VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te
zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken
door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het netsnoer beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het
instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door
gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Gebruik alleen het gespecificeerde voltage voor het instrument. Het
vereiste voltage kunt u op het naamplaatje van het instrument vinden.
• Sluit de stekker altijd op een geaarde stroombron aan. (Zie pagina 12
voor meer informatie over de stroomvoorziening.)
• Verwijder, alvorens u het instrument schoonmaakt, de stekker uit het
stopcontact. Zit nooit met natte handen aan een stekker.
• Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzameld heeft op de stekker.
PAS OP!
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen
zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker
trekken, nooit aan het snoer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
• Haal het de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd
niet gebruikt, of tijdens onweer.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten. Stel
het gewenste luisterniveau in door de volumeniveaus langzaam omhoog te draaien terwijl u het instrument bespeelt.
• Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme
koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of
schade aan de interne elektronica.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals
televisies, radio's of speakers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.
• Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone
doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op
het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen
verkleuren.
• Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga
voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik alleen de standaard/rek van dit instrument. Bij het bevestigen
van de standaard moet u alleen gebruik maken van de meegeleverde
schroeven. Doet u dit niet kan er schade ontstaan aan de interne
componenten of er voor zorgen dat het instrument valt.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u
gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op
met een KNO-arts.
■
DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
• Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij, waardoor de gegevens bewaard blijven, zelfs als het instrument uitstaat. Als
deze vervangen moet worden verschijnt de melding “Change internal
battery” in het LCD-scherm. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk uw data
backuppen, waarna de batterij vervangen moet worden door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de
batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha personeel.
• Leg de batterij niet op een plek die toegankelijk is voor kinderen,
aangezien een kind de batterij in zou kunnen slikken. Als dit echter toch
gebeurd moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
■
USER DATA OPSLAAN
• Bewaar frequent gegevens op een Memory Card (SmartMedia) op, om
te voorkomen dat u belangrijke data kwijtraakt door een bedieningsfout
of stuk gaan van het apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten
aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,
of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN: De producten
van Yamaha zijn voorzien van labels met daarop onderstaande markeringen, of stempels van deze illustraties. De
uitleg van deze plaatjes staat hieronder. Hou a.u.b. rekening met alle waarschuwingen op deze pagina, en de
waarschuwingen in het veiligheidsinstructie gedeelte.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
OPGEPAST: OM HET RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF
SCHOK TE VERMINDEREN; NIET DE ACHTERKANT VER-
ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE
WIJDEREN. ER KUNNEN DOOR DE GEBRUIKER GEEN
COVER (OR BACK). NO USER-SERVICEABLE
PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO
ONDERDELEN VERVANGEN WORDEN, LAAT ONDER-
QUALIFIED SERVICE PERSONNEL
HOUD OVER AAN ERKEND YAMAHA PERSONEEL
● Uitleg van de grafische symbolen
Het uitroepteken in een gelijkbenige driehoek
is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid
van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding van het product.
De bliksemflits met pijlpunt in een gelijkbenige
driehoek is bedoeld om u te wijzen op de
aanwezigheid van niet geïsoleerde "gevaarlijke" voltages in het instrument die u een
schok kunnen geven.
BELANGRIJKE MEDEDELING: Alle elektronische
producten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door
een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn
dat, als het product op de juiste manier wordt gebruikt,
er geen voorspelbare risico's zijn. Pas het instrument
NIET aan, en vraag ook anderen niet het instrument te
modificeren, als Yamaha zelf hier niet uitdrukkelijk om
verzocht heeft. Hierdoor kan de kwaliteit en de standaard
van veiligheid te kort schieten. Als er garantie geëist
wordt, en het instrument is wel aangepast, kan dit geweigerd worden.
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare
batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast
gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke
batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging
toe bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet op te
laden, te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij
kinderen. Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg.
Opmerking: in sommige gebieden bent u volgens de wet
verplicht stukke onderdelen te retourneren. U kunt dit
verzoek echter indienen bij uw dealer, zodat die ze weg
kan gooien of retourneren.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt
raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg
volgens de geldende wettelijke voorschriften voor producten
die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen, neem dan contact op met Yamaha.
OPMERKING: Service onkosten, te wijten aan een ge-
brek aan kennis over hoe een functie of een effect werkt
(mits het instrument functioneert zoals het hoort) vallen
niet onder de garantie, en zijn derhalve uw verantwoording.
Bestudeer de handleiding derhalve aandachtig en neem in
het geval van twijfel eerst contact op met uw dealer,
alvorens het instrument zelf van service te voorzien.
NAAMPLAATJE: Onderstaande illustratie geeft de lokatie van het naamplaatje aan. Het typenummer, het serienummer, de voedinggegevens e.d. vindt u op dit plaatje.
U moet het typenummer, het serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren en deze handleiding bewaren
als bewijs van aankoop.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN: De
informatie in deze handleiding is correct op het moment
dat het gedrukt wordt. Yamaha heeft echter het recht om
wijzigingen om de specificaties te wijzigen zonder hiervoor eerst over te berichten, of de verplichting aan te gaan
alle voorgaande modellen te updaten (van de nieuwigheden te voorzien).
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar producten
die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn.
We zijn ervan overtuigd dat onze producten en
productiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de
letter en de geest van de wet willen we u van het volgende
op de hoogte brengen:
92-469 1-06-00
POWER AC INLET
ON OFF
Model
Serie Nr.
Aanschafdatum
ñ
4
Introductie
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha S80 Music Synthesizer.
Uw nieuwe S80 synthesizer maakt gebruik van het hoog aangeprezen AWM2
klankopwekkingsysteem, waarmee u super-realistisch geluiden kunt creëren. U kunt deze geluiden
via het 88-noten gewogen toetsenbord bespelen. Het ondersteunt tevens los verkrijgbare Plug-in
boards die wellicht een ander klankopwekkingsysteem van uw keuze bieden, waarmee u
fantastische synthesizer-geluiden kunt produceren.
U kunt al deze geluiden met de ingebouwde afspeelfuncties zoals de Arpeggiator en Sequencer
afspelen. U kunt via het regelpaneel met de Quick Access functie snel en direct toegang tot diverse
geluids-genres verkrijgen.
Andere functies zijn bijvoorbeeld Effecten en Control sets (voor real-time besturing van diverse
geluidsparameters met verschillende controllers.) Dit soort functies maken deze synthesizer ideaal
voor ieder soort optreden of studio opname.
Zodra u een geluid wijzigt, kunt u met de [PAGE] knop tussen de schermen schakelen en met vijf andere
knoppen en de [DATA] knop de parameter-waarden wijzigen. Dit maakt het proces van geluiden wijzigen
sneller en eenvoudiger. Lees, om het meeste uit uw synthesizer te halen, deze handleiding zorgvuldig door.
Berg deze handleiding, nadat u het gelezen heeft, voor later gebruik op een veilige plaats op.
Over deze Handleiding
Deze handleiding bestaat uit twee gedeelten:
■ Basis Gedeelte (Pag. 6)
Legt uit hoe u met de synthesizer moet beginnen, de algemene handelingen, en hoe u de belangrijkste functies
en mogelijkheden kunt gebruiken.
■ Referentie Gedeelte (Pag. 64)
Legt de parameters van de diverse Modes van de synthesizer uit.
Inhoud van de Verpakking
• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Data Lijst
• Performance Lijst
• AC Stroomsnoer
• Installatie Gids
• CD-ROM (TOOLS voor S80 & CS6x/CS6R)
De meegeleverde CD-ROM
Op deze CD-ROM staan applicaties voor uw synthesizer. Met de Voice Editor applicatie kunt u de geluiden van de
synthesizer met behulp van een grafisch scherm wijzigen. Met de Card Filer applicatie kunt u data tussen de
computer en synthesizer versturen/ontvangen. In de aparte Installatie gids of de on-line handleidingen wordt hier
verder op ingegaan.
Probeer de eerste track op de cd (waar de software staat) NOOIT op een audio CD speler af te spelen. Dit kan kan uw
gehoor of de CD speler/luidsprekers beschadigen.
Het kopiëren of commercieel beschikbaar maken van de muziek sequence data en/of audio bestanden is strikt verboden, tenzij voor eigen gebruik.
De illustraties en LCD schermen zoals deze in de handleiding voorkomen zijn alleen bedoeld als voorbeeld, en kunnen er op uw instrument anders
uitzien.
De bedrijfs- en productnamen in deze handleiding zijn handelsmerken of gepatenteerde handelsmerken van de bewuste bedrijven.
5
Basis Gedeelte
De Knoppen en Aansluitingen ....................................6
Lees voor Gebruik ......................................................12
Stroomvoorziening ..............................................12
Aansluitingen........................................................13
De S80 Aanzetten ................................................19
Basis Handelingen ......................................................21
Een Mode Selecteren............................................21
Een Screen Selecteren ..........................................23
Data Invoeren ......................................................24
Demo Afspelen ..........................................................26
Voices en Performances..............................................27
Een Voice Bespelen ..............................................27
Een Performance Bespelen ..................................29
Een Overzicht van de S80 ........................................31
Controller Gedeelte ..............................................31
Sequencer Gedeelte ..............................................31
Toon Generator Gedeelte ....................................32
Effects Gedeelte ....................................................34
Over de Modes............................................................35
Voices ..........................................................................36
Een Overzicht van de Voices/Waves ..................37
Waves ....................................................................38
Performances ..............................................................39
Ideaal voor Live gebruik ............................................40
1 Arpeggiator ........................................................41
2 Gebruik maken van Controllers ......................43
Voice Edit ....................................................................50
Effects....................................................................55
Gebruik als Master Keyboard
(Performance Mode) ..................................................57
Gebruik als Multi-timbrale Toon Generator
(Performance Mode) ..................................................62
Referentie Gedeelte
Voice Mode..................................................................64
Voice Play..............................................................64
Voice Edit ..............................................................68
Voice Job Mode ..................................................105
Voice Store ..........................................................106
Performance Mode ..................................................107
Performance Play ..............................................107
Performance Edit ..............................................111
Performance Job Mode ......................................130
Performance Store ..............................................131
Sequence Play Mode ................................................132
Utility Mode..............................................................134
Utility Job Mode ................................................141
Card Mode ................................................................142
Appendix
Over de Plug-in Boards (Los verkrijgbaar) ............148
Display Boodschappen..............................................151
Problemen Oplossen ................................................152
Specificaties ..............................................................155
Index..........................................................................156
Inhoudsopgave
CONTROL SLIDER
1234
VOLUME
PITCH MODULATION
GAIN
.....
A/D INPUT PHONES OUTPUT
L
/
MONO R 1 2
INDIVIDUAL OUTPUT SUSTAIN BREATH TO HOST HOST SELECT
IN OUT
M
IDI
THRU
FOOT
VOLUME
FOOT
CONTROLLER
FOOT
SWITCH
PITCH bend wheel (Pag. 43)
Bestuurt het pitch bend effect. U kunt aan deze
controller ook andere functies toewijzen.
MODULATION wheel (Pag. 43)
Bestuurt het modulation effect. U kunt aan deze
Controller tevens andere functies toewijzen.
[VOLUME] Schuif (Pag. 20)
Wijzigt het algehele volume. Schuif deze omhoog om
het volume uit de OUTPUT L/R aansluitingen en de
PHONES aansluiting te verhogen.
Control Schuiven (Pag. 61)
In de Master Keyboard mode, kunt u met deze
schuiven de aan deze schuiven toegewezen functies
(als Control Change boodschappen) besturen. Iedere
schuif bestuurt één van de vier zones.
6
Basis Gedeelte
De Knoppen & Aansluitingen
Regelpaneel
CARD
3.3V
DATAPAGE
PART/ELEMENT
ABC12
SHIFT
ASSIGNABLE KNOB
LCD (Liquid Crystal Display)
Dit is een verlicht display met twee regels.
[PAGE] knop (Pag. 23)
Schakelt in iedere mode tussen schermen. Iedere mode bevat
diverse schermen.
Knoppen [A], [B], [C], [1] en [2] (Pag. 24)
Deze knoppen besturen in iedere Play mode de respectievelijk
toegewezen functies. In de Edit Mode, wordt iedere knop gebruikt
om een waarde voor de toegewezen parameter in de display in te
geven. Afhankelijk van de handeling of het scherm waar u bent,
hebben deze knoppen andere functies. Knoppen [A] tot [C] kunnen
aan systeembesturingsfuncties toegewezen worden (pag. 46, 136).
Aan knoppen [1] en [2] kunnen besturingsfuncties toegewezen
worden die Voices beïnvloeden.
[DATA] knop (Pag. 25)
Hiermee kunt u de door de cursor aangegeven parameter in waarde
verhogen of verlagen.
[SHIFT] knop (Pag. 23)
In Voice of Performance Play Mode, wordt als u de [SHIFT] knop indrukt een
scherm getoond waarmee u de Octaaf parameter en het MIDI verstuurkanaal
(Pag. 23) kunt bekijken of wijzigen. In iedere Edit mode, wordt wanneer u
deze knop indrukt terwijl u de [PAGE] knop draait, een scherm getoond
waarmee u snel tussen de Edit Mode schermen (Pag. 23) kunt schakelen. Als
u deze knop ingedrukt houdt en aan de van de [A] - [D], [1] ~ [2] of [DATA]
knop draait of de [INC/YES] of [DEC/NO] knop indrukt, kunt u de cursor
verschuiven zonder dat een parameterwaarde wijzigt (Pag. 24).
EF
BYPASS
M
ASTER
KEYBOARD
EXIT
DEC
/
NO I NC/YES
ENTER
STOREVOICE
M
ODE
UTILITY
EDIT JOB
PLAY
/
STOP
CARD
SEQ
PLAY
PERFORM
COMPARE
[ENTER] knop (Pag. 24, 25)
Druk, terwijl u een geheugenplaats of Bank voor een Voice of
Performance selecteert, op deze knop om een geheugenplaats te
bepalen. Deze knop gebruikt u tevens om een Job of Store
handeling uit te voeren.
[DEC/NO] knop (Pag. 24)
Hiermee kunt u de waarde van de door de cursor aangegeven
parameter verlagen. Hiermee kunt u tevens een Job of Store
handeling annuleren.
[INC/YES] knop (Pag. 24)
Hiermee kunt u de waarde van de door de cursor aangegeven
parameter verhogen. Hiermee kunt u tevens een Job of Store
handeling uitvoeren.
[EF BYPASS] knop (Pag 56)
Schakelt Effect Bypass aan/uit. Druk op deze knop (LED licht op)
om in de huidig gebruikte Voice of Performance de effecten uit te
schakelen (bypass). De uitgeschakelde effecten (Reverb, Chorus, of
Insertion) worden in de Utility Mode (Pag. 135) geselecteerd.
[MASTER KEYBOARD] knop (Pag. 57, 111)
Het S80 toetsenbord kan in Performance mode als MIDI master
toetsenbord gebruikt worden. Als de knop ingedrukt is en ingeschakeld is (de LED licht op), kunt u met het toetsenbord meerdere
op de S80 aangesloten MIDI geluidsmodules bespelen en besturen.
[EXIT] knop (Pag. 23)
De menu's en schermen van de S80 hebben een hiërarchische
structuur. Druk op deze knop om het huidige scherm te verlaten en
terug te keren naar het vorige niveau in de hiërarchie.
MODE knoppen (Pag. 21)
Hiermee kunt u Voice, Performance Utility of andere Modes te
selecteren.
SEQ knoppen (Pag. 26, 132)
Druk op de [SEQ] knop om naar Sequence Play Mode te gaan. Hier
kunt u vanaf een Memory Card een MIDI bestand afspelen. U kunt
met de [PLAY/STOP] knop het huidig geselecteerde bestand
afspelen of stoppen.
POWER
ON / OFF
AC INLET
PLG1EXT
DRUMDRUM
QUICK
ACCESS
INTPRE 2PRE1 PLG2
AB
A. PIANO E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRINGS BRASS SYNTH OTHER
CDEFGH
12345678
910111213141516
MEMORY knoppen (Pag. 27, 29, 65, 109)
Met deze knoppen kunt u een Voice of Performance Geheugen
selecteren. Druk op [ENTER] om het Geheugen te selecteren. In
Performance mode kunt u met de [EXT], [PLG1] en [PLG2] knoppen
de A/D Part, Plug-in 1 Part en Plug-in 2 Part selecteren. Met de
[PRE1] en [PRE2] knoppen selecteert u "Common" (voor alle parts).
BANK [A] t/m [H] knoppen (Pag.
65, 109)
Iedere knop selecteert een Voice of Performance Bank. Iedere Bank bevat
zestien Voices of Performances. In Voice Edit mode, selecteren de BANK
[A] t/m [D] knoppen een Voice Element (ELEMENT SELECT), en de BANK
[E] t/m [H] schakelen desbetreffende Voice Element aan of uit (ELEMENT
AAN/UIT) (Pag. 51). Als u de Master Keyboard Mode activeert met de
[MASTER KEYBOARD] knop, kunt u - als de Master Keyboard Mode
instelling (Performance Edit mode) op 4 zones staat - met knoppen [A] t/m
[D] respectievelijk Zones 1 t/m 4 selecteren.
PROGRAM/PART [1] t/m [16] knoppen (Pag. 65, 109)
Iedere knop selecteert een Voice of Performance in de huidige Bank. In
Voice Edit mode, selecteert iedere PROGRAM/PART knop het toegewezen
edit menu (Pag. 70). Deze knoppen selecteren in Performance mode
respectievelijk Parts [1] t/m [16].
[QUICK ACCESS] knop (Pag. 68)
Zodra u op de [QUICK ACCES] knop drukt (LED licht op), kunt u met
de BANK knoppen [A] t/m [H] direct Categorien kiezen, en met de
PROGRAM knoppen [1] t/m [16] Voices kiezen.
POWER AC INLET
ON OFF
CARD
3.3V
POWER schakelaar (Pag. 19)
Hierme schakelt u de
synthesizer aan of uit.
FOOT CONTROLLER
aansluitingen (Pag. 18, 44)
Hierop kunt u een los
verkrijgbare foot controller
aansluiten (FC7, enz.). Met
een foot controller kunt u
klankkleur, volumes en
dergelijke met uw voet
besturen.
FOOT VOLUME aansluiting
(Pag. 18, 44)
Hierop kunt u een los verkrijgbare foot
controller aansluiten (FC7, enz.).
Hiermee kunt u het algehele volume
van het instrument met uw voet
instellen. In Utility Mode kunt u aan
deze controller Volume of Expression
toewijzen.
INDIVIDUAL OUTPUT 1 en 2 aansluitingen
(Pag. 13)
Hieruit worden lijnniveau audiosignalen de
synthesizer uitgestuurd. Deze signalen zijn
gescheiden van diegene uit de OUTPUT
L/MONO en R aansluitingen. In
Performance mode kunt u selecteren
welke Parts via deze uitgang uitgestuurd
moeten worden.
AC INLET aansluiting (Pag. 12)
Steek de stekker van het
meegeleverde stroomsnoer voordat u deze in het
stopcontact steekt - hierin.
CARD sleuf (Pag. 142)
Steek hier een Memory Card
in om data van/naar het
instrument te sturen. Lees
voor gebruik van een
Memory Card eerst de
Voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van een Memory
Card (Pag. 142).
MIDI IN, OUT, en THRU aansluitingen (Pag. 15)
MIDI IN ontvangt MIDI boodschappen van
een extern MIDI apparaat. Gebruik deze om
de synthesizer vanaf een extern MIDI
apparaat te besturen. MIDI OUT verstuurt
door de synthesizer gegenereerde MIDI
boodschappen, zoals gespeelde noten of het
draaien aan de knoppen, naar een externe
MIDI geluidsmodule of ander apparaat. MIDI
THRU stuurt binnenkomende signalen van de
MIDI IN door. Hierop kunt u andere MIDI
apparaten aansluiten.
MIDI
OUTTHRU IN
HOST SELECT TO HOST BREATH SUSTAIN
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
FOOT
VOLUME
Mac
PC-1PC-2
MIDI
INDIVIDUAL OUTPUT
OUTPUT
1 R L MONO PHONES A D INPUT GAIN
2
SUSTAIN aansluiting
(Pag. 18, 44)
Hierop kunt u een
los verkrijgbare
voet-schakelaar
(FC4 of FC5)
aansluiten. U kunt
de voetschakelaar
als een pedaal van
een akoestische
piano, zoals bijv.
sustain gebruiken.
FOOT SWITCH aansluiting (Pag. 18, 44)
Hierop kunt u een los
verkrijgbare voetschakelaar (FC4 of
FC5) aansluiten. Met
de voetschakelaar
kunt u een door u
gespecificeerde
functie (Pag. 53, 165)
met uw voet aan/uit
schakelen.
PHONES aansluiting (Pag. 13)
Hierop kunt u een hoofdtelefoon
aansluiten.
OUTPUT L/MONO en R aansluiting
(Pag. 13)
Via deze uitgangen worden
lijnniveau audio signalen
uitgestuurd. Gebruik voor mono
geluiden alleen de L/MONO
aansluiting.
GAIN knop
(Pag. 63
)
Hiermee kunt u de
ingangsgevoeligheid van
de audio signalen van de
A/D INPUT aansluiting
instellen. Stel deze als u
een A/D Input Part
gebruikt afhankelijk van
het aangesloten apparaat
in (microfoon, ander
instrument, enz.).
A/D INPUT aansluiting (Pag. 14)
Via deze aansluiting kunt u een extern audio
signaal aansluiten. Als in een Performance
een A/D Input Part gebruikt wordt, worden de
signalen van aangesloten apparaten mono
verwerkt.
HOST SELECT schakelaar
(Page 16)
Selecteer het computertype dat
via de TO HOST aansluiting op
de synthesizer aangesloten is.
TO HOST terminal
Hierop kunt u m.b.v. een los
verkrijgbare seriële kabel een
computer aansluiten (Pag. 16).
BREATH aansluiting
(Pag. 18, 44)
Hierop kunt u een los
verkrijgbare BC3 breath
controller aansluiten. U
kunt met de breath
controller afhankelijk van
uw blaaskracht het
uitgangsniveau of
klankkarakter van de
geluiden beïnvloeden.
12
Alvorens te beginnen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u uw synthesizer van stroom voorziet, audio en MIDI apparaten en
een computer aansluit. Schakel de synthesizer pas in als alle noodzakelijke verbindingen zijn gemaakt.
Het is aan te bevelen dit gedeelte goed te lezen alvorens de synthesizer te gebruiken.
Stroomvoorziening
1Let er op dat de POWER schakelaar van de synthesizer op OFF staat.
2Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op de AC INLET aansluiting op het achterpaneel van het
instrument.
3Sluit het andere eind van het stroomsnoer aan op het stopcontact. Let er op dat de synthesizer
voldoet aan de in uw gebied geldende spanningsnorm.
Let er op dat uw S80 ingesteld staat op de AC spanning die geldt in het gebied waar u zich bevindt (zie
achterpaneel). Als u het apparaat op een verkeerde spanning aansluit kan dit de interne elektronica beschadigen en
zelfs gevaarlijke schokken veroorzaken!
Gebruik alleen het met de S80 meegeleverde stroomsnoer. Mocht het stroomsnoer beschadigd of kwijt zijn, neem
dan contact op met uw Yamaha dealer. Het gebruik van een onjuist stroomsnoer kan brand of elektrische schokken
veroorzaken!
Stroomsnoer
(meegeleverd)
Achterpaneel
AC INLET aansluiting
13
Aansluitingen
Aansluiten op Externe Audio Apparatuur
Aangezien de synthesizer geen ingebouwde luidsprekers bevat, moet u de synthesizer op externe audio
apparatuur aansluiten. U kunt uiteraard tevens een hoofdtelefoon gebruiken.
Er zijn diverse manieren om externe audio apparatuur aan te sluiten, zoals u in de volgende illustraties
kunt zien.
Powered Speakers Aansluiten
Via een paar powered (van versterker voorziene) luidsprekers kunnen de rijke geluiden van het
instrument met hun eigen panorama en effect instellingen natuurgetrouw weergegeven worden. Sluit
de powered luidsprekers aan op de OUTPUT L/MONO en R aansluitingen op het achterpaneel.
Gebruik, als u slechts 1 powered luidspreker heeft, alleen de OUTPUT L/MONO aansluiting op het achterpaneel.
Aansluiten op een Mengpaneel
Naast de OUTPUT (L/MONO en R aansluitingen) zijn er tevens extra uitgangen. Deze vier uitgangen
kunt u aansluiten op een mengpaneel om zodoende van de max. 4 parts (in Performance Mode, Pag.
107) een eigen mix te maken. U kunt in Performance Edit Mode (Pag. 111) de signaalroute per Part
specificeren.
Powered speaker (Links) Powered speaker (Rechts)
Hoofdtelefoon
INPUTINPUT
PHONES
N.B.
OUTPUT
L/MONO
OUTPUT R
S80
14
Als u een hoofdtelefoon aansluit, beïnvloedt dat het geluid uit de OUTPUT (L/MONO en R) aansluitingen niet.
Hier kunt u dezelfde geluiden beluisteren als uit de OUTPUT aansluiting gestuurd wordt. U kunt de geluiden
vanuit de INDIVIDUAL OUTPUT 1 en 2 echter niet beluisteren.
Aansluiten op een Microfoon of andere Audio Apparatuur
Als u in een Performance een A/D Input Part gebruikt, worden de signalen van de hierop aangesloten
apparaten naar mono geconverteerd.
Als bovenstaande aansluitingen gereed zijn, bent u klaar om op te gaan nemen. Als u begint met opnemen, kan
het zijn dat u de inganggevoeligheid van de audiobron met de GAIN knop aan moet passen. Details over A/D
Input, en hoe u de inganggevoeligheid moet aanpassen, vindt u op pagina's 63 en 119.
Als u een verkeerd type audiobron aansluit (Pag. 119,120), bestaat de mogelijkheid dat uw gehoor en/of uw audio
apparaat beschadigt. Zorg ervoor dat deze parameter juist ingesteld staat.
Zet de GAIN knop op minimum, voordat u een apparaat op de A/D INPUT aansluiting aansluit.
U kunt op de A/D INPUT Part een externe audiobron aansluiten, om deze als Part in een Performance te
gebruiken. Details vindt u op Pag. 63 en 119.
Luidspreker
Versterker
OUTPUT L
INDIVIDUAL
OUTPUT1
R
INDIVIDUAL
OUTPUT2
R
Hoofdtelefoon
PHONES
L
Mengpaneel
12345678910111213141516LR
OUTPUT L /
MONO
R
S80
N.B.
CD Speler of andere audio apparatuur
(Intern naar Mono gemixt)
Microfoon
(mono apparaten)
A/D INPUT
S80
N.B.
N.B.
15
Externe MIDI Apparatuur Aansluiten
U kunt met behulp van een MIDI kabel (los verkrijgbaar) externe MIDI apparatuur aansluiten, en deze vanaf
deze synthesizer besturen. U kunt tevens met een extern MIDI toetsenbord of sequencer de interne geluiden
van de synthesizer besturen. Dit gedeelte toont enkele voorbeelden van het gebruik van MIDI.
De HOST SELECT schakelaar op het achterpaneel moet hiervoor op "MIDI" staan. Zo niet, dan wordt uit de MIDI
OUT aansluiting geen MIDI boodschappen verstuurd.
Besturing vanaf een extern MIDI Toetsenbord
Een extern MIDI Toetsenbord besturen
Met een Externe MIDI Sequencer opnemen en afspelen
MIDI IN
MIDI OUTMIDI IN
MIDI OUT
Externe MIDI
sequencer
S80
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI OUT
MIDI IN
Extern MIDI toetsenbord
of synthesizer
S80
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI OUT
MIDI IN
Extern MIDI toetsenbord
of synthesizer
S80
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
N.B.
16
Via MIDI THRU een Ander MIDI apparaat besturen
Met bovenstaande MIDI aansluitingen, kunt u vanuit de MIDI OUT aansluiting MIDI data versturen, terwijl
MIDI data vanaf de externe sequencer via de MIDI THRU aansluiting een externe MIDI synthesizer aanstuurt.
De MIDI kabel mag niet langer zijn dan 15 meter, en er wordt aangeraden dat er niet meer dan 3 apparaten in
een MIDI keten aangesloten zijn (via MIDI THRU in serie geschakeld). Wilt u meer apparaten aansluiten, dan
moet u een MIDI Thru box gebruiken. Als de kabels te lang zijn of er teveel apparaten via de MIDI THRU
aansluitingen op elkaar aangesloten zijn, kunnen er data fouten ontstaan.
Een Computer Aansluiten
Als er een computer aangesloten is, kunt u hiermee via MIDI data naar/vanaf de synthesizer
versturen/ontvangen. U kunt bijvoorbeeld met het meegeleverde Voice Editor programma de Voices
van de synthesizer aanpassen. U kunt met een ander programma - Card Filer - bestanden van/naar de
Memory Card (geplaatst in de CARD sleuf van de synthesizer) ontvangen/versturen.
Er zijn twee manieren om uw synthesizer op een computer aan te sluiten:
1:
Seriële aansluiting (de Seriële poort van de computer naar de TO HOST aansluiting op de
synthesizer)
2: MIDI aansluiting (de MIDI interface van de computer naar de MIDI IN en OUT van de
synthesizer)
De diverse computersystemen moeten verschillend aangesloten worden, zie hieronder.
1: Seriële poort naar TO HOST
IBM PC/AT
Macintosh
TO
HOST
Seri le kabel
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
Apple Macintosh
RS422
(Modem of
Printer poort)
S80
IBM PC/AT en compatibel
RS-232C
(DB9)
IBM
Personal System/V
PS/V
Personal System/V
TO
HOST
Seriële kabel
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
S80
Externe MIDI
sequencer
MIDI OUT
MIDI IN
Externe MIDI
synthesizer
MIDI THRU
MIDI OUT
MIDI IN
Externe MIDI synthesizer
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI IN
S80
N.B.
17
2: MIDI Interface naar MIDI IN en OUT
Bij gebruik van de MIDI Interface van de computer
Bij gebruik van een Externe MIDI interface
U moet hiervoor de juiste MIDI software (sequencer, editor, enz.) voor uw computersysteem gebruiken.
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI IN
Seriële kabel
MIDI OUT
S80
PS/V
MIDI
IBM
OUT
MIDI
IN
Computer met MIDI interface
Personal System/V
Personal System/V
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI IN MIDI OUT
MIDI Interface
MIDI OUT
MIDI IN
Computer
S80
N.B.
18
Diverse Controllers Aansluiten
De S80 bevat diverse controller aansluitingen op het achterpaneel, zoals FOOT SWITCH, SUSTAIN,
FOOT CONTROLLER, FOOT VOLUME en BREATH. U kunt hierop los verkrijgbare controllers zoals
een Foot Switch (FC4 of FC5), Foot Controller (FC7) en Breath Controller (BC3) aansluiten om de
klankkleur, volume, toonhoogte en andere parameters te besturen.
Details over deze controllers vindt u op pagina 44.
FOOT
SWITCH
FC4
of
FC5
FC4
of
FC5
FC7 FC7BC3
FOOT
CONTROLLER
FOOT
VOLUME
BREA TH
SUST AIN
MIDI
OUTTHRU IN
HOST SELECT TO HOST BREATH SUSTAIN
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
FOOT
VOLUME
Mac
PC-1PC-2
MIDI
INDIVIDUAL OUTPUT
OUTPUT
1 R L MONO PHONES A D INPUT GAIN
2
N.B.
19
Apparatuur inschakelen
Inschakelprocedure
Let er op, dat als alle aansluitingen tussen de synthesizer en andere apparaten gereed zijn, alle volume
instellingen op het absolute minimum staan. Zet daarna alle apparaten in de volgende volgorde aan:
MIDI masterapparaten (versturende apparaten), MIDI slaves (ontvangers), en daarna de audio
apparatuur (mengpaneel, versterkers, luidsprekers, enz.) Dit verzekert u van de juiste signaalvloeiing
vanaf het eerste tot het laatste apparaat (eerst MIDI, daarna audio).
Zodra u de apparatuur uitzet, moet u eerst alle volume instellingen weer op minimum zetten, en de
apparaten in omgekeerde volgorde uitzetten (eerst audio, dan MIDI).
Als de S80 MIDI ontvanger is:
De S80 Aanzetten
Zet, voordat u uw synthesizer aan/uit zet, eerst de volume instellingen van aangesloten audio apparatuur op minimum.
1Druk op de POWER schakelaar.
2Er wordt een kort intro scherm getoond.
3Hierna verschijnt het Voice of Performance Play Mode scherm.
VCE Play) PRE1:001(A01)[Sq:Generation]
EQLow-Q EQMid-G EQHi-G FLT-Rez HPF
Aan
Zetten !!!
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 L R
MIDI verstuurder Audio apparatuur (eerst mengpaneel, dan versterker)
S80
(MIDI ontvanger)
N.B.
20
Als er een Memory Card in de Card sleuf zit, of u een los verkrijgbaar Plug-in board heeft geïnstalleerd,
kunt u er andere schermen verschijnen voordat het Voice of Performance Play Mode scherm verschijnt.
Als er voorheen een Memory Card in de Card sleuf zat, ziet u een scherm waar de bestanden vanuit het
EXT geheugen ingeladen worden.
Als er een nieuwe Memory Card in de Card sleuf zit (of één die nog nooit gebruikt is), ziet u een
scherm waar in het EXT Memory (geheugen) een basis file gecreëerd wordt.
Als u een Plug-in board geïnstalleerd heeft, ziet u een scherm dat toont dat het Plug-in board aanwezig
is.
Het laatste scherm na het aanzetten kan afhankelijk van de Power On Mode instelling (Utility Mode, Pag 135)
verschillen.
4Zet, indien nodig, het volume van de versterker hoger.
5Pas de [VOLUME] schuif van de synthesizer in op een goed hoorbaar volumeniveau.
Over Memory Cards
U kunt diverse soorten data - Voice, Performance, Plug-in, Sequence Chain enzovoorts - op een Memory
Card opslaan. De ingebouwde Card sleuf maakt gebruik van 3.3 Volt Memory Cards (SmartMedia).
Lees, voordat u Memory Cards gebruikt, de voorzorgsmaatregelen en hoe u deze moet gebruiken (Pag 142).
• Een Memory Card Formatteren
U kunt op een nieuwe Memory Card niet direct bestanden opslaan. De Card moet in Card Mode (Pag.
147) eerst geformatteerd worden.
• Data Opslaan en Inladen
U kunt op een geformatteerde Memory Card diverse data als bestanden opslaan. Iedere file op de Card
kan wanneer u wenst ingeladen worden.
U kunt data zoals System, Voice, Performance, Plug-in, Sequence Chain data en dergelijk opslaan en
inladen. Aangezien Sequence Chain data tijdelijk in het buffer geheugen van de synthesizer staat en
gewist wordt zodra u de synthesizer uitzet, kunt u de data eerst op Memory Card opslaan.
Details over het formatteren, opslaan en inladen van een Memory Card en een overzicht van de
herkende bestandstypen, vindt u op pagina 143.
N.B.
N.B.
21
Basis Handelingen
In dit gedeelte worden de basishandelingen van de synthesizer besproken.
Een Mode Selecteren
Er zijn diverse Modes beschikbaar - Voice Play Mode, Performance Play Mode, enz. - die het stuk voor
stuk mogelijk maken om efficiënt met de diverse functies van de synthesizer te werken.
Op pagina 35 vindt u een overzicht van de beschikbare Modes.
Er zijn voor de Voices en Performances aparte Play Modes. Gebruik, om deze modes te selecteren, de
juiste MODE knop ([VOICE] voor Voice Play Mode, [PERFORM] voor Performance Play Mode).
Er zijn tevens aparte Edit en Job Modes voor Voices en Performances. Druk, om Edit of Job Mode te
selecteren, in de gewenste Play Mode simpelweg op de [EDIT] of [JOB] knop.
Druk, als u Voices of Performances wilt opslaan (Store), in Voice of Performance Mode simpelweg op
de [STORE] knop om naar Store Mode te gaan.
Andere Modes zijn zoal de Utility Mode, waar u specifieke systeem-instellingen kunt wijzigen, Card
Mode, waar u Memory Card taken kunt uitvoeren, en Sequence Mode, waar u MIDI song bestanden
kunt afspelen of een Sequence Chain kunt creëren. (Druk op [UTILITY] voor Utility Mode, [CARD]
voor Card Mode en op [SEQ] voor Sequence Mode.)
STOREVOI CE
M
ODE
UTILITY
EDIT JOB
PLAY
/
STOP
CARD
SEQ
PLAY
PERFORM
COMPARE
6
43
82
75
1
Play Modes
1 Voice Play Mode (Pag. 64)
Druk, voor Voice Play Mode, op de
[VOICE] knop (LED licht op).
Druk, om uit een andere Mode te
gaan, op de desbetreffende knop
voor die Mode.
2 Performance Play Mode
(Pag. 107)
Druk, voor Performance Play
Mode, op de [PERFORMANCE]
knop (LED licht op). Druk, om uit
een andere Mode te gaan, op de
bewuste knop voor die Mode.
PFM Play) INT:001(A01)[--:Init Perf ]
EQLow-G EQMid-G EQHi-G ------- -------
VCE Play) PRE1:001(A01)[Sq:Generation]
EQLow-G EQMid-G EQHi-G FLT-Rez HPF
Edit Modes
Als u zich in een Play Mode
bevindt, drukt u, om naar de
respectievelijke Edit mode te
gaan, simpelweg op de [EDIT]
knop (LED licht op).
3 Voice Edit Mode (Pag. 68)
Druk in Voice Play Mode op de
[EDIT] knop. Druk, om uit een
andere Mode te gaan, op de juiste
knop voor die Mode, of druk op
de [EXIT] knop om naar Voice
Play Mode terug te keren.
GEN Name) Ctgry a-Z 0-? Cursor
C 1234 [Pf:Init Voice]
3 Performance Edit Mode
(Pag. 111)
Druk in Performance Play Mode
op de [EDIT] knop. Druk, om uit
een andere Mode te gaan, op de
desbetreffende knop voor die
Mode, of druk op de [EXIT] knop
om naar Performance Play Mode
terug te keren.
GEN Name) Ctgry a-Z 0-? Cursor
Common [--:Init Perf ]
N.B.
22
Job Modes
Als u zich in een Play Mode
bevindt, drukt u, om naar de
respectievelijke Job mode te
gaan, simpelweg op de [JOB]
knop (LED licht op).
4 Voice Job Mode (Pag. 105)
Druk in Voice Play Mode op de
[JOB] knop. Druk, om uit een
andere Mode te gaan, op de
juiste knop voor die Mode, of
druk op de [EXIT] knop om
naar Voice Play Mode terug te
keren.
4 Performance Job Mode
(Pag. 130)
Druk in Performance Play Mode
op de [JOB] knop. Druk, om uit
een andere Mode te gaan, op de
juiste knop voor die Mode, of druk
op de [EXIT] knop om naar
Performance Play Mode terug te
keren.
4 Utility Job Mode (Pag. 141)
Druk in Utility Mode op de
[JOB] knop. Druk, om uit een
andere Mode te gaan, op de
juiste knop voor die Mode, of
druk op de [EXIT] knop om
naar Utility Mode terug te keren.
MSTR TG) Vol NoteShift Tune
Sys 127 +63 +102.3c
PFM Initialize)
Job Current Perform
VCE Initialize)
Job Current Voice
Andere Modes
5 Utility Mode (Pag. 134)
Druk, om naar Utility Mode te
gaan, op de [UTILITY] knop
(LED licht op). Druk, om uit
een andere Mode te gaan, op de
juiste knop voor die Mode.
6 Card Mode (Pag. 142)
Druk, om naar Card Mode te
gaan, op de [CARD] knop (LED
licht op). Druk, om uit een
andere Mode te gaan, op de
juiste knop voor die Mode.
7 Sequence Play Mode
(Pag. 132)
Druk, voor Sequence Play
Mode, op de [SEQUENCE]
knop (LED licht op). Druk, om
uit een andere Mode te gaan, op
de juiste knop voor die Mode.
Als er vanaf een externe MIDI
apparaat system exclusive
boodschappen ontvangen
worden, gaat de LED van de
huidig geselecteerde Play Mode
(Voice of Performance)
knipperen.
8 Store Modes
(Pag. 106, 131)
Druk, om in een Play of Edit
Mode snel naar desbetreffende
Store Mode te gaan, simpelweg
op de [STORE] knop. Druk, om
uit een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode, of druk op de [EXIT]
knop om naar Play Mode terug
te keren.
VCE [Sq:Generation] >[Pf:Slamming ]
Store INT:001(A01)
MSTR TG) Vol NoteShift Tune
Sys 127 +63 +102.3c
Save) Type File A-? Cursor
Card all ***[NEWFILE .S2A]
SEQ) File:[ ] Perf
Chain00 001 ⁄= 120 Meas=001 INT:128
N.B.
23
Een Scherm
Selecteren
U kunt met behulp van de [PAGE] knop en de
[SHIFT], [PROGRAM/PART], [EXIT] en
[ENTER] knoppen tussen de schermen schakelen.
[PAGE] Knop
Normaal gesproken zijn er in iedere Mode diverse
schermen en sub-schermen.U kunt met de [PAGE]
knop tussen de schermen schakelen.
Zoals hieronder getoond wordt, verschijnt de "¥"
indicator links in het scherm zodra er zich meer
schermen voor of achter het huidige scherm
bevinden. Bij het eerste scherm in een serie, ziet u
de "∂" indicator, die aantoont dat er meer
schermen volgen, maar er geen schermen voor
zijn. Op het laatste scherm, ziet u de "µ"
indicator die aangeeft dat er schermen voor zijn,
maar daarachter niet meer.
[SHIFT] Knop
Als u in Voice Play mode de [SHIFT] knop
ingedrukt houdt, kunt u als volgt de parameters
op het scherm wijzigen.
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC1 2
(Oct= +3) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
(Tch= 1)
LFO Depth)
EL1234
Indicator
SHIFT PAGE AB
VCE Srch) PRE1:
Memory
Volgende schermVorige scherm
Sommige Modes bevatten meerdere schermen. In
dat geval houdt u - om naar een specifiek scherm
te gaan - de [SHIFT] knop ingedrukt terwijl u aan
de [PAGE] knop draait.
Als u bijvoorbeeld in Voice Edit Mode de [SHIFT]
knop ingedrukt houdt terwijl u de [PAGE] knop
gebruikt, wordt het volgende scherm getoond.
Selecteer met de cursor (≥), een specifiek item, en
laat de [SHIFT] knop los om het parameter
scherm voor dat item te openen.
De [SHIFT] knop heeft meerdere functies, die later
in deze handleiding beschreven worden.
PROGRAM/PART knoppen
Met de PROGRAM/PART knoppen kunt u in Voice
Edit Mode de onder de knoppen staande items
selecteren, en naar desbetreffende schermen gaan.
[EXIT] Knop
Druk, om in de hiërarchische menu structuur één
niveau omhoog te gaan of terug te keren naar het
vorige scherm, op de [EXIT] knop.
De [EXIT] knop heeft meerdere functies, die later in
deze handleiding beschreven worden.
Cursor
GENíOther) Com:>GEN≥QED>ARP>CTL>LFO>EFF
EL1234 Elem:>OSC>PCH>FLT>AMP>LFO>EQ
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
N.B.
DATAABC1 2
12345678
GENERAL QED ARPEGGIO CONTROL COM LFO EFFECT
910111213141516
OSC PITCH FILTER AMPLITUDE LFO EQ PLG
EF
MASTER
KEYB OARD
BYPASS
EXIT ENTER
DEC/NO INC/YES
N.B.
24
[ENTER] Knop
Normaal gesproken wordt de [ENTER] knop
gebruikt om parameter instellingen uit te voeren. In
sommige gevallen verschijnt echter het volgende
scherm dat vraagt om [ENTER] in te drukken.
De [ENTER] knop heeft meerdere functies, die later
in deze handleiding beschreven worden.
Data Invoeren
U kunt met behulp van de knoppen direct de
respectievelijk parameters op het scherm wijzigen.
Daarnaast kunt u de cursor (≥) naar een parameter
verplaatsen en met de [INC/YES] en [DEC/NO]
knoppen of [DATA] knop de waarde invoeren.
Knoppen [A], [B], [C], [1] en [2]
Iedere parameter in een scherm is normaal
gesproken aan de knoppen ([A], [B], [C], [1] of [2])
onder de display toegewezen. Als u één van deze
knoppen gebruikt, verschuift de cursor (≥) naar de
respectievelijke parameter en kunt u de waarde
wijzigen. U kunt bijv. met knop [B] in het volgende
scherm de Level instelling wijzigen. Draai de knop
met de klok mee om de waarde te verhogen, draai
tegen de klok in om de waarde te verlagen.
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC 12
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 ≥ 96 0 ins2
De Cursor Verplaatsen
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u een knop
([A], [B], [C], [1] of [2]) gebruikt, kunt u de
cursor (≥) naar de bewuste parameter op het
scherm verplaatsen zonder de waarde te wijzigen.
[INC/YES] en [DEC/NO] Knoppen
U kunt met de [INC/YES} knop een waarde met
één stap verhogen, en met de [DEC/NO] knop één
stap in waarde verlagen. Als u één van knoppen
ingedrukt houdt, blijft de waarde
verlagen/verhogen.
U kunt met deze knoppen tevens - als u om
bevestiging gevraagd wordt - de vraag met "YES"
(ja) of "NO" (nee) beantwoorden.
De Cursor Verplaatsen
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op
[INC/YES] of [DEC/NO] drukt, kunt u de cursor
tussen parameters op het scherm verplaatsen
zonder de waarde te wijzigen.
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC 12
VCE Play) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
EQ Low EQ Mid ≥EQ Hi Cutoff RevTime
DEC/NO INC/YES
Cursor
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC 12
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 96 ≥ 0 ins2
EF
MASTER
BYPASS
KEYBOARD
EXIT ENTER
DEC/NO INC/YES
EFFíEF1) Ctgry Type [ENTER]
C 1234 MOD Tremolo to Edit
N.B.
25
[DATA] Knop
Met deze knop kunt u de parameterwaarde op
plaats van de cursor wijzigen. Draai de knop met
de klok mee om de waarde met één te verhogen,
draai tegen de klok in om de waarde met éénte
verlagen.
De Cursor Verplaatsen
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u de
[DATA] knop naar links of rechts draait, kunt u
de cursor naar een parameter op het scherm
verplaatsen zonder de waarde te wijzigen.
[ENTER] Knop
Gebruik deze knop om een instelling vast te
zetten (bijv. als deze knippert). De [ENTER] knop
wordt tevens gebruikt om een Job of Store
handeling uit te voeren, hetgeen later in de
handleiding wordt besproken.
DEC/NO INC/YES
EXIT ENTER
EF
BYPASS
MASTER
KEYBOARD
SHIFT PAGE DATAABC1 2
VCE Play) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
EQ Low EQ Mid ≥EQ Hi Cutoff RevTime
Cursor
SHIFT PAGE DATAABC1 2
VCE Play) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
EQ Low EQ Mid ≥EQ Hi Cutoff RevTime
Cursor
Parametertypen (Absoluut en relatief)
Er zijn vele manieren om parameters te
wijzigen. Sommige parameters vereisen directe
getallen of letters.
Bij andere kunt u uit een aantal beschikbare
instellingen kiezen. Verder zijn sommige
parameter absoluut waar andere relatief zijn.
De absolute parameter in de volgende
illustratie kan bijvoorbeeld op "Mono" of
"Poly" ingesteld worden. Bij andere absolute
parameters zoals Volume, kan deze ingesteld
worden op een waarde tussen 0 en 127. De
Volume instelling heeft een lineaire, één-op-
één relatie met het daadwerkelijk volume,
zoals onderstaande grafiek toont.
Relatieve parameters zijn echter niet lineair.
Onderstaande grafiek toon de rol van de
Velocity Offset parameter. De hier ingestelde
waarde, bekend als "offset", wordt opgeteld of
afgehaald van de daadwerkelijke waarde. Bij
Velocity Offset wordt de gespecificeerde
waarde opgeteld of afgehaald van de
daadwerkelijk Velocity (aanslaggevoeligheid)
waarde van de noten die u op het toetsenbord
speelt. Soms worden dit soort relatieve
parameters als percentage ingesteld.
127
Volume
1 Volume (absoluut)
0
Volume
offset toegevoegd -10
Daadwerkelijke velocity
offset toegevoegd +10
2 Velocity offset (relatief)
0
-64
Offset
+64
QEDíLevel) Vol Pan RevSend ChoSend
C 1234 127 C 127 127
0~127
GEN Other) Mode Assign MicroTuning
C 1234 poly single 31:Indian
mono/poly
26
De Demo Afspelen
Er worden bij deze synthesizer diverse demo songs meegeleverd. U kunt deze als volgt afspelen.
Zorg ervoor dat de synthesizer gereed is voor afspelen. Details vindt u in "Alvorens te Beginnen" op Pag. 12.
In het "SEQ Demo" scherm, wordt alle data in het interne geheugen (System, Interne Voices en dergelijk)
overschreven door de data voor de demo song. Sla belangrijke data op Memory Card op voordat u doorgaat.
1Druk, om naar Sequence Play Mode te gaan, op de SEQ PLAY knop. Het volgende scherm verschijnt.
Er zijn in Sequence Play Mode twee schermen. Schakel met de [PAGE] knop naar bovenstaand scherm.
2Druk, om het SEQ Demo scherm op te roepen, op de [INC/YES] knop.
Druk, om het afspelen van de demo te stoppen, op de [DEC/NO] knop.
3Druk, om het afspelen van de song te starten, op de [PLAY/STOP] knop.
4Druk, om het afspelen van de song te stoppen, nogmaals op de [PLAY/STOP] knop.
Aan het einde van de song begint de song automatisch nogmaals te spelen.
U kunt het tempo van het afspelen wijzigen met de [TEMPO] of [C] knop. Selecteer, om het oorspronkelijke
tempo van de song te gebruiken, tempo waarde "***".
Details over Sequence Play Mode (en demo afspelen vanaf een Memory Card), vindt u op Pag. 132.
N.B.
N.B.
SEQ Demo)<< Are you sure? [YES]/[NO] >>
System,IntVoice will be changed.
N.B.
Demo song naam
SEQ Demo) Song:[DEMOSONG]
≥ 001 ⁄= 120
Demo song nummer Afspeel tempo
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
27
Voices en Performances
Een Voice Bespelen
Deze synthesizer, gebaseerd op het AWM2 klankopwekkingssysteem, biedt diverse preset Voices (256
Normal Voices en 8 Drum Voices). U kunt tevens uw eigen Voices creëren en deze in het interne
geheugen van het instrument (INT) of op een externe Memory Card (EXT) opslaan. Het interne en
externe geheugen kunnen beide tot maximaal 128 Normal Voices en 2 Drum Voices bevatten. U kunt,
zoals hieronder uitgelegd wordt, van beide geheugengroepen Voices selecteren en bespelen.
1 [VOICE] knop
2 MEMORY knop
3 [DEC/NO]
en
[INC/YES]
knoppen
3 [DATA]
knop
PLG1EXT
DRUMDRUM
QUICK
ACCESS
INTPRE 2PRE1 PLG2
AB
A. PIANO
STOREVOICE
EF
BYPASS
M
ASTER
KEYBOARD
M
ODE
UTILITYEXIT
DATAPAGE
PART/ELEMENT
ABC12
SHIFT
ASSIGNABLE KNOB
DEC
/
NO INC/YES
ENTER
EDIT JOB
PLAY
/
STOP
CARD
SEQ
PLAY
PERFORM
COMPARE
E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRI NGS BRASS SYNTH OTHER
CDEFGH
12345678
910111213141516
11
Druk op de [VOICE] knop
De [VOICE] knop LED licht op, hetgeen aangeeft
dat u in Voice Play mode bent. Het volgende
verschijnt in de display.
Nu kunt u de Voice (die op het scherm staat) met
het toetsenbord bespelen.
VCE Play) PRE1:001(A01)[Sq:Generation]
EQLow-G EQMid-G EQHi-G FLT-Rez HPF
STOREVOI CE
M
ODE
UTILITY
EDIT JOB
PLAY
/
STOP
CARD
SEQ
PLAY
PERFORM
COMPARE
22
Druk op een MEMORY knop om
een Voice Geheugen te selecteren
Er zijn 6 Voice Geheugens: PRE1 (Preset1), PRE2
(Preset2), INT (Intern), EXT (Extern), PLG1 (Plug-in
1) en PLG2 (Plug-in 2). Iedere Voice Geheugen bestaat
uit een aantal Banken (tot max. 8, A t/m H) waarin de
Voices opgeslagen zijn. De volgende illustratie toont
hoe de Voices in een Voice Geheugen opgeslagen zijn.
PLG1EXT
DRUMDRUM
INTPRE 2PRE1 PLG2
PRE1 (Preset 1)
Bank A~H
1~16
Voice
1~16
Voice
1~16
Voice
1~16
Voice
1~16
Voice
1~16
Voice
PLG2 (Plug-in 2)
Bank A~D
EXT (Extern)
Bank A~H
PRE2 (Preset 2)
Bank A~H
PLG1 (Plug-in 1)
Bank A~D
INT (Intern)
Bank A~H
Details over het selecteren van Voices met de
[DATA] knop of [DEC/NO] en [INC/YES] knop
vindt u op Pag. 66.
U kunt Voices tevens selecteren door gebruik te maken
van BANK en PROGRAM/PART knoppen, met de Quick
Acces functie, of met de Category Search functie. Details
over het selecteren van Voices vindt u op Pag. 65, 67 en
68.
Gebruik van Quick Access
Met Quick Acces kunt u snel in iedere Bankafhankelijk van hun Categorie - ieder van de
12 typen Preset Voices en 4 typen Interne
Voices (bij de fabrieksinstellingen) selecteren.
Details over de Voices die u met Quick Acces
kunt selecteren vindt u in de aparte Data
Lijst.
1 Druk, in Voice Mode, op de [QUICK ACCES]
knop. De LED licht op en Quick Acces wordt
aangezet.
Druk nogmaals op de knop, of schakel naar
een andere Mode op Quick Acces uit te zetten.
Als u Quick Acces aanzet, wordt de laatste
met Quick Acces gekozen Voice geselecteerd.
Als u Quick Acces aanzet terwijl u een Voice
aan het Editten (wijzigen) bent, wordt de
Voice niet gewijzigd voordat u via Quick
Acces een andere Voice selecteert.
Als Quick Acces aanstaat kunt u de
MEMORY knoppen niet gebruiken.
2
Selecteer met BANK [A] t/m [H] de
Categorie. Er zijn acht Categorieën (zie
onder). De Categorienamen staan naast de
respectievelijke BANK knoppen.
3
Selecteer met PROGRAM knoppen [1] t/m
[16] de Voice in de gespecificeerde Categorie.
De Voicenaam wordt in de display getoond.
In iedere BANK [A] t/m [H], selecteert u
Preset Voices met de PROGRAM knoppen [1]
t/m [12]. De vier overgebleven knoppen
(PROGRAM knoppen [13] t/m [16]) worden
voor het selecteren van vier van de interne
Voices gebruikt. Details over Voices vindt u in
de aparte Data Lijst. U kunt, door vier Voices
van uw keuze aan PROGRAM knoppen [13]
t/m [16] in iedere BANK toe te wijzen, deze
met de Quick Acces snel selecteren.
28
De Drum Voices zijn in aparte gedeelten van ieder
Geheugen opgeslagen, en kunnen als volgt
opgeroepen worden.
• Om Preset Drum Geheugens op te roepen
(PRE:DR1 ~ DR8):
Druk op tegelijkertijd op de MEMORY [PRE1]
en [PRE2] knoppen.
• Om User Drum Geheugens op te roepen
(INT:DR1/2, EXT:DR1/2):
Druk op tegelijkertijd op de MEMORY [INT]
en [EXT] knoppen.
PRE1 en PRE2 (Preset 1 en 2) zijn in intern ROM
(Read Only Memory) geheugen opgeslagen en kunnen
niet overschreven worden. INT (Intern) is opgeslagen
in RAM (Random Acces Memory) en bevatten de
fabrieksgeluiden. Deze kunnen overschreven worden,
maar de fabrieksinstellingen kunnen naar wens weer
opgeroepen worden.
EXT (Extern) is opgeslagen op een Memory Card in
de Card sleuf. Als er geen Memory Card in de sleuf
zit, en u probeert een EXT Voices te selecteren,
wordt "-----" in de display getoond en hoort u geen
geluid. Als er wel een Memory Card in de sleuf zit,
kunt u EXT Voices selecteren en bespelen. PLG1 en
PLG2 Voices kunnen alleen geselecteerd worden als
er een Plug-in board geïnstalleerd is.
33
Met de [DATA] knop of
[INC/YES] en [DEC/NO] knoppen
een Voice nummer selecteren
Draai de [DATA] knop met de klok mee of druk
op [INC/YES] om het Voice nummer te verhogen.
Draai de [DATA] knop tegen de klok in of druk
op [DEC/NO] om het Voice nummer te verlagen.
U kunt nu de geselecteerde Voice met het
toetsenbord bespelen.
DEC/NO INC/YES
EXIT ENTER
EF
BYPASS
MASTER
KEYBOARD
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC 12
VCE Play) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
EQ Low EQ Mid EQ Hi Cutoff RevTime
N.B.
N.B.
INTPRE 2PRE1 PLG2
DRUMDRUM
Om Preset Drum Voices te
selecteren (PRE:DR1 ~ DR8)
N.B.
Om User Drum Voices te selectere
(INT:DR1/2, EXT:DR1/2)
N.B.
PLG1EXT
N.B.
VCE Quick) INT:017(H01)[Pf:GrandPiano]
EQLow-G EQMid-G EQHi-G FLT-Frq ChoSend
N.B.
N.B.
N.B.
AB
A. PIANO E. PI ANO ORGAN GTR/BASS STRINGS BRASS SYNTH OTHER
CDEFGH
12345678
910111213141516
N.B.
QUICK
ACCESS
29
Een Performance Bespelen
In Performance Play mode, kunt u één van de 128 interne en 64 externe (Memory Card) Performances
selecteren en bespelen.
Een Performance is een set Voices die door de interne (of externe) sequencer gebruikt kan worden. Met
Performances kunt u de synthesizer multi-timbraal gebruiken.
Iedere Performance kan tot 16 Parts bevatten, ieder met zijn eigen Voice, plus extra Parts voor extra A/D
INPUT en Plug-in Boards. Als de Layer schakelaar (Pag. 123) parameter voor enkele Parts aanstaat,
kunnen deze Parts in unison bespeeld worden. Daarnaast kunt u meerdere Parts aan verschillende MIDI
kanalen toewijzen, zodat deze individueel via de interne (of externe) sequencer bespeeld of bestuurd
kunnen worden. U kunt in het intern geheugen maximaal 128 Performances opslaan en 64 op een Memory
Card. Deze Performance instellingen kunt u in Performance Edit Mode (Pag. 111) wijzigen. Hieronder
tonen wij hoe u met Performance Play kunt beginnen nadat u een Performance geselecteerd heeft.
1 [PERFORM] knop
2 MEMORY knop3 [DEC/NO]
en
[INC/YES]
knoppen
3 [DATA]
knop
PLG1EXT
DRUMDRUM
QUICK
ACCESS
INTPRE 2PRE1 PLG2
AB
A. PIANO
STOREVOICE
EF
BYPASS
M
ASTER
KEYBOARD
M
ODE
UTILITYEXIT
DATAPAGE
PART/ELEMENT
ABC12
SHIFT
ASSIGNABLE KNOB
DEC
/
NO INC/YES
ENTER
EDIT JOB
PLAY
/
STOP
CARD
SEQ
PLAY
PERFORM
COMPARE
E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRI NGS BRASS SYNTH OTHER
CDEFGH
12345678
910111213141516
11
Druk op de [PERFORM] knop
De [PERFORM] knop LED licht op, hetgeen
aangeeft dat u Performance Play Mode
geselecteerd heeft. Het volgende verschijnt in de
display.
Nu kunt u de Performance die in de display
getoond wordt via het toetsenbord bespelen.
PFM Play) INT:001(A01)[--:Init Perf ]
EQ Low EQ Mid EQ Hi -1 +0
STOREVOI CE
M
ODE
UTILITY
EDIT JOB
PLAY
/
STOP
CARD
SEQ
PLAY
PERFORM
COMPARE
22
Druk op een MEMORY knop
om een Performance Memory te
selecteren
Er zijn 2 Voice Geheugens: INT (Intern) en EXT
(Extern). Het INT geheugen is onderverdeeld in 8
Banken (A t/m H) van 8 Performances. Het EXT
geheugen is onderverdeeld in 4 Banken (A t/m D)
van 4 Performances.
INT (Intern) is opgeslagen in RAM (Random Acces
Memory) en bevatten de fabrieksperformances. Deze
kunnen overschreven worden, maar de fabrieksinstellingen kunnen naar wens weer opgeroepen worden.
EXT (Extern) is opgeslagen op een Memory Card in de
Card sleuf. Als er geen Memory Card in de sleuf zit, en u
probeert een EXT Voices te selecteren, wordt "-----" in de
display getoond en hoort u geen geluid. Als er wel een
Memory Card in de sleuf zit, kunt u EXT Voices selecteren
en bespelen.
EXT (Extern)
Bank A~D
1~16
Performance
PLG1EXT
INTPRE 2PRE1 PLG2
DRUMDRUM
INT (Intern)
Bank A~H
1~16
Performance
N.B.
N.B.
30
33
Met de [INC/YES] en
[DEC/NO] knoppen of [DATA]
knop een Performance Nummer
Selecteren
Draai de [DATA] knop met de klok mee of druk
op [INC/YES] om het Performance nummer te
verhogen. Draai de [DATA] knop tegen de klok in
of druk op [DEC/NO] om het Performance
nummer te verlagen.
U kunt nu alle Parts in de geselecteerde
Performance met het toetsenbord bespelen. Als de
Layer schakelaar (Pag. 123) parameter voor enkele
Parts aanstaat, kunnen deze Parts in unison
bespeeld worden. Probeer ook andere
Performances te selecteren.
Details over het selecteren van Performances met de
[DATA] knop of [DEC/NO] en [INC/YES] knop
vindt u op Pag. 66.
U kunt Performances tevens selecteren door gebruik
te maken van BANK en PROGRAM/PART knoppen, of met de Category Search functie. Details over
het selecteren van Performances vindt u op Pag. 109.
Tijdens de selectie kan het even duren voordat de
synthesizer gereed is. Dit is normaal en komt
doordat er meerdere Parts ingesteld moeten worden.
PFM Play) INT:001(A01)[--:Init Perf ]
EQLow-G EQMid-G EQHi-G ------- -------
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
EF
MASTER
KEYB OARD
BYPASS
EXIT ENTER
DEC/NO INC/YES
DATAABC 12
N.B.
N.B.
N.B.