Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening van het instrument eigen te maken.
Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
YPP-200
2
Page 3
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product gebruikt batterijen of een externe netvoeding (adapter).
Gebruik NOOIT een andere netvoeding of adapter dan voorgeschreven
in de handleiding, op het naamplaatje, of specifiek aanbevolen door
Yamaha.
WAARSCHUWING: Plaats dit product of andere voorwerpen niet op
het netsnoer en plaats het niet daar waar men er op kan gaan staan, erover kan struikelen, of wat voor een voorwerpen dan ook over het netsnoer of andere snoeren kunnen rollen. Het gebruik van een verlengsnoer
wordt afgeraden! ALS het toch nodig is, gebruik dan bij een lengte van 6
meter (of minder) minimaal een 18 AWG snoer. OPMERKING: Hoe
kleiner het AWG getal, hoe groter de stroomcapaciteit. Raadpleeg voor
grotere lengtes een plaatselijke elektricien.
Dit product dient alleen gebruikt te worden met de meegeleverde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen door Yamaha. Als
er een karretje, rek of standaard wordt gebruikt, volg dan goed alle
veiligheidsaanwijzingen en instructies op van die accessoires.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding was correct op het moment dat deze
gedrukt werd. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te veranderen of te modificeren zonder voorafgaande mededeling
of de verplichting om voorgaande modellen aan te passen.
Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidspreker(s), kan geluidsniveaus produceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen veroorzaken. Werk NIET
gedurende langere tijd op een hoog volume niveau of op een niveau dat
niet prettig aanvoelt. Als u gehoorverlies constateert, of als u last heeft
van oorsuizingen, raadpleeg dan een KNO-arts.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller gehoorbeschadiging
optreedt.
Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of uitbreidingen
worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele hiervan moeten door de
leverancier gemonteerd of geïnstalleerd worden. Controleer alstublieft of
de banken stabiel zijn en alle gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd zijn VÓÓR ingebruikname.
Door Yamaha geleverde banken zijn alleen ontworpen om op te zitten.
Andere toepassingen worden afgeraden.
Batterij:
Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) vast gesoldeerd is. De gemiddelde levensduur
van deze batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk is,
neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging
uit te voeren.
Dit product kan ook gebruik maken van gewone batterijen. Sommige
daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Let erop dat u uitsluitend batterijen
oplaadt die daarvoor geschikt zijn en dat het oplaadapparaat voor dat
batterijtype geschikt is.
Gebruik, wanneer u batterijen plaatst, nooit oude en nieuwe batterijen
door elkaar, of batterijen van verschillende types. Batterijen MOETEN
correct worden geplaatst. Het in de verkeerde richting of foutief plaatsen kan oververhitting en schade aan de batterijhouder veroorzaken.
Waarschuwing:
Probeer nooit batterijen te demonteren of te verbranden. Houd batterijen altijd ver weg van kinderen. Gooi gebruikte batterijen meteen
en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg. Opmerking:
Vraag een leverancier van batterijen naar de plaatselijke verordeningen in verband met het weggooien van batterijen.
Verwijderingsvoorschrift:
Wanneer dit product beschadigd raakt en niet meer te repareren is, of
zijn maximale levensduur bereikt heeft, gooi het dan weg volgens de
plaatselijke wettelijke bepalingen voor producten die lood, batterijen,
plastic e.d. bevatten. Zou uw dealer niet in staat zijn u hiermee te
helpen, neem dan a.u.b. direct contact op met Yamaha .
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderkant van het product. Het
typenummer, serienummer, stroomspecificaties, etc. staan op dit
plaatje. Noteer hieronder het model, serienummer en de aankoopdatum voor referentie en bewaar de officiële aankoopbon, aangezien
dat uw garantiebewijs is.
Model
OPMERKING:
Servicekosten die te wijten zijn aan gebrek aan kennis betreffende een
functie of een effect (mits het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet
onder de aankoopgarantie en zijn derhalve uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer de handleiding derhalve aandachtig en neem eerst
contact op met uw dealer voordat u een beroep doet op service.
Serienummer
Aankoopdatum
MILIEUPROBLEMATIEK:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als
milieuvriendelijk zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat onze producten en productiemethoden aan deze doelstellingen voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet, willen wij u van het volgende
op de hoogte brengen:
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
92-BP (bottom)
YPP-200
3
Page 4
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor latere raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond
raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. Deze
voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Netvoeding/adapter
• Gebruik alleen het voltage dat voor het instrument is voorgeschreven. Het
vereiste voltage staat aangegeven op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (PA-5C, PA-5D of een equivalent
aanbevolen door Yamaha). Het gebruik van een verkeerde adapter kan schade
aan het instrument of oververhitting veroorzaken.
• Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat zich op de
stekker heeft verzameld .
• Plaats het adaptersnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of
radiatoren en buig het niet te zeer en beschadig het niet, plaats er geen zware
voorwerpen op en plaats het zo dat niemand er op gaat staan, erover kan
struikelen en dat er niets over heen kan rollen.
Niet openen
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument op geen enkele manier. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop
dan onmiddellijk het gebruik ervan en laat het nakijken door gekwalificeerd
Yamaha service personeel.
Pas op met water
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of
onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het
instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Trek nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen heeft.
Pas op voor brand
• Plaats geen brandende voorwerpen zoals kandelaars op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u iets abnormaals opmerkt
• Als het adaptersnoer of -stekker beschadigd is, of als er plotseling geluidsverlies
optreedt, of als er een ongewone geur of rook uit het instrument komt, moet u
het onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument
laten nakijken door gekwalificeerd Yamaha service personeel.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand
anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. Deze voorzorgsmaatregelen
houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Netvoeding/adapterLokatie
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, of de plug uit het instrument, moet u
altijd aan de stekker/plug trekken, nooit aan het snoer.
• Trek de netadapter er uit als het instrument niet wordt gebruikt, of tijdens onweer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een T-stuk. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en kan het stopcontact oververhitten.
YPP-200
4
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of
hitte (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of overdag in een auto) om
vervorming van de behuizing of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, stereo installatie, mobiele telefoon, of andere elektrische apparaten. Anders kunnen het instrument,
de TV of de radio elkaar storen.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
• Trek alle aangesloten kabels en het adaptersnoer er uit alvorens het instrument te
verplaatsen.
• Gebruik uitsluitend een keyboard standaard die wordt aanbevolen voor het
instrument. Gebruik voor het in elkaar zetten van de standaard uitsluitend de
bijgeleverde schroeven. Anders riskeert u schade aan de interne onderdelen of
het instrument zou kunnen vallen.
(3)-7
1/2
Page 5
Aansluitingen
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u
deze allemaal uitzetten. Voordat u alle componenten aanzet moet u alle volumes
op hun minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Onderhoud
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone
doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes.
Wat u beslist moet vermijden
• Stop geen papier, metalen of objecten of iets anders in de openingen van het
bedieningspaneel of toetsenbord. Gebeurt dit toch, zet het instrument dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument nakijken
door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Plaats geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument aangezien
deze de behuizing en het toetsenbord kunnen doen verkleuren.
• Leun niet op het instrument en plaats er geen zware voorwerpen op en ga
voorzichtig om met knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet-comfortabel geluidsniveau
aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNOarts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Het opslaan van data
Het opslaan en backuppen van uw data
• Interne data blijft nadat de stroom is uitgeschakeld ongeveer 1 week bewaard.
Als deze periode wordt overschreden zal de data verloren gaan. Zet het instrument dus minstens één keer per week enkele minuten aan. De data kan verloren
gaan door storingen of een bedieningsfout. Sla belangrijke data op via een
extern apparaat zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer.
Backup maken van de diskette
• Om het verloren gaan van data door een defecte diskette te voorkomen, adviseren wij u om uw belangrijke data op twee diskettes op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan onjuist gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument, of
data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs terwijl de stroomschakelaar in de “STANDBY” positie staat, vloeit er nog altijd elektriciteit naar het instrument, hoewel zeer minimaal. Wanneer u het instrument voor
langere tijd niet gebruikt, trek dan de adapterstekker uit het stopcontact.
* De afbeeldingen en LED displays in deze handleiding zijn alleen bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van de werkelijkheid.
(3)-7
2/2
YPP-200
5
Page 6
Inleiding
Hartelijk dank dat u gekozen heeft voor de Yamaha Light Piano YPP-200. Uw YPP-200 is een prima
muziekinstrument dat gebruik maakt van geavanceerde Yamaha muziektechnologie. Met de juiste
behandeling zal uw YPP-200 u vele jaren van muziekplezier schenken.
● De YPP-200 maakt gebruik van Yamaha’s “AWM Stereo Sampling tone generating Light
Piano technology” om muzikaal rijke voices te produceren, met een onvergelijkelijk
realisme. De piano voices zijn gecreëerd met nieuwe samples die werden opgenomen van
een grote concertvleugel.
● In de Dual mode kunnen er 2 voices tegelijk worden bespeeld.
● Metronoomfunctie met variabel tempo, handig voor studie.
● 2 track digitale Opnamefunctie waarmee u alles wat u op het toetsenbord speelt kunt
opnemen en afspelen.
● MIDI compatibiliteit en de vele MIDI functies maken de YPP-200 bruikbaar in allerlei
geavanceerde MIDI muzieksystemen.
Om de vele mogelijkheden van uw YPP-200 volledig te kunnen benutten, adviseren
wij om deze handleiding grondig te lezen en op een veilige plaats te bewaren voor
latere raadpleging.
■ Handelsmerken
•Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de
U.S. en in andere landen.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
De hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES) vindt u aan de voorzijde, links van het toetsenbord. (zie blz. 11)
3
8. 8. 8.
1 [STANDBY/ON] Schakelaar
Druk op de [STANDBY/ON] schakelaar om het
instrument aan te zetten, druk er nogmaals op om het
weer uit te zetten. Wanneer de stroom is ingeschakeld brandt één van de voice selector LEDs.
56 78 9!0
4
5 [FUNCTION] knop
Deze knop geeft toegang tot veel nuttige functies
— met inbegrip van de MIDI functies — die de
veelzijdigheid en bespeelbaarheid enorm vergroten.
Zie blz. 26 voor details.
D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
2 [MASTER VOLUME] Schuif.
De [MASTER VOLUME] schuif regelt het
volume dat door het interne stereo geluidssysteem
van de YPP-200 wordt geproduceerd.De [MASTERVOLUME] schuif regelt tevens het hoofdtelefoonvolume als er een hoofdtelefoon is aangesloten op de
PHONES aansluiting (blz. 11).
3 [DEMO] knop
Activeert de demo afspeel mode waarin u voor
elk van de voices van de YPP-200 een demonstratie
sequence kunt afspelen. Zie blz. 13 voor details.
4 [TRANSPOSE] knop
De [TRANSPOSE] knop geeft toegang tot de
TRANSPOSE functie van de YPP-200 (om de
toonhoogte van het gehele toetsenbord omhoog of
omlaag te transponeren, in stappen van een
halvetoonsafstand).
6 METRONOME [START/STOP] Knop
Zet het metronoomgeluid aan en uit. De
[TEMPO/FUNCTION ▼, ▲] knoppen worden
gebruikt om het tempo van het metronoomgeluid te
regelen. De [–/NO] en [+/YES] knoppen worden
gebruikt om de maatsoort (beat) van de metronoom
te regelen, als deze gebruikt worden terwijl de
METRONOME [START/STOP] knop ingedrukt
gehouden wordt — blz. 22.
7 [TEMPO/FUNCTION ▼, ▲] Knoppen
Deze knoppen regelen het tempo van de metronoomfunctie alsook het afspeeltempo van de Opnamefunctie. Het tempobereik ligt tussen 32 en 280
kwartnoten per minuut — blz. 22. Deze zelfde knoppen worden ook gebruikt om functies te selecteren
— blz. 26.
8 [–/NO], [+/YES] Knoppen
Deze knoppen selecteren een song nummer voor
afspelen en worden ook gebruikt om vele andere
parameters mee in te stellen.
mode kunt u de [–/NO] en [+/YES] knoppen gebruiken om een keuze te maken uit 20 songs.
0 TRACK [1] en [2] Knoppen
De YPP-200 heeft een 2 track Opnamefunctie en
deze knoppen worden gebruikt om de track(s) te
selecteren die u wilt opnemen of afspelen. Zie blz.
23 voor details.
$%
&*( )
$ [EFFECT] Knop
Deze knop selecteert een aantal effecten die het
geluid meer diepgang en aantrekkingskracht kunnen
geven.
% [TOUCH] Knop
Met de [TOUCH] knop kunt u de YPP-200
eenvoudig aanpassen aan uw persoonlijke speelstijl,
door het instellen van de respons op verschillende
aanslagsterktes. Zie blz. 20 voor details.
! SONG [START/STOP] en [REC] Knoppen
Deze knoppen bedienen de Opnamefunctie van
^ PHONES Aansluitingen
... Zie blz. 11 voor details.
de YPP-200, waarmee u alles wat u op het toetsenbord speelt kunt opnemen.
@ Voice Keuzeschakelaars
& MIDI IN/OUT Aansluitingen
... Zie blz. 11 voor details.
Druk gewoon op één van de voice schakelaars om
de corresponderende voice te selecteren. De voice
selectie LED gaat branden om aan te geven welke
* PEDAL DAMPER/SOFT Aansluitingen
... Zie blz. 11 voor details.
voice momenteel geselecteerd is.
Er is ook een dual mode waarin twee voices
tegelijk over het gehele toetsenbord kunnen worden
( OUTPUT R en L/L+R Aansluitingen
... Zie blz. 10 voor details.
bespeeld (zie blz. 17 voor details).
) DC IN 12V Aansluiting
# [REVERB] Knop
... Zie blz. 10 voor details.
De [REVERB] knop selecteert een aantal
digitale reverb effecten die u kunt toevoegen voor
extra ruimtelijkheid en expressie. Zie blz. 18 voor
details.
❑ Het Gebruik van een Netadapter .....................................................
ZZorg dat de STANDBY/ON schakelaar van de YPP-200 op
STANDBY staat.
XSluit de netadapter (PA-5C, PA-5D of andere adapter die specifiek
door Yamaha is aanbevolen) aan op de DC IN 12V aansluiting.
CSteek de stekker van de adapter in het stopcontact.
PAS OP
• Onderbreek nooit de stroomvoorziening (b.v. door de adapter uit te trekken)
terwijl de YPP-200 aan het opnemen is! Gebeurt dit toch dan kan er data
verloren gaan.
PA-5C
PAS OP
Stereo Systeem
WAARSCHUWING
• Gebruik uitsluitend een Yamaha PA-5C of PA-5D netadapter (of een andere
adapter die specifiek door Yamaha is aanbevolen). Het gebruik van een andere
adapter kan onherstelbare schade aan zowel de adapter als aan de YPP-200
veroorzaken.
• Trek de netadapter er uit als het instrument niet wordt gebruikt, of tijdens
onweer.
• Het insteken of uittrekken van de netadapter zal de YPP-200 terugzetten op
zijn standaardwaardes.
Overige Aansluitingen
• Voordat u de YPP-200 aansluit op andere elektronische componenten moet u deze allemaal uitzetten.
Voordat u alle componenten aanzet moet u alle volumes op hun minimum zetten.
❑
Het Gebruik van de OUTPUT R en L/L+R Aansluitingen
De OUTPUT R en L/L+R aansluitingen sturen het uitgangssignaal
van de YPP-200 uit naar een versterker, mixer, PA systeem, of opnameapparatuur. Als u de YPP-200 aansluit op een mono geluidsinstallatie,
gebruik dan uitsluitend de L/L+R aansluiting. Wanneer er uitsluitend
een plug op de L/L+R aansluiting is aangesloten, dan worden de
signalen van de linker- en rechterkanalen gecombineerd uitgestuurd via
de L/L+R aansluiting, zodat er niets van het YPP-200 geluid verloren
gaat.
......
10
YPP-200
PAS OP
• Wanneer de OUTPUT aansluitingen van de YPP-200 zijn aangesloten op een
extern geluidssysteem, zet dan de YPP-200 als eerste aan en vervolgens het
externe versterker/luidsprekersysteem. Draai deze volgorde om bij het uitzetten
van de apparaten.
❑ Het gebruik van de MIDI IN en OUT Aansluitingen......
De MIDI IN aansluiting ontvangt MIDI data afkomstig van een
extern MIDI apparaat dat kan worden gebruikt om de YPP-200 te
besturen. De MIDI OUT aansluiting verzendt door de YPP-200
gegenereerde MIDI data (b.v. noot en velocity (aanslaggevoeligheids-)
data die wordt geproduceerd door op het toetsenbord van de YPP-200
te spelen).
Meer details over MIDI vindt u onder “MIDI Functies” op blz. 30.
❑ Het gebruik van het Damper Pedaal (sluit een
voetschakelaar aan op de DAMPER Aansluiting) .......
Een voetschakelaar die is aangesloten op de DAMPER aansluiting
zal in principe hetzelfde functioneren als een sustain pedaal van een
akoestische piano. Als de voetschakelaar wordt ingedrukt, klinken de
gespeelde noten lang door. Zodra de voetschakelaar wordt losgelaten,
worden deze noten gedempt.
OPM.
• Let op dat u de voetschakelaar niet indrukt terwijl u de stroom inschakelt.
Zou dit wel gebeuren dan wordt de ON/OFF status van de voetschakelaar omgedraaid.
• Als de Damper functie niet werkt of als noten blijven doorklinken, ook al is
de voetschakelaar niet ingedrukt, controleer dan of de voetschakelaarplug geheel in de DAMPER aansluiting is gestoken.
❑ Het gebruik van het Soft Pedaal (sluit een voet-
schakelaar aan op de SOFT Aansluiting).............................
Een voetschakelaar die is aangesloten op de SOFT aansluiting
reduceert het volume en verandert het timbre van noten die worden
gespeeld een beetje, als de voetschakelaar wordt ingedrukt. De soft
pedaalfunctie beïnvloedt geen noten die al zijn ingedrukt op het
moment dat de voetschakelaar wordt ingedrukt.
Deze voetschakelaar kan ook worden toegewezen aan een functie,
zoals een start/stop schakelaar, via de “Soft Pedaal Mode” die wordt
beschreven op blz. 29.
❑ Het Gebruik van de PHONES Aansluitingen.......................
Hierop kunnen twee standaard stereo hoofdtelefoons worden
aangesloten, zodat niemand behalve uzelf uw spel kan horen, zodat u
zelfs ‘s avonds laat kunt studeren. Het ingebouwde luidsprekersysteem
wordt automatisch uitgeschakeld zodra er een hoofdtelefoon op één van
de PHONES aansluitingen wordt aangesloten.
Muzieklessenaar
De YPP-200 is voorzien van een muzieklessenaar die u op het
instrument kunt bevestigen door het in de uitsparing te steken, achter
het bedieningspaneel.
ZSchakel de Stroom In ....................................................
ZZ
Druk, terwijl de netadapter is aangesloten, gewoon op de
[STANDBY/ON] schakelaar zodat hij in de ON positie klikt. Wanneer
het instrument niet wordt gebruikt, zet het dan uit. (Druk hiervoor nogmaals op deze schakelaar, zodat hij omhoog komt.)
PAS OP
• Zelfs terwijl de stroomschakelaar in de “STANDBY” positie staat, vloeit er nog
altijd elektriciteit naar het instrument, hoewel zeer minimaal. Wanneer u de YPP200 gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker van de adapter uit
het stopcontact.
XX
XStel het volume in ...............................................................................................
XX
Zet om te beginnen de [MASTER VOLUME] schuif ongeveer “op
half” tussen “MIN” en “MAX”. Later, als u begint te spelen, kunt u met
de [MASTER VOLUME] schuif het volume nauwkeuriger instellen
op het meest aangename luisterniveau.
CC
CSelecteer een Voice ...........................................................................................
CC
Selecteer de gewenste voice door op één van de voice selectors te
Het toetsenbord van de YPP-200 is aanslaggevoelig, zodat het
volume en timbre van noten die worden gespeeld afhangt van hoe
“hard” u de toetsen raakt. De hoeveelheid variatie die u hiermee kunt
bereiken is per voice verschillend.
• Sommige voices zijn niet aanslaggevoelig. Zie “Voice Beschrijvingen”
OPM.
op blz. 38 voor details.
12
YPP-200
BB
BVoeg Naar Wens Effecten Toe ...............................................................
BB
U kunt reverb en effecten toevoegen of wijzigen met gebruik van de
[REVERB] knop (blz. 18) en de [EFFECT] knop (blz. 19).
Er is voorzien in Demo’s die heel effectief iedere voice van de YPP-200
demonstreren. Er zijn ook 20 preset songs die u per stuk kunt afspelen, of
allemaal achter elkaar in numerieke volgorde, of in een willekeurige volgorde.
Hieronder leest u hoe u de demo’s kunt selecteren en afspelen.
OPM.
* Zie blz. 39 van de meertalige handleiding voor een compleet overzicht van de
demo/preset songs.
• De demo of preset song mode kan niet worden geactiveerd terwijl de Opnamefunctie (blz. 23)
in gebruik is.
• Er vindt geen MIDI ontvangst plaats in de demo/preset song mode.
• De demo/preset song data wordt niet verzonden via de MIDI aansluitingen .
Voice Demo
ZZ
Z Activeer de Demo Mode .............................................................................
ZZ
Druk op de [DEMO] knop om de demo mode te activeren — de
XSpeel een Voice Demo af ............................................................................
XX
Druk op één van de voice schakelaars om het afspelen van alle songs
te starten te beginnen bij de corresponderende voice demo — u zult de
voice horen spelen die anders ook door die selectie knop zou worden
geselecteerd. (Als u op de SONG [START/STOP] knop drukt in plaats
van op een voice selector knop, dan zal de PIANO 1 demo beginnen af
te spelen.) De indicator van de geselecteerde voice selector knop zal
tijdens het afspelen knipperen en “- - -” zal in de LED display verschijnen. U kunt het afspelen van elke andere Voice Demo starten door
gewoon op de corresponderende voice schakelaar te drukken. U kunt
het afspelen op elk moment stoppen door op de SONG [START/STOP] knop te drukken, of op de voice schakelaar van de momenteel
afspelende demo.
OPM.
• Gebruik de [MASTER VOLUME] schuif om het volume te regelen.
CC
CVerlaat de Demo Mode...................................................................................
CC
Druk op de [DEMO] knop om de demo mode te verlaten en naar de
normale speel mode terug te keren.
ZActiveer de Preset Song Mode .............................................................
ZZ
Druk op de [PRESET SONG] knop om de preset song mode te
activeren — de [PRESET SONG], TRACK [1] en [2] indicators
lichten op.
XX
X
Speel een Preset Song Af ..........................................................................
XX
Gebruik, om één van de 20 interne preset songs af te spelen, de [–/NO],
[+/YES] knoppen om het nummer van de song die u wilt afspelen te selecteren(het nummer verschijnt in de LED display), druk vervolgens op de SONG
[START/STOP] knop. Het afspelen stopt automatisch als de song afgelopen
is.
Selecteer “ALL” in plaats van een nummer om alle preset songs in
numerieke volgorde af te spelen, of selecteer “rnd” om non stop alle preset
songs in willekeurige volgorde af te spelen. Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
• Gebruik de [MASTER VOLUME] schuif om het volume te regelen.
OPM.
• U kunt de [TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen gebruiken om het afspeeltempo naar wens te wijzigen. Deze produceren een tempoverandering met een bereik van “-50” via “- - -” tot maximaal “50” ; het bereik
kan per song verschillen.
• Het standaardtempo “- - -” wordt automatisch geselecteerd, telkens als er
een nieuwe preset song wordt geselecteerd, of als er een nieuwe preset
song begint tijdens “
• U kunt tijdens het afspelen van songs op het toetsenbord meespelen. De
voice van het toetsenbord kan worden gewijzigd.
• U kunt het Reverb type van de voice van het toetsenbord wijzigen en
hetzelfde geldt voor het Reverb type van de afspelende song. Ook kunt u
het Effecttype en de aanslaggevoeligheid van de voice van het toetsenbord wijzigen. Als er een nieuwe song wordt geselecteerd of als er een
nieuwe song begint tijdens continue afspelen, wordt het reverb type
HALL 1 automatisch geselecteerd.
CC
CVerlaat de Preset Song Mode .................................................................
CC
ALL
” of “
rnd
” afspelen.
Druk op de [PRESET SONG] knop om de preset song mode te verlaten,
de indicator gaat uit en u keert terug naar de normale speel mode.
De A-B Herhalingsfunctie kan worden gebruikt om een specifieke
frase binnen een preset song doorlopend te herhalen. Gecombineerd
met de Part Uitschakelfunctie, die hierna wordt beschreven, biedt dit
een schitterende manier om moeilijke frases in te studeren.
ZZ
Z
Specificeer het Begin (A) van de Frase .....................................
ZZ
Selecteer en speel een preset song af, druk vervolgens op de
[FUNCTION] knop bij het begin van de frase die u wilt herhalen. Zo
bepaalt u het “A” punt (“A-” verschijnt in de display).
Druk, om het “A” punt aan het begin van de song te plaatsen, op de
[FUNCTION] knop voordat het afspelen wordt gestart.
XX
XSpecificeer het Einde (B) van de Frase .......................................
XX
Druk nogmaals op de [FUNCTION] knop bij het einde van de
frase. Zo bepaalt u het “B” punt (“A-b” verschijnt in de display). Vanaf dat moment herhaalt het afspelen tussen de gespecificeerde punten A
en B. De metronoom zal klinken zodra het afspelen begint om u een
tempo-referentie te geven. Als het afspelen echter vanaf het begin van
de song herhaalt, zal er geen tempo-referentie door de metronoom gegeven worden.
Druk, om het B punt aan het einde van de song te plaatsen, op de
[FUNCTION] knop nadat de song is afgelopen, maar wel vóórdat
“A-” uit de display verdwenen is.
CC
CStop het Afspelen................................................................................................
CC
Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stop-
pen met behoud van de gespecificeerde A en B punten. De A-B Herhaling zal worden hervat zodra de SONG [START/STOP] knop opnieuw
wordt ingedrukt.
Druk éénmaal op de [FUNCTION] knop om de A en B punten te
verwijderen.
• De A en B punten worden automatisch verwijderd als er een nieuwe song
wordt geselecteerd.
• De A-B Herhalingsfunctie kan niet worden gebruikt tijdens “
“
rnd
” afspelen.
ALL
YPP-200
” of
15
Page 16
De Demo Songs Afspelen
Preset Song Part Uitschakelen
De 20 preset songs hebben een afzonderlijke linker- en rechterhand
partij die u naar wens aan of uit kunt schakelen zodat u de betreffende
partij op het toetsenbord kunt instuderen. De rechterhandpartij wordt
gespeeld door de TRACK [1] track en de linkerhandpartij door de
TRACK[2] track.
ZZ
ZSchakel de Gewenste Part Uit ...............................................................
ZZ
Druk op de TRACK [1] of [2] knop om de corresponderende part
uit te schakelen — de corresponderende indicator gaat uit (deze knoppen schakelen hun part beurtelings aan of uit).
• De parts kunnen zelfs tijdens het afspelen worden aan- of uitgeschakeld.
OPM.
• De Preset Song Part Uitschakelfunctie kan niet worden gebruikt tijdens
“
ALL
” of “
rnd
” afspelen.
• De “Volume Uitgeschakelde Part van Preset Song” functie, beschreven
op blz. 29, kan worden gebruikt om de uitgeschakelde part zo in te stellen
dat hij op een volume van “0” (geen geluid) tot “20” afspeelt. De standaardwaarde is “5”.
• Beide parts worden automatisch ingeschakeld, telkens als er een nieuwe
song wordt geselecteerd.
XX
XStart/Stop het Afspelen.................................................................................
XX
Druk op de [START/STOP] knop om het afspelen naar wens te
Wanneer de Synchro Start functie geactiveerd is, zal het afspelen
van de geselecteerde preset song automatisch starten zodra u op het
toetsenbord begint te spelen.
Druk, om de Synchro Start functie te activeren, op de SONG[START/STOP] knop terwijl u de part knop van een part die ingeschakeld is ingedrukt houdt. Er verschijnt een punt, rechtsonder in de
display. (Herhaal deze handeling om de Synchro Start functie te
deactiveren.)
Het afspelen zal starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
OPM.
• Als u een track knop die uitgeschakeld is ingedrukt houdt en op de
[SONG [START/STOP] knop drukt, dan zal die track worden ingeschakeld en de SYNCHRO START mode wordt geactiveerd.
Een voetschakelaar die is aangesloten op de SOFT aansluiting kan
worden gebruikt om het afspelen van een preset song te starten of te
stoppen, met behulp van de “Soft Pedaal Mode” functie, die wordt
beschreven op blz. 29.
In de dual mode is het mogelijk om twee voices tegelijk over het gehele
toetsenbord te bespelen.
Prioriteit voice nummering
12345678
Druk, om de dual mode te activeren, gewoon twee voice schakelaars
tegelijk in (of druk op de ene selector terwijl u de andere ingedrukt
houdt). De voice indicators van beide geselecteerde voices lichten op
wanneer de dual mode actief is. Druk, om terug te keren naar de
normale single voice speel mode, op een willekeurige voice schakelaar.
Vanwege de prioriteit van de voice nummering, zoals u in het
schema hiernaast kunt zien, zullen lagere voice nummers worden
bestemd tot 1e Voice (de andere voice tot 2e Voice).
OPM.
• [EFFECT] in de Dual Mode
Afhankelijk van de omstandigheden zal het ene effecttype prioriteit
krijgen boven de ander. De Depth wordt bepaald door de standaardwaarde van de voice combinatie. Als u echter functie F3 gebruikt (zie
blz. 28), kunt u de depth waarde naar wens wijzigen voor elke voice.
Een Effect depth instelling via de paneelknoppen (d.w.z. door het drukken op de [–/NO] of [+/YES] knop terwijl u de [EFFECT] knop ingedrukt
houdt — zie blz. 19) zal uitsluitend aan de 1e Voice worden toegevoegd.
• [REVERB] in de Dual Mode
De reverb toegewezen aan de 1e Voice zal prioriteit hebben boven de
ander. (Als de reverb uit staat, dan is het reverb type van de 2e Voice van
toepassing.)
Een Reverb depth instelling via de paneelknoppen (d.w.z. door het drukken op de [–/NO] of [+/YES] knop terwijl u de [REVERB] knop ingedrukt
houdt — zie blz. 18) zal uitsluitend aan de 1e Voice worden toegevoegd.
❑ Andere Dual Mode Functies .................................................................
Via de YPP-200 Functie mode heeft u toegang tot nog een aantal
andere dual mode functies die hieronder staan opgesomd. Zie de corresponderende bladzijden voor details.
De [REVERB] knop selecteert een aantal digitale reverb effecten die u kunt
Druk om een reverb type te selecteren enkele malen op de
[REVERB] knop, totdat de indicator bij het gewenste type brandt (de
indicators lichten om beurten op, telkens als er op de [REVERB] knop
wordt gedrukt). Er wordt geen reverb geproduceerd als alle indicators
uit zijn.
OFF
Er wordt geen reverb effect geselecteerd als er geen REVERB indica-
tor brandt.
ROOM
Deze instelling voegt een continue reverb effect aan het geluid toe dat
veel weg heeft van de akoestiek in een grote kamer.
HALL 1
Voor een “groter” reverb geluid gebruikt u deze HALL 1 instelling. Dit
effect simuleert de natuurlijke nagalm van een kleine concertzaal.
HALL 2
Voor een super ruimtelijk reverb geluid gebruikt u deze HALL 2 instel-
ling. Dit effect simuleert de natuurlijke nagalm van een grote concertzaal.
STAGE
Een simulatie van het soort nagalm dat wordt geproduceerd tijdens
een live optreden.
• Het standaard reverb type (met inbegrip van UIT) en de depth
OPM.
instellingen zijn per voice verschillend.
❑ De Reverb Depth Instellen......................................................................
Stel de reverb depth voor de geselecteerde voice in met de [–/NO]
en [+/YES] knoppen, terwijl u de [REVERB] knop ingedrukt houdt.
Het depth bereik is 0 - 20 (de actuele depth instelling is af te lezen in de
LED display wanneer u de [REVERB] knop ingedrukt houdt). Een
waarde “0” produceert geen effect, terwijl “20” de maximum reverb
depth produceert. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen,
terwijl u de [REVERB] knop ingedrukt houdt, om de standaardwaarde
voor de huidige voice terug te zetten (standaard depth waardes zijn per
voice verschillend).
Met de [EFFECT] knop kunt u altijd één van de effecten selecteren die het
geluid meer diepgang en aantrekkingskracht kunnen geven.
Druk om een effect type te selecteren enkele malen op de
[EFFECT] knop, totdat de indicator bij het gewenste type brandt (de
indicators lichten om beurten op, telkens als er op de [EFFECT] knop
wordt gedrukt). Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators
uit zijn.
OFF
Er wordt geen effect geselecteerd als er geen EFFECT indicator
brandt.
CHORUS
Zwevend, verbredend effect
PHASER
Geeft het geluid meer diepgang.
TREMOLO
Tremolo effect
DELAY
Echo effect
OPM.
Het standaard effect type (met inbegrip van UIT) en de depth instellingen
•
zijn per voice verschillend.
❑ De Effect Depth Instellen .........................................................................
De effect depth kan individueel voor de geselecteerde voice worden
ingesteld met de [–/NO] en [+/YES] knoppen, terwijl u de [EFFECT]
knop ingedrukt houdt. Het depth bereik is 0 - 20 (de actuele depth
waarde is af te lezen in de LED display wanneer u de [EFFECT] knop
ingedrukt houdt). Een waarde “0” produceert geen effect, terwijl “20”
de maximum effect depth produceert. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en
[+/YES] knoppen, terwijl u de [EFFECT] knop ingedrukt houdt, om
de standaardwaarde voor de huidige voice terug te zetten (standaard
depth waardes zijn per voice verschillend).
Er kunnen vier verschillende types aanslaggevoeligheid — HARD, MEDIUM,
SOFT of FIXED — worden geselecteerd om de respons aan te passen aan
verschillende speelstijlen en voorkeuren.
Druk om een aanslaggevoeligheidstype te selecteren enkele malen
op de [TOUCH] knop totdat de indicator bij het gewenste type brandt
(de indicators lichten om beurten op, telkens als er op de [TOUCH]
knop wordt gedrukt).
HARD
Vereist een behoorlijk harde aanslag op het toetsenbord om de
maximale geluidssterkte te bereiken.
MEDIUM
Voorziet in een gemiddelde, standaard aanslaggevoeligheid. Dit is de
standaard fabrieksinstelling.
SOFT
Produceert al het maximum volume bij een relatief lichte aanslag.
FIXED (er brandt geen indicator)
Alle noten worden geproduceerd op hetzelfde volume, ongeacht hoe
hard het toetsenbord wordt bespeeld.
Wanneer het type FIXED geselecteerd is, kan het volume van noten
die in de FIXED mode worden gespeeld worden ingesteld met de
[-/NO] en [+/YES] knoppen, terwijl u de [TOUCH] knop ingedrukt
houdt (het actuele volumeniveau is af te lezen in de display). Het
volumebereik is 1 - 127. De standaardwaarde is “80”.
OPM.
• Deze instelling verandert niets aan het speelgewicht van het toetsenbord
zelf.
• Het aanslaggevoeligheidstype en het volume dat is ingesteld in de FIXED
mode zijn gemeenschappelijke instellingen voor alle voices. De aanslaggevoeligheidsinstellingen zullen wellicht weinig of geen invloed hebben
op bepaalde voices die niet aanslaggevoelig zijn. (Raadpleeg “Voice
Beschrijvingen” op blz. 38).
Met de TRANSPOSE functie van de YPP-200 is het mogelijk om de toonhoogte
van het gehele toetsenbord omhoog of omlaag te transponeren in maximaal 12
stappen van een halvetoonsafstand (d.w.z. maximaal 1 octaaf omhoog of omlaag).
Het transponeren van de toonhoogte van de YPP-200 vergemakkelijkt het spelen
in moeilijke toonsoorten, bijvoorbeeld om u aan te passen aan een ander muziekinstrument of aan een zanger(es).
Gebruik de [-/NO] of [+/YES] knop, terwijl u de [TRANSPOSE]
knop ingedrukt houdt, om naar wens omlaag of omhoog te transponeren. Het transpositiebereik loopt van “–12” (1 octaaf omlaag) via “0”
(normale toonhoogte) tot “12” (1 octaaf omhoog). De actuele transpositie is af te lezen in de LED display wanneer u de [TRANSPOSE]
knop ingedrukt houdt. De standaard transpose instelling is “0”.
OPM.
• De [TRANSPOSE] knopindicator blijft branden, behalve als transpose op
“0” staat ingesteld.
• Noten onder en boven het A-1 … C7 bereik van de YPP-200 klinken
De in de YPP-200 ingebouwde metronoom is handig tijdens studie, maar kan
ook gebruikt worden als ritmische dirigent tijdens opnames, zoals hierna zal
worden beschreven in het gedeelte “De Opnamefunctie Gebruiken”.
De Metronoom
Het Metronoomgeluid wordt beurtelings aan- en uitgeschakeld,
telkens als er op de METRONOME [START/STOP] knop wordt
gedrukt. Is de metronoom aan, dan knippert de tel indicator in het
actuele tempo.
De maatsoort van de metronoom kan worden ingesteld met de
[–/NO] en [+/YES] knoppen, terwijl de METRONOME [START/
STOP] knop ingedrukt gehouden wordt. U kunt de maatsoort instellen
op 0, 2, 3, 4, 5 of 6 (de actuele instelling is af te lezen in de LED display, wanneer u de [METRONOME [START/STOP] knop ingedrukt
houdt). Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen terwijl u de
METRONOME [START/STOP] knop ingedrukt houdt om de standaardinstelling “0” terug te zetten (geen accent).
Het volume van het metronoomgeluid kan worden ingesteld via de
Metronoom Volumefunctie in de Functie mode — blz. 29.
Tempo-instelling
Het tempo van de metronoom en van de zelf opgenomen songs (de
Opnamefunctie wordt in het volgende gedeelte beschreven) kan via de
[TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen op een waarde tussen 32 en
280 kwartnoten per minuut worden ingesteld. In de normale speel mode
is het geselecteerde tempo af te lezen in de LED display en de
[TEMPO/FUNCTIE t, s] knoppen kunnen worden gebruikt om het
tempo van de opname/afspeel mode te wijzigen.
Het standaardtempo (120, of het tempo van de opgenomen song, mits
de Opnamefunctie data bevat en de track indicator brandt) kan worden
teruggezet door gelijktijdig op de [t] en [s] knoppen te drukken.
De mogelijkheid om alles wat u op het toetsenbord van de YPP-200 speelt te
kunnen opnemen kan een heel praktisch hulpmiddel blijken. U kunt bijvoorbeeld
de linkerhandpartij opnemen en vervolgens de rechterhandpartij oefenen, terwijl
de opgenomen linkerhandpartij afspeelt. Of u zou, omdat u twee tracks afzonderlijk kunt opnemen, de linker- en rechterhandpartijen afzonderlijk kunnen opnemen, of beide partijen van een duet, en dan luisteren hoe het klinkt als u ze
samen afspeelt.
De Opnamefunctie neemt in feite de volgende data op:
■ Gehele Song
● Tempo ● Maatsoort ● Reverb type (incl. UIT) ● Effecttype
ZMaak Alle Nodige Aanvangsinstellingen ...................................
ZZ
Selecteer, voordat u met opnemen begint, de voice die u voor de
opname wilt gebruiken (of twee voices als u de dual of de split mode
gebruikt). Wellicht wilt u ook het volume en tempo wijzigen.
XX
XActiveer de Klaar voor Opname Mode .........................................
XX
Druk op de [REC] knop om de klaar voor opname mode te activeren
(de opname start nog niet). De klaar voor opname mode kan nog worden
geannuleerd zonder dat u iets heeft opgenomen door nogmaals op de
[REC] knop te drukken.
OPM.
CC
CSelecteer de Opname Track.....................................................................
CC
• De klaar voor opname mode kan niet worden geactiveerd terwijl de
demo/preset song mode in gebruik is.
Wanneer de klaar voor opname mode geactiveerd is in de vorige stap,
zal de laatstopgenomen track automatisch voor opname worden geselecteerd en zijn indicator — d.w.z. de TRACK [1] of [2] knop indicator —
zal rood oplichten. Als u wilt opnemen op de andere track, druk dan op
de juiste track knop, zodat zijn indicator rood oplicht.
• De track knop indicators van de tracks die eerder opgenomen data bevatten, lichten groen op (behalve als de track is uitgeschakeld, zoals hieronder
wordt beschreven). Terwijl u opneemt, speelt de eerder opgenomen data
op de andere track gewoon af, dus kunt u meespelen met deze eerder opgenomen track. Als u de eerder opgenomen track niet wilt horen tijdens het
opnemen (bijvoorbeeld als u een totaal ander muziekstuk wilt opnemen),
druk dan op de knop van de afspeel track voordat u op de [REC] knop
drukt (stap 1 hierboven), zodat de indicator uit gaat.
• Het opnemen op een track waarop zich reeds data bevat zal al deze data
wissen.
• Wanneer de klaar voor opname mode geactiveerd is, dan is de hoeveelheid beschikbaar geheugen bij benadering in de LED display af te lezen in
kilobytes (te beginnen met “50”) en de meest rechtse punt in de LED
display knippert in het ingestelde metronoomtempo.
YPP-200
23
Page 24
De Opnamefunctie Gebruiken
VV
V Start de Opname.................................................................................................
VV
BB
B Stop de Opname ...............................................................................................
BB
Het opnemen begint automatisch zodra u een noot speelt op het
toetsenbord of als u op de SONG [START/STOP] knop drukt. Tijdens
het opnemen is het actuele maatnummer af te lezen in de display.
• Met de “Soft Pedaal Mode”, beschreven op blz. 29, kan een voetscha-
OPM.
kelaar die is aangesloten op de SOFT aansluiting worden toegewezen
aan een functie, zoals start/stop, handig bij het opnemen van songs.
• Als de metronoom aan was toen de opname werd gestart, kunt u zich
tijdens het opnemen hierop richten om in de maat te blijven, hoewel het
metronoomgeluid niet wordt opgenomen.
• U kunt maximaal ongeveer 10.000 noten in de YPP-200 opnemen, afhankelijk van het pedaalgebruik en andere factoren. De opname track
indicator begint te knipperen als het opnamegeheugen bijna vol is. Als
het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, verschijnt er “
display en stopt het opnemen automatisch. (Alle opgenomen data tot aan
dat punt blijft behouden.)
FUL
” in de
Druk op de [REC] of SONG [START/STOP] knop om de opname
te stoppen.
De indicator van de opgenomen track licht groen op, om aan te
geven dat hij nu data bevat.
Druk tweemaal.
❑ De Aanvangsinstellingen Wijzigen................................................
Voice, tempo, reverb, reverb depth, en effectinstellingen, die werden
ingesteld in stap 1 van de opnameprocedure, zijn allemaal opgenomen in
de YPP-200.
Deze aanvangsinstellingen kunnen nadat ze zijn opgenomen worden
gewijzigd door op de [REC] knop te drukken om de klaar voor opname
mode te activeren, dan op de juiste track knop te drukken, de nodige
wijzigingen aan te brengen, en nogmaals op de [REC] knop te drukken
om de wijzigingen te bewaren en de klaar voor opname mode te verlaten.
Pas op, terwijl u dit doet, dat u de SONG [START/STOP] knop of
één van de toetsen van het toetsenbord niet per ongeluk raakt, want daarmee start u een opname, waardoor alle eerder opgenomen data op de geselecteerde track zou worden gewist.
Het is mogelijk om de handeling af te breken, zelfs nadat er al
wijzigingen zijn aangebracht: verander van track en druk op de [REC]
knop om de opname mode te verlaten (dit annuleert tevens data voor de
gehele song).
• De volgende data types van aanvangsinstellingen kunnen niet worden
Alle data kan per track worden gewist door de opname mode te
activeren, de track te selecteren die u wilt wissen, en tweemaal op de
SONG [START/STOP] knop te drukken zonder dat u ook maar iets
opneemt.
Om af te spelen wat u heeft opgenomen, controleert u eerst of de groene track
indicators van de tracks die u wilt afspelen branden. Is dit niet het geval, druk dan
op de corresponderende track knop(pen), zodat deze gaat(n) branden. Druk vervolgens op de SONG [START/STOP] knop. Het afspelen start bij het begin van de
opgenomen data en stopt automatisch aan het einde daarvan. U kunt het afspelen
ook te allen tijde stoppen door op de SONG [START/STOP] knop te drukken.
Om een track uit te schakelen, zodat hij niet afspeelt, drukt u op de corresponderende track knop, zodat zijn indicator uit gaat (druk nogmaals om de track weer
aan te zetten).
Tijdens het afspelen is het actuele maatnummer af te lezen in de display.
OPM.
• Het is mogelijk om tijdens het afspelen op het toetsenbord mee te spelen. In dat geval zijn
de afspelende voice en de voice die u via het toetsenbord bespeelt niet dezelfde. De
afspelende voice is de voice die geselecteerd was ten tijde dat de data werd opgenomen.
De voice die u via het toetsenbord bespeelt is de voice die op het bedieningspaneel is
geselecteerd.
• Het afspeelvolume en tempo kan worden ingesteld met de [MASTER VOLUME] schuif en
de [TEMPO/FUNCTION
gelijktijdig in om het standaardtempo terug te zetten).
• Alle zelf opgenomen data blijft in het geheugen bewaard gedurende ongeveer 1 week nadat
de stroom is uitgeschakeld. Wilt u uw data langer bewaren, zet het instrument dan minstens
eens per week een paar minuten aan. Het is ook mogelijk om het geheugen op te slaan via
een extern MIDI opslagapparaat, zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer, d.m.v. de Bulk
Data Dump functie die wordt beschreven op blz. 32.
• De track indicators lichten niet automatisch op als het instrument wordt aangezet, zelfs niet
als de Opnamefunctie data bevat. Het is dus noodzakelijk om, voordat het afspelen wordt
gestart, op de track knoppen te drukken zodat hun indicators gaan branden. Het is ook verstandig om op de track knoppen te drukken om te controleren of ze data bevatten voordat u
gaat opnemen. Als een indicator groen oplicht, dan bevat die track data welke zal worden
gewist door de nieuw op te nemen data.
• Als de metronoom tijdens het afspelen wordt gebruikt, stopt deze automatisch als het afspelen wordt gestopt.
• Tijdens het afspelen is het volume van een uitgeschakelde track altijd “0” (d.w.z. de “Volume
Uitgeschakelde Part van Preset Song” functie - blz. 29 - heeft alleen invloed op afspelende
preset songs).
• De afspeel data wordt niet verzonden via de MIDI OUT aansluiting.
• Het afspelen kan niet worden gestart terwijl de demo/preset song mode geactiveerd is.
• Het afspelen kan niet worden gestart als de Opnamefunctie geen data bevat, of als beide
track knoppen uit zijn.
• Als het REVERB type tijdens het afspelen gewijzigd wordt met de paneelknoppen, zullen
zowel de afspeel als toetsenbord reverb effecten worden gewijzigd.
• Als het EFFECT type tijdens het afspelen gewijzigd wordt met de paneelknoppen, kan het
afspeeleffect in sommige gevallen worden uitgeschakeld.
Als de Synchro Start functie geactiveerd is, zal het afspelen automatisch starten
zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Druk, om de Synchro Start functie te activeren op de SONG [START/STOP]
knop, terwijl u de track knop die ingeschakeld is ingedrukt houdt. De meest rechtse
punt in de display knippert in het actuele tempo. (Herhaal de voorgaande procedure om de Synchro Start functie te deactiveren.) Het afspelen zal starten zodra u
op het toetsenbord begint te spelen.
Als u een track knop ingedrukt houdt die uitgeschakeld is en op de SONG
[START/STOP] knop drukt, dan wordt die track ingeschakeld en wordt ook de
Synchro Start mode geactiveerd.
Een voetschakelaar die is aangesloten op de SOFT aansluiting kan worden
toegewezen om het afspelen te starten of te stoppen, via de “Soft Pedaal Mode”
functie (blz. 29). Dit is handig om het afspelen van de opgenomen part op elk
gewenst moment, nadat u al begonnen bent met spelen, te starten.
De [FUNCTION] knop geeft toegang tot een aantal functies die de YPP-200
bijzonder veelzijdig maken. De functies zijn gecategoriseerd in de volgende
groepen:
❑ Een Functie Selecteren ..............................................................................
● Voorbeeldprocedure
Druk op [+/YES]
Gebruik [TEMPO/
FUNCTION t, s]
Druk éénmaal op [–/NO]
of [+/YES]
(sub mode)
Z Druk op de[FUNCTION] knop zodat het lampje gaat branden.
OPM.
• Er kunnen geen functies worden geselecteerd tijdens het afspelen in
demo/preset song mode of als de Opnamefunctie in gebruik is.
X Gebruik de [TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen om de
gewenste functie te selecteren: F1 - F8.
C In het geval van de functies Toonladders (F2), Dual Mode (F3),
MIDI (F7), en Backup (F8), dient u éénmaal op de [+/YES] knop
te drukken om de respectievelijke sub mode te activeren nadat de
functie is geselecteerd, en gebruik dan de [TEMPO/FUNCTIONt, s] knoppen nogmaals om de gewenste subfunctie te selecteren.
OPM.
• De Dual Mode moet worden geactiveerd voordat de F3 functie kan worden
geselecteerd. Als de Dual mode niet geactiveerd is, verschijnt “
display en is de sub mode niet beschikbaar.
F3.-
” in de
V Stel de functie naar wens in met de [–/NO] en [+/YES] knoppen
(zie de onderstaande afzonderlijke functiebeschrijvingen).
• Na het selecteren van de functie is de actuele instelling af te lezen als er
OPM.
de eerste keer op een [-/NO] of [+/YES] knop wordt gedrukt.
26
YPP-200
B Druk op de [FUNCTION] knop, zodat zijn indicator uit gaat, om
Gebruik na het selecteren van “F1” de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de toonhoogte te
verlagen of verhogen, in stappen van ongeveer 0,2 Hz (de eerste keer dat de [–/NO] of
[+/YES] knop wordt ingedrukt wordt er slecht omgeschakeld naar de stemwaarde display
zonder de stemming te wijzigen). Het algehele stembereik ligt tussen 427,0 en 453,0 Hz
(uitgaande van de noot A3). Druk op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde
“440 Hz” terug te zetten.
Tienden van een Hertz worden in de LED display aangegeven door het verschijnen van één
of twee punten en hun positie, zoals u kunt zien in de onderstaande tabel:
DisplayWaarde
440
4,40
44,0
440
4,40.
Toonladders
Druk, na het selecteren van “F2.Y” op de [+/YES] knop om de Toonladdersfunctie sub
mode te activeren, en gebruik dan de [TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen om de gewenste
toonladderfunctie te selecteren, die hieronder staan opgesomd.
Behalve de gewone Equal Temperament toonladder (gelijkzwevende temperatuur), heeft
de YPP-200 nog 6 klassiek gestemde toonladders die u kunt selecteren om muziek te spelen
uit de betreffende periode, of om ermee te experimenteren in een moderne context. U heeft
keuze uit:
1: Equal Temperament5: Mean Tone
2: Pure Major6: Werckmeister
3: Pure Minor7: Kirnberger
4: Pythagorean
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de gewenste toonladder te selecteren. Druk op
de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde (Equal Temperament) terug te zetten.
Behalve Equal Temperament, dienen deze klassieke toonladders te worden gestemd in een
specifieke toonsoort. Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de gewenste toonsoort voor
de eerder geselecteerde toonladder te selecteren. De geselecteerde toonsoort verschijnt in de
display, gevolgd door een laag streepje voor een mol (b.v. “A_”), of een hoog streepje voor
een kruis (b.v. “F~”).
Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde “C” terug te
zetten”.
• De basisnootinstelling is van invloed op alle toonladders behalve Equal Temperament.
Druk, na het selecteren van “F3.Y”op de [+/YES] knop om de dual mode functie sub mode
te activeren, en gebruik dan de [TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen om de gewenste dual
mode functie te selecteren, die hieronder worden beschreven.
Als de dual mode niet geactiveerd is, verschijnt er “F3.-” in plaats van F3.Y in de display
en zijn de dual mode functies niet selecteerbaar. Activeer in dat geval eerst de dual mode en ga
verder (zie blz. 17 voor meer informatie over de dual mode.)
■ RECHTSTREEKS: U kunt ook rechtstreeks naar de dual-mode functies (F3) “springen”
door op de [FUNCTION] knop te drukken, terwijl u de twee dual
mode voice selectors ingedrukt houdt.
• Dual mode functie-instellingen zijn voor iedere voice combinatie afzonderlijk instelbaar.
De volumeniveaus van de twee in de dual mode gecombineerde voices kunnen met deze
functie naar wens worden ingesteld. Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de balans
naar wens in te stellen. Het balansbereik is 0 - 20. Een waarde “10” resulteert in een gelijkwaardige balans tussen de twee dual mode voices. Waardes lager dan “10” verhogen het
volume van de 2e in verhouding tot de 1e Voice, en waardes boven de “10” verhogen het
volume van de 1e in verhouding tot de 2e Voice (1e en 2e werd uitgelegd op blz. 17). Druk
gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde terug te zetten (verschillend voor iedere voice combinatie).
Zo kunt de ene voice op de voorgrond laten komen en de andere wat zachter laten mee
klinken.
Met deze functie is het mogelijk om de 1e en 2e dual mode Voices te verstemmen om een
breder geluid te creëren. Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de mate van verstemming naar wens in te stellen. Het stembereik is -10 - 10. Een waarde “0” zet beide voices op
dezelfde toonhoogte. “+” waardes verhogen de toonhoogte van de 1e Voice terwijl de
toonhoogte van de 2e Voice evenredig verlaagd wordt, “–” waardes verhogen de toonhoogte
van de 2e voice terwijl de toonhoogte van de 1e Voice evenredig verlaagd wordt. (1e en 2e
werd uitgelegd op blz. 17). Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de
standaardwaarde terug te zetten (verschillend voor iedere voice combinatie).
• De maximale verstemming neemt toe in de richting van de lage tonen (±60 cents bij de A-1 toets),
OPM.
en neemt af in de richting van de hoge tonen (±5 cents bij de C7 toets). 100 cents = 1 halvetoonsafstand.
❑ F3.3: 1e Voice Octaafverschuiving ............................................................................................
❑ F3.4: 2e Voice Octaafverschuiving ............................................................................................
Afhankelijk van welke voices u in de dual mode combineert, zal de combinatie wellicht
beter klinken als één van de voices een octaaf omhoog of omlaag wordt verschoven. Gebruik
de [–/NO] en [+/YES] knoppen om het octaaf van de 1e of 2e Voice naar wens te verschui-ven
(1e en 2e werd uitgelegd op blz. 17). De beschikbare waardes zijn “0” voor de normale
toonhoogte, “–1” om de toonhoogte 1 octaaf omlaag te verschuiven, en “1” om de toonhoogte
1 octaaf omhoog te verschuiven. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de
standaardwaarde terug te zetten (verschillend voor iedere voice combinatie).
❑ F3.5: 1e Voice Effect Depth ................................................................................................................
❑ F3.6: 2e Voice Effect Depth ................................................................................................................
Deze functies maken het mogelijk om de depth van het effect van de 1e en 2e dual mode
Voices afzonderlijk in te stellen (“1e” en “2e” werd uitgelegd op blz. 17). Gebruik de [–/NO]
en [+/YES] knoppen om de effect depth voor de corresponderende voice naar wens in te
stellen. Het depth bereik is 0 - 20. Een waarde “0” produceert geen effect, terwijl “20” de
maximum effect Depth produceert. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om
de standaardwaarde terug te zetten (verschillend voor iedere voice combinatie).
OPM.
• De Effect depth instellingen kunnen alleen worden gewijzigd als EFFECT aan staat. Om EFFECT
aan te kunnen zetten, dient u eerst de Functie mode te verlaten.
Deze functie zet alle dual mode functies op hun standaardwaardes terug. Druk op de
[+/YES] knop om Reset uit te voeren. “End” verschijnt in de display als alle functies op hun
standaardwaardes zijn teruggezet.
F4
F5
Soft Pedaal Mode
Deze functie stelt de voetschakelaar in die is aangesloten op de SOFT aansluiting voor een
normale soft pedaalwerking of voor de song start/stop functie. Gebruik de [–/NO] en [+/YES]
knoppen om de gewenste soft pedaal mode te selecteren. “1” activeert de normale soft pedaal
mode, en “2” activeert de start/stop mode. Als de start/stop mode geactiveerd is, dan functioneert de voetschakelaar die is aangesloten op de SOFT aansluiting hetzelfde als de SONG[START/STOP] knop op het bedieningspaneel. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES]
knoppen om de standaardwaarde “1” terug te zetten.
Metronoomvolume
■ RECHTSTREEKS: U kunt ook rechtstreeks naar de metronoomfuncties “springen”
door op de [FUNCTION] knop te drukken, terwijl u de
METRONOME [START/STOP] knop ingedrukt houdt.
Het volume van het metronoomgeluid kan worden gewijzigd. Gebruik na het selecteren
van F5 de [–/NO] en [+/YES] knoppen om het metronoomvolume naar wens in te stellen.
Het volumebereik is 1 - 20. Een waarde “1” produceert een heel zacht geluid, terwijl “20” het
maximale volume oplevert. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de
standaardwaarde “10” terug te zetten.
Deze functie bepaalt het volume waarop een “uitgeschakelde” part van een preset song zal
worden afgespeeld (zie blz. 16 voor informatie over de “part uitschakel” functie). Gebruik de
[–/NO] en [+/YES] knoppen om het volume naar wens in te stellen. Het volumebereik is 0 -
20. Een waarde “0” produceert geen geluid, terwijl “20” het maximale volume oplevert. Druk
gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde “5” terug te zetten.
Stel het part volume in op een comfortabel niveau om de “uitgeschakelde” part te
gebruiken als leidraad om op mee te spelen. Stel in op “0” als u de part niet wilt horen.
YPP-200
29
Page 30
De Functie Mode
F7
MIDI Functies
Druk, na het selecteren van “F7.Y” op de [+/YES] knop om de MIDI functie sub mode te
activeren, en gebruik dan de [TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen om één van de hieronder
beschreven MIDI functies te selecteren.
• Gebruik altijd een MIDI kabel van hoge kwaliteit om MIDI OUT en MIDI IN aansluitingen met elkaar te
OPM.
verbinden. Gebruik nooit langere kabels dan 15 meter, aangezien deze storing kunnen opvangen met
eventuele data fouten als gevolg.
❑ F7.1: Het selecteren van een MIDI Zendkanaal ............................................................
❑ F7.2: Het selecteren van een MIDI Ontvangstkanaal .............................................
MIDI OUT
Sequencer
MIDI INMIDI THRU
Toongenerator
(Zet op ontvangst via
MIDI kanaal 2)
YPP-200
(Zet op ontvangst via MIDI kanaal 1)
Het MIDI systeem is in staat om MIDI data op 16 verschillende kanalen te verzenden en te
ontvangen. Er worden meerdere kanalen herkend voor een selectieve besturing van bepaalde
instrumenten of apparaten die in serie zijn aangesloten. Er kan bijvoorbeeld één sequencer
worden gebruikt om twee verschillende instrumenten of toongenerators door te laten “bespelen”. Eén van de instrumenten (toongenerators) kan zo worden ingesteld dat hij uitsluitend
data ontvangt via kanaal 1, terwijl het(de) andere is ingesteld om via kanaal 2 te ontvangen. In
dat geval reageert het(de) eerste uitsluitend op data die door de sequencer op kanaal 1 werd
verzonden, terwijl het(de) tweede uitsluitend reageert op data die op kanaal 2 werd verzonden.
Hierdoor is het mogelijk dat de sequencer twee verschillende parts van de ontvangende
instrumenten of toongenerators “bespeelt”.
MIDI IN
30
YPP-200
In elke MIDI configuratie moeten de MIDI kanalen van de zendende en ontvangende apparaten gelijk zijn voor een correcte data overdracht. Een “Multi timbrale” ontvangst mode is
ook beschikbaar, waarmee gelijktijdige ontvangst van verscheidene parts via alle 16 MIDI
kanalen mogelijk is en de YPP-200 in staat is om meerkanaals song data af te spelen, afkomstig van een muziekcomputer of sequencer. Er is ook een “1-2” mode waarmee gelijktijdig op
de kanalen 1 en 2 kan worden ontvangen.
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om het gewenste zend- of ontvangstkanaal te
selecteren. De zendparameter kan ook op “OFF” worden gezet als u niet wilt dat de YPP-200
enige MIDI data verzendt. Zet, om de multi timbrale ontvangst mode te selecteren, het ontvangstkanaal op “ALL”. Selecteer “1-2” voor multi timbrale ontvangst, uitsluitend op de
kanalen 1 en 2. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaardes
terug te zetten: zenden = “1”; ontvangen = “ALL”.
• In de dual mode wordt de data van de 1e Voice verzonden via het ingestelde zendkanaal, terwijl de
data van de 2e Voice één kanaal hoger verzonden wordt. Als het zendkanaal op “OFF” staat, wordt er
geen data verzonden.
• De data van demo/preset songs en zelf opgenomen songs wordt niet verzonden via de MIDI aansluitingen.
• Er vindt geen MIDI ontvangst plaats in de demo/preset song mode.
• Program Change en andere kanaalcommando’s die worden ontvangen, hebben geen invloed op de
bedieningspaneelinstellingen van de YPP-200, noch op wat er op toetsenbord gespeeld wordt.
Page 31
De Functie Mode
❑ F7.3: Local Control ON/OFF..............................................................................................................
Toon-
generator
MIDI
IN
MIDI OUT
YPP-200
“Local Control” verwijst naar het feit dat, normaal gesproken, het toetsenbord van de YPP200 zijn eigen interne toongenerator bestuurt, waarbij de interne voices rechtstreeks door het
toetsenbord worden bespeeld. Deze situatie wordt “Local Control on” genoemd, aangezien de
interne toongenerator dan lokaal wordt bestuurd door het eigen toetsenbord.
Local control kan ook worden uitgezet, waardoor het toetsenbord van de YPP-200 de
interne voices niet meer bespeelt, terwijl de betreffende MIDI data gewoon wordt verzonden
via de MIDI OUT aansluiting als er op het toetsenbord wordt gespeeld. Tegelijkertijd reageert
de interne toongenerator op MIDI informatie die via de MIDI IN aansluiting binnenkomt.
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om local control op “On” of “OFF” te zetten.
Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde “On” terug te
zetten”.
❑ F7.4: Program Change ON/OFF ....................................................................................................
Gewoonlijk zal de YPP-200 reageren op MIDI Program Change nummers afkomstig van
een extern toetsenbord of ander MIDI apparaat, waardoor op het corresponderende kanaal de
corresponderende voice wordt geselecteerd (de toetsenbord voice verandert niet). De YPP200 verzendt gewoonlijk ook een MIDI Program Change nummer als er één van zijn voices
wordt geselecteerd, waardoor de voice/program met dat nummer van het externe MIDI
apparaat geselecteerd wordt, mits dit is ingesteld om MIDI Program Change nummers te
ontvangen en erop te reageren.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en verzending van program change
nummers uit te schakelen, zodat er voices op de YPP-200 geselecteerd kunnen worden
zonder dat het externe MIDI apparaat hierdoor wordt beïnvloed.
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de program change verzending en ontvangst
op “On” of “OFF” te zetten”.
Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde “On” terug
te zetten”.
• Zie het gedeelte “MIDI Data Format” op blz. 42 van de meertalige handleiding voor informatie over
Gewoonlijk zal de YPP-200 reageren op MIDI control change data afkomstig van een extern MIDI apparaat of keyboard, waardoor de voice op het corresponderende kanaal wordt
beïnvloed door pedaal- en andere besturingsinstellingen die ontvangen worden van het besturende apparaat (de toetsenbord voice wordt niet beïnvloed). De YPP-200 verzendt ook MIDI
control change informatie wanneer zijn pedalen of andere bedieningselementen worden gebruikt. Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en verzending van control change
data uit te schakelen, zodat bijvoorbeeld de pedalen en andere bedieningselementen van de
YPP-200 gebruikt kunnen worden, zonder dat dit het externe MIDI apparaat beïnvloedt.
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de control change verzending en ontvangst op
“On” of “OFF” te zetten”. Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de
standaardwaarde “On” terug te zetten”.
• Zie het gedeelte “MIDI Data Format” op blz. 41 van de meertalige handleiding voor informatie over
OPM.
control change nummers die gebruikt kunnen worden met de YPP-200.
Met deze functie kan de MIDI noot data die door de YPP-200 verzonden wordt maximaal
12 stappen van een halvetoonsafstand omhoog of omlaag worden getransponeerd. De toonhoogte van de YPP-200 zelf wordt niet beïnvloed.
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de gewenste MIDI transpose verzending in te
stellen. Het bereik loopt van “–12” (1 octaaf omlaag) via “0” (normale toonhoogte) tot “12” (1
octaaf omhoog). Druk gelijktijdig op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de standaardwaarde
“0” terug te zetten.
Deze functie zorgt dat alle actuele paneelinstellingen van de YPP-200 (geselecteerde voice,
etc.) worden verzonden via de MIDI OUT aansluiting. Dit is vooral handig als u uw spel gaat
opnemen met een MIDI sequencer zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer die zal worden
gebruikt om de YPP-200 tijdens afspelen te besturen. Door de paneelinstellingen van de YPP200 te verzenden en op te nemen via de MIDI sequencer voorafgaande aan het eigenlijke spel,
zal de YPP-200, vlak voor het afspelen, automatisch precies hetzelfde worden ingesteld.
Druk op de [+/YES] knop om de paneel/status data te verzenden. “End” verschijnt op de
LED display wanneer data succesvol verzonden is.
• Zie “Panel Data Contents” op blz. 42 van de meertalige handleiding voor een lijst met alle data die
OPM.
door deze functie verzonden wordt.
• Bedieningspaneel data die wordt verzonden naar een extern apparaat kan uitsluitend worden
teruggeladen naar hetzelfde merk en type. Bedieningspaneel data kan, tussen instrumenten van
hetzelfde merk en type, ook rechtstreeks worden uitgewisseld.
❑ F7.8: Bulk Data Dump ..............................................................................................................................
Deze functie wordt gebruikt om alle data die zich in het opnamegeheugen bevindt te
verzenden naar een MIDI data opslagapparaat, zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer of
andere sequencer, of een MIDI compatibele computer.
32
YPP-200
Druk op de [+/YES] knop om met de bulk verzending te beginnen.“End” verschijnt in de
LED display wanneer de data succesvol verzonden is.
• Zelf opgenomen song data die is verzonden naar een extern apparaat kan uitsluitend worden terug-
geladen naar hetzelfde merk en type. Zelf opgenomen data kan, tussen instrumenten van hetzelfde
merk en type, ook rechtstreeks worden uitgewisseld.
• De teruglaadhandeling kan niet worden uitgevoerd terwijl de demo/preset song mode of Opnamefunctie in gebruik is, of wanneer de Functie mode geactiveerd is.
•
Tijdens een bulk data dump verzendhandeling vindt er geen verzending/ontvangst van MIDI noot/paneel
data plaats.
Page 33
De Functie Mode
F8
Backup Functies
Druk, na het selecteren van “F8.Y” op de [+/YES] knop om de backup MIDI functie sub
mode te activeren, en gebruik dan de [TEMPO/FUNCTION t, s] knoppen om één van de
hieronder beschreven MIDI functies te selecteren.
• De backup instellingen zelf en de inhoud van het geheugen van de Opnamefunctie worden altijd
OPM.
Zelfs als backup wordt aangezet met één van de hieronder beschreven functies, zal de data,
als het instrument intussen niet wordt aangezet, slechts ongeveer 1 week in het geheugen bewaard blijven.Wordt deze backup periode overschreden, dan worden alle instellingen gereset
op hun standaardwaardes. Als u de backup instellingen langer wilt bewaren, zet het instrument
dan minstens één keer per week gedurende enkele minuten aan.
gebackupt.
• Zelfs als backup aan staat, kunnen de fabrieksinstellingen te allen tijde weer worden teruggezet (zie
blz. 37). Op blz. 40 van de meertalige handleiding vindt u een lijst met alle fabrieksinstellingen.
De YPP-200 is MIDI compatibel en is voorzien van een MIDI IN en een MIDI
OUT aansluiting, plus een aantal MIDI functies. Met gebruik van deze MIDI
functies kunt u uw muzikale mogelijkheden uitbreiden. Dit gedeelte legt uit wat
MIDI is, wat ermee mogelijk is en hoe u MIDI kunt gebruiken met uw YPP-200.
Wat is MIDI?
Ongetwijfeld kent u de uitdrukkingen “akoestisch instrument” en “digitaal instrument”.
Tegenwoordig zijn dit de twee hoofdcategorieën van instrumenten. Laten we de akoestische
piano en de klassieke gitaar beschouwen als representatieve akoestische instrumenten. Ze zijn
gemakkelijk te begrijpen. Bij een piano slaat u een toets aan, de hamer binnenin raakt enkele
snaren, zo wordt er een noot gespeeld. Bij een gitaar slaat u een snaar rechtstreeks aan om een
noot te spelen. Maar hoe gaat dat nu in zijn werk bij een digitaal instrument?
Een noot spelen op een akoestische
gitaar
Sla een snaar aan en de
klankkast resoneert het
geluid.
Zoals in de illustratie hierboven wordt getoond, wordt er een gesampelde noot (een eerder
opgenomen noot) die is opgeslagen in de toongenerator (elektronisch circuit) gespeeld,
gebaseerd op informatie afkomstig van het toetsenbord. Wel, waaruit bestaat deze informatie
van het toetsenbord als basis waarop de noot wordt voortgebracht?
Laten we bijvoorbeeld aannemen dat u op het toetsenbord van de YPP-200 een “C”
kwartnoot speelt, met gebruik van de voice PIANO 1. In tegenstelling tot een akoestisch
instrument die een noot voortbrengt op basis van resonantie, produceert het toetsenbord van
elektronische instrumenten informatie zoals: “met welke voice”, “met welke toets”, “hoe hard
aangeslagen”, “wanneer ingedrukt” en “wanneer losgelaten.” Daarbij wordt ieder stukje
informatie omgezet in een numerieke waarde en verzonden naar de toongenerator. Op basis
van deze getallen speelt de toongenerator de opgeslagen gesampelde noot.
Een noot spelen op een digitaal
instrument
L
Sampling
Noot
Gebaseerd op speelinformatie van het toetsenbord, wordt er
een gesampelde noot die is opgeslagen in de toongenerator
afgespeeld, die wordt weergegeven door de luidsprekers.
Toongenerator
(Elektronisch circuit)
Bespeel het toetsenbord
Sampling
Noot
R
34
YPP-200
● Voorbeeld van Toetsenbordinformatie
Voice (met welke voice)PIANO 1
Nootnummer (met welke toets)60 (C3)
Noot aan (wanneer ingedrukt) enTiming uitgedrukt in een numerieke waarde
note off (wanneer losgelaten)(kwartnoot)
Aanslagsterkte (hoe hard)100 (hard)
MIDI is een afkorting van Musical Instrument Digital Interface, waardoor communicatie
mogelijk is tussen verschillende muziekinstrumenten, door het verzenden en ontvangen van
compatibele informatie zoals: Noten, Control Changes, Program Changes en andere MIDI
data types of commando’s.
De YPP-200 kan een ander MIDI apparaat besturen door het verzenden van noot data en
een verscheidenheid aan besturings-data. De YPP-200 kan op zijn beurt ook worden bestuurd
door inkomende MIDI commando’s die automatisch de toongenerator mode bepalen, MIDI
kanalen, voices en effecten selecteren, parameterwaardes wijzigen, en natuurlijk de voices
bespelen die zijn geselecteerd voor de verschillende parts.
MIDI commando’s kunnen worden verdeeld in twee groepen: Kanaalcommando’s en
Systeemcommando’s. Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende types MIDI
commando’s die de YPP-200 kan ontvangen/verzenden.
● Kanaalcommando’s
De YPP-200 is een elektronisch instrument dat 16 kanalen kan verwerken. Hiermee wordt
meestal bedoeld: “hij kan 16 instrumenten tegelijk afspelen”. Kanaalcommando’s verzenden
informatie zoals Note ON/OFF en Program Changes voor elk van de 16 kanalen afzonderlijk.
CommandonaamYPP-200 Bediening/Paneelinstelling
Note ON/OFFCommando’s die door het spelen op het toetsenbord worden
gegenereerd. Elk commando bevat een specifiek nootnummer,
corresponderend met de toets die wordt aangeslagen, plus een
aanslagwaarde gebaseerd op de aanslagsterkte.
Program ChangeVoice nummer (indien nodig vergezeld van corresponderende bank
select MSB/LSB instellingen).
Control ChangeCommando’s die gebruikt worden om enkele aspecten van het geluid te
wijzigen (Damper, Reverb Depth, etc.)
● Systeemcommando’s
Hier gaat het om data die gezamenlijk door het gehele MIDI systeem gebruikt wordt.
Systeemcommando’s omvatten commando’s zoals Exclusive commando’s die data verzenden
die uniek is per fabrikant, alsook Realtime Commando’s die het MIDI apparaat besturen.
CommandonaamYPP-200 Bediening/Paneelinstelling
Exclusive CommandoReverb/Effectinstellingen, etc.
Realtime Commando’sStart/stop bediening
Alle commando’s die door de YPP-200 verzonden/ontvangen kunnen worden, vindt u in
het “MIDI Implementation Overzicht” op blz. 39.
MIDI aansluitingen
Om MIDI data te kunnen uitwisselen tussen verschillende apparaten, moeten de apparaten verbonden zijn met een kabel. De MIDI aansluitingen van
de YPP-200 vindt u op het achterpaneel.
MIDI INOntvangt MIDI data afkomstig van een ander MIDI apparaat.
MIDI OUTVerzendt toetsenbordinformatie van de YPP-200 als MIDI
• Er dienen speciale MIDI kabels (extra
verkrijgbaar) gebruikt te worden voor het
aansluiten van MIDI apparaten. Deze zijn
te koop in muziekwinkels, etc.
• Gebruik nooit MIDI kabels langer dan
zo’n 15 meter. Langere kabels kunnen
storing opvangen met eventuele data
fouten als gevolg.
YPP-200
35
Page 36
Het Gebruik van de MIDI Functies
Aansluiten op een Personal Computer
Door de MIDI aansluitingen van de YPP-200 te verbinden met een computer, krijgt u toe-
gang tot een grote verscheidenheid aan muziek software.
Is er in de computer een MIDI interface geïnstalleerd, verbind dan de MIDI aansluitingen
van de computer met die van de YPP-200.
Gebruik uitsluitend speciale MIDI kabels voor het aansluiten van MIDI apparaten.
● Verbind de MIDI aansluitingen van de YPP-200 met de MIDI aansluitingen van
de personal computer.
MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
Computer
YPP-200
(sequencer software)
• Zet eerst, voordat u de kabel gaat aansluiten, zowel de YPP-200 als de computer uit. Zet, nadat de
OPM.
kabel is aangesloten, eerst de computer aan en pas daarna de YPP-200.
● Gebruikt u een Macintosh computer met MIDI interface, sluit dan de MIDI
interface aan op de RS-422 aansluiting van de computer (modem of printer
aansluiting), zoals getoond in het onderstaande schema.
RS-422
MIDI Interface
Computer
(sequencer software)
• Stel, bij gebruik van een Macintosh computer, de MIDI interface klokinstelling van de applicatie software
OPM.
zo in dat deze overeenkomt met de instelling van de door u gebruikte MIDI interface. Lees voor
details de handleiding van de door u gebruikte software zorgvuldig door.
MIDI IN
MIDI OUT
YPP-200
36
YPP-200
● Gebruikt u een computer met een USB interface, gebruik dan de Yamaha
UX256 USB/MIDI Interface. Verbind de UX256 en de computer met een standaard USB kabel, en maak de juiste MIDI verbinding tussen de YPP-200 en
de UX256.
Alle dual mode, reverb, effect, aanslaggevoeligheids-, stemmingsinstellingen, en instellingen die door de backup functies worden beïnvloed kunnen op hun oorspronkelijke fabriekswaardes worden teruggezet door, terwijl u de C7 toets (de meest rechtse toets van het toetsenbord) ingedrukt houdt, de [STANDBY/ON] schakelaar in te drukken.
Hierdoor wordt ook Opnamefunctie data gewist en alle Backup on/off
instellingen (F8) worden op “OFF” gezet.
• Op blz. 40 van de meertalige handleiding vindt u een lijst met alle
OPM.
Problemen Oplossen
Indien u de indruk heeft dat het instrument niet naar behoren functioneert, check dan alstublieft eerst
de onderstaande punten, voordat u aanneemt dat uw YPP-200 defect is.
fabrieksinstellingen.
1. Geen Geluid Terwijl het Instrument Aan
Staat.
Is de netadapter correct aangesloten op de YPP-200
en het stopcontact? Controleer voorzichtig de
stroomaansluiting. Staat de [MASTER VOLUME]
schuif op een redelijk luisterniveau ingesteld?
Controleer of er een hoofdtelefoon op de PHONES
aansluiting is aangesloten, en of Local Control (blz.
31) wel op On staat.
2. De Voetschakelaar Werkt Niet Naar Behoren
Als de voetschakelaar die op de DAMPER of SOFT
aansluiting is aangesloten niet werkt, of als noten
lang doorklinken zelfs als het pedaal niet is ingedrukt, controleer dan of de voetschakelaarplug volledig in de (juiste) aanluiting gestoken is, of zet het
instrument uit en aan zonder op de voetschakelaar te
drukken.
3. De YPP-200 Produceert Radio of TV Geluid
Dit kan gebeuren als er een krachtige zender in de
omgeving staat. Neem contact op met uw Yamaha
dealer.
5. Radio of TV Toestellen die Vlakbij de YPP-200
Staan hebben Last van Interferentie.
De YPP-200 bevat een digitaal circuit dat signaal op
radiofrequenties kan genereren. De oplossing is om
de YPP-200 en deze andere apparaten wat verder uit
elkaar te plaatsen.
6. Storende Geluiden uit de Luidsprekers van
de YPP-200.
Het gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid
van de YPP-200 kan ook interferentie veroorzaken.
Zet om dit te voorkomen, de mobiele telefoon uit of
gebruik hem wat verder af van de YPP-200.
7. Vervormd Geluid als de YPP-200 Aangesloten is op een Extern Versterker/Luidsprekersysteem
Als de YPP-200 aangesloten is op een stereo installatie of instrumentversterker en het geluid klinkt vervormd, zet dan als eerste het volume van de YPP-200
en daarna dat van de externe apparatuur op een
niveau waarbij er geen vervorming meer optreedt.
4. Af En Toe Statische Storingen
Dit wordt meestal veroorzaakt door het inschakelen
van huishoudelijke of andere elektrische apparaten
die zijn aangesloten op dezelfde stroomgroep als uw
YPP-200.
● Indien “Scn” in de display verschijnt, dan
heeft er interne fout plaatsgevonden. Neem
contact op met uw Yamaha dealer.
Nieuwe samples, opgenomen van een grote concertvleugel. Perfect
geschikt voor klassieke composities, alsook voor elke andere stijl
waarvoor u een akoestische piano nodig heeft.
Een heldere, brede pianoklank, ideaal voor rock en populaire genres.
Warme toon bij zachte, agressieve toon bij harde aanslagen.
Een spinet, hèt instrument voor barokmuziek. Aangezien een spinet de
snaren “tokkelt”, heeft deze voice geen aanslaggevoeligheid. Wel is er
het karakteristieke extra geluid dat hoorbaar wordt als toetsen worden
losgelaten.
Vibrafoon, bespeeld met relatief zachte kloppers. De toon wordt
metaalachtiger naarmate u harder speelt.
Een warme pijporgel voice, ideaal voor begeleiding van zang en andere
stijlen.
StereoOSTRINGS
StereoOCHOIR
Een groot strijkorkest. Probeer deze voice ook eens in combinatie met
piano in de DUAL mode.
Een indrukwekkend, groot koor. Perfect geschikt voor het creëren van
rijke harmonieën in langzame stukken.
• Let op dat u geen onderdelen door elkaar haalt en zorg dat u
alle onderdelen in de goede richting monteert. Assembleer
alles alstublieft in de onderstaande volgorde.
• Het assembleren dient door tenminste twee personen te
worden uitgevoerd.
• Gebruik beslist de juiste schroeven zoals hierboven aangegeven. Het gebruik van onjuiste schroeven kan schade
veroorzaken.
• Controleer, na het assembleren van elk onderdeel, of alle
schroeven goed vastgedraaid zijn.
• Wilt u alles weer uit elkaar halen, draai dan de onderstaande
volgorde om.
40
YPP-200
Zorg dat u een kruiskop (+) schroevendraaier bij
de hand heeft.
Hiervoor zullen de onderdelen in het kader “De
Onderdelen Assembleren” worden gebruikt. Volg de
assembleerinstructies en gebruik de hiervoor
benodigde onderdelen.
Bevestig de voetstukken.
Z
Zorg hierbij dat de zijkanten in de goede richting
wijzen (gaten aan de binnenkant), steek de verbindingsbusjes 2 in de daarvoor bestemde gaten, zie hiernaast.
De verbindingsbusjes zijn correct geplaatst als u het
“plusteken” op het busje kunt zien.
Plaats het instrument voorzichtig op de zijkanten.
Verschuif het voorzichtig, totdat de gaten in het instru-
ment precies samenvallen met de gaten in de winkelhaken.
PAS OP
• Pas op dat u het instrument niet laat vallen en dat uw vingers
niet tussen het instrument en de standaard komen.
5
BB
B Bevestig het instrument aan de
BB
standaard.
Bevestig het instrument aan de winkelhaken, met
gebruik van de 5 x 16 mm bolkopschroeven 5.
■ Checklist (na het assembleren)
Bent u klaar met het assembleren van de standaard,
controleer dan de volgende punten:
• Zijn er onderdelen over?
➔ Is dit het geval, lees dan nogmaals de assembleer-
instructies en corrigeer de eventueel gemaakte fouten.
• Staat het instrument uit de buurt van deuren en andere
beweegbare zaken?
➔ Is dit niet het geval, verplaats het instrument dan naar
een geschiktere lokatie.
• Maakt het instrument een rammelend geluid als u erop
speelt of het verplaatst?
➔ Is dit het geval, draai dan alle schroeven wat steviger
aan.
• Hetzelfde geldt als het instrument een krakend geluid
maakt of wankel aanvoelt: raadpleeg de assembleerinstructies en -schema’s en draai alle schroeven wat
steviger aan.
• Specificaties en beschrijvingen in deze handleiding zijn uitsluitend als informatie bedoeld.Yamaha Corp. behoudt zich het
recht voor om producten of specificaties te allen tijde te wijzigen of te modificeren zonder voorafgaande aankondiging.
Specificaties, apparatuur of opties zouden mogelijkerwijs niet overal hetzelfde kunnen zijn, vraag daarom uw Yamaha
dealer.