Zanussi ZBB28655SA User manual

GETTING STARTED?
EASY.
User Manual
ZBB28655SA
NL Gebruiksaanwijzing 2
Koel-vriescombinatie
FR Notice d'utilisation 13
DE Benutzerinformation 24
Kühl - Gefrierschrank

VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.

VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3
en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.

ALGEMENE VEILIGHEID

Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt
zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
2
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze
door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

INSTALLATIE

WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
• Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel. Gooi het onmiddellijk weg.

AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET

WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
3
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

GEBRUIK

WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.

BINNENVERLICHTING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
• De soort lamp die in dit apparaat gebruikt wordt, is uitsluitend geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden.

ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

SERVICEDIENST

• Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.

VERWIJDERING

WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
4

BEDIENING

1 2
4 3

BEDIENINGSPANEEL

Temperatuurindicatie LED
1
QuickFreeze Indicator LED
2
QuickFreeze-toets
3
Temperatuurknop
4
AAN/UIT-toets

INSCHAKELEN

1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Raak de toets van de temperatuurregelaar aan
als alle leds uit zijn.

UITSCHAKELEN

Blijf de toets van de temperatuurregelaar 3 seconden aanraken.
Alle indicatielampjes zijn uit.

TEMPERATUURREGELAAR

Druk om het apparaat te bedienen op de temperatuurregelaar totdat de LED die bij de vereiste temperatuur hoort oplicht. De selectie loopt van 2°C tot 8°C.
Koudste instelling: +2°C. Warmste instelling: +8°C. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:

DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

DE BINNENKANT SCHOONMAKEN

Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
• de kamertemperatuur
• de frequentie waarmee de deur wordt geopend
• de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard
• de plek van het apparaat.
1. Raak de temperatuurregelaar aan. Het huidige temperatuurindicatielampje knippert. Bij
elke aanraking van de temperatuurregelaar gaat de instelling een stand vooruit. Het relevante LED knippert een tijdje.
2. Druk op de temperatuurregalaar tot de vereiste temperatuur is geselecteerd.

QUICKFREEZE-FUNCTIE

U kunt de QuickFreeze-functie inschakelen door te drukken op de QuickFreeze-knop.
De LED die bij het symbool QuickFreeze hoort gaat branden.
U kunt de QuickFreeze-functie inschakelen door te drukken op de QuickFreeze-knop.
Het QuickFreeze-indicatielampje gaat branden.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking.
5

HET PLAATSEN VAN DE DEURPLATEAUS

2
1
3
A
B
Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.

VERPLAATSBARE LEGREKKEN

De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.

DAC-FUNCTIE

Met de DAC-functie worden etenswaren snel gekoeld en wordt de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger behouden.
Schakel de DAC in als de kamertemperatuur hoger dan 25° C is.
Druk op de schakelaar (A) om de ventilator aan te zetten. Het groene lampje (B) gaat aan.
Onthoud dat als u het apparaat uitschakelt u ook de ventilator uitzet door op knop (A) te drukken. Het groene lampje (B) gaat uit.

VERS VOEDSEL INVRIEZEN

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie QuickFreeze en leg het in te vriezen voedsel in het vriesvak.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie QuickFreeze minimaal 24 uur voordat u deze in het vriesvak legt.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in het bovenste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg tijdens deze periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de vereiste temperatuur weer instellen (zie "QuickFreeze functie").
In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling.

HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL

Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
6
dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur te laten werken met de QuickFreeze functie ingeschakeld.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).

ONTDOOIEN

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.

AANWIJZINGEN EN TIPS

HET MAKEN VAN IJSBLOKJES

Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.

KOUDE ACCUMULATORS

De vriezer is uitgerust met minstens een koude accumulator die de bewaartijd verlengt in geval van een stroomonderbreking of stroomuitval.
Dit moet in het voorste gedeelte bovenop het bevroren voedsel worden geplaatst.

NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:

De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat.

TIPS VOOR ENERGIEBESPARING

• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Verwijder de koelelementen niet uit de vriesmand.

TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL

Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren

TIPS VOOR HET KOELEN

Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude gerechten: bedekken en op een schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in een speciale lade leggen. Bananen, aardappelen, uien en knoflook moeten als deze niet verpakt zijn niet in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek.

TIPS VOOR HET INVRIEZEN

Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
7
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is.

TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL

Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u

ONDERHOUD EN REINIGING

• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

ALGEMENE WAARSCHUWINGEN

LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.

PERIODIEKE REINIGING

LET OP! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP! Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
LET OP! Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de
compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.

HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST

Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
8

DE VRIEZER ONTDOOIEN

Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er geen rijp gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch op de binnenwanden, noch op het voedsel.

PERIODES DAT HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.

PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

PROBLEMEN OPLOSSEN

Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
2. Verwijder al het voedsel.
3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING! Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand-
by stand. Het lampje is stuk. Neem contact op met de dichtst-
De compressor werkt continu. De temperatuur is goed in-
gesteld.
Er worden veel producten te-
gelijk geplaatst.
De omgevingstemperatuur is
te hoog.
Het voedsel dat in het appa-
raat werd geplaatst, was te warm.
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch appa­raat op het stopcontact aan. Neem contact op met een ge­kwalificeerd elektricien.
Controleer of het apparaat sta­biel staat.
Sluit en open de deur.
bijzijnde klantenservice. Zie 'Bediening'.
Wacht een paar uur en contro­leer dan nogmaals de tempera­tuur.
Zie het typeplaatje voor de kli­maatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot kamer­temperatuur voordat u het op­slaat.
9
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is niet goed geslo­ten.
De "QuickFreeze" is inge­schakeld.
De compressor start niet on­middellijk na het drukken op "QuickFreeze" of na het veran­deren van de temperatuur.
Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
De temperatuur kan niet wor­den ingesteld.
De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog.
Dit is normaal, er is geen storing.
het water in de waterop­vangbak loopt.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
aangesloten op de verdam­perbak boven de compres­sor.
De "QuickFreeze " wordt in­geschakeld.
De temperatuurknop is niet goed ingesteld.
De deur is niet goed geslo­ten.
De temperatuur van het voedsel is te hoog.
Er worden veel producten te­gelijk bewaard.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het no-
De "QuickFreeze " wordt in­geschakeld.
Er is geen koude luchtcircu­latie in het apparaat aanwe­zig.
Zie 'De deur sluiten'.
Zie "QuickFreeze ".
De compressor start na enige tijd.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Schakel de "QuickFreeze " hand­matig uit of wacht tot de automa­tisch reset om de temperatuur in te stellen. Zie "QuickFreeze ".
Stel een hogere/lagere tempera­tuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder producten te­gelijk.
dig is. Zie "QuickFreeze ".
Zorg ervoor dat er koude lucht­circulatie in het apparaat aanwe­zig is.
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.
10

HET LAMPJE VERVANGEN

Het apparaat is uitgerust met een LED­binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met de klantenservice.

DE DEUR SLUITEN

5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
2
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de
montageaanwijzingen.

MONTAGE

3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de erkende servicedienst.

LOCATIE

Raadpleeg de montage-instructies voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat kan circuleren.

PLAATSING

Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.

AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET

• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.

VENTILATIEVEREISTEN

De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
LET OP! Raadpleeg de montage­instructies voor de installatie.
11
Loading...
+ 25 hidden pages