Yamaha M7CL User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NL
FCC INFORMATION (U.S.A.)
1. IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT!
This product, when installed as indicated in the instructions contained in this manual, meets FCC requirements. Modifications not expressly approved by Yamaha may void your authority, granted by the FCC, to use the product.
2. IMPORTANT: When connecting this product to
accessories and/or another product use only high quality shielded cables. Cable/s supplied with this product MUST be used. Follow all installation instructions. Failure to follow instructions could void your FCC authorization to use this product in the USA.
3. NOTE: This product has been tested and found to
comply with the requirements listed in FCC Regulations, Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with these requirements provides a reasonable level of assurance that your use of this product in a residential environment will not result in harmful interference with other electronic devices. This equipment generates/uses radio frequencies and, if not installed and used according to the instructions found in the users manual, may cause interference harmful to the operation of other electronic
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA. (class B)
devices. Compliance with FCC regulations does not guarantee that interference will not occur in all installations. If this product is found to be the source of interference, which can be determined by turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate the problem by using one of the following measures:
Relocate either this product or the device that is being affected by the interference.
Utilize power outlets that are on different branch (circuit breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s.
In the case of radio or TV interference, relocate/reorient the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon lead, change the lead-in to co-axial type cable.
If these corrective measures do not produce satisfactory results, please contact the local retailer authorized to distribute this type of product. If you can not locate the appropriate retailer, please contact Yamaha Corporation of America, Electronic Service Division, 6600 Orangethorpe Ave, Buena Park, CA90620
The above statements apply ONLY to those products distributed by Yamaha Corporation of America or its subsidiaries.
COMPLIANCE INFORMATION STATEMENT
(DECLARATION OF CONFORMITY PROCEDURE)
Responsible Party : Yamaha Corporation of America
Address : 6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620
Telephone : 714-522-9011
Type of Equipment : DIGITAL MIXING CONSOLE
Model Name : M7CL-48, M7CL-32
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following conditions:
1) this device may not cause harmful interference, and
2) this device must accept any interference received including interference that may cause undesired operation.
See user manual instructions if interference to radio reception is suspected.
* This applies only to products distributed by
YAMAHA CORPORATION OF AMERICA.
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
WARNING: THIS APPARATUS MUST BE EARTHED IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured GREEN-and-YELLOW must be connected to the terminal in the plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbol or colored GREEN or GREEN-and-YELLOW.
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
GREEN-AND-YELLOW : EARTH BLUE : NEUTRAL BROWN : LIVE
(FCC DoC)
M7CL Gebruikershandleiding
2
• This applies only to products distributed by Yamaha-Kemble Music (U.K.) Ltd. (3 wires)
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF
ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE
COVER (OR BACK). NO USER-SERVICEABLE
PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO
QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
De bovenstaande waarschuwing bevindt zich achter op het apparaat.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Verklaring van de grafische symbolen
De bliksemschicht met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezig­heid van ongeïsoleerde, gevaarlijke span­ningen in de behuizing van dit product, die voldoende groot kunnen zijn om een gevaar voor een elektrische schok te vormen.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige drie­hoek, is bedoeld om u te wijzen op de aan­wezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding van het product.
1 Lees deze instructies. 2Bewaar deze instructies. 3 Sla acht op alle waarschuwingen. 4Volg alle instructies. 5 Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water. 6 Alleen schoonmaken met een droge doek. 7 Blokkeer geen enkele ventilatieopening. Installeer
overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
8 Niet installeren in de buurt van verwarmingsbronnen
zoals radiators, kachels, komforen of andere appa­raten (waaronder versterkers) die warmte produceren.
9 Omzeil de veiligheidsfunctie van de gepolariseerde of
geaarde stekker niet. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen, waarvan de een breder is dan de ander. Een geaarde stekker heeft twee pennen en een derde contact voor randaarde. De brede pen of het randaardecontact is ten behoeve van uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, raadpleeg dan een elektricien voor vervanging van het ongeschikte stopcontact.
10 Zorg ervoor dat er niet over het netsnoer gelopen kan
worden of dat het beklemd kan raken, met name bij de stekker of bij het punt waar het netsnoer het apparaat verlaat.
11 Gebruik alleen de door de fabrikant aangegeven
bevestigingen/accessoires.
12 Gebruik deze alleen met de kar,
standaard, driepoot, klamp of tafel aangegeven door de fabrikant of die bij het apparaat wordt verkocht. Wees voor­zichtig bij het gebruik van een kar bij het verplaatsen, om verwonding door omvallen te voorkomen.
13 Koppel het apparaat los tijdens onweer of als deze
gedurende een langere periode niet wordt gebruikt.
14 Laat alle servicehandelingen over aan gekwalificeerd
servicepersoneel. Service is nodig als het apparaat op de een of andere manier beschadigd is geraakt, zoals wanneer het netsnoer of de stekker is beschadigd, er vloeistof of voorwerpen in of op het apparaat zijn gevallen, het apparaat aan regen is blootgesteld geweest of vocht, niet normaal functioneert of is gevallen.
WAARSCHUWING
STEL DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM ZO HET RISICO OP BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN.
(98-6500)
ADVARSEL!
Lithiumbatteri—Eksplosionsfare ved fejlagtig håndtering. Udskiftning må kun ske med batteri af samme fabrikat og type. Levér det brugte batteri tilbage til leverandoren.
VARNING
Explosionsfara vid felaktigt batteribyte. Använd samma batterityp eller en ekvivalent typ som rekommenderas av apparattillverkaren. Kassera använt batteri enligt fabrikantens instruktion.
VAROITUS
Paristo voi räjähtää, jos se on virheellisesti asennettu. Vaihda paristo ainoastaan laitevalmistajan suosittelemaan tyyppiin. Hävitä käytetty paristo valmistajan ohjeiden mukaisesti.
(lithium caution)
NEDERLAND / THE NETHERLANDS
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij voor geheugenback-up.
• This apparatus contains a lithium battery for memory back-up.
• Raadpleeg over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur afdankt uw leverancier of de volgende Yamaha-serviceafdeling:
Yamaha Music Central Europe Branche Benelux, serviceafdeling Clarissenhof 5-B, 4133 AB VIANEN Tel. 0347-358 040
•For the removal of the battery at the moment of the disposal at the end of the service life please consult your retailer or Yamaha Service Center as follows:
Yamaha Music Central Europe Branche Benelux, serviceafdeling Address : Clarissenhof 5-B, 4133 AB VIANEN Te l: 0347-358 040
• Gooi de batterij niet weg, maar lever deze in als klein chemisch afval.
• Do not throw away the battery. Instead, hand it in as small chemical waste.
(lithium disposal)
M7CL Gebruikershandleiding
3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor toekomstige naslag.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd, om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netsnoer
• Gebruik uitsluitend de voor het apparaat aangegeven juiste spanning. De vereiste spanning is op het naamplaatje van het apparaat gedrukt.
• Gebruik uitsluitend de aangegeven voeding (PW800W), als u een externe voeding gebruikt.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen erover kunnen struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
• Zorg ervoor dat u verbinding maakt met een geschikt stopcontact met een beschermende aardingsaansluiting. Ongeschikte aarding kan tot een elektrische schok leiden.
Niet openen
• Open het apparaat niet, haal en probeer de interne onderdelen niet uit elkaar te halen en modificeer ze op geen enkele manier. Het apparaat bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het apparaat stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door Yamaha-servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het apparaat niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het apparaat die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, of als er plotseling geluidsverlies optreedt in het apparaat, of als er een ongebruikelijke geur of rook uit het apparaat komt, moet u het apparaat onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het apparaat na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Als dit apparaat of de voeding zou vallen of beschadigen, zet dan onmiddellijk de POWER-schakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
PAS OP
Volg altijd de basisvoorzorgsmaatregelen die hieronder staan opgesomd, om de mogelijkheid van lichamelijke verwonding van u of anderen, of beschadiging van het apparaat of andere eigendommen, te voorkomen. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netsnoer
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt of tijdens elektrische stormen.
• Als u de elektrische stekker loskoppelt van het apparaat of een stopcontact, houd dan altijd de stekker zelf beet en nooit het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
Plaatsing
•Transporteer of verplaats het apparaat altijd met twee of meer mensen. Proberen het apparaat alleen op te tillen kan uw rug beschadigen, resulteren in andere verwondingen of het apparaat zelf beschadigen.
• Houd het apparaat nooit bij de display vast tijdens het transporteren of verplaatsen.
• Koppel alle aangesloten kabels los voor het verplaatsen van het apparaat.
• Zorg er bij het opstellen van het apparaat voor dat de POWER-schakelaar op het achterpaneel eenvoudig kan worden aan-/uitgezet. Zet onmiddellijk de POWER­schakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact als er problemen of defecten optreden.
M7CL Gebruikershandleiding
4
•Vermijd het alle equalizerregelaars en schuiven maximaal te zetten. Afhankelijk van de toestand van de aangesloten apparaten, kan dit feedback veroorzaken en de luidsprekers beschadigen.
• Stel het apparaat niet bloot aan overdreven hoeveelheden stof of trillingen, of extreme kou of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto) om de kans op vervorming van het paneel of beschadiging van de interne componenten te voorkomen.
• Plaats het apparaat niet in een onstabiele positie, waardoor het per ongeluk om kan vallen.
• Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Dit apparaat heeft ventilatieopeningen aan de achterkant om te voorkomen dat de inwendige temperatuur te hoog oploopt. Plaats het apparaat vooral niet op zijn kant of ondersteboven. Inadequate ventilatie kan leiden tot oververhitting, mogelijke schade aan apparaten en zelfs brand.
• Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Dit wel doen kan leiden tot bijgeluiden, zowel in het apparaat zelf als in de tv of radio in de buurt.
(5)-4 1/2
Aansluitingen
• Zet alle apparaten uit, voordat u het apparaat op andere apparaten aansluit. Stel alle volumeniveaus in op het minimum, voordat u alle apparaten aan- of uitzet.
• Zet eerst het apparaat en de PW800W uit, als u het apparaat op de PW800W aan wilt sluiten, en sluit vervolgens de voedingskabel (PSL360) aan.
• Sluit het apparaat aan op een goed geaarde spanningsbron. Er is een massaschroef voorhanden op het achterpaneel van dit apparaat voor maximale veiligheid en ter voorkoming van schokken. Zorg ervoor dat u de massaschroef aansluit op een goedgekeurd aardingspunt voordat u het apparaat aansluit op het lichtnet, als het stopcontact geen aardingsaansluiting heeft. Ongeschikte aarding kan tot een elektrische schok leiden.
Zorgvuldig behandelen
• Zet de versterker altijd het LAATST aan, als u uw audio-installatie aanschakelt, om luidsprekerbeschadiging te vermijden. Zet om dezelfde reden de versterker altijd het EERST uit, als u de apparatuur uitschakelt.
• Steek uw vingers of handen niet in enig gat of in enige opening in het apparaat (ventilatieopening).
•Vermijd het vreemde voorwerpen (papier, plastic, metaal, enz.) in enige opening van het apparaat (ventilatieopeningen) te steken of te laten vallen. Als dit gebeurt, zet het apparaat dan onmiddellijk uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat vervolgens nakijken door gekwalificeerd Yamaha­servicepersoneel.
• Gebruik het apparaat of de hoofdtelefoon niet gedurende een langere tijd op een hoog of onaangenaam volumeniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een kno-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
• Leun niet op het apparaat, plaats er geen zware voorwerpen op en vermijd het uitoefenen van overmatig veel kracht op de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Breng geen olie, smeermiddelen of contactreiniger op de schuiven aan. Dit wel doen kan problemen met elektrische contacten of beweging van de schuiven veroorzaken.
Back-upbatterij
• Dit apparaat heeft een ingebouwde back-upbatterij. Als u het netsnoer loskoppelt van het stopcontact worden de huidige scènegegevens en librarygegevens vastgehouden. Als de batterij echter volledig leeg raakt, zullen de gegevens verloren gaan. Als de back-upbatterij leeg begint te raken geeft de LCD-display ’Low Battery!’ aan wanneer u het systeem opstart. (In dit geval geeft het batterijveld ’LOW’ of ’NO’ aan in het scherm SET UP.) Sla de gegevens onmiddellijk op op een USB-opslagapparaat en laat vervolgens gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel de back-upbatterij vervangen.
XLR-type aansluitingen zijn als volgt bedraad (IEC60268-standaard): pin 1: massa, pin 2: heet (+) en pin 3: koud (-).
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor beschadiging die veroorzaakt wordt door onjuist gebruik van of modificaties aan het apparaat, of gegevens die verloren zijn gegaan of vernietigd.
Zet het apparaat altijd uit als het niet in gebruik is.
De werking van componenten met bewegende contacten, zoals schakelaars, volumeregelaars en aansluitingen, wordt in de loop van de tijd minder. Raadpleeg gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel over het vervangen van defecte componenten.
(5)-4 2/2
M7CL Gebruikershandleiding
5
Inhoud
1. Introductie 9
Dank u .........................................................................9
Een overzicht van de M7CL.......................................9
Verschillen tussen de M7CL-48 en M7CL-32 .........11
Kanaalstructuur van de M7CL................................. 13
Over de MIX-bustypen (VARI/FIXED)......................14
Over wordclock ........................................................14
Afspraken voor deze handleiding...........................14
Over de firmwareversie............................................ 14
2. Panelen en regelaars 15
Bedieningspaneel..................................................... 15
Achterpaneel............................................................. 22
Aan de voorkant .......................................................24
3. Basisbediening van de M7CL 25
Basishandelingen op het bedieningspaneel/
aanraakscherm..................................................... 25
Op het aanraakscherm drukken ..........................25
Meervoudige selectie (een bereik aangeven)...... 25
Speciale handelingen voor toetsen .....................25
Encoderhandelingen............................................ 25
Handelingen met de multifunctionele encoders... 26
De schermgebruikersinterface................................ 26
Tabs..................................................................... 26
Knoppen ..............................................................26
Schuiven/knoppen ............................................... 27
Lijstvensters......................................................... 27
Toetsenbordvenster............................................. 27
Pop-upvensters ...................................................28
Dialoogvensters...................................................28
Het aanraakscherm bekijken...................................28
Functieoproepgebied...........................................28
Hoofdgebied ........................................................29
Namen opgeven........................................................ 30
De toolknoppen gebruiken ...................................... 31
Over de toolknoppen ...........................................31
Libraries gebruiken .............................................. 31
Instellingen initialiseren .......................................35
Instellingen kopiëren/plakken ..............................36
Twee instellingen vergelijken............................... 36
4. Aansluitingen en configuratie 39
Aansluitingen............................................................ 39
De M7CL configureren voor gebruik ......................43
Terugzetten van de huidige scène naar de
standaardinstellingen ...................................... 43
Wordclockverbindingen en
-instellingen .....................................................43
Versterkingsinstellingen maken voor de
HA (voorversterker) .........................................44
Een INPUT-kanaalsignaal naar de
STEREO-bus zenden......................................47
5. Ingangskanaalshandelingen 51
Signaalbaan voor ingangskanalen..........................51
De kanaalnaam en het kanaalpictogram
aangeven..............................................................53
HA-instellingen (voorversterkerinstellingen)
maken ....................................................................55
Het signaal van een ingangskanaal naar de
STEREO/MONO-bussen versturen .....................57
Het signaal van een ingangskanaal naar een
MIX-bus versturen ................................................61
Via de sectie SELECTED CHANNEL ..................61
Via de sectie Centralogic .....................................63
Via de schuiven
(modus SENDS ON FADER) ..........................64
Het signaal van een ingangskanaal naar de
MATRIX-bussen versturen ..................................66
Via de sectie SELECTED CHANNEL ..................66
Via de sectie Centralogic .....................................67
6. Uitgangskanaalshandelingen 69
Signaalbaan voor uitgangskanalen ........................69
De kanaalnaam en het kanaalpictogram
aangeven..............................................................71
Signalen van MIX-kanalen naar de
STEREO/MONO-bus versturen ...........................72
Signalen van MIX-kanalen en STEREO/MONO-
kanalen naar MATRIX-bussen versturen ...........75
Via de sectie SELECTED CHANNEL ..................75
Via de sectie Centralogic .....................................77
7. Handelingen in de sectie SELECTED CHANNEL 79
Over de sectie SELECTED CHANNEL ....................79
Over het scherm SELECTED CHANNEL VIEW ......80
Handelingen in de sectie SELECTED CHANNEL...81
8. Handelingen in de sectie Centralogic 87
Over de sectie Centralogic ......................................87
Over het scherm OVERVIEW ...................................88
Handelingen in de sectie Centralogic.....................90
De kanalen of DCA-groepen van de sectie
Centralogic vastzetten .........................................94
M7CL Gebruikershandleiding
6
Inhoud
9. Ingangs-/uitgangspatching 95
De uitgangspatchinstellingen wijzigen ..................95
De ingangspatchinstellingen wijzigen....................98
Een extern apparaat in een kanaal
tussenvoegen..................................................... 100
Een INPUT-kanaal direct uitvoeren....................... 102
10. EQ en dynamiekprocessor 105
Over EQ en dynamiekprocessor...........................105
EQ gebruiken .......................................................... 105
Dynamiekprocessors gebruiken...........................108
De EQ- of dynamiekprocessorlibrary gebruiken.111
EQ-library ..........................................................111
Dynamiekprocessorlibrary ................................. 111
11. Groeperen en koppelen 113
Over DCA-groepen en dempingsgroepen............ 113
DCA-groepen gebruiken ........................................ 113
Kanalen aan een DCA-groep toewijzen ............113
DCA-groepen regelen........................................ 115
Dempingsgroepen gebruiken................................ 116
Kanalen aan dempingsgroepen toewijzen......... 116
Dempingsgroepen regelen ................................117
De functie Mute Safe (beveiligd tegen dempen)
gebruiken ......................................................119
De functie Channel Link (kanaalkoppeling).........120
De gewenste ingangskanalen koppelen............120
Een kanaal kopiëren, verplaatsen of initialiseren
Parameters van een kanaal kopiëren................122
Parameters van een kanaal verplaatsen ........... 123
Parameters van een kanaal initialiseren............ 124
..122
12. Scènegeheugen 125
Over scènegeheugens ........................................... 125
Scènegeheugens gebruiken.................................. 125
Een scène opslaan ............................................ 125
Een scène terugroepen .....................................128
Gebruikerssneltoetsen gebruiken voor
terugroepen................................................... 129
Scènegeheugens bewerken ..................................130
Scènegeheugens sorteren en de namen
wijzigen .........................................................130
Scènegeheugen bewerken................................132
Een scène kopiëren/plakken .............................132
Een scène wissen.............................................. 133
Een scène knippen ............................................ 134
Een scène tussenvoegen ..................................134
De functie Focus gebruiken ..................................135
De functie Recall Safe gebruiken.......................... 136
De functie Fade gebruiken.....................................139
13. Monitor/Cue 141
Over de monitor- en cue-functies .........................141
De monitorfunctie gebruiken.................................142
De functie Cue gebruiken ......................................145
Over cue-groepen ..............................................145
De Cue-functie bedienen........................................146
14. Talkback / Oscillator 149
Over de talkback- en oscillatorfuncties................149
Talkback gebruiken ................................................149
De oscillator gebruiken ..........................................151
15. Meters 153
Handelingen in het scherm METER ......................153
De meterbrug MBM7CL (optie) gebruiken............155
16. Grafische EQ en effecten 157
Over het virtuele rek ...............................................157
Handelingen met het virtuele rek .......................158
Handelingen grafische EQ .....................................161
Over de grafische EQ ........................................161
Een GEQ in een kanaal tussen-voegen.............161
De 31 Band GEQ gebruiken ..............................163
De Flex15GEQ gebruiken..................................165
Over de interne effecten.........................................167
Een intern effect gebruiken via zend/retour .......168
Een intern effect tussenvoegen (insert) in
een kanaal.....................................................170
De interne effectparameters bewerken..............171
De taptempofunctie gebruiken ...........................173
Het effect Freeze gebruiken...............................175
De grafische EQ en effectlibraries ........................176
Een extern voorversterker gebruiken ...................177
Externe voorversterkeraansluitingen .................177
Een externe voorversterker op afstand regelen.178
17. MIDI 181
MIDI-functionaliteit op de M7CL ............................181
Basis-MIDI-instellingen ..........................................182
Programmanummers gebruiken om scènes en
libraryitems terug te roepen..............................184
Besturingswijzigingen gebruiken om
parameters te besturen......................................187
Parameterwijzigingen gebruiken om
parameters te besturen......................................189
M7CL Gebruikershandleiding
7
Inhoud
18. Gebruikersinstellingen (beveiliging) 191
Gebruikersniveau-instellingen..............................191
Gebruikerstypen en gebruikersauthenticatie-
codes............................................................. 191
Het wachtwoord voor de systeembeheerder
instellen .........................................................192
Een gebruikersauthentificatiecode aanmaken... 193
Inloggen.............................................................193
Het wachtwoord wijzigen ................................... 195
Een gebruikersauthentificatiecode bewerken....196
Het gebruikersniveau wijzigen...........................196
Voorkeuren .............................................................198
Gebruikerssneltoetsen ..........................................200
Consolevergrendeling............................................201
De console vergrendelen................................... 201
De console ontgrendelen................................... 201
Een USB-opslagapparaat gebruiken om
gegevens op te slaan/te laden ..........................202
De interne gegevens van de M7CL opslaan
op een USB-opslagapparaat......................... 202
Een bestand laden van een
USB-opslagapparaat.................................... 203
De bestanden bewerken die zijn opgeslagen
op een USB-opslagapparaat......................... 203
Een medium formatteren op een
USB-opslagapparaat..................................... 206
19. Overige functies 207
Over het scherm SETUP ........................................ 207
Wordclock- en slotinstellingen .............................208
Cascadeverbindingen gebruiken..........................210
Handelingen op de cascadeslave-M7CL...........210
Handelingen op de cascademaster M7CL ........211
Basisinstellingen voor MIX-bussen en
MATRIX-bussen .................................................212
De datum en tijd van de interne klok instellen ....213
Het netwerkadres instellen....................................214
De helderheid van het aanraakscherm, LED’s
en lampjes aangeven......................................... 215
Het interne geheugen van de M7CL initialiseren.216
Aanpassen van het detectiepunt van het
aanraakscherm (kalibratiefunctie).................... 217
Aanpassen van de schuiven (kalibratiefunctie) ..218
De in-/uitgangsversterking aanpassen
(kalibratiefunctie) ...............................................219
Appendices 221
EQ-librarylijst ..........................................................221
DYNAMICS-librarylijst ............................................222
Parameters dynamiekprocessors .........................225
Effecttype-lijst .........................................................228
Effectparameters ....................................................229
Effecten en temposynchronisatie .........................240
Tabel scènegeheugen/effectlibrary naar
programmawijziging ..........................................241
Parameters die aan besturingswijzigingen
kunnen worden toegewezen .............................245
Toewijzingen voor besturingsparameters............247
Toewijzingen NRPN-parameters ...........................249
Toepassingsmogelijkheden bediening
mixparameters....................................................252
Functies die aan gebruikerssneltoetsen
kunnen worden toegewezen .............................253
MIDI-gegevensindeling...........................................255
Waarschuwingsberichten en foutmeldingen .......262
Problemen oplossen ..............................................264
Algemene specificaties ..........................................265
Ingangs-/uitgangseigenschappen.........................266
Elektrische eigenschappen ...................................268
Overige functies......................................................269
Pintoewijzing...........................................................270
Afmetingen ..............................................................271
De meterbrug MBM7CL (optie) installeren ...........272
MIDI-implementatie-overzicht................................273
Index ........................................................................274
Blokdiagram ........................ achter in de handleiding
Niveaudiagram .................... achter in de handleiding
• De illustraties en schermweergaven die in deze Gebruikershandleiding worden getoond, zijn uitslui­tend voor instructiedoeleinden en kunnen afwijken van die op uw apparaat.
• Centralogic is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
• De bedrijfsnamen en productnamen in deze Gebruikershandleiding zijn de handelsmerken en geregistreerde handelsmerken van hun respectieve bedrijven.
M7CL Gebruikershandleiding
8
Hoofdstuk 1
Effecten en grafische EQ die in de gewenste signaalbaan kunnen worden gepatcht
Introductie
Dank u
Dank u voor de aanschaf van het Yamaha M7CL digitale mengpaneel. Lees deze handleiding voordat u het product gebruikt, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de superieure functionaliteit van de M7CL en van jarenlang probleemloos gebruik te kunnen genieten. Bewaar de handleiding op een veilige plaats nadat u deze hebt gelezen.
Een overzicht van de M7CL
1
Introductie
De M7CL is een digitaal mengpaneel met de volgende eigenschappen.
Een mengsysteem met zowel de nieuwste digitale technologie als bediening op een analoge manier
De M7CL is een volledig digitaal mengpaneel dat de nieuwste digitale technologie bevat, dat is ontworpen voor geïnstalleerde systemen of SR-toepassingen. Er worden 24-bits lineaire AD/DA-converters gebruikt om een dynamisch bereik van tot 108 dB te leveren, alsook een verbazingwekkende geluidskwaliteit. Als ingangskanalen zijn er 32 (model M7CL-32) of 48 (model M7CL-48 ) mono-INPUT-kanalen voorhanden en vier stereo ST IN-kanalen. Als uitgangskanalen zijn er 16 MIX-kanalen, acht MATRIX-kanalen, een STEREO-kanaal en een MONO­kanaal voorhanden. L/C/R driekanaals uitvoer via de STEREO/MONO-kanalen wordt ook ondersteund. De gebruikersinterface is volledig opnieuw ontworpen voor eenvoudige en intuïtieve bediening. Er is een speciale kanaalstrip voorhanden met schuif, cue­en aan/uit-regelaar voor alle veelgebruikte ingangskanalen en de STEREO/MONO-kanalen. Deze mixer kan zelfs gemakkelijk worden bediend door gebruikers die voor het eerst met digitale mengtafels werken. Via de sectie SELECTED CHANNEL, links van de display, kunt u de knoppen gebruiken om de belangrijkste parameters (versterking, EQ, dynamiekprocessor, treshold, buszendniveaus, enz.) te regelen van het speci­fieke kanaal dat u wilt regelen. Deze sectie wordt op dezelfde manier bediend als een module op een analoge mixer.
In het midden van het bedieningspaneel bevindt zich de nieuw ontwikkelde sectie Centralogic, waarmee u acht kanalen tegelijk kunt regelen. Door op een enkele toets te drukken kunt u de instellingen van de schuif, cue en aan/ uit voor de acht kanalen of DCA-groepen regelen, die voor deze sectie zijn opgeroepen. De display is een aanraak­scherm. U kunt functies aan/uit schakelen of items selec­teren door gewoon knoppen in het scherm aan te raken.
Mixparameterinstellingen, waaronder ingangsversterking en fantoomvoeding voor ingangskanalen, kunnen worden opgeslagen en teruggeroepen als ’scènes’. Alle schuiven op het paneel zijn motorgestuurde schuiven, zodat als u een scène terugroept, de bijbehorende posities van de schuiven automatisch worden ingesteld.
Ingebouwde multi-effectprocessors van hoge kwaliteit waarvan er vier gelijktijdig beschikbaar zijn. Effecten zoals reverb, delay, multibandcompressie en verscheidene modulatie-effecten kunnen via interne bussen worden gerout of op het gewenste kanaal worden tussengevoegd. 31-bands grafische EQ en een nieuw ontwikkelde Flex15GEQ zijn ook voorhanden en kunnen in elk kanaal of in elke uitgang worden tussengevoegd. Met de Flex15GEQ kunt u de versterking voor willekeurig vijftien van de 31 banden aanpassen. Aangezien er twee GEQ-eenheden in hetzelfde rek kun­nen worden geplaatst, kunnen er tot zestien GEQ­eenheden gelijktijdig worden gebruikt. Om effecten of grafische EQ’s te gebruiken plaatst u ze in de acht virtuele rekken die in het aanraakscherm worden getoond. De momenteel geplaatste modules kunnen in een oogwenk worden bekeken en u kunt op een intuïtieve manier modules verwisselen en de in-/uitgangspatching wijzigen.
M7CL Gebruikershandleiding
9
Een overzicht van de M7CL
Cascadeverbindingen in het digitale domein
Er kan een tweede M7CL of een digitale mixer zoals de Yamaha PM5D in het digitale domein gecascadeerd wor­den aangesloten, via een in een slot geïnstalleerde I/O­kaart. Er kunnen 24 bussen afzonderlijk worden gecascadeerd, van de MIX-bussen, MATRIX-bussen, STEREO/MONO-bussen tot de CUE-bus.
Beveiligingsfuncties die kunnen worden ingesteld op gebruikers- of systeemniveau
De beschikbare functionaliteit kan worden beperkt voor andere gebruikers dan de beheerder, met drie beveiligings­niveaus; Administrator (beheerder), Guest (gast) en User (gebruiker). Er kunnen wachtwoorden worden aangegeven voor de beheerder en gebruikers, om te voorkomen dat belangrijke instellingen per ongeluk worden gewijzigd. Voor elke gebruiker specifieke gegevens (gebruikers­niveau, systeeminstellingen en instellingen voor gebruikerssneltoetsen) kunnen worden opgeslagen op een USB-opslagapparaat als ’gebruikersauthentificatiecode’. Door uw eigen gebruikersauthentificatiecode van een USB-opslagapparaat te laden, kunt u ogenblikkelijk de ideale bedieningsomgeving voor uzelf instellen.
I/O-kaartuitbreiding
Het achterpaneel bevat drie slots waarin afzonderlijk verkochte mini-YGDAI-kaarten kunnen worden geïnstal­leerd. Er kunnen AD-kaarten, DA-kaarten of digitale I/O­kaarten in deze slots worden geïnstalleerd om in- en uitgangen toe te voegen. Als er een externe voorversterker (zoals de Yamaha AD8HR), die een speciaal protocol ondersteunt, is aangesloten op de aansluiting REMOTE, kunnen de fantoomvoeding en versterkingsinstellingen van de externe voorversterker ook op afstand via de M7CL worden bestuurd.
M7CL Gebruikershandleiding
10
Verschillen tussen de M7CL-48 en M7CL-32
Verschillen tussen de M7CL-48 en M7CL-32
De M7CL is in twee modellen leverbaar: de M7CL-48 en de M7CL-32. Deze modellen hebben de volgende verschillen.
M7CL-48
Dit model heeft 48 INPUT-aansluitingen en 48 INPUT-kanalen.
INPUT-aansluitingen 1–32 bevinden zich rechts op het achterpaneel en INPUT-aansluitingen 33–48 bevinden zich links op het achterpaneel.
1
Introductie
12
1 INPUT-aansluitingen 1–32
B INPUT-aansluitingen 33–48
Naast de kanaalstrip voor INPUT-kanalen 1–32 links op het bedieningspaneel, is er een kanaalstrip voor INPUT-kanalen 33–48 rechts op het bedieningspaneel.
12
1 Kanaalstrip voor INPUT-kanalen 1–32
B Kanaalstrip voor INPUT-kanalen 33–48
M7CL Gebruikershandleiding
11
Verschillen tussen de M7CL-48 en M7CL-32
M7CL-32
Dit model heeft 32 INPUT-aansluitingen en 32 INPUT-kanalen.
INPUT-aansluitingen 1–32 bevinden zich rechts op het achterpaneel, net als op het model M7CL-48, maar er zijn geen INPUT-aansluitingen links op het achterpaneel.
1
1 INPUT-aansluitingen 1–32
De kanaalstrip voor INPUT-kanalen 1–32 bevindt zich links op het bedieningspaneel, net als op het model M7CL-48, maar er is geen kanaalstrip voor INPUT-kanalen aan de rechterkant.
1
1 Kanaalstrip voor INPUT-kanalen 1–32
TIP
• Als er in deze gebruikershandleiding een verschil is tussen het model M7CL-32 en het model M7CL-48, worden de specificaties die alleen van toepassing zijn op het M7CL-48 zijn tussen accolades { } geplaatst (bijv., INPUT­aansluitingen 1 – 32 {1 – 48}).
M7CL Gebruikershandleiding
12
Kanaalstructuur van de M7CL
De M7CL heeft de volgende ingangskanalen en uitgangskanalen.
Ingangskanalen
Deze sectie verwerkt een ingangssignaal en stuurt het naar
verscheidene bussen (STEREO, MONO, MIX, MATRIX).
Er zijn de volgende twee typen ingangskanalen.
INPUT-kanalen 1–32 {1–48}
Deze kanalen worden gebruikt om monosignalen te ver­werken. Standaard zijn de ingangssignalen van de analoge mono-ingangsaansluitingen (INPUT-aansluitingen 1–32 {INPUT-aansluitingen 1–48}) toegewezen aan deze kanalen.
ST IN-kanalen 1–4
Deze kanalen worden gebruikt om stereosignalen te verwerken. Standaard zijn de ingangssignalen van EFFECT RETURN 1–4 toegewezen aan deze kanalen.
STEREO-kanaal/MONO-kanaal
Deze kanalen verwerken de signalen die via de ingangs­kanalen of MIX-kanalen worden verzonden, en sturen ze uit via de corresponderende uitgangspoort. Deze kanalen worden gebruikt als de hoofdstereo-uitgang en -mono­uitgang Het STEREO-kanaal en MONO-kanaal kunnen of worden gebruikt om onafhankelijk signalen uit te voeren, of voor driekanaals L/C/R-weergave. Bij de standaardstatus van de M7CL zijn de volgende uitgangspoorten toegewezen.
STEREO-kanaal L
STEREO-kanaal R
MONO-kanaal Geen toewijzing
Kanaalstructuur van de M7CL
1
Introductie
OMNI OUT-aansluiting 15, 2TR OUT DIGITAL-aansluiting L
OMNI OUT-aansluiting 16, 2TR OUT DIGITAL-aansluiting R
Signaaltoewijzingen naar de INPUT-kanalen kunnen desgewenst worden gewijzigd.
Uitgangskanalen
Deze sectie mengt de signalen die verzonden worden van ingangskanalen, enz. en stuurt ze naar de correspon­derende uitgangspoorten of uitgangsbussen. Er zijn de volgende drie typen uitgangskanalen.
MIX-kanalen 1–16
Deze kanalen verwerken de signalen die van de ingangs­kanalen naar de MIX-bussen worden gestuurd en stuurt ze uit via de uitgangspoorten. Deze worden hoofdzakelijk gebruikt om signalen naar het monitorsysteem of naar externe effecten te sturen. De signalen van MIX-kanalen 1–16 kunnen ook naar de STEREO-bus, MONO-bus of MATRIX-bussen worden gestuurd.
Bij de standaardstatus van de M7CL zijn de volgende uitgangspoorten toegewezen.
MIX-kanalen 1–12 OMNI OUT-aansluitingen 1–12
MIX-kanalen 1–8 Slot 1 uitgangskanalen 1–8, 9–16
MIX-kanalen 9–16 Slot 2 uitgangskanalen 1–8, 9–16
Signaaltoewijzingen naar de uitgangskanalen kunnen desgewenst worden gewijzigd.
MATRIX-kanalen 1–8
Deze kanalen verwerken de signalen die van de ingangs­kanalen, MIX-kanalen, het STEREO-kanaal en MONO­kanaal naar de MATRIX-bussen worden verzonden en sturen ze uit via de uitgangspoorten. Door de STEREO­en MONO-bussen te gebruiken kunnen er verschillende signaalcombinaties en balansmixen worden uitgestuurd door de M7CL. Bij de standaardstatus van de M7CL zijn de volgende uitgangspoorten toegewezen.
MATRIX-kanalen 1/2 OMNI OUT-aansluitingen 13/14
MATRIX-kanalen 1–8 Slot 3 uitgangskanalen 1–8, 9–16
M7CL Gebruikershandleiding
13
Over de MIX-bustypen (VARI/FIXED) • Over wordclock • Afspraken voor deze handleiding • Over de firmwareversie
Over de MIX-bustypen (VARI/FIXED)
De zestien MIX-bussen die op de M7CL voorhanden zijn, kunnen of als type VARI (variabel) of als type FIXED (vast) worden toegewezen, in paren van aangrenzende oneven-/even­genummerde bussen ( pag. 212). Elk van de typen heeft de volgende eigenschappen.
VARI
Dit type maakt het mogelijk het zendniveau te variëren van het signaal dat vanaf de ingangskanalen wordt verzonden naar de MIX-bus. Het punt waarvandaan het signaal van het ingangskanaal wordt verzonden naar een MIX-bus van het type VARI, kan voor de EQ, voor de schuif of voor de toets [ON] worden gekozen. Dit type wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het verzenden van het signaal naar een monitorsysteem of extern effect.
FIXED
Bij dit type ligt het zendniveau vast van het signaal dat vanaf de ingangskanalen wordt verzonden naar de MIX­bus. Het signaal dat van een ingangskanaal naar een MIX­bus van het type FIXED wordt verzonden, wordt genomen van onmiddellijk na de toets [ON]. Dit type wordt hoofd­zakelijk gebruikt als u signalen naar een extern apparaat wilt versturen met dezelfde balansmix als de STEREO/ MONO-bussen.
Over wordclock
’Wordclock’ verwijst naar het clocksignaal dat de basis levert voor de timing voor digitale audio­signaalbewerking. Normaalgesproken verstuurt één apparaat een referentiewordclocksignaal en de andere apparaten ontvangen dit wordclocksignaal en synchroniseren daaraan. Om digitale audiosignalen te verzenden naar, of te ontvangen van een extern apparaat via een in een slot van de M7CL geïnstalleerde digitale I/O-kaart, moet de wordclock van de apparaten worden gesynchroniseerd. Merk op dat als de wordclock niet is gesynchroniseerd, het signaal niet goed verzonden zal worden of er ongewenste bijgeluiden te horen kunnen zijn. (Voor details over het synchroniseren van de wordclock van de M7CL met een extern apparaat pag. 208.)
Afspraken voor deze handleiding
In deze handleiding worden schakelende regelaars op het paneel ’toetsen’ genoemd. De draai­regelknoppen op het paneel die van een minimumwaarde naar een maximumwaarde kunnen worden ingesteld worden ’knoppen’ genoemd, en die eindeloos kunnen worden gedraaid worden ’encoders’ genoemd.
Regelaars op het paneel worden omsloten door spekhaken [ ] (bijv. toets [CUE]) om ze te onderscheiden van de virtuele toetsen en knoppen die op het scherm worden weergegeven. Bij enkele regelaars wordt de naam van de sectie genoemd voor de [ ] (bijv. SCENE MEMORY-toets [STORE]).
Als er een verschil is tussen het model M7CL-32 en het model M7CL-48, worden de specificaties die alleen van toepassing zijn op het M7CL-48 zijn tussen accolades { } geplaatst (bijv., INPUT-aansluitingen 1 – 32 {1 – 48}).
Over de firmwareversie
U kunt het firmwareversienummer in het scherm SETUP bekijken ( pag. 207). U kunt ook de meest recente firmwareversie van de website downloaden.
http://www.yamahaproaudio.com/
M7CL Gebruikershandleiding
14
Hoofdstuk 2
• Deze illustratie toont het bedieningspaneel van de M7CL-48. De M7CL-32 heeft geen INPUT-sectie rechts (kanalen 33–48).
Panelen en regelaars
Dit hoofdstuk legt de namen en functies uit van elk gedeelte van de M7CL.
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van de M7CL is in de volgende secties verdeeld.
2
SELECTED CHANNEL-sectie
(pag. 17)
Displaysectie (pag. 18)
Meterbrug (optie)
(pag. 17)
Panelen en regelaars
Sectie SCENE MEMORY/MONITOR (pag. 19)
Sectie INPUT (pag. 16)
Sectie ST IN (stereo­ingang) (pag. 16)
Sectie Centralogic (pag. 19)
Sectie USER DEFINED KEYS (pag. 20)
OPMERKING
Sectie INPUT (pag. 16)
Sectie STEREO/MONO MASTER (pag. 20)
Sectie NAVIGATION KEYS (pag. 21)
M7CL Gebruikershandleiding
15
Bedieningspaneel
Sectie INPUT
In deze sectie kunt u de belangrijkste parameters regelen van de mono-ingangskanalen 1–32 {1–48}.
1
2
3
4
5
Sectie ST IN (stereo-ingang)
In deze sectie kunt u de voornaamste parameters regelen voor de stereo ST IN-kanalen 1–4. Met uitzondering van het feit dat het gedeelte dat u regelt elke keer zal schakelen tussen het L- en R-kanaal, als u op de toets [SEL] drukt, werken deze regelaars op dezelfde manier als bij de INPUT-kanalen.
1
2
3
4
5
1 Toets [SEL]
Deze toetsen selecteren het kanaal dat wordt geregeld. Als u op deze toets drukt zodat de LED oplicht, wordt dat kanaal voor regelen geselecteerd in de sectie SELECTED CHANNEL en in het aanraakscherm. In de modus SENDS ON FADER zullen de [SEL]-toetsen van alle kanalen oplichten.
B Toets [CUE]
Deze toetsen selecteren het kanaal dat via cue wordt gemonitord. Als cue aanstaat, licht de LED op.
C Meter-LED’s
Deze LED’s geven het ingangsniveau van het kanaal aan.
D Toets [ON]
Deze schakelt het kanaal aan/uit. Als een kanaal aanstaat, licht de toets-LED op. In de modus SENDS ON FADER is dit een aan/uit-schakelaar voor het signaal dat van elk van de kanalen wordt verzonden naar de momenteel geselecteerde MIX-bus.
E Schuif
Past het ingangsniveau van het kanaal aan. In de modus SENDS ON FADER past dit het zendniveau aan van het signaal dat van elk van de kanalen wordt verzonden naar de momenteel geselecteerde MIX-bus.
M7CL Gebruikershandleiding
16
Meterbrug (optie)
Bedieningspaneel
Als er een optionele MBM7CL meterbrug is geïnstalleerd kunnen de MIX/MATRIX-kanaalniveaus voortdurend worden gemonitord. De monitorpositie kan worden geselecteerd uit PRE EQ (onmiddellijk voor verzwakker), PRE FADER (onmiddellijk voor de schuif) of POST ON (onmiddellijk na de toets [ON]).
1 2
SELECTED CHANNEL-sectie
In deze sectie kunt u de mixparameters regelen voor het momenteel geselecteerde ingangs- of uitgangskanaal.
1 2 3
4
5
6
7
1 Encoders [MIX/MATRIX]
Als er een ingangskanaal is geselecteerd
Dit past het zendniveau aan van het signaal dat van dat kanaal wordt verzonden naar de MIX/MATRIX-bussen.
Als er een MIX-kanaal is geselecteerd
Dit past het zendniveau aan van het signaal dat van het geselecteerde MIX-kanaal wordt verzonden naar de MATRIX-bussen.
Als er een MATRIX-kanaal is geselecteerd
Dit past het zendniveau aan van het signaal dat van elk van de MIX-kanalen wordt verzonden naar de geselecteerde MATRIX-bus.
B Encoder [HA]
Regelt de versterking van de voorversterker van een ingangskanaal, maar doet niets bij een ander type kanaal.
C Encoder [PAN]
Als er een ingangskanaal is geselecteerd
Dit past de panning aan van het signaal dat van het geselecteerde kanaal wordt verzonden naar de L/R­kanalen (of L/C/R-kanalen) van de STEREO-bus.
1 MIX-meters
Deze geven het niveau aan van MIX-kanalen 1–16.
B MATRIX-meters
Deze geven het niveau aan van MATRIX-kanalen 1–8.
Als er een ST IN-kanaal is geselecteerd
Dit past de links/rechts-balans aan van de signalen die van de geselecteerde twee kanalen worden verzonden naar de STEREO-bus.
Als er een MIX-kanaal (MONO x 2) is geselecteerd
Dit past de panning aan van het signaal dat van het geselecteerde kanaal wordt verzonden naar de L/R­kanalen van de STEREO-bus.
Als er een MIX-kanaal (STEREO) is geselecteerd
Dit past de links/rechts-balans aan van de signalen die van de geselecteerde twee kanalen worden verzonden naar de STEREO-bus.
Als er een MATRIX-kanaal (STEREO) is geselecteerd
Dit past de links/rechts-balans aan van de signalen die van de geselecteerde twee kanalen worden verzonden naar de STEREO-bus.
Als er een STEREO-kanaal is geselecteerd
Dit past de links/rechts-balans aan van de signalen die worden uitgevoerd via de L/R-kanalen van de STEREO-bus.
D Encoder [DYNAMICS 1]
Als er een ingangskanaal is geselecteerd
Past de parameter THRESHOLD van de gate, enz. aan.
Als er een MIX-, MATRIX- of STEREO/MONO­kanaal is geselecteerd
Past de parameter THRESHOLD van de compressor, enz. aan.
E Encoder [DYNAMICS 2]
Als er een ingangskanaal is geselecteerd
Past de parameter THRESHOLD van de compressor, enz. aan.
Als er een MIX-, MATRIX- of STEREO/MONO­kanaal is geselecteerd
Geen functie.
F Encoder [HPF]
Past de HPF-cutofffrequentie (afsnijfrequentie) aan voor een ingangskanaal. Dit doet niets voor andere kanaaltypen.
G
Encoders EQ [Q], EQ [FREQUENCY], EQ [GAIN]
Dit past voor elk van de banden van de vierbands EQ de Q, middenfrequentie (afsnijfrequentie) en versterking aan.
M7CL Gebruikershandleiding
2
Panelen en regelaars
17
Bedieningspaneel
Displaysectie
Dit is een aanraakscherm dat u kunt bedienen door het oppervlak van het scherm aan te raken. Er is een USB­aansluiting rechts van de display voorhanden.
2
1 Display (aanraakscherm)
Deze display toont u de informatie die nodig is om de M7CL te bedienen en zorgt dat u systeembrede instellin­gen kunt maken en mixparameters kunt regelen voor ingangs- en uitgangskanalen. Aangezien dit een aanraak­scherm is, kunt u uw vinger op het scherm gebruiken om menu’s te selecteren of parameters in te stellen. U kunt echter niet op twee of meer plaatsen drukken voor gelijk­tijdige bediening.
OPMERKING
• Als het aanraakscherm vuil wordt, veeg het dan schoon met een zachte droge doek.
WAARSCHUWING
• Gebruik nooit een scherp of puntig voorwerp zoals uw vingernagel om het aanraakscherm te bedienen. Dit doen kan krassen op het scherm veroorzaken en ervoor zorgen dat het aanraakscherm niet meer werkt.
1
B USB-aansluiting
U kunt hier een USB-opslagapparaat op aansluiten om interne gegevens op te slaan of te laden. USER KEY-gege­vens die het gebruikersniveau bepalen, kunnen op een USB-opslagapparaat worden opgeslagen om de functionaliteit te beperken waar elk van de gebruikers gebruik van kan maken.
OPMERKING
•U kunt een USB-opslagapparaat aansluiten op de USB­aansluiting. De werking wordt echter alleen gegarandeerd met USB-flashgeheugen.
USB-opslagapparaatindelingen
Opslagmedia met een capaciteit van 2 GB of minder, met de indeling FAT12, FAT16 of FAT32 worden onder­steund. Als uw opslagapparaat anders is ingedeeld, deel het dan opnieuw in via het scherm SAVE/LOAD.
Voorkomen van per ongeluk wissen
Sommige USB-opslagapparaten hebben een schrijf­beveiligingsinstelling om te voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist. Als uw opslagapparaat belangrijke gegevens bevat, is het verstandig deze schrijfbeveiliginsinstelling te gebruiken. U moet er dan wel op letten dat de schrijfbeveiligings­instelling van uw USB-opslagapparaat is uitgeschakeld voordat u probeert er gegevens op op te slaan.
M7CL Gebruikershandleiding
18
WAARSCHUWING
• Er wordt een ACCESS-indicator in het functieoproepgebied getoond als er toegang tot gegevens wordt gezocht (opslaan, laden of verwijderen). Haal het USB-apparaat niet los en zet de M7CL niet uit terwijl deze indicator wordt getoond. Dit wel doen kan uw opslagmedium beschadigen of de gegevens in de M7CL of op uw medium beschadigen.
Sectie Centralogic
Bedieningspaneel
In deze sectie kunt u een groep regelen van (tot) acht kanalen of DCA-groepen die in de sectie NAVIGATION KEYS zijn geselecteerd.
1
2
3
4
5
6
1 Multifunctionele encoders
Afhankelijk van het schermtype dat momenteel is geselecteerd, regelen deze encoders de knoppen die in het aanraakscherm zijn geselecteerd.
B Toets [SEL]
Deze toetsen selecteren het kanaal dat wordt geregeld. Als u op deze toets drukt zodat de LED oplicht, wordt dat kanaal voor regelen geselecteerd in de sectie SELECTED CHANNEL en in het aanraakscherm.
C Toets [CUE]
Deze toetsen selecteren het kanaal dat via cue wordt gemonitord. Als cue aanstaat, licht de LED op.
D Meter-LED’s
Deze LED’s geven het in-/uitgangsniveau aan van het kanaal.
E Toets [ON]
Deze schakelt het kanaal aan/uit. Als een kanaal aanstaat, licht de toets-LED op.
F Schuif
Deze past het in-/uitgangsniveau aan van het kanaal. U kunt ook interne instellingen maken ( pag. 163) zodat deze schuiven worden gebruikt als regelaars om de versterking aan te passen van elke GEQ-band.
2
Panelen en regelaars
Sectie SCENE MEMORY/MONITOR
In deze sectie kunt u handelingen uitvoeren voor scènegeheugen en monitoring.
41
2
3
1 SCENE MEMORY-toets [STORE]
Deze toets slaat de huidige mixparameterinstellingen op in een daarvoor toegewezen scènegeheugen.
B SCENE MEMORY-toets [RECALL]
Deze toets roept voorheen-opgeslagen instellingen terug van een scènegeheugen.
C SCENE MEMORY-toetsen []/[]
Gebruik deze toetsen om het scènenummer te selecteren dat u wilt opslaan of terugroepen. Het nummer van de momenteel geselecteerde scène wordt in het functie­oproepgebied getoond, rechts in het aanraakscherm. U kunt gelijktijdig op de toetsen []/[] drukken om terug te keren naar het huidige scènenummer.
D Knop [MONITOR LEVEL]
Past het signaalniveau aan van de monitoruitgang. Als de functie PHONES LEVEL LINK is aangezet in het scherm MONITOR, past deze ook het niveau aan van de [PHONES]-aansluiting op het bedieningspaneel.
M7CL Gebruikershandleiding
19
Bedieningspaneel
Sectie USER DEFINED KEYS
Deze toetsen voeren de functies uit die door de gebruiker zijn toegewezen.
1
Sectie STEREO/MONO MASTER
In deze sectie kunt u de voornaamste parameters regelen van de STEREO/MONO-kanalen.
1
2
3
1 Gebruikerssneltoetsen (user defined keys)
[1]–[12]
Deze toetsen voeren de functies uit die door de gebruiker zijn toegewezen (scènewijzigingen, het terugspreken omschakelen of interne oscillator aan/uit, enz.).
1 Toets [SEL]
Deze toets selecteert het kanaal dat kan worden geregeld. Als u op deze toets drukt zodat de LED oplicht, wordt dat kanaal voor regelen geselecteerd in de sectie SELECTED CHANNEL en in het aanraakscherm. Bij het STEREO-kanaal zal het geselecteerde gedeelte dat geregeld kan worden, elke keer dat u op de toets [SEL] drukt, schakelen tussen het L- en R-kanaal
B Toets [CUE]
Deze toets selecteert het kanaal dat via cue wordt gemonitord. Als cue aanstaat, licht de LED op.
C Toets [ON]
Deze toets schakelt het kanaal aan/uit. Als een kanaal aanstaat, licht de toets-LED op.
D Schuif
Deze past het uitgangsniveau aan van het kanaal.
4
M7CL Gebruikershandleiding
20
Sectie NAVIGATION KEYS
Bedieningspaneel
In deze sectie kunt u de kanalen selecteren die worden geregeld door de sectie Centralogic en het aanraakscherm.
OPMERKING
• Als u een navigatietoets twee seconden of langer ingedrukt houdt, gaat die toets knipperen. Op zo’n moment wordt alleen het gedeelte dat door de sectie Centralogic wordt geregeld, gewijzigd naar de corresponderende kanalen en vastgezet. Als u op een andere navigatietoets drukt terwijl de eerste toets knippert, wordt alleen het gedeelte dat geregeld kan worden in het aanraakscherm gewijzigd.
9
8
3 4
1 2 5
6
7
L
J K
1 Toets [IN 1-8]
B Toets [IN 9-16]
C Toets [IN 17-24]
D Toets [IN 25-32]
Deze toetsen selecteren respectievelijk INPUT-kanalen 1–8, 9–16, 17–24 en 25–32.
E Toets [ST IN]
Deze toets selecteert ST IN-kanalen 1–4.
F Toets [DCA]
Deze toets selecteert de DCA-groepen.
G Toets [MIX 1-8]
H Toets [MIX 9-16]
Deze toetsen selecteren respectievelijk MIX-kanalen 1–8 en 9–16.
I Toets [MATRIX]
Deze toets selecteert MATRIX-kanalen 1–8.
J Toets [STEREO]
Deze toets wijst de STEREO-kanalen L/R en het MONO­kanaal toe aan modules 1–3 van de sectie Centralogic. In dit geval worden de modules 4–8 niet gebruikt.
K Toets [IN 33-40] {alleen M7CL-48 }
L Toets [IN 41-48] {alleen M7CL-48 }
Deze toetsen selecteren respectievelijk INPUT-kanalen 33–40 en 41–48.
2
Panelen en regelaars
M7CL Gebruikershandleiding
21
Achterpaneel
Achterpaneel
J987653 2K3
1 4M L 1 1
M7CL-48
1
1 INPUT-aansluitingen 1–32 {1–48}
Dit zijn gebalanceerde XLR-3-31 vrouwtjes­ingangsaansluitingen voor invoer van analoge audiosignalen van lijnniveau-apparaten of microfoons. Het nominale ingangsniveau is -62 dBu tot +10 dBu.
Mannetje XLR-plug
1 (massa)
3 (koud)
2 (heet)
3
2
4
D OMNI OUT-aansluitingen 1–16
Dit zijn XLR-3-32 mannetjes-uitgangsaansluitingen die analoge audiosignalen uitvoeren. Deze worden hoofdzakelijk gebruikt om de signalen uit te voeren van MIX-kanalen of MATRIX-kanalen. Het nominale uitgangsniveau is +4 dBu.
Vrouwtjes XLR-plug
OPMERKING
• Hoewel OMNI OUT-aansluitingen 1–16 een nominaal in-/ uitgangsniveau hebben van +4 dBu (maximumniveau +24 dBu), kan dit zo nodig met een interne schakelaar worden gewijzigd naar -2 dBu (maximumniveau +18 dBu). (Voor deze procedure worden kosten in rekening gebracht.) Neem voor informatie contact op met uw Yamaha-dealer.
2 (heet)
3 (koud)
1 (massa)
B ST IN-aansluitingen 1–4
Dit zijn gebalanceerde XLR-3-31 vrouwtjes­ingangsaansluitingen voor invoer van analoge audiosignalen van lijnniveau-apparaten of microfoons. Het nominale ingangsniveau is -62 dBu tot +10 dBu.
Mannetje XLR-plug
1 (massa)
3 (koud)
2 (heet)
C LAMP-aansluiting
Dit is een vier-pins vrouwtjes XLR-uitgangsaansluiting die voeding levert aan een afzonderlijke verkochte zwanenhalslamp (zoals de Yamaha LA5000). {De M7CL­48 heeft deze aansluitingen op twee plaatsen.}
M7CL Gebruikershandleiding
22
56789
E 2TR OUT DIGITAL-aansluiting
Dit is een AES/EBU-aansluiting (XLR-3-32 mannetje) die de digitale audiosignalen van een gewenst kanaal in de indeling AES/EBU uitvoert. Dit wordt hoofdzakelijk gebruikt om het signaal uit te voeren van het STEREO/ MONO-kanaal.
F REMOTE-aansluiting
Dit is een 9-pins D-sub mannetjesaansluiting voor het op afstand bedienen van een externe voorversterker (bijv. de Yamaha AD8HR) die een speciaal protocol ondersteunt Het kan ook worden gebruikt om MIDI-boodschappen te verzenden/ontvangen van/naar een extern apparaat.
G WORD CLOCK IN/OUT-aansluitingen
• Als u de PW800W aansluit moet u ervoor zorgen dat u zowel de M7CL als de PW800W uitzet. Gebruik vervolgens de optionele voedingskabel (PSL360) om de verbinding te maken. Dit niet in acht nemen zal defecten of een elektrische schok veroorzaken.
• Als de PW800W is aangesloten, zal de M7CL goed functioneren,
of de interne voeding en de PW800W nu beiden zijn aangezet, of er slecht een van deze is aangezet.
• Als beide voedingen aan zijn en er wordt een onregelmatigheid in
een van de voedingen gedetecteerd, dan zal de M7CL automa­tisch omschakelen naar de andere voeding. Als dit zich voordoet zal het aanraakscherm een bericht tonen om dit aan te geven.
Dit zijn BNC-aansluitingen die worden gebruikt om wordclocksignalen te verzenden/ontvangen naar/van een extern apparaat. De WORD CLOCK IN-aansluiting is intern afgesloten met 75 ohm.
H MIDI IN/OUT-aansluitingen
Deze aansluitingen worden gebruikt om MIDI-bood­schappen te verzenden naar, en te ontvangen van externe MIDI-apparaten. De MIDI IN-aansluiting ontvangt boodschappen van een extern apparaat, en de MIDI OUT­aansluiting verzendt boodschappen van de M7CL. Deze worden hoofdzakelijk gebruikt om parameterhandelingen van de M7CL of scène-/library-selecties op te nemen op een extern apparaat, of om de parameters van de M7CL via een extern apparaat te regelen
I ETHERNET-aansluiting (LAN)
Via deze aansluiting kan de M7CL op een Windows-com­puter worden aangesloten via een CAT3 (overdrachts­snelheid tot 10 Mbps) of CAT5 (overdrachtsnelheid tot 100 Mbps) ethernetkabel. Deze wordt hoofdzakelijk gebruikt om mixparameters te regelen of scènegeheugens en bibliotheken te bewerken via het speciaal daarvoor bestemde toepassingsprogramma ’M7CL Editor’.
OPMERKING
• Het stuurprogramma DME Network Driver is vereist voor verbin­ding via de ethernetaansluiting, Studio Manager is vereist voor M7CL Editor en M7CL Editor zelf kan worden gedownload van de volgende Yamaha-website:
http://www.yamahaproaudio.com/
Achterpaneel
JKN LM
J Slots 1–3
Via deze slots kunnen afzonderlijke verkochte mini­YGDAI I/O-kaarten worden geïnstalleerd om de ingangs/ uitgangspoorten uit te breiden.
K AC IN-aansluiting
Sluit het bijgeleverde netsnoer op deze aansluiting aan.
L POWER-schakelaar
Deze schakelaar zet de interne voeding aan/uit.
M DC POWER INPUT-aansluiting
U kunt hier de afzonderlijk verkochte PW800W-voeding op aansluiten als externe back-upvoeding. Als de PW800W is aangesloten, zal de M7CL zelfs voedings­spanning van de PW800W ontvangen als zijn eigen interne voeding stopt vanwege een probleem.
WAARSCHUWING
2
Panelen en regelaars
TIP
N Aardingsschroef
Gebruik deze schroef om de M7CL met een elektrische aarding te verbinden, voor een veilige werking. Het maken van een juiste aardingsverbinding zal bijgeluiden zoals brom en interferentie effectief elimineren.
M7CL Gebruikershandleiding
23
Aan de voorkant
Aan de voorkant
1 2 3 4
1 Knop PHONES LEVEL
Past het niveau aan van het signaal dat wordt uitgevoerd via de PHONES OUT-aansluiting.
B Aansluiting PHONES OUT
(hoofdtelefoonuitgang)
Via deze hoofdtelefoonaansluiting kunt u het MONITOR OUT- of CUE-signaal afluisteren.
C Aansluiting TALKBACK
Dit is een gebalanceerde XLR-3-31-aansluiting waarop een terugspreekmicrofoon kan worden aangesloten. U kunt instellingen in het scherm maken om +48V fantoom­voeding aan deze aansluiting te leveren. Deze wordt gebruikt om instructies van de geluidstechnicus naar het gewenste uitgangskanaal te verzenden.
D Knop TALKBACK GAIN
Deze past het ingangsniveau aan van de microfoon die op de aansluiting TALKBACK is aangesloten.
M7CL Gebruikershandleiding
24
Hoofdstuk 3
• Hierdoor kunt u eenvoudig een serie knoppen selecteren die gezamenlijk aan-/uitgeschakeld moet worden.
Speciale handelingen voor toetsen
Encoderhandelingen
Basisbediening van de M7CL
Dit hoofdstuk legt de M7CL’s gebruikersinterface en zijn basisbediening uit.
Basishandelingen op het bedieningspaneel/aanraakscherm
Deze sectie legt de basishandelingen uit die u met het bedieningspaneel en het aanraakscherm van de M7CL kunt verrichten. In het algemeen zult u de M7CL bedienen via een combinatie van de hier uitgelegde handelingen.
Op het aanraakscherm drukken
Plaats uw vingertop op een knop, draaiknop of veld in het aanraakscherm, en druk er licht op. U gebruikt deze handeling hoofdzakelijk om van scherm en pagina te wisselen, om de parameter te selecteren die moet worden geregeld en om een knop aan of uit te zetten. Afhankelijk van het type knop kan het getal toenemen of afnemen, afhankelijk van de plaats waar u drukt.
3
Basisbediening van de M7CL
Meervoudige selectie (een bereik aangeven)
Verplaats uw vinger in de richting links-rechts terwijl u op het aanraakscherm drukt, om een bereik in een regel met lettertekens aan te geven. U gebruikt dit hoofdzakelijk als u een naam aan een scène of library toewijst
Voor de kanaalselectieknoppen kunt u meerdere knoppen selecteren door uw vinger over het aanraakscherm te bewegen terwijl u blijft drukken.
.
TIP
Normaalgesproken drukt u eenmaal op een bedienings­paneeltoets, maar in sommige gevallen kunt u een speciale functie gebruiken door twee keer snel op een toets te druk­ken.
Normaalgesproken worden encoders naar links/rechts gedraaid om de waarde van de corresponderende parameter te wijzigen. Door op een encoder te drukken kunt u een bepaald scherm oproepen. Bij sommige parameters kunt u de waarde in kleinere stappen (gedetail­leerder) aanpassen door de encoder te draaien terwijl u deze ingedrukt houdt.
M7CL Gebruikershandleiding
25
Basishandelingen op het bedieningspaneel/aanraakscherm • De schermgebruikersinterface
Handelingen met de multifuncionele encoders
Multifunctionele encoders 1–8 worden gebruikt om de knoppen te bedienen die in het aanraakscherm voor bediening zijn geselecteerd ( pag. 27). Als u drukt om een knop te selecteren die via de multi­functionele encoders kan worden geregeld, verschijnt er een dikke lijn omheen. (Normaalgesproken komt een knop van dit type overeen met de multifunctionele encoder die zich direct onder die knop bevindt, waardoor u tot acht parameters tegelijk kunt regelen.) Als er een knop is geselecteerd zal draaien aan de multifunctionele encoder, direct onder die knop, de waarde van de corresponderende parameter wijzigen. In het scherm SCENE LIST kunt u een meervoudige selectie maken door aan een multifunctionele encoder te draaien, terwijl u die indrukt.
Druk op het aan­raakscherm om de knop te selec­teren die u wilt bedienen.
De multifunctionele encoders gebrui­ken om para­meters te regelen.
De schermgebruikersinterface
Handelingen zoals mixen en aanpassen van het geluid van elk kanaal worden verricht door de schuiven, toetsen en encoders op het bedieningspaneel te gebruiken. Om echter meer gedetail­leerdere instellingen te maken, zult u de betreffende functie op moeten roepen en de parameter­waarden in het aanraakscherm moeten bewerken. De sectie hieronder legt de verscheidene gebruikersinterfacecomponenten uit die in het aanraakscherm worden getoond en hoe u ze kunt gebruiken.
Tabs Knoppen
Enkele schermen die in de display worden getoond bestaan uit meerdere pagina’s. In schermen van dit type wordt de paginanaam onder- en bovenin getoond. Het gebied van de display met de paginanaam heet een ’tab’. Tabs worden gebruikt om tussen pagina’s in hetzelfde scherm te schakelen.
Knoppen in de display worden gebruikt om bepaalde functies uit te voeren, parameters aan/uit te schakelen of om een van meerdere keuzes te selecteren. Knoppen die een aan/uit-handeling verrichten worden in kleuren aange­geven zoals wit, geel of groen als ze aanstaan, en blauw of zwart als ze uitstaan. Als u op een knop drukt met een afzonderlijk venster openen, waardoor u gedetailleerde instellingen kunt maken.
-symbool, zal er een
M7CL Gebruikershandleiding
26
Schuiven/knoppen
Lijstvensters
•U kunt ook omhoog/omlaag schuiven via de multifunctionele encoder.
• Bij meerdere lijsten in het scherm, zijn uw handelingen van toepassen op de lijst in het gele kader. U kunt op de multi­functionele encoder drukken om uw handelingen naar de vol­gende kolom te verplaatsen.
Toetsenbordvenster
De schermgebruikersinterface
Schuiven in het scherm worden hoofdzakelijk gebruikt voor visuele bevestiging van de niveaus van de corresponderende kanalen, en zullen gelijktijdig mee bewegen als u schuiven op het bedieningspaneel bedient. De huidige waarde wordt direct onder de schuif ook op numerieke wijze aangegeven.
Knoppen in het scherm geven een visuele bevestiging van de waarde van de corresponderende parameter.
De meest knoppen zijn gekoppeld aan de bediening van de encoders in de sectie SELECTED CHANNEL of de multifunctionele encoders. De huidige waarde wordt direct onder de knop ook op numerieke wijze aangegeven. Als er eenmaal op een knop wordt gedrukt die door de multifunctionele encoders (dat wil zeggen andere knoppen dan in het scherm SELECTED CHANNEL VIEW) kan worden bediend, verschijnt er een dik kader om de knop. Dit kader geeft aan dat de knop is geselecteerd voor bediening via de multifunctionele encoders.
Terwijl u de multifunctionele encoders gebruikt om een knop te bedienen, wordt de lijn die gebruikt wordt om de instelling van de knop aan te geven langer, en de lijn om de omtrek wordt dunner; hierdoor wordt duidelijk de knop aangegeven die u bedient. Er verschijnt ook een kader om de numerieke waarde.
Het volgende venstertype verschijnt als u een item in een lijst moet selecteren, zoals een lijst van gebruikerssnel­toetsen.
In de lijst is het gemarkeerde item in het midden, het item dat geselecteerd is voor gebruik. Druk op de
/
onder de
lijst om de lijst omhoog of omlaag te schuiven.
TIP
Het volgende toetsenbordvenster verschijnt als het nodig is om een naam of opmerking toe te wijzen aan een scène of library, of als er een kanaalnaam moet worden toe­gewezen. Druk op lettertekens in het venster om de gewenste lettertekens op te geven (zie pag. 30 voor de procedure).
3
Basisbediening van de M7CL
Knoppen waarbij een dubbel kader wordt getoond, geven PAN/BALANCE aan.
TIP
• Bij sommige knoppen zal opnieuw drukken als ze worden omgeven door een dik kader, een venster openen waar u aanvullende gedetailleerde instellingen kunt maken.
M7CL Gebruikershandleiding
27
De schermgebruikersinterface • Het aanraakscherm bekijken
Pop-upvensters
Als u op een knop of veld voor een bepaalde parameter in een scherm drukt, verschijnt er een venster met gedetail­leerde parameters of lijsten. Dit venstertype wordt een ’pop-upvenster’ genoemd.
Toolknoppen
Er zijn drie typen pop-upvenster, ’1 ch’-vensters die alleen een bepaald kanaal tonen, ’8 ch’-vensters die de momenteel geselecteerd groep van acht kanalen toont, en ’ALL’-vensters die alle kanalen in een enkel scherm tonen. U kunt hiertussen schakelen via tabs.
Enkele pop-upvensters tonen verscheidene knoppen boven in het venster die ’toolknoppen’ worden genoemd. U kunt deze toolknoppen gebruiken om libraries terug te roepen of kopieer/plak-handelingen uit te voeren.
Druk op het ’X’-symbool om het pop-upvenster te sluiten en terug te keren naar het voorgaande scherm.
Dialoogvensters
Er verschijnt een dialoogvenster zoals het volgende, als het nodig is om de handeling die u net hebt uitgevoerd te bevestigen.
Druk op de knop OK om de handeling uit te voeren. De handeling wordt geannuleerd als u op de knop CANCEL drukt.
Het aanraakscherm bekijken
Het aanraakscherm van de M7CL toont de volgende informatie en is grofweg in twee gebieden verdeeld
1 2
4
3
5
6
7 8
9
J
.
Hoofdgebied
Functieoproepgebied
1 Geselecteerde kanaal
Dit toont het nummer, de naam en het pictogram van het kanaal dat momenteel is geselecteerd voor bediening. (Zie voor details over een naam toewijzen pag. 30, over een pictogram selecteren pag. 53.) U kunt ook op dit veld drukken om van kanalen te wisselen. Op de linkerhelft drukken zal het voorgaande kanaal selecteren en op de rechterhelft het volgende kanaal.
M7CL Gebruikershandleiding
28
K
Functieoproepgebied
B Tijd
Dit geeft de huidige tijd aan. (Zie voor details over hoe u de tijd in kunt stellen pag. 213.)
C Gebruikersnaam
Dit geeft de naam aan van de gebruiker die momenteel is ingelogd (d.w.z. geautoriseerd is en in staat is het systeem te bedienen).
Als de oscillator of het terugspreken is ingeschakeld toont
Hoofdgebied
• Als het scherm METER in het METER-gebied wordt getoond, verschijnt het scherm OVERVIEW zelfs niet als u op een toets in de sectie NAVIGATION KEYS drukt. Druk nogmaals op een multifunctionele encoder of het gemarkeerde METER-veld om terug te keren naar het scherm OVERVIEW.
dit gebied respectievelijk ’OSC’ of ’TB’. Als cue-monitor aanstaat, wordt het signaaltype dat via cue gemonitord wordt (IN/OUT/DCA/KEY IN/EFFECT) aangegeven. De indicatie ’ACCESS’ wordt aangegeven terwijl er een USB-opslagapparaat, dat aangesloten is op de USB­aansluiting, wordt uitgelezen of beschreven.
OPMERKING
•Verbreek de USB-verbinding niet terwijl de indicatie ’ACCESS’ hier wordt getoond. Dit wel doen kan de gegevens op het USB­opslagapparaat beschadigen.
D Help
Deze knop wordt gebruikt om de online-help in het hoofd­gebied te tonen. De huidige software van september 2005 ondersteunt dit echter niet.
E SENDS ON FADER
Druk op deze knop om naar de modus SENDS ON FADER te schakelen, waar u de schuiven van het bedieningspaneel kunt gebruiken om het MIX-zendniveau aan te passen (
pag. 64). Gedurende deze tijd wijzigt het functieoproep­gebied van het aanraakscherm naar een scherm waarin u de zendbestemmings-MIX-bus kunt selecteren.
F CH JOB (kanaaltaak)
Druk op deze knop om naar de modus CH JOB te schakelen, waar u instellingen kunt maken voor kanaalgroeperen en
-linken ( pag. 113). Gedurende deze tijd wijzigt het functieoproepgebied van het aanraakscherm naar een scherm waarin u de functie kunt selecteren die u wilt bedienen.
G RACK
Als u op deze knop drukt verschijnt het scherm VIRTUAL RACK in het hoofdgebied, waardoor u de GEQ- of effect­instellingen kunt bewerken (
pag. 158).
H MONITOR
Als u op deze knop drukt verschijnt het scherm MONITOR in het hoofdgebied, waardoor u de monitor- of oscillatorinstellingen kunt bewerken ( pag. 142).
I METERS
Dit zijn niveaumeters die het niveau aangeven van de STEREO-bus (L/R), MONO-bus (M) en het cue-signaal (CUE). Als u in dit veld drukt verschijnt het METER-scherm in het hoofdgebied waardoor de meters en schuif-status voor alle kanalen in een keer worden getoond (
pag. 153).
J SETUP
Als u op deze knop drukt verschijnt het scherm SYSTEM in het hoofdgebied, waardoor u de basis- en specifieke gebruikersinstellingen kunt maken (
pag. 207).
K SCENE
Dit geeft het nummer en de naam aan van de scène die het laatst is opgeslagen of teruggeroepen. Er wordt een slot­pictogram getoond bij alleen-lezenscènes. Als u de para­meters van hun laatste opgeslagen of terugroepen status bewerkt, verschijnt het symbool rechtsonder. Als u op dit veld drukt verschijnt het scherm SCENE LIST in het hoofdgebied, waardoor u scènes kunt opslaan of terugroepen (
pag. 125).
Het aanraakscherm bekijken
De inhoud van het hoofdgebied wijzigt afhankelijk van de momenteel geselecteerde functie. Bij mixhandelingen zijn meestal de volgende twee typen schermen betrokken.
Scherm SELECTED CHANNEL VIEW
Dit scherm toont alle mixparameters van het momenteel geselecteerde kanaal. Klik op een van de encoders in de sectie SELECTED CHANNEL om toegang te krijgen tot dit scherm.
Scherm OVERVIEW
Dit scherm toont tegelijkertijd de belangrijkste parameters van de (tot) acht kanalen die momenteel aan de sectie Centralogic zijn toegewezen. Druk op een van de toetsen in de sectie NAVIGATION KEYS of op een van de multifunctionele encoders, om dit scherm op te roepen,
TIP
3
Basisbediening van de M7CL
Als u op een van de knoppen 7 t/m K drukt, om het corresponderende scherm op te roepen, wordt de knop gemarkeerd. In deze status zal nogmaals op de knop druk­ken het laatst opgeroepen SELECTED CHANNEL VIEW-scherm of OVERVIEW-scherm terugroepen.
M7CL Gebruikershandleiding
29
Namen opgeven
Namen opgeven
Op de M7CL kunt u een naam toewijzen aan elk ingangskanaal, uitgangskanaal en elke DCA­groep, en aan scène- en library-gegevens bij het opslaan. Om een naam toe te wijzen gebruikt u het toetsenbordvenster dat in het scherm wordt getoond.
Roep het scherm op voor het toewijzen van
1
een naam.
De afbeelding hieronder is een voorbeeld van het venster SCENE STORE, dat wordt gebruikt om een scènenaam of opmerking op te geven.
cursor
Het vak dat de lettertekens toont die u hebt opgegeven, geeft een verticale lijn aan die de ’cursor’ wordt genoemd en die de huidige positie aangeeft.
Knop DEL
Wist het letterteken rechts van de cursor (of de reeks lettertekens die in het tekstveld geselecteerd zijn).
Knop BS
Wist het letterteken links van de cursor (of de reeks lettertekens die in het tekstveld geselecteerd zijn).
Knop TAB
Deze knop roept het volgende te selecteren item op. In het venster SCENE STORE kunt u deze knop bij­voorbeeld gebruiken om te schakelen tussen de twee invoervakken, en in het venster PATCH/NAME kunt u deze gebruiken om van kanaal te wisselen.
Knop SHIFT LOCK
Schakelt tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt hoofdletters en symbolen opgeven als deze knop aanstaat, en kleine letters en nummers als deze knop uitstaat.
Knop ENTER
Legt de naam vast die u hebt opgegeven. Deze heeft in het venster SCENE STORE hetzelfde effect als op de knop STORE drukken.
Druk op de knop STORE of ENTER als u de
4
naam hebt opgegeven.
De naam die u hebt opgegeven wordt toegepast.
Gebruik het toetsenbordvenster in het
2
aanraakscherm om de gewenste letter­tekens op te geven.
Als u op een letterteken in het toetsenbordvenster drukt, wordt het corresponderende letterteken ingevoerd in het vak en de cursor gaat naar rechts.
Geef de daaropvolgende lettertekens op
3
dezelfde manier op.
Bij het opgeven van lettertekens kunt u de volgende knoppen in het toetsenbordvenster gebruiken.
Knop COPY
Kopieert de reeks lettertekens die in het tekstvak zijn geselecteerd (gemarkeerd).
Knop CUT
Wist en kopieert de reeks lettertekens die in het tekstvak zijn geselecteerd (gemarkeerd).
Knop PASTE
Vo e gt de reeks lettertekens toe op de cursorpositie die zijn gekopieerd via COPY of CUT (of over­schrijft de momenteel geselecteerde reeks letter­tekens).
Knop CLEAR
Wist alle lettertekens die in het tekstinvoerveld zijn ingevoerd.
Knop INS
Vo e gt een spatie toe op de cursorpositie.
TIP
• Deze basisprocedure geldt ook voor schermen waarin u namen voor kanalen of andere library-items kunt opgeven. Als u een naam opgeeft voor een kanaal, wordt uw invoer onmiddellijk weergegeven, zonder dat u op de knop ENTER hoeft te drukken.
• Door op een tekstinvoerveld te drukken kunt u de invoer­positie verplaatsen naar de plaats waar u drukte. Als u een reeks lettertekens selecteert die u in een vak hebt opgegeven en vervolgens een nieuw letterteken opgeeft, overschrijft het nieuw opgegeven letterteken de geselecteerde reeks.
M7CL Gebruikershandleiding
30
Loading...
+ 252 hidden pages