Dit product gebruikt een batterij of een externe netvoeding
(adapter). Gebruik NOOIT een andere netvoeding of adapter
dan beschreven in de handleiding, op het naamplaatje, of
specifiek aanbevolen door Yamaha.
WAARSCHUWING: Plaats dit product niet daar waar men er
op kan gaan staan of erover kan struikelen of zware voorwerpen
over het stroomsnoer of ander snoer kan rollen. Het gebruik
van een verlengsnoer wordt afgeraden! Als het toch nodig is,
gebruik dan bij een lengte van 6 meter (of minder) minimaal
een 18 AWG snoer. OPMERKING: Hoe kleiner het AWG getal,
hoe groter de stroomcapaciteit. Raadpleeg voor grotere lengtes
een plaatselijke elektricien.
Dit product dient alleen gebruikt te worden met de meegeleverde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen
door Yamaha. Als er een karretje, etc. wordt gebruikt, volg
dan alle veiligheidsaanwijzingen en instructies op van die
accessoires.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding was correct op het moment
dat hij gedrukt werd. Yamaha behoudt zich echter het recht
voor om specificaties te veranderen of te modificeren zonder
voorafgaande mededeling of de verplichting om eerdere exemplaren te updaten.
Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een versterker en
hoofdtelefoon of luidspreker(s) kan wellicht geluidsniveaus produceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen
veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog
volumeniveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u
gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen,
raadpleeg dan een KNO-arts.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller er gehoorbeschadiging optreedt.
Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of
uitbreidingen worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele
hiervan moeten door de leverancier gemonteerd of geïnstalleerd worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel is
(zijn) en alle gemonteerde onderdelen (indien van toepassing)
stevig bevestigd zijn VOOR ingebruikname.
Door Yamaha geleverde banken zijn alleen ontworpen om op te
zitten. Andere toepassingen worden afgeraden.
OPMERKING:
Servicekosten die te wijten zijn aan gebrek aan kennis betreffende een functie of een effect (mits het apparaat werkt zoals
het hoort) vallen niet onder de aankoopgarantie en vallen
derhalve onder uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer deze
handleiding derhalve aandachtig en neem eerst contact op met
uw dealer voordat u een beroep doet op service.
Batterij:
Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare batterij bevatten,
die (indien van toepassing) vastgesoldeerd is. De gemiddelde
levensduur van deze batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkend
servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Dit product kan wellicht ook gebruikmaken van gewone batterijen. Sommige daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Let erop
dat u uitsluitend oplaadbare batterijen oplaadt en dat het
oplaadapparaat voor dat batterijtype geschikt is.
Gebruik, wanneer u batterijen plaatst, nooit oude en nieuwe
batterijen door elkaar, of batterijen van verschillende types.
Batterijen MOETEN correct worden geplaatst. Het in de verkeerde richting of foutief plaatsen kan oververhitting en schade
aan de batterijhouder veroorzaken.
Waarschuwing:
Probeer nooit een batterij te demonteren of te verbranden.
Houd batterijen altijd ver weg van kinderen. Gooi gebruikte batterijen meteen en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen
weg. Opmerking: Vraag een leverancier van batterijen naar
de plaatselijke verordeningen in verband met het weggooien
van batterijen.
Verwijdering:
Wanneer dit product beschadigd raakt en niet meer te repareren is of het einde van zijn levensduur bereikt heeft, verwijder
het dan volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen voor
producten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Zou uw
dealer niet in staat zijn u hiermee te helpen, neem dan direct
contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich op de bodemplaat van het
product. Het typenummer, serienummer, stroomvoorzieningsgegevens etc., kunt u hierop vinden. U kunt het typenummer,
het serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren en
deze handleiding bewaren, zodat u de gegevens snel terug
kunt vinden.
Model
Serienummer
Aankoopdatum
MILIEUPROBLEMATIEK:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig
als milieuvriendelijk zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat
onze producten en productiemethoden aan deze doelstellingen
voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet,
willen wij u van het volgende op de hoogte brengen:
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
92-BP (bottom)
Deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend bedoeld om u te
helpen zich de bediening van dit instrument eigen te maken.
Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
(2)AC-2
VOORZORGSMAATREGELEN
PRECAUTIONS
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor latere raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of
zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen
houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker
te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan
onmiddellijk het gebruik van het instrument en laat het nakijken door
gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen
op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen
vallen.
• Als het adapterstroomsnoer of de stekker beschadigd is, als er plotseling
geluidsverlies optreedt tijdens het gebruik van het instrument, of als er
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om lichamelijk letsel te voorkomen
aan u of anderen, of schade aan het instrument, of andere eigendommen. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar
zijn niet beperkt tot:
• Plaats het adaptersnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming
en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware
voorwerpen op, leg het uit de weg, zodat niemand er op trapt of erover kan
struikelen en zodat er niets overheen kan rijden.
• Als u de adapter uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken,
nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact dat een T-stuk bevat.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact
oververhitten.
• Haal de adapter uit het stopcontact als u het instrument niet gebruikt, of
tijdens onweer.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten
moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende
apparatuur aan- of uitzet, moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer
de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het
gewenste luisterniveau.
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude
of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming,
of in een auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne
elektronica te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals
televisies, radio's of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken
die invloed kan hebben op de prestaties van deze andere apparaten.
• Plaats het instrument niet op een instabiele plek waar het af kan vallen.
• Verwijder het adaptersnoer en andere kabels alvorens het instrument te
verplaatsen.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge,
schone doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v. thinner) oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats ook geen
voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument, aangezien deze
het paneel en het toetsenbord kunnen doen verkleuren.
plotseling een geur of rook uit het instrument komt, zet het instrument
dan onmiddellijk uit, trek de adapterstekker uit het stopcontact en laat het
instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven netadapter (PA-5C of een door
Yamaha aanbevolen equivalent). Het gebruik van een verkeerde adapter kan
schade aan het instrument, of oververhitting, veroorzaken.
• Trek altijd de adapter uit het stopcontact voordat u het instrument schoonmaakt. Trek nooit de adapter uit het stopcontact als u natte handen heeft.
• Controleer zo nu en dan de adapter en verwijder stof en vuil dat zich erop
heeft verzameld
• Leun niet op het instrument, en plaats er geen zware voorwerpen op, en ga
voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik uitsluitend de voor het instrument voorgeschreven standaard.
Gebruik bij het bevestigen van de standaard of het rack uitsluitend de
meegeleverde schroeven. Het gebruik van andere schroeven kan schade
toebrengen aan interne componenten of het instrument zou kunnen vallen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau,
aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een
KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
■ DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
• Dit instrument bevat een niet-oplaadbare interne backup batterij, waardoor de
data bewaard blijft, zelfs als het instrument uitstaat. Als deze vervangen moet
worden verschijnt de melding "Change internal battery" in het LCD scherm.
Als dit gebeurt moet u onmiddellijk uw data backuppen, waarna de batterij
vervangen moet worden door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de batterij
altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Leg de batterij niet op een plek die toegankelijk is voor kinderen aangezien
een kind de batterij in zou kunnen slikken. Zou dit echter toch gebeuren moet
u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
■ USER DATA OPSLAAN
• Sla uw data regelmatig op op een Memory Card (SmartMedia), om te
voorkomen dat er belangrijke data verloren gaat door een storing of een
bedieningsfout.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten
is aan onzorgvuldig gebruik, modificaties die zijn aangebracht aan het
instrument, of data die verloren is gegaan of vernietigd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
3
Introductie
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha S30 Music Synthesizer.
Uw nieuwe S30 synthesizer maakt gebruik van het hoog aangeprezen AWM2 klankopwekkingsysteem,
waarmee u superrealistische geluiden kunt creëren. Het ondersteunt tevens optionele Plug-in boards die
eventueel in een ander klankopwekkingsysteem van uw keuze voorzien, waarmee u fantastische synthesizer
geluiden kunt produceren.
U kunt al deze geluiden met de ingebouwde afspeelfuncties zoals de Arpeggiator en Sequencer afspelen. Via
de Quick Access functie op het bedieningspaneel heeft u snel en direct toegang tot diverse geluidsgenres.
Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld Effecten en Control Sets (voor realtime besturing van diverse
geluidsparameters met gebruik van verschillende controllers). Dit soort functies maken deze synthesizer
ideaal voor ieder soort optreden of studio-opname.
Tijdens het bewerken van een geluid kunt u met de [PAGE] knop tussen de schermen schakelen en met
vijf andere Knoppen en de [DATA] knop de parameterwaardes wijzigen. Dit maakt het proces van het
bewerken van geluiden sneller en eenvoudiger. Lees, om het meeste uit uw synthesizer te halen, deze
handleiding zorgvuldig door. Bewaar de handleiding, nadat u hem gelezen heeft, op een toegankelijke,
veilige plaats, voor latere raadpleging.
Over deze Handleiding
Deze handleiding bestaat uit twee gedeelten:
■ Basisgedeelte (Blz. 6)
Zet uiteen hoe u met de synthesizer moet beginnen, de algehele structuur, en hoe u de belangrijkste functies en
mogelijkheden kunt gebruiken.
■ Referentiegedeelte (Blz. 59)
Legt de parameters in de diverse Modes van de synthesizer uit.
Inhoud van de Verpakking
• Handleiding
• Data Lijst
• PA-5C netadapter*
• Installation Guide (Installatiegids)
• CD-ROM (TOOLS voor S80/S30 & CS6x/CS6R)
*In uw land mogelijkerwijs niet meegeleverd. Vraag uw Yamaha dealer.
De meegeleverde CD-ROM
Op deze CD-ROM staan software applicaties voor uw synthesizer. Met de Voice Editor applicatie kunt u de geluiden van de
synthesizer met behulp van een grafisch scherm bewerken. Met de Card Filer applicatie kunt u data tussen de computer en
de synthesizer uitwisselen. In de aparte Installatiegids of de on-line handleidingen wordt hier verder op ingegaan.
Probeer nooit om track1, waarin zich de applicatie software bevindt, op een audio CD speler af te spelen. Zou u dit wel doen, dan
kan dit resulteren in schade aan uw gehoor of aan uw CD speler/audio luidsprekers.
Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziek sequence data en/of digitale audio bestanden, behalve voor persoonlijk gebruik, is strikt verboden.
De illustraties en LCD schermen die in deze handleiding voorkomen zijn alleen bedoeld als voorbeeld en kunnen er op uw instrument enigszins anders uitzien.
De bedrijfs- en productnamen in deze handleiding zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.
Index ...............................................................................149
5
Basisgedeelte
Bedieningsknoppen & Aansluitingen
Bedieningspaneel
1345967*(28)^&
OUTINTHRU
MIDI
ABC12
PAGE
PART/ELEMENT
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-inSystem
STANDBY
ONDC IN PHONES
VOLUME
L/MONO R FOOT
1234
FOOT
CONTROLLER
SWITCH
OUTPUTOUTPUT
CONTROL SLIDER
TO HOST
SHIFT
1PITCH bend wiel (blz. 38)
Bestuurt het pitch bend effect. U kunt aan deze
controller ook andere functies toewijzen.
2MODULATION wiel (blz. 38)
Bestuurt het modulatie-effect. U kunt aan deze controller
ook andere parameterfuncties toewijzen.
3[VOLUME] Schuif (blz. 15)
Regelt het algehele volume. Schuif deze omhoog om
het volume voor de OUTPUT L/R aansluitingen en de
PHONES aansluiting te verhogen.
4Control Schuiven (blz. 56)
In Master Keyboard Mode, kunt u met deze schuiven
de eraan toegewezen functies (zoals Control Change
commando's) besturen. Iedere schuif bestuurt één van de
vier Zones.
5[SHIFT] knop (blz. 18)
In Voice of Performance Play Mode, wordt er als u de
[SHIFT] knop indrukt een scherm getoond waarmee u
de Octaafparameter en het MIDI Zendkanaal (blz. 18)
kunt bekijken of wijzigen. In iedere Edit Mode wordt,
wanneer u op deze knop drukt, terwijl u aan de [PAGE]
knop draait, een scherm getoond waarmee u snel tussen
ASSIGNABLE NKOB
QUICK
ACCESS
º¡
@
!
3.3V
CARD
INTPRE2PRE1
MASTER
KEYBOARD
MODE
VOICESTORE
PERFORM
UTILITY CARD
EDIT JOB
COMPARE
AB
SEQ
PLAY
A. PIANO E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRINGS BRASS SYNTH OTHER
12345678
PLAY/
STOP
910111213141516
EF
BYPASS
EXIT ENTER
DATA
DEC/NO INC/YES
PLGEXT
DRUMDRUM
CDEFGH
#
%
$
Edit Mode schermen (blz. 18) kunt schakelen. Als u
deze knop ingedrukt houdt en aan één van de Knoppen
[A] ~ [C], [1] ~ [2], of de [DATA] knop draait,
of de [INC/YES] of [DEC/NO] knop indrukt, kunt u
de cursor verplaatsen zonder dat er parameterwaardes
worden gewijzigd (blz. 19).
6[PAGE] knop (blz. 18)
Schakelt in iedere Mode tussen schermen. Iedere Mode
bevat diverse schermen.
7LCD (Liquid Crystal Display)
Dit is een verlicht scherm bestaande uit twee schermregels.
8Knoppen [A], [B], [C], [1] en [2] (blz. 19)
Deze knoppen besturen in iedere Play Mode de
respectievelijk daaraan toegewezen functies. In iedere
Edit Mode, wordt iedere knop gebruikt om een waarde
voor de toegewezen parameter in het scherm in te geven.
Afhankelijk van de handeling of het scherm waar u bent,
hebben deze knoppen andere functies.
De Knoppen [A] t/m [C] kunnen aan systeembesturingsfuncties worden toegewezen (blz. 41, 129). Aan de
Knoppen [1] en [2] kunnen besturingsfuncties worden
toegewezen die Voices beïnvloeden (blz. 42, 69).
6
9[DATA] knop (blz. 20)
Hiermee kunt u de parameter op de cursorpositie in
waarde verhogen of verlagen.
)[EF BYPASS] knop (blz. 51)
Schakelt Effect Bypass aan/uit. Druk op deze knop (LED
licht op) om de voor de huidige Voice of Performance
gebruikte effecten uit te schakelen (bypass). Het betreft
de effecten (Reverb, Chorus, of Insertion) die in Utility
Mode (blz. 128) zijn gespecificeerd.
![MASTER KEYBOARD] knop (blz. 52, 106)
Het S30 toetsenbord kan in Performance mode als
MIDI master keyboard gebruikt worden. Als de knop
ingedrukt (ingeschakeld) wordt (LED licht op), kunt u
met het toetsenbord meerdere op de S30 aangesloten
MIDI geluidsmodules bespelen en besturen.
@[EXIT] knop (blz. 18)
De menu's en schermen van de S30 hebben een
hiërarchische structuur. Druk op deze knop om het
huidige scherm te verlaten en terug te keren naar het
vorige niveau in de hiërarchie.
#[ENTER] knop (blz. 19, 20)
Druk, terwijl u een geheugenlokatie of Bank voor een
Voice of Performance selecteert, op deze knop om een
geheugenplaats te bepalen. Deze knop gebruikt u tevens
om een Job of Store handeling uit te voeren.
$[DEC/NO] knop (blz. 19)
Hiermee kunt u de waarde van de parameter op de
cursorpositie verlagen. Hiermee kunt u tevens een Job of
Store handeling annuleren.
%[INC/YES] knop (blz. 19)
Hiermee kunt u de waarde van de parameter op de
cursorpositie verhogen. Hiermee kunt u tevens een Job
of Store handeling uitvoeren.
^MODE knoppen (blz. 16)
Hiermee kunt u Voice, Performance, Utility of andere
Modes selecteren.
&SEQ knoppen (blz. 21, 125)
Druk op de [SEQ PLAY] knop om naar Sequence Play
Mode te gaan. Hier kunt u een MIDI file afspelen vanaf
Memory Card. Met de [PLAY/STOP] knop kunt u de
momenteel geselecteerde file afspelen of stoppen.
*GEHEUGEN knoppen (blz. 22, 24, 60, 104)
Met deze knoppen kunt u een Voice of Performance
Geheugen selecteren. Druk op de [ENTER] knop om
een Geheugen te selecteren. In Performance Mode kan
de [PLG] knop worden gebruikt om de Plug-in Part te
selecteren. Met de [PRE1] en [PRE2] knoppen selecteert
u “Common” (voor alle Parts).
([QUICK ACCESS] knop (blz. 63)
Als u op de [QUICK ACCESS] knop drukt (LED licht
op), kunt u de BANK knoppen [A] t/m [H] gebruiken
om direct Categorieën te selecteren, en de PROGRAM
knoppen [1] t/m [16] om snel Voices te selecteren.
ºBANK [A] t/m [H] knoppen (blz. 60, 104)
Iedere knop selecteert een Voice of Performance Bank.
Iedere Bank bevat zestien Voices of Performances. In
Voice Edit Mode selecteren de BANK [A] t/m [D]
knoppen een Voice Element (ELEMENT SELECT),
en de BANK [E] t/m [H] knoppen schakelen het
desbetreffende Voice Element aan of uit (ELEMENT
ON/OFF) (blz. 46). Als u Master Keyboard Mode
activeert met de [MASTER KEYBOARD] knop, kunt u,
als de Master Keyboard Mode instelling op 4-Zone staat
in Performance Edit Mode, met knoppen [A] t/m [D]
respectievelijk de Zones 1 t/m 4 selecteren.
¡PROGRAM/PART [1] t/m [16] knoppen (blz. 60,
104)
Iedere knop selecteert een Voice of Performance in de
huidige Bank. In Voice Edit Mode, selecteert iedere
PROGRAM/PART knop het desbetreffende edit menu
(blz. 65). In Performance Mode, selecteren deze knoppen
respectievelijk de Parts [1] t/m [16].
7
Achterpaneel
3.3V
CARD
1273 45 68 9)
MIDI
THRUOUTINTO HOST
HOST SELECT
PC-1PC-2
MIDI Mac
1CARD slot (blz. 135)
Steek hierin een Memory Card voor de uitwisseling
van data tussen instrument en Card. Lees eerst de
voorzorgsmaatregelen in verband met het gebruik van
een Memory Card (blz. 135).
2MIDI IN, OUT en THRU aansluitingen (blz. 11)
MIDI IN ontvangt MIDI commando's van een extern
MIDI apparaat. Gebruik deze om de synthesizer vanaf
een extern MIDI apparaat te besturen. MIDI OUT
verzendt door de synthesizer zelf gegenereerde MIDI
commando's (zoals op het toetsenbord gespeelde noten
of het draaien aan knoppen) naar een externe MIDI
geluidsmodule of ander apparaat. MIDI THRU stuurt
binnenkomende signalen van de MIDI IN door. Hierop
kunt u andere MIDI apparaten aansluiten.
3HOST SELECT schakelaar (blz. 12)
Selecteert het computertype dat via de TO HOST
aansluiting op de synthesizer aangesloten is.
4TO HOST aansluiting
Hierop kunt u een computer aansluiten met behulp van
een optionele seriële kabel (blz. 12).
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
OUTPUT
R
L/MONO PHONES DC IN
STANDBY
ON
6FOOT CONTROLLER aansluiting (blz. 13, 39)
Hierop kunt u een optionele foot controller (FC7, etc.)
aansluiten. Met een foot controller kunt u klankkleur,
toonhoogte, volume en dergelijke met uw voet besturen.
7OUTPUT L/MONO en R aansluitingen (blz. 10)
Via deze uitgangen worden lijnniveau audio signalen
uitgestuurd. Gebruik voor monogeluiden alleen de
L/MONO aansluiting.
8PHONES aansluiting (blz. 10)
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
9DC IN aansluiting (blz. 9)
Voor het aansluiten van een geschikte netadapter (PA-5C
of een door Yamaha aanbevolen equivalent) om de S30
van stroom te voorzien.
)STANDBY/ON schakelaar (blz. 14)
Hiermee schakelt u de synthesizer aan of uit.
Zelfs wanneer de schakelaar in de “STANDBY” positie
staat, stroomt er altijd nog elektriciteit naar het instrument,
zij het zeer minimaal. Wanneer u de S30 dus voor langere
tijd niet gebruikt, vergeet dan niet de adapter uit het
stopcontact te halen.
5FOOT SWITCH aansluiting (blz. 13, 39)
Hierop kunt u een optionele voetschakelaar (FC4 of
FC5) aansluiten. Met de voetschakelaar kunt u een door
u gespecificeerde functie (blz. 43, 129) met uw voet aan/uitschakelen.
8
Alvorens te Beginnen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u uw synthesizer van stroom voorziet en hoe audio en MIDI apparaten en
een computer kunnen worden aangesloten. Schakel de synthesizer pas in als alle noodzakelijke verbindingen
zijn gemaakt.
Het is aan te bevelen dit gedeelte goed te lezen alvorens de synthesizer te gebruiken.
Stroomvoorziening
2 DC IN
2 DC IN
1 STANDBY
1 STANDBY
HOST SELECT
MIDI
PC-1PC-2
MIDI Mac
Achterpaneel
Rear panel
3.3V
CARD
THRU OUT INTO HOST
1 Zorg dat de STANDBY/ON schakelaar van de synthesizer in de STANDBY(uit) positie staat.
2 Sluit het plugje van de PA-5C aan op de DC IN aansluiting op het achterpaneel van het instrument.
3 Steek de stekker aan de andere kant van de adapter in het dichtstbijzijnde stopcontact.
Gebruik nooit een andere netadapter dan de Yamaha PA-5C of een door Yamaha aanbevolen equivalent. Het gebruik
van een ongeschikte adapter kan onherstelbare schade veroorzaken aan de S30, en wellicht zelfs het risico van ernstige
elektrische schokken! TREK ALS DE S30 NIET IN GEBRUIK IS DE ADAPTER UIT HET STOPCONTACT.
OUTPUT
FOOT
FOOT
R
SWITCH
CONTROLLER
L/MONO PHONES DC IN
STANDBY
ON
3 To electrical output
3 In stopcontact steken
Aansluitingen
Aansluiten op Externe Audio Apparatuur
Aangezien de synthesizer geen ingebouwde luidsprekers bevat, dient u de synthesizer op externe audio
apparatuur aan te sluiten. Als alternatief is het ook mogelijk om een hoofdtelefoon te gebruiken.
Er zijn diverse manieren om externe audio apparatuur aan te sluiten, zoals u in de volgende illustraties
kunt zien.
Aansluiten op Actieve Luidsprekers
Via een paar actieve (van versterker voorziene) luidsprekers kunnen de rijke geluiden van het instrument met
hun eigen panorama- en effectinstellingen natuurgetrouw weergegeven worden. Sluit de luidsprekers aan op de
OUTPUT L/MONO en R aansluitingen op het achterpaneel.
Actieve luidspreker (Rechts)
INPUT
OUTPUT R
Hoofdtelefoon
Headphones
Actieve luidspreker (Links)
Powered speaker (Left)Powered speaker (Right)
INPUT
PHONES
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
OUTPUT
L/MONO
S30
N.B.
Gebruik, als u slechts 1 actieve luidspreker heeft, alleen de OUTPUT L/MONO aansluiting op het achterpaneel.
9
Aansluiten op een Mixer
Indien u de S30 wilt integreren in een groter systeem met andere instrumenten voor extra geluidsbewerkingsmogelijkheden, sluit hem dan aan op een mixer, versterker en stereo monitor systeem zoals hieronder wordt
getoond.
Luidsprekers
Speaker
Versterker
OUTPUT L
Amplifier
R
R
Hoofdtelefoon
Headphones
L
Mixer
12345678910111213141516LR
PHONES
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
OUTPUT L /
MONO
R
S30
N.B.
Het aansluiten van een hoofdtelefoon heeft geen invloed op het geluid van de OUTPUT (L/MONO en R) aansluitingen.
Via de PHONES aansluiting is hetzelfde geluid te beluisteren als via de OUTPUT aansluitingen.
10
Externe MIDI Apparatuur Aansluiten
U kunt met behulp van een MIDI kabel (optioneel) externe MIDI apparatuur aansluiten, en deze vanaf de
synthesizer besturen. U kunt tevens met een extern MIDI keyboard of sequencer de interne geluiden van de
synthesizer besturen. Dit gedeelte toont enkele MIDI toepassingen.
N.B.
De HOST SELECT schakelaar op het achterpaneel moet hiervoor op “MIDI” staan. Zo niet, dan worden er via de MIDI
OUT aansluiting geen MIDI commando's verzonden.
Besturing vanaf een Extern MIDI Keyboard
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
MIDI OUT
Extern MIDI keyboard
External MIDI keyboard
or synthesizer
of synthesizer
Een Extern MIDI Keyboard besturen
MIDI IN
Modular Synthesis Plug-in System
S30
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
MIDI OUT
S30
MIDI IN
External MIDI keyboard
Extern MIDI keyboard
or synthesizer
of synthesizer
Met een Externe MIDI Sequencer opnemen en afspelen
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
MIDI OUT
S30
MIDI IN
MIDI OUTMIDI IN
Externe MIDI
External MIDI
sequencer
sequencer
11
Via MIDI THRU een ander MIDI Apparaat besturen
Externe MIDI
External MIDI
sequencer
sequencer
MIDI OUT
MIDI IN
Externe MIDI
External MIDI
synthesizer
synthesizer
MIDI THRU
MIDI OUT
MIDI IN
External MIDI synthesizer
Externe MIDI synthesizer
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
MIDI IN
S30
Met de hierboven getoonde MIDI verbindingen, kunt u via de MIDI OUT aansluiting MIDI data verzenden,
terwijl MIDI data vanaf de externe sequencer een externe MIDI synthesizer via de MIDI THRU aansluiting
aanstuurt.
N.B.
De MIDI kabel mag niet langer zijn dan 15 meter, en er dienen niet meer dan 3 apparaten in een MIDI keten te worden
aangesloten (via MIDI THRU in serie geschakeld). Wilt u meer apparaten aansluiten, dan dient u een MIDI Thru Box
te gebruiken. Als de kabels te lang zijn of er teveel apparaten via hun MIDI THRU aansluitingen "doorgelust" zijn,
kunnen er data fouten ontstaan.
Een Computer Aansluiten
Als er een computer is aangesloten, kan deze worden gebruikt voor data overdracht naar/vanaf de synthesizer
via MIDI. U kunt bijvoorbeeld met het meegeleverde Voice Editor programma de Voices van de synthesizer
bewerken. U kunt met een ander programma – Card Filer – bestanden van/naar de Memory Card (geplaatst in
de CARD slot van de synthesizer) overdragen.
Er zijn twee manieren om uw synthesizer op een computer aan te sluiten:
1: Seriële verbinding (van de seriële poort van de computer naar de TO HOST aansluiting
van de synthesizer))
2: MIDI verbinding (van de MIDI interface van de computer naar de MIDI IN en OUT van de
synthesizer)
Verschillende computersystemen vereisen ieder hun eigen manier van aansluiten, zie hieronder.
1: Seriële Poort naar TO HOST
IBM PC/AT
Macintosh
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
S30
TO
HOST
TO
HOST
Seriële kabel
Serial cable
Serial cable
Seriële kabel
RS-232C
(DB9)
PS/V
IBM
IBM PC/AT and compatibles
IBM PC/AT of compatibel
Personal System/V
Personal System/V
S30
12
PS422
(Modem or
(Modem of
Printer port)
Printerpoort)
Apple Macintosh
2: MIDI Interface naar MIDI IN en OUT
Bij gebruik van de MIDI interface van de computer
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
MIDI IN
MIDI OUT
Seriële kabel
Serial cable
PS/V
MIDI
IBM
OUT
MIDI
IN
Computer with MIDI interface
Computer met MIDI interface
S30
Bij gebruik van een externe MIDI interface
Personal System/V
Personal System/V
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDIMac
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
MIDI INMIDI OUT
MIDI Interface
MIDI OUT
MIDI IN
Computer
S30
N.B.
U heeft hiervoor de juiste MIDI applicatie (sequencer, editor, etc.) voor uw computersysteem nodig.
Diverse Controllers aansluiten
De S30 beschikt over diverse controller aansluitingen op het achterpaneel, zoals FOOT SWITCH en FOOT
CONTROLLER. U kunt hierop optionele controllers aansluiten, zoals een Foot Switch (FC4 of FC5) en een
Foot Controller (FC7), om er klankkleur, volume, toonhoogte en andere parameters mee te besturen.
N.B.
Details over deze controllers vindt u op bladzijde 39.
3.3V
CARD
MIDI
THRUOUTINTO HOST
HOST SELECT
PC-1PC-2
MIDI Mac
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
OUTPUT
R
L/MONO PHONES DC IN
STANDBY
ON
FOOT
SWITCH
FC4 of FC5
FC4 or FC5FC7
13
FOOT
CONTROLLER
De Stroom Inschakelen
Inschakelprocedure
Let er op, dat nadat alle aansluitingen tussen de synthesizer en andere apparaten gereed zijn, alle volumeinstellingen op hun minimum staan. Zet daarna alle apparaten in deze volgorde aan: als eerste MIDI
masters (verzenders), daarna MIDI slaves (ontvangers), en tenslotte audio apparatuur (mixers, versterkers,
luidsprekers, etc.). Dit verzekert u van een soepele signaalstroom vanaf het eerste tot het laatste apparaat
(eerst MIDI, daarna audio).
Bij het uitschakelen van de apparatuur, dient u eerst alle volume-instellingen weer op hun minimum te zetten,
en dan de apparaten in omgekeerde volgorde uit te zetten (eerst audio, dan MIDI).
Als de S30 MIDI ontvanger is:
AAN-
POWER
ZETTEN!
ON!
MUSIC SYNTHESIZER
Modular Synthesis Plug-in System
12345678910111213141516LR
MIDI verzender
MIDI senderAudio equipment (first mixer, then amplifier)
S30
(MIDI ontvanger)
(MIDI receiver)
Audio apparatuur (eerst mixer, dan versterker)
De S30 Aanzetten
Zet, om mogelijke schade aan luidsprekers of andere aangesloten apparatuur te voorkomen, altijd de S30 aan voordat
u actieve luidsprekers, of de mixer en de versterker aanzet. En zet om dezelfde reden, de S30 pas uit nadat actieve
luidsprekers, of mixer en versterker, al zijn uitgeschakeld.
Zelfs wanneer de schakelaar in de “STANDBY” positie staat, stroomt er altijd nog elektriciteit naar het instrument, zij
het zeer minimaal. Wanneer u de S30 dus voor langere tijd niet gebruikt, vergeet dan niet de adapter uit het stopcontact
te halen.
N.B.
Zet, voordat u uw synthesizer aan-/uitzet, eerst de volume-instellingen van alle aangesloten audio apparatuur op hun
minimum.
1 Druk op de STANDBY/ON schakelaar.
PHONES DC IN
2 Er wordt een kort introductiescherm getoond.
STANDBY
ON
3 Hierna verschijnt dit Voice of Performance Play Mode scherm.
Als er een Memory Card in de CARD slot zit, of u een optioneel Plug-in Board heeft geïnstalleerd, kunnen er
andere schermen verschijnen voordat het Voice of Performance Play Mode scherm verschijnt.
Als er een al eerder gebruikte Memory Card in de CARD slot zit, ziet u een scherm terwijl de gegevens in
het EXT geheugen geladen worden.
Als er een nieuwe Memory Card (een die nog nooit in het instrument gebruikt is) in de CARD slot zit, ziet u
een scherm terwijl er in het EXT Geheugen een basis file gecreëerd wordt.
Als u een Plug-in Board geïnstalleerd heeft, ziet u een scherm dat de aanwezigheid van het Plug-in Board
bevestigt.
N.B.
Afhankelijk van de Power On Mode instelling (Utility Mode, blz. 128), kan het laatste scherm (na de inschakelprocedure)
verschillen.
4 Zet, indien nodig, het volume van de versterker hoger.
5 Stel de [VOLUME] schuif van de synthesizer in op een geschikt volumeniveau.
Omtrent Memory Cards
U kunt diverse soorten data (Voice, Performance, Plug-in, Sequence Chain, etc.) op Memory Card opslaan.
De ingebouwde CARD slot maakt gebruik van 3,3-Volt Memory Cards (SmartMedia).
N.B.
Lees, voordat u een Memory Card in gebruik neemt, de voorzorgsmaatregelen over hoe u er mee dient om te
gaan (blz. 135).
• Een Memory Card Formatteren
U kunt op een nieuwe Memory Card niet direct files opslaan. De card moet eerst geformatteerd worden
in Card Mode (blz. 140).
• Data Opslaan en Laden
U kunt op een geformatteerde Memory Card verschillende soorten data als files opslaan. Iedere file op de
card kan indien nodig geladen worden.
U kunt data zoals System, Voice, Performance, Plug-in, Sequence Chain en dergelijke opslaan en laden.
Aangezien Sequence Chain data tijdelijk in het buffergeheugen van de synthesizer staat en gewist wordt zodra
u de synthesizer uitzet, dient u de data eerst op een Memory Card op te slaan.
Details over het formatteren, opslaan en laden van data, alsook een overzicht van de herkende file types,
vindt u op bladzijde 136.
15
Basishandelingen
Dit gedeelte bevat een fundamentele uitleg over de bediening van de synthesizer.
Een Mode Selecteren
Er zijn diverse bedienings-Modes beschikbaar — Voice Play Mode, Performance Play Mode, etc. — die het
stuk voor stuk mogelijk maken om efficiënt met de diverse functies van de synthesizer te werken.
N.B.
Op bladzijde 30 vindt u een overzicht van de beschikbare Modes.
Voor Voices en Performances zijn er afzonderlijke Play Modes. Gebruik, om deze modes te selecteren, de
juiste MODE knop ([VOICE] voor Voice Play Mode, [PERFORM] voor Performance Play Mode).
Er zijn voor Voices en Performances tevens aparte Edit en Job Modes. Druk, om Edit of Job Mode te
activeren, in de gewenste Play Mode simpelweg op de [EDIT] of [JOB] knop.
Op soortgelijke wijze komt u, wanneer u in Voice of Performance Mode bent, door op [STORE] te drukken in
de Store Mode alwaar u Voices of Performances kunt opslaan.
Andere Modes zijn Utility Mode waarin u systeeminstellingen kunt specificeren, Card Mode waarin u
Memory Card taken kunt uitvoeren, en Sequence Mode waarin u MIDI song bestanden kunt afspelen of een
Sequence Chain kunt creëren. (Druk op de [UTILITY] knop voor Utility Mode, op [CARD] voor Card Mode
en op [SEQ] voor Sequence Mode.)
M
ODE
STOREVOI CE
PERFORM
CARD
6
43
82
SEQ
PLAY
75
PLAY
STOP
/
1
UTILITY
EDITJOB
COMPARE
Play Modes
1 Voice Play Mode (blz. 59)
Druk, om Voice Play Mode te activeren, op de [VOICE] knop (LED
licht op). Druk, om naar een andere
Mode te gaan, op de desbetreffende
knop voor die Mode.
Druk, om Performance Mode te
activeren, op de [PERFORM] knop
(LED licht op). Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode.
Vanuit elke Play Mode kunt
u gemakkelijk naar de respectievelijke Edit Mode gaan, door
simpelweg op de [EDIT] knop te
drukken (LED licht op).
3 Voice Edit Mode (blz. 63)
Druk in Voice Play Mode op
de [EDIT] knop. Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode, of druk op de [EXIT] knop
om terug te keren naar Voice Play
Mode.
GENName) Ctgry a-Z 0-? Cursor
C 1234 [Pf:Init Voice]
3 Performance Edit Mode
(blz. 106)
Druk in Performance Play Mode op
de [EDIT] knop. Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op de
desbetreffende knop voor die Mode,
of druk op de [EXIT] knop om
terug te keren naar Performance
Play Mode.
GEN Name) Ctgry a-Z 0-? Cursor
Common [--:Init Perf ]
16
Job Modes
Andere Modes
Vanuit elke Play Mode, kunt
u gemakkelijk naar de respectievelijke Job Mode gaan, door
simpelweg op de [JOB] knop te
drukken (LED licht op).
4 Voice Job Mode (blz. 100)
Druk in Voice Play Mode op
de [JOB] knop. Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode, of druk op de [EXIT] knop
om terug te keren naar Voice Play
Mode.
VCE Initialize)
Job Current Voice
4 Performance Job Mode
(blz. 123)
Druk in Performance Play Mode
op de [JOB] knop. Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode, of druk op de [EXIT]
knop om terug te keren naar
Performance Play Mode.
PFM Initialize)
Job Current Perform
4 Utility Job Mode (blz. 134)
Druk in Utility Mode op de [JOB]
knop. Druk, om naar een andere
Mode te gaan, op de desbetreffende
knop voor die Mode, of druk op
de [EXIT] knop om terug te keren
naar Utility Mode.
UTIL Factory Set)
Job
5 Utility Mode (blz. 127)
Druk, om naar Utility Mode te
gaan, op de [UTILITY] knop
(LED licht op). Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode.
MSTR TG) Vol NoteShift Tune
Sys 127 +63 +102.3c
6 Card Mode (blz. 135)
Druk, om naar Card Mode te
gaan, op de [CARD] knop (LED
licht op). Druk, om naar een
andere Mode te gaan, op de
desbetreffende knop voor die
Mode.
Save) Type File A-? Cursor
Card all ***[NEWFILE .S2A]
7 Sequence Play Mode
(blz. 125)
Druk, om naar Sequence Play
Mode te gaan, op de SEQ knop
(LED licht op). Druk, om naar
een andere Mode te gaan, op
de desbetreffende knop voor die
Mode.
Als er van een extern MIDI
apparaat system exclusive
commando's worden ontvangen,
gaat de LED van de momenteel
geselecteerde Play Mode (VOICE
of PERFORM) knipperen.
8 Store Modes
(blz. 101, 124)
Vanuit elke Play of Edit Mode
kunt u gemakkelijk naar de bijbehorende Store Mode gaan, door
simpelweg op de [STORE] knop
te drukken. Druk, om naar een
andere Mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die Mode, of
druk op de [EXIT] knop om terug
te keren naar Play Mode.
VCE [Sq:Generation] >[Pf:Slamming ]
Store INT:001(A01)
17
Een Scherm Selecteren
U kunt met behulp van de [PAGE] knop en de
knoppen [SHIFT], [PROGRAM/PART], [EXIT] en
[ENTER] tussen de schermen schakelen.
[PAGE] Knop
Gewoonlijk zijn er in iedere Mode diverse schermen
en subschermen. Met de [PAGE] knop kunt u tussen
deze schermen schakelen.
VCESrch) PRE1:
Memory
SHIFTPAGEAB
Sommige Modes bevatten meerdere schermen. In dat
geval draait u om naar een specifiek scherm te gaan,
terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, aan de
[PAGE] knop.
Als u bijvoorbeeld, in Voice Edit Mode de [SHIFT]
knop ingedrukt houdt en aan de [PAGE] knop draait,
dan wordt het volgende scherm getoond. Selecteer
met de cursor (
>) een specifiek item, en laat de
[SHIFT] knop los om naar het parameterscherm voor
dat item te gaan.
De [SHIFT] knop heeft ook nog andere functies die later
in deze handleiding beschreven zullen worden.
DATAABC1 2
Vorige schermVolgende scherm
Zoals hieronder getoond wordt, verschijnt de “t”
Next screenPrevious screen
s
indicator links in het scherm zodra er zich meer
schermen vóór of na het huidige scherm bevinden.
Bij het eerste scherm in een serie ziet u de “
t”
indicator, die aangeeft dat hierna meer schermen
volgen, maar er geen aan voorafgaan. In het laatste
scherm, ziet u de “
s” indicator die aangeeft dat er
zich schermen vóór bevinden, maar erna niet meer.
Indicator
LFO Depth)
EL1234
[SHIFT] Knop
Als u in de Voice Play Mode de [SHIFT] knop
ingedrukt houdt, kunt u als volgt de parameters in het
scherm wijzigen.
DATAABC1 2
SHIFTPAGE
(Oct= +3) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
(Tch= 1)
PROGRAM/PART knoppen
In Voice Edit Mode kunt u met de PROGRAM/PART
knoppen de items voor iedere knop selecteren om
naar de bijbehorende schermen te gaan.
12345678
GENERALQEDARPEGGIO CONTROL COM LFO EFFECT
910111213141516
OSCPITCHFILTER AMPLITUDELFOEQPLG
[EXIT] Knop
Druk op de [EXIT] knop om in de hiërarchische
menustructuur één niveau omhoog te gaan en
zodoende terug te keren naar het voorgaande scherm.
EF
MASTER
KEYB OARD
BYPASS
EXITENTER
DEC/NO INC/YES
N.B.
De [EXIT] knop heeft ook nog andere functies die later
in deze handleiding beschreven zullen worden.
PART
/
ELEMENT
1818
[ENTER] Knop
Normaal gesproken wordt de [ENTER] knop gebruikt
om parameterinstellingen uit te voeren. In sommige
gevallen verschijnt echter het onderstaande scherm
dat vraagt of u [ENTER] wilt indrukken.
EF
MASTER
KEYB OARD
BYPASS
De Cursor Verplaatsen
Als u, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, één van de
Knoppen ([A], [B], [C], [1] of [2]) gebruikt, kunt u de
cursor (>) naar zijn respectievelijke parameter in het
scherm verplaatsen zonder zijn waarde te wijzigen.
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 96 ≥ 0 ins2
EXITENTER
DEC/NO INC/YES
EFFíEF1) Ctgry Type [ENTER]
C 1234 MOD Tremolo to Edit
N.B.
De [ENTER] knop heeft ook nog andere functies die
later in deze handleiding beschreven zullen worden.
Data Ingeven
U kunt de Knoppen gebruiken om hun respectievelijke parameters in het scherm direct te wijzigen. Het
is ook mogelijk om de cursor (>) naar een parameter
te verplaatsen en met de [INC/YES] en [DEC/NO]
knoppen of de [DATA] knop de waarde in te geven.
Knoppen [A], [B], [C], [1]
en [2]
Iedere parameter in een scherm is normaal gesproken
aan één van de Knoppen ([A], [B], [C], [1] of
[2]) onder het scherm toegewezen. Als u één van
deze Knoppen gebruikt, verschuift de cursor (>) naar
de respectievelijke parameter en kunt u de waarde
wijzigen. U kunt bijvoorbeeld met Knop [B] in het
onderstaande scherm de Level instelling wijzigen.
Draai de Knop rechtsom om de waarde te verhogen,
draai hem linksom om de waarde te verlagen.
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 ≥ 96 0 ins2
SHIFTPAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC1 2
[INC/YES] en [DEC/NO]
Knoppen
Met de [INC/YES] knop kunt u een waarde stap voor
stap verhogen, en met de [DEC/NO] knop stap voor
stap verlagen. Als u één van de knoppen ingedrukt
houdt, blijft de waarde verlagen/verhogen, totdat u
hem loslaat.
DEC/NO INC/YES
U kunt met deze knoppen tevens, als er om uw
bevestiging gevraagd wordt, de vraag met “YES” (ja)
of “NO” (nee) beantwoorden.
De Cursor Verplaatsen
Als u, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, op [INC/
YES] of [DEC/NO] drukt, kunt u de cursor van
de ene parameter in het scherm naar de andere
verplaatsen, zonder zijn waarde te wijzigen.
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 ≥ 96 0 ins2
SHIFTPAGE
/
ELEMENT
PART
DATAABC1 2
SHIFTPAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC1 2
DEC/NO INC/YES
19
[DATA] Knop
Met deze knop kunt u de parameterwaarde op de
cursorpositie wijzigen. Draai de knop rechtsom om de
waarde met één stap te verhogen, draai linksom om de
waarde te verlagen.
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 ≥ 96 0 ins2
SHIFTPAGE
/
ELEMENT
PART
De Cursor Verplaatsen
DATAABC1 2
Parametertypes (Absoluut en Relatief)
Er zijn vele manieren om parameters te wijzigen.
Sommige parameters vereisen de directe invoer
van numerieke waardes of alfabetische tekens.
Bij andere kunt u uit een aantal beschikbare
instellingen kiezen. Verder zijn sommige
parameters “absoluut” terwijl andere “relatief”
zijn.
De absolute parameter bijvoorbeeld in de onderstaande illustratie kan op “Mono” of “Poly”
ingesteld worden. Bij andere absolute parameters
zoals Volume, kan deze ingesteld worden op een
waarde tussen 0 en 127. De Volume-instelling
heeft een lineaire, één-op-één-relatie met het
daadwerkelijke volume, zoals grafiek 1 toont.
Als u, terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, de
[DATA] knop linksom of rechtsom draait, kunt u de
cursor naar een parameter in het scherm verplaatsen
zonder zijn waarde te wijzigen.
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 ≥ 96 0 ins2
SHIFTPAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC1 2
[ENTER] Knop
Gebruik deze knop om een instelling toe te passen
(b.v. als deze knippert). De [ENTER] knop wordt
tevens gebruikt om een Job of Store handeling uit
te voeren, hetgeen later in deze handleiding wordt
besproken.
EF
MASTER
KEYB OARD
BYPASS
EXITENTER
Relatieve parameters zijn echter niet lineair.
Grafiek 2 toont de rol van de Velocity Offset
parameter. De hier ingestelde waarde, bekend als
“offset”, wordt opgeteld of afgetrokken van de
feitelijke waarde. Bij Velocity Offset wordt de
gespecificeerde waarde opgeteld of afgetrokken
van de feitelijke velocity (aanslagsterkte) waarde
van de noten die u op het toetsenbord speelt.
Soms worden dergelijke relatieve parameters in
een percentage ingesteld.
GEN Other) Mode Assign MicroTuning
C 1234 poly single 31:Indian
mono/poly
QEDíLevel) Vol Pan RevSend ChoSend
C 1234 127 C 127 127
0~127
Volume (absoluut)
1 Volume (absolute)
Volume
DEC/NO INC/YES
Velocity offset (relatief)
2 Velocity offset (relative)
20
0
Offset
+64
0
-64
127
offset added +10
offset waarde +10
Feitelijke velocity
Actual velocity
offset waarde -10
offset added -10
Volume
Demo's Afspelen
Er worden bij deze synthesizer diverse demo songs meegeleverd. U kunt deze als volgt afspelen.
N.B.
Zorg ervoor dat de synthesizer gereed is voor afspelen. Details vindt u in het gedeelte “Alvorens te Beginnen” op
bladzijde 9.
N.B.
In het “SEQ Demo” scherm wordt alle data in het interne geheugen (System, Interne Voices en dergelijke) overschreven
door de data voor de demo song. Sla belangrijke data op Memory Card op (blz. 137) voordat u doorgaat.
1 Druk, om de Sequence Play Mode te activeren, op de [SEQ PLAY] knop. Het volgende scherm verschijnt:
SEQ Demo)<< Are you sure? [YES]/[NO] >>
System,IntVoice will be changed.
N.B.
Er zijn twee schermen in Sequence Play Mode. Gebruik de [PAGE] knop om naar bovenstaand scherm om te
schakelen.
2 Druk, om naar het SEQ Demo scherm te gaan, op de [INC/YES] knop.
Demo song naam
Demo song name
SEQ Demo) Song:[DEMOSONG]
≥ 001⁄= 120
Demo song numberPlayback tempo
N.B.
Druk, om het afspelen van de demo te stoppen, op de [DEC/NO] knop.
AfspeeltempoDemo song nummer
3 Druk, om het afspelen van de song te starten, op de [PLAY/STOP] knop.
4 Druk, om het afspelen van de song te stoppen, nogmaals op de [PLAY/STOP] knop.
N.B.
Aan het einde van de song begint de song automatisch nogmaals te spelen.
N.B.
U kunt het tempo van het afspelen wijzigen met de [C] Knop. Selecteer tempo waarde “***” om het oorspronkelijke
tempo van de song te gebruiken.
N.B.
Details over Sequence Play Mode (en het afspelen van demo's vanaf Memory Card), vindt u op bladzijde 125.
21
Voices en Performances
Een Voice Bespelen
Deze synthesizer, gebaseerd op het AWM2 klankopwekkingssysteem, biedt diverse preset Voices (256 Normal
Voices en 8 Drum Voices). U kunt tevens uw eigen Voices creëren en deze in het interne geheugen van het
instrument (INT) of op een externe Memory Card (EXT) bewaren. Zowel het interne als het externe geheugen
kan tot maximaal 128 Normal Voices en 2 Drum Voices bevatten. U kunt, zoals hieronder wordt uiteengezet,
Voices selecteren in beide geheugengroepen en deze tegelijk bespelen.
EF
MASTER
BYPASS
KEYBOARD
SHIFT
ABC1 2
PAGE
PART/ELEMENT
ASSIGNABLE NKOB
EXIT ENTER
DATA
DEC/NO INC/YES
[DATA] knop
3 [DATA] knob
3 [DEC/NO] and [INC/YES] keys
MODE
VOICESTORE
PERFORM
UTILITY CARD
EDITJOB
COMPARE
1 [VOICE] key
[VOICE] knop
AB
SEQ
PLAY
A. PIANO E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRIN GS BRASS SYNTH OTHER
12345678
PLAY/
STOP
910111213141516
[DEC/NO] en [INC/YES] knoppen
INTPRE2PRE1
CDEFGH
PLGEXT
DRUMDRUM
2 MEMORY key
GEHEUGEN knop
QUICK
ACCESS
1 Druk op de [VOICE] knop
De LED van de [VOICE] knop licht op, hetgeen
aangeeft dat u in Voice Play Mode bent. Het volgende
verschijnt in het scherm:
Nu kunt u de Voice (die in het scherm staat) via het
toetsenbord bespelen.
2 Druk op een GEHEUGEN
knop om een Voice
Geheugen te selecteren
Er zijn 5 Voice Geheugens: PRE1 (Preset 1), PRE2
(Preset 2), INT (Intern), EXT (Extern) en PLG (Plugin). Ieder Voice geheugen bestaat uit een aantal
Banken (maximaal 8, A t/m H) waarin de Voices
zijn opgeslagen. De volgende illustratie toont op
welke wijze de Voices in een Voice Geheugen zijn
opgeslagen.
PRE2 (Preset 2)
Bank A~H
1~16
Voice
PRE1 (Preset 1)
Bank A~H
1~16
Voice
EXT (External)
Bank A~H
1~16
Voice
INTPRE 2PRE1
DRUMDRUM
INT (Internal)
Bank A~H
1~16
Voice
PLGEXT
PLG (Plug-in)
Bank A~D
1~16
Voice
De Drum Voices zijn in een apart gedeelte van ieder
Geheugen opgeslagen en kunnen als volgt opgeroepen
worden:
• Voor toegang tot de Preset Drum
Geheugens (PRE:DR1 ~ DR8):
Druk op de GEHEUGEN [PRE2] knop terwijl u de
GEHEUGEN [PRE1] knop ingedrukt houdt.
22
• Voor toegang tot de User Drum Geheugens
(INT:DR1/2, EXT:DR1/2):
Druk op de GEHEUGEN [EXT] knop terwijl u de
GEHEUGEN [INT] knop ingedrukt houdt.
PLGEX T
Voor toegang tot de Preset Drum
To access Preset Drum Voices(PRE:DR1 ~ DR8)
Voices (PRE:DR1 ~ DR8)
INTPRE 2PRE1
DRUMDRUM
To access User Drum Voices
Voor toegang tot de User Drum
(INT:DR1/2, EXT:DR1/2)
Voices (INT:DR1/2, EXT: DR1/2)
N.B.
PRE1 en PRE2 (Preset 1 en 2) bevinden zich in het
interne ROM (Read Only Memory) geheugen en
kunnen niet overschreven worden. INT (Intern) is RAM
(Random Access Memory) waarin zich de fabrieksgeluiden
bevinden. Dit kan wel overschreven worden, maar
de fabrieksinstellingen kunnen indien nodig altijd weer
teruggezet worden.
N.B.
EXT (Extern) is het geheugen van een Memory Card in
de CARD slot. Als er geen Memory Card in de slot zit en
u probeert een EXT Voice te selecteren, wordt er “-----”
in het scherm getoond en hoort u geen geluid. Als
er wel een Memory Card in de slot zit, kunt u EXT
Voices selecteren en bespelen. PLG Voices kunnen
alleen geselecteerd worden als er een Plug-in Board
geïnstalleerd is.
3Selecteer een Voice nummer
met de [DATA] knop of [INC/
YES] en [DEC/NO] knoppen
Gebruik van Quick Access
Via Quick Access kunt u snel binnen iedere
Bank elk van de 12 types Preset Voices en 4
types Interne Voices (bij de fabrieksinstellingen)
selecteren op basis van categorieën. De procedure
is als volgt:
N.B.
Details over de Voices die u via Quick Access
kunt selecteren vindt u in de aparte Data Lijst.
1 Druk, in Voice Mode, op de [QUICK ACCESS]
knop. De LED licht op en Quick Access is
geactiveerd.
Druk nogmaals op de knop of schakel naar een
andere Mode om Quick Access uit te zetten.
N.B.
Als u Quick Access activeert, wordt de laatste
via Quick Access geselecteerde Voice opnieuw
geselecteerd.
N.B.
Als u Quick Access activeert terwijl u een Voice
bewerkt, wordt de Voice niet gewijzigd totdat u
via Quick Access een andere Voice selecteert.
N.B.
Als Quick Access geactiveerd is, kunt u de
GEHEUGEN knoppen niet gebruiken.
2
Selecteer met BANK [A] t/m [H] de Categorie.
Er zijn acht Categorieën (zie hieronder). De
Categorienamen staan onder de respectievelijke
BANK knoppen.
Draai de [DATA] knop rechtsom of druk op [INC/
YES] om het Voice nummer te verhogen. Draai de
[DATA] knop linksom of druk op [DEC/NO] om dit
te verlagen.
U kunt nu de geselecteerde Voice via het toetsenbord
bespelen.
N.B.
Details over het selecteren van Voices met de [DATA]
knop of de knoppen [DEC/NO] en [INC/YES] vindt u
op bladzijde 61.
N.B.
U kunt ook Voices selecteren door gebruik te maken van de
BANK en PROGRAM/PART knoppen, via de Quick Access
functie, of via de Category Search functie. Details over het
selecteren van Voices vindt u op bladzijde 60, 62 en 63.
AB
A. PIANO E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRINGS BRASSSYNTHOTHER
3
Selecteer met een PROGRAM knop ([1] t/m
CDEFGH
[16]) de Voice in de gespecificeerde Categorie.
De Voice naam wordt in het scherm getoond.
12345678
910111213141516
N.B.
Voor iedere BANK [A] t/m [H], selecteert
u Preset Voices met een PROGRAM knop
([1] t/m [12]). De vier overgebleven knoppen
(PROGRAM knoppen [13] t/m [16]) worden voor
het selecteren van vier van de interne Voices
gebruikt. Details over Voices vindt u in de aparte
Data Lijst. Door vier Voices van uw keuze aan
de PROGRAM knoppen [13] t/m [16] in iedere
BANK toe te wijzen, kunt u deze via de Quick
Access snel selecteren.
QUICK
ACCESS
23
Een Performance Bespelen
In Performance Play Mode, kunt u één van de 128 interne of één van de 64 externe (Memory Card)
Performances selecteren en bespelen.
Een Performance is een set Voices die door de interne (of een externe) sequencer gebruikt kan worden. Met
Performances kunt u de synthesizer multitimbraal gebruiken.
Iedere Performance kan tot 16 Parts bevatten, ieder met zijn eigen Voice, plus een extra Part voor een Plug-in
Board. Als de Layer (blz. 117) parameter voor enkele Parts aanstaat, kunnen deze Parts in unison bespeeld
worden. Daarnaast kunt u meerdere Parts aan verschillende MIDI kanalen toewijzen, zodat deze individueel
via de interne (of een externe) sequencer bespeeld of bestuurd kunnen worden. U kunt in het interne geheugen
tot 128 Performances bewaren en tot 64 op een Memory Card. Deze Performance instellingen kunt u in de
Performance Edit Mode (blz. 106) wijzigen. Hieronder tonen wij hoe u aan de slag kunt met Performance
Play, nadat u een Performance geselecteerd heeft.
EF
BYPASS
SHIFT
1
Druk op de [PERFORM] knop
ABC1 2
PAGE
PART/ELEMENT
ASSIGNABLE NKOB
EXIT ENTER
DATA
DEC/NO INC/YES
[DATA] knop
3 [DATA] knob
De LED van de [PERFORM] knop licht op, hetgeen
aangeeft dat u in Performance Play Mode bent. Het
volgende verschijnt in het scherm:
M
ODE
STOREVOI CE
PERFORM
CARD
SEQ
PLAY
UTILITY
MASTER
KEYBOARD
3 [DEC/NO] and [INC/YES] keys
MODE
VOICESTORE
PERFORM
UTILITY CARD
EDITJOB
COMPARE
[PERFORM] knop
1 [PERFORM] key
AB
SEQ
PLAY
A. PIANO E. PIANO ORGAN GTR/BASS STRIN GS BRASS SYNTH OTHER
12345678
PLAY/
STOP
910111213141516
[DEC/NO] en [INC/YES] knoppen
INTPRE2PRE1
CDEFGH
PLGEXT
DRUMDRUM
2 MEMORY key
GEHEUGEN knop
QUICK
ACCESS
2Druk op een GEHEUGEN
knop om een Performance
Geheugen te selecteren
Er zijn twee Performance Geheugens: INT (Intern)
en EXT (Extern). INT bestaat uit 128 Performances,
onderverdeeld in acht Banken (A t/m H). EXT bestaat
uit 64 Performances, onderverdeeld in vier Banken (A
t/m D).
Nu kunt u de Performance (die in het scherm staat)
via het toetsenbord bespelen.
24
DRUMDRUM
INT (Internal)
Bank A~H
1~16
Performance
EXT (External)
Bank A~D
1~16
Performance
N.B.
INT (Intern) is RAM (Random Access Memory)
geheugen waarin zich de fabrieks-Performances
bevinden. Dit kan overschreven worden, maar de
fabrieksinstellingen kunnen indien nodig altijd weer
teruggezet worden.
N.B.
EXT (Extern) is het geheugen van een Memory Card
(RAM) in de CARD slot. Als er geen Memory Card
in de slot zit en u probeert een EXT Performance te
selecteren, wordt er “-----” in het scherm getoond en
hoort u geen geluid. Als er wel een Memory Card in
de slot zit, kunt een EXT Performance selecteren en
bespelen.
3 Selecteer een
Performance nummer met
de [DATA] knop of de [INC/
YES] en [DEC/NO] knoppen
Draai de [DATA] knop rechtsom of druk op [INC/
YES] om het Performance nummer te verhogen. Draai
de [DATA] knop linksom of druk op [DEC/NO] om
dit te verlagen.
U kunt nu alle Parts in de geselecteerde Performance
via het toetsenbord bespelen. Als de Layer (blz. 117)
parameter voor enkele Parts aanstaat, kunnen deze
Parts in unison bespeeld worden. Probeer nu eens om
ook andere Performances te selecteren.
N.B.
Details over het selecteren van Performances met de
[DATA] knop of met de knoppen [DEC/NO] en [INC/
YES] vindt u op bladzijde 61.
N.B.
U kunt ook Performances selecteren door gebruik te
maken van de BANK en PROGRAM/PART knoppen,
of via de Category Search functie. Details over het
selecteren van performances vindt u op bladzijde 104.
N.B.
Tijdens het selecteren kan het even duren voordat
de Performance gereed is, omdat er meerdere Parts
ingesteld moeten worden.
N.B.
Bij sommige preset Performances (INT), kunt u Knop
[2] gebruiken om de Arpeggiator aan of uit te schakelen.
Details kunt u vinden in de aparte Performance Lijst.
25
Een Overzicht van de S30
Dit gedeelte geeft een overzicht van de vele functies van de S30.
De S30 hardware is opgebouwd uit een aantal gedeelten, zoals u in het schema hieronder kunt zien.
Controller Gedeelte
Controller Section
ToetsenbordBedieningsknoppen
KeyboardControllers
Sequencer
Sequencer
Gedeelte
Section
Song File Playback
Song File Afspelen
Arpeggiator
Arpeggiator
Toongenera-
Tone Generator
torgedeelte
Section
AWM2
AWM2
Plug-in Board
Plug-in Board
Effectgedeelte
Effects Section
Controller Gedeelte
Dit gedeelte bestaat uit het toetsenbord, de Pitch Bend en Modulatiewielen, Control schuiven, Assignable
knoppen enzovoorts. Het toetsenbord zelf genereert geen geluiden, maar stuurt noot-, velocity (aanslagsterkte)
en andere informatie naar het toongeneratorgedeelte van de synthesizer. De controllers verzenden ook
wijzigingen. De informatie van de controllers en het toetsenbord kunnen via de MIDI OUT aansluiting tevens
naar externe MIDI apparaten verzonden worden.
Sequencer Gedeelte
Met dit gedeelte kunt u Standaard MIDI Files vanaf Memory Card afspelen. De inhoud van de Tracks 1 t/m 16
corresponderen met de MIDI kanalen en Parts in een Performance (zie onderstaande illustratie). De sequencer
kan songs afspelen waarbij aan iedere Part een andere Voice is toegewezen.
Toongenerator
Sequencer
Track1PianoCh1
Track2BassCh2
Track3
Strings
Ch3
Tone Generator
(Performance Parts)
Piano
Bass
Strings
Ch1
Ch2
Ch3
Track16
Percussion
Ch16
26
Percussion
Ch16
Toongeneratorgedeelte
Dit gedeelte speelt, afhankelijk van informatie die wordt ontvangen van het toetsenbord en de controller,
geluiden af. Onderstaande illustratie toont het pad dat het signaal van een Element in Voice Mode aflegt.
Toongeneratorgedeelte
Tone Generator Section
OSC
(Oscillator)
Stuurt de golf-
Outputs the
vorm van ieder
waveform of
Element uit.
each Element.
Iedere Voice
Each Voice
bestaat uit maxi-
consists of up to
maal vier
four Elements.
Elementen.
Bepaalt de toon-
Controls the
hoogte van ieder
pitch of each
Element dat
Element output
door OSC uitge-
from OSC.
stuurd wordt.
FILTERPITCH
Wijzigt de
Changes the
klankkwaliteit
tonal quality of
van ieder Ele-
each Element
ment dat door
output from
PITCH uitge-
PITCH.
stuurd wordt.
AMP
(Amplitude)
Regelt het uit-
Controls the
gangsniveau
output level
(amplitude) van
(amplitude) of
ieder Element
each Element
dat door FIL-
output from
TER uitgestuurd
FILTER.The
wordt. De signa-
signals are then
len worden dan
sent at this level
op dit volume
to the Effects
naar de Effect
Units.
Units gestuurd.
Naar Effects Units
To Effects Units
Omtrent de Toongenerator
Het toongeneratorgedeelte van de S30 bestaat uit AWM2 en Plug-in units.
AWM2 (Advanced Wave Memory 2) is een klankopwekkingssysteem gebaseerd op gesampelde golfvormen
die in vele Yamaha synthesizers gebruikt wordt. Om het geheel realistischer te maken, gebruikt iedere
AWM2 Voice meerdere samples die afkomstig zijn van een echt instrument. Daarnaast kunnen aan de
basisgolfvormen, de envelope generator, filter, modulatie en andere parameters toegevoegd worden.
N.B.
AWM2 is niet beperkt tot gewone muziekinstrumenten (Normal Voices). Het kan tevens voor percussie-instrumenten
(Drum Voices) gebruikt worden. Details over Normal en Drum Voices vindt u op bladzijde 32.
Plug-in Boards voegen meer mogelijkheden toe aan het systeem. Als deze geïnstalleerd worden, combineren
ze perfect met het in de synthesizer ingebouwde toongeneratorgedeelte.
De onderstaande Plug-in Board types zijn leverbaar en kunnen in de synthesizer worden geïnstalleerd. Deze
boards zijn niet slechts een uitbreiding van Voices; het zijn tevens onafhankelijke toongeneratoren, waardoor
de systeemspecificaties, zoals de maximum polyfonie, uitgebreid worden. U kunt de Plug-in Voices net als
interne Voices bespelen en als Parts in een Performance gebruiken (blz. 93).
Deze synthesizer is compatibel met het Modular Synthesis Plug-in System (zie volgende bladzijde). Er
zijn drie soorten Modular Synthesis Plug-in System-compatible Plug-in Boards: Single Part, Multi-Part en
Effect. Door uw S30 uit te breiden met één van de onderstaande Plug-in Boards, kunt u uw eigen systeem
samenstellen op basis van de geluiden die u nodig heeft.
N.B.
Het Effect Plug-in Board PLG100-VH kan in de S30 niet worden gebruikt.
Single Part Plug-in Boards
• Analog Physical Modeling Plug-in Board (PLG150-AN)
Analog Physical Modeling (AN) synthese, de allernieuwste digitale technologie, kan het geluid van analoge
synthesizers natuurgetrouw weergeven. Met dit board geïnstalleerd, heeft u realtime control over het geluid
van analoge synthesizers en geluiden die u in de hedendaagse dance muziek tegenkomt.
• Piano Plug-in Board (PLG150-PF)
Een respectabel 16MB golfvormgeheugen (AWM2) specifiek toegewijd aan de weergave van piano-
geluiden. Dit board biedt 136 stereogeluiden, waaronder een aantal akoestische en elektrische piano's en
is maar liefst 64-noten polyfoon.
27
• Advanced DX/TX Plug-in Board (PLG150-DX)
Met dit Plug-in Board heeft u de beschikking over de befaamde DX7 geluiden. Dit board gebruikt, in
tegenstelling tot op PCM gebaseerde oplossingen, geen gesampelde golfvormen. Het bevat daarentegen het
echte FM klankopwekkingssysteem van de DX-serie synthesizers om deze geluiden authentiek te kunnen
weergeven. De geluiden van dit board zijn compatibel met de DX7, en het board kan zelfs via een MIDI
bulk dump DX7 data ontvangen.
• Virtual Acoustic Plug-in Board (PLG150-VL)
Bij de Virtual Acoustic (VA) synthese, worden de geluiden van echte instrumenten realtime gemodelleerd
(gesimuleerd), hetgeen een ongekende graad van realiteit oplevert die niet met de conventionele PCM
synthese kan worden bereikt. Als u deze geluiden via een optionele MIDI Wind Controller (WX5) bespeelt,
kunt u zelfs het fysieke gevoel van het echt bespelen van een blaasinstrument benaderen.
Multi-Part Plug-in Board
• XG Plug-in Board (PLG100-XG)
Dit Plug-in Board is een 16-part XG toongenerator. U kunt met dit board XG/GM songs afspelen, waarbij u
de beschikking heeft over een grote verscheidenheid aan geluiden en effecten.
N.B.
In de toekomst zullen er nog meer Plug-in Boards leverbaar worden.
Omtrent het MODULAR SYNTHESIS PLUG-IN SYSTEM
Het Yamaha Modular Synthesis Plug-in System biedt krachtige uitbreidingsmogelijkheden voor Modular
Synthesis-Plug-in-compatible synthesizers, toongenerators en geluidskaarten. Dit biedt de mogelijkheid
eenvoudig en effectief voordeel te trekken van de nieuwste en meest gecompliceerde synthesizer- en
effecttechnologie, zodat u gelijke tred kunt houden met de snelveranderende en veelzijdige moderne
muziekproductie.
Maximum Polyfonie
De maximum polyfonie voor AWM2 is 64, plus de polyfonie van een eventueel Plug-in Board (indien
aanwezig). De daadwerkelijke polyfonie is afhankelijk van de gebruikte toongenerator unit, het aantal
Elementen in de Voice, en de polyfonie van het Plug-in Board.
In het geval van AWM2 Voices, wordt de 64 noten polyfonie verdeeld over het aantal Elementen in de Voice.
Als een Voice bijvoorbeeld uit twee Elementen bestaat, dan is de maximale polyfonie voor de Voice dus 32.
28
Effectgedeelte
De effecten kunnen worden gebruikt om het geluid van een Voice of Performance te veranderen. Er zijn twee
Insertion Effect Units, een Reverb Unit (met 12 reverb types) en een Chorus Unit (met 23 chorus types).
Iedere Insertion Effect Unit biedt een verscheidenheid aan effecten en de Units op zich kunnen in serie of
parallel geschakeld worden.
In Voice/Performance Mode kunnen aan iedere Voice/Performance verschillende effectinstellingen worden
toegewezen, hoewel de wijze waarop ze geschakeld zijn (in serie of parallel) iets kan verschillen. Zoals u
in de volgende illustratie kunt zien, kunnen beide Insertion Effect Units voor ieder Element in een Voice
onafhankelijk aan- of uitgezet worden. In wezen kunnen de Insertion Effecten dus Elementsgewijs ingesteld
worden. Nadat het signaal door de Insertion Effecten is gegaan, worden de signalen van alle individuele
Elementen gemixt en naar de Reverb en Chorus Units gestuurd. Deze Reverb en Chorus Units voegen aan
het algehele geluid nog effecten toe voordat het naar de uitgangen gestuurd wordt, en worden daarom System
Effecten genoemd.
In Performance Mode kunnen de Insertion Effecten voor twee Parts afzonderlijk ingesteld worden: voor een
Voice Part en voor een Plug-in Part. De System Effecten (Reverb en Chorus) kunnen niet aan afzonderlijke
Parts toegewezen worden, maar alleen aan de gehele Performance.
Voice ModePerformance Mode
Voice1~16
Element
1~4
Insertion
Insertion
Effecten
Effects
1/2
1
System Effecten
System Effects
Reverb
Element
1~4
Insertion
Insertion
Effecten
Effects
1
System Effecten
System Effects
Reverb
Output
Uitgang
Output
Uitgang
2
Chorus
N.B.
Details over Effecten vindt u op bladzijde 50.
Output
Uitgang
Plug-in Board
2
Insertion
Insertion
Effecten
Effects
1
Chorus
29
Omtrent de Modes
De S30 heeft diverse Modes die u afhankelijk van de taak die u wilt uitvoeren kunt selecteren.
Voice Mode
Voice Play Mode
Voice Edit Mode
Voice Job Mode
Performance Mode
Performance Play Mode
Performance Edit Mode
Performance Job Mode
M
ODE
STOREVOICE
PERFORM
Utility Mode
Utility Job Mode
Card Mode
Voice Mode (blz. 59)
Voice Play Mode
In deze Mode kunnen Normal
Voices en Drum Voices bespeeld
worden. U heeft keus uit Preset
Voices (256 Normal Voices plus 8
Drum Kits), Interne (User) Voices
(128 Normal Voices plus 2 Drum
Kits) en Externe (Memory Card)
Voices (128 Normal Voices plus
2 Drum Kits). Dat is een totale
keuze uit 512 Normal Voices en
12 Drum Kits. Deze keus kan
nog worden uitgebreid door het
installeren van een optioneel Plugin Board.
De MIDI instellingen voor Voices
kunt u in Utility Mode wijzigen.
Voice Edit Mode
In deze Mode kunt u Normal
Voices en Drum Voices creëren
en bewerken. U kunt in het
interne geheugen tot 128 bewerkte
Normal Voices en 2 bewerkte
Drum Kits als User Voices
bewaren. U kunt deze tevens op
Memory Card (Extern geheugen)
bewaren.
Voice Job Mode
In deze Mode kunt u Voices
kopiëren en initialiseren, en er
andere handelingen (Jobs) mee
verrichten.
CARD
SEQ
PLAY
PLAY
STOP
Sequence Play Mode
/
UTILITY
EDITJOB
COMPARE
Performance Mode (blz. 102)
Performance Play Mode
Deze Mode wordt gebruikt als
u Performances bespeelt. U kunt
meerdere Voices (Parts) "layeren"
(over elkaar heen leggen) om
rijke, volle geluiden te creëren.
U kunt tevens, door verschillende
MIDI kanalen aan Parts toe
te wijzen, multitimbrale setups
creëren. U kunt zowel Plug-in
Parts als op AWM2 gebaseerde
Voices layeren.
Performance Edit Mode
In deze Mode kunt u Performances creëren en bewerken. U
kunt in het interne geheugen tot
128 Performances bewaren, en in het
externe geheugen (Memory Card)
tot 64.
Performance Job Mode
In deze Mode kunt u Performances kopiëren en initialiseren,
en er andere handelingen (Jobs)
op toepassen.
Sequence Play Mode (blz. 125)
In deze Mode kunt u de sequencer
gebruiken om Song files (Standaard MIDI Files) vanaf Memory
Card af te spelen. Deze Songs
kunnen individueel of allemaal
achter elkaar afgespeeld worden.
Door naar een andere Performance
om te schakelen, kunt u tevens de
geluiden voor iedere track van de
Song veranderen.
Utility Mode (blz. 127)
In deze Mode kunt u parameters
wijzigen die betrekking hebben op
het algehele systeem. Hieronder
vallen onder meer MIDI instellingen en synthesizer setup
parameters.
Utility Job Mode
In deze Mode kunt u de fabrieksinstellingen van de synthesizer
terugzetten.
Card Mode (blz. 135)
Als u een Memory Card in de
CARD slot steekt, kunt er files op
opslaan, in de synthesizer laden, en
diverse andere handelingen met de
data op de card verrichten.
30
Loading...
+ 124 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.