Yamaha AW2400 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding

NL
FCC INFORMATION (U.S.A.)
1. IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT!
This product, when installed as indicated in the instruc­tions contained in this manual, meets FCC requirements. Modifications not expressly approved by Yamaha may void your authority, granted by the FCC, to use the prod­uct.
2. IMPORTANT: When connecting this product to acces-
sories and/or another product use only high quality shielded cables. Cable/s supplied with this product MUST be used. Follow all installation instructions. Failure to fol­low instructions could void your FCC authorization to use this product in the USA.
3. NOTE: This product has been tested and found to com-
ply with the requirements listed in FCC Regulations, Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with these requirements provides a reasonable level of assurance that your use of this product in a residential environment will not result in harmful interference with other electronic devices. This equipment generates/uses radio frequen­cies and, if not installed and used according to the instruc­tions found in the users manual, may cause interference harmful to the operation of other electronic devices. Com-
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA. (class B)
pliance with FCC regulations does not guarantee that interference will not occur in all installations. If this product is found to be the source of interference, which can be determined by turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate the problem by using one of the following measures:
Relocate either this product or the device that is being affected by the interference.
Utilize power outlets that are on different branch (circuit breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s.
In the case of radio or TV interference, relocate/reorient the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon lead, change the lead-in to co-axial type cable.
If these corrective measures do not produce satisfactory results, please contact the local retailer authorized to dis­tribute this type of product. If you can not locate the appropriate retailer, please contact Yamaha Corporation of America, Electronic Service Division, 6600 Orangetho­rpe Ave, Buena Park, CA90620
The above statements apply ONLY to those products dis­tributed by Yamaha Corporation of America or its subsid­iaries.
COMPLIANCE INFORMATION STATEMENT
(DECLARATION OF CONFORMITY PROCEDURE)
Responsible Party : Yamaha Corporation of America
Address : 6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620
Telephone : 714-522-9011
Type of Equipment : Professional Audio Workstation
Model Name : AW2400
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following conditions:
1) this device may not cause harmful interference, and
2) this device must accept any interference received including interfer­ence that may cause undesired operation.
See user manual instructions if interference to radio reception is sus­pected.
* This applies only to products distributed by
YAMAHA CORPORATION OF AMERICA.
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
WARNING: THIS APPARATUS MUST BE EARTHED IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured GREEN-and-YELLOW must be connected to the terminal in the plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbol or colored GREEN or GREEN-and-YELLOW.
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
GREEN-AND-YELLOW : EARTH BLUE : NEUTRAL BROWN : LIVE
(FCC DoC)
• This applies only to products distributed by Yamaha-Kemble Music (U.K.) Ltd. (3 wires)
AW2400 Gebruikershandleiding
2
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF
ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE
COVER (OR BACK). NO USER-SERVICEABLE
PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO
QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
The above warning is located on the rear of the unit.
IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
Explanation of Graphical Symbols
The lightning flash with arrowhead symbol within an equilateral triangle is intended to alert the user to the presence of uninsulated “dangerous voltage” within the product’s enclosure that may be of sufficient magnitude to constitute a risk of electric shock to persons.
The exclamation point within an equilateral triangle is intended to alert the user to the presence of important operating and maintenance (servicing) instructions in the literature accompanying the product.
1 Read these instructions. 2 Keep these instructions. 3 Heed all warnings. 4 Follow all instructions. 5 Do not use this apparatus near water. 6 Clean only with dry cloth. 7 Do not block any ventilation openings. Install in
accordance with the manufacturer’s instructions.
8 Do not install near any heat sources such as
radiators, heat registers, stoves, or other apparatus (including amplifiers) that produce heat.
9 Do not defeat the safety purpose of the polarized or
grounding-type plug. A polarized plug has two blades with one wider than the other. A grounding type plug has two blades and a third grounding prong. The wide blade or the third prong are provided for your safety. If the provided plug does not fit into your outlet, consult an electrician for replacement of the obsolete outlet.
10 Protect the power cord from being walked on or
pinched particularly at plugs, convenience receptacles, and the point where they exit from the apparatus.
11 Only use attachments/accessories specified by the
manufacturer.
12 Use only with the cart, stand,
tripod, bracket, or table specified by the manufacturer, or sold with the apparatus. When a cart is used, use caution when moving the cart/ apparatus combination to avoid injury from tip-over.
13 Unplug this apparatus during lightning storms or
when unused for long periods of time.
14 Refer all servicing to qualified service personnel.
Servicing is required when the apparatus has been damaged in any way, such as power-supply cord or plug is damaged, liquid has been spilled or objects have fallen into the apparatus, the apparatus has been exposed to rain or moisture, does not operate normally, or has been dropped.
WARNING
TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK, DO NOT EXPOSE THIS APPARATUS TO RAIN OR MOISTURE.
(98-6500)
This product contains a high intensity lamp that contains a small amount of mercury. Disposal of this material may be regulated due to environmental considerations. For disposal information in the United States, refer to the Electronic Industries Alliance web site: www.eiae.org
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA.
AW2400 Gebruikershandleiding
(mercury)
3

VOORZICHTIG

LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Gebruik uitsluitend het voltage dat als juist wordt aangegeven voor het apparaat. Het vereiste voltage is op het naamplaatje van het apparaat gedrukt.
• Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt of erover kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen overheen kunnen rollen.
• Zorg ervoor dat u het apparaat aansluit op een geschikt stopcontact met randaarde. Foutieve aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Niet openen
• Open het apparaat niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer ze op geen enkele manier. Het apparaat bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het apparaat stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door Yamaha­servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het apparaat niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het apparaat die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het stopcontact als u natte handen heeft.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, of als er plotseling geluidsverlies optreedt in het apparaat, of als een ongebruikelijke geur of rook uit het apparaat komt, moet u het apparaat onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het apparaat na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Als dit apparaat is gevallen of beschadigd, schakelt u onmiddellijk de spanning uit, trekt u de netstekker uit het stopcontact en laat u het apparaat controleren door bevoegde servicemedewerkers van Yamaha.
LET OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand anders gewond raakt of dat het apparaat of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Stel het apparaat niet bloot aan overdreven hoeveelheden stof of
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, of tijdens elektrische stormen.
• Als u de stekker uit het apparaat of uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
Locatie
• Verwijder, voor het verplaatsen van het apparaat, alle aangesloten kabels.
• Zorg er bij het opstellen van het apparaat voor dat het gebruikte stopcontact makkelijk toegankelijk is. Schakel de POWER-schakelaar bij storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact.
• Vermijd het instellen van alle equalizerregelaars en faders op het maximum. Dit kan, afhankelijk van de toestand van de aangesloten apparaten, feedback veroorzaken en de luidsprekers beschadigen.
trillingen, of extreme kou of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto) om de kans op vervorming van het paneel of beschadiging van de interne componenten te voorkomen.
• Plaats het apparaat niet in een onstabiele positie, waardoor het per ongeluk om kan vallen.
• Aangezien de plastic zijpanelen geen goed houvast bieden, mogen ze niet als handgrepen worden gebruikt bij het verplaatsen of transporteren van het apparaat. Als u het apparaat vasthoudt bij de plastic zijpanelen, kan het vallen, waardoor het beschadigd kan raken en/of u persoonlijk letsel kunt oplopen.
• Dit apparaat heeft ventilatieopeningen aan de boven-/voor-/achterkant om te voorkomen dat de inwendige temperatuur te hoog oploopt. Plaats het apparaat met name niet op de zijkant of ondersteboven. Onvoldoende luchtcirculatie kan oververhitting veroorzaken en mogelijk resulteren in schade aan het apparaat, of zelfs brand.
• Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Dit kan leiden tot storingen in het apparaat zelf of in de tv of radio.
AW2400 Gebruikershandleiding
4
(5)-4 1/2
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
• Zet, voordat u het apparaat op andere apparaten aansluit, alle apparaten uit. Stel, voordat u alle apparaten aan- of uitzet, alle volumeniveaus in op het minimum.
• Zorg ervoor dat u het apparaat aansluit op een goed geaarde spanningsbron. Er bevindt zich een massa-schroefaansluiting op het achterpaneel om het apparaat veilig te aarden en elektrische schokken te voorkomen. Als het stopcontact niet geaard is, verbindt u de massa­schroefaansluiting met een goed aardpunt voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Foutieve aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
• Als u uw audiosysteem inschakelt, moet u altijd de versterker als LAATSTE inschakelen om schade aan de luidspreker te voorkomen. Bij het uitschakelen schakelt u de versterker als EERSTE uit om dezelfde redenen.
• Steek uw vingers of handen in geen enkele opening van het apparaat (ventilatieopeningen, diskettegleuven, slots, etc.).
• Zorg dat u geen vreemde voorwerpen (papier, plastic, metaal, etc.) in enige opening van het apparaat (ventilatieopeningen, diskettegleuven, etc.) steekt of laat vallen. Als dit gebeurt, zet het apparaat dan onmiddellijk uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens het apparaat nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Gebruik een hoofdtelefoon niet gedurende een langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
• Leun niet op het apparaat, plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en vermijd het uitoefenen van overmatig veel kracht op de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
XLR-type aansluitingen zijn als volgt bedraad (IEC60268-standaard): pin 1: massa, pin 2: heet (+) en pin 3: koud (-).
Insertiesteekplugaansluitingen zijn als volgt bedraad: mantel: massa, tip: zenden, en ring: retour.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor beschadiging die wordt veroorzaakt door onjuist gebruik van of modificaties aan het apparaat, of data die verloren zijn gegaan of vernietigd zijn.
Zet het apparaat altijd uit als het niet in gebruik is.
De werking van componenten met bewegende contacten, zoals schakelaars, volumeregelaars en aansluitingen, wordt in de loop van de tijd minder. Raadpleeg gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel over het vervangen van defecte componenten.
(5)-4 2/2
AW2400 Gebruikershandleiding
5
Let op: laser
Dit product werkt met een laser. Als procedures worden bestuurd, aangepast of uitgevoerd op een andere wijze dan in deze handleiding is
beschreven, bestaat er een risico van blootstelling aan gevaarlijke straling. Open geen kapjes en voer reparaties niet zelf uit. Laat servicewerk over aan gekwalificeerd servicepersoneel.
Lasereigenschappen van de drive
Laserklasse : Klasse 1 (HHS en IEC 825-1) Golflengte : voor cd 784 nm
voor DVD 662 nm
Het onderstaande label bevindt zich aan de achterkant van het product.
KLASSE 1-LASERPRODUCT
Het onderstaande label bevindt zich aan de bovenzijde van de interne CD-RW-drive.
CAUTION ATTENTION
VORSICHT
ADVARSEL ADVARSEL VARNING VAR O!
LET OP: ZICHTBARE EN ONZICHTBARE LASERSTRALING KLASSE 3B INDIEN OPEN. VERMIJD
CLASS 3B VISIBLE AND INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN. AVOID EXPOSURE TO BEAM. CLASSE 3B RAYONNEMENT LASER VISIBLE ET INVISIBLE EN CAS DOUVERTURE. EXPOSITION DANGEREUSE AU FAISCEAU. KLASSE 3B SICHTBARE UND UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG, WENN ABDECKUNG GEÖFFNET. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN. KLASSE 3B SYNLIG OG USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING. UNDGÅ UDS/ETTELSE FOR STRÅLING. KLASSE 3B SYNLIG OG USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES. UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN. KLASS 3B SYNLIG OCH OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD. STRÅLEN ÄR FARLIG. KURSSI 3B NÄKYVÄ JA NÄKYMÄTÖN AVATTAESSA OLET ALTTIINA LASERSÄTEILYLLE, ÄLÄ KATSO SÄTEESEN.
BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
Omgaan met de CD-R/RW
Let op de volgende punten bij het omgaan met de cd. Als u dit niet doet, kunnen problemen ontstaan zoals verlies van de opgenomen data, slecht functioneren van
de drive of onleesbaarheid van het afgedrukte label.
• Plaats de cd niet in direct zonlicht of op plaatsen met een hoge temperatuur of hoge vochtigheid.
• Raak het opname-oppervlak van de cd niet aan. Houd de cd vast aan de randen.
• Veeg stof of vuil voorzichtig van het opname-oppervlak van de cd. Verwijder stof door te blazen of gebruik een speciaal cd-reinigingsmiddel. Flink wrijven over het oppervlak van de cd met een droge doek kan krassen veroorzaken.
• Als het cd-oppervlak moet worden gereinigd, veegt u zachtjes van het midden naar de buitenkant van de cd met een zachte vochtige doek en neemt u achtergebleven vocht op dezelfde wijze af met een schone droge doek.
• Schrijf alleen met speciale cd-markers op de cd en plak er geen labels op.
• Maak de cd niet schoon met chemische middelen of reinigingsmiddelen.
• Buig de cd niet en laat deze niet vallen.
AW2400 Gebruikershandleiding
6
Voorzorgsmaatregelen voor de interne harddisk
• Tijdens sommige harddiskwerkzaamheden is een lichte trilling voelbaar op het besturingspaneel en is enig mechanisch geluid hoorbaar. Dit is normaal.
• Stel de eenheid niet bloot aan zware fysieke schokken. Zware fysieke schokken kunnen de interne harddisk beschadigen.
• Schakel altijd de spanning uit wanneer u de eenheid naar een andere locatie verplaatst. Als de eenheid wordt verplaatst terwijl de spanning is ingeschakeld, kunnen data op de interne harddisk verloren gaan of worden beschadigd.
Kennisgeving over auteursrechten
Auteursrechten en andere wetten betreffende intellectuele eigendommen in verscheidene landen laten onder bepaalde omstandigheden reproductie van materiaal waarop auteursrechten rusten toe. Het naleven van de wetten die van toepassing zijn bij het gebruik van dit product, is uw verantwoording. Yamaha wijst elke aansprakelijkheid voor overtreding van dergelijke wetten in verband met het gebruik van dit product af.
Ofschoon dit product ontworpen is voor het produceren van muziek, kan het ook worden gebruikt om muziek en andere geluidsproducties waar auteursrechten op rusten te reproduceren. Terwijl bepaalde reproducties en gebruik van gereproduceerd materiaal zijn toegestaan volgens de desbetreffende wetten, kan dergelijke reproductie zonder licentie een inbreuk of overtreding van wetten vormen. Aangezien overtredingen van wetten serieuze gevolgen kunnen hebben, kan het verstandig zijn om een juridisch expert te raadplegen over de consequenties van het door u geplande gebruik van dit product.
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI­files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. HET IS VERBODEN ILLEGALE KOPIEËN TE MAKEN, DISTRIBUEREN OF GEBRUIKEN.
Copyright and other intellectual property laws in various countries permit reproduction of copyrighted materi­als under certain requirements. The observance of applicable laws for use of this product, however, is your responsibility. Yamaha disclaims any liability for violation of such laws in association with the use of this product.
Although this product is designed for original music production, it can be utilized to make reproduction of copyrighted music and other sound products. While certain reproduction and use of reproduced materials are permitted under applicable laws, such reproduction and use without license may constitute copyright infringe­ment and other violation of laws. Since violation of such laws can have serious consequences, you may wish to consult a legal expert about your planned use of this product.
This product incorporates and bundles computer programs and contents in which Yamaha owns copyrights or with respect to which it has license to use others’ copyrights. Such copyrighted materials include, without lim­itation, all computer software, styles files, MIDI files, WAVE data and sound recordings. Any unauthorized use of such programs and contents outside of personal use is not permitted under relevant laws. Any violation of copyright has legal consequences. DON’T MAKE, DISTRIBUTE OR USE ILLEGAL COPIES.
De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
AW2400 Gebruikershandleiding
7

Inhoudsopgave

1. Voordat u begint 11
Inleiding ...................................................................... 11
Vergeet niet een backup van uw data te maken ........11
Info over de ingebouwde CD-RW-drive...................... 12
De CD-RW-drive gebruiken........................................ 12
Een optionele kaart installeren ................................... 13
2. Introductie van de AW2400 15
Eigenschappen van de AW2400 ................................ 15
AW2400-terminologie.................................................17
Recordersectie....................................................... 17
Mixersectie.............................................................18
Algemeen............................................................... 19
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen............. 20
Bovenpaneel .......................................................... 20
Achterpaneel.......................................................... 28
Voorpaneel............................................................. 29
Basisbediening van de AW2400 ................................30
De display bekijken ................................................ 30
Een scherm/pagina openen ................................... 31
Een knop in-/uitschakelen...................................... 31
Een waarde in de display bewerken ...................... 31
Extra functieknoppen gebruiken ............................31
Tekst invoeren .......................................................32
Schakelen tussen menglayers ............................... 33
Selected Channel-sectie gebruiken ....................... 33
3. Aansluitingen en opstellingen 37
Aansluitingen.............................................................. 37
Het instrument aan-/uitzetten .....................................38
Aanpassen van het ingangsniveau ............................39
4. Luisteren naar de demosong 41
De demosong laden ...................................................41
De demosong afspelen ..............................................42
5. In een soundclip opnemen 43
Een soundclip opnemen............................................. 43
Een soundclip afspelen ..............................................45
6. Tracks opnemen 47
Een nieuwe song creëren........................................... 47
Directe opname en gemengde opname ..................... 49
Ingangssignalen toewijzen aan tracks
(Directe opname)............................................... 51
Ingangssignalen aan tracks toewijzen
(Gemengde opname) ........................................ 54
Opnemen op een track ...............................................56
De huidige song opslaan ............................................57
Kanalen paren ............................................................58
EQ-regeling toepassen op een ingangssignaal ..........60
Compressie toepassen op een ingangssignaal ..........61
Handige opnamefuncties ............................................62
De metronoom gebruiken.......................................62
Tussen virtuele tracks schakelen ...........................63
De Undo List gebruiken..........................................64
7. Overdubben 65
Info over overdubben..................................................65
Ingangssignalen toewijzen aan een track...................66
De mixbalans en pan aanpassen ...............................67
Overdubben ................................................................68
Punch-in/out................................................................69
Handmatige punch-in/out .......................................69
Automatische punch-in/out.....................................70
8. Afmixen en tracks samenvoegen 73
Info over afmixen en samenvoegen............................73
Afmixprocedure...........................................................75
De stereotrack afspelen..............................................78
Samenvoegprocedure (ping-pong) voor opname .......79
Handige functies voor afmixen/samenvoegen............82
Fadergroeptoewijzingen .........................................82
Mute-groeptoewijzingen .........................................83
De solofunctie gebruiken........................................84
9. Transport/Locate-handeling 87
Toetsen van de Transport-sectie ................................87
Naar een specifieke locatie gaan................................87
Locatiepunt gebruiken ................................................88
Markeringen gebruiken ...............................................90
De positie van een locatiepunt of markering
aanpassen ..................................................................91
De positie van een locatiepunt aanpassen.............91
De positie van een markering aanpassen..............92
Een locatiepunt of markering wissen ..........................93
Herhaaldelijk een bepaald gedeelte afspelen
(de A-B Repeat-functie) ..............................................93
Een locatie zoeken terwijl u het geluid afluistert
(de Nudge-functie) ......................................................94
Een locatie zoeken terwijl u de golfvorm bekijkt .........95
10. Meters 97
Typen niveaumeter .....................................................97
AW2400 Gebruikershandleiding
8
Inhoudsopgave
11. Routing en signaalbaan 99
Ingangssignaalrouting ................................................99
Routing voor directe opname................................. 99
Routing voor gemengde opname......................... 102
Uitgangssignaalrouting............................................. 104
12. Kanaalhandelingen 105
De mixparameters voor individuele kanalen
weergeven................................................................ 105
Kanaalbibliotheekhandeling .....................................108
Het Channel Library-scherm oproepen................ 108
Naam van kanaalbibliotheken wijzigen ................ 109
Kanaalbibliotheekinstellingen opslaan ................. 109
Kanaalbibliotheekinstellingen terugroepen .......... 110
Kanaalbibliotheekinstellingen wissen................... 110
13. AUX 111
Info over de AUX-bussen .........................................111
AUX-zendniveaus aanpassen .................................. 111
Externe effecten gebruiken met de AUX-bussen .....113
14. Effecten 115
Info over de interne effecten..................................... 115
Effectbibliotheekinstellingen terugroepen................. 116
Effecten toepassen via Send en Return................... 117
Een effect in een kanaal tussenvoegen ...................119
Effecten bewerken.................................................... 121
Effectbibliotheekhandelingen ...................................122
Het Effect Library-scherm oproepen .................... 122
Naam van effectbibliotheken wijzigen.................. 122
Effectbibliotheekinstellingen opslaan ................... 123
Effectbibliotheekinstellingen wissen..................... 123
Een stemtrack corrigeren (Pitchfixfunctie)................ 124
15. Trackhandelingen en tracks bewerken 127
Info over de tracks van de AW2400 .........................127
Audiotrackhandelingen............................................. 128
Info over audiotracks............................................ 128
Alle audiotracks bekijken .....................................128
Een specifieke audiotrack dempen ...................... 129
Schakelen tussen de virtuele tracks
van een audiotrack .......................................... 129
De naam wijzigen van virtuele tracks
voor een audiotrack......................................... 130
Stereotrackhandelingen ...........................................130
Over de stereotrack .............................................130
Opnemen op de stereotrack ................................131
De stereotrack afspelen ....................................... 131
Schakelen tussen de virtuele tracks
van de stereotrack........................................... 132
De naam wijzigen van een virtuele track
voor de stereotrack.......................................... 132
De triggertrackfunctie................................................133
Info over triggertrack ............................................133
De triggertrackfunctie gebruiken ..........................134
Tracks bewerken ......................................................135
Basisprocedure voor trackbewerking........................136
Overzicht van bewerkingsopdrachten.......................138
ERASE .................................................................138
DELETE ...............................................................138
INSERT ................................................................138
COPY ...................................................................139
MOVE...................................................................140
EXCHANGE .........................................................141
TIME COMP (Tijdcompressie/-expansie).............141
PITCH (Toonhoogtewijziging) ..............................142
IMPORT CD AUDIO.............................................142
IMPORT CD WAV ................................................142
IMPORT USB WAV..............................................142
IMPORT TRACK ..................................................142
EXPORT...............................................................142
MERGE ................................................................142
Audiodata/WAV-files importeren...............................143
Importeren vanaf de CD-RW-drive.......................143
Audiodata importeren van een andere song ........145
16. Pan, EQ en dynamische bewerking 147
Panregeling...............................................................147
4-bands EQ...............................................................149
Dynamische bewerking.............................................151
De gates gebruiken ..............................................151
De compressors gebruiken ..................................152
Bibliotheekhandeling EQ/dynamische processor .....154
Bibliotheekschermen van EQ/
dynamische processor openen........................154
Bibliotheeknaam van EQ/dynamische processor
wijzigen ............................................................156
Instellingen van EQ/dynamische processor
terugroepen .....................................................156
Instellingen van EQ/dynamische processor
opslaan ............................................................157
Instellingen van EQ/dynamische processor
wissen..............................................................157
17. Scene-geheugen 159
Info over het scene-geheugen ..................................159
Scene-geheugen gebruiken......................................159
Naam van scene wijzigen.....................................160
Scene-data terugroepen.......................................160
Scene-data opslaan .............................................161
Scene-data verwijderen........................................161
Scene beveiligen..................................................161
De Recall Safe-functie gebruiken .............................162
Scenes verplaatsen ..................................................163
AW2400 Gebruikershandleiding
9
Inhoudsopgave
18. Songbeheer 165
Info over songs......................................................... 165
Uw songs beheren ...................................................167
Verscheidene instellingen van de song bewerken ...174
Een tempomap creëren............................................ 175
Backups maken van songs ......................................177
Songs terugzetten ....................................................178
Songdata uitwisselen met andere audioworkstations
uit de AW-serie......................................................... 180
19. Automix 181
Info over Automix .....................................................181
Gebruik van Automix ................................................ 181
Een nieuwe Automix-opname creëren................. 182
De Automix-data opnemen .................................. 183
Automix afspelen .................................................185
Punch-in en -out van Automix.............................. 185
Opdrachtbewerking van Automix-data binnen
een specifiek gebied................................................. 186
Individuele Automix-events bewerken...................... 188
Automix-bibliotheekhandeling ..................................190
Info over Library-pagina van AUTOMIX-scherm..190
Automix-namen wijzigen ...................................... 190
Automix-instellingen opslaan ............................... 191
Automix-instellingen terugroepen ........................191
Automix-instellingen wissen.................................191
Automix-data beveiligen....................................... 192
20. MIDI 193
Wat u kunt doen door MIDI te gebruiken.................. 193
MIDI-basisinstellingen ..............................................194
Setup MIDI-synchronisatieberichten ........................198
Aansluiten op externe apparatuur ............................200
De AW2400 synchroniseren met externe
MIDI-apparaten ...............................................200
Vanaf een extern MIDI-apparaat schakelen
tussen AW2400-scenes ..................................201
AW2400-mixhandelingen opnemen/afspelen
op een externe sequencer............................... 202
De MIDI Remote-functie gebruiken .......................... 204
Info over de MIDI Remote-functie ........................ 204
De MIDI Remote-functiepresets gebruiken..........204
De door de gebruiker gedefinieerde
Remote-functie gebruiken ............................... 206
Op afstand een toongeneratormodule
bedienen.......................................................... 207
21. Utility-functies 209
De testtoonoscillator gebruiken ................................ 209
AW2400-voorkeurinstellingen ..................................210
De interne harddisk initialiseren ...............................212
22. Een audio-cd creëren 213
Een audio-cd creëren ...............................................213
Cd-typen die u kunt gebruiken met de CD-RW-
drive ..........................................................................213
Een audio-cd beschrijven .........................................214
Basisinstellingen voor de CD-RW-drive....................215
Audiodata schrijven ..................................................216
Met Track At Once schrijven ................................217
Met Disc At Once schrijven ..................................218
CD-R/RW finaliseren ................................................220
CD-RW wissen .........................................................221
Een audio-cd afspelen ..............................................222
23. Instellingen digitale I/O en optionele
kaart 223
Instellingen Wordclock en cascade ..........................223
De wordclockbron selecteren ...............................223
Fijnafstemming van de toonhoogte
voor de hele song (Varipitch)...........................226
Externe apparaten via een cascadeverbinding
aansluiten ........................................................226
De status van het digitale ingangssignaal
controleren................................................................227
Instellingen voor plug-in-boards................................228
24. USB 229
Wat u kunt doen met USB ........................................229
WAV-fileoverdracht (USB Storage-modus) ..............230
Overschakelen op de USB Storage-modus .........230
De USB Storage-modus afsluiten ........................232
Geëxporteerde WAV-files naar de computer
kopiëren ...........................................................233
Gekopieerde WAV-files vanaf de computer
importeren........................................................234
Appendix 237
Mastering-bibliotheeklijst ..........................................237
EQ-parameterlijst......................................................238
Dynamiekparameters................................................240
Gate-parameterlijst ...................................................243
Compressorparameterlijst.........................................243
Effectparameters ......................................................245
Problemen oplossen .................................................258
Displayberichtenoverzicht.........................................263
Over de CD-ROM die bij de AW2400 wordt
geleverd ....................................................................266
MIDI-dataformat........................................................272
MIDI-implementatieoverzicht ....................................276
Specificaties..............................................................277
Afmetingen................................................................279
Index .........................................................................280
Blokdiagram..............................................................284
AW2400 Gebruikershandleiding
10
Hoofdstuk 1
Handelsmerken
Website van Yamaha
(uitsluitend Engels)
Yamaha Manual Library (handleidingen voor downloaden)
Verantwoordelijkheid voor verlies van data, enz.

Voordat u begint

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u moet weten voordat u de AW2400 in gebruik neemt.

Inleiding

Controleer de bijgeleverde items
De AW2400-verpakking bevat de volgende items. Als er iets ontbreekt, neem dan contact op met uw dealer.
• De AW2400
• Netsnoer
• Handleiding (dit boek)
• CD-ROM
Auteursrechten
Het kopiëren van commerciële muzieksequencedata en/of digitale audiobestanden voor een ander doel dan eigen gebruik is streng verboden.
• Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. USA in de Verenigde Staten en andere landen.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation USA in de Verenigde Staten en andere landen.
• Cubase SX en Nuendo zijn handelsmerken van Steinberg Media Technologies AG.
• Logic is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. USA in de Verenigde Staten en andere landen.
• SONAR is een geregistreerd handelsmerk van Twelve Tone Systems, Inc.
• ProTools is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Avid Technology, Inc. en aangesloten bedrijven.
• Andere bedrijfsnamen en productnamen in dit document zijn de handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
1
Voordat u begint

Vergeet niet een backup van uw data te maken

De geproduceerde data opslaan
De geproduceerde data kunnen verloren gaan door een verkeerde handeling of ander probleem. We adviseren u alle belangrijke data op te slaan op CD-R/CD-RW of andere externe opslagmedia.
http://www.yamahasynth.com/
http://www.yamaha.co.jp/manual/
Yamaha zal geen enkele verantwoordelijkheid accepteren voor welke beschadiging of schade dan ook (inclusief gevolgschade of incidentele schade) opgelopen door de klant of derden, ten gevolge van verloren gaan of beschadigd raken van de op de harddisk of CD-R-media opgeslagen data, ongeacht of dergelijk verlies door Yamaha had kunnen worden voorzien of daadwerkelijk is voorzien door Yamaha. Noch geeft Yamaha garantie tegen defecten van de media ten gevolge waarvan deze onbruikbaar worden.
AW2400 Gebruikershandleiding
11
Info over de ingebouwde CD-RW-drive De CD-RW-drive gebruiken

Info over de ingebouwde CD-RW-drive

1
Een ingebouwde CD-RW-drive is een apparaat waarmee u
Voordat u begint
audio-cd's kunt maken of afspelen, een backup van de data op de interne harddisk kunt maken of terugzetten, en data van een cd-rom kunt lezen.
BELANGRIJK
• Zelfs als een CD-RW-drive probleemloos lijkt te werken, kan er zich ongeveer eens op de vijfhonderd keer een lees- of schrijffout voordoen.
• Yamaha neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor beschadiging, direct of indirect, die het gevolg is van het gebruik van de genoemde CD-RW-drive.
Behandeling
1 Raak nooit de optische lens aan. B Let er op dat de optische lens niet stoffig of vuil wordt. C Als de optische lens stoffig wordt, gebruik dan een
commercieel beschikbare stofblazer of iets dergelijks om het stof met schone lucht weg te blazen.
D Zorg ervoor dat er geen enkel magnetisch materiaal in
de buurt van de drive komt, aangezien het inwendige van de drive krachtige magnetische schakelingen bevat. (In het bijzonder metaalfragmenten, schroeven of pinnen die in het drivemechanisme komen, kunnen ervoor zorgen dat de drive niet meer werkt.)

De CD-RW-drive gebruiken

Druk op de uitwerpschakelaar om een cd in de CD-RW­drive te plaatsen. De cd-lade gaat open. Plaats de cd in de lade en druk de cd-lade voorzichtig terug.
OPMERKING
• De cd-lade wordt elektrisch geopend. Als de cd-lade niet naar buiten komt wanneer u op de uitwerpschakelaar drukt, zet u de AW2400 aan en drukt u nogmaals op de uitwerpschakelaar.
UitwerpschakelaarUitwerpopening
Een cd verwijderen in noodgevallen
Als u de cd niet kunt uitwerpen door op de uitwerpschakelaar te drukken, voert u een draad met een diameter van minder dan 2 mm (zoals een rechtgebogen paperclip) in de uitwerpopening en drukt u voorzichtig hierop. In de volgende gevallen hoort de uitwerpschakelaar van de AW2400 de cd niet uit te werpen, dus gebruik dan deze methode niet.
• Als de AW2400 is uitgeschakeld
• Als de cd aangesproken wordt (data worden gelezen, geschreven of gewist)
• In de cd-modus PLAY
LET OP
• Deze uitwerpmethode is bedoeld voor noodgevallen, als bijvoorbeeld de cd niet uitgeworpen kan worden ten gevolge van het niet goed functioneren van de cd-lade of in het geval van spanningsuitval. Gebruik deze methode niet onnodig, aangezien de CD-RW-drive beschadigd kan raken.
AW2400 Gebruikershandleiding
12

Een optionele kaart installeren

Beschikbare optionele kaarten
Door een apart verkrijgbare mini-YGDAI-kaart in een sleuf op het achterpaneel te installeren, kunt u analoge I/O-aansluitingen toevoegen aan de AW2400 of het aansluiten van externe digitale apparatuur mogelijk maken. De volgende typen kaarten kunnen worden gebruikt.
Kaarttype Model
MY4-AD 4
AD-kaart
DA-kaart
Digitale I/O­kaart
Waves Plug-in DSP-kaart
mLAN-kaart MY16-mLAN 16 IEEE1394 24-bits
MY8-AD
MY8-AD24
MY8-AD96
MY4-DA 4
MY8-DA96 8 24-bits
MY8-AE
MY8-AE96
MY8-AE96S
MY16-AE 16
MY8-AT 8
MY16-AT 16
MY8-TD 8
MY16-TD 16
Y96K 8 ADAT 24-bits
Aantal
kanalen
8
8
Ga naar de wereldwijde website van Yamaha Pro Audio voor de meest recente informatie over I/O-kaarten.
http://www.yamahaproaudio.com
Digitale
indeling
AES/EBU
ADAT
TASCAM
Bit-
diepte
24-bits
20-bits
24-bits
20-bits
24-bits
Een optionele kaart installeren
U installeert als volgt een optionele mini-YGDAI­kaart.
Zorg dat de voeding is uitgeschakeld.
1
Draai de schroeven die de afdekkap van de
2
sleuf op zijn plaats houden los en verwijder de afdekkap.
Bewaar de verwijderde afdekkap op een veilige plaats.
Breng de randen van de kaart in lijn met de
3
geleidingsrails in de sleuf en schuif de kaart in de sleuf.
Duw de kaart volledig in de sleuf, zodat de connector aan het einde van de kaart goed vastzit in de connector in de sleuf.
1
Voordat u begint
Een optionele kaart installeren
Voordat u een kaart installeert, gaat u naar de website van Yamaha om te controleren of het apparaat compatibel is.
http://www.yamahaproaudio.com
Zet de kaart vast met de schroeven die bij
4
de kaart worden geleverd.
Als de kaart niet goed vastzit, kan deze defect raken of niet goed werken.
AW2400 Gebruikershandleiding
13
1
Voordat u begint
AW2400 Gebruikershandleiding
14
Hoofdstuk 2

Introductie van de AW2400

In dit hoofdstuk worden de eigenschappen van de AW2400 beschreven, worden de naam en de functie van elk onderdeel gegeven en wordt de terminologie geïntroduceerd waarmee u bekend moet zijn om met de AW2400 te kunnen werken.

Eigenschappen van de AW2400

De AW2400 is een audioworkstation dat een digitale mixer, multi-effectprocessor, harddiskrecorder en CD-RW-drive combineert. Het volgende diagram laat de signaalbaan in de AW2400 zien.
[MIC/LINE
INPUT]-
aansluitingen
1-8
I/O-kaart
[DIGITAL
STEREO IN]-
aansluiting
I/O-sleuf
×8
Ingangskanalen 1-16 Trackkanalen 1-24
×16
Effectretourkanalen 1-4
×2
Bus1 L/R, Bus2 L/R AUX-bussen 1-4 Effectbussen 1-4 Stereobussen L/R
Stereo-uitgangskanaal
Mixer
×2
×2
×4
×16
×2
×2
×2
2
×
×
2
×
2
×
2
2
×
Soundclip
×2
Effect 1
×2
Effect 2
×2
Effect 3
×2
Effect 4
Interne effecten
[OMNI OUT]-aansluitingen 1-4
I/O-kaart
[DIGITAL STEREO OUT]-aansluiting
[STEREO OUT]-aansluitingen
[MONITOR OUT]-aansluitingen
[PHONES]-aansluiting
Metronoom
2
Introductie van de AW2400
Recorder-
ingangsrouting
×24 ×24×2
Cd schrijven
Databackup/terugzetten
WAV-file importeren
Recorder CD-R/RW-drive
Cd afspelen
Laten we eens een meer gedetailleerde blik werpen op elke sectie van de AW2400.
Mixersectie
Veel ingangskanalen met professionele
functies
De digitale mixer van de AW2400 biedt 24-bits AD/DA­conversie met 32-bits interne verwerking voor optimale geluidskwaliteit. 16 ingangskanalen, 24 trackkanalen en 4 stereo effectretourkanalen garanderen meer dan voldoende ingangscapaciteit voor de meeste mixsituaties.
Als ingang kunt u de 8 AD-ingangskanalen ([MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8), de kanalen 1-16 van een optionele I/O-kaart in een I/O-sleuf of de stereo [DIGITAL STEREO IN]-connector selecteren. De ingangen van de trackkanalen 1-24 zijn permanent toegewezen aan de tracks 1-24, en de ingangen van de effectretourkanalen 1-4 zijn permanent toegewezen aan de uitgangen van de interne effectprocessors 1-4.
AW2400 Gebruikershandleiding
15
Eigenschappen van de AW2400
Volledig herziene bediening
De AW2400 is ontworpen voor rechtstreekse bediening door de musicus (gitarist, vocalist, drummer, enz.). Het toewijzen van de ingangssignalen aan de tracks, de instellingen voor het afmixen en samenvoegen van
2
opnamen, het tracken met effecten/EQ/dynamiek, de
Introductie van de AW2400
compressorinstellingen en nog veel meer kunnen makkelijk worden aangepast met een paar simpele handelingen.
Vierbands EQ en dynamische processors op elk kanaal
Nagenoeg elk kanaal is voorzien van vierbands volledig parametrische EQ en dynamische bewerking. U kunt de gewenste preset terugroepen uit de bibliotheek (library) en de instellingen snel aanpassen met de paneelknoppen en ­toetsen.
Vier hogekwaliteits multi-effectapparaten ingebouwd
De vier ingebouwde effectapparaten leveren een grote verscheidenheid aan effecten waaronder ruimtelijke effecten zoals reverb en delay, modulatie-effecten zoals chorus en flanger, en gitaareffecten zoals distortion en amp simulation. Deze effecten kunnen worden gebruikt via 'send/return' of worden tussengevoegd in een gewenst kanaal.
Automix-functie
Dankzij 13 faders met motoraandrijving voor uitgebreide faderregeling, panregeling, en het terugroepen van scenes en bibliotheken beschikt u over complete productiemogelijkheden voor automatisch mixen.
I/O-sleuf voor uitbreiding met optionele I/O-kaarten
Uitgebreide in- en uitgangen kunnen worden geleverd in ADAT-, TASCAM-, AES/EBU- en andere indelingen. U kunt ook optionele DSP-kaarten gebruiken voor extra signaalverwerkingscapaciteit via de I/O-sleuf.
worden afgespeeld. Voor 24-bits songs kunnen maximaal 8 tracks gelijktijdig worden opgenomen en maximaal 12 tracks gelijktijdig worden afgespeeld ( p. 165). De samplefrequentie voor opnemen kan ook worden ingesteld op 44,1 of 48 kHz (de geselecteerde frequentie heeft geen invloed op het aantal gelijktijdige opname- of afspeeltracks).
Triggertrackfunctie
Met de 'triggertrack'-functie kunt u de [ON]-toetsen en faders van een track gebruiken om het afspelen van opgenomen tracks te starten en te stoppen. Dit is ideaal voor optredens waarbij u in real time tussen frasen of patterns moet schakelen, of wanneer u bijvoorbeeld op tijd achtergrondmuziek moet starten.
Veelzijdige bewerkingsfunctionaliteit
Opgenomen audiodata op een track kunnen worden gekopieerd, verplaatst of bewerkt met een verscheidenheid aan opdrachten. U kunt gedetailleerde bewerkingen uitvoeren of zelfs radicale wijzigingen in de structuur van de song aanbrengen door dezelfde riff herhaaldelijk te gebruiken of het aantal refreinen uit te breiden. Met 'Time Compression' kunt u de tijdsas van de audiodata comprimeren of uitbreiden binnen een bereik van 50-200%. Met 'Pitch Change' kunt u de toonhoogte wijzigen in een bereik van één octaaf omhoog of omlaag. Met de Undo-functie kunt u de resultaten van maximaal vijftien van de laatste handelingen ongedaan maken.
Een verscheidenheid aan Locate-methoden en auto punch in/uit
Acht locatiepunten (start/end, relative zero, A/B, in/out, quick locator) en 99 markeringen kunnen aan elk gewenst punt in de song worden toegewezen zodat deze met Locate-handelingen snel beschikbaar zijn. Functies voor auto punch-in/out en A-B herhaaldelijk afspelen zijn ook aanwezig. Verder heeft de AW2400 een metronoom die de tempomap volgt.
Recordersectie
16 tracks gelijktijdig opnemen en 24 tracks
gelijktijdig afspelen (16-bits songs)
U kunt meerdere instrumenttracks één voor één opnemen, of meerdere microfoons opstellen om een drumstel of een live optreden van een complete band op te nemen. Een stereotrack voor direct afmixen van alle 24 tracks is ook aanwezig, waardoor u de multitrackaudio en de 2­tracksmix als één enkel datapakket kunt beheren. Er zijn 8 virtuele tracks beschikbaar voor de recordertracks en voor de stereotrack. Tijdens het opnemen van parts of tijdens het mixen kunt u tussen virtuele tracks schakelen om meerdere takes op te nemen en later de beste take selecteren. De 'bitdiepte' (het aantal quantizeringsbits) van de opgenomen audiodata op elke track kan voor iedere song afzonderlijk worden ingesteld op 16 of 24 bits. Voor 16-bits songs kunnen maximaal 16 tracks gelijktijdig worden opgenomen en maximaal 24 tracks gelijktijdig
AW2400 Gebruikershandleiding
16
Soundclipfunctie
Met de Soundclipfunctie neemt u een ingangssignaal op en speelt u dit af zonder de recordertracks te gebruiken. U kunt deze functie gebruiken om snel een schets te maken van ideeën voor songs of arrangementen. Wanneer nodig kunnen opgenomen soundclipdata naar de recorder worden overgebracht.
Stembewerking met de Pitchxfunctie
De Pitchfixfunctie dient om de toonhoogte van een stemtrack nauwkeurig aan te passen en koorklanken te genereren uit een opname van één stem. Deze functie is ook geschikt om het karakter van een stemgeluid te veranderen.
CD-RW-drive
Aansluiten op een computer
1 2 3 4 5 6 7 8
1
2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8
21 22 23 24
Audiotracks
Stereotrack
Virtuele tracksVirtuele tracks
De AW2400 is voorzien van een eigen CD-RW-drive. U kunt een audio-cd maken met de stereomixes van de songs die zijn opgenomen op de harddisk. De markeringen die binnen een song zijn toegewezen, kunnen ook worden gebruikt als tracknummers van de cd. U kunt zelfs geavanceerde technieken gebruiken zoals het toewijzen van meerdere tracknummers binnen één song. De CD-RW-drive kan ook worden gebruikt om backups van songs te maken en deze terug te zetten, om audio-cd's af te spelen en om WAV-data van een cd-rom te laden.
Eigenschappen van de AW2400 AW2400-terminologie
De AW2400 kan met de ingebouwde USB-interface rechtstreeks op een computer worden aangesloten voor het overbrengen van audiofiles en MIDI-berichten. Hierdoor kunnen WAV-audiofiles en tussen de AW2400 en de computer worden gekopieerd, zodat deze eenvoudig beheerd en verwerkt kunnen worden in computerprogramma's en 'backups' van songfiles op de opslagmedia van de computer kunnen worden bewaard.
2

AW2400-terminologie

Hierna volgt een beknopt overzicht van terminologie die wordt gebruikt voor de AW2400.
Virtuele tracks

Recordersectie

Tracks
Een locatie waar data zijn opgenomen, wordt een 'track' genoemd. De recordersectie van de AW2400 gebruikt de volgende typen tracks.
Audiotracks
De fysieke tracks die worden gebruikt om audiodata op te nemen en af te spelen, worden 'audiotracks' of gewoon 'tracks' genoemd. De AW2400 heeft 24 audiotracks. U kunt 16 tracks tegelijkertijd opnemen en 24 tracks tegelijkertijd afspelen (16-bits songs).
Stereotrack
De AW2400 beschikt over een 'stereotrack' die onafhankelijk is van de audiotracks 1-24 en waarop een stereo-audiosignaal wordt opgenomen en afgespeeld. De stereotrack wordt hoofdzakelijk gebruikt als een speciale afmixtrack voor het opnemen van de eindmix.
Elk van de 24 audiotracks en de stereotrack bestaat uit acht 'virtuele' tracks. Voor de audiotracks en de stereotrack kan slechts één virtuele track per keer worden opgenomen of afgespeeld. U kunt echter van virtuele track wisselen om zo door te gaan met het opnemen van een nieuwe take, terwijl de vorige opname bewaard wordt. Het diagram hieronder laat het concept van virtuele tracks zien. De horizontale rijen geven de audiotracks 1-24 aan en de verticale kolommen komen overeen met de virtuele tracks 1-8. De getinte vlakken geven de virtuele tracks aan die momenteel zijn geselecteerd voor opnemen of afspelen.
Introductie van de AW2400
Triggertracks
Met de 'triggertrack'-functie kunt u de [ON]-toetsen en faders van een track gebruiken om het afspelen van opgenomen tracks te starten en te stoppen. Wanneer de triggertrackfunctie actief is, kunt u op de [ON]-toets van een trackkanaal drukken om het eenmalig afspelen van de overeenkomstige track te starten vanaf het begin van de song tot het einde van de opgenomen data.
AW2400 Gebruikershandleiding
17
AW2400-terminologie
Locatiepunten/markeringen
Locaties binnen een song die u hebt aangegeven voor gebruik van een functie zoals auto punch in/out of A-B herhaaldelijk afspelen, worden 'locatiepunten' genoemd.
2
Locatiepunten zijn de in/uit-punten en de A/B-punten. U kunt de toetsen van de Locate-sectie gebruiken om
Introductie van de AW2400
direct naar deze punten te gaan. U kunt onafhankelijk van de locatiepunten 'markeringen' toewijzen aan gewenste locaties binnen een song, zodat u deze locaties snel kunt terugvinden. Met de AW2400 kunt u maximaal 99 markeringen (1-99) instellen. Met de toetsen van de Locate-sectie kunt u direct naar de vorige of volgende markering gaan.

Mixersectie

Kanalen
Een signaalbaan die één enkel signaal in de mixer verwerkt en naar verscheidene secties stuurt, wordt een 'kanaal' genoemd. De mixersectie van de AW2400 biedt de volgende kanalen.
AUX-zendmasterkanalen 1-4
Bieden eindniveauregeling voor de AUX-bussen, evenals EQ en dynamische bewerking.
Effectzendmasterkanalen 1-4
Bieden eindniveauregeling voor de effectbussen, evenals dynamische bewerking.
Layers mixen
Voor een efficiënte verwerking van de vele ingangskanalen zijn de kanalen van de AW2400­mixersectie ingedeeld in 'menglayers'. Het diagram laat een overzicht zien van de zes menglayers van de AW2400.
A
B
C
Ingangskanalen 1-16
Ingangskanalen bieden niveauregeling, EQ en dynamische bewerking voor signalen die worden ingevoerd via de [MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8, de [DIGITAL STEREO IN]-connector en/of een I/O-kaart in een sleuf op het achterpaneel, en sturen de signalen naar de recordertracks of de [STEREO OUT]-aansluitingen.
Trackkanalen 1-24
Deze kanalen bieden niveauregeling, EQ en dynamische bewerking voor de audio-afspeelsignalen van de audiotracks 1-24 van de recorder, en sturen de signalen naar de stereotrack en de [STEREO OUT]-aansluitingen. U kunt ook een 'ping-pongopname' (bounce recording) uitvoeren door deze kanalen naar verschillende tracks te sturen.
Effectretourkanalen 1-4
Deze kanalen sturen de retoursignalen van de interne effecten naar de stereotrack en de [STEREO OUT]­aansluitingen.
Stereo-uitgangskanaal
Dit kanaal biedt niveauregeling, EQ en dynamische bewerking voor het signaal van de stereobus (dat een combinatie van de overige kanalen bevat) en stuurt het signaal naar de stereotrack of de [STEREO OUT]­aansluitingen. Hetzelfde signaal wordt ook uitgestuurd via de [MONITOR OUT]-aansluitingen en de [PHONES]­aansluiting.
D
E
F
De volgende kanalen zijn beschikbaar in de verschillende menglayers:
1 Menglayer IN 1-8
Ingangskanalen 1-8 en effectretourkanalen 1-4.
B Menglayer IN 9-16
Ingangskanalen 9-16 en effectretourkanalen 1-4.
C Menglayer MASTER
Busmasterkanalen 1/2, AUX-zendmasterkanalen 1-4 en effectzendmasterkanalen 1-4.
D Menglayer TRACK 1-12
Trackkanalen 1-12.
E Menglayer TRACK 13-24
Trackkanalen 13-24.
F REMOTE-layer
Een speciale layer voor afstandsbesturing van externe MIDI-apparaten.
Busmasterkanalen 1/2
Bieden niveauregeling, EQ en dynamische bewerking voor de signalen van bus1 en bus2, en sturen de signalen naar de audiotracks.
AW2400 Gebruikershandleiding
18
Mixparameters

Algemeen

Songs
Scenes en scene-geheugens
Libraries (bibliotheken)
Tempomap
Systeemdata
Kanaalpan, EQ, dynamische processor en andere instellingen worden 'mixparameters' genoemd. Alle mixparameters kunnen in één keer worden opgeslagen als een 'scene', die later op elk gewenst moment kan worden teruggeroepen. Bovendien zijn specifieke bibliotheken voor verschillende parametergroepen (zoals EQ en effecten) beschikbaar. Deze kunnen voor elk kanaal apart worden opgeslagen en teruggeroepen.
Gepaarde kanalen
Voor de effectretourkanalen 1-4, het stereo-uitgangskanaal en de busmasterkanalen 1-2 zijn de parameters (met uitzondering van pan) altijd aan elkaar gekoppeld voor aangrenzende kanaalparen. Deze worden 'gepaarde kanalen' (paired channels) genoemd. Voor de ingangskanalen 1-16, de trackkanalen 1-24 en de AUX-zendmasterkanalen 1-4 kunt u ook aangrenzende oneven/even genummerde kanalen als gepaarde kanalen laten functioneren. De parameters (met uitzondering van pan en fase) van gepaarde kanalen zullen worden gekoppeld, zodat het aanpassen van één parameter er voor zal zorgen dat dezelfde parameter van het andere kanaal dienovereenkomstig wordt aangepast.
Bussen
Een signaalroute die de signalen van meerdere kanalen mengt en deze naar een uitgangsaansluiting of recordertrackingang stuurt, wordt een 'bus' genoemd. Anders dan bij kanalen, waar alleen afzonderlijke signalen worden verwerkt, kan een bus meerdere signalen combineren in één of twee (stereo-)uitgangen en deze naar een bestemming sturen. De mixersectie van de AW2400 biedt de volgende bussen.
AW2400-terminologie
De kleinste eenheid waarmee de AW2400 een compositie beheert, wordt een 'song' genoemd. Wanneer u een song op de harddisk opslaat, worden alle benodigde data voor het reproduceren van die song opgeslagen, dus niet alleen de audiodata, maar ook mixer- en Automix-instellingen. U kunt op elk gewenst moment terugkeren naar de originele situatie door de opgeslagen song te laden.
Een 'scene' is een opgeslagen set instellingen voor de mixersectie en effecten. Het geheugengebied dat de scenes bevat, wordt het 'scene-geheugen' (scene memory) genoemd en er kunnen 99 scenes worden opgeslagen voor elke song. Scene-geheugens worden als onderdeel van de song op de harddisk opgeslagen.
Een 'bibliotheek' is een geheugengebied waar de afzonderlijke instellingen zoals voor EQ of dynamiek worden opgeslagen. De AW2400 heeft afzonderlijke bibliotheken voor EQ-, dynamiek-, effect-, kanaal- en masteringinstellingen. Het terugroepen van een scene beïnvloedt alle instellingen van de mixersectie. Als u alleen specifieke instellingen wilt oproepen, moet u bibliotheken gebruiken. U kunt ook bijvoorbeeld de instellingen van één kanaal opslaan en naar andere kanalen kopiëren. Elke bibliotheek wordt op de harddisk opgeslagen als onderdeel van de song.
2
Introductie van de AW2400
Stereobus
Deze bus mengt de ingangssignalen naar stereo en stuurt deze via het stereo-uitgangskanaal naar de stereotrack van de recorder of naar de [STEREO OUT]-aansluitingen. Normaal gesproken wordt hetzelfde signaal via de [STEREO OUT]-aansluitingen ook uitgestuurd via de [MONITOR OUT]- en [PHONES]-aansluitingen.
AUX-bussen 1-4
Deze bussen mengen de signalen van de track-, ingangs­en effectretourkanalen, en sturen ze uit naar de opgegeven uitgangsconnector. Gebruik deze bussen als u een externe effectprocessor gaat gebruiken, of om een mix voor musici voor monitoring (beluistering) te maken die anders is dan de mix van het stereokanaal.
Effectbussen 1-4
Deze bussen combineren de signalen van de track- en ingangskanalen, en voeren ze naar de ingebouwde effecten 1-4.
Bus1 en bus2
Deze bussen mengen de track-, ingangs- en effectretourkanalen, en sturen ze uit naar de ingangen van beschikbare tracks. Bus1 en bus2 worden gebruikt voor ping-pongopnamen (bounce recording).
De 'tempomap' neemt wijzigingen in tempo en maatsoort op die plaatsvinden gedurende het verloop van een song. De tempomap wordt op de harddisk opgeslagen als onderdeel van de song.
Verscheidene globale instellingen die op alle songs worden toegepast, worden gezamenlijk 'systeemdata' genoemd. Systeemdata worden onafhankelijk van de afzonderlijke songs opgeslagen op de harddisk.
AW2400 Gebruikershandleiding
19

Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen

Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Deze sectie beschrijft de namen en de functies van de items van het bovenpaneel, het achterpaneel en het voorpaneel van de AW2400.
2
Introductie van de AW2400

Bovenpaneel

Scene/Automix/USB-sectie (P. 24) Data-invoer/regel-
sectie (P. 25)
Work Navigate­sectie (P. 21)
Analoge ingangssectie (P. 21)
Selected Channel­sectie (P. 24)
Monitor-sectie (P. 24)
Quick Navigate-sectie (P. 21)
AW2400 Gebruikershandleiding
20
Displaysectie (P. 22)
Mixersectie (P. 23)
Locatie/cijfer-sectie (P. 25)
Layer-sectie (P. 26)
Transport-sectie (P. 27)
Locate-sectie (P. 27)
Analoge ingangssectie
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
1
2
C
1 [GAIN]-knoppen 1-8
Deze passen de gevoeligheid van de MIC/LINE INPUT­aansluitingen 1-8 op het achterpaneel voor ingangssignalen aan.
B [PEAK]-aanduidingen
Deze aanduidingen lichten rood op als het pieksignaalniveau via de [GAIN]-knop het 3-dB-onder­clipniveau bereikt of overschrijdt. Voor het optimale opnameniveau stelt u de [GAIN]-knop zo in dat de aanduiding slechts kort knippert bij de hoogste pieken die optreden tijdens de opname.
Work Navigate-sectie
1
3
5
G
1 [SONG]-toets
Met deze toets gaat u naar het SONG-scherm, waar u songs kunt opslaan en laden en waar u de uitschakelprocedure kunt uitvoeren.
B [CD]-toets
Met deze toets gaat u naar het CD-scherm, waar u een audio-cd kunt schrijven of afspelen, en een backup van de data kunt maken of terugzetten.
2
4
6
H
2
C [INPUT SEL]-toetsen 1-8
Deze toetsen selecteren het mixeringangskanaal dat u gaat bedienen.
Introductie van de AW2400
C [TRACK]-toets
Met deze toets gaat u naar het TRACK-scherm, waar u kunt controleren of elke track data bevat en waar u de virtuele tracks kunt wisselen die zullen worden gebruikt voor opnemen en afspelen.
D [EDIT]-toets
Met deze toets gaat u naar het EDIT-scherm, waar u tracks kunt kopiëren of wissen.
E [MIDI]-toets
Met deze toets gaat u naar het MIDI-scherm, waar u MIDI-synchronisatie, scene-wijziging en andere instellingen kunt opgeven.
F [UTILITY]-toets
Met deze toets gaat u naar het UTILITY-scherm, waar u instellingen voor de testtoonoscillator, digitale in- en uitgangen, en andere Utility-parameters kunt opgeven.
G [PATCH]-toets
Met deze toets gaat u naar het PATCH-scherm, waar u uitgangssignalen kunt toewijzen.
H [DIO]-toets
Met deze toets gaat u naar het DIO-scherm, waar u instellingen voor de clockbron en I/O-kaarten kunt opgeven.
Quick Navigate-sectie
1
2
1 [RECORD]-toets
Met deze toets gaat u naar het RECORD-scherm, waar u het signaal dat u wilt opnemen snel kunt toewijzen aan de ingang van een track en waar u de instellingen voor opnamen kunt opgeven.
B [MONITOR]-toets
Met deze toets gaat u naar het MONITOR-scherm, waar u onder andere instellingen voor fadergroepen en de solofunctie kunt opgeven.
AW2400 Gebruikershandleiding
21
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Displaysectie
2
Introductie van de AW2400
2
1
C
E4
6
1 Display
De display met achtergrondverlichting biedt snelle visuele toegang tot alle functies en parameters.
B Stereometers
Deze niveaumeters met 12 segmenten geven het eindniveau van de uitgangssignalen van de stereobus aan.
C [METER]-toets
Met deze toets gaat u naar het METER-scherm, dat de meters voor kanalen, bussen en andere niveaus bevat.
D Contrast
Past de helderheid van de display aan.
E Toegangsaanduiding
Deze aanduiding geeft de toegangsstatus van de interne harddisk aan. Als de harddisk wordt gelezen of beschreven, zal deze aanduiding oplichten.
LET OP
• Zet de AW2400 nooit uit als de toegangsaanduiding aan is. Als u dit toch doet, worden niet alleen de data op de interne harddisk beschadigd, maar kan ook de harddisk zelf beschadigd raken. Als u de AW2400 wilt uitzetten, moet u de uitschakelprocedure uitvoeren (
p. 38).
G
F [F1]-[F4]-toetsen
Deze toetsen bedienen de 'tabs' die onder aan de display te zien zijn. Met deze toetsen gaat u naar andere pagina's binnen een functiegroep of kunt u in sommige gevallen specifieke functies uitvoeren.
G [SHIFT]-toets
Met deze toets selecteert u de Shift-versie van de tabs onder aan de display. Mogelijk verschijnen extra functies. U voert 'Shift-functies' uit door de [SHIFT]-toets ingedrukt te houden en op de gewenste functietoets ([F1] tot [F4]) te drukken.
AW2400 Gebruikershandleiding
22
Mixersectie
• De [STEREO SEL]-toetsen, [STEREO ON]-toetsen en [STEREO]­faders worden altijd gebruikt voor stereokanalen. Deze toetsen en faders worden niet beïnvloed door instellingen die u hebt opgegeven via de LAYER-sectie.
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
1C B D G
2
Introductie van de AW2400
E6
1 [SEL]-toetsen 1-12 B [STEREO SEL]-toets
Selecteert het kanaal dat bediend moet worden. De [SEL]­toets van het geselecteerde kanaal licht op.
C [ON]-toetsen 1-12 D [STEREO ON]-toets
Zet het overeenkomstige kanaal aan (ON) of uit (OFF). Het lampje van de [ON]-toets brandt wanneer het overeenkomstige kanaal is ingeschakeld, en is gedoofd wanneer het kanaal is uitgeschakeld. De [ON]-toetsen worden ook gebruikt om solokanalen te selecteren wanneer de solofunctie actief is.
TIP
• Als de triggertrackmodus is ingeschakeld, kunt u de [ON]-toets gebruiken om het afspelen van de overeenkomstige track te starten/stoppen.
E Faders 1-12
Met de faders regelt u het afspeelniveau van de recordertrack, het ingangsniveau van de ingangskanalen en het ingangsniveau van de effectretourkanalen volgens de menglayer die u hebt geselecteerd via de LAYER­sectie.
F [STEREO]-fader
Past het uitgangsniveau van de stereobus aan.
OPMERKING
G [SOLO]-toets
Zet de solofunctie aan (ON) of uit (OFF).
AW2400 Gebruikershandleiding
23
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Selected Channel-sectie
2
1
Introductie van de AW2400
B
C
D
E
1 [VIEW]-toets
Met deze toets gaat u naar het CH VIEW-scherm, waar u het niveau van elk kanaal kunt controleren of op het scherm de faders en andere mixparameters van elk kanaal kunt aanpassen.
B [DYN]-toets
Met deze toets gaat u naar het DYNAMICS-scherm voor het geselecteerde kanaal. Vervolgens kunt u op een van de SELECTED CHANNEL-knoppen (1 tot 4) drukken om de overeenkomstige dynamiekparameters te selecteren.
C [AUX]-toets
Met deze toets gaat u naar het AUX-scherm voor het geselecteerde kanaal. Vervolgens kunt u op een van de SELECTED CHANNEL-knoppen (1 tot 4) drukken om de overeenkomstige AUX-parameters te selecteren.
D [EFFECT]-toets
Met deze toets gaat u naar het EFFECT-scherm voor het geselecteerde kanaal. Vervolgens kunt u op een van de SELECTED CHANNEL-knoppen (1 tot 4) drukken om de overeenkomstige EFFECT-parameters te selecteren.
E [PAN/EQ]-toets
Met deze toets gaat u naar het PAN/EQ-scherm voor het
F
geselecteerde kanaal. Nadat u op de [PAN/EQ]-toets hebt gedrukt, kunt u op een van de SELECTED CHANNEL-
G
knoppen (1 tot 4) drukken om tussen de PAN/EQ­schermpagina's te schakelen.
F SELECTED CHANNEL-knoppen 1-4
Met deze knoppen regelt u de parameters voor het geselecteerde kanaal. Druk op een van deze knoppen nadat u op de [DYN]-, [AUX]-, [EFFECT]- of [PAN/EQ]­toets hebt gedrukt om het overeenkomstige parameterscherm op te roepen.
G [LOW]-, [LO-MID]-, [HI-MID]- en [HIGH]-toetsen
Deze toetsen bepalen de EQ-band die met de SELECTED CHANNEL-knoppen wordt aangepast wanneer de EQ­pagina van het EQ-scherm wordt weergegeven.
Monitor-sectie
1
Scene/Automix/USB-sectie
1 2 3
2
1 [MONITOR]-knop
Deze knop past het niveau aan van het signaal dat wordt uitgestuurd via de [MONITOR OUT]-aansluitingen.
B [PHONES]-knop
Deze knop past het niveau aan van het signaal dat wordt uitgestuurd via de [PHONES]-aansluiting.
1 [SCENE]-toets
Met deze toets gaat u naar het SCENE-scherm, waar u scene-geheugens kunt opslaan of terugroepen.
B [AUTOMIX]-toets
Met deze toets gaat u naar het AUTOMIX-scherm, waar u Automix-handelingen kunt instellen en bewerken.
C [USB]-toets
Met deze toets gaat u naar het USB-scherm, waar u parameters betreffende de werking van USB kunt opgeven.
AW2400 Gebruikershandleiding
24
Data-invoer/regel-sectie
• Het lampje van deze toets brandt als Undo mogelijk is.
• Als u op deze toets drukt en de toets ingedrukt houdt, verschijnt het UNDO LIST-scherm. Hier kunt u met de [DATA/JOG]­draaiknop maximaal vijftien van de laatste handelingen ongedaan maken (
p. 64).
BA
C
D
E
G
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
1 [INC]-toets
Verhoogt de geselecteerde waarde met 1.
B [DEC]-toets
Verlaagt de geselecteerde waarde met 1.
C [Cursor]-toetsen ([ ]/[ ]/[ ]/[ ]-toetsen)
Met deze toetsen verplaatst u de cursor (het knipperende vakje) in het scherm om een bepaald item te selecteren.
D [JOG ON]-toets
Deze toets is een AAN/UIT-schakelaar voor de Nudge­functie, die gebruikmaakt van de [DATA/JOG]-draaiknop. Als deze functie aan staat, brandt het lampje van de toets.
E [UNDO/REDO]-toets
Met deze toets annuleert u de resultaten van een opname­of trackbewerking (Undo), of voert u een geannuleerde handeling opnieuw uit (Redo).
TIP
2
Introductie van de AW2400
F
Locatie/cijfer-sectie
1
F [ENTER]-toets
Met deze toets bedient u een knop op het scherm of voert u een bepaalde functie uit.
G [DATA/JOG]-draaiknop
Met deze draaiknop wijzigt u de waarde van een parameter. Als de [JOG ON]-toets aan staat, regelt deze draaiknop de Nudge-functie.
1 [LOCATE]-toetsen
Met deze toetsen kunt u rechtstreeks naar vooraf ingestelde 'locatie'-punten. Deze toetsen worden ook gebruikt voor het invoeren van tekens en cijfers.
B [NUM.LOCK]-toets
Met deze toets kunt u een bestemmingspunt opgeven in maten/tellen.
B
AW2400 Gebruikershandleiding
25
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Layer-sectie
ABC
2
Introductie van de AW2400
5D F
1 [IN 1-8]-toets B [IN 9-16]-toets C [MASTER]-toets D [TRACK 1-12]-toets E [TRACK 13-24]-toets
Selecteer de menglayer die u wilt besturen met de [SEL]­toetsen 1-12, de [ON]-toetsen 1-12 en de faders 1-12. U kunt de volgende menglayers besturen wanneer een van deze toetsen is geactiveerd:
[IN 1-8]-toets
Ingangskanalen 1-8 Effectretourkanalen 1-4
[MASTER]-toets
Busmaster 1-2 AUX-zendmaster 1-4
Geen besturing Effectzendmaster 1-4
[TRACK 1-12]-toets
Trackkanalen 1-12
[IN 9-16]-toets
Ingangskanalen 9-16 Effectretourkanalen 1-4
AW2400 Gebruikershandleiding
26
[TRACK 13-24]-toets
Trackkanalen 13-24
F [REMOTE]-toets
Met deze toets gaat u naar het REMOTE-scherm, waar u met de voorpaneelfaders en de [ON]-toetsen een extern MIDI-apparaat of sequencersoftware op uw computer kunt besturen.
Locate-sectie
E [IN]/[OUT]-toetsen
1C
B
E
D
7
F
I
H
1 [SOUND CLIP]-toets
Met deze toets gaat u naar het SOUND CLIP-scherm, waar u soundclips kunt opnemen of afspelen.
B MARK SEARCH [ ]/[ ]-toetsen
Met deze toetsen zoekt u naar markeringen die in de song zijn aangebracht.
C [MARK]-toets
Met deze toets plaatst u een markering op de huidige locatie in de song.
D [AUTO PUNCH]-toets
Met deze toets schakelt u de audio punch-in/out-functie in/uit, waardoor u het opnemen kunt automatiseren.
Met deze toetsen geeft u de punten aan waarop auto punch-in/out begint (het Inpunt) of eindigt (het Outpunt) met opnemen. Deze toetsen kunnen ook worden gebruikt als locatietoetsen om direct naar het inpunt of uitpunt te gaan.
F [SET]-toets
Met deze toets stelt u de in/uit-punten en de A/B-punten in met behulp van de [IN]/[OUT]-, [A]/[B]- en [LOCATE]­toetsen. Hiermee stelt u ook de relatieve nultijd in wanneer u de toets samen met de RTZ-toets [ ] indrukt.
G [REPEAT]-toets
Met deze toets schakelt u de A-B Repeat-functie in/uit, waardoor u een aangegeven gedeelte herhaaldelijk kunt afspelen.
H [A]/[B]-toetsen
Met deze toetsen geeft u de punten op waarop de Repeat­functie begint (A-punt) en eindigt (B-punt). Deze toetsen kunnen ook worden gebruikt als locatietoetsen om direct naar het A- of B-punt te gaan.
I [CANCEL]-toets
Gebruik deze toets in combinatie met de [IN]/[OUT]­toetsen, de [A]/[B]-toetsen of de [LOCATE]-toets om een geregistreerde locatiemarkering te annuleren.
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
2
Introductie van de AW2400
Transport-sectie
1 B C
4 E F
1 RTZ-toets [ ]
Met deze toets gaat u direct naar de absolute of de relatieve nultijdlocatie. In combinatie met de [SET]-toets stelt u met deze toets de huidige locatie in als de relatieve nultijd.
B REW-toets [ ]
Met deze toets spoelt u terug vanaf de songlocatie. Druk de toets herhaaldelijk in om te schakelen tussen 8x de snelheid en 16x de snelheid. Druk op de STOP- [] of de PLAY-toets [ ] om het terugspoelen te stoppen.
C FF-toets [ ]
Met deze toets spoelt u snel vooruit vanaf de songlocatie. Druk de toets herhaaldelijk in om te schakelen tussen 8x de snelheid en 16x de snelheid. Druk op de STOP- [] of de PLAY-toets [ ] om het snel vooruitspoelen te stoppen.
D STOP-toets []
Met deze toets stopt u het afspelen, opnemen, snel vooruitspoelen of terugspoelen. Hiermee stopt u ook het afspelen in de triggertrackmodus.
E PLAY-toets [ ]
Als u op deze toets drukt terwijl de recorder is gestopt, zal het afspelen beginnen. Als u op deze toets drukt terwijl u de REC-toets [] ingedrukt houdt, zal het opnemen beginnen. Als u op deze toets drukt tijdens het snel vooruitspoelen of terugspoelen, zal het afspelen op normale snelheid beginnen. Drukt u op deze toets tijdens het opnemen, dan zal het opnemen stoppen en worden verdergegaan met afspelen ('punch-out').
F REC-toets []
Als u deze toets ingedrukt houdt en op de PLAY-toets [ ] drukt terwijl de recorder is gestopt, zal het opnemen beginnen. Als u deze toets ingedrukt houdt en op de PLAY-toets [ ] drukt tijdens het afspelen, schakelt u van afspelen naar opnemen ('punch-in').
AW2400 Gebruikershandleiding
27
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen

Achterpaneel

4G EF
B1C
2
Introductie van de AW2400
H I KJ O P
1 [MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8 (XLR)
Dit zijn XLR-3-31-type gebalanceerde ingangsaansluitingen. Het nominale ingangsniveau is -46 dBu tot +4 dBu. De bedrading voor de aansluiting wordt hieronder weergegeven.
B [MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8 (stereo-steekplug)
Dit zijn gebalanceerde stereo-steekplugingangsaansluitingen. Het nominale ingangsniveau is -46 dBu tot +4 dBu. De bedrading voor de aansluiting wordt hieronder weergegeven.
C [INSERT I/O]-aansluitingen 1-2
Via deze stereo-steekplugaansluitingen kunt u externe signaalverwerking tussenvoegen in het signaal dat wordt ontvangen via de [MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-2. Het nominale ingangsniveau is 0 dBu. De bedrading voor de aansluiting wordt hieronder weergegeven:
L M N
Mannetjes XLR­aansluiting
6,3-mm (1/4") stereo­steekplug
Q
1 (massa)
Ring (koud)
Mantel (massa)
3 (koud)
2 (heet)
Top (heet)
6,3-mm (1/4") stereo­steekplugaansluiting
Naar de INSERT I/O­aansluiting van de AW2400
Mantel (massa)
OUT
IN
6,3-mm (1/4") stereo­steekplugaansluiting
D [STEREO OUT]-aansluitingen
Dit zijn gebalanceerde stereo-steekpluguitgangs­aansluitingen, die de signalen van de stereobus uitvoeren. Het nominale uitgangsniveau is +4 dBu.
E [MONITOR OUT]-aansluitingen
Dit zijn gebalanceerde stereo-steekpluguitgangsaan­sluitingen, die de monitorsignalen van de stereobus of de solobus uitvoeren. Het nominale uitgangsniveau is +4 dBu.
F [OMNI OUT]-aansluitingen 1-4
De ongebalanceerde steekplugaansluitingen voeren de signalen uit die zijn opgegeven op de Output-pagina van het PATCH-scherm. Het nominale uitgangsniveau is 0 dBu.
G [PHONES]-aansluiting
Dit is een 6,3-mm (1/4") stereo-steekpluguitgangs­aansluiting voor het aansluiten van uw hoofdtelefoon voor beluistering. Deze aansluiting voert altijd hetzelfde signaal uit als de [MONITOR OUT]-aansluitingen.
Top (OUT)
Naar de ingangsaansluiting van de externe processor
6,3-mm (1/4") stereo-steek­plugaansluiting
Mantel (massa)
Top (IN)
Naar de uitgangsaansluiting van de externe processor
Mantel (massa)
H [POWER]-schakelaar
Met deze schakelaar zet u het instrument aan/uit.
OPMERKING
• Voor het aan- of uitzetten van de AW2400 moet u altijd de procedures bij 'Het instrument aan-/uitzetten' op pagina 38 volgen.
I [AC IN]-aansluiting
Op deze aansluiting sluit u het bijgeleverde netsnoer aan.
LET OP
• Maak alleen gebruik van het bij dit apparaat geleverde netsnoer. Het gebruik van een ongeschikt vervangend netsnoer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
J Massaschroef
Voor maximale veiligheid moet de massaschroef correct verbonden zijn met een goed massapunt. Een juiste aarding zorgt eveneens voor een minimum aan brom, bijgeluiden en interferentie.
AW2400 Gebruikershandleiding
28
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
LET OP
• De USB-interface kan niet rechtstreeks worden aangesloten op externe harddisks of CD-R/RW-drives.
• De AW2400 kan worden aangesloten op een USB 2.0- of USB
1.1-interface, maar de gegevensoverdracht verloopt langzamer met een USB 1.1-interface.
• Zorg dat u voor de USB 2.0-interface een speciale USB 2.0-kabel gebruikt.
• Het USB MIDI-stuurprogramma dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, moet correct worden geïnstalleerd om verzending en ontvangst van MIDI-berichten mogelijk te maken.
K PHANTOM +48V [CH1-4] en [CH5-8]-
schakelaars
Er is voorzien in onafhankelijke schakelaars voor fan­toomvoeding voor de XLR-type [MIC/LINE INPUT]­aansluitgroepen 1 tot en met 4 (CH1-4) en 5 tot en met 8 (CH5-8). Stel fantoomvoeding voor de desbetreffende aansluitingen in op ON wanneer een of meer condensator­microfoons met fantoomvoeding worden gebruikt.
• Zorg dat de fantoomvoedingsschakelaars worden uitgeschakeld wanneer geen fantoomvoeding vereist is.
• Zorg dat geen andere apparatuur dan microfoons met fantoomvoeding is aangesloten op de XLR-ingangen van de ingangsgroep waarvoor de fantoomvoeding is ingeschakeld. Wanneer fantoomvoeding wordt ingeschakeld voor apparatuur zonder fantoomvoeding, kan er schade ontstaan. Gebalanceerde dynamische microfoons kunnen doorgaans echter worden aangesloten zonder negatieve gevolgen.
• Als u schade aan luidsprekers wilt voorkomen, schakelt u versterkers (of luidsprekers met eigen voeding) uit wanneer u de fantoomvoeding in- of uitschakelt. Het is ook een goede gewoonte om alle master-faders en regelaars voor het uitgangsvolume dan op het minimum in te stellen. De bijgeluiden die worden gegenereerd wanneer de fantoomspanning wordt in- of uitgeschakeld, kunnen systeemonderdelen beschadigen en zelfs gehoorschade veroorzaken als deze voldoende worden versterkt.
L [MIDI IN]-aansluiting M [MIDI OUT/THRU]-aansluiting
Deze aansluitingen maken het mogelijk dat er MIDI­berichten worden uitgewisseld met externe apparaten. MIDI IN ontvangt MIDI-berichten. MIDI OUT/THRU kan intern worden ingesteld op werking als MIDI OUT (voor verzending van MIDI­berichten die door de AW2400 worden gegenereerd) of als MIDI THRU (voor verzending van de berichten die via de MIDI IN-aansluiting zijn ontvangen).
N FOOT SW-aansluiting
Een optionele voetschakelaar (Yamaha FC5) kan hier worden aangesloten om transporthandelingen zoals start/ stop te regelen of om de punch in/out uit te voeren.
OPMERKING
• De desbetreffende handeling kan mogelijk niet worden
uitgevoerd als er een andere voetschakelaar dan de Yamaha FC5 (of equivalent) wordt gebruikt.
O [DIGITAL STEREO IN/OUT]-aansluitingen
Op deze RCA-tulpaansluiting kunt u externe digitale geluidsapparatuur aansluiten via een coaxkabel. De aansluiting ondersteunt digitale consumentenel­ektronica voor audio conform IEC-60958.
P USB-aansluiting
Met deze aansluiting kan de eenheid rechtstreeks worden aangesloten op een computer met een USB-aansluiting via een standaard-USB-kabel (compatibel met USB 2.0). Als de USB Storage-modus (USB-opslag) is geselecteerd, kunnen er WAV- en songfiles worden overgedragen tussen de AW2400 en de computer. In de 'normale' modus kan de USB-verbinding worden gebruikt voor MIDI-besturing. De USB-interface verwerkt geen rechtstreekse audiosignalen.
OPMERKING
Let op bij gebruik van de USB-aansluiting
Neem het volgende in acht wanneer u de AW2400 via de USB-aansluiting met uw computer verbindt. Als u deze instructies niet in acht neemt, kan de computer of de AW2400 onverwacht stoppen ('vastlopen') waardoor gegevens kunnen worden beschadigd of verloren kunnen gaan. Als de computer of de AW2400 vastloopt, zet u de voeding uit en vervolgens weer aan en start u de computer opnieuw op.
• Voordat u de computer via de USB-aansluiting verbindt, schakelt u de modus voor energiebeheer (suspend/sleep/ standby/hibernate) van de computer uit.
• Sluit de USB-aansluiting aan op de computer voordat u de AW2400 aanzet.
• Doe het volgende voordat u de voeding van de aan- of uitzet, de USB-kabel aansluit/lostrekt of de USB Storage-modus (USB-opslag) in- of uitschakelt.
• Sluit alle toepassingsprogramma's.
• Als de USB Storage-modus uit staat, controleert u of er geen gegevens worden overgebracht van of naar de AW2400.
• Als de USB Storage-modus is geactiveerd, controleert u of er geen lees- of schrijfbewerking plaatsvindt.
• Als de USB Storage-modus is geactiveerd, kunt u na het sluiten van alle AW2400-vensters veilig de AW2400 van de werkbalk verwijderen (Windows) of de AW2400-iconen van het bureaublad naar de prullenbak slepen (Macintosh).
• Wacht ten minste zes seconden tussen het aan- en uitzetten van de AW2400 of tussen het lostrekken en aansluiten van de USB-kabel.
AW2400
2
Introductie van de AW2400

Voorpaneel

CD-RW-drive
Q SLEUF
Hier kan een optionele kaart worden geïnstalleerd.
1 Uitwerpschakelaar
Met deze schakelaar opent u de cd-lade.
B Uitwerpopening
Via deze opening kunt u de cd-lade handmatig openen.
123
C Toegangsaanduiding
Dit lampje brandt wanneer de cd in de drive wordt gelezen of beschreven.
AW2400 Gebruikershandleiding
29

Basisbediening van de AW2400

Basisbediening van de AW2400
Dit gedeelte legt de basisbediening van de AW2400 uit.
2
Introductie van de AW2400

De display bekijken

De display van de AW2400 toont de volgende informatie.
B
A
C
D
H
I
1 Schermnaam
De naam van het geselecteerde scherm.
B Geselecteerd kanaal
Het mixerkanaal dat is geselecteerd voor bediening.
C Songnaam
De naam van de geselecteerde song.
D Teller (linkerkant)
De huidige locatie in de song. U kunt het weergaveformat voor de huidige tijd selecteren op de Setting-pagina van het SONG-scherm. U kunt kiezen uit standaardtijd (uren : minuten : seconden . milliseconden) of tijdcode (uren : minuten : seconden : frames . subframes)
E Teller (rechterkant)
De huidige locatie in de song in maten/tellen. De maten/ tellen worden berekend volgens het tempo en de maatsoort die zijn aangegeven in de tempomap voor de song. Het huidige tempo en de huidige maatsoort worden boven deze waarde aangegeven.
F Scene-gegevens
Het nummer en de naam (eerste acht tekens) van de geselecteerde scene.
G Samplefrequentie/quantizeringsbits
De samplefrequentie en quantizeringsbits (bitdiepte) van de geselecteerde song.
H Hoofdscherm
De informatie die in dit gebied wordt weergegeven, is afhankelijk van de toets/knop die het laatst is ingedrukt. De volgende objecttypen worden in het hoofdscherm getoond.
EFG
Cursor
Het knipperende vakje in de display wordt de 'cursor' genoemd. Als een object in het scherm wordt omsloten door de cursor, is dat object geselecteerd voor bediening.
Knoppen
Knoppen in de display worden gebruikt om een parameter in/uit te schakelen, een van meerdere keuzen te selecteren of een bepaalde functie uit te voeren. Een knop die momenteel is ingeschakeld, wordt geïnverteerd weergegeven (zwarte achtergrond met witte tekst). Een knop die momenteel is uitgeschakeld, wordt op normale wijze weergegeven (zwarte tekst op een witte achtergrond).
Knop-/parametergedeelte in display
Het knop-/parametergedeelte in de display wordt gebruikt om de waarde van de bijbehorende parameter te bewerken.
Knop
parameter­gedeelte in
display
Uit
Aan
I Tabs
Als een scherm meerdere pagina's bevat, verschijnen de overeenkomstige tabs onder in de display. Met de tabs kunt u schakelen tussen de verschillende pagina's van het huidige scherm.
In sommige gevallen worden de tabs ook 'extra functieknoppen' wanneer u op de [SHIFT]-toets drukt. Als er extra functies beschikbaar zijn, staat de markering in de linkerbenedenhoek van de display.
AW2400 Gebruikershandleiding
30
Loading...
+ 258 hidden pages