LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade bij blikseminslag te voorkomen, dient u bij
onweer de stekker uit het stopcontact te halen en eventuele
buitenantennes los te koppelen van het toestel.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n
manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, moet u op MASTER ON/
OFF drukken zodat de schakelaar naar buiten komt in de OFF
(uit) stand, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF, of
met MAIN ZONE ON/OFF en ZONE 2 ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
100 W + 100 W (8 Ω), 0,019% THV, 20 Hz t/m 20 kHz
◆ Zeer dynamisch vermogen, lage impedantie
aandrijfmogelijkheden
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Uitwisselen van voorkeuzezenders
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Radio Data System)
(Alleen modellen voor Europa)
Overige kenmerken
◆ PURE DIRECT toets voor onveranderde
geluidsweergave van de signaalbron
◆ CD DIRECT AMP toets voor onveranderde
geluidsweergave van CD’s
◆ REC OUT keuzemogelijkheid onafhankelijk van de
geselecteerde signaalbron
◆ Continu variabele loudnessregeling
◆ Slaaptimer
◆ Mogelijkheid tot afstandsbediening
◆ Zone 2 Meegeleverde afstandsbediening
◆ Zone 2 aangepaste installatiemogelijkheid
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Als de toetsen op de afstandsbediening en die op de Zone 2 afstandsbediening bepaalde functies gemeen hebben, worden in deze
handleiding de afbeeldingen van deze afstandsbediening gebruikt ter illustratie.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Ontwerp en specificaties kunnen gewijzigd worden als gevolg van
verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER POWER
STANDBY
POWER
AVTV
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
VCR
DTV/CBL
REC
CODE SET
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE PTY SEEK
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
BAND
A/B/C/D/EA/B/C/D/E
SPEAKERS
EON
SLEEP
START
VOLUME
TV CH
MUTE
4321
81070965
ENT.
MENUTITLE
ENTER
DISPLAYRETURN
PRESET/CH
Zone 2 afstandsbedieningStroomkabel
(Twee bij modellen voor Azië)
POWER
ZONE 2
PRESET
A/B/C/D/E
STANDBY
TUNER
u
+
VOLUME
d
–
MUTE
A/B
DISPLAY
REC
DIR BDIR A
DISC
s
a
TAPECDID2ID1
p
CD PHONO
MD/TAPE VCR DTV/CBL
DVD
A
B
wef
b
FM binnenantenne
(Alleen modellen voor
de V.S., Canada en
algemene modellen)
AM ringantenne
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa
en Australië)
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
Batterijen (x2)
(AAA, R03, UM-4)
2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12
20
60
26
40
16
-dB
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
63125498AB7DC0
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
MASTERSPEAKERS
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
1 MASTER ON/OFF
Druk naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten. Druk nog eens om de knop naar buiten te laten
komen in de OFF stand om het toestel uit te zetten.
Zie bladzijde 16 voor details.
Opmerking
Ook wanneer het toestel uit staat, verbruikt het een klein beetje
stroom om het geheugen in stand te houden.
Geheugen back-up
De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen
gegevens verloren gaan. Wanneer echter de stekker
langer dan een week uit het stopcontact gelaten wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
2 MAIN ZONE ON/OFF
Hiermee zet u de Main Zone van het toestel aan of uit
(standby).
Zie bladzijde 16 voor details.
Opmerkingen
• Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is
ingedrukt in de ON stand.
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
3 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit (zie bladzijde 17).
BA
INPUT
PHONES
A/B/C/D/E
DTV/CBL
12345678
REC OUT
SOURCE
MD/TAPE
VCRTUNER
DVD
CD
22
3
PHONO
44
BASS
101
55
–
3
+
HGFIJKLMN
l
TUNING
h
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
DISPLAY
LOUDNESS
FLAT
1
–
30dB
210
9
3
48
57
6
VOLUME
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
16
20
12
26
40
60
∞
8
4
2
0
-dB
TREBLE
101
22
3
3
44
55
+
–
FM/AM
EDIT
BALANCE
101
22
3
3
44
55
R
L
(Algemene modellen)
4 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby). Wanneer Zone
2 is ingeschakeld, worden er signalen geproduceerd via de
ZONE 2 OUT aansluitingen.
Opmerking
Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is
ingedrukt in de ON stand.
5 ZONE CONTROL
Druk hierop om de signaalbron voor Zone 2 in te stellen.
Opmerkingen
• Deze toets werkt alleen wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
• Wanneer u op deze toets drukt, zal de ZONE 2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het
voorpaneel. Selecteer de signaalbron voor Zone 2 terwijl de
indicator nog aan het knipperen is.
• U kunt een voorkeuzezender selecteren wanneer TUNER is
geselecteerd als signaalbron voor Zone 2.
6 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Opmerking
Schakel de afstandsbedienings- ID heen en weer tussen ID1 en
ID2 wanneer u verschillende YAMAHA receivers of versterkers
gebruikt (zie de bladzijden 9, 32 en 33).
7 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
INLEIDING
E
Nederlands
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 EDIT
Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer
de TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie
bladzijde 28).
9 FM/AM
Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM
wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 23).
0 TUNING l / h
Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 23).
A TUNING MODE
Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch
(de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de
AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
B MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen
opslaan (zie bladzijde 27).
Zet het toestel in de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 25).
C PURE DIRECT en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal
oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld.
Zie bladzijde 19 voor details.
D CD DIRECT AMP en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een CD. De indicator erboven zal oplichten
en het display op het voorpaneel zal uit gaan wanneer deze
functie wordt ingeschakeld.
Zie bladzijde 19 voor details.
E VOLUME
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Opmerking
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
F INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt
luisteren of kijken.
G A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 26).
H PHONES aansluiting
Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt
luisteren met een hoofdtelefoon.
Opmerking
Druk op SPEAKERS A/B zodat de SP A/B indicators uit gaan
voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting.
I REC OUT keuzeknop
Selecteert een signaalbron voor opname op een
MD-recorder of cassettedeck onafhankelijk van de
instelling met INPUT, zodat u kunt opnemen van de
geselecteerde signaalbron terwijl u luistert naar een andere
(zie bladzijde 20).
J BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 19).
K TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 19).
L BALANCE
Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers
ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt
door de opstelling van de luidsprekers of door de
omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 19).
M LOUDNESS
Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om
te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij
lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als
lagere tonen (zie bladzijde 19).
N Voorkeuzetoetsen
(1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 28).
4
Display voorpaneel
0A9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12456738
SP
A B
DVDVCRCDTUNERPHONO
ZONE2 ZONE3MEMORY AUTO
DTV/CBL
MD/TAPE
1 SP (SPEAKERS) A/B indicators
Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is
geselecteerd.
Beide indicators lichten op wanneer beide sets
luidsprekers worden geselecteerd.
2 ZONE 2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
3 Signaalbron indicators
Licht op wanneer het toestel in de corresponderende stand
staat.
4 MEMORY indicator
Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op
MEMORY op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de
MEMORY indicator knippert, kunt u de getoonde zender
in het geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en
één van de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.
5 AUTO indicator
Licht op wanneer het toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
6 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
TUNED STEREO
SLEEP
MUTE
HOLDPTY
EON
PTY
PS
RT
CT
7 SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
8 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
9 Multifunctioneel display
Toont informatie bij het regelen of wijzigen van
instellingen.
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
■ Alleen modellen voor Europa
A Radio Data Systeem indicators
De vierkante indicator naast elk van de Radio Data
Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende
Radio Data Systeem functie is geselecteerd.
PTY HOLD indicator
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie
naar zenders wordt gezocht.
EON indicator
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
INLEIDING
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1235
TUNER
75Ω
UNBAL.
CD
PHONO
70CD8AB
DVD
GND
DTV/
CBL
AM
ANT
FM
ANT
IN
VCR
OUT
MONITOR
GND
OUT
ZONE 2
OUT
VIDEO
DVD
DTV/
CBL
IN
VCR
OUT
IN
(PLAY)
MD/
TAPE
OUT
(REC)
ZONE 2
OUT
9
1 Antenne-aansluitingen
Aansluiten van de FM en AM antennes.
Zie 13 voor meer informatie over deze aansluiting.
2 AUDIO/VIDEO aansluitingen
Hierop kunt u audio- en video-apparatuur aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
3 REMOTE aansluitingen
Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/
doorgeven van afstandsbedieningssignalen.
Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting.
4 CONTROL OUT aansluiting
Dit is een aparte uitbreidingsaansluiting. Vraag bij uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met deze aansluiting.
5 AC IN
Hierop dient u het meegeleverde netsnoer aan te sluiten.
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6 AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Hiermee kunt eventueel andere audio/video componenten
van stroom voorzien.
Zie bladzijde 15 voor details.
REMOTE
IN
OUT
IN
CONTROL OUT
+12V 15mA MAX.
COUPLER
SUB
WOOFER
OUTPUTAUDIOAUDIO
4
1
2
A
B
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
A OR B: 4ΩMIN. /SPEAKER
A+B: 8ΩMIN. /SPEAKER
SPEAKERS
MAIN
IN
PRE
OUT
8 PHONO aansluitingen en GND aansluiting
Hierop kunt u een draaitafel aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
9 ZONE 2 aansluitingen
Hierop kunt u apparatuur voor Zone 2 aansluiten.
Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting.
0 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Hierop kunt u een subwoofer met ingebouwde versterker
aansluiten.
A COUPLER aansluitingen
Hierop kunt u andere externe apparatuur aansluiten.
Zie 15 voor meer informatie over deze aansluiting.
B SPEAKERS aansluitingen
Sluit hierop uw luidsprekers aan.
Zie bladzijde 11 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie
omschakelen.
Zie bladzijde 15 voor details.
■ Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen
7 CD aansluitingen
Hierop kunt u een CD-speler aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
D VOLTAGE SELECTOR
Zie bladzijde 15 voor details.
(Algemene modellen)
AC IN
VOLTAGE
SELECTOR
A OR B: 6ΩMIN. /SPEAKER
A+B:12ΩMIN. /SPEAKER
AC OUTLETS
SWITCHED
6
6
Afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de
toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening
waarmee u andere apparatuur van YAMAHA of andere
fabrikanten kunt bedienen. De functies van de toetsen
waarmee andere audio en video componenten worden
bediend zijn hetzelfde als die van de corresponderende
toetsen op de componenten in kwestie. Raadpleeg de
handleiding van de component in kwestie voor details. Zie
“KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op
bladzijde 36 voor het bedienen van andere apparatuur met
deze afstandsbediening.
1
7
8
9
A
0
B
A
B
C
D
2
3
4
5
6
POWER POWER
CD
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODEPTY SEEK
TV VOL
TV MUTETV INPUT
BAND
A/B/C/D/EA/B/C/D/E
AVTV
MD/TAPE
DTV/CBL
TV CH
65
09
ENTER
PRESET/CH
STANDBY
TUNER
VCR
CODE SET
EON
START
VOLUME
7
10
POWER
PHONODVD
SPEAKERS
SLEEP
MUTE
4321
8
ENT.
MENUTITLE
DISPLAYRETURN
(Modellen voor Europa)
1 Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
2 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron en bepaalt u
welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt (zie
bladzijde 36).
3 Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem
functie.
Opmerking
De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, EON, PTY
SEEK MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing
op modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron. Zie voor details
“Ontvangen van Radio Data Systeem zenders” op bladzijde 29.
4 Cijfertoetsen (1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
5 BAND
Schakelt over naar de eerder gebruikte radioband (FM of
AM) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron.
Opmerking
Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst
ontvangen zender.
6 A/B/C/D/E j / i
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 28).
PRESET/CH u / d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 28).
7 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
Opmerkingen
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Met deze toets wordt Zone 2 niet uit (standby) gezet.
8 POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
Opmerkingen
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.
• Met deze toets wordt Zone 2 niet aan gezet.
INLEIDING
Nederlands
7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9
Overschakelen naar een andere set bedieningstoetsen (zie
bladzijde 36).
0 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit.
A CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 38).
B SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
C VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Opmerkingen
• Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
• Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit
toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien.
D MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 22).
Opmerking
De geluidsweergave in Zone 2 zal niet worden uitgeschakeld.
8
Zone 2 afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2 afstandsbediening beschreven waarmee de Zone 2
functies kunnen worden bediend. U kunt met de Zone 2
afstandsbediening ook YAMAHA CD-spelers en een
YAMAHA cassettedeck bedienen.
1
ZONE 2
CD PHONO
TUNER
POWER
STANDBY
7
8
2
MD/TAPE VCR DTV/CBL
DVD
3
4
5
6
u
PRESET
d
A/B/C/D/E
A/B
w
b
+
VOLUME
9
–
MUTE
e
s
DISPLAY
f
REC
DIR BDIR A
DISC
a
p
TAP ECDID2ID1
0
A
3 PRESET u / d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
4 A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
5 CD/TAPE bedieningstoetsen
Hiermee kunt u YAMAHA CD-spelers of een YAMAHA
cassettedeck bedienen.
6 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 33).
7 POWER
Schakelt de Zone 2 functie in.
8 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 uit (standby).
9 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2.
Opmerking
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
0 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk
uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave
op het oorspronkelijke volume voort te zetten.
INLEIDING
(Modellen voor Europa)
1 Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
2 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron voor Zone 2.
A CD/TAPE schakelaar
Hiermee schakelt u de bedieningstoetsen met het
nummer 5 heen en weer tussen het bedienen van
YAMAHA CD-spelers en het bedienen van YAMAHA
cassettedecks.
Nederlands
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
■ Opmerkingen over batterijen
• Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.
•
Gebruik AA, R6, UM-3 batterijen voor de gewone afstandsbediening en AAA, R03, UM-4 batterijen voor de Zone 2 afstandsbediening.
• Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de
afstandsbedieningen.
• Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbedieningen langere tijd niet zult gebruiken.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende
regelgeving in acht.
AfstandsbedieningZone 2 afstandsbediening
1
3
2
1
2
3
1Open de klep van het batterijvak.
3Doe de klep weer dicht.
2Doe de meegeleverde batterijen in elk van de
afstandsbedieningen met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
Gebruiken van de afstandsbedieningen
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel van dit toestel wanneer u dit toestel wilt bedienen, of op de
infraroodontvanger in Zone 2 wanneer dat vereist is.
■ Omgaan met de afstandsbedieningen
• Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het te bedienen toestel (of de
infraroodontvanger in Zone 2).
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbedieningen.
• Laat de afstandsbedieningen niet vallen.
• Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast
de verwarming of kachel
– heel koude plekken
– stoffige plekken
• Stel de sensor voor de afstandsbediening niet bloot aan sterke
verlichting, in het bijzonder van TL lampen en dergelijke;
anders is het mogelijk dat de afstandsbedieningen niet goed
werken. Indien nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.
MASTER SPEAKERS
ON OFF
MAIN ZONE
ON/OFF
BA
INPUT
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
A/B/C/D/E
12345678
REC OUT
SOURCE
MD/TAPE
CD
PHONES
VCR TUNER
22
DTV/CBL
PHONO
3
DVD
44
–
POWER POWER
STANDBY
POWER
AVTV
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
VCR
DTV/CBL
REC
CODE SET
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
EON
FREQ/TEXT
SLEEP
START
MODE PTY SEEK
VOLUME
TV VOL
TV CH
TV MUTE TV INPUT
MUTE
4321
81070965
ENT.
MENUTITLE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
DISPLAYRETURN
PRESET/CH
101
55
BASS
22
3
3
44
+
–
30 30
FM/AM
EDIT
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TREBLE
BALANCE
LOUDNESS
101
101
1
22
210
3
3
3
3
44
48
55
+
55
R
L
57
Ongeveer 6 m
l
TUNING
h
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
VOLUME
FLAT
–
30dB
9
6
10
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet dit toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
VOORBEREIDINGEN
1Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en
draai de ontblootte draadjes netjes in elkaar
om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2Schroef de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
■ Opmerkingen over het luidsprekersnoer
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad is anders van kleur of vorm dan de
andere, misschien door middel van een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde, geribbelde
enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel
en uw luidspreker. Sluit de gewone draad aan op de “–”
(zwarte) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
■ Aansluiten van bananenstekkers
(Alleen modellen voor de V.S., Canada,
Australië en algemene modellen)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het uiteinde van de corresponderende
aansluiting.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Opmerkingen
• U kunt één of twee luidsprekersets aansluiten op dit toestel. Als
u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze
met de SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluitingen
verbinden.
• Gebruik uitsluitend luidsprekers met de op het achterpaneel van
dit toestel aangegeven impedantie.
11
Nederlands
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audio- en video-apparatuur
LET OP
• Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt
zijn.
• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Raadpleeg tevens de handleidingen
van elk van uw componenten.
• Gebruik RCA (tulp) stekkerkabels voor audio/video apparatuur met uitzondering van luidsprekers.
y
• De PHONO aansluitingen zijn ontworpen voor draaitafels met een MM of hoogvermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met
een laagvermogen MC cartridge, dient u een in-line versterkermodule of een MC-head versterker te gebruiken wanneer u uw
draaitafel op de PHONO wilt aansluiten.
• Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND aansluiting om storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis hoort wanneer u de GND aansluiting niet gebruikt.
Video
monitor
Video ingang
V
CD-speler
Draaitafel
Audio uitgang
L
R
Audio uitgang
R
L
GND
Digitale tv,
kabel-tv
75Ω
UNBAL.
CD
PHONO
TUNER
Audio uitgang
Video uitgang
GND
AM
ANT
FM
ANT
GND
Video uitgang
V
V
DVD-speler
DVD
DTV/
CBL
IN
VCR
OUT
MONITOR
OUT
ZONE 2
OUT
VIDEO
Videorecorder enz.
Audio ingang
Audio uitgang
Video uitgang
LRLR
AUDIOAUDIO
VV
DVD
DTV/
CBL
IN
VCR
OUT
IN
(PLAY)
MD/
TAP E
OUT
(REC)
ZONE 2
OUT
Audio uitgang
LRLR
Video ingang
12
Audio ingang
cassettedeck, enz.
R
R
L
L
MD-recorder,
Audio
uitgang
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de AM en FM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor
een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
geïsoleerd draad en leid dit via
een raam of zo naar buiten.
TUNER
FM binnenantenne
(meegeleverd)
GND
AM
ANT
FM buitenantenne
VOORBEREIDINGEN
75Ω
UNBAL.
FM
ANT
GND
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een
goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die
in vochtige grond gedreven is.
Opmerkingen
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
• Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel.
• Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo ver mogelijk bij druk
verkeer vandaan te plaatsen.
• Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op.
• De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden.
Nederlands
13
Loading...
+ 32 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.