Yamaha XJ600N (2000), XJ600S (2000) User Manual [nl]

HANDLEIDING
XJ600S
4BR-28199-D6
INLEIDING
DAU00001
Als bezitter van een XJ600S/XJ600N kunt u genieten van de resultaten van YamahaÕs nieuwste technologie en ruime ervaring in het ontwerp en de fabricage van topklasse produkten, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem alstublieft de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, om de mogelijkheden van deze XJ600S/XJ600N optimaal te benutten. Deze handleiding voor de eigenaar beschrijft niet alleen de bediening, inspektie en onderhoud van uw motorfiets, maar geeft tevens belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid en die van anderen, om ongemak en ongelukken te vermijden.
Daarnaast bevat de handleiding vele handige tips om uw motorfiets in de beste staat te houden. Als bepaalde punten niet duidelijk zijn of u hebt vragen, aarzel dan niet kontakt op te nemen met uw Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u vele aangename en veilige ritten. Onthoud altijd: veiligheid heeft voorrang!
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE BERIJDER
Informatie die van groot belang is wordt in deze handleiding aangegeven door de volgende symbolen en/of aanduidingen:
Het veiligheidssymbool betekent ATTENTIE! VOORZICHTIG! HET GAAT HIER OM UW PERSOONLIJKE VEILIGHEID!
Het niet opvolgen van een speciale WAARSCHUWING kan resulteren in ernstig letsel of dood van de berijder, een medepassagier, een andere weg­gebruiker of een persoon die de motorfiets inspekteert of repareert.
LET OP:
De aanwijzing LET OP! attendeert u op bijzondere voorzorgsmaatregelen die u in acht dient te nemen om beschadiging van de motorfiets te voorko­men.
OPMERKING:
Een OPMERKING verschaft belangrijke informatie om bepaalde procedures te vergemakkelijken of duidelijker te maken.
OPMERKING:
l Deze handleiding dient beschouwd te worden als een bij de motorfiets behorend onderdeel en dient ook bij
verkoop bij de motorfiets te blijven.
l Yamaha produkten veranderen kontinu door verbeteringen in het ontwerp en in de technische gegevens.
Als gevolg hiervan kunnen er hier en daar kleine verschillen optreden tussen de beschrijving in deze hand­leiding en uw motorfiets, zelfs al is bij het ter perse gaan van deze handleiding de informatie up to date. Mocht u vragen hebben over deze handleiding, aarzel dan niet om kontakt op te nemen met uw Yamaha dealer.
DAU00005
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE BERIJDER
DW000002
LEES DEZE HANDLEIDING IN ZIJN GEHEEL AANDACHTIG DOOR ALVORENS TOT GEBRUIK VAN DE MOTORFIETS OVER TE GAAN.
XJ600S/XJ600N
HANDLEIDING
© 1999 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1-ste druk, Mei 1999
Alle rechten voorbehouden.
Iedere vorm van reproduktie, herdruk
of gebruik zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Yamaha Motor Co., Ltd. is ten
strengste verboden.
Gedrukt in Japan.
DAU00008
INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING
1 VEILIGHEID HEEFT VOORRANG
2 BESCHRIJVING
3 FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
4 KONTROLE VOOR HET RIJDEN
5 BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
6 PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
7 ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
8 TECHNISCHE GEGEVENS
EAA30002
9 INFORMATIE VOOR DE CONSUMENT
INDEX

VEILIGHEID HEEFT VOORRANG

VEILIGHEID HEEFT VOORRANG .................................................... 1-1
VEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Een motorfiets is een fascinerend vervoermiddel, dat je als geen ander een gevoel van vrijheid kan geven. Er zijn echter wel bepaalde spelregels en beperkingen, waar je niet omheen kunt; ook de beste motorfiets kan niet mŽŽr dan de natuurwetten toestaan.
Goede verzorging en regelmatig onderhoud zijn de eerste vereisten om te zorgen dat de motorfiets in goe­de staat blijft en zijn waarde behoudt. En dat geldt evenzeer voor de berijder: om goed en veilig te rijden moet je zelf ook in goede conditie zijn. Rijden onder de invloed van medicijnen, alcohol of drugs is natuur­lijk gekkenwerk. De berijder van een motorfiets moet voortdurend meer dan een automobilist fysiek en mentaal in topvorm zijn. Ook de geringste hoeveelheid alcohol geeft ongemerkt een zekere overmoed, die bijzonder gevaarlijk kan zijn.
Beschermende kleding is voor de motorrijder net zo belangrijk als veiligheidsgordels voor de inzittenden van een auto. Je weet nooit wat er kan gebeuren. Draag daarom altijd een integraal motorpak (naar keuze van leer of van scheurbestendig synthetisch materiaal, met knie- en elleboogbeschermers), stevige laar­zen, motorhandschoenen en een goed passende helm. Denk echter niet, dat een veilige uitrusting je de kans biedt wat agressiever te rijden. Ook met de beste bescherming blijf je als motorrijder bijzonder kwets­baar. Vooral bij nat weer zit een ongeluk in een klein hoekje. Ken je eigen grenzen, rijd niet harder dan ver­standig is en neem geen onnodige risicoÕs. Een verstandig motorrijder rijdt defensief, met voorspelbaar weggedrag. Ook al weet je zelf precies wat je doet, verrassing bij je medeweggebruikers is gevaarlijk. Houd rekening met de mogelijkheid dat andere weggebruikers fouten kunnen maken; veiligheid is samen­werking.
DAU00021
Veel plezier onderweg!
1-1

BESCHRIJVING

Linker aanzicht (XJ600S) ................................................................... 2-1
Rechter aanzicht (XJ600S) ................................................................ 2-2
Bedieningselementen/instrumenten (XJ600S)................................... 2-3
Linker aanzicht (XJ600N)................................................................... 2-4
Rechter aanzicht (XJ600N) ................................................................ 2-5
Bedieningselementen/instrumenten (XJ600N)................................... 2-6
BESCHRIJVING
Linker aanzicht (XJ600S)
DAU00026
1. Benzinekraan (blz. 3-13)
2. Helmhouder (blz. 3-15)
3. Zekeringenkast (blz. 6-26)
4. Klemmen voor bagagesnelbinders (blz. 3-16)
5. Zadelvergendeling (blz. 3-14)
6. Afstelring voor de voorbelasting van de achterschokbreker (blz. 3-15)
7. Versnellingspedaal (blz. 3-10)
2-1
Rechter aanzicht (XJ600S)
BESCHRIJVING
8. Achterlicht/remlicht (blz. 6-17)
9. Opbergvak (blz. 3-15)
10. Zadel (blz. 3-14)
11. Benzinetank (blz. 3-11)
12. Koplamp (blz. 6-27)
13. Achterrempedaal (blz. 3-11)
2-2
BESCHRIJVING
Bedieningselementen/instrumenten (XJ600S)
14. Koppelingshendel (blz. 3-9)
15. Linker stuurschakelaars (blz. 3-7)
16. Chokeknop (choke) Ò Ó (blz. 3-14)
17. Snelheidsmeter (blz. 3-6)
18. Toerenteller (blz. 3-7)
19. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-9)
20. Voorremhendel (blz. 3-10)
21. Gashendel (blz. 6-12)
22. Kontaktslot-schakelaar (blz. 3-1)
2-3
Linker aanzicht (XJ600N)
BESCHRIJVING
1. Stuurslot (blz. 3-3)
2. Benzinekraan (blz. 3-13)
3. Helmhouder (blz. 3-15)
4. Zekeringenkast (blz. 6-26)
5. Klemmen voor bagagesnelbinders (blz. 3-16)
6. Zadelvergendeling (blz. 3-14)
7. Afstelring voor de voorbelasting van de achterschokbreker (blz. 3-15)
8. Versnellingspedaal (blz. 3-10)
2-4
BESCHRIJVING
Rechter aanzicht (XJ600N)
9. Achterlicht/remlicht (blz. 6-17)
10. Opbergvak (blz. 3-15)
11. Zadel (blz. 3-14)
12. Benzinetank (blz. 3-11)
13. Koplamp (blz. 6-27)
14. Achterrempedaal (blz. 3-11)
2-5
Bedieningselementen/instrumenten (XJ600N)
15. Koppelingshendel (blz. 3-9)
16. Linker stuurschakelaars (blz. 3-7)
17. Chokeknop (choke) Ò Ó (blz. 3-14)
18. Snelheidsmeter (blz. 3-6)
19. Toerenteller (blz. 3-7)
20. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-9)
21. Voorremhendel (blz. 3-10)
22. Gashendel (blz. 6-12)
23. Kontaktslot-schakelaar (blz. 3-1)
BESCHRIJVING
2-6

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN

Kontaktslot-schakelaar ....................................... 3-1
Stuurslot (voor XJ600N) ..................................... 3-3
Kontrolelampjes.................................................. 3-3
Kontroleren van het circuit voor het
oliepeil-kontrolelampje...................................... 3-5
Snelheidsmeter (voor XJ600S)........................... 3-6
Snelheidsmeter (voor XJ600N) .......................... 3-6
Toerenteller ........................................................ 3-7
Stuurschakelaars................................................ 3-7
Koppelingshendel............................................... 3-9
Versnellingspedaal ........................................... 3-10
Voorremhendel................................................. 3-10
Achterrempedaal .............................................. 3-11
Benzinetankdop................................................ 3-11
Benzine .............................................................3-12
Ontluchtingsslang van de benzinetank
(alleen voor Duitsland)....................................3-12
Benzinekraan ....................................................3-13
Chokeknop (choke) Ò Ó..................................3-14
Zadel.................................................................3-14
Helmhouders.....................................................3-15
Opbergvak ........................................................3-15
Afstelling van de achterschokbreker .................3-15
Klemmen voor bagagesnelbinders ...................3-16
Zijstandaard ......................................................3-17
Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar................................3-17
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
DAU00027
DAU00028
Kontaktslot-schakelaar
De kontaktslot-schakelaar (hoofdschake­laar) dient voor het in- en uitschakelen van de ontsteking en van de verlichting. Hieron­der volgt de beschrijving van de bediening.
DAU00036
ON
De elektrische circuits worden ingescha­keld en de motor kan nu gestart worden. Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand staat, kan de sleutel niet verwijderd wor­den.
OFF
DAU00038
Alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld. Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand staat, kan de sleutel verwijderd worden.
3-1
LOCK (voor XJ600S)
DAU00040
Het stuur staat op slot en alle elektrische circuits zijn uitgeschakeld. Als de kontakt­slot-schakelaar in deze stand staat, kan de sleutel verwijderd worden. Om het stuur te vergrendelen, draait u het geheel naar links. Terwijl u de sleutel dieper in de kontaktslot-schakelaar drukt, draait u de sleutel van ÒOFFÓ naar ÒLOCKÓ en verwij­dert u de sleutel. Om het stuur te ontgren­delen draait u de sleutel naar ÒOFFÓ terwijl u erop drukt.
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1. Indrukken
2. Draaien
DW000016
Draai nooit het kontaktsleuteltje in de ÒOFFÓ of ÒLOCKÓ stand terwijl de motor nog rijdt. De elektrische circuits worden dan uitgeschakeld zodat bepaalde be­dieningsfunkties niet meer werken, het­geen gevaar voor ongelukken kan opleveren. Zorg dat de motorfiets ge­heel tot stilstand is gekozen, vorrdat u het kontaktsleuteltje naar ÒOFFÓ of ÒLOCKÓ draait.
(Parkeren) (voor XJ600S)
DAU01590
Het stuur staat op slot en het achterlicht en het voorste parkeerlicht staan aan maar verder zijn alle elektrische circuits uitge­schakeld. Als de kontaktslot-schakelaar in deze stand staat, kan de sleutel verwijderd worden. Voor het gebruik van de parkeerstand ver­grendelt u eerst het stuur en dan draait u de sleutel naar Ò Ó. Deze stand mag u niet te lang achtereen gebruiken, anders kan de accu leegraken.
1. Indrukken
2. Loslaten
3. Draaien
DAU00055
P (Parkeren) (voor XJ600N)
Het achterlicht en het parkeerlicht staan aan maar verder zijn alle elektrische circuits uitgeschakeld. Steek de sleutel in de kontaktslot-schakelaar terwijl deze op ÒOFFÓ staat, druk hem aan en laat weer los. Draai de sleutel vervolgens linksom naar ÒPÓ en verwijder deze. (Gebruik deze stand niet al te lang, want de accu zou leeg kun­nen raken.) Om deze ÒparkeerstandÓ uit te schakelen, draait u de sleutel rechtsom.
3-2
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1. Stuurslot
DAU02934
Stuurslot (voor XJ600N)
Het stuur op slot zetten
Draai het stuur helemaal naar rechts en open het dekseltje van het stuurslot. Steek de sleutel in het slot en draai deze een 1/8 slag naar links. Druk vervolgens de sleutel in terwijl u het stuur iets terug naar links draait en draai de sleutel nu 1/8 slag rechtsom. Controleer of het stuur vergrendeld is, trek de sleutel uit het slot en plaats het dekseltje terug over het slot.
Het stuur van het slot halen
Steek de sleutel in het slot, druk hem in en draai hem een 1/8 slag naar links zodat hij omhoogkomt. Dan is het stuur ontgrendeld en kunt u de sleutel verwijderen.
XJ600S
00 0001
0 0 0 0
1. Linker richtingsaanwijzer-kontrolelampjes Ò Ó
2. Grootlicht-kontrolelampje Ò Ó
3. Rechter richtingsaanwijzer-kontrolelampjes Ò Ó
4. Vrijstand-kontrolelampje Ò Ó
5. Oliepeil-kontrolelampje Ò Ó
34521
DAU00056
Kontrolelampjes
Richtingsaanwijzer-kontrolelampjes Ò Ó / Ò Ó
Bij het naar rechts of ls zetten van de rich­tingsaanwijzer gaat het bijbehorende lamp­je knipperen.
Vrijstand-kontrolelampje Ò Ó
Dit kontrolelampje licht op als de versnel­ling in zijn vrij staat.
DAU00058
DAU00061
1. Vrijstand-kontrolelampje Ò Ó
2. Linker richtingsaanwijzer-kontrolelampjes Ò Ó
3. Rechter richtingsaanwijzer-kontrolelampjes Ò Ó
4. Grootlicht-kontrolelampje Ò Ó
5. Oliepeil-kontrolelampje Ò Ó
DAU00063
Grootlicht-kontrolelampje Ò Ó
Dit kontrolelampje licht op als het grootlicht wordt ingeschakeld.
DAU01313
Oliepeil-kontrolelampje Ò Ó
Dit controlelampje licht op als het oliepeil te laag is. Dit elektrische circuit kan gekontro­leerd worden volgens de procedure op blz. 3-5.
3-3
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
DC000000
LET OP:
Let op dat u nooit met de motorfiets rijdt als er niet voldoende olie in het carter aanwezig is.
OPMERKING:
Ook al is er olie tot het voorgeschreven peil bijgevuld, dan nog kan het oliepeil-controle­lampje op een helling of tijdens plotseling accelereren of remmen wel eens gaan flik­keren, maar dit is normaal.
3-4
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Kontroleren van het circuit voor het oliepeil-kontrolelampje
COPY CB-48DCB-48D
1
Zet de kontaktslot-schakelaar op “ON” en de motorstop-schakelaar op “ ”.
DAU00071
3
4
licht niet op.
Druk op de startschakelaar met
Het oliepeil-kontrolelampje
Het oliepeil-kontrolelampje licht op.
Kontroleer het oliepeil.
de versnelling in vrij of met de
5
koppelingshendel ingetrokken.
6
Het oliepeil-kontro-
7
8
lelampje licht op.
Het oliepeil en het elektrische circuit zijn
9
in orde. U kunt met de
Het oliepeil-kontrole­lampje licht niet op.
Vraag uw Yamaha dealer om het elektrische circuit te inspekteren.
Het oliepeil is voldoende.
Het oliepeil is te laag.
Vul motorolie bij.
motorfiets rijden.
3-5
XJ600S
2
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
5
4
3
3
2
1
0
4
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Dagteller
4. Terugsteltoets
DAU00094
Snelheidsmeter (voor XJ600S)
De snelheidsmeter geeft de snelheid van de motorfiets aan. De snelheidsmeter is te­vens uitgerust met een kilometerteller en een dagteller. De dagteller kan op Ò0Ó terug­gezet worden met de terugsteltoets. Ge­bruik deze dagteller om te kijken hoeveel kilometer u met ŽŽn volle tank kunt afleg­gen. Als u dit enkele malen doet, zult u in de toekomst beter kunnen plannen waar en wanneer u moet stoppen om te tanken.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Dagteller
4. Nulstelknop
DAU00095
Snelheidsmeter (voor XJ600N)
De snelheidsmeter geeft de snelheid van de motorfiets aan. De snelheidsmeter is te­vens uitgerust met een kilometerteller en een dagteller. De dagteller kan op Ò0Ó terug­gezet worden met de nulstelknop. Gebruik deze dagteller om te kijken hoeveel kilome­ter u met ŽŽn volle tank kunt afleggen. Als u dit enkele malen doet, zult u in de toekomst beter kunnen plannen waar en wanneer u moet stoppen om te tanken.
3-6
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
XJ600S
567
48
3
1
2
1
0
9
10
11
3
2
1. Toerenteller
2. Rode gebied (behalve voor CH, A)
3. Rode gebied (voor CH, A)
DAU00101
Toerenteller
Dit model is uitgerust met een elektrische toerenteller zodat de bestuurder het motor­toerental goed kan aflezen, en zodoende de motorbelasting binnen de vereiste gren­zen kan houden.
DC000003
LET OP:
Zorg dat de toerenteller nooit in het rode gebied komt. Rode gebied: 9.500 tpm en hoger
(behalve voor CH, A)
8.500 tpm en hoger (voor CH, A)
1. Toerenteller
2. Rode gebied (behalve voor CH, A)
3. Rode gebied (voor CH, A)
3-7
1. Inhaal-schakelaar ÒPASSÓ
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Waarschuwingslichten-schakelaar Ò Ó
4. Richtingaanwijzer-schakelaar
5. Klaxon-schakelaar Ò Ó
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Inhaal-schakelaar ÒPASSÓ
Druk op de schakelaar om het signaallicht te bedienen.
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar Ò Ó voor grootlicht en naar Ò Ó voor dimlicht.
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Waarschuwingslichten-schakelaar
DAU00144
ÒÓ
Schakel de waarschuwingslichten in als er gevaar dreigt of als u nood bent. Alle rich­tingsaanwijzerlampjes gaan tegelijk knippe­ren wanneer u, met het contactslot in de ÒONÓ of de ÒPÓ stand, de waarschuwings­lichten inschakelt met deze schakelaar
DC000006
LET OP:
Als u de waarschuwingslichten te lang achtereen aan laat, kan dit leiden tot uit­putting van de accu waardoor u de elek­trische starter niet meer zult kunnen gebruiken.
OPMERKING:
Schakel de waarschuwingsknipperlichten in als u andere weggebruikers wilt waar­schuwen dat u uw motorfiets wilt stopzetten op een plaats waar dit gevaar kan opleve­ren.
Richtingaanwijzer-schakelaar
DAU00127
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha­kelen, duwt u de schakelaar naar Ò Ó; om de linker-richtingaanwijzer in te schakelen, duwt u de schakelaar naar Ò Ó. Als u de schakelaar loslaat, keert deze terug naar de middenpositie. Om de richtingaanwijzer weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in, terwijl deze in de middenpositie staat.
DAU00129
Klaxon-schakelaar Ò Ó
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
3-8
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar Ò Ó
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig­heids-schakelaar voor gebruik onder nood­omstandigheden, zoals wanneer de motorfiets is omgevallen of bij problemen met de gasklep. Draai de schakelaar naar Ò Ó als u de motor wilt starten. In noodge­vallen draait u de schakelaar naar Ò Ó.
Lichtschakelaar
DAU00134
Door de lichtschakelaar naar Ò Ó te draaien zal het dimlicht, de meterverlichting en de achterverlichting ingeschakeld wor­den. Door de lichtschakelaar naar Ò Ó te draaien zal de koplamp ook ingeschakeld worden.
DAU00143
Startschakelaar Ò Ó
Als u de startschakelaar indrukt zal de start­motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:
Zie, alvorens de motor te starten, de pa­ragraaf met aanwijzingen over het star­ten.
1. Koppelingshendel
DAU00152
Koppelingshendel
De koppelingshendel is bevestigd aan het linkerhandvat van het stuur, en het ontste­kingsblokkeersysteem is ingebouwd in het koppelingshendel-handvat. Om te ontkop­pelen, trekt u de koppelingshendel in. Om de koppeling weer te laten opkomen laat u de koppelingshendel weer langzaam van het stuur weg gaan. Voor een soepele be­diening is het het beste om de koppelings­hendel snel in te trekken en langzaam te laten opkomen. (Zie de paragraaf met de aanwijzingen over het starten, voor een be­schrijving van het circuit van het ontsteking­sblokkeersysteem).
3-9
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1. Versnellingspedaal
DAU00157
Versnellingspedaal
Deze motorfiets is uitgerust met een 6-ver­snellingsbak met konstante aangrijping. Het versnellingspedaal bevindt zich links van het motorblok. Schakel nooit op of te­rug, zonder de koppeling te gebruiken.
1. Voorremhendel
2. Positie-instelmoer
DAU00160
Voorremhendel
De voorremhendel is bevestigd aan het rechterhandvat van het stuur en is voorzien van een hendel-afsteller. Om de voorrem aan te trekken, knijpt u de hendel naar het stuur toe.
3-10
1. Positie-instelmoer
2. Juiste positie
Om de afstand tussen de voorremhendel en het stuurhandvat bij te stellen, draait u aan de afstelmoer terwijl u de hendel naar voren trekt. Let op dat de Ò Ó standmarke­ring op de afstelmoer recht tegenover het Ò Ó teken op de remhendel staat.
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
OPMERKING:
De benzinetankdop kan niet op de tank ge­draaid worden als de sleutel niet in het sleu­telgat steekt. Als de benzinetankdop niet goed is gesloten, kan de sleutel er niet uit verwijderd worden.
DW000023
1. Achterrempedaal
DAU00162
Achterrempedaal
Het achterrempedaal bevindt zich rechts van het motorblok. Trap het pedaal in om te remmen.
1. Slotdeksel
2. Openen
DAU02935
Benzinetankdop
Openen
Schuif het afdekplaatje weg van het sleutel­gat, steek de sleutel in het sleutelgat en draai deze 1/4 slag rechtsom. De dop is nu van het slot gehaald en kan verwijderd wor­den.
Sluiten
Plaats de benzinetankdop weer op de juiste plaats, met de sleutel er nog steeds inge­stoken. Draai de sleutel linksom en verwij­der deze. Schuif het afdekplaatje weer voor het sleutelgat.
3-11
Kontroleer altijd of de benzinetankdop goed op de bezinetank zit, alvorens weg te rijden.
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1. Vulslang
2. Brandstofnivo
DAU01183
Benzine
Kontroleer of er zich voldoende benzine in de benzinetank bevindt. Vul de brandstof­tank tot onderaan de vulhals, zoals in de af­beelding aangegeven.
DW000130
Zorg dat de benzinetank niet al te vol is. Let tevens op dat er geen benzine op een heet motorblok wordt gemorst. Vul de tank nooit verder dan tot onderaan de vulhals, anders bestaat de kans dat de benzinetank overloopt, als de benzine door verwarming uitzet.
DAU00185
LET OP:
Als er benzine wordt gemorst, veeg deze dan onmiddellijk weg met een droge, zachte doek. Benzine kan geverfde op­pervlakken en plastic afwerking aantas­ten.
DAU00191
Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een oktaangehalte van 91 ron of hoger (oktaangehalte zoals door onderzoek bepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal:
17,0 L
Reserve:
3,5 L
OPMERKING:
Als de motor klopt of pingelt, probeer dan een verschillend merk benzine of benzine met een hoger oktaangehalte.
1. Ontluchtingsslang van de benzinetank
DAU00196
Ontluchtingsslang van de benzinetank (alleen voor Duitsland)
Dit model is uitgerust met een ontluchtings­slang voor de benzinetank. Kontroleer, al­vorens de motorfiets te gebruiken, de volgende punten.
Kontroleer of de slang goed vast zit.
l
Kontroleer de slang op scheurtjes of
l
andere beschadiging. Vervang indien beschadigd. Kontroleer of de opening onderaan de
l
slang niet verstopt is. Indien nodig, schoonmaken.
3-12
Loading...
+ 71 hidden pages