Yamaha S03 User Manual [nl]

HANDLEIDING
HANDLEIDING
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product maakt gebruik van batterijen of een andere externe stroomvoor­ziening (adaptor). Gebruik NOOIT een andere netvoeding of adaptor dan voorgeschreven in de handleiding, op het naamplaatje, of specifiek aanbe­volen door Yamaha.
WAARSCHUWING:
Plaats dit product niet daar waar men erop kan gaan staan, erover kan strui­kelen, of er over het adaptorsnoer of de aansluitkabels heen gereden kan worden. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden! Als u toch een verlengsnoer moet gebruiken, dan dient de kabeldoorsnede, bij een lengte van 6 meter (of minder), minimaal 18 AWG te zijn. OPMERKING: Hoe kleiner het AWG getal, hoe groter de stroomcapaciteit. Raadpleeg voor grotere lengtes een plaatselijke elektricien.
Dit product dient alleen gebruikt te worden met de bijgeleverde accessoires, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen door Yamaha. Als er een kar­retje, etc. wordt gebruikt, volg dan alle veiligheidsaanwijzingen en instructies van die accessoires nauwkeurig op.
SPECIFICA TIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding was correct op het moment dat deze ge­drukt werd. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te veranderen of te modificeren zonder voorafgaande mededeling of de ver­plichting om voorgaande modellen aan te passen.
Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidspreker(s), kan geluidsniveaus produceren die permanente gehoorbe­schadiging zouden kunnen veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen, raadpleeg dan een KNO-arts. BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller er gehoorbeschadiging op­treedt.
Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of uitbreidingen wor­den meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele hiervan moeten door de leve­rancier gemonteerd of geïnstalleerd worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel is en alle gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd zijn VÓÓR ingebruikneming. Door Yamaha gelever de banken zijn alleen ontworpen om op te zitten. Andere toepassingen worden afgeraden.
OPMERKING:
Servicekosten die te wijten zijn aan gebrek aan kennis van hoe een functie of een effect werkt (mits het apparaat naar behoren werkt), vallen niet onder de aankoopgarantie maar onder uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer de handleiding derhalve zorgvuldig en neem eerst contact op met uw dealer voordat u een beroep doet op service.
MILIEUPROBLEMATIEK:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als milieu­vriendelijk zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat onze producten en pro­ductiemethoden aan deze doelstellingen beantwoorden. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen wij u van het volgende op de hoogte brengen:
Batterij:
Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van deze batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Dit product kan ook gebruik maken van “normale” batterijen. Sommige daar­van kunnen oplaadbaar zijn. Controleer of de batterij die u wilt opladen wel mag worden opgeladen en ook of de batterijoplader voor dat batterijtype ge­schikt is.
Gebruik, als u batterijen plaatst, nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar, of batterijen van verschillende types. Batterijen MOETEN correct worden ge­plaatst. Het in de verkeerde richting of foutief plaatsen kan oververhitting en schade aan de batterijhouder veroorzaken.
Waarschuwing:
Probeer nooit een batterij te demonteren of te verbranden. Bewaar batterijen buiten het bereik van kinderen. Gooi gebruikte batterijen meteen en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg. Opmerking: Vraag een plaatselijke leverancier van batterijen om informatie in verband met het weggooien van batterijen.
Verwijdering:
Wanneer dit product beschadigd raakt en niet meer te repareren is, of zijn maximale levensduur bereikt heeft, gooi het dan weg volgens de plaatselijke wettelijke voorschriften voor producten die lood, batterijen, plastic e.d. be­vatten. Zou uw dealer niet in staat zijn u hiermee te helpen, neem dan direct contact op met Yamaha.
LOKATIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich op de bodemplaat van het product. Het type­nummer, serienummer, stroomspecificaties, etc. staan op dit plaatje. Noteer hieronder het model, het serienummer en de aankoopdatum en bewaar deze handleiding, zodat u deze belangrijke gegevens van uw aankoop altijd bij de hand heeft.
Model
Serienummer
Aankoopdatum
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
92-BP (bottom)
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor latere raadpleging.
W AARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modifi­ceer het instrument op geen enkele manier. Het instrument bevat geen door de gebruiker zelf te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, staak dan onmiddellijk het gebruik ervan en laat het nakijken door gekwalifi­ceerd Yamaha servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het adaptorsnoer of -stekker beschadigd is, of als er plotseling geluidsver­lies optreedt, of als er een ongewone geur of rook uit het instrument komt, moet
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het adaptorsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren, buig het niet te zeer, beschadig het niet, zet er geen zware voorwer­pen op en leg het zo dat er niemand op zal gaan staan, erover kan struikelen, of dat er iets over heen kan rijden.
• Als u de stekker uit het stopcontact trekt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met gebruik van een T-stuk. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en kan het stopcontact over­verhitten.
• Trek de netadaptor eruit als het instrument niet wordt gebruikt, of tijdens on­weer.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u deze allemaal uitzetten. Voordat u alle componenten aanzet moet u alle volumes op hun minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aan­zetten, geleidelijk op totdat het gewenste luisterniveau bereikt is.
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of overdag in een auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals tele­visies, radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
• Trek alle aangesloten kabels en het adaptorsnoer eruit alvorens het instrument te verplaatsen.
• Gebruik voor het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen, schoonmaak­middelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats ook geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument, aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen doen verkleuren.
• Leun niet op het instrument en plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
u het onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact trekken en het instru­ment laten nakijken door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adaptor (PA-3B of een door Yamaha aanbevolen equivalent). Het gebruik van een verkeerde adaptor kan schade aan het instrument of oververhitting veroorzaken.
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Trek nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen heeft.
• Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat zich daarop heeft verzameld.
• Gebruik uitsluitend een keyboard standaard die voor het instrument wordt aan­bevolen. Gebruik voor het in elkaar zetten van de standaard uitsluitend de bij­geleverde schroeven. Anders riskeert u schade aan de interne onderdelen of het instrument zou kunnen vallen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet-comfortabel geluidsniveau aan­gezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
HET VERVANGEN VAN DE BACKUP BATTERIJ
• Dit instrument bevat een niet-oplaadbare ingebouwde backup batterij die er­voor zorgt dat de interne data, zelfs als u het instrument uitzet, behouden blijft. Als de backup batterij vervangen moet worden, verschijnt de mededeling “!BatteryLo” in de LCD. Maak in dat geval onmiddellijk een back up van uw data (met gebruik van een extern apparaat, zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer), laat hierna de backup batterij vervangen door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Probeer de backup batterij niet zelf te vervangen, om eventuele ernstige elek­trische schokken te voorkomen. Laat de backup batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Leg de backup batterij nooit op een plaats waar kinderen bij kunnen, want zij zouden deze kunnen inslikken. Zou dit toch gebeurd zijn, raadpleeg dan on­middellijk een arts.
USER DATA OPSLAAN
• Sla alle data op met gebruik van een extern apparaat zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer, om het verloren gaan van belangrijke data te voorkomen als gevolg van storingen of een bedieningsfout.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan on­juist gebruik, of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(3)-6
Inleiding
Hartelijk dank voor uw aankoop van de Yamaha S03 Music Synthesizer. Om zov eel mogelijk uit uw nieuw e S03 met zijn uitgebreide mogelijkheden te halen, adviseren wij om deze handleiding grondig door te lezen. Bewaar hem op een veilige, handige plaats voor regelmatige raadpleging wanneer dat maar nodig is.
Inhoud van de Verpakking
• PA-3B Netadaptor *
• CD-ROM
• Installation Guide
• Owner’s Manual
• Data List
* Mogelijkerwijs in uw land niet bijgeleverd. Vraag alstublieft uw Yamaha dealer.
Omtrent de Bijgeleverde CD-ROM
Op deze CD-ROM bevindt zich applicatie software voor uw S03. Met de Voice Editor kunt u de Voices van de S03 bewerken met een zeer intuïtie ve gr afische interface. Met de XGworks lite sequencer software kunt u gemakkelijk uw eigen songs creëren en bewerken op uw computer. Zie voor details de aparte Installation Guide of de on-line handleiding van de software.
Probeer nooit de CD-ROM af te spelen op een audio CD-speler. Hierdoor zou schade aan uw gehoor kunnen worden veroorzaakt, alsook aan uw CD-speler/luidsprekers.
Belangrijkste Mogelijkheden
• Dynamische Voices van bijzonder hoge kwaliteit — waaronder veel geluiden v an het Yamaha topmodel S80 Music Synthesizer (blz. 18).
• Grote verscheidenheid aan professionele digitale effecten (blz. 53).
• Category Search functie voor het snel oproepen van Voices in de gewenste instrumentgroep (blz. 35).
• In totaal 480 Normal Voices en 20 Drum Voices, allemaal XG-compatibel — in aanvulling op de Preset en User Voices (blz. 25).
• Uitgebreide, gedetailleerde bewerkingsmogelijkheden om uw Voices te verbeteren (blz. 70).
• Handige TO HOST aansluiting voor een rechtstreekse, eenvoudige verbinding met een computer — met slechts één kabel (blz. 13).
• XGworks lite sequencer software, voor het creëren en afspelen van uw eigen songs op uw computer.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een standaardspecificatie die de indeling van voices bepaalt in een toongenerator, alsook zijn MIDI functio-naliteit, waardoor u ervan verzekerd bent dat die data op elke GM-compatibele toongenerator met dezelfde geluiden kan worden af-gespeeld, ongeacht merk of model. Toongenerators en song data die “GM System Level 1” ondersteunen zijn herkenbaar aan dit GM logo.
XG
“XG” is een toongenerator format met een uitbreiding op de voice indeling van de “GM System Level 1” specificatie om aan de steeds hogere eisen van de moderne computertoepassingen te voldoen, met een bredere, expressievere kracht met behoud van opwaartse data compatibiliteit. “XG” is een sterke verbetering van “GM System Level 1” omdat de manieren waarop voices worden uitgebreid of be-werkt en de structuur en het type van effecten erdoor worden bepaald. Als commercieel verkrijgbare song data met het XG logo wordt afgespeeld op een toongenerator met het XG logo, kunt u genieten van de volledige muzikale ervaring en nagenoeg onbeperkte variaties in voices en effectfuncties.
4
Omtrent Deze Handleiding
Deze handleiding is verdeeld in twee gedeelten:
Basisgedeelte (blz. 8)
Legt uit hoe u aan de slag kunt met de S03, hoe zijn algehele structuur in elkaar zit en hoe u zijn belangrijkste mogelijkheden en functies kunt gebruiken.
Referentiegedeelte (blz. 55)
Legt de parameters van de verschillende modes van de S03 uit.
Omtrent de PAGINA/Bladzijdeverwijzingen in deze Handleiding
PAGINA xx Verwijst naar een pagina in de LCD.
blz. xx ......... Verwijst naar een bladzijde in deze handleiding.
V eel van de functies en parameters v an de S03 worden getoond in verschillende schermpagina’s die binnen elk e mode in het scherm zijn genummerd. Door het gebruik van deze schermpaginanummers gaat het zoeken naar een functie of par ameter een stuk makkelijker en sneller .
Om deze verwijzingen naar schermpagina’s te kunnen onderscheiden van bladzijdeverwijzingen in de handleiding, maken we de volgende afspraken: “PAGINA” (volledig in hoofdletters) verwijst naar een schermpagina. Behalve indien anders vermeld, verwijst een PAGINAverwijzing naar een schermpagina binnen dezelfde mode (zoals beschreven voor andere parameters in hetzelfde gedeelte).
Door de hele handleiding heen worden parameternamen aangegeven door nummers, zoals “13-2 Resonance”. Dit geeft bij-voorbeeld aan dat de Resonance parameter zich in schermpagina 13 bevindt in de geselecteerde mode.
Als een schermpagina twee of meer gerelateerde parameters bevat, gebruik dan de [E]/[F] knoppen (blz. 30) om door de beschikbare parameters heen te scrollen. Deze gerelateerde parameters geselecteerd met de [E]/[F] knoppen worden aan-gegeven door met een verbindingsstreepje verbonden getallen (b.v. 13-1, 13-2, etc.). In het bovenstaande voorbeeld kunt u de Resonance parameter selecteren met de [E]/[F] knoppen om naar de tweede pagina te gaan.
OPM.
Voor een volledig begrip van de parameters en hun bijbehorende schermpagina’s, zie de Functiestructuur (blz. 20) of de
Parametertabel (blz. 22).
Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziek sequence data en/of digitale audio files is strikt verboden, behalve voor persoonlijk gebruik van de koper.
De illustraties en LCD schermen in deze handleiding zijn voor louter instructiedoeleinden en kunnen op uw instrument enigszins afwijken.
De merknamen en productnamen in deze handleiding zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke firma’s.
5
Inhoudsopgave
Basisgedeelte............................8
Bedieningsknoppen & Aansluitingen.................................8
Bedieningspaneel......................................................................... 8
Achterpaneel ..............................................................................10
Alvorens te Beginnen......................................................... 11
Stroomvoorziening.....................................................................11
Aansluitingen............................................................................. 11
De Stroom Inschakelen..............................................................15
Demo’s Afspelen................................................................. 16
Een Overzicht van de S03 .................................................17
Controller................................................................................... 17
Toongenerator............................................................................17
Effecten......................................................................................18
Omtrent de Modes .............................................................19
Functiestructuur ................................................................20
Parametertabel...................................................................22
Multi’s................................................................................. 24
Voices .................................................................................. 25
Een Overzicht van de Voices/Waves.........................................26
Waves.........................................................................................27
Basisprocedures .................................................................28
Een Mode Selecteren .................................................................28
Een Scherm Selecteren .............................................................. 30
Data Ingeven.............................................................................. 31
De S03 Bespelen .................................................................33
Voices Bespelen.........................................................................33
Referentiegedeelte ..................55
Multi Mode......................................................................... 55
Multi Edit................................................................................... 55
Common (Instellingen voor alle Parts Tegelijk) .................. 56
Part (Instellingen voor iedere Part)....................................... 59
Multi Job.................................................................................... 67
Een Job Uitvoeren ................................................................ 67
Multi Store................................................................................. 69
Voice Mode......................................................................... 70
Voice Edit.................................................................................. 70
Normal Voice ....................................................................... 70
Drum Voices......................................................................... 84
Voice Job................................................................................... 87
Een Job Uitvoeren ................................................................ 87
Voice Store................................................................................ 89
Utility Mode........................................................................90
Utility Job.................................................................................. 92
Factory Set (Fabrieksinstellingen Terugzetten).................... 92
MIDI Mode........................................................................93
Appendix................................95
Omtrent MIDI....................................................................95
Schermmededelingen.......................................................100
Problemen Oplossen........................................................ 101
Specificaties ...................................................................... 105
Index.................................................................................. 106
Multi Mode Gebruiken...................................................... 37
Spelen in Multi Mode ................................................................37
De S03 Gebruiken als een Multi-timbrale Toongenerator
(Multi Edit) ................................................................................38
Live Spelen Terwijl er een Song File Afspeelt..........................40
Het Toetsenbord Splitten — Het Instellen van Upper en Lower
Gebieden voor de Voices...........................................................41
Twee Voices (Parts) Layeren (mengen) ....................................42
Controllers Gebruiken.......................................................44
Pitch Bend Wiel......................................................................... 44
Modulation Wiel........................................................................ 44
Foot Controller........................................................................... 45
Voetschakelaar...........................................................................46
Voice Edit............................................................................47
Effecten ............................................................................... 53
Effecten in Voice Mode.............................................................53
Effecten in Multi Mode..............................................................53
6
Toepassingen Index
Deze handige, makkelijk te gebruiken index is verdeeld in algemene categorieën om u te helpen als u op zoek bent naar informatie over een specifiek onderwerp of over een functie.
Luisteren/Spelen
• Het luisteren naar Demo songs............................................................................................................................. Demo’s Afspelen (blz. 16)
• Voices bespelen..................................................................................................................................................................................... (blz.33)
• Het oproepen van Voices in een gewenste instrumentgroep.....................................................Voice Category Search Gebruiken (blz. 35)
• Live spelen terwijl er een Song file afspeelt ....................................................................................................................................... (blz. 40)
• Het toetsenbord splitten — Het instellen van upper en lower gebieden voor de Voices
In Multi mode.......................................................................................................................................................................................(blz. 41)
In Voice Mode ...................................................................................................................................................................Note Limit (blz. 73)
• Twee Voices (Parts) layeren (mengen)............................................................................................................................................... (blz. 42)
Basics Section Multi Mode Voice Mode Utility Mode MIDI Mode Appendix
Basisgedeelte
Multi Mode
Het gebruik van controllers
• Controllers aansluiten ......................................................................................................................................................................... (blz. 14)
• Een Foot Controller gebruiken om parameters te besturen.............................................................................................................. (blz. 45)
• Een voetschakelaar gebruiken om vooruit te schakelen door Voice of Multi programs.................................................................. (blz. 46)
• De controller stand/positie aanhouden als u naar een andere Voice omschakelt................................................ Controller Reset (blz. 91)
• Het instellen van de AC1 (Assignable Controller 1) Controller ............................................................................Foot Controller (blz. 45)
AC1 (Assignable Controller 1) (blz. 66)
Kopiëren
• Het kopiëren van de Voice Variation Effectinstellingen naar de Multi mode..............................................Copy Variation Effect (blz. 68)
• Het kopiëren van de Controller instellingen van de Voice mode naar de Multi mode.........................................Copy Controller (blz. 68)
• Het kopiëren van Part parameterinstellingen van de bewerkte Multi naar een andere Part in dezelfde Multi............................. (blz. 68)
• Het kopiëren van Element parameterinstellingen van de bewerkte Voice naar een ander Element in dezelfde Voice................. (blz. 88)
• Het backuppen van uw S03 data ....................................................................S03 Instellingen Opslaan via een Extern Apparaat (blz. 42)
Het geluid veranderen
• Het bewerken van een Voice............................................................................................................................................. Voice Edit (blz. 47)
• Effectstructuur en signal flow.............................................................................................................................................. Effecten (blz. 53)
• Details over de parameters van de modes ...........................................................................................................Referentiegedeelte (blz. 55)
Het opslaan van data
• De bewerkte Voice bewaren in het interne (USER) geheugen van de S03...................................................................Voice Store (blz. 89)
• De bewerkte Multi bewaren in het interne (USER) geheugen van de S03.................................................................. Multi Store (blz. 69)
Het opslaan van S03 instellingen (Voice/Multi/MIDI/Utility) naar een extern apparaat, bijvoorbeeld een computer..............................
..........................................................................................................................S03 Instellingen Opslaan via een Extern Apparaat (blz. 42)
De S03 aansluiten op andere apparaten
• Aansluiten op een computer...............................................................................................Aansluiten op een Personal Computer (blz. 13)
• Local On/Off instellen.................................................................................................................................................. Local On/Off (blz. 93)
• De S03 gebruiken als een multi-timbrale toongenerator................................................................................................................... (blz. 38)
• S03 data verzenden met de Bulk Dump functie ............................................S03 Instellingen Opslaan via een Extern Apparaat (blz. 42)
• Het bewerken van Voices met gebruik van een computer...........................................................S03 Voice Editor Owner’s Manual (PDF)
• Het gebruik van de bijgeleverde XGworks lite sequencer software..................................................XGworks lite Owner’s Manual (PDF)
Voice Mode
Utility Mode
Midi Mode
Appendix
Reset parameters (fabrieksinstellingen terugzetten)
• Multi parameters terugzetten.......................................................................................................................................................Init (blz. 68)
• Voice parameters terugzetten....................................................................................................................................................... Init (blz. 88)
• Het terugzetten van de S03 op zijn fabrieksinstellingen.....................................Factory Set (Fabrieksinstellingen Terugzetten) (blz. 92)
Snelle oplossingen
• Globale functies van de S03 ...................................................................................................................................Functiestructuur (blz. 20)
• S03 parameterstructuur en de LCD PAGINA’s ...................................................................................................... Parametertabel (blz. 22)
• Algemene informatie over MIDI ...............................................................................................................................Omtrent MIDI (blz. 95)
• De betekenis van de schermmededelingen...................................................................................................Schermmededelingen (blz. 100)
• Problemen oplossen........................................................................................................................................................................... (blz. 101)
7
Basisgedeelte
Bedieningsknoppen & Aansluitingen
Basisgedeelte
Basics Section
Bedieningspaneel
12 5 6 78 9)!$
PHONES
MUSIC SYNTHESIZER
OUTPUT
MONO
L
RDCINON
STANDBY
FOOT FOOT
CONTROLLER SWITCH TO HOST HOST SELECT IN OUT THRU
VOLUME
OCTAVE
DOWN
UP
MIDI
UTILITY
ELEM
KEY
PAGE
PART
KEYELEMPART
PAGE
MIDI
OCTAVE
OCTAVE
1 OCTAVE [UP] en [DOWN] knoppen (blz. 36)
Druk op één van deze knoppen om het nootbereik van het toetsenbord omhoog of omlaag te verschuiven, in stappen van een octaaf. Druk op allebei tegelijk om de normale instelling (0) terug te zetten.
2
[VOLUME] schuif (blz. 15)
Stelt de Master Volume uitsturing via de OUTPUT L/R en de PHONES aansluiting in. Beweeg de schuif naar boven voor een hoger volume.
3
PITCH bend wiel (blz. 44)
Regelt het pitch bend effect.
4
MODULATION wiel (blz. 44)
Regelt het modulatie-effect. U kunt aan deze controller ook andere parameters en functies toewijzen.
5
LCD (Liquid Crystal Display)
Deze verlichte LCD toont heel wat bedieningsinfor­matie en schermmededelingen.
6
Overzicht Parametertypes (blz. 30)
Volg de pijl in de LCD naar de betreffende kolom in de lijst; de pijl geeft het type aan van de momenteel geselecteerde parameter.
MULTI PAR T
VOICE
VOICE
MIX
GENERAL
TONE
CONTROLLER
EFFECT
UTILITY MIDI MODE PART ELEMENT KEY
EDIT
COMMON ELEMENT
OSC MIX
TG
PITCH
KEYBOARD
FILTER
MIDI CHANNEL
AMP
MIDI FILTER
LFO
CONTROLLER
EFFECT
EFFECT
MODE knoppen (blz. 19)
7
Druk op deze knoppen om één van de modes te selecteren: Multi, Voice, Utility, of een andere mode.
8
[PART/ELEMENT/KEY] knoppen
Deze knoppen worden gebruikt om Parts/ Elementen/Drumtoetsen in Multi Edit of in Voice Edit mode te selecteren.
8
In de Multi mode selecteren deze knoppen de Parts 1 - 16. Druk, in de Multi Part Edit mode, op beide knoppen tegelijk om de Common Edit schermen op te roepen. Druk, om terug te keren naar de Part Edit schermen, op slechts één van deze [–] of [+] knoppen. In de Voice Edit mode selecteren deze knoppen de Elementen 1 - 4 of de Drumtoetsen. Druk, in de Voice Element Edit mode, op beide knoppen tegelijk om de Common Edit schermen op te roepen. Druk, om terug te keren naar de Element Edit schermen, op slechts één van deze [–] of [+] knoppen.
8
In de Multi mode schakelt deze knop de geselecteerde Parts uit. In de Voice Edit mode schakelt deze knop de geselecteerde Elementen of Drumtoetsen uit.
789
CATEGORY
DRUM
VOICE DEMO MUTE
MULTI
MIDI
UTILITY
JOB STORE
EDIT
COMPARE
COMMON
DATA
NO YES
DEC INC
SEARCH
ORGAN GUITAR
PIANO
456
PRESET
STRINGS
BASS
DRUM/PERC
1023
USER
REED/PIPE
SYN LEAD
SE
GM XG
SYN COMP
CHROMATIC
OTHER KEYBOARD
PERCUSSION
BRASS
SYN PAD ENTER EXIT
@# %^34
-1 [+]/[–] knoppen (blz. 30)
-2 [MUTE] knop (blz. 48, 55)
8
9 DATA knoppen (blz. 30)
Deze knoppen worden tijdens het bewerken gebruikt voor het selecteren van de verschillende schermpagina’s en voor het instellen van parameterwaardes.
9
-1 [DEC/NO] knop (blz. 31)
Gebruik deze knop om de waarde van de geselecteerde parameter te verlagen. Houd deze knop, om de waarde met 10 tegelijk te verlagen, ingedrukt en druk op de [INC/YES] knop. Deze knop kan ook worden gebruikt om een Job of Store handeling te annuleren.
9
-2 [INC/YES] knop (blz. 31)
Gebruik deze knop om de waarde van de geselecteerde parameter te verhogen. Houd deze knop, om de waarde met 10 tegelijk te verhogen, ingedrukt en druk op de [DEC/NO] knop. Deze knop kan ook worden gebruikt om een Job of Store handeling uit te voeren.
9
-3 [
]/[
] knoppen (blz. 30)
Gebruik deze knoppen om de schermpagina’s in iedere mode te selecteren.
-4 [ E ]/[ F ] knoppen (blz. 30)
9
Gebruik deze knoppen om de waarde die moet worden ingesteld in de LCD te selecteren, of om delen van de pagina onafgebroken weer te geven (links en rechts), voor pagina’s die uit verschillende delen bestaan.
)
[CATEGORY SEARCH/DRUM] knop (blz. 34,
35)
Zet de Category Search functie aan (blz. 35). Met deze functie kunt u rechtstreeks een gewenste Voice categorie selecteren met gebruik van het numerieke toetsenbord of de Memory knoppen. U kunt ook de drum bank van ieder geheugen toewijzen door gelijktijdig op deze knop en de [USER/(SE)] knop of de [GM/XG/(OTHER)] knop te drukken.
!
[PRESET/(DRUM/PERC)] knop (blz. 33)
In de modes Multi en Voice kunt u hiermee de Preset Memory programs selecteren. Als de Category Search functie (blz. 35) actief is, wordt deze knop gebruikt om de DRUM/PERC Voice categorie te specificeren.
@
[USER/(SE)] knop (blz. 33)
In de modes Multi en Voice kunt u hiermee de User Memory programs selecteren. U kunt ook een User Memory Drum bank specificeren door gelijktijdig op deze knop en de [CATEGORY SEARCH/DRUM] knop te drukken. Als de Category Search functie (blz. 35) actief is, wordt deze knop gebruikt om de SE Voice categorie te specificeren.
#
[GM/XG/(OTHER)] knop (blz. 33)
In de modes Multi en Voice kunt u hiermee de GM/ XG Memory programs selecteren. U kunt ook een GM/XG Memory Drum bank specificeren door gelijktijdig op deze knop en de [CATEGORY SEARCH/DRUM] knop te drukken. Als de Category Search functie (blz. 35) actief is, wordt deze knop gebruikt om de OTHER categorieën: CO, ME Voice te specificeren.
$
Numeriek toetsenbord (blz. 32, 35)
Dit wordt gebruikt om specifieke Multi of Program nummers te selecteren. In de Edit mode wordt het gebruikt om parameter data waardes in te geven. De geselecteerde waarde wordt pas een feit als u op de [ENTER] knop drukt. Het wordt ook gebruikt om de verschillende Voice categorieën te selecteren (blz.
70), terwijl de Category Search functie (blz. 35) aan staat.
%
[ENTER/KEYBOARD] knop
Deze knop wordt gebruikt om de op het numerieke toetsenbord ingetypte waarde te bevestigen. Hij kan ook worden gebruikt om parameters in te stellen waarvan de waardes als noot worden uitgedrukt (van C-2 - G8); druk gelijktijdig op deze knop en de gewenste toets van het toetsenbord. Hij wordt ook gebruikt voor het uitvoeren van een aantal jobs of opslaghandelingen.
Basics Section
Basisgedeelte
&
[EXIT] knop (blz. 31)
Als u, tijdens het bewerken of in een andere mode dan Multi/Voice Play, op deze knop drukt, dan verlaat u de huidige mode en keert u terug naar de Multi/Voice Play mode.
9
Achterpaneel
Basisgedeelte
Basics Section
MIDI OUTTHRU IN
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
TO HOST
12 5678934
1 MIDI IN/OUT/THRU aansluitingen (blz. 12)
MIDI IN ontvangt MIDI commando’s afkomstig van een extern MIDI apparaat. Gebruik deze aansluiting om de S03 te besturen vanaf een extern MIDI apparaat. MIDI OUT verzendt door de S03 gegenereerde MIDI commando’s (waaronder op het toetsenbord gespeelde noten en paneelknopbewegingen) naar een externe MIDI geluidsmodule of ander apparaat. MIDI THRU stuurt via de MIDI IN ontvangen MIDI commando’s gewoon door. Hierop kunt u andere MIDI apparaten aansluiten.
2
HOST SELECT schakelaar (blz. 12)
Selecteert het computertype dat via de TO HOST aansluiting op de S03 aangesloten is. Als de MIDI IN/OUT/THRU aansluitingen worden gebruikt, zet deze schakelaar dan op MIDI.
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
STANDBY
DC IN PHONES
5
FOOT CONTROLLER aansluiting (blz. 14, 45)
R L MONOON
OUTPUT
Hierop kunt u een optionele foot controller (FC7, etc.) aansluiten. Hiermee kunt u tijdens het spelen een aantal aspecten van het geluid, zoals klankkleur, toonhoogte en volume regelen.
6 STANDBY/ON schakelaar (blz. 15)
Hiermee schakelt u de S03 aan of uit.
Zelfs als de stroomschakelaar in de “STANDBY” positie staat, stroomt er altijd nog elektriciteit naar het instrument, zij het zeer minimaal. Wanneer u de S03 dus voor langere tijd niet gebruikt, vergeet dan niet de adaptor uit het stopcontact te trekken.
7 DC IN aansluiting (blz. 11)
Hierop dient een geschikte netadaptor te worden aangesloten (PA-3B of een door Yamaha aanbevolen equivalent) om de S03 van stroom te voorzien.
3
TO HOST aansluiting (blz. 13)
Hierop kunt u een computer aansluiten met behulp van een optionele seriële computerkabel.
4
FOOT SWITCH aansluiting (blz. 14, 46)
Hierop kunt u een optionele voetschakelaar (FC4 of FC5) aansluiten. Afhankelijk van de toegewezen functie, kunt u de voetschakelaar gebruiken om deze specifieke functie aan of uit te zetten.
10
8 OUTPUT L/MONO en R aansluiting (blz. 11)
Via deze uitgangen (6,3 mm jack pluggen) worden door de S03 audio signalen op lijnniveau uitgestuurd. Gebruik voor mono geluid alleen de L/ MONO aansluiting.
9 PHONES aansluiting (blz. 11)
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
Alvorens te Beginnen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u uw synthesizer van stroom kunt voorzien en hoe audio en MIDI apparaten en een computer kunnen worden aangesloten. Schakel de S03 pas in nadat alle noodzakelijke verbindingen zijn gemaakt. Wij bevelen u dringend aan om dit gedeelte zorgvuldig door te lezen ALVORENS de S03 in gebruik te nemen.
Basics Section
Basisgedeelte
Stroomvoorziening
Achterpaneel S03
S03 Rear Panel
STANDBY
DC IN
1 Zorg dat de STANDBY/ON schakelaar van de S03
in de STANDBY (uit) positie staat.
2 Sluit het plugje van de PA-3B aan op de DC IN aan-
sluiting op het achterpaneel van het instrument.
3 Steek de adaptorstekker in het dichtstbijzijnde stop-
contact.
Gebruik nooit een andere netadaptor dan de Yamaha PA­3B of een door Yamaha aanbevolen equivalent. Het gebruik van een ongeschikte adaptor kan onherstelbare schade veroorzaken aan de S03, en wellicht zelfs het risico van ernstige elektrische schokken! TREK ALS DE S03 NIET IN GEBRUIK IS DE ADAPTOR UIT HET STOPCONTACT.
Zelfs als de stroomschakelaar in de “STANDBY” positie staat, stroomt er altijd nog elektriciteit naar het instrument, zij het zeer minimaal. Wanneer u de S03 dus voor langere tijd niet gebruikt, vergeet dan niet de adaptor uit het stopcontact te trekken.
OUTPUT
R L MONOON
DC IN PHONES
Naar
To electrical outlet
stopcontact
Aansluitingen
Aansluiten op Externe Audio Apparatuur
Aangezien de S03 geen ingebouwde luidsprekers heeft, dient u zijn geluid via een externe geluidsinstallatie weer te geven. Als alternatief kunt u ook een hoofdtelefoon gebruiken. Er bestaan diverse manieren om externe audio apparatuur aan te sluiten, zoals u in de volgende illustraties kunt zien.
Aansluiten op Actieve Stereo Luidsprekers
Via een paar actieve (van een versterker voorziene) luidsprekers kunnen de rijke geluiden van de S03 met hun eigen panorama- en effectinstellingen natuurgetrouw worden weergegeven. Sluit uw actieve luidsprekers aan op de OUTPUT L/MONO en R aansluitingen op het achterpaneel.
ctieve Luidspreker
Powered speaker
(Links)
(Left)
OUTPUT L /
MONO
Actieve Luidspreker
Powered speaker
(Rechts)
(Right)
INPUTINPUT
OUTPUT R
Stereo hoofdtelefoon
Stereo headphones
PHONES
S03
OPM.
Gebruik, als u slechts één actieve luidspreker gebruikt,
alleen de OUTPUT L/MONO aansluiting op het achterpaneel.
11
Aansluiten op een Mixer
MIDI OUT
MIDI IN
External MIDI keyboard
or synthesizer
S03
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
Extern MIDI keyboard
of synthesizer
MIDI OUT
MIDI IN
External MIDI keyboard
or synthesizer
S03
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
Extern MIDI keyboard
of synthesizer
Indien u de S03 wilt integreren in een groter systeem met andere instrumenten voor extra geluidsbewerkingsmogelijkheden, sluit hem dan aan op een mixer, versterker en stereo monitor systeem, zoals hieronder wordt getoond.
Basisgedeelte
Basics Section
Luid-
Speaker
sprekers
Versterker
L
Mixer
12345678910111213141516LR
Amplifier
OUTPUT L
R
Stereo hoofdtelefoon
Stereo headphones
R
Externe MIDI Apparatuur Aansluiten
U kunt met behulp van een MIDI kabel (optioneel) een extern MIDI apparaat aansluiten en deze vanaf de S03 besturen. Ook kunt u een extern MIDI keyboard of sequencer gebruiken om de interne geluiden van de S03 te besturen. Dit gedeelte toont enkele MIDI toepassingen.
De HOST SELECT schakelaar op het achterpaneel moet
OPM.
hiervoor op “MIDI” staan. Zo niet, dan wordt er via de MIDI OUT aansluiting geen MIDI data verzonden.
De S03 vanaf een Extern MIDI Keyboard Besturen
OUTPUT
L / MONO PHONES
S03
Het aansluiten van een hoofdtelefoon heeft geen invloed
OPM.
OUTPUT R
op het geluid van de OUTPUT (L/MONO en R) aansluitingen. Het uitgangssignaal aan de PHONES en de OUTPUT aansluitingen is identiek.
Een Extern MIDI Keyboard vanaf de S03 Besturen
12
Opnemen en Afspelen met gebruik van een Externe MIDI Sequencer
Aansluiten op een Personal Computer
Basics Section
Basisgedeelte
MIDI IN
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
External
MIDI sequencer
MIDI sequencer
MIDI OUT
Externe
MIDI IN
MIDI OUT
S03
Via MIDI THRU een Ander MIDI Apparaat Besturen
Externe
External
MIDI sequencer
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
MIDI sequencer
MIDI OUT
MIDI IN
MIDI IN
MIDI THRU
Externe
External MIDI
MIDI synthesizer
synthesizer
MIDI OUT
U kunt een aangesloten computer gebruiken voor data overdracht naar/vanaf de S03 via MIDI. U kunt de Voices van de S03 bijvoorbeeld bewerken met het bijgeleverde Voice Editor programma.
Er zijn twee manieren om uw S03 op een computer aan te sluiten:
1: Seriële verbinding (van de seriële poort van de com-
puter naar de TO HOST aansluiting van de S03)
2: MIDI verbinding (van de MIDI interface van de
computer naar de MIDI IN en OUT van de S03)
Afhankelijk van uw specifieke computer kunnen aansluitingen verschillen. (Zie hieronder.)
Misschien wilt u ook de Local On/Off instelling (blz. 93)
OPM.
wijzigen, afhankelijk van hoe u de S03 in uw MIDI systeem gebruikt.
1: Seriële Poort naar TO HOST
IBM-PC/AT
S03
MIDI IN
Externe MIDI synthesizer
External MIDI synthesizer
Met de hierboven getoonde MIDI verbindingen kunt u via de MIDI OUT aansluiting van de S03 MIDI data verzenden, terwijl MIDI data afkomstig van de externe sequencer een externe MIDI synthesizer via de MIDI THRU aansluiting van de S03 aanstuurt.
OPM.
De MIDI kabel mag niet langer zijn dan 15 meter, en er
dienen niet meer dan drie apparaten in een MIDI keten te worden aangesloten (via MIDI THRU in serie geschakeld). Wilt u meer apparaten aansluiten, dan dient u een MIDI Thru Box (voor parallelle verbindingen) te gebruiken. Als de MIDI kabels te lang zijn of er teveel apparaten via hun MIDI THRU aansluitingen "doorgelust" zijn, kunnen er data fouten ontstaan.
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
mini DIN 8-pin
Macintosh
HOST SELECT
MIDI OFF
8-pin MINI DIN naar
8-pin MINI DIN to
D-SUB 9-pin Kabel
D-SUB 9-pin Cable
TO
HOST
PS/V
M
IB
RS-232C
(DB9)
S03
MacPC-2
Macintosh Peripheral
Macintosh Peripheral
Kabel (MO197)
Cable (M0197)
TO
HOST
S03
IBM-PC/AT
of compatibel
and compatibles
D-SUB 9-pin
Macintosh
Macintosh
Personal System/V
Personal System/V
IBM-PC/AT
mini DIN 8-pin mini DIN 8-pin
13
2:
MIDI Interface naar MIDI IN en OUT
Controllers Aansluiten
Bij gebruik van de MIDI interface van de computer
HOST SELECT
Basisgedeelte
Basics Section
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI IN
S03
MIDI OUT
MIDI OUT
PC-9821
MIDI
IN
Computer met
Computer with
MIDI interface
MIDI Interface
Bij gebruik van een externe MIDI interface
Aansluiten op een seriële poort
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
MIDI IN MIDI OUT
S03
MIDI Interface
MIDI OUT
MIDI IN
NEC MultiSync
AS
Computer
Computer
De S03 beschikt over diverse controller aansluitingen op het achterpaneel, zoals FOOT SWITCH en FOOT CONTROLLER. Hierop kunt u optionele controllers aansluiten, zoals een voetschakelaar (de FC4 of FC5) en een foot controller (de FC7), om er klankkleur, volume, toonhoogte, etc. mee te regelen.
OPM.
Details over deze controllers vindt u op blz. 45.
NEC
OST SELECT
MacPC-2
TO HOS T
I OFF
Voetschakelaar
FOOT SWITCH
FC4 of FC5
FC4 or FC5
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
STANDBY
Foot Controller FC7
OUTPUT
R L MONOON
DC IN PHONES
FOOT CONTROLLER FC7
S03
Aansluiten op een USB aansluiting
USB-MIDI interface
HOST SELECT
MacPC-2
MIDI OFF
MIDI IN MIDI OUT
S03
OPM.
U heeft hiervoor de juiste, met uw computer
compatibele MIDI applicatie nodig (sequencer, editor, etc.).
MIDI OUT
MIDI IN
(UX256, etc.)
Computer
Computer
14
De Stroom
GrandPno
KEYELEMPART
OCTAVE
PAGE
XG001
De S03 Aanzetten
Basics Section
Basisgedeelte
Inschakelen
Inschakelprocedure
Let erop dat, nadat alle aansluitingen tussen de S03 en andere apparaten gereed zijn, alle volume-instellingen op hun minimum staan ingesteld. Zet daarna alle apparaten in deze volgorde aan: als eerste MIDI masters (verzenders), daarna MIDI slaves (ontvangers), en tenslotte audio apparatuur (mixers, versterkers, luidsprekers, etc.). Dit verzekert u van een soepele MIDI werking en voorkomt luidsprekerschade.
Bij het uitschakelen van de apparatuur dient u eerst alle volume-instellingen weer op hun minimum te zetten, zet vervolgens de apparaten in omgekeerde volgorde uit (eerst audio, dan MIDI).
Als de S03 als MIDI slave gebruikt wordt:
MIDI master (zendend apparaat)
ZET
POWER
AAN!
ON!!
MIDI master (transmitting device)
Zet, om mogelijke schade aan luidsprekers of andere aange­sloten apparatuur te voorkomen, altijd de S03 aan voordat u actieve luidsprekers, of de mixer en de versterker aanzet. En zet om dezelfde reden de S03 pas uit nadat actieve luidspre­kers, of mixer en versterker, al zijn uitgeschakeld.
Zelfs als de stroomschakelaar in de “STANDBY” positie staat, stroomt er altijd nog elektriciteit naar het instrument, zij het zeer minimaal. Wanneer u de S03 dus voor langere tijd niet gebruikt, vergeet dan niet de adaptor uit het stopcontact te trekken.
Zet, voordat u uw S03 aan/uitzet, eerst de volume-
OPM.
instellingen van alle aangesloten audio apparatuur op hun minimum.
1 Druk op de STANDBY/ON schakelaar.
FOOT
CONTROLLER
STANDBY
DC IN PHONES
R L MONOON
OUTPUT
S03 als MIDI slave (MIDI ontvangend apparaat)
S03 as MIDI slave (MIDI receiving device)
12345678910111213141516LR
Audio equipment (first mixer, then amplifier)
Audio apparatuur
(eerst de mixer, dan de versterker)
2 Er wordt kort een introductiescherm getoond
(“Welcome to S03”).
3 Daarna verschijnt het Multi of Voice Play mode
scherm.
4 Zet indien nodig het volume van de versterker
hoger.
5 Stel de [VOLUME] schuif van de S03 in op een ge-
schikt volumeniveau.
VOLUME
15
Demo’s Afspelen
De S03 heeft allerlei demo songs om u een indruk te geven van zijn dynamische geluid en geavanceerde functies.
Basisgedeelte
OPM.
Basics Section
Zorg ervoor dat de synthesizer gereed is voor afspelen. Details vindt u in het gedeelte “Alvorens te Beginnen” op blz. 11.
In het “Demo” scherm wordt alle data in het User Voice geheugen van het instrument overschreven door de data van de demo song. Belangrijke data dient van tevoren te worden opgeslagen op een extern MIDI apparaat of computer.
In het “DEMO” scherm zal de Master Tune parameter (in Utility) worden overschreven en op “0” worden gezet.
1 Druk op de [DEMO] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
MODE
MULTI VOICE DEMO
EraseUserV
KEYELEMPART
PAGE
OCTAVE
OK?
2 Druk op de [INC/YES] knop om het Demo scherm op te roepen en het afspelen van de Demo song automatisch te starten.
3 Druk, om het afspelen van de Demo te stoppen, op één van de volgende knoppen: [MULTI], [VOICE], of [EXIT].
Hierdoor verlaat u de Demo mode en keert u terug naar de Multi mode, Voice mode, of de vorige mode.
OPM.
Het afspelen van Demo’s gaat oneindig door totdat er gestopt wordt.
MODE PART ELEMENT KEY
VOICE DEMO MUTE
MULTI
EDIT
MIDI
JOB STORE
DEC INC
UTILITY
COMPARE
COMMON
DATA
NO YES
DRUM
CATEGORY SEARCH
PRESET
DRUM/PERC
USER
SE
GM XG
OTHER KEYBOARD
789
PIANO
ORGAN GUITAR
456
BASS
STRINGS
1
REED/PIPE
0
SYN COMP
BRASS
23
SYN PAD
SYN LEAD
ENTER EXI T
CHROMATIC PERCUSSION
Demo Songs Selecteren
Terwijl de Demo song afspeelt, kunt u de specifieke Demo song selecteren die u wilt horen. Geef de gewenste Demo song categorie in met het numerieke toetsenbord om de song op te roepen.
DRUM
PRESET
DRUM/PERC
USER
SE
GM XG
CATEGORY SEARCH
789
PIANO
ORGAN GUITAR
456
BASS
STRINGS
1
REED/PIPE
0
BRASS
23
SYN PAD
SYN LEAD
ENTER EXI T
Select the
Selecteer de
category
categorie
SYN COMP
OTHER KEYBOARD
CHROMATIC PERCUSSION
U kunt de piano song bijvoorbeeld afspelen door op de 7 (PIANO) van het numerieke toetsenbord te drukken. Als u geen specifieke song selecteert, zal er automatisch een willekeurige (OTHER) song gaan afspelen.
OPM.
Als een categorie meerdere songs bevat, kunt u hier een keuze uit maken met behulp van de [DEC/NO] en [INC/YES]
knoppen.
16
Een Overzicht van de S03
De S03 beschikt over een grote verscheidenheid aan handige mogelijkheden. Dit gedeelte geeft hier een overzicht van. Het onderstaande schema toont de diverse componenten of “blokken” van de S03.
Controller
toetsenbord controllers
Basics Section
Basisgedeelte
Toongenerator
Effect
Controller
Dit gedeelte bestaat uit het toetsenbord, de Pitch Bend en Modulation wielen, etc. Het toetsenbord zelf genereert geen geluiden, maar stuurt noot, velocity en andere informatie naar de toongeneratorsectie van de S03, voor elke gespeelde noot. De controllers verzenden ook data die niets met gespeelde noten te maken hebben. De informatie van de controllers en het toetsenbord kunnen via de MIDI OUT aansluiting tevens naar externe MIDI apparaten verzonden worden.
Toongenerator
Dit blok speelt geluiden af op basis van informatie afkomstig van het toetsenbord en de controllers. Onderstaande illustratie toont het pad dat het signaal van een Element in de Voice mode aflegt.
Bestuurt het uitgangsniveau (amplitude)
Controls the output level (amplitude) of each
van ieder Element dat wordt uitgestuurd
Element output from the FILTER section. The
door de FILTER sectie. De signalen wor-
signals are then sent at this level to the
den op dit niveau naar de Effect units uit-
Effects Units.
gestuurd.
Toongenerator
Tone Generator
Bestuurt de toonhoogte van ieder Element
Controls the pitch of each Element output
dat wordt uitgestuurd door de OSC sectie.
from the OSC section.
OSC
(Oscillator)
Stuurt de golfvorm van ieder Element uit.
Outputs the waveform of each Element.
Iedere Voice bestaat uit maximaal vier
Each Voice consists of up to four Elements.
Elementen.
FILTERPITCH
Wijzigt de klankeigenschappen van ieder
Changes the tonal quality of each Element
Element dat wordt uitgestuurd door de
output from the PITCH section.
Pitch sectie
AMP
(Amplitude)
Naar de
To Effects Units
Effect units
17
Omtrent de Toongenerator
De toongenerator van de S03 maakt gebruik van het geavanceerde AWM2 systeem. AWM2 (Advanced Wave Memory 2) is een klankopwekkingssysteem, gebaseerd op gesampelde golfvormen, dat in vele Yamaha synthesizers gebruikt wordt. Om het geheel realistischer te maken, gebruikt iedere AWM2 Voice
Basisgedeelte
Basics Section
meerdere samples die afkomstig zijn van het geluid van een echt instrument. Daarbij kunnen aan de basisgolfvormen, envelope generator-, filter-, modulatie- en andere parameters toegevoegd worden.
OPM.
AWM2 is niet beperkt tot conventioneel gestemde instrumenten (Normal Voices), maar produceert tevens drum en percussie-
instrumenten (Drum Voices). Voor details over Normal en Drum Voices, zie blz. 26.
Maximum Polyfonie
De maximum polyfonie van de S03 is 64 noten. De feitelijke polyfonie varieert echter afhankelijk van het aantal Elementen in de Voice. Deel, om de feitelijke polyfonie uit te rekenen, de totale polyfonie van 64 door het aantal Elementen in de Voice. Als een Voice bijvoorbeeld uit twee Elementen bestaat, is de maximum polyfonie voor die Voice dus 32.
Effecten
De effecten kunnen worden gebruikt om het geluid van een Multi of Voice te verbeteren. Hierbij zijn inbegrepen de effecten van de Reverb sectie (11 types) voor het toevoegen van een ruimtelijke akoestische naklank aan het geluid, de Chorus sectie (11 types) die het geluid verlevendigen en er diepgang aan verlenen, en de Variation sectie (42 types) die voorziet in een massa extra effecten.
OPM.
Voor meer details over de effecten, zie blz. 53.
18
Omtrent de Modes
De S03 heeft verschillende modes die op hun beurt hun eigen procedures en functies bevatten.
Basics Section
Basisgedeelte
Multi Mode (Blz. 55)
Multi Play Mode
Selecteer deze mode als u de S03 als een multitimbrale toongenerator wilt gebruiken. In deze mode kunt u een externe MIDI sequencer gebruiken om een aantal verschillende instrument Parts tegelijk te bespelen. Deze mode kan ook worden gebruikt om een aantal verschillende Voices te combineren in een layer.
Multi Edit Mode
In deze mode kunt u Multi’s creëren en bewerken. U kunt maximaal 32 Multi’s in het interne geheugen bewaren.
Multi Job Mode
In deze mode kunt u Multi’s kopiëren, initializeren en andere soortgelijke handelingen (Jobs) uitvoeren.
Multi Mode
Multi Play Mode Multi Edit Mode Multi Job Mode
Utility Mode
MULTI
UTILITY
EDIT
COMPARE
Voice Mode
Voice Play Mode Voice Edit Mode Voice Job Mode
MODE
VOICE DEMO
MIDI
JOB STORE
Voice Mode (Blz. 70)
Voice Play Mode
In deze mode kunnen Normal Voices en Drum Voices bespeeld worden. U heeft keus uit Preset Voices (128 Normal Voices), User Voices (128 Normal Voices plus twee Drum Kits) en XG Voices (480 Normal Voices plus 20 Drum Kits). De S03 beschikt ook over een handige Category Search functie waarmee u snel een Voice kunt selecteren op basis van het instrumenttype.
Voice Edit Mode
In deze mode kunnen Normal Voices en Drum Voices gecreëerd en bewerkt worden. U kunt maximaal 128 bewerkte Normal Voices en twee bewerkte Drum Kits als User Voices in het interne geheugen bewaren.
Voice Job Mode
In deze mode kunt u Elementen ko­piëren, Voices initializeren en andere soortgelijke handelingen (Jobs) uitvoeren.
DEMO Mode
MIDI Mode
Store Mode
DEMO Mode (Blz. 16)
In deze mode kunt u de Demo songs afspelen die zich in het interne geheu­gen bevinden. De verschillende Demo songs spelen doorlopend af.
Utility Mode (Blz. 90)
Deze mode bevat globale instellingen die te maken hebben met het gehele systeem van de S03, zoals master tuning en controller-gerelateerde instellingen.
MIDI Mode (Blz. 93)
In deze mode kunt u MIDI­gerelateerde instellingen maken, zoals de MIDI zend/ontvangst­kanalen en het device nummer.
Store Mode (Blz. 69, 89)
In deze mode kunt u uw zelf gecreëerde Voices en Multi’s bewaren in het interne geheugen.
19
Basisgedeelte
Basics Section
Multi Edit 56
Variation Parameters 14 57
Multi Job 67
Functiestructuur
LCD Scherm (parameternaam)
LCD Display (parameter name) LCD
Common
GENERAL
Name 1 56 Total Vol (Total Volume) 2 56 Transpose 3 56
EFFECT
RevEF (Reverb Effect Type) 4 56 Reverb Parameters 5 56 Rev Return (Reverb Return) 6 56 Reverb Pan 7 57 ChoEF (Chorus Effect Type) 8 57 Chorus Parameters 9 57 Cho Return (Chorus Return) 10 57 Chorus Pan 11 57 SndChoRev (Send Chorus to Reverb) 12 57 VarEF (Variation Effect Type) 13 57
VarConnect (Variation Connection) 15 58 Var Return (Variation Return) 16 58 Var Pan 17 58 SndVarRev (Send Variation to Reverb) 18 58 SndVarRev (Send Variation to Chorus) 19 58 MW VarCtl (MW Variation Effect Control Depth) 20 58 AC1VarCtl (AC1 Variation Effect Control Depth) 21 59
Part
VOICE
Voice Selection 1 59
MIX
Volume 2 60 Pan 3 60 NtLmt-H (Note Limit Low/High) 4 60 VelLmt-L (Velocity Limit Low/High) 5 60
GENERAL
Rcv Ch (MIDI Receive Channel) 6 61 NoteShift/Detune 7 61 Mono/Poly 8 61 Part Mode 9 61
TONE
VelSnsDpt/Ofs (Velocity Sensitivity Depth/Offset) 10 62 Cutoff/Resonance 11 63 Attack/Decay/Releas Tm (Attack/Decay/Release Time) 12 63 PEG L/Tm (PEG Level/Time) 13 64 Vib Rate/Depth/Delay (Vibrato Rate/Depth/Delay) 14 64
CONTROLLER
Porta Sw/Time (Portamento Switch/Time) 15 65 PB Range (Pitch Bend Range) 16 65 MW FltCtl (MW Filter Control) 17 65 MW PMod (MW Pitch Modulation Depth) 18 65 MW FMod (MW Filter Modulation Depth) 18 65 MW AMod (MW Amplitude Modulation Depth) 18 65 AC1 CC No (AC1 Control Change Number) 19 66 AC1FltCtl (AC1 Filter Control) 20 66 AC1 FMod (AC1 Filter Modulation Depth) 21 66 AC1 AMod (AC1 Amplitude Modulation Depth) 21 66
EFFECT
ReverbSend 22 66 ChorusSend 23 66 Var Send (Variation Send) 24 67
Init (Initialize) 1 68 CpyVar (Copy Variation Effect) 2 68 CpyCtl (Copy Controller) 3 68 CpyPart (Copy Part) 4 68 BlkDmp (Bulk Dump) 5 68
LCD
PAGINA
PAGE Page
Handleiding
Owner's Manual
Blz.
Handleiding
LCD Scherm (parameternaam)
LCD Display (parameter name) LCD
Voice Edit 71
Common
GENERAL
Name 1 71 Total Vol/Lvl (Total Volume/Level) 2 71 Mono/Poly 3 71 VelSnsDpt/Ofs (Velocity Sensitivity Depth/Offset) 4 72
CONTROLLER
Porta Sw/Time (Portamento Switch/Time) 5 72 PB Range (Pitch Bend Range) 6 72 MW FltCtl (MW Filter Control) 7 72 MW PMod (MW Pitch Modulation Depth) 8 72 MW FMod (MW Filter Modulation Depth) 8 72 MW AMod (MW Amplitude Modulation Depth) 8 72 AC1FltCtl (AC1 Filter Control) 9 72 AC1 FMod (AC1 Filter Modulation Depth) 10 72 AC1 AMod (AC1 Amplitude Modulation Depth) 10 72
EFFECT
ReverbSend 11 72 ChorusSend 12 72 SndChoRev (Send Chorus to Reverb) 13 72 VarEF (Variation Effect Type) 14 72 Variation Parameters 15 72 MW VarCtl (MW Variation Effect Control Depth) 16 72 AC1 VarCtl (AC1 Variation Effect Control Depth) 17 72
Element
OSC/MIX (Oscillator/Mixer)
Element Sw (Element Switch) 1 73 Wave Selection 2 73 Level 3 73 Pan 4 73 NtLmt-L/H (Note Limit Low/High) 5 73 VelLmt-L/H (Velocity Limit Low/High) 6 74
PITCH
NoteShift/Detune 7 74 PchSclSns (Pitch Scale Sensitivity) 8 74 PchSclCN (Pitch Scale Center Note) 8 74 PEG R (PEG Rate) 9 75 PEG L (PEG Level) 10 75 PEGSclSns (PEG Scale Sensitivity) 11 76 PEGSclCN (PEG Scale Center Note) 11 76 PEGRtVel (PEG Rate Velocity) 12 76 PEGLvlVel (PEG Level Velocity) 12 76
FILTER
Cutoff/Resonance 13 77 CutoffVel (Cutoff Velocity Sensitivity) 14 77 ResoVel (Resonance Velocity Sensitivity) 14 77 FltSclFlag (Filter Scale Flag) 15 77 Flt BP1~4 (Filter Scale Break Point 1~4) 16 78 Flt Ofs1~4 (Filter Scale Offset 1~4) 17 78 FltSclSns (Filter Scale Sensitivity) 18 78 FltSclVel (Filter Scale Velocity Sensitivity) 18 78 FEG R (FEG Rate) 19 79 FEG L (FEG Level) 20 79 FEGSclSens (FEG Scale Sensitivity) 21 79 FEGAtkVel (FEG Attack Velocity) 22 80 FEGOthVel (FEG Other Velocity) 22 80
AMP (Amplitude)
AEG R (AEG Rate) 23 80 AEG L (AEG Level) 24 80 AEGSclSens (AEG Scale Sensitivity) 25 81 AEGLvlVel (AEG Level Velocity Sensitivity) 26 81 AEGAtkVel (AEG Attack Velocity Sensitivity) 26 81 LvlSclFlag (AEG Level Scale Flag) 27 81 Lvl BP1~4 (Level Break Point 1~4) 28 81 Lvl Ofs1~4 (Level Offset 1~4) 29 82 LvlSclSens (Level Scale Sensitivity) 30 82 KeyonDelay 31 82
LFO (Low Frequency Oscillator)
LFO Wave 32 82 LFO Phase (LFO Phase Initialize) 32 82 LFO Speed 33 83 LFO PMod (LFO Pitch Modulation) 34 83 LFO FMod (LFO Filter Modulation) 34 83 LFO AMod (LFO Amplitude Modulation) 34 83 PLFODelay (Pitch LFO Delay) 35 83 PLFO Fade (Pitch LFO Fade Time) 35 83
LCD
Owner's Manual
PAGINA
PAGE Page
Blz.
20
LCD Scherm (parameternaam)
LCD Display (parameter name) LCD
Voice Edit (Drum) 84
Common
GENERAL
Name 1 85 OrgKt (Original Kit) 2 85
Key
OSC/MIX (Oscillator/Mixer)
Level 1 85 Pan 2 85 Alt.Group (Alternate Group) 3 85 Key Assign 4 85 RxNoteOff/On (Receive Note On/Off) 5 86
PITCH
PitchCors/Fine (Pitch Coarse/Fine) 6 86
FILTER
Cutoff/Resonance 7 86
AMP (Amplitude)
EG Attack/Decay1/Decay2(EG Attack/Decay1/Decay2 Rate) 8 86
EFFECT
ReverbSend 9 87 ChorusSend 10 87
Voice Job 87
Init (Initialize) 1 88 CpyElm (Copy Element)/CpyKey (Copy Drum Key) 2 88 BlkDmp (Bulk Dump) 3 88
DEMO Mode 16
Demo Song Play 16
Utility Mode 90
TG (Tone Generator)
MasterTune 1 90
KEYBOARD
Kbd Trans (Keyboard Transpose) 2 90 Vel Curve (Velocity Curve) 3 90 Fixed Vel (Fixed Velocity) 3 90
CONTROLLER
MWTxCtlNo (MW Transmit Control Number) 4 91 FCTxCtlNo (Foot Controller Transmit Control Number) 4 91 FSTxCtlNo (Footswitch Transmit Control Number) 5 91 Ctl Reset (Controller Reset) 6 91 AC1 CC No (AC1 Control Change Number) 7 92
EFFECT
V EfBypass (Voice Effect Bypass) 8 92
MIDI Mode 93
MIDI CHANNEL
Device No (Device Number) 1 93 Local Sw (Local On/Off Switch) 2 93 Rcv Ch (Voice Mode MIDI Receive Channel) 3 94 Trans Ch (MIDI Transmit Channel) 4 94
MIDI FILTER
RxPgmChng (Receive Program Change On/Off) 5 94 RxBankSel (Receive Bank Select On/Off) 5 94 TxPgmChng (Transmit Program Change On/Off) 6 94 TxBankSel (Transmit Bank Select On/Off) 6 94 Thru Port 7 94
Handleiding
LCD
Owner's Manual
PAGE Page
PAGINA
Blz.
Basics Section
Basisgedeelte
OPM.
Voor details over de Multi Store procedure, zie blz. 69;
voor details over de Voice Store procedure, zie blz. 89.
21
Parametertabel
Een nummer in iedere kolom verwijst naar de schermpagina die correspondeert met de parameter links (met uitzondering van de kolom helemaal rechts die naar de corresponderende bladzijde in de handleiding verwijst). U kunt bijvoorbeeld zien
Basisgedeelte
Basics Section
dat de Reverb Send parameter te vinden is in drie verschillende schermpagina’s: PAGINA 22 van Multi Part Edit, PAGINA 11 van Normal Voice Common Edit, en PAGINA 9 van Drum Voice Key Edit.
Deze tabel kan handig zijn om de corresponderende schermpagina’s in de verschillende modes te lokaliseren. Dit is handig als u dezelfde of soortgelijke instellingen wilt maken voor dezelfde parameter in een andere mode — bijvoorbeeld het instellen van de Reverb Send in de Multi mode op dezelfde waarde als de Reverb Send in de Voice mode. Het is ook handig voor het vergelijken van dezelfde parameters tijdens het programmeren van complexe geluidsveranderingen — zoals het instellen van de Voice Filter Cutoff op een bepaalde waarde, om hierna naar de Multi mode te gaan om dit effect nog sterker te maken.
Omdat er ook voorzien is in verwijzingen naar bladzijden in de handleiding, kunt u snel de corresponderende uitleg vinden door de momenteel geselecteerde mode en het PAGINA nummer op de S03 te checken en deze tabel te raadplegen.
Als de parameter zowel in de Voice mode als de Multi mode voorkomt, dan is de verwijzing naar de bladzijde in de handleiding
OPM.
meestal voor de uitleg in de Multi mode.
Parametertype
Parameter Type LCD Display (parameter name)
GENERAL Name 1 1 1 56, 71
EFFECT* RevEF (Reverb Effect Type) 4 56
VOICE Voice Selection 1 59 MIX Volume 2 60
TONE VelSnsDpt/Ofs (Velocity Sensitivity Depth/Offset) 10 4 62
CONTROLLER* Porta Sw/Time (Portamento Switch/Time) 15 5 65
LCD Scherm (parameternaam)
Total Vol (Total Volume) 2 2 56, 71 Total Lvl (Level) 2 3 1 71, 73, 85 Transpose 3 56 Rcv Ch (MIDI Receive Channel) 6 3 61, 94 NoteShift/Detune 7 7 61, 74 Mono/Poly 8 3 61, 71 Part Mode 9 61 OrgKt (Original Kit) 285
Reverb Parameters 5 56 Rev Return (Reverb Return) 6 56 Reverb Pan 7 57 ChoEF (Chorus Effect Type) 8 57 Chorus Parameters 9 57 Cho Return (Chorus Return) 10 57 Chorus Pan 11 57 SndChoRev (Send Chorus to Reverb) 12 13 57 VarEF (Variation Effect Type) 13 14 57 Variation Parameters 14 15 57 VarConnect (Variation Connection) 15 58 Var Return (Variation Return) 16 58 Var Pan 17 58 Snd VarRev (Send Variation to Reverb) 18 58 Snd VarCho (Send Variation to Chorus) 19 58 MW VarCtl (MW Variation Effect Control Depth) 20 16 58 AC1VarCtl (AC1 Variation Effect Control Depth) 21 17 66 ReverbSend 22 11 9 66 ChorusSend 23 12 10 66 Var Send (Variation Send) 24 67 V EfBypass (Voice Effect Bypass) 892
Pan 3 4 2 60, 73, 85 NtLmt-H (Note Limit Low/High) 4 5 60, 73 VelLmt-L (Velocity Limit Low/High) 5 6 60, 74
Cutoff/Resonance 11 13 7 63, 77, 86 Attack/Decay/Release Tm (Attack/Decay/Release Time) 12 63 PEG L/Tm (PEG Level/Time) 13 64 Vib Rate/Depth/Delay (Vibrato Rate/Depth/Delay) 14 64
PB Range (Pitch Bend Range) 16 6 65 MW FltCtl (MW Filter Control) 17 7 65 MW PMod (MW Pitch Modulation Depth) 18 8 65 MW FMod (MW Filter Modulation Depth) 18 8 65 MW AMod (MW Amplitude Modulation Depth) 18 8 65 AC1 CC No (AC1 Control Change Number) 19 7 66, 92 AC1FltCtl (AC1 Filter Control) 20 9 66 AC1 FMod (AC1 Filter Modulation Depth) 21 10 66 AC1 AMod (AC1 Amplitude Modulation Depth) 21 10 66 MWTxCtlNo (MW Transmit Control Number) 491 FCTxCtlNo (Foot Controller Transmit Control Number) 491 FSTxCtlNo (Footswitch Transmit Control Number) 591 Ctl Reset (Controller Reset) 691
Multi Edit Voice Edit
Common Part
Common Element/Key Manual
Normal Drum Normal Drum
UTILITY MIDI
Hand-
Owner's
leiding
Page
Blz.
22
Basics Section
Parametertype
Parameter Type LCD Display (parameter name)
OSC/MIX (Oscillator/Mixer) Element Sw (Element Switch) 173
PITCH NoteShift/Detune 7 7 61, 74
FILTER Cutoff/Resonance 11 13 7 63, 77, 86
AMP (Amplitude) AEG R (AEG Rate) 23 80
LFO (Low Frequency Oscillator) LFO Wave 32 82
TG (Tone Generator) MasterTune 190 KEYBOARD Kbd Trans (Keyboard Transpose) 290
MIDI CHANNEL Device No (Device Number) 193
MIDI FILTER RxPgmChng (Receive Program Change On/Off) 594
LCD Scherm (parameternaam)
Wave Selection 273 Level 385 Alt.Group (Alternate Group) 385 Key Assign 485 RxNoteOff/On (Receive Note On/Off) 586
PchSclSns (Pitch Scale Sensitivity) 874 PchSclCN (Pitch Scale Center Note) 8 74 PEG R (PEG Rate) 975 PEG L (PEG Level) 10 75 PEGSclSns (PEG Scale Sensitivity) 11 76 PEGSclCN (PEG Scale Center Note) 11 76 PEGRtVel (PEG Rate Velocity) 12 76 PEGLvlVel (PEG Level Velocity) 12 76 PitchCors/Fine (Pitch Coarse/Fine) 686
CutoffVel (Cutoff Velocity Sensitivity) 14 77 ResoVel (Resonance Velocity Sensitivity) 14 77 FltSclFlag (Filter Scale Flag) 15 77 Flt BP1~4 (Filter Scale Break Point 1~4) 16 78 Flt Ofs1~4 (Filter Scale Offset 1~4) 17 78 FltSclSns (Filter Scale Sensitivity) 18 78 FltSclVel (Filter Scale Velocity Sensitivity) 18 78 FEG R (FEG Rate) 19 79 FEG L (FEG Level) 20 79 FEGSclSens (FEG Scale Sensitivity) 21 79 FEGAtkVel (FEG Attack Velocity) 22 80 FEGOthVel (FEG Other Velocity) 22 80
AEG L (AEG Level) 24 80 AEGSclSens (AEG Scale Sensitivity) 25 81 AEGLvlVel (AEG Level Velocity Sensitivity) 26 81 AEGAtkVel (AEG Attack Velocity Sensitivity) 26 81 LvlSclFlag (AEG Level Scale Flag) 27 81 Lvl BP1~4 (Level Break Point 1~4) 28 81 Lvl Ofs1~4 (Level Offset 1~4) 29 82 LvlSclSens (Level Scale Sensitivity) 30 82 KeyonDelay 31 82 EG Attack/Decay1/Decay2(EG Attack/Decay1/Decay2 Rate)
LFO Phase (LFO Phase Initialize) 32 82 LFO Speed 33 83 LFO PMod (LFO Pitch Modulation) 34 83 LFO FMod (LFO Filter Modulation) 34 83 LFO AMod (LFO Amplitude Modulation) 34 83 PLFODelay (Pitch LFO Delay) 35 83 PLFO Fade (Pitch LFO Fade Time) 35 83
Vel Curve (Velocity Curve) 390 Fixed Vel (Fixed Velocity) 390
Local Sw (Local On/Off Switch) 293 Rcv Ch (Voice Mode MIDI Receive Channel) 394 Trans Ch (MIDI Transmit Channel) 494
RxBankSel (Receive Bank Select On/Off) 594 TxPgmChng (Transmit Program Change On/Off) 694 TxBankSel (Transmit Bank Select On/Off) 694 Thru Port 7 94
Multi Edit Voice Edit
Common Part
Common Element/Key Manual
Normal Drum Normal Drum
UTILITY MIDI
886
Hand-
Owner's
leiding
Blz.
Page
Basisgedeelte
Als parameters in verschillende modes dezelfde naam hebben, kan het zijn dat de beschikbare parameterwaardes en -instellingen
OPM.
voor die parameter verschillen afhankelijk van de mode. Zie de uitleg voor iedere parameter voor details.
OPM.
Voor details over de parameters van de Reverb, Chorus en Variation effecten, zie de aparte Data List.
Voor informatie over de Job pagina’s, zie Functiestructuur (blz. 20).
OPM.
* In de Multi mode worden de Voice Common Effect/Controller instellingen genegeerd en worden de Multi instellingen actief. De
Variation Effect/Controller instellingen van de Voice mode kunnen naar de Multi mode worden gekopieerd met behulp van de Multi Job functie (blz. 68).
23
Multi’s
Een Multi bestaat uit 16 Parts, die elk een Normal Voice of Drum Voice Part kunnen afspelen.
Basisgedeelte
Door het toewijzen van verschillende Voices en MIDI kanalen aan iedere part en door het gebruik van een sequencer
Basics Section
of computer voor het afspelen van song data, kunt u een compleet orkest van 16 verschillende instrumentgeluiden realiseren.
U kunt Multi’s ook vanaf het toetsenbord bespelen. Zo kunt u layers van verschillende Voices samenstellen, of speciale splits maken, zodat u met uw linker- en rechterhand verschillende Voices kunt bespelen (blz. 41).
Multi
Part 1~16
Externe MIDI sequencer
External MIDI sequencer
Song File
MIDI CH
1~16
CH1
Multi
Part 1~16
CH16
Voor iedere Part
Different Voice
een andere
for each part
Voice
Twee
Two Layered
Gelayerde
Voices
Voices
24
Voices
Een Voice is een enkelvoudig instrumentgeluid, gecreëerd met gebruik van de Elementen en diverse parameterinstellingen. In de Voice Play mode kunt u deze Voices selecteren en bespelen. In de Multi Play mode wijst u aan iedere Part een andere Voice toe en gebruikt u een externe sequencer om diverse Voices tegelijk af te spelen. Voices worden bewaard in het interne geheugen (PRESET, USER, GM/XG).
Basics Section
Basisgedeelte
Voice Play Mode
Toongenerator
Tone Generator
Voice
Playing a Voice Playing a Multi
128 Preset Voice
Knoppen
Controllers
Een Voice
Bespelen
Preset
Toongenerator
Tone Generator
Multi
Part
1
PR
Voice
001
GM/XG Voice
Multi Play Mode
Knoppen
Controllers
2
3
PR
PR
002
003
4
XG
001
Een Multi
Bespelen
XG
002
Externe MIDI sequencer
External MIDI sequenser
5
6
7
XG
003
US
001
US
002
8
16
PR
016
User
128 User Voice
PR001~128
480
Normal Voice
US001~128
Drum Voice
20 Drum Voice *
* De Drum Voices XG121~128 zijn niet van de GM/XG set, maar zijn originele Drum Kits speciaal geprogrammeerd voor de S03.
2 User
25
Een Overzicht van de Voices/Waves
Iedere Voice bestaat kan uit maximaal vier Elementen bestaan. Ieder Element afzonderlijk gebruikt zijn eigen waveform (golfvorm) van hoge kwaliteit of instrumentgeluid.
Basisgedeelte
Basics Section
Voice
Element 1~4
Element
Golfvorm
Wave form
AWM2: 453 Preset golfvormen
AWM2: 453 Prest waveforms
Er zijn twee Voice types: Normal Voices en Drum Voices. Normal Voices zijn meestal normaal gestemde instrumentgeluiden die over het gehele toetsenbord kunnen worden bespeeld. Drum Voices zijn meestal percussie/drumgeluiden, elk toegewezen aan zijn eigen noot op het toetsenbord. De Drum Voices voorzien ook in speciale geluidseffecten. Over het algemeen kan een Voice (bestaande uit maximaal vier Elementen) over het gehele toetsenbord worden bespeeld. Dit kan echter worden gewijzigd; het feitelijke toetsenbereik voor de Voice wordt bepaald door de Note Limit parameters (blz. 73).
Nomal Voice Drum Voice
Voice
Element 1~4
Individuele drum-
Individual drum
geluiden (voor iedere
sounds (different
toets verschillend)
for each key)
OPM.
Er zijn in totaal 480 (XG) en 128 (Preset) Normal Voices plus 20 Drum Voices als presets beschikbaar. U kunt tevens uw eigen
Voices creëren en bewaren; de S03 beschikt over geheugenruimte voor 128 User Normal Voices en twee User Drum Voices.
26
Waves
Waves (golfvormen) zijn de basisgeluidsbouwstenen die worden gebruikt als Elementen waaruit een Voice wordt opgebouwd. Er zijn 453 Waves van hoge kwaliteit beschikbaar. Zoals u in de volgende illustratie ziet, kunt u, als u een Voice wilt creëren, de Wave selecteren die u als Element wilt gebruiken en dan zijn level (niveau), pitch (toonhoogte), tone (klankkleur) en andere parameters instellen.
Wave 1~453
Element 1 Element 2 Element 3 Element 4
C-2 G8
Voice
Basics Section
Basisgedeelte
27
Basisprocedures
KEYELEMPART
OCTAVE
PAGE
P
Init Mlt
MLT01
KEYELEMPART
OCTAVE
PAGE
GrandPno
XG001
KEYELEMPART
OCTAVE
PAGE
1 P
Init Mlt
Name
In dit gedeelte zult u de fundamentele procedures van de S03 leren kennen.
Basisgedeelte
Basics Section
Een Mode Selecteren
Er zijn diverse bedieningsmodes beschikbaar — Multi Play mode, Voice Play mode, etc. — die het stuk voor stuk mogelijk maken om efficiënt met de diverse functies van de S03 te werken.
Voor een overzicht van de verschillende modes, zie blz. 19.
OPM.
Voor Multi’s en Voices zijn er afzonderlijke Play modes. Gebruik, om deze modes te selecteren, de juiste MODE knop ([Multi] voor Multi Play mode, [VOICE] voor Voice Play mode). Er zijn voor Multi’s en Voices tevens aparte Edit en Job modes. Druk, om de Edit of Job mode te activeren in de gewenste Play mode, simpelweg op de [EDIT] of [JOB] knop.
Op soortgelijke wijze komt u, door vanuit de Multi of Voice mode op de Store knop te drukken, in de Store mode alwaar u Multi’s of Voices kunt bewaren. Behalve de hierboven genoemde modes, is er ook nog een Utility mode voor het maken van globale instellingen voor het instrument, alsook een MIDI mode die MIDI-gerelateerde instellingen bevat. Tenslotte is er nog de DEMO mode, waarmee u de Demo songs kunt afspelen.
Play Modes
1 Multi Play Mode (Blz. 37)
Druk, om de Multi Play mode te activeren, op de [MULTI] knop (LED licht op). Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode.
2 Voice Play Mode (Blz. 33)
Druk, om de Voice Play mode te activeren, op de [VOICE] knop (LED licht op). Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode.
Druk, om deze te selecteren, op de [UTILITY] knop voor de Utility mode, op de [MIDI] knop voor de MIDI mode, en op de [DEMO] knop voor de Demo mode.
12 7
MODE
MULTI
UTILITY
56
EDIT
COMPARE
VOICE DEMO
MIDI
JOB STORE
34
8
Edit Modes
Ook voor iedere Play mode zijn er aparte Edit en Job modes. Het [EDIT] lampje licht op samen met het betreffende Play mode lampje: [MULTI] of [VOICE].
3 Multi Edit Mode (Blz. 55)
Druk op de [EDIT] knop in de Multi Play mode. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Druk op de [EXIT] knop om naar de Multi Play mode terug te keren.
28
3 Voice Edit Mode (Blz. 47, 70)
KEYELEMPART
OCTAVE
PAGE
Store
MLT01
Druk op de [EDIT] knop in de Voice Play mode. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Druk op de [EXIT] knop om naar de Voice Play mode terug te keren.
UTILITY
MIDI
MasterTune
PAGE
1
OCTA VE
KEYELEMPART
+0000
Basics Section
Basisgedeelte
GrandPno
KEYELEMPART
PAGE
1 E
OCTAVE
XG001
Job Modes
Iedere Play mode heeft een eigen Job mode. U kunt de gewenste Job mode selecteren als het betreffende Play mode lampje brandt: [MULTI] of [VOICE].
4 Multi Job Mode (Blz. 67)
Druk op de [JOB] knop in de Multi Play mode. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Druk op de [EXIT] knop om naar de Multi Play mode terug te keren.
Init
4 Voice Job Mode (Blz. 87)
Druk op de [JOB] knop in de Voice Play mode. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Druk op de [EXIT] knop om naar de Voice Play mode terug te keren.
Init
PAGE
1
OCTAVE
PAGE
1
OCTAVE
KEYELEMPART
multi
KEYELEMPART
voice
6 MIDI mode (Blz. 93)
Druk op de [MIDI] knop om de MIDI mode te activeren. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Als één van de Play mode lampjes ([MULTI] of [VOICE]) brandt, blijft de betreffende Play mode nog steeds actief, ook als u deze (Utility) mode activeert. Een pijl verschijnt linksonder in de LCD, wijzend naar “MIDI” op het bedieningspaneel, zodat u weet dat u zich in de MIDI mode bevindt.
UTILITY
MIDI
Device No
PAGE
OCTA VE
KEYELEMPART
1
all
7 Demo Mode (Blz. 16)
Druk, om de Demo mode te activeren, op de [DEMO] knop (LED licht op). Druk, om de Demo mode te verlaten en om te schakelen naar de Multi of Voice Play mode, op de [EXIT], [MULTI] of [VOICE] knop.
In het “Demo” scherm wordt alle data in het User Voice geheugen van het instrument overschreven door de data van de demo song. Belangrijke data dient van tevoren te worden opgeslagen op een extern MIDI apparaat of een computer.
In het “DEMO” scherm zal de Master Tune parameter (in Utility) worden overschreven en op “0” gezet.
8 Store Mode (Blz. 69, 89)
Overige Modes
5 Utility Mode (Blz. 90)
Druk op de [UTILITY] knop om de Utility mode te activeren. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Als één van de Play mode lampjes ([MULTI] of [VOICE]) brandt, blijft de betreffende Play mode nog steeds actief, ook als u deze (Utility) mode activeert. Een pijl verschijnt rechtsboven in de LCD, wijzend naar “UTILITY” op het bedieningspaneel, zodat u weet dat u zich in de Utility mode bevindt.
Wanneer u in de Multi of Voice mode op de [STORE] knop drukt, wordt de Store mode geactiveerd, alwaar u Multi’s of Voices kunt bewaren. Het Play mode lampje ([MULTI] of [VOICE]) blijft branden, ook als u deze (Store) mode activeert. Druk, om naar een andere mode te gaan, op de desbetreffende knop voor die mode. Door op de [EXIT] knop te drukken verlaat u de Store mode.
29
Een Scherm Selecteren
[E]/[F] knoppen
U kunt met behulp van de []/[], [E]/[F], [+]/
[–] en [EXIT] knoppen naar andere schermen omschakelen.
Basisgedeelte
Basics Section
[]/[] knoppen
Veel van de schermpagina’s bestaan uit meerdere scher-
men. Gebruik de []/[] knoppen om de verschillende
schermen te selecteren.
Vorig scherm (PAGINA)
Previous screen (PAGE)
DATA
DEC INCNO YES
Volgend scherm (PAGI-
Next screen (PAGE)
Tijdens het selecteren van de verschillende schermpagina’s, verschijnt er rechts in de LCD een pijl die naar het parametertype van de op het bedieningspaneel gedrukte lijst wijst. Als bijvoorbeeld het scherm voor de Total Volume parameter in de Multi Edit mode wordt opgeroepen, geeft de pijl in de LCD aan dat deze parameter tot het type General behoort.
VOICE
Total Vol
PAGE
2 P
OCTA VE
In het onderstaande voorbeeld, ziet u het scherm voor de (Element) Cutoff parameter in de Voice Edit mode en de pijl geeft aan dat deze parameter tot het type Filter behoort.
KEYELEMPART
127
MIX
GENERAL
TONE
CONTROLLER
EFFECT
Sommige schermpagina’s bestaan uit meerdere "scher­men". Dit wordt aangegeven door speciale pijlen rechts­boven in de LCD (zie hieronder). Gebruik de [E]/ [F] knoppen om deze pagina’s te selecteren. Als het eerste scherm van een meervoudige paginaserie
wordt opgeroepen, geeft de pijl die naar rechts wijst ()
aan dat er nog meer schermen beschikbaar zijn. Als er een pagina ergens middenin wordt opgeroepen, dan
wijzen er pijlen in beide richtingen (← →), om aan te
geven dat u zowel een volgend als een vorig scherm kunt selecteren. Als het laatste scherm wordt opgeroepen,
wijst de pijl naar links (), om aan te geven dat er geen
volgende schermen meer beschikbaar zijn. Voor bepaalde parameters (zoals Voice Name, etc.) worden deze knoppen gebruikt om de cursorpositie in het scherm te verplaatsen.
Selecteert het
Selects the
vorige scherm
previous screen.
Decay Tm
DEC INCNO YES
PAGE
OCTAVE
KEYELEMPART
12
1
+00
DATA
Selecteert het
Selects the
volgende
next screen.
scherm
[+]/[–] knoppen
In de Multi Edit mode worden deze knoppen gebruikt om elke part te selecteren. Druk gelijktijdig op beide knoppen om de Common parameters te selecteren. In de Voice Edit mode worden deze knoppen gebruikt om elk Element te selecteren. Druk gelijktijdig op beide knoppen om de Common parameters te selecteren.
PART ELEMENT K EY
MUTE
Cutoff
PAGE
13 E
OCTA VE
30
KEYELEMPART
2047
VOICE
MIX
GENERAL
TONE
CONTROLLER
EFFECT
OSC MIX
PITCH
FILTER
AMP
LFO
EFFECT
COMMON
Zie voor details over de parameters en
OPM.
paginaconfiguraties van de Multi Edit en de Voice Edit mode, de relevante mode uitleg in het Referentiegedeelte van deze handleiding.
Loading...
+ 80 hidden pages