Yamaha Corp. behoudt zich het recht voor om deze handleiding op elk gewenst moment zonder
voorafgaande kennisgeving bij te werken of te wijzigen.
De laatste versie kan vrij worden gedownload van de volgende webpagina.
De CP5 of CP50 stagepiano wordt geleverd met drie verschillende naslaghandleidingen: de Gebruikershandleiding, de
Naslaggids (dit document) en de Data List. De Gebruikershandleiding is een papieren handleiding die bij de stagepiano wordt geleverd. Deze Naslaggids en de Data List zijn beschikbaar als PDF-documenten op de bijgeleverde cd-rom.
Gebruikershandleiding (papieren handleiding)
In de Gebruikershandleiding wordt beschreven hoe u de CP5 of CP50 kunt instellen en hoe de basisbediening werkt.
Naslaggids (dit PDF-document)
In deze Naslaggids vindt u een beschrijving van het interne ontwerp van de CP5 of CP50 en de verschillende
parameters die u kunt aanpassen en instellen.
Data List (PDF-document)
Het document Data List bevat een lijst van alle standaardinstellingen (of performances) van de CP5 of CP50; een overzicht
van de soorten blokken Modulation Effect en Power-Amplifier/Compressor
parameters die u voor elk van deze blokken kunt instellen; en MIDI-referentiemateriaal. (
die u kunt selecteren; een overzicht van de
*
: alleen CP5)
*
Deze Naslaggids gebruiken
De eerste pagina van het gedeelte Intern ontwerp van de CP5 en CP50 bevat een blokschema met de
verschillende componenten van het geluidsproductiesysteem van uw stagepiano. Door op de pijlen in dit
schema te klikken, kunt u naar een beschrijving van de overeenkomstige component gaan.
Via de tabbladen aan de rechterkant van de pagina in het gedeelte Referentie krijgt u gemakkelijk toegang tot
informatie over de parts waaruit elke performance bestaat en de verschillende instelgebieden die worden
geopend door op knoppen op het besturingspaneel te drukken. Deze tabbladen zijn ook een handige manier om
snel vertrouwd te raken met het interne ontwerp van de CP5 of CP50 en met de verhouding tussen de
verschillende instelgebieden en knoppen op het besturingspaneel. U kunt bovendien ook op de tabbladen Interndesign van de CP5 en CP50 en Appendix boven en onder aan de lijst klikken om naar de overeenkomstige
gedeelten te gaan.
U kunt op een paginanummer in de Inhoudsopgave of in beschrijvende tekst klikken om naar de overeenkomstige
pagina te gaan.
Door vanuit de index Bladwijzers aan de linkerkant van het PDF-hoofdweergavevenster op items of
onderwerpen waarover u meer wilt weten te klikken, kunt u naar de overeenkomstige pagina gaan. (Klik op het
tabblad Bladwijzers in de linkerbovenhoek om deze index te openen als deze nog niet wordt weergegeven.)
Voor meer informatie over een bepaald onderwerp of een bepaalde functie, selecteert u Zoeken in het menu
Bewerken van Adobe Reader en voert u een trefwoord in om de bijbehorende informatie in dit document te vinden.
OPMERKING U kunt de nieuwste versie van Adobe Reader downloaden van de volgende webpagina.
http://www.adobe.com/products/reader/
OPMERKING De namen en posities van menu-items kunnen verschillen naargelang de gebruikte versie van Adobe Reader.
Informatie
• De afbeeldingen en lcd-schermen die in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor
instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
2CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Hoofdcomponenten
Het interne ontwerp van de CP5 of CP50 is verdeeld in drie hoofdsecties: de toongenerator, het gedeelte Song Setting en
de regelaar.
CP5/CP50
Regel aar
MIDI IN
MIDI OUT
Gedeelte Song Setting
MIDI opnemen
en afspelen
Gebruikerssongs
Vooraf ingestelde
drumpatronen
Audio opnemen
en afspelen
Wave
USB-flashgeheugenapparaat
Performances
LEFT1/LEFTRIGHT1/RIGHT
LEFT2
*
MIC INPUT
TRACK
MIC INPUT
RIGHT2
*
*
*
Toongenerator
Reverb
blok
Master
Compressor
blok
Master
Equalizer
blok
Audio-uitgang
: componenten alleen beschikbaar op CP5.
*
Klik op in het schema om naar de overeenkomstige pagina te gaan.
3CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator
Performance
LEFT1/LEFT
LEFT2
*
RIGHT1/RIGHT
RIGHT2
*
TRACK
MIC INPUT
*
Parts
Reverb
blok
Blok
Master
Compressor
Blok
Master
Equalizer
*
:De parts LEFT2, RIGHT2 en MIC INPUT zijn alleen beschikbaar
op de CP5.
Toongenerator
De toongenerator van uw stagepiano produceert geluiden op basis van performance-data die u maakt door op het
toetsenbord te spelen, de sequencer te bedienen en verschillende regelaars te gebruiken. De toongenerator bestaat uit
performances, een blok Master Compressor (hoofdcompressor) en een blok Master Equalizer (masterequalizer). De term
'performance' beschrijft een enkele preset waarmee een aantal voices samen kunnen worden geproduceerd.
Het blok Master Compressor en het blok Master Equalizer worden gebruikt om de dynamiek en klank aan te passen van de
geluiden geproduceerd door individuele performances. De instellingen van de Master Compressor en Master Equalizer
worden apart van performances opgeslagen. Daardoor beïnvloeden ze de stagepiano in zijn geheel en kunnen ze perfect
worden afgestemd op de omgeving waarin deze wordt bespeeld. Hieronder ziet u hoe de belangrijkste signalen tussen
deze componenten stromen.
Elke performance bestaat uit een aantal verschillende parts en een blok Reverb. Zoals u hieronder ziet, bestaan performances
op de CP5 uit zes verschillende parts, terwijl performances op de CP50 uit drie parts bestaan. De soorten geluid die kunnen
worden verwerkt, verschillen bovendien van part tot part. Zie pagina 5 voor meer informatie over parts.
Parts op de CP5
• Linker en rechter parts: LEFT1, LEFT2, RIGHT1 en RIGHT2
• TRACK-part
• MIC INPUT-part
Parts op de CP50
• Linker en rechter parts: LEFT en RIGHT
• TRACK-part
Het geluid van elke performance wordt voltooid door een gewoon reverbeffect toe te passen op het geluid van elk van de
geselecteerde parts. Ten slotte kan het geluid van de stagepiano zelf perfect worden afgestemd op de speelomgeving door
de blokken Master Compressor en Master Equalizer in te stellen, die alle performances op dezelfde manier beïnvloeden.
4CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator
Gelaagde parts
LEFT1 of LEFT
LEFT2*
RIGHT1 of RIGHT
RIGHT2*
Gesplitste parts
Splitpunt
RIGHT1 of RIGHT LEFT1 of LEFT
RIGHT2* LEFT2*
*
Parts alleen beschikbaar op CP5.
Parts
Blok
Voi ce
Blok
Pre-Amplifier
Blok Modulation
Effect
Blok Power-Amplifier/
Compressor
*
*
Alleen parts op de CP5 bevatten een blok Power-Amplifier/Compressor.
Linker en rechter parts
De linker en rechter parts waaruit elke performance bestaat, reageren op het bespelen van het toetsenbord of op MIDI-invoer
en gebruiken de ingebouwde toongenerator om als reactie de geschikte geluiden te produceren. De CP5 bestaat uit vier
dergelijke parts – LEFT1, LEFT2, RIGHT1 en RIGHT2 – terwijl de CP50 er twee heeft – LEFT en RIGHT. Ongeacht het aantal
beschikbare parts, kunt u deze vrij arrangeren in een gelaagde configuratie of een gesplitste configuratie voor linker- en
rechterhanden overeenkomstig uw speelstijl. Bij het layeren van parts worden overlappende speelsecties gedefinieerd door
voor elke sectie nootbegrenzingen (pagina 32) in te stellen. Bij het splitsen van parts wordt een splitpunt ingesteld (pagina 31)
zodat de noten links en rechts van dat punt kunnen worden afgespeeld met de linker en rechter parts respectievelijk. Layeren
en splitsen kan worden ingesteld met de parameter Split (pagina 31) in het gedeelte Common Settings (Commoninstellingen).
Elk part op de CP5 is onderverdeeld in vier verschillende blokken: het blok Voice (voice), het blok Pre-Amplifier (voorversterker),
het blok Modulation Effect (modulatie-effect) en het blok Power-Amplifier/Compressor (vermogensversterker/compressor). In de
CP50 daarentegen worden drie blokken gebruikt voor elk part: het blok Voice, het blok Pre-Amplifier en het blok Modulation Effect.
In deze blokken hebben we de unieke geluiden gecreëerd van niet alleen akoestische piano's en klassieke elektrische
piano's, maar ook van een uitgebreide reeks effectapparaten, versterkers en andere apparaten die veel worden gebruikt
voor feitelijke performance- en opname-instellingen. Met de functie Piano Customize (piano aanpassen) kunt u blokken
vrij samenstellen. U kunt de ouderwetse standaardinstellingen kopiëren en ook originele hardwarecombinaties maken
die in de echte wereld nooit mogelijk zouden zijn. Bovendien bevat uw CP5 of CP50 ook heel wat andere voices zoals
strijkinstrumenten en gitaren. Deze kunnen worden gecombineerd met pianovoices voor unieke, verbazingwekkende
geluiden.
Elke performance zorgt ervoor dat de geluiden geproduceerd door de verschillende parts door een gemeenschappelijk
blok Reverb worden gestuurd voor afwerking. Bovendien bevatten performances ook een gedeelte Common Settings
waarmee voor elke performance een naam, toetsenbordmodus en besturingsparameters kunnen worden ingesteld.
Deze gemeenschappelijke instellingen kunnen worden gebruikt om de laatste aanpassingen te doen aan de individuele
performances die u hebt gemaakt.
De CP5 of CP50 is standaard voorzien van een uitgebreide verzameling vooraf ingestelde performances, speciaal gemaakt
door een kunstige combinatie van de bovenvermelde parts en blokken om de juiste geluiden te produceren. De blokken
Master Compressor en Master Equalizer, die alle performances op dezelfde manier beïnvloeden, kunnen worden gebruikt
om ervoor te zorgen dat het geluid van uw stagepiano altijd perfect wordt afgestemd op de speelomgeving.
5CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator
Rollen van blokken en het gedeelte Common Settings
De rollen van elk van de blokken en het gedeelte Common Settings waaruit de parts op de CP5 en CP50 bestaan, zijn
als volgt.
Blok Voice
Het blok Voice wordt gebruikt om te bepalen welk type geluid van een muziekinstrument wordt geproduceerd voor het
overeenkomstige part door de toongenerator. Met een aantal geavanceerde geluidssynthesetechnieken kan de CP5 of
CP50 op een getrouwe manier de unieke geluidskenmerken van een breed gamma akoestische piano's en klassieke
elektrische piano's reproduceren. Behalve pianogeluiden bieden blokken Voice ook een aantal andere soorten
muziekinstrumenten, zoals strijkinstrumenten, gitaar en bas. Deze zijn overzichtelijk onderverdeeld in verschillende
instrumentcategorieën. Voor meer informatie over pianovoices (geselecteerd uit de categorieën PIANO en E.PIANO),
zie Blok Voice (pagina 12) in het gedeelte Referentie hieronder. Raadpleeg het PDF-document Data List voor meer
informatie over andere instrumentcategorieën en voices.
Blok Pre-Amplifier
Het blok Pre-Amplifier wordt gebruikt om parameters voor voorversterkers in te stellen en andere aanpassingen te maken
die enkel invloed hebben op pianovoices. Daarom is dit blok alleen beschikbaar wanneer een pianovoice is geselecteerd
(uit de categorie PIANO of E.PIANO). Naast de voorversterkers die daadwerkelijk worden gebruikt voor verschillende
soorten piano's bij live optredens, bootst het blok Pre-Amplifier ook heel wat andere parameters na die perfect zijn
geconfigureerd om pianogeluiden te verbeteren. Wanneer u een voice selecteert in de categorie PIANO of E.PIANO in het
blok Voice, wordt een specifieke set parameters voor die bepaalde voice beschikbaar in het blok Pre-Amplifier. Voor meer
informatie over parameters van het blok Pre-Amplifier, zie Blok Pre-Amplifier (pagina 13) in het gedeelte Referentie
hieronder.
Blok Modulation Effect
In elk blok Modulation Effect vindt u een uitgebreide verzameling modulatie-effecten, die onontbeerlijk zijn voor een
pianogeluid voor podium- en opnameomgevingen. Dit blok bevindt zich onmiddellijk achter de blokken Voice en Pre-Amplifier
voor het overeenkomstige part en bewerkt het ruwe instrumentgeluid. Wanneer een niet-pianovoice wordt geselecteerd in het
blok Voice, werkt het blok Modulation Effect bovendien als een invoegeffect. Met blokken Modulation Effect kunnen individuele
parts worden verwerkt met verschillende effecten, die elk op hun beurt een aantal vrij aanpasbare parameters bevatten. Voor
meer informatie over soorten beschikbare modulatie-effecten en de overeenkomstige parameters, zie Blok Modulation Effect
(
pagina 15
) in het gedeelte Referentie hieronder.
Blok Power-Amplifier/Compressor (alleen CP5)
Om de voices verder vorm te geven, kan het blok Power-Amplifier/Compressor binnen elk part van de CP5 worden gebruikt om
een vermogensversterker of een compressor te selecteren, die elk zijn gemodelleerd met een opmerkelijke precisie. Dit blok
bevindt zich onmiddellijk na het blok Modulation Effect van het part en past de totaalklank aan. Wanneer een niet-pianovoice
wordt geselecteerd in het blok Voice, werkt het blok Power-Amplifier/Compressor bovendien als een invoegeffect. Met blokken
Power-Amplifier/Compressor kunnen individuele parts worden verwerkt met verschillende effecten, die elk op hun beurt een
aantal vrij aanpasbare parameters bevatten. Voor meer informatie over de soorten beschikbare vermogensversterkers en
compressors en de overeenkomstige parameters, zie
hieronder.
Blok Power-Amplifier/Compressor
(pagina 25) in het gedeelte
Referentie
Gedeelte Common Settings
Het gedeelte Common Settings wordt gebruikt om namen toe te wijzen aan uw performances, een toetsenbordmodus voor
de linker en rechter parts op te geven en regelaars in te stellen. Als u de CP5 of CP50 wilt gebruiken als masterkeyboard om
andere MIDI-apparaten te bedienen, kunt u hier de relevante instellingen opgeven. Voor meer informatie over parameters
van het gedeelte Common Settings, zie Common (pagina 31) in het gedeelte Referentie hieronder.
6CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator
MIC INPUT-part
MIC INPUTInvoegeffectNoisegateCompressorEQ
TRACK-part
Elke performance op de CP5 of CP50 kan ook een achtergrondtrack bevatten die kan worden afgespeeld als begeleiding
van uw toetsenbordspel. Er kunnen drie verschillende soorten achtergrondtracks worden geselecteerd: vooraf ingestelde
drumpatronen, gebruikerssongs en Wave-files. Wanneer u een vooraf ingesteld drumpatroon of een Wave-file op een USBflashgeheugenapparaat selecteert, kunt u het TRACK-part gebruiken om volume, pan en reverb-zendniveau in te stellen.
Voor meer informatie over deze parameters, zie TRACK-part (pagina 39) in het gedeelte Referentie hieronder.
MIC INPUT-part (alleen CP5)
Bij de CP5 kunt u een microfoon aansluiten op de MIC INPUT-aansluiting zodat u kunt meezingen terwijl u op het toetsenbord
speelt. Elke performance op de CP5 bevat een MIC INPUT-part waarmee u het volume, pan en effectinstellingen voor de audioingang kunt aanpassen via deze aansluiting. Bovendien kan deze audio ook worden bewerkt met een noisegate, compressor,
equalizer en invoegeffect. Voor meer informatie, zie
MIC INPUT-part
(pagina 40) in het gedeelte
Referentie
hieronder.
Blok Reverb
Het blok Reverb op de CP5 of CP50 bevat een uitgebreid gamma uitstekende reverbalgoritmen die oorspronkelijk door Yamaha
werden ontwikkeld voor professionele audiotoepassingen. Met dit blok kunt u een gewoon reverbeffect toepassen op alle parts
van de huidige performance en elk bestaat uit een aantal vrij configureerbare parameters. Voor meer informatie over soorten
beschikbare reverbeffecten en de overeenkomstige parameters, zie
Reverb
(pagina 42) in het gedeelte
Referentie
hieronder.
Indeling van performancegeheugens
De CP5 of CP50 kan performances opslaan in drie grote geheugengedeelten, namelijk het vooraf ingestelde
performancegeheugen, het gebruikersperformancegeheugen en een extern performancegeheugen. De specifieke
rollen van elk van deze geheugengedeelten worden hieronder beschreven.
Vooraf ingesteld performancegeheugen
Het vooraf ingestelde performancegeheugen kan worden geopend met de knop [PRE]. In dit geheugen zijn de vooraf ingestelde
performances opgeslagen waarmee de CP5 of CP50 standaard is uitgerust. Dit geheugengedeelte bevat drie individuele
geheugenbanken: PRE1, PRE2 en PRE3. Telkens als u op de knop [PRE] drukt, wordt een andere geheugenbank van het vooraf
ingestelde performancegeheugen geselecteerd. Elke geheugenbank bestaat uit vier geheugengroepen (A, B, C en D) en elk van
deze groepen kan tien performances bevatten. Druk op een van de groepknoppen [A] tot [D] gevolgd door een van de
nummerknoppen [1] tot [10] om de bijbehorende performance uit de huidige geselecteerde geheugenbank van het externe
performancegeheugen te selecteren. Vooraf ingestelde performances kunnen niet worden overschreven door andere performances
die u hebt gewijzigd of gemaakt, en zijn dus altijd beschikbaar. Het vooraf ingestelde performancegeheugen is dus alleen-lezen.
OPMERKING Performance 1 uit groep A in geheugenbank PRE1 wordt altijd geselecteerd wanneer u op de knop [PRE] drukt terwijl
u de knop [EXIT] ingedrukt houdt.
OPMERKING Raadpleeg het PDF-document Data List voor een lijst van alle vooraf ingestelde performances.
Gebruikersperformancegeheugen
Het gebruikersperformancegeheugen kan worden opgeroepen met de knop [USER]. In dit geheugen worden originele, door
u gemaakte performances opgeslagen. Dit geheugengedeelte bevat drie individuele geheugenbanken: USR1, USR2 en USR3.
Telkens als u op de knop [USER] drukt, wordt een andere geheugenbank van het gebruikersperformancegeheugen geselecteerd.
Elke geheugenbank bestaat uit vier geheugengroepen (A, B, C en D) en elk van deze groepen kan tien performances bevatten.
Druk op een van de groepknoppen [A] tot [D] gevolgd door een van de nummerknoppen [1] tot [10] om de bijbehorende
performance uit de huidige geselecteerde geheugenbank van het gebruikersperformancegeheugen te selecteren. Standaard
bevat het gebruikersperformancegeheugen precies dezelfde inhoud als het vooraf ingestelde performancegeheugen.
Als u een performance in het gebruikersperformancegeheugen overschrijft, wordt deze definitief verwijderd. Wees daarom
voorzichtig wanneer u de opslagplaats voor nieuwe performances selecteert, zodat geen onvervangbare data verloren gaan.
OPMERKING Performance 1 uit groep A in geheugenbank USR1 wordt altijd geselecteerd wanneer u op de knop [USER] drukt terwijl
u de knop [EXIT] ingedrukt houdt.
Extern performancegeheugen
Een extern performancegeheugen kan worden geopend met de knop [EXT] en worden ingelezen in de CP5 of CP50 vanaf een
aangesloten USB-flashgeheugenapparaat. In dit geheugengedeelte kunt u originele door u gemaakte performances opslaan.
Het bestaat uit drie individuele geheugenbanken: EXT1, EXT2 en EXT3. Telkens als u op de knop [EXT] drukt, wordt een andere
geheugenbank van het externe performancegeheugen geselecteerd. Elke geheugenbank bestaat uit vier geheugengroepen
(A, B, C en D) en elk van deze groepen kan tien performances bevatten. Druk op een van de groepknoppen [A] tot [D] gevolgd
door een van de nummerknoppen [1] tot [10] om de bijbehorende performance uit de huidige geselecteerde geheugenbank van
het externe performancegeheugen te selecteren. Als u een extern performancegeheugen wilt gebruiken dat is opgeslagen op
een USB-flashgeheugenapparaat, moet u het geheugenapparaat aansluiten op de CP5 of CP50 en moeten de desbetreffende
data in een daarvoor voorzien gedeelte van het interne geheugen (DRAM) van de stagepiano zijn geladen.
OPMERKING Performance 1 uit groep A in geheugenbank EXT1 wordt altijd geselecteerd wanneer u op de knop [EXT] drukt terwijl
Als u performances in een extern performancegeheugen wilt opslaan of een extern performancegeheugen van een USBflashgeheugenapparaat wilt gebruiken, moet het USB-flashgeheugenapparaat in kwestie op de CP5 of CP50 worden
aangesloten. Als u dat doet, zal de stagepiano zich op verschillende manieren gedragen, afhankelijk van het feit of het al
een extern performancegeheugen bevat en wanneer het USB-flashgeheugenapparaat de laatste keer werd aangesloten.
Elk van deze handelingen wordt hieronder beschreven.
De hoofddirectory bevat geen extern performancegeheugen:
Zodra u een USB-flashgeheugenapparaat aansluit, controleert de stagepiano of zich een extern performancegeheugen
in de hoofddirectory bevindt. Als dat niet het geval is, wordt er een aangemaakt in de vorm van een file met de naam
EXTBANK.C5E of EXTBANK.C6E.
De hoofddirectory bevat een extern performancegeheugen:
Als de hoofddirectory van het USB-flashgeheugenapparaat al een extern performancegeheugen bevat, hangt de uitgevoerde
handeling – zoals hieronder beschreven – af van het feit of het specifieke geheugenapparaat al eerder werd aangesloten en
verwijderd nadat de stagepiano werd ingeschakeld.
• Niet eerder aangesloten na het inschakelen van de stagepiano:
Als het USB-flashgeheugenapparaat voor de eerste keer wordt aangesloten nadat u de CP5 of CP50 hebt ingeschakeld, dan
wordt het externe performancegeheugen automatisch geladen in een specifiek gedeelte van het interne geheugen van het
instrument (DRAM).
OPMERKING Als al een ander USB-flashgeheugenapparaat werd aangesloten en verwijderd na het inschakelen van de stagepiano,
reageert het instrument volgens de beschrijving onder Eerder aangesloten na het inschakelen van de stagepiano
(hieronder).
LET OP
Wanneer een extern performancegeheugen van een USB-flashgeheugenapparaat in de stagepiano wordt geladen, dan
worden alle data van het externe performancegeheugen in het DRAM en data in de bewerkingsbuffer overschreven. Voordat
u een USB-flashgeheugenapparaat aansluit, moet u belangrijke externe performances in het DRAM, performances in de
bewerkingsbuffer en performances met niet-opgeslagen wijzigingen opslaan.
• Eerder aangesloten na het inschakelen van de stagepiano:
Wanneer u een USB-flashgeheugenapparaat aansluit dat al minstens één keer eerder werd aangesloten en verwijderd na
het inschakelen van de stagepiano, wordt u gevraagd of het externe performancegeheugen al dan niet moet worden
geladen. Als het externe performancegeheugen dat momenteel in de stagepiano is geladen, onvervangbare performances
met niet-opgeslagen wijzigingen bevat, drukt u op knop 3 (NO [PUSH]).
9CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Gedeelte Song Setting
Gedeelte Song Setting
MIDI opnemen
en afspelen
Gebruikerssongs
Vooraf ingestelde
drumpatronen
Audio opnemen
en afspelen
Wave
USB-flashgeheugenapparaat
Too ng ene rato r
Performances
Blok
Reverb
Master
Compressor
blok
Blok
Master
Equalizer
Audio-uitgang
*
Parts alleen beschikbaar op CP5.
LEFT1/LEFTRIGHT1/RIGHT
LEFT2
*
RIGHT2
*
TRACK
MIC INPUT*
Gedeelte Song Setting
Het gedeelte Song Setting wordt gebruikt voor het opnemen en afspelen van MIDI-sequences en audiofiles die worden
gebruikt als achtergrondtracks voor performances. MIDI-sequences hebben de vorm van ingebouwde vooraf ingestelde
drumpatronen (alleen afspelen) of gebruikerssongs die u zowel kunt opnemen als afspelen. Met de audiofuncties van
het gedeelte Song Setting kunt u Wave-files opnemen op een USB-flashgeheugenapparaat en eerder opgenomen
Wave-files op dat apparaat afspelen.
MIDI- en audiodata opnemen
Gebruikerssongs en Wave-files opnemen gebeurt met het scherm Record (pagina 37). In het geval van gebruikerssongs
neemt u uw toetsenbordspel op als MIDI-data. Deze kunnen worden afgespeeld met het geluid gecreëerd door het linker
en rechter part van de huidige performance. Wanneer u Wave-files maakt die rechtstreeks als audiodata op een USBflashgeheugenapparaat moeten worden opgeslagen, kunt u uw toetsenbordspel samen opnemen met het vooraf
ingestelde drumpatroon of de gebruikerssong ingesteld als achtergrondtrack. Vooraf ingestelde drumpatronen kunnen
niet opnieuw worden opgenomen als MIDI-data op de stagepiano en opgenomen MIDI-data kunnen niet worden
opgeslagen als vooraf ingestelde drumpatronen.
MIDI- en audiodata afspelen
Voor elke performance kunt u één vooraf ingesteld drumpatroon, gebruikerssong of Wave-file als achtergrondtrack kiezen.
Deze selectie gebeurt in het scherm Song Setting (pagina 35). De part(s) die effectief worden gebruikt bij het afspelen, zijn
afhankelijk van de geselecteerde soort achtergrondtrack. Vooraf ingestelde drumpatronen en Wave-files worden verwerkt
door het TRACK-part (pagina 7) van de huidige geselecteerde performance van de toongenerator. In dit part kunt u volume,
pan en effect-zendniveau van de achtergrondtrack instellen.
Vooraf ingestelde drumpatronen zijn MIDI-sequences die ingebouwde drumkitgeluiden spelen die niets te maken
hebben met de voices geselecteerd voor de linker en rechter parts van de performance. Daarom worden ze altijd
afgespeeld met de drumkitgeluiden geselecteerd in het scherm Song Setting, ongeacht de instellingen van het linker
en rechter part. Gebruikerssongs daarentegen worden verwerkt door de linker en rechter parts (pagina 5). Daarom
wordt het geproduceerde geluid beïnvloed door de voice- en effectinstellingen van deze parts. Omdat deze MIDIsequences worden opgenomen met het geluid van de linker en rechter parts, kunnen ze perfect worden gebruikt als
achtergrondtracks voor de overeenkomstige performance.
10CP5/CP50 Naslaggids
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Regelaar
Regelaar
De besturing van de stagepiano bestaat uit het toetsenbord, pitchbendwiel, knoppen, voetpedalen en andere ingangsapparaten
die tijdens het spelen worden gebruikt. Houd er rekening mee dat het toetsenbord zelf geen geluid produceert. Het stuurt de
noten, aanslaggevoeligheid en andere performance-gerelateerde signalen naar een toongenerator, die op basis daarvan het
geluid produceert. Op dezelfde manier sturen de andere besturingsapparaten ook signalen naar de toongenerator wanneer
ze bediend worden. De signalen geproduceerd en verzonden door het toetsenbord en andere apparaten zijn in feite MIDIberichten. Daarom kunnen ze ook naar andere MIDI-apparaten of een computer worden verzonden via de MIDI OUT-aansluiting
of de USB TO HOST-poort. Houd er rekening mee dat de data geproduceerd door de knoppen niet op deze manier door het
instrument worden uitgevoerd.
11CP5/CP50 Naslaggids
Referentie
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Dit gedeelte bevat een gedetailleerde beschrijving van de parameters die worden gebruikt om de
CP5 of CP50 te configureren.
Linker en rechter parts
Hieronder vindt u een beschrijving van de parameters die voor de linker en rechter parts van elk
blok kunnen worden ingesteld. Deze beschrijvingen zijn van toepassing op de parts LEFT1, LEFT2,
RIGHT1 en RIGHT2 van de CP5, en op de parts LEFT en RIGHT van de CP50.
Blok Voice
Het blok Voice wordt gebruikt om een basisgeluid voor het huidige geselecteerde part in te stellen.
Voiceparameters configureren
Bewerkingsvolgorde
Voices op de CP5 of CP50 zijn ingedeeld in een aantal verschillende categorieën op basis van het
instrumenttype of geluidskenmerken (d.w.z. piano, gitaar, bas, enz.). Bij wijze van vereenvoudiging
worden in dit gedeelte de voices van de categorieën PIANO en E.PIANO (elektrische piano)
gebruikt als typische voorbeelden van de beschikbare voices op uw stagepiano. Voor meer
informatie over alle categorieën en voices, zie het PDF-document Data List.
VoicenaamBeschrijving
Categorie PIANO
CF Grand*De CF Grand-piano heeft een eenvoudig geluid, waardoor hij geschikt is voor vrijwel alle muziekgenres.
S6 Grand*
(alleen CP5)
Categorie E. PIANO
CP80*Het pianotype CP80 reproduceert het klassieke geluid van de Yamaha CP80 Electric Grand Piano
CP88*De CP88-piano en bijbehorende voorversterker produceren een nostalgisch geluid dat kenmerkend
71Rd I
(alleen CP5)
73Rd I
(alleen CP5)
75Rd IDe 75Rd I-piano reproduceert het heldere, aangehouden geluid van een elektrische piano met
78Rd II
(alleen CP5)
Dyno
(alleen CP5)
69WrIn tegenstelling tot de Rd-pianotypes waarmee de CP5 of CP50 is uitgerust, wordt de 69Wr
77WrAls vervollediging van het gamma ouderwetse elektrische piano's op de CP5 of CP50, heeft het
DX LegendDe DX Legend reproduceert het onontbeerlijke ouderwetse geluid van de DX elektrische piano, die
Dit pianotype heeft een breed dynamisch bereik en zorgt voor enorm expressieve performances.
In tegenstelling tot de twee piano's van de CF-reeks, heeft de S6 Grand een compacter, houtachtiger
geluid. U kunt spelen met de nodige warmte en kracht, wat ideaal is voor heel wat muziekgenres.
en kan ook worden gebruikt om een uniek "jaren tachtig" geluid te reproduceren door de hoge
frequenties te versterken met de bijbehorende voorversterker.
is voor de Yamaha CP80 Electric Grand Piano, vooral in het bereik van de middenfrequenties.
De 71Rd I is de oudst klinkende piano van de Rd-reeks elektrische piano's van de CP5. Met de
zachte attack en snelle decay die typisch is voor vilten hamers, produceert het warme, holle klanken.
De 73Rd I-piano bootst een elektrische piano met hamers met rubberen koppen na en heeft, in
vergelijking met de 71 Rd I iets helderdere, meer aangehouden klanken. Over het algemeen
produceert deze piano van de Rd-reeks een donker, zwaar geluid.
krachtige versies van staafjes, pick-ups en andere componenten die geluid genereren.
De 78Rd II reproduceert het effect van plastic hamers en een betrouwbare, geïntegreerde
voorversterker, en produceert zo het helderste geluid van de Rd-reeks.
Het pianotype Dyno versterkt het hoge frequentiebereik van de 78Rd II aanzienlijk voor een sprankelend
"jaren tachtig" geluid.
gekenmerkt door een zachte attack en snelle decay. Dit pianotype beschikt bovendien over een
beperkt dynamisch bereik.
pianotype 77Wr een sterkere attack en een helderder totaalgeluid dan de 69Wr.
zelfs vandaag nog een klassieker is.
Druk op de knop [VOICE] Draai aan knop 1 en knop 2 of druk op de knoppen [1]
t/m [10]
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
12CP5/CP50 Naslaggids
VoicenaamBeschrijving
DX WoodyMet zijn rijke, houtachtige klanken produceert de voice DX Woody een milder elektrisch pianogeluid.
DX FTineDe DX FTine reproduceert een klassieke voice van de DX elektrische piano en valt op door het
DX 7 IIWanneer het hoofdgeluid verandert als reactie op uw spel, kunt u met de DX 7 II de fantastische
DX MellowDe voice DX Mellow is zacht en heel geschikt voor ballades. Door krachtig te spelen wordt echter
DX CrispHoewel het geluid heel rijk is, blijft de DX Crisp erg tegenwoordig in een ensemble dankzij zijn
kenmerkende attackgeluid van dit instrument.
rijke uitdrukkingskracht ervaren waarvoor de DX elektrische piano beroemd was.
een veel harder geluid geproduceerd.
unieke attackgeluid.
OPMERKING Van pianotypes gemarkeerd met een sterretje (*) kan de stemming worden aangepast door de parameter
Tun Cr v (pianostemcurve) in te stellen op "stretch" (pagina 44).
Blok Pre-Amplifier
Het blok Pre-Amplifier heeft alleen een effect op het geluid wanneer een voice uit de categorie
PIANO of E.PIANO is geselecteerd voor het desbetreffende part. In dat geval is in dit blok
bovendien een unieke set parameters specifiek voor het geselecteerde pianotype beschikbaar.
Parameters van het blok Pre-Amplifier configureren
Bewerkingsvolgorde
Houd de knop [PRE-AMP] ingedrukt (minstens één seconde) Navigeer naar de
gewenste pagina met de knoppen [LPAGE] en [PAGER] Draai aan knoppen 1 t/m 3
De parameters van het blok Pre-Amplifier worden automatisch gekozen op basis van het
geselecteerde type pianovoice zodat het geluid van die voice perfect kan worden aangepast.
Daarom verschillen de weergegeven parameters van voice tot voice. In de volgende tabel vindt
u een beschrijving van alle parameters van dit blok in alfabetische volgorde.
Schermnaam
(en volledige naam)
BBassCP80, CP88, 71Rd I,
Brill. (Brilliance) CP80 en CP88 Met deze parameter kunt u de helderheid van de
DDampReso
(Damper Resonance
Level)
Decay (Decay Time)Alle pianovoicesMet deze parameter kunt u instellen hoe snel een
Depth (Vibrato Depth)71Rd I, 73Rd I, 75Rd I,
GGain (Input Gain) Alle voices van de
Bijbehorende voicesBeschrijving
73Rd I, 75Rd I, 78Rd II,
Dyno, 69Wr en 77Wr
CF Grand en S6 GrandDeze parameter wordt gebruikt in combinatie met
Met deze parameter kunt u het volume van de
lage-frequentiecomponent aanpassen.
geproduceerde geluiden aanpassen.
een aangesloten sustainpedaal om het geluid te
reproduceren van snaren die resoneren door het
demperpedaal van een akoestische piano in te
drukken. De parameter DampReso stelt de diepte
van deze resonantie in.
Instelwaarden: -16 tot +16
noot wegsterft wanneer u de toets ingedrukt houdt.
Instelwaarden: -16 tot +16
OPMERKING Dezelfde instelling kan worden
opgegeven met de parameter
EGDcy (pagina 29) in het scherm
Part Setting.
78Rd II, 69Wr en 77Wr
categorie E.PIANO
Met deze parameter kunt u de vibratodiepte van
de voorversterker aanpassen.
Met deze parameter kunt u het volume van
de signaalinvoer naar het blok Pre-Amplifier
aanpassen.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
13CP5/CP50 Naslaggids
Schermnaam
(en volledige naam)
HHammer
(Hammer Stiffness)
Bijbehorende voicesBeschrijving
Alleen CP5 – CF Grand,
S6 Grand, CP80, CP88,
71Rd I, 73Rd I, 75Rd I,
78Rd II, Dyno, 69Wr en
77Wr
Met deze parameter kunt u de schijnbare zachtheid
of hardheid van het pianogeluid op dezelfde manier
aanpassen alsof zachtere of hardere hamers
werden gebruikt om de snaren aan te slaan. Deze
is alleen beschikbaar op de CP5.
Instelwaarden: Soft2, Soft1, Normal, Hard1 en
Hard2
HighDX Legend, DX Woody,
DX FTine, DX 7 II,
Met deze parameter kunt u het volume van de
hoge-frequentiecomponent aanpassen.
DX Mellow en DX Crisp
HighMid (High Middle) DX Legend, DX Woody,
DX FTine, DX 7 II,
Met deze parameter kunt u het volume van de
hoge-middenfrequentiecomponent aanpassen.
DX Mellow en DX Crisp
KKey-off
(Key-off Noise Level)
CF Grand, S6 Grand,
CP80, CP88, 71Rd I,
73Rd I, 75Rd I, 78Rd II,
Dyno, 69Wr en 77Wr
Met deze parameter kunt u het geluid nabootsen
van dempers die tegen de snaren drukken
wanneer u uw vingers van het toetsenbord haalt.
De parameter Key-off stelt het volume van dit
'toets-los-bijgeluid' in.
Instelwaarden: -16 tot +16
LLowDX Legend, DX Woody,
DX FTine, DX 7 II,
Met deze parameter kunt u het volume van de
lagefrequentiecomponent aanpassen.
DX Mellow en DX Crisp
LowMid (Low middle)DX Legend, DX Woody,
DX FTine, DX 7 II,
Met deze parameter kunt u het volume van de
lage-middenfrequentiecomponent aanpassen.
DX Mellow en DX Crisp
MMiddleCP80 en CP88Met deze parameter kunt u het volume van de
midden-frequentiecomponent aanpassen.
MidBoost (Mid Boost) 69Wr en 77Wr Met deze parameter kunt u het volume van de
middenfrequentiecomponent aanpassen.
NNormalDynoMet deze parameter kunt u het volume van de
middenfrequentiecomponent aanpassen.
OOvertoneDynoMet deze parameter kunt u het volume van de
hogefrequentiecomponent aanpassen.
RRelease (Release Time)Alle pianovoicesMet deze parameter kunt u instellen hoe snel een
noot wegsterft nadat u de toets loslaat.
Instelwaarden: -16 tot +16
SSpeed (Vibrato Speed) 71Rd I, 73Rd I, 75Rd I en
78Rd II
StrkPos (Striking Position) 71Rd I, 73Rd II, 75Rd I,
78Rd II, Dyno, 69Wr en
77Wr
OPMERKING
Met deze parameter kunt u de vibratosnelheid van
de voorversterker aanpassen.
Met deze parameter kunt u het effect nabootsen
dat ontstaat door de positie waarin de resonators
worden aangeslagen met de hamers te wijzigen.
Dezelfde instelling kan worden
opgegeven met de parameter
(pagina 29) in het scherm Part Setting.
EGRel
Instelwaarden: Top3 tot Top1, Default of Rear1 tot
Rear3
TTr eb l eCP80, CP88, 71Rd I,
73Rd , 75Rd I, 78Rd II,
Met deze parameter kunt u het volume van de
hogefrequentiecomponent aanpassen.
69Wr en 77Wr
VVo lu meAlle voices van de
categorie E.PIANO
Met deze parameter kunt u het uitgangsvolume
aanpassen. Als deze parameter is ingesteld op 100
of meer wanneer 71Rd I, 73Rd I, 75Rd I, 78Rd II,
Dyno, 69Wr of 77Wr is ingesteld als voice door dit
part, dan wordt ook drive aan het geluid toegevoegd.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
OPMERKING Uitvoer van het blok Pre-Amplifier wordt kort gedempt wanneer een van de volgende toonregelingsparameters
wordt gewijzigd.
• CP80- of CP88-voorversterker: Bass, Middle, Tre bl e of Brill
• 71Rd I-, 73Rd I- of 75Rd I-voorversterker: Bass
• 78Rd II-voorversterker: Tre bl e
• Dyno-voorversterker: Bass of Overtone
14CP5/CP50 Naslaggids
Blok Modulation Effect
ModFxType E
SmallPha
Geselecteerd modulatie-effect
Met een blok Modulation Effect kunt u een audio-effect toepassen op de voice van het part om zijn
ruimtelijke kenmerken te wijzigen.
Types van het blok Modulation Effect selecteren
Bewerkingsvolgorde
De volgende tabellen identificeren en beschrijven de verschillende types effecten die u in elk blok
Modulation Effect kunt selecteren. Als u een voice uit de categorie PIANO of E.PIANO voor het
huidige part hebt geselecteerd, dan geeft de selectiepagina van dit blok voorrang aan een groep
effecten die speciaal zijn ontworpen voor pianovoices (d.w.z. de modulatie-effecten). U kunt ook
aanvullende algemene effecten selecteren uit de groep Other van het blok. Als u een nietpianovoice hebt geselecteerd, kunnen al deze effecten
voor pianovoices bedoeld zijn – per categorie worden geselecteerd als invoegeffecten.
Voor PIANO- en E.PIANO-voices:
Schermnaam
(en volledige naam)
SmallPha (Small Phaser)Small Phaser werkt zoals een ouderwetse phaser en zorgt voor een uniek breed,
Max90Max90 emuleert een ouderwetse phaser en produceert een meer traditioneel
Max100De Max100 is ook een ouderwetse phaser en kan het geluid op een aantal
FlangerHet Flanger-effect reproduceert het geluid van een ouderwetse flanger.
TouchWah (Touch Wah) Touch Wah produceert een klassiek filtersweepeffect afhankelijk van hoe hard of
PedalWah (Pedal Wah)Pedal Wah is ook een klassiek filtersweepeffect en wordt bediend met een pedaal
ChorusHet Chorus-effect past een standaard chorus toe.
D ChorusD Chorus produceert een choruseffect dat natuurlijker, zachter en breder klinkt.
816Cho (816Chorus) De TX816 van Yamaha is bekend door zijn combinatie van acht DX7's in één rek
Sympho (Symphonic) Symphonic gebruikt meerfasige modulatie voor een breder klinkend chorusgeluid.
OtherDe groep Other bevat algemene effecten die geschikt zijn voor andere voices dan
Houd de knop [MOD-FX] ingedrukt (minstens één seconde) Navigeer indien
nodig naar pagina 1 met de knop [
uitgestrekt effect.
klinkend effect.
manieren wijzigen, afhankelijk van de instelling van de parameter Mode.
zacht het toetsenbord wordt bespeeld.
of andere regelaar. Om dit effect te gebruiken, moet u aangeven welke regelaar
u wilt gebruiken. Dat doet u door de regelaar te selecteren op pagina 4 van het
scherm Common Settings (pagina 34) en "MdEffect" in te stellen als bestemming.
en had een dik, ontstemd chorusgeluid dat wordt gereproduceerd door het
modulatie-effect 816Chorus.
de voices uit de categorieën PIANO en E.PIANO. In deze groep kunt u kiezen uit een
groot aantal effecten in een aantal verschillende categorieën. Raadpleeg de tabel op
de volgende pagina voor meer informatie over deze categorieën en effecten.
L PAGE] Draai aan knoppen 1 t/m 3
– inclusief de effecten die hoofdzakelijk
Beschrijving
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
15CP5/CP50 Naslaggids
Nadat u Other hebt geselecteerd als het type modulatie-effect, kunt u met knoppen 2 en 3
ModFxType E
other > DLY > CrsDly
Effectcategorie Effectnaam
effectcategorieën en individuele effecten kiezen. De volgende tabel identificeert en beschrijft de
verschillende soorten effecten die beschikbaar zijn in de groep Other.
Schermnaam
(en volledige naam)
Effectcategorie: Delay (DLY)
CrsDly (Cross Delay) Cross Delay bevat twee individuele vertragingen met cross-over-feedback voor een
T-CrsDly (Tempo Cross Delay) Tempo Cross Delay bewerkt geluid op dezelfde manier als Cross Delay, maar in dit
T-DlyMono
(Tempo Delay Mono)
T-DlySt (Tempo Delay Stereo) Tempo Delay Stereo is een stereo vertragingseffect waarmee de vertragingstijd
DlyLR (Delay LR) Delay LR bevat een paar linker en rechter feedbackvertragingen.
DlyLCR (Delay LCR)Delay LCR bevat drie individuele vertragingen: een voor links, een voor het midden
DlyLR(St) (Delay LR (Stereo)) Delay LR (Stereo) bewerkt het geluid op dezelfde manier als Delay LR, maar heeft
geluid dat tussen de linker- en rechterkanalen dwarrelt.
geval kunnen de vertragingstijden worden gesynchroniseerd met het afspeeltempo.
Tempo Delay Mono is een mono vertragingseffect waarmee de vertragingstijd kan
worden gesynchroniseerd met het afspeeltempo.
kan worden gesynchroniseerd met het afspeeltempo.
en een voor rechts.
volledig onafhankelijke linker- en rechterkanalen.
Effectcategorie: Chorus (CHO)
G Cho (G Chorus) G Chorus produceert een rijke, diepe chorus met complexe modulatie.
2Mod (2 Modulator) 2 Modulator is een choruseffect waarmee toonhoogte en amplitudemodulatie
SPX Cho (SPX Chorus) Het effect SPX Chorus verbetert modulatie en ruimtelijkheid met een driefasige LFO.
Ensemble (Ensemble Detune) Ensemble Detune voegt een geluid met een lichtjes verschoven toonhoogte toe
kunnen worden aangepast voor een meer natuurlijk, ruimtelijk geluid
voor een modulatievrije chorus.
Beschrijving
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
Effectcategorie: Flanger (FLG)
ClscFlg (Classic Flanger)
T-Flg (Tempo Flanger)
DynaFlg (Dynamic Flanger) Het effect Dynamic Flanger kan zijn delaymodulatie live besturen op basis van het
Zoals de naam al aangeeft, produceert Classic Flanger een conventioneel flangereffect.
Tempo Flanger bevat een LFO die kan worden gesynchroniseerd met het afspeeltempo.
niveau van het ingangssignaal.
Effectcategorie: Phaser (PHA)
T-Pha (Tempo Phaser) Tempo Phaser bevat een LFO die kan worden gesynchroniseerd met het afspeeltempo.
DynaPha (Dynamic Phaser) Het effect Dynamic Phaser kan zijn faseverschuiving live besturen op basis van het
niveau van het ingangssignaal.
Effectcategorie: Tremolo & Rotary (T&R)
AutoPan (Auto Pan) Auto Pan is een effect dat het geluid golvend heen en weer beweegt tussen links
Tremolo Tremolo wordt gebruikt om het volume van het ingangssignaal golvend te moduleren.
Rotary (Rotary Speaker)Rotary Speaker bootst het unieke geluid van een klassieke roterende luidspreker na.
en rechts in het stereobeeld.
16CP5/CP50 Naslaggids
Schermnaam
(en volledige naam)
Beschrijving
Effectcategorie: Distortion (DST)
AmpSim1 (Amp Simulator 1) Amp Simulator 1 bootst het geluid geproduceerd door gitaarversterkers na.
AmpSim2 (Amp Simulator 2) Amp Simulator 2 bootst het geluid geproduceerd door gitaarversterkers na.
CmpDst
Compressor & Distortion combineert compressie- en vervormingseffecten.
(Compressor-Distortion)
CmpDst+
(Compression-Distortion-
Het effect Compression-Distortion-Delay combineert compressie-, vervormings- en
vertragingseffecten.
Delay)
Effectcategorie: Compressor (CMP)
ClscCmp
(Classic Compressor)
MCmp
(Multiband Compressor)
Het effect Classic Compressor werkt behoorlijk snel en is heel geschikt voor
soloperformances.
Multiband Compressor kan worden gebruikt om afzonderlijk compressie toe te
passen voor drie specifieke frequentiebanden.
Effectcategorie: Lo-fi (L-F)
Lo-Fi Lo-Fi wordt gebruikt om de geluidskwaliteit van het ingangssignaal creatief te
verstoren.
Noisy Het effect Noisy kan worden gebruikt om opzettelijk ruis aan het ingangssignaal
toe te voegen.
D-Turn (Digital Turntable) Digital Turntable voegt de ruis, klik- en plofgeluiden toe die typisch zijn voor oude
analoge platen.
Effectcategorie: Tech (TEC)
RingMod (Ring Modulator) Ring Modulator zorgt ervoor dat het ingangssignaal meer metalig klinkt.
DynaRing
(Dynamic Ring Modulator)
Het effect Dynamic Ring Modulator kan zijn oscillatorfrequentie live besturen op
basis van het niveau van het ingangssignaal.
DynaFlt (Dynamic Filter) Dynamic Filter kan zijn filterafsnijfrequentie live besturen op basis van het niveau
van het ingangssignaal.
Auto Syn (Auto Synth) Het effect Auto Syn gebruikt vertraging en modulatie om het ingangssignaal te
laten klinken alsof het door een synthesizer werd geproduceerd.
Isoltr (Isolator) Isolator gebruikt krachtige filters om het volume van de afzonderlijke
frequentiebanden te besturen.
TechMod (Tech Modulation) Het effect Tech Modulation past een speciaal type modulatie toe op het
ingangssignaal.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
Effectcategorie: Misc (MSC)
EQ501 (EQ 501) EQ 501 is een vijfbands equalizer die gebruikmaakt van de VCM-technologie
(Virtual Circuitry Modeling) van Yamaha.
Enhans (Harmonic Enhancer) Harmonic Enhancer voegt hoogstaande harmonischen toe om de aanwezigheid
van het geluid te verbeteren.
TalkMod (Talking Modulator) Het effect Talking Modulator voegt een stemformant toe aan het ingangssignaal.
PchChg (Pitch Change) Zoals de naam al aangeeft, kan Pitch Change de toonhoogte van het
ingangssignaal wijzigen.
ER (Early Reflections) Early Reflections is een type reverbeffect dat het geluid reproduceert van een
ingangssignaal dat een- of tweemaal weerkaatst tegen de muren van een
gesimuleerde ruimte, zonder de daaropvolgende volledige nagalm.
17CP5/CP50 Naslaggids
Voor niet-pianovoices:
Effectcategorie
Effectnaam
Ins1Type E
MOD > SmallPha
In het geval van niet-pianovoices, kunt u effecten selecteren uit de categorieën van de groep Other,
zoals hierboven beschreven. De modulatie-effecten, die vooral voor de PIANO- en E.PIANO-voices
bedoeld zijn, zijn bovendien gegroepeerd in de categorie MOD. Voor meer informatie over deze
effecten, zie Voor PIANO- en E.PIANO-voices (pagina 15). Alle effecten voor niet-pianovoices
werken als invoegeffecten.
Parameters van het blok Modulation Effect configureren
Bewerkingsvolgorde
Elk effect van het blok Modulation Effect wordt geconfigureerd met een verschillende set
parameters, die het effectgeluid op verschillende manieren aanpassen. De volgende tabellen
beschrijven de functies van elk van deze parameters in alfabetische volgorde, eerst voor de
modulatie-effecten (vooral bedoeld voor de PIANO- en E.PIANO-voices) en vervolgens voor de
effecten van de groep Other.
OPMERKING Voor meer informatie over de specifieke parameters die bij elk verschillend effecttype horen, zie de lijst met
parameters van het blok Modulation Effect in het PDF-document Data List.
Parameters voor modulatie-effecten
Schermnaam
(en volledige naam)
BBottomTouch Wah en Pedal Wah Met deze parameter kunt u het laagste punt in
CColorSmall PhaserMet deze parameter kunt u de manier waarop
DDelaySymphonicMet deze parameter kunt u een offset voor de
DepthFlanger, Chorus, 816Chorus en
DriveSmall Phaser en Max90 Met deze parameter kunt u het ingangsniveau
FFeedbackFlanger en 816ChorusMet deze parameter kunt u de mate waarin de
MManualFlangerMet deze parameter kunt u de offset-waarde
MixFlanger, Chorus, 816Chorus en
ModeMax100Met deze parameter kunt u de phasermodus
PPdlCtrl
(Pedal Control)
Phase816ChorusMet deze parameter kunt u de fase-offset voor
Houd de knop [MOD FX] ingedrukt (minstens één seconde) Navigeer naar de tweede en
L
volgende pagina's met de knoppen [
Bijbehorende effecten Beschrijving
Symphonic
Touch Wah en Pedal Wah Met deze parameter kunt u de manier waarop
Symphonic
Pedal WahMet deze parameter kunt u de afsnijfrequentie
PAGE] en [PAGER] Draai aan knoppen 1 t/m 3
het sweepbereik van het filter instellen.
de phaser sweept aanpassen.
modulatievertragingstijd instellen.
Met deze parameter kunt u de diepte van
modulatie aanpassen.
van de phaser instellen.
het geluid vervormt aanpassen.
uitvoer van het effect terug naar de ingang
wordt gevoerd aanpassen.
voor delaymodulatie instellen.
Met deze parameter kunt u het volume van het
natte geluid (d.w.z. het geluid geproduceerd
door het effect) aanpassen.
selecteren.
voor het wah-filter instellen.
het choruseffect instellen.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
18CP5/CP50 Naslaggids
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.