This product, when installed as indicated in the instructions contained in this manual, meets FCC requirements.
Modifications not expressly approved by Yamaha may
void your authority, granted by the FCC, to use the product.
2. IMPORTANT: When connecting this product to acces-
sories and/or another product use only high quality
shielded cables. Cable/s supplied with this product MUST
be used. Follow all installation instructions. Failure to follow instructions could void your FCC authorization to use
this product in the USA.
3. NOTE: This product has been tested and found to com-
ply with the requirements listed in FCC Regulations, Part
15 for Class “B” digital devices. Compliance with these
requirements provides a reasonable level of assurance
that your use of this product in a residential environment
will not result in harmful interference with other electronic
devices. This equipment generates/uses radio frequencies and, if not installed and used according to the instructions found in the users manual, may cause interference
harmful to the operation of other electronic devices. Com-
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA.(class B)
pliance with FCC regulations does not guarantee that
interference will not occur in all installations. If this product
is found to be the source of interference, which can be
determined by turning the unit “OFF” and “ON”, please try
to eliminate the problem by using one of the following
measures:
Relocate either this product or the device that is being
affected by the interference.
Utilize power outlets that are on different branch (circuit
breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s.
In the case of radio or TV interference, relocate/reorient
the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon
lead, change the lead-in to co-axial type cable.
If these corrective measures do not produce satisfactory
results, please contact the local retailer authorized to distribute this type of product. If you can not locate the
appropriate retailer, please contact Yamaha Corporation
of America, Electronic Service Division, 6600 Orangethorpe Ave, Buena Park, CA90620
The above statements apply ONLY to those products distributed by Yamaha Corporation of America or its subsidiaries.
COMPLIANCE INFORMATION STATEMENT
(DECLARATION OF CONFORMITY PROCEDURE)
Responsible Party : Yamaha Corporation of America
Address : 6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620
Telephone : 714-522-9011
Type of Equipment : Professional Audio Workstation
Model Name : AW2400
This device complies with Part 15 of the FCC Rules.
Operation is subject to the following conditions:
1) this device may not cause harmful interference, and
2) this device must accept any interference received including interference that may cause undesired operation.
See user manual instructions if interference to radio reception is suspected.
* This applies only to products distributed by
YAMAHA CORPORATION OF AMERICA.
IMPORTANT NOTICE FOR THE UNITED KINGDOM
Connecting the Plug and Cord
WARNING: THIS APPARATUS MUST BE EARTHED
IMPORTANT. The wires in this mains lead are coloured in accordance
with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not
correspond with the coloured markings identifying the terminals in your
plug proceed as follows:
The wire which is coloured GREEN-and-YELLOW must be connected to
the terminal in the plug which is marked by the letter E or by the safety
earth symbol or colored GREEN or GREEN-and-YELLOW.
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal
which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal
which is marked with the letter L or coloured RED.
GREEN-AND-YELLOW : EARTH
BLUE: NEUTRAL
BROWN: LIVE
(FCC DoC)
• This applies only to products distributed by Yamaha-Kemble Music (U.K.) Ltd.(3 wires)
AW2400 Gebruikershandleiding
2
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF
ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE
COVER (OR BACK). NO USER-SERVICEABLE
PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO
QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
The above warning is located on the rear of the unit.
IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
Explanation of Graphical Symbols
The lightning flash with arrowhead symbol
within an equilateral triangle is intended to
alert the user to the presence of
uninsulated “dangerous voltage” within
the product’s enclosure that may be of
sufficient magnitude to constitute a risk of
electric shock to persons.
The exclamation point within an
equilateral triangle is intended to alert the
user to the presence of important operating
and maintenance (servicing) instructions
in the literature accompanying the product.
1 Read these instructions.
2 Keep these instructions.
3 Heed all warnings.
4 Follow all instructions.
5 Do not use this apparatus near water.
6 Clean only with dry cloth.
7 Do not block any ventilation openings. Install in
accordance with the manufacturer’s instructions.
8 Do not install near any heat sources such as
radiators, heat registers, stoves, or other apparatus
(including amplifiers) that produce heat.
9 Do not defeat the safety purpose of the polarized or
grounding-type plug. A polarized plug has two blades
with one wider than the other. A grounding type plug
has two blades and a third grounding prong. The wide
blade or the third prong are provided for your safety. If
the provided plug does not fit into your outlet, consult
an electrician for replacement of the obsolete outlet.
10 Protect the power cord from being walked on or
pinched particularly at plugs, convenience
receptacles, and the point where they exit from the
apparatus.
11 Only use attachments/accessories specified by the
manufacturer.
12 Use only with the cart, stand,
tripod, bracket, or table
specified by the manufacturer,
or sold with the apparatus.
When a cart is used, use
caution when moving the cart/
apparatus combination to
avoid injury from tip-over.
13 Unplug this apparatus during lightning storms or
when unused for long periods of time.
14 Refer all servicing to qualified service personnel.
Servicing is required when the apparatus has been
damaged in any way, such as power-supply cord or
plug is damaged, liquid has been spilled or objects
have fallen into the apparatus, the apparatus has
been exposed to rain or moisture, does not operate
normally, or has been dropped.
WARNING
TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK, DO NOT EXPOSE THIS APPARATUS TO RAIN OR MOISTURE.
(98-6500)
This product contains a high intensity lamp that contains a small amount of mercury.
Disposal of this material may be regulated due to environmental considerations.
For disposal information in the United States, refer to the Electronic Industries Alliance web site:
www.eiae.org
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA.
AW2400 Gebruikershandleiding
(mercury)
3
VOORZICHTIG
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u
gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere
gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Gebruik uitsluitend het voltage dat als juist wordt aangegeven voor het
apparaat. Het vereiste voltage is op het naamplaatje van het apparaat
gedrukt.
• Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen
zware voorwerpen op het snoer. Leg het snoer uit de weg, zodat niemand
er op trapt of erover kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen
overheen kunnen rollen.
• Zorg ervoor dat u het apparaat aansluit op een geschikt stopcontact met
randaarde. Foutieve aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Niet openen
• Open het apparaat niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer ze op geen enkele manier. Het apparaat bevat geen door de
gebruiker te repareren onderdelen. Als het apparaat stuk lijkt te zijn, stop
dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door Yamahaservicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het apparaat niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen
voorwerpen op het apparaat die vloeistoffen bevatten die in de openingen
kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het stopcontact
als u natte handen heeft.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, of als er
plotseling geluidsverlies optreedt in het apparaat, of als een
ongebruikelijke geur of rook uit het apparaat komt, moet u het apparaat
onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het
apparaat na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Als dit apparaat is gevallen of beschadigd, schakelt u onmiddellijk de
spanning uit, trekt u de netstekker uit het stopcontact en laat u het
apparaat controleren door bevoegde servicemedewerkers van Yamaha.
LET OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of
iemand anders gewond raakt of dat het apparaat of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen
houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Stel het apparaat niet bloot aan overdreven hoeveelheden stof of
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het apparaat gedurende langere
tijd niet gebruikt, of tijdens elektrische stormen.
• Als u de stekker uit het apparaat of uit het stopcontact haalt, moet u altijd
aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Het snoer kan beschadigd
raken als u eraan trekt.
Locatie
• Verwijder, voor het verplaatsen van het apparaat, alle aangesloten kabels.
• Zorg er bij het opstellen van het apparaat voor dat het gebruikte
stopcontact makkelijk toegankelijk is. Schakel de POWER-schakelaar bij
storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
• Vermijd het instellen van alle equalizerregelaars en faders op het
maximum. Dit kan, afhankelijk van de toestand van de aangesloten
apparaten, feedback veroorzaken en de luidsprekers beschadigen.
trillingen, of extreme kou of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een
verwarming of overdag in een auto) om de kans op vervorming van het
paneel of beschadiging van de interne componenten te voorkomen.
• Plaats het apparaat niet in een onstabiele positie, waardoor het per
ongeluk om kan vallen.
• Aangezien de plastic zijpanelen geen goed houvast bieden, mogen ze
niet als handgrepen worden gebruikt bij het verplaatsen of transporteren
van het apparaat. Als u het apparaat vasthoudt bij de plastic zijpanelen,
kan het vallen, waardoor het beschadigd kan raken en/of u persoonlijk
letsel kunt oplopen.
• Dit apparaat heeft ventilatieopeningen aan de boven-/voor-/achterkant
om te voorkomen dat de inwendige temperatuur te hoog oploopt. Plaats
het apparaat met name niet op de zijkant of ondersteboven. Onvoldoende
luchtcirculatie kan oververhitting veroorzaken en mogelijk resulteren in
schade aan het apparaat, of zelfs brand.
• Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van een tv, radio,
stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten.
Dit kan leiden tot storingen in het apparaat zelf of in de tv of radio.
AW2400 Gebruikershandleiding
4
(5)-4 1/2
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
• Zet, voordat u het apparaat op andere apparaten aansluit, alle apparaten
uit. Stel, voordat u alle apparaten aan- of uitzet, alle volumeniveaus in op
het minimum.
• Zorg ervoor dat u het apparaat aansluit op een goed geaarde
spanningsbron. Er bevindt zich een massa-schroefaansluiting op het
achterpaneel om het apparaat veilig te aarden en elektrische schokken te
voorkomen. Als het stopcontact niet geaard is, verbindt u de massaschroefaansluiting met een goed aardpunt voordat u het apparaat op de
stroom aansluit. Foutieve aarding kan elektrische schokken tot gevolg
hebben.
• Als u uw audiosysteem inschakelt, moet u altijd de versterker als
LAATSTE inschakelen om schade aan de luidspreker te voorkomen. Bij
het uitschakelen schakelt u de versterker als EERSTE uit om dezelfde
redenen.
• Steek uw vingers of handen in geen enkele opening van het apparaat
(ventilatieopeningen, diskettegleuven, slots, etc.).
• Zorg dat u geen vreemde voorwerpen (papier, plastic, metaal, etc.) in
enige opening van het apparaat (ventilatieopeningen, diskettegleuven,
etc.) steekt of laat vallen. Als dit gebeurt, zet het apparaat dan
onmiddellijk uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens
het apparaat nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Gebruik een hoofdtelefoon niet gedurende een langere tijd op een hoog
of oncomfortabel volumeniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies
kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of
gehoorverlies constateert.
• Leun niet op het apparaat, plaats geen zware voorwerpen op het apparaat
en vermijd het uitoefenen van overmatig veel kracht op de knoppen,
schakelaars en aansluitingen.
XLR-type aansluitingen zijn als volgt bedraad (IEC60268-standaard): pin 1: massa, pin 2: heet (+) en pin 3: koud (-).
Insertiesteekplugaansluitingen zijn als volgt bedraad: mantel: massa, tip: zenden, en ring: retour.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor beschadiging die wordt veroorzaakt door onjuist gebruik van of modificaties aan het
apparaat, of data die verloren zijn gegaan of vernietigd zijn.
Zet het apparaat altijd uit als het niet in gebruik is.
De werking van componenten met bewegende contacten, zoals schakelaars, volumeregelaars en aansluitingen, wordt in de loop van de tijd minder. Raadpleeg
gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel over het vervangen van defecte componenten.
(5)-4 2/2
AW2400 Gebruikershandleiding
5
Let op: laser
Dit product werkt met een laser.
Als procedures worden bestuurd, aangepast of uitgevoerd op een andere wijze dan in deze handleiding is
beschreven, bestaat er een risico van blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open geen kapjes en voer reparaties niet zelf uit. Laat servicewerk over aan gekwalificeerd servicepersoneel.
Lasereigenschappen van de drive
Laserklasse : Klasse 1 (HHS en IEC 825-1)
Golflengte: voor cd 784 nm
voor DVD 662 nm
Het onderstaande label bevindt zich aan de achterkant van het product.
KLASSE 1-LASERPRODUCT
Het onderstaande label bevindt zich aan de bovenzijde van de interne CD-RW-drive.
CAUTION
ATTENTION
VORSICHT
ADVARSEL
ADVARSEL
VARNING
VAR O!
LET OP:ZICHTBARE EN ONZICHTBARE LASERSTRALING KLASSE 3B INDIEN OPEN. VERMIJD
CLASS 3B VISIBLE AND INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
CLASSE 3B RAYONNEMENT LASER VISIBLE ET INVISIBLE EN CAS D’OUVERTURE.
EXPOSITION DANGEREUSE AU FAISCEAU.
KLASSE 3B SICHTBARE UND UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG, WENN ABDECKUNG GEÖFFNET.
NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
KLASSE 3B SYNLIG OG USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING. UNDGÅ UDS/ETTELSE FOR STRÅLING.
KLASSE 3B SYNLIG OG USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES. UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN.
KLASS 3B SYNLIG OCH OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD. STRÅLEN ÄR FARLIG.
KURSSI 3B NÄKYVÄ JA NÄKYMÄTÖN AVATTAESSA OLET ALTTIINA LASERSÄTEILYLLE, ÄLÄ KATSO SÄTEESEN.
BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
Omgaan met de CD-R/RW
Let op de volgende punten bij het omgaan met de cd.
Als u dit niet doet, kunnen problemen ontstaan zoals verlies van de opgenomen data, slecht functioneren van
de drive of onleesbaarheid van het afgedrukte label.
• Plaats de cd niet in direct zonlicht of op plaatsen met een hoge temperatuur of hoge vochtigheid.
• Raak het opname-oppervlak van de cd niet aan.
Houd de cd vast aan de randen.
• Veeg stof of vuil voorzichtig van het opname-oppervlak van de cd.
Verwijder stof door te blazen of gebruik een speciaal cd-reinigingsmiddel. Flink wrijven over het oppervlak
van de cd met een droge doek kan krassen veroorzaken.
• Als het cd-oppervlak moet worden gereinigd, veegt u zachtjes van het midden naar de buitenkant van de cd
met een zachte vochtige doek en neemt u achtergebleven vocht op dezelfde wijze af met een schone droge
doek.
• Schrijf alleen met speciale cd-markers op de cd en plak er geen labels op.
• Maak de cd niet schoon met chemische middelen of reinigingsmiddelen.
• Buig de cd niet en laat deze niet vallen.
AW2400 Gebruikershandleiding
6
Voorzorgsmaatregelen voor de interne harddisk
• Tijdens sommige harddiskwerkzaamheden is een lichte trilling voelbaar op het besturingspaneel en is enig
mechanisch geluid hoorbaar. Dit is normaal.
• Stel de eenheid niet bloot aan zware fysieke schokken. Zware fysieke schokken kunnen de interne harddisk
beschadigen.
• Schakel altijd de spanning uit wanneer u de eenheid naar een andere locatie verplaatst. Als de eenheid wordt
verplaatst terwijl de spanning is ingeschakeld, kunnen data op de interne harddisk verloren gaan of worden
beschadigd.
Kennisgeving over auteursrechten
Auteursrechten en andere wetten betreffende intellectuele eigendommen in verscheidene landen laten onder
bepaalde omstandigheden reproductie van materiaal waarop auteursrechten rusten toe. Het naleven van de
wetten die van toepassing zijn bij het gebruik van dit product, is uw verantwoording. Yamaha wijst elke
aansprakelijkheid voor overtreding van dergelijke wetten in verband met het gebruik van dit product af.
Ofschoon dit product ontworpen is voor het produceren van muziek, kan het ook worden gebruikt om muziek
en andere geluidsproducties waar auteursrechten op rusten te reproduceren. Terwijl bepaalde reproducties en
gebruik van gereproduceerd materiaal zijn toegestaan volgens de desbetreffende wetten, kan dergelijke
reproductie zonder licentie een inbreuk of overtreding van wetten vormen. Aangezien overtredingen van
wetten serieuze gevolgen kunnen hebben, kan het verstandig zijn om een juridisch expert te raadplegen over
de consequenties van het door u geplande gebruik van dit product.
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten
heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden.
Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDIfiles, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud,
buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet
toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. HET IS VERBODEN
ILLEGALE KOPIEËN TE MAKEN, DISTRIBUEREN OF GEBRUIKEN.
Copyright and other intellectual property laws in various countries permit reproduction of copyrighted materials under certain requirements. The observance of applicable laws for use of this product, however, is your
responsibility. Yamaha disclaims any liability for violation of such laws in association with the use of this
product.
Although this product is designed for original music production, it can be utilized to make reproduction of
copyrighted music and other sound products. While certain reproduction and use of reproduced materials are
permitted under applicable laws, such reproduction and use without license may constitute copyright infringement and other violation of laws. Since violation of such laws can have serious consequences, you may wish
to consult a legal expert about your planned use of this product.
This product incorporates and bundles computer programs and contents in which Yamaha owns copyrights or
with respect to which it has license to use others’ copyrights. Such copyrighted materials include, without limitation, all computer software, styles files, MIDI files, WAVE data and sound recordings. Any unauthorized use
of such programs and contents outside of personal use is not permitted under relevant laws. Any violation of
copyright has legal consequences. DON’T MAKE, DISTRIBUTE OR USE ILLEGAL COPIES.
De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor
instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
■ Yamaha Manual Library
(handleidingen voor downloaden)
■ Verantwoordelijkheid
voor verlies van data, enz.
Voordat u begint
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u moet weten voordat u de AW2400 in
gebruik neemt.
Inleiding
■ Controleer de bijgeleverde items
De AW2400-verpakking bevat de volgende items. Als er
iets ontbreekt, neem dan contact op met uw dealer.
• De AW2400
• Netsnoer
• Handleiding (dit boek)
• CD-ROM
■ Auteursrechten
Het kopiëren van commerciële muzieksequencedata en/of
digitale audiobestanden voor een ander doel dan eigen
gebruik is streng verboden.
• Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Computer, Inc. USA in de Verenigde Staten en andere
landen.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van
Microsoft Corporation USA in de Verenigde Staten en
andere landen.
• Cubase SX en Nuendo zijn handelsmerken van
Steinberg Media Technologies AG.
• Logic is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Computer, Inc. USA in de Verenigde Staten en andere
landen.
• SONAR is een geregistreerd handelsmerk van Twelve
Tone Systems, Inc.
• ProTools is een handelsmerk of geregistreerd
handelsmerk van Avid Technology, Inc. en aangesloten
bedrijven.
• Andere bedrijfsnamen en productnamen in dit document
zijn de handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
1
Voordat u begint
Vergeet niet een backup van uw data te maken
■ De geproduceerde data opslaan
De geproduceerde data kunnen verloren gaan door een
verkeerde handeling of ander probleem. We adviseren u
alle belangrijke data op te slaan op CD-R/CD-RW of
andere externe opslagmedia.
http://www.yamahasynth.com/
http://www.yamaha.co.jp/manual/
Yamaha zal geen enkele verantwoordelijkheid accepteren
voor welke beschadiging of schade dan ook (inclusief
gevolgschade of incidentele schade) opgelopen door de
klant of derden, ten gevolge van verloren gaan of
beschadigd raken van de op de harddisk of CD-R-media
opgeslagen data, ongeacht of dergelijk verlies door
Yamaha had kunnen worden voorzien of daadwerkelijk is
voorzien door Yamaha.
Noch geeft Yamaha garantie tegen defecten van de media
ten gevolge waarvan deze onbruikbaar worden.
AW2400 Gebruikershandleiding
11
Info over de ingebouwde CD-RW-drive • De CD-RW-drive gebruiken
Info over de ingebouwde CD-RW-drive
1
Een ingebouwde CD-RW-drive is een apparaat waarmee u
Voordat u begint
audio-cd's kunt maken of afspelen, een backup van de data
op de interne harddisk kunt maken of terugzetten, en data
van een cd-rom kunt lezen.
BELANGRIJK
• Zelfs als een CD-RW-drive probleemloos lijkt te werken, kan
er zich ongeveer eens op de vijfhonderd keer een lees- of
schrijffout voordoen.
• Yamaha neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor
beschadiging, direct of indirect, die het gevolg is van het
gebruik van de genoemde CD-RW-drive.
■ Behandeling
1 Raak nooit de optische lens aan.
B Let er op dat de optische lens niet stoffig of vuil wordt.
C Als de optische lens stoffig wordt, gebruik dan een
commercieel beschikbare stofblazer of iets dergelijks
om het stof met schone lucht weg te blazen.
D Zorg ervoor dat er geen enkel magnetisch materiaal in
de buurt van de drive komt, aangezien het inwendige
van de drive krachtige magnetische schakelingen
bevat. (In het bijzonder metaalfragmenten, schroeven
of pinnen die in het drivemechanisme komen, kunnen
ervoor zorgen dat de drive niet meer werkt.)
De CD-RW-drive gebruiken
Druk op de uitwerpschakelaar om een cd in de CD-RWdrive te plaatsen. De cd-lade gaat open. Plaats de cd in de
lade en druk de cd-lade voorzichtig terug.
OPMERKING
• De cd-lade wordt elektrisch geopend. Als de cd-lade niet naar
buiten komt wanneer u op de uitwerpschakelaar drukt, zet u de
AW2400 aan en drukt u nogmaals op de uitwerpschakelaar.
UitwerpschakelaarUitwerpopening
■ Een cd verwijderen in noodgevallen
Als u de cd niet kunt uitwerpen door op de
uitwerpschakelaar te drukken, voert u een draad met een
diameter van minder dan 2 mm (zoals een rechtgebogen
paperclip) in de uitwerpopening en drukt u voorzichtig
hierop. In de volgende gevallen hoort de
uitwerpschakelaar van de AW2400 de cd niet uit te
werpen, dus gebruik dan deze methode niet.
• Als de AW2400 is uitgeschakeld
• Als de cd aangesproken wordt (data worden gelezen,
geschreven of gewist)
• In de cd-modus PLAY
LET OP
• Deze uitwerpmethode is bedoeld voor noodgevallen, als
bijvoorbeeld de cd niet uitgeworpen kan worden ten gevolge
van het niet goed functioneren van de cd-lade of in het geval
van spanningsuitval. Gebruik deze methode niet onnodig,
aangezien de CD-RW-drive beschadigd kan raken.
AW2400 Gebruikershandleiding
12
Een optionele kaart installeren
■ Beschikbare optionele kaarten
Door een apart verkrijgbare mini-YGDAI-kaart in een
sleuf op het achterpaneel te installeren, kunt u analoge
I/O-aansluitingen toevoegen aan de AW2400 of het
aansluiten van externe digitale apparatuur mogelijk
maken. De volgende typen kaarten kunnen worden
gebruikt.
KaarttypeModel
MY4-AD4
AD-kaart
DA-kaart
Digitale I/Okaart
Waves Plug-in
DSP-kaart
mLAN-kaartMY16-mLAN16IEEE139424-bits
MY8-AD
MY8-AD24
MY8-AD96
MY4-DA4
MY8-DA96824-bits
MY8-AE
MY8-AE96
MY8-AE96S
MY16-AE16
MY8-AT8
MY16-AT16
MY8-TD8
MY16-TD16
Y96K8ADAT24-bits
Aantal
kanalen
8
8
Ga naar de wereldwijde website van Yamaha Pro Audio
voor de meest recente informatie over I/O-kaarten.
http://www.yamahaproaudio.com
Digitale
indeling
—
—
AES/EBU
ADAT
TASCAM
Bit-
diepte
24-bits
20-bits
24-bits
20-bits
24-bits
Een optionele kaart installeren
U installeert als volgt een optionele mini-YGDAIkaart.
Zorg dat de voeding is uitgeschakeld.
1
Draai de schroeven die de afdekkap van de
2
sleuf op zijn plaats houden los en verwijder
de afdekkap.
Bewaar de verwijderde afdekkap op een veilige plaats.
Breng de randen van de kaart in lijn met de
3
geleidingsrails in de sleuf en schuif de
kaart in de sleuf.
Duw de kaart volledig in de sleuf, zodat de connector
aan het einde van de kaart goed vastzit in de connector
in de sleuf.
1
Voordat u begint
■ Een optionele kaart installeren
Voordat u een kaart installeert, gaat u naar de website van
Yamaha om te controleren of het apparaat compatibel is.
http://www.yamahaproaudio.com
Zet de kaart vast met de schroeven die bij
4
de kaart worden geleverd.
Als de kaart niet goed vastzit, kan deze defect raken of
niet goed werken.
AW2400 Gebruikershandleiding
13
1
Voordat u begint
AW2400 Gebruikershandleiding
14
Hoofdstuk 2
Introductie van de AW2400
In dit hoofdstuk worden de eigenschappen van de AW2400 beschreven,
worden de naam en de functie van elk onderdeel gegeven en wordt de
terminologie geïntroduceerd waarmee u bekend moet zijn om met de
AW2400 te kunnen werken.
Eigenschappen van de AW2400
De AW2400 is een audioworkstation dat een digitale mixer, multi-effectprocessor,
harddiskrecorder en CD-RW-drive combineert.
Het volgende diagram laat de signaalbaan in de AW2400 zien.
Laten we eens een meer gedetailleerde blik werpen op elke sectie van de AW2400.
■ Mixersectie
● Veel ingangskanalen met professionele
functies
De digitale mixer van de AW2400 biedt 24-bits AD/DAconversie met 32-bits interne verwerking voor optimale
geluidskwaliteit. 16 ingangskanalen, 24 trackkanalen en 4
stereo effectretourkanalen garanderen meer dan voldoende
ingangscapaciteit voor de meeste mixsituaties.
Als ingang kunt u de 8 AD-ingangskanalen ([MIC/LINE
INPUT]-aansluitingen 1-8), de kanalen 1-16 van een
optionele I/O-kaart in een I/O-sleuf of de stereo
[DIGITAL STEREO IN]-connector selecteren.
De ingangen van de trackkanalen 1-24 zijn permanent
toegewezen aan de tracks 1-24, en de ingangen van de
effectretourkanalen 1-4 zijn permanent toegewezen aan
de uitgangen van de interne effectprocessors 1-4.
AW2400 Gebruikershandleiding
15
Eigenschappen van de AW2400
● Volledig herziene bediening
De AW2400 is ontworpen voor rechtstreekse bediening
door de musicus (gitarist, vocalist, drummer, enz.). Het
toewijzen van de ingangssignalen aan de tracks, de
instellingen voor het afmixen en samenvoegen van
2
opnamen, het tracken met effecten/EQ/dynamiek, de
Introductie van de AW2400
compressorinstellingen en nog veel meer kunnen
makkelijk worden aangepast met een paar simpele
handelingen.
● Vierbands EQ en dynamische processors
op elk kanaal
Nagenoeg elk kanaal is voorzien van vierbands volledig
parametrische EQ en dynamische bewerking. U kunt de
gewenste preset terugroepen uit de bibliotheek (library) en
de instellingen snel aanpassen met de paneelknoppen en toetsen.
● Vier hogekwaliteits multi-effectapparaten
ingebouwd
De vier ingebouwde effectapparaten leveren een grote
verscheidenheid aan effecten waaronder ruimtelijke
effecten zoals reverb en delay, modulatie-effecten zoals
chorus en flanger, en gitaareffecten zoals distortion en
amp simulation. Deze effecten kunnen worden gebruikt
via 'send/return' of worden tussengevoegd in een gewenst
kanaal.
● Automix-functie
Dankzij 13 faders met motoraandrijving voor uitgebreide
faderregeling, panregeling, en het terugroepen van scenes
en bibliotheken beschikt u over complete
productiemogelijkheden voor automatisch mixen.
● I/O-sleuf voor uitbreiding met optionele
I/O-kaarten
Uitgebreide in- en uitgangen kunnen worden geleverd
in ADAT-, TASCAM-, AES/EBU- en andere indelingen.
U kunt ook optionele DSP-kaarten gebruiken voor extra
signaalverwerkingscapaciteit via de I/O-sleuf.
worden afgespeeld. Voor 24-bits songs kunnen maximaal
8 tracks gelijktijdig worden opgenomen en maximaal
12 tracks gelijktijdig worden afgespeeld (→ p. 165).
De samplefrequentie voor opnemen kan ook worden
ingesteld op 44,1 of 48 kHz (de geselecteerde frequentie
heeft geen invloed op het aantal gelijktijdige opname- of
afspeeltracks).
● Triggertrackfunctie
Met de 'triggertrack'-functie kunt u de [ON]-toetsen en
faders van een track gebruiken om het afspelen van
opgenomen tracks te starten en te stoppen. Dit is ideaal
voor optredens waarbij u in real time tussen frasen of
patterns moet schakelen, of wanneer u bijvoorbeeld op tijd
achtergrondmuziek moet starten.
● Veelzijdige bewerkingsfunctionaliteit
Opgenomen audiodata op een track kunnen worden
gekopieerd, verplaatst of bewerkt met een
verscheidenheid aan opdrachten. U kunt gedetailleerde
bewerkingen uitvoeren of zelfs radicale wijzigingen in de
structuur van de song aanbrengen door dezelfde riff
herhaaldelijk te gebruiken of het aantal refreinen uit te
breiden.
Met 'Time Compression' kunt u de tijdsas van de
audiodata comprimeren of uitbreiden binnen een bereik
van 50-200%. Met 'Pitch Change' kunt u de toonhoogte
wijzigen in een bereik van één octaaf omhoog of omlaag.
Met de Undo-functie kunt u de resultaten van maximaal
vijftien van de laatste handelingen ongedaan maken.
● Een verscheidenheid aan Locate-methoden
en auto punch in/uit
Acht locatiepunten (start/end, relative zero, A/B, in/out,
quick locator) en 99 markeringen kunnen aan elk gewenst
punt in de song worden toegewezen zodat deze met
Locate-handelingen snel beschikbaar zijn. Functies voor
auto punch-in/out en A-B herhaaldelijk afspelen zijn ook
aanwezig. Verder heeft de AW2400 een metronoom die de
tempomap volgt.
■ Recordersectie
● 16 tracks gelijktijdig opnemen en 24 tracks
gelijktijdig afspelen (16-bits songs)
U kunt meerdere instrumenttracks één voor één opnemen,
of meerdere microfoons opstellen om een drumstel of een
live optreden van een complete band op te nemen. Een
stereotrack voor direct afmixen van alle 24 tracks is ook
aanwezig, waardoor u de multitrackaudio en de 2tracksmix als één enkel datapakket kunt beheren.
Er zijn 8 virtuele tracks beschikbaar voor de
recordertracks en voor de stereotrack. Tijdens het
opnemen van parts of tijdens het mixen kunt u tussen
virtuele tracks schakelen om meerdere takes op te nemen
en later de beste take selecteren.
De 'bitdiepte' (het aantal quantizeringsbits) van de
opgenomen audiodata op elke track kan voor iedere song
afzonderlijk worden ingesteld op 16 of 24 bits.
Voor 16-bits songs kunnen maximaal 16 tracks gelijktijdig
worden opgenomen en maximaal 24 tracks gelijktijdig
AW2400 Gebruikershandleiding
16
● Soundclipfunctie
Met de Soundclipfunctie neemt u een ingangssignaal op
en speelt u dit af zonder de recordertracks te gebruiken. U
kunt deze functie gebruiken om snel een schets te maken
van ideeën voor songs of arrangementen. Wanneer nodig
kunnen opgenomen soundclipdata naar de recorder
worden overgebracht.
● Stembewerking met de Pitchfixfunctie
De Pitchfixfunctie dient om de toonhoogte van een
stemtrack nauwkeurig aan te passen en koorklanken te
genereren uit een opname van één stem. Deze functie is
ook geschikt om het karakter van een stemgeluid te
veranderen.
■ CD-RW-drive
■ Aansluiten op een computer
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2 3 4 5 6 7 8
1
2
3
4
5
6
7
8
21 22 23 24
Audiotracks
Stereotrack
Virtuele tracksVirtuele tracks
De AW2400 is voorzien van een eigen CD-RW-drive.
U kunt een audio-cd maken met de stereomixes van
de songs die zijn opgenomen op de harddisk.
De markeringen die binnen een song zijn toegewezen,
kunnen ook worden gebruikt als tracknummers van de cd.
U kunt zelfs geavanceerde technieken gebruiken zoals het
toewijzen van meerdere tracknummers binnen één song.
De CD-RW-drive kan ook worden gebruikt om backups
van songs te maken en deze terug te zetten, om audio-cd's
af te spelen en om WAV-data van een cd-rom te laden.
Eigenschappen van de AW2400 • AW2400-terminologie
De AW2400 kan met de ingebouwde USB-interface
rechtstreeks op een computer worden aangesloten voor
het overbrengen van audiofiles en MIDI-berichten.
Hierdoor kunnen WAV-audiofiles en tussen de AW2400
en de computer worden gekopieerd, zodat deze
eenvoudig beheerd en verwerkt kunnen worden in
computerprogramma's en 'backups' van songfiles op de
opslagmedia van de computer kunnen worden bewaard.
2
AW2400-terminologie
Hierna volgt een beknopt overzicht van terminologie die wordt gebruikt voor de AW2400.
● Virtuele tracks
Recordersectie
■ Tracks
Een locatie waar data zijn opgenomen, wordt een 'track'
genoemd. De recordersectie van de AW2400 gebruikt de
volgende typen tracks.
● Audiotracks
De fysieke tracks die worden gebruikt om audiodata op
te nemen en af te spelen, worden 'audiotracks' of gewoon
'tracks' genoemd. De AW2400 heeft 24 audiotracks.
U kunt 16 tracks tegelijkertijd opnemen en 24 tracks
tegelijkertijd afspelen (16-bits songs).
● Stereotrack
De AW2400 beschikt over een 'stereotrack' die
onafhankelijk is van de audiotracks 1-24 en waarop een
stereo-audiosignaal wordt opgenomen en afgespeeld.
De stereotrack wordt hoofdzakelijk gebruikt als een
speciale afmixtrack voor het opnemen van de eindmix.
Elk van de 24 audiotracks en de stereotrack bestaat uit
acht 'virtuele' tracks. Voor de audiotracks en de stereotrack
kan slechts één virtuele track per keer worden opgenomen
of afgespeeld. U kunt echter van virtuele track wisselen
om zo door te gaan met het opnemen van een nieuwe take,
terwijl de vorige opname bewaard wordt.
Het diagram hieronder laat het concept van virtuele tracks
zien. De horizontale rijen geven de audiotracks 1-24 aan
en de verticale kolommen komen overeen met de virtuele
tracks 1-8. De getinte vlakken geven de virtuele tracks aan
die momenteel zijn geselecteerd voor opnemen of
afspelen.
Introductie van de AW2400
● Triggertracks
Met de 'triggertrack'-functie kunt u de [ON]-toetsen en
faders van een track gebruiken om het afspelen van
opgenomen tracks te starten en te stoppen. Wanneer de
triggertrackfunctie actief is, kunt u op de [ON]-toets van
een trackkanaal drukken om het eenmalig afspelen van de
overeenkomstige track te starten vanaf het begin van de
song tot het einde van de opgenomen data.
AW2400 Gebruikershandleiding
17
AW2400-terminologie
■ Locatiepunten/markeringen
Locaties binnen een song die u hebt aangegeven voor
gebruik van een functie zoals auto punch in/out of A-B
herhaaldelijk afspelen, worden 'locatiepunten' genoemd.
2
Locatiepunten zijn de in/uit-punten en de A/B-punten.
U kunt de toetsen van de Locate-sectie gebruiken om
Introductie van de AW2400
direct naar deze punten te gaan.
U kunt onafhankelijk van de locatiepunten 'markeringen'
toewijzen aan gewenste locaties binnen een song, zodat u
deze locaties snel kunt terugvinden. Met de AW2400 kunt
u maximaal 99 markeringen (1-99) instellen. Met de
toetsen van de Locate-sectie kunt u direct naar de vorige
of volgende markering gaan.
Mixersectie
■ Kanalen
Een signaalbaan die één enkel signaal in de mixer
verwerkt en naar verscheidene secties stuurt, wordt een
'kanaal' genoemd.
De mixersectie van de AW2400 biedt de volgende
kanalen.
● AUX-zendmasterkanalen 1-4
Bieden eindniveauregeling voor de AUX-bussen, evenals
EQ en dynamische bewerking.
● Effectzendmasterkanalen 1-4
Bieden eindniveauregeling voor de effectbussen, evenals
dynamische bewerking.
■ Layers mixen
Voor een efficiënte verwerking van de vele
ingangskanalen zijn de kanalen van de AW2400mixersectie ingedeeld in 'menglayers'. Het diagram laat
een overzicht zien van de zes menglayers van de AW2400.
A
B
C
● Ingangskanalen 1-16
Ingangskanalen bieden niveauregeling, EQ en dynamische
bewerking voor signalen die worden ingevoerd via de
[MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8, de [DIGITAL
STEREO IN]-connector en/of een I/O-kaart in een sleuf
op het achterpaneel, en sturen de signalen naar de
recordertracks of de [STEREO OUT]-aansluitingen.
● Trackkanalen 1-24
Deze kanalen bieden niveauregeling, EQ en dynamische
bewerking voor de audio-afspeelsignalen van de
audiotracks 1-24 van de recorder, en sturen de signalen
naar de stereotrack en de [STEREO OUT]-aansluitingen.
U kunt ook een 'ping-pongopname' (bounce recording)
uitvoeren door deze kanalen naar verschillende tracks te
sturen.
● Effectretourkanalen 1-4
Deze kanalen sturen de retoursignalen van de interne
effecten naar de stereotrack en de [STEREO OUT]aansluitingen.
● Stereo-uitgangskanaal
Dit kanaal biedt niveauregeling, EQ en dynamische
bewerking voor het signaal van de stereobus (dat een
combinatie van de overige kanalen bevat) en stuurt het
signaal naar de stereotrack of de [STEREO OUT]aansluitingen. Hetzelfde signaal wordt ook uitgestuurd via
de [MONITOR OUT]-aansluitingen en de [PHONES]aansluiting.
D
E
F
De volgende kanalen zijn beschikbaar in de verschillende
menglayers:
1 Menglayer IN 1-8
Ingangskanalen 1-8 en effectretourkanalen 1-4.
B Menglayer IN 9-16
Ingangskanalen 9-16 en effectretourkanalen 1-4.
C Menglayer MASTER
Busmasterkanalen 1/2, AUX-zendmasterkanalen 1-4
en effectzendmasterkanalen 1-4.
D Menglayer TRACK 1-12
Trackkanalen 1-12.
E Menglayer TRACK 13-24
Trackkanalen 13-24.
F REMOTE-layer
Een speciale layer voor afstandsbesturing van externe
MIDI-apparaten.
● Busmasterkanalen 1/2
Bieden niveauregeling, EQ en dynamische bewerking
voor de signalen van bus1 en bus2, en sturen de signalen
naar de audiotracks.
AW2400 Gebruikershandleiding
18
■ Mixparameters
Algemeen
■ Songs
■ Scenes en scene-geheugens
■ Libraries (bibliotheken)
■ Tempomap
■ Systeemdata
Kanaalpan, EQ, dynamische processor en andere
instellingen worden 'mixparameters' genoemd. Alle
mixparameters kunnen in één keer worden opgeslagen als
een 'scene', die later op elk gewenst moment kan worden
teruggeroepen. Bovendien zijn specifieke bibliotheken
voor verschillende parametergroepen (zoals EQ en
effecten) beschikbaar. Deze kunnen voor elk kanaal apart
worden opgeslagen en teruggeroepen.
■ Gepaarde kanalen
Voor de effectretourkanalen 1-4, het stereo-uitgangskanaal
en de busmasterkanalen 1-2 zijn de parameters (met
uitzondering van pan) altijd aan elkaar gekoppeld voor
aangrenzende kanaalparen. Deze worden 'gepaarde
kanalen' (paired channels) genoemd.
Voor de ingangskanalen 1-16, de trackkanalen 1-24 en de
AUX-zendmasterkanalen 1-4 kunt u ook aangrenzende
oneven/even genummerde kanalen als gepaarde kanalen
laten functioneren. De parameters (met uitzondering van
pan en fase) van gepaarde kanalen zullen worden
gekoppeld, zodat het aanpassen van één parameter er voor
zal zorgen dat dezelfde parameter van het andere kanaal
dienovereenkomstig wordt aangepast.
■ Bussen
Een signaalroute die de signalen van meerdere kanalen
mengt en deze naar een uitgangsaansluiting of
recordertrackingang stuurt, wordt een 'bus' genoemd.
Anders dan bij kanalen, waar alleen afzonderlijke signalen
worden verwerkt, kan een bus meerdere signalen
combineren in één of twee (stereo-)uitgangen en deze naar
een bestemming sturen.
De mixersectie van de AW2400 biedt de volgende bussen.
AW2400-terminologie
De kleinste eenheid waarmee de AW2400 een compositie
beheert, wordt een 'song' genoemd. Wanneer u een song
op de harddisk opslaat, worden alle benodigde data voor
het reproduceren van die song opgeslagen, dus niet alleen
de audiodata, maar ook mixer- en Automix-instellingen.
U kunt op elk gewenst moment terugkeren naar de
originele situatie door de opgeslagen song te laden.
Een 'scene' is een opgeslagen set instellingen voor de
mixersectie en effecten. Het geheugengebied dat de scenes
bevat, wordt het 'scene-geheugen' (scene memory)
genoemd en er kunnen 99 scenes worden opgeslagen voor
elke song. Scene-geheugens worden als onderdeel van de
song op de harddisk opgeslagen.
Een 'bibliotheek' is een geheugengebied waar de
afzonderlijke instellingen zoals voor EQ of dynamiek
worden opgeslagen. De AW2400 heeft afzonderlijke
bibliotheken voor EQ-, dynamiek-, effect-, kanaal- en
masteringinstellingen.
Het terugroepen van een scene beïnvloedt alle instellingen
van de mixersectie. Als u alleen specifieke instellingen
wilt oproepen, moet u bibliotheken gebruiken. U kunt ook
bijvoorbeeld de instellingen van één kanaal opslaan en
naar andere kanalen kopiëren.
Elke bibliotheek wordt op de harddisk opgeslagen als
onderdeel van de song.
2
Introductie van de AW2400
● Stereobus
Deze bus mengt de ingangssignalen naar stereo en stuurt
deze via het stereo-uitgangskanaal naar de stereotrack van
de recorder of naar de [STEREO OUT]-aansluitingen.
Normaal gesproken wordt hetzelfde signaal via de
[STEREO OUT]-aansluitingen ook uitgestuurd via de
[MONITOR OUT]- en [PHONES]-aansluitingen.
● AUX-bussen 1-4
Deze bussen mengen de signalen van de track-, ingangsen effectretourkanalen, en sturen ze uit naar de opgegeven
uitgangsconnector. Gebruik deze bussen als u een externe
effectprocessor gaat gebruiken, of om een mix voor
musici voor monitoring (beluistering) te maken die anders
is dan de mix van het stereokanaal.
● Effectbussen 1-4
Deze bussen combineren de signalen van de track- en
ingangskanalen, en voeren ze naar de ingebouwde
effecten 1-4.
● Bus1 en bus2
Deze bussen mengen de track-, ingangs- en
effectretourkanalen, en sturen ze uit naar de ingangen van
beschikbare tracks. Bus1 en bus2 worden gebruikt voor
ping-pongopnamen (bounce recording).
De 'tempomap' neemt wijzigingen in tempo en maatsoort
op die plaatsvinden gedurende het verloop van een song.
De tempomap wordt op de harddisk opgeslagen als
onderdeel van de song.
Verscheidene globale instellingen die op alle songs
worden toegepast, worden gezamenlijk 'systeemdata'
genoemd. Systeemdata worden onafhankelijk van de
afzonderlijke songs opgeslagen op de harddisk.
AW2400 Gebruikershandleiding
19
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Deze sectie beschrijft de namen en de functies van de items van het bovenpaneel,
het achterpaneel en het voorpaneel van de AW2400.
Deze passen de gevoeligheid van de MIC/LINE INPUTaansluitingen 1-8 op het achterpaneel voor
ingangssignalen aan.
B [PEAK]-aanduidingen
Deze aanduidingen lichten rood op als het
pieksignaalniveau via de [GAIN]-knop het 3-dB-onderclipniveau bereikt of overschrijdt. Voor het optimale
opnameniveau stelt u de [GAIN]-knop zo in dat de
aanduiding slechts kort knippert bij de hoogste pieken
die optreden tijdens de opname.
■ Work Navigate-sectie
1
3
5
G
1 [SONG]-toets
Met deze toets gaat u naar het SONG-scherm, waar u
songs kunt opslaan en laden en waar u de
uitschakelprocedure kunt uitvoeren.
B [CD]-toets
Met deze toets gaat u naar het CD-scherm, waar u een
audio-cd kunt schrijven of afspelen, en een backup van
de data kunt maken of terugzetten.
2
4
6
H
2
C [INPUT SEL]-toetsen 1-8
Deze toetsen selecteren het mixeringangskanaal dat u gaat
bedienen.
Introductie van de AW2400
C [TRACK]-toets
Met deze toets gaat u naar het TRACK-scherm, waar u
kunt controleren of elke track data bevat en waar u de
virtuele tracks kunt wisselen die zullen worden gebruikt
voor opnemen en afspelen.
D [EDIT]-toets
Met deze toets gaat u naar het EDIT-scherm, waar u tracks
kunt kopiëren of wissen.
E [MIDI]-toets
Met deze toets gaat u naar het MIDI-scherm, waar u
MIDI-synchronisatie, scene-wijziging en andere
instellingen kunt opgeven.
F [UTILITY]-toets
Met deze toets gaat u naar het UTILITY-scherm, waar u
instellingen voor de testtoonoscillator, digitale in- en
uitgangen, en andere Utility-parameters kunt opgeven.
G [PATCH]-toets
Met deze toets gaat u naar het PATCH-scherm, waar u
uitgangssignalen kunt toewijzen.
H [DIO]-toets
Met deze toets gaat u naar het DIO-scherm, waar u
instellingen voor de clockbron en I/O-kaarten kunt
opgeven.
■ Quick Navigate-sectie
1
2
1 [RECORD]-toets
Met deze toets gaat u naar het RECORD-scherm, waar u
het signaal dat u wilt opnemen snel kunt toewijzen aan de
ingang van een track en waar u de instellingen voor
opnamen kunt opgeven.
B [MONITOR]-toets
Met deze toets gaat u naar het MONITOR-scherm, waar u
onder andere instellingen voor fadergroepen en de
solofunctie kunt opgeven.
AW2400 Gebruikershandleiding
21
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
■ Displaysectie
2
Introductie van de AW2400
2
1
C
E4
6
1 Display
De display met achtergrondverlichting biedt snelle visuele
toegang tot alle functies en parameters.
B Stereometers
Deze niveaumeters met 12 segmenten geven het
eindniveau van de uitgangssignalen van de stereobus aan.
C [METER]-toets
Met deze toets gaat u naar het METER-scherm, dat de
meters voor kanalen, bussen en andere niveaus bevat.
D Contrast
Past de helderheid van de display aan.
E Toegangsaanduiding
Deze aanduiding geeft de toegangsstatus van de interne
harddisk aan. Als de harddisk wordt gelezen of
beschreven, zal deze aanduiding oplichten.
LET OP
• Zet de AW2400 nooit uit als de toegangsaanduiding aan is.
Als u dit toch doet, worden niet alleen de data op de interne
harddisk beschadigd, maar kan ook de harddisk zelf
beschadigd raken. Als u de AW2400 wilt uitzetten, moet u de
uitschakelprocedure uitvoeren (
→
p. 38).
G
F [F1]-[F4]-toetsen
Deze toetsen bedienen de 'tabs' die onder aan de display te
zien zijn. Met deze toetsen gaat u naar andere pagina's
binnen een functiegroep of kunt u in sommige gevallen
specifieke functies uitvoeren.
G [SHIFT]-toets
Met deze toets selecteert u de Shift-versie van de tabs
onder aan de display. Mogelijk verschijnen extra functies.
U voert 'Shift-functies' uit door de [SHIFT]-toets
ingedrukt te houden en op de gewenste functietoets ([F1]
tot [F4]) te drukken.
AW2400 Gebruikershandleiding
22
■ Mixersectie
• De [STEREO SEL]-toetsen, [STEREO ON]-toetsen en [STEREO]faders worden altijd gebruikt voor stereokanalen. Deze toetsen en
faders worden niet beïnvloed door instellingen die u hebt
opgegeven via de LAYER-sectie.
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
1CB DG
2
Introductie van de AW2400
E6
1 [SEL]-toetsen 1-12
B [STEREO SEL]-toets
Selecteert het kanaal dat bediend moet worden. De [SEL]toets van het geselecteerde kanaal licht op.
C [ON]-toetsen 1-12
D [STEREO ON]-toets
Zet het overeenkomstige kanaal aan (ON) of uit (OFF).
Het lampje van de [ON]-toets brandt wanneer het
overeenkomstige kanaal is ingeschakeld, en is gedoofd
wanneer het kanaal is uitgeschakeld. De [ON]-toetsen
worden ook gebruikt om solokanalen te selecteren
wanneer de solofunctie actief is.
TIP
• Als de triggertrackmodus is ingeschakeld, kunt u de [ON]-toets
gebruiken om het afspelen van de overeenkomstige track te
starten/stoppen.
E Faders 1-12
Met de faders regelt u het afspeelniveau van de
recordertrack, het ingangsniveau van de ingangskanalen
en het ingangsniveau van de effectretourkanalen volgens
de menglayer die u hebt geselecteerd via de LAYERsectie.
F [STEREO]-fader
Past het uitgangsniveau van de stereobus aan.
OPMERKING
G [SOLO]-toets
Zet de solofunctie aan (ON) of uit (OFF).
AW2400 Gebruikershandleiding
23
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
■ Selected Channel-sectie
2
1
Introductie van de AW2400
B
C
D
E
1 [VIEW]-toets
Met deze toets gaat u naar het CH VIEW-scherm, waar u
het niveau van elk kanaal kunt controleren of op het
scherm de faders en andere mixparameters van elk kanaal
kunt aanpassen.
B [DYN]-toets
Met deze toets gaat u naar het DYNAMICS-scherm voor
het geselecteerde kanaal. Vervolgens kunt u op een van de
SELECTED CHANNEL-knoppen (1 tot 4) drukken om
de overeenkomstige dynamiekparameters te selecteren.
C [AUX]-toets
Met deze toets gaat u naar het AUX-scherm voor het
geselecteerde kanaal. Vervolgens kunt u op een van de
SELECTED CHANNEL-knoppen (1 tot 4) drukken om
de overeenkomstige AUX-parameters te selecteren.
D [EFFECT]-toets
Met deze toets gaat u naar het EFFECT-scherm voor het
geselecteerde kanaal. Vervolgens kunt u op een van de
SELECTED CHANNEL-knoppen (1 tot 4) drukken om
de overeenkomstige EFFECT-parameters te selecteren.
E [PAN/EQ]-toets
Met deze toets gaat u naar het PAN/EQ-scherm voor het
F
geselecteerde kanaal. Nadat u op de [PAN/EQ]-toets hebt
gedrukt, kunt u op een van de SELECTED CHANNEL-
G
knoppen (1 tot 4) drukken om tussen de PAN/EQschermpagina's te schakelen.
F SELECTED CHANNEL-knoppen 1-4
Met deze knoppen regelt u de parameters voor het
geselecteerde kanaal. Druk op een van deze knoppen
nadat u op de [DYN]-, [AUX]-, [EFFECT]- of [PAN/EQ]toets hebt gedrukt om het overeenkomstige
parameterscherm op te roepen.
G [LOW]-, [LO-MID]-, [HI-MID]- en [HIGH]-toetsen
Deze toetsen bepalen de EQ-band die met de SELECTED
CHANNEL-knoppen wordt aangepast wanneer de EQpagina van het EQ-scherm wordt weergegeven.
■ Monitor-sectie
1
■ Scene/Automix/USB-sectie
123
2
1 [MONITOR]-knop
Deze knop past het niveau aan van het signaal dat wordt
uitgestuurd via de [MONITOR OUT]-aansluitingen.
B [PHONES]-knop
Deze knop past het niveau aan van het signaal dat wordt
uitgestuurd via de [PHONES]-aansluiting.
1 [SCENE]-toets
Met deze toets gaat u naar het SCENE-scherm, waar u
scene-geheugens kunt opslaan of terugroepen.
B [AUTOMIX]-toets
Met deze toets gaat u naar het AUTOMIX-scherm, waar u
Automix-handelingen kunt instellen en bewerken.
C [USB]-toets
Met deze toets gaat u naar het USB-scherm, waar u
parameters betreffende de werking van USB kunt
opgeven.
AW2400 Gebruikershandleiding
24
■ Data-invoer/regel-sectie
• Het lampje van deze toets brandt als Undo mogelijk is.
• Als u op deze toets drukt en de toets ingedrukt houdt, verschijnt
het UNDO LIST-scherm. Hier kunt u met de [DATA/JOG]draaiknop maximaal vijftien van de laatste handelingen ongedaan
maken (
→
p. 64).
BA
C
D
E
G
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
1 [INC]-toets
Verhoogt de geselecteerde waarde met 1.
B [DEC]-toets
Verlaagt de geselecteerde waarde met 1.
C [Cursor]-toetsen ([]/[]/[]/[]-toetsen)
Met deze toetsen verplaatst u de cursor (het knipperende
vakje) in het scherm om een bepaald item te selecteren.
D [JOG ON]-toets
Deze toets is een AAN/UIT-schakelaar voor de Nudgefunctie, die gebruikmaakt van de [DATA/JOG]-draaiknop.
Als deze functie aan staat, brandt het lampje van de toets.
E [UNDO/REDO]-toets
Met deze toets annuleert u de resultaten van een opnameof trackbewerking (Undo), of voert u een geannuleerde
handeling opnieuw uit (Redo).
TIP
2
Introductie van de AW2400
F
■ Locatie/cijfer-sectie
1
F [ENTER]-toets
Met deze toets bedient u een knop op het scherm of voert
u een bepaalde functie uit.
G [DATA/JOG]-draaiknop
Met deze draaiknop wijzigt u de waarde van een
parameter. Als de [JOG ON]-toets aan staat, regelt deze
draaiknop de Nudge-functie.
1 [LOCATE]-toetsen
Met deze toetsen kunt u rechtstreeks naar vooraf
ingestelde 'locatie'-punten. Deze toetsen worden ook
gebruikt voor het invoeren van tekens en cijfers.
B [NUM.LOCK]-toets
Met deze toets kunt u een bestemmingspunt opgeven in
maten/tellen.
B
AW2400 Gebruikershandleiding
25
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
■ Layer-sectie
ABC
2
Introductie van de AW2400
5DF
1 [IN 1-8]-toets
B [IN 9-16]-toets
C [MASTER]-toets
D [TRACK 1-12]-toets
E [TRACK 13-24]-toets
Selecteer de menglayer die u wilt besturen met de [SEL]toetsen 1-12, de [ON]-toetsen 1-12 en de faders 1-12.
U kunt de volgende menglayers besturen wanneer een
van deze toetsen is geactiveerd:
● [IN 1-8]-toets
Ingangskanalen 1-8Effectretourkanalen 1-4
● [MASTER]-toets
Busmaster 1-2AUX-zendmaster 1-4
Geen besturingEffectzendmaster 1-4
● [TRACK 1-12]-toets
Trackkanalen 1-12
● [IN 9-16]-toets
Ingangskanalen 9-16Effectretourkanalen 1-4
AW2400 Gebruikershandleiding
26
● [TRACK 13-24]-toets
Trackkanalen 13-24
F [REMOTE]-toets
Met deze toets gaat u naar het REMOTE-scherm, waar u
met de voorpaneelfaders en de [ON]-toetsen een extern
MIDI-apparaat of sequencersoftware op uw computer
kunt besturen.
■ Locate-sectie
E [IN]/[OUT]-toetsen
1C
B
E
D
7
F
I
H
1 [SOUND CLIP]-toets
Met deze toets gaat u naar het SOUND CLIP-scherm,
waar u soundclips kunt opnemen of afspelen.
B MARK SEARCH []/[]-toetsen
Met deze toetsen zoekt u naar markeringen die in de song
zijn aangebracht.
C [MARK]-toets
Met deze toets plaatst u een markering op de huidige
locatie in de song.
D [AUTO PUNCH]-toets
Met deze toets schakelt u de audio punch-in/out-functie
in/uit, waardoor u het opnemen kunt automatiseren.
Met deze toetsen geeft u de punten aan waarop auto
punch-in/out begint (het Inpunt) of eindigt (het Outpunt)
met opnemen. Deze toetsen kunnen ook worden gebruikt
als locatietoetsen om direct naar het inpunt of uitpunt te
gaan.
F [SET]-toets
Met deze toets stelt u de in/uit-punten en de A/B-punten in
met behulp van de [IN]/[OUT]-, [A]/[B]- en [LOCATE]toetsen. Hiermee stelt u ook de relatieve nultijd in
wanneer u de toets samen met de RTZ-toets [] indrukt.
G [REPEAT]-toets
Met deze toets schakelt u de A-B Repeat-functie in/uit,
waardoor u een aangegeven gedeelte herhaaldelijk kunt
afspelen.
H [A]/[B]-toetsen
Met deze toetsen geeft u de punten op waarop de Repeatfunctie begint (A-punt) en eindigt (B-punt). Deze toetsen
kunnen ook worden gebruikt als locatietoetsen om direct
naar het A- of B-punt te gaan.
I [CANCEL]-toets
Gebruik deze toets in combinatie met de [IN]/[OUT]toetsen, de [A]/[B]-toetsen of de [LOCATE]-toets om een
geregistreerde locatiemarkering te annuleren.
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
2
Introductie van de AW2400
■ Transport-sectie
1BC
4EF
1 RTZ-toets []
Met deze toets gaat u direct naar de absolute of de
relatieve nultijdlocatie. In combinatie met de [SET]-toets
stelt u met deze toets de huidige locatie in als de relatieve
nultijd.
B REW-toets []
Met deze toets spoelt u terug vanaf de songlocatie.
Druk de toets herhaaldelijk in om te schakelen tussen 8x
de snelheid en 16x de snelheid.
Druk op de STOP- [■] of de PLAY-toets [] om het
terugspoelen te stoppen.
C FF-toets []
Met deze toets spoelt u snel vooruit vanaf de songlocatie.
Druk de toets herhaaldelijk in om te schakelen tussen 8x
de snelheid en 16x de snelheid.
Druk op de STOP- [■] of de PLAY-toets [] om het snel
vooruitspoelen te stoppen.
D STOP-toets [■]
Met deze toets stopt u het afspelen, opnemen, snel
vooruitspoelen of terugspoelen. Hiermee stopt u ook het
afspelen in de triggertrackmodus.
E PLAY-toets []
Als u op deze toets drukt terwijl de recorder is gestopt, zal
het afspelen beginnen. Als u op deze toets drukt terwijl u
de REC-toets [●] ingedrukt houdt, zal het opnemen
beginnen. Als u op deze toets drukt tijdens het snel
vooruitspoelen of terugspoelen, zal het afspelen op
normale snelheid beginnen. Drukt u op deze toets tijdens
het opnemen, dan zal het opnemen stoppen en worden
verdergegaan met afspelen ('punch-out').
F REC-toets [●]
Als u deze toets ingedrukt houdt en op de PLAY-toets
[] drukt terwijl de recorder is gestopt, zal het opnemen
beginnen. Als u deze toets ingedrukt houdt en op de
PLAY-toets [] drukt tijdens het afspelen, schakelt u van
afspelen naar opnemen ('punch-in').
AW2400 Gebruikershandleiding
27
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
Achterpaneel
4GEF
B1C
2
Introductie van de AW2400
HIKJOP
1 [MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8 (XLR)
Dit zijn XLR-3-31-type gebalanceerde ingangsaansluitingen. Het
nominale ingangsniveau is -46 dBu tot +4 dBu. De bedrading voor de
aansluiting wordt hieronder weergegeven.
B [MIC/LINE INPUT]-aansluitingen 1-8 (stereo-steekplug)
Dit zijn gebalanceerde stereo-steekplugingangsaansluitingen. Het
nominale ingangsniveau is -46 dBu tot +4 dBu. De bedrading voor de
aansluiting wordt hieronder weergegeven.
C [INSERT I/O]-aansluitingen 1-2
Via deze stereo-steekplugaansluitingen kunt u externe signaalverwerking
tussenvoegen in het signaal dat wordt ontvangen via de [MIC/LINE
INPUT]-aansluitingen 1-2. Het nominale ingangsniveau is 0 dBu.
De bedrading voor de aansluiting wordt hieronder weergegeven:
LMN
Mannetjes XLRaansluiting
6,3-mm (1/4") stereosteekplug
Q
1 (massa)
Ring (koud)
Mantel (massa)
3 (koud)
2 (heet)
Top (heet)
6,3-mm (1/4") stereosteekplugaansluiting
Naar de INSERT I/Oaansluiting van de
AW2400
Mantel (massa)
OUT
IN
6,3-mm (1/4") stereosteekplugaansluiting
D [STEREO OUT]-aansluitingen
Dit zijn gebalanceerde stereo-steekpluguitgangsaansluitingen, die de signalen van de stereobus uitvoeren.
Het nominale uitgangsniveau is +4 dBu.
E [MONITOR OUT]-aansluitingen
Dit zijn gebalanceerde stereo-steekpluguitgangsaansluitingen, die de monitorsignalen van de stereobus of de
solobus uitvoeren. Het nominale uitgangsniveau is +4 dBu.
F [OMNI OUT]-aansluitingen 1-4
De ongebalanceerde steekplugaansluitingen voeren
de signalen uit die zijn opgegeven op de Output-pagina
van het PATCH-scherm. Het nominale uitgangsniveau is
0 dBu.
G [PHONES]-aansluiting
Dit is een 6,3-mm (1/4") stereo-steekpluguitgangsaansluiting voor het aansluiten van uw hoofdtelefoon
voor beluistering. Deze aansluiting voert altijd hetzelfde
signaal uit als de [MONITOR OUT]-aansluitingen.
Top (OUT)
Naar de ingangsaansluiting
van de externe processor
6,3-mm (1/4")
stereo-steekplugaansluiting
Mantel (massa)
Top (IN)
Naar de uitgangsaansluiting
van de externe processor
Mantel (massa)
H [POWER]-schakelaar
Met deze schakelaar zet u het instrument aan/uit.
OPMERKING
• Voor het aan- of uitzetten van de AW2400 moet u altijd de
procedures bij 'Het instrument aan-/uitzetten' op pagina 38 volgen.
I [AC IN]-aansluiting
Op deze aansluiting sluit u het bijgeleverde netsnoer aan.
LET OP
• Maak alleen gebruik van het bij dit apparaat geleverde
netsnoer. Het gebruik van een ongeschikt vervangend
netsnoer kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
J Massaschroef
Voor maximale veiligheid moet de massaschroef correct
verbonden zijn met een goed massapunt. Een juiste
aarding zorgt eveneens voor een minimum aan brom,
bijgeluiden en interferentie.
AW2400 Gebruikershandleiding
28
Onderdelen van de AW2400 en wat ze doen
LET OP
• De USB-interface kan niet rechtstreeks worden aangesloten op
externe harddisks of CD-R/RW-drives.
• De AW2400 kan worden aangesloten op een USB 2.0- of USB
1.1-interface, maar de gegevensoverdracht verloopt langzamer
met een USB 1.1-interface.
• Zorg dat u voor de USB 2.0-interface een speciale USB 2.0-kabel
gebruikt.
• Het USB MIDI-stuurprogramma dat op de bijgeleverde CD-ROM
staat, moet correct worden geïnstalleerd om verzending en
ontvangst van MIDI-berichten mogelijk te maken.
K PHANTOM +48V [CH1-4] en [CH5-8]-
schakelaars
Er is voorzien in onafhankelijke schakelaars voor fantoomvoeding voor de XLR-type [MIC/LINE INPUT]aansluitgroepen 1 tot en met 4 (CH1-4) en 5 tot en met 8
(CH5-8). Stel fantoomvoeding voor de desbetreffende
aansluitingen in op ON wanneer een of meer condensatormicrofoons met fantoomvoeding worden gebruikt.
• Zorg dat de fantoomvoedingsschakelaars worden
uitgeschakeld wanneer geen fantoomvoeding vereist is.
• Zorg dat geen andere apparatuur dan microfoons met
fantoomvoeding is aangesloten op de XLR-ingangen van de
ingangsgroep waarvoor de fantoomvoeding is ingeschakeld.
Wanneer fantoomvoeding wordt ingeschakeld voor
apparatuur zonder fantoomvoeding, kan er schade ontstaan.
Gebalanceerde dynamische microfoons kunnen doorgaans
echter worden aangesloten zonder negatieve gevolgen.
• Als u schade aan luidsprekers wilt voorkomen, schakelt u
versterkers (of luidsprekers met eigen voeding) uit wanneer
u de fantoomvoeding in- of uitschakelt. Het is ook een goede
gewoonte om alle master-faders en regelaars voor het
uitgangsvolume dan op het minimum in te stellen. De
bijgeluiden die worden gegenereerd wanneer de
fantoomspanning wordt in- of uitgeschakeld, kunnen
systeemonderdelen beschadigen en zelfs gehoorschade
veroorzaken als deze voldoende worden versterkt.
L [MIDI IN]-aansluiting
M [MIDI OUT/THRU]-aansluiting
Deze aansluitingen maken het mogelijk dat er MIDIberichten worden uitgewisseld met externe apparaten.
MIDI IN ontvangt MIDI-berichten.
MIDI OUT/THRU kan intern worden ingesteld op
werking als MIDI OUT (voor verzending van MIDIberichten die door de AW2400 worden gegenereerd) of als
MIDI THRU (voor verzending van de berichten die via de
MIDI IN-aansluiting zijn ontvangen).
N FOOT SW-aansluiting
Een optionele voetschakelaar (Yamaha FC5) kan hier
worden aangesloten om transporthandelingen zoals start/
stop te regelen of om de punch in/out uit te voeren.
OPMERKING
• De desbetreffende handeling kan mogelijk niet worden
uitgevoerd als er een andere voetschakelaar dan de Yamaha FC5
(of equivalent) wordt gebruikt.
O [DIGITAL STEREO IN/OUT]-aansluitingen
Op deze RCA-tulpaansluiting kunt u externe digitale
geluidsapparatuur aansluiten via een coaxkabel.
De aansluiting ondersteunt digitale consumentenelektronica voor audio conform IEC-60958.
P USB-aansluiting
Met deze aansluiting kan de eenheid rechtstreeks worden
aangesloten op een computer met een USB-aansluiting via
een standaard-USB-kabel (compatibel met USB 2.0). Als
de USB Storage-modus (USB-opslag) is geselecteerd,
kunnen er WAV- en songfiles worden overgedragen tussen
de AW2400 en de computer. In de 'normale' modus kan de
USB-verbinding worden gebruikt voor MIDI-besturing.
De USB-interface verwerkt geen rechtstreekse
audiosignalen.
OPMERKING
Let op bij gebruik van de USB-aansluiting
Neem het volgende in acht wanneer u de AW2400 via de
USB-aansluiting met uw computer verbindt. Als u deze
instructies niet in acht neemt, kan de computer of de
AW2400 onverwacht stoppen ('vastlopen') waardoor
gegevens kunnen worden beschadigd of verloren kunnen
gaan. Als de computer of de AW2400 vastloopt, zet u de
voeding uit en vervolgens weer aan en start u de computer
opnieuw op.
• Voordat u de computer via de USB-aansluiting verbindt,
schakelt u de modus voor energiebeheer (suspend/sleep/
standby/hibernate) van de computer uit.
• Sluit de USB-aansluiting aan op de computer voordat u
de AW2400 aanzet.
• Doe het volgende voordat u de voeding van de
aan- of uitzet, de USB-kabel aansluit/lostrekt of de USB
Storage-modus (USB-opslag) in- of uitschakelt.
• Sluit alle toepassingsprogramma's.
• Als de USB Storage-modus uit staat, controleert u of
er geen gegevens worden overgebracht van of naar
de AW2400.
• Als de USB Storage-modus is geactiveerd,
controleert u of er geen lees- of schrijfbewerking
plaatsvindt.
• Als de USB Storage-modus is geactiveerd, kunt u na
het sluiten van alle AW2400-vensters veilig de
AW2400 van de werkbalk verwijderen (Windows) of
de AW2400-iconen van het bureaublad naar de
prullenbak slepen (Macintosh).
• Wacht ten minste zes seconden tussen het aan- en
uitzetten van de AW2400 of tussen het lostrekken en
aansluiten van de USB-kabel.
AW2400
2
Introductie van de AW2400
Voorpaneel
■ CD-RW-drive
Q SLEUF
Hier kan een optionele kaart worden geïnstalleerd.
1 Uitwerpschakelaar
Met deze schakelaar opent u de cd-lade.
B Uitwerpopening
Via deze opening kunt u de cd-lade handmatig openen.
123
C Toegangsaanduiding
Dit lampje brandt wanneer de cd in de drive wordt gelezen
of beschreven.
AW2400 Gebruikershandleiding
29
Basisbediening van de AW2400
Basisbediening van de AW2400
Dit gedeelte legt de basisbediening van de AW2400 uit.
2
Introductie van de AW2400
De display bekijken
De display van de AW2400 toont de volgende informatie.
B
A
C
D
H
I
1 Schermnaam
De naam van het geselecteerde scherm.
B Geselecteerd kanaal
Het mixerkanaal dat is geselecteerd voor bediening.
C Songnaam
De naam van de geselecteerde song.
D Teller (linkerkant)
De huidige locatie in de song. U kunt het weergaveformat
voor de huidige tijd selecteren op de Setting-pagina van
het SONG-scherm. U kunt kiezen uit standaardtijd
(uren : minuten : seconden . milliseconden) of tijdcode
(uren : minuten : seconden : frames . subframes)
E Teller (rechterkant)
De huidige locatie in de song in maten/tellen. De maten/
tellen worden berekend volgens het tempo en de
maatsoort die zijn aangegeven in de tempomap voor de
song. Het huidige tempo en de huidige maatsoort worden
boven deze waarde aangegeven.
F Scene-gegevens
Het nummer en de naam (eerste acht tekens) van de
geselecteerde scene.
G Samplefrequentie/quantizeringsbits
De samplefrequentie en quantizeringsbits (bitdiepte)
van de geselecteerde song.
H Hoofdscherm
De informatie die in dit gebied wordt weergegeven, is
afhankelijk van de toets/knop die het laatst is ingedrukt.
De volgende objecttypen worden in het hoofdscherm
getoond.
EFG
● Cursor
Het knipperende vakje in de display
wordt de 'cursor' genoemd. Als een
object in het scherm wordt omsloten
door de cursor, is dat object
geselecteerd voor bediening.
● Knoppen
Knoppen in de display worden
gebruikt om een parameter in/uit te
schakelen, een van meerdere keuzen
te selecteren of een bepaalde functie
uit te voeren. Een knop die
momenteel is ingeschakeld, wordt
geïnverteerd weergegeven (zwarte
achtergrond met witte tekst). Een
knop die momenteel is
uitgeschakeld, wordt op normale wijze weergegeven
(zwarte tekst op een witte achtergrond).
● Knop-/parametergedeelte in
display
Het knop-/parametergedeelte in de
display wordt gebruikt om de waarde
van de bijbehorende parameter te
bewerken.
Knop
parametergedeelte in
display
Uit
Aan
I Tabs
Als een scherm meerdere pagina's bevat, verschijnen de
overeenkomstige tabs onder in de display. Met de tabs
kunt u schakelen tussen de verschillende pagina's van het
huidige scherm.
In sommige gevallen worden de tabs ook 'extra
functieknoppen' wanneer u op de [SHIFT]-toets drukt. Als
er extra functies beschikbaar zijn, staat de markering
in de linkerbenedenhoek van de display.
AW2400 Gebruikershandleiding
30
Loading...
+ 258 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.