Bevat instructies voor computergerelateerde functies.
MIDI Reference (MIDI-naslaginformatie)
Bevat informatie die betrekking heeft op MIDI, zoals het MIDI-implementatieoverzicht.
MIDI Basics (alleen beschikbaar in het Engels, Frans, Duits en Spaans)
Bevat een basisbeschrijving van wat MIDI is en wat de mogelijkheden ervan zijn.
Als u de bovenstaande documenten wilt downloaden, gaat u naar de Yamaha Manual Library, voert
u de modelnaam in het vak Modelnaam in en klikt u op [SEARCH].
Yamaha Manual Library
http://www.yamaha.co.jp/manual/
VOORZICHTIG
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van
elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden
in, maar zijn niet beperkt tot:
of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals
Spanningsvoorziening/netadapter
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming
en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet en plaats geen zware
voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning.
De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 20). Gebruik van een
andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich
erop heeft verzameld.
Niet openen
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het
instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of
te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik
ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water
of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen
water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en
verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens
nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte
handen hebt.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar
onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument
vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uit het
instrument.
- Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
P-105 Gebruikershandleiding
4
DMI-5 1/2
VOORZICHTIG
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen
of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn
niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netadapter
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan
leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert
uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als
u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument
gedurende langere tijd niet gebruikt.
Aansluitingen
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit
op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste
niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en
voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het
gewenste niveau.
Zorgvuldig behandelen
Locatie
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan
omvallen.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten snoeren,
om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij personen die
erover zouden kunnen struikelen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact
gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct
werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwij dert u de stekker uit
het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog
een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het
stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de/het voor het instrument bedoelde standaard. Gebruik
uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te bevestigen.
Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd raken en kan het
instrument omvallen.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (aan/uit-lampje is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
• Steek geen vinger of hand in de openingen van de of het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van de het
paneel of het toetsenbord en laat geen voorwerpen vallen in deze openingen. Dit
kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere
eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en
ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of
oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken.
Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Let op
Houd u aan de onderstaande waarschuwingen om storingen/
schade aan het apparaat en schade aan de data of andere
eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur,
mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio
kunnen ruis genereren.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of aan
extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in
een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van
de interne componenten of instabiele werking te voorkomen. (Gecontroleerd
bedrijfstemperatuurbereik: 5° – 40 °C.)
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien
dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht
bevochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of met chemicaliën geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Data opslaan
• Sommige soorten data (pagina 19) worden opgeslagen in het interne geheugen
en ook bewaard als het apparaat wordt uitgeschakeld. De data kunnen echter
verloren gaan door slecht functioneren of foutieve handelingen. Sla belangrijke
data op een computer op. Raadpleeg het document 'Computer-related Operations'
(Computergerelateerde handelingen) voor meer informatie (pagina 4).
DMI-5 2/2
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekdata, inclusief maar niet
beperkt tot MIDI-data en/of audiodata, is strikt verboden, behalve voor
persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud
waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvoor Yamaha over de licenties
beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder
dergelijk auteursrechtelijk beschermd materiaal vallen, zonder enige beperkingen,
alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-data, bladmuziek
en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en
inhoud, afgezien van persoonlijk gebruik door de koper, is verboden volgens
de geldende wettelijke bepalingen. Elke schending van auteursrechten heeft
strafrechtelijke gevolgen. HET IS VERBODEN ILLEGALE KOPIEËN TE MAKEN,
DISTRIBUEREN OF GEBRUIKEN.
Functies/data die bij het instrument zijn
meegeleverd
• Sommige vooraf ingestelde songs zijn ingekort of bewerkt en zijn daarom niet
precies hetzelfde als het origineel.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-displays in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld
ter instructie en kunnen enigszins afwijken van uw instrument.
• De namen van bedrijven en producten in deze handleiding zijn de (geregistreerde)
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
P-105 Gebruikershandleiding
5
Bedieningspaneel en aansluitingen
Inleiding
qwerty
uio
Geeft de positie van de aansluitingen weer, gezien vanaf de achterkant van het instrument.
????????????????
!3!4!2!1!0
C0C1C2C3C4C5C6C7
A-1
!5
q [ ] (Standby/On)-schakelaar ............ pagina 7
Voor het in- of uitschakelen of het inschakelen van
stand-by.
w [MASTER VOLUME]-schuif................. pagina 7
Voor het instellen van het volume van het totale
geluid.
e [DEMO/SONG]-knop ......................... pagina 14
Voor het afspelen van de demosongs en vooraf
ingestelde songs.
r TEMPO [V][U]/SELECT [W][X]-knoppen
............................................................ pagina 14
Voor het selecteren van een song tijdens het afspelen,
het instellen van het tempo en het kiezen van het
gedeelte van de song dat u wilt opnemen of afspelen.
t [METRONOME/RHYTHM]-knop........ pagina 15
Voor het starten of stoppen van de metronoom of
het ritme.
y [PIANIST STYLE]-knop ..................... pagina 10
Voor het gebruiken van de Pianist-stijlen.
u [REC]-knop ........................................ pagina 16
Voor het opnemen van uw eigen spel.
i [PLAY]-knop....................................... pagina 16
Voor het afspelen van het opgenomen spel.
o Voice-knoppen .................................... pagina 9
Voor het schakelen tussen de voices die boven en
onder iedere knop gedrukt zijn.
Ingebouwde luidsprekers
Aan de onderzijde van het instrument bevinden zich ingebouwde
luidsprekers. Hoewel het instrument ook kan worden bespeeld als
het op een bureau of tafel is geplaatst, verdient het voor een beter
geluid aanbeveling een optionele keyboardstandaard te gebruiken.
Voor het selecteren van een voice of twee
gelijktijdig gespeelde voices, zoals piano en orgel.
!0 [USB TO HOST]-aansluiting
Voor het maken van aansluiting met een computer,
het versturen van de gebruikerssongdata als SMF;hbestand en het versturen van MIDI-berichten
tussen beide apparaten. Raadpleeg de documenten
'
handelingen) en 'MIDI Reference'
(MIDI-naslaginformatie) voor meer informatie.
LET OP
• Gebruik een AB-type USB-kabel van minder dan
3 meter. U kunt geen USB 3.0-kabel gebruiken.
!1 [SUSTAIN]-aansluiting........................ pagina 8
Voor het aansluiten van de meegeleverde
voetschakelaar, een optionele voetschakelaar of
voetpedaal.
!2 [PEDAL UNIT]-aansluiting.................. pagina 8
Voor het aansluiten van een optionele pedalenconsole.
!3 AUX OUT [L/L+R][R]-aansluitingen... pagina 7
Voor het aansluiten van externe audioapparatuur.
!4 DC IN-aansluiting................................ pagina 7
Voor het aansluiten van de netadapter.
!5 [PHONES]-aansluiting........................ pagina 7
Voor het aansluiten van een
standaardstereohoofdtelefoon.
P-105 Gebruikershandleiding
6
Configuratie
Het instrument aan-/uitzetten
1 Sluit de netadapter aan op de DC IN-aansluiting.
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen de aangegeven adapter (pagina 20).
Gebruik van een andere adapter kan leiden tot
oververhitting of schade aan het apparaat.
2 Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
3 Druk op de schakelaar (Standby/On) [] om het
instrument aan te zetten.
De POWER-indicator links van de schakelaar
(Standby/On) [] licht op. Als u het instrument
wilt uitzetten, drukt u nogmaals op deze
schakelaar.
VOORZICHTIG
• Zelfs als de schakelaar (Standby/On) [ ] op stand-by
staat (de POWER-indicator is uit), loopt er nog een
minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet
gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het
stopcontact haalt.
1
I.A. Control (Intelligente akoestische regeling)
Met deze functie wordt de geluidskwaliteit van dit
instrument automatisch bijgesteld en geregeld in
overeenstemming met het totale volume. Zelfs als het
volume op laag staat, kunt u zowel lage als hoge tonen
duidelijk horen.
Houd [DEMO/SONG] en [METRONOME/
RHYTHM] gelijktijdig ingedrukt en druk op de toets
#
5 om de regeling in te schakelen en op D5 om deze
C
uit te schakelen. De standaardinstelling is 'aan'.
De diepte voor intelligente akoestische regeling
instellen:
Houd [DEMO/SONG] en [METRONOME/RHYTHM]
#
gelijktijdig ingedrukt en druk op de toets A
4 om met
één te verlagen, op C5 om met één te verhogen of op
B4 om terug te zetten naar 0 (standaardinstelling). Het
instellingsbereik is van -3 tot +3.
Zie de 'Beknopte handleiding' (pagina 22) voor meer
informatie over aan toetsen toegewezen functies.
Een hoofdtelefoon gebruiken
Omdat het instrument is uitgerust met twee [PHONES]aansluitingen, kunt u twee standaardstereohoofdtelefoons
aansluiten. Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, steekt
u een plug in een van de aansluitingen, waardoor de
luidsprekers worden uitgeschakeld.
2
Netadapter
Stopcontact
3
BELANGRIJK
• Het instrument wordt automatisch uitgeschakeld als
het 30 minuten niet gebruikt wordt. Zie pagina 19 voor
meer informatie.
Het volume instellen
Wanneer u begint te spelen, kunt u met de schuif
[MASTER VOLUME] het volume van het totale
toetsenbordgeluid aanpassen.
Verhoogt het volume.Verlaagt het volume.
Standaardstereo
hoofdtelefoonaan
sluiting
VOORZICHTIG
• Gebruik de hoofdtelefoon niet gedurende een langere
periode op een hoog volumeniveau, aangezien dit
uw gehoor kan beschadigen.
Externe audioapparatuur aansluiten
Om het geluid van het instrument te versterken, kunt
u een stereosysteem aansluiten op de AUX OUT [L/
L+R]/[R]-aansluitingen via de telefoonstekkers
(standaardinstelling). Het geluidsniveau van deze
aansluitingen kan worden geregeld met de schuif
[MASTER VOLUME].
LET OP
• Als het geluid van het instrument wordt uitgevoerd naar
een extern apparaat, zet dan eerst het instrument aan en
vervolgens het externe apparaat. Draai deze volgorde om
als u de apparatuur uitzet.
OPMERKING
• Gebruik audiokabels en -pluggen zonder impedantiewaarde.
• Gebruik alleen de [L/L+R]-aansluiting voor het aansluiten van een monoapparaat.
P-105 Gebruikershandleiding
7
Configuratie
Een voetschakelaar gebruiken
De [SUSTAIN]-aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de meegeleverde voetschakelaar, die op
dezelfde manier werkt als een demperpedaal op een
akoestische piano. U kunt ook een optioneel FC3voetpedaal of een FC4/FC5-voetschakelaar via deze
aansluiting aansluiten. Met de FC3 kunt u de halfpedaalfunctie gebruiken.
Half-pedaalfunctie (voor FC3 en LP-5A/
LP-5AWH)
Als u de piano bespeelt met sustain en een
helderder, zuiverder geluid wilt (vooral in het
basregister), haalt u uw voet tot een halve positie
of hoger van het pedaal.
OPMERKING
• Houd de voetschakelaar niet ingedrukt op het moment dat u het instrument
aanzet. Hierdoor zou de polariteit van de voetschakelaar worden
omgedraaid, wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
• Zorg ervoor dat het instrument uit is als u de voetschakelaar of het pedaal
aansluit of loskoppelt.
Demperpedaal (rechts)
Als u op dit pedaal drukt, klinken de noten langer door.
Als u dit pedaal loslaat, worden alle sustainnoten
onmiddellijk gestopt (gedempt). Een 'half-pedaalfunctie'
van dit pedaal zorgt voor gedeeltelijke sustaineffecten,
afhankelijk van hoe ver u het pedaal indrukt.
Als u het demperpedaal hier ingedrukt houdt,
blijven alle weergegeven noten doorklinken.
Demperresonantie
Deze functie simuleert het sustaingeluid van een
concertvleugel met het demperpedaal ingedrukt.
De demperresonantie aan-/uitschakelen:
Houd [DEMO/SONG] en [METRONOME/
RHYTHM] gelijktijdig ingedrukt en druk op de
toets G4 (aan; standaardinstelling) of G#4 (uit).
G#4 (uit)
G4 (aan)
De optionele pedalenconsole
gebruiken
De [PEDAL UNIT]-aansluiting dient om een
optionele LP-5A/LP-5AWH pedalenconsole aan te
sluiten. Bevestig de pedalenconsole bij het aansluiten
ook op de optionele keyboardstandaard (L-85/L-85S/
L-85WH).
L-85/L-85S/
LP-5A/
LP-5AWH
(optioneel)
OPMERKING
• Zorg ervoor dat het instrument uit is als u de pedalenconsole aansluit
of loskoppelt.
• De demperresonantie kan niet worden gebruikt in Duo (pagina 11)
L-8 5WH
(optioneel)
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt
en het sostenutopedaal indrukt terwijl de noten nog
worden vastgehouden, worden deze noten
aangehouden zolang het pedaal is ingedrukt (alsof het
demperpedaal is ingedrukt). Alle daarna gespeelde
noten worden echter niet aangehouden. Hierdoor is
het mogelijk om een akkoord te laten doorklinken,
terwijl andere noten 'staccato' worden gespeeld.
Als u het sostenutopedaal hier ingedrukt houdt,
blijven alle noten die op dat moment
vastgehouden worden doorklinken.
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de
klankkleur van de gespeelde noten enigszins wanneer
het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen
invloed op de noten die al worden gespeeld op het
moment dat het pedaal wordt ingedrukt.
OPMERKING
• Wanneer u de voice JAZZ ORGAN of ROCK ORGAN selecteert, regelt u met
het linkerpedaal de draaisnelheid van de draaiende luidspreker.
P-105 Gebruikershandleiding
8
Selecteren en spelen van voices
Referentie
Een voice selecteren
Het instrument beschikt over een breed scala aan
voices, of instrumentgeluiden, voor uw plezier,
inclusief piano en orgel.
Druk één of twee keer op een Voice-knop.
1
Door meerdere malen op dezelfde Voice-knop te
drukken, wijzigt de aan/uit-status van het lampje
en wordt gewisseld tussen de voices waarvan de
namen boven (lampje uit) en onder (lampje aan)
de knoppen gedrukt zijn.
Lampje
Het toetsenbord bespelen.
2
Twee voices stapelen (Dual)
U kunt tegelijkertijd meerdere voices over het hele bereik
van het toetsenbord spelen. De voice die is toegewezen aan
de linkerknop wordt Voice 1 genoemd en de voice die is
toegewezen aan de rechterknop wordt Voice 2 genoemd.
OPMERKING
• Twee voices die bij dezelfde knop horen, kunnen niet gestapeld worden
(bijvoorbeeld STRINGS en HARPSICHORD).
OPMERKING
• Luister naar de demosongs voor elke voice (pagina 14) om vertrouwd
te raken met de karakteristieken van de voices.
• In de volgende kolom (zie 'Voice 1') staat beschreven hoe u het octaaf
kunt verschuiven.
Voicelijst
VoicenaamBeschrijving
Opgenomen samples van een
concertvleugel. Er worden verschillende
GRAND PIANO 1
GRAND PIANO 2
E. PIANO 1
E. PIANO 2
E. PIANO 3
E. PIANO 4
JAZZ ORGAN
PIPE ORGAN
ROCK ORGAN
VIBRAPHONE
STRINGS
HARPSICHORD
WOOD BASS
E. BASS
samples gebruikt afhankelijk van de
speelsterkte en de overgang tussen tonen
is soepeler. Deze voice is niet alleen
geschikt voor klassieke composities, maar
ook voor iedere andere muziekstijl.
Ruimtelijke en pure piano met een heldere
reverb. Geschikt voor popmuziek.
Een elektronisch pianogeluid gecreëerd
via FM-synthese. Geschikt voor gangbare
popmuziek.
Een iets helderder geluid van een
elektronische piano dan E. PIANO 1.
Geschikt voor gangbare popmuziek.
Analoog geluid van een elektrische piano
met hamertjes die op metalen 'staafjes'
slaan. Een zachte klank wanneer er licht
wordt gespeeld en een agressieve klank
wanneer er hard wordt gespeeld.
Een ander analoog elektrisch pianogeluid
dat verschil van E. PIANO 3 en vaak te
horen is in rock- en popmuziek.
Een 'toonwiel'-type elektronisch orgel. Vaak
te horen in jazz- en rockmuziek.
Een typisch geluid van een pijporgel
(8 voet + 4 voet + 2 voet). Geschikt voor
kerkmuziek uit de barokperiode.
Helder en scherp elektrisch orgelgeluid.
Geschikt voor rockmuziek.
Bespeeld met relatief zachte mallets. De
klank wordt metaliger naarmate u harder
speelt.
Stereo gesampled, grootschalig
strijkersensemble met realistische
nagalm. Combineer deze voice eens
met piano in de Dual-modus.
Het perfecte instrument voor barokmuziek.
Authentiek geluid van een klavecimbel,
waarbij de snaren worden getokkeld, geen
aanslagreactie en karakteristiek geluid bij
het loslaten van toetsen.
Een staande bas gespeeld met de
vingers, zonder strijkstok. Ideaal voor
jazz- en latinmuziek.
Voor uiteenlopende muziekstijlen, zoals
jazz, rock, pop en meer.
Activeer Dual.
1
Druk één of twee keer op de gewenste Voice-knop
(afhankelijk van de gewenste voice), houd die
knop ingedrukt en druk de andere Voice-knop één
of twee keer in. Als het lampje uit is, is de voice
die boven de knop gedrukt staat geselecteerd. Als
het lampje aan is, is de voice eronder geselecteerd.
Als de knoppen worden losgelaten, is de duale
modus ingeschakeld. Het lampje geeft de status
aan van de selectie van Voice 1.
Lampje
Voice 1Voice 2
Speel iets op het toetsenbord en geniet
2
van het duale geluid.
Het octaaf verschuiven voor elke voice:
Om voice 1 te verschuiven, houdt u
[METRONOME/RHYTHM] gelijktijdig ingedrukt
en drukt u op de toets A4 om één omlaag te gaan,
op B4 om één omhoog te gaan of op A#4 om de
standaardwaarde te herstellen.
Om voice 2 te
verschuiven, houdt u [METRONOME/
RHYTHM] gelijktijdig ingedrukt en drukt u op de
toets C5 om één omlaag te gaan, op D5 om één
omhoog te gaan of op C#5 om de standaardwaarde
te herstellen. Het instellingsbereik is van -3 tot +3
voor beide voices.
Voice 1 Voice 2
A4 D5
P-105 Gebruikershandleiding
9
Selecteren en spelen van voices
De balans tussen twee voices aanpassen:
Houd [METRONOME/RHYTHM] ingedrukt
en druk op de toets E5 om één omlaag te gaan,
op F#5 om één omhoog te gaan of op F5 om
de standaardwaarde te herstellen. Het
instellingsbereik is van -6 tot +6 voor beide
voices. Instellingen hoger dan de standaardwaarde
verhogen het volume van voice 1, en omgekeerd.
F#5 (+1)
E5
(-1)F5(Standaardi
Om de duale modus te verlaten, drukt
3
u op een willekeurige Voice-knop.
Het toetsenbord opsplitsen (Split)
U kunt verschillende voices met de linkeren rechterhand spelen.
Houd [L] ingedrukt en druk op een
1
Voice-knop om de splitmodus in
te schakelen.
De linkervoice (voice 2) is geselecteerd. Het
toetsenbord is verdeeld in twee gedeelten met
de F#2-toets als splitpunt.
Het octaaf verschuiven voor elke voice:
Hetzelfde als in Dual (pagina 9).
De volumebalans tussen twee voices
aanpassen:
Hetzelfde als in Dual (zie linkerkolom).
Het splitpunt wijzigen:
Houd [L] ingedrukt en druk op de gewenste toets.
Om de splitmodus te verlaten, drukt
3
u op een willekeurige Voice-knop.
De pianiststijlen gebruiken
U kunt automatisch arpeggio-achtige ritmes spelen
door het akkoordtype met uw linkerhand te bepalen
terwijl u met uw rechterhand een melodie speelt.
Druk op [PIANIST STYLE] zodat het
1
lampje gaat knipperen.
Het toetsenbord is verdeeld in een akkoordgedeelte
(links) en een melodiegedeelte (rechts).
Splitpunt (standaardinstelling: F#2)
Linkervoice (Voice 2)Rechtervoice (Voice 1)
OPMERKING
• De duale en de splitmodus kunnen niet gelijktijdig gebruikt worden.
Om de rechtervoice (Voice 1) in deze
2
status te wijzigen, selecteert u een voice
terwijl u [R] ingedrukt houdt.
P-105 Gebruikershandleiding
10
Splitpunt (standaardinstelling: F#2)
AkkoordgedeelteMelodiegedeelte
Houd [PIANIST STYLE] ingedrukt
2
en druk op een toets uit E2 – C#3 om
de gewenste stijl te selecteren.
Meer informatie over welke pianiststijl is
toegewezen aan welke toets kunt u vinden
in de 'Beknopte handleiding' (pagina 22).
C#3
E2
Speel een akkoord met uw linkerhand
3
om het afspelen van de pianiststijl te
starten.
Speel met uw rechterhand een melodie bij de
akkoorden die u speelt.
OPMERKING
• Informatie over het spelen van akkoorden kunt u vinden in alom
verkrijgbare commerciële akkoordenboeken.
Het tempo wijzigen:
In principe is dit hetzelfde als metronoomtempo
(pagina 15). Daarnaast kunt u het tempo wijzigen
door de toegewezen toetsen in te drukken terwijl
u [PIANIST STYLE] ingedrukt houdt. Raadpleeg
de Beknopte handleiding (pagina 22) voor de
toetstoewijzingen.
Selecteren en spelen van voices
Komt overeen met C3 (centrale C)
Linkervoice (Voice 2)Rechtervoice (Voice 1)
OPMERKING
• Het splitpunt kan niet worden gewijzigd vanuit E3.
• Als het toetsenbord in de Dual-modus staat, wordt deze modus
afgesloten wanneer Duo wordt geactiveerd. Voice 1 wordt gebruikt
als de voice voor het volledige toetsenbord.
Splitpunt
Komt overeen met C3
(centrale C)
G6
Het volume van de pianiststijl aanpassen:
Houd [PIANIST STYLE] ingedrukt en druk op
een van de toetsen A-1 – F#0. Hoe hoger de toets,
hoe hoger het volume. De standaardwaarde is 7
(D#-1).
F#0
A-1
OPMERKING
• Zie de nummers 1 – 10 die gedrukt staan in het gedeelte VOLUME boven
het toetsenbord.
Druk op [PIANIST STYLE] om het
4
afspelen te stoppen.
Het lampje gaat uit en het toetsenbord keert terug
naar de originele status.
Het splitpunt wijzigen:
Hetzelfde als in splitmodus (pagina 10).
Duo spelen
Met deze functie kunnen twee verschillende spelers het
instrument bespelen binnen hetzelfde octaafbereik, de
ene aan de linkerkant en de andere aan de rechterkant.
Houd [DEMO/SONG] en [METRONOME/
1
RHYTHM] gelijktijdig ingedrukt en druk
eenmaal op de toets G6 om de instelling
Duo in te schakelen.
Het toetsenbord is verdeeld in twee gedeelten met
de toets E3 als splitpunt.
De ene persoon bespeelt het
2
linkergedeelte van het toetsenbord,
de andere het rechtergedeelte.
De linkervoice wijzigen:
Houdt [L] ingedrukt en druk één of twee keer
op een Voice-knop drukt.
De rechtervoice wijzigen:
Houd [R] ingedrukt en druk één of twee keer
op een Voice-knop.
De rechter- en linkervoice wijzigen naar
dezelfde enkele voice:
Druk één of twee keer op de Voice-knop.
Het octaaf verschuiven voor elke voice:
Hetzelfde als in Dual (pagina 9).
De volumebalans aanpassen tussen
de twee toetsenbordgedeeltes:
Hetzelfde als in Dual (pagina 10).
Pedaalfunctie in Duo
De voetschakelaar die is aangesloten op de
[SUSTAIN]-aansluiting is van invloed op zowel
het linker- als het rechtergedeelte. De optionele
pedalenconsole (pagina 8) werkt als volgt:
• Demperpedaal: Past sustain toe op het
rechtergedeelte.
• Sostenutopedaal: Past sustain toe op beide
gedeeltes.
• Softpedaal: Past sustain toe op het linkergedeelte.
Om Duo te verlaten, drukt u op de toets
3
G6 en houdt u gelijktijdig [DEMO/SONG]
en [METRONOME/RHYTHM] ingedrukt.
P-105 Gebruikershandleiding
11
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.