Yamaha AW16G User Manual [nl]

HandleidingHandleidingHandleiding
NL
FCC INFORMATION (U.S.A.)
1. IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT! This product, when installed as indicated in the instructions contained in this manual, meets FCC requirements. Modifications not expressly approved by Yamaha may void your authority, granted by the FCC, to use the product.
2. IMPORTANT: When connecting this product to accessories and/or another product use only high quality shielded cables. Cable/s supplied with this product MUST be used. Follow all installation instructions. Failure to follow instructions could void your FCC authorization to use this product in the USA.
3. NOTE: This product has been tested and found to comply with the requirements listed in FCC Regulations, Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with these requirements provides a reasonable level of assurance that your use of this product in a residential environment will not result in harmful interference with other electronic devices. This equipment generates/uses radio frequencies and, if not installed and used according to the instructions found in the users manual, may cause interference harmful to the operation of other electronic devices. Compliance with FCC regulations does not guarantee that interference will not occur in all installations. If this product is found to be the source of interference, which can be determined by turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate the problem by using one of the following measures: Relocate either this product or the device that is being affected by the interference. Utilize power outlets that are on different branch (circuit breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s. In the case of radio or TV interference, relocate/reorient the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon lead, change the lead-in to coaxial type cable. If these corrective measures do not produce satisfactory results, please contact the local retailer authorized to distribute this type of product. If you can not locate the appropriate retailer, please contact Yamaha Corporation of America, Electronic Service Division, 6600 Orangethorpe Ave, Buena Park, CA 90620
The above statements apply ONLY to those products distributed by Yamaha Corporation of America or its subsidiaries.
IMPORTANT
THE WIRES IN MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE:
BLUE : NEUTRAL BROWN : LIVE
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
Making sure that neither core is connected to the earth terminal of the three pin plug.
* This applies only to products distributed by YAMAHA KEMBLE
MUSIC (U.K.) LTD.
VOORZORGSMAATREGELEN – voor veilige werking –
WAARSCHUWING
Opstelling
• Sluit het netsnoer van dit apparaat alleen aan op een stopcontact van het type dat aangegeven wordt in deze handleiding of zoals aangegeven op het appa­raat. Als u dit niet doet, bestaat de kans op brand en elektrische schokken.
• Zorg ervoor dat er geen water in dit apparaat terecht komt of dat het apparaat nat wordt. Dit zou kunnen resulteren in brand of een elektrische schok.
• Plaats geen vloeistofbevattende voorwerpen of kleine metalen voorwerpen op dit apparaat. Vloeistof of metalen voorwerpen kunnen in dit apparaat brand en elektrische schokken veroorzaken.
• Plaats geen zware voorwerpen, ook dit apparaat niet, op het netsnoer. Een beschadigd netsnoer kan resul­teren in brand of een elektrische schok. Let er in het bijzonder op dat u geen zware voorwerpen plaatst op een netsnoer dat onder een tapijt ligt.
• Installeer geen CD-RW-drive in dit apparaat terwijl het netsnoer is aangesloten op een stopcontact. Dit doen kan leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik de massa-aansluiting aan het achterpaneel om het apparaat goed te aarden. Als het apparaat niet ge­aard is, kunt u een gevaarlijke elektrische schok krijgen.
Bediening
• Bekras, verbuig, verdraai, verhit het netsnoer niet en rek het ook niet uit. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand of een elektrische schok.
• Modificeer dit apparaat niet. Als u dat wel zou doen, bestaat de kans op brand en elektrische schokken.
• Als het begint te onweren, zet dan de POWER­schakelaar van het apparaat zo snel mogelijk uit en haal de stekker uit het stopcontact.
• Als de mogelijkheid van blikseminslag bestaat, raak dan de stekker van het netsnoer niet aan als deze nog is aangesloten. Dit wel doen zou kunnen resulteren in een elektrische schok.
• Gebruik alleen de bijgeleverde netadapter (PA-300) voor dit apparaat. Als u dit niet doet bestaat de kans op brand of een elektrische schok.
In het geval er iets vreemds gebeurt tijdens het gebruik
• Als het netsnoer beschadigd is (dat wil zeggen gesple­ten of als de binnenaders zichtbaar zijn), dan moet u uw dealer vragen om een vervangend exemplaar. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand en elek­trische schokken.
• Mocht dit apparaat of de netadapter gevallen zijn, of de behuizing beschadigd zijn, zet dan de POWER­schakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u het apparaat blijft gebruiken zonder acht te slaan op deze instruc­tie, bestaat de kans op brand of elektrische schokken.
• Als u rook constateert, of een nare geur of geluid, of als er een vreemd voorwerp of vloeistof in het appa­raat is gevallen, dient u deze onmiddellijk uit te zet­ten. Haal de stekker uit het stopcontact. Raadpleeg uw dealer voor reparatie. Als u het apparaat blijft gebruiken zonder acht te slaan op deze instructie, bestaat de kans op brand of elektrische schokken.
LET OP
Opstelling
• Houd altijd de stekker vast als u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact. Trek nooit aan het snoer. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand en elektrische schokken.
• Raak de stekker nooit met natte handen aan. Als u dat wel zou doen, bestaat de kans op een elektrische schok.
• Dit apparaat heeft ventilatie-openingen aan de onder- en achterkant om te voorkomen dat de in­terne temperatuur te hoog oploopt. Blokkeer ze niet. Geblokkeerde ventilatie-openingen kunnen brand veroorzaken. Vermijd in het bijzonder het volgende:
- het apparaat op de zijkant plaatsen of ondersteboven,
- het apparaat op een slecht geventileerde locatie
plaatsen, zoals een boekenkast of ander kastje.
- het apparaat afdekken met een tafelkleed of het
apparaat plaatsen op een tapijt of bed.
• Raak altijd een goed geaard metalen oppervlak of iets soortgelijks aan om u lichaam en kleding volledig van eventuele statische elektrische lading te ontladen, voordat u een CD-RW-drive aanraakt. Deze waarschuwing negeren kan beschadiging van het apparaat door statische elektriciteit veroorzaken.
• Let er op dat u nooit de contacten (metalen pootjes) op de achterkant aanraakt, als u een CD-RW-bran­der vasthoudt. Het aanraken van de contacten kan defecten veroorzaken.
Bediening
• Bedek de netadapter niet met een doek of deken en wikkel deze daar ook niet in. Onder een doek of een deken kan zich warmte opbouwen, waardoor de be­huizing kan smelten en brand kan worden veroor­zaakt. Gebruik het alleen in een goed geventileerde omgeving.
3
VOORZORGSMAATREGELEN
VOORZORGSMAATREGELEN – voor juiste werking –
Pinconfiguraties van de aansluitingen
• XLR-type aansluitingen zijn als volgt bedraad: pin 1: massa, pin 2: heet (+) en pin 3: koud (–).
Vervanging van aan slijtage onderhevige
Interferentie met andere elektrische apparaten
• De digitale schakelingen van dit apparaat kunnen lichte storingen veroorzaken op nabij geplaatste radio’s en TV’s. Als er storingen optreden moet u deze toestellen verder verwijderen van het apparaat.
onderdelen
• De betrouwbaarheid van de werking van componen­ten met bewegende contacten, zoals schakelaars, draaiknoppen, faders en aansluitingen, kan afnemen. De snelheid van de afname is afhankelijk van de werkomgeving en is onvermijdelijk. Raadpleeg uw dealer over vervanging van defecte onderdelen.
Zorg ervoor dat u het apparaat uitzet als u klaar bent
Als u de netadapter gebruikt zal er een kleine hoeveelheid elektrische stroom blijven lopen, zelfs als het apparaat is uitgezet (dat wil zeggen, de POWER-schakelaar is ingesteld op “STANDBY”). Het ontwerp is zo dat het standby­stroomverbruik zo laag mogelijk is. Als u het product gedurende een langere periode niet zult gebruiken, zorg er dan voor dat u de netadapter loskoppelt van het stopcontact.
Storing van mobiele telefoons
• Gebruiken van een mobiele telefoon in de nabijheid van dit apparaat kan bijgeluiden veroorzaken. Als er bijgeluiden optreden, gebruik de telefoon dan verder weg van het apparaat.
Omgaan met de CD-R/RW
Let alstublieft op de volgende punten bij het omgaan met de CD. Dit negeren kan problemen veroorzaken, zoals het verloren gaan van de opgenomen data, het niet goed functi-
oneren van de brander of het slecht leesbaar worden van het geprinte label.
• Plaats de CD niet op plaatsen in direct zonlicht, hoge temperatuur of hoge vochtigheid.
• Raak het oppervlak van de CD niet aan. Houd de CD vast aan de randen.
• Veeg stof of vuil voorzichtig van het opname-oppervlak van de CD. Verwijder stof door te blazen of gebruik een speciaal CD-reinigingsmiddel. Flink wrijven over het oppervlak van de CD met een droge doek kan krassen veroorzaken.
• Schrijf alleen met speciale CD-markers op de CD en plak er geen labels op.
• Maak de CD niet schoon met chemische middelen of detergenten (wasmiddelen).
• Buig de CD niet en laat deze niet vallen.
De geproduceerde data opslaan
De geproduceerde data kan verloren gaan door een verkeerde handeling of ander probleem. Wij bevelen u ten zeerste aan alle data op CD-R/CD-RW op te slaan.
Verantwoordelijkheid voor verlies van data, enz.
4
Yamaha zal geen enkele verantwoordelijkheid accepteren voor welke beschadiging of schade dan ook (inclusief gevolgschade of incidentele schade) opgelopen door de klant of derden, ten gevolge van verloren gaan of beschadigd raken van de op de CD-R-media opgeslagen data, ongeacht of dergelijk verlies door Yamaha had kunnen worden voorzien of daadwerkelijk is voorzien door Yamaha.
Noch geeft Yamaha garantie tegen defecten van de media ten gevolge waarvan deze onbruikbaar wordt.
Waarschuwingen voor omgaan met optionele apparatuur
• Raadpleeg voor vragen over omgaan met CD-RW-branders alstublieft uw Yamaha-dealer.
• Schakel altijd het apparaat en alle randapparatuur uit, haal de stekker van de netadapter uit het stopcontact, en koppel vervolgens de kabels los die de randapparatuur verbinden met het apparaat, voordat u begint met installatiewerk.
• Draag dikke handschoenen als u optionele apparatuur installeert, om te voorkomen dat u uw handen open­haalt aan scherpe metalen randen van het apparaat of de CD-RW-brander.
• Raak altijd een goed geaard metalen oppervlak of iets dergelijks aan om eventuele statische elektrische lading van uw lichaam of kleding volledig te ontladen, voordat u aan deze apparatuur begint te werken.
• Let er bijzonder goed op dat u geen aansluitingen, printbanen of printonderdelen aanraakt.
• Wees bijzonder voorzichtig, zodat u geen IC-pootjes of andere elektronische onderdelen aanraakt, om de elektronische schakelingen van de CD-RW-brander, enz. te beschermen tegen beschadiging ten gevolge van statische elektriciteit bij het omgaan met deze apparatuur
• Let er op dat u geen enkele schroef in het apparaat laat vallen. Als u het apparaat aanzet terwijl er zich nog een gevallen schroef in het apparaat bevindt, kan het zijn dat het apparaat niet goed functioneert of er helemaal mee ophoudt. Als een gevallen schroef niet kan worden teruggevonden, raadpleeg dan uw Yamaha-dealer.
• Als de CD-RW-brander kapot gaat, neem dan contact op met de zaak waar u die apparatuur heeft aangeschaft.
Opmerkingen over auteursrechten
Auteursrechten en andere wetten betreffende intellectuele eigendommen in verscheidene landen laten onder bepaalde omstandigheden reproductie van materiaal waarop auteursrechten rusten toe. Het naleven van de wetten die van toepassing zijn bij het gebruik van dit product, is uw verantwoording. Yamaha wijst elke aan­sprakelijkheid voor overtreding van dergelijke wetten in verband met het gebruik van dit product af.
Ofschoon dit product ontworpen is voor het produceren van muziek, kan het ook worden gebruikt om muziek en andere geluidsproducties waar auteursrechten op rusten te reproduceren. Terwijl bepaalde reproducties en gebruik van gereproduceerd materiaal zijn toegestaan volgens de betreffende wetten, kan dergelijke reproduc­tie zonder licentie een inbreuk of overtreding van wetten vormen. Aangezien overtredingen van wetten seri­euze gevolgen kan hebben, kan het verstandig zijn om een gerechtelijke expert te raadplegen over de conse­quenties van het door u geplande gebruik van dit product.
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma’s en inhoud waarvan Yamaha eigenaar van de auteursrechten is of waarvan Yamaha de licenties bezit om over de auteursrechten van derden te beschikken. Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI-files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN, EN GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
5
Inhoud
Inhoud
1 Voordat u begint .............................9
Inleiding.....................................................................9
Vergeet geen backup van uw data te maken ..............9
Over de CD-RW-brander ..........................................10
De CD-RW-brander installeren..................................10
De CD-RW-brander verwijderen ...............................11
De CD-RW-brander gebruiken..................................11
De netadapter aansluiten .........................................12
De apparatuur aan-/uitzetten ...................................12
2 Introductie van de AW16G ............13
Eigenschappen van de AW16G.................................13
AW16G terminologie ...............................................15
Recordersectie ....................................................15
Mixersectie .........................................................15
Quick Loop Sampler-sectie..................................16
Algemeen ...........................................................16
Onderdelen van de AW16G en wat ze doen.............17
Bedieningspaneel................................................17
Achterpaneel ......................................................21
Bedieningspaneel................................................22
Basisbediening van de AW16G .................................23
De display bekijken .............................................23
Toegang krijgen tot een scherm/pagina/kanaal ..23
Een knop aan-/uitschakelen ................................24
Bewerken van een waarde in de display ..............24
Tekst invoeren ....................................................24
Via de SELECTED CHANNEL-sectie......................25
3 Luisteren naar de demosong .........27
Sluit externe apparaten aan en zet de AW16G
aan ........................................................................27
De demosong laden.................................................28
De demosong afspelen.............................................29
De demosong mixen................................................30
4 Een soundclip opnemen .................33
Aansluiten van uw instrument of microfoon .............33
Aanpassen van het ingangsniveau ............................34
Een soundclip opnemen/afspelen.............................35
5 Trackopname .................................39
Een nieuwe song creëren .........................................39
Directe opname en busopname ...............................40
Toewijzen van ingangssignalen aan tracks (Directe
opname)................................................................42
Ingangssignalen toewijzen aan tracks (Busopname) .45
Inschakelen van de metronoom ...............................47
Opnemen op een track ............................................48
Ingangskanalen/trackkanalen paren .........................49
De inputlibrary gebruiken.........................................50
De EQ-library gebruiken ...........................................52
De dynamicslibrary gebruiken ..................................53
6 Overdubben ................................... 55
Over overdubben.....................................................55
Toewijzen van het ingangssignaal aan een track.......56
Onmiddellijk een EQ-library oproepen......................56
Onmiddellijk een dynamicslibrary oproepen.............57
De mixbalans en pan aanpassen...............................57
Overdubben ............................................................58
Punch-in/out............................................................59
Manual punch-in/out .........................................59
Auto punch in/out..............................................59
De Undolist gebruiken .............................................61
Virtuele tracks schakelen...........................................62
De huidige song opslaan..........................................63
Een bestaande song laden........................................64
7 Verscheidene afspeeltypes ............ 65
De locator gebruiken................................................65
Markers gebruiken ...................................................67
De positie van een locatepunt of marker
aanpassen..............................................................68
Een locatepunt of marker wissen ..............................69
Herhaaldelijk een bepaald gedeelte afspelen (de
A-B Repeatfunctie) .................................................70
Een locatie vinden terwijl u naar het geluid
luistert (de Nudgefunctie)......................................71
Een locatie vinden terwijl u de golfvorm bekijkt........72
8 Libraries en scenegeheugens
gebruiken ................................. 73
Over de libraries.......................................................73
Over scenegeheugens ..............................................73
Basisbediening voor libraries en scenegeheugens .....74
Een library of scenedata opslaan .........................74
Library- of scenedata oproepen ..........................75
Library- of scenedata wissen ...............................75
De library- of scenedata een naam geven ...........76
Details over libraries en scenegeheugen ...................77
Inputlibrary.........................................................77
EQ-library ...........................................................77
Dynamicslibrary..................................................78
Effectlibrary ........................................................78
Masteringlibrary .................................................78
Samplelibrary .....................................................78
Channellibrary ....................................................79
Scenegeheugens.................................................79
De Recall Safefunctie gebruiken................................80
9 Mixdown (afmixen) en bounce
(tracks samenvoegen)
handelingen ............................. 81
Over afmixen en samenvoegen ................................81
Voorbereidingen voor het afmixen ...........................83
De interne effecten via send/return gebruiken..........84
Opnemen op de stereotrack.....................................86
Samenvoeg (ping-pong) opnameprocedure.............87
6
Handige functies tijdens afmix-/samenvoeg-
handelingen (mixdown/bounce) ........................... 89
Ingangssignalen of padspel toevoegen tijdens
afmixen............................................................ 89
Meters gebruiken om het niveau van elk
kanaal te controleren .......................................90
Alle parameters van een zeker kanaal bekijken.... 90
Een kanaal initialiseren........................................ 91
De EQ-parameters bewerken.............................. 92
De dynamicsparameters bewerken ..................... 93
De parameters van een intern effect
bewerken......................................................... 94
Een effect in een trackkanaal tussenvoegen ........96
10 Een audio CD creëren................... 97
Een audio CD creëren .............................................. 97
CD-types die u kunt gebruiken met de
CD-RW-brander..................................................... 97
Manieren om een audio CD te beschrijven ..............98
Basisinstellingen voor de CD-RW-brander ................99
Audiodata schrijven (Track At Once) ...................... 100
Audiodata schrijven (Disc At Once)........................ 102
Finalizen van de CD-R/RW .....................................104
CD-RW wissen ....................................................... 105
Een audio CD afspelen........................................... 106
11 Quick Loop Sampler................... 107
Over de Quick Loop Sampler ................................. 107
Samplelibraries gebruiken ...................................... 109
Opnemen/afspelen van padspel............................. 110
Importeren van een audio CD/WAV-file in een
pad ..................................................................... 112
Importeren van een audiotrack/stereotrack in een
pad ..................................................................... 114
Een extern ingangssignaal samplen........................ 115
De samplenaam bewerken..................................... 117
Het afspeelgedeelte trimmen ................................. 118
De afspeelmode voor elke pad omschakelen.......... 119
De Slicefunctie gebruiken ......................................120
Een ongewenste sample wissen .............................122
12 Trackbewerking......................... 123
Wat u kunt doen door de bewerkings-
commando’s te gebruiken................................... 123
Basisprocedure voor trackbewerking ................124
Overzicht van bewerkingscommando’s.................. 126
ERASE............................................................... 126
DELETE............................................................. 127
INSERT ............................................................. 127
COPY ............................................................... 128
MOVE ..............................................................129
EXCHANGE ......................................................130
TIME COMP/EXP (Tijdscompressie/-expansie) .. 130
PITCH CHANGE................................................ 131
EXPORT............................................................ 131
WAV-files exporteren en audio CD- of WAV-files
importeren .......................................................... 132
WAV-files exporteren........................................ 132
Importeren van een audio CD- of WAV-file....... 133
13 Songbeheer ............................... 137
Over songs ............................................................ 137
De songnaam bewerken ........................................ 138
Verscheidene instellingen van de song bewerken... 139
Kopiëren of wissen van een song ........................... 140
Een song optimaliseren.......................................... 141
Een tempomap creëren ......................................... 142
Data importeren van een bestaande song.............. 144
Songs en samplelibraries backuppen...................... 145
Songs of samplelibraries terugroepen ....................147
Songdata uitwisselen met de
AW4416/AW2816 ............................................... 148
14 MIDI- en utilityfuncties ............. 149
Wat u kunt doen door MIDI te gebruiken ..............149
Basis MIDI-instellingen........................................... 150
De AW16G’s instellingen verzenden via MIDI
(Bulkdump) ......................................................... 154
De MIDI-Remotefunctie gebruiken......................... 155
Over de MIDI-Remotefunctie............................ 155
De MIDI-Remotefunctiepresets gebruiken ........155
De user-defined (door de gebruiker
gedefinieerde) Remotefunctie ........................157
De testtoonoscillator.............................................. 159
Digitale ingangsinstellingen/Controleren en
initialiseren van de interne harddisk..................... 160
Algemene instellingen voor de AW16G.................. 162
15 De AW16G met externe
apparaten gebruiken ............. 163
De AW16G gebruiken met een
“workstationsynth” ............................................. 163
De AW16G synchroniseren met de sequencer
van het workstation .......................................163
AW16G mixhandelingen opnemen/afspelen met
de sequencer van het workstation.................. 164
AW16G-scenes omschakelen vanaf de
sequencer van het workstation....................... 165
Op afstand een toongeneratormodule bedienen ... 166
Externe effecten gebruiken ....................................167
Een MD-recorder aansluiten................................... 169
Afmixen naar een MD-recorder ........................ 169
Audiodata van een MD-recorder opnemen ...... 170
Appendix ........................................ 171
Inputlibrary-overzicht ............................................ 171
Masteringlibrary-overzicht .....................................172
EQ-library-overzicht ............................................... 173
Dynamicsparameters .............................................174
Dynamicslibrary-overzicht...................................... 177
Effectlibrary-overzicht ............................................178
Effectparameters.................................................... 180
Samplelibrary-overzicht .........................................192
Problemen oplossen .............................................. 194
Displaymededelingoverzicht .................................. 198
Over de CD-ROM die bij de AW16G geleverd
wordt .................................................................. 200
Let op ..............................................................200
Inhoud van de CD-ROM................................... 200
7
Inhoud
Terugzetten van de interne harddisk naar de
fabrieksinstellingen .........................................200
Een remotefile installeren..................................201
MIDI-dataformat ....................................................204
MIDI Implementatie-overzicht................................211
Specificaties ...........................................................212
Afmetingen ............................................................214
Index .....................................................................215
Blokschema............................................................218
8
Opm
Hoofdstuk 1
Voordat u begint
Dit hoofdstuk legt uit wat u zou moeten weten voordat u de AW16G begint te gebruiken.
Inleiding
Controleer de bijgeleverde items
De AW16G-verpakking bevat de volgende items. Als er iets ontbreekt neem dan alstublieft contact op met uw dealer.
• De AW16G
• Netadapter (PA-300)
• Handleiding (dit boek)
• CD-ROM
Auteursrechten
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerpro­gramma’s en inhoud waarvan Yamaha eigenaar van de auteursrechten is of waarvan Yamaha de licentie heeft om over de auteursrechten van anderen te beschikken. Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI-files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de koper, is volgens de betref­fende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schen­ding van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Handelsmerken
• Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. USA in de Verenigde Staten en andere landen.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation USA in de Verenigde Staten en andere landen.
• Cubase VST is een handelsmerk van Steinberg Media Technologies AG.
• Logic Audio is een handelsmerk van Emagic Soft- en Hardware GmbH.
• Cakewalk is een geregistreerd handelsmerk van Twelve Tone Systems, Inc.
• ProTools is een handelsmerk of geregistreerd han­delsmerk van Avid Technology, Inc. en aangesloten bedrijven.
• Andere bedrijfsnamen en productnamen in dit docu­ment zijn de handelsmerken of geregistreerde han­delsmerken van hun respectieve eigenaren.
Yamaha website
http://www.yamahasynth.com http://www.yamaha.co.jp/product/proaudio/homeenglish/ Yamaha manual library
http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/
Vergeet geen backup van uw data te maken
Opslaan van geproduceerde data
De geproduceerde data kunnen verloren gaan door een verkeerde handeling of ander probleem. We adviseren u alle belangrijke data op te slaan op CD-R of CD-RW of andere externe opslagmedia.
Opm
Er is een CD-RW-brander (de los verkrijgbare CDRW16G) nodig om backup van de data te maken.
Verantwoordelijkheid voor verlies van data, enz.
Yamaha zal geen enkele verantwoordelijkheid accepte­ren voor welke beschadiging of schade dan ook (inclu­sief gevolgschade of incidentele schade) opgelopen door de klant of derden, ten gevolge van verloren gaan of be­schadigd raken van de op de CD-R-media opgeslagen data, ongeacht of dergelijk verlies door Yamaha had kun­nen worden voorzien of daadwerkelijk is voorzien door Yamaha.
Yamaha geeft ook geen garantie op de media als deze beschadigd raken ten gevolge enig defect, waardoor deze onbruikbaar worden.
9
Voordat u begint
1
B
C
D
E
F
G
Over de CD-RW-brander
Een CD-RW-brander is een apparaat dat u in staat stelt om audio CD’s te creëren of af te spelen, een backup van de data op de harddisk te maken en de data terug te la­den, en data te lezen van een CD-ROM. Een optionele CDRW16G kan in de AW16G worden geïnstalleerd. Let er op dat er geen andere CD-RW-branders in de AW16G kunnen worden geïnstalleerd.
• Zelfs als een CD-RW-brander probleemloos lijkt te wer­ken, kan er zich ongeveer eens op de vijfhonderd keer een lees- of schrijffout voordoen.
• Yamaha neemt geen enkele verantwoording voor beschadiging, direct of indirect, die het gevolg zijn van het gebruik van de bovengenoemde CD-RW-brander.
Behandeling
Laat de brander niet vallen en stel de brander niet bloot aan flinke schokken.
Raak nooit de optische lens aan.
Let er op dat de optische lens niet stoffig of vuil wordt.
Als de optische lens stoffig wordt, gebruik dan een commercieel beschikbare stofblazer (spuitbus) om het stof met schone lucht weg te blazen.
Raak voordat u de brander installeert, een ge­aard metalen voorwerp aan, zodat de brander niet beschadigd ten gevolge van statische elektriciteit die in uw lichaam is opgebouwd.
Zorg ervoor dat er, aangezien het inwendige van de brander krachtige magnetische schake­lingen bevat, geen enkel magnetisch materiaal in de buurt van de brander komt. (In het bij­zonder metaalfragmenten, schroeven of pin­nen die in het brandermechanisme komen, kunnen er voor zorgen dat de brander niet meer werkt.)
Druk niet op de bovenkap.
De CD-RW-brander installeren
4
3
Zet de AW16G uit.
1
Zet de AW16G uit, zoals beschreven in “De apparatuur uitzetten (shut down)” ( blz. 12). Koppel, omwille van de veiligheid, ook de netadap­ter en de AW16G los van het stopcontact.
Leg de AW16G ondersteboven op zijn bedie-
2
ningspaneel.
Let er op dat u de AW16G niet op de vloer laat val­len, of dat u de componenten van het bedienings­paneel beschadigd. Spreid een zachte doek uit op een recht (waterpas) oppervlak en stapel wat tijd­schriften of iets dergelijks om elk van de vier hoe­ken van de ondersteboven liggende AW16G te on­dersteunen.
Plaats de CD-RW-brander in het slot.
3
Druk de CD-RW-brander in het slot zodat de deksel in het slot naar achteren wordt gedrukt. Als de CD­RW-brander de achterkant van het slot bereikt, blijf dan doordrukken totdat u voelt dat de connector op zijn plaats klikt. U zult ongeveer evenveel druk uit moeten oefenen als bij het drukken op een knop van een lift.
Zet de CD-RW-brander vast met schroeven.
4
Gebruik de twee bijgeleverde schroeven om de CD-RW-brander op zijn plaats vast te zetten (“4” in het diagram links).
Zorg ervoor dat u de installatiestappen 1–4 precies volgt zoals aangegeven. Met name het lezen en schrijven kan problemen opleveren als de schroeven niet goed genoeg zijn aangedraaid.
10
Opm
De CD-RW-brander verwijderen
4
3,5
CD-RW-branderkap
Zet de AW16G uit.
1
Zet de AW16G uit, zoals beschreven in “De apparatuur uitzetten (shut down)” ( blz. 12). Koppel, omwille van de veiligheid, ook de netadap­ter en de AW16G los van het stopcontact.
Leg de AW16G ondersteboven op zijn
2
bedieningspaneel.
Let er op dat u de AW16G niet op de vloer laat val­len, of dat u de componenten van het bedienings­paneel beschadigd.
Verwijder de CD-RW-branderkap.
3
Verwijder de zwarte schroef die de CD-RW-bran­derkap op zijn plaats houdt (“3” in het diagram links).
Raak de schroef die u verwijderd heeft niet kwijt.
Trek de CD-RW-brander uit het slot.
4
Verwijder de twee schroeven die de CD-RW­brander op zijn plaats houden en trek de CD-RW­brander eruit (“4” in het diagram links).
Pak het hier vast met uw duim en wijsvinger.
< Onderkant CD-RW-brander >
• Raak de schroeven die u verwijderd heeft niet kwijt.
• Let er op dat u zich niet snijdt aan scherpe metalen randen.
Bevestig de CD-RW-branderkap.
5
Bevestig de CD-RW-branderkap met de zwarte schroef die u in stap 3 heeft verwijderd.
De kap kan breken als u probeert de CD­RW-brander eruit te trekken door deze bij de zwarte kap beet te houden.
1
Voordat u begint
De CD-RW-brander gebruiken
De CD-RW-brander die al in de AW16G is geïnstalleerd, is voorzien van een beschermingsplaatje in de CD-lade om te voorkomen dat deze beschadigt tijdens het trans­port. Voordat u de AW16G gebruikt, moet u dit bescher­mingsplaatje verwijderen.
Druk, om een CD in de CD-RW-brander te plaatsen, op de uitwerpschakelaar. De CD-lade zal open gaan. Plaats de CD in de lade en druk de CD-lade voorzichtig terug.
Opm
De CD-lade wordt elektrisch geopend. Als de CD-lade niet naar buiten komt als u op de uitwerpschakelaar drukt, zet dan de AW16G aan en druk nogmaals op de uitwerpschakelaar.
UitwerpknopUitwerpopening
Een CD verwijderen in noodgevallen
Als u niet in staat bent de CD uit te werpen door op de uitwerpschakelaar te drukken, voer dan een draad met een diameter van minder dan 2 mm (zoals een rechtge­bogen paperclip) in de uitwerpopening, en druk dan voorzichtig. In de volgende gevallen hoort de uitwerp­schakelaar de CD niet uit te werpen, dus gebruik dan deze methode niet.
• Als de AW16G op “STANDBY“ staat
• Als de CD aangesproken wordt (er data worden gele­zen, geschreven of gewist)
• In de CD PLAY-mode
Deze uitwerpmethode is bedoeld voor noodgevallen, als bijvoorbeeld de CD niet uitgeworpen kan worden ten gevolge van het niet goed functioneren van de CD-lade of in het geval van spanningsuitval. Gebruik deze methode niet onnodig, aangezien het de CD-RW-brander kan be­schadigen.
11
Voordat u begint
Tip!
De netadapter aansluiten
Als u de bijgeleverde netadapter (PA-300) aansluit, moet u deze eerst aansluiten op de DC IN-aansluiting van de AW16G en vervolgens op het stopcontact. Haak, na het aansluiten van de netadapter op de AW16G, de kabel achter de klem zoals te zien is in het diagram. Dit zal voorkomen dat de kabel per ongeluk wordt losgetrokken, waardoor de AW16G onverwachts zonder spanning komt te zitten.
De apparatuur aan-/uitzetten
DC IN
1
B
C
1
B
C
U moet de volgende procedure gebruiken om de AW16G tussen ON en STANDBY te schakelen. Als u deze proce­dure niet volgt, kan de interne harddisk of uw externe monitorsysteem beschadigen.
De apparatuur aanzetten
Zet, in een systeem waar de AW16G onderdeel van uitmaakt, de apparaten in de volgende volgorde aan.
Externe apparaten zoals audiobronnen en effectprocessors aangesloten op de ingangs-/ uitgangsaansluitingen van de AW16G
De AW16G zelf
Het monitorsysteem dat is aangesloten op de uitgangsaansluitingen van de AW16G
Zorg ervoor dat, voordat u het apparaat aanzet, de net­adapter goed is aangesloten op de AW16G en het stop­contact. Als de spanningsvoorziening wordt losgekoppeld terwijl de AW16G wordt gebruikt, kan de AW16G zelf of de harddisk beschadigd raken.
Als u de AW16G aanzet zal er een openingsscherm ver­schijnen, waarna het volgende scherm zal verschijnen.
Druk, in de WORK NAVIGATE-sectie, linksbo-
1
ven op het bedieningspaneel, verscheidene keren op de [SONG]-toets om toegang te krij­gen tot de volgende SHUT DOWN-pagina.
Druk op de [ENTER]-toets, in het midden van
2
het rechtergedeelte van het bedieningspaneel.
Een popupvenster zal u vragen of u de huidige song op wilt slaan.
Gebruik de CURSOR [ ]/[ ]-toetsen, rechts-
3
boven op het bedieningspaneel, om de cursor (het knipperende gebied in het scherm) naar de YES-knop te verplaatsen als u de huidige song op wilt slaan, of naar de NO-knop als u deze niet op wilt slaan. Druk vervolgens op de [ENTER]-toets.
De apparatuur uitzetten (shut down)
Zet, in een systeem waar de AW16G onderdeel van uit­maakt, de apparaten in de volgende volgorde uit.
Het monitorsysteem dat is aangesloten op de uitgangsaansluitingen van de AW16G
De AW16G zelf
Externe apparaten zoals audiobronnen en ef­fectprocessors die zijn aangesloten op de in­gangs-/uitgangsaansluitingen van de AW16G
Volg bij het uitzetten van de AW16G, de volgende “uit­schakelprocedure”.
12
Schakel, als de “Now safe to turn off...”-mede-
4
deling verschijnt, de [POWER]-schakelaar, die zich op het achterpaneel bevindt, uit.
Als u de AW16G uitzet zonder de bovenstaande SHUT DOWN-procedure te volgen, raakt u niet alleen alle niet opgeslagen wijzigingen kwijt, maar u riskeert ook dat u de data op de harddisk beschadigt, en de harddisk zelf en de interne CD-RW-brander beschadigt of de levensduur ervan drastisch verkort. Wees alstublieft voorzichtig.
Tip!
Er loopt nog een kleine hoeveelheid elektrische stroom, zelfs als het apparaat in de STANDBY-mode staat. Als u de AW16G gedurende een langere tijd niet gaat gebrui­ken, zorg er dan voor dat u de netadapter loskoppelt van uw stopcontact.
Hoofdstuk 2
Introductie van de AW16G
Dit hoofdstuk beschrijft de eigenschappen van de AW16G, de naam van elk onderdeel en zijn functie, en introduceert de terminologie waar u mee bekend moet zijn om gebruik te kunnen maken van de AW16G.
Eigenschappen van de AW16G
De AW16G is een audioworkstation die een digitale mixer, multi-effectprocessor, harddiskrecorder, sampler en CD-RW-brander combineert.
Het volgende diagram laat de signaalbaan in de AW16G zien.
INPUT-aanslui­tingen1–8
DIGITAL STEREO IN
-aansluiting
1 2 3 4
Quick Loop Sampler
×
8
Ingangskanalen 1–8
×2
Trackkanalen 1–16 Returnkanalen1/2 Padkanalen 1–4
Bussen L/R AUX-bussen 1/2 Effectbussen 1/2
×8
Stereobussen L/R
×2
Stereo uitgangskanaal
Recorder input
patching
×2 ×16 ×16
Recorder
Mixer
2
× ×2
×2 ×2 ×2
×2 ×2
×2 ×2
×2
CD Write
DATA Backup/Restore Import/Export
Soundclip
Aansluitingen: STEREO/AUX OUT DIGITAL STEREO OUT MONITOR OUT PHONES
Metronoom
Effect 1
Interne effecten
Effect 2
CD Play
CD-RW-brander
Laten we nu eens een meer gedetailleerde blik werpen op elke sectie van de AW16G.
Mixersectie
Volwaardige mixer met 36 ingangskanalen
De AW16G bevat een digitale mixer met in totaal 36 ingangskanalen, waaronder 8 analoge ingangen, 1 stereo digitale ingang, 16 recordertracks en 2 effect­returns. De audiokwaliteit wordt gewaarborgd door 24-bits AD/DA en 32-bits interne processing. Een Hi­Z-ingangsaansluiting, voor directe aansluiting van een elektrische gitaar of bas, is ook aanwezig.
Volledig nieuw ontworpen bediening
De AW16G is ontworpen om rechtstreeks bediend te worden door de musicus (gitarist, vocalist, drummer enz.). Met een minimum aantal stappen, kunt u in­gangssignalen aan tracks toewijzen, het monitorsig­naal schakelen, en opnemen met toepassing van ef­fecten, EQ en dynamische processing.
13
Introductie van de AW16G
Vier-bands EQ en dynamische processors op elk kanaal
Vier-bands volledig parametrische EQ en dynamische processing is voorzien op nagenoeg elk kanaal. U kunt de gewenste preset oproepen uit de bibliotheek (library) en de paneelknoppen en -toetsen gebruiken om de instellingen snel aan te passen.
Er zijn twee hoge kwaliteits multi-effectapparaten ingebouwd
De twee ingebouwde effectapparaten leveren een grote verscheidenheid aan effecten waaronder ruim­telijke effecten zoals reverb en delay, modulatie­effecten zoals chorus en flanger, en gitaareffecten zoals distortion en amp simulation. Deze effecten kunnen worden gebruikt of via send/return, of als insertie (tussengevoegd) in een gewenst kanaal.
Recordersectie
8-track gelijktijdig opnemen/16-track gelijktijdig afspelen
U kunt meerdere tracks met instrumenten één voor één opnemen, of meerdere microfoons opstellen om een drumstel of een live optreden van een complete band op te nemen. Een stereotrack voor direct af­mixen van alle 16 tracks is ook aanwezig, waardoor u de multitrackaudio en de two-trackmix als een en­kel datapakket kunt beheren.
Voor de multitracks, alsook de stereo track, kunt u acht virtuele tracks voor elke track gebruiken. Tijdens het opnemen van parts of tijdens het afmixen, kunt u virtuele tracks schakelen om meerdere takes op te nemen en later de beste take selecteren.
Veelzijdige bewerkingsfunctionaliteit
Audiodata opgenomen op een track kan worden ge­kopieerd, verplaatst of bewerkt via een verscheiden­heid aan commando’s. U kunt gedetailleerde bewer­kingen maken of zelfs radicale wijzigingen in de structuur van de song maken door dezelfde riff her­haaldelijk te gebruiken of het aantal refreinen uit te breiden.
“Time Compression” laat u de tijdsas van de audio­data comprimeren of expanderen met een bereik van 50%–200%. “PITCH CHANGE” laat u de toonhoogte wijzigen in een bereik van één octaaf omhoog of naar beneden. U kunt de Undofunctie gebruiken om de resultaten van tot wel de vijftien laatste bewer­kingshandelingen terug te draaien.
Een verscheidenheid aan Locate-methodes en auto punch in/uit
Zeven locatepunten (start/end, relative zero, A/B, in/ out) en 99 markers kunnen aan elk gewenste punt in de song worden toegewezen, voor snelle toegang via Locate-handelingen. Functies voor auto punch-in/out en A-B herhaaldelijk afspelen zijn ook aanwezig. De AW16G heeft ook een metronoom die de "Tempomap" volgt.
Sound Clipfunctie
De Sound Clipfunctie laat u een ingangssignaal op­nemen en afspelen zonder de recordertracks te beïn­vloeden. U kunt dit als een schets voor uw ideeën voor een song of arrangement gebruiken.
Quick Loop Sampler-sectie
De AW16G heeft een ingebouwde pad-type sampler. U kunt zestien stereo golfvormen toewijzen aan de vier pads met samplebanken. Sampling gebruikt dezelfde ho­ge 16-bits-, 44,1 kHz-kwaliteit als het opnemen. Er kun­nen ook audiotracks van de harddisk, externe invoer via de mixer, of WAV-files van een CD-ROM worden gela­den.
De timing waarmee elke pad wordt ingedrukt kan wor­den opgenomen op een speciale padtrack, en later wor­den bewerkt. Er kunnen drumfrases van de samplelibrary worden toegewezen aan pads, en u kunt dan de padhan­delingen opnemen en deze functie gebruiken als een eenvoudige drumcomputer.
De maximale polyfonie is vier stereo noten, en de maxi­male afspeeltijd is in totaal 44 seconden aan stereo voor de hele Quick Loop Sampler.
CD-RW-brander
Een speciale CD-RW-brander (de CDRW16G, optioneel) kan in de AW16G worden geïnstalleerd. Als deze is geïn­stalleerd kunt u een audio CD maken van de stereo tracks van de songs die zijn opgenomen op de harddisk. De markers die zijn toegewezen binnen een song kun­nen ook worden gebruikt als tracknummers van de CD. U kunt zelfs geavanceerde technieken gebruiken zoals het toewijzen van meer dan één tracknummer aan een enkele song.
De CD-RW-brander kan ook worden gebruikt om back­ups van songs te maken en ze terug te laden, om audio CD’s af te spelen en om WAV-data van een CD-ROM te laden.
14
AW16G terminologie
Recordersectie
Tracks
Een locatie waar data zijn opgenomen wordt een “track” genoemd. De AW16G’s recordersectie gebruikt de vol­gende tracktypes.
Audiotracks
De fysieke tracks die worden gebruikt om audiodata op te nemen en af te spelen worden “audiotracks” of gewoon “tracks” genoemd. De AW16G heeft zestien audiotracks. U kunt acht tracks tegelijkertijd opne­men, en 16 tracks tegelijkertijd afspelen.
Stereotrack
Onafhankelijk van de audiotracks 1–16, beschikt de AW16G over een “stereotrack” die een stereo audio­signaal opneemt en afspeelt.
De stereotrack wordt hoofdzakelijk gebruikt als een speciale afmixtrack voor het opnemen van de uitein­delijke mix.
Virtuele tracks
Elke audiotrack 1–16 en de stereotrack bestaat uit acht tracks. Elk van deze acht tracks wordt een “vir­tuele track” genoemd. Voor de audiotracks en de ste­reotrack kan slechts één virtuele track per keer wor­den opgenomen of afgespeeld. U kunt echter van vir­tuele track wisselen om zo door te gaan met het op­nemen van een nieuwe take, terwijl de vorige opna­me bewaard wordt.
Het diagram hieronder laat het concept van virtuele tracks zien. De horizontale rijen geven de audio­tracks 1–16 aan en de verticale kolommen komen overeen met de virtuele tracks 1–8. De met schaduw aangegeven gebieden geven de virtuele tracks aan die momenteel zijn geselecteerd voor opnemen of afspelen.
Audiotracks
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7
Virtuele tracksVirtuele tracks
8
Stereotrack
1 2 3 4 5 6 7 8
Gepaarde tracks
Bij audiotracks 9/10–15/16 worden de naast elkaar gele­gen gepaarde tracks als een enkele track bediend via de mixer. Deze gepaarde tracks worden “paired tracks” ge­noemd. Een gepaarde track kan worden gebruikt om een stereobron, een dubbel gitaarspel, enz. op te nemen.
Locatepunten/-markers
Locaties binnen een song die u in volgorde heeft aangege­ven om een functie zoals auto punch in/out of A-B repeat (herhaaldelijk) afspelen uit te voeren worden genoemd. Locatepunten bevatten de in/out-punten en de A/B-punten, en u kunt de toetsen van de Locate-sectie ge­bruiken om deze punten ogenblikkelijk te verplaatsen.
U kunt, onafhankelijk van de locatepunten, “markers” toewijzen aan de gewenste locaties binnen een song, zo­dat u in staat bent deze locaties snel te vinden. De AW16G laat u tot negenennegentig markers (1–99) instellen. Via de toetsen van de Locate-sectie kunt u ogenblikkelijk naar de voorgaande of volgende marker gaan.
“locate points”
Mixersectie
Kanalen
Een signaalroute die een enkel signaal in de mixer be­werkt en deze naar de verscheidene secties stuurt, wordt een “channel” (kanaal) genoemd. De mixersectie van de AW16G laat u de volgende kanalen gebruiken.
Ingangskanalen 1–8
Hier worden EQ en dynamische processing op de signalen toegepast die binnenkomen via de MIC/ LINE-ingangsaansluitingen 1–8, en worden ze naar de recordertracks of naar de STEREO OUT-aansluitin­gen gestuurd.
Trackkanalen 1–16
Deze kanalen passen EQ en dynamische processing toe op de audioafspeelsignalen van de audiotracks 1– 16 van de recorder, en sturen de signalen naar de ste­reotrack en de STEREO OUT-aansluitingen. U kunt ook “bounce recording” (ping-pong opname) uitvoeren door deze kanalen naar verschillende tracks te sturen.
Returnkanalen 1/2
Deze kanalen sturen de returnsignalen van de interne effecten naar de stereotrack en de STEREO OUT-aan­sluitingen.
Padkanalen 1–4
Deze kanalen passen EQ en dynamische processing toe op het afspelen van de Quick Loop Samplerpads 1–4, en sturen de signalen naar de stereotrack en de STEREO OUT-aansluitingen.
Stereo-uitgangskanaal
Hier worden EQ en dynamische processing toegepast op het stereobussignaal (die de signalen van de ver­scheidene kanalen combineert), en wordt deze naar de stereotrack of naar de STEREO OUT-aansluitingen gestuurd. Hetzelfde signaal wordt ook uitgestuurd via de MONITOR OUT- en de PHONES-aansluiting.
2
Introductie van de AW16G
15
Introductie van de AW16G
Gepaarde kanalen
Voor trackkanalen 9/10–15/16, padkanalen 1–4 en returnkanalen 1/2 zijn de parameters (met uitzondering van pan en fase) altijd gekoppeld voor naast elkaar lig­gende gepaarde kanalen. Deze worden (gepaarde kanalen) genoemd.
Van de ingangskanalen 1–8 en de trackkanalen 1–8 kunt u ook twee naast elkaar liggende oneven-/evengenum­merde kanalen als gepaarde kanalen laten functioneren. De parameters (met uitzondering van pan en fase) van gepaarde kanalen zullen worden gekoppeld, zodat het aanpassen van één parameter er voor zal zorgen dat dezelfde parameter van het andere kanaal volgt.
Bussen
Een signaalroute die de signalen van meerdere kanalen mengt en ze naar een uitgangsaansluiting of recorder­trackingang stuurt, wordt een “bus” genoemd.
Anders dan bij kanalen, waar alleen enkele signalen worden verwerkt, kan een bus meerdere signalen combi­neren naar één of twee signalen en ze naar een bestem­ming sturen. (De term “bus” komt van het voertuig dat meerdere mensen tegelijkertijd kan vervoeren.)
De AW16G’s mixersectie laat u de volgende bussen gebruiken.
Stereobus
Deze mengt de ingangssignalen naar stereo, en stuurt ze via het stereo-uitgangskanaal naar de stereotrack van de recorder of naar de STEREO OUT-aansluitin­gen.
AUX-bussen 1/2
Deze combineren de signalen van de verscheidene track-, ingangs-, return- en padkanalen, en stuurt ze uit via de STEREO/AUX OUT-aansluitingen naar een extern apparaat. Gebruik deze als u een externe ef­fectprocessor gaat gebruiken, of om een mix voor musici voor monitoring (afluistering) te creëren, die anders is dan die van het stereokanaal.
Effectbussen 1/2
Deze combineren de signalen van de track-, ingangs-, return- en padkanalen, en voert ze naar de inge­bouwde effecten 1 en 2. (Het is echter niet mogelijk dat de returnkanaal 1/2-signalen worden terugge­voerd naar de ingang van hetzelfde effect.)
Bussen L/R
Deze combineren de signalen van track- en ingangs­kanalen, en sturen ze naar de recordertrackingangen.
“paired channels”
Quick Loop Sampler-sectie
Samplebanken en samples
In de Quick Loop Sampler-sectie kunt u stereo golfvor­men toewijzen aan de vier pads, en de pads bespelen om ze af te spelen. Deze stereo golfvormen worden “sam­ples” genoemd.
De geheugens waaraan de samples zijn toegewezen worden “samplebanken” genoemd en elke pad voorziet in vier samplebanken (A–D).
Padtrack
De AW16G kan het bespelen van de pads in realtime opnemen en afspelen. Het geheugen dat deze padhan­delingen opneemt wordt de “padtrack” genoemd. In tegenstelling tot de tracks die audio opnemen, neemt de padtrack gewoon de timing op waarmee u "een pad indrukte" of "een pad losliet".
Algemeen
Songs
De kleinste eenheid waarmee de AW16G een composi­tie beheert wordt een “song” genoemd. Als u een song op de harddisk opslaat, worden alle data die nodig zijn voor het reproduceren van die song opgeslagen; dat wil zeggen niet alleen de audiodata, maar ook mixerinstel­lingen en de samples die door de Quick Loop Sampler zijn gebruikt. U kunt op elk moment terugkeren naar de originele situatie door de opgeslagen song te laden.
Scenes en scenegeheugens
Een “scene” is een opgeslagen set instellingen voor de mixersectie en effecten. Het geheugengebied dat de sce­nes bevat wordt de “scene memory” (het scenegeheu­gen) genoemd en er kunnen 96 scenes worden opgesla­gen voor elke song. Scenegeheugens worden als onder­deel van de song op de harddisk opgeslagen.
Libraries (bibliotheken)
Een “library” is een geheugengebied waar de afzonder­lijke instellingen zoals voor EQ of dynamics worden op­geslagen. De AW16G heeft afzonderlijke libraries (bibli­otheken) voor EQ-, dynamics-, effect-, kanaal-, ingangs­en masteringinstellingen. Elke library wordt op de hard­disk opgeslagen als onderdeel van de song.
16
Tempomap
De “tempomap” neemt tempo- en maatsoortwijzigingen op die plaatsvinden gedurende het verloop van een song. De tempomap wordt op de harddisk opgeslagen als onderdeel van de song.
Systeemdata
Verscheidene globale instellingen die op alle songs als collectief worden toegepast, worden “systeemdata” ge­noemd. Systeemdata worden onafhankelijk van de af­zonderlijke songs opgeslagen op de harddisk.
Locate-sectie (blz. 20)
Transportsectie (blz. 21)
Data invoer-/regelsectie (blz. 20)
SELECTED CHANNEL­sectie (blz. 19)
Ingangs-/uitgangssectie (blz. 18)
WORK NAVIGATE­sectie (blz. 18)
QUICK NAVIGATE­sectie (blz. 18)
Display (blz. 18)
Mixersectie (blz. 19)
Quick Loop Sampler­sectie (blz. 18)
Onderdelen van de AW16G en wat ze doen
Deze sectie legt de namen en functies uit van de ver­scheidene items van het bedieningspaneel, het voor­paneel en het achterpaneel van de AW16G
Bedieningspaneel
2
Introductie van de AW16G
17
Introductie van de AW16G
Ingangs-/uitgangssectie
1
B
C
1
B
C
D
E
F
1
B
1
2
[GAIN]-knoppen 1–8
Deze passen de gevoeligheid aan van de signalen die binnenkomen via de MIC/LINE-ingangsaansluitingen 1–8 op het achterpaneel.
[INPUT SEL]-toetsen 1–8
Deze toetsen selecteren het ingangskanaal van de mixer die u gaat regelen.
WORK NAVIGATE-sectie
1
3
5
2
4
6
[SONG]-toets
Deze toets geeft toegang tot het SONG-scherm, waar u songs kunt opslaan en laden en waar u de SHUT DOWN-procedure uit kunt voeren.
[CD]-toets
Deze toets geeft toegang tot het CD-scherm, waar u een audio CD kunt schrijven of afspelen en een back­up van de data kunt maken en weer terugzetten.
[TRACK]-toets
Deze toets geeft toegang tot het TRACK-scherm, waar u kunt controleren of elke track data bevat, en waar u de virtuele tracks kunt wisselen die zullen worden gebruikt voor opnemen en afspelen.
[EDIT]-toets
Deze toets geeft toegang tot het EDIT-scherm, waar u tracks kunt kopiëren of wissen.
[REMOTE]-toets
Deze toets geeft toegang tot het REMOTE-scherm, waar u de bedieningspaneelfaders en [TRACK SEL]­toetsen kunt gebruiken om een extern MIDI-apparaat of sequencersoftware op uw computer te besturen.
[UTILITY]-toets
Deze toets geeft toegang tot het UTILITY-scherm, waa u MIDI-, oscillator-, en digitale ingangsinstellingen kunt maken en waar u de harddisk kunt formatteren.
3
[MONITOR/PHONES]-knop
Deze knop past het niveau aan van het signaal dat wordt uitgestuurd via de MONITOR OUT­aansluitingen en de PHONES-aansluiting.
[MONITOR]-toets
Deze toets geeft toegang tot het MONITOR-scherm, waar u snel het signaal kunt selecteren dat u wilt af­luisteren, of waar u de stereotrack afspelen aan/uit kunt schakelen.
Display
1
2
Dit is een display op basis van vloeibare kristallen met ach­tergrondverlichting, die de huidige werkingsstatus of de in­stellingen van de verscheidene parameters aangeeft. Welke schermen worden weergegeven is afhankelijk van de be­dieningspaneeltoetsen en -knoppen die worden bediend.
1 Toegangsindicator
Deze indicator geeft de toegangsstatus van de inter­ne harddisk aan. Als de harddisk wordt gelezen of beschreven zal deze indicator oplichten.
Zet nooit de AW16G uit als de toegangsindicator aan is. Dit doen zal niet alleen de data op de interne harddisk beschadigen, maar kan ook de harddisk zelf beschadigen. Als u de AW16G uit wilt zetten moet u de SHUT DOWN­procdure uitvoeren (→ blz. 12).
B Contrast
Past de helderheid van de display aan.
Quick Loop Sampler-sectie
r
QUICK NAVIGATE-sectie
[RECORD]-toets
Deze toets geeft toegang tot het RECORD-scherm, waar u snel het signaal dat moet worden opgenomen kunt toewijzen aan de ingang van een track, en waar u de instellingen voor opnemen kunt maken.
18
1 32
1 [PAD SEL]-toets
21
Houd deze toets ingedrukt en druk op een pad 1–4 om een pad te selecteren voor bediening.
B Pads 1–4
Elke pad speelt de er aan toegewezen sample terug.
C [SAMPLE EDIT]-toets
Deze toets geeft toegang tot het SAMPLE-scherm, waar u instellingen kunt maken voor, en handelin­gen uit kunt voeren met de Quick Loop Sampler.
Mixersectie
6
1
4 5
2 3
2
Introductie van de AW16G
1 [TRACK SEL]-toetsen 1–8 B [TRACK SEL]-toetsen 9/10–15/16 C [STEREO SEL]-toets
Gebruik deze toetsen om de mixertrackkanalen of recordertracks die u wilt regelen te selecteren.
SELECTED CHANNEL-sectie
1
2
3
4
5
1 [EQ]-knop
Draaien aan deze knop zal de EQ (equalizer) ver­sterking aanpassen voor het momenteel geselec­teerde kanaal. U kunt op deze knop drukken om toegang te krijgen tot het EQ scherm, waar u alle EQ-instellingen aan kunt passen.
B [DYN]-knop
Draaien aan deze knop zal de dynamische diepte voor het momenteel geselecteerde kanaal aanpas­sen. U kunt op deze knop drukken om toegang te krijgen tot het DYN-scherm, waar u alle dynamics­instellingen kunt aanpassen.
6
7
8
9
J
D Faders 1–8 E Faders 9/10–15/16
Normaal gesproken passen deze faders het afspeel­niveau van elke recordertrack aan. Door de interne instellingen te veranderen kunt u deze faders ook gebruiken om de ingangsniveaus van de ingangs­kanalen 1–8 en pads 1–4 te regelen.
F [STEREO]-fader
Dit past het uitgangsniveau van de stereobus aan.
C [EFF 1]-knop D [EFF 2]-knop
Draaien aan deze knoppen zal de hoeveelheid sig­naal aanpassen die van het momenteel geselecteerde kanaal naar de interne effecten 1 en 2 (dat wil zeggen effectsendniveaus 1 en 2) wordt gestuurd. U kunt op deze knoppen drukken om toegang te krijgen tot het EFF1- of EFF2-scherm, waar u de parameters van de interne effecten aan kunt passen.
E [PAN/BAL]-knop
Draaien aan deze knop zal de pan(orama) van het momenteel geselecteerde kanaal aanpassen (of de balans van het stereo-uitgangskanaal). U kunt op deze knop drukken om toegang te krijgen tot het PAN scherm, waar u de pan voor meerdere kanalen kunt aanpassen.
F [HIGH]-toets G [HI-MID]-toets H [LO-MID]-toets I [LOW]-toets
Deze toetsen selecteren één van de vier EQ banden (HIGH, HI-MID, LO-MID, LOW) om aangepast te worden.
J [VIEW]-toets
Deze toets geeft toegang tot het VIEW-scherm, waar u het niveau van elk kanaal kunt controleren, of waar u on-screen aanpassingen aan de faders en andere mixparameters van elk kanaal kunt maken.
19
Introductie van de AW16G
Tip!
Data invoer-/regelsectie
1
2
3
5
6
1 [UNDO/REDO]-toets
Deze toets annuleert de resultaten van een opna­me- of trackbewerkingshandeling (Undo), of voert opnieuw een geannuleerde handeling uit (Redo).
Tip!
• Deze toets zal oplichten als Undo kan worden uitge­voerd.
• Als u op deze toets drukt en deze ingedrukt houdt zal het UNDO LIST-scherm verschijnen. Hier kunt u aan de [DATA/JOG]-dial draaien om tot vijftien van de laatste handelingen terug te draaien (
B [SCENE]-toets
Deze toets geeft toegang tot het SCENE-scherm, waar u scenegeheugens op kunt slaan of terug kunt roepen.
C [JOG ON]-toets
Deze toets is een AAN/UIT-schakelaar voor de Nudgefunctie ( blz. 71) die gebruik maakt van de [DATA/JOG]-dial ( de toets oplichten.
5). Als deze functie aanstaat zal
D [CURSOR]-toetsen ([ ]/[ ]/[ ]/[ ]-
toetsen)
Deze toetsen verplaatsen de cursor in het scherm (het knipperende vakje) om een bepaald item te selecteren.
E [DATA/JOG]-dial
Gebruik deze dial om de waarde van een parameter te wijzigen. Als de [JOG ON]-toets ( regelt deze dial de Nudgefunctie.
F [ENTER]-toets
Gebruik deze toets om een knop die in het scherm wordt weergegeven te bedienen, of om een bepaal­de functie uit te voeren.
blz. 61).
3) aanstaat,
4
Locate-sectie
4
1
2
3
5
1 [SOUND CLIP]-toets
Deze toets geeft toegang tot het CLIP-scherm, waar u soundclips kunt opnemen of afspelen.
B [AUTO PUNCH]-toets
Deze toets schakelt de audio punch in/outfunctie aan/uit, waardoor u het opnemen kunt automati­seren.
C [REPEAT]-toets
Deze toets schakelt de A-B repeatfunctie aan/uit, waardoor u herhaaldelijk een aangegeven gedeelte af kunt laten spelen.
D MARK SEARCH [ ]/[ ]-toetsen
Deze toetsen zoeken naar markers die in de song geplaatst zijn.
E [IN]/[OUT]-toetsen
Deze toetsen geven de punten aan waarop de auto punch in/out het opnemen zal beginnen (het In­punt) en eindigen (het Outpunt). Deze toetsen kun­nen ook worden gebruikt als locate-toetsen om di­rect naar het Inpunt of Outpunt te gaan.
F [A]/[B]-toetsen
Deze toetsen geven de punten aan waarop de Repeatfunctie zal beginnen (A-punt) en eindigen (B­punt). Deze toetsen kunnen ook worden gebruikt als locate-toetsen om direct naar het A-punt of B­punt te gaan.
G [MARK]-toets
Deze toets plaatst een marker op de huidige locatie van de song.
H [SET]-toets
Gebruik deze toets in combinatie met de [IN]/ [OUT]-toetsen of de [A]/[B]-toetsen om de huidige locatie te registreren.
I [CANCEL]-toets
Gebruik deze toets in combinatie met de [IN]/ [OUT]-toetsen of de [A]/[B]-toetsen om een locatie die u heeft geregistreerd te annuleren.
6
7
8
9
20
Transportsectie
Tip!
8 7M LN J 9K
145 236
12 3
4 5 6
1 RTZ [ ]-toets
Via deze toets springt u direct naar de relatieve nul­tijdlocatie (relative zero time location). Gebruikt in combinatie met de [SET]-toets, registreert dit de hui­dige locatie als de relatieve nultijd.
Tip!
De weergegeven tijd in de teller van de AW16G kan wor­den ingesteld op absolute tijd (ABS) of relatieve tijd (REL). De absolute tijd nullocatie ligt vast, maar de relatieve tijd nullocatie kan vrijelijk worden aangegeven.
B REW [ ]-toets
Deze toets spoelt de huidige locatie terug. Elke keer als u op deze toets drukt, schakelt u tussen 8x de snelheid en 16x de snelheid.
C FF [ ]-toets
Deze toets spoelt de huidige locatie snel verder. Elke keer als u op deze toets drukt, schakelt u tus­sen 8x de snelheid en 16x de snelheid.
D STOP []-toets
Deze toets stopt het afspelen, opnemen, snel-naar­voren of terugspoelen.
E PLAY [ ]-toets
Als u op deze toets drukt terwijl de recorder is ge­stopt, zal het afspelen beginnen.
Als u op deze toets drukt tijdens snel vooruit of terugspoelen zal het afspelen op normale snelheid beginnen.
Als u op deze toets drukt tijdens het opnemen, zal het opnemen stoppen en er zal verder gegaan wor­den met afspelen (“punch-out”).
F REC []-toets
Als u deze toets ingedrukt houdt en op de PLAY [ ]-toets drukt, terwijl de recorder stil staat, zal het opnemen beginnen.
Als u deze toets ingedrukt houdt en op de PLAY [ ]-toets drukt, tijdens het afspelen, schakelt u van afspelen naar opnemen (“punch-in”).
2
Introductie van de AW16G
Achterpaneel
1 MIC/LINE INPUT (XLR)-aansluitingen 1/2
Dit zijn XLR-3-31-type gebalanceerde ingangsaan­sluitingen. Het nominale ingangsniveau is –46 tot +4 dB. Microfoons, directboxes of lijnniveau-appa­raten met gebalanceerde uitgangsaansluitingen kunnen hierop worden aangesloten. De pinconfi­guratie wordt hieronder aangegeven.
Mannetjes XLR-aansluiting
B MIC/LINE INPUT-aansluitingen 3–8 (TRS)
Dit zijn 6,3 mm (1/4") TRS-steekplugingangsaanslui­tingen (gebalanceerd). Het nominale ingangsniveau is –46 tot +4 dB. Apparaten zoals synthesizers of ritmemachines met ongebalanceerde uitgangen kunnen hier ook op aangesloten worden. De pin­configuratie wordt hieronder aangegeven.
6,3 mm (1/4") TRS-steekplug
1 (massa)
2 (heet)
Ring (koud)
3 (koud)
Top (heet)
C MIC/LINE INPUT-aansluiting 8 (Hi-Z)
Dit is een hoge impedantie 6,3 mm (1/4") steek­plugingangsaansluiting (ongebalanceerd). Het no­minale ingangsniveau is –46 tot +4 dB. Een instru­ment met een hoge uitgangsimpedantie zoals een elektrische gitaar of bas met passieve pick-ups kan hierop worden aangesloten.
D STEREO/AUX OUT-aansluitingen
Dit zijn 6,3 mm (1/4") steekpluguitgangsaansluitin­gen (ongebalanceerd) die de signalen van de stereo­bus of AUX-bus 1/2 uitvoeren.
E MONITOR OUT-aansluitingen
Dit zijn 6,3 mm (1/4") steekpluguitgangsaansluitin­gen (ongebalanceerd) voor het aansluiten van uw monitorinstallatie, zoals een stereo-installatie of versterkte luidsprekers.
F PHONES-aansluiting
Dit is een 6,3 mm (1/4") TRS-steekpluguitgangsaan­sluiting voor het aansluiten van uw hoofdtelefoon voor afluistering.
Mantel (massa)
21
Introductie van de AW16G
Opm
Opm
G PHANTOM +48V-schakelaar
Deze schakelaar levert fantoomvoeding aan de MIC/LINE (XLR)-aansluitingen 1/2.
Zet deze schakelaar aan als u condensatormicrofoons aansluit, die een externe +48V voeding nodig heb­ben, op de MIC/LINE INPUT (XLR)-aansluitingen 1/2.
• U moet deze schakelaar uitzetten als er een apparaat op de INPUT (XLR) 1/2-aansluitingen wordt aangeslo­ten die geen externe voedingsspanning nodig heeft.
• Als de fantoomvoeding wordt aangezet, wordt er span­ning geleverd aan beide INPUT (XLR) 1/2-aansluitingen.
H FOOT SW-aansluiting
Een apart verkochte voetschakelaar (Yamaha FC5) kan hier worden aangesloten om transporthande­lingen zoals start/stop te regelen, of om de punch in/out uit te voeren.
Opm
De betreffende handeling kan misschien niet uitgevoerd worden als er een andere voetschakelaar dan de Yamaha FC5 (of equivalent) wordt gebruikt.
I MIDI IN-aansluiting J MIDI OUT/THRU-aansluiting
Deze aansluitingen maken het mogelijk dat er MIDI-boodschappen worden uitgewisseld met externe apparaten.
MIDI IN ontvangt MIDI-boodschappen. MIDI OUT/THRU kan intern worden geschakeld
om te functioneren als een MIDI OUT-aansluiting (die MIDI-boodschappen verstuurt die door de AW16G worden gegenereerd) of als MIDI THRU­aansluiting (die opnieuw de boodschappen uitstuurt die via de MIDI IN-aansluiting zijn ontvangen).
K DIGITAL STEREO IN/OUT-aansluitingen
Dit zijn optische aansluitingen die het mogelijk ma­ken dat digitale audiosignalen worden uitgewisseld met externe apparaten. Deze ondersteunen het IEC958 consumentenformat.
L Aardingsaansluiting
Dit is een aansluiting voor het elektrisch aarden van de AW16G. Om elektrische schokken te voorkomen, moet u deze aansluiting aansluiten op een elektri­sche aarding voordat u de netadapter aansluit op het stopcontact. Aarding zal ook helpen brom en ruis te voorkomen.
M POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de AW16G tussen ON en STANDBY.
Voorpaneel
CD-RW-brander
123
1 Uitwerpknop
Deze schakelaar opent de CD-lade.
B Uitwerpopening
Deze opening maakt het u mogelijk de CD-lade handmatig te openen.
C Toegangsindicator
Deze indicator zal oplichten terwijl de CD die in de brander is geplaatst wordt uitgelezen of beschreven.
Opm
Als u de AW16G van ON naar STANDBY schakelt moet u de beschreven “De apparatuur aan-/uitzetten” (→ blz. 12) procedures volgen.
N DC IN-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netadapter (PA -300) aan op deze aansluiting.
Gebruik alleen de bijgeleverde netadapter (PA-300) voor dit apparaat. Als u dit niet doet bestaat de kans op brand of een elektrische schok.
22
Basisbediening van de AW16G
Tip!
Deze sectie legt de basisbediening van de AW16G uit.
De display bekijken
De display van de AW16G toont de volgende informatie.
12 354
1 Schermnaam
Dit is de naam van het momenteel geselecteerde scherm.
B Geselecteerd kanaal
Dit geeft het mixerkanaal aan dat is geselecteerd voor bediening. De display heeft de volgende bete­kenis.
TRACK 1–8 ...........................Trackkanalen 1–8
TRACK 9/10–15/16...............Trackkanalen 9/10–15/16
INPUT 1–8............................Ingangskanalen 1–8
STEREO.................................Stereo-uitgangskanaal
PAD 1–4................................Padkanalen 1–4
Bedienen van de knoppen of toetsen van de SELECTED CANNEL-sectie zal de parameters van het kanaal dat hier is geselecteerd bewerken.
C Teller (linkerkant)
Dit geeft de huidige locatie in de song aan. Als de AW16G in de standaardtoestand staat, zal deze teller de absolute tijd (de tijd vanwaar u begonnen bent met het opnemen van de song) aangeven in uren/minuten/seconden/milliseconden. Links van deze waarde wordt het locatepunt of de marker weergegeven die het meest recent is gepasseerd.
D Teller (rechterkant)
Dit geeft de huidige locatie in de song aan in maten/tellen. De maten/tellen worden berekend volgens het tempo en de maatsoort die zijn aange­geven in de tempomap voor de song. Het huidige tempo en de huidige maatsoort worden links van deze waarde aangegeven.
E Hoofdscherm
De informatie die in dit gebied wordt weergegeven is afhankelijk van de toets die het laatst is ingedrukt. De volgende objecttypes worden in het hoofdscherm getoond.
Cursor
Het knipperende vakje in de display wordt de “cursor” genoemd. Als een object in het scherm wordt omsloten door de cursor, is dat object geselecteerd voor bediening.
Knoppen
Knoppen in de display worden ge­bruikt om een parameter aan/uit te schakelen, één van de meerdere keuzes te selecteren, of om een bepaalde functie uit te voeren. Een knop die momenteel aan is, zal in het zwart worden getoond met een witte tekst. Een knop die momen­teel uit is, zal in het wit worden getoond met een zwarte tekst.
Knop-/fader-/parameterweergavegedeelte
Het knop-/fader-/parameterweergavegedeelte in de display wordt gebruikt om de waarde van de corres­ponderende parameter te bewerken.
Knop- fader- parameter-
weergavegebied
Paginaweergavegebied
De meeste schermen zijn door functies opgedeeld in twee of meer pagina’s. Het paginaweer­gavegebied geeft een overzicht van de pagina’s die in dat scherm kunnen worden geselecteerd. De naam van de momenteel geselec­teerde pagina is gemarkeerd.
2
Introductie van de AW16G
Toegang krijgen tot een scherm/ pagina/kanaal
Als u een interne instelling van de AW16G wilt bewer­ken, of een parameter wilt bewerken die niet kan worden bediend door een fader of knop die in de display is te zien, zal het nodig zijn om toegang te krijgen tot het gewenste scherm of de gewenste pagina.
Druk op de toets of knop voor het gewenste
1
scherm.
De toetsen en knoppen van verscheidene hieronder opgesomde secties hebben hun eigen schermen, en het corresponderende scherm zal worden getoond als u op een toets of knop drukt.
• Alle toetsen in de WORK NAVIGATE-sectie
• Alle toetsen in de QUICK NAVIGATE-sectie
• De [VIEW]-toets van de SELECTED CHANNEL­sectie
• Alle knoppen van de SELECTED CHANNEL­sectie
• De [SAMPLE EDIT]-toets van de QUICK LOOP SAMPLER-sectie
Tip!
Als u tussen de schermen schakelt zal de pagina die het laatst in het betreffende scherm is gebruikt worden weer­gegeven.
23
Introductie van de AW16G
Om pagina’s te schakelen in een scherm,
2
kunt u of herhaaldelijk op dezelfde toets drukken als in stap 1, of dezelfde toets als in stap 1 ingedrukt houden en de CURSOR [ ]/[ ]-toetsen gebruiken.
Als er meer pagina’s zijn dan in één scherm kunnen worden weergegeven, zal een pijl (zoals aangegeven) in het paginaweer­gavegebied verschijnen. Deze pijl betekent dat er nog één of meer verborgen pagina’s in die richting beschikbaar zijn.
Om toegang te krijgen tot een verborgen pagina, houdt u dezelfde toets ingedrukt als in stap 1 en drukt u op de [CURSOR]-toets die de richting aan­geeft van de pijl.
In pagina’s die een overzicht van parameters voor meerdere kanalen tonen, kan het zijn dat het scherm is verdeeld in een pagina voor de ingangs­kanalen/padkanalen en een pagina voor de track­kanalen, aangezien niet alle van de parameters kunnen worden getoond in een enkel scherm. Gebruik in dit geval de [INPUT SEL]-toetsen, pads 1–4, of [TRACK SEL]-toetsen om de kanalen te selecteren die u wilt bekijken.
Een knop aan-/uitschakelen
Zo schakelt u een knop in het scherm aan/uit.
Gebruik de [CURSOR]-
1
toetsen om de cursor naar de gewenste knop in het scherm te verplaatsen.
Druk op de [ENTER]-toets.
2
De knop zal worden aan-/ uitgeschakeld.
Als u de cursor naar een knop verplaatst die een bepaalde functie uitvoert en vervolgens op de [ENTER]-toets drukt, dan zal die functie worden uitgevoerd.
Bewerken van een waarde in de display
Zo bewerkt u de waarde van een fader, knop of para­meter die in de display getoond wordt.
Gebruik de [CURSOR]-
1
toetsen om de cursor naar de gewenste fader-, knop- of para­meterwaarde te ver­plaatsen.
Draai aan de [DATA/
2
JOG]-dial om de waar­de te bewerken.
Tekst invoeren
Als u een nieuwe song creëert of een scenegeheugen of library-instelling opslaat, zal er een popupvenster ver­schijnen, waardoor u een naam voor de song of instel­ling kunt toewijzen.
2
1
5 6 7
Dit popupvenster bevat de volgende items en functies.
1 Tekstinvoerveld
Dit veld laat u karakters, cijfers en symbolen invoe­ren. Als u de data voor de eerste keer opslaat, zal het veld een standaardnaam bevatten.
U kunt een scene-/librarynaam of songnaam invoe­ren van tot twaalf karakters.
B Tekstpalet
Dit toont de karakters, cijfers en symbolen die kun­nen worden ingevoerd in het tekstinvoerveld
C CANCEL-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de [ENTER]-toets drukt, keert u terug naar het voor­gaande scherm zonder de naam te veranderen.
D OK-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de [ENTER]-toets drukt, zal de scene/library worden op­geslagen of de nieuwe song zal worden gecreëerd.
E -knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de [ENTER]-toets drukt, zal het karakter dat momenteel geselecteerd is in het tekstinvoerveld schakelen tus­sen kleine letters en hoofdletters.
F INS-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de [ENTER]-toets drukt, zal er een spatie worden tussen­gevoegd op de plaats van het momenteel geselec­teerde karakter (onderstreept) en daaropvolgende karakters zullen één plaats naar achteren schuiven.
G DEL-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de [ENTER]-toets drukt, zal het momenteel geselecteer­de karakter (onderstreept) worden gewist en daarop­volgende karakters zullen één plaats naar voren schuiven.
Gebruik, om een nieuwe naam toe te wijzen, de [CURSOR]-toetsen om de cursor in het tekstinvoer­veld naar het karakter dat u wilt wijzigen te ver­plaatsen, en draai aan de [DATA/JOG]-dial om een karakter te selecteren.
Als u klaar bent met het invoeren van de naam, ver­plaats de cursor dan naar de OK-knop en druk op de [ENTER]-toets om de nieuwe naam toe te pas­sen.
3 4
24
Via de SELECTED CHANNEL-sectie
Opm
Opm
U kunt de knoppen en toetsen van de SELECTED CHANNEL-sectie gebruiken om de mixparameters (EQ, dynamics, pan, enz.) van het momenteel geselecteerde kanaal te bedienen.
Gebruik de [TRACK SEL]-toetsen, [INPUT
1
SEL]-toetsen, [STEREO SEL] toetsen of pads 1–4 om het kanaal te selecteren dat u wilt bedienen.
Als u de SELECTED CHANNEL-sectie gebruikt, moet u eerst het kanaal dat u wilt bedienen selecteren. Het momenteel geselecteerde kanaal wordt linksboven in het scherm aangegeven.
De kanalen komen op de volgende manier met een toets of pad overeen.
[TRACK SEL]-toetsen 1–8 ......Trackkanalen 1–8
[TRACK SEL]-toetsen
9/10–15/16...........................Trackkanalen 9/10–15/16
[INPUT SEL]-toetsen 1–8 ......Ingangskanalen 1–8
[STEREO SEL]-toets ...............Stereo-uitgangskanaal
Pads 1–4................................Padkanalen 1–4
Draai, overeenkomstig de parameter die u
2
wilt bewerken, aan de vijf knoppen van de SELECTED CHANNEL-sectie.
De volgende items zullen veranderen als u aan elk van de knoppen draait.
Draaien aan de [EQ]-knop
Dit wijzigt de hoeveelheid versterking/verzwakking van de geselecteerde EQ-band. Gebruik, om de EQ-band te selec­teren, de [HIGH]-, [HI-MID]-, [LO-MID]- en [LOW]-toetsen die zich rechts bevinden.
Draaien aan de [DYN]-knop
Dit wijzigt de diepte van de dynamische processing.
Draaien aan de [EFF 1]-knop
Dit past het niveau aan van het sig­naal dat wordt verzonden van dat kanaal naar intern effect 1. (Als het stereo-uitgangskanaal is geselecteerd, past dit het returnniveau aan van intern effect 1.)
Draaien aan de [EFF 2]-knop
Dit past het niveau aan van het sig­naal dat wordt verzonden van dat kanaal naar intern effect 2. (Als het stereo-uitgangskanaal is geselec­teerd, past dit het returnniveau aan van intern effect 2.)
Draaien aan de [PAN/BAL]-knop
Dit past de pan(orama) aan van het signaal dat wordt verzonden van dat kanaal naar de stereobus. (Als het stereo-uitgangskanaal is geselecteerd, past dit de balans tussen het linker- en rechterkanaal aan.)
Opm
• Gewoon draaien aan de knoppen van de SELECTED CHANNEL-sectie zal geen verandering van scherm veroorzaken.
• Als u aan de [DYN]-knop draait, onmiddellijk na het terugroepen van een presetlibrary die dynamicsinstel­lingen bevat, zullen meerdere dynamicsparameters tegelijkertijd wijzigen, waarbij de manier waarop de dynamische processing wordt toegepast wordt beïn­vloed. De diepte van deze wijziging is afhankelijk van de library die is opgeroepen.
Als u toegang wilt krijgen tot het scherm
3
voor een parameter en deze gedetailleerd wilt bewerken, druk dan op één van de vijf knoppen of op de [VIEW]-knop.
Drukken op elk van de knoppen zal toegang geven tot de volgende schermen.
Druk op de [EQ]-knop
Het EQ-scherm zal verschijnen.
Druk op de [DYN]-knop
Het DYN-scherm zal verschijnen.
Druk op de [EFF 1]-knop
Het EFF 1-scherm zal verschijnen.
Druk op de [EFF 2]-knop
Het EFF 2-scherm zal verschijnen.
Druk op de [PAN/BAL]-knop
Het PAN-scherm zal verschijnen.
Druk op de [VIEW]-toets
Het VIEW-scherm zal verschijnen.
EQ-scherm EDIT-pagina
Verplaats de cursor in het scherm naar de
4
gewenste parameter en gebruik de [DATA/ JOG]-dial of de [ENTER]-toets om de para­meter te bedienen.
Opm
• Als u afzonderlijke parameters in het DYN-scherm ver­andert, zal de parameter die u het laatst bediende wor­den toegewezen aan de [DYN]-knop.
• Als u wilt terugkeren naar de situatie waarbij de [DYN]­knop meerdere parameters tegelijkertijd zal aanpassen, moet u nogmaals de library oproepen die de dynamics­instellingen bevat die u had opgeroepen voordat u be­werkingen in het DYN-scherm ging uitvoeren.
2
Introductie van de AW16G
25
Introductie van de AW16G
26
VOL VOL
MONITOR OUT
INPUT 1 2 3–8
INPUT 8
(HI-Z)
PHONES
DIGITAL STEREO OUT
DIGITAL STEREO IN
00.00.00.00
REC
SONG SCENE
MUSIC
PRODUCTION
SYNTHESIZER
Integrated
Sampling
Sequencer
Real-timeExternalControl
Surface
Modular
SynthesisPlug-in
System
Ritmemachine
SynthesizerMicrofoons
Hoofdtelefoon
Monitorsysteem
DAT-recorder, MD­recorder, enz.
Elektrische gitaar/ Elektrische bas
1
B
C
Hoofdstuk 3
Luisteren naar de demosong
Als de AW16G vanuit de fabriek wordt verscheept, bevat de harddisk een demosong. Dit hoofdstuk legt uit hoe u de demosong af kunt spe­len, terwijl u de faders en toetsen van het bedieningspaneel bedient.
Sluit externe apparaten aan en zet de AW16G aan
Het volgende diagram laat een typisch voorbeeld zien van aansluitingen op de AW16G. Sluit uw microfoons, instrumenten en externe apparaten aan, zoals te zien is in dit diagram.
Als u klaar bent met het maken van de aansluitingen, zet dan de apparaten in de volgende volgorde aan.
Externe apparaten zoals audiobronnen of effectprocessors aangesloten op de ingangs-/ uitgangsaansluitingen van de AW16G
De AW16G zelf
Het monitorsysteem dat is aangesloten op de uitgangsaansluitingen van de AW16G
Na het openingsscherm verschijnt het volgende scherm.
Als u de AW16G aanzet, wordt de laatst gebruikte song automatisch geladen. Als u de AW16G nog met de fabrieksinstellingen aanzet, zal er een lege song worden geladen, zodat u onmiddellijk kunt beginnen met opnemen.
27
Opm
1
B
Luisteren naar de demosong
De demosong laden
Zo kunt u de demosong van de harddisk laden.
Druk nogmaals op de
1
[SONG]-toets in de WORK NAVIGATE-sectie.
Het SONG-scherm zal verschij­nen, waar u songs kunt opslaan of laden.
Druk of herhaaldelijk op de [SONG]-toets, of
2
houd de [SONG]-toets ingedrukt en gebruik de CURSOR [ ]/[ ] toetsen om toegang te krijgen tot de LIST-pagina.
In deze pagina kunt u een song op de harddisk selecteren en deze laden of wissen.
21
Verplaats de cursor naar of YES (opslaan van
5
de huidige song) of NO (niet opslaan van de huidige song), en druk op de [ENTER]-toets.
De songdata zullen worden geladen en “Ride with me” zal de huidige song worden.
Opm
Als u NO selecteert, zullen alle wijzigingen die u in de huidige song heeft aangebracht sinds u deze heeft opge­slagen, verloren gaan.
Overzicht
Dit gebied geeft een overzicht van de songs die op de harddisk zijn opgeslagen. De regel die wordt omsloten door de stippellijn in het midden van het overzicht, geeft de song aan die is geselecteerd voor bewerking. De gemarkeerde regel geeft de song aan die momenteel in de AW16G is geladen. (Dit wordt de “current song” (huidige song) genoemd.)
SORT-veld
Deze drie knoppen laten u selecteren hoe de songs in het overzicht zullen worden gesorteerd. Kies de NAME-knop (voor alfabetische sortering), OLD­knop (voor sortering op opslagdatum) of SIZE-knop (voor sortering op grootte).
Draai aan de [DATA/JOG]-dial om de song
3
“Ride with me” te selecteren.
Verplaats de cursor naar de
4
LOAD-knop in het scherm en druk op de [ENTER]-toets.
Er verschijnt een popupvenster zoals het volgende. Dit venster vraagt u of u de current (huidige) song op wilt slaan.
28
Opm
Tip!
De demosong afspelen
Zo kunt u de demosong die u geladen heeft afspelen en het monitorniveau aanpassen.
Druk of herhaaldelijk op de [VIEW]-toets, of
1
houd de [VIEW]-toets ingedrukt en gebruik de CURSOR [ ]/[ ]-toetsen om toegang te krij­gen tot de METER-pagina in het VIEW-scherm.
Om het monitorniveau op de juiste wijze aan
4
te passen, gebruikt u de AW16G’s [MONI­TOR PHONES]-knop en de volumeregelaar van uw monitorsysteem.
Tip!
De demosong gebruikt de Scenefunctie om de instellin­gen van de mixer te schakelen. Dit betekent dat het af­spelen zal plaatsvinden met de voorgeprogrammeerde balans — u hoeft de faders dus niet te bedienen.
Om de song te stoppen, drukt u op de STOP
5
[
]-toets.
3
Luisteren naar de demosong
De METER-pagina in het VIEW-scherm bevat meters die het ingangsniveau van elk kanaal en het uitgangs­niveau van het stereo-uitgangskanaal laten zien. Het is handig om deze pagina weer te geven als u het niveau van elk van de tracks wilt controleren.
Opm
Zorg ervoor dat het geselecteerde kanaalgebied links­boven in de METER-pagina of TRACK 1–8 of TRACK 9/10– 15/16 aangeeft. Als geen van deze wordt getoond, drukt u of op de [TRACK SEL]-toets 1–8 of 9/10–15/16.
Verlaag de AW16G’s [STEREO]-fader naar de
2
-oneindig positie. Zorg er ook voor dat de AW16G’s [MONITOR PHONES]-knop en het volume van uw monitorsysteem dicht zijn gedraaid.
Druk op de PLAY [ ]-toets.
3
De demosong zal beginnen te spelen en het niveau van elk van de trackkanalen zal in de METER pagina van het VIEW-scherm worden getoond.
29
Luisteren naar de demosong
De demosong mixen
Als u een song afspeelt, zijn tracks 1–16 van de recorder direct aangesloten op de trackkanalen 1–8 en 9/10–15/ 16 van de mixer. De signalen die via de trackkanalen 1– 8 en 9/10–15/16 gaan, worden naar de stereobus ver­zonden, doorgestuurd naar het stereo-uitgangskanaal en naar buiten gestuurd via de STEREO/AUX OUT-aanslui­tingen of de MONITOR OUT-aansluitingen.
Signaalbaan tijdens song afspelen
Recordersectie
Track 1 Track 2 Track 3 Track 4 Track 5 Track 6 Track 7 Track 8
Track 9 Track 10 Track 11 Track 12 Track 13 Track 14 Track 15 Track 16
Track-
kanalen
Stereobus
Trackkanalen 1–8 en 9/10–15/16 worden direct bestuurd door de faders en [TRACK SELECT]-toetsen van het pa­neel. Zo kunt u het mixniveau van elk van de trackkana­len aanpassen en ze aan-/uitschakelen, terwijl de song afspeelt.
30
Stereo-
uitgangs-
kanaal
Mixersectie
Loading...
+ 189 hidden pages