
Aanhaalmoment bougie: 20 Nm (2 kgm).
OPGELET
De bougie moet goed aangedraaid zijn,
anders kan de motor oververhit raken
en beschadigd worden.
Gebruik uitsluitend het aanbevolen type
van bougie, zie pag. 73 (TECHNISCHE
GEGEVENS) om de prestaties en de
levensduur van de motor niet in het
gedrang te brengen.
◆
Breng de bougiedop goed aan, zodat hij
niet kan loskomen ten gevolge van
motortrillingen.
◆ Monteer de brandstoftank.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
59
ACCU
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
Controleer het elektrolytpeil en de
bevestiging van de accuklemmen na de
eerste 500 km (312 mi) en daarna om de
4000
km (2500 mi) of 12 maanden.
WAARSCHUWING
De elektrolyt in de accu is giftig en
bijtend en in contact met de huid kan
het brandwonden veroorzaken, doordat
het zwavelzuur bevat.
Draag beschermende kleding, een
gezichtsmasker en/of een
veiligheidsbril tijdens
onderhoudswerkzaamheden.
Indien de elektrolyt in contact komt met
de huid, moet u de aangetaste huid
overvloedig afspoelen met water.
In geval van contact met de ogen, moet
u de ogen goed uitspoelen gedurende
15 minuten en daarna onmiddellijk een
oogarts raadplegen.
Als de elektrolyt per ongeluk wordt
ingeslikt, drink dan grote hoeveelheden
water of melk en drink daarna
magnesiumhoudende melk of
plantaardige olie en roep onmiddellijk
de hulp van een arts in.
De accu scheidt explosieve gassen af
en moet daarom uit de buurt van
vlammen, vonken, sigaretten en iedere
andere warmtebron worden gehouden.
Tijdens opladen of gebruik van de accu
moet de ruimte goed geventileerd zijn
en moet u inademing van de tijdens het
opladen vrijgekomen gassen vermijden.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
Laat de bromfiets niet teveel overhellen,
om te vermijden dat het accuzuur uit de
accu loopt, met alle gevaarlijke
gevolgen van dien.
Draai nooit de aansluiting van de
accukabels om.
Koppel de accu aan of los met de
contactschakelaar in de stand “
Sluit eerst de positieve kabel (+) aan,
daarna de negatieve (–).
Loskoppelen gebeurt in omgekeerde
volgorde.
OPGELET
”.
NA LANGE INACTIVITEIT
VAN DE ACCU
Als de bromfiets langer dan vijftien dagen
ongebruikt blijft, moet de accu worden
opgeladen, om sulfatering van de accu te
voorkomen, zie
DE ACCU):
◆ Demonteer de accu, zie pag. 61
(DEMONTEREN VAN DE ACCU) en
bewaar hem op een koele en droge
plaats.
Het is belangrijk de lading van tijd tot tijd te
controleren (ongeveer één keer per
maand) in de winter of wanneer de
bromfiets niet gebruikt wordt om
kwaliteitsverlies van de accu te
voorkomen.
◆ Laad de accu volledig op door middel
van een normale oplading, zie
(OPLADEN VAN DE ACCU).
Als de accu op de bromfiets blijft zitten,
moet u de kabels van de klemmen
loskoppelen.
pag. 62 (OPLADEN VAN
pag. 62
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
60
CONTROLEREN EN REINIGEN
VAN DE ACCU-AANSLUITINGEN
Lees aandachtig pag. 60 (ACCU).
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Controleer of de kabelaansluitingen (1)
en de accupolen (2):
√ in goede staat zijn (niet verroest of
bedekt met koolresten);
√ ingesmeerd zijn met neutraal vet of
vaseline.
Indien nodig:
◆ Controleer of het contactslot in de stand
≈
∆ staat.
◆ Maak eerst de negatieve (√) en dan de
positieve kabel (+) los.
◆ Veeg roest weg met een staalborstel.
◆ Sluit eerst de positieve (+) en dan de
negatieve kabel (√) aan.
◆ Smeer de aansluitklemmen van de
kabels en van de accu in met neutraal
vet of vaseline.
DEMONTEREN VAN DE ACCU
Lees aandachtig pag. 60 (ACCU).
◆ Zorg dat de contactschakelaar in de
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
stand ≈
∆ staat.
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆ Maak de rubberband (3) los van de
koppelingen (4) en (5) en neem hem
weg.
◆
Maak eerst de negatieve (√) en dan de
positieve kabel (+) los.
◆
Verwijder de ontluchtingsleiding van de
accu (6).
◆
Verwijder de accu en bewaar hem op
een effen oppervlak in een koele en
droge ruimte.
WAARSCHUWING
Zodra de accu is gedemonteerd, moet
hij op een veilige plaats buiten het
bereik van kinderen worden bewaard.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
61
CONTROLEREN
VAN HET ELEKTROLYTPEIL
Lees aandachtig pag. 60 (ACCU).
Controleer het elektrolytpeil als volgt:
◆ Demonteer de accu, zie pag. 61
(DEMONTEREN VAN DE ACCU).
◆ Controleer of het vloeistofniveau zich
tussen de twee ≈MIN∆ - en ≈ MAX∆ -
streepjes op de zijkant van de accu
bevindt.
Zo niet:
◆ Verwijder de doppen.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend gedistilleerd water
voor het bijvullen van het elektrolytpeil.
Vul nooit tot boven het “MAX”- streepje,
want het elektrolytpeil stijgt tijdens het
opladen.
◆ Vul enkel bij met gedistilleerd water.
OPLADEN VAN DE ACCU
Lees aandachtig pag. 60 (ACCU).
◆ Demonteer de accu, zie pag. 61
(DEMONTEREN VAN DE ACCU).
◆ Verwijder de doppen.
◆ Controleer het peil van het accuzuur, zie
hiernaast (CONTROLEREN VAN HET
ELEKTROLYTPEIL).
◆ Sluit de accu aan op een acculader.
◆ Opladen met een amperage gelijk aan
1/10 van de accucapaciteit wordt
aanbevolen.
◆ Controleer na het opladen nogmaals het
elektrolytpeil en vul zo nodig bij met
gedistilleerd water.
◆ Plaats de doppen terug.
OPGELET
Wacht 5-10 minuten na het loskoppelen
van de lader alvorens de accu opnieuw
te monteren, aangezien de accu nog
een korte tijd gas blijft produceren.
MONTEREN VAN DE ACCU
Lees aandachtig pag. 60 (ACCU).
◆ Zorg dat de contactschakelaar in de
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
stand ≈
∆ staat.
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆
Plaats de accu in zijn behuizing.
◆
Sluit de ontluchtingsleiding (1) aan.
OPGELET
Sluit bij het hermonteren altijd de
ontluchtingsleiding van de accu aan om
te vermijden dat de zwavelzuurdampen
het elektrische systeem, de gelakte
delen, de rubberen elementen of de
pakkingen aantasten wanneer ze uit de
ontluchtingsleiding komen.
◆
Sluit de positieve kabel (+) en daarna de
negatieve kabel (√) aan.
◆ Smeer de aansluitklemmen van de
kabels en van de accu in met neutraal
vet of vaseline.
OPMERKING Steek eerst de
onderste koppeling (3) in en dan de
bovenste koppeling (4).
◆ Plaats de rubberband (2) in de juiste
positie terug in de koppelingen (3) en (4).
◆ Plaats het rijderzadel terug, zie pag. 52
(DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN
DE RIJDER).
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
62
VERVANGING VAN DE ZEKERING
Lees aandachtig pag. 39 (ONDERHOUD).
OPGELET
Tracht geen defecte zekeringen te
herstellen.
Gebruik nooit andere dan de
aanbevolen zekeringen.
Het gebruik van ongeschikte
zekeringen kan schade aan het
elektrische systeem of, in geval van een
kortsluiting, zelfs brand veroorzaken.
OPMERKING Als een zekering
regelmatig doorbrandt, is er waarschijnlijk
een kortsluiting of een overbelasting in het
elektrische systeem. In dit geval wordt
aangeraden een officiële aprilia-dealer te
raadplegen.
Indien een elektrisch onderdeel niet werkt
of niet goed werkt of wanneer de bromfiets
niet wil starten, moet de zekering (1)
gecontroleerd worden.
Controleer als volgt:
◆ Draai de contactschakelaar naar ≈∆ om
kortsluiting te vermijden.
◆ Demonteer het zadel van de rijder, zie
pag. 52 (DEMONTEREN VAN HET
ZADEL VAN DE RIJDER).
◆
Trek de zekering (1) uit en controleer of
de smeltdraad (2) gebroken is.
◆
Het is noodzakelijk de oorzaak van het
probleem op te sporen voor u de
zekering vervangt.
◆
Vervang vervolgens de beschadigde
zekering door de reservezekering (3) of
door een nieuwe zekering met hetzelfde
amperage.
OPMERKING Steek, wanneer u de
reservezekering (3) gebruikt, een nieuwe
zekering in de daartoe bestemde houder.
GEINSTALLEERDE ZEKERING
Zekering van 7,5 A - Van de accu naar:
alle elektrische delen, behalve het
lichtcircuit, dat wordt gevoed met
wisselstroom.
REINIGEN
VAN DE UITLAATDEMPER
EN DE UITLAATPIJP
Lees aandachtig pag. 39 (ONDERHOUD).
De eindpijp van de uitlaatdemper en de
achterste uitlaatpijp dienen om de 4000 km
(2500 mi) te worden gereinigd.
Het verdient aanbeveling om deze
onderhoudshandeling te laten
uitvoeren door een officiële aprilia-
dealer.
In de hierna volgende informatie worden
uitsluitend de nodige aanwijzingen
gegeven voor het reinigen van de
uitlaatdemper en de uitlaatpijp.
Deze aanwijzingen zijn niet bedoeld om aan
te tonen hoe de uitlaatpijp wordt verwijderd
voor andere doeleinden dan reinigen.
OPGELET
Het gebruik van de bromfiets zonder
uitlaatdemper en/of uitlaatpijp is bij wet
verboden.
Het is eveneens verboden om deze
onderdelen te vervangen door nietgoedgekeurde reserveonderdelen.
WAARSCHUWING
Laat vóór het uitvoeren van
onderstaande handelingen de motor en
de uitlaatdemper afkoelen tot
kamertemperatuur, om brandwonden te
vermijden.
◆ Schroef de schroef (4) los, verwijder ze
en neem de ring weg.
◆ Neem de steun (5) weg.
OPGELET
Ondersteun de uitlaatpijp (6) om te
vermijden dat ze per ongeluk zou vallen.
◆ Draai de drie moeren (7) los; schroef ze
los en verwijder ze.
OPMERKING Bij het hermonteren
dient u eerst de drie moeren (7) op te
schroeven (zonder ze aan te draaien) en
ze vervolgens vast te draaien.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
63
◆ Trek de uitlaatpijp (6) uit de flens (8).
OPMERKING Bij het hermonteren
dient u de uitlaatpijp (6) in de flens (8) te
steken, erop lettend dat de achterste pijp
(9) naar onderen is gericht.
◆ Verwijder de pakking (10).
OPMERKING Bij het hermonteren
dient u de pakking (10) te vernieuwen.
◆ Verwijder eventuele aanslag van de
flens (8) en de pakkingzitting (11).
OPMERKING Gebruik een verende
reinigingsborstel (12) die de juiste diameter
heeft.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
64
OPGELET
Gebruik behalve de reinigingsborstel
geen ander voorwerp of gereedschap.
Let op dat er geen voorwerpen, vooral
niet hele kleine, in de uitlaatdemper of
in de uitlaatpijp terechtkomen.
Steek de reinigingsborstel niet te diep.
Houd u aan de voorgeschreven diepte.
◆ Breng een merkteken (13) (bijvoorbeeld
een stukje gekleurde tape) aan op de
reinigingsborstel om de voorgeschreven
diepte aan te geven.
Aan te geven dieptes op de reinigingsborstel:
A) = 320 mm; B) = 125 mm; C) = 250 mm
OPMERKING Verwijder na elke
reinigingsbeurt het merkteken en alle
vuilresten van de reinigingsborstel.
◆ Steek de reinigingsborstel in de
flensopening (14), niet verder dan de
voorgeschreven diepte (A).
OPMERKING Beweeg de borstel
voor- en achteruit om te reinigen.
◆ Reinig de eindpijp van de uitlaatdemper
(15) met de reinigingsborstel.
OPMERKING Voor het uitvoeren van
de volgende handelingen dient u de
uitlaatpijp (6) verticaal te plaatsen en de
reinigingsborstel langs onderen in te steken.
◆ Steek de reinigingsborstel in de
inlaatopening (16), niet verder dan de
voorgeschreven diepte (B).
◆ Reinig de inlaatpijp (17) met de
reinigingsborstel.
◆ Draai de uitlaatpijp 180°.
◆ Steek de reinigingsborstel in de
uitlaatopening (18), niet verder dan de
voorgeschreven diepte (C).
◆ Reinig de uitlaatpijp (19) met de
reinigingsborstel.
3
2
1
CONTROLEREN
VAN DE ZIJSTANDAARD
EN DE VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
Lees aandachtig pag. 39 (ONDERHOUD)
en pag. 65 (CONTROLEREN VAN DE
SCHAKELAARS).
WAARSCHUWING
Gevaar voor vallen of omkantelen.
Wanneer de bromfiets wordt rechtgezet
van de parkeerstand in de rijstand, gaat
de standaard automatisch omhoog.
De zijstandaard (1) moet zonder beletsel
kunnen draaien.
Voer de volgende controles uit:
◆ De veren (2) mogen niet beschadigd,
versleten, verroest of zwak zijn.
◆ De zijstandaard moet ongehinderd
kunnen draaien; smeer zo nodig de
geleiding met vet in, zie pag. 76
(SMEERMIDDELENTABEL).
CONTROLEREN
VAN DE SCHAKELAARS
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
De bromfiets is uitgerust met twee
schakelaars:
√ Remlichtschakelaar op de
achterrempedaal (3).
√ Stoplichtschakelaar op de
voorremhendel (4).
◆ Controleer of de schakelaar vrij is van
vuil of modder; de pen moet
onbelemmerd kunnen bewegen en
automatisch terugkeren naar de
beginpositie.
◆ Controleer of de kabels correct zijn
aangesloten.
◆ Controleer de veer (5): ze mag niet
beschadigd, versleten of verzwakt zijn.
5
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
65
1
12
AFSTELLEN VAN DE VERTICALE
LICHTBUNDEL VAN D
E KOPLAMP
Voor een snelle controle van de juiste
richting van de lichtbundel moet u de
bromfiets op een effen ondergrond zetten,
op tien meter afstand van een muur.
Zet het dimlicht aan, ga op de bromfiets
zitten en kijk of de bundel van de koplamp
die op de muur wordt geprojecteerd zich
net onder de horizontale lijn van de
koplamp bevindt (ongeveer 9/10 van de
totale hoogte).
De afstelling van de lichtbundel van de
koplamp gebeurt als volgt:
◆ Regel vanaf de linker achterzijde van het
voorste stuk van de kuip de betreffende
schroef (1) met behulp van een korte
kruiskopschroevendraaier.
Door ze AAN TE DRAAIEN (rechtsom),
richt u de bundel omhoog.
Door ze LOSSER TE DRAAIEN
(linksom), richt u de bundel omlaag.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
66
1
Om de lichtbundel bij te stellen:
◆ Draai de drie borgschroeven (1) van de
binnenbedekking (2) los en verwijder
deze
◆ Haal de binnenbedekking uit het kuipje
(2).
OPGELET
Behandel de kunststofdelen en de
gelakte delen voorzichtig, maak er geen
krassen op.
OPGELET
Tijdens het monteren en demonteren
goed letten op de juiste positie van de
binnenbedekking (2) in het kuipje.
3
◆ Draai met een korte
kruisschroevendraaier links achteraan
op het kuipje aan de schroef (3).
Als u NAAR RECHTS draait, verzet u de
lichtbundel naar boven.
Als u NAAR LINKS draait, zakt de
lichtbundel.
GLOEILAMPEN
Lees aandachtig pag. 39
(ONDERHOUD).
OPGELET
Draai vóór het vervangen van een
gloeilamp de contactschakelaar in de
stand “
Vervang de lampen met schone
handschoenen of met behulp van een
schone droge doek.
Laat geen vingerafdrukken achter op de
lampen, want daardoor kunnen de
lampen oververhit raken en kapot gaan.
Als u een lamp met de blote hand
aanraakt, moet u vingerafdrukken
wegvegen met alcohol, om te vermijden
dat de lamp snel defect raakt.
WEES VOORZICHTIG DAT U DE
ELEKTRISCHE KABELS NIET
BESCHADIGT.
”.
VERVANGEN
VAN DE GLOEILAMPEN
VAN DE KOPLAMP
Lees aandachtig pag. 67
(GLOEILAMPEN).
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
OPMERKING Controleer de
zekering voor u een gloeilamp vervangt,
zie
pag. 63 (VERVANGING VAN DE
ZEKERING).
In de koplamp zitten:
◆ Eén gloeilamp voor het grootlicht (1)
(rechts).
◆ Eén gloeilamp voor het parkeerlicht (2)
(onderaan).
◆ Eén gloeilamp voor het dimlicht (3)
(links).
De gloeilampen voor het grootlicht en voor
het dimlicht zijn identiek.
Als één van de lampen defect is en u geen
reservelamp bij de hand heeft, kunt u ze
omwisselen.
Dit is enkel bedoeld om het de rijder
gemakkelijker te maken om naar huis of
naar de winkel te gaan voor een nieuwe
lamp, maar betekent niet dat de defecte
lamp niet moet worden vervangen.
Vervang de gloeilampen als volgt:
GLOEILAMP VAN HET PARKEERLICHT
OPGELET
Trek niet aan de elektrische draden om
de lampfitting uit te trekken.
◆ Neem vanaf de achterzijde van het voorste
stuk van de kuip de lampfitting (4) vast,
trek eraan en neem hem uit zijn houder.
◆ Trek de gloeilamp van het parkeerlicht
(5) uit en vervang ze door een lamp van
hetzelfde type.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
67
11
10
12
13
GLOEILAMPEN VAN HET GROOTLICHT
OPMERKING Neem lampfittingen
één voor één uit om te vermijden dat ze
nadien verkeerd worden teruggeplaatst.
Als de lampfittingen tegelijkertijd dienen te
worden verwijderd, let dan op dat u ze in
de juiste positie terugplaatst.
◆ Verwijder vanaf de rechter achterzijde
van het voorste stuk van de kuip het
beschermingselement (6) met uw
handen.
◆ Draai de lampfitting (7) linksom en trek
hem uit.
◆ Druk de lamp (8) zachtjes in en draai ze
linksom.
◆ Trek de gloeilamp uit en vervang ze.
OPMERKING Steek de lamp in de
fitting, ervoor zorgend dat de pennen
perfect in de geleiders worden gepast.
◆ Installeer een nieuwe gloeilamp van
hetzelfde type op de juiste manier.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
68
9
GLOEILAMP VAN HET DIMLICHT
OPMERKING Neem lampfittingen
één voor één uit om te vermijden dat ze
nadien verkeerd worden teruggeplaatst.
Als de lampfittingen tegelijkertijd dienen te
worden verwijderd, let dan op dat u ze in
de juiste positie terugplaatst.
◆ Verwijder vanaf de linker achterzijde van
het voorste stuk van de kuip het
beschermingselement (9) met uw
handen.
◆ Draai de lampfitting (10) linksom en trek
hem uit.
◆ Druk de lamp (11) zachtjes in en draai ze
linksom.
◆ Trek de lamp uit haar houder en vervang ze.
OPMERKING Steek de lamp in de
fitting, ervoor zorgend dat de pennen
perfect in de geleiders worden gepast.
◆ Installeer een nieuwe gloeilamp van
hetzelfde type op de juiste manier.
1415
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN
VAN DE VOORSTE EN ACHTERSTE
RICHTINGAANWIJZERS
Lees aandachtig pag. 67
(GLOEILAMPEN).
OPMERKING Controleer de
zekering voor u een gloeilamp vervangt,
zie
pag. 63 (VERVANGING VAN DE
ZEKERING).
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Draai de schroef (12) los en verwijder ze.
OPMERKING Let op dat u bij het
verwijderen van het beschermingsglas het
pennetje niet beschadigt.
◆ Verwijder het beschermingsglas (13).
OPMERKING Plaats bij het
hermonteren het beschermingsglas weer
correct in zijn zitting.
OPGELET
Draai de schroef (12) niet te stevig en
voorzichtig aan om beschadiging van
het beschermingsglas te vermijden.
◆ Druk lichtjes op de gloeilamp (14) en
draai ze linksom.
◆ Trek de gloeilamp uit haar houder.
OPMERKING Steek de lamp in de
fitting, ervoor zorgend dat de twee pennen
op de gloeilamp mooi in de geleiders op de
fitting worden gepast.
◆ Installeer een nieuwe gloeilamp van
hetzelfde type op de juiste manier.
OPMERKING Als de lampfitting (15)
uit zijn houder komt, moet u hem correct
insteken, door de opening van de fitting uit
te lijnen met de zitting van de schroef.
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP
VAN HET ACHTERLICHT
Lees aandachtig pag. 67
(GLOEILAMPEN).
OPMERKING Controleer de
zekering voor u een gloeilamp vervangt,
zie
pag. 63 (VERVANGING VAN DE
ZEKERING), alsook de goede werking van
de stoplichtschakelaars, zie pag. 65
(CONTROLEREN VAN DE
SCHAKELAARS).
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Draai de twee schroeven (1) los en
verwijder ze.
◆ Verwijder het beschermingsglas (2).
Draai bij het monteren de schroeven (1)
voorzichtig en niet te vast aan, om te
vermijden dat u het beschermingsglas
beschadigt.
◆ Druk lichtjes op de gloeilamp (3) en draai
◆ Trek de gloeilamp uit haar houder.
OPMERKING Steek de lamp in de
fitting, ervoor zorgend dat de twee pennen
op de gloeilamp mooi in de geleiders op de
fitting worden gepast.
◆ Installeer een nieuwe gloeilamp van
OPMERKING Plaats bij het
hermonteren het beschermingsglas correct
in zijn houder.
OPGELET
ze linksom.
hetzelfde type op de juiste manier.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
69
VERVOER
WAARSCHUWING
Voor u de bromfiets gaat vervoeren,
moeten de benzinetank en de
carburateur volledig leeg zijn, zie
hiernaast (LEDIGEN VAN DE
BRANDSTOFTANK); controleer na het
leegmaken of alles volkomen droog is.
Tijdens transport moet de bromfiets in
verticale positie blijven staan, moet hij
goed vastgemaakt zijn en moet de 1
versnelling ingeschakeld zijn, om
lekkage van brandstof, olie of
koelvloeistof te vermijden.
ste
WAARSCHUWING
In geval van pech mag de bromfiets niet
worden gesleept, maar moet u hulp
inroepen.
LEDIGEN
VAN DE BRANDSTOFTANK
Lees aandachtig pag. 22
(BRANDSTOF).
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand.
Wacht tot de motor en de uitlaatdemper
volledig zijn afgekoeld.
Brandstofdampen zijn schadelijk voor
uw gezondheid. Controleer alvorens de
tank leeg te maken of de ruimte waarin
u werkt goed geventileerd is.
Adem geen brandstofdampen in.
Rook niet en gebruik geen open
vlammen.
LOOS BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
◆ Zet de bromfiets op de standaard.
◆ Zet de motor af en wacht tot hij is
afgekoeld.
◆ Neem een opvangbak met een capaciteit
die groter is dan de hoeveelheid
brandstof aanwezig in de tank en plaats
hem op de grond aan de linkerzijde van
de bromfiets.
◆ Verwijder de vuldop.
◆ Gebruik voor het aftappen van de
brandstof uit de tank een handpomp of
een dergelijk gereedschap.
WAARSCHUWING
Draai na het aftappen van de tank de
vuldop vast.
Ga als volgt te werk om de carburateur
volledig af te tappen:
◆ Zet de brandstofkraan (1) op “RES”.
◆ Start de bromfiets, zie pag. 32 ().
◆ Geef enkele malen gas tot de motor
stilvalt bij gebrek aan brandstof.
Neem zo nodig contact op met een
officiële aprilia-dealer.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
70
REINIGING
Reinig de bromfiets regelmatig als hij in
bepaalde gebieden of onder bijzondere
omstandigheden wordt gebruikt, namelijk:
◆ In vervuilde gebieden (steden en
industriezones).
◆ In gebieden gekenmerkt door een hoog
percentage zout en vocht (zeegebieden,
hete en vochtige klimaten).
◆ In speciale omstandigheden (gebruik
van zout en chemische producten tegen
ijsvorming op de wegen in de winter).
◆ Laat geen resten van industriële en
vervuilende poeders, teervlekken, dode
insecten, vogeluitwerpselen, enz. op de
carrosserie zitten.
◆ Parkeer de bromfiets niet onder een
boom, aangezien in sommige seizoenen
bepaalde stoffen, hars, fruit of bladeren
uit de bomen kunnen vallen, die
bestanddelen bevatten die de lak
mogelijk aantasten.
WAARSCHUWING
Na het reinigen van de bromfiets, is het
mogelijk dat de werking van de remmen
tijdelijk te wensen overlaat omwille van
de aanwezigheid van water op de
greepoppervlakken. Bijgevolg moet u,
om ongevallen te vermijden, er rekening
mee houden dat de remafstanden
langer kunnen zijn. Rem veelvuldig om
dit euvel zo snel mogelijk te verhelpen.
Voer de controles vooraf uit, zie pag. 31
(CONTROLES VOORAF).
Voor het verwijderen van vuil en modder
van de gelakte delen moet u een
lagedrukwaterspuit gebruiken; maak de
vuile delen goed nat, veeg modder en vuil
weg met een zachte autospons die in een
oplossing van water en shampoo is
gedrenkt (2
Vervolgens de delen afspoelen met veel
water en afdrogen met een zeemlap.
Voor het reinigen van de buitenkant van de
motor moet u een ontvettingsmiddel,
kwastjes en stoflappen gebruiken.
Poets de bromfiets pas op met
siliconenwas nadat hij zorgvuldig is
gereinigd.
… 4% shampoo in water).
OPGELET
Reinig de bromfiets niet in de zon,
vooral niet in de zomer, als de
carrosserie nog warm is, want als de
shampoo opdroogt voor hij wordt
weggespoeld, kan hij de lak aantasten.
Maak dof geworden lak nooit glanzend
met polijstpasta.
Gebruik geen water (of andere
vloeistoffen) met een temperatuur van
40°C om de plastic onderdelen van de
bromfiets te reinigen.
Gebruik geen water- of luchtspuiten
onder hoge druk en evenmin stoom om
de volgende onderdelen te reinigen:
wielnaven, bedieningselementen op de
rechter- en de linkerhelft van het stuur,
lagers, rempomp, instrumenten en
controlelampjes, uitlaatdemper,
handschoenkastje,
contactschakelaar/stuurslot.
Reinig onderdelen van rubber en
kunststof en het zadel niet met alcohol,
benzine of oplosmiddelen, maar
gebruik uitsluitend water en een
neutrale zeep.
WAARSCHUWING
Breng geen beschermende was aan op
het zadel om te vermijden dat het
glibberig wordt.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
71
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Nadat de bromfiets gedurende een lange
periode heeft stilgestaan, dienen enkele
maatregelen te worden getroffen om
problemen te vermijden.
Verder is het ook belangrijk de nodige
reparaties en een groot onderhoud te laten
uitvoeren vóór een periode van stilstand,
om te vermijden dat u dit later vergeet.
Ga als volgt te werk:
◆ Maak de brandstoftank en de
carburateur leeg,
zie pag. 70 (LEDIGEN
VAN DE BRANDSTOFTANK).
◆ Trek de bougie uit en giet een koffielepel
(5-10 cm>) tweetaktolie in de cilinder.
Zet de contactschakelaar in de stand
∆; druk gedurende enkele seconden
≈
op de startknop ≈
∆ om de olie
gelijkmatig over het cilinderoppervlak te
verdelen. Monteer de bougie.
◆ Demonteer de accu, zie pag. 61
(DEMONTEREN VAN DE ACCU) en
pag. 60 (NA LANGE INACTIVITEIT VAN
DE ACCU).
◆ Reinig de bromfiets en laat hem drogen,
pag. 71 (REINIGING).
zie
◆ Poets de gelakte delen op met was.
◆ Pomp de banden op, zie pag. 30
(BANDEN).
◆ Plaats met behulp van een geschikte
steun de bromfiets zodanig dat beide
banden van de grond geheven zijn.
◆ Plaats de bromfiets in een onverwarmde,
niet-vochtige ruimte, beschermd tegen
zonlicht en met een minimum aan
temperatuurschommelingen.
◆ Dek de bromfiets af, maar bij voorkeur
niet met plastic of waterdichte
materialen.
NA EEN LANGE PERIODE VAN
STILSTAND
◆ Haal de bromfiets onder de afdekking
vandaan en maak hem schoon, zie
pag. 71 (REINIGING).
◆ Controleer de laadtoestand van de accu,
zie
pag. 62 (OPLADEN VAN DE ACCU)
en monteer hem, zie pag. 62
(MONTEREN VAN DE ACCU).
◆ Vul de brandstoftank, zie pag. 22
(BRANDSTOF).
◆ Voer de controles vooraf uit, zie pag. 31
(CONTROLES VOORAF).
WAARSCHUWING
Maak een testrit met een lage snelheid
bij weinig verkeer.
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
72
AFMETINGENMax. lengte ..................................................... 1920 mm
Maximale lengte
(inclusief verlengstuk achterspatbord -).......
1985 mm
Max. breedte ................................................... 675 mm
Max. hoogte
(voorste deel van de stuurkap inbegrepen) .... 1155 mm
Hoogte zadel................................................... 810 mm
Wielbasis......................................................... 1280 mm
Min. grondspeling............................................ 170 mm
Gewicht zonder rijder (klaar om te starten)..... 115 kg
MOTORType ................................................................ één cilinder, 2-takt met membraan inlaat. Afzonderlijke smering
door middel van automatische menginrichting met variabele
opbrengst (1,0 - 3,0 %).
Aantal cilinders................................................ 1
Elektrodenafstand ........................................... 0,6 … 0,7 mm
ELEKTRISCH
SYSTEEM
GLOEILAMPENDimlicht ........................................................... 12 V - 35 W
WAARSCHUWINGS
LAMPJES
(*) (in landen waar dit is toegestaan)
Accu ................................................................ 12 V - 4 Ah
Zekeringen ...................................................... 7,5 A
Dynamo........................................................... 12 V - 105 W
Grootlicht......................................................... 12 V - 35 W
Parkeerlicht ..................................................... 12 V - 5 W
Richtingaanwijzers .......................................... 12 V - 10 W
Achterste parkeerlicht /
Kentekenplaatverlichting / stoplicht................. 12 V - 5 / 21 W
Toerenteller..................................................... 12 V - 5 W
Snelheidsmeter display................................... 12 V - 3,4 W
Koelvloeistoftemperatuurindicator................... 12 V - 1,2 W
Neutraalstand.................................................. 12 V - 1,7 W
Rechter richtingaanwijzers .............................. 12 V - 1,7 W
Grootlicht......................................................... 12 V - 1,7 W
Oliereserve ..................................................... 12 V - 1,7 W
Linker richtingaanwijzers ................................ 12 V - 1,7 W
Dimlicht ........................................................... 12 V - 1,7 W
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
75
SMEERMIDDELENTABEL
Versnellingsbakolie (aanbevolen):F.C., SAE 75W - 90 of GEAR SYNTH, SAE 75W-90.
In plaats van de aanbevolen olie, kunt u ook merkolies gebruiken die voldoen aan of aan hogere standaards voldoen dan de
voorschriften A.P.I.GL-4.
2 taktolie (aanbevolen):PRO GPX 2 of 2T FORMULA RACING.
In plaats van de aanbevolen olie, kunt u ook merkolies gebruiken die voldoen aan of aan hogere standaards voldoen dan de
voorschriften ISO-L-ETC ++ A.P.I. TC ++.
Vorkolie (aanbevolen): vorkolie F.A. 5W of F.A. 20W, of FORK 5W en FORK 20W
Als u een product wenst dat het midden houdt tussen F.A 5W. en F.A 20W of FORK 5W en FORK 20W, kunt
u de producten als volgt mengen:
SAE 10W F.A 5W. 67% van het volume + F.A. 20W 33% van het volume;
FORK 5W. 67% van het volume + FORK 20W 33% van het volume.
SAE 15W F.A 5W. 33% van het volume + F.A. 20W 67% van het volume;
FORK 5W. 33% van het volume + FORK 20W 67% van het volume.
Lagers en andere smeerpunten (aanbevolen):AUTOGREASE MP of GREASE 30.
Gebruik als alternatief voor het aanbevolen product een kwaliteitsvet voor wentellagers, nuttig temperatuurbereik -30°C º .+140°C ,
druppelpunt 150°C º.230°C, hoge corrosiefactor, goede water- en oxidatiebestendigheid.
Beveiliging van de accupolen: Neutraal vet of vaseline.
Vet spray voor kettingen (aanbevolen): CHAIN SPRAY of CHAIN LUBE.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen nieuwe remvloeistof. Meng geen verschillende merken of soorten olie met elkaar zonder te controleren of ze
compatibel zijn.
Rem- en koppelingsvloeistof (aanbevolen): F.F., DOT 4 (Compatibel DOT 5) of BRAKE 5.1, DOT 4 (Compatibel DOT 5).
WAARSCHUWING
Gebruik alleen antivries- en antiroestmiddelen die geen nitriet bevatten en bestand zijn tegen een temperatuur van -35°C.
Motorkoelvloeistof (aanbevolen):
Uso e manutenzione RS 50 Tuono
76
ECOBLU - 40°C of COOL.
OFFICI⁄LE DEALERS EN SERVICECENTRA
DE WAARDE VAN DE APRILIA SERVICE
Dankzij constante technische updates en aanpassingen van de speciale opleidingsprogramma»s ten aanzien van de aprilia producten,
kennen alleen de monteurs van het Officiële aprilia Netwerk dit voertuig door en door en beschikken zij over het benodigde speciale
gereedschap om de onderhoudswerkzaamheden en reparaties op de juiste manier uit te voeren.
De betrouwbaarheid van de motorfiets is ook afhankelijk van de mechanische staat ervan. Controle vóór het rijden, regelmatig
onderhoud en gebruik van uitsluitend originele aprilia onderdelen zijn bijzonder belangrijke factoren!
Kijk voor informatie over de officiële dealer en/of het dichtstbijzijnde servicecentrum in de Gouden Gids of zoek rechtstreeks op de
landkaart die u op onze officiële Internetsite aantreft:
www.aprilia.com
Alleen als er originele aprilia onderdelen gebruikt worden heeft men een product dat reeds tijdens de ontwerpfase van de motorfiets
ontwikkeld en getest is. De originele aprilia reserveonderdelen worden stelselmatig onderworpen aan kwaliteitscontroleprocedures, om
volledige betrouwbaarheid en duurzaamheid ervan te garanderen.
gebruik en onderhoud RS 50 Tuono
77
Importeurs
I
APRILIAvia G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) Italy
UK
APRILIA WORLD SERVICE UK branch 15 Gregory Way - SK5 7ST Stockport - Cheshire
D
APRILIA MOTORRAD Am Seestern 3 - D-40547 - Dusseldorf
NL
APRILIA WORLD SERVICE B.V.Nikkelstraat 1 - 4823 - Ae Breda
E
APRILIA WORLD SERVICEEdificio América, Av.da de Arangòn, 334 - 28022 Madrid
Succursale en EspanaTel. 0034-91-7460066 - Fax 0034-91-7460065- Email: Paco_Montes@aprilia.es
F
APRILIA WORLD SERVICEz.a. Central Parc - 255 Blv. R. Ballanger B.P. 77 - 93421- Villepinte
Succursale en France Tel. 0033-1-49634747 - Fax 0033-1-49638750 - Email: bschweitzer@aprilia.fr
CZ
A. SPIRIT A.S. Saldova 38 - 180 00 - Praha 8 - Karlin
A. SPIRIT A.S. (Sede operativa)Bubenska 43 - 170 00 - Praha 7
SLO
AVTO TRIGLAV d.o.o. Baragova 5 - 1113 - Ljubljana
A
GINZINGER IMPORT GmbH & CO. Frankenburgerstrasse 19 - 4910 - Ried im Innkreis
HR
ING-KART d.o.o. Samoborska cesta 258 - 10000 - Zagreb