Lees deze gebruikershandleiding aandachtig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken of er aan te werken. Bewaar deze handleiding aan boord in
een waterdichte zak tijdens het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij wordt verkocht.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25103
Aan de eigenaar
Dank u voor het kiezen van een Yamaha-buitenboordmotor. Deze gebruikershandleiding
bevat informatie die u nodig hebt voor het correct bedienen, onderhouden en verzorgen
van uw motor. Alleen wanneer u deze eenvoudige instructies strikt naleeft zult u optimaal kunnen genieten van uw nieuwe
Yamaha-buitenboordmotor. Met eventuele
bijkomende vragen omtrent de bediening of
het onderhoud van uw buitenboordmotor kunt
u steeds terecht bij uw Yamaha-dealer.
In deze gebruikershandleiding wordt heel belangrijke informatie op de volgende manieren
aangegeven.
Het veiligheidsalarmsymbool betekent
LET OP! WEES ALERT! UW VEILIGHEID
STAAT OP HET SPEL!
DWM00780
WAARSCHUWING
Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de
bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert
of herstelt.
DCM00700
OPGELET:
Een waarschuwing toont de speciale voorzorgmaatregelen die moeten worden genomen om beschadiging van de
buitenboordmotor te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA verstrekt belangrijke informatie
om procedures gemakkelijker of duidelijker te
maken.
Yamaha streeft voortdurend naar verbetering
inzake productontwerp en -kwaliteit. Dat betekent dat hoewel deze handleiding de meest
recente productinformatie bevat die beschikbaar was op het ogenblik dat ze in druk werd
bezorgd, er kleine verschillen kunnen voorkomen tussen uw machine en deze handleiding.
Met eventuele vragen omtrent deze handleiding kunt u steeds terecht bij uw Yamahadealer.
Om ervoor te zorgen dat het product lang zou
meegaan, beveelt Yamaha aan het product te
gebruiken en de gespecificeerde nazichten
en onderhoudsbeurten te laten uitvoeren
overeenkomstig de instructies in de gebruikershandleiding. Alle schade die voortvloeit
uit het niet naleven van deze instructies wordt
niet gedekt door de garantie.
In bepaalde landen gelden wetten of voorschriften die gebruikers verbieden het product
elders te gebruiken dan in het land waar het
werd aangekocht, en de kans bestaat dan
ook dat het product niet kan worden geregistreerd in het land van bestemming. Bovendien is het mogelijk dat de garantie niet geldt
in bepaalde gebieden. Wanneer u van plan
bent het product mee te nemen naar een ander land, dient u de dealer te raadplegen bij
wie het product werd gekocht.
Als u het product tweedehands aankocht,
neem dan contact op met de dichtstbijzijnde
dealer om het opnieuw te laten registreren en
om in aanmerking te komen voor de gespecificeerde diensten.
NOTA:
De 5CMH en de standaardaccessoires worden gebruikt als basis voor de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding. Daarom is
het mogelijk dat bepaalde items niet van toepassing zijn op alle modellen.
Het buitenboordmotorserienummer staat vermeld op het label op de bakboordzijde van de
klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen
van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of
als referentie in geval uw buitenboordmotor
wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
Algemene informatie
1. EG-labellocatie
ZMU01696
DMU25382
Belangrijke labels
DMU25395
Waarschuwingslabels
DMU25202
EG label
Motoren voorzien van dit label voldoen aan
bepaalde gedeelten van de richtlijn van het
Europese Parlement in verband met machineparken. Zie het label en de EG Verklaring
van Overeenstemming voor verdere details.
DMU25401
Label
DWM01260
WAARSCHUWING
● Zorg dat de schakelinrichting in neutraal
staat alvorens de motor te starten (behalve bij 2 pk).
1
Algemene informatie
● Verwijder of raak geen elektrische on-
derdelen aan bij het starten of als de motor draait.
● Hou handen, haar en kleren uit de buurt
van het vliegwiel en andere draaiende
onderdelen als de motor draait.
DMU25431
Label
DWM01300
WAARSCHUWING
● De motor is uitgerust met een neutraal-
startinrichting.
● De motor start niet als de schakelinrich-
ting niet in de neutrale stand staat.
DMU25441
Label
DWM01311
WAARSCHUWING
LEKKENDE BRANDSTOF KAN BRAND
VEROORZAKEN.
Alvorens de motor te kantelen of op zijn zij
te leggen:
● Draai de brandstofkraan in de gesloten
stand.
● Draai de ontluchtingsschroef op de
brandstoftankdop vast.
2
Veiligheidsinformatie
DMU33620
Veiligheidsinformatie
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tijde in acht.
DMU33630
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden
gegrepen door de inwendige draaiende onderdelen van de motor, met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt
nodig is. Verwijder of installeer de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap
draaien met inachtneming van de specifieke
instructies in de handleiding. Houd uw handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken,
zwemvestriempjes enz. uit de buurt van eventuele blootliggende bewegende onderdelen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde motoronderdelen heet genoeg om brandwonden te
veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met
onderdelen onder de motorkap tot de motor is
afgekoeld.
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het
starten van de motor of terwijl de motor draait.
Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken.
DMU33670
Motoruitschakelkoord
Bevestig de motoruitschakelkoord zo dat de
motor stopt wanneer de gebruiker overboord
valt of de stuurhendel verlaat. Dat om te voorkomen dat de boot stuurloos verder vaart en
mensen achterlaat, of over mensen of voorwerpen vaart.
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor altijd op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm
of been. Maak ze niet los om de stuurhendel
te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de
koord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de koord niet langs
punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
haar functie niet langer vervult.
Leid de koord niet langs plaatsen waar de
kans groot is dat er per ongeluk aan wordt getrokken. Als er aan de koord wordt getrokken
tijdens het varen, wordt de motor uitgeschakeld en kunt u de boot niet meer besturen. De
boot zou snel kunnen vertragen, waardoor
passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.
DMU33810
Benzine
Benzine en benzinedampen zijn uiterst
brandbaar en explosief. Volg voor het tan-
ken steeds de procedure op pagina 21 om het
risico van brand en explosie zo klein mogelijk
te houden.
DMU33820
Blootstelling aan en morsen van benzine
Mors geen benzine. Als u toch benzine morst,
veeg hem dan onmiddellijk op met droge doeken. Werp de doeken weg zoals het hoort.
Mocht er benzine op uw huid terechtkomen,
verwijder die dan onmiddellijk met zeep en
water. Trek andere kleren aan als er benzine
op uw kleren terecht is gekomen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine
hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen. Tracht nooit brandstof over te hevelen
door ze aan te zuigen met uw mond.
3
Veiligheidsinformatie
DMU33900
Koolmonoxide
Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolmonoxide bevatten, een kleur- en geurloos gas
dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen van koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid.
Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed
geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van
uitlaatopeningen.
DMU33780
Wijzigingen
Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan
deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw
buitenboordmotor kunnen de veiligheid en
betrouwbaarheid aantasten, en de buitenboordmotor onveilig of onwettig voor gebruik
maken.
DMU33740
Scheepvaartveiligheid
Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belangrijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te leven tijdens het varen.
DMU33710
Alcohol en verdovende middelen
Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol
of het innemen van verdovende middelen. Intoxicatie is een van de voornaamste factoren
die bijdragen tot dodelijke ongevallen op het
water.
DMU33720
Zwemvesten
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan
boord hebt voor elke passagier. Yamaha
raadt u aan altijd een zwemvest te dragen
wanneer u gaat varen. Kinderen en nietzwemmers moeten in ieder geval altijd een
zwemvest dragen, en iedereen moet een
zwemvest dragen wanneer de vaaromstandigheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.
DMU33730
Mensen in het water
Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het
water, zoals zwemmers, waterskiërs of duikers, telkens wanneer de motor draait. Wanneer er zich iemand in het water bevindt
vlakbij de boot, zet de motor dan in neutraal
en schakel hem uit.
Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers
kunnen moeilijk zichtbaar zijn.
De propeller kan blijven draaien, zelfs wanneer de motor in neutraal staat. Schakel de
motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij
de boot in het water bevindt.
DMU33750
Passagiers
Raadpleeg de instructies van uw bootfabrikant voor informatie over de aangewezen
passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u
ervan dat alle passagiers veilig plaats hebben
genomen alvorens te accelereren en wanneer de motor sneller draait dan met het stationair toerental. Staan of zitten op niet
aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat
men overboord wordt geslingerd of in de boot
valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse
snelheids- of richtingsveranderingen. Zelfs
wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te
waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opspringende
golven en kielzog steeds te vermijden.
DMU33760
Overladen
De boot mag nooit worden overladen. Kijk op
de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maximumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg
ervoor dat het gewicht naar behoren over de
boot is verdeeld in overeenstemming met de
instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het gewicht
4
Veiligheidsinformatie
over de boot kan de bestuurbaarheid van de
boot in het gedrang brengen en leiden tot ongevallen, kapseizen of vollopen.
DMU33770
Vermijd botsingen
Kijk voortdurend uit naar mensen, voorwer-
pen en andere boten. Wees voorbereid op
omstandigheden die uw zichtbaarheid beperken of uw zicht op anderen blokkeren.
Vaar defensief met veilige snelheden en bewaar steeds een veilige afstand van mensen,
voorwerpen en andere boten.
● Vaar nooit vlak achter andere boten of wa-
terskiërs.
● Vermijd scherpe bochten of andere ma-
noeuvres die ervoor zorgen dat anderen u
moeilijk kunnen ontwijken en moeilijk kunnen begrijpen wat u gaat doen.
● Vermijd zones met voorwerpen onder water
of met ondiep water.
● Vaar steeds binnen uw grenzen en vermijd
agressieve manoeuvres om het risico van
controleverlies, overboord vallen en botsen
zo klein mogelijk te houden.
● Grijp tijdig in om botsingen te voorkomen.
Denk eraan, boten hebben geen rem-men, en het stoppen van de motor of het terugnemen van gas kan de boot minder
bestuurbaar maken. Als u niet zeker bent
dat u tijdig kunt stoppen voor een obstakel,
laat u de motor in de tegenovergestelde
richting draaien.
DMU33790
Weersomstandigheden
Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersvoorspellingen alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen in
gevaarlijk weer.
DMU33880
Passagiersopleiding
Zorg ervoor dat ten minste één andere passagier opgeleid is in het besturen van de boot in
geval van nood.
DMU33890
Scheepvaartveiligheidspublicaties
Informeer u over de scheepvaartveiligheidsvoorschriften. Bijkomende publicaties en informatie kunt u bekomen bij heel wat
scheepvaartorganisaties.
DMU33600
Wetten en voorschriften
Leer de scheepvaartwetten en -reglementen
die gelden op de plaats waar u gaat varen, en
leef deze na. Er gelden verschillende regels
naar gelang van de geografische plaats, maar
in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de Internationale Scheepvaartregels.
5
Basisvereisten
DMU25540
Tankinstructies
DWM00010
WAARSCHUWING
BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN ERG
ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!
● Rook niet als u brandstof bijvult en blijf
uit de buurt van vonken, vlammen en andere bronnen van ontbranding.
● Zet de motor af alvorens brandstof te
tanken.
● Tank op een goed verluchte plaats. Vul
draagbare brandstoftanks niet in de
boot.
● Mors geen benzine. Verwijder gemorste
benzine onmiddellijk met droge doeken.
● Doe de brandstoftank niet te vol.
● Draai de vuldop goed vast na het tanken.
● Raadpleeg onmiddellijk een arts als u
benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt in geademd of benzine in
de ogen hebt gekregen.
● Mocht er benzine op uw huid terecht ko-
men, verwijder die dan onmiddellijk met
zeep en water. Kleed u om als er benzine
op uw kleren is terecht gekomen.
● Raak met de tuit de vulopening of de
trechter aan om elektrostatische vonken
te voorkomen.
DCM00010
OPGELET:
Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine die
bewaard werd in zuivere containers en die
niet gecontamineerd is door water of
vreemde stoffen.
DMU25580
Benzine
Aanbevolen benzine:
Normale loodvrije benzine met een minimumoctaangetal van 90 (Research
Octane Number).
Als de motor geklop of gepingel begint te vertonen, gebruik dan een ander merk benzine of
loodvrije superbenzine.
DMU25650
Motorolie
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 2-takt buitenboordmotorolie
Als de aanbevolen motorolie niet beschikbaar
is, mag er een andere 2-taktmotorolie met
een door de NMMA gewaarmerkte TC-W3graad worden gebruikt.
DMU33550
Installatievereisten
DMU33560
Bootvermogen (pk)
Alvorens de buitenboordmotor(en) te installeren, dient u na te gaan of het totale vermogen
(pk) van uw motor(en) het toegestane maximumvermogen van de boot niet overschrijdt.
Kijk op de capaciteitsplaat van de boot of
neem contact op met de fabrikant.
DWM01560
WAARSCHUWING
Een boot te krachtig aandrijven kan ernstige instabiliteit veroorzaken.
DMU33570
Monteren van de motor
Uw dealer of een andere persoon met ervaring in het optuigen van boten moet de motor
monteren met behulp van de correcte apparatuur en de complete optuiginstructies. Voor
meer informatie, zie pagina 15.
DWM01570
WAARSCHUWING
● Een verkeerde montage van de buiten-
boordmotor kan tot gevaarlijke omstandigheden leiden, zoals een gebrekkige
bestuurbaarheid, verlies van controle of
brand.
6
● Aangezien de motor zeer zwaar is, is
speciale uitrusting en opleiding vereist
om hem veilig te monteren.
DMU34190
Propellerkeuze
Naast de keuze van een buitenboordmotor is
de keuze van de juiste propeller een van belangrijkste keuzen die een booteigenaar dient
te maken. Het type, de omvang en het ontwerp van uw propeller hebben een rechtstreekse invloed op de acceleratie, de
topsnelheid, het brandstofverbruik en zelfs de
levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt
en vervaardigt propellers voor iedere
Yamaha-buitenboordmotor en voor alle mogelijke toepassingen.
Uw buitenboordmotor is uitgerust met een
Yamaha-propeller die speciaal werd geselecteerd voor een goed resultaat bij tal van toepassingen, maar er kunnen toepassingen
bestaan waarvoor men beter een andere propeller gebruikt.
Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kiezen van de juiste propeller voor uw specifieke
behoeften. Kies een propeller die de motor in
staat stelt het middelste of bovenste gedeelte
van het toerentalbereik te bereiken bij volgas
en maximumlading. In het algemeen geldt dat
een propeller met een grotere spoed geschikt
is voor geringere bedrijfsbelastingen en een
propeller met een kleinere spoed voor grotere
belastingen. Als u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, kies dan een propeller die de
motor in staat stelt te draaien binnen het toerentalbereik voor uw maximumbelasting,
maar denk eraan dat u de gashendelstand
mogelijk moet aanpassen om binnen het aanbevolen motortoerentalbereik te blijven wanneer u lichtere ladingen vervoert.
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 42.
Basisvereisten
x
-
123
ZMU04604
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
DMU25760
Neutraal-startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren met het afgebeelde label of door Yamaha goedgekeurde
afstandsbedieningseenheden zijn uitgerust
met (een) neutraal-startbeveiliging(en). Dat
systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend
kan worden gestart wanneer hij in neutraal
staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal
wanneer u de motor start.
1
ZMU01713
1. Label voor neutrale startbeveiliging
7
Basiscomponenten
DMU2579B
Hoofdcomponenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de standaarduitrusting van alle modellen.
5C
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstoftankkap
3. Motorkap
4. Motorkapvergrendelingshendel
5. Stuurfrictieafstelinrichting
6. Anti-cavitatieplaat
7. Propeller*
8. Koelwaterinlaat
9. Trimstang
10.Klembeugel
11.Knevelbout
12.Stuurhendel
13.Gashendelfrictieafstelling
14.Handgreep repeteerstarter
15.Chokeknop
8
16.Motorstopknop/Motoruitschakelaar
17.Touwbevestiging
18.Kantelsteunhendel
19.Schakelinrichtinghendel
20.Brandstofkraan
21.Brandstoftank
DMU25802
Brandstoftank
Als uw model uitgerust is met een draagbare
brandstoftank, heeft die de volgende functie.
Basiscomponenten
DWM00020
WAARSCHUWING
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te slaan.
Commerciële gebruikers moeten voldoen
aan de van toepassing zijnde licentie- of
goedkeuringsvoorschriften.
4
3
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstofmeter
3. Brandstofleiding koppelstuk
4. Brandstoftankkap
DMU25821
1
2
ZMU01992
Brandstoftank
Als uw model een brandstoftank heeft, zijn de
onderdelen en functies als volgt.
DMU25830
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruik om de brandstofleiding te verbinden.
DMU25841
Brandstofmeter
Deze meter is gesitueerd op de tankdop of op
de basis van het brandstofleidingkoppelstuk.
Deze geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank bij benadering aan.
DMU25850
Brandstoftankdop
Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij verwijderd is, kan de tank worden gevuld met
brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij
tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Die schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25872
Brandstofkraan
De brandstofkraan sluit de brandstoftoevoer
van de brandstoftank naar de motor af.
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstoftankkap
1. Brandstofkraan
DMU25881
Gesloten
Om de brandstoftoevoer naar de motor af te
sluiten, moet de hendel of de knop in de gesloten stand worden gezet.
Zet de hendel of de knop altijd in de gesloten
stand als de motor niet draait.
9
Basiscomponenten
1. Gesloten stand
DMU25901
Open
De brandstofkraan heeft twee open-standen:
één voor brandstof uit de ingebouwde brandstoftank en één voor die uit de externe tank.
Er stroomt brandstof naar de carburator als
de hendel of de knop in één van die twee
open-standen staat. Het zijn de standen voor
een draaiende motor.
1. OPEN stand voor de ingebouwde tank
2. OPEN stand voor de draagbare tank
DMU25911
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts.
DMU25922
Schakelhendel
Als u de schakelhendel naar u toe trekt, zet u
de motor in de voorwaartse versnelling zodat
dat boot vooruit vaart. Als u de schakelhendel
van u af duwt , zet u de motor in de achteruitversnelling zodat de boot achteruit vaart.
1. Vooruit “”
2. Neutraal “”
3. Achteruit “”
DMU25941
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhendel.
Als u de hendel tegen de klok in draait, verhoogt de snelheid en als u hem met de klok
mee draait verlaagt de snelheid.
10
DMU25961
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25971
Gashandel frictie afstelling
Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden
ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen draait u de frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand te
verlagen draait u de frictieregelaar linksom.
Basiscomponenten
DWM00031
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om de gashendel of de greep
te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
Als constante snelheid vereist is, draai de frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste
gashendelinstelling te bewaren.
DMU25991
Motoruitschakelaar
De clip moet bevestigd zijn aan de motoruitschakelaar om de motor te laten draaien. Het
koord moet op een veilige plaats worden bevestigd aan de kledij van de schipper, of aan
zijn arm of been. Als de bestuurder over
boord valt of het roer verlaat, trekt de koord de
clip naar buiten waardoor de ontsteking van
de motor wordt uitgeschakeld. Op die manier
wordt voorkomen dat de boot onbestuurd verder vaart.
DWM00121
WAARSCHUWING
● Bevestig de motorstopschakelaarkoord
tijdens het gebruik van de motor op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw
arm of been.
11
Basiscomponenten
● Maak de koord niet vast aan kleren die
kunnen worden losgetrokken. Zorg ervoor dat de koord nergens achter verstrikt raakt, waardoor ze haar functie
verliest.
● Zorg ervoor dat u tijdens een normaal
gebruik niet per ongeluk aan de koord
trekt. Als de motoraandrijving wegvalt,
wordt de boot veel minder goed bestuurbaar. Zonder motoraandrijving zal de
boot ook snel vertragen. Daardoor kunnen personen en voorwerpen in de boot
naar voren geslingerd worden.
NOTA:
De motor kan niet worden gestart wanneer de
clip verwijderd is.
DMU26020
Chokeknop
Om de motor te voorzien van het rijke brandstofmengsel dat vereist is om te starten, dient
u die knop naar rechts te draaien.
1. Koord
2. Clip
DMU26001
Motorstopknop
Om het ontstekingscircuit te openen en de
motor uit te zetten, dient u op die knop te drukken.
12
DMU26070
Hendel voor manuele start
Om de motor te starten trekt u eerst de handel
uit tot u weerstand voelt. Trek hem dan snel
verder uit om de motor aan te zwengelen.
DMU26122
Stuurfrictieafstelinrichting
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naargelang van de voorkeur van de bestuurder. Op de zwenkbeugel
bevindt er zich een instelschroef of -bout.
Om de weerstand te doen toenemen dient u
de schroef met de wijzer van de klok mee te
draaien.
Om de weerstand te doen afnemen dient u de
schroef tegen de wijzers van de klok in te
draaien.
DWM00040
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk
kan veroorzaken.
DMU26261
Trimstang (kantelpen)
De stand van de trimstang bepaalt de minimumhoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel.
Basiscomponenten
DMU26332
Kantelsteunstang
De kantelsteunstang houdt de buitenboordmotor in de naar boven gekantelde stand.
DCM01660
OPGELET:
Gebruik de kantelsteunstang niet bij het
slepen van de boot. De buitenboordmotor
zou los kunnen trillen uit de kantelsteun
en vallen. Als de motor niet kan worden
gesleept in zijn normale bedrijfsstand,
dient u een bijkomend ondersteuningssysteem te gebruiken om hem vast te zetten in de kantelstand.
DMU26372
Motorkapvergrendelingshendel(s)
(draaitype)
Om de motorkap te verwijderen dient u de
vergrendelingshendel(s) te draaien en de kap
op te heffen. Bij het installeren van de motorkap dient u ervoor te zorgen dat ze goed op
de rubberen dichting wordt aangebracht. Ver-
13
Loading...
+ 43 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.