Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1
Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt,
dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op
een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2
Installeer dit geluidssysteem op een goed geventileerde, koele, droge en
schone plek met tenminste 5 cm ruimte vrij boven (of onder) dit toestel - uit
de buurt van direct zonlicht, warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.
3Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur,
motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud
naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden
tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5
Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen
vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende
vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken
en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
–
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade
aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
–
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor
de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken
wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.
6Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst.
Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9
Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11
Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan
de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12
Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit
toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot
brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van
dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker
van dit toestel uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14
Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren.
Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat
het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv.
vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie
trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17
Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/ON te drukken om dit
toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.
18
Er zal zich condens vormen wanneer de omgevingstemperatuur plotseling
verandert. Haal de stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19
Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt wordt, kan het
warm worden. Schakel de stroom uit en laat het toestel afkoelen.
20 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n
manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt.
21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN
GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
WAARSCHUWING
HET NETSNOER VAN DIT TOESTEL MOET
AANGESLOTEN WORDEN OP EEN STOPCONTACT
MET EEN GOEDE AARDING.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf
uitgeschakeld met STANDBY/ON. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een
zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
LET OP
Er bestaat gevaar voor ontploffing indien de batterij niet
correct wordt vervangen. Vervang een batterij uitsluitend door
één van hetzelfde of een gelijkwaardig type.
LET OP
Gebruik van bedieningsorganen of instellingen of uitvoeren
van handelingen anders dan aangegeven in dit document
kunnen leiden tot blootstelling aan gevaarlijke stralen.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw
oude producten niet aan bij het gewone huisvuil.
My Surround ........................................................... 57
Profiteren van surroundweergave van 2-kanaals bronnen
Profiteren van surroundweergave bij tv programma’s
Instellen van parameters voor de surroundfuncties
.... 59
.... 60
.... 61
Genieten van stereoweergave ..............................62
Lijst met afstandsbedieningscodes ................................i
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
SETUP
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1 Nl
Page 4
Overzicht
Overzicht
Om thuis te kunnen genieten van surroundweergave, zult u in het algemeen eerst allerlei luidsprekers, compleet met alle
bijbehorende draden moeten opstellen en aansluiten en dan maar hopen dat uw kamer een beetje zal klinken zoals u dat
gewend bent in de bioscoop.
Yamaha HTY-7040 Digital Sound Projector bewijst nu echter dat genieten van multikanaals surroundweergave niet
gepaard hoeft te gaan met een moeizame opstelling en instelling van allerlei verschillende luidsprekers in een wirwar van
draden en snoeren.
Dit slanke toestel biedt een elegante oplossing voor de ingewikkelde bedrading en installatie die vroeger nodig was, en is
niet alleen gemakkelijk gebruiksklaar te maken, maar ook in staat om u de krachtige weergave te leveren waar u al zo
lang op heeft gewacht, met z’n 2 ingebouwde woofers en 40 kleinere luidsprekers met het volledige weergavebereik.
Via de aparte parameters kunt u de vertraging voor de verschillende geluidsbundels exact instellen, zodat het geluid
precies zo gericht wordt dat het de luisterplek van alle kanten tegelijk bereikt.
De HTY-7040 projecteert geluidsbundels met de juiste surroundsignalen voor de luidsprekerposities rechts voor (R),
links voor (L), rechts surround (SR) en links surround (SL) door het geluid via de wanden van uw kamer te laten
weerkaatsen voor het op uw luisterplek aankomt. Voeg daaraan een geluidsbundel voor het middenkanaal (C) toe en deze
Digital Sound Projector zorgt voor een levensechte 5.1-kanaals surroundweergave die u het gevoel geeft alsof uw kamer
echt volgestouwd is met losse luidsprekers.
Ga er maar eens lekker voor zitten en geniet van deze eenvoudige, maar o zo stijlvolle Digital Sound Projector.
Denkbeeldige
rechter voorluidspreker
2 Nl
Denkbeeldige
linker voorluidspreker
Denkbeeldige
R
C
SR
L
SL
Denkbeeldige
rechter surround-
luidspreker
Luisterplek
midden-
luidspreker
Denkbeeldige
linker surround-
luidspreker
Page 5
Kenmerken
Kenmerken
Digital Sound Projector™
De Digital Sound Projector technologie maakt het mogelijk
dat één enkel slank apparaat verschillende geluidskanalen
kan produceren en aansturen voor een levensechte
multikanaals surroundweergave, zonder satellietluidsprekers
en alle bedrading die normaal gesproken nodig zou zijn voor
gewone surroundsystemen. Dit toestel is ook voorzien van
verschillende standen voor de geluidsbundels zodat u niet
alleen van surroundweergave (5 Beam, Stereo plus 3 Beam,
3 Beam en My Surround), maar ook van 2-kanaals en 5kanaals stereoweergave en My Beam weergave kunt genieten.
My Surround
Naast de hierboven genoemde standen is dit toestel ook nog
voorzien van een zogenaamde My Surround stand voor het
richten van de geluidsbundels zodat u zelfs in een kleine
luisterruimte kunt profiteren van surroundweergave.
My Beam
Dit toestel maakt gebruik van My Beam technologie die
ook in een lawaaiige omgeving een helder geluid oplevert.
U kunt de hoek van de geluidsbundels automatisch of zelf,
met de meegeleverde afstandsbediening instellen tot
maximaal 45° rechts en links..
Cinema DSP
Dit toestel maakt gebruik van de door Yamaha Electronics
Corp. ontwikkelde Cinema DSP technologie, waarmee u
ook thuis in de huiskamer verzekerd kunt zijn van de
oorspronkelijke dramatische geluidseffecten bij films.
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDCP
◆ Makkelijk en eenvoudig aansluiten van externe componenten
met HDMI
◆ Functionele koppeling met tv’s die geschikt zijn voor HDMI
bediening
◆ Opwaarderen van analoge video van 480i (NTSC)/576i (PAL)
of 480p (NTSC)/576p (PAL) naar 720p of 1080i
Veelzijdige afstandsbediening
De meegeleverde afstandsbediening is
voorgeprogrammeerd met afstandsbedieningscodes voor
een op dit toestel aangesloten DVD-speler, videorecorder,
kabel-tv ontvanger en digitale satellietontvanger.
Daarnaast is de afstandsbediening uitgerust met een zg.
macro-functie waarmee een reeks handelingen kan
worden uitgevoerd met één enkele toets.
AUTO SETUP (IntelliBeam)
Dit toestel kan de geluidsbundels akoestisch optimaliseren
met behulp van de meegeleverde IntelliBeam microfoon.
U hoeft zelf geen lastige luidspreker-instellingen meer te
verrichten, maar kunt wel profiteren van een zeer precieze
instellingen instellingen van de geluidsbundels die correct
is afgestemd op uw luisteromgeving.
Compatibiliteit met de nieuwste technologie
Dit toestel maakt gebruik van decoders die geschikt zijn voor
Dolby Digital, DTS, Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic II,
DTS Neo:6, Music Enhancer en Neural Surround.
◆ Dolby Digital
Dit is het standaard soort geluidssignaal op diverse digitale
media, zoals DVD, Blu-ray en HD DVD. Deze
surroundtechnologie levert digitale audio van hoge kwaliteit
voor maximaal 5.1 gescheiden kanalen voor gerichte en
realistische geluidseffecten.
◆ DTS
Dit is het standaard soort geluidssignaal op diverse digitale
media, zoals DVD, Blu-ray en HD DVD. Deze
surroundtechnologie levert digitale audio van hoge kwaliteit
voor maximaal 5.1 gescheiden kanalen voor gerichte en
realistische geluidseffecten.
◆ Dolby Pro Logic
Deze verfijnde matrix decoderingstechnologie zet 2-kanaals
stereomateriaal om naar de volledige 5.1 kanalen vereist voor
een volledige surroundweergave.
◆ Dolby Pro Logic II
Dit is een opnieuw ontworpen versie van Dolby Pro Logic met 2
stereo surroundkanalen, een subwoofer en een enorm verbeterde
logische aansturing. Deze verbeteringen resulteren in een enorm
stabiel geluidsveld dat een veel betere simulatie biedt van 5.1
kanaals weergave dat de originele Dolby Pro Logic.
◆ DTS Neo:6
Deze technologie bewerkt conventioneel 2-kanaals materiaal
voor weergave via 6-kanalen, zodat u ten volle kunt profiteren
van een weergave met een hogere kanaalscheiding. De Music
en Cinema standen zijn speciaal bedoeld voor de weergave
van muziek, respectievelijk films.
◆ Music Enhancer ter verbetering van de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde geluidsbestanden, zoals het MP3 formaat.
◆
Neural Surround decoder (alleen modellen voor de V.S. en Canada)
Verfijnde FM ontvanger
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Radio Data Systeem ontvangst (alleen modellen voor Europa)
XM™ Satellite Radio
(Alleen modellen voor de V.S. en Canada)
◆ XM Satellite Radio ontvangst (met XM Mini-Tuner Dock en
een antenne die los verkrijgbaar is bij XM Satellite Radio)
◆ Neural Surround decoder voor weergave van XM HD
materiaal in XM Satellite Radio multikanaals uitzendingen,
voor een volle, rijke surroundweergave
◆ XM Satellite Radio informatieweergave
iPod™ bediening mogelijk
(Alleen modellen voor de V.S., Canada en
Australië)
◆ DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
◆ Tonen van weergave-gegevens
◆ Mogelijkheid tot opladen batterij
INLEIDING
Nederlands
3 Nl
Page 6
Kenmerken
Het “” logo en “IntelliBeam” zijn handelsmerken van
YAMAHA CORPORATION.
Het “” logo en “Cinema DSP” zijn gedeponeerde
handelsmerken van YAMAHA CORPORATION.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS” en “Neo:6” zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS,
Inc.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van HDMI Licensing LLC.
Gefabriceerd onder licentie van 1 Ltd. Wereldwijde patent
aangevraagd.
Het “”-logo en “Digital Sound Projector
™
” zijn
handelsmerken van 1 Ltd.
TruBass, SRS en het “” symbool zijn gedeponeerde
handelsmerken van SRS Labs, Inc. TruBass technologie wordt
gebruikt onder licentie van SRS Labs, Inc.
™
is een handelsmerk van DiMAGIC Co., Ltd.
4 Nl
Page 7
Gebruiken van deze handleiding
Gebruiken van deze handleiding
Opmerkingen
• In deze handleiding wordt beschreven hoe u dit toestel dient aan te sluiten en te bedienen. Voor details omtrent de bediening van
externe componenten verwijzen we u naar de handleidingen van elk van de componenten in kwestie.
• De in deze handleiding beschreven handelingen dienen te worden uitgevoerd met de toetsen op de meegeleverde afstandsbediening,
behalve waar anders staat aangegeven.
• y geeft een bedieningstip aan.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
1Installeer dit toestel in uw luisterruimte.
Zie “Installatie” op bladzijde 17.
2Sluit dit toestel aan op uw tv en andere externe apparatuur.
Zie “Verbindingen” op bladzijde 20.
INLEIDING
3Maak de afstandsbediening gebruiksklaar en zet dit toestel aan.
Zie “Van start” op bladzijde 32.
4Schakel de AUTO SETUP in.
Zie “AUTO SETUP (IntelliBeam)” op bladzijde 37.
5Laat een bron weergeven.
Zie “Weergave” op bladzijde 47.
6Wijzig de instellingen voor de geluidsbundels en/of de CINEMA DSP instellingen.
Zie “Genieten van surroundweergave” op bladzijde 56.
Als u aanvullende instellingen en
aanpassingen nodig vindt
Nederlands
7
Schakel de MANUAL SETUP in om instellingen aan te passen en/of afstandsbedieningscodes in te stellen.
Zie “MANUAL SETUP” op bladzijde 76 en “Afstandsbedieningsfuncties” op bladzijde 103.
5 Nl
Page 8
Meegeleverde accessoires
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening (×1)
POWERPOWERSTANDBY/ON
AV
TV
AUX1 AUX2
INPUT1
TV
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
INPUTMODE
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
CH
TV INPUT TV MUTE
DOCK
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
6
SPORTS
9
SUR. DECODE
RETURNDISPLAY
TV VOL
CODE SET
TV/AV
YSP
DVD
STB
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREOMY SUR.
4
MUSIC MOVIE
78
OFF
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
VOLUME
MUTE
CH LEVEL TEST
Bevestigingsmateriaal
(×4)
Kabelklem (×1)
IntelliBeam microfoon (×1)
Kartonnen
microfoonstandaard (×1)
Optische kabel (×1)
Digitale audio penstekkerkabel (×1)
(Oranje)
Audio penstekkerkabel (×1)
(Wit/Rood)
(Modellen voor de V.S. en Canada)
Batterijen (×2)
(AA, R6, UM-3)
Demonstratie DVD (×1)
FM binnenantenne (×1)
Netsnoer (×1)
Videokabel voor het in-beeld
display (OSD*) (×1)
(Geel)
* OSD: In-beeld display
SNELGIDS
* Het aantal beschikbare talen hangt mede
af van het model.
6 Nl
Page 9
Bedieningsorganen en functies
Bedieningsorganen en functies
Voorpaneel
INTELLIBEAM MIC
AUX 3
3567
AUX 3
1 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
2 Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
3 AUX 3 ingangsaansluiting
Hierop kunt u uw draagbare audiospeler aansluiten (zie
bladzijde 27).
4 INTELLIBEAM MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde IntelliBeam microfoon
voor de AUTO SETUP aansluiten (zie bladzijde 38).
5 INPUT
Druk herhaaldelijk op deze toets om een andere
signaalbron in te schakelen (zie bladzijde 47).
Produceert een testtoon zodat u de geluidsbundels kunt
afstellen (zie bladzijde 98).
4
INTELLIBEAM MIC
INPUT VOLUME STANDBY/ON
+
1
INPUTVOLUMESTANDBY/ON
2
+
6 VOLUME +/–
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen tegelijk
instellen (zie bladzijde 49).
7 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby, zie
bladzijde 33).
Opmerkingen
• Wanneer u dit toestel aan zet, zult u een klik horen, gevolgd
door een pauze van 4 a 5 seconden voor er geluid zal worden
weergegeven.
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening, of op eventueel
binnenkomende HDMI signalen.
INLEIDING
7 Nl
Nederlands
Page 10
Bedieningsorganen en functies
Display voorpaneel
1
0
89
ABCD
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluiting(en).
2 TUNER indicators
FM: Licht op wanneer dit toestel een FM uitzending ontvangt.
XM: MEMORY knippert tijdens het voorprogrammeren van
de XM zenders (alleen op modellen voor de V.S. en Canada).
3 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer er een geluidsveldprogramma is
geselecteerd (zie bladzijde 67).
4 PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (Puls Code Modulatie)
digitale audiosignalen produceert.
5 Decoder indicators
Licht op wanneer de corresponderende decoder in werking
is (zie bladzijde 58).
Opmerking
De neurale decoder is alleen beschikbaar op de modellen voor de
V.S. en Canada.
6 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Music Enhancer is geselecteerd (zie
bladzijde 70).
7 Volumeniveau indicator
Toont het huidige volumeniveau.
23
EF
4
A NIGHT indicator
Licht op wanneer één van de nacht-luisterfuncties is
ingeschakeld (zie bladzijde 71).
B SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingesteld (zie
bladzijde 72).
C Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa)
Tonen de huidige status van de Radio Data Systeem
functies.
D XM indicator
(Alleen modellen voor de V.S. en Canada)
Licht op wanneer u XM heeft geselecteerd als
signaalbron.
E Multifunctioneel display
Hierop wordt informatie getoond in letters en cijfers
wanneer u de parameters van het toestel instelt.
F Indicators ingangskanalen
Tonen informatie wanneer u de parameters van het toestel
instelt. Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat (zie bladzijde 58).
5
67
8 DOCK indicator
(Alleen modellen voor de V.S., Canada en
Australië)
Licht op wanneer uw iPod (Click and Wheel), iPod nano,
of iPod mini is aangesloten op dit toestel via de DOCK
aansluiting van dit toestel.
9 SRS TruBass indicator
Licht op wanneer TruBass is ingeschakeld (zie
bladzijde 84).
0 EQUAL indicator
Licht op wanneer de gelijkschakelingsfunctie voor het
volume van de tv is geselecteerd (zie bladzijde 71).
8 Nl
y
U kunt de helderheid en andere instellingen van het display op het
voorpaneel regelen via de F.DISPLAY SET parameters in de
MANUAL SETUP (zie bladzijde 88).
Page 11
Achterpaneel
De illustratie hieronder toont het achterpaneel van modellen voor de V.S. en Canada.
AUX 1
1
2
DVD
IN
(Modellen voor de V.S. en Canada)
60978EDCBA
FM75
UNBAL.
SYSTEM
VIDEO OUT
CONNECTOR
ANTENNA
DVD/AUX 2AUX 1 TV/STB
VIDEO IN
SUBWOOFER
COMPONENTCOMPONENTCOMPONENT
HDMI
OUT
3
AUDIO IN
IR-OUT
DVDAUX 2
COAXIAL
AUX 1STB
OPTICAL
DIGITAL INDOCK
Bedieningsorganen en functies
4
IR-OUT
AUX 1TV/STB
IR INXM
INLEIDING
5
RS-232C
IJHGFMLKON
1 AUX 1 HDMI IN aansluiting
Hierop kunt u uw digitale satellietontvanger, kabel-tv
ontvanger, digitale radio-ontvanger of spelcomputer
aansluiten via een HDMI verbinding (zie bladzijde 22).
2 DVD HDMI IN aansluiting
Hierop kunt u uw DVD-speler aansluiten via een HDMI
verbinding (zie bladzijde 22).
3 HDMI OUT aansluiting
Verbind deze met de HDMI IN aansluiting op uw HDMI
component, zoals een tv of projector die is aangesloten op
dit toestel (zie bladzijde 22).
4 AC IN
Hierop dient u het meegeleverde netsnoer aan te sluiten
(zie bladzijde 31).
5 IR-OUT aansluiting
Deze aansluiting is uitsluitend bedoeld voor commercieel
gebruik (zie bladzijde 30).
6 ANTENNA aansluiting
Hierop dient u de FM antenne aan te sluiten (zie
bladzijde 30).
7 SUBWOOFER aansluiting
Hierop kunt u uw subwoofer aansluiten (zie bladzijde 29).
8 TV/STB AUDIO IN aansluitingen
Hierop kunt u uw tv, digitale satellietontvanger en kabel tv
ontvanger analoog aansluiten (zie de bladzijden 23 en 25).
9 AUX 1 AUDIO IN aansluitingen
Hiermee kunt u externe componenten analoog aansluiten
(zie bladzijde 24).
0 DOCK aansluiting
(Alleen modellen voor de V.S., Canada en
Australië)
Hierop kunt u een Yamaha iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) aansluiten (zie bladzijde 2 in de
Referentiegids).
A DVD COAXIAL DIGITAL IN aansluiting
Hierop kunt u uw DVD-speler aansluiten via een coaxiaal
digitale verbinding (zie bladzijde 24).
B AUX 2 COAXIAL DIGITAL IN aansluiting
Hierop kunt u externe componenten aansluiten via een
coaxiaal digitale verbinding (zie bladzijde 28).
Nederlands
9 Nl
Page 12
Bedieningsorganen en functies
C XM antenne-aansluiting
(Alleen modellen voor de V.S. en Canada)
Hierop kunt u een XM Mini-Tuner Dock (los verkrijgbaar)
aansluiten (zie bladzijde 5 in de Referentiegids).
D IR IN aansluiting
Deze aansluiting is uitsluitend bedoeld voor commercieel
gebruik (zie bladzijde 30).
E RS-232C aansluiting
Deze aansluiting is uitsluitend bedoeld voor commercieel
gebruik (zie bladzijde 30).
F SYSTEM CONNECTOR aansluiting
(Alleen modellen voor de V.S. en Canada)
Hierop kunt u een Yamaha subwoofer met een SYSTEM
CONNECTOR aansluiting op dit toestel aansluiten.
G VIDEO OUT aansluiting
Verbind deze aansluiting met de video ingangsaansluiting
van uw tv via een composiet analoge video aansluiting om
het in-beeld display (de menuschermen e.d.) van dit
toestel weer te kunnen geven (zie bladzijde 23).
H COMPONENT VIDEO OUT aansluitingen
Verbind deze aansluiting met de video ingangsaansluitingen
van uw tv via een analoge component video aansluiting om
het in-beeld display (de menuschermen e.d.) van dit toestel
weer te kunnen geven (zie bladzijde 23).
I STB VIDEO IN aansluitingen
U kunt een digitale satellietontvanger of een kabel-tv
ontvanger aansluiten via een analoge composiet
videoverbinding (zie de bladzijden 25 t/m 26).
J STB COMPONENT VIDEO IN aansluitingen
U kunt een digitale satellietontvanger of een kabel-tv
ontvanger aansluiten via een analoge component
videoverbinding (zie de bladzijden 25 t/m 26).
K DVD/AUX 2 VIDEO IN aansluitingen
U kunt een DVD-speler/recorder of andere externe
component aansluiten via een analoge composiet
videoverbinding (zie de bladzijden 24 en 28).
DVD/AUX 2 COMPONENT VIDEO IN aansluitingen
L
U kunt een DVD-speler/recorder of andere externe
component aansluiten via een analoge component
videoverbinding (zie de bladzijden 24 en 28).
M AUX 1 VIDEO IN aansluitingen
Hierop kunt u externe componenten aansluiten via een
analoge composiet videoverbinding (zie bladzijde 28).
N TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting
Hierop kunt u uw tv, digitale satellietontvanger en kabel tv
ontvanger aansluiten via een optisch digitale verbinding
(zie de bladzijden 23 en 25).
O AUX 1 OPTICAL DIGITAL IN aansluiting
Hierop kunt u externe componenten aansluiten via een
optisch digitale verbinding (zie bladzijde 28).
10 Nl
Page 13
Bedieningsorganen en functies
Afstandsbediening (modellen voor Europa, Australië, Azië en Korea)
In dit hoofdstuk worden de functies van de bij dit systeem
behorende afstandsbediening beschreven. Sommige
toetsen met een asterisk (*) hebben dezelfde functies in de
YSP zowel als de TV/AV bedieningsstand (S).
y
U kunt ook andere apparatuur aansturen met de
afstandsbediening wanneer u de juiste afstandsbedieningscodes
geprogrammeerd heeft. Zie “Bedienen van andere componenten”
op bladzijde 104 voor details.
1G
POWERPOWERSTANDBY/ON
INPUT1
INPUTMODE
5
CH
TVAV
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
9
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
TV VOL
CODE SET
YSP
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
t
U
V
W
*
*
*
*
*
*
2
*
3
DVD
AUX1AUX2
4
*
5
6
7
TV
STB
PRESET/TUNE
A-E
FM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
MY BEAM
4
MUSICMOVIE
78
OFF
+10
0
ENHANCER MENU
ENTRY
8
9
A-E
ENTER
0
VOLUME
A
*
MUTE
B
*
C
*
D
TV INPUT TV MUTE
CH LEVEL TEST
E
F
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby, zie
bladzijde 33).
3 Zend-indicator
Licht op wanneer er infraroodsignalen worden
uitgezonden.
4 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee kunt u een signaalbron selecteren (DVD, AUX1,
AUX2, AUX3, STB, TV of FM).
5 VOL MODE
Hiermee kunt u de volumefuncties aan of uit zetten (zie
bladzijde 71).
6 AUTO SETUP
Hiermee kunt u het AUTO SETUP menu openen (zie
bladzijde 37).
7 CINEMA DSP programmatoetsen
Hiermee kunt u de CINEMA DSP programma’s selecteren
(zie bladzijde 65).
8 ENHANCER
Hiermee kunt u de Music Enhancer aan of uit zetten (zie
bladzijde 70).
9 Cursortoetsen / / / , ENTER
Hiermee kunt u SET MENU items selecteren en instellen.
0 DISPLAY
Toont informatie over het geselecteerde ingangssignaal.
A VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het door dit toestel
geproduceerde volumeniveau (zie bladzijde 49).
B MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 49).
C TV INPUT
Schakelt heen en weer tussen de signaalbronnen op de tv
(zie bladzijde 104).
D CH LEVEL
Instellen van het volumeniveau voor elk kanaal (zie
bladzijde 91).
E TEST
Hiermee kunt u een testtoon laten weergeven bij het
instellen van het uitgangsniveau van elk van de kanalen
(zie bladzijde 90).
INLEIDING
Nederlands
11 Nl
Page 14
Bedieningsorganen en functies
F DVD-speler/Videorecorder bedieningstoetsen
Hiermee kunt u uw DVD-speler of videorecorder
bedienen (zie de bladzijden 105 en 106).
G My Beam microfoon
Deze vangt de door dit toestel geproduceerde testtonen op
bij gebruik van de My Beam automatische instelfunctie
(zie bladzijde 63).
H TV POWER
Hiermee zet u uw tv aan of uit (standby) (zie
bladzijde 104).
I AV POWER
Hiermee zet u de geselecteerde component aan of uit
(standby) (zie de bladzijden 105 en 106).
J INPUT1
Schakelt over naar een andere signaalbron op uw tv (zie
bladzijde 104).
K MACRO
Hiermee kunt u de macro-functie voor de tv instellen (zie
bladzijde 107).
L/5
Schakelt over naar een andere voorkeuzezender (1 t/m 8)
wanneer dit toestel een FM uitzending ontvangt (zie
bladzijde 54).
T RETURN
Hiermee selecteert u de instellingen voor de slaaptimer, of
gaat u terug naar het vorige SET MENU scherm.
U TV VOL +/–
Regelt het volume van uw tv (zie bladzijde 104).
V CH +/–
Wisselt de kanalen op uw tv, digitale satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of videorecorder (zie de
bladzijden 104 en 106).
W TV MUTE, CODE SET
Hiermee kunt u de geluidsweergave van uw tv tijdelijk
uitschakelen (zie bladzijde 104).
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 103).
Opmerking
De L en M functies zijn alleen beschikbaar wanneer er FM
zenders zijn voorgeprogrammeerd.
M A-E
Schakelt over naar een andere voorkeuzegroep (A t/m E)
wanneer dit toestel een FM uitzending ontvangt (zie
bladzijde 54).
N SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 72).
O INPUTMODE
Schakelt tussen de ingangsfuncties (AUTO, DTS en
ANALOG) (zie bladzijde 93).
P Geluidsbundel functietoetsen
Hiermee kunt u de gebruiksfunctie voor de geluidsbundels
wijzigen (zie de bladzijden 56, 62 en 63).
Q SUR. DECODE
Hiermee selecteert u de surroundfunctie voor de
geluidsweergave (zie bladzijde 59).
R MENU
Laat het setup instelmenu op uw tv of monitor verschijnen
(zie de bladzijden 39 en 77).
S Keuzeschakelaar bedieningsfunctie
Hiermee kunt u de bedieningsfunctie van dit toestel
kiezen. Kies YSP wanneer u dit toestel zelf wilt bedienen,
of TV/AV wanneer u de tv of andere audiovisuele
apparatuur wilt bedienen.
12 Nl
Page 15
Bedieningsorganen en functies
In dit hoofdstuk worden de functies van de
afstandsbediening beschreven voor het bedienen van de
FM radio, het Radio Data Systeem of een iPod wanneer de
TV/AV stand is ingeschakeld met de keuzeschakelaar voor
de bedieningsfunctie (7). Wij wijzen u erop de
bedieningsfuncties voor het Radio Data Systeem alleen
beschikbaar zijn op de modellen voor Europa, en die voor
een iPod alleen op modellen voor Australië.
POWERPOWERSTANDBY/ON
TVAV
DVD
1
2
3
AUX1AUX2
TV
STB
PRESET/TUNE
A-E
FM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
78
OFF
0
ENHANCER MENU
A-E
INPUTMODE
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
INPUT1
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
9
SUR. DECODE
TV/AV
YSP
RETURNDISPLAY
5
6
7
4
VOLUME
MUTE
CH LEVEL TEST
TV VOL
CH
TV INPUT TV MUTE
CODE SET
1 PRESET/TUNE
FM: Schakelt tussen de zoekfuncties voor
voorkeuzezenders en automatisch afstemmen (zie de
bladzijden 51 t/m 54).
2 Cijfertoetsen
FM: Voer cijfers in.
3 Cursortoetsen / / / , ENTER
FM: Gebruik ENTRY (/) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) of de frequentie (zie de
bladzijden 51 t/m 54) te wijzigen. Gebruik A-E ( / )
om de voorkeuzegroep (1 t/m 8) of de frequentie (A t/m E)
te wijzigen (zie de bladzijden 53 en 54). Gebruik ENTER
om de ingevoerde gegevens te bevestigen.
y
Deze functies zijn ook beschikbaar wanneer dit toestel Radio
Data Systeem signalen ontvangt (zie bladzijde 54) of weergeeft
van uw iPod (zie bladzijde 2 in de Referentiegids).
4 DISPLAY
Radio Data Systeem en iPod: Toont informatie wanneer
dit toestel Radio Data Systeem signalen ontvangt (zie
bladzijde 54) of weergeeft van uw iPod (zie bladzijde 2 in
de Referentiegids).
5 MEMORY
FM: Slaat de voorkeuzezenders op (zie de bladzijden 52
en 53).
y
Deze functie is ook beschikbaar wanneer dit toestel Radio Data
Systeem signalen ontvangt (zie bladzijde 54).
6 SEARCH
FM: Schakelt tussen automatisch en handmatig
afstemmen (zie bladzijde 51).
7 Keuzeschakelaar bedieningsfunctie
Hiermee kunt u de bedieningsfunctie van dit toestel
kiezen. Kies YSP wanneer u dit toestel zelf wilt bedienen,
of TV/AV wanneer u de tv of andere audiovisuele
apparatuur wilt bedienen.
INLEIDING
13 Nl
Nederlands
Page 16
Bedieningsorganen en functies
Afstandsbediening (modellen voor de V.S. en Canada)
In dit hoofdstuk worden de functies van de bij dit systeem
behorende afstandsbediening beschreven. Sommige
toetsen met een asterisk (*) hebben dezelfde functies in de
YSP zowel als de TV/AV bedieningsstand (S).
y
U kunt ook andere apparatuur aansturen met de
afstandsbediening wanneer u de juiste afstandsbedieningscodes
geprogrammeerd heeft. Zie “Bedienen van andere componenten”
op bladzijde 104 voor details.
1G
POWERPOWERSTANDBY/ON
2
*
3
DVD
4
*
5
6
7
STB
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
78
OFF
0
ENHANCER MENU
8
9
CAT/
A-E
0
VOLUME
A
*
B
*
C
*
D
MUTE
CH LEVEL TEST
AV
AUX1AUX2
INPUT1
TV
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
INPUTMODE
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
CH
TV INPUT TV MUTE
TV
DOCK
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
3BEAM
321
MY SUR.
6
SPORTS
9
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
TV VOL
CODE SET
YSP
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
t
U
V
W
*
*
*
*
*
*
E
F
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby, zie
bladzijde 33).
3 Zend-indicator
Licht op wanneer er infraroodsignalen worden
uitgezonden.
4 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee kunt u een signaalbron selecteren (DVD, AUX1,
AUX2, AUX3/DOCK, STB, TV of FM/XM).
5 VOL MODE
Hiermee kunt u de volumefuncties aan of uit zetten (zie
bladzijde 71).
6 AUTO SETUP
Hiermee kunt u het AUTO SETUP menu openen (zie
bladzijde 37).
7 Geluidsveldprogramma-toetsen
Hiermee kunt u de geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 65).
8 ENHANCER
Hiermee kunt u de Music Enhancer aan of uit zetten (zie
bladzijde 70).
9 Cursortoetsen / / / , ENTER
Hiermee kunt u SET MENU items selecteren en instellen.
0 DISPLAY
Toont informatie over het geselecteerde ingangssignaal.
A VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het door dit toestel
geproduceerde volumeniveau (zie bladzijde 49).
B MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 49).
C TV INPUT
Schakelt heen en weer tussen de signaalbronnen op uw tv
(zie bladzijde 104).
D CH LEVEL
Instellen van het volumeniveau voor elk kanaal (zie
bladzijde 91).
14 Nl
E TEST
Hiermee kunt u een testtoon laten weergeven bij het
instellen van het uitgangsniveau van elk van de kanalen
(zie bladzijde 90).
Page 17
Bedieningsorganen en functies
F DVD-speler/Videorecorder bedieningstoetsen
Hiermee kunt u uw DVD-speler of videorecorder
bedienen (zie de bladzijden 105 en 106).
G My Beam microfoon
Deze vangt de door dit toestel geproduceerde testtonen op
bij gebruik van de My Beam automatische instelfunctie
(zie bladzijde 63).
H TV POWER
Hiermee zet u uw tv aan of uit (standby) (zie
bladzijde 104).
I AV POWER
Hiermee zet u de geselecteerde component aan of uit
(standby) (zie de bladzijden 105 en 106).
J INPUT1
Schakelt over naar een andere signaalbron op uw tv (zie
bladzijde 104).
K MACRO
Hiermee kunt u de macro-functie voor de tv instellen (zie
bladzijde 107).
L/5
Schakelt over naar een andere voorkeuzezender (1 t/m 8)
wanneer dit toestel een FM uitzending of XM kanaal
ontvangt (zie bladzijde 54).
M CAT
Schakelt over naar een andere voorkeuzegroep (A t/m E)
wanneer dit toestel een FM uitzending of XM kanaal
ontvangt (zie bladzijde 54).
N SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 72).
T RETURN
Hiermee selecteert u de instellingen voor de slaaptimer, of
gaat u terug naar het vorige SET MENU scherm.
U TV VOL +/–
Regelt het volume van uw tv (zie bladzijde 104).
V CH +/–
Wisselt de kanalen op uw tv, digitale satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of videorecorder (zie de
bladzijden 104 en 106).
W TV MUTE, CODE SET
Hiermee kunt u de geluidsweergave van uw tv tijdelijk
uitschakelen (zie bladzijde 104).
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 103).
Opmerking
De L en M functies zijn alleen beschikbaar wanneer er FM/XM
zenders zijn voorgeprogrammeerd.
INLEIDING
O INPUTMODE
Schakelt tussen de ingangsfuncties (AUTO, DTS en
ANALOG) (zie bladzijde 93).
P Geluidsbundel functietoetsen
Hiermee kunt u de gebruiksfunctie voor de geluidsbundels
wijzigen (zie de bladzijden 56, 62 en 63).
Q SUR. DECODE
Hiermee selecteert u de surroundfunctie voor de
geluidsweergave (zie bladzijde 59).
R MENU
Laat het setup instelmenu op uw tv of monitor verschijnen
(zie de bladzijden 39 en 77).
S Keuzeschakelaar bedieningsfunctie
Hiermee kunt u de bedieningsfunctie van dit toestel
kiezen. Kies YSP wanneer u dit toestel zelf wilt bedienen,
of TV/AV wanneer u de tv of andere audiovisuele
apparatuur wilt bedienen.
Nederlands
15 Nl
Page 18
Bedieningsorganen en functies
In dit hoofdstuk worden de functies van de
afstandsbediening beschreven voor het bedienen van de
FM radio, XM Satellite Radio, of een iPod wanneer de
TV/AV stand is ingeschakeld met de keuzeschakelaar voor
de bedieningsfunctie (7).
POWERPOWERSTANDBY/ON
AV
TV
1
2
3
AUX1AUX2
DVD
TV
STB
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
78
OFF
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
INPUTMODE
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
INPUT1
DOCK
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
9
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
YSP
5
6
7
4
VOLUME
MUTE
CH LEVEL TEST
TV VOL
CH
TV INPUT TV MUTE
CODE SET
1 PRESET/TUNE
FM: Schakelt tussen de zoekfuncties voor
voorkeuzezenders en automatisch afstemmen (zie de
bladzijden 51 t/m 54).
2 Cijfertoetsen
FM, XM: Voer cijfers in.
3 Cursortoetsen / / / , ENTER
FM: Gebruik ENTRY (/) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) of de frequentie (zie de
bladzijden 51 t/m 54) te wijzigen. Gebruik CAT/A-E
( / ) om de voorkeuzegroep (1 t/m 8) of de frequentie (A
t/m E) te wijzigen (zie de bladzijden 53 en 54). Gebruik
ENTER om de ingevoerde gegevens te bevestigen.
XM: Gebruik ENTRY (/) om XM kanalen te
selecteren in de zoekfunctie voor alle kanalen/categorie
zoekfunctie en om de voorkeuzezender (1 t/m 8) te
selecteren in de zoekfunctie voor voorkeuzezenders.
Gebruik CAT/A-E ( / ) om XM categorieën te
selecteren in de zoekfunctie voor alle kanalen/categorie
zoekfunctie en om de voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren in de zoekfunctie voor voorkeuzezenders.
Gebruik ENTER om de ingevoerde gegevens te bevestigen
(zie de bladzijden 7 en 8 in de Referentiegids).
y
Deze functies zijn ook beschikbaar wanneer dit toestel weergeeft
van uw iPod (zie bladzijde 2 in de Referentiegids).
4 DISPLAY
XM en iPod: Toont informatie wanneer dit toestel een XM
kanaal ontvangt (zie bladzijde 10 in de Referentiegids) of
weergeeft van uw iPod (zie bladzijde 3 in de
Referentiegids).
16 Nl
5 MEMORY
FM: Slaat de voorkeuzezenders op (zie de bladzijden 52
en 53).
XM: Hiermee kunt u de voorgeprogrammeerde zenders
opslaan (zie bladzijde 9 in de Referentiegids).
6 SEARCH
FM: Schakelt tussen automatisch en handmatig
afstemmen (zie bladzijde 51).
XM: Schakelt tussen de diverse zoekfuncties (Alle
kanalen, Categorie, en Voorkeuzezenders) (zie de
bladzijden 7 en 8 in de Referentiegids).
7 Keuzeschakelaar bedieningsfunctie
Hiermee kunt u de bedieningsfunctie van dit toestel
kiezen. Kies YSP wanneer u dit toestel zelf wilt bedienen,
of TV/AV wanneer u de tv of andere audiovisuele
apparatuur wilt bedienen.
Page 19
Installatie
Installatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat een geschikte plek is om het toestel op te stellen, met behulp van een metalen
wandbeugel, een rek of een standaard.
Afhankelijk van uw installatie kunt u de aansluitingen met de externe apparatuur maken voor u dit toestel installeert. We
raden u aan alle apparatuur, inclusief dit toestel eerst even tijdelijk op te stellen zodat u kunt beslissen welke procedure u
het eerst dient uit te voeren. Vooral wanneer u een HDMI verbinding wilt maken raden we u aan deze eerst even te
proberen voor u alle apparatuur gaat installeren (zie bladzijde 22).
Voor u dit toestel gaat installeren
Dit toestel zorgt voor surroundweergave door gericht
geprojecteerde geluidsbundels te weerkaatsen via de wanden
van uw luisterruimte. Het is mogelijk dat het surroundeffect
zoals geproduceerd door dit toestel tegenvalt wanneer het
toestel is geïnstalleerd op één van de volgende plekken.
• In kamers met wanden die de geluidsbundels
onvoldoende reflecteren
• Kamers met akoestisch absorberende wanden
• Kamers met afmetingen die buiten de volgende maten
vallen: B (3 t/m 7 m) x H (2 t/m 3,5 m) x D (3 t/m 7 m)
• Kamers met minder dan 1,8 m afstand tussen de
luisterplek en dit toestel
• Kamers waarin voorwerpen, zoals meubilair de
geluidsbundels zullen hinderen
• Kamers waarin de luisterplek zich dicht bij een wand bevindt
• Kamers waarin de luisterplek zich niet voor dit toestel bevindt
y
•
U kunt van surroundweergave profiteren als u My Surround (zie
bladzijde 57) kiest als weergavefunctie voor de geluidsbundels, ook
als uw kamer niet voldoet aan de bovenstaande voorwaarden (behalve
wanneer de luisterplek zich niet recht voor dit toestel bevindt).
• U kunt ook van surroundweergave profiteren door 2-kanaals of
5-kanaals stereoweergave te selecteren (zie bladzijde 62) of My
Beam (zie bladzijde 63) als weergavefunctie voor de
geluidsbundels, ook als uw kamer niet voldoet aan de
bovenstaande voorwaarden.
Opmerkingen
• We raden u niet aan dit toestel direct op de vloer van uw
luisterruimte te plaatsen. Installeer dit toestel met behulp van
een metalen wandbeugel, rek of standaard.
• Dit toestel weegt 15,5 kg. U dient er zorg voor te dragen dat het
toestel niet kan vallen wanneer het wordt blootgesteld aan
trillingen, bijvoorbeeld bij een aardbeving, en dat het toestel
buiten bereik van kinderen blijft.
• Bij gebruik van een conventionele tv met een beeldbuis (CRT),
mag dit toestel niet direct boven uw tv worden geïnstalleerd.
• Dit toestel is magnetisch afgeschermd. Indien echter het beeld
van uw tv toch gestoord of vervormd raakt, raden we u aan dit
toestel verder bij uw tv vandaan te zetten.
Installeren van dit toestel
Installeer het toestel zo dat de geluidsbundels niet
gehinderd worden door obstakels, zoals meubilair. Anders
is het mogelijk dat het surroundeffect tegenvalt.
U kunt dit toestel parallel aan de wand of in een hoek installeren.
Installatie parallel aan een wand
Installeer dit toestel exact in het midden van de wand,
zoals gemeten vanaf de linker en rechter hoek.
Voorwerpen zoals
meubelstukken
VOORBEREIDINGEN
Bij het installeren van dit toestel moet u voldoende
ventilatieruimte vrij laten zodat de gegenereerde warmte
weg kan. Laat tenminste 5 cm ruimte vrij boven of onder
dit toestel.
Zij-aanzicht
5 cm of meer
Voor
Achter
Zijkant
Hoekinstallatie
Installeer dit toestel in de hoek, met een hoek van 40º tot
50º ten opzichte van de beide wanden.
40° t/m 50°
Nederlands
Voorwerpen zoals meubelstukken
17 Nl
Page 20
Installatie
■ Installatievoorbeelden
Voorbeeld 1
Installeer dit toestel zo dicht mogelijk bij het exacte midden van de wand.
Voorbeeld 2
Installeer dit toestel zo, dat de geluidsbundels via de wanden weerkaatst kunnen worden.
Voorbeeld 3
Installeer dit toestel zo precies mogelijk recht voor uw normale luisterplek.
18 Nl
Page 21
Installatie
■ Bij gebruik van een metalen wandbeugel
U kunt een los verkrijgbare metalen wandbeugel (zoals
SPM-K30) gebruiken om dit systeem aan de wand van uw
luisterruimte te bevestigen.
Metalen wandbeugel
Dit toestel
tv
HTY-7040
150
SPM-K30 (los verkrijgbaar)
355150355
24- 7x22
730
92
4- 7
112
(mm)
y
Voor details omtrent het bevestigen van de metalen beugel aan de
wand en het bevestigen van dit systeem aan de metalen beugel
verwijzen we u naar de instructies zoals meegeleverd met de
beugel.
■ Bij gebruik van een standaard
U kunt uw tv installeren op een in de handel verkrijgbare
standaard of op een rek of kast en dit toestel onder uw tv
installeren.
Standaard
■ Bij gebruik van een rek of kast
U kunt dit systeem boven of onder uw tv installeren in een
in de handel verkrijgbaar rek.
Wanneer dit toestel boven uw tv geïnstalleerd is
VOORBEREIDINGEN
Wanneer dit toestel onder uw tv geïnstalleerd is
Opmerking
Voor de installatie dient u zich ervan te verzekeren dat het rek of
de kast groot genoeg is om voldoende ventilatie rond het toestel
toe te laten (zie bladzijde 17) en sterk genoeg om het gewicht van
zowel dit toestel als uw tv te kunnen dragen.
■ Bevestigen van het toestel
Haal de beschermlaag van elk van de vier meegeleverde
stukken bevestigingsmateriaal (klittenband) en bevestig ze
met de ene kant onderaan de vier hoeken van dit toestel en
met de andere kant aan de bovenzijde van de plank, het rek
enz.
Dit toestel
tv
Dit toestel
y
Raadpleeg de instructies voor de standaard in kwestie voor details
omtrent het installeren daarvan, of hoe u dit toestel en de tv aan
de standaard dient te bevestigen.
Verwijder
het voetje
van de
onderkant
Haal de
beschermlaag los
2
1
Bevestigingsmateriaal
Opmerkingen
• Installeer dit toestel niet bovenop een hellend oppervlak.
Hierdoor zou het toestel kunnen vallen, hetgeen tot letsel zou
kunnen leiden.
• U moet het oppervlak van het rek e.d. schoonmaken voor u de
bevestigingsmaterialen erop aanbrengt. Wanneer er plakband
wordt aangebracht op een vuil of nat oppervlak, zal dit de
kleefkracht nadelig beïnvloeden, waardoor het toestel zal
kunnen vallen.
19 Nl
Nederlands
Page 22
Verbindingen
Verbindingen
Dit toestel is uitgerust met de volgende soorten audio/video in-/uitgangsaansluitingen:
Voor audio ingangssignalen
• 2 optisch digitale ingangsaansluitingen
• 2 coaxiaal digitale ingangsaansluitingen
• 2 sets analoge ingangsaansluitingen
• 1 universeel dock
(Alleen modellen voor de V.S., Canada en Australië)
Voor audio/video ingangssignalen
• 2 HDMI ingangsaansluitingen
Voor video ingangssignalen
• 3 composiet video ingangsaansluitingen
• 2 sets component video ingangsaansluitingen
Via deze in-/uitgangsaansluitingen kunt u externe apparatuur aansluiten, zoals uw tv, DVD-speler, videorecorder, digitale
satellietontvanger, kabel-tv ontvanger, digitale radio, draagbare audiospeler, spelcomputer, of iPod. Bovendien kunt u
profiteren van extra versterke lage tonen door een subwoofer aan te sluiten op dit toestel. Voor details omtrent hoe u
diverse soorten apparatuur dient aan te sluiten op dit toestel, zie de bladzijden 22 t/m 29.
LET OP
•Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
• Haal eerst de stekker uit het stopcontact voor u aansluitingen gaat maken of veranderen en voor u het toestel gaat
verplaatsen of schoonmaken.
Audio-aansluitingVideo-aansluiting
Voor audio uitgangssignalen
• 1 subwoofer uitgangsaansluiting
Voor audio/video uitgangssignalen
• 1 HDMI uitgangsaansluiting
Voor video uitgangssignalen
• 1 composiet video uitgangsaansluiting
• 1 sets component video uitgangsaansluitingen
tv
Dit toestel
INTELLIBEAM MIC
AUX 3
DVD-spelerSubwooferDigitale
Draagbare
audiospeler
INPUT VOLUME STANDBY/ON
+
satellietontvanger of
kabel-tv ontvanger
Videorecorder of
spelcomputer
20 Nl
Page 23
Voor u andere apparatuur gaat aansluiten
Verbindingen
■ Voor de aansluitingen gebruikte kabels
Audio/Video
HDMI kabel
A
Audio
Audio penstekkerkabel (meegeleverd)
(Wit)
(Rood)
(Wit)
(Rood)
Optische kabel (meegeleverd)
Digitale audio penstekkerkabel (meegeleverd)
(Oranje)(Oranje)
3,5 mm stereo ministekker kabel
Subwoofer penstekkerkabel
5
Video
Videokabel voor het in-beeld display (OSD) (meegeleverd)
/ Video penstekkerkabel
(Geel)(Geel)
Component video kabel (tulpstekker)
(Groen)
(Blauw)
(Rood)
■
Opmerkingen bij het aansluiten van de optische kabel
•
Trek het dopje van de aansluiting voor u de optische kabel ermee verbindt. Wanneer u de
optische kabel niet gebruikt, moet u het dopje weer netjes terug op zijn plaats doen.
• Let erop dat u het stekkertje van de optische kabel op de juiste manier in de aansluiting doet.
(Groen)
(Blauw)
(Rood)
■ Kabels vastzetten
Om te voorkomen dat er stekkers losraken, kunt u de meegeleverde kabelklem
op een geschikte plek aan het achterpaneel van dit toestel bevestigen met de
open zijde van de klem naar boven om zo de kabels op hun plek te houden.
Optische kabel
Aan dit toestel
bevestigen
■ Informatie over HDMI™
Audiosignalen
SignaalbronAudiosignaaltype
DVD VideoDolby Digital, DTS, PCM
DVD Audio
Blu-ray Disc
HD DVD
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler,
dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur.
y
• We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken
die korter is dan 5 meter (16 ft) en die voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
■
Voorrangsvolgorde voor audio ingangsaansluitingen
Wanneer er meerdere soorten audiosignalen tegelijk
binnenkomen van één en dezelfde signaalbron, zal dit toestel
de audiosignalen weergeven op basis van de volgende
voorrangsvolgorde: HDMI
→
Volgens de standaardinstelling zijn deze ingangsaansluitingen
toegewezen aan de volgende signaalbronnen:
Ingang
Ingang
Bron
TV/STB
DVD
AUX 1
AUX 2
AUX 3
aan-sluiting
HDMIDigitaalAnaloog
2-kanaals stereo
(tot 96 kHz/24 bits)
Dolby Digital, DTS, PCM
Digitaal → Analoog
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dopje
21 Nl
Page 24
Verbindingen
Aansluitingen met HDMI kabels
Dit toestel is uitgerust met 2 HDMI ingangsaansluitingen en 1 HDMI uitgangsaansluiting. Als uw tv, en eventuele andere
apparatuur, voorzien is van HDMI aansluitingen, kunt u HDMI kabels gebruiken voor makkelijke en eenvoudige
verbindingen en kunt u de aansluitprocedures op de bladzijden 23 t/m 26 overslaan. Als uw tv een ingebouwde digitale
satellietontvanger heeft en een optisch digitale uitgangsaansluiting, dient u de optisch digitale uitgangsaansluiting van uw
tv te verbinden met de TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel.
y
• Wij raden u aan de HDMI kabel(s) vast te zetten met plakband o.i.d. wanneer u HDMI kabel(s) heeft verbonden met de HDMI
aansluiting(en) van dit toestel.
• Dit toestel reproduceert analoge videosignalen en analoge/digitale audiosignalen die binnenkomen via de video/component video
aansluitingen en de analoge/digitale ingangsaansluitingen via de HDMI OUT aansluiting.
Achterpaneel van dit toestel
AUX 1
DVD
IN
*
OUT
HDMI
Deze aansluiting (behalve voor een
spelcomputer) is niet nodig als uw tv
een ingebouwde digitale
satellietontvanger, kabel-tv ontvanger
of digitale ontvanger heeft.
HDMI kabel
A
HDMI
ingang
tv
Audio/Video
HDMI
uitgang
DVD-speler/recorder
*
AAA
HDMI
uitgang
Digitale satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger, digitale
ontvanger of spelcomputer
22 Nl
Page 25
Verbindingen
Aansluiten van een tv
Voor audioverbindingen dient u de analoge audio uitgangsaansluitingen van uw tv te verbinden met de TV/STB AUDIO
IN aansluitingen van dit toestel. Als uw tv een optisch digitale uitgangsaansluiting heeft, dient u de optisch digitale
uitgangsaansluiting van uw tv te verbinden met de TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel.
Voor videoverbindingen dient u de video ingangsaansluiting van uw tv te verbinden met de VIDEO OUT aansluiting van dit
toestel om om het in-beeld display (OSD) te kunnen aflezen wanneer u de systeeminstellingen regelt via het SET MENU. Als
uw tv component video ingangsaansluitingen heeft, kunt u de component video ingangsaansluitingen van uw tv verbinden met
de COMPONENT VIDEO OUT aansluitingen van dit toestel, in aanvulling op de composiet videoverbinding. Wanneer u de
component videoverbindingen heeft gemaakt, kunt u profiteren van beelden met een betere resolutie.
y
Om te voorkomen dat de optische kabel losraakt, dient u deze vast te zetten met de meegeleverde kabeklem (zie bladzijde 21).
Opmerking
Als u tegelijkertijd analoge en optisch digitale audioverbindingen maakt, zoals aangegeven in de illustratie hieronder, zullen de digitale
audiosignalen die binnenkomen via de TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting de voorrang krijgen boven de analoge
audiosignalen die binnenkomen via de TV/STB AUDIO IN aansluitingen.
Achterpaneel van dit toestel
VOORBEREIDINGEN
Video
uitgangsaansluiting
COMPONENT
VIDEO OUT
Component video
ingangsaansluiting
AUDIO IN
RL
Analoge audio
uitgangsaansluiting
AUX 1TV/STB
uitgangsaansluiting
DVDAUX 2
COAXIAL
OPTICAL
AUX 1TV/STB
DIGITAL IN
Optisch digitale
VideoAudio
Videokabel voor het in-beeld display (OSD)
Component video kabel (tulpstekker)
tv
Nederlands
Audio penstekkerkabel
Optische kabel
23 Nl
Page 26
Verbindingen
Aansluiten van een DVD-speler/recorder
Voor de audioverbinding kunt u de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw DVD-speler/recorder verbinden met de
DVD COAXIAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel. Als u dit toestel verbindt met uw DVD/VCR combo speler/
recorder, dient u de analoge audio uitgangsaansluitingen van uw DVD/VCR combo speler/recorder te verbinden met de
AUX 1 AUDIO IN aansluitingen van dit toestel, in aanvulling op de coaxiaal digitale audioverbindingen.
Voor de videoverbinding kunt u de video uitgangsaansluiting van uw DVD-speler/recorder verbinden met de DVD/AUX
2 VIDEO IN aansluiting van dit toestel. Als uw DVD-speler/recorder component video uitgangsaansluitingen heeft, kunt
u de component video uitgangsaansluitingen van uw DVD-speler/recorder verbinden met de DVD/AUX 2
COMPONENT VIDEO IN aansluitingen van dit toestel. Wanneer u de component videoverbindingen heeft gemaakt,
kunt u profiteren van beelden met een betere resolutie.
y
Om te voorkomen dat de optische kabel losraakt, dient u deze vast te zetten met de meegeleverde kabeklem (zie bladzijde 21).
Opmerkingen
• Controleer of uw DVD-speler/recorder correct is ingesteld voor de reproductie van Dolby Digital en DTS digitale audiosignalen. Is dit
niet het geval, dan moet u de systeeminstellingen van uw DVD-speler/recorder wijzigen. Raadpleeg voor details hieromtrent de
handleiding die werd meegeleverd met uw DVD-speler/recorder.
• Als uw DVD-speler/recorder geen coaxiaal digitale uitgangsaansluiting heeft, dient u in plaats daarvan een optisch digitale
audioverbinding te maken (zie bladzijde 28).
*1
U kunt een
composiet of een
component
verbinding
maken.
STB
FM75
UNBAL.
VIDEO IN
*1
Video
uitgangsaansluiting
ANTENNA
COMPONENTCOMPONENT
SUBWOOFER
DVD/AUX 2AUX 1
*2*1
Component video
uitgangsaansluiting
Video
uitgangsaansluiting
*2
Voor de DVD/
Video combo
speler/recorder
AUX 1TV/STB
AUDIO IN
*2
Analoge audio
uitgangsaansluiting
Achterpaneel van dit toestel
DVDAUX 2
LR
COAXIAL
OPTICAL
DIGITAL IN
Coaxiaal digitale
uitgangsaansluiting
AUX 1TV/STB
Videosignaal naar de tv
VideoAudio
Video penstekkerkabel
Component video kabel (tulpstekker)
24 Nl
DVD-speler/recorder
Audio penstekkerkabel
Digitale audio penstekkerkabel
Page 27
Verbindingen
Aansluiten van een digitale satellietontvanger of kabel-tv ontvanger
Voor de audioverbinding kunt u de optisch digitale uitgangsaansluiting van uw digitale satellietontvanger of kabel-tv
ontvanger verbinden met de TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel. Verbind de analoge audio
uitgangsaansluitingen van uw digitale satellietontvanger of kabel tv ontvanger met de TV/STB AUDIO IN aansluitingen
van dit toestel.
Voor de videoverbinding kunt u de video uitgangsaansluiting van uw digitale satellietontvanger of kabel-tv ontvanger
verbinden met de STB VIDEO IN aansluiting van dit toestel. Als uw digitale satellietontvanger of kabel-tv ontvanger
component video uitgangsaansluitingen heeft, kunt u de component video uitgangsaansluitingen van uw digitale
satellietontvanger of kabel-tv ontvanger verbinden met de STB COMPONENT VIDEO IN aansluitingen van dit toestel.
Wanneer u de component videoverbindingen heeft gemaakt, kunt u profiteren van beelden met een betere resolutie.
y
Om te voorkomen dat de optische kabel losraakt, dient u deze vast te zetten met de meegeleverde kabeklem (zie bladzijde 21).
Achterpaneel van dit toestel
STB
FM75
UNBAL.
ANTENNA
COMPONENTCOMPONENT
DVD/AUX 2AUX 1
VIDEO IN
SUBWOOFER
AUX 1TV/STB
AUDIO IN
DVDAUX 2
COAXIAL
OPTICAL
AUX 1TV/STB
DIGITAL IN
VOORBEREIDINGEN
*
Video
uitgangsaansluiting
*
Deze aansluiting (behalve voor een spelcomputer)
is niet nodig als uw tv een ingebouwde digitale
satellietontvanger, kabel-tv ontvanger of digitale
ontvanger heeft.
*
Component video
uitgangsaansluiting
Videosignaal naar de tv
*
U kunt een
composiet of een
component
verbinding maken.
VideoAudio
Video penstekkerkabel
Component video kabel (tulpstekker)
LR
Analoge audio
uitgangsaansluiting
Digitale satellietontvanger of
kabel-tv ontvanger
Audio penstekkerkabel
Optische kabel
Optisch digitale
uitgangsaansluiting
Nederlands
25 Nl
Page 28
Verbindingen
Aansluiten van een digitale ontvanger (bijv. Digitenne)
Voor de audioverbinding kunt u de TV/STB AUDIO IN aansluitingen van dit toestel verbinden met de analoge audio
uitgangsaansluitingen van uw tv. Verbind de optisch digitale uitgangsaansluiting van uw digitale ontvanger (Digitenne
enz.) met de TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel, in aanvulling op de analoge audioverbinding.
Op deze manier kunt u profiteren van zowel analoge als digitale uitzendingen.
Voor de videoverbinding kunt u de video uitgangsaansluiting van uw digitale ontvanger (‘digitenne’) verbinden met de
STB VIDEO IN aansluiting van dit toestel. Als uw digitale ontvanger (‘digitenne’) component video
uitgangsaansluitingen heeft, kunt u de component video uitgangsaansluitingen van uw digitale ontvanger (‘digitenne’)
verbinden met de STB COMPONENT VIDEO IN aansluitingen van dit toestel. Wanneer u de component
videoverbindingen heeft gemaakt, kunt u profiteren van beelden met een betere resolutie.
y
Om te voorkomen dat de optische kabel losraakt, dient u deze vast te zetten met de meegeleverde kabeklem (zie bladzijde 21).
*
Video
uitgangsaansluiting
FM75
UNBAL.
STB
*
Component video
uitgangsaansluiting
ANTENNA
COMPONENTCOMPONENT
DVD/AUX 2AUX 1
VIDEO IN
*
U kunt een
composiet of een
component
verbinding maken.
SUBWOOFER
Verbinden met de
analoge audio
uitgangsaansluitingen
van de tv.
AUX 1TV/STB
AUDIO IN
Achterpaneel van dit toestel
DVDAUX 2
COAXIAL
OPTICAL
AUX 1TV/STB
DIGITAL IN
Optisch digitale
uitgangsaansluiting
Videosignaal naar de tv
*
Deze aansluiting (behalve voor een spelcomputer)
is niet nodig als uw tv een ingebouwde digitale
satellietontvanger, kabel-tv ontvanger of digitale
ontvanger heeft.
VideoAudio
Video penstekkerkabel
Component video kabel (tulpstekker)
26 Nl
Digitale tv-ontvanger
(Digitenne enz.)
Audio penstekkerkabel
Optische kabel
Page 29
Verbindingen
Aansluiten van een draagbare audiospeler
Verbind de analoge audio uitgangsaansluiting van uw draagbare audiospeler met de AUX 3 ingangsaansluiting op het
voorpaneel van dit toestel.
Voorpaneel van dit toestel
INTELLIBEAM MIC
AUX 3
AUX 3
Analoge audio
uitgangsaansluiting
Draagbare audiospeler
INPUT VOLUME STANDBY/ON
+
VOORBEREIDINGEN
Audio
3,5 mm stereo ministekker kabel
Nederlands
27 Nl
Page 30
Verbindingen
Aansluiten van andere externe apparatuur
Als uw component ondersteuning biedt voor optisch digitale verbindingen, kunt u de optisch digitale uitgangsaansluiting van
uw component (bijv. een DVD-speler/recorder) verbinden met de AUX 1 OPTICAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel.
Als uw component geen ondersteuning biedt voor optisch digitale aansluitingen, dient u de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting
van uw component te verbinden met de AUX 2 COAXIAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel. Als uw component
helemaal geen ondersteuning biedt voor digitale aansluitingen, dient u de analoge audio uitgangsaansluitingen van uw
component (bijv. een videorecorder) te verbinden met de AUX 1 AUDIO IN aansluitingen van dit toestel.
Voor de videoverbinding kunt u de video uitgangsaansluiting van uw DVD-speler/recorder enz. verbinden met de DVD/AUX 2 VIDEO IN
(of AUX 1 VIDEO IN) aansluiting van dit toestel. Als uw DVD-speler/recorder enz. component video uitgangsaansluitingen heeft, kunt u de
component video uitgangsaansluitingen van uw DVD-speler/recorder enz. verbinden met de DVD/AUX 2 COMPONENT VIDEO IN aansluitingen
van dit toestel. Wanneer u de component videoverbindingen heeft gemaakt, kunt u profiteren van beelden met een betere resolutie.
y
Om te voorkomen dat de optische kabel losraakt, dient u deze vast te zetten met de meegeleverde kabeklem (zie bladzijde 21).
Opmerking
Als u tegelijkertijd analoge en digitale audioverbindingen maakt, zoals aangegeven in de illustratie hieronder, zullen de digitale
audiosignalen die binnenkomen via de AUX 1 OPTICAL DIGITAL IN of AUX 2 COAXIAL DIGITAL IN aansluiting de voorrang
krijgen boven de analoge audiosignalen die binnenkomen via de AUX 1 AUDIO IN aansluitingen.
*
U kunt een
composiet of een
component
verbinding maken.
Verbind de mono ingangsaansluiting van uw subwoofer met de SUBWOOFER aansluiting van dit toestel.
Deze verbinding alleen is niet voldoende om de aangesloten subwoofer geluid te laten produceren. Om de aangesloten
subwoofer geluid te laten weergeven, dient u deze eerst aan te zetten en de AUTO SETUP te doen (zie bladzijde 37), of u
kunt zelf SWFR selecteren bij BASS OUT onder SUBWOOFER SET (zie bladzijde 82).
Wanneer u een Yamaha subwoofer met een SYSTEM CONNECTOR aansluiting wilt gebruiken, moet u deze verbinden
met de SYSTEM CONNECTOR aansluiting van dit toestel (Modellen voor de V.S. en Canada). Als de subwoofer is
aangesloten door middel van een systeemaansluiting, zal de subwoofer samen met dit toestel in of uit worden geschakeld.
SYSTEM
CONNECTOR
Systeemverbindin
gskabel
COMPONENT
VIDEO OUT
STB
Systeemaansluiting
Achterpaneel van dit toestel
(Modellen voor de V.S. en Canada)
FM75
UNBAL.
ANTENNA
COMPONENTCOMPONENT
DVD/AUX 2AUX 1
VIDEO IN
5
Mono
ingangsaansluiting
VOORBEREIDINGEN
SUBWOOFER
Audio
Subwoofer penstekkerkabel
5
Subwoofer
Nederlands
29 Nl
Page 32
Verbindingen
Aansluiten van de FM antenne
Verbind de meegeleverde FM antenne met de FM ANTENNA aansluiting van dit toestel.
FM binnenantenne (meegeleverd)
STB
FM75
UNBAL.
ANTENNA
COMPONENTCOMPONENT
DVD/AUX 2AUX 1
VIDEO IN
SUBWOOFER
Achterpaneel van dit toestel
Over de RS-232C/IR-OUT/IR IN aansluitingen
De RS-232C, IR-OUT, en IR IN aansluitingen bieden geen ondersteuning voor normale aansluitingen op externe
apparatuur. Deze aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor commercieel gebruik.
Achterpaneel van dit toestel
(Modellen voor de V.S. en Canada)
IR-OUT
IR-OUT
RS-232C
IR IN
30 Nl
IR IN aansluiting
RS-232C aansluitingIR-OUT
aansluiting
Page 33
Verbindingen
Aansluiten van het netsnoer
Wanneer u alle aansluitingen en verbindingen gemaakt heeft, kunt u het ene uiteinde van het netsnoer in de AC IN
aansluiting van dit toestel doen en vervolgens de stekker in het stopcontact steken.
Achterpaneel van dit toestel
(Modellen voor de V.S. en Canada)
IR-OUT
AC IN
Naar het stopcontact
VOORBEREIDINGEN
31 Nl
Nederlands
Page 34
VAN START
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
Druk op
1Houd het teken op de batterijklep
ingedrukt en open het batterijvak.
Van start
y
Verwijder het doorzichtige beschermvel voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken.
Bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit. Gebruik de afstandsbediening op een afstand van
minder dan 6 m van dit toestel en richt deze daarbij op de
sensor op dit toestel.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,
R06, UM-3) in het batterijvak.
U moet de batterijen met de polen (+/–) op de juiste
manier zoals aangegeven in het vak zetten.
3Doe de batterijklep weer dicht.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: het
bereik van de afstandsbediening neemt af, of de zendindicator
licht niet of slechts heel zwak op.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Lege batterijen kunnen gaan lekken. Als de batterijen zijn gaan
lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de
batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet
op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon
voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen niet samen met het andere huishoudelijke afval
weg. Gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de
plaatselijke regelgeving.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat het geheugen van de
afstandsbediening gewist wordt:
– De afstandsbediening is langer dan twee minuten zonder batterijen.
– Er zitten lege batterijen in de afstandsbediening.
– Er wordt per ongeluk op de toetsen van de afstandsbediening
gedrukt terwijl u de batterijen aan het verwisselen bent.
• Als het geheugen van de afstandsbediening per ongeluk gewist
wordt, dient u de afstandsbedieningscodes opnieuw te
programmeren nadat u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening heeft gezet.
INTELLIBEAM MIC
AUX 3
Ongeveer 6 m
45 45
INPUT VOLUME STANDBY/ON
+
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast
de verwarming of kachel
– plekken waar het heel koud wordt
– stoffige plekken
• Zorg ervoor dat de sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel niet blootstaat aan direct zonlicht of andere sterke
verlichting, met name van TL lampen.
• Wanneer de batterijen leeg raken zult u merken dat het bereik
van de afstandsbediening af zal nemen. Vervang in een dergelijk
geval de batterijen zo spoedig mogelijk door twee nieuwe.
32 Nl
Page 35
Van start
Dit toestel aan of uit (standby)
zetten
INPUTVOLUME STANDBY/ON
+
POWERPOWERSTANDBY/ON
AV
TV
DVD
STB
AUX1 AUX2
TV
PRESET/TUNE
CATFM/XM
INPUT1
TV
DOCK
AUX3
MACRO
MEMORYSEARCH
(Modellen voor de V.S. en Canada)
2Druk nog eens op STANDBY/ON om dit
toestel uit (standby) te zetten.
Opmerking
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, zal alleen STANDBY/ON
op het voorpaneel of op de afstandsbediening werken; alle andere
toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening werken pas
wanneer het toestel aan staat.
SETUP
1Druk op STANDBY/ON om dit toestel aan te
zetten.
Het huidige volumeniveau zal worden getoond op het
display op het voorpaneel en vervolgens zullen de
huidige signaalbron en de gebruiksfunctie voor de
geluidsbundels verschijnen.
STANDBY/ON
of
STANDBY/ON
Voorpaneel
Afstandsbediening
VOLUME 30
Huidige volumeniveau
DVD MY SUR
Huidige
signaalbron
Huidige gebruiksfunctie
voor de geluidsbundels
Nederlands
33 Nl
Page 36
GEBRUIKEN VAN HET SET MENU
Gebruiken van het SET MENU
Weergeven van het in-beeld display (OSD)
In dit hoofdstuk wordt uit de doeken gedaan hoe u het in-beeld display (OSD) van dit toestel kunt bekijken op uw tv en
hoe u de nodige instellingen voor uw kamer kunt maken. Wanneer u hiermee klaar bent kunt u vanuit uw eigen luie stoel
naar de tv kijken terwijl u geniet van echte surroundweergave.
1Controleer of de video ingangsaansluiting
van uw tv is verbonden met de VIDEO OUT
aansluiting van dit toestel om het in-beeld
display (OSD) op het tv-scherm weer te
kunnen geven.
2Druk op STANDBY/ON om dit toestel aan te
zetten.
STANDBY/ON
of
STANDBY/ON
Voorpaneel
Afstandsbediening
3Zet nu uw tv aan.
4Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
5Druk op MENU.
Het SET MENU scherm zal nu op uw tv verschijnen.
SET MENU
;MEMORY
MENU
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
34 Nl
Page 37
Schema van het SET MENU
Het volgende diagram geeft een overzicht van de instelprocedure.
Schakel de LANGUAGE SETUP in.
Zie “Veranderen van de taal voor het in-beeld display (OSD)” op bladzijde 36.
Schakel de AUTO SETUP (IntelliBeam) in.
Zie “AUTO SETUP (IntelliBeam)” op bladzijde 37.
Zoek een oplossing.
Zie “Foutmeldingen voor de AUTO SETUP” op bladzijde 43 voor een complete
lijst met foutmeldingen en mogelijke oplossingen.
Gebruiken van het SET MENU
Als er iets fout gaat
SETUP
Laat audiosignalen weergeven of wijzig de instellingen voor de geluidsbundels en CINEMA DSP.
Zie “Weergave” op bladzijde 47, “Genieten van surroundweergave” op bladzijde 56 en “Gebruiken van
geluidsveldprogramma’s” op bladzijde 65.
Als u aanvullende instellingen en
aanpassingen nodig vindt
Schakel de MANUAL SETUP in.
Zie “MANUAL SETUP” op bladzijde 76.
y
• Als u een bepaalde geluidsbundel voor een bepaald luidsprekerkanaal niet duidelijk kunt
horen, wijzig dan de instellingen voor SETTING PARAMETERS (zie bladzijde 78) of
voor BEAM ADJUSTMENT (zie bladzijde 79) onder BEAM MENU.
• Als er zich akoestisch absorberende voorwerpen, zoals gordijnen, bevinden in het pad van
de geluidsbundels, wijzig dan de instellingen voor TREBLE GAIN in het BEAM MENU
(zie bladzijde 81).
Nederlands
35 Nl
Page 38
VERANDEREN VAN DE TAAL VOOR HET IN-BEELD DISPLAY (OSD)
Veranderen van de taal voor het in-beeld display (OSD)
Met deze functie kunt u de gewenste taal kiezen voor het SET MENU van dit toestel.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op MENU.
Het SET MENU scherm zal nu op uw tv verschijnen.
SET MENU
;MEMORY
MENU
y
• De bedieningstoetsen voor het SET MENU worden
onderaan het scherm getoond.
• Om terug te gaan naar het vorige scherm in het SET
MENU, dient u op RETURN te drukken.
• Om het SET MENU te verlaten, dient u nog eens op
MENU te drukken.
• U kunt de volgende handelingen ook verrichten via het
display op het voorpaneel.
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
4Druk op / , selecteer de gewenste taal
en druk vervolgens op ENTER.
ENTER
Keuzes: ENGLISH (Engels), DEUTSCH (Duits),
Français (Frans), ESPAÑOL (Spaans),
ITALIANO (Italiaans), NEDERLANDS
(Nederlands), Русский (Russisch)
ENTER
3Druk op / , selecteer LANGUAGE
SETUP en druk dan op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
;LANGUAGE SETUP
ENGLISH
.
DEUTSCH
Francais
ESPANOL
ITALIANO
NEDERLANDS
p
[ ]/[ ]:Select
p
[ENTER]:Return
36 Nl
Page 39
AUTO SETUP (INTELLIBEAM)
AUTO SETUP (IntelliBeam)
Dit toestel produceert geluidsvelden door geluidsbundels te weerkaatsen via de wanden van uw kamer en de samenhang
tussen alle luidsprekerkanalen te vergroten. Op dezelfde manier als u bij andere audiosystemen de opstelling van de
luidsprekers zou veranderen, zo moet u bij dit systeem de hoek van een bepaalde geluidsbundel veranderen om een betere
weergave te verkrijgen.
Dit toestel stelt de geluidsbundels automatisch optimaal in met behulp van geluidsoptimalisatie-technologie en de
meegeleverde IntelliBeam microfoon, zodat u niet een moeizame setup hoeft te doorlopen waarbij u naar alle
luidsprekers moet luisteren, maar gemakkelijk de optimaal aan uw luisteromgeving aangepaste geluidsinstellingen kunt
laten maken. Deze twee functies duiden wij aan met de algemene benaming “IntelliBeam”.
Optimaliseren geluidsbundels:
Deze functie optimaliseert de hoeken van de geluidsbundels om de weergave aan te passen aan uw luisteromgeving.
Geluidsoptimalisering:
Deze functie optimaliseert de vertraging, het volume en de toonkwaliteit om de weergave aan te passen aan uw
luisteromgeving.
Schema van het AUTO SETUP
Dit toestel voert een aantal controles uit om de hoeken van de geluidsbundels, de vertraging, het volume en de
toonkwaliteit in te stellen. U kunt naar keuze alle of alleen bepaalde parameters in laten stellen.
SETUP
Controleren van de
akoestische eigenschappen
van uw kamer
*1
Optimaliseren van de hoeken
van de geluidsbundels
*2 *3
Controleren van de subwoofer,
optimaliseren van de vertraging,
frequentiekarakteristieken en het
volume van de geluidsbundels
Optimaliseren
geluidsbundels
Geluidsoptimalisering
Opmerkingen
*1 De controle van de hoeken van de geluidsbundels wordt
overgeslagen als u SOUND OPTIMZ only heeft geselecteerd.
2
*
De geluidsoptimalisering wordt overgeslagen als u BEAM
OPTIMZ only heeft geselecteerd.
3
*
De controle van de subwoofer wordt overgeslagen als u BEAM
OPTIMZ only heeft geselecteerd.
37 Nl
Nederlands
Page 40
AUTO SETUP (IntelliBeam)
Installeren van de IntelliBeam microfoon
De meegeleverde IntelliBeam microfoon beluistert en analyseert het geluid zoals dat door dit toestel in uw eigen kamer
wordt weergegeven. Volg de onderstaande procedure om de IntelliBeam microfoon aan te sluiten op dit toestel en zorg
ervoor dat de IntelliBeam microfoon op de juiste plek wordt opgesteld en dat er zich geen grote obstakels bevinden
tussen de microfoon en de wanden van uw kamer.
Opmerkingen
• Nadat u de AUTO SETUP procedure heeft afgerond, moet u niet vergeten de IntelliBeam microfoon los te koppelen.
• De IntelliBeam microfoon is gevoelig voor warmte.
– Houd deze uit direct zonlicht.
– Plaats de microfoon niet bovenop het toestel.
• Sluit de IntelliBeam microfoon niet aan via een verlengsnoer, want dit kan leiden tot onjuiste instellingen.
• Er kan zich een fout voordoen tijdens de AUTO SETUP procedure als de IntelliBeam microfoon niet correct opgesteld is in uw kamer.
Om eventuele fouten te voorkomen:
– Zet de IntelliBeam microfoon niet helemaal links of rechts van dit toestel, maar midden ervoor.
– Zet de IntelliBeam microfoon niet binnen 1,8 m vanaf de voorkant van dit toestel.
– Zet de IntelliBeam microfoon niet meer dan 1 m hoger of lager dan het midden van dit toestel.
• Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden tussen de IntelliBeam microfoon en de wanden van uw kamer, want dergelijke
obstakels zullen de geluidsbundels hinderen. Voorwerpen die tegen de wand aan staan worden echter beschouwd als uitstekende
onderdelen van de wand.
• De beste resultaten bereikt u wanneer de IntelliBeam microfoon op dezelfde hoogte en op dezelfde plek wordt geplaatst als waar uw
oren zich zouden bevinden wanneer u gewoon aan het luisteren zou zijn. Als dit niet mogelijk is, kunt u met de hand de hoeken van de
geluidsbundels en de uitgangsniveaus daarvan bijstellen met de MANUAL SETUP (zie bladzijde 76) wanneer u de AUTO SETUP
procedure heeft afgerond.
• Als er een subwoofer met eigen volumeregeling en instelbare crossover-/hoge afsnij-frequentie is
aangesloten op dit toestel, zet dan het volume tussen 11 en 1 uur als u de draaiknop als een
wijzerplaat beschouwt en zet de crossover-/hoge afsnij-frequentie op de maximale waarde.
VOLUME
CROSSOVER
HIGH CUT
1Druk op STANDBY/ON om dit toestel uit te
zetten.
STANDBY/ON
of
STANDBY/ON
Voorpaneel
Afstandsbediening
2Sluit de meegeleverde IntelliBeam microfoon
aan op de INTELLIBEAM MIC aansluiting op
het voorpaneel.
INTELLIBEAM MIC
AUX 3
INTELLIBEAM MIC
MIN MAXMIN
Subwoofer
3
Plaats de IntelliBeam microfoon op uw normale
luisterplek, op een vlakke, horizontale
ondergrond, meer dan 1,8 m bij de voorkant van
het toestel vandaan en met minder dan 1 m
hoogteverschil (hoger of lager) ten opzichte van
het midden van het toestel gemeten, met de kop
van de IntelliBeam microfoon naar boven gericht.
Opmerking
U moet de IntelliBeam microfoon op een denkbeeldige lijn
door het midden van dit toestel plaatsen.
y
U kunt gebruik maken van de meegeleverde kartonnen
microfoonstandaard om de IntelliBeam microfoon zo op te
stellen dat deze zich op dezelfde hoogte en dezelfde plek
bevindt als uw oren wanneer u op uw luisterplek zit.
IntelliBeam
microfoon
Hoogte van het
midden van dit
toestel
Bovenste grens
microfoonpositie
Binnen 1 m
MAX
38 Nl
microfoonstandaard
Kartonnen
Meer dan 1,8 m
Binnen 1 m
Luisterplek
Ondergrens
microfoonpositie
Page 41
Middenlijn
IntelliBeam
microfoon
■ In elkaar zetten van de meegeleverde
kartonnen microfoonstandaard
De kartonnen microfoonstandaard bestaat uit drie
verschillende onderdelen (één rond en twee langwerpig)
die samen de standaard vormen.
AUTO SETUP (IntelliBeam)
Gebruiken van het AUTO SETUP
(IntelliBeam)
Wanneer de IntelliBeam microfoon correct is aangesloten
op het toestel en correct geplaatst is in uw kamer, kunt u
via onderstaande aanwijzingen de AUTO SETUP
procedure laten beginnen.
U kunt de AUTO SETUP procedure ook beginnen door
AUTO SETUP tenminste twee seconden ingedrukt te
houden. In dit geval zal dit toestel zowel de optimalisering
van de geluidsbundels als de geluidsoptimalisering
uitvoeren.
SETUP
12
34
1Haal de drie onderdelen voor de kartonnen
microfoonstandaard los uit het karton.
2Steek het ene langwerpige onderdeel met de
sleuf in de sleuf van het andere langwerpige
onderdeel.
INPUTVOLUME STANDBY/ON
+
AUX1 AUX2
DVD
TV
STB
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
MY BEAM
4
MUSICMOVIE
789
OFF
+10
0
ENHANCER MENU
ENTRY
CAT/
ENTER
A-E
VOLUME
AV
INPUT1
INPUTMODE
5
CH
(Modellen voor de V.S. en Canada)
POWERPOWERSTANDBY/ON
TV
DOCK
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
TV VOL
YSP
3Pas het ronde stuk bovenop de twee in elkaar
gestoken langwerpige onderdelen.
4Plaats de meegeleverde IntelliBeam
microfoon bovenop het ronde stuk.
Nederlands
39 Nl
Page 42
AUTO SETUP (IntelliBeam)
Opmerkingen
• Zorg ervoor dat het zo stil mogelijk is in uw kamer wanneer u
de AUTO SETUP procedure uitvoert.
• Voor de beste resultaten mag u zelf ook niet in de kamer
aanwezig zijn tot de AUTO SETUP procedure is afgerond,
zodat u de geluidsbundels niet in de weg kunt zitten.
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat er tijdens de AUTO
SETUP procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• De AUTO SETUP procedure verloopt mogelijk niet naar
behoren als dit toestel is geïnstalleerd in een kamer zoals
beschreven onder “Voor u dit toestel gaat installeren” op
bladzijde 17. In een dergelijk geval dient u de MANUAL
SETUP (zie bladzijde 76) te gebruiken om de diverse
parameters met de hand in te stellen.
• Als er iets mis gaat, zal er een geluidssignaal gegeven worden,
waarna de AUTO SETUP procedure wordt gestopt en er een
foutmelding op het scherm zal verschijnen. Zie “Foutmeldingen
voor de AUTO SETUP” op bladzijde 43 voor mogelijke
oplossingen.
y
• De AUTO SETUP procedure duurt hoogstens ongeveer drie
minuten. Er wordt een geluidssignaal gegeven wanneer de
AUTO SETUP procedure met succes is afgesloten.
• Als uw kamer gordijnen heeft, raden we u aan de onderstaande
procedure te volgen.
1. Doe de gordijnen helemaal open om het geluid beter te laten
weerkaatsen.
2. Schakel de BEAM OPTIMZ only in.
3. Doe de gordijnen dicht.
4. Schakel de SOUND OPTIMZ only in.
• U kunt de via de AUTO SETUP procedure geoptimaliseerde
instellingen opslaan (zie bladzijde 44). Later kunt u dan een
bepaalde set instellingen die zijn geoptimaliseerd voor bepaalde
omstandigheden in uw kamer weer oproepen als dat nodig is
(zie bladzijde 45).
1Druk op STANDBY/ON om dit toestel aan te
zetten.
Zet de subwoofer aan als er een subwoofer is
aangesloten op dit toestel.
3Druk op MENU.
Het SET MENU scherm zal nu op uw tv verschijnen.
SET MENU
;MEMORY
MENU
y
• De bedieningstoetsen voor het SET MENU worden
onderaan het scherm getoond.
• Om terug te gaan naar het vorige scherm in het SET
MENU, dient u op RETURN te drukken.
• Om het SET MENU scherm te annuleren, dient u nog eens
op MENU te drukken.
• U kunt de BEAM+SOUND OPTIMZ procedure opstarten
door AUTO SETUP tenminste twee seconden ingedrukt te
houden. De stappen 4 en 5 worden overgeslagen en
vervolgens zal het scherm van stap 5 op uw tv verschijnen.
Begin met de AUTO SETUP procedure vanaf stap 6.
• U kunt de volgende handeling ook verrichten via het
display op het voorpaneel.
4Druk op / , selecteer AUTO SETUP en
druk vervolgens op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
ENTER
STANDBY/ON
of
STANDBY/ON
Voorpaneel
Afstandsbediening
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
40 Nl
;AUTO SETUP
.
1)BEAM+SOUND OPTIMZ
2)BEAM OPTIMZ only
3)SOUND OPTIMZ only
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
Page 43
AUTO SETUP (IntelliBeam)
5Druk op / , selecteer BEAM+SOUND
OPTIMZ, BEAM OPTIMZ only of SOUND
OPTIMZ only en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
AUTO SETUP
PREPARATION & CHECK
Please connect the MIC.
Please place the MIC at least
1.8m/6ft away from the YSP
unit. The MIC should be set
at ear level when seated.
Measurement takes about 3min.
After [ENTER] is pressed,
please leave the room.
[ENTER]:Start [RETURN]:Cancel
BEAM+SOUND OPTIMZ
(Optimaliseren geluidsbundels en geluids
optimalisering)
Hiermee kunt u de hoeken van de geluidsbundels, de
vertraging, het volume en de toonkwaliteit optimaliseren
om de weergave aan te passen aan uw luisteromgeving.
In de volgende gevallen kunt u het beste deze
optimalisatiemethode kiezen:
• Als u de instellingen voor het eerst maakt.
• Als het toestel verplaatst is.
• Als uw kamer verbouwd is.
• Als er voorwerpen (meubilair e.d.) in uw kamer
verplaatst zijn.
Dit menu neemt ongeveer drie minuten in beslag.
BEAM OPTIMZ only
(Alleen optimaliseren geluidsbundels)
Hiermee kunt u de hoeken van de geluidsbundels optimaliseren
om de weergave aan te passen aan uw luisteromgeving.
Dit menu neemt ongeveer één minuut in beslag.
SOUND OPTIMZ only
(Alleen geluidsoptimalisering)
Hiermee kunt u de vertraging, het volume en de toonkwaliteit
optimaliseren om de weergave aan te passen aan uw luisteromgeving.
In de volgende gevallen kunt u het beste deze
optimalisatiemethode kiezen:
• Als u de gordijnen in uw kamer heeft geopens of juist
gesloten voor u het toestel gaat gebruiken.
• Als u de hoeken van de geluidsbundels met de hand
heeft ingesteld.
Dit menu neemt ongeveer twee minuten in beslag.
ENTER
6Controleer de volgende punten nogmaals
voor u met de AUTO SETUP procedure
begint.
• Is de IntelliBeam microfoon correct aangesloten op
het toestel?
• Is de IntelliBeam microfoon op de juiste plek
opgesteld?
• Zijn er grote obstakels tussen de IntelliBeam
microfoon en de wanden van uw luisterruimte?
7Druk op ENTER om de AUTO SETUP
procedure te laten beginnen.
Het volgende scherm zal op uw tv verschijnen en na
ongeveer 10 seconden zal de AUTO SETUP
procedure beginnen.
Ga rustig de kamer uit voor de AUTO SETUP
procedure begint.
ENTER
AUTO SETUP START
Will begin in 10sec
Please leave the room
**--------
[RETURN]:Cancel
Als er iets mis gaat, zal er een geluidssignaal klinken
en zal er een foutmelding verschijnen. Zie
“Foutmeldingen voor de AUTO SETUP” op
bladzijde 43 voor een complete lijst met
foutmeldingen en mogelijke oplossingen. Volg de
gegeven instructies en voer de AUTO SETUP
procedure opnieuw uit.
← Knippert
SETUP
Nederlands
Opmerking
U moet de hoeken van de geluidsbundels optimaliseren met de
BEAM OPTIMZ only procedure voor u begint met de SOUND
OPTIMZ only procedure.
41 Nl
Page 44
AUTO SETUP (IntelliBeam)
8Controleer of het volgende scherm op uw tv
verschijnt.
De resultaten van de AUTO SETUP procedure
worden weergegeven op uw tv.
Voorbeeld 1
SHOW RESULT
←
MEASUREMENT COMPLETE
BEAM MODE :5 BEAM
SUBWOOFER :NOT APPLICABLE
[ENTER]:Save set-up.
[RETURN]:Do not save set-up.
Voorbeeld 2
Knippert
SHOW RESULT
←
MEASUREMENT COMPLETE
ENVIRONMENT CHECK[FAILED]
BEAM MODE :5 BEAM
SUBWOOFER :YES
[ENTER]:Save set-up.
[RETURN]:Do not save set-up.
y
• Als “ENVIRONMENT CHECK [FAILED]”
verschijnt, raden we u aan de AUTO SETUP procedure
opnieuw op te starten. Voor details, zie stap 9.
• Als “SUBWOOFER : NOT APPLICABLE” verschijnt
alhoewel er wel degelijk een subwoofer is aangesloten
op dit toestel, zet het volume van de subwoofer dan
eerst hoger en voer vervolgens de AUTO SETUP
procedure opnieuw uit.
• Afhankelijk van de vorm en inrichting van uw kamer is
het mogelijk dat de hoek voor de linker en rechter
voor- en linker en rechter surround-geluidsbundels op
dezelfde waarde wordt ingesteld, ook als “5 BEAM”
als resultaat wordt getoond.
Knippert
9Druk op ENTER om de resultaten te
bevestigen of op RETURN om ze te
annuleren.
Het volgende scherm wordt twee seconden lang op
uw tv getoond en zal vervolgens verdwijnen.
AUTO SETUP COMPLETE
ENTER
Please remove the MIC from
the YSP and the listening
position.
Als “ENVIRONMENT CHECK [FAILED]” verschijnt bij
stap 8, zal het volgende scherm verschijnen nadat u op
ENTER heeft gedrukt. Zie in een dergelijk geval ERROR
E-1 onder “Foutmeldingen voor de AUTO SETUP” op
bladzijde 43. Druk op ENTER om de AUTO SETUP af te
sluiten en start de procedure vervolgens opnieuw op vanaf
stap 3.
AUTO SETUP COMPLETE
Your YSP unit may not be set
up correctly.
We recommend you try again.
Please press [ENTER] key to
exit.
10 Haal de meegeleverde IntelliBeam microfoon
uit de INTELLIBEAM MIC aansluiting op het
voorpaneel.
INTELLIBEAM MIC
AUX 3
42 Nl
y
Zie “Gebruiken van het systeemgeheugen” op bladzijde 44 als u
instellingen wilt opslaan of laden.
Page 45
■ Foutmeldingen voor de AUTO SETUP
Voor de AUTO SETUP procedure begint
AUTO SETUP (IntelliBeam)
FoutmeldingOorzaakOplossing
ERROR E-2
No MIC detected. Please check
MIC connection and re-try.
De IntelliBeam microfoon is niet
aangesloten op het toestel.
Sluit de IntelliBeam microfoon correct
aan op het toestel.
Zie
bladzijde
38
Terwijl de AUTO SETUP procedure bezig is
Druk op RETURN als één van de onderstaande foutmeldingen verschijnt, behalve bij E-1. Als u de AUTO SETUP
procedure heeft opgestart door op AUTO SETUP te drukken bij stap 3, kunt u de procedure opnieuw beginnen vanaf stap
3 wanneer het scherm verdwenen is. Als u de AUTO SETUP procedure heeft opgestart door op MENU te drukken bij
stap 3, kunt u de procedure opnieuw beginnen vanaf stap 4 wanneer het scherm van stap 3 verschijnt. Gebruik de
MANUAL SETUP als het probleem moeilijk op te lossen blijkt.
FoutmeldingOorzaakOplossing
ERROR E-1
Please test in quieter environment.
ERROR E-2
No MIC detected. Please check
MIC connection and re-try.
ERROR E-3
Unexpected control is detected.
Please re-try.
ERROR E-4
Please check MIC position. MIC
should be set in front of YSP.
ERROR E-5
Please check MIC position. MIC
should be set above 1.8m/6.0ft.
ERROR E-6
Volume level is lower than
expected. Please check MIC
position/connection and re-try.
Er is te veel ongewenste ruis of ander
storend geluid in uw luisterruimte.
De IntelliBeam microfoon is losgeraakt
terwijl de AUTO SETUP procedure
bezig was.
Er werden andere handelingen
uitgevoerd met het toestel terwijl de
AUTO SETUP procedure bezig was.
De IntelliBeam microfoon bevindt zich
niet recht voor het toestel.
De IntelliBeam microfoon bevindt zich
niet op de juiste afstand van het toestel.
De IntelliBeam microfoon kan het door
dit toestel geproduceerde geluid niet
correct waarnemen omdat het volume te
laag is.
Er heeft zich een interne fout
voorgedaan.
Zorg ervoor dat uw luisterruimte zo stil
mogelijk is. Misschien moet u een
bepaalde tijd tijdens de dag kiezen
wanneer er zo min mogelijk storend
geluid van buiten komt.
Zorg ervoor dat de IntelliBeam
microfoon correct is aangesloten op het
toestel.
Voer geen andere handelingen uit terwijl
de AUTO SETUP procedure bezig is.
Zorg ervoor dat de IntelliBeam
microfoon zich recht voor het toestel
bevindt.
Zorg ervoor dat de IntelliBeam
microfoon zich minimaal dan 1,8 m bij
de voorkant van het toestel vandaan
bevindt en met minder dan 1 m
hoogteverschil ten opzichte van het
midden van het toestel.
Zorg ervoor dat de IntelliBeam
microfoon correct is aangesloten op het
toestel en correct is opgesteld. Als het
probleem zich blijft voordoen, dient u
contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde Yamaha servicecentrum.
Herhaal de AUTO SETUP procedure.
Zie
bladzijde
—
38
—
38
38
38
—
SETUP
43 Nl
Nederlands
Page 46
GEBRUIKEN VAN HET SYSTEEMGEHEUGEN
Gebruiken van het systeemgeheugen
Handig gebruik maken van het
systeemgeheugen
U kunt de instellingen zoals op dit moment aangepast via
het SET MENU opslaan in het systeemgeheugen van dit
toestel. Het kan heel handig zijn om verschillende
instellingen op te slaan voor verschillende
omstandigheden in uw luisterruimte. Als er bijvoorbeeld
gordijnen hangen in het pad van een geluidsbundel, hangt
de geluidsweergave mede af van het feit of de gordijnen
open of dicht zijn.
Met de gordijnen open
Met de gordijnen dicht
Instellingen opslaan
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
3Druk op / , selecteer MEMORY en druk
dan op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
;MEMORY
1)LOAD
.
2)SAVE
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
4Druk op / , selecteer SAVE en druk dan
op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
2Druk op MENU.
Het SET MENU scherm zal nu op uw tv verschijnen.
SET MENU
;MEMORY
MENU
y
• De bedieningstoetsen voor het SET MENU worden
onderaan het scherm getoond.
• Om terug te gaan naar het vorige scherm in het SET
MENU, dient u op RETURN te drukken.
• Om het SET MENU scherm te verlaten, dient u nog eens
op MENU te drukken.
• U kunt de volgende handeling ook verrichten via het
display op het voorpaneel.
44 Nl
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
2)MEMORY SAVE
.
MEMORY1
MEMORY2
MEMORY3
p
[ ]/[ ]:Select
p
[ENTER]:Enter
Page 47
Gebruiken van het systeemgeheugen
5Druk op / , selecteer MEMORY1,
MEMORY2, of MEMORY3 en druk dan op
ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
2)MEMORY SAVE
MEMORY1 Save Now ?
Push [ENTER] to Save
6Druk nog eens op ENTER.
De nieuwe instellingen worden opgeslagen als
MEMORY1, MEMORY2 of MEMORY3. Wanneer
de instellingen voor de parameters opgeslagen zijn,
zal het SET MENU scherm weer verschijnen.
2)MEMORY SAVE
ENTER
MEMORY1 Saving
Instellingen laden
U kunt de via “Instellingen opslaan” op bladzijde 44
opgeslagen instellingen voor bepaalde omstandigheden in
uw luisterruimte ook weer oproepen wanneer dat nodig is.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op MENU.
Het SET MENU scherm zal nu op uw tv verschijnen.
SET MENU
;MEMORY
MENU
y
• De bedieningstoetsen voor het SET MENU worden
onderaan het scherm getoond.
• Om terug te gaan naar het vorige scherm in het SET
MENU, dient u op RETURN te drukken.
• Om het SET MENU scherm te verlaten, dient u nog eens
op MENU te drukken.
• U kunt de volgende handeling ook verrichten via het
display op het voorpaneel.
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
SETUP
SET MENU
;MEMORY
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
7Druk op MENU om af te sluiten.
Het SET MENU scherm zal nu van uw tv verdwijnen.
MENU
3Druk op / , selecteer MEMORY en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
;MEMORY
1)LOAD
.
2)SAVE
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
45 Nl
Nederlands
Page 48
Gebruiken van het systeemgeheugen
4Druk op / , selecteer LOAD en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
1)MEMORY LOAD
.
MEMORY1
MEMORY2
MEMORY3
p
[ ]/[ ]:Select
p
[ENTER]:Enter
5Druk op / , selecteer MEMORY1,
MEMORY2, of MEMORY3 en druk dan op
ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
6Druk nog eens op ENTER.
De nieuwe instellingen, opgeslagen als MEMORY1,
MEMORY2, of MEMORY3, worden geladen.
Wanneer de instellingen voor de parameters geladen
zijn, zal het SET MENU scherm weer verschijnen.
1)MEMORY LOAD
ENTER
MEMORY1 Loading
SET MENU
;MEMORY
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
7Druk op MENU om af te sluiten.
Het SET MENU scherm zal nu van uw tv verdwijnen.
ENTER
MENU
ENTER
1)MEMORY LOAD
MEMORY1 Load Now ?
Push [ENTER] to Load
46 Nl
Page 49
Weergave
Selecteren van een signaalbron
U kunt het geluid van de diverse op dit toestel aangesloten
componenten laten weergeven door herhaaldelijk op
INPUT op het voorpaneel van het toestel of op één van de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening te drukken
(TV, STB, DVD, AUX1, AUX2 of AUX3). De naam van
de geselecteerde signaalbron en de daarmee
corresponderende ingangsfunctie worden aangegeven op
het display op het voorpaneel.
WEERGAVE
■ Bediening via het voorpaneel
Druk op INPUT op het voorpaneel om te
schakelen tussen TV, STB, DVD, AUX1, AUX2 en
AUX3.
De naam van de geselecteerde signaalbron en de huidige
ingangsfunctie worden aangegeven op het display op het
voorpaneel.
■ Afstandsbediening
y
Behalve dit toestel, kunt u ook andere componenten bedienen als
u de bijbehorende codes daarvoor heeft ingesteld op de
afstandsbediening en de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
TV/AV zet om de set bedieningstoetsen van de afstandsbediening
om te schakelen (zie bladzijde 103).
Druk op TV om een tv-programma te laten
weergeven.
TV
INPUTVOLUME STANDBY/ON
+
AUX1 AUX2
DVD
TV
STB
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
MY BEAM
4
MUSICMOVIE
789
OFF
+10
0
ENHANCER MENU
ENTRY
CAT/
ENTER
A-E
INPUT1
INPUTMODE
5
(Modellen voor de V.S. en Canada)
DOCK
AUX3
TV
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
YSP
TV/STBAUTO
Naam van de
geselecteerde
signaalbron
Druk op STB om een satellietuitzending te laten
weergeven.
Soort ingangsfunctie
STB
TV/STBAUTO
Druk op DVD om een DVD te laten weergeven.
DVD
BASISBEDIENING
DVDAUTO
Nederlands
47 Nl
Page 50
Weergave
Druk op AUX1 (of AUX2) om een component weer
te laten geven die is verbonden met de AUX 1 (of
AUX 2) aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
AUX1
2Gebruik de afstandsbediening van uw tv om
het videokanaal te kiezen waarop het
menuscherm van uw DVD-speler wordt
weergegeven.
Opmerking
Zet indien nodig het volume van uw tv laag zodat u geen
geluid meer via de tv zelf kunt horen.
AUX1AUTO
Druk op AUX3 om een component weer te laten
geven die is verbonden met de AUX 3
ingangsaansluiting op het voorpaneel.
AUX3
AUX3
Weergeven van signaalbronnen
Wan de signaalbron eenmaal is geselecteerd (zie
bladzijde 47), kunt u deze laten weergeven via dit toestel.
Opmerking
In dit hoofdstuk wordt een DVD-speler gebruikt als weer te geven
component (signaalbron).
y
Voor details omtrent uw tv en DVD-speler verwijzen we u naar de
daarbij behorende handleidingen.
3Druk op DVD om uw DVD als signaalbron te
selecteren.
DVD
4Begin de weergave op uw DVD-speler met de
daarbij behorende afstandsbediening.
De audiosignalen van uw DVD-speler worden
weergegeven via dit toestel.
y
• U kunt de meegeleverde demonstratie-DVD gebruiken om de
digitale signalen te controleren die binnenkomen van de DVDspeler via de digitale verbinding (optisch/coaxiaal/HDMI). De
indicatoren voor de ingangskanalen en het LFE kanaal lichten
op wanneer dit toestel detecteert dat er een 5.1-kanaals signaal
binnenkomt via de optische/coaxiale/HDMI aansluiting. Als de
PCM
indicator oplicht, dient u de instellingen voor het digitale
uitgangssignaal, het bitstream uitgangssignaal, het DTS
uitgangssignaal en/of het HDMI uitgangssignaal van de DVDspeler te controleren.
• Als het volume van dit toestel te laag is, verhoog het dan tot
ongeveer 45.
• Als u de juiste afstandsbedieningscodes heeft ingesteld voor uw
tv en DVD-speler, kunt u deze apparatuur ook bedienen met de
afstandsbediening van dit toestel. Zie zie bladzijde 103 voor
details omtrent het instellen van afstandsbedieningscodes.
1Zet uw DVD-speler aan.
48 Nl
Page 51
Instellen van het volume
INPUTVOLUME STANDBY/ON
+
VOLUME
MUTE
TV VOL
CH
TV INPUT TV MUTE
Weergave
■ Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
VOLUME
MUTE
TV VOL
CH
TV INPUT TV MUTE
1Druk op MUTE om de geluidsweergave
tijdelijk uit te schakelen.
“AUDIO MUTE ON” zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en de volume-indicator zal gaan
knipperen.
MUTE
Druk op VOLUME +/– om het volume te verhogen
of te verlagen.
De numerieke waarde voor het ingestelde volumeniveau
wordt aangegeven op het display.
Instelbereik: MIN (minimum), 01 t/m 99,
MAX (maximum)
VOLUME
of
VOLUME
Voorpaneel
+
Afstandsbediening
VOLUME30
Opmerkingen
• Het volumeniveau van alle signaalbronnen (multikanaals zowel
als stereo) wordt tegelijk veranderd.
• Met elke druk op VOLUME +/– wordt het volume met één
stapje verhoogd of verlaagd.
• Als u VOLUME +/– ingedrukt houdt, kunt u het volume
continu laten verhogen of verlagen.
AUDIOMUTEON
Knippert
DVD5BEAM
2Druk nog eens op MUTE (of op VOLUME +/–)
om de geluidsweergave weer te hervatten.
“AUDIO MUTE OFF” zal eventjes op het display
getoond worden (of de waarde van het huidige
volumeniveau, als u op VOLUME +/– drukt), en de
volume-indicator zal oplichten.
VOLUME
MUTE
of
Licht op
AUDIOMUTEOFF
Opmerking
De geluidsweergave van alle signaalbronnen (multikanaals zowel
als stereo) wordt tegelijk uitgeschakeld.
y
U kunt instellen of het volume helemaal zal worden
uitgeschakeld, of alleen met 20 dB zal worden verlaagd wanneer
u op MUTE drukt (zie bladzijde 83).
BASISBEDIENING
Nederlands
49 Nl
Page 52
FM AFSTEMMEN
FM afstemmen
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke radiosignalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal zwak is, kunt u proberen met de hand af
te stemmen op de FM zender. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 5 voorkeuzegroepen met elk 8
voorkeuzezenders) automatisch of met de hand voorprogrammeren.
y
• In dit deel wordt uitsluitend de afstandsbediening gebruikt voor de modellen voor Europa, Australië, Azië en Korea.
• Wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV/AV staat, kunt u alle FM functies bedienen. Wanneer de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op YSP staat, kunt u alleen de bij “Selecteren van een voorkeuzezender” beschreven functies bedienen (zie bladzijde 54).
Opmerking
Stel de aangesloten FM antenne zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
FM bedieningsorganen en functies
■ Afstandsbedieningsfuncties
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie (8) op TV/
AV voor u gaat afstemmen of een voorkeuzezender kiest.
POWERPOWERSTANDBY/ON
AV
TV
DVD
STB
1
2
3
FM
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREOMY SUR.
4
MUSICMOVIE
789
OFF
0
ENHANCER
4
A-E
5
VOLUME
MUTE
(Modellen voor Europa,
Australië, Azië en Korea)
AUX1 AUX2
TV
PRESET/TUNE
A-E
AUTO
SETUP
AUX3
TV
MACRO
INPUT1
MEMORYSEARCH
SLEEP
INPUTMODE
321
MY BEAM
6
5
SPORTS
SUR. DECODE
+10
MENU
ENTRY
ENTER
RETURNDISPLAY
TV VOL
CH
TV INPUT TV MUTE
TV/AV
YSP
6
7
8
1 FM
Selecteert de FM radio als signaalbron. Het toestel zal
afgestemd staan op de laatst geselecteerde FM zender.
y
Modellen voor de V.S. en Canada maken gebruik van FM/XM.
2 PRESET/TUNE
Schakelt tussen de zoekfuncties voor voorkeuzezenders en
automatisch afstemmen (zie bladzijde 53).
3 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfers 1 t/m 8 om de nummers van de
voorkeuzezenders te selecteren (zie bladzijde 54).
4 ENTRY (/)
• Hiermee kunt u het voorkeuzenummer (1 t/m 8) kiezen
wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 54).
• U kunt hiermee de afstemfrequentie kiezen wanneer de
dubbele punt (:) niet getoond wordt op het display op
het voorpaneel (zie bladzijde 51).
5 A-E ( / )
Selecteert de voorkeuzegroep (A t/m E) (zie bladzijde 53).
y
Modellen voor de V.S. en Canada maken gebruik van
CAT/A-E
6 MEMORY
• Slaat een voorkeuzezender op in het geheugen (zie
bladzijde 53).
• Houd deze toets tenminste drie seconden ingedrukt om
het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 52).
.
50 Nl
7 SEARCH
Schakelt heen en weer tussen automatisch afstemmen (de
AUTO indicator is aan) en handmatig afstemmen (de
AUTO indicator is uit) (zie bladzijde 51).
8 Keuzeschakelaar bedieningsfunctie
Hiermee kunt u de bedieningsfunctie van dit toestel kiezen.
Page 53
FM afstemmen
Automatisch afstemmen
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
radiosignalen ontvangt van de gewenste zender en er
weinig storing is.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op TV/AV.
TV/AV
YSP
2Druk op FM om de FM radio als signaalbron
te selecteren.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM
y
• U kunt ook herhaaldelijk op INPUT op het voorpaneel
drukken om de FM radio als signaalbron te selecteren.
• Als “XM” verschijnt op het display op het voorpaneel,
druk dan nog eens op FM/XM zodat “FM” verschijnt
(alleen modellen voor de V.S. en Canada).
4Druk één keer op ENTRY (/) om het
automatisch afstemmen te laten beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een FM zender,
zal de TUNED indicator oplichten en zal de
frequentie waarop is afgestemd worden getoond op
het display.
• Druk op om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op om af te stemmen op een lagere
frequentie.
ENTRY
ENTER
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de gewenste FM zender zwak is, kunt
u proberen er met de hand op af te stemmen.
Opmerking
Handmatig afstemmen zal de ontvangst direct naar mono
overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren.
BASISBEDIENING
3Druk net zo vaak op SEARCH tot de AUTO
indicator op het display op het voorpaneel
oplicht.
SEARCH
Licht op
AFM88.9MHz
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display
op het voorpaneel, kunt u niet afstemmen. Druk op
PRESET/TUNE om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op TV/AV.
TV/AV
YSP
2Druk op FM om de FM radio als signaalbron
te selecteren.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM
y
• U kunt ook herhaaldelijk op INPUT op het voorpaneel
drukken om de FM radio als signaalbron te selecteren.
• Als “XM” verschijnt op het display op het voorpaneel,
druk dan nog eens op FM/XM zodat “FM” verschijnt
(alleen modellen voor de V.S. en Canada).
Nederlands
51 Nl
Page 54
FM afstemmen
3Druk net zo vaak op SEARCH tot de AUTO
indicator van het display op het voorpaneel
verdwijnt.
SEARCH
AFM88.9MHz
Geen dubbele punt (:)
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display
op het voorpaneel, kunt u niet afstemmen. Druk op
PRESET/TUNE om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4Druk op ENTRY (/) om met de hand af
te stemmen op de gewenste zender.
ENTRY
2Druk op FM om de FM radio als signaalbron
te selecteren.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM
y
• U kunt ook herhaaldelijk op INPUT op het voorpaneel
drukken om de FM radio als signaalbron te selecteren.
• Als “XM” verschijnt op het display op het voorpaneel,
druk dan nog eens op FM/XM zodat “FM” verschijnt
(alleen modellen voor de V.S. en Canada).
3Houd MEMORY tenminste drie seconden
ingedrukt.
de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer, de
MEMORY indicator en de AUTO indicator gaan
knipperen. Het automatisch voorprogrammeren zal
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
MEMORY
ENTER
y
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 5
groepen met elk 8 voorkeuzezenders) automatisch of met
de hand voorprogrammeren. U kunt de
voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen door de voorkeuzegroepen en -nummers te
selecteren.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op TV/AV.
TV/AV
YSP
Knippert
A1:FM88.9MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Opmerkingen
• Wanneer u een bestaande voorkeuzezender overschrijft
(vervangt), zal de eerder onder dat nummer opgeslagen
FM zender worden gewist.
• Als er minder dan 40 (E8) automatisch voor te
programmeren zenders gevonden worden, zal het toestel
automatisch stoppen met zoeken.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
kunnen automatisch worden voorgeprogrammeerd. Als u
een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de
hand af te stemmen en deze op te slaan zoals beschreven
onder “Handmatig voorprogrammeren” op bladzijde 53.
52 Nl
Page 55
Handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
5 groepen met elk 8 voorkeuzezenders)
voorprogrammeren.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op TV/AV.
TV/AV
YSP
FM afstemmen
y
• Als de dubbele punt (:) niet verschijnt, dient u op PRESET/
TUNE te drukken om de dubbele punt te laten verschijnen.
• Modellen voor de V.S. en Canada maken gebruik van CAT/A-E .
• Ook met de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP
kunt u de gewenste voorkeuzegroep selecteren met A-E
(CAT bij modellen voor de V.S. en Canada).
5
Druk op ENTRY (
/
) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl
de MEMORY indicator nog aan het knipperen is.
ENTRY
2Stem af op de gewenste FM zender.
Zie bladzijde 51 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
3Druk op MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 10
seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
Knippert
4Druk herhaaldelijk op A-E ( / ) om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
ENTER
Knippert
A1:FM88.9MHz
Voorkeuzenummer
y
• U kunt ook de cijfertoetsen gebruiken om het gewenste
voorkeuzenummer te selecteren.
• Ook met de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP kunt
u het gewenste voorkeuzenummer selecteren met
6Druk op MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met
de radioband en de frequentie. De MEMORY indicator
zal van het display op het voorpaneel verdwijnen.
MEMORY
BASISBEDIENING
/
.
A-E
Knippert
A:FM88.9MHz
Voorkeuzegroep
Dubbele punt (:)
ENTER
A1:FM88.9MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
Opmerkingen
• Wanneer u een bestaande voorkeuzezender overschrijft
(vervangt), zal de eerder onder dat nummer opgeslagen
FM zender worden gewist.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
53 Nl
Nederlands
Page 56
FM afstemmen
Selecteren van een
voorkeuzezender
U kunt gemakkelijk afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders door de voorkeuzegroepen
en -nummers te selecteren.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op TV/AV.
TV/AV
YSP
2Druk op FM om de FM radio als signaalbron
te selecteren.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM
y
• U kunt ook herhaaldelijk op INPUT op het voorpaneel
drukken om de FM radio als signaalbron te selecteren.
• Als “XM” verschijnt op het display op het voorpaneel,
druk dan nog eens op FM/XM zodat “FM” verschijnt
(alleen modellen voor de V.S. en Canada).
4Druk op ENTRY (/) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
ENTRY
ENTER
A1:FM88.9MHz
y
• U kunt ook de cijfertoetsen gebruiken om het gewenste
voorkeuzenummer te selecteren.
• Ook met de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP
kunt u het gewenste voorkeuzenummer selecteren met
/.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie (Alleen modellen voor
Europa)
3Druk op A-E ( / ) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
A-E
y
• Als de dubbele punt (:) niet verschijnt, dient u op
PRESET/TUNE te drukken om de dubbele punt te laten
verschijnen.
• Modellen voor de V.S. en Canada maken gebruik van
CAT/A-E .
• Ook met de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP
kunt u de gewenste voorkeuzegroep selecteren met A-E
(CAT bij modellen voor de V.S. en Canada).
ENTER
Het Radio Data Systeem is een systeem voor
gegevensoverdracht door FM zenders. U kunt vier soorten
Radio Data Systeem gegevens bekijken: PS
(Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio
Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators
zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt de Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij een slechte ontvangst kunt u proberen met de hand af te
stemmen op de gewenste zender (zie bladzijde 51).
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
54 Nl
Page 57
FM afstemmen
1Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 52).
Opmerking
De AUTO PS functie van dit toestel verandert de aanduiding
op het display van de frequentie naar de “PS” stand als de
Radio Data Systeem zender PS gegevens uitzendt.
2Druk herhaaldelijk op DISPLAY om de
gewenste weergavefunctie voor het Radio
Data Systeem te selecteren.
DISPLAY
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het Radio Data
Systeem programma weer te laten geven.
• Selecteer “PTY” om het soort Radio Data Systeem
programma weer te laten geven.
• Selecteer “RT” om tekstgegevens voor het Radio
Data Systeem programma weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
ProgrammatypeBeschrijving
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
ROCK M
M.O.R.M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sport
Educatief
Theater
Cultuur
Wetenschap
Licht amusement
Popmuziek
Rock muziek
Middle-of-the-road muziek
Licht klassiek
Klassiek
Overige muziek
BASISBEDIENING
Opmerking
In de “RT” functie kan dit toestel maximaal 64
alfanumerieke tekens, inclusief het trema, over het display
laten schuiven (scrollen). Tekens die niet kunnen worden
weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Nederlands
55 Nl
Page 58
GENIETEN VAN SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave
Met de toetsen voor de gebruiksfunctie van de geluidsbundels kunt u deze aanpassen om een zo goed mogelijke
multikanaals surroundweergave te verkrijgen. Selecteer 5 Beam, Stereo plus 3 Beam, 3 Beam, of My Surround voor
multikanaals weergave.
Opmerkingen
• Wanneer ANGLE TO WALL OR CORNER is ingesteld in de MANUAL SETUP (zie bladzijde 78), kunt u de 5 Beam en 3
Beamstanden niet selecteren.
• Om 5 Beam, Stereo plus 3 Beam, of 3 Beam te kunnen gebruiken als gebruiksfunctie voor de geluidsbundels, moet u de AUTO
SETUP of MANUAL SETUP uitvoeren zodat de instellingen zijn aangepast aan uw luisteromgeving.
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREOMY SUR.
4
MUSICMOVIE
789
OFF
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
INPUTMODE
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
SLEEP
321
6
SPORTS
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
5 Beam
Produceert geluidsbundels voor de linker, rechter en
midden voorkanalen en de linker en rechter
surroundkanalen. Deze stand is ideaal wanneer u ten volle
wilt kunnen genieten van surroundweergave bij het
bekijken van bijvoorbeeld films op DVD met multikanaals
geluid, of wanneer u 2-kanaals materiaal via meerdere
kanalen wilt weergeven.
Druk op 5BEAM en selecteer 5 Beam.
YSP
(Modellen voor de V.S. en Canada)
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op één van de toetsen voor de
geluidsbundels (5BEAM, ST+3BEAM, 3BEAM
of MY SUR.) om de gewenste stand te
selecteren voor 5.1-kanaals weergave.
5BEAM
ST+3BEAM
3BEAM
2
1
3
MY SUR.
6
5BEAM
1
Opmerkingen
• Om de beste surroundeffecten te kunnen bereiken moet u ervoor
zorgen dat de geluidsbundels niet belemmerd worden door
obstakels die zouden kunnen verhinderen dat de geluidsbundels
direct door de wanden van uw luisterruimte weerkaatst worden.
• De geluidsbundels voor de linker en rechter voorkanalen
worden via de wanden geprojecteerd.
• “SP Pos. Corner!” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen als INSTALLED POSITION is ingesteld op
ANGLE TO WALL OR CORNER (zie bladzijde 78).
56 Nl
Page 59
Genieten van surroundweergave
Stereo plus 3 Beam
Produceert normale weergave via de linker en rechter
voorkanalen en geluidsbundels voor de linker en rechter
surroundkanalen en het middenkanaal. Deze stand is ideaal
wanneer u live-opnamen op DVD bekijkt. Vocalen en
instrumenten kunnen in het midden voor de luisterplek gehoord
worden, terwijl het gereflecteerde geluid uit de zaal voor u als
luisteraar van links en rechts lijkt te komen, zodat u het gevoel
krijgt alsof op de eerste rang recht voor het podium zit.
Druk op ST+3BEAM en selecteer Stereo plus 3 Beam.
ST+3BEAM
2
Opmerking
De geluidsbundels voor de linker en rechter voorkanalen worden
direct op de luisterplek gericht.
Opmerkingen
• Bij weergave van multikanaals materiaal zullen de linker en
rechter surroundsignalen worden teruggemengd en worden
weergegeven via de linker en rechter voorkanalen.
• De geluidsbundels voor de linker en rechter voorkanalen
worden via de wanden geprojecteerd.
• “SP Pos. Corner!” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen als INSTALLED POSITION is ingesteld op
ANGLE TO WALL OR CORNER (zie bladzijde 78).
My Surround
Deze stand maakt surroundweergave mogelijk in een
kleine ruimte die niet voldoet aan de voorwaarden voor de
andere standen (zie “Voor u dit toestel gaat installeren” op
bladzijde 17). Gebruik deze functie voor de
geluidsbundels wanneer u surroundweergave dicht in de
buurt van dit toestel wenst, of wanneer de andere standen
niet gebruikt kunnen worden.
Druk op MY SUR. en selecteer My Surround.
MY SUR.
6
BASISBEDIENING
3 Beam
Er worden geluidsbundels geproduceerd voor de linker en
rechter voorkanalen en het middenkanaal. Deze stand is ideaal
wanneer u bijvoorbeeld met het hele gezin naar een film wilt
kijken. Omdat de luisterplek verbreed wordt, kunt u met meer
mensen genieten van een uitstekende surroundweergave. U kunt
deze stand ook gebruiken wanneer de luisterplek dicht bij de
achterwand is en de linker en rechter surroundbundels niet goed
via deze wand weerkaatst kunnen worden.
Druk op 3BEAM en selecteer 3 Beam.
3BEAM
3
y
U kunt een realistischer surroundweergave verkrijgen als u de
instellingen bij IMAGE LOCATION in het BEAM MENU
aanpast (zie bladzijde 82).
Opmerkingen
• De instellingen voor de geluidsbundels, zoals de hoeken van de
bundels en afstanden, gelden niet in deze stand.
• Voor het juiste effect in de My Surround stand moet uw
luisterplek zich wel recht voor dit toestel bevinden.
Nederlands
57 Nl
Page 60
Genieten van surroundweergave
■ Decoder indicators
Afhankelijk van de signaalbron en de geselecteerde
surroundfunctie zullen de indicators op het voorpaneel als
volgt oplichten.
StatusIndicator
Wanneer er PCM signalen
binnenkomen
Wanneer er DTS digitale signalen
binnenkomen
Wanneer u DTS Neo:6 heeft
geselecteerd als surroundfunctie
Wanneer er Dolby Digital signalen
binnenkomen
Wanneer u Dolby Pro Logic heeft
geselecteerd als surroundfunctie
Wanneer u Dolby Pro Logic II heeft
geselecteerd als surroundfunctie
PCM
+
DIGITAL
PL
PL
y
• U kunt een ingangsfunctie kiezen (AUTO, DTS of ANALOG)
door herhaaldelijk op INPUTMODE te drukken (zie
bladzijde 93).
• Discs die gecodeerd zijn met DTS-ES, Dolby Digital 5.1 EX,
Dolby Digital EX of Dolby Digital Surround EX zullen worden
weergegeven in DTS of Dolby Digital.
■ Indicators ingangskanalen
Afhankelijk van welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bevat, zullen de decoder indicators op het
voorpaneel als volgt oplichten.
StatusIndicator
■ Surroundfuncties en aanbevolen
signaalbronnen
SurroundfunctieAanbevolen bron
Dolby Pro Logic–Alle bronnen
Dolby Pro Logic II
DTS Neo:6
Neural Surround
(Alleen modellen
voor de V.S. en
Canada)
Movie
Music
Game
Cinema
Music
–
Opmerkingen
• Wanneer u een signaalbron selecteert (zie bladzijde 47), zal
automatisch de surroundfunctie die werd gebruikt met de
daarvoor ingestelde signaalbron geselecteerd staan.
• Als dit toestel uit en vervolgens weer aan wordt gezet, zal
automatisch de surroundfunctie die werd gebruikt met de
signaalbron die was geselecteerd voor de stroom werd
uitgeschakeld geselecteerd staan.
• Als de surroundfuncties niet beschikbaar zijn, zal de melding
“Prohibit” op het display verschijnen wanneer u op
DECODE drukt.
• De surroundfuncties zijn beschikbaar:
– wanneer de gebruiksfunctie voor de geluidsbundels op een
andere stand staat dan die voor 2-kanaals of 5-kanaals
stereoweergave (zie bladzijde 62) en My Surround (zie
bladzijde 57).
– wanneer de CINEMA DSP programma’s zijn uitgeschakeld
(zie bladzijde 69).
– wanneer er een filmprogramma is geselecteerd, zoals het
CINEMA DSP programma (zie bladzijde 68). In dit geval zijn
alleen Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic II Movie en DTS
Neo:6 Cinema beschikbaar.
– wanneer er 2-kanaals signalen binnenkomen.
– wanneer de Music Enhancer is uitgeschakeld (zie
bladzijde 70).
Films
Muziek
Spelletjes
Films
Muziek
XM Satellite Radio
(Alleen modellen
voor de V.S. en
Canada)
SUR.
Wanneer er 2-kanaals stereosignalen
binnenkomen
Wanneer er 5.1-kanaals signalen
binnenkomen
58 Nl
Page 61
Genieten van surroundweergave
Profiteren van surroundweergave
van 2-kanaals bronnen
Dit toestel is in staat 2-kanaals materiaal op te waarderen
zodat het via 5.1 kanalen kan worden weergegeven en u
van het surroundeffect kunt profiteren.
y
De surroundfuncties zijn alleen beschikbaar wanneer de
CINEMA DSP programma’s zijn uitgeschakeld (zie bladzijde 69)
of wanneer het film programma is geselecteerd als CINEMA DSP
programma (zie bladzijde 68). Daarbij moet de gebruiksfunctie
voor de geluidsbundels worden ingesteld op 5 Beam, Stereo plus
3 Beam, of 3 Beam (zie bladzijde 56), terwijl de Music Enhancer
ook uitgeschakeld moet worden (zie bladzijde 70).
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREOMY SUR.
4
MUSICMOVIE
789
OFF
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
321
6
SPORTS
SUR. DECODE
RETURNDISPLAY
TV/AV
YSP
2Druk herhaaldelijk op SUR. DECODE (of op
SUR. DECODE en vervolgens op / ) om te
schakelen tussen de diverse
surroundfuncties.
Voorbeeld van de aanduiding
van de surroundfunctie op
het display op het voorpaneel
wanneer het CINEMA DSP
programma en de Music
Enhancer zijn uitgeschakeld
Nederlands
59 Nl
Page 62
Genieten van surroundweergave
Profiteren van surroundweergave
bij tv programma’s
U kunt de analoge audiosignalen van uw tv ook als
surroundweergave laten reproduceren.
y
Voor u de stappen hieronder gaat uitvoeren, moet u het volume
van dit toestel op 30 zetten. Indien nodig kunt u het volume bij
stap 4 hieronder bijregelen.
TV
MACRO
INPUT1
TV
STB
PRESET/TUNE
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
789
OFF
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
VOLUME
CATFM/XM
MY BEAM
+10
ENTRY
ENTER
INPUTMODE
5
CH
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
TV VOL
YSP
4Als u toch nog geluid uit de luidsprekers van
uw tv hoort komen, zet het volume van uw tv
dan zo laag mogelijk, zodat u het niet meer
kunt horen.
Gebruik de afstandsbediening van uw tv om het
volume van de tv zelf lager te zetten.
5Gebruik VOLUME +/– om het volume in te
stellen.
VOLUME
6Druk herhaaldelijk op SUR. DECODE (of op
SUR. DECODE en vervolgens op / ) om te
schakelen tussen de diverse
surroundfuncties.
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen
worden ook via meerdere kanalen weergegeven.
Voor meer informatie over de diverse
surroundfuncties, zie bladzijde 58.
(Modellen voor de V.S. en
Canada)
1Kies het tv-kanaal waar u naar wilt kijken.
Gebruik de afstandsbediening van uw tv om het
gewenste kanaal te kiezen.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
3Druk op TV.
Dit toestel zal nu het geluid van uw tv weergeven.
TV
SUR. DECODE
of
SUR. DECODE
ENTER
60 Nl
Page 63
Instellen van parameters voor de
surroundfuncties
U kunt de parameters voor Dolby Pro Logic II Music en
DTS Neo:6 Music instellen om het surroundeffect bij te
regelen.
+10
ENTRY
ENTER
Canada)
SPORTSMUSICMOVIE
SUR. DECODE
TV/AV
RETURNDISPLAY
YSP
789
OFF
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en
1Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Profiteren
van surroundweergave van 2-kanaals
bronnen” op bladzijde 59 en selecteer PL II
Music of Neo:6 Music.
Genieten van surroundweergave
■ Wanneer u Dolby Pro Logic II Music
heeft geselecteerd
PANORAMA
Geeft de linker en rechter voorkanalen een omhullend
effect, hetgeen wordt doorgezet in het hele surround
geluidsveld voor een verhoogd gevoel van ruimte.
Keuzes: ON/OFF
Standaardinstelling: OFF
DIMENSION
Regelt het volumeverschil tussen de voor- en
surroundkanalen tot u een geschikte balans heeft
gevonden.
Instelbereik: –3 (meer naar de surroundkanalen) t/m
+3 (naar voren)
Standaardinstelling: STD (standaard)
C. WIDTH
Verdeelt het signaal voor het middenkanaal over de
linker en rechter kanalen. Ingesteld op 0 worden de
signalen voor het middenkanaal uitsluitend via het
middenkanaal weergegeven.
Instelbereik: 0 t/m 7
Standaardinstelling: 3
2Druk op / en selecteer de gewenste
parameter.
ENTER
3Druk op / om de geselecteerde
parameter in te stellen.
ENTER
■ Wanneer u DTS Neo:6 Music heeft
geselecteerd
C. IMAGE
Regelt het geluidsbeeld in het midden via drie
kanalen (links en rechts voor en midden).
Instelbereik: 0,0 (breder) t/m 1,0 (gecentreerd)
Standaardinstelling: 0,3
BASISBEDIENING
Nederlands
61 Nl
Page 64
GENIETEN VAN STEREOWEERGAVE
Genieten van stereoweergave
U kunt profiteren van 2-kanaals en 5-kanaals stereoweergave als gebruiksfunctie voor de geluidsbundels door op de
afstandsbediening op STEREO te drukken.
Opmerkingen
• Bij weergave van Dolby Digital materiaal in 2-kanaals of 5-kanaals stereo, zal het dynamisch bereik worden gecomprimeerd. Als het
volume hierdoor te laag wordt, dient u over te schakelen naar een andere stand, maar niet naar gerichte weergave (My Beam).
• Als u 2-kanaals of 5-kanaals stereoweergave heeft geselecteerd, zullen de surroundfuncties (zie bladzijde 58) en de CINEMA DSP
programma’s (zie bladzijde 65) buiten werking worden gesteld.
STEREO
4
MUSICMOVIE
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
321
MY BEAM MY SUR.
6
5
SPORTS
SUR. DECODEOFF
+10
ENTRY
ENTER
RETURNDISPLAY
TV/AV
YSP
2-kanaals stereoweergave
Er wordt geluid geproduceerd voor de linker en rechter voorkanalen.
Dit is ideaal voor weergave van hi-fi materiaal, zoals CD’s, en wordt
aanbevolen als vervanging van de luidsprekers van uw tv.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP.
Opmerking
Bij weergave van multikanaals materiaal zullen alle kanalen, behalve
de linker en rechter voorkanalen, worden teruggemengd en worden
weergegeven via de linker en rechter voorkanalen. Er zal geen geluid
worden weergegeven via de midden- en surroundkanalen.
5-kanaals stereoweergave
Produceert geluid voor de linker, rechter voorkanalen, het
middenkanaal en de linker en rechter surroundkanalen. Dit
is ideaal voor weergave in een grote ruimte, of
bijvoorbeeld bij een feestje.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP.
TV/AV
YSP
TV/AV
YSP
2Druk op STEREO om 2-kanaals
stereoweergave te selecteren als
gebruiksfunctie voor de geluidsbundels.
“STEREO” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
STEREO
4
STEREO
62 Nl
2Druk twee keer op STEREO om 5-kanaals
stereoweergave te selecteren als
gebruiksfunctie voor de geluidsbundels.
“5CH STEREO” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
STEREO
4
5CH STEREO
Page 65
GERICHTE WEERGAVE (MY BEAM)
STEREO
MY BEAM MY SUR.
ENHANCER MENU
RETURNDISPLAY
ENTER
SUR. DECODEOFF
SPORTS
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
MUSICMOVIE
ENTRY
CAT/
A-E
4
6
321
+10
0
789
5
YSP
TV/AV
Gerichte weergave (My Beam)
U kunt de verstaanbaarheid van de weergave in een omgeving met veel andere geluiden verbeteren door middel van de
My Beam gerichte weergavefunctie, waarbij het geluid via één enkel kanaal direct op de luisterplek wordt gericht. Deze
My Beam stand is ook ideaal als u niet wilt dat de geluidsbundels worden weerkaatst via de wanden van uw kamer, of als
u bijvoorbeeld anderen die al liggen te slapen niet wilt storen terwijl u ’s nachts naar een film gaat kijken.
My Beam
microfoon
POWERPOWERSTANDBY/ON
AV
TV
(Modellen voor de V.S. en Canada)
Opmerking
Als u gerichte weergave (My Beam) heeft geselecteerd, zullen de surroundfuncties (zie bladzijde 58), de CINEMA DSP programma’s
(zie bladzijde 65) en TruBass (zie bladzijde 84) buiten werking worden gesteld. Bovendien zal er geen geluid worden weergegeven via
een eventueel op dit toestel aangesloten subwoofer.
Gebruik van de automatische
instelfunctie
Opmerkingen
• Als er iets mis gaat, zal er een geluidssignaal klinken en zal de
foutmelding “MY BEAM ERROR” verschijnen op het display
De My Beam microfoon op de afstandsbediening ontvangt de testtonen
die door dit toestel worden geproduceerd en zorgt er vervolgens voor dat
de hoek van de geluidsbundel automatisch wordt aangepast.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op YSP.
op het voorpaneel.
• Er kan een foutmelding optreden wanneer er teveel andere geluiden
in de kamer hoorbaar zijn. Zorg ervoor dat het zo stil mogelijk is in
uw kamer terwijl de testtonen worden weergegeven.
• U mag de afstandsbediening niet schudden of verplaatsen
terwijl de testtonen worden weergegeven.
• U mag de My Beam microfoon op de afstandsbediening niet
TV/AV
YSP
afdekken terwijl de testtonen worden weergegeven.
• Als de afstandsbediening niet naar behoren functioneert, is het
mogelijk dat de batterijen leeg of bijna leeg zijn. Vervang in dit
geval alle batterijen en probeer de procedure vervolgens opnieuw.
2
Houd MY BEAM tenminste twee seconden ingedrukt.
Er zal twee keer een testtoon worden weergegeven door dit
toestel. Houd de afstandsbediening op dit toestel gericht terwijl
• Bij weergave van een ingangssignaal met een
bemonsteringsfrequentie van 64 of 96 kHz, kan de hoek van de
geluidsbundel niet automatisch worden aangepast.
de testtonen worden weergegeven zodat de My Beam
microfoon de testtonen uit de juiste richting kan ontvangen.
Instelbereik: L60° t/m R60°
Gegarandeerd bereik: 6 m, L45° t/m R45°
MY BEAM
5
BASISBEDIENING
Nederlands
63 Nl
Page 66
Gerichte weergave (My Beam)
Gebruik van de handmatige
instelfunctie
U kunt de hoek van de geluidsbundel ook met de hand
instellen terwijl u naar een signaalbron aan het luisteren
bent. Deze functie is ook handig wanneer de luisterplek
zich buiten het gegarandeerde bereik van de automatische
instelfunctie bevindt.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op MY BEAM.
“MY BEAM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
MY BEAM
5
3Druk op / terwijl “MY BEAM” wordt
getoond om de hoek van de geluidsbundel in
te stellen.
Instelbereik: L90° t/m R90°
• Druk herhaaldelijk op om de horizontale hoek
naar links bij te stellen.
• Druk herhaaldelijk op om de horizontale hoek
naar rechts bij te stellen.
ENTER
ANGLE0
64 Nl
Page 67
GEBRUIKEN VAN GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met verschillende zeer precieze digitale decoders die multikanaals weergave van zowel stereo- als
origineel multikanaals materiaal mogelijk maken. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha CINEMA DSP (digitale
geluidsveldprogramma) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luisterervaring een extra
dimensie kunt geven. De meeste van deze CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s zijn exacte digitale reproducties van
de daadwerkelijke akoestiek in beroemde concertzalen, muziekhallen en bioscopen.
y
De Yamaha CINEMA DSP programma’s zijn geschikt voor alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen (digitale
geluidsveldprogramma).
Opmerking
Kies een CINEMA DSP geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en uw voorkeuren, en niet alleen op basis van de naam van het
CINEMA DSP programma.
■ Wat is een geluidsveld?
Een belangrijke factor in het creëren van de rijke, volle geluidsweergave van een live uitvoering wordt gevormd door de
meervoudige reflecties van het geluid via de wanden van de ruimte. Deze reflecties maken het geluid niet alleen
levendiger, ze zorgen er ook voor dat de luisteraar kan waarnemen waar het geluid vandaan komt, hoe groot de ruimte is
en welke vorm de ruimte bij benadering heeft.
■ Elementen van een geluidsveld
In elke omgeving zijn er twee verschillende soorten geluidsweerkaatsingen die samen met het direct waargenomen
geluid, dat rechtstreeks onze oren bereikt vanaf de bron van het geluid, het geluidsveld samenstellen.
Vroege weerkaatsingen
Weerkaatst geluid dat onze oren zeer snel bereikt (50 ms tot 80 ms na het directe geluid) na slechts door één oppervlak
(een wand of het plafond bijvoorbeeld) gereflecteerd te zijn. Deze vroege weerkaatsingen geven het directe geluid
helderheid.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen van meer dan één oppervlak (wanden, plafond, de achterwand van de
ruimte enz.) en worden zo talrijk dat ze samensmelten tot een soort akoestische achtergrond. Deze natrillingen zijn niet
richtingsgevoelig en maken het directe geluid minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de
grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveldprocessor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen worden gereproduceerd in uw eigen kamer, kunt u uw eigen
luisteromgeving vormgeven. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen transformeren in die van een concertzaal, een
dansvloer of een studio van om het even welke afmetingen. En dat is nu precies wat Yamaha gedaan heeft met de
CINEMA DSP technologie waarmee naar believen geluidsvelden kunnen worden samengesteld.
BASISBEDIENING
65 Nl
Nederlands
Page 68
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
■ Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
U kunt kiezen uit de volgende geluidsveldprogramma’s op basis van uw eigen smaak en voorkeuren wanneer u naar
muziek luistert, of naar een film of sport kijkt. Voor details omtrent het schakelen tussen de beschikbare
geluidsveldprogramma’s, zie bladzijde 67.
Opmerking
Er is slechts een enkel geluidsveldprogramma voor sport beschikbaar.
GeluidsveldprogrammaBronKenmerken
Music Video
Concert Hall
Jazz Club
Sci-Fi
Spectacle
Adventure
SPORTSSport
Muziek
Film
Dit programma geeft een levendige atmosfeer en geeft u het gevoel
alsof u daadwerkelijk aanwezig bent bij een jazz of rock concert.
Dit programma geeft een rijk omhullend effect alsof u zich dicht bij
het midden van het podium bevindt in een grote, ronde concertzaal
met een groot gevoel van directe aanwezigheid, met de nadruk op de
verlenging van het geluid.
Dit program recreëert de akoestiek van “The Bottom Line”, een
beroemde jazzclub in New York, zodat u het gevoel krijgt alsof u recht
voor het podium zit.
Dit programma geeft gesproken teksten (dialogen) en speciale
geluidseffecten, zoals in de nieuwste science-fictionfilms, duidelijk
weer en creëert voor u een weidse en uitgestrekte cinematische ruimte
in de ijle stilte van het heelal.
Dit programma reproduceert een breed opgezette en grandioze
geluidsomgeving en geeft extra nadruk aan spectaculaire scènes met
sterke visuele stimuli.
Dit programma reproduceert een spannende geluidsomgeving voor de
nieuwste actiefilms en laat u de dynamiek en de opwinding meemaken
van de snelle actiescènes.
Dit programma bootst de energie na die inherent is aan live
sportuitzendingen, met de commentaarstem in het midden en
daaromheen uitwaaierend de algehele atmosfeer van het stadion, zodat
het net is alsof u echt langs de lijn zit.
66 Nl
Page 69
CINEMA DSP programma’s
U kunt kiezen uit drie verschillende CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s (MUSIC, MOVIE en SPORTS),
afhankelijk van het soort materiaal waarnaar u wilt
luisteren. De CINEMA DSP indicator zal oplichten op het
display op het voorpaneel wanneer er een CINEMA DSP
programma is geselecteerd.
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
■ Muziekprogramma’s
Kies voor dit CINEMA DSP programma wanneer u
muziek laat weergeven. Dit programma geeft een
levendige atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u
daadwerkelijk aanwezig bent bij een rock of jazz concert.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
Opmerkingen
• De CINEMA DSP programma’s werken niet wanneer My
Surround (zie bladzijde 57) is geselecteerd als als de
gebruiksfunctie voor de geluidsbundels.
• Als de CINEMA DSP programma’s niet beschikbaar zijn, zal
de melding “Prohibit” op het display verschijnen wanneer u op
de afstandsbediening op één van de toetsen voor de CINEMA
DSP programma’s drukt.
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
321
MY BEAM MY SUR.
6
5
SPORTS
SUR. DECODEOFF
+10
ENTRY
ENTER
RETURNDISPLAY
TV/AV
YSP
TV/AV
YSP
2Druk op MUSIC om het CINEMA DSP
programma voor muziekweergave te
selecteren.
MUSIC
7
3Controleer of MUSIC wordt getoond op het
display op het voorpaneel en druk
vervolgens herhaaldelijk op MUSIC op de
afstandsbediening (of op / op de
afstandsbediening) om tussen de
verschillende muziek
geluidsveldprogramma’s te schakelen.
MUSIC
MUSIC
7
of
ENTER
BASISBEDIENING
Music Video
Concert Hall
Jazz Club
y
Zie “Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s” op bladzijde 66
voor gedetailleerde beschrijvingen van de diverse
geluidsveldprogramma’s.
67 Nl
Nederlands
Page 70
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
■ Filmprogramma’s
Selecteer dit CINEMA DSP programma wanneer u een
film laat weergeven, in het bijzonder materiaal in Dolby
Digital, DTS of Dolby Surround. Dit programma zorgt
voor een duidelijke weergave van zowel gesproken tekst
als geluidseffecten voor een weidse en ruimtelijke
gewaarwording.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op MOVIE om het CINEMA DSP
programma voor filmweergave te selecteren.
MOVIE
8
3Controleer of MOVIE wordt getoond op het
display op het voorpaneel en druk
vervolgens herhaaldelijk op MOVIE op de
afstandsbediening (of op / op de
afstandsbediening) om tussen de
verschillende muziek
geluidsveldprogramma’s te schakelen.
■ Sportprogramma
Kies voor dit CINEMA DSP programma wanneer u
sportprogramma’s laat weergeven. Dit programma
concentreert het commentaar in het midden terwijl de
geluiden van het publiek en de omgeving rond uw hele
kamer worden gepositioneerd.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op SPORTS om het CINEMA DSP
programma voor weergave van
sportprogramma’s te selecteren.
SPORTS
9
SPORTS
y
• Er is slechts een enkel geluidsveldprogramma voor sport
beschikbaar.
• Zie “Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s” op bladzijde 66
voor gedetailleerde beschrijvingen van de diverse
geluidsveldprogramma’s.
MOVIE
MOVIE
8
of
Sci-Fi
Spectacle
Adventure
y
Zie “Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s” op bladzijde 66
voor gedetailleerde beschrijvingen van de diverse
geluidsveldprogramma’s.
ENTER
68 Nl
Page 71
■ Uitschakelen van CINEMA DSP
programma’s
U kunt de CINEMA DSP programma’s uitschakelen als u
wilt luisteren naar de originele weergave zonder
toegevoegde CINEMA DSP effecten.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
2Druk op MUSIC, MOVIE, of SPORTS om het
gewenste CINEMA DSP programma te
selecteren.
MUSIC
7
MOVIE
8
ofof
SPORTS
9
TV/AV
YSP
2Druk op OFF om de CINEMA DSP
programma’s uit te schakelen.
“CINEMA DSP OFF” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen en de CINEMA DSP
indicator zal verdwijnen.
OFF
0
CINEMADSPOFF
■ Instellen van de CINEMA DSP
effectniveaus
Met de fabrieksinstellingen kunt u al een goede
geluidskwaliteit verkrijgen. U kunt echter het effectniveau
regelen van de CINEMA DSP programma’s in relatie tot
het directe geluid zodat elk CINEMA DSP programma
beter aangepast is aan uw luisteromgeving of uw
persoonlijke voorkeur.
3Druk op / .
“DSP LEVEL” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
ENTRY
ENTER
DSPLEVEL0dB
4Druk op / om het effectniveau te van het
geselecteerde CINEMA DSP programma te
regelen.
ENTER
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
• Een grotere waarde verhoogt het effectniveau.
• Een kleinere waarde verlaagt het effectniveau.
BASISBEDIENING
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
Nederlands
69 Nl
Page 72
GEBRUIKEN VAN DE MUSIC ENHANCER
Gebruiken van de Music Enhancer
U kunt de Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de weergave van gecomprimeerde muziekformaten zoals
MP3 zo dicht mogelijk bij het origineel te brengen.
+10
ENTRY
ENTER
CH
SPORTSMUSICMOVIE
SUR. DECODEOFF
TV/AV
YSP
RETURNDISPLAY
TV VOL
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
VOLUM E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op ENHANCER om de Music Enhancer
te selecteren.
De geselecteerde functie verschijnt op het display op
het voorpaneel.
3Druk herhaaldelijk op ENHANCER om te
schakelen tussen de diverse Music Enhancer
niveaus (OFF, MIN en MAX).
ENHANCER
ENHANCER:HIGH
ENHANCER:LOW
ENHANCER OFF
De ENHANCER indicator licht op wanneer
“ENHANCER:HIGH” of “ENHANCER:LOW” is
geselecteerd.
Licht op
ENHANCER
Opmerkingen
• De Music Enhancer kan niet worden gebruikt met de CINEMA
DSP programma’s. Als er een CINEMA DSP programma wordt
geselecteerd terwijl de Music Enhancer is ingeschakeld, zal de
Music Enhancer automatisch worden uitgeschakeld. In dit geval
zal de Music Enhancer ook uitgeschakeld blijven wanneer
vervolgens het CINEMA DSP programma uit wordt gezet. Op
dezelfde manier zal, als de Music Enhancer aan wordt gezet
terwijl er een CINEMA DSP programma is geselecteerd, het
CINEMA DSP programma automatisch worden geannuleerd.
In dit geval zal het CINEMA DSP programma ook
uitgeschakeld blijven wanneer vervolgens de Music Enhancer
uit wordt gezet.
• De Music Enhancer kan alleen worden gebruikt wanneer er een
andere instelling dan My Surround (zie bladzijde 57) is
geselecteerd als functie voor de geluidsbundels.
70 Nl
Page 73
G EBRUIKEN VAN DE VOLUMEFUNCTIE (NACHT-LUISTERFUNCTIE/TV-VOLUME GELIJKSCHAKELING)
Gebruiken van de volumefunctie
(Nacht-luisterfunctie/tv-volume gelijkschakeling)
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, bijvoorbeeld wanneer u’s nachts wilt luisteren, toch alles te
kunnen verstaan. Bovendien kunt u het volume van de tv begrenzen zodat het niet ineens al te veel kan veranderen
wanneer het weergegeven materiaal verandert (bijv. vanwege reclame).
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
SLEEP
INPUTMODE
321
MY BEAM MY SUR.
6
5
SPORTS
SUR. DECODEOFF
+10
ENTRY
ENTER
RETURNDISPLAY
TV/AV
YSP
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk herhaaldelijk op VOL MODE en
selecteer NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, TV
EQUAL VOLUME of OFF.
VOL MODE
De EQUAL indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel wanneer “TV EQUAL VOLUME” is
geselecteerd.
Licht op
• Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer TV EQUAL VOLUME wanneer u naar
tv-programma’s kijkt.
• Selecteer OFF om de volumefunctie uit te
schakelen.
3Druk op / om het niveau van de
comprimering te regelen wanneer
NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC of TV EQUAL
VOLUME wordt getoond.
ENTER
BASISBEDIENING
NIGHT:CINEMA
NIGHT:MUSIC
TV EQUAL VOLUME
OFF
De NIGHT indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel wanneer “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” is geselecteerd.
Licht op
Effect.Lvl:MIN
Effect.Lvl:MID
Effect.Lvl:MAX
• Selecteer Effect.Lvl:MIN voor minimale compressie.
• Selecteer Effect.Lvl:MID voor standaard compressie.
• Selecteer Effect.Lvl:MAX voor maximale compressie.
Opmerkingen
• De instellingen voor de volumefuncties worden geannuleerd als u op
STANDBY/ON drukt, of als u de stekker uit het stopcontact haalt.
• De instellingen voor de volumefuncties werken niet wanneer
My Surround is geselecteerd als als de gebruiksfunctie voor de
geluidsbundels (zie bladzijde 57).
71 Nl
Nederlands
Page 74
GEBRUIKEN VAN DE SLAAPTIMER
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt u het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is
bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl dit toestel nog aan het spelen is.
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
INPUTMODE
MY BEAM
5
+10
ENTRY
ENTER
SUR. DECODEOFF
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
MY SUR.
6
SPORTS
RETURNDISPLAY
TV/AV
YSP
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP
SLEEP120min
SLEEP90min
SLEEP60min
(Modellen voor de V.S. en
Canada)
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijd voor
de slaaptimer in te stellen.
Keuzes: 120min, 90min, 60min, 30min, OFF
De SLEEP indicator knippert op het display terwijl u
de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent.
SLEEP
Knippert
SLEEP30min
SLEEPOFF
3Wacht een paar tellen zonder het toestel te
bedienen om de instelling van de slaaptimer
te bevestigen.
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel, ten teken dat de slaaptimer in
werking is.
Licht op
72 Nl
Page 75
■ Annuleren van de slaaptimer
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
SLEEP
SLEEPOFF
3Wacht een paar tellen zonder het toestel te
bedienen om de instelling van de slaaptimer
te bevestigen.
De SLEEP indicator zal verdwijnen van het display
op het voorpaneel, ten teken dat de slaaptimer
uitgeschakeld is.
Gebruiken van de slaaptimer
BASISBEDIENING
Verdwijnt
Opmerking
De vorige instelling van de slaaptimer, voordat u deze
uitschakelde, wordt bewaard in het systeemgeheugen.
y
De slaaptimer kan ook buiten werking worden gesteld door op
STANDBY/ON te drukken om dit toestel uit (standby) te zetten,
of door de stekker uit het stopcontact te halen.
Nederlands
73 Nl
Page 76
TONEN VAN INFORMATIE OVER DE SIGNAALBRON
Tonen van informatie over de signaalbron
U kunt het formaat en de bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal op het display op het voorpaneel laten
aangeven.
78
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
VOLUM E
MUTE
9
SUR. DECODEOFF
+10
ENTRY
ENTER
RETURNDISPLAY
TV VOL
CH
TV INPUT TV MUTE
TV/AV
YSP
(Modellen voor de V.S. en
Canada)
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op DISPLAY.
De informatie voor het huidige ingangssignaal wordt
als volgt aangegeven:
DISPLAY
Licht op
DVDAUTO
of
DVD
AUTO:DOLBY DGTL
Ingangssignaal
Indicator
Dolby DigitalDOLBY DGTL
DTSDTS
PCMPCM
AnaloogANALOG–
Bemonsterings-
frequentie
32/44,1/48/64/
88,2/96 kHz
74 Nl
y
Wanneer de gegevens voor het ingangssignaal niet bepaald
kunnen worden, zal “___” worden aangegeven voor de
bemonsteringsfrequentie.
Page 77
GEBRUIKEN VAN DE HDMI BEDIENINGSFUNCTIE
Gebruiken van de HDMI bedieningsfunctie
U kunt de volgende functies bedienen met de afstandsbediening van uw tv als dit toestel via de HDMI aansluitingen is
verbonden met een voor HDMI bediening geschikte tv (behalve bepaalde modellen).
• Aan of uit zetten (tegelijkertijd met de tv)
• Selecteren van de audio uitgangscomponent (tv of dit toestel)
• Regelen van het volume (hoger/lager en uit)
Een voorbeeld van een component die geschikt is voor HDMI bediening is een Panasonic EZ Sync (in de V.S. en Canada)
of Viera Link (in andere landen) compatibele component (tv, DVD-recorder, Blu-ray recorder enz.).
y
Als u dit toestel aansluit op een voor HDMI bediening geschikte DVD-speler of Blu-ray Disc speler via HDMI, kunt u de aangesloten
component ook tegelijk met dit toestel bedienen (behalve bepaalde modellen).
1Verbind dit toestel via de HDMI aansluitingen met uw voor HDMI bediening geschikte tv.
Zie “Informatie over HDMI™” op bladzijde 21 en “Aansluitingen met HDMI kabels” op bladzijde 22 voor details
omtrent HDMI en HDMI componenten. Raadpleeg ook de informatie betreffende het aansluiten van een AV
versterker in de handleiding van uw tv.
2Zet alle via HDMI aangesloten componenten aan.
Raadpleeg ook de handleidingen van de betreffende externe componenten voor details omtrent het bedienen van
deze componenten.
3Controleer de systeeminstellingen voor alle via HDMI aangesloten componenten en schakel de
HDMI bedieningsfunctie in.
Raadpleeg ook de handleidingen van de betreffende externe componenten voor details omtrent het instellen van deze
componenten. Wanneer u de stappen 1 t/m 3 heeft gevolgd, hoeft u dezelfde procedure de volgende keer niet meer
opnieuw uit te voeren.
4Zet uw tv uit en vervolgens weer aan.
5Selecteer dit toestel op uw tv als signaalbron (HDMI, enz.).
6Selecteer de aangesloten component als de signaalbron met INPUT op het voorpaneel van dit
toestel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). Controleer of de beelden van
de DVD-recorder (enz.) correct worden weergegeven op uw tv.
7Gebruik de afstandsbediening van uw tv om de stroom in of uit te schakelen, de component voor
de weergave van de audio te selecteren en het volume van dit toestel in te stellen.
Opmerkingen
• Controleer de volgende punten als u dit toestel niet tegelijk met uw tv kunt bedienen.
– Of HDMI CONTROL is ingesteld op ON (zie bladzijde 87).
– Of de HDMI bedieningsfunctie is ingeschakeld op uw tv (zie de handleiding van uw tv).
• Terwijl u audio laat weergeven door een component die niet geschikt is voor HDMI, zal dit toestel niet worden uitgeschakeld
wanneer u uw tv uit zet met de daarbij behorende afstandsbediening. De weergave zal gewoon worden voortgezet.
BASISBEDIENING
75 Nl
Nederlands
Page 78
MANUAL SETUP
MANUAL SETUP
Om de beste kwaliteit surroundweergave te bereiken kunt u met de MANUAL SETUP de parameters voor de luisteromgeving in
detail instellen en nadere instellingen verrichten voor de geluidssignalen, geluidsbundels, digitale ingangssignalen en het in-beeld
display. Verander de begininstellingen (onder elke parameter vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke luisteromgeving.
y
• U kunt de via de AUTO SETUP procedure geoptimaliseerde instellingen opslaan (zie bladzijde 44). Later kunt u dan een bepaalde set
instellingen die zijn geoptimaliseerd voor bepaalde omstandigheden in uw kamer weer oproepen als dat nodig is (zie bladzijde 45).
• De meeste instellingen in het SOUND MENU en het BEAM MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de AUTO SETUP
doet (zie bladzijde 37). Gebruik het SOUND MENU en het BEAM MENU om aanvullende instellingen te makents.
• Het BEAM MENU stelt u in staat instellingen voor de surroundweergave te veranderen die normaliter via een instelmenu voor de
luidsprekers gewijzigd moeten worden.
• Stel eerst de parameters in het BEAM MENU in voor u de instellingen voor de parameters in het SOUND MENU, het INPUT MENU
en het DISPLAY MENU gaat wijzigen.
SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de geluidsweergave instellen.
OnderdeelKenmerkenBladzijde
TONE CONTROLInstellen van het uitgangsniveau voor hoge of lage tonen.
SUBWOOFER SETInstellen van de diverse instellingen voor de subwoofer.
MUTE LEVELInstellen van het dempingsniveau.
AUDIO DELAYInstellen van de audiovertraging.
ROOM EQInstellen van de klankkleur (toon) van de luisterruimte.
DD/DTS Dynamic RangeInstellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
TruBassSelecteert de extra versterking voor de lage tonen.
82
82
83
83
83
84
84
BEAM MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de geluidsweergave via de geluidsbundels instellen.
OnderdeelKenmerkenBladzijde
SETTING PARAMETERSAanpassen van de instellingen voor de luisterruimte en de luisterplek.
BEAM ADJUSTMENTRegelen van de diverse instellingen voor de geluidsbundels.
IMAGE LOCATIONInstellen van de positionering van de linker en de rechter voorkanalen.
78
79
82
INPUT MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met de audio en video ingangssignalen instellen.
OnderdeelKenmerkenBladzijde
INPUT ASSIGNMENTToewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten.
INPUT MODESelecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
INPUT TRIMRegelt het ingangsniveau van de signaalbron.
INPUT RENAMEVeranderen van de getoonde naam voor een bepaalde signaalbron.
HDMI SETWijzigt de diverse HDMI instellingen.
XM ANTENNA LEVEL
(Alleen modellen voor de
V.S. en Canada)
Toont het huidige ontvangstniveau van XM Satellite Radio signalen.
84
85
85
86
86
88
DISPLAY MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te maken hebben met het display instellen.
OnderdeelKenmerkenBladzijde
F.DISPLAY SETWijzigt de instellingen voor het display op het voorpaneel.
OSD SETWijzigt de instellingen voor het in-beeld display (OSD).
UNIT SETVeranderen van de gebruikte eenheden.
88
89
89
76 Nl
Page 79
MANUAL SETUP
Gebruiken van het MANUAL SETUP
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
+10
ENTRY
ENTER
TV/AV
YSP
SPORTSMUSICMOVIE
SUR. DECODEOFF
TV/AV
YSP
RETURNDISPLAY
TV VOL
CH
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
VOLUM E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
y
U kunt de SET MENU instellingen wijzigen terwijl het toestel
aan het weergeven is.
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
3Druk op / , selecteer MANUAL SETUP
en druk dan op ENTER.
Het volgende scherm zal nu op uw tv verschijnen.
ENTER
ENTER
;MANUAL SETUP
.
1)SOUND MENU
2)BEAM MENU
3)INPUT MENU
4)DISPLAY MENU
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
4Druk op / , selecteer een submenu en
druk dan op ENTER.
ENTER
ENTER
2Druk op MENU.
Het SET MENU scherm zal nu op uw tv verschijnen.
SET MENU
;MEMORY
MENU
y
• De bedieningstoetsen voor het SET MENU worden
onderaan het scherm getoond.
• Om terug te gaan naar het vorige scherm in het SET
MENU, dient u op RETURN te drukken.
• Om het SET MENU scherm te verlaten, dient u nog eens
op MENU te drukken.
• U kunt de volgende handeling ook verrichten via het
display op het voorpaneel.
.
;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
;LANGUAGE SETUP
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
5Gebruik / / / en ENTER om de
verschillende parameters in te stellen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
ENTER
6Druk op MENU om af te sluiten.
Het in-beeld display (OSD) zal nu van uw tv-scherm
verdwijnen.
MENU
Nederlands
77 Nl
Page 80
MANUAL SETUP
BEAM MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te
maken hebben met de geluidsweergave via de
geluidsbundels instellen.
SET MENU → MANUAL SETUP → BEAM MENU
U kunt het uitgangsniveau van de geluidsbundels voor elk van de
kanalen regelen via “Instellen van de audiobalans” (zie
bladzijde 90).
■ SETTING PARAMETERS
(Parameter instellingen)
Hiermee kunt u de positie van het toestel in uw
luisterruimte en de afstand tussen dit toestel en de
luisterplek instellen.
Wanneer u een bepaalde parameter instelt, zullen andere,
daarmee samenhangende, parameters automatisch worden
aangepast om de beste weergave te verkrijgen voor uw
luisteromgeving.
Opmerking
Als u instellingen verricht via SETTING PARAMETERS, zullen
de instellingen voor geluidsbundels die gemaakt zijn via de
AUTO SETUP procedure vervangen worden. Als u de
instellingen voor de geluidsbundels die gemaakt zijn via de
AUTO SETUP wilt behouden verricht dan eerst de instellingen
via BEAM ADJUSTMENT (zie bladzijde 79).
FLAT TO WALL
ANGLE TO WALL
OR CORNER
• Selecteer FLAT TO WALL als het toestel parallel aan
een wand is geïnstalleerd. Stel de breedte en de lengte
van uw luisterruimte in en ook de afstand van dit
toestel tot de luisterplek, en de afstand van het midden
van dit toestel tot de linker wand.
Luisterplek tot
linkerwand
Luisterplek tot toes
Lengte kamer
Breedte kamer
Keuzes voor de breedte en de lengte van de kamer:
2,0 m t/m 12,0 m (6.5 ft t/m 40.0 ft)
Keuzes voor de afstand van de luisterplek tot dit
toestel:
1,8 m t/m 9,0 m (6.0 ft t/m 30.0 ft)
Keuzes voor de afstand van de luisterplek tot de linker
wand:
0,6 m t/m 11,4 m (2.0 ft t/m 38.0 ft)
A)SETTING PARAMETERS 2/3
A)SETTING PARAMETERS 1/3
.
INSTALLED POSITION
;;;;;;;FLAT TO WALL
INSTALLED HEIGHT
;;;;;;;1.0m
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
INSTALLED POSITION
(Installatiepositie van het toestel)
Hiermee kunt u de installatiepositie van dit toestel
instellen.
Keuzes: FLAT TO WALL (Installatie parallel aan een
wand), ANGLE TO WALL OR CORNER
(Hoekinstallatie)
78 Nl
p
p
Breedte en lengte
van de kamer
Luisterplek tot
toestel en tot
linkerwand
|
-------[ 5.4m ]|
4.9m
|
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
p
p
A)SETTING PARAMETERS 3/3
--------|
2.7m [ 2.5m ]
|
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
p
Page 81
MANUAL SETUP
• Selecteer ANGLE TO WALL OR CORNER als het
toestel in een hoek van uw kamer is geïnstalleerd. Stel
de breedte en de lengte van uw luisterruimte in en ook
de afstand van uw luisterplek tot dit toestel.
Luisterplek tot toestel
Breedte
kamer
Lengte kamer
Keuzes voor de breedte en de lengte van de kamer:
2.0 m t/m 12.0 m (6.5 ft t/m 40.0 ft)
Keuzes voor de afstand van de luisterplek tot dit
toestel:
1,8 m t/m 9,0 m (6.0 ft t/m 30.0 ft)
A)SETTING PARAMETERS 2/3
----- 5.4m ---
Breedte en
lengte van de
kamer
|
[ 5.4m ]
|
|
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
p
p
A)SETTING PARAMETERS 3/3
Luisterplek tot
toestel
Opmerking
Wanneer u de INSTALLED POSITION parameter in de
MANUAL SETUP (zie bladzijde 78) instelt, worden de nieuwe
waarden voor de breedte en lengte van uw kamer automatisch als
standaardinstelling ingesteld.
\
[ 2.5m ]
\
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
p
INSTALLED HEIGHT
(Installatiehoogte van dit toestel)
Hiermee kunt u de installatiehoogte van dit toestel
instellen.
Keuzes: 0,0 m t/m 3,0 m
Begininstelling: 1,0 m
0,0 m t/m 3,0 mVloer
■ BEAM ADJUSTMENT
(Instelling geluidsbundels)
Hiermee kunt u met de hand de diverse instellingen voor
de geluidsbundels wijzigen. We raden u aan de 5 Beam te
selecteren voor u veranderingen gaat aanbrengen in deze
instellingen (zie bladzijde 56).
Opmerkingen
• Wanneer INSTALLED POSITION wordt gewijzigd via de
MANUAL SETUP (zie bladzijde 78) zal de standaardinstelling
automatisch worden ingesteld voor deze parameter behalve
Center onder FOCAL LENGTH (zie bladzijde 81).
• Afhankelijk van de instellingen voor de geluidsbundels (zie de
bladzijden 56 en 62) is het mogelijk dat bepaalde kanaalposities
niet beschikbaar zijn. In een dergelijk geval zal “– –” worden
aangegeven. Bij gebruik van Stereo plus 3 Beam, moet u de
linker en rechter surroundkanalen laten weergeven via de linker
en rechter voorkanalen.
Hiermee kunt u de horizontale hoek van de geluidsbundels
voor elk van de kanalen instellen. Door de horizontale
hoek van de geluidsbundels aan te passen kunt u de
bundels optimaal afstellen. Er wordt automatisch een
testtoon geproduceerd.
()
(+)
(+)
()
Keuzes: L90° t/m R90°
Kies een hogere L (links) instelling om de geluidsbundel
meer naar links te richten, een hogere R (rechts) instelling
om de bundel naar rechts te richten.
a)HORIZONTAL ANGLE 1/5
Front LL90R90
L65deg
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
5 beam
*
p
0(deg)
p
VERTICAL ANGLE (Verticale hoek)
Hiermee kunt u de verticale hoek van de geluidsbundels
voor elk van de kanalen instellen. Door de bundels anders
te richten kunt u de optimale hoek bepalen.
BEAM TRAVEL LENGTH (Bundelafstand)
Er moet een bepaalde vertraging worden toegepast op het
geluid voor de diverse kanalen zodat al het geluid op
hetzelfde moment aankomt op de luisterplek. Via dit menu
kunt u instellen hoeveel afstand de geluidsbundels moeten
overbruggen nadat ze zijn geproduceerd door de
luidspreker in kwestie en via de wand weerkaatst voor ze
uiteindelijk aankomen op de luisterplek om zo de juiste
vertraging voor de bundel in kwestie te kunnen bepalen.
De lijnen in de afbeelding hieronder geven een indruk van
de afstanden.
Keuzes: 0,3 m t/m 24,0 m (1.0 ft t/m 80.0 ft)
• Front L regelt de afstand die de geluidsbundel voor
het linker voorkanaal moet afleggen.
• Front R regelt de afstand die de geluidsbundel voor
het rechter voorkanaal moet afleggen.
• Center regelt de afstand die de geluidsbundel voor het
middenkanaal moet afleggen.
• Surround L regelt de afstand die de geluidsbundel
voor het linker surroundkanaal moet afleggen.
• Surround R regelt de afstand die de geluidsbundel
voor het rechter surroundkanaal moet afleggen.
c)BEAM TRAVEL LENGTH
.
Front L;;;;;;;6.0m
Front R;;;;;;;6.0m
Center;;;;;;;;2.5m
Surround L;;;;9.1m
Surround R;;;;9.1m
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
5 beam
p
p
Keuzes: –45° t/m +45°
Begininstelling: 0°
• Een grotere – (min) waarde richt de bundel meer naar
beneden.
• Een grotere + (plus) waarde richt de bundel meer naar
boven.
b)VERTICAL ANGLE 1/5
Front L(+)
0deg.------0deg.
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
p
5 beam
(-)
p
80 Nl
y
Wij raden u aan de met de AUTO SETUP geoptimaliseerde
instelling te gebruiken (zie bladzijde 37). Pas deze instelling
alleen aan wanneer u de HORIZONTAL ANGLE gewijzigd heeft
(zie bladzijde 80).
Page 83
MANUAL SETUP
FOCAL LENGTH (Brandpuntsafstand)
Hiermee kunt u de afstand van de voorkant van dit toestel
tot het brandpunt van de weergave voor elk van de kanalen
instellen en de spreiding van de kanalen beïnvloeden.
De brandpunten horen in te worden gesteld op of rond de
punten waar de bundels door de wanden weerkaatst
worden, behalve natuurlijk voor het middenkanaal. Hoe
korter de ingestelde afstand, hoe meer het kanaal gespreid
wordt.
Brandpuntsafstand
Brandpunt
"Sweet spot"
Linker voorkanaalMiddenkanaal
()
(+)
Keuzes: –1,0 m t/m +13,0 m (–3.5 ft t/m +43.5 ft)
Kies een hogere – (minus) instelling om het brandpunt
meer naar buiten te brengen, of een hogere + (plus)
instelling om het brandpunt naar de normale positie te
brengen.
• Front L regelt de brandpuntsafstand voor de linker
voor-geluidsbundel.
• Front R regelt de brandpuntsafstand voor de rechter
voor-geluidsbundel.
• Center regelt de brandpuntsafstand voor de midden-
geluidsbundel. Begininstelling: –0,5 m (–1,5 ft)
• Surround L regelt de brandpuntsafstand voor de
linker surround-geluidsbundel.
• Surround R regelt de brandpuntsafstand voor de
rechter surround-geluidsbundel.
y
We raden u aan de begininstelling (–0,5 m (of –1,5 ft)) te
gebruiken voor het middenkanaal.
TREBLE GAIN (Versterking hoge tonen)
Regelt de weergave van de hoge tonen via de diverse
kanalen.
y
Als de linker en rechter voor- of linker en rechter surroundgeluidsbundel gereflecteerd moet worden door een gordijn of een
ander akoestisch absorberend oppervlak, kunt u een betere
surroundweergave bereiken door de hoge tonen in de
geluidsbundel(s) in kwestie te versterken.
Keuzes: –12.0 dB t/m +12.0 dB
Begininstelling: 0 dB
• Front L regelt de weergave van de hoge tonen via het
linker voorkanaal.
• Front R regelt de weergave van de hoge tonen via het
rechter voorkanaal.
• Center regelt de weergave van de hoge tonen via het
middenkanaal.
• Surround L regelt de weergave van de hoge tonen via
het linker surroundkanaal.
• Surround R regelt de weergave van de hoge tonen via
het rechter surroundkanaal.
e)TREBLE GAIN
Front L;;;;;;;;0dB
.
Front R;;;;;;;;0dB
Center;;;;;;;;;0dB
Surround L;;;;;0dB
Surround R;;;;;0dB
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
p
- +
------
------
------
------
------
p
GEAVANCEERDE
BEDIENING
d)FOCAL LENGTH
Front L;;;;;;+1.5m
.
Front R;;;;;;+1.5m
Center;;;;;;;-0.5m
Surround L;;;+2.3m
Surround R;;;+2.3m
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
5 beam
p
p
Nederlands
81 Nl
Page 84
MANUAL SETUP
■ IMAGE LOCATION
(Locatie geluidsbeeld)
Hiermee kunt u de richting regelen van waaruit de linker
en rechter voorkanalen worden waargenomen, zodat deze
dichter bij het middenkanaal klinken.
U kunt deze functie gebruiken wanneer de weergave via
de linker en rechter kanalen onnatuurlijk overkomt,
bijvoorbeeld wanneer uw luisterplek niet precies in het
midden van uw luisterruimte is.
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer 3
Beam of 5 Beam is geselecteerd als gebruiksfunctie voor
de geluidsbundels (zie bladzijde 56).
Keuzes: ON, OFF
Instelbereik: 0% t/m 95%
Begininstelling: 0%
C)IMAGE LOCATION
.
OFF)ON
LCR
p
LEFT;;;;;;;;;;;0%
RIGHT;;;;;;;;;;0%
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
LEFT (Links)
Brengt het geluidsbeeld naar links.
Hoe hoger het percentage, hoe groter het volume uit het
midden.
Zonder aanpassing
p
p
Met aanpassing van het
linker voorkanaal
SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te
maken hebben met de geluidsweergave instellen.
SET MENU → MANUAL SETUP → SOUND MENU
1)SOUND MENU
.
A)TONE CONTROL
B)SUBWOOFER SET
C)MUTE LEVEL
D)AUDIO DELAY
E)ROOM EQ
F)DD/DTS Dynamic Range
G)TruBass
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
■ TONE CONTROL (Toonregeling)
U kunt de toonkleur van de geluidsbundels aanpassen.
A)TONE CONTROL
TREBLE;;;;;0dB
.
BASS;;;;;;;0dB
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
TREBLE (Hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen regelen.
Keuzes: –12 dB t/m +12 dB
Begininstelling: 0 dB
BASS (Lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen regelen.
Keuzes: –12 dB t/m +12 dB
Begininstelling: 0 dB
-+
------
-+
------
p
p
RIGHT (Rechts)
Brengt het geluidsbeeld naar rechts.
Hoe hoger het percentage, hoe groter het volume uit het
midden.
Met aanpassing van het
Zonder aanpassing
rechter voorkanaal
82 Nl
■ SUBWOOFER SET
(Subwoofer instellingen)
Hiermee kunt u met de hand diverse subwoofer
instellingen wijzigen.
De lage tonen (bass) kunnen naar de subwoofer en/of de
linker en rechter voorkanalen worden gestuurd. Deze
instelling bepaalt ook waar het LFE (Lage Frequentie
Effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS signalen naartoe
wordt gestuurd.
Keuzes: SWFR (Subwoofer), FRONT
• Selecteer SWFR als u een subwoofer aangesloten
heeft. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere
kanalen worden nu naar de subwoofer gestuurd.
• Selecteer FRONT als u geen subwoofer gebruikt. Het
LFE kanaal en de lage tonen uit andere kanalen worden
nu naar de linker en rechter voorkanalen gestuurd.
CROSS OVER (Crossover)
Wanneer BASS OUT op SWFR staat kunt u met deze
functie de crossover (afsnij-) frequentie instellen voor alle
lage tonen. Alle frequenties beneden de ingestelde
frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd.
Keuzes: 80Hz, 100Hz, 120Hz
LFE LEVEL (Niveau Lage Frequentie Effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan het vermogen van uw subwoofer. Het LFE kanaal
zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage
tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen
in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital
of DTS signalen decodeert.
Keuzes: –20 t/m 0 dB
DISTANCE (Afstand)
Hiermee kunt u de afstand van de subwoofer tot de
luisterplek regelen.
Keuzes: 0,3 t/m 15,0 m (1.0 ft t/m 50.0 ft)
Begininstelling: 3,0 m (10.0 ft)
■ MUTE LEVEL
(Volumeverlaging bij geluid uit)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u de geluidsweergave tijdelijk
uitschakelt.
Keuzes: MUTE, –20 dB
• Selecteer MUTE om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer –20 dB om het huidige volume met 20 dB te
verlagen.
■ AUDIO DELAY (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Keuzes: 0 t/m 160 msec
D)AUDIO DELAY
AUDIO DELAY;;;;;0msec
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
■ ROOM EQ (Kamerequalizer)
Hiermee kunt u de toonkleur aanpassen aan uw
luisterruimte wanneer het toestel aan de wand is
gemonteerd.
Keuzes: MOUNTING (Montage), REFLECTING
(Kamertype; weerkaatsing)
E
)ROOM EQ
.
MOUNTING;;;;;SHELF
REFLECTING;;;NORMAL
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
MOUNTING (Montage)
Hiermee kunt u de lage en middentonen verbeteren.
Keuzes: WALL (Aan de wand), SHELF (Op een plank)
• Selecteer WALL als het toestel aan een wand in uw
kamer is geïnstalleerd.
• Selecteer SHELF als het toestel op een plank of iets
dergelijks in uw kamer is geïnstalleerd.
REFLECTING (Kamertype; weerkaatsing)
Hiermee kunt u instellen hoeveel geluid er wordt
weerkaatst in uw kamer.
Keuzes: NORMAL (Normaal), HI ECHO (Veel echo)
• Kies NORMAL wanneer uw luisterruimte geluiden
normaal weerkaatst.
• Kies HI ECHO wanneer uw luisterruimte geluiden
goed weerkaatst, bijvoorbeeld met betonnen wanden.
p
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)MUTE LEVEL
MUTE-20dB
p
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
Nederlands
83 Nl
Page 86
MANUAL SETUP
■ DD/DTS Dynamic Range
(Dynamisch bereik Dolby Digital en DTS
signalen)
Hiermee kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik
gecomprimeerd moet worden. Deze instelling treedt alleen
in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert. Het dynamisch bereik is het verschil
tussen het zachtst hoorbare geluid en het hardste dat nog
zonder vervorming kan worden weergegeven.
Keuzes: MIN (minimum), STD (standaard),
MAX (maximum)
F)DD/DTS Dynamic Range
MINSTDMAX
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
Kies deze mogelijkheid om de compressie van het
dynamische bereik in te stellen.
• Selecteer MIN als u bij een laag volume wilt luisteren.
• Selecteer STD voor algemeen gebruik.
• Selecteer MAX voor speelfilms.
■ TruBass
Hiermee kunt u de extra versterking van de lage tonen aan
of uit zetten. De SRS TruBass technologie verbetert ook
zonder subwoofer de weergave van de lage tonen en levert
diepere en rijkere lage tonen als u er wel een gebruikt.
Instelmogelijkheden:OFF, MID, DEEP
p
p
G)TruBass
OFFMIDDEEP
p
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
Opmerking
TruBass is niet beschikbaar wanneer u de My Beam (zie
bladzijde 63) of My Surround (zie bladzijde 57) heeft
geselecteerd als gebruiksfunctie voor de geluidsbundels.
INPUT MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te
maken hebben met de audio en video ingangssignalen
instellen.
SET MENU → MANUAL SETUP → INPUT MENU
3)INPUT MENU
.
A)INPUT ASSIGNMENT
B)INPUT MODE
C)INPUT TRIM
D)INPUT RENAME
E)HDMI SET
F)XM ANTENNA LEVEL
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
Opmerking
“F) XM ANTENNA LEVEL” geldt alleen bij modellen voor de
V.S . e n C an ad a.
U kunt de HDMI IN aansluitingen van dit toestel
toewijzen aan andere componenten wanneer de
begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met
uw systeem. Door andere componenten toe te wijzen aan
de HDMI IN aansluitingen van dit toestel zorgt u ervoor
dat de juiste naam van het aangesloten toestel verschijnt
op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display
(OSD), en kunt u eventueel deze component bedienen via
de ingangskeuzetoets met de bijbehorende naam. Als u
een component aansluit op één van de HDMI IN
aansluitingen van dit toestel en verder niets wijzigt, zal de
begininstelling met de componentnaam voor die HDMI IN
aansluiting worden getoond op het display op het
voorpaneel en in het in-beeld display (OSD) wanneer deze
als signaalbron wordt geselecteerd.
• Selecteer HDMI1 om een component toe te wijzen aan
de HDMI AUX 1 IN aansluiting van dit toestel.
Keuzes: TV/STB, AUX1
• Selecteer HDMI2 om een component toe te wijzen aan
de HDMI DVD IN aansluiting van dit toestel.
Keuzes: DVD, AUX2
• Selecteer Line1 om een component toe te wijzen aan de
STB COMPONENT VIDEO IN aansluitingen van dit
toestel.
Keuzes: TV/STB, AUX1
• Selecteer Line2 om een component toe te wijzen aan de
DVD/AUX 2 COMPONENT VIDEO IN aansluitingen
van dit toestel.
Keuzes: DVD, AUX2
• Selecteer Line3 om een component toe te wijzen aan de
AUX 1 VIDEO IN aansluiting van dit toestel.
Keuzes: DVD, AUX2
84 Nl
Page 87
A)INPUT ASSIGNMENT1/3
.
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
.
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
HDMI
HDMI1;;;; AUX1
( AUX1 )
HDMI2;;;; DVD
( DVD)
p
[ENTER]:Return
A)INPUT ASSIGNMENT2/3
.
COMPONENT
Line1;;;;TV/STB
( TV/STB )
Line2;;;; DVD
( DVD)
p
[ENTER]:Return
A)INPUT ASSIGNMENT3/3
COMPOSITE
Line3;;;; AUX2
( AUX2 )
p
[ENTER]:Return
p
p
p
p
p
p
■ INPUT MODE (Ingangsfunctie)
Met deze instelling kunt u de ingangsfunctie bepalen voor
signaalbronnen op de DIGITAL IN aansluitingen op het
moment dat dit toestel wordt ingeschakeld. Voor informatie
omtrent de soorten audiosignalen die door dit toestel kunnen
worden verwerkt verwijzen we u naar “Selecteren van de
ingangsfunctie” op bladzijde 93.
Keuzes: AUTO, LAST
B)INPUT MODE
AUTOLAST
p
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
• Kies AUTO om het toestel automatisch het soort
ingangssignaal te laten bepalen en de bijbehorende
ingangsfunctie te laten instellen.
• Kies LAST om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is. Als het soort
ingangssignaal verschilt van de instelling, zal er geen
geluid worden geproduceerd.
MANUAL SETUP
■ INPUT TRIM
(Niveau ingangssignalen aanpassen)
Hiermee kunt u het ingangsniveau van de signaalbron
regelen.
C)INPUT TRIM1/2
.
TV/STB ANALOG;;;-3.0dB
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
• Selecteer TV/STB ANALOG om het niveau in te
stellen van audio- en videosignalen die binnenkomen
via de TV/STB AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer TV/STB DIGITAL om het niveau in te
stellen van audio- en videosignalen die binnenkomen
via de TV/STB OPTICAL DIGITAL IN aansluiting
van dit toestel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer DVD DIGITAL om het niveau in te stellen
van audio- en videosignalen die binnenkomen via de
DVD COAXIAL DIGITAL IN aansluiting van dit
toestel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer AUX1 ANALOG om het niveau in te stellen
van audio- en videosignalen die binnenkomen via de
AUX 1 AUDIO IN aansluitingen van dit toestel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer AUX1 DIGITAL om het niveau in te stellen van
audio- en videosignalen die binnenkomen via de AUX 1
OPTICAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer AUX2 DIGITAL om het niveau in te stellen van
audio- en videosignalen die binnenkomen via de AUX 2
COAXIAL DIGITAL IN aansluiting van dit toestel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer AUX3 ANALOG om het niveau in te stellen
van audiosignalen die binnenkomen via de AUX 3
ingangsaansluitingen op het voorpaneel.
Instelbereik: –6,0 dB t/m 0,0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
• Selecteer DOCK ANALOG om het niveau in te stellen
van de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK
aansluiting van dit toestel (alleen modellen voor de
V.S., Canada en Australië).
Instelbereik: –6.0 dB t/m 0.0 dB
Begininstelling: –3,0 dB
DIGITAL;;-3.0dB
DVDDIGITAL;;-3.0dB
p
p
[ENTER]:Return
p
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
85 Nl
Page 88
MANUAL SETUP
■ INPUT RENAME
(Signaalbronnen nieuwe namen geven)
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen op het
OSD (in-beeld display) en op het display op het voorpaneel
veranderen. Gebruik de ingangskeuzetoetsen (bijv. DVD) om
de component waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren
en voer dan de volgende procedure uit.
D)INPUT RENAME
DVD ->DVD
p
p
[ ]/[ ]:Position
p
[ ]/[ ]:Character
p
[ENTER]:Return
1Druk op / en verplaats de _
(onderstreping) naar het teken of de spatie
die u wilt veranderen.
De _ (onderstreping) knippert.
ENTER
■ HDMI SET (HDMI instellingen)
Hiermee kunt u de HDMI audio/video in-/uitgangen
aanpassen aan de aangesloten apparatuur.
Keuzes: SUPPORT AUDIO (Audio ondersteuning),
VIDEO INFO (Video informatie), UP-SCALING
(HDMI opwaarderen), ASPECT RATIO (HDMI
beeldverhouding), HDMI CONTROL (HDMI
bediening)
E)HDMI SET
.
a)SUPPORT AUDIO
b)VIDEO INFO
c)UP-SCALING
d)ASPECT RATIO
e)HDMI CONTROL
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
SUPPORT AUDIO (Audio ondersteuning)
Hier mee kunt u bepalen of HDMI audiosignalen
weergegeven zullen worden door dit toestel of door een
andere HDMI component verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel.
Keuzes: HTY-7040, OTHER
2
Druk op
/
en selecteer het gewenste teken.
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, #, *, +, enz.
ENTER
3Herhaal de stappen 1 t/m 2 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
4Druk op ENTER om af te sluiten.
De nieuwe naam (namen) wordt (worden) opgeslagen
en het display keert terug naar het eerder
weergegeven scherm.
a)SUPPORT AUDIO
HTY-7040OTHER
p
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
Opmerkingen
• Deze instelling werkt wanneer HDMI CONTROL is ingesteld
op OFF (zie bladzijde 87).
• De HDMI videosignalen die binnenkomen via één van de
HDMI IN aansluitingen van dit toestel worden altijd
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
• Wanneer HDMI CONTROL is ingesteld op ON, staat deze
instelling buiten werking. Dit toestel volgt de instelling van de
voor HDMI bediening geschikte tv.
86 Nl
ENTER
Page 89
MANUAL SETUP
VIDEO INFO (Video informatie)
Hiermee kunt u de video informatie voor het huidige
ingangssignaal laten aangeven.
Instelmogelijkheden:HDMI SIGNAL, HDMI RES.,
• Selecteer HDMI SIGNAL om het type HDMI in-/
uitgangssignalen af te lezen.
• Selecteer HDMI RES. om de resolutie van de HDMI
in-/uitgangssignalen af te lezen.
• Selecteer HDMI ERROR om foutmeldingen te laten
zien voor HDMI bronnen of aangesloten apparatuur
(zie bladzijde 111 voor details).
UP-SCALING (HDMI opwaarderen)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van
analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet
video en component video aansluitingen in of uit te
schakelen zodat de opgewaardeerde analoge
videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting. Dit toestel kan analoge videosignalen als
volgt opwaarderen:
• Selecteer OFF om de HDMI opwaarderingsfunctie
buiten werking te stellen.
• Selecteer THROUGH om geen analoge videosignalen
op te waarderen.
• Selecteer 480p (of 576p), 1080i of 720p om analoge
videosignalen op te waarderen naar een resolutie van
480p of 576p, 1080i of 720p.
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
Opmerkingen
• Wanneer “MONITOR CHECK” is ingesteld op “YES”, zal dit
toestel de gegevens omtrent de geschikte videosignaalresoluties
verkrijgen van het via HDMI aangesloten beeldscherm en kunt
u via “UP-SCALING” alleen de door het beeldscherm
ondersteunde resoluties selecteren (zie bladzijde 97).
• Wanneer “MONITOR CHECK” is ingesteld op “SKIP”, zal er
links van de videosignaalresoluties die niet beschikbaar zijn een
asterisk (*) verschijnen (zie bladzijde 97).
ASPECT RATIO (HDMI beeldverhouding)
Gebruik deze functie om de instelling van de
beeldverhouding te selecteren voor videosignalen die
worden geproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Instelmogelijkheden:THROUGH, 16:9 Normal,
• Selecteer THROUGH als u geen wijzigingen wilt
aanbrengen in de beeldverhouding voor HDMI
videobronsignalen.
• Selecteer 16:9 Normal als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een
beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm
zwarte balken worden weergegeven.
• Selecteer Smart Zoom als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 passend wilt weergeven op
een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Opmerkingen
• Wanneer “UP-SCALING” is ingesteld op “THROUGH”, kunt u
geen wijzigingen maken voor “ASPECT RATIO”.
• Wanneer “ASPECT RATIO” is ingesteld op “Smart Zoom”
zullen de beelden worden uitgerekt aan de randen van het
beeldscherm.
• Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een
resolutie van 720p of 1080i, heeft de “ASPECT RATIO”
instelling geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting
gereproduceerde signalen.
HDMI CONTROL (HDMI bediening)
Gebruik deze functie om dit toestel via de HDMI
aansluitingen met een voor HDMI bediening geschikte tv
te verbinden. U kunt de stroom in- of uitschakelen, de
ingangsfunctie selecteren en het volume van dit toestel
instellen met de afstandsbediening van uw voor HDMI
geschikte tv. Zie “Gebruiken van de HDMI
bedieningsfunctie” op bladzijde 75 voor details.
Instelmogelijkheden:OFF, ON
• Selecteer ON om de HDMI bediening in te schakelen.
De signalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby) staat.
• Selecteer OFF om de HDMI bediening uit te
schakelen. De signalen die binnenkomen via de HDMI
IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit
(standby) staat.
■ XM ANTENNA LEVEL
(XM antenneniveau)
(Alleen modellen voor de V.S. en
Canada)
Hiermee kunt u het huidige ontvangstniveau van XM
Satellite Radio signalen bekijken. Voor de beste ontvangst
dient u het aangesloten XM Mini-Tuner Dock zo te
plaatsen dat er een waarde van 60% of hoger verkregen
wordt.
Display status: NONE, 0 tot 100%
p
p
F)XM ANTENNA LEVEL
XM ANTENNA LEVEL;;;;97%
[ENTER]:Return
Opmerking
“NONE” wordt getoond als het XM Mini-Tuner Dock niet is
aangesloten op dit toestel. Controleer in dit geval de antenneaansluitingen (zie bladzijde 5 in de Referentiegids).
DISPLAY MENU
Hiermee kunt u met de hand diverse parameters die te
maken hebben met het display instellen.
SET MENU → MANUAL SETUP → DISPLAY MENU
4)DISPLAY MENU
.
A)F.DISPLAY SET
B)OSD SET
C)UNIT SET
p
[ ]/[ ]:Up/Down
p
[ENTER]:Enter
■ F.DISPLAY SET
(Instellingen display op het voorpaneel)
Hiermee kunt u de helderheid en andere instellingen van
het display op het voorpaneel regelen.
A)F.DISPLAY SET
.
STANDARD DIMMER;;;;;OFF
AUTO DIMMER
;;;;;;;;;;;;;OFF
SCROLL;;;;;;;;;;;;CONT.
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
STANDARD DIMMER (Standaard dimmer)
Hiermee stelt u de helderheid van het display op het
voorpaneel in wanneer het toestel wordt bediend via het
voorpaneel of de afstandsbediening.
Keuzes: –2, –1, OFF
AUTO DIMMER (Automatische dimmer)
Wanneer er een bepaalde tijd lang geen handeling wordt
uitgevoerd, zal het display op het voorpaneel gedimd
worden. Hiermee kunt u de helderheid van het display op
het voorpaneel in een dergelijk geval instellen.
Keuzes: OFF (dezelfde helderheid als bij de
STANDARD DIMMER instelling), –1 t/m –3
(gebaseerd op de STANDARD DIMMER
instelling), DISPLAY OFF
SCROLL
(Scrollen over het display op het voorpaneel)
(Alleen modellen voor de V.S., Canada en
Australië)
Hiermee kunt u de manier bepalen waarop informatie
wordt weergegeven op het display op het voorpaneel bij
gebruik van een iPod of XM Satellietradio.
Keuzes: CONT., ONCE
• Selecteer CONT. om de gegevens verder te laten
schuiven over het display.
• Selecteer ONCE om de gegevens één keer over het
display te laten schuiven, waarna de eerste 15 tekens op
het display zullen blijven staan.
p
88 Nl
Page 91
■ OSD SET (In-beeld display instellingen)
Hiermee kunt u de displaypositie en de displaytijd van het
in-beeld display (OSD) instellen.
B)OSD SET
.
OSD SHIFT;;;;;;;;;;0
OSD DISPLAY TIME;;;ON
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down [ ]/[ ]:Sel
p
[ENTER]:Return
OSD SHIFT (Plaatsing in-beeld display)
Hiermee kunt u de verticale positie van het in-beeld display (OSD)
instellen. Een hogere – (minus) instelling zal de positie van het in-beeld
display hoger in beeld brengen, een hogere + (plus) instelling lager.
Keuzes: –5 t/m +5
Begininstelling: 0
OSD DISPLAY TIME (In-beeld displaytijd)
(Alleen modellen voor de V.S., Canada en Australië)
Hiermee kunt u instellen hoelang het in-beeld display
getoond moet worden nadat u een handeling heeft verricht.
Keuzes: ON, 10s, 30s
• Selecteer ON om het in-beeld display (OSD)
voortdurend weer te laten geven.
• Selecteer 10s om het in-beeld display (OSD) 10 seconden
nadat u een handeling heeft uitgevoerd uit te laten schakelen.
• Selecteer 30s om het in-beeld display (OSD) 30 seconden
nadat u een handeling heeft uitgevoerd uit te laten schakelen.
y
De tijdinstelling voor het in-beeld display (OSD) werkt ook voor uw
iPod en XM Satellite Radio (alleen modellen voor de V.S. en
Canada). Zie voor details de bladzijden 4 en 10 in de Referentiegids.
p
MANUAL SETUP
■ UNIT SET (Eenheden)
Hiermee kunt u kiezen in welke eenheid het toestel
afstanden aangeeft.
Keuzes:
METERS
Korea),
FEET
(modellen voor Australië, Europa, Azië en
(modellen voor de V.S. en Canada)
C)UNIT SET
METERSFEET
p
p
p
[ ]/[ ]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer METERS om de afstanden in meters in te
kunnen voeren.
• Selecteer FEET om de afstanden in voeten (feet) in te
kunnen voeren.
Opmerking
Als u deze instelling wijzigt, kunnen de aangepaste instellingen
voor de geluidsbundels veranderen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
89 Nl
Page 92
Instellen van de audiobalans
Instellen van de audiobalans
U kunt het uitgangsniveau van de diverse geluidsbundels instellen via de testtoon of aan de hand van de weergegeven
audio in elk van de standen voor de geluidsbundels om de surroundweergave zo realistisch mogelijk te maken.
Gebruiken van de testtoon
U kunt het toestel via elk kanaal een testtoon laten
produceren zodat u met de hand de niveaus van de diverse
kanalen met elkaar in balans kunt brengen.
Hiermee kunt u de niveaus van de kanalen zo afstellen dat
ze op de luisterplek allemaal even hard klinken.
ENHANCER MENU
ENTRY
CAT/
ENTER
A-E
VOLUM E
MUTE
TV INPUT TV MUTE
CH LEVEL TEST
(Modellen voor de V.S. en Canada)
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
TV/AV
YSP
RETURNDISPLAY
TV VOL
CH
CODE SET
3Druk net zo vaak op / tot u het kanaal
geselecteerd heeft dat u wilt instellen.
Het display op het voorpaneel verandert als volgt:
TEST FRONT L
ENTER
TEST CENTER
TEST FRONT R
TEST SUR.R
TEST SUR.L
TEST SUBWOOFER
Opmerking
“TEST SUBWOOFER” is alleen beschikbaar wanneer er
een subwoofer is aangesloten op dit toestel en SWFR is
geselecteerd voor BASS OUT in het SOUND MENU (zie
bladzijde 83).
4Gebruik / om het volume van de kanalen
in te stellen.
2Druk op TEST.
“TEST FRONT L” verschijnt op het display op het
voorpaneel en er zal een testtoon worden
geproduceerd via het linker voorkanaal.
TEST
TESTFRONTL
90 Nl
ENTER
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Page 93
Instellen van de audiobalans
5Druk op TEST wanneer u klaar bent met
instellen.
TEST
Opmerkingen
• Geen van de kanaalniveaus kan worden ingesteld wanneer 2-
kanaals of 5-kanaals stereoweergave (zie bladzijde 62), My
Beam (zie bladzijde 63), of My Surround (zie bladzijde 57) is
geselecteerd als gebruiksfunctie voor de geluidsbundels.
• “FRONT L/R” kan niet worden ingesteld wanneer Stereo plus 3
Beam is geselecteerd als als de gebruiksfunctie voor de
geluidsbundels (zie bladzijde 57).
• “FRONT L/R” wordt automatisch geregeld aan de hand van de
instellingen voor de andere kanalen wanneer u Stereo plus 3
Beam of stereoweergave heeft geselecteerd als gebruiksfunctie
voor de geluidsbundels (zie de bladzijden 57 en 62).
y
Als het niveau van een bepaald kanaal niet kan worden ingesteld,
zal “– –dB” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Met behulp van de weergegeven
audio
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk net zo vaak op CH LEVEL (of eerst op
CH LEVEL en dan op / ) om het kanaal
dat u wilt instellen te selecteren.
Het display op het voorpaneel verandert als volgt.
CH LEVEL
of
CH LEVEL
ENTER
FRONT L+1.0dB
U kunt ook met de hand de niveaus van de kanalen regelen
terwijl er een signaalbron, zoals een DVD, wordt
weergegeven.
ENHANCER MENU
ENTRY
CAT/
ENTER
A-E
VOLUM E
MUTE
TV INPUT TV MUTE
CH LEVEL TEST
(Modellen voor de V.S. en Canada)
TV/AV
YSP
RETURNDISPLAY
TV VOL
CH
CODE SET
CENTER-2.5dB
FRONT R+1.0dB
SUR.R+2.0dB
SUR.L +2.0dB
SWFR --dB
Opmerking
“SWFR” is alleen beschikbaar wanneer er een subwoofer is
aangesloten op dit toestel en SWFR is geselecteerd voor
BASS OUT in het SOUND MENU (zie bladzijde 82).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
91 Nl
Page 94
Instellen van de audiobalans
3Gebruik / om het volume van de kanalen
in te stellen.
ENTER
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
4Wacht een paar seconden zonder dit verder
te bedienen wanneer u klaar bent met uw
instellingen.
Opmerkingen
• Geen van de kanaalniveaus kan worden ingesteld wanneer 2kanaals of 5-kanaals stereoweergave (zie bladzijde 62), of My
Surround (zie bladzijde 57) is geselecteerd als gebruiksfunctie
voor de geluidsbundels.
• “FRONT L/R” kan niet worden ingesteld wanneer Stereo plus 3
Beam is geselecteerd als als de gebruiksfunctie voor de
geluidsbundels (zie bladzijde 57).
• Alleen CENTER kan worden ingesteld wanneer My Beam is
geselecteerd als als de gebruiksfunctie voor de geluidsbundels
(zie bladzijde 63).
• “FRONT L/R” wordt automatisch geregeld aan de hand van de
instellingen voor de andere kanalen wanneer u Stereo plus 3
Beam of stereoweergave heeft geselecteerd als gebruiksfunctie
voor de geluidsbundels (zie de bladzijden 57 en 62).
y
Als het niveau van een bepaald kanaal niet kan worden ingesteld,
zal “– –dB” verschijnen op het display op het voorpaneel.
92 Nl
Page 95
Selecteren van de ingangsfunctie
Selecteren van de ingangsfunctie
U kunt kiezen welke soort audiosignalen weergegeven moeten worden voor een bepaalde signaalbron op basis van uw voorkeur
of de mogelijkheden van de signaalbron zelf. Deze functie is beschikbaar voor TV/STB, DVD, AUX1 en AUX2.
y
We raden u aan de ingangsfunctie in de meeste gevallen op AUTO te laten staan.
AV
TV
TV
INPUT1
TV
INPUTMODE
MY BEAM MY SUR.
5
SPORTS
SUR. DECODEOFF
+10
ENTRY
ENTER
DOCK
AUX3
MACRO
MEMORYSEARCH
SLEEP
321
6
RETURNDISPLAY
TV/AV
YSP
AUX1 AUX2
DVD
STB
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AUTO
SETUP
VOL MODE
5BEAM ST+3BEAM 3BEAM
STEREO
4
MUSICMOVIE
789
0
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
1Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
2Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om
de gewenste signaalbron te selecteren.
AUX2AUX1DVD
TV
STB
3Druk herhaaldelijk op INPUTMODE om heen
en weer te schakelen tussen de
ingangsfuncties.
INPUTMODE
DVD AUTO
DVD DTS
Wanneer u DVD heeft
geselecteerd als
signaalbron
AUX1 AUTO
AUX1 DTS
AUX1 ANALOG
Wanneer u AUX1 heeft
geselecteerd als
signaalbron
Opmerking
ANALOG is niet beschikbaar als ingangsfunctie voor DVD
en AUX2.
•AUTO
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde:
1) HDMI
2) Digitaal
3) Analoog
y
In de meeste gevallen kunt u deze instelling gebruiken.
TV/STB AUTO
TV/STB DTS
TV/STB ANALOG
Wanneer u TV of STB heeft
geselecteerd als
signaalbron
AUX2 AUTO
AUX2 DTS
Wanneer u AUX2 heeft
geselecteerd als
signaalbron
GEAVANCEERDE
BEDIENING
•DTS
Alleen DTS gecodeerde digitale signalen zullen worden geselecteerd.
Vergeleken met AUTO biedt deze ingangsfunctie meer
stabiliteit bij weergave van DTS gecodeerde CD’s of LD’s.
• ANALOG
Selecteert alleen analoge signalen.
Alleen analoge signalen zullen worden geselecteerd wanneer
er zowel analoge als digitale signalen binnenkomen.
y
U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden
ingeschakeld wanneer dit toestel aan wordt gezet door middel van
INPUT MODE in het INPUT MENU (zie bladzijde 85).
93 Nl
Nederlands
Page 96
Aanpassen van de systeemparameters
Aanpassen van de systeemparameters
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Deze menu’s bieden u aanvullende
mogelijkheden voor het instellen van dit toestel en de manier waarop het werkt.
Opmerking
Wanneer “F.PANEL KEY” is ingesteld op “F.PANEL: OFF” (zie bladzijde 100), zal STANDBY/ON op het voorpaneel niet werken.
Gebruik in plaats daarvan STANDBY/ON op de afstandsbediening om de systeeminstellingen aan te passen.
Gebruiken van de
systeemparameters
Volg de procedure hieronder om de systeemparameters in
te voeren.
INPUTVOLUME STANDBY/ON
DVD
STB
+
AUX1 AUX2
TV
PRESET/TUNE
CATFM/XM
AV
INPUT1
TV
POWERPOWERSTANDBY/ON
TV
DOCK
AUX3
MACRO
MEMORYSEARCH
ENHANCER MENU
CAT/
A-E
(Modellen voor de V.S. en Canada)
ENTRY
ENTER
TV/AV
YSP
RETURNDISPLAY
2Houd INPUT op het voorpaneel ingedrukt en
druk vervolgens op STANDBY/ON op de
afstandsbediening om het toestel aan te
zetten.
“MEMORY PROTECT” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
STANDBY/ON
INPUT
MEMORYPROTECT
3Laat INPUT op het voorpaneel los.
INPUT
1Druk op STANDBY/ON op de
afstandsbediening om het toestel uit te
zetten.
STANDBY/ON
94 Nl
Page 97
Aanpassen van de systeemparameters
Instellen van MEMORY PROTECT
U kunt de huidige instellingen zoals opgeslagen in het
systeemgeheugen van dit toestel beveiligen tegen per
ongeluk wissen of wijzigen.
1Herhaal de stappen 1 t/m 3 onder “Gebruiken
van de systeemparameters” op bladzijde 94.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
3Controleer of de melding “MEMORY
PROTECT” inderdaad getoond wordt op het
display op het voorpaneel en druk
vervolgens op ENTER.
MEMORYPROTECT
4Druk op / om heen en weer te schakelen
tussen “PROTECT: ON” en “PROTECT: OFF”.
ENTER
PROTECT:ON
PROTECT:OFF
• Selecteer PROTECT: ON om de beveiliging in te
schakelen.
• Selecteer PROTECT: OFF om de beveiliging uit te
schakelen.
ENTER
5Druk op STANDBY/ON op de
afstandsbediening om dit toestel uit
(standby) te zetten.
STANDBY/ON
De nieuwe instelling treedt in werking wanneer u dit
toestel de volgende keer aan zet.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
95 Nl
Page 98
Aanpassen van de systeemparameters
Instellen van MAX VOLUME
U kunt een maximum volumeniveau instellen zodat het
toestel geen geluid harder dan deze instelling zal kunnen
produceren.
1Herhaal de stappen 1 t/m 3 onder “Gebruiken
van de systeemparameters” op bladzijde 94.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
“
TV/AV
YSP
3Druk op / zodat “MAX VOLUME SET”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
ENTER
5Gebruik / om het gewenste maximum
volumeniveau in te stellen.
ENTER
Instelbereik: MAX, 99 t/m 01, MIN
Instelstap: 1
6Druk op STANDBY/ON op de
afstandsbediening om dit toestel uit
(standby) te zetten.
STANDBY/ON
De nieuwe instelling voor het maximum
volumeniveau treedt in werking wanneer u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Instellen van TURN ON VOLUME
U kunt instellen welk volume moet worden gebruikt
wanneer het toestel aan wordt gezet.
MAXVOLUMESET
4Druk op ENTER.
ENTER
1Herhaal de stappen 1 t/m 3 onder “Gebruiken
van de systeemparameters” op bladzijde 94.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
96 Nl
Page 99
Aanpassen van de systeemparameters
3Druk op / zodat “TURN ON VOLUME”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
ENTER
TURNONVOLUME
4Druk op ENTER.
ENTER
5Gebruik / om het gewenste beginvolume
in te stellen.
Instellen van MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten. Wanneer deze parameter is ingesteld op
“YES”, zal dit toestel de informatie omtrent de geschikte
videoresoluties ontvangen van het beeldscherm dat op het
toestel is aangesloten via HDMI (zie bladzijde 22). Als uw
beeldscherm niet geschikt is voor resoluties van 1080i en/
of 720p, kunt u “1080i” en/of “720p” niet selecteren bij
“UP-SCALING” (zie bladzijde 87).
1Herhaal de stappen 1 t/m 3 onder “Gebruiken
van de systeemparameters” op bladzijde 94.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
3Druk op / zodat “MONITOR CHECK”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
ENTER
ENTER
Instelbereik: MAX, 99 t/m 01, OFF
Instelstap: 1
6Druk op STANDBY/ON op de
afstandsbediening om dit toestel uit
(standby) te zetten.
STANDBY/ON
De nieuwe instelling voor het maximum
volumeniveau treedt in werking wanneer u dit toestel
de volgende keer aan zet.
MONITOR CHECK
4Druk op ENTER.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
ENTER
Nederlands
97 Nl
Page 100
Aanpassen van de systeemparameters
5Druk op / om heen en weer te schakelen
tussen “MON CHK: YES” en “MON CHK:
SKIP”.
ENTER
MON CHK:YES
MON CHK:SKIP
• Selecteer MON CHK: YES om de
beeldschermcontrole in te schakelen.
• Selecteer MON CHK: SKIP om de
beeldschermcontrole uit te schakelen.
Instellen van DEMO MODE
U kunt dit toestel uittesten om een idee te krijgen van de
mogelijkheden van de weergave met geluidsbundels.
1Herhaal de stappen 1 t/m 3 onder “Gebruiken
van de systeemparameters” op bladzijde 94.
2Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op YSP.
TV/AV
YSP
3Druk op / zodat “DEMO MODE”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
ENTER
6Druk op STANDBY/ON op de
afstandsbediening om dit toestel uit
(standby) te zetten.
STANDBY/ON
De nieuwe instelling treedt in werking wanneer u dit
toestel de volgende keer aan zet.
Opmerking
Als u de instelling voor “MONITOR CHECK” wijzigt, zal
“UP-SCALING” automatisch worden ingesteld op “OFF” (zie
bladzijde 87).
DEMOMODE
4Druk op ENTER.
ENTER
98 Nl
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.