Yamaha AVANTGRAND N1 User Manual [nl]

PORTUGUÊSITALIANO
NEDERLANDS
Manual do Proprietário
Manuale di istruzioni
Gebruikershandleiding
Podręcznik użytkownika
Antes de usar o instrumento, não se esqueça de ler as "PRECAUÇÕES" nas páginas 6 – 7. Ao montar ou transportar a unidade, consulte um revendedor qualificado da AvantGrand. (Consulte a página 37 para obter instruções de montagem.)
Prima di utilizzare lo strumento, assicurarsi di leggere la sezione "PRECAUZIONI", alle pagine 6 - 7. Per l'assemblaggio o il trasporto dell'unità, rivolgersi a un rivenditore AvantGrand qualificato (fare riferimento a pagina 37 per le istruzioni sull'assemblaggio).
Zorg ervoor dat u 'VOORZORGSMAATREGELEN' op blz. 6 – 7 heeft gelezen, voordat u dit instrument gebruikt. Neem contact op met een officiële AvantGrand-dealer wanneer u het instrument monteert of transporteert. (Zie pagina 37 voor de montage-instructies.)
Przed rozpoczęciem korzystania z instrumentu należy dokładnie przeczytać rozdział „ŚRODKI OSTROŻNOŚCI” na stronach 6–7. W celu zmontowania lub przetransportowania instrumentu należy skonsultować się z wykwalifikowanym sprzedawcą sprzętu AvantGrand. (Instrukcja montażu znajduje się na stronie 37).
POLSKI
PT
IT
NL
PL
2 • N1 Gebruikershandleiding
N1 Gebruikershandleiding 3
Eigenschappen
Hybride piano
Door meer dan honderd jaar ervaring met het bouwen van superieure piano's te combineren met de
meest recente geavanceerde technologieën kan Yamaha u met trots een echte hybride akoestische/
digitale piano bieden die beantwoordt aan de behoeften van de hedendaagse musicus.
Authentieke aanslag van akoestische piano met speciale vleugelactie en pianotoetsenbord
Dit innovatieve toetsenbord biedt de volle, expressieve kwaliteit van een akoestische vleugel dankzij de fijne aanslagnuances en de uitzonderlijke respons. Dankzij meer dan honderd jaar ervaring in het bouwen van vleugels is Yamaha erin geslaagd een weliswaar uniek maar toch volledig traditioneel pianoaanslagmechanisme voor de AvantGrand te ontwikkelen. De AvantGrand gebruikt een speciaal systeem dat dezelfde configuratie heeft als het systeem van een akoestische vleugel. De beweging van de hamers en de verdeling van het gewicht van elke hamer zijn nauwkeurig afgesteld om dit instrument een uitzonderlijk vloeiend gevoel te geven. Het toetsenbord is bovendien uitgerust met toetsen van echt hout, net als bij een echte vleugel, voor een authentiek gevoel dat veel verder gaat dan bij alle andere bestaande digitale piano's.
De realistische ambiance van een vleugelvoice
De AvantGrand gebruikt de originele ruimtelijke akoestische sampling voor klankopwekking van Yamaha voor de vleugelvoices. De voices worden gesampled vanaf vier posities rond een vleugel, niet enkel vanaf de linker- en rechterzijde (zoals de meeste digitale piano's), maar ook vanaf het midden en de achterzijde. Het instrument maakt ook gebruik van een ruimtelijk akoestisch luidsprekersysteem, waarbij elke luidspreker over zijn eigen versterker beschikt. Dit is van essentieel belang voor het behoud van de klankintegriteit van elke frequentieband en om te zorgen dat de nuances van elk geluid op natuurlijke wijze en met absolute helderheid worden gereproduceerd. Deze technologieën zorgen voor de rijke resonantie en het klankvermogen die tot nu toe alleen op een echte vleugel beschikbaar waren.
Beste klanken zonder stemmen
In tegenstelling tot akoestische piano's hoeft de AvantGrand niet gestemd te worden. Het instrument blijft altijd perfect gestemd, zelfs na langdurig gebruik.
Flexibele volumeregeling
De AvantGrand biedt u volledige controle over het volume van het instrument, zodat u het gewenste niveau kunt instellen. Desgewenst kunt u in volledige afzondering spelen of luisteren met een of twee hoofdtelefoons.
4 N1 Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
VOORZICHTIG ......................................................6
Inleiding
Aan de slag met uw nieuwe Avant Grand!
Paneelregelaars en aansluitingen...............................8
Het toetsenbord bespelen............................................ 9
De pedalen gebruiken.............................................. 11
Een hoofdtelefoon gebruiken (optie)........................ 11
Muziekstandaard...................................................... 12
Naslaginformatie
In dit gedeelte wordt gedetailleerd uitgelegd hoe u de veelzijdige functies van het instrument kunt instellen.
Luisteren naar de vooraf ingestelde songs .............13
Basisbediening en meer ............................................15
Voices selecteren..................................................... 15
Luisteren naar de voicedemosongs......................... 16
De metronoom gebruiken ........................................ 17
De toetsaanslag (aanslaggevoeligheid) instellen..... 19
Variatie in het geluid aanbrengen - Reverb ............. 19
Transponering.......................................................... 20
De toonhoogte fijnregelen........................................ 21
Stemming................................................................. 22
Uw performance opnemen.........................................23
De song afspelen die u op het instrument hebt
opgenomen.............................................................. 24
Uw opgenomen performance opslaan in USB-
flashgeheugen ......................................................... 25
Naar songs in USB-flashgeheugen luisteren........... 27
USB-flashgeheugen formatteren...............................29
Een back-up maken van data en de instellingen
initialiseren .............................................................. 30
Back-up maken van de data in het interne
geheugen................................................................. 30
De data initialiseren ................................................. 30
Verbindingen...............................................................31
Aansluitingen ........................................................... 31
Over MIDI.....................................................................33
Aansluiten op een computer.................................... 33
Lokale besturing aan/uit........................................... 34
Appendix
Dit gedeelte bevat een lijst van displayberichten, de Beknopte handleiding en andere informatie.
Berichtenlijst...............................................................35
Problemen oplossen ..................................................36
De eenheid monteren .................................................37
Specificaties................................................................39
Index ............................................................................40
Beknopte handleiding*............................................... 44
* Dit is een handig overzicht voor de bediening van de functies die aan
de knoppen en het toetsenbord zijn toegewezen.
Accessoires
Gebruikershandleiding Netsnoer Vilten toetsenklep Bank*
* Meegeleverd of niet, verschilt per land.
My Yamaha Product User Registration*
* U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het invullen van het
gebruikersregistratieformulier.
Datalijst (Data List)
U kunt verschillende MIDI-referentiematerialen, zoals de Indeling van MIDI-data en het MIDI-implementatie-overzicht, downloaden van de Yamaha Manual Library. Maak verbinding met internet, ga naar de volgende website, typ de modelnaam van uw instrument (bijvoorbeeld 'N1') in het tekstvak Model Name (Modelnaam) en klik op de knop Search (Zoeken).
Yamaha Manual Library
http://www.yamaha.co.jp/manual/
N1 Gebruikershandleiding 5
VOORZICHTIG
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netsnoer
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en kachels, buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en zorg dat niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen erover kan rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer met stekker.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
Niet openen
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netsnoer
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Montage
• Lees zorgvuldig de meegeleverde montagevoorschriften. Als u het instrument niet in de juiste volgorde monteert, kan dit schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel veroorzaken.
Locatie
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Transporteer of verplaats het instrument altijd met ten minste twee personen. Als u het instrument alleen probeert op te tillen kan u uw rug bezeren, ander letsel veroorzaken of het instrument zelf beschadigen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
DMI-3 1/2
Aansluitingen
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
Zorgvuldig behandelen
• Steek geen vinger of hand in de openingen van de toetsenklep of het instrument. Let er ook op dat uw vingers niet bekneld raken onder de toetsenklep.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van de toetsenklep, het paneel of het toetsenbord en laat geen voorwerpen vallen in deze openingen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Bank gebruiken (indien meegeleverd)
• Plaats het instrument niet in een onstabiele positie waarin het per ongeluk kan omvallen.
• Ga niet onzorgvuldig om met de bank en ga nooit op de bank staan. Gebruik van de bank als opstapje of voor enig ander onjuist doel kan leiden tot ongevallen en letsel.
• Ter voorkoming van ongevallen en letsel mag er slechts één persoon tegelijk op de bank zitten.
• Probeer niet de bankhoogte aan te passen terwijl u op de bank zit. Dit kan ertoe leiden dat te grote krachten op het stelmechanisme worden uitgeoefend, waardoor het mechanisme beschadigd kan raken en zelfs persoonlijk letsel kan ontstaan.
• Als de schroeven van de bank door langdurig gebruik losraken, draait u de schroeven op gezette tijden opnieuw aan met het meegeleverde gereedschap.
6 N1 Gebruikershandleiding
BELANGRIJK - Controleer uw stroomvoorziening ­Controleer of de netspanning overeenkomt met het voltage zoals aangegeven op de naamplaat die u kunt vinden op het onderpaneel. In sommige gebieden is het instrument voorzien van een voltageschakelaar aan de onderkant, bij de netsnoeraansluiting. Zorg ervoor dat de voltageschakelaar is ingesteld op het juiste voltage. De voltageschakelaar staat op 240 V als het instrument vanuit de fabriek wordt verzonden. U kunt de instelling wijzigen met een platkopschroevendraaier. Hiervoor draait u de schakelaar totdat het juiste voltage naast het pijltje op het paneel verschijnt.
LET OP
Volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat het apparaat, gegevens of andere eigendommen defect/beschadigd raken.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kunnen het instrument, de tv of radio bijgeluiden opwekken.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, in de buurt van een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming of verkleuring van het instrument, beschadiging aan de interne componenten of een instabiele werking te voorkomen. (Gecontroleerd werkingstemperatuurbereik: 5° – 40 °C, of 41° – 104 °F.)
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het toetsenbord tot gevolg kan hebben.
• Stoten met metalen, porseleinen of andere harde voorwerpen tegen het oppervlak van het instrument kan ertoe leiden dat de afwerking barst of afschilfert. Wees voorzichtig.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of met chemicaliën geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Verwijder stof en vuil voorzichtig met een zachte doek. Wrijf niet te hard, aangezien ook kleine vuildeeltjes krassen kunnen veroorzaken in de afwerking van het instrument.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het oppervlak van het instrument. Als er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg met een zachte doek.
Gegevens opslaan
• De songdata die zijn opgeslagen in het interne geheugen van dit instrument, blijven behouden als het instrument wordt uitgezet. De data kunnen echter verloren gaan door slecht functioneren of foutieve handelingen. Sla belangrijke data op een USB-opslagapparaat op (pagina 25).
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB-opslagapparaten op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of gegevens die verloren zijn gegaan of zijn verwijderd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekdata, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-data en/of audiodata, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvoor Yamaha over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijke materialen waarop auteursrechten rusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE­data, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. HET IS VERBODEN ILLEGALE KOPIEËN TE MAKEN, DISTRIBUEREN OF GEBRUIKEN.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en displays zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Transporteren / plaatsen
Als u verhuist, moet u het instrument horizontaal transporteren. Zet het toetsenbord niet tegen een wand of ondersteboven. Stel het instrument niet bloot aan overmatige trillingen of schokken.
LET OP
Als u het instrument wilt verplaatsen, til het dan altijd aan de onderkant van het hoofdapparaat op. Let op dat u het instrument niet bij de doos met hoofdtelefoonaansluitingen of het luidsprekerdoek vasthoudt. Als u het instrument niet goed vasthoudt, kan het instrument beschadigd raken of kunt u persoonlijk letsel oplopen.
Plaats het instrument altijd minstens 15 cm van de muur om het geluidseffect te optimaliseren en te verbeteren.
Niet hier vasthouden.
Niet hier vasthouden.
Niet hier vasthouden.
Als het instrument wankel of onstabiel is na de installatie, gebruikt u de bijgeleverde viltstrookjes. Meer informatie vindt u in de instructies die bij de viltstrookjes zijn geleverd.
Stemmen
In tegenstelling tot een akoestische piano hoeft het instrument niet te worden gestemd. Het blijft altijd perfect gestemd. Als u echter denkt dat er iets mis is met de toetsaanslag, moet u contact opnemen met uw Yamaha-leverancier.
DMI-3 2/2
N1 Gebruikershandleiding 7
Inleiding
Paneelregelaars en aansluitingen
Overzicht
(Onderkant) Aansluitingen (pagina 31)
Bedieningspaneel (Zie hieronder.)
[MASTER VOLUME]­regelaar (pagina 10)
USB [TO DEVICE] aansluiting (pagina 26)
[PHONES]-aansluitingen (pagina 11)
Muziekstandaard (pagina 12)
Toetsenklep (pagina 9, 10)
(Onderkant) [AC IN]-aansluiting (pagina 9)
Aan/uit-schakelaar (pagina 10)
Pedalen (pagina 11)
Bedieningspaneel
q
Display......................................................................... Zie hieronder.
w [DEMO/SONG]-knop ........................................pagina 13, 16, 24, 27
q
e [REVERB]-knop ................................................................. pagina 19
r [METRONOME]-knop ........................................................ pagina 17
t [PIANO/VOICE]-knop ........................................................ pagina 15
w
e
t
i
y
y [FUNCTION]-knop ........................................... pagina 20, 21, 22, 34
u [RECORD]-knop ................................................................ pagina 23
i [+]/[-]-knop
o [PLAY/STOP]-knop ...........................................pagina 13, 16, 24, 27
r
uo
z
Display
Controleer de handeling op de display in het bovenpaneel terwijl u het instrument gebruikt. De display laat verschillende waarden zien, zoals hierna aangegeven, afhankelijk van de handeling. De display wordt donker nadat de waarden zijn ingesteld.
d01
(Songnummer)
(Parameterwaarde)
5
Zie de instructies bij de verschillende functies voor meer informatie. U kunt ook de berichtenlijst (pagina 35) raadplegen.
8 N1 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord bespelen
1 Het netsnoer aansluiten
1-1 Stel de voltageschakelaar in en steek de netsnoerstekker in de [AC IN]-aansluiting van de piano. Raadpleeg
'Paneelregelaars en aansluitingen' op pagina 8 voor informatie over de locatie van de [AC IN]-aansluiting.
[AC IN]­aansluiting
Voor modellen die over een voltageschakelaar beschikken: stel de voltageschakelaar in op het juiste voltage.
Voltageschakelaar
Controleer voordat u het netsnoer aansluit de instelling van de voltageschakelaar, indien aanwezig. Gebruik een platkopschroevendraaier om de selectieschakelaar op het juiste voltage (110, 127, 220 of 240 V) voor uw land te zetten door de selectieschakelaar te draaien totdat het juiste voltage naast het pijltje op het paneel verschijnt. De voltageschakelaar staat op 240 V als het instrument vanuit de fabriek wordt verzonden. Steek, nadat het juiste voltage is geselecteerd, het netsnoer in de AC IN-aansluiting en in het stopcontact. In sommige gebieden wordt mogelijk een verloopstekker meegeleverd zodat de stekker op uw stopcontact kan worden aangesloten.
Voltagesc hakelaar
WAARSCHUWING
Controleer of het instrument geschikt is voor de netspanning van het land waar u woont. (De vereiste spanning wordt vermeld op de naamplaat op het onderpaneel.) Als het instrument op een verkeerde netspanning wordt aangesloten, kan dit ernstige beschadiging van de interne elektronica tot gevolg hebben en zelfs schokken veroorzaken!
1-2 Steek de stekker aan het andere uiteinde van het netsnoer in een
standaardstopcontact.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij het instrument wordt geleverd. Als het bijgeleverde netsnoer is zoekgeraakt of is beschadigd en moet worden vervangen, neemt u contact op met uw Yamaha-leverancier. Het gebruik van een ongeschikt vervangend netsnoer kan brand of schokken veroorzaken!
WAARSCHUWING
Het type netsnoer dat bij het instrument wordt geleverd, is afhankelijk van het land waarin het instrument is aangeschaft. (In sommige gebieden wordt mogelijk een verloopstekker meegeleverd om ervoor te zorgen dat de stekker in het stopcontact past.) Verander de stekker die bij het instrument wordt geleverd NIET. Als de stekker niet in het stopcontact past, laat dan een juist stopcontact plaatsen door een erkende installateur.
2 De toetsenklep openen
Til de toetsenklep op met de handgreep aan de voorkant.
LET OP
Houd de toetsenklep met beide handen vast als u deze opent of sluit. Laat de klep pas los als deze volledig geopend of gesloten is. Let op dat er geen vingers (van u of van anderen, vooral die van kinderen) klem komen te zitten tussen de toetsenklep en de kast.
(De vorm van de stekker kan per land verschillen.)
LET OP
Plaats geen voorwerpen zoals stukken metaal of papier op de toetsenklep. Kleine voorwerpen die op de toetsenklep geplaatst worden, kunnen mogelijk in de kast vallen als de klep wordt geopend en kunnen er mogelijk niet meer worden uitgehaald. Dit kan elektrische schokken, kortsluiting, brand of ernstige schade aan het instrument veroorzaken. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
LET OP
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het openen van de toetsenklep.
N1 Gebruikershandleiding 9
Het toetsenbord bespelen
O
3 Het instrument aanzetten
Druk op de aan/uit-schakelaar [ ] rechts van het toetsenbord. Hierdoor wordt het instrument aangezet en licht de POWER-indicator aan de linkerkant van het toetsenbord op.
Er verschijnt een kolkende illustratie op de display links van het toetsenbord en het instrument start op wanneer deze illustratie verdwijnt.
MASTER VOLUME
MAXMIN
licht op
LET OP
Druk op geen enkele toets tot het instrument volledig is opgestart (ongeveer acht seconden na het inschakelen van de schakelaar). Als u dat toch doet, klinken bepaalde toetsen mogelijk niet normaal.
Aan/uit-schakelaar
4 Het toetsenbord bespelen
Bespeel het toetsenbord om geluid te produceren.
Het volume aanpassen
Terwijl u het toetsenbord bespeelt, kunt u het volumeniveau aanpassen met de [MASTER VOLUME]-regelaar aan de linkerkant van het paneel.
LET OP
Gebruik dit instrument niet gedurende een langere periode op een hoog volumeniveau, aangezien dit uw gehoor kan beschadigen.
Niveau
lager.
MASTER VOLUME
MIN
Niveau hoger.
MAX
USB T
5 Het instrument uitzetten
Druk opnieuw op de aan/uit-schakelaar [ ]. De POWER-indicator dooft wanneer het toestel wordt uitgezet.
LET OP
Er loopt nog een kleine hoeveelheid elektrische stroom, zelfs nadat de aan/uit-schakelaar is uitgeschakeld. Als u van plan bent het instrument voor een langere periode niet te gebruiken, haal dan de stekker uit het stopcontact.
6 De toetsenklep sluiten
Neem de toetsenklep vast en klap deze langzaam dicht.
LET OP
Let op dat uw vingers niet klem komen te zitten tijdens het sluiten van de toetsenklep.
10 N1 Gebruikershandleiding
Het toetsenbord bespelen
De pedalen gebruiken
Het instrument heeft drie voetpedalen die een verscheidenheid aan expressieve effecten mogelijk maken, zoals die ook door de pedalen van een akoestische piano worden geproduceerd.
Demperpedaal (rechts)
Het demperpedaal werkt op dezelfde manier als een demperpedaal op een akoestische vleugel. Als het demperpedaal wordt ingedrukt, klinken de noten langer door. Als u het pedaal loslaat, worden alle sustainnoten onmiddellijk gestopt (gedempt). Het demperpedaal heeft ook een halfpedaaleffect.
Wat is het halfpedaaleffect?
Met deze functie kunt u de lengte van de sustain variëren afhankelijk van hoever u het pedaal indrukt. Hoe verder u het pedaal indrukt, hoe langer het geluid wordt aangehouden. Als bij het indrukken van het demperpedaal bijvoorbeeld alle noten die u speelt wat donker en hard met te veel sustain klinken, kunt u het pedaal half loslaten om de sustain te verminderen.
Als u hier op het demperpedaal drukt, klinken de noten die u speelt voordat u het pedaal loslaat, langer door.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en het pedaal indrukt terwijl de noten nog worden vastgehouden, worden deze noten aangehouden zolang het pedaal is ingedrukt (alsof het demperpedaal is ingedrukt). Alle daarna gespeelde noten worden echter niet aangehouden. Hierdoor is het mogelijk om een akkoord te laten doorklinken, terwijl andere noten staccato worden gespeeld.
Als u hier op het sostenutopedaal drukt terwijl u een noot ingedrukt houdt, wordt de noot aangehouden zolang het pedaal is ingedrukt.
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt de klankkleur van de gespeelde noten enigszins als het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen invloed op de noten die al worden gespeeld op het moment dat het pedaal wordt ingedrukt.
Een hoofdtelefoon gebruiken (optie)
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]-aansluitingen, die zich links aan de onderkant van het instrument bevinden. Als een hoofdtelefoon is aangesloten op een van de [PHONES]-aansluitingen, wordt het interne luidsprekersysteem automatisch uitgeschakeld. Er zijn twee [PHONES]-aansluitingen beschikbaar. U kunt twee standaardhoofdtelefoons aansluiten. (Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit op welke van de twee aansluitingen u deze aansluit.)
MASTER VOLUME
MAX
LET OP
Luister niet gedurende een langere periode op een hoog volumeniveau via een hoofdtelefoon naar het instrument, aangezien dit uw gehoor kan beschadigen.
MIN
PHONES USB TO DEVICE
Standaardhoofdtel efoonaansluiting
N1 Gebruikershandleiding 11
Het toetsenbord bespelen
Muziekstandaard
De muziekstandaard opzetten:
1 Trek de muziekstandaard omhoog en zo ver mogelijk naar u toe. 2 Klap de twee metalen steuntjes aan de linker- en rechterachterkant
van de muziekstandaard naar beneden.
3 Laat de muziekstandaard zakken zodat deze tegen de metalen
steuntjes rust.
De muziekstandaard neerklappen:
1 Haal de muziekstandaard zo ver mogelijk naar u toe. 2 Klap de twee metalen steuntjes (aan de achterkant van de
muziekstandaard) omhoog.
3 Laat de muziekstandaard nu langzaam helemaal naar beneden zakken.
LET OP
Probeer de muziekstandaard niet in een halfopgezette positie te gebruiken. Als u de muziekstandaard opzet of neerlaat, laat deze dan pas los wanneer deze helemaal omhoog of neer is.
12 N1 Gebruikershandleiding
Naslaginformatie
Luisteren naar de vooraf ingestelde songs
Dit instrument bevat uiteenlopende vooraf ingestelde pianosongs. U kunt gewoon naar deze songs luisteren.
1
2
3, 4
1 Activeer de modus voor vooraf ingestelde songs.
Houd de [DEMO/SONG]-knop ingedrukt en druk op de [+] of [-] knop tot '
' op de display verschijnt.
P01
P01
2 Selecteer een vooraf ingestelde song.
Druk op de [+] of [-] knop om een song te selecteren.
P01–P10
P.AL
P.rd
3 Start het afspelen.
Druk op de [PLAY/STOP]-knop om het afspelen te starten. Terwijl een vooraf ingestelde pianosong wordt afgespeeld, drukt u op de [+] of [-] knop om de volgende of vorige pianosong te selecteren en af te spelen.
4 Stop het afspelen.
Druk op de [PLAY/STOP]-knop om het afspelen te stoppen.
..... Selecteer het nummer van een vooraf ingestelde song en
speel alleen de geselecteerde song af.
................ Speel alle vooraf ingestelde songs achtereenvolgens af.
................ Speel alle vooraf ingestelde songs continu in willekeurige
volgorde af.
Song:
In deze handleiding worden speeldata een 'song' genoemd. Hierbij gaat het onder andere om vooraf ingestelde songs en demosongs.
Modus:
Een modus is een status waaronder een bepaalde functie kan worden uitgevoerd. In de modus voor vooraf ingestelde songs kunt u een vooraf ingestelde song selecteren.
Willekeurige volgorde:
De songs worden in willekeurige volgorde door het instrument geselecteerd en afgespeeld (ongeveer zoals bij het schudden van speelkaarten) als u op de [PLAY/STOP]-knop drukt.
U kunt op het toetsenbord meespelen met de vooraf ingestelde song.
Houd tijdens het afspelen van een vooraf ingestelde pianosong de [METRONOME]­knop ingedrukt en druk op de [+] of [-] knop om het tempo van de song te wijzigen. Als u de metronoom gebruikt (pagina 17) tijdens het afspelen van een vooraf ingestelde song, drukt u op de [+] of [-] knop om het tempo van de song te wijzigen. U kunt ook op toetsen drukken om het tempo te wijzigen.
De vooraf ingestelde songs worden niet via de MIDI-aansluitingen verzonden.
N1 Gebruikershandleiding 13
Luisteren naar de vooraf ingestelde songs
Songs selecteren en afspelen vanaf het toetsenbord
U kunt ook gewoon songs selecteren en afspelen door op de toetsen te drukken.
z Een specifieke song afspelen:
Houd de [DEMO/SONG]-knop ingedrukt en druk op een van de toetsen C2-A2.
z Alle songs afspelen:
Houd de [DEMO/SONG]-knop ingedrukt en druk op de toets A3.
z Songs willekeurig afspelen:
Houd de [DEMO/SONG]-knop ingedrukt en druk op de toets A#3.
De geselecteerde vooraf ingestelde song wordt afgespeeld.
Vooraf ingestelde songs
A#3
C2 A2 A3
Display To et s Titel Componist
P01 P02 P03 P04 P05 P06 P07 P08 P09 P10
C2 Nocturne, op.9-1 F. F. Chopin
C#2 Mädchens Wünsch, 6 Chants polonaise F. Liszt
D2 Fantaisie-Impromptu F. F. Chopin
D#2 Aria, Goldberg-Variationen, BWV.988 J. S. Bach
E2 Clair de lune C. A. Debussy F2 Sonate, K.380, L.23 D. Scar latti
F#2 Sonate für Klavier Nr.14 “Mondschein”, op.27-2 L. v. Beethoven
G2 Sonate für Klavier Nr.5, K.283 W. A . M ozart
G#2 Valse, op.69-2 F. F. Chopin
A2 Consolation No.3 F. Liszt
14 N1 Gebruikershandleiding
Basisbediening en meer
De volgende instructies bieden alle nodige informatie over het instrument om de veelzijdige en geavanceerde functies te gebruiken.
Voices selecteren
Druk op de [PIANO/VOICE]-knop om de voice Grand Piano 1 te selecteren. Houd de [PIANO/VOICE]-knop ingedrukt en druk op de [+] of [-] knop om een andere voice te selecteren. Gebruik de [MASTER VOLUME]-regelaar om het volumeniveau aan te passen terwijl u het toetsenbord bespeelt.
Display Voicenaam Beschrijving
1
2
3
4
5
Grand Piano 1
Grand Piano 2
E.Piano 1
E.Piano 2
Harpsichord
Opgenomen samples van een volwaardige concertvleugel. Perfect voor klassieke composities en elke willekeurige andere stijl waarvoor een akoestische piano nodig is.
Ruimtelijke en pure piano met een heldere nagalm. Geschikt voor populaire muziek.
Een elektronisch pianogeluid gecreëerd via FM-synthese. Geschikt voor populaire muziek.
Het geluid van een elektrische piano die gebruikmaakt van hamers die op metalen 'staafjes' slaan. Een zachte klank als er licht wordt gespeeld en een agressieve klank als er hard wordt gespeeld.
Het aangewezen instrument voor barokmuziek. Aangezien de snaren van een klavecimbel worden getokkeld, is dit instrument niet aanslaggevoelig.
Luister naar de demosongs voor elke voice (pagina 16) om de karakteristieken van de voices te leren kennen.
N1 Gebruikershandleiding 15
Loading...
+ 33 hidden pages