ZANUSSI ZWF1437, ZWF1432, ZWF1432W, ZWF14380W User Manual

GETTING STARTED?
EASY.
User Manual
ZWF 0143BWH
NL Gebruiksaanwijzing 2
Wasautomaat
FR Notice d'utilisation 20
DE Benutzerinformation 38
Waschmaschine

VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.

ALGEMENE VEILIGHEID

De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 10 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
2
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing)
mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

MONTAGE

• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Indien het apparaat in de toekomst moet worden verplaatst, moeten ze worden bevestigd om de trommel vast te zetten en te voorkomen dat deze schade veroorzaakt.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden.
• De vloer waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet vlak, stabiel, hittebestendig en schoon zijn.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden.

AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET

• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
3
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
1 2 3
5
6
4
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.

AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING

• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.

GEBRUIK

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
• Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met

BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het wasgoed verwijderd zijn.
• Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.

SERVICEDIENST

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

VERWIJDERING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).

APPARAATOVERZICHT

4
Bovenblad
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Voetjes voor het waterpas zetten van het
6
apparaat

BEDIENINGSPANEEL

97621 3 4 5 8
A
DB
C

BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL

Aan-/Uittoets Aan/Uit Marche/Arrêt
1 2
Programme/Programma tiptoetskeuze
3
Tiptoets temperatuur
4
Tiptoets centrifugeerselectie
5
Optieselectie tiptoets
6
Tiptoets Start/Pauze
7
Klaar Over/Fini Dans tiptoets Display
8 9
Deur vergrendeld-indicatielampje

WEERGAVE

A. Het tijdgedeelte:
: de programmaduur
: de "klaar binnen..." tijd
: de alarmcodes
: de foutmelding
: het programma is voltooid.
B. Het indicatielampje kinderslot:
• Het indicatielampje gaat aan als u dit apparaat inschakelt.
C. Het indicatielampje extra spoelgang:
• Het indicatielampje gaat aan als u deze optie inschakelt.
D. De tiptoets Klaar Over/Fini Dans.
5

PROGRAMMAOVERZICHT

Programma
Temperatuurbereik
30'@30° 30°C
Katoen/Coton 90°C - Koud
Katoen/
Coton ECO 60°C - 40°C
Synthetica/ Synthétiques 60°C - Koud
Fijne Was/Déli­cats 40°C - Koud
Wol/Laine 40°C - Koud
Dekbed/Couette 60°C - Koud
Mix/Mixtes 20° 20°C
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «stan­daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver­bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
1)
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma.
Maximale bela-
ding
Maximale centri-
fugeersnelheid
3 kg 800 tpm
10 kg 1400 tpm
10 kg 1400 tpm
4 kg 1200 tpm
4 kg 1200 tpm
1,5 kg 1200 tpm
3 kg 800 tpm
3 kg 1200 tpm
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het waspro­gramma neemt toe.
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervui­ling.
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
Normale vervuiling.
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en delicate stoffen voorzien van het symbool
«handwas». Speciaal programma voor één synthetische deken,
dekbed, sprei enz. Speciaal programma voor katoenen, synthetische en ge-
mengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om
goede wasresultaten te krijgen3).
2)
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3) Er is geen temperatuuraanduiding aan
6
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
1)
Snel/Rapide
30'@30° Katoen/
Coton Katoen/
Coton ECO Synthetica/
Synthéti­ques
Fijne Was/ Délicats
Wol/Laine Dekbed/
Couette Mix/Mixtes
20°
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mo­gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen lading: katoen: 5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg.
Intensief/Intensif
Anti-kreuk/Anti-froissage
Spoelen/Rinçage
Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage

VERBRUIKSGEGEVENS

De gegevens in deze tabel zijn bij benadering. Verschillende variabelen kunnen van in­vloed zijn op de gegevens: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omge­vingstemperatuur.
7
Bij de start van het programma toont het display de duur van het programma voor de maximale beladingscapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan aan­zienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trommel is dan de maximale bela­dingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maximale beladingscapaciteit 10 kg, is de program­maduur langer dan 2 uur, maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programma­duur korter zijn dan 1 uur). Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een stip op het dis­play.
Resterende vochtigheid
programma’s
Belading
(kg)
Energiever­bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Geschatte pro-
grammaduur
(minuten)
Katoen/Coton 60°C 10 2,04 87 240 52 Katoen/Coton 40°C 10 1,40 83 210 52 Synthetica/Synthéti-
ques 40°C Fijne Was/Délicats
40°C
Wol/Laine 30°C
2)
4 0,80 61 140 35
4 0,56 75 95 35
1,5 0,42 62 75 30
Standaard katoenprogramma's Standaard 60°C ka-
toen Standaard 60°C ka-
toen Standaard 40°C ka-
toen
10 1,02 57 252 52
5 0,75 46 205 52
5 0,67 46 205 52
1) Aan het einde van de centrifugefase.
2) Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
(%)
1)
0.30 0.30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
8

OPTIES

TEMPERATUUR

Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur wijzigen.
Aanduiding = koud water. Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.

CENTRIFUGEREN

Met deze optie kunt u de standaard centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Stel deze optie in voor fijne was.
• De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's.
Spoelstop
• Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Als het programma afgerond is, zit er water in de trommel.
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'.

SNEL/RAPIDE

Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten. Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.

INTENSIEF/INTENSIF

Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.

ANTI-KREUK/ANTI-FROISSAGE

Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid, gebruikt meer water en past de programmaduur aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.

SPOELEN/RINÇAGE

Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen ( ) selecteert, voegt het apparaat twee of meer spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.

POMPEN/CENTRIFUGEREN VIDANGE/ ESSORAGE

Met deze optie kunt u de centrifugeer- en afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
selecteert, dan voert het apparaat
alleen de afvoercyclus uit.

KLAAR OVER/FINI DANS

Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren u wenst dat het wasprogramma klaar is.
U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en maximum 20 uren.
Het display toont het aantal uren en het indicatielampje boven de toets brandt.

EXTRA SPOELING

Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.
1)
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
9

INSTELLINGEN

PERMANENT EXTRA SPOELEN

Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat.

KINDERSLOT

Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
) .

VOOR HET EERSTE GEBRUIK

1. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
2. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma.

DAGELIJKS GEBRUIK

Deze optie blijft actief, zelfs als u het apparaat uitschakelt.

GELUIDSSIGNALEN

De geluidssignalen weerklinken wanneer:
• Het programma is voltooid.
• Er een storing in het apparaat optreedt. Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden tegelijkertijd toets
Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
en aan.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

WASGOED IN DE MACHINE DOEN

Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed een voor een in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de "Programmatabel".
4. Sluit de deur.
10
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan water­lekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
A
B
A
GEBRUIKEN
1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimen­ten.
3. Sluit de wasmiddel­doseerlade voorzich­tig.

WASMIDDELDOSEERBAKJES

Wasmiddelbakje voor wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegin­gen (textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de bakjes nooit tot bo­ven het niveau MAX.
Klep voor waspoeder of vloei­baar wasmiddel.

VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER

De standaardpositie van de klep is A (waspoeder).
2. Zet de klep in stand B.
3. Plaats de wasmiddel­doseerlade terug in de ruimte.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge­bruikt:
• Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
• Gebruik niet meer dan 120 ml.
• Stel de startuitstelfunctie niet in.
Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u waspoeder wenst te ge­bruiken:
1. Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand A.
3. Plaats de wasmiddel­doseerlade terug in de ruimte.
• Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
• Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten.
• Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.

HET APPARAAT INSCHAKELEN

Houd de toets Aan/Uit Marche/Arrêt enkele seconden ingedrukt om het apparaat in of uit te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. Het display toont het woord AAN.

EEN PROGRAMMA INSTELLEN

Om vloeibaar wasmiddel te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw de rand van de lade op de plaats van de pijl (PUSH) om de lade mak­kelijk te verwijderen.
1. Druk op programmatoets en stel het
volgende programma in:
• Het lampje van de toets knippert.
• Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het display de melding .
11

EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER DE OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS

Druk op toets .
• Het indicatielampje knipperen en blijft branden.
• Het programma start, de deur wordt vergrendeld, het lampje brandt
• Bij het begin van een wascyclus kan de afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start van het programma:
• Het apparaat past automatisch de programmaduur aan aan de wasgoedbelading.
• Op de display verschijnt de nieuwe waarde.

EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS

1. Druk herhaaldelijk op de toets om het
aantal uren voor het einde van de wascyclus te selecteren.
Het display toont het aantal uren dat u ingesteld hebt (bijv. ) en het indicatielampje boven de toets brandt om aan te geven dat deze optie
actief is.
2. Druk op toets :
• De deur blijft vergrendeld.
• De machine begint de tijd af te tellen.
• Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van de optie Klaar Over/Fini Dans annuleren of wijzigen
voordat u op drukt. Na het indrukken van de toets kunt u de
optie Klaar Over/Fini Dans alleen nog annuleren.
Om de optie Klaar Over/Fini Dans te annuleren:
a. Druk op toets om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het indicatielampje van toets knippert.
b. Druk op de toets tot het indicatielampje
boven deze toets dooft. Druk nogmaals op toets om het
programma onmiddellijk te starten.
stopt met

EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE OPTIES WIJZIGEN

U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1. Tik op . Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de Klaar Over/Fini Dans optie (indien geselecteerd) worden uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op
Het wasprogramma gaat verder.

EEN PROGRAMMA ANNULEREN

1. Druk een paar seconden op de toets Aan/Uit
Marche/Arrêt om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in te schakelen. Nu kunt u een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij.

DE DEUR OPENEN

Als een programma (of ) in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld. Het -lampje
brandt.
LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de cyclus te openen (of wanneer
is) :
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het lampje dooft.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets . Het programma (of de ) gaat verder.

AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA.

• Het apparaat stopt automatisch.
• Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal
actief is).
• In het display gaat het symbool aan.
• Het lampje van de knop gaat uit.
.
in werking
12
• U kunt de deur openen.
• Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit Marche/Arrêt
schakelen.
• Draai de waterkraan dicht.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• Het indicatielampje herinneren het water af te voeren.
• Het deurvergrendelingssymbool Deur/Porte brandt. Het indicatielampje van de knop
knippert. De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
• Druk op toets . Het apparaat pompt het water weg en centrifugeert met maximale centrifugeersnelheid voor het geselecteerde wasprogramma.
• Of, druk op de toets om de centrifugeersnelheid aan te passen en druk
om het apparaat uit te
knippert om u eraan te
dan op toets water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma).

AUTO STAND-BY-OPTIE

De AUTO Stand-by-optie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Er een programma is geselecteerd, maar na 5
minuten van de instelling nog niet op de toets is gedrukt. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
. Het apparaat voert het

AANWIJZINGEN EN TIPS

VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL DOET

• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.

HARDNEKKIGE VLEKKEN

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
13

WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN

• Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten weefsels, – waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling.
• Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel).

ONDERHOUD EN REINIGING

MILIEUTIPS

• Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed.
• Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt.
• Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid".

WATERHARDHEID

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

BUITENKANT REINIGEN

Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten.

ONTKALKEN

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
14

ONDERHOUDSWASBEURT

Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.

DEURRUBBER

Controleer het deurrub­ber regelmatig en verwij­der voorwerpen uit de binnenkant.

HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN

1
2
3
45°
20°
1 2 3 4
5 6

HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN

1 2 3

VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST

Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de noodafvoer wilt gebruiken.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en toevoerslang in een opvangbak. Laat het water uit de slangen stromen.

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
4
5. Stel elk geselecteerde programma in met optie
Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage en laat dit tot het eind van de cyclus draaien.
6. Als er geen water meer stroomt, plaats de toevoerslang en de afvoerslang terug.
7. Druk op de knop Aan/Uit Marche/Arrêt om de machine uit te schakelen.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.

INTRODUCTIE

Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
15
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat overladen is, neemt u wat voorwerpen uit de trommel en/of duwt u tegen de deur en drukt u tegelijkertijd op de
knop totdat de aanduiding stopt met knipperen (zie de afbeelding hieronder).

MOGELIJKE STORINGEN

- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de elektronische elementen van het apparaat. Schakel uit en terug aan.
- Het beschermingssysteem tegen waterlekkage is in werking getreden. Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst.
WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet. • Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
16
tact.
• Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
• Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin­genkastje is.
• Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
• Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op het einde van de aftelprocedure.
• Schakel het kinderslot uit.
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet goed met water gevuld.
Het water niet wordt afge­pompt uit de machine.
De centrifugeerfase werkt niet of de wascyclus duurt langer dan normaal.
Er is water op de vloer. • Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af-
U kunt de klep van de ma­chine niet openen.
Het apparaat maakt een abnormaal geluid.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water­leidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de toe­voerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Als het probleem opnieuw op­treedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde is.
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa­se instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri­fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even­wichtsproblemen.
• Stel de centrifugeersnelheid in.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd zijn.
• Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge­bruikt.
• Controleer of het wasprogramma is voltooid.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt.
• Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre­gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
• Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Mon­tage-instructies'.
• Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver­wijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
17
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat vult zich met water en pompt dit direct weg.
De cyclus is korter dan de weergegeven tijd.
De cyclus is langer dan de weergegeven tijd.
De wasresultaten laten te wensen over.
U kunt geen optie instellen. • Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. Het uitein­de van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-in­structies'.
• Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was­goedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden".
• Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor­maal gedrag van het apparaat.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
• Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
• Verminder de wasgoedbelading.

SERVICE

Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u met de servicedienst contact opneemt. U vindt deze op het classificatieplaatje: model, productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No., Ser. No.)

TECHNISCHE GEGEVENS

Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diepte/
Aansluiting op het elektri­citeitsnet
Niveau van bescherming tegen het binnendringen van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het bescherm­deksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht heeft
Druk watertoevoer Minimum
Watertoeover Toelaatbare maximum be-
lading Energiebesparingsklasse A+++ -20%
1) Koud water
Totale diepte Spanning
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Maximum
Katoen (Cotton) 10 kg
600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm
230 V 2200 W 10 A 50 Hz
IPX4
0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0.8 MPa)
18
Loading...
+ 42 hidden pages