Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het
varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij
wordt verkocht.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25108
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha buitenboordmotor. Deze gebruikershandleiding
bevat informatie over juiste bediening, onderhoud en zorg. Een grondig begrip van deze eenvoudige instructies zal u helpen om
maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te
krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, indien u vragen over de bediening of onderhoud van uw buitenboordmotor hebt.
In deze gebruikershandleiding is bijzonder
belangrijke informatie als volgt aangeduid.
: dit is het symbool voor veiligheidswaarschuwingen. Het wordt gebruikt om u op mogelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg alle veiligheidsmeldingen achter dit symbool
op om mogelijke verwondingen of overlijden
te voorkomen.
DWM00782
Een WAARSCHUWING wijst op een gevaarlijke situatie die kan leiden tot de
dood of ernstige letsels als ze niet wordt
vermeden.
DCM00702
Een alinea die vooraf wordt gegaan door
OPGELET vermeldt speciale voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen om schade aan de buitenboordmotor
of aan andere eigendommen te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA geeft belangrijke informatie om
handelingen gemakkelijker of duidelijker te
maken.
Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in
productontwerp en kwaliteit. Daarom, ondanks dat deze handleiding de laatste productinformatie bevat die verkrijgbaar is ten
tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkingen tussen uw machine en deze handleiding
zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u
enige vragen aangaande dit handboek heeft.
Yamaha raadt aan dat u het product correct
gebruikt en de gespecificeerde periodieke inspecties en onderhoud correct uitvoert volgens de instructies in de gebruikershandleiding, om een lang leven van het product te
verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door
het niet volgen van deze instructies, valt niet
onder de garantie.
Sommige landen hanteren wetten of regels
die gebruikers verbieden het product mee te
nemen buiten het land van aankoop. Dit kan
het registreren van het product in het land
van bestemming onmogelijk maken. Daarnaast kan de garantie in sommige gebieden
niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dealer waar het product is aangeschaft voor
meer informatie, indien u het product mee
wilt nemen naar een ander land.
Indien het gekochte product reeds was gebruikt, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde dealer voor herregistratie en om recht
te krijgen op de aangegeven diensten.
NOTA:
De F80BET, F100DET en de standaardaccessoires worden gebruikt als basis voor de
verklaringen en afbeeldingen in deze handleiding. Daardoor kunnen sommige onderdelen niet op ieder model van toepassing zijn.
motor ......................................... 95
Index ............................................... 96
Veiligheidsinformatie
DMU33623
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen
tijde in acht.
DMU36502
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood
worden wanneer ze in contact komen met de
propeller. De propeller kan blijven bewegen
wanneer de motor in neutraal staat, en de
scherpe randen van de propeller kunnen ook
snijwonden veroorzaken terwijl de propeller
stilstaat.
●
Schakel de motor uit wanneer er zich een
persoon vlakbij de boot in het water bevindt.
●
Houd mensen uit de buurt van de propeller,
zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU40272
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden
gegrepen door de inwendige draaiende onderdelen van de motor, met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt
nodig is. Verwijder of installeer de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap
draaien met inachtneming van de specifieke
instructies in de handleiding. Houd uw handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken,
zwemvestriempjes enz. uit de buurt van
eventuele blootliggende bewegende onderdelen.
DMU33641
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde motoronderdelen heet genoeg om brandwonden te veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met onderdelen onder de motorkap tot
de motor is afgekoeld.
DMU33651
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het
starten van de motor of terwijl de motor
draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie
veroorzaken.
DMU33661
Trim- en kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd
tussen de motor en de klembeugel wanneer
de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd
lichaamsdelen te allen tijde uit deze zone.
Vergewis u ervan dat er zich niemand in deze
zone bevindt alvorens het trim- en kantelbekrachtigingsmechanisme te laten werken.
De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars
werken ook wanneer de hoofdschakelaar op
uit staat. Houd mensen uit de buurt van de
schakelaars tijdens werkzaamheden rondom
de motor.
Kom nooit onder het staartstuk als het gekanteld is, zelfs niet als de kantelsteunhendel
vergrendeld is. Als de buitenboordmotor per
ongeluk valt, kunt u ernstig gewond raken.
DMU33672
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo
dat de motor stopt wanneer de gebruiker
overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat
om te voorkomen dat de boot stuurloos verder vaart en mensen achterlaat, of over mensen of voorwerpen vaart.
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor altijd op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm
of been. Maak ze niet los om de stuurhendel
te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de
koord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de koord niet langs
punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
haar functie niet langer vervult.
Leid de koord niet langs plaatsen waar de
kans groot is dat er per ongeluk aan wordt
1
Veiligheidsinformatie
getrokken. Als er aan de koord wordt getrokken tijdens het varen, wordt de motor uitgeschakeld en kunt u de boot niet meer besturen. De boot zou snel kunnen vertragen,
waardoor passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.
DMU33811
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst
brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 51 om
het risico van brand en explosie zo klein mogelijk te houden.
DMU33821
Blootstelling aan en morsen van benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine
morst, veeg hem dan onmiddellijk op met
droge doeken. Werp de doeken weg zoals
het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen,
verwijder die dan onmiddellijk met zeep en
water. Trek andere kleren aan als er benzine
op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp
hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt
gekregen. Tracht nooit brandstof over te hevelen door ze aan te zuigen met uw mond.
DMU33901
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolmonoxide bevatten, een kleur- en geurloos
gas dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen van
koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed
geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33781
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan
deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw
buitenboordmotor kunnen de veiligheid en
betrouwbaarheid aantasten, en de buitenboordmotor onveilig of onwettig voor gebruik
maken.
DMU33741
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belangrijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te
leven tijdens het varen.
DMU33711
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol
of het innemen van verdovende middelen.
Intoxicatie is een van de voornaamste factoren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op
het water.
DMU40281
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan
boord hebt voor elke passagier. Yamaha
raadt u aan altijd een zwemvest te dragen
wanneer u gaat varen. Kinderen en nietzwemmers moeten in ieder geval altijd een
zwemvest dragen, en iedereen moet een
zwemvest dragen wanneer de vaaromstandigheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33732
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of duikers, telkens wanneer de motor draait. Wanneer er zich iemand in het water bevindt vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de
motor stil.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wanneer de motor in neutraal staat. Schakel de
2
Veiligheidsinformatie
motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij
de boot in het water bevindt.
DMU33752
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabrikant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats hebben genomen alvorens te accelereren en
wanneer de motor sneller draait dan met het
stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de boot
valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse
snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs
wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te
waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opspringende golven en kielzog steeds te vermijden.
DMU33762
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maximumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg
ervoor dat het gewicht naar behoren over de
boot is verdeeld in overeenstemming met de
instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het gewicht
over de boot kan de bestuurbaarheid van de
boot in het gedrang brengen en leiden tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33773
Vermijd botsingen
Wees voortdurend op de uitkijk voor mensen,
voorwerpen en andere boten. Wees op uw
hoede voor omstandigheden die de zichtbaarheid beperken of uw zicht blokkeren.
ZMU06025
Stuur defensief met een veilige snelheid en
houd voldoende afstand van mensen, voorwerpen en andere boten.
●
Vaar niet op korte afstand achter andere
boten of waterskiërs.
●
Vermijd scherpe bochten of andere manoeuvres die het anderen moeilijk maken
om u te ontwijken of te voorspellen waar u
heen gaat.
●
Vermijd gebieden met gezonken voorwerpen of ondiep water.
●
Ken uw grenzen en vermijd agressieve
manoeuvres om het risico op controleverlies en botsingen te vermijden en om te
vermijden dat u uit het vaartuig wordt geslingerd.
●
Reageer tijdig om botsingen te vermijden.
Vergeet niet dat boten geen remmen hebben en dat het afzetten van de motor of het
verminderen van de stuwkracht de wenbaarheid kunnen verminderen. Als u niet
zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om
een voorwerp te ontwijken, geef dan gas
bij en stuur in een andere richting.
DMU33791
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersvoorspellingen
alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen
in gevaarlijk weer.
3
DMU33881
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere passagier opgeleid is in het besturen van de boot
in geval van nood.
DMU33891
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheidsvoorschriften. Bijkomende publicaties en informatie kunt u bekomen bij heel wat scheepvaartorganisaties.
DMU33601
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen
die gelden op de plaats waar u gaat varen,
en leef deze na. Er gelden verschillende regels naar gelang van de geografische plaats,
maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de
Internationale Scheepvaartregels.
Veiligheidsinformatie
4
Algemene informatie
DMU25172
Plaats voor identificatienum-
mers
DMU25185
Buitenboordmotorserienummer
Het serienummer van de buitenboordmotor
staat vermeld op het label op de bakboordzijde van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de daartoe voorziene ruimten om op te geven
bij het bestellen van wisselstukken bij uw
Yamaha-dealer of als referentie in geval uw
buitenboordmotor wordt gestolen.
1
ZMU04214
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
1. Sleutelnummer
DMU37292
EG-verklaring van overeen-
stemming
Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaalde gedeelten van de Europese richtlijnen inzake machines.
Iedere conforme buitenboordmotor wordt geleverd met de EG-verklaring van overeenstemming. De EG-verklaring van overeenstemming bevat de volgende informatie:
●
Naam van de motorfabrikant
●
Modelnaam
●
Productcode van model (goedgekeurde
modelcode)
●
Code van nageleefde richtlijnen
DMU25207
EG label
Buitenboordmotoren met dit “EG”-label voldoen aan de richtlijnen van; 2006/42/EC,
94/25/EC - 2003/44/EC en 2004/108/EC.
DMU25192
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleutelschakelaar, is het sleutelidentificatienummer ingestanst op uw sleutels zoals getoond
op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
ruimte voorzien als referentie in geval u een
nieuwe sleutel nodig hebt.
5
1. Positie van het CE-label
Algemene informatie
ZMU06040
6
Algemene informatie
DMU33524
Lees handleidingen en labels
Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:
●
Lees deze handleiding.
●
Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.
●
Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.
Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.
DMU33834
Waarschuwingslabels
Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer
voor vervanglabels.
7
Algemene informatie
1
DMU33913
Inhoud van de labels
De bovenstaande waarschuwingslabels betekenen het volgende.
1
DWM01692
2
3
ZMU05706
●
Bij het starten of terwijl de motor draait
mag u geen elektrische onderdelen aanraken of verwijderen.
3
DWM01672
Bij een noodstart is er geen neutraal-startbeveiliging. Vergewis u ervan dat de schakelhendel in neutraal staat alvorens de
motor te starten.
2
DWM01682
●
Houd handen, haar en kledingstukken
uit de buurt van draaiende onderdelen
terwijl de motor draait.
●
Lees de handleiding en de labels.
●
Draag een goedgekeurd zwemvest.
●
Bevestig het noodstopkoord aan uw
zwemvest, uw arm of uw been zodat de
motor stopt wanneer u de stuurhendel
per ongeluk verlaat, om te voorkomen
dat de boot op hol kan slaan.
8
Algemene informatie
DMU33844
Symbolen
De volgende symbolen betekenen het volgende.
Let op/Waarschuwing
ZMU05696
Lees de gebruikershandleiding
Elektrisch gevaar
ZMU05666
Bedieningsrichting van afstandsbedieningshendel/schakelhendel, twee richtingen
ZMU05667
Motorstart/ motoraanzwengeling
ZMU05664
Gevaar veroorzaakt door constante draaiing
ZMU05665
9
ZMU05668
Specificaties en vereisten
DMU38092
Technische gegevens
NOTA:
“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder
betekent dat de geïnstalleerde propeller van
aluminium is.
3.5 L (3.70 US qt, 3.08 Imp.qt)
Motoroliehoeveelheid (met
oliefiltervervanging):
3.7 L (3.91 US qt, 3.26 Imp.qt)
Smeersysteem:
Oliecarter
Aanbevolen tandwielolie:
Tandwielkastolie
Aanbevolen tandwieloliekwaliteit:
SAE 90 API GL-4
Tandwieloliehoeveelheid:
0.670 L (0.708 US qt, 0.590 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Bougie:
25 Nm (2.55 kgf-m, 18.4 ft-lb)
Propellermoer:
34 Nm (3.47 kgf-m, 25.1 ft-lb)
Motorolieaftapbout:
27 Nm (2.75 kgf-m, 19.9 ft-lb)
Motoroliefilter:
18 Nm (1.84 kgf-m, 13.3 ft-lb)
Geluids- en trillingsniveau:
Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA
39/94):
73.2 dB(A)
DMU33555
Installatievereisten
DMU33565
Vermogen paardenkracht boot
DWM01561
Een boot te krachtig aandrijven kan ernstige instabiliteit veroorzaken.
Controleer voor het plaatsen van de buitenboordmotor(en) of de totale paardenkrachten
van uw buitenboordmotor(en) niet het maximale paardenkracht vermogen van de boot
overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de
boot of neem contact op met de fabrikant.
DMU40491
Buitenboordmotor monteren
DWM02501
●
Een verkeerde montage van de buitenboordmotor kan tot gevaarlijke omstandigheden leiden, zoals een gebrekkige
bestuurbaarheid, verlies van controle
of brand.
●
Aangezien de buitenboordmotor zeer
zwaar is, is speciale uitrusting en opleiding vereist om hem veilig te monteren.
Uw dealer of een andere persoon met ervaring in het optuigen van boten moet de buitenboordmotor monteren met behulp van de
correcte apparatuur en de complete optuiginstructies. Voor meer informatie, zie pagina
43.
DMU41593
Yamaha Security System
DCM02461
Het Yamaha Security System wordt verkocht in overeenstemming met de geldende wetten en voorschriften inzake het uitzenden van radiogolven. Dat betekent dat
wanneer dit product wordt gebruikt buiten het land waar het werd gekocht, het
mogelijk niet voldoet aan de wetten of
voorschriften inzake het uitzenden van radiogolven in het land waar het wordt gebruikt. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor
meer gedetailleerde informatie.
De buitenboordmotor met dit label is uitgerust met het Yamaha Security System voor
diefstalbeveiliging, dat bestaat uit een ontvanger en een afstandsbedieningzender. De
motor kan niet worden gestart als het beveiligingssysteem in de vergrendelmodus staat.
Hij kan alleen worden gestart in de ontgren-
11
Specificaties en vereisten
delmodus. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
voor het installeren van de ontvanger.
ZMU07305
DMU33582
Afstandsbedieningsvereisten
DWM01581
●
Als de motor in versnelling start, kan de
boot plots en onverwacht bewegen,
waardoor er een botsing kan worden
veroorzaakt of passagiers over boord
kunnen worden geworpen.
●
Wanneer de motor ooit in versnelling
start, werkt de neutraalstartbeveiliging
niet correct en mag u de buitenboordmotor niet langer gebruiken. Neem contact op met uw Yamaha-dealer.
De afstandsbedieningseenheid moet worden
uitgerust met (een) neutraal-startbeveiliging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de
motor uitsluitend in neutraal kan worden gestart.
DMU25695
Accuvereisten
DMU25723
Technische gegevens van de accu
Koudstartstroomsterkte (CCA/EN):
430–1080 A
Min. nominaal vermogen (20HR/IEC):
70 A/u
De motor kan niet worden gestart als de accuspanning te laag is.
DMU36291
Monteren van de accu
Maak de accuhouder stevig vast op een droge, goed verluchte en trillingsvrije plaats in
de boot. WAARSCHUWING! Plaats geen
brandbare items of losse, zware of metalen voorwerpen in hetzelfde compartiment als de accu. Dat kan leiden tot brand,
explosies of vonken.
DMU34196
[DWM01821]
Propellerkeuze
Naast het selecteren van een buitenboordmotor is het selecteren van de juiste propeller
een van de belangrijkste beslissingen die
een booteigenaar dient te nemen. Het type,
de omvang en het ontwerp van uw propeller
hebben een rechtstreekse invloed op de acceleratie, de topsnelheid, het brandstofverbruik en zelfs de levensduur van de motor.
Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers
voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en
voor alle mogelijke toepassingen.
Uw buitenboordmotor werd geleverd met een
Yamaha propeller die is gekozen om goed te
presteren in een reeks van toepassingen,
maar er kunnen toepassingen zijn waar een
andere propeller meer geschikt is.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kiezen van de juiste propeller voor uw specifieke
behoeften. Kies een propeller die de motor in
staat stelt het middelste of bovenste gedeelte
van het toerentalbereik te bereiken bij volgas
en maximumlading. In het algemeen geldt
dat een propeller met een grotere spoed geschikt is voor geringere bedrijfsbelastingen
en een propeller met een kleinere spoed voor
grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, selecteer dan een propeller die de motor in staat stelt te draaien
binnen het toerentalbereik voor uw maxi-
12
Specificaties en vereisten
mumbelasting, maar denk eraan dat u de
gashendelstand mogelijk moet aanpassen
om binnen het aanbevolen motortoerentalbereik te blijven wanneer u lichtere ladingen
vervoert.
Voor het controleren van de propeller, zie pagina 80.
x
-
123
ZMU04606
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
start wanneer hij in neutraal staat. Zet de
schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de
motor start.
DMU41953
Motorolievereisten
Selecteer een olietype op basis van de gemiddelde temperaturen in de streek waar de
buitenboordmotor zal worden gebruikt.
Yamaha-buitenboordmotoren of door
Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn uitgerust met (een) neutraalstartbeveiliging(en). Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend kan worden ge-
13
Wanneer de onder Aanbevolen motorolie type 1 vermelde olietypes niet beschikbaar
zijn, selecteert u een alternatief olietype vermeld onder motorolie type 2.
Aanbevolen motorolie type 1
SAEAPI
122˚F
104
86
68
50
32
14
-4
50˚C
40
30
20
10
0
-10
-20
10W–30
10W–40
5W–30
SE
SF
SG
SH
SJ
SL
ZMU06854
Specificaties en vereisten
Aanbevolen motorolie type 2
SAEAPI
122˚F
104
86
68
50
32
14
-4
50˚C
40
30
20
10
0
-10
-20
15W–40
20W–40
20W–50
DMU36361
SH
SJ
SL
ZMU06855
Brandstofvereisten
DMU40202
Benzine
Gebruik een benzine van goede kwaliteit met
het vereiste minimumoctaangetal. Als de
motor geklop of gepingel begint te vertonen,
gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine
Min. researchoctaangetal (RON):
90
DCM01982
●
Gebruik geen loodhoudende benzine.
Loodhoudende benzine kan de motor
ernstig beschadigen.
●
Zorg dat er geen water en vuil in de
brandstoftank terechtkomen. Verontreinigde brandstof kan de prestaties van
de motor aantasten of motorschade
veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse
benzine die zuivere bussen werd bewaard.
Gasohol
Er bestaan twee types gasohol: gasohol met
ethanol (E10) en gasohol met methanol.
Ethanol kan worden gebruikt als het ethanol-
gehalte niet meer dan 10% bedraagt en de
brandstof voldoet aan de minimumoctaangetallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol
bevat en die niet mag worden gebruikt in uw
buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die
meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen
schade aan het brandstofsysteem of motorstart- en -bedrijfsproblemen veroorzaken.
Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol
met methanol omdat die schade kan veroorzaken aan het brandstofsysteem of de motorprestaties kan aantasten.
Het verdient aanbeveling een waterafscheidende scheepsbrandstoffilter (minimum 10
micron) te installeren tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor van uw boot
wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is
geweten dat het de absorptie van vocht in
brandstoftanks en -systemen van boten bevordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot
corrosie van metalen brandstofsysteemonderdelen en tot start- en werkingsproblemen
en extra onderhoud van het brandstofsysteem noodzakelijk maken.
DMU36331
Anti-fouling
Een zuivere romp verbetert de prestaties van
de boot. De onderzijde van de boot moet zoveel mogelijk vrij worden gehouden van aangroeiing. Indien nodig kan de onderzijde van
de boot worden bestreken met een voor uw
streek goedgekeurde anti-fouling ter voorkoming van aangroeiing.
Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet
bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten
van de motor bespoedigen.
14
Specificaties en vereisten
DMU40302
Buitenboordmotorafdankings-
vereisten
Dank de buitenboordmotor nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raadplegen in verband met het afdanken van de buitenboordmotor.
DMU36353
Nooduitrusting
Houd de volgende items aan boord voor het
geval u motorpech krijgt.
●
Een gereedschapskit met verschillende
schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclusief metrieke maten) en isolatietape.
●
Waterdichte zaklamp met extra batterijen.
●
Een extra motorstopschakelaarkoord met
clip.
●
Reserveonderdelen, zoals een extra set
bougies.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.
15
Componenten
DMU2579Z
Schematische voorstelling van de componenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de standaarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).
Als uw model werd uitgerust met een draagbare brandstoftank, heeft die de volgende
functie.
DWM00021
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te slaan.
Commerciële gebruikers moeten voldoen
3
6
ZMU05429
aan de van toepassing zijnde licentie- of
goedkeuringsvoorschriften.
13
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstofmeter
3. Brandstoftankkap
4. Ontluchtingsschroef
42
ZMU03157
17
Componenten
DMU25831
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruikt om de brandstofleiding te verbinden.
DMU25842
Brandstofmeter
Deze meter bevindt zich op de tankdop of op
de basis van het brandstofleidingkoppelstuk.
Hij toont de benaderende hoeveelheid resterende brandstof in de tank.
DMU25851
Benzinetankdop
Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer
hij wordt verwijderd, kan de tank met brandstof worden gevuld. Om de dop te verwijderen moet hij tegen de wijzers van de klok in
worden gedraaid.
DMU25861
Ontluchtingsschroef
Deze schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU38592
Afstandsbedieningzender
De vergrendel- en ontgrendelmodi van het
Yamaha Security System worden in- en uitgeschakeld met de afstandsbedieningzender. Wanneer de motor draait, kan de ontvanger het signaal van de afstandsbediening
niet ontvangen.
ZMU06455
Berg de afstandsbedieningzender zorgvuldig
op, zodat u hem niet verliest.
DCM02101
●
De afstandsbedieningzender is niet helemaal waterdicht. Dompel de zender
niet onder en gebruik hem niet onder
water. Als de zender in water heeft gelegen, droog hem dan af met een zachte, droge doek en controleer vervolgens
of hij correct werkt. Als de zender niet
correct werkt, dient u contact op te nemen met een Yamaha-dealer.
●
Houd de afstandsbedieningzender uit
de buurt van hoge temperaturen en stel
hem niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
●
Laat de afstandsbedieningzender niet
vallen, onderwerp hem niet aan hevige
schokken en plaats er geen zware voorwerpen op.
●
Gebruik een zachte, droge doek om de
afstandsbedieningzender te reinigen.
Gebruik geen detergent, alcohol of een
ander chemisch product.
●
Probeer de afstandsbedieningzender
nooit zelf uit elkaar te nemen. Anders
zal de zender mogelijk niet meer correct
werken. Als de batterij van de zender
moet worden vervangen, dient u contact op te nemen met een Yamaha-dealer.
●
Als u de afstandsbedieningzender bent
kwijtgeraakt, neem dan contact op met
uw Yamaha-dealer. Zorg ervoor dat u
altijd minstens over twee zenders beschikt. Als u beide zenders bent kwijtgeraakt, neem dan contact op met uw
Yamaha-dealer.
NOTA:
●
Aangezien de ontvanger zo werd geprogrammeerd dat hij alleen de interne code
van deze zender herkent, kan het beveili-
18
Componenten
gingssysteem uitsluitend worden gewijzigd
met deze zender. Als de afstandsbedieningzender niet correct werkt, dient u contact op te nemen met een Yamaha-dealer.
●
Het is raadzaam de batterij na 1 jaar te
vervangen en vervolgens om de twee jaar.
●
Dank de batterijen van de zender af overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in
verband met gevaarlijk afval.
●
Het Yamaha Security System maakt het
mogelijk maximaal 5 zenders voor afstandsbediening te registreren. Raadpleeg
uw Yamaha-dealer voor details.
DMU38602
Ontvanger
De ontvanger regelt de ECM (Electronic Control Module) om te voorkomen dat de motor
kan starten. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
voor het installeren van de ontvanger.
DMU38612
Yamaha Security System vergrendelen ontgrendelmodus
De Yamaha Security System-instellingen
worden geselecteerd door een korte druk op
de vergrendel- of ontgrendeltoets van de afstandsbedieningzender.
de vergrendelmodus is ingeschakeld en dat
de motor niet kan worden gestart. De vergrendelmodus kan alleen worden geselecteerd wanneer de hoofdschakelaar in de
stand “
” (uit) staat. De motor wordt aangezwengeld maar kan niet worden gestart
omdat het Yamaha Security System in de
vergrendelmodus staat.
ONTGRENDELD
Wanneer de ontgrendeltoets op de afstandsbedieningzender eventjes wordt ingedrukt,
weerklinken er twee pieptonen. Dat geeft aan
dat de ontgrendelmodus is ingeschakeld en
dat de motor kan worden gestart.
Yamaha
Security
System-
modus
Vergren-
deld
Ontgren-
delen
DMU26182
Aantal
piepto-
nen
1 piep-
toon
2 piepto-
nen
Hoofd-
schake-
laar
“
“
“”
Motor
kan wor-
den ge-
start
”NEE
”/
JA
Afstandsbedieningskast
De afstandsbedieningshendel bedient zowel
de schakelhendel als de gashendel. De elektrische schakelaars bevinden zich op de afstandsbedieningskast.
12
ZMU06456
1. Vergrendeltoets
2. Ontgrendeltoets
VERGRENDELD
Wanneer de vergrendeltoets op de afstandsbedieningzender eventjes wordt ingedrukt,
weerklinkt er één pieptoon. Dat geeft aan dat
19
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
2. Afstandsbedieningshendel
3. Neutraalvergrendelingstrekker
4. Neutraal-gashendel
5. Hoofdschakelaar
6. Motoruitschakelaar
7. Gashendelfrictieafstelling
DMU26191
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de
neutrale stand wordt de vooruitversnelling ingeschakeld. Door de hendel naar achter te
trekken vanuit de neutrale stand wordt de
achteruitversnelling ingeschakeld. De motor
blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer
35° wordt verplaatst; (er is een palletje te
voelen). Door de hendel verder te duwen
wordt de gasklep geopend en de motor begint te accelereren.
Componenten
1. Neutraalvergrendelingstrekker
DMU26213
Neutraal gashendel
Om de gasklep te openen zonder in achteruit
of vooruit te schakelen, moet u de afstandsbedieningshendel in neutraal zetten en de
neutraal gashendel omhoog zetten.
1. Neutraal “ ”
2. Vooruit “
3. Achteruit “
4. Schakelen
5. Volledig gesloten
6. Gashendel
7. Volledig open
DMU26202
”
”
Neutraal vergrendeltrekker
Om uit de neutrale stand te gaan moet u eerst
de neutraal vergrendeltrekker omhoog trekken.
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
NOTA:
De neutraal gashendel werkt alleen als de
afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
De afstandsbedieningshendel werkt alleen
als de neutraal gashendel in de gesloten
stand is gezet.
DMU25914
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts zoals
gewenst.
20
Componenten
DMU25925
Schakelhendel
Beweeg de schakelhendel naar voren om de
vooruitversnelling in te schakelen of naar
achteren om de achteruitversnelling in te
schakelen.
1. Vooruit “ ”
2. Neutraal “
3. Achteruit “
DMU25943
”
”
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhendel. Wanneer u de hendel naar links draait,
neemt de snelheid toe en wanneer u hem
naar rechts draait neemt de snelheid af.
DMU25963
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25977
Gashendelfrictieafstelling
Een frictiesysteem zorgt voor een regelbare
bewegingsweerstand van de gasgreep of de
afstandsbedieningshendel, en kan worden
ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
afstelschroef met de klok mee. Om de weerstand te verlagen, draait u de afstelschroef
tegen de klok in. WAARSCHUWING! Draai
de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als
21
Componenten
er te veel weerstand is, kan het moeilijk
zijn om de gashendel of de greep te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
[DWM00033]
Als u een constante snelheid wenst, moet u
de afstelschroef aandraaien om de gewenste
gashendelinstelling te behouden.
DMU25996
Noodstopkoord en clip
De clip moet bevestigd zijn aan de motorstopschakelaar om de motor te laten draaien.
Bevestig de koord op een veilige plaats aan
uw kleding, of aan uw arm of been. Als de
bestuurder over boord valt of het roer verlaat,
trekt de koord de clip uit waardoor de ontsteking van de motor wordt uitgeschakeld. Op
die manier wordt voorkomen dat de boot onbestuurd verder vaart. WAARSCHUWING!
Bevestig de motorstopschakelaarkoord
tijdens het gebruik van de motor op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw
arm of been. Maak de koord niet vast aan
kleren die kunnen worden losgetrokken.
Zorg ervoor dat de koord nergens achter
verstrikt raakt, waardoor ze haar functie
verliest. Zorg ervoor dat u tijdens een normaal gebruik niet per ongeluk aan de
koord trekt. Als de motoraandrijving wegvalt, wordt de boot veel minder goed bestuurbaar. Zonder motoraandrijving zal
de boot ook snel vertragen. Daardoor
kunnen personen en voorwerpen in de
boot naar voren geslingerd worden.
[DWM00123]
1. Noodstopkoord
2. Clip
3. Motoruitschakelaar
1. Noodstopkoord
2. Clip
3. Motoruitschakelaar
22
Componenten
DMU26004
Motorstopknop
De motorstopknop stopt de motor wanneer
op de knoop gedrukt wordt.
DMU26092
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekingssysteem; de werking ervan wordt hieronder
beschreven.
●
“” (uit)
Met de hoofdschakelaar in de stand “
(uit) zijn de elektrische schakelingen inactief
en kan de sleutel worden uitgenomen.
●
“” (aan)
Met de hoofdschakelaar in de stand “
(aan) zijn de elektrische schakelingen actief
en kan de sleutel niet worden uitgenomen.
●
“” (start)
Met de hoofdschakelaar in de stand “
(start) begint de startmotor te draaien om de
motor te starten. Wanneer de sleutel wordt
losgelaten, keert hij automatisch terug naar
de stand “
” (aan).
DMU26113
”
Stuurfrictieafstelling
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naargelang van de voor-
”
keur van de bestuurder. Onderaan op de
stuurhendelbracket bevindt er zich een instelhendel.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
”
hendel naar bakboord “A”.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
hendel naar stuurboord “B”.
DWM00041
23
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
Loading...
+ 76 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.