LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze
handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de
handleiding op een veilige plek zodat u er later nog
eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek — uit direct zonlicht, uit
de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht
en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van
tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm
aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de
achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren of transformatoren
om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en
plaats het toestel niet in een omgeving met een
hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich
binnenin het toestel condens vormt, wat zou
kunnen leiden tot elektrische schokken, brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het
toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot
staat aan druppelende of spattende vloeistoffen.
Plaats de volgende dingen NIET bovenop dit
toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel
kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk
letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze
elektrische schokken voor de gebruiker en/of
schade aan dit toestel kunnen veroorzaken
wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht
komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt.
Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog
wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het
toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het
stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven
is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat
kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt,
moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het
snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen.
Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven
voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger
voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden
tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk
letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit
toestel met een ander voltage dan hetgeen
aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient
u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer
het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te
brengen of het te repareren. Neem contact op met
erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u
vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer
in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het
stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN”
over veel voorkomende vergissingen bij de
bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel
een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/
ON te drukken om dit toestel uit (standby) te
schakelen en de stekker uit het stopcontact te
halen.
18 VOLTAGE SELECTOR (Alleen algemeen model)
De VOLTAGE SELECTOR (voltage keuzeschakelaar)
op het achterpaneel van dit toestel moet worden
ingesteld op de netspanning van het door u
gebruikte stroomnet VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt.
De geschikte voltages bedragen 110V-120V, 220V240V wisselstroom, 50/60 Hz.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel
ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
(0,1% THV, 1 kHz, 6Ω)
[Modellen voor de VS en Canada]
Hoofd:70 W + 70 W
Midden:70 W
Achter:70 W + 70 W
[Overige modellen]
Hoofd:60 W + 60 W
Midden:60 W
Achter:60 W + 60 W
Meervoudige digitale geluidsvelden
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder
◆ Dolby Digital/Dolby Digital + Matrix 6.1 decoder
◆ DTS/DTS + Matrix 6.1 decoder
◆ CINEMA DSP: combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Pro Logic, Dolby Digital of
DTS
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA DSP
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren van
voorkeuzezenders
◆ Mogelijkheid tot herschikken van voorkeuzezenders
(voorkeuzezenders bewerken)
Andere kenmerken
◆ 96 kHz/24-bits D/A converter
◆ Instelmenu waarmee u dit toestel optimaal kunt
aanpassen aan uw Audio/Videosysteem
◆ Testtoon-generator voor gemakkelijke instelling van
de luidspreker-balans
◆ 6-kanaals ingang voor externe decoder
◆ Optische en coaxiale digitale audio aansluitingen
◆ Slaaptimer
■ Over deze handleiding
• y geeft een handige tip bij de bediening aan.
• Sommige handelingen zijn mogelijk met de toetsen op de afstandsbediening of via het hoofdtoestel zelf. Waar de
namen van de toetsen op de afstandsbediening afwijken van die op het hoofdtoestel worden de namen van de toetsen
op de afstandsbediening in deze handleiding tussen haakjes toegevoegd.
• Deze handleiding kan gedrukt zijn voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom is het mogelijk dat bepaalde
specificaties van uw toestel tijdens de fabricage bijvoorbeeld ter wille van verbeteringen gewijzigd zijn. In een
dergelijk geval verlenen wij voorkeur aan het verbeteren van het product boven de bijwerking van de handleiding.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
2
Page 5
VAN START
Meegeleverde toebehoren
Controleer na het uitpakken of u de volgende onderdelen in uw bezit heeft.
Afstandsbediening
DVD D-TV/CBL VCR POWER
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
TUNER
PRESET
A/B/C/D/E
/DTS 6.1/5.1 NIGHT SLEEP
TEST
PROGPROG
LEVEL
VOLUME
MUTE
VOLUME
STEREO
SET MENU
Batterijen in de afstandsbediening
zetten
Batterijen (2)
(AA, R06, UM-3)
AM ringantenne
1 Druk het lipje op de klep van het batterijvak
in en schuif de klep in de richting van de pijl
open.
INLEIDING
FM binnenantenne
(Modellen voor de VS, Canada, China,
Korea en algemene modellen)
(Modellen voor Europa, het
V.K., Australië en Singapore)
Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak
door de + en – tekens op de batterijen te laten
overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in
het batterijvak.
1
3
4
2
2 Verwijder de klep.
3 Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,
R06, UM-3) overeenkomstig de
polariteitsaanduidingen in het batterijvak.
4 Schuif de klep terug op zijn plaats.
■ Opmerkingen over batterijen
• Vervang de batterijen wanneer u merkt dat het bereik
van de afstandsbediening minder wordt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door
elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de
aanwijzingen op de verpakking aandachtig door
aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en
kleur op elkaar kunnen lijken.
• Als de batterijen onverhoopt gelekt hebben, dient u ze
onmiddellijk te verwijderen. Raak het uit de batterijen
gelekte materiaal niet aan en laat het niet in contact
komen met uw kleding enz. Maak het batterijvak goed
schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Nederlands
3
Page 6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
12543678
VOLUME
STANDBY
/ON
SILENT
PHONES
SPEAKERS
90q wriutepo
RDS MODE/FREQ EON
PTY SEEK
MODE START
PRESET/TUNING
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PROGRAM
A/B/C/D/E
NEXT
CONTROL
SET MENU
y
RDS MODE/FREQ
EON
PTY SEEK
MODE START
PRESET/TUNING FM/AM
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
a sfd
(Alleen modellen voor Europa en het V.K.)
1 STANDBY/ON toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer
u dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een
vertraging zal optreden van 4 a 5 seconden voor dit
toestel in staat is geluid te reproduceren.
Standby-stand
In de standby-stand blijft dit toestel een kleine
hoeveelheid stroom verbruiken zodat het kan reageren
op de infrarood signalen van de afstandsbediening.
2 Sensor afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
3 Display voorpaneel
Hierop verschijnt de bedieningsinformatie van het toestel.
4 TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) toets
Met deze toets kunt u schakelen tussen automatisch en
handmatig afstemmen.
5 PRESET/TUNING (EDIT) toets
Hiermee schakelt u de PRESET/TUNING l / h toetsen
heen en weer tussen het kiezen van een voorkeuzezender
en het afstemmen op een bepaalde frequentie (ten teken
waarvan de dubbele punt (:) al of niet getoond zal
worden).
Met deze toets kunt u ook twee voorkeuzezenders van
plaats laten wisselen.
6 FM/AM toets
Met deze toets schakelt u de radio heen en weer tussen
FM en AM.
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM) toets
Hiermee slaat u de huidige zender op in het geheugen.
8 VOLUME draaiknop
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen
instellen. Dit heeft geen invloed op het OUT (REC)
uitgangsniveau.
9
SILENT (PHONES hoofdtelefoon-
aansluiting)
Via deze aansluiting kunt u het DSP effect beluisteren via
een hoofdtelefoon. Wanneer u de stekker van uw
hoofdtelefoon aansluit op de PHONES-aansluiting heeft
dit geen invloed op de geluidsuitvoer van de luidsprekers.
Om de signaaluitvoer naar de luidsprekers uit te
schakelen, drukt u de schakelaar SPEAKERS ON/OFF in
de stand OFF.
0 SPEAKERS ON/OFF
Hiermee schakelt u de luidsprekers die u heeft
geselecteerd met SPEAKERS A/B in of uit.
q SPEAKERS A/B toetsen
Hiermee kunt u de set hoofd-luidsprekers die zijn
aangesloten op de A of B aansluitingen selecteren.
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
4
Page 7
w STEREO (EFFECT) toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale
stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer
STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen
naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd
zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital
en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal)
worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
(Alleen modellen voor Europa en het V.K.)
a RDS MODE/FREQ toets
Bij ontvangst van een RDS zender kunt u met deze
toets de displayfunctie omschakelen naar PS, PTY,
RT en/of CT (als de zender deze RDS diensten
ondersteunt) of kiezen voor display van de frequentie
waarop afgestemd is.
INLEIDING
e PROGRAM l / h toetsen
Hiermee kunt u het DSP geluidsveldprogramma
selecteren.
r A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders
A t/m E selecteren.
NEXT toets
Hiermee maakt u selecties in het instelmenu wanneer het
toestel niet als radio wordt gebruikt.
t PRESET/TUNING l / h toetsen
Hiermee kunt u de voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren
wanneer de dubbele punt (:) op het display op het
voorpaneel staat, of de afstemmen op een bepaalde
frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet op het display
staat.
SET MENU –/+ toetsen
Hiermee kunt u instellingen veranderen in het instelmenu
wanneer het toestel niet als radio wordt gebruikt.
y CONTROL toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen instelling
van de weergave van de lage tonen (bass) of van de hoge
tonen (treble).
u BASS/TREBLE –/+ toetsen
Hiermee kunt u de weergave van de lage en de hoge tonen
verzwakken of versterken. Met elke druk op één van deze
toetsen verandert het niveau met 2dB.
Instelbereik: –10 t/m +10dB
s PTY SEEK MODE toets
Hiermee kunt u de PTY SEEK functie inschakelen om
het toestel naar een programma van een bepaald type
te laten zoeken.
d PTY SEEK START toets
Druk op deze toets om het toestel te laten zoeken naar
het met de PTY SEEK functie ingestelde
programmatype.
f EON toets
Druk op deze toets om het gewenste programmatype
(NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) te kiezen wanneer
u automatisch wilt afstemmen op een radioprogramma
van dat type.
i INPUT MODE toets
Hiermee stelt u de prioriteit in voor de soorten
ingangssignalen (AUTO, DTS, ANALOG) die worden
ontvangen wanneer één component is aangesloten op
twee soorten ingangsaansluitingen. U kunt de prioriteit
voor audiobronnen niet instellen wanneer u 6CH INPUT
als ingangsbron heeft geselecteerd.
o INPUT draaiknop l / h
Hiermee selecteert u de signaalbron waar u naar wilt
luisteren of lijken.
p 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten
op de 6CH INPUT aansluitingen. Dit audiosignaal krijgt
voorrang boven de met INPUT (of de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening)
geselecteerde signaalbron.
Nederlands
5
Page 8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
1
Afstandsbediening
Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsorganen en functies
van de afstandsbediening.
DVD D-TV/CBL VCR POWER
q
2
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
w
TUNER
A/B/C/D/E
PRESET
e
3
4
5
6
7
8
/DTS 6.1/5.1 NIGHT SLEEP
TEST
VOLUME
PROGPROG
MUTE
LEVEL
VOLUME
STEREO
SET MENU
r
t
y
u
i
9
1 Infraroodzender
Zendt infraroodsignalen uit. Richt deze zender op het
toestel wanneer u de afstandsbediening gebruikt.
2 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de ingangsbron.
3 A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders
A t/m E selecteren.
4 q/DTS
Hiermee selecteert u de ingebouwde Dolby Digital, DTS,
Dolby Pro Logic of Pro Logic II decoder.
5 6.1/5.1 toets
Hiermee kunt u de Dolby Digital + Matrix 6.1 of DTS +
Matrix 6.1 decoder aan of uit zetten.
6 TEST toets
Hiermee schakelt u de testtoon in om de niveaus van de
luidsprekers in te stellen.
7 MUTE toets
Schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit (dempen).
Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave
te hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.
8 LEVEL toets
Hiermee selecteert u het in te stellen effectkanaal.
0
9 PROGRAM –/+ toetsen
Hiermee kunt u het DSP geluidsveldprogramma
selecteren.
0 Overige toetsen
Dit gedeelte wordt gebruikt bij het wijzigen en
doorvoeren van instellingen.
q POWER toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby).
w 6CH IN toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten
op de 6CH INPUT aansluitingen.
e PRESET –/+ toetsen
Hiermee kunt u voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren.
r SLEEP toets
Met deze toets kunt u de slaaptimer inschakelen.
6
Page 9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
t NIGHT toets
Hiermee zet u het toestel in de middernacht-luisterfunctie.
y STEREO toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale
stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer
STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen
naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd
zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital
en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal)
worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.
u VOLUME +/– toetsen
Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.
i SET MENU toets
Hiermee schakelt u de instelfunctie in.
■ Gebruik van de afstandsbediening
VOLUME
PRESET/TUNINGFM/AM
CONTROL
SET MENU
Ongeveer 6 m
BASS/TREBLE
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONOMAN`L/AUTO FM
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PHONES
30°30°
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
NEXT
De afstandsbediening zendt een gerichte infrarode straal
uit. U moet daarom de afstandsbediening direct op de
sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit met de
afstandsbediening wilt bedienen.
■ Omgaan met de afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan deze
omstandigheden:
– hoge vochtigheid of temperatuur, zoals in de buurt
van een verwarming, kachel of badkuip;
– stof; of
– zeer lage temperaturen.
INLEIDING
7
Nederlands
Page 10
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
13
V-AUXVCR
MATRIX
DIGITAL
PCM
VIRTUAL
SILENT
PL
PL
~~~~~~~~~~~~~~
NIGHT
HiFi
DSP
45
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
90qwyeruiop
a
1 Processor indicators
De indicator voor de gebruikte decoder licht op.
e HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een Hi-Fi DSP
62
TUNERCD
STEREO
CTRTPTYPS
HOLDPTYEON
AUTO
MEMORYTUNED
7
MUTE
SLEEP
ft
dB
VOLUME
8
L C R
RLLFERC RR
t
(Alleen modellen voor Europa en het V.K.)
geluidsveldprogramma gebruikt.
2 VIRTUAL indicator
Deze licht op wanneer u het Virtual CINEMA DSP
programma gebruikt.
r CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma gebruikt.
3 Hoofdtelefoon indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer er een
hoofdtelefoon aangesloten is.
t STEREO indicator
Licht op wanneer de “AUTO” afstem-indicator aan
is en het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.
4 Signaalbron-indicator
Laat met een soort cursor de huidige signaalbron zien.
y TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel op een zender afstemt.
5 Geluidsveld indicator
Wanneer u een DSP geluidsveldprogramma gebruikt,
zullen de velden in kwestie oplichten.
u MEMORY indicator
Knippert als een zender kan worden opgeslagen.
6 AUTO indicator
Laat zien dat de tuner automatisch aan het afstemmen is.
7 MUTE indicator
Deze indicator gaat knipperen wanneer u het geluid
tijdelijk heeft uitgeschakeld (MUTE).
8 VOLUME niveau-aanduiding
Deze balkjes geven het volumeniveau aan.
9 PCM indicator
Deze licht op wanneer het toestel PCM (pulscodemodulatie) digitale audiosignalen produceert.
0 SILENT indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
terwijl de digitale geluidsveldprocessor in werking is.
q Multi-informatie display
Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma
en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.
w NIGHT indicator
Licht op wanneer het toestel in de middernachtluisterfunctie staat.
i SLEEP indicator
Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is
ingeschakeld.
o LFE indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer het ingangssignaal
een kanaal voor Lage Frequentie Effecten bevat.
p Ingangskanalen indicator
Bij weergave van een digitaal signaal zullen de indicators
voor de weergegeven geluidskanalen oplichten.
a RDS indicator (Alleen modellen voor Europa
en het V.K.)
De naam (namen) van de RDS gegevens die worden
geleverd door de RDS zender waar u op heeft afgestemd
zal (zullen) oplichten.
De EON indicator zal oplichten wanneer er is afgestemd
op een RDS zender met EON gegevens over andere
zenders.
De PTY HOLD indicator zal oplichten wanneer er
gezocht wordt naar zenders in de PTY SEEK zoekfunctie.
8
Page 11
AANSLUITINGEN
Voor u andere componenten gaat
aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de
netspanning voor u alle aansluitingen tussen de
componenten heeft gemaakt.
• Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier
maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, “+” op
“+” en “–” op “–”. Sommige componenten hebben
afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen
voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de
handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten
componenten.
• Nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt, moet u ze
nog een keer allemaal nalopen om te zien of alles in
orde is.
• De naam van de aansluiting komt overeen met de
aanduidingen bij gebruik van de ingangskeuzetoetsen.
DIGITAL INPUT
ingangsaansluitingen
(blz. 9 – 11)
Aansluitingen voor audiocomponenten (blz. 11)
Aansluitingen voor videocomponenten (blz. 10)
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale
signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken om PCM, Dolby Digital en DTS bitstromen in
te voeren. Om te kunnen genieten van de multikanaals
soundtrack van DVD-materiaal enz. met DSP-effecten,
dient u digitale aansluitingen te maken. Beide digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
• De OPTICAL aansluiting van dit toestel voldoet aan de EIA
normen. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet
aan deze normen voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet
naar behoren functioneert.
Aansluitingen voor
luidsprekers (blz. 16)
VOORBEREIDINGEN
AUDIO
LR
CDDVD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
DIGITAL
(REC)
INPUT
CD
2
MAIN
COAXIAL
SURROUND
OPTICAL
DVD
1
SUB
WOOFER
CENTER
6CH INPUTOUTPUT
6CH INPUT
ingangsaansluitingen
(blz. 13)
SUBWOOFER OUTPUT
uitgangsaansluiting
(blz. 16)
AUDIOVIDEOTUNERSPEAKERS
WOOFER
LR
AM
MONITOR
OUT
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
D-TV
/CBL
V-AUX
IN
VCR
OUT
SUB
CLASS 2 WIRING
A
LR
MAIN
MAIN A OR B : 6Ω MIN./SPEAKER
Deze aansluiting is uitsluitend voor gebruik door de fabrikant.
Sluit geen andere apparatuur hierop aan.
Antenne aansluitingen
(blz. 12)
B
LR
MAIN
CENTER
CENTER : 6Ω MIN./SPEAKER
REAR
REAR
(
)
SURROUND
LR
: 6Ω MIN./SPEAKER
Nederlands
9
Page 12
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
■ Aansluiten van een videomonitor
Sluit de video-ingangsaansluiting van uw monitor aan
op de MONITOR OUT VIDEO aansluiting.
■ Aansluiten van een DVD-speler
Verbind de optisch digitale uitgangsaansluiting van de
component in kwestie met de DIGITAL INPUT
ingangsaansluiting en verbind de video
uitgangsaansluiting van de component met de VIDEO
aansluiting van dit toestel.
y
• Gebruik de AUDIO aansluitingen van dit toestel voor video
apparatuur zonder optisch digitale uitgangsaansluiting. Bij
gebruik van de AUDIO aansluitingen kan echter geen
multikanaals weergave worden verkregen.
■ Aansluiten van een digitale TV/kabel-TV
Verbind de video uitgangsaansluiting van uw component
met de VIDEO aansluiting van dit toestel.
Verbind de audio uitgangsaansluitingen van uw
component met de AUDIO aansluitingen van dit toestel.
DVD-speler
O
OPTICAL
OUTPUT
LVR
AUDIO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
■ Aansluiten van een andere
videocomponent
Verbind de video uitgangsaansluiting van uw component
met de VIDEO aansluiting van dit toestel.
Verbind de audio uitgangsaansluitingen van uw
component met de AUDIO aansluitingen van dit toestel.
■ Aansluiten van opname-apparatuur
Verbind de audio-ingangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO OUT aansluitingen en verbind
de video-ingangsaansluiting van deze component met de
VIDEO OUT aansluiting van dit toestel om beelden te
kunnen opnemen.
Verbind de audio-uitgangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO IN aansluitingen en verbind
de video-uitgangsaansluiting van deze component met de
VIDEO IN aansluiting van dit toestel om videomateriaal
afgespeeld op de broncomponent via dit toestel te kunnen
weergeven.
Opmerking
• Wanneer u eenmaal een component waarmee kan worden
TV/digitale TV/
VIDEO
OUTPUT
kabel-TV
V
L R
AUDIO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
Andere
videocomponent
L R
AUDIO
OUTPUT
V
DIGITAL
INPUT
CD
COAXIAL
OPTICAL
DVD
AUDIO
LR
CDDVD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
(REC)
2
MAIN
SURROUND
1
SUB
WOOFER
CENTER
6CH INPUTOUTPUT
AUDIO
OUTPUT
LR
AUDIOVIDEOTUNER
LR
AM
SUB
WOOFER
AUDIO
INPUT
D-TV
/CBL
V-AUX
IN
VCR
OUT
LR
MONITOR
OUT
ANT
GND
FM
ANT
VV
Videorecorder
75Ω UNBAL.
VIDEO
INPUT
VIDEO
OUTPUT
V
VIDEO
INPUT
Video-monitor
geeft de audio-signaalrichting aan
L
geeft linker analoge signaalkabel aan
R
geeft rechter analoge signaalkabel aan
geeft optische glasvezelkabel aan
O
geeft de video-signaalrichting aan
V
geeft videokabels aan
10
Page 13
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
■ Aansluiten van een CD-speler
Verbind de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw
CD-speler met de DIGITAL INPUT CD aansluiting.
y
• Gebruik de AUDIO aansluitingen op dit toestel om een CDspeler zonder COAXIAL DIGITAL OUTPUT aansluiting aan
te sluiten of om op te nemen van CD-spelers.
■ Aansluiten van een CD-recorder of
MD-recorder
Verbind de ingangsaansluitingen van uw CD- of MDrecorder met de MD/CD-R OUT (REC) aansluitingen.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw CD- of
MD-recorder met de MD/CD-R IN (PLAY) aansluitingen
om uw opname-apparatuur ook als signaalbron te kunnen
gebruiken.
L
COAXIAL
OUTPUT
R
L
R
C
CD-recorder of
MD-recorder
CD-speler
AUDIO
OUTPUT
AUDIO
INPUT
Opmerking
• Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u
deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel
gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat
dit toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.
DIGITAL
INPUT
CD
COAXIAL
OPTICAL
DVD
AUDIO
LR
CDDVD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
(REC)
2
MAIN
SURROUND
1
SUB
WOOFER
CENTER
6CH INPUTOUTPUT
AUDIOVIDEOTUNER
LR
AM
SUB
WOOFER
D-TV
/CBL
V-AUX
VCR
OUT
IN
MONITOR
OUT
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
VOORBEREIDINGEN
AUDIO
OUTPUT
L
R
geeft de signaalrichting aan
L
geeft linker analoge signaalkabel aan
R
geeft rechter analoge signaalkabel aan
C
geeft coaxiale kabel aan
Nederlands
11
Page 14
AANSLUITINGEN
50 kHz/ 9kHz
100 kHz/10kHz
FM/AM
FREQUENCY STEP
Aansluiten van de antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM
binnenantenne. In de meeste gevallen zullen deze
antennes zorgen voor een voldoende ontvangst.
Sluit de antennes op de juiste wijze aan op de daarvoor
bestemde aansluitingen.
AM ringantenne
(meegeleverd)
EOTUNER
AM
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
MONITOR
OUT
Aarde (GND aansluiting)
Voor maximale veiligheid en minimum
storing dient u de antenne GND aansluiting
goed te aarden. Een goede aarding wordt
bijvoorbeeld geboden door een metalen pen
die in vochtige grond gedreven is.
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1 Zet de AM ringantenne in elkaar en sluit
deze vervolgens aan op het toestel.
2 Druk op het lipje en steek de draden van de
AM ringantenne in de AM ANT en GND
(aarde) aansluitingen.
3 Zet de AM ringantenne zo neer dat u de
beste ontvangst krijgt.
Opmerkingen
• Zet de AM ringantenne zo ver mogelijk bij dit toestel vandaan.
• De AM ringantenne moet aangesloten blijven, ook al heeft u
een AM buitenantenne op dit toestel aangesloten.
Een op de juiste manier aangesloten buitenantenne
biedt een betere ontvangst dan een binnenantenne.
Als u de ontvangst slecht vindt, kan een buitenantenne
misschien soelaas bieden. Raadpleeg uw
dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of service-centrum
omtrent de aansluiting van een buitenantenne.
FREQUENCY STEP schakelaar (Alleen
algemene modellen)
Omdat de afstand tussen de aan de zenders
toegewezen frequenties per gebied verschilt, kunt u
met de FREQUENCY STEP schakelaar (op het
achterpaneel) dit toestel aanpassen aan het gebied
waar u zich bevindt.
Noord, Midden en Zuid Amerika: 100 kHz/10 kHz
Andere gebieden: 50 kHz/9 kHz
Voor u deze schakelaar omzet, moet u de stekker van
het toestel uit het stopcontact halen.
12
Page 15
/CD-R
Aansluiten van een externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(MAIN links en rechts, CENTER, SURROUND links en
rechts en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een component die is uitgerust met
een multikanaals decoder en 6-kanaals
uitgangsaansluitingen, zoals een DVD/SACD-speler.
AANSLUITINGEN
OUT
DIGITAL
(REC)
INPUT
CD
2
MAIN
COAXIAL
SURROUND
OPTICAL
DVD
1
SUB
WOOFER
CENTER
6CH INPUTOUTPUT
CENTERSURROUND
CENTERSURROUND
SUBWOOFERMAIN
SUBWOOFERMAIN
SUB
WOOFER
V-AUX
VCR
OUT
IN
L R
MONITOR
OUT
75Ω UNBAL.
FM
ANT
LR
DVD/SACD-speler
Opmerking
• Wanneer u 6CH INPUT als signaalbron kiest, zal het toestel
automatisch de digitale geluidsveld-processor uitschakelen en
kunt u geen gebruik maken van de DSP programma’s.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
13
Page 16
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de luidsprekers
■ Luidsprekers
Dit toestel is ontworpen voor een zo hoog mogelijke
kwaliteit van het geproduceerde geluidsveld met een
systeem bestaande uit 5 luidsprekers, met linker en
rechter hoofd-luidsprekers, linker en rechter achterluidsprekers en een midden-luidspreker. Als verschillende
merken luidsprekers (met verschillende weergavekarakteristieken) door elkaar gebruikt, is het mogelijk dat
bijvoorbeeld een menselijke stem of andere geluiden niet
vloeiend kan worden weergegeven. Wij raden u daarom
aan luidsprekers van dezelfde fabrikant of luidsprekers
met dezelfde weergave-karakteristieken te gebruiken.
De hoofd-lss wo gebr voor wg van de belangrijkste
signalen plus de effectgeluiden. Dit zullen waarschijnlijk
de luidsprekers van uw huidige stereosysteem zijn. De
achter-luidsprekers worden gebruikt voor effect- en
surroundgeluiden. De midden-luidspreker is bedoeld voor
weergave van gecentreerde geluiden (dialogen, vocalen
enz.).
Voor de hoofd-luidsprekers dient u modellen met een zeer
hoog prestatieniveau te nemen, met voldoende vermogen
voor het maximum uitgangsvermogen van uw
audiosysteem. De andere luidsprekers hoeven niet aan
dergelijke hoge eisen te voldoen. Voor een zeer accurate
plaatsing van de geluidsweergave is het echter aan te
bevelen modellen te gebruiken die gelijkwaardig zijn aan
de hoofd-luidsprekers.
Gebruik van een subwoofer verdiept het
geluidsveld
U kunt uw systeem verder uitbreiden met een subwoofer.
Een subwoofer helpt niet alleen bij de weergave van de
lage tonen via een of alle kanalen, maar ook bij het zuiver
weergeven van het LFE (Lage Frequentie Effecten)
kanaal van Dolby Digital of DTS signalen. Het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System is
ideaal voor een natuurlijke en levendige reproductie van
de lage tonen.
■ Opstellen van de luidsprekers
Raadpleeg de volgende afbeelding wanneer u uw
luidsprekers gaat opstellen.
Hoofd-luidspreker (R)Midden-luidspreker
Achter-luidspreker (R)
Subwoofer
Hoofdluidspreker (L)
Achter-luidspreker (L)
Hoofd-luidsprekers
Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke
afstanden van de belangrijkste luisterplek. De afstand van
elk van deze luidsprekers tot de video-monitor moet ook
gelijk zijn.
Midden-luidspreker
Breng de voorkant van de midden-luidspreker in lijn met
de voorkant van het beeldscherm van de video-monitor.
Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor,
bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop en midden
tussen de hoofd-luidsprekers.
Achter-luidsprekers
Plaats deze luidsprekers achter de luisterplek en richt ze
een beetje naar binnen, ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer
De plaatsing van de subwoofer is niet kritiek, vanwege
het ongerichte karakter van de lage tonen. Het is wel beter
de subwoofer in de buurt van de hoofd-luidsprekers te
plaatsen. Keer de subwoofer een beetje naar het midden
van de ruimte om weerkaatsingen via de wanden te
verminderen.
Opmerking
• Als u geen effect-luidsprekers gebruikt (achter en/of midden),
dient u in het instelmenu de “SOUND 1 SPEAKER SET”
instellingen aan te passen zodat deze signalen worden
weergegeven via aansluitingen waarop u wel luidsprekers
heeft aangesloten.
1,8 m
14
LET OP
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dit type luidspreker nog steeds het beeld van uw
monitor verstoord, zet ze dan verder bij de beeldbuis
vandaan.
Page 17
AANSLUITINGEN
■ Aansluitingen
Let er op dat u de linker (L) en de rechter (R) kanalen en ook de “+” (rood) en “–” (zwart) polariteit van de luidsprekers
op de juiste manier aansluit. Als u de aansluitingen ondeugdelijk zijn, zullen de luidsprekers geen geluid produceren en
als u luidsprekers verkeerd om aansluit (
LET OP
• Gebruik uitsluitende met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.
• Zorg ervoor dat de luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken en ook geen metalen onderdelen van het toestel
kunnen raken. Hierdoor kan het toestel zowel als de luidsprekers beschadigd raken.
10 mm
12
+
op –), zal de geluidsweergave onnatuurlijk zijn en weinig lage tonen bevatten.
Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van
isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze
draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien
heeft deze een streepje, een groef of een ribbel.
1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van de
uiteinden van beide draden.
2 Draai de blote uiteinden van de draden in
elkaar om kortsluiting te voorkomen.
Aansluiting op de MAIN A SPEAKERS aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
1 Draai de knop van de aansluiting los.
2 Steek alleen het blote stukje draad in de
opening in de zijkant van de aansluiting.
3 Draai de knop weer vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2
1
3
y
(Behalve modellen voor het V.K., Europa, Korea en Singapore)
• U kunt de aansluitingen ook maken met bananenstekkers.
Bananenstekker
(Behalve modellen voor het V.K., Europa, Korea
en Singapore)
Aansluiting op de MAIN B, CENTER en REAR SPEAKERS aansluitingen
Draai eerst de knop van de aansluiting vast en steek
vervolgens de stekker in het gat van de knop.
1 Druk het klepje in om het te openen.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
1
2 Steek één blote draad in de opening van elke
aansluiting.
3 Laat het klepje los om de draad vast te
2
zetten.
15
Nederlands
Page 18
AANSLUITINGEN
AUDIO
CDDVD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
DIGITAL
(REC)
INPUT
CD
2
MAIN
COAXIAL
SURROUND
OPTICAL
DVD
1
SUB
WOOFER
6CH INPUTOUTPUT
A hoofd-luidspreker
RechtsLinksLinks
B hoofd-luidspreker
Rechts
21
AUDIOVIDEOTUNERSPEAKERS
LR
CENTER
WOOFER
LR
AM
MONITOR
OUT
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
D-TV
/CBL
V-AUX
IN
VCR
OUT
SUB
CLASS2 WIRING
A
LR
MAIN
MAIN A OR B : 6Ω MIN./SPEAKER
B
LR
MAIN
CENTER
CENTER : 6Ω MIN./SPEAKER
REAR
REAR
(
)
SURROUND
LR
: 6Ω MIN./SPEAKER
3
4
Subwoofer-
Midden-
luidspreker
RechtsLinks
systeemAchter-luidspreker
65
MAIN SPEAKERS aansluitingen
U kunt hier indien gewenst twee luidsprekersystemen
aansluiten. Als u slechts een enkel luidsprekersysteem
gebruikt, kunt u kiezen of u de MAIN A of MAIN B
aansluiting wilt gebruiken.
REAR SPEAKERS aansluitingen
2
3
1
4
5
U kunt hier een achter-luidsprekersysteem aansluiten.
CENTER SPEAKER aansluitingen
6
U kunt hier een midden-luidspreker aansluiten.
De afbeelding toont de opstelling van de luidsprekers in
de kamer.
De SUBWOOFER aansluiting
Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing
Subwoofer System, dient u de ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te verbinden met deze aansluiting. De zeer
lage tonen voor de hoofd-, midden- en/of achterkanalen worden dan naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw
SPEAKER SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten) signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden
eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen.
Opmerkingen
• De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.
• Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen daarvoor te laten weergeven door e linker en rechter hoofd-luidsprekers doorde “SOUND 1 SPEAKER SET” instelling “1D BASS” via het instelmenu te veranderen in MAIN.
• Gebruik de regeling op de subwoofer zelf om het volumeniveau daarvan te regelen. U kunt het volumeniveau ook met de
afstandsbediening van dit toestel regelen (zie “INSTELLEN VAN DE WEERGAVENIVEAUS VAN DE LUIDSPREKERS”
op bladzijde 45).
16
Page 19
AANSLUITINGEN
U
N
N
Aansluiten van netsnoeren
VOLTAGE SELECTOR
VOLTAGE
SELECTOR
REAR
)
RROUND
L
./SPEAKER
./SPEAKER
(Algemene modellen)
■ Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR (voltage keuzeschakelaar) op
het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op
de netspanning van het door u gebruikte stroomnet VOOR
u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte
voltages bedragen 110V-120V/220V-240V wisselstroom
50/60 Hz.
110V-120V
220V-240V
Inschakelen van de stroom
Pas wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, mag u dit
toestel inschakelen.
1
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
DVD D-TV/CBL VCR POWER
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
TUNER
PROGPROG
PRESET
A/B/C/D/E
/DTS 6.1/5.1 NIG HT SLEEP
TEST
VOLUME
STEREO
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
1
1 Druk op STANDBY/ON (POWER op de
afstandsbediening) om dit toestel aan te
zetten.
STANDBY
/ON
Voorpaneel
of
POWER
Afstandsbediening
VOORBEREIDINGEN
Het niveau van het hoofdvolume zal op het display
op het voorpaneel getoond worden, gevolgd door de
naam van het DSP programma.
Nederlands
17
Page 20
BASIS SYSTEEM-INSTELLINGEN
Via het “BASIC” menu kunt u gemakkelijk enkele fundamentele “SOUND” parameters instellen. Als u het toestel
preciezer wilt aanpassen aan uw luisteromgeving of uw persoonlijke voorkeuren, kunt u de meer gedetailleerde
instellingen via het “SOUND” menu gebruiken, in plaats van het “BASIC” menu (zie bladzijde 40). Als u via het“BASIC” menu instellingen wijzigt, worden alle “SOUND” menu instellingen teruggezet op de standaardwaarden.
Gebruiken van het basismenu
Gebruik de afstandsbediening voor het aanpassen van de
instellingen.
• Druk op SPEAKERS A/B op het voorpaneel om de
hoofd-luidsprekers die u wilt gebruiken te selecteren en
zet SPEAKERS ON/OFF op ON.
• Zorg ervoor dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten
op dit toestel.
TEST
PROGPROG
LEVEL
3,6
VOLUME
MUTE
VOLUME
STEREO
SET MENU
1
2,4
1 Druk op SET MENU.
“BASIC MENU” verschijnt op het display op het
voorpaneel, zoals op de afbeelding hieronder.
SET MENU
BASIC MENU
Als er iets anders dan “BASIC
MENU” op het voorpaneel
verschijnt, dient u op u te
drukken tot “BASIC MENU”
verschijnt.
2 Druk op –/+ om het BASIC instelmenu te
openen.
Het display op het voorpaneel verandert als volgt:
3 Druk op u / d om de instelling die u wilt
wijzigen te selecteren.
SETUP
Hiermee kunt u de instellingen voor de luidsprekers
en de versterker afstemmen op de ruimte die u
gebruikt. Raadpleeg “Instellen van uitgangsniveaus
aan de hand van uw luidsprekersysteem” op
bladzijde 20 voor meer informatie.
SP LEVEL
Hiermee kunt u de uitgangsniveaus van de
luidsprekers instellen.
Raadpleeg “Instellen van de uitgangsniveaus van de
luidsprekers” op bladzijde 20 voor meer informatie.
4 Druk op –/+ om de gewenste instelfunctie in
te schakelen.
5 Wijzig de instellingen om uw toestel
optimaal af te stemmen op uw
luisteromgeving. Als u klaar bent, zal het
toestel automatisch terugkeren naar het
basismenu.
6 Druk op u / d om het instelmenu te
verlaten.
Het display op het voorpaneel zal als volgt
veranderen:
Afsluiten
↑
BASIC
↓↑
SOUND
↓↑
INPUT
↓↑
OPTION
↓
Afsluiten
18
1SETUP
Page 21
SET MENU
BASICSOUNDINPUTOPTION
BASIS SYSTEEM-INSTELLINGEN
1SETUP
Druk op –/+ om elk van de instellingen
te wijzigen. Gebruik d om naar de
volgende instelling te gaan.
1 ROOM
U kunt kiezen uit S/M/L.
2 SUBWOOFER
Kies YES/NONE (ja/geen).
3 SPEAKERS
U kunt kiezen uit 2/3/4/5 spk.
CANCEL
4 SET/CANCEL
Kies SET/CANCEL (instellen/
annuleren).
2SP LEVEL
Druk op
–/+
luidsprekers af te stemmen op de weergave
van de linker hoofd-luidspreker. Met d
kunt u naar de volgende instelling gaan.
om de balans van de andere
1 L-R
Regelen van de balans tussen de
linker en rechter hoofd-luidsprekers.
2 C
Regelen van de balans tussen de midden
luidspreker en de linker hoofd-luidspreker.
3 RL
Regelen van de balans tussen de linker achterluidspreker en de linker hoofd-luidspreker.
4 RR
Regelen van de balans tussen de
linker en rechter achter-luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
SET
YES
• Nadat u de “1 SETUP” waarden heeft gewijzigd, moet u de uitgangsniveaus van uw luidsprekers opnieuw instellen via
“2 SP LEVEL”.
• Zie de blz. 39 – 44 voor een gedetailleerde uitleg over de “SOUND”, “INPUT” en “OPTION” menu’s.
5 CHECK OK:
Kies YES/NO.
NO
5 SWFR
Regelen van de balans tussen de linker
hoofd-luidspreker en de subwoofer.
Nederlands
19
Page 22
BASIS SYSTEEM-INSTELLINGEN
Instellen van uitgangniveaus aan
de hand van uw luidsprekersysteem
Volg de onderstaande aanwijzingen om de weergave van
de versterker aan te passen aan de afmetingen van de
ruimte waar uw installatie is opgesteld en aan uw
luidsprekers. Gebruik u / d om door de instellingen
1 t/m 4 te bladeren en –/+ om de gekozen instelling te
wijzigen.
De fabrieksinstellingen worden aangegeven.
1 ROOM
Instel-mogelijkheden: S, M, L
Selecteer de grootte van de ruimte waar uw
luidsprekers staan. Grof gezegd zijn de afmetingen
waaruit u kunt kiezen:
[Modellen voor de VS en Canada]
S: 16ft. x 3ft., 200sq.ft.(4,8 x 4m, 20m
M: 20ft. x 16ft., 300sq.ft. (6,3 x 5,0m, 30m
L: 26ft. x 19ft., 450sq.ft. (7,9 x 5,8m, 45m2)
[Overige modellen]
S: 3,6m x 2,8m, 10m
M: 4,8m x 4,0m, 20m
L: 6,3m x 5,0m, 30m
2
2
2
2 SUBWOOFER
Instel-mogelijkheden: YES, NONE
Kies YES als u een subwoofer in uw systeem heeft,
of NONE als u geen subwoofer heeft.
2
)
2
)
5 Gebruik de testtoon om het weergaveniveau
van de luidsprekers te controleren.
Wanneer u SET kiest bij 4, zal het “CHECK:
TestTone” display verschijnen en zal het toestel een
testtoon laten horen via de luidsprekers, elk op zijn
beurt. Wanneer de testtoon begint, verandert het
display: “CHECK OK?-- YES”.
Als het volume van de testtoon niet via alle
luidsprekers hetzelfde klinkt, kunt u met –/+ de
aanduiding op het display veranderen in “NO”. Het
toestel gaat dan automatisch naar de “2 SP LEVEL”
functie. Wanneer de testtoon via alle luidsprekers
even hard klinkt kiest u “CHECK OK: YES”. Druk opd om het SETUP menu te verlaten.
Opmerkingen
•
De testtoon zal twee keer alle luidsprekers één voor één aflopen.
• De indicator voor de luidspreker via welke de testtoon op dit
moment wordt weergegeven, zal gaan knipperen op het
display op het voorpaneel.
Instellen van de uitgangniveaus
van de luidsprekers (SP LEVEL)
Via dit menu kunt u het volume van de testtoon uit elk
van de andere luidsprekers vergelijken met dat van de
linker hoofd-luidspreker (of linker achter-luidspreker)
zodat uiteindelijk alle luidsprekers even hard klinken.
Druk op u / d om een luidspreker te selecteren en stel
de balans in met –/+.
3 SPEAKERS
Instel-mogelijkheden: 2, 3, 4, 5 (spk)
Selecteer het aantal luidsprekers dat u gebruikt in uw
configuratie. In dit aantal is uw subwoofer niet
inbegrepen.
Instelling
2spk
3spk
4spk
5spk
Display
LR
L C R
LR
RLRR
L C R
RLRR
Luidspreker
Hoofd-L/Hoofd-R
Hoofd-L/Midden/Hoofd-R
Hoofd-L/Hoofd-R/AchterL/Achter-R
Hoofd-L/Midden/Hoofd-R/
Achter-L/Achter-R
4 SET of CANCEL
Kies SET om de wijzigingen die u heeft aangebracht
in de bovengenoemde instellingen definitief te maken.
Het toestel produceert vervolgens een testtoon via de
luidsprekers (zie 5). U kunt ook CANCEL kiezen
om dit menu te verlaten zonder de instellingen van het
toestel te wijzigen.
Opmerking
• Het toestel zal de testtoon om en om weergeven via de linker
hoofd- (of achter-) luidspreker en de geselecteerde luidspreker.
De indicator voor de luidspreker via welke de testtoon op dit
moment wordt weergegeven, zal gaan knipperen op het
display op het voorpaneel.
1 L-R
Instellen van de balans tussen de linker en rechter
hoofd-luidsprekers.
2 C
Instellen van de balans tussen de midden luidspreker
en de linker hoofd-luidspreker.
3 RL
Instellen van de balans tussen de linker hoofd en
linker achter-luidsprekers.
4 RR
Instellen van de balans tussen de linker en rechter
achter-luidsprekers.
5 SWFR
Regelen van de balans tussen de linker hoofdluidspreker en de subwoofer.
20
Page 23
1
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
345
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
8
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
7
WEERGAVE
5 Druk herhaaldelijk kd op INPUT l / h (de
7
VOLUME
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
5
ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) en sel de gewenste sbr.
De naam en ingangsfunctie van de geselecteerde
signaalbron worden een paar seconden lang op het
voorpaneel getoond.
DVD D-TV/CBL VCR
INPUT
of
CD MD/CD-R V-AUX
TUNER
5
DVD D-TV/CBL VCR POWER
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
TUNER
PROGPROG
LEVEL
PRESET
A/B/C/D/E
/DTS 6.1/5.1 NIGHT SLEEP
TEST
VOLUME
MUTE
VOLUME
1
5
STEREO
7
SET MENU
8
1 Druk op STANDBY/ON (POWER op de
afstandsbediening) om dit toestel aan te
zetten.
STANDBY
/ON
Voorpaneel
of
POWER
Afstandsbediening
2 Zet de op dit toestel aangesloten video-
monitor aan.
3 Druk SPEAKERS ON/OFF
in de ingedrukte stand
(ON).
SPEAKERS
AON
BOFF
Voorpaneel
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVDAUTO
Afstandsbediening
DVD
MD/CD-R
TUNER CD
VOLUME
L R
Geselecteerde signaalbron
Selecteren van de op de 6CH INPUT
aansluitingen aangesloten audiobron
• U moet de ingang selecteren waarop de videobron is
aangesloten voor u de audiobron selecteert.
Druk op 6CH INPUT tot “6CH INPUT” verschijnt op het
display op het voorpaneel.
6CH INPUT
of
Voorpaneel
6CH IN
Afstandsbediening
Opmerking
• Als “6CH INPUT” wordt getoond op het display op het
voorpaneel kan er geen andere signaalbron worden
weergegeven. Om een andere signaalbron te selecteren dient u
eerst op 6CH INPUT te drukken zodat “6CH INPUT” weer
van het display op het voorpaneel verdwijnt.
BASISBEDIENING
4 Druk SPEAKERS A/B in de
ingedrukte (A) of
uitgedrukte (B) stand om
de hoofd-luidsprekers die
u wilt gebruiken te kiezen.
SPEAKERS
AON
BOFF
Nederlands
21
Page 24
WEERGAVE
6 Begin de weergave of stem af op een zender
op de bronapparatuur.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
apparatuur.
7 Stel het volume in op het gewenste niveau.
Het volumeniveau wordt digitaal aangegeven.
Voorbeeld:–70 dB
Instelbereik:VOLUME MUTE (minimum) t/m
0 dB (maximum)
De indicator voor het volumeniveau geeft het huidige
volume ook aan met een balk.
VOLUME
of
Voorpaneel
VOLUME
MUTE
VOLUME
Afstandsbediening
Indien gewenst kunt u CONTROL en BASS/
TREBLE –/+ gebruiken. Deze toonregeling geldt
alleen voor de weergave via de hoofd-luidsprekers.
CONTROL
BASS/TREBLE
Voorpaneel
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkwaliteit van de midden- en achterluidsprekers niet overeenkomt met die van de linker en rechter
hoofd-luidsprekers.
• Als u opname-apparatuur heeft aangesloten op de VCR OUT
of MD/CD-R OUT aansluitingen en u merkt dat er storing
optreedt of dat het volume te laag is bij weergave van andere
componenten, dan moet u proberen de opname-apparatuur in
te schakelen, ook al gebruikt u deze apparatuur op het moment
niet.
8 Selecteer indien gewenst een DSP
programma.
Gebruik PROGRAMl / h (PROG –/+ op de
afstandsbediening) om een DSP programma te
selecteren. Zie de bladzijden 27 – 30 voor details
omtrent DSP programma’s.
PROGRAM
PROGPROG
of
MUTE
■ Achtergrondvideo (BGV) functie
De achtergrondvideo (BGV) functie stelt u in staat een
videosignaal van een videobron te combineren met een
audiosignaal van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld
naar klassieke muziek luisteren terwijl u een video van
een rustgevend landschap bekijkt.
Selecteer een signaalbron uit de video-groep en kies
vervolgens een signaalbron uit de audio-groep met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
DVD D-TV/CBL VCR
CD MD/CD-R V-AUX
TUNER
■ Tijdelijk uitschakelen (dempen) van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de
afstandsbediening.
MUTE
Druk nog een keer op MUTE om de
geluidsweergave weer te hervatten.
y
• Via “OPTION 3 AUDIO MUTE” in het instelmenu kunt u de
volumevermindering instellen.
• U kunt de geluidsweergave ook weer inschakelen door op
VOLUME +/– enz. te drukken.
• Terwijl de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld
(demping), zal de MUTE indicator knipperen op het display
op het voorpaneel.
■ Middernacht-luisterfunctie
In deze luisterfunctie wordt gesproken tekst duidelijk
weergegeven terwijl geluidseffecten zachter klinken zodat
u gemakkelijker bij een laag volume, bijvoorbeeld ‘s
nachts, kunt luisteren.
Druk op NIGHT op de
afstandsbediening.
Druk nog eens op NIGHT om terug
te keren naar de normale weergave.
Opmerking
• Als u het toestel standby zet wordt de middernacht-
luisterfunctie geannuleerd.
y
• De middernacht-luisterfunctie kan worden gebruikt met elk
geluidsveldprogramma.
• De NIGHT indicator op het display op het voorpaneel licht op
wanneer het toestel in de middernacht-luisterfunctie staat.
• De effectiviteit van de middernacht-luisterfunctie hangt mede
af van het ingangssignaal en de instellingen voor de surroundweergave.
■ Als u het toestel niet meer wilt gebruiken
NIGHT
22
VoorpaneelAfstandsbediening
Druk op STANDBY/ON (POWER op de
afstandsbediening) om dit toestel in standby
te zetten.
POWER
STANDBY
/ON
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Page 25
WEERGAVE
Ingangsfuncties en aanduidingen
Dit toestel heeft 2 types ingangsaansluitingen voor
uitsluitend CD- en DVD-bronnen. U kunt het gewenste
type ingangssignaal selecteren.
Telkens wanneer het toestel wordt ingeschakeld zal de
onder “INPUT 2 INPUT MODE” van het instelmenu
bepaalde ingangsfunctie worden ingeschakeld.
Druk net zo vaak op INPUT MODE tot de
gewenste ingangsfunctie verschijnt op het
display op het voorpaneel.
INPUT MODE
Voorpaneel
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER CD
VOLUME
DVDAUTO
Ingangsfunctie
AUTO:In deze stand zal het ingangssignaal
automatisch als volgt worden geselecteerd:
1) Digitaal signalen
2) Analoge signalen
DTS:In deze functie worden alleen DTS
gecodeerde digitale signalen geselecteerd,
ook als er tegelijkertijd andere
ingangssignalen beschikbaar zijn.
ANALOG: In deze functie worden alleen analoge
signalen geselecteerd, ook als er
tegelijkertijd digitale ingangssignalen
beschikbaar zijn.
Opmerkingen
• Als u AUTO heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch het
type signaal bepalen. Als er een Dolby Digital of DTS signaal
wordt herkend, zal de decoder automatisch de bijbehorende
instellingen verrichten.
• Bij weergave van Dolby Digital of DTS gecodeerde discs op
sommige LD- of DVD-spelers, is het mogelijk dat de
geluidsweergave eventjes stokt wanneer de weergave wordt
hervat nadat er op de disc gezocht is omdat het digitale signaal
opnieuw herkend en geselecteerd moet worden.
• Voor LD materiaal zonder digitale soundtrack, is het mogelijk
dat er bij sommige LD-spelers geen geluid zal worden
weergegeven. Zet in een dergelijk geval de ingangsfunctie op
ANALOG te zetten.
L R
■ Opmerkingen over digitale signalen
De digitale ingangsaansluitingen van dit toestel zijn
geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. Let op de volgende
punten wanneer het ingangssignaal een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz heeft:
• U kunt geen DSP programma’s gebruiken.
• Er zal alleen 2-kanaals stereo worden gereproduceerd
via de linker en rechter hoofd-luidsprekers. Daarom
kunt u het niveau van de effect-luidsprekers niet
aanpassen terwijl u naar een dergelijke signaalbron
luistert.
■ Opmerkingen bij weergave van een
DTS-CD/LD’s
• Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een
of andere manier is bewerkt, kunt u mogelijk het DTS
signaal niet meer decoderen, ook al is er een digitale
verbinding tussen dit toestel en de speler.
• Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de
ingangsfunctie op ANALOG zet, zal dit toestel de ruis
behorend bij een rauw DTS signaal weergeven. In dit
geval dient u de signaalbron aan te sluiten op een
digitale ingangsaansluiting en dient u de ingangsfunctie
op AUTO of DTS te zetten.
• Als u de ingangsfunctie op ANALOG zet terwijl er een
DTS gecodeerd signaal wordt weergegeven, zal dit
toestel geen geluid produceren.
• Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de
ingangsfunctie op AUTO zet;
– Zal dit toestel automatisch bij detectie van een DTS
signaal naar de DTS-decodering functie schakelen
(de “t” indicator zal oplichten). De “t”
indicator kan direct na het einde van de weergave
van een DTS gecodeerd bronsignaal gaan knipperen.
Terwijl deze indicator aan het knipperen is, kan er
alleen een DTS gecodeerd bronsignaal worden
weergegeven. Als u nu een gewoon PCM
bronsignaal wilt laten weergeven, dient u de
ingangsfunctie terug op AUTO te zetten.
– De “t” indicator kan gaan knipperen wanneer de
ingangsfunctie op AUTO staat en er gezocht wordt
of een stuk wordt overgeslagen bij weergave van een
DTS gecodeerd bronsignaal. Als deze toestand
30 seconden of langer voortduurt, zal het toestel
automatisch van de “DTS-decodering” functie
overschakelen naar de ingangsfunctie voor digitale
PCM signalen. De “t” indicator zal vervolgens
doven.
BASISBEDIENING
23
Nederlands
Page 26
WEERGAVE
Selecteren van een
geluidsveldprogramma
U kunt uw luister-ervaring verbeteren door een DSP
geluidsveldprogramma te selecteren. Zie de bladzijden 27
t/m 30 voor details over elk van deze programma’s.
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STEREO
SET MENU
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
PROGRAM l / h
/DT S 6.1/ 5.1 N IGHT SLEEP
TEST
VOLUME
PROGPROG
MUTE
LEVEL
VOLUME
PROG –/+
Druk herhaaldelijk op PROGRAM l / h
(PROG –/+ op de afstandsbediening) om het
gewenste programma (inclusief subprogramma’s indien beschikbaar) te
selecteren.
De naam van het geselecteerde programma (of subprogramma) verschijnt op het display op het
voorpaneel.
Opmerkingen
• Dit toestel beschikt over 9 DSP programma’s en subprogramma’s. Welke programma’s gebruikt kunnen worden
hangt echter mede af van het formaat van het ingangssignaal
daar niet alle sub-programma’s gebruikt kunnen worden met
alle ingangssignalen.
• U kunt geen digitaal geluidsveldprogramma gebruiken met
een signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT
aansluitingen van dit toestel of wanneer het toestel een digitaal
signaal weergeeft met een hogere bemonsteringsfrequentie
dan 48 kHz.
• De akoestiek van de ruimte waarin u en uw systeem zich
bevinden heeft ook zijn weerslag op de weergave van het DSP
programma. Zorg voor zo min mogelijk gereflecteerd geluid
om het effect van het programma maximaal te benutten.
• Wanneer u een signaalbron selecteert, zal dit toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte DSP
programma instellen.
• Wanneer u dit toestel uitschakelt (standby), worden de op dat
moment ingeschakelde signaalbron en het gebruikte DSP
programma automatisch opgeslagen in het geheugen, zodat
deze automatisch kunnen worden ingesteld wanneer de
volgende keer de stroom weer ingeschakeld wordt.
• Als er een Dolby Digital of DTS signaal binnenkomt en de
ingangsfunctie op AUTO staat, zal het DSP programma
(nr. 7–9) automatisch naar het geschikte decodeerprogramma
overschakelen.
• Wanneer het toestel een mono signaal weergeeft met PRO
LOGIC of PRO LOGIC/Enhanced, of PRO LOGIC II Movie,
zal er geen geluid worden geproduceerd via de hoofd- en
achter-luidsprekers. Het geluid wordt alleen weergegeven via
de midden-luidspreker. (Als “1A CENTER” via het
instelmenu op NON (geen) is gezet, zal het middenkanaal
worden weergegeven via de hoofd-luidsprekers.)
y
• Selecteer het programma dat u zelf het best vindt klinken. De
namen van de programma’s vormen slechts een ruwe richtlijn.
PROGRAM
Front panel
V-AUXVCR
PROGPROG
of
Remote control
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
MUTE
TUNER CD
Adventure
De programma’s nr. 7, 8 en 9 hebben respectievelijk
twee sub-programma’s. Zie bladzijde 29 voor details.
24
VOLUME
L C R
RLLFERR
Page 27
WEERGAVE
■ Selecteren van PRO LOGIC of PRO
LOGIC II
U kunt 2-kanaals bronnen beluisteren via vijf gescheiden
kanalen door PRO LOGIC of PRO LOGIC II te
selecteren onder programma nr. 9.
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STEREO
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
AON
BOFF
PHONES
EFFECT
NEXT
A/B/C/D/E
PROGRAM
STEREO
PROGRAM l / h
A/B/C/D/E
TUNER
/DTS
/DTS 6.1/5.1 NIGHT SLEEP
TEST
PROGPROG
VOLUME
MUTE
PRESET/TUNING
SET MENU
PRESET
1 Selecteer een 2-kanaals bronsignaal en
begin de weergave op de broncomponent.
2 Druk op q/DTS.
■ Weergave van Dolby Digital EX of DTS ES
materiaal
Druk op 6.1/5.1 om de Dolby Digital + Matrix 6.1 of
DTS + Matrix 6.1 decoder in te schakelen.
6.1/5.1
(Voorbeeld)
MATRIX
Het display verandert in de volgorde AUTO → Matrix 6.1
→ OFF met elke druk op 6.1/5.1.
AUTO:Deze functie schakelt automatisch tussen
Matrix 6.1: Deze instelling produceert 6 kanaals
OFF:De virtuele midden achter-luidspreker werkt
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER CD
VOLUME
L C R
Matrix 6.1
RLLFERR
Dolby Digital + Matrix 6.1 en DTS + Matrix
6.1 aan de hand van het signaal. De virtuele
midden achter-luidspreker werkt niet bij 5,1
kanaals signalen.
weergave van het ingangssignaal met behulp
van de Matrix 6.1 decoder. De virtuele
midden achter-luidspreker kan worden
gebruikt bij weergave van een 5,1 kanaals
ingangssignaal.
niet bij deze instelling.
BASISBEDIENING
/DTS
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER CD
VOLUME
PL
PRO LOGIC
L R
Met elke druk op q/DTS zal het display als volgt
veranderen:
PRO LOGIC → PRO LOGIC Enhanced → PRO LOGIC
II Movie → PRO LOGIC II Music → PRO LOGIC→....
y
• U kunt PRO LOGIC, PRO LOGIC Enhanced, PRO LOGIC II
Movie en PRO LOGIC II Music selecteren door herhaaldelijk
op PROGRAM l / h op het voorpaneel te drukken.
Opmerkingen
• Sommige discs met 6,1 kanaals materiaal zijn niet voorzien
van een signaal (vlag) die automatisch door dit toestel herkend
kan worden. Selecteer “Matrix 6.1” bij dergelijke discs met
6,1 kanaals materiaal.
• 6,1 kanaals weergave is niet mogelijk, ook niet wanneer 6.1/
5.1 wordt ingedrukt, in de volgende gevallen:
1 Wanneer de geluidseffecten zijn uitgeschakeld.
2 Wanneer de op 6CH INPUT aangesloten signaalbron
wordt weergegeven.
3 Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron
wordt weergegeven.
4 Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten op de
PHONES aansluiting.
• De ingangsfunctie keert weer terug naar AUTO wanneer u het
toestel uit zet.
Nederlands
25
Page 28
WEERGAVE
■ Virtual CINEMA DSP
Via Virtual CINEMA DSP kunt u profiteren van alle DSP
programma’s zonder achter-luidsprekers. Er worden
virtuele luidsprekers gesimuleerd om een natuurlijk
geluidsveld te reproduceren.
U kunt naar virtuele CINEMA DSP weergave luisteren
door “1C REAR LR” via het instelmenu op NON (geen)
te zetten. Er wordt dan automatisch overgeschakeld naar
VIRTUAL CINEMA DSP.
Opmerking
• Dit toestel wordt in de volgende gevallen toch niet in de
Virtual CINEMA DSP gezet, ook al staat “1C REAR LR”
op NON (geen):
– wanneer het programma 5ch Stereo, DOLBY DIGITAL,
Pro Logic, Pro Logic II of DTS program is geselecteerd;
– wanneer het geluidseffect is uitgeschakeld;
– wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron;
– wanneer er een digitaal signaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomt;
– wanneer de testtoon wordt gebruikt; of
– wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
■ SILENT CINEMA DSP
Het SILENT CINEMA DSP geluidsveldprogramma geeft
u een krachtige weergave alsof de gesimuleerde
luidsprekers daadwerkelijk aanwezig waren. U kunt naar
weergave via SILENT CINEMA DSP luisteren als u een
hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl
de digitale geluidsveldprocessor is ingeschakeld. De
“SILENT” indicator zal oplichten op het display op het
voorpaneel van het toestel. (Als de geluidseffecten zijn
uitgeschakeld, zult u naar normale stereoweergave van het
bronsignaal luisteren.)
Als u het geluid alleen via de hoofdtelefoon wilt
beluisteren, drukt u op SPEAKERS ON/OFF om de
uitvoer van alle luidsprekers uit te schakelen.
Opmerkingen
• Deze functie werkt niet wanneer u de 6CH INPUT
aansluitingen als signaalbron heeft geselecteerd of wanneer
het toestel een digitaal signaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft.
• Het LFE kanaal zal worden gemengd en worden weergegeven
via de hoofdtelefoon.
■ Normale stereo-weergave
Druk op STEREO om de geluidseffecten uit
te schakelen voor normale stereo-weergave.
Druk nog eens op STEREO om de geluidseffecten
weer in te schakelen.
STEREO
of
EFFECT
STEREO
Opmerkingen
• Als u de geluidseffecten uitschakelt, zal er geen geluid worden
gereproduceerd via de midden-luidspreker of achterluidsprekers.
• Als u de geluidseffecten uitschakelt terwijl het toestel het
geluid van een Dolby Digital of DTS signaal reproduceert, zal
het dynamisch bereik van het signaal automatisch worden
gecomprimeerd en zal het toestel de signalen voor de middenen achterkanalen mengen en weergeven via de hoofdluidsprekers.
• Het is mogelijk dat het volume enorm vermindert wanneer u
de geluidseffecten uit zet of wanneer u “SOUND 4 D.
RANGE (dynamisch bereik)” via het instelmenu op MIN zet.
Schakel in voorkomende gevallen de geluidseffecten weer in.
y
• Bij stereo weergave kunt u informatie zoals het type, formaat
en de bemonsteringsfrequentie van het ingangssignaal
ontvangen van de op het toestel aangesloten component op het
display laten tonen.
(Terwijl er een signaal wordt weergegeven)
1 Druk op d om de gegevens voor het
ingangssignaal te laten zien.
(Format): Op het display wordt het formaat van het
signaal aangegeven. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal herkent, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
in: Op het display wordt het aantal kanalen in het
ingangssignaal aangegeven en wel als volgt:
Een multikanaals signaal met 3 voorkanalen, 2
achterkanalen en een LFE kanaal, wordt
aangegeven als “3/2/LFE”.
fs: Op het display wordt de
bemonsteringsfrequentie aangegeven. Wanneer
het toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan
bepalen, verschijnt “Unknown” (Onbekend) op
het display.
rate: Ook de bitsnelheid wordt op het display
aangegeven. Wanneer het toestel de bitsnelheid
niet kan bepalen, verschijnt “Unknown”
(Onbekend) op het display.
flg: Dit staat voor “flag” - gegevens die in het DTS
of Dolby Digital signaal worden meegecodeerd
waardoor dit toestel automatisch naar de goede
decoder voor weergave van het signaal kan
overschakelen.
26
Voorpaneel
Afstandsbediening
Page 29
DIGITALE GELUIDSVELD BEWERKING (DSP)
Uitleg geluidsvelden
Onder een geluidsveld verstaan we de “karakteristieke weerkaatsing
van geluidsgolven in een bepaalde ruimte”. In concertzalen en andere
uitvoeringsruimtes kunnen we weerkaatsingen en nagalm van de
geluiden die door de artiest(en) worden geproduceerd, samen met de
directe geluiden zelf horen. De variaties in deze weerkaatsingen en
nagalm tussen de diverse uitvoeringsruimtes vormen de
karakteristieke en herkenbare geluidskwaliteit van elke ruimte.
YAMAHA heeft zijn technici over de hele wereld uitgestuurd om de
geluidweerkaatsingen in beroemde concertzalen en
uitvoeringsruimtes te meten en gedetailleerde informatie over de
geluidsvelden te verzamelen, zoals de richting, de sterkte, het bereik
en de vertraging van deze weerkaatsingen. Vervolgens hebben we
deze enorme hoeveelheid informatie opgeslagen in de ROM chips van
dit toestel.
■ Recreëren van een geluidsveld
Het recreëren van het geluidsveld van een concertzaal of opera vereist dat de virtuele geluidsbronnen precies
gelokaliseerd kunnen worden in uw luisterruimte. Het traditionele stereosysteem, met slechts twee luidsprekers, kan
geen realistisch geluidsveld recreëren. YAMAHA’s DSP heeft minstens drie effect-luidsprekers nodig om
geluidseffecten te kunnen recreëren op basis van de gemeten geluidsveldgegevens. De processor regelt de sterkte en de
vertraging van de signalen die worden weergegeven via de drie effect-luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen in een
volle cirkel rond de luisteraar te kunnen plaatsen.
Hi-Fi DSP geluidsveldprogramma’s
De volgende lijst geeft u een korte omschrijving van de door elk van de DSP programma’s geproduceerde
geluidsvelden. Vergeet niet dat de meeste hiervan zeer accurate nabootsingen zijn van echte akoestische omgevingen.
Nr.
1
2
3
4
Programma
CONCERT HALL
JAZZ CLUB
ROCK CONCERT
ENTERTAINMENT/
Disco
Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke weerkaatsingen uit alle
richtingen benadrukken de verlenging van de weergegeven geluiden. Het geluidsveld biedt een
rijke weergave en uw virtuele zitplaats is ongeveer in het midden, dicht bij het podium.
Dit is het geluidsveld recht voor het podium in “The Bottom Line”, een beroemde jazzclub in New
York met ruimte voor maximaal 300 toeschouwers. De weidse opstelling van de stoelen links en
rechts zorgt voor een realistische en levendige weergave.
Dit is het ideale geluidsveldprogramma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens
voor dit programma zijn verkregen in de meest populaire rockclub in LA. De virtuele zitplaats van
de luisteraar bevindt zich iets links van het midden in de zaal.
Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving van een drukke disco in het hart
van een grote stad. Het geluid is massief en zeer geconcentreerd. De weergave wordt ook
gekarakteriseerd door een hoog energetisch gehalte en een ervaring van “directheid”.
Kenmerken
BASISBEDIENING
ENTERTAINMENT/
5ch Stereo
Gebruik dit programma om de luisterplek zo groot mogelijk te maken. Dit geluidsveld is geschikt
voor achtergrondmuziek bij feestjes.
Nederlands
27
Page 30
CINEMA-DSP
Het geluidsontwerp van de CINEMA-DSP geluidsveldprogramma’s
Filmmakers plaatsen de gesproken tekst doorgaans direct op het scherm, de effect-geluiden een beetje verder daarachter,
de muziek nog verder achter het scherm en de omgevingsgeluiden overal rond de kijker. Al deze geluiden moeten
natuurlijk synchroon blijven lopen met de beelden op het scherm.
CINEMA-DSP is een verbeterde versie van YAMAHA DSP, speciaal ontworpen voor soundtracks van films. CINEMADSP integreert de DTS, Dolby Digital en Dolby Pro Logic surround sound technologie met de YAMAHA DSP
geluidsveldprogramma’s om het surround geluidsveld samen te stellen. Hierdoor wordt de meest complete
filmgeluidsweergave bij u thuis gebracht. In de CINEMA-DSP geluidsveldprogramma’s wordt YAMAHA’s exclusieve
DSP geluidsbewerking toegevoegd aan de linker en rechter hoofdkanalen en het middenkanaal, zodat de luisteraar kan
genieten van realistische gesproken tekst, diepte in de geluidsweergave, soepele overgangen tussen geluidsbronnen en
een surround geluidsveld dat zich verder dan het scherm zelf lijkt uit te strekken.
Wanneer het toestel een DTS of Dolby Digital signaal herkent, zal de CINEMA-DSP geluidsveldprocessor automatisch
het meest geschikte geluidsveldprogramma voor dat signaal selecteren.
L SURROUND GELUIDSVELD
AANWEZIGHEID GELUIDSVELD
MUZIEK
GESPROKEN TEKST
EFFECT
R SURROUND GELUIDSVELD
Naast DSP is dit toestel uitgerust met diverse zeer accurate decoders: een Dolby Pro Logic decoder voor Dolby
Surround materiaal, een Dolby Pro Logic II decoder voor Dolby Surround en 2 kanaals materiaal, een Dolby Digital/
DTS decoder voor multikanaals materiaal en een Dolby Digital + Matrix 6.1 of DTS + Matrix 6.1 decoder die een
midden achterkanaal kunnen toevoegen (het midden achterkanaal wordt geproduceerd via een virtuele midden achterluidspreker). U kunt het CINEMA-DSP geluidsveldprogramma dat u selecteert afstemmen op deze decoders en het
weergegeven signaal.
CINEMA-DSP programma’s
De volgende lijst geeft u een korte omschrijving van de door elk van de DSP programma’s geproduceerde geluidsvelden.
Vergeet niet dat de meeste hiervan zeer accurate nabootsingen zijn van echte akoestische omgevingen. Selecteer het DSP
programma dat u het best vindt klinken, ongeacht de naam en de omschrijving die u hieronder aantreft.
■ Voor audio-video bronnen: nr. 4 t/m 6
Nr.
4
5
6
Programma
ENTERTAINMENT/
Game
MUSIC VIDEO
TV THEATER/
Mono Movie
Kenmerken
Dit programma geeft diepte en ruimte aan het geluid bij videospelletjes.
Dit programma zorgt voor een enthousiaste atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk
aanwezig bent bij een echt jazz- of rockconcert.
Dit programma is bedoeld voor de weergave van mono videomateriaal (bijvoorbeeld oudere
films). Het programma reproduceert de optimum nagalm om het geluid diepte te geven terwijl er
alleen gebruik gemaakt wordt van een aanwezigheid geluidsveld voor.
TV THEATER/Variety/
Sports
28
Alhoewel het geluidsveld midden-voor relatief smal is, geeft het surround geluidsveld het effect
van een grote concertzaal. Dit programma is bij uitstek geschikt voor TV programma’s zoals
nieuws, amusements- en muziekprogramma’s of sportuitzendingen.
Page 31
■ Voor films
CINEMA-DSP
Nr.
7
MOVIE
THEATER 1
8
MOVIE
THEATER 2
9
Straight Decode
Enhanced Mode
Programma
Spectacle
Sci-Fi
Adventure
General
Kenmerken
Dit programma reproduceert het extreem brede geluidsveld van een 70 mm bioscoop. Het
geeft het brongeluid tot in detail weer zodat de video en de geluidsvelden zeer realistisch
overkomen. Dit programma is ideaal voor alle soorten Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS videobronnen (vooral grootschalige films).
Dit programma reproduceert zeer duidelijk de gesproken tekst en de geluidseffecten van
de nieuwste science fiction films resulterend in een brede en omhullende
cinematografische ruimte zoals die wordt vormgegeven op de soundtracks. U kunt van uw
science fiction films genieten in een virtuele ruimte die mogelijk gemaakt wordt door de
meest geavanceerde technieken belichaamd in het weergegeven Dolby Surround, Dolby
Digital en DTS materiaal.
Dit programma is ideaal voor de precieze weergave van de geluidsopbouw van de
nieuwste 70 mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld wordt zo
dicht mogelijk bij dat van de nieuwste bioscopen gehouden zodat de natrilling van het
geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt worden.
Dit programma is bedoeld voor de weergave van 70 mm en films met multikanaals
soundtracks en wordt gekarakteriseerd door een zacht en omhullend geluidsveld. De
aanwezigheid van het geluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich ruimtelijk uit rond en in
de richting van het scherm, waardoor het echo-effect van gesproken tekst beperkt wordt
zonder aan duidelijkheid in te boeten.
De ingebouwde decoder zorgt voor een exacte weergave van de van de signaalbron
ontvangen signalen en geluidseffecten.
In dit programma worden geen DSP effecten toegepast.
Dit programma simuleert de meervoudige surround-luidspreker systemen van 35 mm
bioscopen. De Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS decodering en de digitale
geluidsveld-bewerking zorgen voor exacte weergave van effecten zonder de oriëntatie van
het oorspronkelijke geluid aan te tasten.
De surround-effecten die in dit geluidsveld geproduceerd worden omhullen de kijker op
natuurlijke wijze van achteren, links en rechts en naar het scherm toe.
BASISBEDIENING
Straight Decode (Rechtstreeks decoderen)
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze decoders;
• Dolby Digital/DTS decoder voor multikanaals weergave van het oorspronkelijke signaal
• Dolby Pro Logic/Pro Logic II decoder voor multikanaals weergave van 2-kanaals bronnen
Kies één van deze Straight Decode functies in Programma 9 (behalve het subprogramma “Enhanced”) voor weergave
van het oorspronkelijke signaal zonder toegevoegde geluidseffecten. In dit geval zullen er geen DSP effecten worden
toegevoegd en zal de DSP indicator uit gaan.
Opmerking
• Bij weergave van een mono signaal via het CINEMA DSP programma, zal het bronsignaal naar het middenkanaal worden
gedirigeerd en zullen de hoofd- en achter-luidsprekers gebruikt worden voor geluidseffecten.
Nederlands
29
Page 32
CINEMA-DSP
Geluidsveldeffecten
De 6-kanaals soundtracks van 70 mm films zorgen voor een precieze plaatsing van het geluidsveld en een rijke, diepe
geluidsweergave, zonder gebruik te maken van matrix-bewerkingen. De MOVIE THEATER programma’s van dit
toestel bieden u dezelfde geluidskwaliteit en plaatsing als bij 6-kanaals soundtracks. De ingebouwde Dolby Digital of
DTS decoder brengt weergave van professionele kwaliteit, bedoeld voor de bioscoop, bij u thuis. Met een MOVIE
THEATER programma van dit toestel kunt u een dynamische weergave verkrijgen zodat u zich in uw eigen huiskamer
in een geweldig theater kunt wanen, dankzij de Dolby Digital of DTS technologie.
■ Dolby Digital/DTS + DSP geluidsveldeffect
Aanwezigheid
DSP geluidsveld
Linker surround DSP
geluidsveld
Rechter surround DSP
geluidsveld
Deze programma’s maken gebruik van YAMAHA’s
drievoudig-veld DSP verwerking voor elk van de Dolby
Digital of DTS signalen voor de voor, linker surround en
rechter surround-kanalen. Deze bewerking stelt dit toestel
in staat het immense geluidsveld en de surround ervaring
van een Dolby Digital of DTS bioscoop te reproduceren
zonder de duidelijke scheiding van alle kanalen op te
geven.
Deze programma’s zorgen voor de maximale gewaarwording van ruimtelijke surround effecten met een extra middenachter DSP geluidsveld door middel van een virtuele midden achter-luidspreker.
■ Dolby Pro Logic + DSP geluidsveldeffect
De meeste films zijn voorzien van 4-kanaals (links,
midden, rechts en surround) weergave door middel van
Aanwezigheid
DSP geluidsveld
Surround DSP
geluidsveld
Dolby Surround matrix verwerking van de gegevens die
zijn opgeslagen in de linker en rechter audiosporen. Deze
signalen worden verwerkt door de Dolby Pro Logic
decoder. De MOVIE THEATER programma’s zijn
ontworpen om de ruimtelijkheid en de delicate nuances
van het geluid die verloren kunnen gaan door het coderen
en decoderen te herstellen.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II decodeert Dolby Surround materiaal en produceert 5 gescheiden kanalen met het volle
frequentiebereik (3 kanalen van voren en 2 kanalen van achteren). Beide bieden 2 instellingen: MOVIE voor weergave
van films en MUSIC voor 2 kanaals muziek.
30
Page 33
TUNER
EDIT
PRESET/TUNING
Er zijn 2 manieren waarop u op een zender kunt
afstemmen: automatisch of met de hand. Automatisch
afstemmen is handig wanneer de ontvangst goed is en u
geen storing ondervindt.
■ Automatisch afstemmen
233
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
4
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
1
1 Druk op INPUT l / h (TUNER op de
afstandsbediening) en selecteer de TUNER
als signaalbron.
DVD D-TV/CBL VCR
INPUT
of
CD MD/CD-R V-AUX
TUNER
4 Druk een keer op PRESET/TUNING l / h
om het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om hogere frequenties af te zoeken, of op
l voor lagere frequenties.
PRESET/TUNING
SET MENU
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
AUTO
TUNED
AAM 1530 kHz
Wanneer u afgestemd heeft op een zender, zal de
“TUNED” indicator oplichten en zal de frequentie
van deze zender op het display op het voorpaneel
getoond worden.
■ Handmatig afstemmen
Als het signaal van de gewenste zender te zwak is om
automatisch op af te stemmen, moet u er met de hand op
afstemmen.
1 Selecteer de TUNER en de band op dezelfde
manier als bij de stappen 1 en 2 hierboven
bij “Automatisch afstemmen” beschreven.
BASISBEDIENING
VoorpaneelAfstandsbediening
2 Druk op FM/AM en kies de gewenste band.
Op het display op het voorpaneel verschijnt “FM” of
“AM”.
FM/AM
of
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de “AUTO” indicator op het
display op het voorpaneel verschijnt.
TUNING MODE
AUTO/MANUAL MONO
Als een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u deze uitschakelen door op PRESET/TUNING
(EDIT) te drukken.
PRESET/TUNING
EDIT
AAM 1440 kHz
V-AUXVCR
AUTO
Licht op
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de “AUTO” indicator op het
display dooft.
TUNING MODE
AUTO/MANUAL MONO
AUTO
Dooft
Als een dubbele punt (:) verschijnt, kunt u deze
uitschakelen door op PRESET/TUNING (EDIT) te
drukken.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
AAM 1440 kHz
3 Druk op PRESET/TUNING
l / h om handmatig af te
AUTO
stemmen op de gewenste
zender.
Houd de toets ingedrukt om de
frequenties sneller te
doorlopen.
Opmerking
• Als u met de hand afstemt op een FM zender, zal de ontvangst
automatisch worden omgeschakeld naar mono om optimaal
gebruik te maken van de kwaliteit van het ontvangen signaal.
DVD
MD/CD-R
PRESET/TUNING
SET MENU
TUNER
TUNED
Nederlands
31
Page 34
TUNER
Voorprogrammeren van zenders
■ Automatisch voorprogrammeren van
zenders (voor FM zenders)
U kunt met de automatische voorprogrammeringsfunctie
FM zenders op laten slaan in het geheugen. Het toestel zal
automatisch gaan afstemmen op FM zenders met sterke
signalen en zal maximaal de eerste 40 (8 zenders in 5
groepen) dergelijke zenders opslaan in het geheugen. Zo
kunt u via het voorkeuzenummer gemakkelijk afstemmen
op de gewenste zender.
1 32
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
1 Druk op FM/AM en selecteer de FM band.
FM/AM
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de “AUTO” indicator oplicht op
het display op het voorpaneel.
TUNING MODE
AUTO/MANUAL MONO
AUTO
Licht op
3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer en de “MEMORY” en
“AUTO” indicators gaan knipperen. Vervolgens zal
na ongeveer 5 seconden het automatisch
voorprogrammeren beginnen vanaf de op dit moment
getoonde frequentie naar de hogere frequenties toe.
MEMORY
MAN`L/AUTO FM
Opmerkingen
• De gegevens voor een bepaalde voorkeuzezender zullen
worden vervangen wanneer u onder het bijbehorende
voorkeuzenummer een andere zender opslaat.
• Als het aantal ontvangen zenders niet genoeg is om tot
voorkeuzenummer E8 te komen, zal het zoeken automatisch
stoppen wanneer alle frequenties zijn afgezocht.
• Bij gebruik van deze functie worden alleen FM zenders die
sterk genoeg zijn automatisch opgeslagen. Als de zender die u
wilt voorprogrammeren niet sterk genoeg is, dient u hierop
handmatig, dus in mono, op af te stemmen en deze vervolgens
handmatig voor te programmeren via de procedure onder het
kopje “Handmatig voorprogrammeren van zenders” op
bladzijde 33.
Mogelijkheden automatisch voorprogrammeren
U kunt het eerste voorkeuzenummer waar vandaan het
voorprogrammeren van FM zenders zal beginnen
instellen en de richting waarin het toestel zal zoeken naar
nieuwe zenders om voor te programmeren. Nadat u bij
stap 3 op MEMORY heeft gedrukt:
1. Druk op A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h om
het voorkeuzenummer voor de eerste voor te
programmeren zender in te stellen. Het toestel zal
stoppen met het voorprogrammeren van zenders als
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
2. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) zodat de dubbele
punt (:) van het display verdwijnt. Druk vervolgens op
PRESET/TUNING l om naar zenders met een lagere
frequentie te zoeken.
Geheugen back-up
De geheugen back-up functie voorkomt het verlies van
de opgeslagen gegevens wanneer dit toestel uit
(standby) wordt gezet, de stekker uit het stopcontact
wordt gehaald of er een stroomstoring optreedt. Als de
stroomvoorziening echter langer dan een week wordt
onderbroken, is het mogelijk dat het geheugen gewist
zal worden. Als dit het geval is dient u de zenders
opnieuw op te slaan.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
AUTO
MEMORY
A1:FM 89.9 MHz
Als het automatisch voorprogrammeren is afgelopen,
zal het display op het voorpaneel de frequentie van
de laatst voorgeprogrammeerde zender laten zien.
32
Page 35
TUNER
■ Handmatig voorprogrammeren van
zenders
Dit toestel kan maximaal 40 zenders (8 zenders in 5
groepen) opslaan, ook met de hand.
2,5
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
INPUT
43
1 Stem af op de gewenste zender.
Zie bladzijde 31 voor hoe u moet afstemmen.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
AAM 1440 kHz
Wanneer u op een zender heeft afgestemd, zal de
frequentie daarvan op het display op het voorpaneel
getoond worden.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h en selecteer
een voorkeuzenummer (1 t/m 8) terwijl de
“MEMORY” indicator nog knippert.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te kiezen.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te kiezen.
PRESET/TUNING
SET MENU
6CH INPUTINPUT MODE
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
MEMORYTUNED
C3:AM 1440 kHz
Voorkeuzenummer
5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de “MEMORY” indicator
nog knippert.
De band en frequentie van de zender verschijnen op
het display op het voorpaneel, samen met de
voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer dat u
gekozen heeft.
MEMORY
MAN`L/AUTO FM
BASISBEDIENING
2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De “MEMORY” indicator blijft ongeveer 5 seconden
knipperen.
MEMORY
MAN`L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E en kies een
voorkeuzegroep (A t/m E) terwijl de
“MEMORY” indicator knippert.
De letter voor deze groep wordt getoond; controleer
of de dubbele punt (:) op het display verschijnt.
A/B/C/D/E
NEXT
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
MEMORYTUNED
C :AM 1440 kHz
Voorkeuzegroep
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
C3:AM 1440 kHz
Laat zien dat deze zender is opgeslagen onder C3.
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Opmerkingen
• De gegevens voor een bepaalde voorkeuzezender zullen
worden vervangen wanneer u onder het bijbehorende
voorkeuzenummer een nieuwe zender opslaat.
• De ontvangstmethode (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Nederlands
33
Page 36
TUNER
EDIT
PRESET/TUNING
EDIT
PRESET/TUNING
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het bijbehorende voorkeuzenummer te
selecteren.
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
21
DVD D-TV/CBL VCR POWER
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
A/B/C/D/E
TUNER
1
PRESET
/DTS 6.1/5.1 NIGHT SLEEP
TESTSTEREO
2
1 Druk op A/B/C/D/E (A/B/C/D/E op de
afstandsbediening) en kies de
voorkeuzegroep.
De letter voor deze groep wordt getoond op het
display en verandert als u op A/B/C/D/E drukt.
A/B/C/D/E
of
NEXT
Voorpaneel
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
2 Druk op PRESET/TUNING l / h (PRESET
–/+ op de afstandsbediening) en selecteer
het voorkeuzenummer (1 t/m 8).
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de band en de frequentie van de zender en de
“TUNED” indicator.
PRESET/TUNING
of
SET MENU
Voorpaneel
PRESET
Afstandsbediening
■ Verwisselen van voorkeuzezenders
U kunt zenders die zijn opgeslagen onder twee
verschillende voorkeuzenummers met elkaar verwisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe de zenders onder de
nummers “E1” en “A5” worden verwisseld.
2,4
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
1,31,3
1 Stem af op voorkeuzezender “E1” met de
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h
toetsen.
Zie “Afstemmen op een voorkeuzezender” links.
2 Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste 3
seconden ingedrukt.
De aanduiding “E1” en de “MEMORY” indicator
gaan knipperen op het display.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
MEMORYTUNED
E1:FM 87.5 MHz
3 Stem af op voorkeuzezender “A5” met de
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h
toetsen.
De aanduiding “A5” en de “MEMORY” indicator
gaan knipperen op het display.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
MEMORYTUNED
A5:FM 90.6 MHz
4 Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders die zijn opgeslagen onder de twee
voorkeuzenummers worden verwisseld.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
MEMORY
EDITE1-A5
34
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
C3:AM 1440 kHz
Laat zien dat het omwisselen van de
zenders klaar is.
Page 37
ONTVANGEN VAN RDS ZENDERS
Het Radio Data Systeem (RDS) is een data-transmissie systeem dat door FM zenders in een groot aantal landen wordt
ondersteund.
RDS gegevens bevatten diverse soorten informatie, PS (Programma Service naam), PTY (Programma Type), RT (Radio
Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Verbeterd Ander Netwerk) enz.
Beschrijving RDS gegevens
Dit toestel kan PS, PTY, RT, CT en EON gegevens
verwerken wanneer er RDS uitzendingen worden
ontvangen.
■ PS (Programma Service naam):
De naam van de ontvangen RDS zender wordt getoond.
■ PTY (Programmatype):
Het toestel onderscheidt 15 programmatypes voor RDS
zenders.
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
ROCK M
M.O.R. M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
■ RT (Radiotekst):
Informatie over het programma (zoals de titel van het
liedje, de naam van de artiest enz.) dat via de RDS zender
wordt ontvangen zal op het display worden getoond tot
een maximum van 64 alfanumerieke tekens, inclusief de
umlaut. Als er andere tekens worden gebruikt in de RT
gegevens, zullen deze worden getoond als
onderstrepingen.
■ CT (Klok-tijd):
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut
bijgewerkt. Als de gegevens tijdelijk niet beschikbaar
zijn, kan de aanduiding “CT WAIT” getoond worden.
■ EON (Verbeterd ander netwerk):
Raadpleeg de volgende bladzijde.
Nieuws
Actualiteiten
Algemene informatie
Sports
Onderwijs
Theater
Cultuur
Wetenschap
Licht amusement
Pop
Rock
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
Licht klassiek
Klassiek
Andere muziek
Veranderen van de RDS functie
Dit toestel beschikt over vier functies voor het weergeven
van de RDS gegevens. Wanneer er een RDS zender
ontvangen wordt, zullen de PS, PTY, RT en/of CT
indicators oplichten op het display overeenkomstig de
door de RDS zender ondersteunde RDS diensten. Druk
herhaaldelijk op RDS MODE/FREQ om de door u
gewenste gegevens in de onderstaande volgorde op het
display te laten verschijnen.
RDS MODE/FREQ EON
Opmerkingen
• Wanneer er een RDS zender wordt ontvangen, kunt u pas op
RDS MODE/FREQ drukken wanneer een of meer RDS
indicators oplichten op het display. Als u op deze toets drukt
voor een van deze indicators oplicht, zal er niets gebeuren. De
reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle relevante RDS
gegevens van de zender heeft kunnen ontvangen.
• U kunt geen RDS gegevens selecteren die niet door de zender
worden ondersteund.
• Er kan geen gebruik gemaakt worden van de RDS diensten als
het ontvangen signaal te zwak is. De RT functie in het
bijzonder heeft een vrij grote hoeveelheid gegevens nodig om
te functioneren, zodat het mogelijk is dat de RT gegevens niet
kunnen worden getoond ook al zijn andere gegevens (PS, PTY
enz.) al wel beschikbaar.
• Als de ontvangst slecht is, kunnen de RDS gegevens soms niet
worden ontvangen. In een dergelijk geval kunt u op TUNING
MODE drukken zodat de “AUTO” indicator op het display
dooft. Alhoewel u hiermee overschakelt naar mono-ontvangst,
is het mogelijk dat vanwege de verbeterde ontvangst van het
eenvoudiger signaal, de RDS gegevens wel getoond kunnen
worden.
• Als de signaalsterkte van de ontvangen RDS zender
verminderd wordt door externe interferentie, is het mogelijk
dat de RDS diensten halverwege worden afgebroken en er
“...WAIT” op het display op het voorpaneel verschijnt.
PS functie
PTY functie
RT functie
CT functie
RDS functie uit
BASISBEDIENING
Nederlands
35
Page 38
ONTVANGEN VAN RDS ZENDERS
PTY SEEK functie
Als u uw favoriete programmatype instelt, zal het toestel
automatisch alle voorgeprogrammeerde RDS zenders
afzoeken naar een zender die een programma van het
gewenste type aan het uitzenden is.
1 Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in
de PTY SEEK functie te zetten.
Het programmatype van de huidige zender, of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display.
PTY SEEK
MODESTART
Knippert
2 Druk op PRESET/TUNING l / h en kies het
gewenste programmatype.
Het gekozen programmatype wordt getoond op het
display op het voorpaneel.
PRESET/TUNING
SET MENU
3 Druk op PTY SEEK START om alle
voorgeprogrammeerde RDS zender af te
laten zoeken.
Het gekozen programmatype zal blijven knipperen
en de “PTY HOLD” indicator zal oplichten op het
display op het voorpaneel terwijl er naar een zender
met het gewenste programmatype wordt gezocht.
PTY SEEK
MODESTART
• Wanneer er een zender die een programma van het
gewenste type aan het uitzenden is gevonden, zal
het zoeken worden gestaakt bij die zender.
• Als de gevonden zender niet naar uw smaak is,
dient u opnieuw op PTY SEEK START te
drukken. Het toestel gaat vervolgens de rest van de
voorgeprogrammeerde zenders afzoeken naar een
met het door u gewenste programmatype.
PTY HOLD
Licht op
EON functie
Deze functie maakt gebruik van de EON dienst op een
netwerk van RDS zenders. Als u gewoon het gewenste
programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT)
instelt, zal dit toestel automatisch alle
voorgeprogrammeerde RDS zenders opzoeken die een
programma van het gewenste type zullen gaan uitzenden
en vervolgens pas naar de gevonden zender overschakelen
wanneer de uitzending begint.
Opmerking
• Deze functie kan alleen worden gebruikt bij ontvangst van een
RDS zender die de EON dienst ondersteunt. Wanneer u een
dergelijke zender ontvangt, zal de “EON” indicator op het
display op het voorpaneel oplichten.
1 Controleer of de “EON” indicator op het
display op het voorpaneel oplicht.
Als de “EON” indicator niet oplicht, dient u af te
stemmen op een andere RDS zender waarbij de
“EON” indicator wel oplicht.
2 Druk net zo vaak op EON als nodig is om het
gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT) in te stellen.
De naam van het geselecteerde programmatype
verschijnt op het display op het voorpaneel.
EON
• Wanneer er via een voorgeprogrammeerde RDS
zender een programma van het gewenste type
begint, zal het toestel automatisch overschakelen
naar dat programma. (De EON indicator knippert.)
• Wanneer de uitzending van het programma van het
gewenste type afgelopen is, zal er worden
teruggeschakeld naar de oorspronkelijke zender
(of naar een ander programma van het gewenste
type).
■ Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen enkel
programmatype oplicht op het display.
■ Annuleren van deze functie
Druk twee keer achter elkaar op PTY SEEK MODE.
36
Page 39
SLAAPTIMER
SLEEP
Met deze functie kunt u dit toestel automatisch uit laten
schakelen na een door u bepaalde periode. De slaaptimer
is handig wanneer u in slaap wilt vallen terwijl u naar uw
favoriete slaapliedjes luistert via een door u geselecteerde
signaalbron.
De slaaptimer kan alleen met de afstandsbediening
worden ingesteld.
y
• Door een los verkrijgbare schakelklok an te sluiten op dit
toestel kunt u deze ook als wekker gebruiken. Raadpleeg
hiervoor de handleiding van de schakelklok.
■ Instellen van de slaaptimer
DVD D-TV/CBL VCR POWER
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
A/B/C/D/E
TUNER
TESTSTEREO
PRESET
/DT S 6.1/ 5.1 N IGHT SLEEP
2
1 Selecteer een signaalbron en begin de
weergave op de broncomponent.
2 Druk herhaaldelijk op
SLEEP om de tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal
het display op het voorpaneel
veranderen zoals hieronder
staat aangegeven.
SLEEP
■ Annuleren van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP totdat de
aanduiding “SLEEP OFF” (slaaptimer uit)
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen,
zal de “SLEEP” indicator doven en zal het display
terugkeren naar de oorspronkelijke aanduiding.
y
• De instelling van de slaaptimer kan ook worden geannuleerd
door dit toestel in standby te schakelen met POWER op de
afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) of
door de stekker uit het stopcontact te halen.
BASISBEDIENING
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
DSP
HiFi
TUNER CD
SLEEP120min
SLEEP
VOLUME
L R
3 Nadat u de slaaptimer heeft ingesteld zal de
“SLEEP” indicator op het display op het
voorpaneel van dit toestel oplichten.
Vervolgens zal het display terugkeren naar de
oorspronkelijke aanduiding.
V-AUXVCR
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
DSP
HiFi
TUNER CD
ROCK CONCERT
SLEEP
VOLUME
L R
Nederlands
37
Page 40
OPNAME
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden uitgevoerd op de opname-apparatuur. Raadpleeg
hiervoor de handleiding van de betreffende apparatuur.
VOLUME
PRESET/TUNING FM/AM
STANDBY
/ON
SILENT
SPEAKERS
PHONES
PROGRAM
STEREO
AON
BOFF
EFFECT
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
SET MENU
NEXT
EDIT
TUNING MODE MEMORY
AUTO/MAN`L MONO MAN`L/AUTO FM
BASS/TREBLE
CONTROL
6CH INPUTINPUT MODE
INPUT
2
DVD D-TV/CBL VCR POWER
CD MD/CD-R V-AUX 6CH IN
2
TUNER
PRESET
A/B/C/D/E
/DTS 6.1/5.1 NIGHT SLEEP
1 Zet dit toestel en alle aangesloten
apparatuur aan.
2 Selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
DVD D-TV/CBL VCR
INPUT
of
VoorpaneelAfstandsbediening
CD MD/CD-R V-AUX
TUNER
3 Begin de weergave (of stem af op een
zender) op de signaalbron.
4 Begin de opname op het opname-apparaat.
Opmerkingen
• Maak een test-opname voor u daadwerkelijk gaat opnemen.
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
van of met andere op dit toestel aangesloten apparatuur.
• DSP programma’s en instellingen voor volume en hoge en
lage tonen hebben geen invloed op de opnamen.
• Er kan niet worden opgenomen van een signaalbron die is
aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• Een bepaald ingangssignaal zal niet worden gereproduceerd
via hetzelfde OUT (REC) kanaal. (Het via VCR IN ontvangen
ingangssignaal zal bijvoorbeeld niet worden gereproduceerd
via de VCR OUT aansluiting.)
• U kunt geen audiosignalen opnemen van een bron die is
aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluiting op dit toestel,
aangezien de signalen van de DIGITAL INPUT aansluiting en
de analoge ingangsaansluitingen onafhankelijk zijn. Sluit een
bron aan op de analoge ingangsaansluitingen als u wilt
opnemen van de analoge uitgangsaansluitingen.
• U dient zichzelf op de hoogte te stellen van de in uw land
geldende regelingen met betrekking tot de auteursrechten bij
opname van platen, CD’s, radio enz. Opnemen van
auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op
de daarop rustende rechten.
Als u een videobron afspeelt die gebruik maakt van
versleutelde of gecodeerde signalen die kopiëren van
het materiaal tegen moeten gaan, is het mogelijk dat
het beeld door deze signalen gestoord wordt.
■ Bijzondere aandachtspunten bij het
opnemen van DTS materiaal
Het DTS signaal is een digitale bitstroom. Als u probeert
de DTS bitstroom digitaal op te nemen, zal slechts geruis
worden opgenomen. Als u dus dit toestel wilt gebruiken
om DTS gecodeerd bronmateriaal op te nemen, dient u
aandacht te schenken aan de volgende punten.
Voor DTS gecodeerde LD’s, DVD’s en CD’s en een
speler die geschikt is voor weergave van DTS signalen,
dient u de aanwijzingen uit de handleiding van de speler
te volgen zodat deze een analoog signaal produceert.
38
Page 41
SET MENU (INSTELMENU)
Hieronder vindt u diverse instellingen die u kunt
aanpassen via het instelmenu om een optimale weergave
te verkrijgen. Pas de instellingen aan uw specifieke
wensen en luisteromgeving aan.
Instelmenu lijst
Het instelmenu is onderverdeeld in de volgende 4
categorieën.
■ BASIC
Onder BASIC vindt u de basisinstellingen die u moet
verrichten voor u dit toestel in gebruik neemt. De
beschikbare menu’s staan hieronder. Zie blz. 18–20 voor
meer informatie.
1 SETUP
2 SP LEVEL (luidspreker weergaveniveau)
■ SOUND
Onder SOUND vindt u instellingen voor het wijzigen van
de geluidsweergave. Via de hieronder genoemde menu’s
kunt u de kwaliteit en de toon van de geluidsweergave
van dit toestel instellen.
1 SPEAKER SET
2 SP DISTANCE (luidspreker afstand)
3 LFE LEVEL (lage frequentie effecten
weergaveniveau)
4 D. RANGE (dynamisch bereik)
5 CENTER GEQ (midden grafische equalizer)
6 HP TONE CTRL (hoofdtelefoon toonregeling)
Instellingen wijzigen via het
instelmenu
Gebruik de afstandsbediening om instellingen te wijzigen.
PROGPROG
MUTE
VOLUME
SET MENU
1
3,5,6
SET MENU
LEVEL
2,4,7
y
• U kunt de instellingen via het instelmenu wijzigen wanneer
het toestel een signaalbron aan het weergeven is.
• U kunt de instellingen ook wijzigen met NEXT en SET
MENU –/+ op het voorpaneel, zolang het toestel niet op
TUNER staat. Druk op NEXT om de categorie of instelling te
selecteren en SET MENU –/+ om de geselecteerde instelling
te wijzigen.
Opmerking
• Wanneer het toestel in de middernacht luisterfunctie staat,
zult u bepaalde menu-instellingen niet kunnen veranderen.
1 Druk op SET MENU om
het instelmenu te openen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ INPUT
Onder INPUT vindt u instellingen voor de
ingangssignalen. Via de volgende menu’s kunt u
ingangsaansluitingen toewijzen aan bepaalde apparatuur.
1 I/O ASSIGN
2 INPUT MODE
■ OPTION
Dit instelmenu bevat aanvullende instellingen. Via de
volgende menu’s kunt u de helderheid van het display
instellen, bestaande instellingen beveiligen en andere
niet-essentiële functies uitvoeren.
1 DISPLAY SET
2 MEM. GUARD
3 AUDIO MUTE
• In de beschrijvingen van de diverse onderdelen op de volgende
bladzijden is de standaardinstelling vet gedrukt.
2 Druk net zo vaak op u /
d tot u het gewenste
menu geselecteerd heeft.
3 Druk op –/+ om het
geselecteerde menu te
openen.
4 Druk net zo vaak op u /
d tot u het gewenste
onderdeel geselecteerd
heeft.
Nederlands
y
• U kunt ook herhaaldelijk op SET MENU drukken om op
dezelfde manier onderdelen te selecteren als met d.
39
Page 42
SET MENU (INSTELMENU)
5 Druk één keer op –/+ om
het geselecteerde
onderdeel in te kunnen
stellen.
De laatst ingestelde waarde
verschijnt vervolgens op het
display op het voorpaneel.
Afhankelijk van het in te
stellen onderdeel kunt u met
u/d een sub-onderdeel
selecteren.
6 Druk herhaaldelijk op –/+
om de huidige instelling
te wijzigen.
7 Druk herhaaldelijk op u /
d totdat het menu
verdwijnt.
Geheugen back-up
De geheugen back-up functie voorkomt het verlies van
de opgeslagen gegevens wanneer dit toestel uit
(standby) wordt gezet, de stekker uit het stopcontact
wordt gehaald of er een stroomstoring optreedt. Als de
stroomvoorziening echter langer dan een week wordt
onderbroken, is het mogelijk dat het geheugen gewist
zal worden. In dit geval zult u de instellingen opnieuw
moeten uitvoeren.
SOUND 1 SPEAKER SET
(luidspreker instellingen)
Via deze onderdelen van het instelmenu kunt u de
gereproduceerde signalen afstemmen op uw luidsprekerconfiguratie.
Opmerking
• Bepaalde menu-instellingen worden buiten werking gesteld
wanneer het toestel een digitaal signaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft.
■ 1A CENTER (midden-luidspreker)
Door een midden-luidspreker toe te voegen aan uw
luidspreker-opstelling, zal dit toestel in staat zijn de
gesproken tekst goed te plaatsen voor alle luisteraars en
beeld en geluid optimaal met elkaar te laten
overeenkomen.
Instel-mogelijkheden:LRG (groot), SML (klein),
NON (geen)
LRG
Kies deze instelling als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het hele bereik van middenkanaal signalen wordt
naar de midden-luidspreker gestuurd.
SML
Kies deze instelling als u een kleine midden-luidspreker
heeft. De lage tonen (90 Hz en minder) zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel “1D
BASS” worden gestuurd.
NON
Kies deze instelling als u geen midden-luidspreker heeft.
Alle signalen voor het midden-kanaal zullen naar de
linker en rechter hoofd-luidsprekers worden gestuurd.
De BASIC en SOUND menu’s
Via het “BASIC” menu kunt u gemakkelijk de
“SOUND 1 SPEAKER SET” en “SOUND 2 SP
DISTANCE” instellingen verrichten. Het is niet nodig
om de instellingen in het “BASIC” menu te resetten,
maar als u dat wilt kunt u via het “SOUND” menu
meer gedetailleerde instellingen verrichten.
Opmerking
• Als u, nadat u via het “SOUND” menu instellingen heeft
gewijzigd, “BASIC 1 SETUP” selecteert en vervolgens
“SET” kiest, is het mogelijk dat de instellingen in het
“SOUND” menu veranderen in als gevolg van de
wijzigingen die u heeft gemaakt via het “BASIC 1 SETUP”
menu. Open het “BASIC 1 SETUP” daarom alleen als u
zeker weet dat u deze instellingen ook wilt wijzigen. Als u
per ongeluk het “BASIC 1 SETUP” menu opent dient u
“CANCEL” te kiezen om terug te keren naar het “BASIC”
menu. (Blz. 19)
40
Page 43
SET MENU (INSTELMENU)
■ 1B MAIN (hoofd-luidsprekers)
Instel-mogelijkheden: LARGE, SMALL
LARGE
Kies deze instelling als u grote hoofd-luidsprekers heeft.
Het gehele bereik voor de linker en rechter hoofd-kanaal
signalen zal naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd.
SMALL
Kies deze instelling als u kleine hoofd-luidsprekers heeft.
De lage tonen (90 Hz en minder) zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel
“1D BASS” worden gestuurd.
■ 1C REAR LR (achter-luidsprekers)
Instel-mogelijkheden: LRG (groot), SML (klein),
NON (geen)
LRG
Kies deze instelling als u grote linker en rechter achterluidsprekers heeft of wanneer u een achter-subwoofer
heeft. Het hele bereik van achterkanaal signalen wordt
naar de linker en rechter achter-luidsprekers gestuurd.
SML
Kies deze instelling als u kleine linker en rechter achterluidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder
zullen naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via
onderdeel “1D BASS” worden gestuurd.
NON
Kies deze instelling als u geen achter-luidsprekers heeft.
y
• Als u NON (geen) instelt bij onderdeel “1C REAR LR”, zal
het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand worden gezet.
■ 1D BASS (lage tonen uitgangsfunctie)
LFE signalen geven lage toon-effecten weer wanneer dit
toestel Dolby Digital of DTS signalen reproduceert. Lage
tonen in dit verband zijn tonen met een frequentie van
90 Hz of minder. De lage tonen worden naar beide hoofdluidsprekers gestuurd en naar de subwoofer (u kunt een
subwoofer gebruiken voor zowel reproductie in stereo als
voor DSP programma’s).
Instel-mogelijkheden: SWFR (subwoofer), MAIN,
BOTH
SWFR
Kies deze instelling als u een subwoofer heeft. De LFE
signalen zullen naar de subwoofer worden gestuurd.
MAIN
Kies deze instelling als u geen subwoofer heeft. De LFE
signalen zullen naar de hoofd-luidsprekers worden
gestuurd.
BOTH
De LFE signalen worden naar de subwoofer gestuurd.
Zeer lage tonen die overeenkomstig andere luidsprekerinstellingen voor de hoofdkanalen bedoeld zijn, worden
zowel naar de hoofd-luidsprekers als naar de subwoofer
gestuurd.
Opmerking
• Wanneer u MAIN kiest bij “1D BASS”, zullen de zeer lage
tonen (90 Hz en minder) voor het hoofdkanaal ook naar de
hoofd-luidsprekers worden gestuurd als u SMALL (klein)
heeft ingesteld voor de afmetingen van de hoofd-luidsprekers.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
41
Nederlands
Page 44
SET MENU (INSTELMENU)
SOUND 2 SP DISTANCE
(luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u de vertraging instellen voor de
geluidsweergave via het middenkanaal. Deze functie
werkt bij weergave van een Dolby Digital of DTS bron
via de midden-luidsprekers. In het ideale geval hoort de
midden-luidspreker op dezelfde afstand van de luisteraar
te staan als de linker en rechter hoofd-luidsprekers. Bij de
meeste mensen thuis staat de midden-luidspreker echter
in één lijn met de hoofd-luidsprekers. Door nu de
geluidsweergave uit de midden-luidspreker iets te
vertragen, kunt u het doen lijken alsof hij toch op
dezelfde afstand van de luisterpositie staat als de linker en
rechter hoofd-luidsprekers.
1 Druk op u / d en selecteer “UNIT”
(eenheid).
2 Druk op –/+ en kies of u “meters” of “feet”
wilt gebruiken als eenheid voor deze
instelling.
3 Druk op u / d en selecteer de luidspreker
waarvoor u de vertraging wilt instellen.
4 Druk op –/+ om de vertraging in te stellen.
Druk op + voor een hogere waarde en op – voor een
lagere.
Schijnbare plaats midden-luidspreker
SOUND 3 LFE LEVEL
U kunt via deze functie het uitgangsniveau van de LFE
(Lage Frequentie Effecten) regelen bij de weergave van
Dolby Digital of DTS gecodeerd materiaal. De LFE
signalen geven de lage frequentie effecten weer die
worden toegevoegd aan sommige scènes.
Instelbereik:
SPEAKER (luidspreker) ..................... –20 t/m 0 dB
HEADPHONE (hoofdtelefoon) .......... –20 t/m 0 dB
Fabrieksinstellingen
: 0 dB
1 Druk op u / d en selecteer het in te stellen
onderdeel.
2 Druk op – om het LFE niveau te wijzigen.
Opmerking
• Regel het LFE uitgangsniveau in overeenstemming met het
vermogen van uw subwoofer of hoofdtelefoon.
SOUND 4 D. RANGE
(dynamisch bereik)
Deze functie kunt u gebruiken om het dynamisch bereik
te regelen. Deze instelling is alleen effectief wanneer dit
toestel Dolby Digital signalen decodeert.
Instel-mogelijkheden:MAX, STD (standaard),
MIN (minimum)
C
L
RL
R
C
RR
■ Instellen met “meters”
Instelbereik:0,3 t/m 24,00 m (L/R hoofd, midden,
Fabrieksinstellingen:
L/R achter)
3,00 m (L/R hoofd, midden, L/R
achter)
■ Instellen met “feet”
Instelbereik:1 t/m 80 ft (L/R hoofd, midden, L/R
Fabrieksinstellingen:
Opmerking
• Er wordt geen vertraging gebruikt wanneer u dezelfde afstand
instelt voor de L/R hoofd-, midden- en L/R achterluidsprekers.
achter)
10,0 ft (L/R hoofd, midden, L/R
achter)
MAX
Kies de MAX instelling voor speelfilms.
STD
Kies de STD instelling voor algemeen gebruik.
MIN
Kies de MIN instelling wanneer u bij zeer lage volumes
luistert.
42
Page 45
SET MENU (INSTELMENU)
SOUND 5 CENTER GEQ (midden
grafische equalizer)
Met deze functie kunt u via de ingebouwde 5 bands
grafische equalizer de toonweergave van de middenluidspreker aanpassen aan die van de linker en rechter
hoofd-luidsprekers. U kunt kiezen uit de 100 Hz, 300 Hz,
1 kHz, 3 kHz of 10 kHz frequentiebanden.
Instelbereik (dB): –6 t/m +6
Fabrieksinstelling: 0 dB voor alle 5 banden
1 Druk op d om een hogere frequentieband te
kiezen en u voor een lagere.
2 Druk op –/+ om het niveau voor de
betreffende frequentieband in te stellen.
Opmerking
• U kunt de geluidsweergave via de midden-luidspreker volgen
terwijl u dit onderdeel instelt met behulp van de testtoon. Druk
op TEST voor u de bovenstaande procedure begint. Als u de
bovenstaande procedure eenmaal begonnen bent, zal de
testtoon uit de midden-luidspreker blijven klinken en kunt u
horen hoe het geluid verandert terwijl u de niveaus van de
verschillende frequentiebanden regelt. Om de testtoon uit te
zetten, dient u op TEST te drukken.
INPUT 1I/O ASSIGN (ingang/
uitgang toewijzing)
U kunt aansluitingen toewijzen aan de daarmee te
gebruiken component als de instellingen voor de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel (de
componentnamen voor deze aansluitingen) afwijken van
de daadwerkelijk aangesloten component. Dit maakt het
mogelijk de toewijzing van de aansluitingen te wijzigen
en effectief meer componenten aan te sluiten.
Na deze toewijzing kunt u die component selecteren met
INPUT l / h (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
■ 1A voor de OPTICAL INPUT aansluiting
Instel-mogelijkheden: (1) DVD, MD/CD-R, CD, VCR,
V-AUX, D-TV/CBL
■ 1B voor de COAXIAL INPUT aansluiting
Instel-mogelijkheden: (2) CD, VCR, V-AUX, D-TV/
CBL, DVD, MD/CD-R
Opmerking
• Wanneer u een component aansluit op zowel de COAXIAL als
de OPTICAL aansluitingen, zullen de ingangssignalen die
binnenkomen via de COAXIAL aansluiting voorrang krijgen.
SOUND 6
HP TONE CTRL
(hoofdtelefoon toonregeling)
Met deze functie kunt u het niveau van de lage en hoge
tonen regelen wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.
Instelbereik (dB):
BASS ................................ –6 t/m +3
TRBL (hoge tonen) .......... –6 t/m +3
Fabrieksinstelling:
BASS ................................ 0 dB
TRBL ................................ 0 dB
INPUT 2INPUT MODE
(begininstelling ingangsfunctie)
Met deze functie kunt u de ingangsfunctie bepalen voor
signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL
INPUT ingangsaansluitingen wanneer u het toestel aan
zet (zie bladzijde 23 voor details omtrent de
ingangsfunctie).
Instel-mogelijkheden: AUTO, LAST
AUTO
Kies deze instelling als u dit toestel automatisch wilt laten
bepalen wat voor ingangssignaal er binnenkomt en aan de
hand daarvan de juiste ingangsfunctie wilt laten kiezen.
LAST
Kies deze instelling als u dit toestel automatisch de
ingangsfunctie die de vorige keer voor de betreffende
signaalbron werd gebruikt wilt laten gebruiken.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
43
Page 46
SET MENU (INSTELMENU)
OPTION 1DISPLAY SET
■ DIMMER
U kunt de helderheid van het display op het voorpaneel
van het toestel instellen.
Instelbereik: –4 t/m 0
OPTION 2 MEM. GUARD
(geheugen vergrendeling)
Gebruik deze functie om te voorkomen dat er per ongeluk
instellingen van dit toestel worden gewijzigd.
Instel-mogelijkheden: ON, OFF
Selecteer ON (aan) om de volgende instellingen te
vergrendelen:
• Alle onderdelen van het instelmenu
• Niveaus van hoofd-luidspreker, midden-luidspreker,
achter-luidsprekers en subwoofer
• DSP programma parameters
Opmerkingen
• Wanneer deze functie is ingeschakeld (ON), kunt u de testtoon
niet meer gebruiken.
• Wanneer deze functie is ingeschakeld (ON), kunt u geen
andere onderdelen van het instelmenu meer selecteren.
OPTION 3 AUDIO MUTE
U kunt instellen hoeveel de MUTE functie het volume
moet verlagen.
Instel-mogelijkheden: MUTE, –50dB, –20dB
MUTE
De geluidsweergave wordt tijdelijk uitgeschakeld.
–50dB
Het ingestelde volume wordt met 50dB verlaagd.
–20dB
Het ingestelde volume wordt met 20dB verlaagd.
44
Page 47
INSTELLEN VAN DE WEERGAVENIVEAUS VAN DE LUIDSPREKERS
3
2
1,4
Regelen van het volume tijdens
weergave
U kunt het volume van de luidsprekers regelen terwijl u
aan het luisteren bent.
PROGPROG
MUTE
VOLUME
SET MENU
LEVEL
1
2
1 Druk net zo vaak op LEVEL tot u de in te
stellen luidspreker heeft geselecteerd.
Met elke druk op LEVEL wordt telkens de volgende
luidspreker geselecteerd:
MAIN L→CENTER→MAIN R→R SUR.
(R achter)→L SUR. (L achter)→SWFR
(Subwoofer)→.....
y
• Druk één keer op LEVEL om het niveaudisplay te openen.
Druk vervolgens op u / d om een luidspreker te selecteren.
2 Gebruik –/+ om het volume van deze
luidspreker te regelen.
• De midden- en achter-luidsprekers kunnen worden
ingesteld tussen –10dB ~ +10dB.
• De hoofd-luidsprekers en de subwoofer kunnen
worden ingesteld tussen –20dB ~ 0dB.
Opmerkingen
• De weergaveniveaus van de luidsprekers kunnen niet worden
ingesteld als “SOUND 1 SPEAKER SET” via het instelmenu
op NON (geen) is gezet.
• Het weergaveniveau van de subwoofer kan niet worden
ingesteld als “1D BASS” onder “SOUND 1 SPEAKER SET”
via het instelmenu op MAIN is gezet.
• Als u LEVEL gebruikt om de weergaveniveaus van de
luidsprekers in te stellen, zullen eventueel eerder ingestelde
weergaveniveaus via de testtoon ook worden gewijzigd.
• Als u “BASIC 1 SETUP” kiest in het instelmenu en
vervolgens “SET”, zullen de ingestelde weergaveniveaus van
de luidsprekers reageren op eventuele wijzigingen die u heeft
gemaakt via “BASIC 1 SETUP”.
Gebruiken van de testtoon
Met de testtoon kunt u de weergaveniveaus van de
luidsprekers zo instellen dat elke luidspreker op de
luisterpositie even hard klinkt.
TEST
PROGPROG
LEVEL
VOLUME
MUTE
VOLUME
STEREO
SET MENU
1 Druk op TEST.
Het toestel zal nu de testtoon weergeven.
2 Druk net zo vaak op u / d tot u de in te
stellen luidspreker heeft geselecteerd.
Met elke druk op d wordt telkens de volgende
luidspreker geselecteerd:
TEST LEFT (L hoofd)→TEST CENTER (Midden)
→TEST RIGHT (R hoofd)→TEST R SUR.
(R achter) →TEST L SUR. (L achter)→TEST
SUBWOOFER (Subwoofer)→.....
(Gebruik u om deze reeks in omgekeerde volgorde
te doorlopen.)
3 Gebruik –/+ om het volume van deze
luidspreker te regelen.
4 Druk op TEST wanneer u klaar bent.
De testtoon zal nu stoppen.
Opmerkingen
• De testfunctie werkt niet als er een hoofdtelefoon is
aangesloten. Haal de stekker van de hoofdtelefoon voor het
testen uit de PHONES aansluiting.
• De weergaveniveaus van de luidsprekers kunnen niet worden
ingesteld als “SOUND 1 SPEAKER SET” via het instelmenu
op NON (geen) is gezet.
• Het weergaveniveau van de subwoofer kan niet worden
ingesteld als “1D BASS” onder “SOUND 1 SPEAKER SET”
via het instelmenu op MAIN is gezet.
• Als u “BASIC 1 SETUP” kiest in het instelmenu en
vervolgens “SET”, zullen de ingestelde weergaveniveaus van
de luidsprekers reageren op eventuele wijzigingen die u heeft
gemaakt via “BASIC 1 SETUP”.
y
• Afhankelijk van de signaalbron die het toestel op dit moment
weergeeft is het mogelijk dat de met de testtoon ingestelde
weergaveniveaus niet naar wens blijken te zijn. In dit geval
dient u de weergaveniveaus van de luidsprekers aan te passen
terwijl u naar de signaalbron in kwestie luistert.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
45
Page 48
WIJZIGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA PARAMETERS
Wijzigen van instellingen
U zult zeker met volle teugen genieten van de
geluidsveldprogramma’s met de begininstellingen. U
hoeft deze niet te veranderen, maar als u dat wilt kunt u
dat wel, zodat u uw eigen akoestische omgeving kunt
ontwerpen.
Opmerking
• De instellingen die u kunt veranderen hangen mede af van het
geluidsveldprogramma dat u geselecteerd heeft. Raadpleeg de
bij de betreffende instelling behorende uitleg.
TEST
PROGPROG
LEVEL
VOLUME
VOLUME
STEREO
MUTE
SET MENU
1
2
3
1 Selecteer een geluidsveldprogramma.
PROGPROG
MUTE
4 Herhaal de stappen 1 – 3 als u nog andere
instellingen wilt wijzigen.
Opmerking
• U kunt deze instellingen niet veranderen wanneer de
“OPTION 2 MEM. GUARD” instelling via het instelmenu is
ingeschakeld (ON). Zet deze beveiliging van de instellingen
uit (OFF) als u instellingen wilt wijzigen.
2 Gebruik u / d om de
instelling die u wilt
wijzigen te selecteren.
3 Druk op –/+ om de
ingestelde waarde te
veranderen.
46
Page 49
WIJZIGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA PARAMETERS
Beschrijvingen van digitale geluidsveld parameters
U kunt de waarden van bepaalde digitale geluidsveld parameters wijzigen zodat de geluidsvelden accuraat
gereproduceerd kunnen worden in uw huiskamer. De volgende parameters zijn niet noodzakelijkerwijs allemaal
aanwezig in elk programma.
■ DSP LEVEL
Functie:Deze parameter wijzigt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik.
Beschrijving:Afhankelijk van de akoestiek in de ruimte waar u naar het systeem luistert wilt u misschien het niveau
Instelbereik:–6 dB t/m +3 dB
■ DELAY
Functie:Regelen van het tijdsverschil tussen het begin van de weergave van een bepaald geluid via de
Instelbereik:1 t/m 99 ms (Instelbereik mede afhankelijk van de signaalbron en het gebruikte DSP programma.)
Voor 5ch Stereo
Functie:Deze parameters regelen het volumeniveau voor elk van de kanalen in de 5-kanaals stereo
Instelbereik:0 t/m 100%
■ CT LEVEL (Midden niveau)
■ RL LEVEL (Links achter niveau)
van de DSP effecten verhogen of verlagen in verhouding tot de directe weergave.
hoofd-luidsprekers en het begin van de weergave van hetzelfde geluid via de achter-luidsprekers. Hoe
groter deze waarde, hoe later de weergave via de effect-luidsprekers zal beginnen.
weergavefunctie.
■ RR LEVEL (Rechts achter niveau)
Voor PRO LOGIC II Music
■ PANORAMA
Functie:Breidt het stereo geluidsveld uit naar de surround-luidsprekers voor een omhullend effect.
Instel-mogelijkheden: OFF/ON, fabrieksinstelling is OFF.
■ DIMENSION
Functie:Verschuift het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik:–3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), fabrieksinstelling is STD (standaard).
■ CT WIDTH (Midden breedte)
Functie:Regelt het geluidsbeeld via alle drie de voor-luidsprekers in verschillende mate. Een grotere waarde
breidt het geluidsbeeld uit in de richting van de linker en rechter hoofd-luidsprekers.
Instelbereik:0 (middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (middenkanaal wordt
alleen via de linker en rechter hoofd-luidsprekers weergegeven), fabrieksinstelling is 3.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
47
Page 50
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem waar u mee te
maken heeft niet hieronder vermeld staat of als de geboden oplossing niet werkt, dient u de stroom uit te schakelen, de
stekker uit het stopcontact te halen en contact op te nemen met uw erkende YAMAHA dealer of Service-centrum.
■ Algemeen
Probleem
Dit toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON (of
POWER) drukt, of
keert terug in de
standby-stand kort
nadat u de stroom
hebt ingeschakeld.
Geen geluid.
Oorzaak
De stekker zit niet of niet goed in het
stopcontact.
De beveiligingsschakeling is in werking
getreden.
Dit toestel is blootgesteld aan een sterke
externe elektrische schok (zoals
blikseminslag of een sterke ontlading van
statische elektriciteit).
Gebrekkige of onjuiste in- of
uitgangsaansluitingen.
Onjuiste signaalbron.
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
De hoofd-luidsprekers die u wilt
gebruiken zijn niet goed geselecteerd.
Het volume staat te laag.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Oplossing
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Controleer of alle luidspreker-draden goed zijn
aangesloten zowel op dit toestel als op de
luidsprekers en dat de draden geen contact maken
met iets anders dan de bijbehorende aansluiting.
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, doe deze na 30 seconden weer terug en
probeer het opnieuw.
Zorg voor goede aansluitingen. Als dit het probleem
niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
Selecteer een geschikte ingangsbron met INPUT l /h of 6CH INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen).
Zorg voor goede aansluitingen.
Druk SPEAKERS ON/OFF in de stand ON en
selecteer de juiste hoofd-luidsprekers met
SPEAKERS A/B.
Verhoog het volume.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
zodat de geluidsweergave wordt ingeschakeld en u
het volume kunt regelen.
Raadpleeg
bladzijde
–
15 – 16
–
9 – 16
21
15 – 16
21
22
–
Het geluid valt
plotseling weg.
48
Het toestel ontvangt digitale signalen van
bijv. een CD-ROM die het toestel niet kan
verwerken.
De beveiligingsschakeling is in werking
getreden vanwege kortsluiting enz.
De slaaptimer is in werking getreden.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Geef signalen weer die door dit toestel
gereproduceerd kunnen worden.
Controleer of de luidspreker-draden geen contact
maken en doe het toestel vervolgens weer aan.
Schakel de stroom in en probeer de signaalbron
opnieuw te laten weergeven.
Druk op MUTE of een andere bedieningstoets om de
weergave te hervatten en stel vervolgens het gewenste
volume weer in.
–
–
–
–
Page 51
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Er komt geen geluid
of slechts een zwak
geluid uit bepaalde
luidsprekers.
Er komt geen geluid
uit de effectluidsprekers.
Er komt geen geluid
uit de middenluidspreker.
Oorzaak
Onjuiste aansluitingen.
De effecten zijn uitgeschakeld.
Er wordt een Dolby Surround, Dolby
Digital of DTS decoderend DSP
geluidsveldprogramma gebruikt op
materiaal dat niet Dolby Surround, Dolby
Digital of DTS gecodeerd is.
Het toestel ontvangt een digitaal
ingangssignaal met een
bemonsteringsfrequentie die hoger is dan
48 kHz.
Het uitgangsniveau voor de middenluidspreker staat op de minimum instelling.
“SOUND 1A CENTER” is via het
instelmenu op NON (geen) gezet.
Een van de Hi-Fi DSP programma’s
(1 t/m 4) is geselecteerd (met uitzondering
van 5ch Stereo).
Het Dolby Digital of DTS ingangssignaal
bevat geen midden-kanaal.
Oplossing
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als het
probleem niet verdwijnt, is het mogelijk dat de kabels
defect zijn.
Druk op STEREO om deze in te schakelen.
Selecteer een ander DSP geluidsveldprogramma.
Zet uw midden-luidspreker harder.
Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker.
Selecteer een ander DSP geluidsveldprogramma.
Raadpleeg
bladzijde
15
–
24 – 29
–
45
40
24 – 29
–
Er komt geen geluid
uit de achterluidsprekers.
Er komt geen geluid
uit de subwoofer.
Slechte weergave van
de lage tonen.
Het volume voor de achter-luidsprekers is
op het minimum ingesteld.
Er wordt een mono signaalbron
afgespeeld met geluidsveldprogramma 9.
“SOUND 1D BASS” is via het
instelmenu op MAIN gezet terwijl er een
Dolby Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
“SOUND 1D BASS” is via het
instelmenu op SWFR of MAIN gezet
terwijl er een 2-kanaals signaal wordt
weergegeven.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen (90 Hz of minder).
“SOUND 1D BASS” is via het
instelmenu op SWFR of BOTH gezet
terwijl uw systeem geen subwoofer bevat.
De instellingen voor de luidsprekers
(hoofd, midden of achter) in het
instelmenu komen niet overeen met uw
daadwerkelijke luidspreker-configuratie.
Verhoog de niveaus van de achter-luidsprekers.
Selecteer een ander DSP geluidsveldprogramma.
Selecteer SWFR of BOTH.
Selecteer BOTH.
Selecteer MAIN.
Maak de juiste instellingen voor wat betreft de
afmetingen van elk van uw luidsprekers.
45
24 – 29
41
41
–
41
40 – 41
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
49
Page 52
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Er klinkt een ‘brom’.
Het volumeniveau kan
niet worden verhoogd,
of de weergave is
vervormd.
Geluidseffecten worden
niet opgenomen.
De DSP parameters en
sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
Het toestel functioneert
niet naar behoren.
De aanduiding “CHECK
SP WIRES” verschijnt op
het display.
U ondervindt storing van
digitale of hoogfrequente apparatuur, of
van dit toestel.
Oorzaak
Onjuiste aansluitingen.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat uit.
De geluidseffecten kunnen niet worden
opgenomen.
“OPTION 2 MEM. GUARD” is via het
instelmenu op ON gezet.
De interne microcomputer is op tilt
geslagen door een externe elektrische
schok (zoals blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit) of
door een stroomvoorziening met een te
laag voltage.
De luidspreker-snoeren maken
kortsluiting.
Dit toestel staat te dicht bij de betreffende
apparatuur.
Oplossing
Zorg voor goede aansluitingen. Als het probleem
niet verdwijnt, is het mogelijk dat de kabels
defect zijn.
Zet de betreffende component aan.
Zet “OPTION 2 MEM. GUARD” via het
instelmenu op OFF.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe deze na
ongeveer 30 seconden weer terug.
Controleer of alle luidsprekerkabels goed zijn
aangesloten.
Zet dit toestel verder bij de betreffende
apparatuur vandaan.
Raadpleeg
bladzijde
–
–
–
–
–
–
–
Het toestel gaat
plotseling uit (standby).
De temperatuur binnenin het toestel is te
hoog opgelopen en de beveiliging tegen
oververhitting is in werking getreden.
Wacht tot dit toestel is afgekoeld en zet het dan
weer aan.
–
50
Page 53
■ Tuner
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Ruis bij FM stereoontvangst.
Er treedt vervorming op
en ook met een goede
FM antenne is goede
ontvangst onmogelijk.
FM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Eerder
voorgeprogrammeerde
zenders kunnen niet
meer worden
opgeroepen.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
AM
Er klinken de hele tijd
krakende en sissende
geluiden.
Oorzaak
Vanwege de kenmerken van FM stereouitzendingen, kan dit voorkomen
wanneer de zender te ver weg is, of het
door de antenne geproduceerde
ingangssignaal te zwak is.
Het signaal wordt via verschillende
wegen ontvangen.
De zender is te zwak.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Zwak signaal of antenne los.
Storing kan het resultaat zijn van onweer,
TL verlichting, motoren, thermostaten en
andere elektrische apparatuur.
Oplossing
Controleer de antenne-aansluitingen.
Probeer eens een hoge kwaliteits FM
richtantenne.
Stem met de hand af.
Zet de antenne zo dat het signaal nog maar op
een enkele manier ontvangen wordt.
Probeer eens een hoge kwaliteits FM
richtantenne.
Stem met de hand af.
Herhaal de procedure voor het
voorprogrammeren.
Zet de aansluitingen van de AM ringantenne
goed vast en zet de antenne zo dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
Gebruik een geaarde buitenantenne. Dit zal
wel wat helpen, maar het zal moeilijk blijven
alle storingen te elimineren.
Raadpleeg
bladzijde
12
31
–
–
31
32
–
31
12
Er klinken zoemende en
huilende geluiden
(vooral’s avonds).
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
doet het niet, of niet
goed.
Er staat een televisie te dicht in de
buurt.
Oorzaak
Te ver weg of te scherpe hoek.
Er valt direct zonlicht of sterke verlichting
(zoals van een TL lamp) op de
infraroodsensor van het hoofdtoestel.
De batterijen zijn te zwak.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Oplossing
De afstandsbediening werkt binnen een maximum
bereik van 6 m, onder een hoek van niet meer dan 30
graden afwijkend van loodrecht op het voorpaneel.
Verplaats dit toestel.
Vervang alle batterijen door nieuwe.
–
Raadpleeg
bladzijde
7
–
3
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
51
Page 54
WOORDENLIJST
■ Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van opnamen met 4
analoge kanalen om realistische en dynamische
geluidseffecten te reproduceren: 2 linker en rechter
hoofdkanalen (stereo), een middenkanaal voor de
gesproken tekst (mono) en een achterkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het achterkanaal reproduceert
geluid binnen een beperkt frequentiebereik.
Dolby Surround wordt algemeen gebruikt op
videobanden en Laserdiscs en door veel TV en
kabelzenders. De Dolby Pro Logic decoder die is
ingebouwd in dit toestel maakt gebruik van een digitale
signaalverwerking die automatisch het volume van de
diverse kanalen stabiliseert ter verbetering van bewegende
geluidseffecten en de richtingsgevoeligheid.
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem dat u volledig
gescheiden multikanaals geluidsweergave biedt. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts) en 2 stereo
achterkanalen biedt Dolby Digital u 5 audiokanalen met het
volle frequentiebereik. Daarnaast beschikt dit systeem over
een extra kanaal speciaal voor lage toon-effecten, het LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, hetgeen het totaal brengt op
5,1 kanalen (het LFE kanaal telt als 0,1 kanaal).
Met tweekanaals stereo voor de achter-luidsprekers is het
mogelijk bewegende geluidseffecten preciezer weer te geven
voor een betere surroundweergave dan mogelijk is met
Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (het verschil
tussen het maximum en het minimum volume) dat kan
worden weergegeven door de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de accurate plaatsing van de
geluidsbronnen met behulp van de digitale
geluidsverwerking waarborgt een voorheen ondenkbaar
realistische ervaring.
Met dit toestel heeft u de keuze uit een ongeëvenaard aantal
geluidsbronnen, van mono tot 5,1 kanaals systemen.
■ Matrix 6.1
Dit toestel is uitgerust met een Matrix 6.1 decoder voor
Dolby Digital en DTS multikanaals materiaal en maakt
6,1 kanaals weergave mogelijk door toevoeging van een
midden achterkanaal aan het bestaande 5,1 kanaals
formaat. (Het midden achterkanaal wordt samengesteld
uit de signalen voor de linker en rechter achterkanalen en
wordt weergegeven via een virtuele midden achterluidspreker.) Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, in het bijzonder bij scène waarin dingen
over en rond vliegen.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde techniek voor het
decoderen van grote hoeveelheden gegevens van bestaand
Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie
maak weergave van 5 gescheiden kanalen mogelijk met
2 hoofdkanalen links en rechts, een middenkanaal en
2 achterkanalen links en rechts (in plaats van slechts een
enkel achterkanaal bij de conventionele Pro Logic
technologie). Naast de Movie functie voor weergave van
films is er ook een Music functie voor weergave van
materiaal met slechts 2 kanalen.
■ DTS (Digital Theater Systems) Digital
Surround
DTS digitale surroundweergave is een 6-kanaals digitaal
systeem ontwikkeld ter vervanging van analoge
filmsoundtracks dat snel aan populariteit wint in de
filmwereld. Digital Theater Systems Inc. heeft een
thuistheater-systeem ontwikkeld zodat u bij u thuis kunt
profiteren van de ruimtelijke en natuurlijke DTS digitale
surroundweergave.
Dit systeem is vrijwel vrij van vervorming en levert
heldere 6-kanaals weergave (dat wil zeggen, linker,
rechter en middenkanalen, 2 achterkanalen, plus een
LFE 0,1 kanaal voor de subwoofer dus in andere woorden
5,1 kanalen).
■ LFE 0,1 kanaal
Dit kanaal is bedoeld voor de reproductie van de lage
tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal loopt van
20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt maar voor 0,1 kanaal
geteld omdat het alleen de lage tonen behelst, in
vergelijking met het volle frequentiebereik van de andere
5 kanalen in een Dolby Digital of DTS systeem met 5,1
kanalen.
■ CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk ontworpen zijn voor gebruik in bioscopen,
werken deze het best in grote zalen met veel luidsprekers
ontworpen voor de akoestische effecten. Aangezien de
omstandigheden bij u thuis, de afmetingen van de kamer,
het materiaal van de wanden, het aantal luidsprekers, enz.
hiermee waarschijnlijk geen gelijkenis vertoont, zullen er
ook verschillen zijn in de geluidsweergave. Gebaseerd op
een enorme hoeveelheid verzamelde gegevens van echte
uitvoeringsruimten, is de YAMAHA CINEMA DSP in
staat YAMAHA’s originele geluidsveld-technologie te
gebruiken in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby
Digital en DTS systemen om zo de kijk- en
luisterervaring van de bioscoop bij u thuis te kunnen
reproduceren.
■ SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk, realistisch DSP
geluidsveldprogramma voor hoofdtelefoons ontwikkeld.
De parameters voor hoofdtelefoons zijn aangepast aan de
diverse geluidsvelden zodat alle geluidsveldprogramma’s
ook via de hoofdtelefoon weergegeven kunnen worden.
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft het Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld om virtuele achterluidsprekers te simuleren zodat u ook zonder achterluidsprekers van de DSP geluidsvelden kunt profiteren.
Het is zelfs mogelijk om van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma te genieten met een minimaal
systeem van slechts 2 luidsprekers zonder middenluidspreker.
52
Page 55
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor
ongecomprimeerde gedigitaliseerde analoge
geluidssignalen, geschikt voor opname, transmissie en
weergave. Dit is de methode waarmee CD’s en DVD
audio discs zijn opgenomen. Het PCM systeem maakt
gebruik van een systeem waarbij het analoge signaal in
zeer kleine stukjes wordt gehakt en per stukje gemeten
wordt (‘bemonsterd’). PCM staat voor “Puls Code
Modulatie” en betekent dat het analoge signaal gecodeerd
wordt als pulsjes en vervolgens o gemoduleerd voor
opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantificeringsbits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde gemeten
wordt de bemonsteringsfrequentie genoemd, terwijl de
mate van detail waarin het geluid wordt omgezet in een
digitale waarde wordt aangegeven door het aantal
kwantificeringsbits.
De signalen die kunnen worden weergegeven hangen
mede af van de bemonsteringsfrequentie terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen maximum en
minimum volume, afhangt van het aantal
kwantificeringsbits. Hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie, hoe meer frequenties er kunnen
worden weergegeven en hoe hoger het aantal
kwantificeringsbits, hoe beter het volume kan worden
gereproduceerd.