Lees het volgende door alvorens de 01V te gebruiken:
Waarschuwing
•Plaats de 01V niet op een plaats die is blootgesteld aan overdreven hitte of in direct
zonlicht. Dit kan brandgevaarlijk zijn.
•Plaats de 01V niet op een plaats die is blootgesteld aan overdreven vocht of stof. Dit
kan gevaar voor brand en elektrische schok opleveren.
•Sluit het 01V netsnoer alleen aan op een AC stopcontact van het type dat staat
vermeld in deze
Als u dit niet doet kan dit gevaar voor brand en electrische schok opleveren.
•Sluit niet meerdere apparaten op hetzelfde AC stopcontact aan. Dit kan het AC stopcontact overbelasten en kan brand of een elektrische schok teweeg brengen. Het kan
zelfs de prestatie van sommige apparaten beïnvloeden.
Nederlandstalige handleiding
of zoals staat gemarkeerd op de 01V.
i
•Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Een beschadigd netsnoer levert
een potentieel gevaar op door brand en/of elektrische schokken te veroorzaken.
•Vraag, als het netsnoer is beschadigd (d.w.z., gesneden of als er een blanke draad zichtbaar wordt), uw dealer om vervanging. De 01V in deze toestand gebruiken
kan brand en elektrische schokken veroorzaken en dus gevaarlijk zijn.
•Houd de netsnoerstekker vast als u het ontkoppeld van een stopcontact. Trek
nooit aan het snoer. Beschadigen van het netsnoer op deze manier levert een
potentieel gevaar op voor brand en elektrische schokken.
• Plaats geen kleine voorwerpen op op de bovenkant van de 01V . Metalen voorwerpen
in de 01V kunnen brand en elektrische schokken veroorzaken.
•Blokkeer de ventilatiegaten van de 01V niet. De 01V heeft ventilatiegaten aan de
boven- en achterkant om te voorkomen dat de interne temperatuur oploopt. Geblokeerde ventilatie kan brand veroorzaken.
•Probeer de 01V niet te modificeren. Dit kan brand en elektrische schokken veroorzaken.
•De werkingstemperratuur van de 01V is tussen 5°C en 35°C (41°F en 95°F).
Waarschuwingen
• Zet alle audio apparaten en luidsprekers uit als u de 01V aansluit. Zie de handleiding
voor ieder apparaat. Gebruik de juiste kabels en sluit deze aan zoals gespecificeerd.
•Als u afwijkingen opmerkt—zoals rook, geur, of lawaai—zet de 01V onmiddellijk
uit. Ontkoppel het netsnoer van het stopcontact. Bevestig dat de afwijking niet
meer aanwezig is. Raadpleeg uw dealer voor reparatie. De 01V gebruiken i n deze
toestandkan brand en elektrische schokken veroorzaken.
•Als een vreemd voorwerp of water in de 01V komt, zet deze onmiddellijk uit.
Ontkoppel het netsnoer van het stopcontact. Raadpleeg uw dealer voor reparatie.
De 01V gebruiken in deze toestand kan brand en elektrische schokken veroorzaken.
•Ontkoppel, als u van plan bent om de 01V voor een langere periode niet te gebruiken,
het netsnoer van het stopcontact. Laat u de 01V aangesloten dan is dat brandgevaarlijk.
01V—Nederlandstalige handleiding
Page 3
ii
• Gebruik geen benzine, thinner, schoonmaak wasmiddel, of een chemische doek om
de 01V schoon te maken. Gebruik alleen een zachte, droge doek.
•De 01V is een zwaar apparaat. Pak het altijd, als u het optilt, aan de onderkant vast
en niet aan de zijpane len.
Interferen tie
De 01V gebruikt hoog-frequente circuits die interferentie op dichtbij geplaatste radio’s
en televisies veroorzaken. Als interferentie voorkomt, verplaats dan de beïnvloede appa-
ratuur.
of gedistributeerd worde n in enige v orm of op enige wijze zo nder vo orafgaande schri ftelijke toestemming van Yamaha Corporation.
Nederlandstalige handleiding
mag verveelvoudigd
Handelsmerken
ADAT MultiChannel Optica l Digital Int erf ace is een handel smerk en ADA T en Alesis
zijn geregi streerde handelsmerken van Alesis Corporation. Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. Pro Tools is een geregistreerd handelsmerk van Digid esign or Avid Technology, Inc. Tascam Digital Interface is een
handelsmerk en Tascam en TEAC zijn is een geregistreerd handelsmerken van TEAC
Corporation. Windows is een handelsmerk v an Microsoft Corporation.
Alle anderen handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Pakket Inhoud
Het 01V pakket moet de volgende onderdelen bevatten. Let er op dat u alles heeft.
• 01V Digital Mixing Console
• Nederlandstalige handleiding
Neem kontakt op met uw Yamaha dealer als er iet s mist.
Bewaar deze handleiding zodat u er later nog eens wat in op kunt zoeken !
Overzicht va n de Bela ngrijkste Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 11
2
Hoofdstuk 1—Welkom bij de 01V
Welkom bij de 01V
Dank u wel voor he t aanschaffen van de Yamaha 01V Digital Mixing Console. Gebaseerd op de zeer succesvolle Yamaha digitale mixer series, is de Yamaha 01V ontworpen voor MIDI muzikanten en kleine geluidsversterking, alhoewel zijn veelzijdigheid
en gemak in gebru ik zeker ook aantrek kelijk is voor professionele en semiprofessionele
gebruikers.
Over deze Handleiding
Deze handleiding bevat alle informatie die u nodig heeft om uw 01V Digital Mixing
Console te bedienen. Zoek in de inhoudsopgave algemene informatie en maak uzelf
bekent met de ordening van deze handleiding en lokaliseer in de index specifieke
onderdelen. Een opsomming van de 01V gerelateerde vaktaal wordt gegeven op pagina
293.
Ieder hoofdstuk omvat een specifiek gedeelte van de 01V. Het Input Kanaal Hoofdstuk,
bijvoorbeel d, legt alles over de input kanalen uit , terwijl het Scene Geheugen Hoofdstuk uitlegt wat scene geheugens zijn. De inhoud van ieder hoofdstuk blijkt alszodanig
uit de titel . Onderdelen zoals EQ en dynamics, die beschikbaar zijn op de input kanal en,
aux sends en de streo uitgang worden uitgelegd in hun eigen hoofdstukken.
Waar mogelijk, worden de individuele gedeelten van een hoofdstuk uitgelegd in volgorde van de signaalbaan. Het Input Kanaal Hoofdstuk bijvoorbeeld begint met de input
aansluiting, gaat verder met iedere ingang kanaal functie en eindigt met de bussen.
01V Opstellen
Plaats de 01V op een stabiel oppervlak, op een plek die zich houdt aan de regels opgesomd in de belangrijk e informatie aan het begin v an deze handleid ing. De 01V kan een
rack gemonteerd wor den met behulp van de los verkrijgbare rack-mount kit.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 12
01V Kenmerken
01V Kenmerken
01V Specificaties
• Linear 20-bit 128-times oversampling A/D converters
• Linear 20-bit 8-times oversampling D/A converters (STEREO OUT)
• 105 dB dynamisch bereik (CH INPUT to STEREO OUT)
• Ingebouwde MIDI interface en TO HOST poort voor snelle en simpele aansluiting op een
personal computer
• 15 gemoteriseerde 60mm faders
3
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 13
4
Hoofdstuk 1—Welkom bij de 01V
Overzicht van de Belangrijkste Kenmerken
Configuratie
De 01V bevat totaal 24 ingangen: 12 mono ingangen (1 tot en met 12), 2 stereo ingangen (13/14 en 15/16) en 8 digitale ingangen (17 tot en met 24) door middel van een
Option I/O kaart. Het stereo output signaal is beschikbaar via de analoge STEREO
OUT en de coaxi ale DIGITAL STEREO O UT en kan worden toegewezen aan de analoge OMNI OUT’s en Option I/O digitale uitgangen. De vier bus uitgangen en vier aux
sends kunnen worden toegewezen aan de analoge OMNI OUTs en Option I/O digitale
uitgangen. De Ef fect 1 en Effect 2 bussen voeden de aanwezige stereo mult i-effe ct processors, waarn a hun signalen worden t eruggestuurd via de ef fects retur ns 1 en 2, die een
vier-band parametrische EQ bevatten. Input kanalen 1 tot en met 12 zijn uitgerust met
gebalanceerde XLR en phone jack aansluitingen, met schakel bare phantom voeding.
Input kanalen 13 tot en met 16 zijn uitgerust phone jack aansluitingen. Input kanalen
17 tot en met 24 zijn toegankelijk via een Option I/O kaart.
De uitgebreide input kanalen 1 tot en met 16 bevatten een attenuator , vier -band parametrische EQ, dynamische processor en een delay, deze kunnen toegewezen w orden
aan naar aux sends 1 tot en met 4 en effects sends 1 en 2. De wat eenvoudigere input
kanalen 17 tot en met 24 b evatten een attenuator, twee-band parametrische EQ, deze
kunnen worden toeg ewezen aan aux sen ds 1 en 2 en effe cts sends 1 en 2. Input kanalen
1 tot en met 8 en 17 tot en met 24 kunnen gewisseld worden, waardoor de Option I/O
digitale input kanalen bediend worden door de uitgebreide kanalen 1 tot en met 8. Input
delays kunnen worden bij het compenseren van microfoon plaatsing en output delays
kunnen gebruikt w orden bij het compenseren van vertraging die optreedt bij meervoudige luidsprek er systemen. Het aantal in put kanalen kan verhoogd wo rden door digitaal
twee 01V’s in cascade te schakelen. Option I/O digitale uitgangen kunnen geconfigureerd worden als bus outs, aux sends, in put kanalen direct outs, of st ereo outs. Dus
alhoewel 01V een vier-bus mixer is maakt het toe wijzen van de vier bussen en de vier
aux sends, of de direct outs naar de Option I/O acht uitgangen acht-tracks opname
mogelijk.
Voordelen van een Digitale Mixer
U bent al waasch ijnlijk bekent met de v ele v oord elen v an d igitale a udio, maar wat zijn
eigenlijk de voordelen van digitaal audio mixen? Welnu, de functie van een audio mixer
is het combineren van audio signalen van verschillende b ronnen, op verschillende
niveau’s en met verschillende impedanties in een stereo mix. Bij voorkeur zonder vervorming of ruis t oe te voe ge n. Analoge mix ers doen dit redel ijk goed , maar zelfs in de
beste ontwerpen, zi jn ni et-lineai re ef fect en v eroorzaa kt d oor inter ne elekt ronika onvermijdelijk.
Bij digitale mixers bestaat uit mixen van audio uit het toevoegen en vermenigvuldigen
van binaire nummers die audio signalen voorstellen. De DSP (Digital Signal Processor)
chips die gebruikt worden voor deze berekeningen bereiken nooit een verkeerde optelling, dus na de eerste A/D conversie, zijn audio signalen immuum voor voor signaal
degradatie. In de 01V, worden ruis, vervorming en crosstalk worden praktisch geëlimineerd en bereikt u e en ongehoorde helderheid in uw mix.
Eenmaal digitaal, is het verstandig om de audio signalen digitaal te houden, aangezien
meervoudige AD/D A con v ersi es het signaa l de graderen. Met een Option I/O interf ace
kaart, kan de 01V direct worden aangesloten op een modulaire digitale multitrack
recorder, hierbij houdt u de audio data digitaal bij het opnemen en mixen. De laatste
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 14
Overzicht van de Belangrijkste Kenmerken
stereo mix kan wor den opgenomen op een twee-track digitale recorder met behulp van
de Coaxial STEREO OUT van de 01V.
De ingebouwde stereo multi-effect processors en dynamische processor s zorgen erv oor
dat signalen digitaal blij ven en el imineren alle onnodige AD/D A con versi es. Digitale signaal bewerking wordt uitge voerd met behulp van derde generatie Yamaha DSP’s, zoals
die gebruikt worden in de digitale rev erb .
01V Geluidskwaliteit
De lineair 20-bit 128-times ove rsampling A/D converters v an de 01V bieden een algemeen bereik van 105 dB. De STEREO OUT is uitgerust 20-bit 8-keer oversampling D/A
conv erters, ter wijl de MONITOR OUT en OMNI OUT’ s uitgerust zijn m et 18-bit 8-keer
oversampli ng D/A conv erter s. Oversampling technie ken ve rhogen de interne sampling
rate, zodat bij-effecten veroorzaakt door stijle low-pass filters, gebruikt om sa mple frequentie componenten tijdens D/A conversies eruit te filteren, bijna geheel worden geëlimineerd. Derhal ve, wordt audio signaal integrite it gehandhaafd van ingang tot uitgang.
De 01V genereert de industrie standaard sampling rate v an 44.1 kHz en kan synchroniseren met een externe wordclock bron van 44.1kHz –10% tot 48 kHz +6%.
5
Vier-band Parametrische EQ & Bibliotheek
Input kanalen 1 tot en met 16, de stereo uitgang, aux sends en effects returns zijn allen
uitgerust met een volledige vier-band parametrische EQ, met variabele ga in, frequentie,
Q en bypass. Input kanalen 17 tot en met 24 zijn uitgerust met een ve reenvoudigde twee
band parametrische EQ. Hoge en lage EQ banden kunnen respectivelijk gebruikt worden
als shelving, peaking of HPF en LPF. Zie “EQ” op pagina 61 voor meer informatie.
EQ instellingen kunnen worden opgeslagen in de EQ bibliotheek als programma’s, of
met alle mix instellingen in mix scenes. De EQ bibliotheek uit 40 preset progra mma’s e n
40 user programma’s. In de user programma’ s kunt u regelmatig gebruikte EQ instellingen opslaan en een naam geven aan deze opstellingen. De unieke verzameling EQ programma’ s zijn ontworpen voor specifieke applicaties en instrumenten en zijn zowel een
goede referentie als start punt bij het wijzigen van de EQ. Zie “EQ Bibliotheek” op pagina
67 voor meer informatie.
Gemotorise erde F ad ers
De 01V is uitgerust met 15 gemotoriseerde 60 mm faders die automatisch bewegen als
een mix scene wordt opgeroepen, dit biedt een duidelijk en visuele indicatie van fader
niv eau’ s. Een fa de tijd v an maximaal 25 se conden kan indi vidueel worden ingesteld voor
mix scene. Fa ders kunnen samen ge groepeerd worden in een van dr ie fader groe pen voor
meervoudige fader bedi ening. Zie “Fader s Groeperen” op pagina 55 voor meer informatie. Fade rs op gepaarde kanalen ve rplaatsen tegelijkertijd. Zie “Input Kanalen Combineren” op pagina 52 voor meer informatie.
01V Faders zijn multi-functionele bedieningse lementen en hun exacte werking hangt af
van de geselecteerde fader mode. Input kanalen kunnen gebruikt worden als kanaal faders
of aux of ef fe cts se nd knoppen. De STEREO fa der kan gebruikt w orden als de ste reo uitgang fader of aux of ef fects send master ni v eau fa ders. Zi e “Fader Modes” op pagina 32
voor meer inf ormatie.
Faders 1 tot en met 16 en master kunnen worden toegewezen aan verschillende interne
parameters op REMO TE pagina 1, of ge bruikt worden als MIDI controllers op REMO TE
pagina 3. Zie “Faders & [ON] Knoppen Toewijzen” op pagina 194 en “User Defined
(door u te be palen) MIDI controllers” op pagina 238 voor meer informatie.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 15
6
Hoofdstuk 1—Welkom bij de 01V
Ingebouwde Effect Processors
De 01V bevat t wee stereo multi-effect processors: Effect 1 en Effect 2. Deze processors bieden een groot aantal kwaliteit ef fect en, inclusief re v erb, d elay, chorus, flange, amp simulator , en meer. Er zijn 34 ver schillende ef fecten b eschikbaar . De ef fect en worden ge v oed door
de Effect 1 en Effect 2 bussen en bewerkte signalen worden terugges tuurd door de ef fects
return kanalen. Ef fecten kunnen w orden toegepast op input kanalen 1 tot en met 24. E ffects
return 1 kan gestuurd worden naar Ef fect2 en Effects return 2 kan worden gestuurd naar
Effect1.
Effect in stellingen kunnen opgeslagen worden i n de effect en bibli otheek als programma’s,
of met alle mix instell ingen in mix scenes. De bibliotheek bestaat uit 42 preset programma’ s
en 57 user programma’ s. In de user progra mma’ s kunt u uw eigen ef fect programma’s
opslaan, die u van een eige n naam kunt voorzien. Zie “Ef fect Bibliotheek” op pagina 132
voor meer informatie.
Externe effect proces sors kunnen onderling worde n aangesloten op de 01V via de aux
sends.
Ingebouwde Dynamiek Processors
Dynamiek processors, die compressor, gate, ducking, expander en compander bieden, zijn
beschikbaar op input k analen 1 tot en met 1 6, de stereo uitgang en de aux sends. Dat is g elijk
aan 22 dynamiek processors! Dynamiek processors kunnen getriggerd worden (d.w.z.,
bewerkte signalen wor den gebruikt als tri gger signaal), of getrig gerd worden door een signaal van een ander kanaal.
Dynamiek instellingen kunnen worden opgeslagen als programma’s in de dynamiek bibliotheek, of met alle instellingen in mix scenes. De dynamiek library bestaat uit 40 preset programma’ s en 40 user programma’s. In de user programma’s kunt u uw eigen dynamiek
programma’ s opslaan en v an een eigen naam vo orzien. Zie “Dynamiek Bibliotheek” op
pagina 173 voor meer informatie.
Option I/ O & Di gitale I/O
De 01V beva t een enkele sleu f voor een los v erkrij gbare Option I/O kaart, deze biedt acht
digitale ingangen (input kanalen 17 tot en met 24) en acht toewij sbare digitale ui tgangen.
Option I/O biedt een directe digitale aansluitingvoor modulaire digitale multitrack recorders, met kaarten voor de volgende formaten: AD A T , T ascam en AES/EBU. Een Option I/O
kaart die vier analoge uitgangen biedt is ook beschikbaar. Zie “Over Option I/O Kaarten”
op pagina 216 voor meer inf ormatie. 01V Option I/O kaarten zij n niet uitwisselbaar met de
YGDAI kaarten gebruikt door de Yamaha 02R en 03D Digital Recording Consoles, zoals
de CD8- AT.
Op de Coaxiale DIGIT AL STEREO IN en OUT kunt u stereo digitale recorders en andere
digitale apparatuur aansluiten. Digitale stereo signalen kunnen geroute worden naar de Stereo bus voor cascaderen, of kunnen geroute worden naar input kanalen 13/14 voor he t
mixen en bewerken . Zie “Digitaal Stereo I n” op pagina 213 voor meer i nformatie.
Makkelijk te Leren GUI Interface
Het bedienen v an de 01V i s logisch en intuïti ef. De 320 x 80 dot LCD di splay beeldt d raaiknoppen, schakelaars en fader s af als iconen, he tgeen de huidige mix instell ingen en EQ
curves duidelijk t oont. Met de toegew ezen knoppen kunt u snel de EQ en pan w ijzigen. Mix
functies en configuraties zijn onder gebracht in v erschill ende display pagina’s.. Parameter
selectie en bewerkingen worden uitgev oerd met behulp van de [CURSOR], [ENTER],
[–1/DE C ] en [ +1/ I NC] k no pp en e n PARAMETE R we el .
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 16
Overzicht van de Belangrijkste Kenmerken
Scene Geheugens
Op veel mixer s kunt u instellingen al leen “bew aren” met een pen en mark eer-tap e is de
enige manier o m instellingen op te slaan met een markeer pen en crep trape. Echter in
de 01V kunnen echter bijna alle mix instellingen worden opgeslagen in een mix scene
met behulp van de 99 scene geheuge ns van de 01V. Mix sc enes kunnen direct worden
opgeroepen met één druk op d e knop, of op afstand met behulp van MIDI Program
Change commando’s. Als u tegelijkertijd werkt aan verschillende projecten, kunt u de
huidige mix scene opslaan zodat u, als u teru gkeert naar dat proj ect, direct kunt v erder
gaan waar u de v orige keer be nt geblev en. Scene geh eugens maken het av ond na a vond
sound checken ook gemakkelijke r . Druk op recall om terug te keren naar de mix instelling van de vorige avond. Bij theater werk kunt u op accurate wijze herhaaldelijk het
geluid wijzigen tussen scenes, met behulp van de scene geheugens.
MIDI
Afgezien van de gewone MIDI poorten, is de 01V ook uitgerust met een TO HOST
poort waarmee u de 01V di rect kunt aansluiten op een personal computer zonder een
MIDI interface.
MIDI Program Change messages k unnen gebruikt w orde n om mix s cenes opnieuw o p
te roepen en mix parameters kunnen worden toegewezen aan MIDI Control Change
messages voor real- time bediening op afstand. Mix parameters die opges lagen kunnen
worden in de mix scenes kunnen op afstand bediend worden met behulp van de MIDI
System Exclusiv e messages. Scene geheugen s, library en setup data kunnen gebackup ped worden in een MIDI data filer, computer of andere 01V met behulp van MIDI Bulk
Dump. Zie “MIDI” op pagina 221 voor meer informatie.
7
Als REMOTE p agina 2 zichtbaar is, kunt u met de [SEL] en [ON] knoppen v an de 0 1V
recorders bedienen die MMC (MIDI Machine Control) commando’s (stop, play,
rewind, forwa rd en record) ondersteunen. Als REMOTE pagina 3 zichtbaar is, functio neren faders, [SOLO] & [ON] knoppen als toewijsbare MIDI Controllers.
In tegenstelling tot analoge apparaten, moeten digitale au dio aparaten
gesynchroniseerd wo rden als digitale audio wordt overgedragen van het ene apparaat
naar het andere. Zie “Over Wordclocks” op pagina 206 for more information.
Als de 01V het enige digitale audio apparaat in uw systeem is, zijn er geen speciale
wordclock instellingen nodig en de 01V synchroniseert naar zijn interne wordclock.
Als u echter een DAT recorder of digitale multitrack recorder toevoegt, moet het systeem geconfig ureerd worden zodat digitale apparaten synchroniseren naar een algemene wordclock bron. De “Systeem Voorbeelden” op pagi na 241 toont hoe wordclock
instellingen te co nfigureren met een reeks van digitale audio apparatuur.
wor dclock
Het Netsnoer Aansluiten
Waarschuwing:
Sluit het netsnoer van de 01V aan op een stopcontact die overeenkomt met de benodigde spanningsvoorziening afgebeeld op het achterpaneel van de 01V.
Zet alle apparaten uit alvorens enige aansluitingen te maken.
De 01V Aanzetten
Zet altijd uw audio apparatuur aan in de onderstaande volgorde:
1.Geluidsbronnen
2.01V
POWER
ON/ OFF
3.M oni to r vers ter ker
Druk, om de 01V aan te zetten, op de 01V POWER schakelaar op het achterpaneel.
Als deze aanstaat, verschijn t het opstart scherm van de 01V voor een paar seconden en
vervolgens verschijnt de display pagina die geselecteerd was toen de 01V was uitgezet.
De 01V Uitzetten
Zet altijd uw audio apparatuur uit in de onderstaande volgorde:
1.M oni to r vers ter ker
2.01V
3.Ge lu i dsbro nne n
Druk, om de 01V uit te zetten, de 01V POWER schakel aar op het achterpaneel.
Alle parameter instel lingen, scene memories en library programma’s worden opgesla-
De individuele gedeelten van de 01V worden uitgelegd in de volgende pagina’s.
01V—Nederl andstalige handleiding
6
5
21
22
23
24
STEREO
MASTER
15/16
13/14
12
11
10
9
8
7
Page 24
Analoge bedieningsgedeelte
Bovenpaneel Knoppen
15
PAD
26dB
+10–34
GAIN
1
b
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
26dB
–60–16
+10–34
GAIN
2
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
–60–16
+10–34
+10–34
+10–34
+10–34
+10–34
+10–34
+10–34
+10–34
GAIN
GAIN
GAIN
GAIN
GAIN
GAIN
3
4
5
6
7
GAIN
8
9
+10–34
GAIN
GAIN
10
11
+10–34
GAIN
12
–60–16
e
0
PAD schakelaars
c
15/16
2TR IN
–20+10
GAIN
13/14 15/16
d
MONITOR
2TR IN
–20+10
–20+10
LEVELLEVELGAIN
MONITOR
OUT
f
–20+10
PHONES
g
Zet met deze schakel aars de 26 dB input pads aan en u it. . Z ie “Pad Schakelaars” op
pagina 41 voor meer i nformatie.
1
15/16–2TR IN Schakelaar
Selecteer met d eze schak elaar de s ignaal bron v an input kanalen 15 en 16: phon e jack s
15 en 16 (15/16) of de 2TR IN phono jacks (2TR IN).
2
MONITOR–2TR IN Schakelaar
Selecteer met deze schakel aar de signaal bron van de monitor out en de hoofdte lefoon:
Monitor bus (MONITOR) of 2TR IN phono jacks (2TR IN).
3
GAIN knoppen
Wijzi g met deze knoppen de gain van de input voorversterker. Zie “De Gain van het
Input Kanaal Instellen” op pagina 41 voor meer informatie.
4
MONITOR OUT LEVEL knop
Wijzi g met deze knop het monitor out niveau.
5
PHONES LEVEL knop
Wijzi g met deze knop het phones (hoofdtelefoon) niveau.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 25
16
Hoofdstuk 3—01V Rondleiding
Display, Geselecteerde Kanaal Bediening & Meters
DIGITAL MIXING CONSOLE
L STEREO R
CLIP
–3
–6
–9
–12
–15
–18
–24
–30
–36
–42
–48
FUNCTION
MEMORY
1 RETURN 2
b
EQ
HIGH
PAN
PAN
F
G
HI-MID
F
LO-MID
G
LOW
SELECTED CHANNEL
cd
Display
0
Dit 320 x 80 dot LCD beeldscherm toont op duidelijke wijze de mix instellingen en de
bedieningsstatus. Afgezien van het op numerieke wijze tonen van de parameter waarden worden f aders en draai knoppen graf isch getoond, waardoor u de werkelijke positie
van de faders en draaiknoppen kunt zien. De display toont ook EQ curves en signaal
niveau meters. Zie “Display” op pagina 28 voor meer informatie.
SELECTED CHANNEL Knoppen
1
Wijzi g met deze knoppen de pan en EQ van het geselecteerde kanaal. D ankzij de speciale draaiknoppen voor PAN, EQ frequentie (F) en EQ gain (G) en EQ [HIGH],
[HI-MID], [LO-MID] en [LO W] knoppen kun t u de instellin gen snel wij zigen. Als de
AUTO-SCREEN optie aanstaat en d e EQ wordt gewijzigd verschijnt de EQ pagina
automatisch. Dit geldt ook voor de PANPOT AUTO SCREEN optie en PAN bediening.. Zie “De Voorkeuren van de 01V Instellen” op pagina 203 voor meer informatie.
e
Contrast
2
Wijzi g met deze knop het display contrast. Wijzig h et zo dat het display helder en
makelijk te lezen is vanuit uw positie. Het kan zijn dat u de instelling opnieuw moet
wijzigen als u de di splay bekijkt vanuit een andere hoogte of hoek.
Stereo Uitgang Me ter s
3
Deze 12-segment LED bal k meter toont de stereo uitgangniveaus.
Parameter Wheel, Cursors & Enter
–1/DEC
PARAMETER
ENTER
Navigeer met d eze knoppen door de display pagina’s en bewerk de parameters. Zie
“Omgaan met de User Interface” op pagina 27 vo or meer informatie.
+1/INC
CURSOR
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 26
Bovenpaneel Knoppen
17
Functie Knoppen
UTILITYMIDISETUPVIEW
DYNAMICS EQ/ATT Ø/DELAY
PAN/
ROUTING
De functie knoppen roepen de volgende functie pagina’s op. Gerelateerde pagina’s
worden gegr oepeerd en k unnen gese lecteerd worden door herhaa ldelijk een knop in te
drukken. De naam van de geselecte erde functie en het paginanummer verschijne n in de
linkerbovenhoek in de display.
Oscillator, Preferences-1, Preferences-2
MIDI Setup, Program Change, Control Change, Bulk, Local Control
Word Clock Se lect, Monitor/Solo Setup, Group, Pair, Dither
Channel View, Fader View, CH Copy
Dynamics Edit, Dynamics Library
EQ Edit, EQ Library
Phase, Input Delay 1–8, Input Delay 9–16, O utput Delay
Panpot, Routing, Bus Master, Omni Out Select
Memory, Fade Time, Memory Sort, Recall Safe
MEMORY
Fader Mode Knoppe n
FADER MODE
EFFECT 1 EFFECT 2 OPTION I/O REMOTE
AUX 1
AUX 2AUX 3AUX 4
HOME
Met de fader mode knoppen kunt u de volgende fader modes en display pagina’s selecteren. Druk herhaaldel ijk op de knoppen om de verschei dende pagina’ s die beschikbaar
zijn in een mode te sele cteren. De n aam van de geselect eerde functie en het pa ginanummer verschijn en in de linkerbovenhoek in de display.
KnopPagina’s
EFFECT 1
EFFECT 2
OPTION I/O
REMOTE
AUX 1
AUX 2
AUX 3
AUX 4
HOME
Effe ct1 Edit, Effect1 Library, Effect1 Pre/ Post
Effe ct2 Edit, Effect2 Library, Effect2 Pre/ Post
Option In Meter, Channel Control, Option Out Meter, O ption Out Select,
Input Swap
Internal Parameter, MMC Contr ol, User Define
Pre/Post, Aux 1-2 Pan
Pre/Post, Aux 1-2 Pan
Pre/Post, Aux 3-4 Pan
Pre/Post, Aux 3-4 Pan
Input Meter, Rtn/Output Meter, Omni Out Meter, St Out Meter, Metering
Point
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 27
18
Hoofdstuk 3—01V Rondleiding
SEL, SOLO, O N knoppen & Faders
b
c
d
e
1
17
SEL
SOLO
ON
6
0
5
10
20
40
60
˚
1
1718192021222324
SEL
SEL
SOLO
SOLO
ON
ON
6
6
0
0
5
5
10
10
20
20
40
40
60
60
˚
˚
3
2
SEL knoppe n
0
SEL
SEL
SOLO
SOLO
ON
ON
6
6
0
0
5
5
10
10
20
20
40
40
60
60
˚
˚
5
4
232221201918
SEL
SEL
SOLO
SOLO
ON
ON
6
6
0
0
5
5
10
10
20
20
40
40
60
60
˚
˚
7
6
7
6
5
4
3
2
Selecteer met de [SEL] knoppen kanalen waarvan de parameters gewijzigd moeten
worden: input kan alen 1 tot en met 24, effect returns 1 en 2, aux sends 1 tot en met 4,
effect sends 1 en 2 en d e st ereo ui tgang. Druk h erhaaldelijk op de [SEL] knop 13/14 of
15/16 om respectivelijk de input kanalen 13 en 14 of 15 en 16 te selecteren. Aangezien
de meeste functies van input kanalen 13 en 14 (ev enzo 15 en 16) met elkaar verbonden
zijn (linked ), zal de enige keer dat u kanaal 13 of kanaal 14 (evenzo 15 of 16) moet
selecteren zij n om de Phase en Pan van de kanal en individueel i n te stellen. Het n ummer
van het ges electeerde kanaal verschijnt rechtsonder in de display. Zie “Display” op
pagina 28 voor meer informatie.
SOLO
f
g
8
24
SEL
SEL
SOLO
SOLO
ON
ON
6
6
0
0
5
5
10
10
20
20
40
40
60
60
˚
˚
9
8
SEL
SEL
SOLO
SOLO
ON
ON
6
6
0
0
5
5
10
10
20
20
40
40
60
60
˚
˚
11
10
SEL
SEL
SOLO
SOLO
ON
ON
6
6
0
0
5
5
10
10
20
20
40
40
60
60
˚
˚
13/14
12
6
0
5
10
20
40
60
˚
SEL
SOLO
ON
15/16
MASTER
SEL
0
–5
–10
–15
–20
–30
–40
–50
–70
– ˚
STEREO
MASTER
1 RETURN 2
SELSEL
SOLO SOLO
ON
ONON
STEREO
15/16
13/14
12
11
10
9
Normaal gesproken select eren de [SEL] knoppen 1 tot en met 8 kanalen 1 tot en met 8.
Als echter de [OPTION I/O] knop is ingedrukt selecteren zijn de input kanalen 17 tot
en met 24, die alleen beschikbaar zijn als er een Option I/O kaard is geïnstalleerd. Zie
“SEL Knoppen” op pagina 32 v oor meer informati e. De [SEL] k noppen 1 tot en met 6
worden ook gebruikt MMC (MIDI Machine Contr ol) Locate commando’ s te versturen
als REMOTE pagina 2 wordt afgebeeld. Tenslotte kunt u met de [SEL] knoppen ook
kanaalcombinaties maken en annuleren (“Input Kanal en Combineren” op pagina 52)
en groepen te “fader-en ” en mute’n (“Faders Groeperen” op pagina 55 en “Mutes Groeperen” op pagina 56).
SOLO knoppen
1
Met de [SOLO] knoppen kunt u kanalen op solo te zetten: input kanalen 1 tot en met
16 en effects returns 1 en 2. Normaal selecteren [SO LO] knoppen 1 tot en met 8 kanalen 1 tot en met 8. Als echter de [OPTION I/O] knop ingedrukt is selecteren ze input
kanalen 17 tot en met 24, d ie alleen b eschikbaar zi jn als er een Option I/O kaard is geïn stalleerd. Zie “Solo Knoppen” op pagina 33 voor meer informatie.
De [SOLO] knoppen 1 tot en met 16 kunnen oook gebruikt worden als MIDI controllers op REMOTE pagina 3. Zie “Us er Defined (door u te bepalen) MIDI contr ollers”
op pagina 238 v oor meer informatie.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 28
Bovenpaneel Knoppen
ON knopp en
2
Zet met de [ON] knoppen de kanalen aan en uit: input kanalen 1 tot en met 24, effects
returns 1 en 2, aux sends 1 tot en met 4, effects sends 1 en 2 en de stereo uitgang. Normaal selecteren de [ ON] knoppen 1 tot en met 8 kanalen 1 tot en met 8. A ls echter de
[OPTION I/O] knop is ingedruk t selecteren ze input kanalen 17 tot en met 24, die
alleen beschikbaar zijn als er een Option I/O kaart is geinstalleerd. Zie “ON Knoppen”
op pagina 34 voor meer informatie.
De [ON] knoppen 1 tot en met 16 en master kunnen toegewezen worden aan een aantal
inter ne par a mete r s op REMOTE pagina 1, of geb ru ik t wo r den al s MIDI cont ro ll er s o p
REMO TE p agi na 3. Zie “F ader s & [ ON] Kn oppe n Toewij zen” op pa gina 19 4 en “U ser
Defined (door u te bepalen) MIDI controllers” op pagina 238 voor meer informatie.
Faders
3
Afhankelijk van de geselecteerde fader mode, worden de 60 mm gemotoriseerde faders
van de 01V gebruikt om de kanaalniv eau’s, a ux send niveau’s of effects sends niveau’s
te bedienen. Normaal besturen faders 1 tot en met 8 kanalen 1 tot en met 8. Als e chter
de [OPTION I/O] knop wordt ingedrukt besturen ze input kanalen 17 tot en met 24, die
alleen beschikbaar zi jn als er een Option I/O kaart is geïnstalleerd. Zie “Faders (plus
Return Draaiknop)” op pagina 35 voor meer informatie.
Faders 1 tot e n met 16 en master kunnen worden toegewezen aan een aantal interne
parameters op d e REMOTE pagina 1 en ze kunnen gebruikt worden als MIDI controllers op REMOTE pagina 3. Zie “Faders & [ON] Knoppen Toewijzen” op pagina 194
en “User Def ined (door u te b epalen) MIDI contro llers” op pagina 238 voor meer informatie.
19
RETURN Knoppen
4
Wijzig met de RETURN knoppen de effects return niveau’s, hun posities worden afgebeeld linksonder in de display.
SOLO Status Indicator
5
De SOLO status indicator l icht op als een kanaal op solo wordt gezet.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 29
20
Hoofdstuk 3—01V Rondleiding
Ingangen & Uitgangen
Input en output aansluitingen bevinden zich op het boven- en achterpaneel.
Bovenpaneel
PHANTOM +48V
OFF
ON
INPUT (BAL)
PHANTOM +48V
OFF
ON
13
14
–10dBV (UNBAL)
15
L
R
16
IN OUT
2TR
12
INPUT (BAL) 1–12
0
Input kanalen 1 tot en met 1 2 zijn uitgerust met g ebalanceerde XLR-3-31-type en geb alanceerde phone jack aansl uitingen, beide met een nomina al ingang bereik va n –60 dB
to +10 dB. De XLR aansluitingen worden voorzien van Phantom voeding (+48 V), met
master on/of f schakelaars voor aansluitingen 1 tot en met 6 en 7 tot en met 12. Phone
jacks, die ook gebruikt kunnen worden met ongebalanceerde phone pluggen, zijn
belangrijker dan de XLR aansluitingen, dus als er een phone plug in de ingang wordt
gestopt wordt de XLR aansluiting afgekoppeld. Dankzij hun hoge gevoeligheid en de
26 dB PAD sc hakelaar s kunnen deze ingangen een groot a antal v erschi llende signalen
aan, van condensator microfoons tot “hot line” niveaus signalen.
Male XLR plug
1 (ground)
3 (cold)
1/4" TRS phone plug
Ring (cold)
PHONES
53 4
Tip (hot)
INPUT (BAL) 13–16
1
Input kanalen 13 tot en met 16 bevatten
gebalanceerde phone jack aansluitingen,
met een nominaal inga ng bereik van
–20 dB tot +10 dB. Deze ingangen zijn
ontworpen voor het gebruik van
line-niveau geluidsbronnen en kunnen
ook gebruikt worden met ongebalanceerde phone pluggen. Stereo uitgangen
van e xterne ef fect processors o f ander stereo apparatuur kunne n hier worden aangesloten.
2 (hot)
1/4" TRS phone plug
Sleeve (ground)
Tip (hot)
Ring (cold)
Sleeve (ground)
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 30
2TR IN
2
Dit zijn phono jacks met een –10 dBV nominaal ingang
niveau. Signalen die hier worden ingevoerd kunnen afgeluisterd worden via de monitor out en hoofdtelefoon als de
MONITOR–2TR IN schakelaar op 2TR IN staat. De stereo
uitgangen van een master recorder kunnen hier op worden
aangesloten v oor afgezonderd afluisteren en master playback. Door de 15/16–2TR IN schakelaar op 2TR IN te zetten
worden de 2TR IN signalen gevoerd naar input kanalen 15
en 16 zodat ze met andere signalen gemixed kunnen worden.
2TR OUT
3
Dit zijn phono jacks met een –10 dBV nominaal uitgang
niveau . Het 2TR OUT si gnaal i s het zelfd e als het s tereo o ut
signaal. Hier kunt u uw cassette deck, DAT, of MiniDisc
deck aansluiten om de stereo mix mee op te nemen.
PHONES
4
Dit is een stereo (T RS) phone jack,
waarop een hoofdtel efoon voor h et afluisteren kan worden aang esloten. Het phone
signaal is hetzelfde als het monitor out
signaal en het niveau kan worden ingesteld met de phones niveau knop.
Ingangen & Uitgangen
Phono plug
Phono plug
1/4" TRS phone plug
21
Tip
Sleeve
Tip
Sleeve
Tip (left)
Ring (right)
Sleeve (ground)
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 31
22
Hoofdstuk 3—01V Rondleiding
Achterpaneel
b
MONITOR OUT
MONITOR OUT
0
c
CH 7-12
ON
OFFON OFF
dec
PHANTOM +48V
OMNI OUT
+4dB (BAL)+4dB (BAL)
34LR21
POWER
Dit zijn gebalanceerde 1/4-inch phone
jacks met een nominaal output niveau van
+4 dB. Gebalanceerd e of onge balanceerde
phone pluggen kunnen hier worden aangesloten. Ze sturen monitor signalen uit en
zouden aangesloten mo eten worden op een
monitorversterker. De monitor signaalbron
kan worden ingesteld met de
MONITOR–2TR IN schakelaar en SETUP
pagina 2, het output niveau kan worden
ingesteld met de MONITOR LEVEL knop.
STEREO OUT
+4dB (BAL)
RL
ON/ OFF
j
f
g
CH 1-6
COAXIAL
OUT IN
1/4" TRS phone plug
THRU
h
OUTIN
OPTION I/O
1)
i
TO HOSTMIDIDIGITAL STEREO
Tip (hot)
Ring (cold)
Sleeve (ground)
PHANTOM +48V ON–OFF Schakelaars
1
De CH 1–6 en CH 7–12 PHANTOM +48V ON–OFF schakelaars zetten de +48 V
phantom voeding voor respectivelijk XLR ingangen 1 tot en met 6 en 7 tot en met 12
aan en uit.
OMNI OUT s
2
Dit zijn gebalanceerde 1/4-inch phone
jacks met een nominaal output niveau van
1/4" TRS phone plug
Ring (cold)
+4 dB. Gebalanceerd e of onge balanceerde
phone pluggen kunnen aangesloten worden. Deze uitgangen kunnen individuleel
Sleeve (ground)
geconfigur eerd worden als analog b us outs,
aux sends, stereo outs, of direct outs v oor
input kanalen 1 tot en met 16. Bus uitgangen worden normaal g esproken op de multitrack recorde r aangesloten, terwijl aux
sends normaal worde n gebruikt om externe processors, foldback versterk ers en dergelijken aan te sluiten.
Tip (hot)
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 32
Ingangen & Uitgangen
STEREO O U T
3
Dit zijn gebalanceerde
XLR-3-32-type aansluitingen met
Female XLR plug
2 (hot)
een nominaal output niveau van
+4 dB. De bedrading is als volgt: pin
1–ground, pin 2–hot (+), en pin
3–cold (–). Hier wordt het main stereo mix signaal verstuurd.
Gebruik om de gebalanceerde ST OUT op een ongebalanceerde phone jack ingang aan
te sluiten, waarv an de bedrading als vo lgt is. ( XLR pins 3 en 1 zij n met elkaar v erbonden.).
Tip (hot)
1/4" phone plug
Female XLR plug
2 (hot)
23
3 (cold)
1 (ground)
3 (cold)
Sleeve (ground)
DIGITAL STEREO OUT
4
Deze phono jack vers tuurt het main stereo mix signaal als een Coaxial formaat 24-bit
digital audio uit, hierdoor kunt u digitaal signaal versturen naar een DAT, MiniDisc
deck, of een andere digitale recorder.
DIGITAL STEREO IN
5
Deze phono jack accepteert 24-bit Coaxial formaat digitaal audio. Signale n die hier zijn
ontvangen k unnen direct naar de Stereo bus voor stereo cascade handelingen worden
verstuurd (twee mixers die werken als één), of naar ingang kanalen 13 en 14 verstuurd
worden.
6
MIDI IN, OUT, THRU
Dit zijn stand aard MIDI IN , OUT en THR U poort en en waarmee u de 01V met andere
MIDI aparatuur aan kunt sl uiten voor bediening op afstand of data backup. De MIDI
IN poort ontvangt MIDI messages, terwijl de MIDI OUT poort deze verstuurt. De
MIDI THRU poort stuurt alle MIDI messages ontvangen op de MIDI IN poort door.
7
TO HOST
V ia deze 8-pin mini DIN poort kunt u de 01V op een pe rsonal computer aansluiten v oor
het gebruik van MIDI software. Hierdoor hoeft u uw computer niet uit te breiden met
een computer MIDI interface en kunt samen met de MIDI poorten de 01V gebruiken
als een MIDI interface voor andere MIDI appar atuur.
1 (ground)
8
POWER schakel aar
Zet met deze schakel aar de 01V aan en uit . Hij is v erzonken om t e voorkomen dat u het
apparaat perongeluk uitzet.
9
OPTION I/O slot
Een Option I/O kaart kan hier worden geïnstalleerd, dit bied toegang tot de acht digitale
uitgangen v an de 01V. Zie “Over Option I/O Kaart en” op pagina 216.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 33
24
Meter
L
Hoofdstuk 3—01V Rondleiding
Blokdiagram
DIGITAL
2TR OUT
R
OUT
STEREO
L
DA
Delay
STEREO
R
Dither
DA
Delay
OUT
MONI
OUTPUT
SELECT
to
LR
STEREO OUT
LISTEN
Meter
BUS
SELECT
OUTPUT
to
1-4
1-4
LISTEN
Meter
AUX
OUTPUT
SELECT
to
1-4
1-4
LISTEN
ST CASCADE IN
LISTEN
to
MONITOR
to INTERNAL
EFFECT 1, 2
RL
ST
121234
EFF
AUX
4321
BUS
Meter
CH Fader
Meter
PAN
Delay
Dynamics
PEQ
4-Band
AUX1
ON
BALANCE
AUX2
ON
master fader
Effect send 1/2
Same as INPUT 13
*PAN: INDIVIDUAL/GANG/INV. GANG
Same as INPUT 14
Meter
ON
BUS
master fader
TO ST
PAN
AUX2
AUX1
Delay
EFF1
AUX3
AUX4
AUX
Meter
Meter
EFF2
master fader
ON
Dynamics
PEQ
4-Band
AUX/EFF
PRE/POST
OUTPUT
SELECT
to
DIGITAL
to MONI
ON/OFF
STEREO
IN
from
to MONI
ON
Dynamics
PEQ
4-Band
EFF1
AUX3
EFF2
AUX4
AUX/EFF
PRE/POST
SELECT
OUTPUT
to
Meter
PAN*
CH Fader
ON
Delay
Meter
Dynamics
PEQ
4-Band
ATT
+48V
AD
PHANTOM
7-12
1-6,
to
INPUT
(BAL)
GAIN
HA
Pad
26dB
1-12
01V—Nederl andstalige handleiding
Meter
Dynamics
PEQ
4-Band
HAAD
13
ATT
GAIN
INPUT
(BAL)
Dynamics
PEQ
4-Band
HAAD
14
FLIP
De-emphasis
DIGITAL
STEREO
IN
Meter
PEQ
4-Band
AD
HA
15
ATT
15/16
GAIN
INPUT
2TR IN
(BAL)
PEQ
4-Band
AD
HA
16
from 2TR IN
Page 34
1-8
OUT
Option I/O
OMNI
1-4
OUT
Blokdiagram
OUT
MONITOR
R
L
25
PHONES
STEFFAUX
BUS
RL
121234
4321
Meter
STEREO L
STEREO R
BUS 1
Meter
BUS 4
I/O
Option
Meter
Select
Output
Option I/O
AUX 1
van
PAN
Dither
AUX 4
AUX1
CH 1
CH 2
AUX2
Meter
EFF1
CH 15
CH 16
EFF2
AUX/EFF
PRE/POST
BUS 1
STEREO L
STEREO R
L
to INPUT 15, 16
2TR IN
LEVEL
R
LEVEL
DA
Delay
Select
OMNI OUT
BUS 4
AUX 1
AUX 4
CH 1
CH 2
CH 15
CH 16
from
AUX1
PAN*
AUX2
EFF2
AUX3
AUX4
AUX/EFF
PRE/POST
from
MONI
MONITOR
2TR IN
DA
DA
MONO
TRIM
MONI
EFF1
Meter
Ongewijzigd
1-8
INPUT
Ongewijzigd
(BAL)
SWAP
CH Fader
Meter
De-emphasis
PEQ
2-Band
of DC Cut
IN
Option I/O
17-24
Rotary
EFF RTN
ON
Meter
ATT
Dit gedeelte is alleen beschikbaar als
er een los verkrijgbare Option I/O kaart geinstalleerd is.
Dankzij de gebruikersvriendelijke int erface, is de 01V zo wel logisch en intuïtief. De
320 x 80 dot LCD display biedt een duidelijk overzicht van mix instellingen en de
bedieningstatus, terwijl u met de toegewijde SELECTED CHANNEL knoppen snel
EQ en pan kunt wijzigen. Wat de multifunctionele faders besturen is afhankelijk van de
geslecteerde fader mode. Mix functie en configuratie instellingen zijn ondergebracht
op meerdere display pagina’ s, waarbij maximaal vijf gere lateerde pagina’s zijn gegroepeerd. Bijvoorbeeld, de MIDI Setup en Program Change p agina’s worden samen
gegroepeerd o nder de noemer MIDI. Paramet er selecteren en bewerken doet u met de
[CURSOR], [ENTER], [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen en het PARAMETER wheel,
die ontwikkeld i s voor het precies en accuraat wijzigen van parameters.
Display
Het 320 x 80 dot LCD display biedt een duidelijk overzicht van mix in stell ingen en de
bedieningstatus. Hi j toont z owel paramet er waarden op numeriek e wijze, al s fa ders en
draaiknoppen op grafische wijze, waardoor u daadwerkelijk de pan- en faderposities
kunt aflezen. De display toont ook de EQ curves en signaalniveaumeters. De diverse
gedeelten van de display worden hieronder uitgelegd.
Pagina gebied
Functie
Geheugen
Effects
Returns
Geselecteerd kanaal
Functie
—Dit gedeelte in de disp lay toont de naam van de functie die
geselecteerd w ordt met de Function en Fader mode knoppen. Functies
zijn ve rdeeld in pagina’ s d ie worden aange gev en door genummerde tabs ,
zoals hier getoond. In dit voorbeeld is pagina 1 van de VIEW functie
geselecteerd. De volgende functies kunnen geselecteerd worden:
—Dit gedeelte v an de display toont het nummer en de titel
van het ges electeerde scene geheugen, of het scene geheugen alleen
leesbaar (read-only ) of schrijfbev eiligd (write protect ed) is (aangegev en
door het gesloten padlock icoon) en of de inhoud van de Edit Buffer is
bewerkt of n iet. Zie “Scene Geheugen Gedeelte van de Display” op
pagina 185 voor meer informatie. Ook bevinden zich in het geheugen
gedeelte de MIDI en HOST indicators, die verschijnen als er MIDI data
wordt ontvangen op de respectivelijke MIDI IN of TO HOST poort. Zie
“MIDI Receive (ontvangst) Indicators” op pagina 224 voor meer informatie.
Effects Returns
—Dit gedeelte van de display toont twee knop ikonen,
die de posities van de RETURN niveau knoppen aangev en en het type
geselecteerde ef fect v an de twee ingebou wde effect pro cessors: Ef fect 1
en Effect 2. Als de EFFECT 1 of EFFECT 2 Fader mode wordt geselecteerd licht de cor responderende icoon opgelicht.
Geselecteerd kanaal
—Dit gedeelte van de display toont drie knop iconen: Pan, EQ freq ue ncy (F) en EQ gain (G), deze geven de pan, EQ frequentie en de EQ gain van het geselecteerd e kanaal weer. Onder deze
knoppen staat de kanaal indicator, deze toont welk kanaal is geselecteerd.
De volgende kanalen kunnen geselecteerd worden.
CH1 through CH24
•
ST
—Stereo uitgang
•
RTN1, RTN2
•
AUX1 tot en met AUX4
•
EFF1, EFF2
•
1–16, MAS
•
—Effects sends 1 en 2
—Remote functie kanalen
—Input kanalen 1 tot en met 24
—Effects return s 1 en 2
—Aux sends 1 tot en met 4
Als kanalen 13 tot en met 16, de effects return kanalen , of gepaarde input
kanalen 1 tot en met 12 worden geselecteerd, verschijnen gestippelde lijnen rechts v an deze knop iconen als een oneven of linker kanaal wordt
geselecteerd. Gestippelde lijnen verschijnen links, zoals hier getoond, als
er een ev en of rechter kanaal is geselecteerd.
Pagina gedeelte
—In dit gedeelte van de display verschijnen de verschillende setup,
utility en mix functie pagin a’s. Hij toont zowel parameter waa rden op numerieke wijze,
als faders en d raaiknoppen op grafische wijze, waardoor u daadwerkel ijk de pan- en
faderposities kunt aflezen. Zie “Display Elemen ten” op pagina 30 voor meer informatie. Een voorbeeld pagina staat hieronder.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 39
30
Nominaal
Hoofdstuk 4—Omgaan met de User Interface
Display Elementen
Dit gedeelte legt het aantal bedieningselementen uit die in de display pagina’s verschijnen.
Schakelaars
Schakelaars verschijnen als vierkanten met een schaduw omlijning
(d.w.z. een dikkere buitenlijn a an de rechterkant en onderkant).
Simpele aan/uit-ty pe schakelaars lichten op als deze worden aangezet. In dit voorbeeld staat de [ST] schakelaar aan.
De labels in sommige schakelaar s wijzigen als deze aan- en uitgezet
worden, net als de phase schakelaars hieronder.
Bij optie-type schak elaars kan er slechts één tegelijkertijd aanstaan.
In dit voorb eeld kan de monitor bron op stereo out of ST CASCADE IN worden gezet, maar niet op beide.
Om een schakelaar in te drukken moet u deze deze met de cursor knoppen selecteren
en aan- of uitzett en met de [ENTER] knop of met de [/DEC] en [+1/INC] knop pen.
Draaiknoppen
Sommige parameters verschi jnen als draaiknoppen , zoals dit vo orbeeld va n de PANPOT pagina toont. Om de stand van e en draaiknop te wijzigen, moet u deze s electeren met de cursor knoppen en
wijzigen met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en
[+1/INC] knoppen.
Parameter Boxen
Sommige parameters vers chijnen als parameter
boxen (d.w.z., stippel-lijn boxen), zoals dit
voorbeeld van EFFECT1 EDIT pagina toont.
Om een parameter box te wijzigen, moet u deze
met de cursor knoppen selecteren en instellen
met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC]
en [+1/INC] knoppen. Parameter boxen die u
bevestiging nodig hebben knipperen t ot u de
[ENTER ] knop indrukt.
01V—Nederl andstalige handleiding
Faders
Pagina’s zoals de VIEW en BUS MASTER pagina’ s tonen
faders graf isch. Om een fader te wijzigen moet u deze selecteren
met de cursor knoppen en instellen met het PARAMETER
wheel of de [–1/DEC] en [+ 1/INC] knoppen. Fader knoppen
verschijne n opgelicht als deze in de nominale positie staan.
Page 40
Cursor Knopp e n
Cursor Knoppen
31
Met de cursor knoppen kunt u de cursor over de display pagina’ s verplaa tsen, ondertussen parameters en
opties selecterend. De cursor verschijnt als een knipperende box, waardoor u snel kunt zien welke parameter of optie huidig is geselecteerd. Houd u de
curs or knop vast dan be wee gt de c urso r doorlo pend in
de corresponderende ri chting.
PARAMETER Wheel
Het PARAMETER wheel wordt gebruikt om parameter waarden
te wijzigen, door het scene geh eugen en bibli otheek programma’s
te scrollen en om de cursor op de juiste positie te zetten als u een
naam geeft aan scene geh eugens, enz.. Met deze manier van werken kunt u snel en accu raat parameters wijzigen. Dr aait u het
kloksgewijs dan verhogen de parameter waarden, draait u het
tegen de klok in dan verlaagt u de waarden.
–1/DEC & +1/INC Knoppen
Net als het PARAMETER wiel, de [–1/ DEC] en [+1/INC]
knoppen worden deze gebru ikt om parameter waarden te
wijzigen, scroll door de het scene geheugen en library programma’s en positioneer de cur sor als u scene geheugens
betitelt, effects programma’s, en ga maar d oor. Verlaag de waarden met de [–1/DEC]
knop, terwijl de [+1/INC] knop de waarden verhoogd. Houdt u de [–1/DEC] of
[+1/INC] knop in dan veegt u door wijzigbar e ber eik van de parameter heen. Tijdens
het betitellen van geheugens of programma’s wordt de [–1/DEC] knop gebruikt om tussen hoofdletters, kleine letters en nummers te schakelen terwijl de [+1/INC] knop
gebruikt wordt om spat ies in te voeren.
–1/DEC+1/INC
P ARAMETER
CURSOR
P ARAMETER
ENTER Knop
De [ENTER] knop wordt g ebruikt om parameters instellingen te activeren
geselecteerd met de cu rsor knoppen en steld aan/uit-type parameters in,
zoals EQ ON/OFF . Het wordt ook gebruikt om instellingen te bevestigingen
het in v oeren v an l etters tek ens als u scene g eheugens b etiltel t, effecten programma’s en
ga zo maar door. Op de EQ pagina wordt de [ENTER] knop uitsluitend gebruikt om de
EQ aan en uit te zette n.
01V—Nederl andstalige handleiding
ENTER
Page 41
32
Hoofdstuk 4—Omgaan met de User Interface
Fader Modes
De [SEL], [SOLO], en [ON] knoppen , kanaal faders en STEREO (MASTER) fader
van de 01v zijn multifunctionele bedieningselementen en wat ze uit gaan voeren hangt
af van de g eselecteerde fader mode. Bedi ening van deze bedieningselementen staat
opgesomd in de volgende tabellen.
SEL Knoppen
Selecteer met de [SEL] knoppen kanalen voor het besturen van EQ, Pan, Dynamics en
Routing. De volgende kanalen kunnen geselecteerd worden :
CH1 t ot en met CH24
•
ST
—Stereo uitgang
•
RTN1, RTN2
•
AUX1 tot en met AUX4
•
EFF1, EFF2
•
1–16, MAS
•
—Effects return s 1 en 2
—Effects se nds 1 en 2
—Remote functie kanalen
U kunt met [ SEL] knoppen ook kan alen combinere n en combinaties annuleren en groepen muten (“Faders Groeperen” op pagina 55 en “Mutes Groeperen” op pagina 56).
—Input kanalen 1 tot en met 24
—Aux sends 1 tot en met 4
Fader Mode
HOME
AUX 1
AUX 2
AUX 3
AUX 4
EFFECT 1
EFFECT 2
OPTION I/O
REMOTE 1
REMOTE 2
REMOTE 3
SEL knop
1–8
[17–24]
CH 17–24
selectie
MMC (1–6)—
9–12
CH 1–16 selectie
——STEREO select
Inter na l pa rameter assign selec tie—
User defined MIDI controller selectie—
13/14 15/16
STEREO
[MASTER]
STEREO OUT
selectie
AUX 1
master selectie
AUX 2
master selectie
AUX 3
master selectie
AUX 4
master selectie
EFFECT 1
master selectie
EFFECT 2
master selectie
RETURN 1/2
RETURN 1/2
selectie
Input Channel [SEL] knop Voorbeelden
Druk, om de EQ functie van input kanaal 3 te selecteren, op de [HOME] knop en druk
vervolgens op [SEL] knop 3 (CH3 verschijnt rechtsonder in de display). Wijzig met de
SELECTED CHANNEL F en G knoppen de EQ. (Als er een andere fader mode dan
de Option I/O of Remote is geselecteerd, hoeft u de [HOME] knop niet in te drukken.)
Druk, om de Pan functie van input kanaal 13 te selecteren, op de [HOME] knop en druk
vervolgens herhaaldelijk op de [SEL] knop 13/14 totdat CH13 in de display verschijnt.
Wijzig met de SELECTED CHANNEL P AN knop de pan. Aangezien de meeste functiesvan kanalen 13 en 14 (en dus van 15 en 16) gelinked zijn, is het alleen nodig om
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 42
Fader Modes
33
deze kanalen i ndividueel te selecteren als u de Phase of Pan in wilt stellen. (Als er een
andere fader mode g eselecteerd dan de Option I/O of Remote is het niet nodig om op
de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om de EQ functie van input kanaal 20 te selecteren, op de [OPTION I/O] knop
en druk vervolgens op de [SEL] knop 20 (CH20 verschijnt in de display). Wijzig met
de F en G knoppen de EQ.
Master [SEL] Knop Voorbeelden
Druk, om de stereo uitgang te selecteren, op de [HOME] knop en druk vervolgens op
de MASTER [SEL] knop (ST verschijnt rechtsonder in de display).
Druk, om de AUX 1 master te selecteren, op de [AUX 1] knop en druk vervolgens op
de MASTER [SEL] knop (AUX1 verschijnt in de display).
Druk, om het EFFECT 1 master te selecteren, op de [EFFECT 1] knop en druk vervolgens op de MASTER [SEL] knop (EFF1 verschijnt in de display).
Solo Knoppen
Met de [SOLO] knoppen kunt u de sol o kanalen afluisteren. Zie “Sol o Setup” op
pagina 80 voor meer i nformatie. De volgende kanalen kunnen op solo gezet worden:
CH1 tot en met CH24
•
De RTN1, RTN2
•
—Input channels 1 tot en met 24
—Effects return s 1 en 2
SOLO knop
Fader Mode
HOME
AUX 1
AUX 2
AUX 3
AUX 4
EFFECT 1
EFFECT 2
OPTION I/O
REMOTE 1
REMOTE 2
REMOTE 3
1–8
[17–24]
CH 17–24
solo
User defined MIDI controller—
9–1213/14
15/16
CH 1–16 solo
———
—
—
RETURN 1/2
RETURN 1/2
solo
De [SOLO] knoppen 1 tot en met 16 kunnen gebruikt worden als MIDI controllers op
REMOTE pagina 3. Zie “User Defined (door u te bepalen) MIDI controllers” op pagina
238 voor meer in formatie.
Voorbeelden
Druk, om input kanaal 3 op solo te zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens op
de [SOLO] knop 3. (Als een fader mode anders dan Option I/O of Remote is geselecteerd, is het niet nodig om op de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om input kanalen 13/14 op solo te zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens op de [SOLO] knop 13/14. (Als er een andere fader mode is geselecteerd dan
Option I/O of Remote, is het niet nodig om op de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om input kanaal 20 op solo te zetten, op de [OPTION I/O] knop en vervolgens
op de [SOLO] knop 20.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 43
34
Hoofdstuk 4—Omgaan met de User Interface
ON Knoppen
Met de [ON] knoppen kunt u de kanalen aan en uit te zetten. Deze werken met de volgende kanalen:
CH1 t ot en met CH24
•
ST
—Stereo uitgang
•
RTN1, RTN2
•
AUX1 through AUX4
•
EFF1, EFF2
•
—Effects return s 1 en 2
—Effects se nds 1 en 2
De bus outs kan aan- en uitgezet worden op de PAN/ROUT pagina 4.
Fader Mode
HOME
AUX 1
AUX 2
AUX 3
AUX 4
EFFECT 1
EFFECT 2
OPTION I/O
REMOTE 1
REMOTE 2
REMOTE 3
—Input kanalen 1 tot en met 24
—Aux sends 1 tot en met 4
1–8
[17–24]
CH 17–24
On/Off
MMC (1 –6)—
ON knop
9–1213/14
15/16
CH 1–16 On/Off
——
Toegewezen in terne parameters—
User def ined MIDI controllers—
STEREO
[MASTER]
STEREO OUT
On/Off
AUX 1
master On/Off
AUX 2
master On/Off
AUX 3
master On/Off
AUX 4
master On/Off
EFFECT 1
master On/Off
EFFECT 2
master On/Off
STEREO OUT
On/Off
RETURN 1/2
RETURN 1/2
On/Off
On knoppen 1 tot en met 16 kunnen ee n aantal interne p arameters toeg e wezen w orden
op REMOTE pagina 1, of gebruikt worden als MIDI controllers op REMOTE pagina
3. Zie “Faders & [ON] Knoppen Toewijzen” op pagina 194 en “User Defined (door u
te bepalen) MIDI controllers” op pagina 238 voor meer informatie.
Input Chann el [ON ] Kn o p Voorbee ld en
Druk, om input kanaal 3 aan en uit te zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens
op de [ON] knop 3. (Als er een andere fader mode dan Option I/O of Remote is geselecteerd, is het niet nodig om op de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om input kanaal 13/14 aan en uit zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens
op de [ON] knop 13/14. (Als er een andere fader mode dan Option I/O of Remote is
geselecteerd, is het niet nodig om op de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om kanaal 20 aan of uit te zetten, op de [OPTION I/O] knop en druk vervolgens
op de [ ON] knop 20.
Master [ON] Knop Voorbeelden
Druk, om de stereo uitgang aan en uit te zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens
op de M ASTER [ON] knop.
Druk, om de A UX 1 send master aan en uit te zetten, op de [AUX 1] knop en druk ver-
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 44
Fader Modes
35
volgens op de MASTER [ON] knop.
Druk, om de EFFECT 1 send master aan en uit te zetten, op de [EFFECT 1] knop en
druk vervolgens op de MASTER [ON] knop.
Faders (plus Return Draaiknop)
Wijzig met de faders de kanaalniveaus.
FaderDraaiknop
Fader Mode
HOME
AUX 1
AUX 2
AUX 3
AUX 4
EFFECT 1
EFFECT 2
OPTION I/O
REMOTE 1
REMOTE 2
REMOTE 3
1–8
[17–24]
CH 1–16 AUX 1 send level
CH 1–16 AUX 2 send level
CH 1–16 AUX 3 send level
CH 1–16 AUX 4 send level
CH 1–16 EFFECT 1 send l evel
CH 1–16 EFFECT 2 send l evel
CH 17–24
level
9–1213/14
CH 1–16 level
——
toegewezen interne parameters—
User defined MIDI controllers—
15/16
—
STEREO
[MASTER]
STEREO
master level
AUX 1
master level
AUX 2
master level
AUX 3
master level
AUX 4
master level
EFFECT 1
master level
EFFECT 2
master level
STEREO
master level
RETURN 1/2
RETURN 1/2 levels
RETURN 1/2 A U X 1
send levels
RETURN 1/2 A U X 2
send levels
RETURN 1/2 A U X 3
send levels
RETURN 1/2 A U X 4
send levels
RETURN 1 level
1
RETURN 2
EFFECT 1 send level
2
RETURN 1
EFFECT 2 send le vel
RETURN 2 level
RETURN 1/2 levels
1. Effects return 1 kan niet gevoed w orden naar ef fect send 1
2. Effects re turn 2kan niet gevoe d w o rden naar effect send 2
Faders 1 t ot en met 1 6 en mas ter kunnen t oeg ew ezen w orden aan v erschillende interne
parameters op REMOTE pagina 1, of gebruikt worden als MIDI controllers op
REMO TE p agi na 3. Zie “F ader s & [ ON] Kn oppe n Toewij zen” op pa gina 19 4 en “U ser
Defined (door u te bepalen) MIDI controllers” op pagina 238 voor meer informatie.
Input Kanaal Niveau Voorbeelden
Druk, om het niveau van input kanaal 3 te wijzigen, op de [HOME] knop en wijzig vervol gens de fader 3.
Druk, om het niveau van input kanalen 13/14 te wijzigen, op de [HOME] knop en wijzig vervolgens fader 13/14.
Druk, op het niveau van input kanaal 20 te wijzigen, op de [OPTION I/O] knop en
bedien vervolgens fader 20.
Input Chann el Aux Send Voorbeeld en
Druk, om het niveau van aux 1 send level van input kanaal 3 te wijzigen, op de [AUX 1]
knop en wijzig vervolgens fader 3.
Druk, om het niveau van de aux 1 send van kanalen 13/14 te wijzigen, op de [AUX 1]
knop en wijzig vervolgens fader 13/14.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 45
36
Hoofdstuk 4—Omgaan met de User Interface
Ga, om het niveau van de aux 1 send van input kanaal 20 te wijzigen, met de [OPTION
I/O] knop naar de OPTION pagina 2, druk ve rvolgens op [SEL] knop 20, selecteer dan
met de cursor knoppen de AUX 1 fader, en wij zig deze tenslotte met he t P ARAMETER
wheel of met de [–1/DEC] en [ +1/INC] knoppen.
N.B.:
Aux send niveaus voor input kanalen 17 tot en met 24 kunnen alleen ingesteld
worden met de virtuele fader op OPTION page 2.
Input Kanalen Effec ts Send Voor beelden
Druk, om het niveau van de Effect 1 send van input kanaal 3 te wijzigen, op de
[EFFECT 1] knop en wijzig vervolgens fader 3.
Druk, om het niveau van de Effect 1 send van input kanaal 13/14 te wijzigen, op de
[EFFECT 1] knop en wijzig vervolgens fader 13/14.
Ga, om het niveau van de Effect 1 send van input kanaal 20 te wijzigen , met de
[OPTION I/O] knop naar OPTION pagina 2 , druk vervolgens op de [SEL] knop 20,
selecteer dan met de cu rsor knoppen de EFFECT 1 fader en wijzig deze tenslotte met
het PARAMETER wheel of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
N.B.:
Effects send voor input kanalen 17 tot en met 24 kunnen alleen ingesteld worden
met de virtue le fader op OPTION page 2.
Master Niveau Voorbeelden
Druk, om het niveau van stereo out te wijzigen, op de [HOME] knop en wijzig vervolgens de MASTER fader.
Druk, om het niveau van de AUX 1 master send te wijzigen, op de [AUX 1] knop en
wijzig vervolgens de MASTER fader.
Druk, om het niveau van de EFFECT 1 master send te wijzigen, op de [EFFECT 1]
knop en wijzig vervoldens de MASTER fader.
Ga, om het niveau van de BUS OUT 1 master send te wijzigen, met de [PAN/ROUT]
knop naar de PAN/ROUT pagina 3, sel ecteer vervolge ns met de cursor knoppen de
BUS 1 fader en wijzig tenslotte met het met het P ARAMETER wheel of de [–1/DEC]
en [+1/INC] knoppen.
N.B.:
Bus out master niveaus kunnen alleen ingesteld worden met de virtuele faders
op PAN/ROUT pag ina 3.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 46
Title Edit Dialoog Box
Title Edit Dialoog Box
Met de Ti tle Edit dialoog box kunt u mix scenes, EQ programma’s, dynamische programma’ s en effects programma’s van naam voorzien. Programma titel s bestaan maxi maal uit 12 lettert ekens, scene geheugen tite ls uit 8 letterstekens.
1.Plaats met de cursor knoppen de cursor in de titel scherm.
2.Se le ctee r m et het PARAMETER wheel de letterstekens.
3.Se le ctee r m et de cu rs o r knop pen de volgende schakelaars en druk op de
[ENTER] knop om hun functies uit te voeren.
37
INS
—Voert een spatie in op de positie van de cursor en plaatst de daarop volgende lettertekens naar rechts. Letterstekens verplaatst buiten de rechter rand van het titel
scherm zijn ver loren.
DEL
—Verwijdert het letterteken op de positie van de cursor en verplaatst de daarop-
volgende letterstekens naar links.
4.Voer met de [+1/INC] knop een spatie in op de postie van de cursor.
5.Wissel met de [–1/DEC] knop tussen de letterstekens op de positie van de cusor
tussen hoofdletters, kleine letters en nummers.
Dit hoofstuk bevat een o verzicht van de input kanaal van de 01V.
Input Kanaal 1–12
3
1
2
XLR INPUT
(gebalanceerd)
XLR-3-31 en gebalanceerde phone jack aansluitingen,
beide met een nominaal ingangsbereik van –60 dB tot
+10 dB. Phantom spanning (+48 V) wordt geleverd aan de
XLR aansluitingen, met de master aan/uit schakelaars voor
Input kanaal 1 tot en met 12 bevatten g ebalanceerde
Phone jack INPUT
(gebalanceerd)
aansluitingen 1 tot en met 6 en 7 tot en met 12. Phone jacks,
die ook gebruikt kunnen wor den met ongebalanceerde
phone pluggen, zijn belangrijker dan de XLR aansluitingen, zodra er een phone plug wordt ingestoken, wordt de
XLR aansluiting losgekoppeld. Ingangen 1 tot en met 8
kunnen gewisseld worden met ingangen 17 tot en met 24.
Zie “Inputs 1–8 & 17–24 Omwisselen” op pagina 51 voor
meer informatie.
Input Kanalen 13–16
13
14
Phone jacks INPUT
(balanced)
15
16
Los van het feit dat deze stereo zijn, bieden de input kanalen
13/14 en 15/16 dezelfde mogeli jkheden als de input kanalen 1 tot en met 12. Normaal komen de ingangssignalen
voor kanalen 13 en 14 voort uit de phone jack ingangen 13
en 14. Echter, door het gebruik van de CH13-14 FLIP functie op PAN/R OUT pagi na 4 kun nen d e DI GITAL STE REO
IN signalen gestuurd worden op de input kanalen 13 en 14.
Zie “Digitaal Stereo In” op pagina 213 voor meer informatie. Hetzelfde geldt voor de ingangssignalen van de input
kanalen die verstuurd worden door de phone jack ingangen
15 en 16. Echter door het gebruik van de 15/16–2TR IN
schakelaar kunnen de 2TR IN signalen verstuurd worden
naar de input kanalen 15 en 16. Zi e “T wee-track Input (2TR
IN)” op pagina 77 voor meer informatie.
Input Kanalen 17–24
01V—Nederl andstalige Handleiding
OPTION I/O
Input kanalen 17 tot en met 24 zijn niet uitgerust met analoge ingang aansluitingen, een pad schakelaar, gain control,
of direct out. Deze zijn simpeler als input kanalen 1 tot en
met 16, ze zijn alleen uitgerust met een attenuator , een twee
bands parametrische EQ en kunnen t oegewezen worden
aan aux sends 1 en 2, maar niet aan aux sends 3 en 4. Input
kanalen 17 tot en met 24 kunnen gebruikt worden via de
digitale ingangen op het Option I/O slot. Zie “Over Option
I/O Kaarten” op pagina 216 voor meer informatie. Ingangen 17 tot en met 24 kunnen omgewisseld worden met
ingangen 1 tot en met 24. Zie “Inputs 1–8 & 17–24 Omwisselen” op pagina 51 v oor meer informatie.
Page 50
Phantom Voeding
Phantom Voeding
Input kanalen 1 tot en met 12 zijn uitgerust met een +48V phantom voeding voor het
gebruik van condensator microfoons. Phantomvoeding wordt geleverd aan de gebalanceerde XLR-3-31 aansluitingen en kunnen geschakeld worden voor ingangen 1 tot en
met 6 en ingangen 7 tot en met 12. Phantom voeding moet alleen wor den aangezet als
er een condensator ty pe microfoon is aangesloten .
41
Waarschuwing:
Let er op dat de phantom voeding uitstaat als u een ongebalanc eerde
bron op een XLR ingang aansluit.
Pad Schakelaars
Input kanalen 1 tot en met 12 zijn uitgerust met 26 dB pad schakelaars. Input
26dB
pads verzwakken het ingangssignaal met 26 dB, hierdoor kan de ingang van
de voorversterker een hoog niveau signalen aan. U kunt de pad nodig hebben bij “hot” signa len van bass of snare drum microfoons, of “hot-line”
nive au signale n. PAD schakelaar instellin gen worden niet opgeslagen in de
scene geheugens.
De Gain van het Input Kanaal Instellen
GAIN knoppen wijzigen de gain van input kanalen van de voorversterkers. Ze optimaliseren het ingangssignaal om het beste signaal/ruis niveau tot stand te brengen en kunnen worden ingestel d in samenwerking met de niveau meters in de HOME pagina’s.
Het beste kunt u de GAIN knop zo instellen dat het signaal niveau relatief hoog is en
zo nu en dan CLIP nu bereikt. Als echter CLIP vaak bereikt wordt moet u de GAIN een
beetje terug nemen, anders k an het signaal gaan vervor men. De GAIN knop moet zorgvuldig worden ingesteld. Als deze te laag is ingesteld, kan er sprake zijn van een ongunstig signaal/rui s niveau. Als deze te hoog staat, kan het signaal gaan “clippen” en kan
verv orming optreden.
De GAIN knoppen op input kanalen 1 tot en met 12 zijn ontworpen voor
het gebruik met microfoon signalen, en hebben een ingang gevoeligheid
van –16 dB tot –60 dB. Echter , gebruikt in s amenwerking met een 26 dB
–60–16
+10–34
GAIN
PAD schak elaar kunnen deze kanalen ook gebrukt worden met
line-niv eau signalen en “h ot” microfoon signal en. Met de pad schak elaar
aan, is de ingang gevoeligheid +10 tot –34 dB.
De GAIN knoppen op de input kanalen 13 tot en met 16 zijn ontworpen
voor het gebruik met line-niveau signalen en hebben een beriek van
GAIN
GAIN knop instellingen worden niet opgeslagen in de scene geheugens.
–10 dB tot 20 dB.
–20+10
Input Kanaal Niveaus Aflezen
Signaalni veaus kunnen afgelezen worden op de HOME pagina’ s. Zie “Signaal Ni veaus
Afmeten” op pagina 83 v oor meer informatie.
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 51
42
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
De Input Fase Wijzigen
De Phase schakelaars , beschikbaar op input kanale n 1 tot en met 16, draaien de fase v an
het signaal 180 graden om. Dit kan gebruik t worden om foutiev e bedrading in bedraade
gebalanceerde kabel s en microfoons te compenseren. Ook als u microfoons aan de
boven- en onderkant v an een snare drum heeft, k an de fase v an het kanaal van de onderste microfoon worden omgedraaid, om signaal annulering te voorkomen.
1.Ga met de [∅/DELA Y] knop naar de DELAY pagina 1, zoals hier onder getoond.
2.Selecteer met de [SEL] knoppen 1 tot en met 16 de gewenste kanalen.
Phase schakelaars kunnen ook geselecteerd worden met de cursor knoppen.
3.Zet met de [ENTER] knop, of de [–1/DEC] en [+1/I NC] knoppen de fase van het
geselecteerde kanaal op normaal of omgedraaid.
Normale fase
Omgedraaide fase
De Phase schakelaar op input kanalen 13 en 14 (en 15 en 16) zijn niet gelinked en kunnen onafhankelijk worden ingesteld. Als input kanalen 1 tot en met 12 gecombineerd
zijn (“Input Kanalen Combineren” op pagina 52), blijven hun Phase schakelaars individueel werken.
Input kanalen 17 tot en met 24 niet niet uitgerust met Phase schakelaars.
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 52
Input Kanaal Signalen Verzwakken
Input Kanaal Signalen Verzwakken
Input kanalen 1 tot en met 24 zijn geschikt voor digitale attenuators, die kunnen
gebruikt worden om het ingangssignaal van 0 dB tot –96 dB in stappen van 1 dB te verzwakken.
Fo r Input Kanalen 1–1 6
1.Ga met de [EQ/ATT] knop naar de EQ pagina 1, zoals hieronder getoond.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen 1 tot en met 16 de gew ens te kan al en.
3.Selecteer met de cursor knoppen de ATT knop en wijzig deze met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
43
De Verzwakking functies v an input kanalen 13 en 14 (evenzo 15 en 16) zijn voortdurend gelinked. als input kanalen 1 tot en met 12 zijn gecombineerd (“Input Kanalen
Combineren” op pagina 52), worden hun attenuators gelinked en kunnen wijzigingen
met ieder ge wenst kanaal gemaakt worden.
De Verzwakking functies kunnen gebr uikt worden om signaal niveau verhogingen te
compenseren, die v eroorzaakt wo rden door EQ boost o f dynamiek wijziging. A lhoewel
u zulke signalen ook kunt reduceren met de GAIN knoppen, heeft dit als resultaat dat
de A/D converters beïnvloed worden, die een redelijk signaal nodig hebben om een
gunstig signal/ruis niveau te bereiken. Aangezien de digitale attenuators zich bevinden
achter de A/D conversie, kunnen deze gebruikt worden om signalen te verzwakken
zonder dat de prestaties beïnvloed worden.
Voor Input Kanalen 17–24
1.Ga met de [OPTION I/O] knop naar OPTION pagina 2.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen 17 tot en met 2 4 de gewe ns te kan ale n.
3.Selecteer met de cursor knoppen de ATT knop en wijzig deze met het PARAMETER wheel of met de [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 53
44
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
De Input Kanalen EQ-en (toonregeling afstellen)
Input kanalen 1 tot en met 16 zijn uitgerust met een vier bands parametrische EQ, t erwijl input kanalen 17 tot en met 24 uitgerust zijn met een twee bands parametrische EQ.
Zie “EQ” op pagina 61 voor meer informatie. De EQ kan aan- en uitgezet worden en
de EQ curve kan bekeken worden op de EQ pagina en de VIEW pagina. Zie “Input
Kanaal Instellingen Bekijken” op pagina 57 voor meer informatie.
Dynamiek Processors van de Input Kanalen
Input kanalen 1 tot en met 16 zijn uitgerust met een dynamiek processor. Zie “Dynamiek Processors” op pagi na 161 voor meer informatie. D e dynamiek kan aan- en uitgezet worden en de curve bekeken worden op de Dynamics pagina en VIEW pagina.
Zie “Input Kanaal Inst ellingen Bekijken” op pagina 57 voor meer informatie.
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 54
Kanaal Signalen Vertragen (Delay)
Kanaal Signalen Vertrage n ( D ela y )
De Kanaal Delays, beschikbaar op de ingang kanalen 1 tot en met 16, kunnen gebruikt
worden om microfoon pla atsingen te compenseren, of simpel als een delay effect. De
delay parameters v oor voor i ngang kanalen 1 tot en met 8 zijn op DELAY pagina 2, terwijl deze voor input kanalen 9 to en met 16 op DELAY pagina 3 zijn. Beide pagina’s
zijn hieronder getoond.
1.Ga met de [∅/DELAY] knop naar de DELAY pagina 2 of 3, zoals hieronder
getoond wordt.
45
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen de kanal en .
3.Se le ctee r m et de cu rs o r knop pen de delay parameters en stel deze in met de
[ENTER] knop, PARAMETER wheel, of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
ParameterBereikOmschrijving
ON/OFF
DELAY
MIX
FB. GAIN
ON/OFF
0–250 ms
–100 to +100
–99 to +99
Deze schakelaars w orden gebrui kt om de delays aan en uit te
zetten.
Delay kan worden gespecific eerd in milliseconden, meters, of
samples (“De Voorkeuren van de 01V Inst ellen” op pagin a
203). Het maximale delay in samples is vastgelegd op 11025.
Het maximu m dalay in mi ll is econde n en met er s ha ngt af van de
spample rate. Op 44.1 kHz, bijvoorbeeld, is het respectivelijk
250 milliseconden en 85.2 meters.
Deze para met er be paalt het ni v eau v an de del ay v an he t sign aal .
0 is geen d elay. +50 is een 50/5 0 mix v an ee n ge- del ayed e n een
droog si gnaal. +100 is hel em aal delay, geen droog. Nega tieve
waarden zijn hetzelfde, alleen de fase van het ge-delayede signaal is omgedraaid.
Deze parameter bepaalt hoeveel van he t ge-delayde s ignaal
terug wordt gestuurd naar de delay. 0 is geen feedback. +99 is
maximaal feedback. Negatieve waarden zijn hetzelfde, alleen
de fase van het feedback si gnaal is omg edraaid.
De kanaal Delays van input kanalen 13 en 14 (en 15 en 16) zijn permanent gelinked.
Als input kan alen 1 tot en met 12 zij n gecombineerd (“Input Ka nalen Co mbineren” o p
pagina 52), worden hun Kanaal Delays gelinked, dus kunt u wijzigingen met ieder
geslecteerd kanaal maken.
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 55
46
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
Input Kanalen Muten
Zet de input kanalen aan en uit (d.w.z. muten) met de [ON] knoppen. Als een
ON
kanaal aanstaat, licht de [ON] knop op.
Selecteer , om een input kanaal 1 tot en met 16 aan of uit te zetten, een wille -
keurige andere fader mode dan de Option I/O of Remote en druk vervolgens
op een [ON] knop van 1 to t en met 16.
Druk, om kanalen 17 tot en met 24 aan en uit te zetten, op de [OPTION I/O]
knop en druk vervolgens op een [ON] knop van 17 tot en met 24.
De [ON] knoppen van de input kanalen 13 en 14 (evenzo 15 en 16) zijn permanent gelinked. Als input kanalen 1 tot en met 12 zijn gecombineerd (“Input
Kanalen Combineren” op pagina 52), worden hun [ON] knoppen gelinked.
ON knoppen kunnen gegroepeerd worden om meerdere kanalen tegelijk te
muten met één [ON] knop. Zie “Mutes Groeperen” op pagina 56 voor meer
informatie.
Input Kanaal Ni veaus Instellen
Input kanaal niveau wordt bestuurd door de gemoteriseerde 60 mm faders.
10
20
40
60
6
0
5
˚
Druk, om het niveau van een input kanaal van 1 tot en met 16 te wijzigen, op
de [HOME] knop en beweeg vervolgens een fader van 1 tot en met 16.
Druk, om het nive au van een input kanaal van 17 tot en met 24 te wijzigen,
op de [OPTION I/O] knop en beweeg v ervolgens een fader v an 17 tot en met
24.
W at de fader doet hangt af van de geslecteerd e fader mode. Zie “Fade rs (plus
Return Draaiknop)” op pagi na 35 voor meer informatie. De geselecteerde
fader mode wordt getoond in de display. Zie “Display” op pagina 28 voor
meer informatie.
De faders v an input kanalen 13 en 14 (evenzo 15 en 16) zijn permanent
gelinked. Als input kanalen 1 tot en met 12 zijn gecombineerd (“Input Kanalen Combineren” op pagina 52), worden hun faders gelinked.
Faders kunnen gegroepeerd worden om meerdere kanalen tegelijk te bedienen met één fader . Z ie “Faders Groe peren” op pagina 55 v oor meer informatie.
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 56
Input Kanalen “Pan nen”
Input Kanalen “Pannen”
De Panpots, be schi kbaar voor input kanalen 1 tot en met 24 (en het ef fects returns),
worden gebruikt om sig nalen tussen het linker en rechter kanaal van de stereo out te
pannen en te pannen tussen de oneven en even bus outs. Wijzig de panpots met de
SELECTED kanaal P AN knop, de snelste methode, of met de panpot pagina’ s in
samenwerking met de cursor knoppen, [–/DEC] en [+/INC] knoppen en PARAMETER wheel.
47
Selecteer, voor snel te
pannen, een kanaal en
gebruik de PAN knop.
EQ
HIGH
PAN
HI-MID
F
LO-MID
G
LOW
SELECTED CHANNEL
Voor Input Kanalen 1–16 & de Effects Returns
1.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen de kanal en .
Druk, om de input kanalen 13 of 14 (en 15 of 16) te selecteren, herhaaldelijk op de
[SEL] knop 13/14 (15/16) . Het aantal van d e huidige geselecteerde kanalen verschijnen
in de displ ay . Druk, om het li nker - of rechter kanaal v an het e ffec ts return 1 t e selec teren
(en effect s return 2), herhaaldeli jk op de [SEL] knop RETURN 1 (RETURN 2). Als
deze kanalen geselecteerd zij n verschijnt er naast het panpot ic oon de letter “R” of “L”
in de display.
2.Pan met de PAN knop het geselecteerde kanaal.
Als de PANPOT AUTO SCREEN optie in de voorkeuren aanstaat (“De Voorkeuren
van de 01V Instellen” op pagina 203), verschijnt de PAN/R OUT pagina die hieronder
wordt getoond en w ordt de Home fader mode geselecteerd. U kunt deze pagina ook
oproepen met de [PAN/ROUTING] knop.
Wijzig Panpots op deze pagina met het PARAMETER wheel of [–1/DEC] en [+1/INC]
knoppen. In tegenstelling tot de [SEL] knoppen, kunnen panpots in de P AN/ROUT
pagina geselecteerd worden met de cursor knoppen.
Input Kanalen 17–24
1.Druk op de [OPTION I/O] knop.
2.Selecteer kanalen met de [SEL] knoppen 17 tot en met 24.
3.Pan met de PAN knop het geselecteerde kanaal.
Als de PANPOT AUTO SCREEN optie in de voorkeuren aanstaat (“De Voorkeuren
van de 01V I nstellen” op pagina 203), verschijnt de hieronder getoonde OPTION
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 57
48
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
pagina. U kunt deze pagina ook oproepen met de [OPTION I/O] knop.
Panpots kunnen oo k gew ijzigd w orden op deze p agina doo r met de cursor knoppen de
PAN knop te selecteren en in te stellen met h et PARAMETER wheel of met de
[–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
Inclusief midden (cen ter) zijn er 33 pan posities.
Uiterst links MiddenUiterst rechts
L16←···←L3←L2←L1←CENTER→R1→R2→R3→···→R16
Input kanalen 1 tot en met 12 en 17 tot en met 24 zijn uitgerust met één panpot, zoals hier getoond.
Input kanalen 13/14 en 15 /16 (en de effect returns) zijn uitgerust met dual
panpots, waarbij de binnenste panpot de oneven kanalen 13 en 15 “pant”
(linker effects returns) en de buitenste panpot de even kanalen 14 en 1 6
“pant” (rechter effects returns) . Als u werkt met stereo signalen worden
deze dual panpots gebruikt om de breed te van het stereo signaal te wijzigen,
zoals hieronder get oond.
Met de binnenste knop ingesteld op L16 en de buitenste knop ingesteld op
R16, zoals hier getoond, is de breedte van het stereo signaal 100%.
Met beide knoppen ingetseld op CENTER, zoals hieronder getoond, is de
breedte v an het stereo signaal nul (d.w.z. mono).
Stelt u de knoppen in tussen deze twee uitersten dan kunt u de breedte van
het stereo signaal instellen. Om echter de centrale balance te handhaven
moet u beide knoppen inste llen op de corresponderende waarden. Bijvoorbeeld, L8 en R8, of L10 en R10.
Pan Modes
De dr ie Pan modes, INDIVIDUAL, GANG en INV. GANG bepalen hoe de panpots
werken op input kan alen 13/14, 15/16 (en het ef fect returns) en gecombineerde input
kanalen 1 tot en met 12. Aangezien de input kanalen 17 tot en met 24 niet gecombineerde kunnen worde n, w orden deze niet beïnvloed door de Pan modes.
1.Selecteer met de cursor knoppen de MODE parameter en selecteer met het
PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen een mode.
01V—Nederl andstalige Handleiding
INDIVIDUAL
GANG
INV. GANG
—In deze mode zijn de panpots ge-g anged (m.a.w. gelinked).
—In deze mode functioneren de panpots onafhankelijk.
—In deze mode zijn de panpots ge-g anged maar de handeli ng
is omgedraaid (m.a.w. panpots bewegen in de tegenovergestelde richting).
Page 58
Input Kanalen Routen
Input Kanalen Routen
Met de Routing schakel aars, beschikbaar voor i nput kanalen 1 tot en met 24 (en de
effect ret urns) kunt u signalen naar naar de vier bus outs, st ereo out en direct outs routen.
Voor Input Kanalen 1–16 & de Effects Returns
1.Ga met de [P AN/ROUTING] knop naar de P AN/ROUT pagina 2, zoals hieronder
getoond.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen de kanal en .
49
3.Selecteer met de cursor knoppen de Routing schakelaars en stel deze in met de
[ENTER] knop.
Voor Input Kanalen 17–24
1.Ga met de [OPTION I/O] knop naar OPTION pagina 2, zoals hieronder getoon d.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen 17 tot en met 2 4 de gewe ns te kan ale n.
3.Selecteer met de cursor knoppen de Routing schakelaars en stel deze in met de
[ENTER] knop.
Een opgelichte Routing schakelaar geeft aan dat een kanaal is gero ut.
Input kanalen 1 tot en met 12 hebben vier bus out routing schakelaars (1,2,3,4), een
stereo out routing schakelaar (ST) en een direct out rout ing schakelaar (D ). De
laatst genoemde schakelaar wordt automatisch aangezet als een input kanaal geselecteerd wordt als de bron voor een Option I/O out in OPTION pagina 4. Daarbij,
als een input kanaal is geselecteerd als een bron vo or een Option I/O out op
OPTION pagina 4, wordt de corresponderende D schakelaar in de PAN/ROUT
pagina aangezet. Zie “Option I /O Digitale Outputs T oe wijzen” op pagina 219 voor
meer informatie.
Input kanalen 13 tot en met 24 (en de effect returns) bevatten vier bus out routing
schakelaars (1,2,3,4) en een stereo out routing schakelaar.
Routing schakelaars werken in samenwerking met Panpots om signalen door de
linker en rechter kanalen van de stere o out en de oneven en even b us outs te voeden.
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 59
50
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
De volgende tabel toont hoe het werkt.
RoutingPanSignaal Bestemming
De signalen worden gelijk naar bus outs 1 en 2 en het linker - en rechterkanaal van de stereo out gestuurd.
De signal en worden gestuurd naar bus out 1 en het linkerkanaal van de
stereo ou t.
De signalen worden gestuurd naar de bus out 2 en het rechterkanaal
van de stereo out.
De Routing schakelaars van input kanalen 13 en 14 (evenzo 15 en 16) zijn permanent
gelinked. Als input kanalen 1 tot en met 12 worden gecombineerd (“Input Kanalen
Combineren” op pagina 52), worden hun Routing schakelaars niet gelinked.
Input Kana le n Aflui st eren
Input kanalen kunnen afgeluisterd worden via de monitor out of hoofdtelefoon. Zie
“Monitor Setup” op pagina 78 voor meer informatie.
Input Kanalen & Aux Sends
Signalen van input kanalen 1 tot en met 16 kunnen gestuurd worden naar de aux sends
1 tot en met 4, terwijl deze van input kanalen 17 tot en met 24 verstuurd kunnen worden
naar de aux sends 1 en 2. In put channel sends kun nen ingesteld worden als pre-fad er of
post-fader sends. Als aux sends worden gecombineerd worden aux send panpots
beschikbaar op ieder input kan aal. Zie “Aux Sends” op pagina 9 3 voor meer informatie.
Input Kanalen & de Omni Outs
Directe signalen van input kanalen 1 tot en met 16 kunnen geselecteerd worden voor
de omni outs. Zie “Omni Outs” op pagina 115 voor meer informatie. Merk op dat de
OMNI OUTs niet worden beinvloed door de D schakelaar op de P AN/ROUT pagina 2.
Input Kanalen & de Option I/O Outs
Input kanalen 1 t ot en met 1 6 kunnen wo rden gesel ecteerd als br onnen v oor de O ption
I/O outs. Zie “Input Kanalen Routen” op pagina 49 en “Over Option I/O Kaarten” op
pagina 216 voor meer informati e.
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 60
Inputs 1–8 & 17–24 Omwisselen
Inputs 1– 8 & 17–24 Omwisselen
De input van kanalen 1 tot en met 8 kunnen omge wisseld worden met die van kanalen
17 tot en met 24 ofwel individueel of allen tesamen. Hierdoor kunnen signalen van de
Option I/O digital inputs gebruik maken van de 4 bands EQ, dynamiek processors en
andere functies van alle kenmerken van de input kanalen 1 tot en met 8.
1.Ga met de [OPTION I/O] knop naar de OPTION pagina 5, zoals hieronder
getoond.
2.Selecteer met de cursor knoppen de GLOBAL of individuele SWAP (omwissel)
schakelaars en stel deze in met de [ENTER] knop, PARAME TER wheel of
[–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
51
Swap (omwissel) schakelaars verschijnen opgelicht als de kanalen omgewisseld.
Als kanalen zijn omge wisseld, vers chijnen hun meter nummers opgelicht op de HOME
pagina 1 en OPTION pagina 1, zoals hieronder getoond. Als een omgewisseld kanaal
is geselect eerd, v erschijnt i n het g eselecteerde k anaal ged eelte in d e display beurtelings
het kanaal nummer en “SWAP”, zoals hieronder getoond.
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 61
52
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
Input Kana le n Combi ne ren
Input kanalen 1 tot en met 12 kunnen gecombineerd worden en stereo voortgebracht
worden. Aangrenzend e onev en en e ven kana len kunnen gecombineerd worden (m.e.w.
, 1/2, 3/4, 5/6, niet 2/3 of 4/5). De volgende parameters gelinked als de kanalen gecombineerd zijn: attenuators, EQ, dynamics, delays, [ON] en [SEL] knoppen, faders, aux
sends, effects sends en pre/post instellingen. Routing schakel aars, [SOLO] knoppen,
phase, panpots, aux panpots en fade time on/off worden niet gelinked. Wat de panpot
doet hangt af van de gese lecteerde Pan mode. Zie “Pan Modes” op pagin a 48 voor meer
informatie.
Input Kanaal Combinaties Maken
1.Druk tegelijkertijd op de [SEL] knop van beide input kanalen.
OF
Ga met de [SETUP] knop naar SETUP pagina 4, zoals hieronder getoond en
selecteer met de cursor knoppe n de kan a al co mbi n at ie s en druk vervolgens op
de [ENTER ] knop.
De volgende dialoog box verschijnt.
CH 1 –> 2
CH 2 –> 1
RESET BOTH
2.Selecteer met de cursor knoppen een pairing mode en druk vervolgens op de
[ENTER] knop.
De opgelichte schakelaar en STEREO label toont dat de input kanalen nu geconfi gureerd zijn als een stereo paar.
—Kopieer de instelling van input kanaal 1 naar input kanaal 2.
—Kopieer de instelling van input kanaal 2 naar input kanaal 1.
—Reset beide input kanalen in hun begin instellingen.
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 62
Input Kanalen Combineren
Input Kanaal Comb inaties Annuleren
1.D ru k tegel i jkert ij d op de [SEL] knop van beide in pu t ka nal en .
OF
Selecteer in SETUP pagina 4, met de cursor knoppen de gecombineerde kanaal
schakelaar en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
De volgende dialoog box verschijnt.
2.Selecteer OK en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
De stereo combinatie is geannuleerd en beide input kanalen werken onafhankelijk.
53
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 63
54
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
Input Kanaal Comb inatie Blok Diagram
LR
432121
AUX EFF ST
BUS
1234
PAN*
AUX1
AUX2
EFF1
EFF2
AUX/EFF
PRE/POST
*PAN: INDIVIDUAL/GANG/INV. GANG
Meter
CH Fader
Delay
Dynamics
PEQ
4-Band
Ongewijzigd
ON
ATT
CH Fader
Meter
Delay
Dynamics
PEQ
4-Band
Ongewijzigd
01V—Nederl andstalige Handleiding
CH INPUT 1, 3...11
(oneven kanalen)
CH INPUT 2, 4...12
(even kanalen)
Page 64
Faders Groeperen
Faders Groeperen
Input kanaal faders 1 tot en met 16 kunnen gegroepeerd worden in fader groepen zodat
meerdere kanalen met één f ader b ediend k unnen wo rden. Er zijn d rie g roepen bes chikbaar: A, B en C.
Fader Groepen Maken
1.Ga met de [SETUP] knop naar de SETUP pagina 3, zoals hieronder getoond.
2.Se le ctee r m et de up en down curs o r de fad er groep en en voeg fad er toe of verwijder in groep met de [SEL] knoppen.
55
Kanalen kunnen niet in meer dan één groep ondergebracht worden.
Input kanalen 13/14, 15/16 van gecombineerde input kanalen 1 tot en met 12 (“Input
Kanalen Combineren” op pagi na 52) worden samen toegevoegd en verwijderd.
Beweeg slechts één fader in een groep tegelijkertijd. Als u probeert twee of meer faders
in dezelfde groep te bewegen, kunnen de fader motors in de war raken.
Fader Groepen Aan- en Uitzetten
Fader groepen aan- en uitgezet worden met de ENABLE schakelaars. Door het uitzetten van ee n groep kunt u de faders wijzigen zonder deze te verwijderen uit de groep.
1.Selecteer met de up en down cursor knoppen de fader groep die u wilt uitzetten:
A,B, of C.
2.Zet met de [ENTER] knop, PARAMETER wiel, of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen de geselect eerde groep aan of uit.
Fader groep ingeschak eld
Fader groep uitgeschakeld
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 65
56
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
Mutes Groeperen
Input kanaal [ON] knoppen 1 tot en met 16 kunnen gegroepeerd worden in mute groepen zodat meerdere kan alen door één knop bediend kunnen worden. Er zijn drie groepen beschikbaar: D, E en F. Mutegroepen kunnen on en of f kanalen be vat ten, dit maakt
het mogelijk om tussen kanalen te schakelen. Als u schakelt gaan kanalen die aanstaan
uit en kanalen die uitstaan aan.
Een Mute Groep Maken
1.Ga met de [SETUP] knop naar de SETUP pagina 3, zoals hieronder getoond.
2.Selecteer met de up en down cursor knoppen de mute groepen en verwijder
kanalen of voeg deze toe aan deze groep met de [SEL] knoppen.
Kanalen kunnen niet in meer dan een groep tegelijkerijd ondergebracht worden.
Input kanalen 13/14, 15/16 van gepaard e input k analen 1 tot en met 12 ( “Input Kanalen
Combineren” op pagina 52) zi jn samen toegevoegd en verwijderd.
Mute Groepen Aan- en Uitzetten
Mute groepen worden geact iveerd en gedeactiveerd worden met de ENABLE schakelaars. Door het deacti veren van een groep kunt u faders bewe gen zonder deze te verwij deren uit de groep.
1.Sel ec tee r m et de up en down curs o r kn op pe n de fa de r groep di e u wi lt de activeren: D,E, of F.
2.Activeer of deacti veer met de [ENTER] knop, P ARAMETER wheel, of [–1/ DEC]
en [+1/INC] knoppen de geslecteerde gr oep.
Mute groep ingeschakeld
Mute groep uitgeschakeld
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 66
Input Kanaal Instellingen Bekijken
Input Kanaal Instellingen Bekijken
Instellingen voor de input kanalen 1 tot en met 16 kunnen bekeken worden, bepaalde
paramaters kunnen ge wijzi gd wor den in de VIEW pagina’s 1 en 2. Instellingen va n de
input kanalen 17 tot en met 24 kunnen bekeken en gewijzigd worden in OPTION
pagina 2.
Input Kanalen 1–16
1.Ga met de [VIEW] knop naar de VIEW pagina 1 of 2.
VIEW pagina’s voor input kanalen 1 tot en met 12 verschijnen zoals hieronder.
57
VIEW pagina’s voor input kanalen 13/14 en 15/16 verschijnen zoals hieronder.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen 1 tot en met 16 de gew ens te kan al en.
3.Selecteer met de cursor knoppen de parameters en stel deze in met de PARAMETER wheel, [–1/DEC], [+1/INC] en [ENTER] knoppen.
01V—Nederlandstalige Handleiding
Page 67
58
Hoofdstuk 5—Input Kanaal
Input Kanalen 17–24
1.Ga met de [OPTION I/O] knop naar de OPTION pagina 2, zoals hieronder
getoond.
2.Selecteer met de [SEL] knoppen 17 tot en met 24 de gewenste kanalen.
3.Selecteer met de cursor knoppen de parameters en stel deze in met de PARAMETER wheel, [–1/DEC], [+1/INC] en [ENTER] knoppen.
De meeste va n de parameters v an de input kan alen 17 tot en met 24 kunne n alleen ingesteld worden op pagina 2.
01V—Nederl andstalige Handleiding
Page 68
Kanaal Instel lingen Kopiëren & Omwisselen
Kanaal Instellingen Kopiëren & Omwisselen
Met de Kanaal Copy functie kunt u input kanaal instellingen kopieren van het ene
kanaal naar het and ere kanaal. Met de k anaal swap (omruil) functie kunt u input kanaal
instellingen tuss en andere kanalen omwisselen. Copy en Swap werken op input kanalen 1 tot en met 16.
1.Ga met de [VIEW] knop naar de VIEW pagina’s getoond hieronder.
2.Selecteer met de cursor knoppen en het P ARAMETER wheel de SOURCE (lett.
bron) en DESTINATION (lett. doel) kanal en .
3.Se le ctee r m et de cu rs o r knop pen en de [ENTER] kno p een C ATEGORY (lett.
kategorie ).
ALL
—Alle input kanaal instellingen.
EQ
—EQ instellingen.
DELAY
DYNAMICS
FADER
—Delay instellingen.
—Dynamiek instellingen.
—Fader instellingen.
59
4.Selecteer met de cursor knoppen COPY of SW AP en voer met de [ENTER] knop
de functie uit.
Input kanalen 1 tot en met 16, de effects returns, aux sends en stereo out zijn allen uitgerust met een vier ban d parametrische EQ, met een v ariabele gain, frequenti e, Q en
ON/OFF parameters. Input kanalen 17 tot en met 24 zijn uitgerust met een vereenvoudigd twee band parametrisch e EQ. Zie het “Blokdiagram” op pagina 24 v oor de exacte
lokatie v an ieder EQ gedeelte. De hoge en lage b anden van iedere EQ kunnen respectivelijk gebruikt als shelving, peaking, of HPF (High-Pass Filter) en LPF (Low-Pass
Filter).
EQ instellingen kunnen opgeslagen worden als programma’s in de EQ bibliotheek, of
met alle mix instellingen in de mix scenes. De EQ bibliotheek bestaat uit 40 preset programma’s en 40 user programma’s. In de user programma’s kunt u regelmatig
gebruikte EQ instellingen opslaan en een naam ge ven zoadat u ze later gemakkelijk
kunt vinden. De unieke collectie preset EQ programma’s zijn ontworpen voor specifiek e applicaties en instrumenten en bieden een goede referentie en start punt bij het
wijzigen van de EQ. De EQ bibliotheek kan niet gebruikt worden met de 2-band EQs
op de input kanalen 17 to t en met 24. Zie “EQ Bibliotheek” op pagin a 67 voor meer
informatie.
De EQs van in put kanalen 13 en 14 (evenzo 15 en 16) zijn permanent gelinked . Als d e
input kanalen 1 to t en met 12 worden gecombineerd (“I nput K analen Combiner en” op
pagina 52), worden de EQ’s gelinked.
De EQ parameters en respons e curve van de input kanalen 1 tot en met 16, de effects
returns, aux sends en stereo out verschijnen in de EQ pagina die hieronder getoond
wordt.
De EQ parameters en respons e curve voor input kanalen 17 tot en met 24 verschijnen
in de OPTION pagina die hieronder getoond wordt.
De snelste manier om de EQ te wijzigen is met de SELECTED CHANNEL knoppen
hetgeen hieronder getoond wordt.
01V—Nederl andstalige handleiding
EQ
HIGH
PAN
HI-MID
F
LO-MID
G
LOW
SELECTED CHANNEL
Page 72
De EQ Wijzigen
De EQ Wijzigen
Wijzig de EQ met de SELECTED CHANNEL knoppen - de snelste manier - of met de
EQ pagina’ s in combinatie met de cursor , [–/DEC] en [+/INC] knoppen en het PARAMETER w heel.
EQ
HIGH
PAN
HI-MID
F
Selecteer om snel de
EQ te wijzigen een
kanaal en wijzig de
EQ knoppen.
Voor de input kanalen 1–16
1.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen 1 tot en met 16 de gew ens te kan al en.
2.Selecteer met de [HIGH], [HI-MID], [LO-MID] en [LOW] knoppen de EQ band
en wijzig respectivelijk met de F en G knoppen de frequentie en gain.
LO-MID
G
LOW
SELECTED CHANNEL
63
Als de EQ AUTO SCREEN optie aan wordt g ezet in de voorkeuren (“De Voorkeuren
van de 01V I nstellen” op pagina 203), verschijnt de EQ pagina die hieronder getoond
wordt en de Home fa der mode wordt geselecteerd. U kunt ook naar deze pagina gaan
met de [EQ/ATT] knop.
De EQ kan ook op deze pagina gewijzigd worden door met de cursor knoppen de parameters te selecte ren en met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en [+1/INC]
knoppen de EQ te wijzigen.
Voor input kanal en 17-24
1.Druk op de [OPTION I/O] knop.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen 17 tot en met 2 4 de gewe ns te kan ale n.
3.Se le ctee r m et de [H I GH ] en [L OW] knopp en de EQ ba nd s en wijz ig resp ectiveli jk met de F en G knoppen de frequentie en de gain.
Als de EQ AUTO SCREEN optie in de v oorkeuren aanstaat (“De Voorkeuren van de
01V Instellen” op pagina 203), verschijnt de OPTION pagina getoond hieronder. U
kunt ook naar deze pagina g aan met de [OPTION I/O] knop.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 73
64
Hoofdstuk 6—EQ
De EQ kan ook op deze pagina gewijzigd worden door met de cursor knoppen de parameters te selecte ren en met het PARAMETER wheel of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen de parameters in te s tellen.
Effects R e turns 1 & 2
1.Sel ec tee r m et de eff ects returns [SEL] knopp en de effect s returns 1 en 2.
2.Sel ec tee r m et de [H IG H ], [H I -MI D ], [LO- M ID ] en [LOW] kno ppe n de EQ
banden, en wijzig de frequent ie en de gain met de respectivelijke F en G knoppen.
Als de EQ AUTO SCREEN optie in de v oorkeuren aanstaat (“De Voorkeuren van de
01V Instellen” op pagina 203), verschijnt de EQ pagina die hieronder getoond wordt
en wordt de Home f ader mode geselecteerd. U kunt naar de ze pagina gaan met de
[EQ/ATT] knop.
De EQ kan ook op deze pagina gewijzigd worden door met de cursor knoppen de parameters te selecte ren en met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en [+1/INC]
knoppen de parameters te w ijzigen.
Voor de Aux Sends 1–4
1.Selecteer met de Fader Mode A UX knoppen een aux send.
2.Druk op de MASTER [SEL] knop.
3.Sel ec tee r m et de [H IG H ], [H I -MI D ], [LO- M ID ] en [LOW] kno ppe n de EQ
banden en wijzig de frequentie en de gain met de respectivelijke F en G knoppen.
Als de EQ AUTO SCREEN optie in de v oorkeuren aanstaat (“De Voorkeuren van de
01V Instellen” op pagi na 203), verschijnt de EQ pa gina hieronder en de Home fader
mode wordt geselect eerd. U kunt ook naar deze pagina gaan met de [EQ/ATT] knop.
De EQ kan ook op deze pagina gewijzigd worden door met de cursor knoppen de parameters te selecte ren en met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en [+1/INC]
knoppen de parameters te w ijzigen.
Als de aux sends worden gecombineerd (“Aux Sends Combineren” op pagina 101),
worden hun EQ’ s gelinked.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 74
De EQ Wijzigen
De Stereo Uitgang
1.Druk op de [HOME] knop.
2.Druk op de MASTER [SEL] knop.
ST is het geselecteerd e kanaal.
3.Se le ctee r m et de [H I GH ], [HI -MI D ], [LO- M ID ] en [LOW] kno pp en de EQ
banden en wijzig de frequentie en de gain met de respectivelijke F en G knoppen.
Als de EQ AUTO SCREEN optie in de v oorkeuren aanstaat (“De Voorkeuren van de
01V Instellen” op pagina 203),verschijnt de EQ pagina die hieronder getoond wordt en
de Hom e fader mode wordt geselecteerd. U kunt ook naar deze pagina gaan met de
[EQ/ATT] knop.
65
De EQ kan ook op deze pagina gewijzigd worden door met de cursor knoppen de parameters te selecte ren en met het PARAMETER wheel of de [–1/DEC] en [+1/INC]
knoppen de parameters te wijzigen.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 75
66
Hoofdstuk 6—EQ
EQ Specificaties
De volgende tabel bevat de EQ specificaties.
Gain (G)
Frequentie (F)
Q
1. Alleen vier band EQ’s (low en high banden alleen op de input kanale n 17 tot en met 24).
2. Als de low en high EQ banden zijn geconfigureerd als HPF en LPF, functioneren hun ga in
knoppen al s filter on en off schakelaars.
De EQ Bypassen
De geselecteerde EQ’s van de kanalen kunnen aan- en uit gezet worden met
de EQ ON schakelaar op de EQ pagina (OPTION pagina 2 voor kanalen 17
tot en met 24), of de [ENTER] knop. T erwijl de EQ pagina wordt weergegeven zet de [ENTER] kn op de EQ aan of uit ongeacht de cursor positie.
LowLo-Mid
–18.0 dB to +18.0 dB (0.5 dB stappen)
21 Hz–20.1 kHz (1/12 okt aaf stappen, 120 stapen)
HPF, 10.0–0.10
(41 stappen),
L.SHELF
1
10.0–0.10 (41 stappen)
Hi-Mid
1
2
High
LPF, 10.0–0.10
(41 stappen),
H.SHELF
ENTER
De EQ Resetten
Druk, om alle EQ parameters van het geselecteerde kanaal te resetten in hun begin
waarden, de [HIGH] en [LOW] knoppen tegelijkertijd in.
De volgende tabel bevatten de begin waarden van de EQ.
LowLo-Mid
Gain (G)
Frequentie (F)
Q
1. Alleen vier band EQs (low en high banden alleen op de input kanalen 17 tot en met 24).
0dB0dB0dB0dB
125 Hz1.00 kHz4.00 kHz10.0 kHz
L.SHELF0.700.70H.SHELF
1
Hi-Mid
1
High
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 76
EQ Bibliothe ek
EQ Bibliotheek
EQ instellingen kunnen al s programma’s opgeslagen worden in de EQ library (lett.
bibliotheek), deze be v at 40 preset programa’s (1–40) en 40 user programma’s (41–80).
In de user programma’s kunt u vaak gebruikte EQ instel lingen opslaan en deze van
naam voorzien z odat u ze gemakkelijk kunt vinden. D e EQ bibliotheek kan ook
gebruikt worden om instellingen over te zetten van de ene EQ naar de andere. De stereo
out EQ instellingen kunnen bijvoorbeeld opgeslagen worden als een bibliotheek programma en opnieuw opgeroepen worden in een aux send EQ. De uniek e verzameling
preset EQ programma’s zijn ontworpen voor specifieke toepassingen en dienen als
referentie en startpunt bij het wij zigen van de EQ. Z ie pagina 7 1 voor een complete lijst
van prese t EQ programma’s.
De EQ bibliotheek wordt bediend vanuit de EQ Library pagina die hieronder ge toond
wordt. Ga met de [EQ/ATT] knop naar deze pagina.
67
Op het moment dat een programma w ordt geselecteerd verschijnt de curve in het EQ
CURVE scherm. Hierbov en staa n de signaal niv eau meters van de geselect eerde kanalen.
EQ programma’s worden opgeslagen in de EQ Bibliotheek pagina. U kunt EQ instellingen opslaan in us er programma’s 41 tot en met 80. Preset programma’ s 1 tot en met
40 zijn alleen lees baar (read only).
1.Ga met de [EQ/A TT] knoppen naar de EQ Library pagin a die hieronder getoond
wordt.
2.Selecteer met de [SEL] knoppen het kanaal van waar u de EQ instellingen als
een program wilt opslaan .
U kunt input kanalen 1 t ot en met 16, de effects returns, aux sends of stereo o ut selecteren. U kunt niet de input kanalen 17 tot en met 24 selecteren.
3.Selecteer met het P ARAMETER wheel of met de [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen
de programma’s.
De volgorde van de programma lijst ka n worden ingesteld met de LIBRARY LIST
ORDER optie in de voorkeuren (“De Voorkeuren van de 01V Instellen” op pagina
203).
4.Selecteer STORE met de cursor knoppen en druk vervolgens op [ENTER].
De Tit le Edit dialoog box verschijnt. Als de STORE CONFIRMATION optie in de
voorkeuren uitstaat (“De V oorkeuren van de 01V Instellen” op pagina 203), verschijnt
de Title Edit dialoog box niet en wordt het EQ programma opgeslagen.
5.Geef een naam aan het EQ programma.
Zie “Ti tle Edit Dialoog Box” op pagina 37 voor meer informatie.
6.Selecteer als u klaar bent OK en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het EQ programma is opgeslagen .
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 78
EQ Programma’s Oproepen
EQ Programma’s Oproepen
EQ programma’s worden opgeroepen i n de EQ Library (lett. biblioth eek) pagina. U
kunt naar wens één v an de 40 preset en 40 user programma’s oproepen.
1.Ga met de [EQ/ATT] knop naar de EQ Library pagina die hieronder getoond
wordt.
2.Se le ctee r m et de [S EL] knoppen de kanal en waarin u het EQ programma
opnieuw wilt oproepen.
U kunt input kanalen 1 tot en met 16, de effects returns, aux sends of stereo out selecteren. U kunt de input kanalen 17 tot en met 24 niet selecteren.
69
3.Selecteer met het P ARAMETER wheel of met de [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen
de programma’s.
Bij het selecteren van een programma wordt de curve van de EQ afgebeeld in het EQ
CURVE scherm.
De volgorde van de programmalijst kan worden ingesteld met de LIBRARY LIST
ORDER optie in de voorkeuren (“De Voorkeuren van de 01V Instellen” op pagina
203).
4.Selecteer RECALL met de cursor en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het EQ programma w ordt opnieuw opgeroepen. Als de RECALL CONFIRMATION
optie aanstaat in de voorkeuren (“De Voorkeuren van de 01V Instellen” op pagina 203),
wordt er om be vest iging ge vr aagd. Select eer in dit ge v al OK en druk verv olg ens op de
[ENTER] knop om het oproepen te bevestigen.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 79
70
Hoofdstuk 6—EQ
EQ Programma Naam Wijzigen
De titels van opgeslagen EQ programmas kunnen be werkt worden met de Title Edit
functie.
1.Ga met de [EQ/ATT] knop naar de EQ Library pagina die hieronder getoond
wordt.
2.Selecteer met het PARAMETER wheel de programma’s.
3.Selecteer met de cursor knoppen TITLE EDIT en druk vervolgens de [ENTER]
knop.
De Title Edit dialoog box verschijnt.
4.Wijzig de programmanaam.
Zie “Ti tle Edit Dialoog Box” op pagina 37 voor meer informatie.
5.Selecteer als u klaar bent OK en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
De nieuwe titel is opgelagen.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 80
Preset EQ Programma Parameters
Preset EQ Programma Parameters
71
#Titel
01Bass Drum 1
02Bass Drum 2
03Snare Drum 1
04Snare Drum 2
05Tom-tom 1
06Cymbal
07High Hat
08Percussion
09E.Bass 1
10E.Bass 2
Parameter
LOWL-MIDH-MIDHIGH
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
G
+3.5 dB–3.5 dB0.0 dB+4.0 dB
F
99 Hz265 Hz1.05 kHz5.33 kHz
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
1.2100.9—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGLPF
+8.0 dB–7.0 dB+6.0 dBON
79 Hz397 Hz2.52 kHz12.6 kHz
1.44.52.2—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–0.5 dB0.0 dB+3.0 dB+4.5 dB
132 Hz1.00 kHz3.17 kHz5.04 kHz
1.24.50.11—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGPEAKING
+1.5 dB–8.5 dB+2.5 dB+4.0 dB
177 Hz334 Hz2.37 kHz4.00 kHz
—100.70.1
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
+2.0 dB–7.5 dB+2.0 dB+1.0 dB
210 Hz667 Hz4.49 kHz6.35 kHz
1.4101.20.28
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–2.0 dB0 . 0 dB0.0 dB+ 3 . 0 dB
105 Hz420 Hz1.05 kHz13.4 kHz
—80.9—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–4.0 dB–2.5 dB+1.0 dB+0.5 dB
94 Hz420 Hz2.82 kHz7.55 kHz
—0.5 1 —
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–4.5 dB0.0 dB+2.0 dB0.0 dB
99 Hz397 Hz2.82 kHz16.9 kHz
—4.50.56—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–7.5 dB+4.5 dB+2.5 dB0.0 dB
35 Hz111 Hz2.00 kHz4.00 kHz
—54.5—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+3.0 dB0.0 dB+2.5 dB+0.5 dB
111 Hz111 Hz2.24 kHz4.00 kHz
0.156.3—
Omschrijving
Benadrukt het lage bereik
van een bas sdrum
“attack” gecreëerd door
de klopper.
Creëert ee n piek rond de
80Hz, dit pr oduceert een
strak st ijf geluid.
Benadrukt knallende
geluid en en rimshot s.
Benadrukt het bereik van
het kl as sieke rock sn a re
geluid .
Benadrukt de “attack” van
tom-toms en creëert een
lang e “l ee rachtige ” ”
decay.
Benadrukt de “attack”
van crash bekkens en
breidt he t “sprankelende”
decay uit.
Gebruikt op de strakke
high-hat, benadrukt dit het
midden tot het ho ge be re ik
.
Benadrukt de “attack” en
verhel dert het hoge be reik
van inst ru m e nten, zoals
shakers en congas.
Creëert ee n hoog electrisch ba s geluid door de
lage frequ entie s te snijden .
In tegenstelling tot programma 9 benadrukt dit
het lage bereik van een
electrische bas.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 81
72
Hoofdstuk 6—EQ
#Titel
11Syn.Bass 1
12Syn.Bass 2
13Piano 1
14Piano 2
15E.G.Clean
16E.G.Crunch 1
17E.G.Crunch 2
18E.G.Dist. 1
19E.G.Dist. 2
20A.G.Stroke 1
Parameter
LOWL-MIDH-MIDHIGH
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
G
+3.5 dB+8.5 dB0.0 dB0.0 dB
F
83 Hz944 Hz4.00 kHz12.6 kHz
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
0.184.5—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+2.5 dB0.0 dB+1.5 dB0.0 dB
125 Hz177 Hz1.12 kHz12.6 kHz
1.682.2—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–6.0 dB0.0 dB+2.0 dB+4.0 dB
94 Hz944 Hz3.17 kHz7.55 kHz
—80.9—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+3.5 dB–8.5 dB+1.5 dB+3.0 dB
223 Hz595 Hz3.17 kHz5.33 kHz
5.6100.7—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+2.0 dB–5.5 dB+0.5 dB+2.5 dB
265 Hz397 Hz1.33 kHz4.49 kHz
0.18106.3—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
+4.5 dB0.0 dB+4.0 dB+2.0 dB
140 Hz1.00 kHz1.88 kHz5.65 kHz
84.50.639
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+2.5 dB+1.5 dB+2.5 dB0.0 dB
125 Hz445 Hz3.36 kHz19.0 kHz
80.40.16—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+5.0 dB0.0 dB+3.5 dB0.0 dB
354 Hz944 Hz3.36 kHz12.6 kHz
—910—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+6.0 dB–8.5 dB+4.5 dB+4.0 dB
315 Hz1.05 kHz4.23 kHz12.6 kHz
—104—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–2.0 dB0.0 dB+1.0 dB+4.0 dB
105 Hz1.00 kHz1.88 kHz5.33 kHz
0.94.53.5—
Omschrijving
Gebruik di t op een synth
bass met benadrukt laag
geluid.
Benadrukt de “attack” die
typisch is voor een synt h
bass.
Dit wordt gebruikt om een
pian o ge l uid helderd er te
maken.
Samen gebruikt met een
compressor, benadrukt dit
programma de “attack” en
het lage be reik van een
pian o ge luid.
Gebruik di t bij line-opnamen van een electrische
gitaar of semi-akoustiche
gitaar om een enigzins
hard geluid te krijgen.
Wijzigt de klan kkleur van
een licht vervormd gitaar
geluid.
Een vari atie op programma 16.
Maakt een sterk verwormt
gitaar geluid helderder.
Een vari atie op programma 18.
Benadrukt de heldere
tonen van een akoustische
gitaar.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 82
Preset EQ Programma Parameters
73
#Titel
21A.G.Stroke 2
22A.G.Arpeg. 1
23A.G.Arpeg. 2
24Brass Sec.
25Male Vocal 1
26Male Vocal 2
27Female Vo. 1
28Female Vo. 2
29Chorus&Harmo
30Total EQ 1
Parameter
LOWL-MIDH-MIDHIGH
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
G
–3.5 dB–2.0 dB0.0 dB+ 2 .0 dB
F
297 Hz749 Hz2.00 kHz3.56 kHz
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
—94.5—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGPEAKING
–0.5 dB0 . 0 dB0.0 dB+ 2 . 0 dB
223 Hz1.00 kHz4.00 kHz6.72 kHz
—4.54.50.12
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
0.0 dB–5.5 dB0.0 dB+4.0 dB
177 Hz354 Hz4.00 kHz4.23 kHz
—74.5—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
–2.0 dB–1.0 dB+1.5 dB+3.0 dB
88 Hz841 Hz2.11 kHz4.49 kHz
2.820.77
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
–0.5 dB0.0 dB+2.0 dB+3.5 dB
187 Hz1.00 kHz2.00 kHz6.72 kHz
0.114. 50.560.11
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+2.0 dB–5.0 dB–2.5 dB+4.0 dB
167 Hz236 Hz2.67 kHz6.72 kHz
0.11105.6—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
–1.0 dB+1.0 dB+1.5 dB+2.0 dB
118 Hz397 Hz2.67 kHz5.99 kHz
0.180.450.560.14
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–7.0 dB+1.5 dB+1.5 dB+2.5 dB
111 Hz334 Hz2.00 kHz6.72 kHz
—0.160.2—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
–2.0 dB–1.0 dB+1.5 dB+3.0 dB
88 Hz841 Hz2.11 kHz4.49 kHz
2.820.77
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–0.5 dB0.0 dB+3.0 dB+6.5 dB
94 Hz944 Hz2.11 kHz16.0 kHz
72.25.6—
Omschrijving
Een variatie van programma 20. U kunt het
ook gebruiken met een pittig gitaar geluid.
Corrigeert arpeggio techniek va n een akoustis che
gitaar.
Een variatie op programma 22.
Gebruik d it bi j trom pett en ,
trombones, of sax. Wijzigt
de HIGH of H-MID frequentie.
Gebruikt als een template
voor mannelijke v ocalisten. Wijzigt de HIGH of
H-MID instelling afhankelijk van de stem kwaliteit.
Een variatie op programma 25.
Gebruik al s een template
voor vrouwelijke vocalisten. Wijzigt de HIGH of
H-MID instelling afhankelijk de stem kwaliteit.
Een variatie op programma 27.
Gebruik al s een template
voor een chorus . Dit maa kt
de gehele ch orus helderder .
Gebruikt dit op een stereo
mix tijdens het afmixen.
Klinkt nog be ter met een
compressor.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 83
74
Hoofdstuk 6—EQ
#Titel
31Total EQ 2
32Total EQ 3
33Bass Drum 3
34Snare Drum 3
35Tom-tom 2
36Piano 3
37Piano Low
38Piano High
39Fine-EQ Cass
40Narrator
Parameter
LOWL-MIDH-MIDHIGH
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
G
+4.0 dB+1.5 dB+2.0 dB+6.0 dB
F
94 Hz749 Hz1.78 kHz17.9 kHz
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
G
F
Q
72.85.6—
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+1.5 dB+0.5 dB+2.0 dB+4.0 dB
66 Hz841 Hz1.88 kHz15.1 kHz
—0.280.7—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
+3.5 dB–10.0 dB+3.5 dB0.0 dB
118 Hz315 Hz4.23 kHz20.1 kHz
2100.40.4
L.SHELFPEAKINGPEAKINGPEAKING
0.0 dB+2.0 dB+3.5 dB0.0 dB
223 Hz561 Hz4.23 kHz4.00 kHz
—4.52.80.1
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–9.0 dB+1.5 dB+2.0 dB0.0 dB
88 Hz210 Hz5.33 kHz16.9 kHz
—4.51.2—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
+4.5 dB–13.0 dB+4.5 dB+2.5 dB
99 Hz472 Hz2.37 kHz10.0 kHz
8109—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–5.5 dB+1.5 dB+6.0 dB0.0 dB
187 Hz397 Hz6.72 kHz12.6 kHz
106.32.2—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGPEAKING
–5.5 dB+1.5 dB+5.0 dB+3.0 dB
187 Hz397 Hz6.72 kHz5.65 kHz
106.32.20.1
L.SHELFPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–1.5 dB–18.0 dB+1.0 dB+3.0 dB
74 Hz1.00 kHz4.00 kHz12.6 kHz
—4.51.8—
PEAKINGPEAKINGPEAKINGH.SHELF
–4.0 dB–1.0 dB+2.0 dB0.0 dB
105 Hz707 Hz2.52 kHz10.0 kHz
470.63—
Omschrijving
Een vari atie op programma 30.
Een vari atie op programma 30. Kan ook genruikt worden met stereo
inpu ts of externe effect
returns.
Een vari atie op programma 1. He t lage en
midden bereik is weggehaald.
Een vari atie op programma 3. Het creëert een
vetter geluid.
Een vari atie op programma 5. Benadrukt het
midden en hoge bereik.
Een vari atie op programma 13.
Gebruik di t op het lage
bereik van een piano,
opgenomen in stereo.
Gebruik di t op het hoge
bereik van een piano
geluid, opgenomen in stereo.
Voor het opnemen van cassettes om het geluid helderder te ma ken.
Dankzij flexibele afluister- en solofuncties kunt u de 01V gebruiken in een groot aantal
toepassingen. Alle in- en uitgangen kunnen pre en post fader afgeluisterd worden via
de monitor out of de hoodtelefoon. In de recording Solo en Mixdown Solo modes kunt
u snel de input kanalen en ef f ect ret urns af lu is teren. Monitor en solo param eters verschijnen op de SE T UP pagina 2 die hieronder getoond wordt.
Als er geen kanalen op solo staan, wordt de signaalbron van de monitor out en kunt u
de hoofdtelefoon selecteren met de MONITOR SETUP parameters in de bovenste helft
van deze pagina. Selec teerbare bron nen zijn: d e stereo outpu t, stereo casc ade in, aux
sends 1 tot en met 4, of bus uitgangen 1 tot en met 4. Signalen kunnen pre fader (PFL)
of post fader (AFL) zijn. Overige parameters zijn monitor trim en een mono/stereo
schak elaar . Z i e “M onitor Se tup” op pagina 78 voo r me e r i n f or matie .
Configureer met de SOLO SETUP parameters in de onderste helft van deze pagina de
Solo functie. Input channels 1 tot en met 24 en de effect returns kunnen met de [SOLO]
knoppen op solo gezet wo rden. Er zi jn twee So lo modes bes ch ikbaar: Re cordin g So lo
en Mixdown Solo. De SEL MODE bepaalt hoe de signalen van ieder kanaal op solo
gezet worden: indi vidueel of gemengd. Signalen kun nen pre (PFL) of post fader (AFL)
zijn. Overige parameters zijn solo trim en een solo schak elaar . Zie “Solo Se tup” op pagina 80 voor meer informatie.
01V—Nederlandstalige gebruikershandleiding
Page 86
Twee-track Input (2TR IN)77
Monitor Uitgangen
Monitor en solo signalen worden verstuurd via de monitor out en phones aansluitingen.
Let er op dat de MONITOR–2TR IN schakelaar op MONITOR staat om af te luisteren.
Zie “Twee-track Input (2TR IN)” op pagina 77 voor meer informatie.
Monitor signalen worden naar analoog geconverteerd met het
gebruik van een 18-bit 8-times oversampling D/A converters en
dan verstuurd via gebalanceerde 1/4-inch phone jacks met en
+4 dB nominale uitgangsniveau.
MONITOR OUT
+4dB(BAL)
LR
Wijzig met de MONITOR OUT LEVEL knop het niveau van
het monitor out signaal.
100
LEVEL
MONITOR
OUT
Hoofdtelefoon
Een hoofdtelefoon kan aangesloten worden op de PHONES stereo (TRS) phone jack. Het phonessignaal is hetzelfde als het
monitor out signal.
PHONES
De PHONES LEVEL knop wordt gebruikt om het niveau van
het phones signaal te wijzigen.
Twee-track Input (2TR IN)
Signalen aangesloten via de 2TR IN jacks kunnen afgeluisterd
worden via de MONITOR OUT en PHONES als de
MONI TOR–2TR I N schakelaar op 2TR IN staat. De stereo uitgangen van een master recorder kunnen hier worden aangesloten voor seperaat afluist eren en master playb ack . De 2TR IN
maakt gebruik van phono jacks met een –10 dBV nominaal
ingangsniveau.
Door de 15/16–2TR IN schakelaar op 2TR IN te zetten, kunnen
2TR IN signalen de ingangskanalen 15 en 16 voeden voor het
mixen met andere signalen. Normaal gesproken worden de signalen van deze input kanalen voort uit de phone jack ingangen
15 en 16.
De 2TR OUT jacks worden uitgelegd op pagina 88
100
LEVEL
PHONES
–10dBV (UNBAL)
L
R
INOUT
2TR
MONITOR
2TR IN
15/16
2TR IN
01V—Nederlandstalige Ge brui kershandleiding
Page 87
78Hoofdstuk 7—Solo, Monitors & Meters
Monitor Setup
Selecteer de signaal bron voor de monitor out en phones met de MONITO R SETUP
parameters op de SETUP pagina 2. Selecteerbare bronnen zijn: de stereo output, stereo
cascade in, aux sends 1 tot en met 4, of bus outs 1 tot en met 4. Aangezie n de Solo functie het belangrijkste is, kunnen deze bronnen alleen afgeluisterd wo rde n als de Solo
functie uitstaat (m.a.w. als er geen kanalen op solo staan). Signalen kunnen pre fader
(PFL) of post fader (AFL) zijn. Overige parameters zijn monitor trim en een mono/stereo schakelaar.
1.Ga met de [SETUP] knop naar de SETUP pagina 2 die hieronder getoond wordt.
2.Selecteer met de cursor knoppen de MONITOR SETUP parameters en stel deze
in met het PA RAMETER wheel, [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen en de [ENTER]
knop.
SOURCE
hoofdtel efoon selecteren. U kunt stereo out, stereo cascade in, aux sends 1 tot en met
4, of bus outs 1 tot en met 4 selecteren. Er kunnen meerdere bronnen tegelijkertijd geselecteerd zijn.
LISTEN
post fader (AFL) zetten. Dit beïn vloedt de stereo out, aux send en bus out monitor bronnen. Als deze bijvoorbeeld op PFL staat, kan de stereo out afgeluisterd wo rden
ongeacht de positie v an de stereo m aster fader. Als deze echter op AFL staat moet u de
fader wat hoger zetten om de stereo out af te kunnen afluisteren.
MONI TRIM
wijzigen.
MONO
mono (MONO) of stereo (ST) zetten. Als deze op MONO staat worden de linker en
rechter signalen bij elkaar opgeteld om een mono mix te vormen, die wordt verzwakt
met –3dB.
—Met dez e schakelaars kunt u de sign aalbron van de monitor out en de
—Met deze schakelaar kunt u de monitor signaalbron op pre fader (PFL) of
—Met deze parameter kunt u het monito r s ignaal van –60 dB tot +6 dB
—Met deze schakelaar kunt u de monitor en de hoofdtelefoon signalen op
De Moni tor Gebru iken
Om bijvoorbeeld de stereo out af te luis teren, moet u als vol gt te werk gaan.
1.Sluit een mo nit or sy stee m (ver st erke r , lui dsp rek ers ) aan o p de MO NIT OR OUT.
2.Let er op dat de MONITOR–2TR IN schakelaar op MONITOR staat.
3.Zet de MONITOR OUT LEVEL knop op halverwege.
Als u een hoofdtelefoon gebruikt, zet de PHONES LEVEL knop halverwege.
4.G a met de [SETUP] knop naar de SETUP pagina 2, van te voren uitgelegd.
5.Zet de SOURCE op STEREO OUT.
Als MONITOR SETUP LISTEN op AFL staat, moet u de STEREO fader wat hoger
zetten. Anders hoort u niets.
01V—Nederlandstalige gebruikershandleiding
Page 88
BUS
Monitor Blokdiagram
ST
EFFAUX
RL
4321
121234
Meter
4-Band
PEQ
4-Band
PEQ
Dynamics
Dynamics
BALANCE
ON
Delay
Delay
Meter
Monitor Blokdiagram79
L
2TR OUT
R
DA
DA
L
STEREO
OUT
R
4-Band
Monitor gedeelte
PEQ
PAN
Meter
Meter
1-4
Meter
Dynamics
BUS
master fader
AUX
master fader
van
DIGITAL
STEREO
IN
ON
ON
LISTEN
LISTEN
LISTEN
LISTEN
STEREO OUT
Meter
Meter
ST CASCADE IN
BUS
1-4
1-4
AUX
1-4
1-4
ST
Dither
OUTPUT
to
SELECT
to
to
OUTPUT
SELECT
OUTPUT
SELECT
DIGITAL
STEREO
OUT
MONI
LR
MONI
TRIM
naar INPUT 15, 16
L
2TR IN
R
MONO
MONITOR
2TR IN
DA
LEVEL
DA
LEVEL
L
MONITOR
OUT
R
PHONES
01V—Nederlandstalige Ge brui kershandleiding
Page 89
80Hoofdstuk 7—Solo, Monitors & Meters
Solo Setup
Met de Solo functie, beschikbaar input kanalen 1 tot en met 24 en de effect returns kunt
u de kanalen individuee l afluisteren. Er zijn twee sol o modes beschikbaar Rec ording
Solo en Mixdown Solo. U kunt deze instellen met de SOLO SETUP parameters op
SETUP pagi na 2. S olo i s bel angr ijk er da n de gesel ect eerd e bro nnen die ge bru ik mak en
van de MONITOR SETUP parameters. Kanaal signalen kunnen pre (PFL) fader of post
(AFL) fader gesolo’d worden. Als input ingangen 1 tot en met 12 worden gecombineerd (“Input Kanalen Combineren” op pagina 52.), blijven hun [SOLO] knoppen
onafhankel ijk w erken.
1.Ga met de [SETUP] knop naar de SETUP pagina 2 die hieronder getoond wordt.
2.Selecteer met de cursor knoppen de MONITOR SETUP parameters en stel deze
in met het PARAMETER wheel, [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen en [ENTER]
knoppen.
—Met deze schakelaar k unt u de Solo funct ie uit- en aan zetten. Als deze op DIS-
SOLO
ABLE staat worden signalen gesolo’d, bovendien licht de [SOLO] indicator op het
kanaal dat gesolo’d is op, in plaats dat deze knippert en de SOLO status indicator licht
niet op.
SOLO MODE
Mixdown Solo.
In de Recording Solo mode worden signalen die op solo staan naar de Monitor bus ges-
tuurd en vervolgens verstuurd naar de monitor out en de hoofdtelefoon. Geen andere
uitgangen worden beïnvloed. Input kanalen die uitstaan kunnen ook gesolo’d worden.
Als LISTEN op AFL staat worden kanalen die uitstaan PFL afgeluisterd. Deze mode
is in het bijzonder bedoeld om ingangssignalen af te luisteren bij opnamen of bij geluidversterkingstoepassingen en is bijzonder handig bij het controleren of de signal en
“clippen”, of het individueel wijzigen van de EQ.
In de Mixdown Solo mode worden kanaal signalen die op solo staan gestuurd door de
Stereo bus en vervolgens verstuurd naar de stereo uitgang, monitor out en de hoofdtelefoon. Kanalen die niet op s olo staan w orden g emute . Al leen k analen die worden verstuurd naar de Stereo bus kunnen gesolo’d worden. Bij het solo’en worden kanalen die
uitstaan aangezet als de ze op so lo ge zet w orden . Deze m ode i s i n bi jzonder han dig bij
het individueel wijzigen van kanalen tijden het afmixen.
SEL MODE
SOLO mode kan slechts één kanaal tegelijk gesolo’d worden. In de MIX SOLO mode
kunnen echter meerdere kanalen te gelij k erti jd op solo gezet word en.
LISTEN
post-fader (AFL). Het beïnvloed de input kanalen 1 tot en met 24 en effect returns. De
schakelaar werkt niet in de Mixdown Solo mode omda t de monitor out en hoofdtelefoon signalen worden afgeta kt v an de stereo b us. Select eer in deze m ode met de MONITOR SETUP LISTEN schakelaar PFL of AFL.
SOLO TRIM
+6 dB.
—Selecteer met deze schakelaars de Solo mode: Recording Solo of
—Selecteer met deze schakelaars de Solo Select mode. In de LAST
—Deze schakelaars zetten de solo signaal bron op pre-fader (PFL) of
—Wijzig met deze parameter het niveau van het signaal van –60 dB tot
01V—Nederlandstalige gebruikershandleiding
Page 90
Solo Gebruiken81
Solo Gebruiken
Input kanalen 1 tot en met 24 en de ef fect returns kunnen als volgt op gesolo’d worden.
1.Sluit een monitor systeem (versterker , luidsprekers) aan op de MONITOR OUT .
2.Let er op dat de MONITOR–2TR IN schakelaar op MONITOR staat.
3.Zet de MONITOR OUT LEVEL knop halverwege.
Zet, als u een hoofdtelefoon gebruikt, de PHONES LEVEL knop halverwege.
4.Ga met de [SETUP] knop naar de SETUP pagina 2, zoals al eerder uitgelegd is
en stel alles naar wens in.
Ingangskanalen 1–16
5.Zet met de [SOLO] knoppen 1 tot en met 16 kanalen o p sol o.
Ingangskanalen 17–24
6.Druk op de [OPTION I/O] knop.
7.Zet met de [SOLO] knoppen 17 tot en met 24 kanale n op solo.
Terugkeer Effecten 1 & 2
8.Zet met de effect returns [SOLO] knoppen effect return 1 en 2 o p s olo .
Als een kanaal gesolo’ d is knipert de [SOLO] knop en de main SOLO indicator .
Als SOLO SETUP LISTEN op AFL staat, moet u de fader van het kanaal dat op solo
staat iets hoger zetten. Anders hoort u niets.
01V—Nederlandstalige Ge brui kershandleiding
Page 91
82Hoofdstuk 7—Solo, Monitors & Meters
Solo Blokd iag ram
OUT
MONITOR
PHONES
PHONES
MONITOR
OUT
LR
MONI
ST
LR
432121
AUX EFF
BUS
1234
LISTEN SOLO
SOLO
LISTEN
Ongewijzigd
TRIM
SOLO
MONO
STEREO OUT: Ongewijzigd
ST
LR
432121
AUX EFF
BUS
1234
MONI
LR
ON
BALANCE
Ongewijzigd
SOLO
SOLO
LISTEN
MONO
TRIM
PAN
Ongewijzigd
ON
Ongewijzigd
Input kanalen 1 tot en met 24 kunnen gesolo'd worden.
De stereo uitgang, aux sends, bus outs en stereo cascade ingang
kunnen afgeluisterd worden als Solo uitstaat.
1-12
SOLO OPNAME
17-24
01V—Nederlandstalige gebruikershandleiding
13/14
ON
OngewijzigdOngewijzigd
15/16
EFF1, 2
Ongewijzigd
Ongewijzigd
MIX SOLO
1-12
13/14
17-24
PAN
ON
Input kanalen 1 tot en met 24 en
effects returns die uitstaan worden
tijdelijk aangezet als deze op gesolo'd worden
(Solo Safe kanalen worden niet beïnvloed).
15/16
EFF1, 2
Page 92
Signaal Niveaus Afmeten83
Signaal Niveaus Afmeten
Signaal niveau meters van input kanalen 1 tot en met 16, de effect return, aux sends,
bus outs, omni outs en de stereo uitgang vindt u op de HOME pagina’s. De signaalbronpunten (lett. sig na l source points) van input en output meters worden ingesteld op
HOME pagina 5. De stereo uitgang niveaus kunnen worden afgemeten met de main
stereo meters of de meters op HOME pagina 4. Een Peak Hold functie kan globaal voor
alle meters worden ingesteld. Meters voor ingangskanalen 1 tot en met 24 en de acht
digitale uitgangen (Option I/O) zijn beschikbaar op de OPTION pagina’ s. Alle meteres
bevatten een CLIP indicator, die oplicht als het signaal “clipt”. Als dit gebeurt moet u
de niveaus verlagen om te voorkomen dat het signaal gaat vervormen.
Input kanalen 1 tot en met 16, de stereo output, aux sends en effects sends kunnen ook
afge me ten wor d e n in de VIE W pagin a ’s.
1.G a met de [HOME] knop naar de volgende HOME pag ina ’s.
Input kanalen 1– 16
Op HOME pagina 1 vindt u de signaalniveaumeters van input kanalen 1 tot en met 16.
Het decibel niveau achter iedere meter geeft de positie van de corresponderende
kanaalfader weer . De opgelichte nummers 1,2 en 3 geven aan dat input channels 1,2 en
3 omgewisseld zijn met input kanalen 17,18 en 19. Zie “Inputs 1–8 & 17–24 Omwisselen” op pagina 51 voor meer informatie.
Meters voor input kanalen 1 tot en met 16 vindt u ook in de VIEWpagina’s. Zie “Input
Kanaal Instellingen Bekijken” op pagina 57 voor meer informatie.
Effe cts returns, Aux Sends & Bus Outs
Op HOME pagina 2 vind u de signaalniveaumeters van de Efect returns, aux sends en
bus outs. De decibel waarde onder iedere meter geeft de positie aan van de corresponderende fader. De positie van de stereo fader (ST) wordt ook getoond.
Effects return meters vindt u ook op de EFFECT en VIEW pagina’s. Zie “Gebruik
Maken van de Effecten” op pagina 123 en “Effects Returns Instellingen Bekijken” op
pagina 130. Aux sends meters vindt u ook op de VIEW pagina’s. Zie “ Aux Send Instellingen Beki jken” op pagina 98 voor meer informatie.
01V—Nederlandstalige Ge brui kershandleiding
Page 93
84Hoofdstuk 7—Solo, Monitors & Meters
Omni Outs
Op HOME pagina 3 vindt u de signaalniveaumeters van de vier omni outs. De bron
toege wezen aan een omni out wordt getoond onder de meter zelf . Deze toe wi jzig en
worden gemaakt in de PAN/ROUT pagi na 4 . Zie “ Omni Outs Toewijzen” op pagina
116 voor meer informatie.
Stereo Uitgang
Op HOME pagina 4 vindt u de stereo output si gnaalniveaumeters. Vergeleken met de
main stereo meters hebben deze een grote schaal van –72 dB tot CLIP.
Stereo output meters vindt u ook in de VIEW pagina’ s. Zie “Stereo Output Instellingen
Bekijken” op pagina 89 voor meer informatie.
Hoofd Stereo Meters
L STEREO R
CLIP
–3
–6
–9
–12
–15
–18
–24
–30
–36
–42
–48
Afgezien van de meters op HOME pagina 4 worden de stereo output niveaus ook getoond in de 12-segment main stereo meters, met
Peak Hold. Het bereik v an de meters lo o pt v an –48 dB tot CLIP.
Als een CLIP LED oplic ht, breng het stereo outputniv eau terug om
te voorkomen dat het signaal vervormt. De main stereo meters
worden niet beïnvloed door de mee tpunten HOME pagina 5.
Pe ak Ho ld
De Peak Hold functie werkt met de HOME, OPTION I/O, en de hoofd stereo meters.
Als deze functie wordt aangeze t, blij v en de meter se g mente n bij he t luid ste signaa l
branden, hetgeen handig is bij het controleren van peak niveaus.
1.Zet met het PARAMETER wheel, [–1/D EC] en [+1/INC] knoppen, of [ENTER]
knop de Peak Hold functie aan of uit.
Zet de Peak Hold functie, om deze te rese tt en, ui t en weer aan.
01V—Nederlandstalige gebruikershandleiding
Page 94
Het Instellen van het Afmeetpunt85
Het Instellen van het Afmeetpunt
Het afmeetpunt van input kanalen 1 tot en met 16 en de effects returns kunnen op PRE EQ
of PRE FADER gezet worden. De stereo output, au x send en b us out m eters kunnen o p
POST EQ of POST ON gezet worden . Deze instell ingen beïnvloeden niet de m ain st ereo
meters, die altijd POST ON weergeven.
1.Ga met de [HOME] knop na ar de H OME pa gi na 5, zo als hi eronder getoond wo rdt.
2.Selecteer met de cursor knoppen de schakel aars en s tel deze met het PARAMETER
wheel, [–1/DEC], [+1/INC] en [ ENTER] knop pen in .
—zet de meter bron punten (lett . meter so urce points) va n input kanaal 1 tot en met
INPUT
16 en de effect r eturns op PRE EQ of PRE FADER.
OUTPUT
send en and bus out meters op POST EQ of POST ON.
—zet de meter bron punten (lett. meter source points) van de stereo output, aux
Optionel e I/O Meters ( inpu t kan aal 17–2 4)
Signaal ni v eau meter s vo or i nput kanaa l 17 t ot en met 24 en de Opti on I/ O out puts vin dt u
op de OPTION pagina’s.
1.Ga met de [OPTION I/O ] kno p naar de OPTION pagi na’s.
Signaal niveau meters van ingangen 17 tot en met 24 vindt u op OPTION pagina 1, zoals
hierond er get oond wo rdt . De decib el waa rde onde r ied ere met er geef t de posi tie v an de c orresponderende fader aan. De opgelichte nummers 20 en 22 geven aan dat de input kanalen
20 en 22 omgewisseld zijn met input kanalen 4 en 6. Zie “Inputs 1–8 & 17–24 Omwisselen”
op pagina 51 voor mee r infor mat ie.
Signaal niveau meters voor de Option I/O outputs vindt u op OPTION pagina 3, zoals
hieronder getoond wordt. De br on t oe gewezen aan iedere uitgang wor dt afgebeeld onder
iedere meter. Deze toe wijzingen worden gemaakt op OPTION pagina 4. Zie “Option I/O
Digitale Outputs Toewijzen” op pagina 219 voor meer informatie.
01V—Nederlandstalige Ge brui kershandleiding
Page 95
86Hoofdstuk 7—Solo, Monitors & Meters
Effects Send Meter s
Signaal niveau meters van effects sends 1 en 2 vin dt u op de VIEW pagina’s.
1.Selecteer met de [EFFECT 1] of [EFFECT 2] knop een effects send en druk vervolgens op de MASTER [SEL] knop.
EFF1 of EFF2 verschij nt in de display, dit geeft aan dat er een effe cts s end is gesel ecteerd.
2.G a met de [VIEW] knop naar de VIEW pagina’s 1 en 2, zoals hieronder wordt
getoond.
Signaal niveau meters van effects send 1 vindt u op de VIEW pagina’s 1 en 2, zoals
hieronder wordt getoond.
Signal level meters voor effects se nd 2 vindt u op de VIEW pagina’s 1 en 2, zoals
hieronder wordt getoond.
De stereo outp ut is uitgerust een v ier bands parametri sche EQ, een dynamiek processor ,
balansknop en een variabele output delay van maximaal 300 milliseconden. Het stereo
signaal wordt verstuurd via analoge XLR aansluitingen, analoge 2TR OUT aansluitingen, Coaxial digitale uitgangen en kunnen worden toegewezen aan de Option I/O digitale uitgangen of omni outs.
Analoge Stereo Output
Het stereo uitgan gssignaal wordt geconverteerd door
een 20-bit 8-times ov ersampling D/A conv erters en dat
verstuurd via gebalan ceerde XLR-3-32-type aansluitingen met een nominaal uitgangsniveau van +4 dB.
2TR Out & de Stereo Output
Afgezien van de XLR aansluitingen wordt het stereo uitgang ssignaal
worden uitgevoerd naar de 2TR OUT aansluitingen. Dit zijn phono
jacks met een nominaal uitgangsniveau van –10 dBV en kunnen
aangesloten worden normaal gesproken aangesloten op de analoge
ingangen van een stereo cassette deck, DAT, of MiniDisc deck voor
stereo mix opname.
Coaxial Digital Out & de Stereo Output
Het stereo uitgangssignaal wordt digitaal verstuurd in Coaxial
formaat door de digital stereo out aansluiting. Deze uitgangen
worden op de digitale ingang van een DAT of MiniDisc deck
voor stereo mix opname. Zie “Digitaal Stereo Out” o p pagina
211 voor meer in formatie.
STEREO OUT
+4dB(BAL)
RL
–10dBV (UNBAL)
L
R
INOUT
2TR
01V—Nederlanstalige handleiding
Option I/O & de Stereo Output
Het stereo uitgan gssignaal kunnen worden toegewezen aan de Option I/O digitale uitgangen. Zie “Over Option I/O Kaarten” op pagina 216 voor meer informatie.
Omni Outs & de Stereo Output
Het stereo uitgangssignaal kan worden toegewezen aan de omni outs. Zie “Omni Outs
Toewijzen” op pagina 116 voor meer informatie.
Solo & de Stereo Output
De Mixdown Solo modes werken samen met de stereo uitgangssignaal. Zie “Solo
Setup” op pagina 80 v oor meer informatie.
Page 98
De Stereo Output Afluisteren
De Stereo Output Afluisteren
Het stereo uitgan gssignaal kan afgeluisterd worden via de monitor out of hoofdtelefoon. Zie “Monitor Setup” op pagina 78 voor meer informatie.
De Stereo Output Afmeten
Stereo uitgangss ignaal niv eaus kunnen afgemeten wo rden met de L STEREO R meters
of de HOME pagina 4 meters. Zie “Signaal Nive aus Afmeten” op pagina 83 v oor meer
infor ma tie .
Signalen Routen naar de Stereo Output
Input kanalen 1 t ot en met 24 en de effect return kunnen gerout worden naar de stereo
output. Zie “Input Kanalen Routen” op pagina 49 voor meer informatie.
Stereo Output Instellingen Bekijken
Instellingen v oor de stereo output kunnen bekeken worden en bepaalde parameters
kunnen gewijzigd worden op VIEW pagina’s 1 en 2.
1.Druk op de [HOME] knop en vervolgens op de MASTER [SEL] knop.
89
ST verschijnt in de display, dit geeft aan dat d e stereo output geselecteerd is.
2.Ga met de [VIEW] knop naar de VIEW pagina ’s 1 en 2, zoals hier onder getoond
wordt.
3.Selecteer met de cursor knoppen de parameters en stel deze in met het PARAMETER wheel, [–1/DEC], [+1/INC] en de [ENTER] knoppen.
Parameters worden uitgelegd in de volgende hoofdstukken.
01V—Nederl andstalige handleiding
Page 99
90
Hoofdstuk 8—Stereo Output
Het Stereo Output Niveau Instellen
Het niveau van het stereo uitgangssignaal output niveau wordt best-
0
–5
–10
–15
–20
–30
–40
–50
–70
– ˚
STEREO
MASTER
uurd door de STEREO fader. Aangezien deze fader ook wordt
gebru ikt om het ni v ea u va n de au x en ef fe cts send m aster te bes tur en,
kan het zijn dat u de [HOME] knop moeten indrukken alvorens het u
het stereo uitgangsniveau kunt wijzigen. Zie “Faders (plus Return
Draaiknop)” op pagina 35 voor meer informatie.
De Stereo Output Muten
ON
De stereo output kan wo rden gemute met de STEREO [ON] knop. Deze
knop licht op als de s tereo uitgang aanstaat. Aang ezien deze knop ook
wordt gebruikt om aux en effects send master outouts te muten, kan het zijn
dat u de [HOME] knop moet indrukken alvorens de stereo output aan of uit
te zetten. Zie “ON Knoppen” op pagina 34 voor meer informatie.
De Stereo Output Balanceren
Het linker- en rechterkanaal van het uitgangssignaal kunnen op de volgende manier
gebalanceerd worden.
1.Druk op de [HOME] knop en vervolgens op de STEREO [SEL] knop.
ST verschijnt in de display, dit geeft aan dat d e the stereo output is geselecteerd.
2.Wijzig met de PAN knop de balans.
De balans kan ook gewijzigd worden op de VIEW pagina . Zie “Stereo Output Instellingen Bekijken” o p pagina 89 voor meer informatie.
EQ aan de Stereo Output Toepassen
De stereo output is uitg erust met een vier-bands paramet rische EQ. Zie “EQ” op pagina
61 voor meer informatie. De EQ kan aan- en uitgezet worden en de EQ curve bekeken
worden op de VIEW pagina. Zie “Stereo Output Instellingen Bekijken” op pagina 89
voor meer info rmatie.
Stereo Output Dynami ek Processors
De stereo output is uitgerust met een stereo dynamiek processor. Zie “Dynamiek Processors” op pagina 16 1 voor meer informatie. De dyn amiek kan aan en uit worden
gezet en de dynamische c urve kan bekeken worden op de VIEW pagina. Zie “Stereo
Output Instelling en Bekijken” op pagina 89 voor meer informatie.
01V—Nederlanstalige handleiding
Page 100
Stereo Output Delay
Stereo Output Delay
De linker- en re chterkanalen van de stereo output kun nen individueel v ertraagd worden
door tot 300 milliseconden. Hiermee kunt u v ertraging en in een multi-speak er geluidsversterkin gssysteem compenseren.
1.Ga met de [∅/DELAY] knop naar de DELA Y pagina 4, zoal s hieronder get oond
wordt.
2.Se le ctee r m et de cu rs o r knop pen de delay parameters en stel deze in met de
[ENTER] knop, PARAMETER wheel, of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
ParameterBereikOmschrijving
ON/OFF
DELAY
ON/OFFDeze schakelaar zet de delays aan en uit.
Delay kan we ergegeven w orden in milliseconden, me ters, of
samples (“De Voorkeuren van de 01V Inst ellen” op pagin a
0–300 ms
203). Het maximum delay in samples staat vast op 13229. Het
maximu m de lay in milliseconden en meters hangt af van de
sampling rate. Op 44.1kHz, bijvoorb eeld, is respectivelijk het
300 milliseconden en 102. 2 m e ters.
91
01V—Nederl andstalige handleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.