Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
• Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
ALGEMENE VEILIGHEID
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Overschrijd het maximale laadvermogen van 10 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
2
• De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing)
mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Indien het apparaat in de toekomst moet worden
verplaatst, moeten ze worden bevestigd om de
trommel vast te zetten en te voorkomen dat deze
schade veroorzaakt.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
• De vloer waar het apparaat wordt geïnstalleerd
moet vlak, stabiel, hittebestendig en schoon zijn.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloer te creëren.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op
te vangen onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt mogen
worden.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
3
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
123
5
6
4
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
• Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het
wasgoed verwijderd zijn.
• Raak het glas van de deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
SERVICEDIENST
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
APPARAATOVERZICHT
4
Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Voetjes voor het waterpas zetten van het
6
apparaat
BEDIENINGSPANEEL
976213458
A
DB
C
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
Aan-/Uittoets Aan/Uit Marche/Arrêt
1
2
Programme/Programma tiptoetskeuze
3
Tiptoets temperatuur
4
Tiptoets centrifugeerselectie
5
Optieselectie tiptoets
6
Tiptoets Start/Pauze
7
Klaar Over/Fini Dans tiptoets
Display
8
9
Deur vergrendeld-indicatielampje
WEERGAVE
A. Het tijdgedeelte:
•: de programmaduur
•: de "klaar binnen..." tijd
•: de alarmcodes
•: de foutmelding
•: het programma is voltooid.
B. Het indicatielampje kinderslot:
• Het indicatielampje gaat aan als u dit
apparaat inschakelt.
C. Het indicatielampje extra spoelgang:
• Het indicatielampje gaat aan als u deze
optie inschakelt.
D. De tiptoets Klaar Over/Fini Dans.
5
PROGRAMMAOVERZICHT
Programma
Temperatuurbereik
30'@30°
30°C
Katoen/Coton
90°C - Koud
Katoen/
Coton ECO
60°C - 40°C
Synthetica/
Synthétiques
60°C - Koud
Fijne Was/Délicats
40°C - Koud
Wol/Laine
40°C - Koud
Dekbed/Couette
60°C - Koud
Mix/Mixtes 20°
20°C
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving
1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
1)
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
Maximale bela-
ding
Maximale centri-
fugeersnelheid
3 kg
800 tpm
10 kg
1400 tpm
10 kg
1400 tpm
4 kg
1200 tpm
4 kg
1200 tpm
1,5 kg
1200 tpm
3 kg
800 tpm
3 kg
1200 tpm
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen
met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe.
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling.
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
Normale vervuiling.
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en delicate stoffen voorzien van het symbool
«handwas».
Speciaal programma voor één synthetische deken,
dekbed, sprei enz.
Speciaal programma voor katoenen, synthetische en ge-
mengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma
in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat
het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om
goede wasresultaten te krijgen3).
2)
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3) Er is geen temperatuuraanduiding aan
6
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
1)
Snel/Rapide
30'@30°■■■■
Katoen/
Coton
Katoen/
Coton ECO
Synthetica/
Synthétiques
Fijne Was/
Délicats
Wol/Laine■■■■■■
Dekbed/
Couette
Mix/Mixtes
20°
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
Aanbevolen lading: katoen: 5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg.
■■■■■■■■■■
■■■■■■■■
■■■■■■■■■■
■■■■■■■■■
■■■■■■
■■■■■■■
Intensief/Intensif
Anti-kreuk/Anti-froissage
Spoelen/Rinçage
Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage
VERBRUIKSGEGEVENS
De gegevens in deze tabel zijn bij benadering. Verschillende variabelen kunnen van invloed zijn op de gegevens: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omgevingstemperatuur.
7
Bij de start van het programma toont het display de duur van het programma voor de
maximale beladingscapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trommel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maximale beladingscapaciteit 10 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur, maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter zijn dan 1 uur).
Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een stip op het display.
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de
Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
8
OPTIES
TEMPERATUUR
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
Aanduiding = koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Stel deze optie in voor fijne was.
• De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
• Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
SNEL/RAPIDE
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
INTENSIEF/INTENSIF
Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed
wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
ANTI-KREUK/ANTI-FROISSAGE
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
SPOELEN/RINÇAGE
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van
een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen ()
selecteert, voegt het apparaat twee of meer
spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
POMPEN/CENTRIFUGEREN VIDANGE/
ESSORAGE
Met deze optie kunt u de centrifugeer- en
afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde
wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
selecteert, dan voert het apparaat
alleen de afvoercyclus uit.
KLAAR OVER/FINI DANS
Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren
u wenst dat het wasprogramma klaar is.
U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en
maximum 20 uren.
Het display toont het aantal uren en het
indicatielampje boven de toets brandt.
EXTRA SPOELING
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.
1)
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
9
INSTELLINGEN
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
) .
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
2. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
DAGELIJKS GEBRUIK
Deze optie blijft actief, zelfs als u het
apparaat uitschakelt.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
• Het programma is voltooid.
• Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
en aan.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het
stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed een voor een in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de
"Programmatabel".
4. Sluit de deur.
10
LET OP!
Zorg ervoor
dat er geen
wasgoed
tussen de
deur blijft
klemmen. Er
kan waterlekkage of
beschadigd
wasgoed
ontstaan.
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
A
B
A
GEBRUIKEN
1. Meet het wasmiddel
en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel
en de wasverzachter
in de compartimenten.
3. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te
plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot boven het niveau
MAX.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
De standaardpositie van
de klep is A (waspoeder).
2. Zet de klep in stand B.
3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de
ruimte.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
• Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
• Gebruik niet meer dan 120 ml.
• Stel de startuitstelfunctie niet in.
Wanneer de klep zich in
stand B bevindt en u
waspoeder wenst te gebruiken:
1. Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand
A.
3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in
de ruimte.
• Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
• Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
compartimenten.
• Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
Houd de toets Aan/Uit Marche/Arrêt enkele
seconden ingedrukt om het apparaat in of uit te
schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt
ingeschakeld.
Het display toont het woord AAN.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
Om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw
de rand van de lade op
de plaats van de pijl
(PUSH) om de lade makkelijk te verwijderen.
1. Druk op programmatoets en stel het
volgende programma in:
• Het lampje van de toets knippert.
• Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding .
11
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER DE
OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS
Druk op toets .
• Het indicatielampje
knipperen en blijft branden.
• Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje brandt
• Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
• Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
• Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE
KLAAR OVER/FINI DANS
1. Druk herhaaldelijk op de toets om het
aantal uren voor het einde van de wascyclus te
selecteren.
Het display toont het aantal uren dat u ingesteld
hebt (bijv. ) en het indicatielampje boven de
toets brandt om aan te geven dat deze optie
actief is.
2. Druk op toets :
• De deur blijft vergrendeld.
• De machine begint de tijd af te tellen.
• Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van de optie Klaar
Over/Fini Dans annuleren of wijzigen
voordat u op drukt. Na het
indrukken van de toets kunt u de
optie Klaar Over/Fini Dans alleen nog
annuleren.
Om de optie Klaar Over/Fini Dans te annuleren:
a. Druk op toets om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het
indicatielampje van toets knippert.
b. Druk op de toets tot het indicatielampje
boven deze toets dooft.
Druk nogmaals op toets om het
programma onmiddellijk te starten.
stopt met
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Tik op .
Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de
Klaar Over/Fini Dans optie (indien
geselecteerd) worden uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk een paar seconden op de toets Aan/Uit
Marche/Arrêt om het programma te annuleren
en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in
te schakelen. Nu kunt u een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
Als een programma (of ) in werking is, is de deur
van de wasmachine vergrendeld. Het -lampje
brandt.
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen (of wanneer
is) :
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het lampje dooft.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets . Het programma (of de )
gaat verder.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA.
• Het apparaat stopt automatisch.
• Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal
actief is).
• In het display gaat het symbool aan.
• Het lampje van de knop gaat uit.
.
in werking
12
• U kunt de deur openen.
• Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
• Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
Marche/Arrêt
schakelen.
• Draai de waterkraan dicht.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
• Het indicatielampje
herinneren het water af te voeren.
• Het deurvergrendelingssymbool Deur/Porte
brandt. Het indicatielampje van de knop
knippert. De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
• Druk op toets . Het apparaat pompt het
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
• Of, druk op de toets om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
om het apparaat uit te
knippert om u eraan te
dan op toets
water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
Marche/Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO STAND-BY-OPTIE
De AUTO Stand-by-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om stroom te besparen als:
• Er een programma is geselecteerd, maar na 5
minuten van de instelling nog niet op de
toets is gedrukt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display.
Draai aan de programmaknop om een nieuwe
cyclus in te stellen.
. Het apparaat voert het
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
13
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
• Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
• Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
ONDERHOUD EN REINIGING
MILIEUTIPS
• Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
• Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
• Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
14
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de
binnenkant.
HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1
2
3
45°
20°
1234
56
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
123
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
4
5. Stel elk geselecteerde programma in met optie
Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage en
laat dit tot het eind van de cyclus draaien.
6. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
7. Druk op de knop Aan/Uit Marche/Arrêt om de
machine uit te schakelen.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
15
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
• - Het apparaat pompt geen water weg.
• - De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
Als het apparaat overladen is,
neemt u wat voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u tegen de
deur en drukt u tegelijkertijd op de
knop totdat de aanduiding
stopt met knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
MOGELIJKE STORINGEN
• - De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
• - Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het apparaat.
Schakel uit en terug aan.
• - Het beschermingssysteem tegen
waterlekkage is in werking getreden. Koppel het
apparaat los en draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met de erkende servicedienst.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
ProbleemMogelijke oplossing
Het programma start niet.• Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
16
tact.
• Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
• Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is.
• Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
• Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op
het einde van de aftelprocedure.
• Schakel het kinderslot uit.
ProbleemMogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Het water niet wordt afgepompt uit de machine.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Er is water op de vloer.• Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af-
U kunt de klep van de machine niet openen.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de toevoerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan zijn. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde
is.
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfase instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door evenwichtsproblemen.
• Stel de centrifugeersnelheid in.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
• Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid gebruikt.
• Controleer of het wasprogramma is voltooid.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
• Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
• Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
17
ProbleemMogelijke oplossing
Het apparaat vult zich met
water en pompt dit direct
weg.
De cyclus is korter dan de
weergegeven tijd.
De cyclus is langer dan de
weergegeven tijd.
De wasresultaten laten te
wensen over.
U kunt geen optie instellen.• Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
Schakel na de controle de machine in. Het
programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel
de machine uit en zet hem weer aan. Als het
probleem zich blijft voordoen: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden".
• Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige
vlekken voordat u het wasgoed wast.
• Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
• Verminder de wasgoedbelading.
SERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele
onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u
met de servicedienst contact opneemt. U vindt
deze op het classificatieplaatje: model,
productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No.,
Ser. No.)
TECHNISCHE GEGEVENS
AfmetingenBreedte / Hoogte/ Diepte/
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Niveau van bescherming tegen het binnendringen van
vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het beschermdeksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur
geen bescherming tegen vocht heeft
Druk watertoevoerMinimum
Watertoeover
Toelaatbare maximum be-
lading
EnergiebesparingsklasseA+++ -20%
1)Koud water
Totale diepte
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
Maximum
Katoen (Cotton)10 kg
600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
18
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.