Xerox PHASER EX7750 SETUP GUIDE [nl]

Page 1
Configuratiegids
Page 2

Over de documentatie

Deze handleiding maakt deel uit van de Xerox EX7750-documentatieset. Deze set bestaat uit de volgende handleidingen voor gebruikers en systeembeheerders. De meeste daarvan zijn beschikbaar als Acrobat PDF-bestanden (Portable Document Format) op de cd met gebruikersdocumentatie.
•De
Snelstartgids
Xerox EX7750 te configureren en om af te drukken. Ook vindt u hierinformatie over hoe u de Adobe Acrobat PDF-bestanden op de cd met gebruikersdocumentatie kunt openen.
•In de
Installatiegids gebruikerssoftware
installeren van de cd met gebruikerssoftware, zodat gebruikers kunnen afdrukken naar de Xerox EX7750.
•In de
Configuratiegids
en het beheer van de Xerox EX7750 voor de ondersteunde platforms en netwerkomgevingen. Hij bevat ook richtlijnen voor het instellen van netwerkservers om afdrukservices te leveren aan de gebruikers.
•In de
Afdrukgids
gebruikers die taken verzenden vanaf hun eigen computer.
•De
Kleurengids
de Xerox EX7750 worden gemaakt. In deze gids wordt uitgelegd hoe u gebruik maakt van het kleurbeheersysteem ColorWise® en de functies van ColorWise Pro Tools.
wordt beschreven hoe u software kunt
vindt u informatie over de basistaken voor de configuratie
worden de afdrukfuncties van de Xerox EX7750 beschreven voor
bevat informatie over het beheren van de kleurenafdrukken die via
•In de handleiding besproken die te maken hebben met het beheren van de kleurenafdrukken die via de Xerox EX7750 worden gemaakt. Daarnaast biedt deze handleiding informatie over het afdrukken van kleurendocumenten vanuit veelgebruikte MicrosoftWindows- en Mac OS-toepassingen.
•De
Gids voor taakbeheer
taakbeheer en hoe u ze kunt gebruiken om taken op de Xerox EX7750 op te volgen en te controleren. Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers met de vereiste toegangsrechten, die de voortgang van afdruktaken willen controleren en beheren en eventuele problemen willen oplossen.
•In de
Versienotities voor de klant
oplossingen voor problemen die kunnen optreden.
Fiery-kleurenreferentie
geeft uitleg over de functies van de hulpprogramma’s voor
vindt u actuele productinformatie en tijdelijke
worden concepten en onderwerpen
Page 3
Copyright © 2004 Electronics For Imaging, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Deze productdocumentatie is auteursrechtelijk beschermd en alle rechten worden voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van Electronics For Imaging, Inc. (“EFI”) worden verveelvoudigd dan wel in enige vorm of op enige manier en voor enig doel worden verzonden, behalve voorzover zulks uitdrukkelijk in de onderhavige bepalingen wordt toegestaan. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd en schept geen verplichtingen zijdens Electronics For Imaging, Inc.
Deze productdocumentatie wordt geleverd bij de software van EFI (“Software”) en bij eventuele andere producten van EFI die in deze documentatie worden beschreven. De software werd geleverd onder een licentie en mag uitsluitend conform de bepalingen van deze Licentieovereenkomst worden gebruikt of gekopieerd.
Patenten
Dit product valt mogelijk onder een van de volgende patenten in de V.S.:
4,716,978, 4,828,056, 4,917,488, 4,941,038, 5,109,241, 5,170,182, 5,212,546, 5,260,878, 5,276,490, 5,278,599, 5,335,040, 5,343,311, 5,398,107, 5,424,754, 5,442,429, 5,459,560, 5,467,446, 5,506,946, 5,517,334, 5,537,516, 5,543,940, 5,553,200, 5,563,689, 5,565,960, 5,583,623, 5,596,416, 5,615,314, 5,619,624, 5,625,712, 5,640,228, 5,666,436, 5,745,657, 5,760,913, 5,799,232, 5,818,645, 5,835,788, 5,859,711, 5,867,179, 5,940,186, 5,959,867, 5,970,174, 5,982,937, 5,995,724, 6,002,795, 6,025,922, 6,035,103, 6,041,200, 6,065,041, 6,112,665, 6,116,707, 6,122,407, 6,134,018, 6,141,120, 6,166,821, 6,173,286, 6,185,335, 6,201,614, 6,215,562, 6,219,155, 6,219,659, 6,222,641, 6,224,048, 6,225,974, 6,226,419, 6,238,105, 6,239,895, 6,256,108, 6,269,190, 6,271,937, 6,278,901, 6,279,009, 6,289,122, 6,292,270, 6,299,063, 6,310,697, 6,321,133, 6,327,047, 6,327,050, 6,327,052, 6,330,071, 6,330,363, 6,331,899, 6,340,975, 6,341,017, 6,341,018, 6,341,307, 6,347,256, 6,348,978, 6,356,359, 6,366,918, 6,369,895, 6,381,036, 6,400,443, 6,429,949, 6,449,393, 6,476,927, 6,490,696, 6,501,565, 6,519,053, 6,539,323, 6,543,871, 6,546,364, 6,549,294, 6,549,300, 6,550,991, 6,552,815, 6,559,958, 6,572,293, 6,590,676, 6,606,165, 6,633,396, 6,636,326, 6,643,317, 6,647,149, 6,657,741, 6,662,199, 6,678,068, 6,707,563, 6,741,262, 6,748,471, 6,753,845, 6,757,436, 6,757,440, RE33,973, RE36,947, D341,131, D406,117, D416,550, D417,864, D419,185, D426,206, D439,851, D444,793.
Handelsmerken
Auto-Count, ColorCal, ColorWise, Command WorkStation, DocBuilder Pro, EDOX, EFI, Fiery, het Fiery-logo, Fiery Driven, het Fiery Driven-logo, Fiery Spark, MicroPress, OneFlow, Printcafe, PrinterSite, PrintMe, Prograph, Proteus, RIP-While-Print, Splash, en Spot-On zijn handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc. die zijn gedeponeerd bij het U.S. Patent and Trademark Office in de Verenigde Staten en/of in een aantal andere buitenlandse rechtsgebieden. Bestcolor is een handelsmerk van Best GmbH dat gedeponeerd is bij het U.S. Patent and Trademark Office.
ADS, AutoCal, Balance, Build, Digital StoreFront, DocStream, Fiery Link, Fiery Prints, FreeForm, Hagen, Intelligent Device Management, Logic, PrintFlow, PrintSmith, PrintSmith Site, PSI, PSI Flexo, RIPChips, Scan, SendMe, VisualCal, WebTools, het EFI-logo, het Fiery Prints-logo, en Essential to Print zijn handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc. Best, het Best-logo, Colorproof, PhotoXposure, Remoteproof en Screenproof zijn handelsmerken van Best GmbH.
Alle overige handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaren en worden hierbij gerespecteerd.
Kennisgevingen
APPLE COMPUTER, INC. (HIERNA AANGEDUID ALS “APPLE”) VERLEENT MET BETREKKING TOT DE APPLE-SOFTWARE GEEN ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, DAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. APPLE DOET GEEN GARANTIES EN BEWERINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK EN DE RESULTATEN VAN DE APPLE-SOFTWARE, EVENALS DE JUISTHEID, NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID, GANGBAARHEID EN ANDERE ASPECTEN HIERVAN. DE RESULTATEN EN PRESTATIES VAN DE APPLE-SOFTWARE ZIJN GEHEEL VOOR UW EIGEN RISICO. IN SOMMIGE STATEN IS DE UITSLUITING VAN IMPLICIETE GARANTIE NIET TOEGESTAAN. DE BOVENSTAANDE UITSLUITING IS DERHALVE IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
IN GEEN GEVAL ZIJN APPLE, DAN WEL ZIJN DIRECTEUREN, STAFLEDEN, WERKNEMERS OF VERTEGENWOORDIGERS, AANSPRAKELIJK VOOR ENIGERLEI GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF INDIRECTE SCHADE (DAARONDER BEGREPEN SCHADE DOOR WINSTDERVING, BEDRIJFSONDERBREKING, VERLIES VAN BEDRIJFSGEGEVENS EN DERGELIJKE) DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN OF ENIGE VERHINDERING TOT HET GEBRUIK VAN DE APPLE-SOFTWARE, ZELFS INDIEN APPLE VAN DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. AANGEZIEN HET IN SOMMIGE LANDEN NIET IS TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, ZIJN DE BOVENSTAANDE BEPERKINGEN IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
zal, ongeacht de oorzaak van deze schade en de grondslag van de ingestelde actie (wanprestatie, onrechtmatige daad [met inbegrip van onrechtmatige nalatigheid], productaansprakelijkheid of anderszins), te allen tijde beperkt blijven tot een bedrag van 50 Amerikaanse dollars.
De aansprakelijkheid van Apple in geval van schade
Bestelnummer: 45042985 10 december 2004
Page 4
De PANTONE®-kleuren die worden weergegeven in de softwaretoepassing of in de documentatie komen mogelijk niet overeen met door PANTONE gedefinieerde standaarden. Raadpleeg actuele PANTONE-kleurenpublicaties voor accurate kleuren. PANTONE® en andere handelsmerken van Pantone, Inc. zijn eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, Inc., 2001. Pantone, Inc. is de houder van het auteursrecht op de PANTONE-kleurgegevens en/of -software.
Dit product bevat software die werd ontwikkeld door de Apache Software Foundation (www.apache.org).
FCC-informatie
WAARSCHUWING: Op grond van de FCC-voorschriften kunnen wijzigingen of aanpassingen aan dit apparaat waarmee de fabrikant niet uitdrukkelijk heeft ingestemd, het recht van de gebruiker om het apparaat te gebruiken tenietdoen.
Raadpleeg de klever over de Class-compliantie op de achterzijde van uw Fiery (of bij ingebouwde systemen, de klever op het afdrukapparaat) voor de juiste classificatie (A, of B, zie onder) van dit product.
Conformiteit met klasse A
Uit tests is gebleken dat het onderhavige apparaat voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van klasse A als bedoeld in deel 15 van de FCC­voorschriften. Deze grenswaarden zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik van deze apparaten in een commerciële omgeving. Door dit apparaat wordt radiostraling gegenereerd en gebruikt die het radioverkeer ernstig kan verstoren wanneer het apparaat niet conform de instructiehandleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt. Gebruik van het onderhavige apparaat in een woonomgeving zal waarschijnlijk storingen veroorzaken die door de gebruiker op eigen kosten moeten worden verholpen.
Industry Canada Class A Notice
This Class A digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de Conformation Classe A de l’Industrie Canada
Cet appareil numérique de la Classe A est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Ver klaring van conformiteit met klasse B
Uit tests is gebleken dat het onderhavige apparaat voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van klasse B als bedoeld in deel 15 van de FCC­voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming tegen schadelijke storingen in een woonomgeving te bieden. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen, en kan, indien niet volgens de instructies geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke storing veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden.
Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisieontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op één of meer van de volgende manieren:
De ontvangstantenne verplaatsen of anders richten.
De afstand tussen het apparaat en de ontvanger vergroten.
De apparatuur aansluiten op een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
De verkoper of een ervaren radio- of tv-monteur raadplegen.
Om te voldoen aan de FCC-voorschriften dienen afgeschermde kabels te worden gebruikt met deze apparatuur. Het gebruik van niet-goedgekeurde apparatuur of niet-afgeschermde kabels zal waarschijnlijk leiden tot storingen in de radio- en tv-ontvangst. Wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur waarmee niet uitdrukkelijk is ingestemd door de fabrikant kunnen het recht van de gebruiker om deze apparatuur te bedienen, tenietdoen.
Industry Canada Class B Notice
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de Conformation Classe B de l’Industrie Canada
Cet appareil numérique de la Classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Page 5
Ver klaring van conformiteit met de radio-ontstoringsvereisten
Uit afzonderlijke tests en tests op systeemniveau (ter nabootsing van de normale bedrijfsomstandigheden) is gebleken dat dit apparaat aan de geldende radio­ontstoringsvereisten voldoet. Het is echter mogelijk dat het apparaat onder bepaalde ongunstige omstandigheden in andere installaties niet aan deze vereisten voldoet. In dat geval is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de naleving van genoemde vereisten door de installatie.
Dieses Gerät wurde sowohl einzeln als auch in einer Anlage, die einen normalen Anwendungsfall nachbildet, auf die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen geprüft. Es ist jedoch möglich, dass die Funkentstörbestimmungen unter ungünstigen Umständen bei anderen Gerätekombinationen nicht eingehalten werden. Für die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen einer gesamten Anlage, in der dieses Gerät betrieben wird, ist der Betreiber verantwortlich.
De naleving van de geldende voorschriften is afhankelijk van het gebruik van afgeschermde kabels. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van de juiste kabels.
Die Einhaltung zutreffender Bestimmungen hängt davon ab, dass geschirmte Ausführungen benützt werden. Für die Beschaffung richtiger Ausführungen ist der Betreiber verantwortlich.
CE-merk (Verklaring van conformiteit)
Dit product voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: EEG-richtlijnen 89/336/EEC, 73/23/EEC en 93/68/EEC. Deze verklaring is geldig voor het gebied van de Europese Unie.
SOFTWARE-LICENTIEOVEREENKOMST
LEES DEZE SOFTWARE- LICENTIEOVEREENKOMST AANDACHTIG. DEZE LICENTIEOVEREENKOMST IS EEN WETTELIJKE OVEREENKOMST TUSSEN U EN ELECTRONICS FOR IMAGING, INC. (“EFI”) MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE VAN EFI (“SOFTWARE”). DOOR DE SOFTWARE TE INSTALLEREN, TE KOPIËREN OF ANDERSZINS TE GEBRUIKEN, ERKENT U GEBONDEN TE ZIJN DOOR DEZE LICENTIEOVEREENKOMST. INDIEN U DEZE OVEREENKOMST NIET AANVAARDT, MAG U DE SOFTWARE NIET INSTALLEREN, KOPIËREN OF ANDERSZINS GEBRUIKEN EN KUNT U DE ONGEBRUIKTE SOFTWARE, SAMEN MET HET BETALINGSBEWIJS, BINNEN DE DERTIG (30) DAGEN NA DE AANKOOPDATUM VOOR VOLLEDIGE TERUGBETALING RETOURNEREN AAN DE PLAATS WAAR U HEM HEBT GEKOCHT.
Licentie
EFI verleent u een beperkte, niet-exclusieve licentie om gebruik te maken van de Software, uitsluitend in overeenstemming met de voorwaarden van deze Licentieovereenkomst, uitsluitend zoals vermeld in de productdocumentatie van EFI en uitsluitend met het product of de producten die worden vermeld in de productdocumentatie van EFI (“Product(en)”).
De term “Software” die in deze Licentieovereenkomst wordt gebruikt betekent de software van EFI en alle documentatie, downloads, on line materiaal, oplossingen voor bugs, patches, nieuwe versies, versienotities, bijwerkingen en opwaarderingen die betrekking hebben op de software van EFI. De voorwaarden van deze Licentieovereenkomst zijn van toepassing op en bepalen uw gebruik van elk van deze zaken, indien EFI geen afzonderlijke en bijkomende schriftelijke Licentieovereenkomst voor een dergelijke zaak verstrekt.
De Software wordt niet aan u verkocht; er wordt u een licentie voor het gebruik ervan verstrekt. U mag de Software uitsluitend gebruiken voor de doeleinden die worden beschreven in de productdocumentatie van EFI. Het is niet toegestaan de Software te verhuren, er een sublicentie voor te verstrekken, ze uit te lenen of op andere manieren te verspreiden. De Software mag evenmin worden gebruikt in een timesharing-overeenkomst, een overeenkomst met een servicebureau of soortgelijke regelingen.
Het is niet toegestaan de Software of gedeelten van de Software te kopiëren of te laten kopiëren, met uitzondering van een (1) reserve- of archiefkopie voor de doeleinden die in deze Licentieovereenkomst worden toegelaten; dit echter op voorwaarde dat u in geen geval kopieën maakt of laat maken van enig gedeelte van de Software dat op enig gedeelte de stuurkaart of de hardware van een product is opgenomen. U verklaart dat u geen enkel gedeelte van de Software zult lokaliseren, vertalen, disassembleren, decompileren, ontcijferen of onderwerpen aan reverse engineering, zijn broncode niet te zult reconstrueren, de Software niet zult wijzigen, geen werken zult afleiden van de oorspronkelijke broncode en de Software niet op enige andere wijze zult veranderen.
Intellectuele eigendomsrechten
U erkent en aanvaardt dat alle rechten, de titel en de belangen, inclusief alle intellectueel-eigendomsrechten, ten aanzien van de Software, alle Producten van EFI en alle kopieën, wijzigingen en afgeleide werken ervan exclusief eigendom zijn en blijven van EFI en zijn leveranciers. Met uitzondering van het in deze Licentieovereenkomst verleende beperkte gebruiksrecht worden geen andere gebruiksrechten verleend. U kunt aan deze Overeenkomst geen octrooirechten, auteursrechten, rechten op handelsgeheimen, handelsmerken (al of niet gedeponeerde) of andere intellectuele eigendomsrechten ontlenen. U stemt ermee in geen handelsmerk of handelsnaam van EFI (“EFI-merk”) of een sterk daarop gelijkend merk, URL, Internet-domeinnaam of symbool te gebruiken, te deponeren of te trachten te deponeren als uw eigen naam of de naam van uw partners of producten; u stemt ermee in geen actie te ondernemen die de rechten op handelsmerken van EFI of zijn leveranciers belemmert of beknot.
Page 6
Vertrouwelijkheid
De Software is vertrouwelijke informatie die eigendom is van EFI en u bent niet gerechtigd de Software te verspreiden. U bent evenwel gerechtigd alle rechten die u aan deze Licentieovereenkomst ontleent over te dragen aan een andere (rechts)persoon, vooropgesteld dat: (1) een dergelijke overdracht in overeenstemming is met alle geldende exportwetten en -voorschriften, inclusief de wetten en voorschriften van de Verenigde Staten, inclusief de United States Export Administration Regulations; (2) u aan de betreffende (rechts)persoon alle Software en documentatie overdraagt (inclusief alle kopieën, updates, media, gedrukte documentatie en deze Licentieovereenkomst); (3) u geen kopieën van de Software en de documentatie behoudt, inclusief reservekopieën, archiefkopiën of andere kopieën, ongeacht de wijze van opslag; (4) de ontvanger instemt met alle bepalingen in deze Licentieovereenkomst.
Beëindiging
Het onbevoegd gebruiken, kopiëren of verspreiden van de Software, of enige inbreuk op deze Licentieovereenkomst, resulteert in de automatische beëindiging van deze licentie en geeft EFI het recht andere rechtsmiddelen aan te wenden. Indien de Overeenkomst wordt beëindigd, moet u alle kopieën van de Software evenals alle onderdelen ervan vernietigen. Alle bepalingen in deze Licentieovereenkomst die betrekking hebben op de vertrouwelijkheid van de Software, garantiebeperkingen, aansprakelijkheidsbeperkingen, rechtsmiddelen, schade, geldende wetgeving, rechtspraak of rechtsgebied, evenals EFI’s intellectuele eigendomsrechten, blijven na beëindiging van de Licentieovereenkomst onverminderd van kracht.
Garantiebeperking
EFI garandeert dat de Software gedurende een periode van negentig (90) dagen vanaf de datum van ontvangst, bij gebruik volgens de productdocumentatie van EFI, overwegend zal functioneren zoals in de productdocumentatie van EFI is vermeld. EFI garandeert niet dat de Software in uw specifieke behoeften zal voldoen, dat de Software ononderbroken, veilig of zonder fouten zal werken of dat alle fouten in de Software zijn gecorrigeerd. EFI biedt geen garantie, noch impliciet, noch op enige andere wijze, met betrekking tot de prestaties of betrouwbaarheid van andere Producten of diensten of van Producten of diensten van derden (software of hardware). DEZE GARANTIE WORDT TENIETGEDAAN INDIEN PRODUCTEN VAN DERDEN WORDEN GEÏNSTALLEERD DIE NIET DOOR EFI ZIJN GEAUTORISEERD. DEZE GARANTIE WORDT EVENEENS TENIETGEDAAN INDIEN DE SOFTWARE OF HET PRODUCT WORDT GEBRUIKT, AANGEPAST EN/OF GEREPAREERD OP EEN ANDERE WIJZE DAN DEWELKE DOOR EFI IS GEAUTORISEERD. BOVENDIEN VERVALT DEZE BEPERKTE GARANTIE INDIEN EEN PROBLEEM MET DE SOFTWARE ONTSTAAT ALS GEVOLG VAN ONGEVALLEN, MISBRUIK, VERKEERDE TOEPASSING, ABNORMAAL GEBRUIK, VIRUSSEN, WORMS OF VERGELIJKBARE OMSTANDIGHEDEN.
IN DE RUIMSTE MATE DIE DOOR HET TOEPASSELIJKE RECHT WORDT TOEGELATEN EN MET UITZONDERING VAN DE BOVENVERMELDE UITDRUKKELIJKE BEPERKTE GARANTIE (“BEPERKTE GARANTIE”), GEEFT EFI EN ONTVANGT U GEEN VERKLARINGEN OF GARANTIES MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE, ENIGE PRODUCT EN/OF DIENSTEN, NOCH UITDRUKKELIJK, NOCH IMPLICIET DAN WEL WETTELIJK OF IN ENIGE ANDERE BEPALING VAN DEZE OVEREENKOMST OF ENIGE ANDERE MEDEDELING. EFI WIJST IN HET BIJZONDER ALLE IMPLICIETE WAARBORGEN, VERKLARINGEN EN VOORWAARDEN AF, MET INBEGRIP VAN GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF NIET-SCHENDING VAN DE RECHTEN VAN DERDEN. EFI GARANDEERT EN VERKLAART NIET DAT DE WERKING VAN DE SOFTWARE EN/OF HET PRODUCT ONONDERBROKEN, FOUTBESTENDIG, VEILIG OF VRIJ VAN FOUTEN ZAL ZIJN. IN DE RUIMSTE MATE DIE DOOR HET TOEPASSELIJKE RECHT WORDT TOEGELATEN IS UW ENIGE EN UITSLUITENDE VERHAAL, EN DE VOLLEDIGE AANSPRAKELIJKHEID VAN EFI EN ZIJN LEVERANCIERS MET BETREKKING TOT ALLE SOFTWARE, PRODUCTEN, DIENSTEN EN/OF TOEPASSELIJKE GARANTIES, NAAR KEUZE VAN EFI (1) DE REPARATIE OF VERVANGING VAN DE SOFTWARE DIE NIET AAN DE BEPERKTE GARANTIE VOLDOET, OF (2) DE TERUGBETALING VAN DE (EVENTUELE) PRIJS DIE WERD BETAALD VOOR DE SOFTWARE DIE NIET AAN DE BEPERKTE GARANTIE VOLDOET. BEHOUDENS DE BEPALINGEN IN DIT GEDEELTE ZULLEN EFI EN ZIJN LEVERANCIERS GEEN TERUGBETALINGEN, RETOURS, OMWISSELINGEN OF VERVANGINGEN VERSTREKKEN.
Aansprakelijkheidsbeperking
IN DE RUIMSTE MATE DIE DOOR HET TOEPASSELIJKE RECHT WORDT TOEGELATEN AANVAARDT U DAT DE VOLLEDIGE AANSPRAKELIJKHEID VAN EFI EN ZIJN LEVERANCIERS VOOR ALLE AANSPRAKEN MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE, DE PRODUCTEN, DE DIENSTEN EN/OF DEZE LICENTIEOVEREENKOMST, ONGEACHT DE VORM VAN HET VERHAAL (CONTRACTUEEL, WANPRESTATIE, WETTELIJK OF ANDERSZINS) BEPERKT ZAL ZIJN TOT HET EVENTUELE BEDRAG DAT U VOOR DE SOFTWARE VAN EFI HEBT BETAALD. U AANVAARDT DAT DIT BEDRAG VOLSTAAT OM AAN DE ESSENTIËLE OPZET VAN DEZE LICENTIEOVEREENKOMST TE VOLDOEN EN DAT DEZE AANSPRAKELIJKHEID EEN BILLIJKE EN REDELIJKE RAMING IS VAN HET EVENTUELE VERLIES EN DE SCHADE DIE ZOUDEN VOORTVLOEIEN UIT EEN WANPRESTATIE OF VERZUIM VANWEGE EFI EN/OF ZIJN LEVERANCIERS. IN DE RUIMSTE MATE DIE DOOR HET TOEPASSELIJKE RECHT WORDT TOEGELATEN ZAL EFI IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR DE KOSTEN VAN DE AANSCHAF VAN VERVANGENDE SOFTWARE, PRODUCTEN OF DIENSTEN, HET VERLIES VAN BATEN OF GEGEVENS, EISEN VAN DERDE PARTIJEN, OF ENIGE BIJZONDERE INDIRECTE SCHADE, BETROUWBAARHEIDSCHADE, GEVOLGSCHADE, MORELE SCHADE, STRAFSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE, ONGEACHT DE OORZAAK VAN DERGELIJKE SCHADE EN DE THEORIE WAAROP DE AANSPRAKELIJKHEID IS GEBASEERD, MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE, DE PRODUCTEN, DE DIENSTEN EN/OF DEZE LICENTIEOVEREENKOMST. DEZE BEPERKING GELDT ZELFS INDIEN EFI EN ZIJN LEVERANCIERS VAN HET RISICO VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD. U AANVAARDT DAT DEZE RISICOVERDELING IN DE PRIJS VAN DE SOFTWARE IS VERDISCONTEERD. U ERKENT EN AANVAARDT DAT DE BOVENSTAANDE GARANTIEBEPERKINGEN EN AFWIJZINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID EEN ESSENTIEEL ONDERDEEL VORMEN VAN DEZE LICENTIEOVEREENKOMST, ZONDER WELKE EFI DE SOFTWARE VAN EFI NIET AAN U IN LICENTIE ZOU GEVEN.
Page 7
AANGEZIEN IN SOMMIGE RECHTSGEBIEDEN SOMMIGE OF ALLE UITSLUITINGEN EN/OF BEPERKINGEN VAN DE AANSPRAKELIJKHEID DIE HIERIN ZIJN OPGENOMEN NIET ZIJN TOEGESTAAN, ZIJN SOMMIGE OF ALLE VAN DE BOVENSTAANDE UITSLUITINGEN EN BEPERKINGEN MISSCHIEN NIET OP U VAN TOEPASSING.
Hierbij stellen wij u ervan in kennis dat Adobe Systems Incorporated, een onderneming geregistreerd in Delaware en gevestigd aan de 345 Park Avenue, San Jose, CA 95110-2704 (hierna aangeduid als “Adobe”) een derde-begunstigde bij deze Licentieovereenkomst is voor zover deze Licentieovereenkomst bepalingen bevat die betrekking hebben op het gebruik van de lettertypen, gecodeerde lettertypenprogramma’s, lettertypen en handelsmerken onder licentie van of geleverd door Adobe. Deze bepalingen zijn uitdrukkelijk ten gunste van Adobe gemaakt, zodat naast EFI ook Adobe de nakoming hiervan kan vorderen. ADOBE WIJST IEDERE AANSPRAKELIJKHEID JEGENS U VOOR SOFTWARE OF TECHNOLOGIE VAN ADOBE WAARVOOR U UIT HOOFDE VAN DEZE OVEREENKOMST EEN LICENTIE HEEFT VAN DE HAND.
Exportbeperkingen
De Software en de Producten van EFI zijn onderworpen aan de wetten en voorschriften met betrekking tot de export van de Verenigde Staten, met inbegrip van de United States Export Administration Regulations. Het gebruiksrecht dat u hierbij wordt verleend is afhankelijk van uw naleving van alle toepasselijke wetten en voorschriften met betrekking tot de export, met inbegrip van de United States Export Administration Regulations. U verklaart en stemt ermee in dat u geen enkel onderdeel van de Software of een Product van EFI in geen enkele vorm zult gebruiken, onthullen, verspreiden, overdragen, exporteren of opnieuw exporteren indien u daarmee de het toepasselijke recht of de toepasselijke voorschriften met betrekking tot de export overtreedt, met inbegrip van de wetten en voorschriften met betrekking tot de export van de Verenigde Staten.
Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten
Het gebruik, de verveelvoudiging of verspreiding van de Software door overheidsfunctionarissen van de Verenigde Staten is onderworpen aan de beperkingen als neergelegd in FAR 12.212 of DFARS 227.7202-3 -227.7202-4 en, voor zover voorgeschreven door de Amerikaanse federale wetgeving, aan de minimale beperkte rechten als neergelegd in FAR 52.227-14, Restricted Rights Notice (juni 1987) Alternate III(g)(3)(juni 1987) of FAR 52.227-19 (juni 1987). Voor zover in hoofde van deze Overeenkomst technische gegevens worden verstrekt, zijn deze gegevens beschermd volgens FAR 12.211 en DFARS 227.7102-2 en voor zover uitdrukkelijk voorgeschreven door de Amerikaanse overheid, en onderworpen aan beperkte rechten als neergelegd in DFARS 252.227.7015 (november 1995) en DFARS 252.227-7037 (september 1999). Ingeval enige van bovengenoemde voorschriften van instanties zouden worden gewijzigd of vervangen, zullen de daaropvolgende equivalente voorschriften van toepassing zijn. De naam van de leverancier is Electronics for Imaging, Inc.
Toepasselijk recht en jurisdictie
De rechten en plichten van de partijen die voortvloeien uit deze Licentieovereenkomst zijn in alle opzichten uitsluitend onderworpen aan het recht van de staat Californië, daar dit recht geldt voor contracten tussen inwoners van Californië waarvan de volledige uitvoering binnen Californië plaatsvindt. Deze Licentieovereenkomst is niet onderworpen aan de United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods en andere soortgelijke conventies. Voor alle geschillen met betrekking tot de Software, de Producten, de Diensten en/of deze Licentieovereenkomst aanvaardt u de uitsluitende persoonlijke jurisdictie en het rechtsgebied van de staatsrechtanken van San Mateo County, Californië en de federale rechtbank voor het Noordelijk District van Californië.
Algemeen
Deze Overeenkomst regelt de volledige rechtsverhouding tussen u en EFI en prevaleert boven eerdere mondelinge of schriftelijke mededelingen dan wel advertenties met betrekking tot de Software, de Producten, de Diensten en alle andere onderwerpen die onder deze Licentieovereenkomst vallen. Indien enige bepaling van deze Licentieovereenkomst ongeldig wordt geacht, zal deze bepaling worden geacht te zijn gewijzigd voor zover dat nodig is om de bepaling afdwingbaar te maken en blijven de overige bepalingen van deze Licentieovereenkomst onverminderd van kracht.
Bij vragen kunt u een bezoek brengen aan de website van EFI op www.efi.com.
Electronics for Imaging, Inc. 303 Velocity Way Foster City, CA 94404 USA
Page 8
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Page 9
Inhoud
Over de documentatie
Inleiding
Over deze handleiding
Hoofdstuk 1: Aansluiten op het netwerk
De EX7750 op het netwerk
Fasen van de installatie op het netwerk
Beknopt overzicht van de installatie
Aansluiten van de netwerkkabel op de EX7750
Achteraanzicht van de EX7750 1-11 Ethernet-verbinding 1-12
Hoofdstuk 2: Netwerkservers instellen
De EX7750 in een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP
Tips voor experts—Windows met TCP/IP 2-2 Een Windows 2000-server configureren voor communicatie met de EX7750 2-3
De EX7750 in een NetWare-netwerk
Tips voor experts—IPX-netwerken 2-9 Overzicht van IPX-afdrukken naar de EX7750 2-9 Een NetWare-server voor afdrukken configureren 2-10
De EX7750 op een NetWare-netwerk met NDPS
Tips voor experts—NetWare-netwerken 2-15 Een NetWare-server configureren voor afdrukken met NDPS 2-15
xiv
1-1
1-2
1-5
1-11
2-1
2-8
2-14
De EX7750 in een netwerk met UNIX-werkstations
Tips voor experts—UNIX-werkstations 2-16 Belangrijke opmerking over de externe-printernaam 2-17 De EX7750 instellen op TCP/IP-netwerken 2-17 Afdruktaken beheren 2-19
2-16
Page 10
x Inhoud
Hoofdstuk 3: Setup van de EX7750 voorbereiden
Toegangs- en controleniveaus
EX7750 afdrukverbindingen 3-1 Wachtwoorden 3-3 WebTools 3-4 Scenario’s voor controleniveaus 3-6
EX7750-systeemsoftware
Over de Setup
Lokale Setup vanaf de EX7750 3-9 Ve reisten voor instelling van de netwerkserver 3-10 De verbinding van de printer bevestigen 3-10 Een virusvrije werking van de EX7750 garanderen op een netwerk 3-11 Over het standaardwachtwoord van de EX7750 3-13
Hoofdstuk 4: Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
De EX7750 instellen vanaf het Bedieningspaneel
EX7750 Bedieningspaneel
Veiligheidsvoorschriften 4-3 Bedrijfslampje 4-3 Knoppen 4-4 Het weergavevenster 4-5 Menu Functies 4-7 Toegang krijgen tot Setup-opties 4-9 Informatie over de Setup-interface van het Bedieningspaneel 4-10 Soorten Setup-schermen 4-11
3-1
3-8
3-8
4-1
4-3
Opties voor serverinstellingen
Opties voor netwerkinstellingen
Opties voor poortinstellingen 4-18 Opties voor protocolinstellingen 4-19 Opties voor service-instellingen 4-24
Opties voor printerinstellingen
Opties voor PostScript-instellingen
Opties voor PCL-instellingen
4-13
4-16
4-44
4-46
4-48
Page 11
xi Inhoud
Opties van Kleurinstellingen
Beheersfuncties in het menu Setup
Takenlogboek instellen 4-54 Lettertype-archivering 4-56 Setup afsluiten 4-58
Hoofdstuk 5: De EX7750 instellen vanaf een Windows-computer
Toegang tot Setup
Lokale Fiery Setup 5-2 Fiery Instellen op afstand 5-3
Algemene Setup-opties
Takenlogboek instellen 5-7
Netwerkinstellingen
Adapters/Poorten 5-9 Protocollen 5-10 Services 5-15
Opties van Printerinstellingen
Printerverbindingen 5-41 PS-instellingen (PostScript) 5-42 PCL-instellingen 5-44 Kleurinstellingen 5-46
4-50
4-54
5-1
5-5
5-8
5-41
Printergroepen instellen
Setup afsluiten
De configuratiepagina afdrukken
Hoofdstuk 6: Configureren van WebTools
De EX7750 en clients configureren voor WebTools
WebTools instellen
WebLink-bestemming instellen
5-48
5-49
5-50
6-1
6-2
6-3
Page 12
xii Inhoud
Hoofdstuk 7: Beheer van de EX7750
Beheerdersfuncties
Wachtwoorden instellen
Wachtwoorden via het Bedieningspaneel 7-3 Wachtwoorden via lokale Setup of Setup op afstand 7-4
Wissen van de EX7750
Systeemsoftware
Een reservekopie van de systeemsoftware herstellen 7-7 Systeemsoftware installeren 7-10
Fiery-adresboeken beheren
Een configuratiepagina afdrukken vanaf het Bedieningspaneel
Optimale prestaties van de EX7750 garanderen
Gebruik van de FieryBar
Berichten 7-19 Activiteitindicator 7-19 Opdrachten 7-20
Een ZIP-station installeren voor lettertype-archivering
Starten en afsluiten van de EX7750
Starten van de EX7750 7-21 De EX7750 opnieuw opstarten 7-22 De EX7750 rebooten 7-23 Afsluiten van de EX7750 7-24
7-1
7-2
7-5
7-6
7-13
7-17
7-18
7-19
7-21
7-21
Bijlage A: Problemen oplossen
Problemen oplossen met de EX7750
Problemen oplossen tijdens Setup vanaf het Bedieningspaneel A-1 Runtime-foutberichten A-7 Test E-mail A-10
Index
A-1
Page 13
xiii Inleiding

Inleiding

Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die verantwoordelijk is voor de integratie van de Xerox EX7750 in een bedrijfsomgeving waarin pc’s via een netwerk met elkaar zijn verbonden. Nadat de Xerox EX7750 en clientwerkstations zijn ingesteld, kunnen afzonderlijke gebruikers afdrukken naar de Xerox EX7750 als een hoogwaardige kleurprinter.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u netwerkservers en -clients instelt voor gebruik met de Xerox EX7750 en hoe u gebruikerssoftware installeert en het afdrukken vanaf Microsoft Windows- en Mac OS-computers kunt instellen. Voor algemene informatie over het gebruik van de printer, uw computer, uw toepassingen of uw netwerk raadpleegt u de handleidingen bij de desbetreffende producten.
PMERKING
O
De term “EX7750” wordt in deze handleiding gebruikt om te verwijzen
:
naar de Xerox EX7750. In illustraties wordt de naam “Aero” gebruikt voor de EX7750. De term “Windows” verwijst naar Windows 2000 en Windows XP, zoals van toepassing. De term “Setup” wordt gebruikt om te verwijzen naar de configuratie van de EX7750 voor optimale prestaties in uw netwerkomgeving. Dit omvat ook de instellingen die betrekking hebben op alle taken. De beheerder kan de Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel, via de FieryBar en vanuit Fiery® WebSetup en Command Workstation®.
PMERKING
O
De term “hulpmiddelen voor taakbeheer” wordt gebruikt om te verwijzen
:
naar Command WorkStation, Command WorkStation LE en Fiery Spooler.
De EX7750 biedt ondersteuning voor WebTools™ en software voor Command WorkStation/Command WorkStation LE, waarmee een operator alle taken kan beheren die naar de EX7750 worden verzonden. Hoewel dit niet overal het geval hoeft te zijn, wordt er in de documentatie van dit product van uitgegaan dat er een operator is aangesteld, die verantwoordelijk is voor het controleren en beheren van alle taken die zijn verzonden door gebruikers van externe werkstations.
Extra connectiviteitsfuncties of beheerfuncties die specifiek zijn voor de printer, worden beschreven in de
Afdrukgids
of in de
Versienotities.
Page 14
xiv Inleiding

Over deze handleiding

In deze handleiding worden de volgende onderwerpen besproken:
•Basisconfiguratie van de EX7750 om afdrukken via AppleTalk-, TCP/IP- en IPX­(Novell-)netwerken te ondersteunen
•Het beheren van afdruktaken die worden verzonden via het netwerk
•Het configureren van Novell- en Microsoft Windows 2000-servers en UNIX­systemen voor ondersteuning van EX7750-afdrukservices
•Het gebruiken van de EX7750 in heterogene netwerkomgevingen
PMERKING
O
De netwerkrichtlijnen in deze handleiding zijn niet bedoeld als vervanging
:
van de diensten van een ervaren netwerktechnicus.
Deze handleiding is als volgt ingedeeld:
•In Hoofdstuk 1 vindt u informatie over de ondersteunde netwerkconfiguraties en worden de netwerkconnectoren op de EX7750 beschreven.
•In Hoofdstuk 2 worden richtlijnen gegeven voor het instellen van Windows- netwerkservers en UNIX-systemen voor het afdrukken naar de EX7750 en voor het werken met de WebTools.
•In Hoofdstuk 3 wordt uitgelegd hoe u de Setup van de EX7750 moet voorbereiden, inclusief het plannen van de systeembeveiliging via toegangsniveaus.
•In Hoofdstuk 4 wordt de configuratie (Setup) van de EX7750 via het Bedieningspaneel beschreven.
Hoofdstuk 5 bevat instructies voor de Setup van de EX7750 vanaf een Windows­computer.
Hoofdstuk 6 behandelt het instellen van de EX7750 voor Fiery WebTools.
•In Hoofdstuk 7 staat een overzicht van bepaalde administratieve functies van EX7750-software die beschikbaar zijn voor IPX/SPX-, TCP/IP- en AppleTalk­netwerken. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk een aantal tips gegeven voor het oplossen van problemen.
•In Bijlage A worden kwesties beschreven die te maken hebben met het instellen van de EX7750, en worden oplossingen voorgesteld.
PMERKING
O
Op pagina 7-1 wordt een overzicht gegeven van beheerdersfuncties die
:
in andere handleidingen worden beschreven.
Page 15
1-1 De EX7750 op het netwerk
1

Hoofdstuk 1: Aansluiten op het netwerk

In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van de stappen die nodig zijn om de EX7750 in te stellen. Dit hoofdstuk bevat tevens diagrammen waarin u naar andere hoofdstukken of andere handleidingen wordt verwezen voor de voltooiing van de installatie. Gebruik deze verwijzingen om snel de informatie te vinden die u nodig hebt.

De EX7750 op het netwerk

Wanneer de EX7750 is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een PostScript-netwerkprinter. De ingebouwde Ethernet-interface van de EX7750 ondersteunt de volgende netwerkprotocollen (regels waarmee computers op een netwerk met elkaar kunnen communiceren):
•AppleTalk
•TCP/IP
TCP/IP staat voor Transmission Control Protocol/Internet Protocol. Het lpd-protocol is het standaardafdrukprotocol van TCP/IP. Het nbt-protocol ondersteunt Windows-afdrukken (SMB). SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is het protocol om e-mail tussen servers te versturen. SNMP (Simple Network Management Protocol) is het protocol om complexe netwerken te beheren. Poort 9100 is het nummer van de printerserverpoort om afdrukverbindingen tussen de afdrukserver en een externe computer te publiceren. IMAP (Internet Message Access Protocol) is het protocol om e-mailberichten op te halen. POP3 (Post Office Protocol) is het protocol om e-mailberichten op te halen met of zonder SMTP. Het http-protocol (hypertext transfer protocol) wordt veel gebruikt voor webpagina’s op het Internet en op intranetten. Het http-protocol ondersteunt ook IPP-afdrukken.
Daarnaast worden de protocollen DHCP en BOOTP gebruikt om automatisch IP-adressen toe te wijzen. Deze worden niet weergegeven in de diagrammen in dit hoofdstuk. Zie “Opties voor TCP/IP-instellingen” op pagina 4-19 voor meer informatie.
• IPX/SPX (Novell)
IPX/SPX staat voor Internetwork Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange.
Page 16
1-2 Aansluiten op het netwerk
1
•Fysiek aansluiten van de EX7750 op een werkend netwerk
Deze protocollen worden ondersteund op de platforms Mac OS, Windows en UNIX. Ze kunnen tegelijkertijd via dezelfde kabel actief zijn. Werkstations die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de genoemde protocollen gebruikt. De EX7750 is auto-sensing en kan met al deze verbindingen tegelijk omgaan.
Wanneer u de EX7750 toevoegt aan een netwerk, wordt ervan uitgegaan dat een netwerkbeheerder al een netwerkkabelsysteem heeft geïnstalleerd en werkstations en servers met elkaar heeft verbonden.

Fasen van de installatie op het netwerk

De installatie kan worden uitgevoerd door een netwerk- of afdrukbeheerder. Bij een succesvolle installatie doorloopt u de volgende fasen:
Maak een netwerkknooppunt gereed voor de EX7750—zorg voor een kabel en leid deze naar de plaats waar de EX7750 wordt geïnstalleerd (dicht bij de printer). Sluit de kabel aan op de netwerkaansluiting van de EX7750. Zie “De verbinding van de
printer bevestigen” op pagina 3-10 voor meer informatie.
PMERKING
O
software installeren en de Command WorkStation-computer samen met de EX7750 aansluiten op het netwerk. Raadpleeg de informatie.
Configureren van de netwerkserver
Wanneer netwerkservers nodig zijn, moet u deze eerst configureren om clients in staat te stellen de EX7750 te benaderen als een PCL of PostScript-kleurenprinter. Zie Hoofdstuk 2voor meer informatie over het configureren van netwerkservers in Windows- en UNIX-netwerkomgevingen.
Als u van plan bent Command WorkStation te gebruiken, moet u deze
:
Installatiegids gebruikerssoftware voor meer
Page 17
1-3 Fasen van de installatie op het netwerk
1
Instellen van de EX7750
Clientwerkstations voorbereiden voor afdrukken
Beheren van de EX7750
Configureer de EX7750 voor uw specifieke afdruk- en netwerkomgeving. Lees eerst
Hoofdstuk 2 en raadpleeg daarna de volgende hoofdstukken voor meer informatie.
Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer extra gebruikerssoftware en verbind de client via het netwerk met de EX7750. Deze stappen worden beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware. Ook in Hoofdstuk 2 wordt hierover enige informatie gegeven.
Controleer en onderhoud de systeemprestaties en los mogelijke problemen op. Raadpleeg voor meer details Hoofdstuk 7 van deze handleiding en de Gids voor
taakbeheer.
Page 18
1-4 Aansluiten op het netwerk
1
Overzicht van de installatie van de EX7750 op het netwerk
AANSLUITEN
SERVER CONFIGUREREN
EX7750 SETUP
CLIENT INSTELLEN
EX7750
Netwerkserver
EX7750
UNIX Mac OS Windows
Maak een netwerkknooppunt gereed. Verbind de EX7750 met de printer en het netwerk. Als u een computer gebruikt waarop Command WorkStation-software actief is, sluit u deze aan op het netwerk.
Configureer UNIX-, Windows 2000 en IPX-servers (Novell) met -afdrukwachtrijen en EX7750-gebruikers.
Configureer via het EX7750 Bedieningspaneel in ieder geval de serverinstellingen, netwerkinstellingen en printerinstellingen. Configureer de overige instellingen.
Ga als volgt te werk op elke computer die moet kunnen afdrukken naar de EX7750:
•Installeer de juiste printerbestanden en maak verbinding met een of meer wachtrijen.
•Installeer Fiery-hulpprogramma’s en een Internetbrowser voor de computers waarop die gebruikt zullen worden.
• Controleer of de EX7750 in de lijst met printers staat en maak een testafdruk.
EX7750 beschikbaar op het netwerk
Page 19
1-5 Beknopt overzicht van de installatie
1

Beknopt overzicht van de installatie

In de diagrammen op de volgende pagina’s worden de systemen weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken en voor het uitvoeren van Fiery-software vanaf externe werkstations. Zoek de pagina met uw platform- en netwerktype, en zoek vervolgens de instellingsprocedures op waarnaar wordt verwezen in “Zie voor installatie” linksboven in de diagrammen.
In de diagrammen worden apparaten beschreven die gebruikmaken van de ondersteunde netwerkprotocollen. Dit zijn logische diagrammen en geen weergaven van de werkelijke plaatsing (topologie) van apparaten in het netwerk. Bij elke logische indeling is een scala aan plaatsingsmogelijkheden voorhanden. Twisted-pair Ethernet-netwerken gebruiken bijvoorbeeld gewoonlijk een stervormige configuratie rond een hub in plaats van een busindeling. Het ontwerp van fysieke netwerken valt echter buiten het bestek van deze handleiding.
Als in het netwerk wordt gebruik gemaakt van meer dan één protocol of meer dan één type werkstation, combineert u de instellingen voor elk onderdeel van het systeem. Meerdere protocollen (in de diagrammen weergegeven als parallelle lijnen) kunnen naast elkaar worden gebruikt op dezelfde kabel. Een effen lijn met een pijl vanaf de EX7750 geeft aan dat andere typen ondersteunde netwerken tegelijkertijd actief kunnen zijn.
De protocollen die in deze diagrammen worden gebruikt, worden als volgt aangeduid:
IPX (Novell)
AppleTalk
Overige
TCP/IP (lpd, nbt of http)
Page 20
1-6 Aansluiten op het netwerk
1
Macintosh-omgeving met AppleTalk
Zie voor installatie:
1Mac OS-computer Installatiegids gebruikerssoftware
2 EX7750 Setup Hoofdstuk 4
Een ander ondersteund protocol
EX7750 aangesloten op printer
2
TCP/IP (http) voor WebTools
AppleTalk
Mac OS-computer
AppleTalk-protocol
TCP/IP
1
Mac OS-computer
1
Mac OS-computers kunnen direct afdrukken.
Mac OS-computer
1
Afdrukken op dit netwerk
Mac OS-computers kunnen direct afdrukken met behulp van de AppleTalk- en TCP/IP-protocollen.
Mac OS-computers kunnen afdrukken met behulp van de AppleTalk- en TCP/IP
Voor Fiery-hulpprogramma’s
Fiery Downloader op een Mac OS-computer kan met het AppleTalk-protocol worden gebruikt. Andere Fiery-hulpprogramma’s en WebTools kunnen worden gebruikt met het TCP/IP-protocol.
Voor het gebruik van WebTools
Een Mac OS-computer waarop TCP/IP (http) is geladen.
-protocollen.
Page 21
1-7 Beknopt overzicht van de installatie
Z
4
e
1
Windows-computers in een Novell-omgeving
ie voor installatie:
1NetWare-server pagina 2-14
2 EX7750 Setup Hoofdstuk 4
3NetWare-client Installatiegids
Windows-computer pagina 2-9
gebruikerssoftware
EX7750 aangesloten op printer
2
Een ander ondersteund protocol
NetWare-server
1
IPX
Windows-computer: NetWare-client
3
Windows-computer: NetWare-client
3
Windows-computer: NetWare-client
3, 4
IPX-protocol
TCP/IP of NDPS-gateway TCP/IP (lpd)
NDPS-gateway
TCP/IP (lpd)
IPX
TCP/IP (http) voor WebTools TCP/IP voor Fiery­hulpprogramma’s
Afdrukken op dit netwerk
Alle Windows-computers kunnen afdrukken via d NetWare-server.
Voor het gebruik van WebTools
Een Windows-computer waarop TCP/IP (http) is geladen.
Page 22
1-8 Aansluiten op het netwerk
g
1
Windows 2000 Server-omgeving
Zie voor installatie:
1 Windows 2000 server pagina 2-3
2 EX7750 Setup Hoofdstuk 4
3 Windows-client pagina 2-6
4 Windows 2000/XP-client Installatiegids gebruikerssoftware
Een ander ondersteund protocol
Windows 2000/XP of Windows 2000 server als afdrukserver
1
LAN met NETBEUI, enz.
Windows-computer
3
Windows-computer
3
NETBEUI of ander protocol dat beschikbaar is op de clients en de server
TCP/IP
Windows 2000 server of
Windows-computer
waarop TCP/IP is geladen
1, 3
EX7750 aangesloten op printer
2
TCP/IP (lpd) voor afdrukken TCP/IP (http) voor WebTools TCP/IP voor Fiery­hulpprogramma’s
Windows 2000/XP-computer
waarop TCP/IP (Port 9100 en
IPP) is geladen
3
Afdrukken op dit netwerk
Windows-clients kunnen afdrukken met behulp van een protocol dat beschikbaar is op de Windows 2000-
Windows-computers kunnen afdrukken met het lpd-protocolvan TCP/IP.
Voor uitvoeren van Fiery-hulpprogramma’s en WebTools
Een Windows-computer waarop TCP/IP is
eladen.
afdrukserver.
Page 23
1-9 Beknopt overzicht van de installatie
1
Windows-computers die Windows-afdrukken gebruiken
Zie voor installatie:
1 Windows-computer Installatiegids gebruikerssoftware
2 EX7750 Setup Hoofdstuk 4
Een ander ondersteund protocol
EX7750 aangesloten op printer
2
TCP/IP (nbt)
Windows-computer
TCP/IP-protocol (nbt)
1
Windows-computer
1
Windows-computer
1
Voor Windows-afdrukken
Windows-afdrukken (SMB) ingeschakeld op de EX7750.
Windows NetBios en TCP/IP ingeschakeld op
computer.
de
Page 24
1-10 Aansluiten op het netwerk
1
UNIX-werkstations en Windows-computers in een TCP/IP-netwerk
Zie voor installatie:
1 UNIX-server/host pagina 2-16
2 EX7750 Setup Hoofdstuk 4
3 UNIX-werkstation pagina 2-16
4TCP/IP-client Installatiegids gebruikerssoftware
Hoofdstuk 4
5 Windows 2000/XP-client pagina 2-6
UNIX-server of
-werkstation
1, 3
Een ander ondersteund protocol
EX7750 aangesloten op printer
2
TCP/IP-protocol (lpd)
TCP/IP-client
4
TCP/IP (lpd, http en ipp)
Windows-computer
waarop TCP/IP is geladen
5
Afdrukken op dit netwerk
UNIX-werkstations met het TCP/IP-protocol (lpd) kunnen direct afdrukken en als host fungeren voor gedeeld afdrukken.
TCP/IP-clients kunnen via een UNIX-server of direct afdrukken; vereist dat TCP/IP en lpr-afdrukservice zijn geladen.
Voor uitvoeren van Fiery-hulpprogramma’s en WebTools
Windows-computers waarop TCP/IP is geladen.
Page 25
1
Muis (optie)
Toetsenbord (optie)
USB-aansluitingen (ES-1000; dongle)
Seriële poort (ED-100)
1-11 Aansluiten van de netwerkkabel op de EX7750

Aansluiten van de netwerkkabel op de EX7750

In deze sectie staat een illustratie van het voor- en het achterpaneel van de EX7750. Daarna wordt uitgelegd hoe u de Ethernet-kaart aansluit.
Schakel de EX7750 uit voordat u hem aansluit op een netwerkapparaat. Als de
!
EX7750 net klaar is met het verwerken van een taak, wacht u vijf seconden nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt voordat u het uitschakelt met de stroomschakelaar op het voorpaneel van de EX7750. Zie “Starten en afsluiten van de
EX7750” op pagina 7-21 voor de juiste afsluitprocedure.
Sluit voor u begint de gekruiste interfacekabel op de printer aan.

Achteraanzicht van de EX7750

Monitor (optie)
printer-interface (Ethernet Crossover)
Netwerkpoort (10/100/1000BaseTX)
Vrije slots
Voedingsconnector
Stroomschakelaar
Page 26
1-12 Aansluiten op het netwerk
1

Ethernet-verbinding

Voor aansluiting op Ethernet ondersteunt de EX7750 Unshielded Twisted Pair-bekabeling (UTP), gedefinieerd als categorie 5 voor gebruik met 100BaseT en 1000 BaseT; of als categorie 3, categorie 4 of categorie 5 voor gebruik met 10BaseT. De kabel is voorzien van een 8-pins RJ45-connector die in de RJ-45-aansluiting op de EX7750 wordt gestoken.
OPMERKING: De types 100BaseT en 1000BaseT die door de EX7750 worden
ondersteund, zijn 100BaseTX en 1000BaseTX, ook wel Fast Ethernet genoemd. Als een Ethernet-hub wordt gebruikt, moet dit een 100BaseTX- of 1000BaseTX-hub zijn. Met de term “100BaseT” en “1000BaseT” worden respectievelijk 100BaseTX en 1000BaseTX bedoeld.
OM VERBINDING TE MAKEN MET DE NETWERKCONNECTOR
Sluit de netwerkkabel aan op de RJ-45-connector aan de achterkant van de EX7750.
OPMERKING: Sluit de netwerkkabel aan op de RJ-45-connector aan de achterkant van
de EX7750. De connector met de illustratie van een kopieermachine wordt gebruikt voor de aansluiting op de printer. Zie de illustratie op pagina 1-11.
Voor 100BaseT en 1000BaseT moet een unshielded twisted pair-netwerkkabel van categorie 5 worden gebruikt.
Page 27
2-1 De EX7750 in een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP
2

Hoofdstuk 2: Netwerkservers instellen

In dit hoofdstuk worden omgevingen beschreven met een of meer netwerkservers— Novell NetWare-servers en Windows-servers—die gezamenlijk afdrukken naar de EX7750. Hierbij wordt uitgelegd hoe u servers instelt die het IPX/SPX- of het TCP/IP-protocol gebruiken om te communiceren met de EX7750. Daarnaast worden enkele richtlijnen gegeven voor het instellen van directe communicatie vanaf Windows 2000/XP-werkstations of UNIX-werkstations, waarbij een netwerkserver optioneel is. In dit hoofdstuk worden tevens de vereisten voor gebruikers gegeven, zodat zij kunnen afdrukken naar de EX7750, en kunnen werken met de Fiery­hulpprogramma’s en Fiery WebTools.
De EX7750 kan tegelijkertijd taken accepteren van NetWare en Windows 2000, en kan ook taken accepteren die rechtstreeks vanaf Windows 2000/XP of UNIX­werkstations worden verzonden. Aangezien AppleShare-servers geen speciale configuratie vereisen, worden deze in dit hoofdstuk niet besproken, behalve voor gebruik in een Windows 2000-omgeving (zie het volgende gedeelte, “De EX7750 in
een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP”).
Als uw netwerk gebaseerd is opWindows 2000, gaat u verder naar de volgende sectie. Ga door naar “De EX7750 in een netwerk met UNIX-werkstations” op pagina 2-16 voor informatie over UNIX-werkstations.
De EX7750 in een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP
Wanneer een Windows-computer wordt geconfigureerd voor verbinding met de EX7750 via TCP/IP, kan deze rechtstreeks afdrukken naar de EX7750. Als de computer de printer via het netwerk deelt, fungeert deze als afdrukserver voor Windows-clients. Clientcomputers drukken af naar de EX7750 via deWindows­afdrukserver. U kunt dan afdrukken vanaf een Windows-computer controleren en beheren.
Page 28
2-2 Netwerkservers instellen
2
•Zorg dat u een geldig IP-adres hebt voor de EX7750 en voor alle werkstations die
Schakel in de Setup van de EX7750 het TCP/IP-adres in, en voer het IP-adres,
Een typische systeemcombinatie is:
• Afdrukserver met Windows 2000, clients met Windows 2000/XP.
Als TCP/IP-protocollen zijn geladen, kunt u de Fiery-hulpprogramma’s en WebTools uitvoeren vanaf een Windows-computer.

Tips voor experts—Windows met TCP/IP

Het instellen van afdrukken vanuit Windows met behulp van TCP/IP-protocollen lijkt in bepaalde opzichten op het instellen van UNIX-werkstations met TCP/IP. Wanneer TCP/IP-netwerkverbindingen vanuit -werkstations tot stand worden gebracht, moet u rekening houden met het volgende:
hierop moeten afdrukken of moeten gebruikmaken van de Fiery-hulpprogramma’s.
subnetmasker en gateway-adres voor de EX7750 in.
U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCP- of BOOTP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen. Zorg dat de naam en het adres van de EX7750 zijn opgenomen in een DNS-database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door het systeem wordt gebruikt. Zorg dat de hosttabel van het systeem de juiste interne naam bevat voor de EX7750 als een externe printer. Zie “Belangrijke opmerking over de externe-printernaam” op pagina 2-17 voor meer informatie.
•Voor Windows installeert u de juiste printerstuurprogrammabestanden (PCL of PostScript) op de Windows-server.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie.
Herhaal de installatie voor alle gebruikers die afdrukken naar de EX7750.
Alle servers en werkstations die Fiery-hulpprogramma’s uitvoeren met TCP/IP hebben ook het TCP/IP-protocol en de Fiery-hulpprogrammasoftware nodig.
Page 29
2-3 De EX7750 in een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP
2
Een Windows 2000-server configureren voor communicatie met de EX7750
Als u een Windows 2000-server wilt configureren voor communicatie met de EX7750, volgt u deze algemene stappen. In de volgende secties in dit hoofdstuk en in de Microsoft-documentatie wordt meer gedetailleerde informatie gegeven.
• Laad het TCP/IP-netwerkprotocol op de server en configureer het met een IP-adres,
subnetmasker en gateway.
•Typ de hostnaam van de EX7750 in de database met hosts die wordt gebruikt door
het systeem (zie “De EX7750 toevoegen aan een TCP/IP-netwerk met
een Windows 2000-server” op pagina 2-4).
•Voer de Setup van de EX7750 uit.
•Definieer op de Windows-server een printer voor elke EX7750-afdrukverbinding,
installeer de juiste printerstuurprogramma’s en deel de printer eventueel in het netwerk (zie “De installeren als EX7750 gedeelde printer” op pagina 2-5).
•Definieer in de printerverbinding de hostnaam en de externe-printernaam van de
EX7750. Zie “Belangrijke opmerking over de externe-printernaam” op pagina 2-17 voor meer informatie.
• Als de Windows-server ook een werkstation is, installeert u de Fiery-
hulpprogramma’s (zie de Installatiegids gebruikerssoftware).
De EX7750 toevoegen aan het TCP/IP-netwerk
Als het TCP/IP-netwerk bestaat uit Windows-servers en Windows 2000/XP-clients, volgt u de aanwijzingen in deze sectie. Als het netwerk ook UNIX-werkstations bevat, raadpleegt u ook de procedures in “De EX7750 instellen op TCP/IP-netwerken” op pagina 2-17.
Page 30
2-4 Netwerkservers instellen
2
DE EX7750 TOEVOEGEN AAN EEN TCP/IP-NETWERK MET
EEN WINDOWS 2000-SERVER
1. Registreer het IP-adres van de EX7750 in de database met host-namen die door het systeem wordt gebruikt.
Voor installaties zonder netwerkbeheerder of een centrale database met hostnamen voegt u de EX7750 toe aan het bestand hosts op de Windows-server. Voeg die ook toe aan het bestand hosts op alle werkstations waarop TCP/IP is geladen en die gebruikmaken van de Fiery-hulpprogramma’s.
Het bestand hosts van Windows 2000 is compatibel met het bestand hosts van UNIX. Het bestand hosts wordt gebruikt als een lokaal DNS-equivalent (Domain Name Services). Het bestand heeft dezelfde indeling als het bestand /etc/hosts op UNIX­servers. De vermelding hosts heeft de volgende notatie:
IP-adres<TAB>hostnaam<TAB>#commentaar
<TAB> aangeeft dat u op de TAB-toets moet drukken.
waarbij
Druk een configuratiepagina af (zie “Een configuratiepagina afdrukken vanaf het
Bedieningspaneel” op pagina 7-17) om het IP-adres en de servernaam van het systeem
te bepalen.
OPMERKING: Als de EX7750 al is gedefinieerd in een /etc/hosts-bestand of equivalente
database met hostnamen op een UNIX-werkstation in het netwerk, is het raadzaam hier dezelfde hostnaam te gebruiken als die welke u voor de naam van de externe printer hebt gebruikt in het bestand /etc/printcap.
2. Voer de Setup van de EX7750 uit om afdrukken via TCP/IP te ondersteunen.
Typ de opties in Protocolinstell. (IP-adres van de EX7750, subnetmasker en gateway-adres).
Page 31
2-5 De EX7750 in een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP
2
De installeren als EX7750 gedeelde printer
De eerste stap bij het definiëren van een printer is het installeren van de printerstuurprogrammabestanden, zodat uw toepassingen toegang krijgen tot de printerfuncties. U kunt gebruikmaken van de installatie-instructies in de Installatiegids
gebruikerssoftware voor elk werkstation dat rechtstreeks en onafhankelijk zal afdrukken
naar de EX7750. Als u echter een beheerder bent die gebruikmaakt van een Windows 2000-server of Windows 2000/XP-werkstation, dan kunt u ook een printer definiëren en deze delen met clients in het netwerk. Hierdoor kunnen clients die geen toestemming hebben om een onafhankelijke netwerkverbinding met de EX7750 tot stand te brengen, via de server afdrukken.
Tijdens de installatie van de printerbestanden van de EX7750 kunt u instellen dat de printer moet worden gedeeld. Als u de EX7750-printerbestanden nog niet hebt geïnstalleerd op de computer die u gebruikt als Windows 2000-afdrukserver, doet u dat nu volgens de instructies in de Installatiegids gebruikerssoftware. Voer tijdens de installatie de gegevens in die nodig zijn om de EX7750 te delen.
Als u de EX7750-printerbestanden al hebt geïnstalleerd op de computer die u gebruikt als Windows 2000-afdrukserver, raadpleegt u de Windows-documentatie voor informatie over het delen van de EX7750.
Als er meerdere EX7750-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat u en andere gebruikers rechtstreeks naar elke verbinding kunnen afdrukken. Als u wordt gevraagd een printernaam op te geven, voert u een naam in die verwijst naar de EX7750-afdrukverbinding.
Page 32
2-6 Netwerkservers instellen
2
Clients van een Windows 2000-server configureren
Elke client van een Windows 2000-server gebruikt al een netwerkprotocol om te communiceren met de server. Elke client kan afdrukken naar de EX7750 als deze wordt gedeeld door een Windows 2000-server of Windows 2000/XP-clients. In dat geval hoeft de client niet hetzelfde netwerkprotocol te gebruiken om verbinding te maken met deWindows-server als het protocol dat de server gebruikt voor communicatie met de EX7750.
VERBINDING MAKEN MET EN AFDRUKKEN NAAR DE EX7750 DIE DOOR
EEN WINDOWS 2000-SERVER WORDT GEDEELD
•Voor Windows 2000/XP-clients: Installeer vóór het afdrukken het printerstuurprogramma vanaf de cd met gebruikerssoftware en configureer de poort.
Nadat clients de printer hebben geselecteerd, kunnen zij deze kiezen in het dialoogvenster Afdrukinstellingen, Pagina-instelling of Afdrukken van de toepassing. Clients kunnen wel de afdrukopties voor hun eigen taken wijzigen, maar de printereigenschappen worden lichter gekleurd weergegeven en kunnen niet worden gewijzigd. Wanneer een client Afdrukken kiest, wordt de taak overgebracht naar de Windows-afdrukserver en vervolgens naar de geselecteerde afdrukverbinding op de EX7750. De taak wordt weergegeven in Afdrukbeheer op het clientwerkstation. De beheerder kan de voortgang van de taak controleren in het venster van de EX7750 in het Afdrukbeheer op de Windows 2000-afdrukserver.
Page 33
2-7 De EX7750 in een TCP/IP-netwerk met Windows 2000/XP
2
Maak een afdruk van de configuratiepagina (zie “Een configuratiepagina afdrukken
Windows-computers zonder Windows 2000-server configureren
Als in het netwerk geen Windows-server is geïnstalleerd, kunnen Windows 2000/XP­werkstations toch afdrukken naar de EX7750. Deze methode van afdrukken wordt Windows- of SMB-afdrukken genoemd. In dit type netwerkomgeving worden computers met Windows 2000/XP-werkstations uitgevoerd in een peer-to­peeromgeving en communiceren ze rechtstreeks met de EX7750 wanneer gebruikers afdruktaken verzenden.
De meeste vereisten voor het instellen van afdrukken via een Windows 2000-server gelden tevens voor het instellen van Windows-afdrukken wanneer geen server beschikbaar is. Deze vereisten worden hierna kort beschreven. Raadpleeg de Microsoft­documentatie voor meer informatie.
vanaf het Bedieningspaneel” op pagina 7-17).
Gebruik de informatie op deze pagina om de huidige instellingen voor de EX7750 te bepalen.
Laad het TCP/IP-netwerkprotocol op de computer. Voor Windows 2000/XP moet u Client voor Microsoft-netwerken laden).
Controleer de werkgroepnaam van de computer op het tabblad Identificatie in het dialoogvenster Systeemeigenschappen (Windows 2000) of op het tabblad Computernaam in het dialoogvenster Systeemeigenschappen (Windows XP).
Deze naam moet overeenkomen met de werkgroepnaam in de Setup van de EX7750.
•U kunt de EX7750 pingen (zie “ping <IP-adres>” op pagina 2-18) om te controleren of TCP/IP-communicatie mogelijk is.
Page 34
2-8 Netwerkservers instellen
2

De EX7750 in een NetWare-netwerk

De NetWise-functies die zijn ingebouwd in de EX7750 ondersteunen de volgende netwerkbesturingsomgevingen:
•NetWare—NDS (Novell Directory Services)
•Servers die NetWare in Bindery-emulatiemodus gebruiken
De term “Netware” verwijst naar Netware 4.x, 5.x en 6.x.
Voor op Ethernet gebaseerde netwerken wordt het IPX/SPX-protocol ondersteund.
OPMERKING: Het op de juiste manier instellen van een NetWare-omgeving vereist
de aanwezigheid en de actieve medewerking van de Novell-netwerkbeheerder. U moet beheerdersrechten in het netwerk hebben om nieuwe NDS- of bindery-objecten te kunnen maken.
De term “Bindery-server” verwijst naar een Novell-bestandsserver waarop NetWare in emulatiemodus wordt gebruikt. De term “NDS” wordt gebruikt om onderdelen te beschrijven van een NetWare-besturingssysteem waarop NetWare in de native modus wordt gebruikt.
NetWare-clients drukken af naar de EX7750 via de Novell-netwerkserver. De serverinstellingen en clientnetwerkinstellingen worden in dit hoofdstuk uitgelegd. Het instellen voor afdrukken vanaf de client wordt beschreven in de Installatiegids
gebruikerssoftware, en het afdrukken wordt beschreven in de Afdrukgids.
De EX7750 kan afdruktaken ontvangen van NetWare-servers via Ethernet­netwerktopologieën. Tijdens de Setup van de EX7750 selecteert u het frametype of de frametypen die u voor communicatie tussen de EX7750 en netwerkservers wilt gebruiken. Frametype verwijst naar de indeling van een communicatiepakket.
Page 35
2-9 De EX7750 in een NetWare-netwerk
2
Een basisverbinding met de EX7750 bestaat uit een NetWare-bestandsserver,

Tips voor experts—IPX-netwerken

Het instellen van de EX7750 is vergelijkbaar met het instellen van elke andere PostScript-printer in het netwerk.
De EX7750 met IPX-verbindingen heeft de volgende kenmerken:
een NetWare-afdrukserver en een NetWare-wachtrij.
•Tegelijkertijd kunnen één directorystructuur en maximaal acht Bindery-servers geconfigureerd.
De EX7750 zoekt naar afdruktaken op één NetWare-afdrukserver per Bindery-server.
Elke afdrukserver kan taken in wachtrijen opslaan voor elke afdrukverbinding op de EX7750.

Overzicht van IPX-afdrukken naar de EX7750

NetWare-bestandsservers ondersteunen het maken van afdrukwachtrijen. Wachtrijen zijn opslaglocaties voor afdruktaken. Wanneer een client op een externe computer besluit om af te drukken, wordt de taak naar een afdrukwachtrij op de NetWare­bestandsserver gestuurd en wordt deze op de schijf van de NetWare-server in de wachtrij geplaatst, waardoor het clientwerkstation wordt vrijgemaakt.
De NetWare-wachtrijnamen moeten een specifieke extensie krijgen die overeenkomt met de afdrukverbinding van de EX7750:
_print _hold _direct
OPMERKING: Deze extensies moeten Engels zijn en alleen bestaan uit kleine letters.
worden
Page 36
2-10 Netwerkservers instellen
2
U hoeft de Setup niet opnieuw uit te voeren wanneer u een NetWare-wachtrij toevoegt of verwijdert. U moet de EX7750 echter wel opnieuw opstarten nadat een wachtrij is gemaakt of verwijderd.
Als de EX7750 is geconfigureerd voor een verbinding met een NetWare-server, doet de navraag bij de NetWare-server om te zien of taken in de wachtrijen staan. Als taken worden gevonden, worden deze automatisch via het netwerk overgebracht naar de overeenkomende verbinding op de EX7750. Taken van de NetWare-wachtrij met de extensie _print worden bijvoorbeeld naar de EX7750-afdrukwachtrij gestuurd. Terwijl de taak wordt verwerkt en afgedrukt, wordt een record van de taak gemaakt. U kunt op elk moment het takenlogboek openen om deze records te bekijken.
Een NetWare-server voor afdrukken configureren
In de volgende secties wordt uitgelegd hoe u een NetWare-bestandsserver zo instelt dat netwerkgebruikers vanaf hun werkstations kunnen afdrukken naar de EX7750 en dat de EX7750 afdruktaken kan ontvangen van de NetWare-server.
Voer deze algemene stappen uit voor elke NetWare-bestandsserver die u wilt configureren. In de volgende secties en in de NetWare-documentatie vindt u meer gedetailleerde informatie.
•Zorg ervoor dat de server is verbonden met een werkend IPX-netwerk.
•Meld u aan als supervisor op een pc die is verbonden met de NetWare-
bestandsserver.
•Stel voor NetWare-installaties een NDS-verbinding in (zie pagina “Een NDS-
verbinding instellen” op pagina 2-12).
•Stel voor NetWare in emulatiemodus de bindery-context in (zie pagina“De NetWare
bindery-context instellen” op pagina 2-13).
•Stel voor NetWare in bindery-emulatie een bestandsserver, afdrukserver, en
afdrukwachtrij in voor de EX7750 (zie “Een NetWare-afdrukwachtrij instellen voor
de bindery” op pagina 2-13).
Page 37
2-11 De EX7750 in een NetWare-netwerk
2
Met bindery-services kunt u alle EX7750-afdruktaken via dezelfde NetWare­bestandsserver routeren of u kunt meerdere bestandsservers configureren om EX7750­taken af te handelen.
In de onderstaande tabellen staat een overzicht van de functies die u uitvoert op de Novell-server, op de EX7750 en op het clientwerkstation. De eerste tabel is van toepassing op NDS-verbindingen en de tweede tabel op bindery-verbindingen. Voer eerst de bewerkingen in de linkerkolom uit, vervolgens de bewerkingen in de middelste kolom en daarna die in de rechterkolom.
Een NDS-verbinding configureren
Afkortingen:
BS = bestandsserver AS = afdrukserver AW = afdrukwachtrij (op de NetWare-server)
Op NDS BS
In het NetWare­beheersprogramma:
AW v an NDS maken NDS-printer
definiëren en AW toewijzen
AS maken en de printer toewijzen
Gebruikers van de AW configureren
In Setup vanaf
Command WorkStation
Poortinstellingen
Ethernet-instelling
Protocolinstellingen
IPX/SPX-instell.—frametypen frametypen
Service-instellingen
PServer-instell. en NDS-
instellingen
Hoofdmap selecteren Bladeren om AS te selecteren Map voor zoeken naar AW
opgeven (optie)
Navraaginterval instellen
Op clientwerkstation
Gebruikerssoftware installeren.
Voor afdrukken: Client verbinden met AW die u instelt op de BS van NetWare (gekoppeld aan de AS die is geselecteerd in NDS-instellingen).
Voor uitvoeren van Fiery­hulpprogramma’s: De verbinding met de EX7750 configureren.
Page 38
2-12 Netwerkservers instellen
2
Een bindery-verbinding configureren
Op BS van bindery
In het NetWare­beheersprogramma:
Voor elke BS: AS configureren
AW configureren Gebruikers van de
AW configureren
Een NDS-verbinding instellen
In NDS zijn alle NetWare-entiteiten (objecten) gerangschikt in een hiërarchische boomstructuur. Objecten hebben een naam, eigenschappen en een context die de locatie definieert van het object in de directorystructuur. Voor de EX7750 hebt u hoofdzakelijk te maken met de definitie van een printer, een afdrukserverobject en een of meer afdrukwachtrij-objecten. Objecten worden gemaakt in NetWare­beheerprogramma’s.
Poortinstellingen
Protocolinstellingen
Service-instellingen
In Setup vanaf
Command WorkStation
Ethernet-instelling
IPX/SPX-instell.—frametypen frametypen
PServer-instell. en Bindery-
instell.
BS toevoegen (maximaal 8) Navraaginterval instellen
Op clientwerkstation
Gebruikerssoftware installeren.
Voor afdrukken: Client verbinden met afdrukwachtrijen die u instelt op de BS van NetWare (die is gekoppeld aan de AS die is geselecteerd in Bindery­instell.).
Voor uitvoeren van Fiery­hulpprogramma’s: De verbinding met de EX7750 configureren.
Het object dat boven aan de hiërarchie staat, is het [Root]-object (hoofdmapobject). Onder de [Root] bevinden zich andere objecten: containers (die bestaan uit andere objecten) of bladobjecten (die geen andere objecten bevatten). Toegang tot objecten wordt beheerd door rechten die worden gedefinieerd als eigenschappen van de afzonderlijke objecten. Rechten worden door netwerkbeheerders ingesteld.
Page 39
2-13 De EX7750 in een NetWare-netwerk
2
De NetWare bindery-context instellen
U kunt slechts één directorystructuur verbinden met de EX7750. Als u extra NetWare­servers moet verbinden, kunt u dat doen met behulp van bindery-emulatie. U kunt maximaal acht Bindery-servers met de EX7750 verbinden.
OPMERKING: De geselecteerde bestandsserver mag zich niet in dezelfde structuur
bevinden als die welke in NDS-instellingen is geselecteerd.
Als u de NetWare-server in bindery-emulatiemodus wilt instellen voor het afdrukken naar de EX7750, moet de netwerkbeheerder het volgende doen:
•Het Directory Services-pad bepalen naar de container waarin de afdrukserver en
de afdrukwachtrij voor de EX7750 worden aangemaakt.
De container definieert de bindery-context voor uw netwerkstructuur.
•Bewerk de bindery-context.
•De nieuwe bindery-context activeren.
Een NetWare-afdrukwachtrij instellen voor de bindery
Voor NetWare in bindery-emulatiemodus moeten de NetWare-afdrukserver en de afdrukwachtrij van de EX7750 worden gemaakt en geconfigureerd.
Net als met NDS, maakt u eerst verschillende NetWare-entiteiten op een Novell-server en kunt u deze vervolgens selecteren in Netwerkinstellingen (zie “Opties voor PServer-
instellingen” op pagina 4-25).
NetWare Windows-clients instellen voor afdrukken
Voordat u clientwerkstations instelt voor afdrukken, moet u Netwerkinstellingen uitvoeren (zie “Opties voor netwerkinstellingen” op pagina 4-16), en zorgen dat de instellingen overeenkomen met de entiteiten die u hebt gemaakt in de NetWare­beheerdersprogramma’s (zie “Een NetWare-server voor afdrukken configureren” op pagina 2-10).
OPMERKING: Als u wilt afdrukken naar de EX7750, moet u alle Windows-clients
verbinden met een NetWare-server en ze toestemming geven verbinding te maken met de afdrukwachtrijen voor de EX7750.
Page 40
2-14 Netwerkservers instellen
2
Nadat de Novell-server en de EX7750 zijn ingesteld, bestaat het instellen van de client uit de volgende stappen:
•Het netwerkprotocol installeren, het protocol koppelen aan de netwerkadapterkaart
en de client toestemming geven zich aan te melden bij de NetWare-bestandsserver.
Op Windows 2000/XP-werkstations installeert u Client Services voor NetWare. Gebruik de optie CSNW in het Bedieningspaneel om afdrukopties in te stellen en de NetWare-server van uw voorkeur op te geven.
•De EX7750 instellen als PostScript-printer door een PostScript-
printerstuurprogramma en de PPD (printerdefinitiebestanden) van de EX7750 te installeren.
•Een netwerkpoort toevoegen en het werkstation verbinden met een of meer
NetWare-wachtrijen die zijn gedefinieerd voor de EX7750.
•De EX7750-software installeren, zoals de kleurreferentiebestanden.
Voor meer informatie raadpleegt u de Installatiegids gebruikerssoftware.

De EX7750 op een NetWare-netwerk met NDPS

De EX7750 ondersteunt afdrukken over een NetWare 5.x-netwerk (of later) waarop de TCP/IP-protocollen of het IPX-protocol worden uitgevoerd. Voor IP-afdrukken maakt de EX7750 gebruik van functies in NDPS (Novell Distributed Print Services). Voor IPX-afdrukken ondersteunt de EX7750 de PServer-service in bindery-emulatie of via NDS (Novell Directory Services). Zie “De EX7750 in een NetWare-netwerk” op pagina 2-8 voor meer informatie over IPX-afdrukken.
OPMERKING: Het op de juiste manier instellen van een NetWare-omgeving vereist
de aanwezigheid en de actieve medewerking van de Novell-netwerkbeheerder. U moet beheerdersrechten in het netwerk hebben om nieuwe NDS- of bindery-objecten te kunnen maken.
NDPS verschilt van de eerdere, op wachtrijen gebaseerde versies van NetWare­afdrukken. Er wordt nu gebruik gemaakt van een NDPS-manager en een printer­agent, waarmee de taken worden beheerd die eerder werden afgehandeld door een afdrukwachtrij, afdrukserver en spooler. U kunt het printerstuurprogramma ook beschikbaar maken voor clients zodat die het kunnen downloaden vanaf computers met Windows 2000/XP.
Page 41
2-15 De EX7750 op een NetWare-netwerk met NDPS
2
•Zorg dat u een geldig IP-adres hebt voor de EX7750 en voor alle werkstations die
Schakel in de Setup van de EX7750 het TCP/IP-adres in, en voer het IP-adres,
Functies voor tweerichtingscommunicatie in NDPS worden niet ondersteund op
Tijdens de Setup van de EX7750 selecteert u het frametype of de frametypen die u voor communicatie tussen de EX7750 en netwerkservers wilt gebruiken. Frametype verwijst naar de indeling van een communicatiepakket.

Tips voor experts—NetWare-netwerken

Het instellen van de EX7750 in een NDPS-omgeving is vergelijkbaar met het instellen van elke andere PostScript-printer in het netwerk. Raadpleeg de volgende informatie als u de EX7750 in deze omgeving instelt:
hierop moeten afdrukken of moeten gebruikmaken van de Fiery-hulpprogramma’s.
subnetmasker en gateway-adres voor de EX7750 in. U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCP- of BOOT-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen.
de EX7750.
Een NetWare-server configureren voor afdrukken met NDPS
Als u een NetWare-server wilt configureren om af te drukken met NDPS, moet u NDPS installeren tijdens de installatie van NetWare 5.x of hoger, en moet een Broker op de server worden uitgevoerd. Tenzij de Broker handmatig uit het geheugen is verwijderd, wordt deze agent geladen en uitgevoerd wanneer u NDPS installeert. Controleer of u beschikt over het laatste NetWare Service Pack en Novell Gateway. Definieer een NDPS-manager. Raadpleeg de NetWare-documentatie voor meer informatie.
Controleer in de Setup van de EX7750 of u TCP/IP-afdrukken (zie “Opties voor
TCP/IP-instellingen” op pagina 4-19) en LPD-afdrukken (zie “Opties voor LPD­instellingen” op pagina 4-25) hebt ingeschakeld op de EX7750. Ping de EX7750
(zie ping <IP-adres>” op pagina 2-18) om te controleren of TCP/IP-communicatie mogelijk is.
Page 42
2-16 Netwerkservers instellen
2

De EX7750 in een netwerk met UNIX-werkstations

Wanneer een UNIX-werkstation is geconfigureerd met het lpd-protocol en via een TCP/IP-netwerk is verbonden met de EX7750, kan rechtstreeks worden afgedrukt naar de EX7750.
UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het ‘root’-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer.
De hulpmiddelen voor taakbeheer, evenals de andere Fiery-hulpprogramma’s en WebTools, zijn niet beschikbaar op het UNIX-platform. Een Windows- of Mac OS­computer in hetzelfde netwerk als de UNIX-computer die is ingesteld voor afdrukken naar de EX7750 via TCP/IP, kan met de hulpmiddelen voor taakbeheer afdruktaken beheren die afkomstig zijn van alle werkstations in het netwerk.

Tips voor experts—UNIX-werkstations

Voor het instellen van de EX7750 in een UNIX-omgeving gelden dezelfde eisen als voor elke andere printer of nieuw apparaat:
Er is zowel voor de EX7750 als voor elk werkstation in het netwerk een verschillend IP-adres nodig.
•U moet een naam selecteren voor de EX7750 die wordt gekoppeld aan het IP-adres.
Het IP-adres van de EX7750 moet niet alleen voor het netwerk worden geregistreerd in een database met host-namen, maar ook op de EX7750 zelf.
Er moet ten minste één afdrukverbinding (afdrukwachtrij of blokkeringswachtrij) worden gepubliceerd.
De volgende informatie geldt met name voor de EX7750:
De EX7750 is een printercontroller die ondersteuning biedt voor lpd-protocollen.
De EX7750 heeft een externe-printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.
Raadpleeg de volgende sectie voor meer informatie.
Page 43
2-17 De EX7750 in een netwerk met UNIX-werkstations
2

Belangrijke opmerking over de externe-printernaam

Voor elke UNIX-variant moet de externe-printernaam (of rp in het bestand
/etc/printcap) bij het configureren van de EX7750 een van de volgende waarden
hebben:
print hold
De externe-printernaam wordt ook gebruikt bij het instellen van een Windows 2000­server of Windows 2000/XP-werkstation om verbinding te maken met de EX7750 via TCP/IP. Voer tijdens het instellen van de Windows-printer de externe-printernaam in onder “Naam van printer of afdrukwachtrij op die (lpd host) machine” in het dialoogvenster LPR-compatibele printer.
Voor het Windows 2000/XP-printerstuurprogramma voert u de externe-printernaam voor de wachtrijnaam in onder LPR-instellingen in het dialoogvenster Standaard TCP/IP-poortmonitor configureren.

De EX7750 instellen op TCP/IP-netwerken

Elke computer (host) in een TCP/IP-netwerk, inclusief de EX7750, moet een uniek 32-bits internetadres (IP-adres) hebben. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor het adres van de EX7750. Werkstations in een TCP/IP-netwerk kunnen rechtstreeks naar de EX7750 afdrukken als een externe printer, of kunnen afdrukken naar een Windows 2000- server of naar UNIX-werkstations die als afdrukserver zijn ingesteld. Aangezien de EX7750 taken op de schijf plaatst en fungeert als afdrukserver, heeft het geen zin een andere afdrukserver te installeren tussen een werkstation en de EX7750. Als u dat toch doet, zijn de instellingen hetzelfde, behalve dat een clientcomputer geen eigen ruimte heeft om taken op te slaan.
Page 44
2-18 Netwerkservers instellen
2
EX7750-AFDRUKKEN INSTELLEN OP UNIX-SYSTEMEN
1. Geef de juiste instellingen op in EX7750 Serverinstellingen.
Zie “Toegang krijgen tot Setup-opties” op pagina 4-9 als u toegang wilt tot de Setup van de EX7750.
2. Geef de juiste instellingen op in EX7750 Netwerkinstellingen.
Voer een geldig IP-adres, subnetmasker en gateway-adres in voor de EX7750.
3. Geef de juiste instellingen op in EX7750 Printerinstellingen.
Publiceer de afdrukwachtrij of blokkeringswachtrij.
TCP/IP INSTELLEN VOOR COMMUNICATIE MET DE EX7750
1. Een superuser (met root-aanmelding) moet de EX7750 toevoegen aan de IP-hosttabel van het netwerk of een andere systeemdatabase met netwerkprinters.
2. Geef in het bestand of het hulpprogramma dat in het netwerk wordt gebruikt de externe-printernaam op, het afdrukserverprotocol, de wachtrij en het spoolbestand voor de naam van de EX7750 die u hebt toegewezen.
3. Stel de EX7750 als printer beschikbaar voor andere netwerkgebruikers.
4. Ping het IP-adres of de host-naam om de TCP/IP-verbinding te controleren. Typ vanaf een computer in het netwerk de volgende opdracht achter de opdrachtaanwijzing:
ping <IP-adres>
Typ het IP-adres van de EX7750 dat u hebt toegewezen in Netwerkinstellingen van de EX7750.
Nadat de EX7750 is ingesteld als netwerkprinter, kunt u ook de naam pingen die u aan de EX7750 hebt gegeven:
ping <hostnaam>
De server moet reageren met een melding als
Reply from <IP-adres> ...
Page 45
2-19 De EX7750 in een netwerk met UNIX-werkstations
2
Sommige systemen reageren met een continue weergave van uitvoer vanaf het IP-adres. Als u de uitvoer wilt stoppen, typt u Control-C. U kunt de opdracht ping op elk gewenst moment gebruiken.
AFDRUKKEN NAAR DE EX7750
Op een UNIX-systeem met Solaris 8, gebruikt u de opdracht lp om een taak naar de EX7750 te sturen.
Gebruikers van Windows 2000/XP die beschikken over het TCP/IP-protocol, kunnen afdruktaken naar de EX7750 sturen vanuit een toepassing of vanaf de opdrachtregel.
Bij het afdrukken vanuit de toepassing kunnen gebruikers van Windows 2000/XP afdrukopties instellen met het stuurprogramma, maar niet vanaf de UNIX­opdrachtregel.

Afdruktaken beheren

UNIX-netwerkbeheerders kunnen UNIX-hulpprogramma’s gebruiken om de lijst met taken te bekijken en om taken af te drukken en te verwijderen die in de wachtrij zijn geplaatst op UNIX-servers. Als het netwerk een werkstation met Windows 2000/XP bevat waarop TCP/IP-protocollen zijn geladen, kunt u met Command WorkStation of Fiery Downloader lettertypen en bestanden downloaden.
U kunt ook de hulpmiddelen voor taakbeheer gebruiken om taken te beheren vanaf externe werkstations. Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie.
Zelfs zonder de Fiery-hulpprogramma’s, kunt u:
•De EX7750 instellen om automatisch een logboek van afgedrukte taken af te
drukken na elke 55 taken (zie “Takenlogboek instellen” op pagina 4-54).
•Handmatig een takenlogboek afdrukken vanuit het menu Functies van
Command WorkStation (zie de Gids voor taakbeheer).
Page 46
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Page 47
3-1 Toegangs- en controleniveaus
3
Hoofdstuk 3: Setup van de EX7750 voorbereiden
Voordat gebruikers kunnen afdrukken naar de EX7750, moet u een aantal instellingen ingeven. Zo moet u de netwerkomgeving specificeren en aangeven wat voor soort afdruktaken u gaat uitvoeren. Verder moet u bepalen welke toegangsniveaus u wilt implementeren voor de locatie. Beheerders en operators moeten ook weten hoe de systeemsoftware van de EX7750 is gestructureerd, zodat zij het EX7750-systeem correct kunnen configureren en gebruiken.

Toegangs- en controleniveaus

Tijdens het instellen van de EX7750 implementeert u (als systeembeheerder) een bepaald controleniveau door afdrukverbindingen, wachtwoorden en toegang tot de WebTools wel of niet in te schakelen. Het controleniveau dat u implementeert, kan maximaal, gemiddeld, minimaal of zelfs nihil zijn.
•Een minimaal controleniveau kan geschikt zijn voor een kleine locatie waar een
willekeurige persoon op het lokale netwerk alle afdruk- en EX7750-functies kan beheren. Hoewel een beheerder of operator mogelijk belast is met bepaalde taken, hebben alle gebruikers gelijke toegang tot het systeem en de hulpmiddelen voor taakbeheer.
•Strikte controle kan geschikt zijn voor een afdrukomgeving waarin grote volumes
worden verwerkt en waarin een beheerder of een operator de taakstroom en alle afdruktaken beheert. In een dergelijke omgeving worden taken die door gebruikers zijn verzonden, in de wachtrij op de schijf van de EX7750 geplaatst totdat de operator bepaalt dat het tijd is om deze taken af te drukken. Bovendien hebben alleen de beheerder en operator toegang tot de hulpmiddelen voor taakbeheer. Wij raden dit controleniveau aan.

EX7750 afdrukverbindingen

De EX7750 ondersteunt drie afdrukverbindingen: Blokkeringswachtrij, Afdrukwachtrij en Directe verbinding. Deze afdrukverbindingen kunnen worden geactiveerd, of “gepubliceerd”, voor gebruikers in het netwerk wanneer u de printerinstellingen configureert. Alle gepubliceerde verbindingen worden constant gecontroleerd op de aanwezigheid van taken. Via de afdrukwachtrij en de directe verbinding hebben externe gebruikers meer directe toegang tot de EX7750 dan via de blokkeringswachtrij. Publiceer de afdrukwachtrij en de directe verbinding daarom niet in omgevingen waarin een maximale controle gewenst is.
Page 48
3-2 Setup van de EX7750 voorbereiden
3
U kunt ook de wachtrij Afgedrukt inschakelen. Dit is een opslaggebied voor de meest recente taken uit de afdrukwachtrij. Via de wachtrij Afgedrukt kunnen deze taken opnieuw worden afgedrukt. In Setup kunt u de wachtrij Afgedrukt activeren en het maximumaantal taken in de wachtrij bepalen (zie “Taken opgeslagen in wachtrij
Afgedrukt 1-99 [10]” op pagina 4-15). Het opnieuw afdrukken van taken in de
wachtrij Afgedrukt is alleen mogelijk met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Als u de Fiery-hulpmiddelen en WebTools wilt gebruiken, moet u ten minste één afdrukverbinding inschakelen.
Blokkeringswachtrij
Taken die naar de blokkeringswachtrij zijn verzonden, worden op de vaste schijf van de EX7750 geplaatst zodat ze later kunnen worden afgedrukt of meerdere malen kunnen worden afgedrukt. Aangezien de blokkeringswachtrij een opslagruimte is, kunnen de daar opgenomen taken alleen worden afgedrukt met behulp van de hulpmiddelen voor taakbeheer (zie de Gids voor taakbeheer).
Afdrukwachtrij
Dit is de standaardwachtrij van de EX7750. Taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden, worden verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin ze zijn ontvangen. Taken waaraan een operator een bepaalde prioriteit heeft toegekend via de hulpmiddelen voor taakbeheer en taken die via de directe verbinding zijn verzonden, hebben prioriteit boven taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden.
Directe verbinding
Met de directe verbinding worden taken direct naar de EX7750 verzonden, maar alleen wanneer de EX7750 niet actief is. Als de EX7750 bezig is, blijft de taak aanwezig op het werkstation van de gebruiker totdat de EX7750 gereed is. Vervolgens wordt de taak verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt.
Taken die via de directe verbinding worden verzonden, worden niet opgeslagen op de harde schijf van de EX7750 en kunnen dus niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. Taken die naar de directe verbinding zijn verzonden, verschijnen wel in het takenlogboek. Dit is uitsluitend om administratieve redenen.
Page 49
3-3 Toegangs- en controleniveaus
3
OPMERKING: Lettertypen kunnen alleen naar de EX7750 worden gedownload als
de directe verbinding is gepubliceerd.
OPMERKING: De directe verbinding wordt niet ondersteund voor LPR-afdrukken.

Wachtwoorden

U kunt wachtwoorden implementeren als een middel om de toegang tot de functies van de EX7750 te controleren. Met de EX7750 kunt u de volgende wachtwoorden instellen in Setup:
•Beheerder—vanaf het Bedieningspaneel, vanuit WebSetup of
Command WorkStation (of de lokale Setup als de Fiery Advanced Controller Interface [FACI] is geïnstalleerd)
•Operator—vanuit WebSetup of Command WorkStation
Deze wachtwoorden zijn eigen aan het serverproces: het gebruik verschilt van de beheerderswachtwoorden in Windows XP. Houd goed bij welke wachtwoorden u waarvoor instelt.
OPMERKING: Het standaard beheerderswachtwoord van de EX7750 is “Fiery.1”. Zie
“Wachtwoorden instellen” op pagina 7-2 voor informatie over het instellen of wijzigen
van wachtwoorden.
Beheerdersrechten
Het controleniveau Beheerder, dat controle over de Setup geeft, is het hoogste controleniveau, aangezien de persoon die toegang heeft tot de configuratieopties, de afdruk- en taakbeheeromgeving kan controleren. Beheerdersrechten omvatten het publiceren van afdrukverbindingen, het instellen van wachtwoorden, het verwijderen van lettertypen, het controleren van afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, het tijdelijk vervangen van taakinstellingen, het wissen van alle taakgegevens op de EX7750, het uitvoeren van een kalibratie, het definiëren van standaardkleurenprofielen en het instellen van standaardwaarden voor afdrukopties.
Als u vanaf het Bedieningspaneel van de EX7750 een functie uitvoert waarbij om het beheerderswachtwoord wordt gevraagd, moet u dit wachtwoord direct invoeren. Anders wordt de status van het Bedieningspaneel van de EX7750 weer niet actief, en moet u opnieuw beginnen.
Page 50
3-4 Setup van de EX7750 voorbereiden
3
Operatorrechten
Het controleniveau Operator omvat de controle van afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, inclusief het tijdelijk vervangen van taakinstellingen.
Gastrechten (geen wachtwoord)
Een gebruiker heeft geen wachtwoord nodig om zich vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer aan te melden als Guest (gastgebruiker). Een gastgebruiker kan de status van actieve taken bekijken, maar kan geen wijzigingen aanbrengen in taken of in de status van de EX7750.

WebTools

De EX7750 kan toegang tot het Internet of een intranet ondersteunen met behulp van Fiery WebTools vanaf Windows- en Mac OS-computers. Als u het gebruik van WebTools wilt activeren, doet u het volgende in de Setup:
•TCP/IP inschakelen.
•Een IP-adres, subnetmasker en gateway-adres instellen voor de EX7750.
•Web Services inschakelen.
•Activeer de optie 515 (LPD/Fiery Tools) in Port Setup (Poortinstellingen).
Zie Hoofdstuk 6 voor meer informatie.
OPMERKING: WebTools worden niet ondersteund door Mac OS X.
U kunt wachtwoorden instellen om de toegang tot functies van de WebTools te controleren. Als u deze wachtwoorden niet expliciet instelt, hebben alle gebruikers toegang tot alle functies van de WebTools (zie “Wachtwoorden” op pagina 3-3). WebTools omvatten Status, WebLink en WebDownloader, WebSetup en Installer.
Status
De WebTool Status biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de EX7750. Deze voorziening kan niet worden beveiligd met een wachtwoord. Raadpleeg de Afdrukgids voor meer informatie.
Page 51
3-5 Toegangs- en controleniveaus
3
WebLink
WebLink biedt alle gebruikers een koppeling met een internetadres. Zie “WebLink-
bestemming instellen” op pagina 6-3 als u het internetadres van WebLink wilt
wijzigen. Voor deze functie is het beheerderswachtwoord nodig, als dat is ingesteld (zie “Wachtwoorden” op pagina 3-3).
OPMERKING: Als geen beheerderswachtwoord is ingesteld, kan elke gebruiker het
WebLink-adres wijzigen. Dat heeft dan gevolgen voor alle gebruikers. Daarom wordt het ten zeerste aangeraden een beheerderswachtwoord in te stellen.
WebDownloader
Met WebDownloader kunt u PostScript-, EPS-, PDF-, en TIFF-bestanden rechtstreeks afdrukken op de EX7750 zonder het bestand eerst in een toepassing te openen.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over ondersteunde bestandsversies.
WebSetup
Met WebSetup kunt u Setup-opties van de EX7750 bekijken en wijzigen vanaf een extern werkstation. Zie Hoofdstuk 5 voor meer informatie.
OPMERKING: WebSetup wordt alleen ondersteund op Windows-computers.
Installer
Met de Installer WebTool kunt u installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s rechtstreeks van de EX7750 downloaden Deze voorziening kan niet worden beveiligd met een wachtwoord. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie.
Zoeken naar updates van het product
Met de koppeling Zoeken naar updates van het product kunnen gebruikers op afstand systeempatches voor de EX7750 downloaden.
Page 52
3-6 Setup van de EX7750 voorbereiden
3
1. Geen aangewezen beheerder of operator (Minimale controle—niet aanbevolen)
2. Een beheerder, maar geen operator

Scenario’s voor controleniveaus

In dit gedeelte worden vaak voorkomende toegangs- en controlescenario’s beschreven, die variëren van minimale tot maximale controle. Kies het scenario dat het meest voldoet aan de eisen van uw locatie. Ga vervolgens naar het overeenkomstige nummer in de tabel voor hulp bij het configureren van uw systeem conform deze eisen.
OPMERKING: Het wordt ten zeerste aangeraden ten minste een beheerderswachtwoord in
te stellen om wijzigingen door onbevoegden in de systeeminstellingen te voorkomen.
Alle gebruikers hebben gelijke toegang tot alle systeemfuncties, zoals de Setup, het wissen van de EX7750, het verwijderen van printerlettertypen, het instellen van het WebLink-adres, het uitvoeren van een kalibratie, het afdrukken naar alle afdrukverbindingen van de EX7750 en het beheren van alle taken via de hulpmiddelen voor taakbeheer.
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd, maar alle andere systeemfuncties zijn voor alle gebruikers toegankelijk, zoals het afdrukken naar alle afdrukverbindingen van de EX7750 en het beheren van alle taken via de hulpmiddelen voor taakbeheer.
3. Een beheerder en een operator
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd. Controletaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen alleen door een operator of een beheerder worden uitgevoerd. Gebruikers kunnen afdrukken naar alle afdrukverbindingen van de EX7750.
Page 53
3-7 Toegangs- en controleniveaus
3
4. Een beheerder en een operator; geen toegang tot WebTool
5. Een beheerder en een operator; de operator beheert alle taken; geen toegang tot
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd, en controletaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen alleen door een operator of een beheerder worden uitgevoerd. Gebruikers kunnen afdrukken naar de blokkeringswachtrij en de afdrukwachtrij, maar niet naar de directe verbinding. De operator beheert alle taakstromen, maar taken die naar de afdrukwachtrij worden gestuurd, vereisen wellicht geen tussenkomst van de operator. Geen toegang tot WebTools.
WebTool (maximale controle)
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd. Controletaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen alleen door een operator of een beheerder worden uitgevoerd. Gebruikers kunnen alleen naar de blokkeringswachtrij afdrukken. De beheerder en de operator hebben volledige controle over de taakstroom. Geen toegang tot WebTools.
Gebruik deze instellingen
in de Setup
Directe verbinding inschakelen
Afdrukwachtrij inschakelen
Web Services inschakelen
Een beheerderswachtwoord instellen (sterk aanbevolen)
Een operatorwachtwoord instellen
1
(Minimum)
234 5
(Maximum)
Page 54
3-8 Setup van de EX7750 voorbereiden
3

EX7750-systeemsoftware

De EX7750 maakt gebruik van de ingebouwde systeemarchitectuur van Windows XP Embedded om taken te ontvangen en te verwerken en taakgegevens te versturen naar de printer. Om u aan te melden bij de EX7750, voert u de gebruikersnaam
Administrator en het wachtwoord (“Fiery.1”) in.
De volgende unieke software voor de EX7750 is resident in de Windows XP-software:
•Server—de Server is een onafhankelijk softwareproces dat automatisch wordt gestart
wanneer Windows XP wordt opgestart. Als centraal element van de EX7750­systeemsoftware staat het Server-proces in voor het in de wachtrij plaatsen, rasteren en afdrukken van taken, alsook voor de administratie (het takenlogboek), de opslag en het ophalen van taken.
Wanneer de Server niet actief is, kan de EX7750 geen taken ontvangen, kunnen geen taken worden verwerkt, kunnen geen taakgegevens worden verstuurd naar de printer voor afdrukken en kunnen de hulpmiddelen voor taakbeheer geen verbinding maken met de EX7750. Als u het Server-proces opnieuw moet starten, klikt u met de rechtermuisknop op de FieryBar en kiest u Fiery opnieuw starten.
• Command WorkStation—Command WorkStation is de interfacetoepassing voor
de Server. Het biedt een grafische interface waarmee u de serverfuncties kunt bekijken en beheren.
For information about installing system software, see pagina 7-6.

Over de Setup

In de Setup configureert u de EX7750 voor communicatie met andere apparaten en het beheren van afdruktaken. U moet Setup uitvoeren wanneer u de EX7750 voor de eerste keer inschakelt na het laden van nieuwe systeemsoftware. Met de oorspronkelijke standaardinstellingen van de Setup kunnen gebruikers afdrukken op de EX7750 en met de WebTools werken. Als de afdrukomgeving van het netwerk of de gebruikers verandert, kunt u de Setup-opties aan die verandering aanpassen.
Page 55
3-9 Over de Setup
3
De eerste keer dat u Setup uitvoert, moet u gebruikmaken van het Bedieningspaneel van de EX7750. Configureer ten minste de serverinstellingen, netwerkinstellingen en printerinstellingen, in deze volgorde. Na de eerste Setup kunt u Setup-opties wijzigen vanaf het Bedieningspaneel (zie “EX7750 Bedieningspaneel” op pagina 4-3) of Command WorkStation (zie “Toegang tot Setup” op pagina 5-1). De meeste Setup- opties kunt u met een van deze methoden instellen.
Als u de overige Setup-opties niet configureert, worden de standaardinstellingen gebruikt door de EX7750. U moet de juiste instellingen opgeven voor de afdrukomgeving op uw locatie.

Lokale Setup vanaf de EX7750

U kunt de Setup ook lokaal uitvoeren vanaf de EX7750 via de Setup van de FieryBar. Sommige instellingen die u opgeeft in de Setup configureren het Server-proces (zoals standaardinstellingen voor afdruktaken). Andere instellingen configureren de Windows XP Workstation-omgeving (zoals de systeemdatum en de systeemtijd). Afhankelijk van de instellingen die u wijzigt in de Setup, moet u de FieryBar of Windows XP opnieuw starten om de wijzigingen te bekrachtigen.
De Setup-opties voor lokale Setup zijn ingedeeld in drie groepen:
Algemene instellingen Systeeminstellingen, wachtwoorden en
takenlogboekopties
Netwerkinstellingen Alle actieve netwerksysteeminstellingen die afdruktaken
verzenden naar de EX7750 en beschikbare services
Printerinstellingen EX7750-afdrukverbindingen die beschikbaar moeten
worden gemaakt voor de gebruikers, en PostScript- en standaard kleureninstellingen voor taken
Page 56
3-10 Setup van de EX7750 voorbereiden
3

Vereisten voor instelling van de netwerkserver

Voor Novell- en Windows 2000-netwerken (met TCP/IP), moeten de netwerkservers worden geconfigureerd voor afdrukken naar de EX7750 voordat u netwerkinstellingen van de EX7750 configureert in Setup. In de diagrammen in Hoofdstuk 1 wordt verwezen naar hoofdstukken met informatie over de instelling van netwerkservers.
Als u netwerkinstellingen wilt configureren in de Setup, hebt u een actieve netwerkverbinding nodig zodat de EX7750 in het netwerk kan zoeken naar zones, servers en wachtrijen op servers.
Als de configuratie van de EX7750, de printer of het netwerk zelf op uw locatie verandert, kunt u afzonderlijke instellingen wijzigen om de configuratie in overeenstemming te brengen met de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerk- of poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere Setup-opties wijzigt.
OPMERKING: U moet de EX7750 configureren met de juiste domeinnaam. Dit is vooral
belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken genoemd. Als de FACI is geïnstalleerd, klikt u met de rechtermuisknop op Deze computer op het bureaublad en kiest u Eigenschappen. Klik in het dialoogvenster Systeemeigenschappen op het tabblad Computernaam. Klik vervolgens op Wijzigen om de juiste domeinnaam in te voeren in het dialoogvenster Computernaam wijzigen. Hiervoor zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord vereist van een gebruiker die werkstations kan toevoegen aan het opgegeven domein. Voor configuraties zonder de FACI moet u de EX7750 toevoegen aan het domein vanaf een server, met behulp van de hulpprogramma’s voor beheerders van Microsoft.

De verbinding van de printer bevestigen

Voer de volgende stappen uit vóór het configureren van de EX7750 en de werkstations die zullen afdrukken naar de EX7750.
Page 57
3-11 Over de Setup
3
HET CONFIGUREREN VAN DE EX7750 VOORBEREIDEN
1. Druk een testpagina af om te controleren of de printer normaal werkt.
2. Zet de printer uit en verbind de interfacekabel van de printer met de EX7750.
3. Bevestig deze verbinding door de printer aan te zetten en hem te laten opwarmen. Zet daarna de EX7750 aan en druk een testpagina af vanaf het Bedieningspaneel van de EX7750.
Als u een testpagina wilt afdrukken, drukt u op de menuknop op het Bedieningspaneel om het menu Functies weer te geven. Kies de opdracht Pagina’s afdrukken, en kies daarna Testpagina.
4. Sluit eerst de EX7750 en dan de printer af.
O
PMERKING: De EX7750 moet juist worden afgesloten. Zie “Afsluiten van de EX7750”
op pagina 7-24 voor meer informatie. Zie de documentatie van de kopieermachine voor informatie over het uitschakelen van de printer.
5. Sluit de netwerkkabel aan op de EX7750 zoals beschreven in Hoofdstuk 1.
Het netwerk moet reeds geïnstalleerd en actief zijn.
6. Zet de printer en daarna de EX7750 aan.
Zie “Starten van de EX7750” op pagina 7-21 voor informatie over het starten van de EX7750.
Ga voort met de Setup van de EX7750 (zie “De EX7750 instellen vanaf het
Bedieningspaneel” op pagina 4-1).

Een virusvrije werking van de EX7750 garanderen op een netwerk

De EX7750 maakt gebruik van de Windows XP-systeemarchitectuur en is dus vatbaar voor computervirussen. Het wordt ten zeerste aanbevolen dat een netwerkbeheerder regelmatig een anti-virusprogramma uitvoert op de EX7750 om de veiligheid van het netwerk in uw omgeving te garanderen.
Page 58
3-12 Setup van de EX7750 voorbereiden
3
De EX7750 scannen in een netwerk
Een netwerkbeheerder kan de EX7750 scannen vanaf een Windows-computer met in de handel verkrijgbare anti-virussoftware.
OPMERKING: Installeer de anti-virussoftware via de FACI op de EX7750 volgens
de softwaredocumentatie. Zorg dat de EX7750 de status Niet actief heeft wanneer de anti-virussoftware wordt uitgevoerd.
EX7750 SCANNEN VANAF EEN WINDOWS-COMPUTER
1. Schakel alle afdrukverbindingen uit die zijn gepubliceerd in de Serverinstellingen en de Printerinstellingen.
Selecteer in Serverinstellingen Nee voor de optie Enable Print Que (Afdrukwachtrij inschakelen). Kies in Printerinstellingen de volgende opties:
•Directe verbinding publiceren op Nee
• Afdrukwachtrij inschakelen op Nee
•Blokkeringswachtrij inschakelen op Nee
2. Klik op Start in de taakbalk van Windows, kies Programma’s en vervolgens Windows Verkenner.
Het venster van the Windows Verkenner wordt weergegeven.
3. Kies Map Network Drive (Netwerkstation toewijzen) in het menu Extra.
Het dialoogvenster Map Network Drive (Netwerkstation toewijzen) wordt weergegeven.
De harde schijf van de EX7750-server bestaat uit drie netwerkstations: C:, D: en E:.
Deze stations zijn verborgen voor administratieve netwerkfuncties en worden niet weergegeven in het venster van Windows Verkenner. Als u het verborgen administratieve station C: wilt toewijzen, moet u de volgende informatie invoeren in het dialoogvenster Map Network Drive (Netwerkstation toewijzen). Typ in het veld Station een willekeurige letter van het alfabet, bijvoorbeeld “X”. Typ in het veld Pad de naam van de EX7750 (bijvoorbeeld, \\EX7750 naam\c$). Controleer de naam van de EX7750 op de configuratiepagina.
4. Klik op OK.
Page 59
3-13 Over de Setup
3
5. Als u wordt gevraagd een netwerkwachtwoord in te voeren, typt u “Administrator”
6. Als u de stations D: en E: wilt toewijzen, herhaalt u stappen 4 tot en met 6.
7. Sluit Windows Verkenner en start de anti-virussoftware.
8. Voer het programma uit volgens de instructies.
9. Schakel de geschikte afdrukverbindingen in in Serverinstellingen en
(Beheerder) in het veld Connect As (Verbinden als) en daarna “Fiery.1” in het veld Wachtwoord. Klik vervolgens op OK.
O
PMERKING: “Fiery.1” is het standaardwachtwoord. Dit wachtwoord kan worden
gewijzigd.
Het programma scant de toegewezen stations C:, D: en E:.
Raadpleeg de documentatie van de anti-virussoftware voor meer informatie.
Printerinstellingen.
O
PMERKING: Wanneer geen taken worden verwerkt of afgedrukt, duurt het scannen niet
langer dan 10 minuten. Wanneer taken worden verwerkt of afgedrukt en de vrije schijfruimte van de EX7750 beperkt is, duurt het scannen aanzienlijk langer.

Over het standaardwachtwoord van de EX7750

Op de EX7750 is om veiligheidsredenen het standaardwachtwoord voor Windows XP, “Fiery.1”, ingesteld. Dit is in overeenstemming met het veiligheidsbeleid dat is vastgelegd door Microsoft Corporation. Om de veiligheid van het netwerk in uw omgeving te garanderen, moet de beheerder een wachtwoord instellen.
Het wachtwoord van het EX7750-systeem wijzigen
Als de FACI is geïnstalleerd, kunt u het beheerderswachtwoord van de EX7750 wijzigen op dezelfde manier als waarop u het wachtwoord instelt voor een Windows XP-werkstation .
OPMERKING: Als u geen of een te kort wachtwoord invoert, wordt u gevraagd een nieuw
wachtwoord in te voeren.
Page 60
3-14 Setup van de EX7750 voorbereiden
3
HET STANDAARDWACHTWOORD VAN DE EX7750 WIJZIGEN
VIA WINDOWS 2000/XP-COMPUTERS
1. Druk Ctrl+Alt+Delete in op het Windows-toetsenbord.
Het dialoogvenster Windows-beveiliging wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u het welkomstscherm gebruikt in Windows XP, verschijnt het
dialoogvenster Windows-taakbeheer. U moet het welkomstscherm uitschakelen om toegang te krijgen tot het dialoogvenster Windows-beveiliging.
Volg de procedure, “Het welkomstscherm uitschakelen in Windows XP” op pagina 3-14, en ga door naar stap 2.
2. Klik in het dialoogvenster Windows-beveiliging op Wachtwoord wijzigen en voer het volgende in:
Bijvoorbeeld, als u het wachtwoord wilt wijzigen in “Fiery.2”:
Administrator als gebruikersnaam
Aanmelden bij (Windows 2000/XP/2003), \\naam van de EX7750
Fiery.1 als Oud wachtwoord
Fiery.2 als Nieuw wachtwoord
Fiery.2 na Bevestig nieuw wachtwoord
3. Klik op OK.
Het nieuwe wachtwoord “Fiery.2” is nu ingesteld.
OPMERKING: “EX7750-naam” hangt af van de systeeminstellingen van de EX7750.
HET WELKOMSTSCHERM UITSCHAKELEN IN WINDOWS XP
1. Open Gebruikersaccounts in het Bedieningspaneel van Windows XP.
2. Klik op De manier waarop gebruikers zich aan- en afmelden wijzigen. Schakel vervolgens het selectievakje Het welkomstvenster gebruiken uit.
Page 61
4-1 De EX7750 instellen vanaf het Bedieningspaneel
4

Hoofdstuk 4: Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel

Setup is vereist wanneer u de EX7750 de eerste keer aanzet nadat nieuwe systeemsoftware is geladen. Als u bepaalde Setup-opties niet configureert, gebruikt de EX7750 de standaardinstellingen. Zorg dat de instellingen aangepast zijn aan de afdrukomgeving op uw locatie.

De EX7750 instellen vanaf het Bedieningspaneel

Als u de Setup uitvoert vanaf het Bedieningspaneel, configureert u de EX7750 zodat deze kan communiceren met andere apparaten en ontvangen afdruktaken kan beheren.
Setup bevat de volgende groepen opties:
•Serverinstellingen om systeemopties op te geven
•Netwerkinstellingen om alle actieve netwerksystemen op te geven die afdruktaken
naar de EX7750 doorgeven
•Printerinstellingen om op te geven hoe afdruktaken en wachtrijen worden beheerd
• PS-instellingen om PostScript-instellingen op te geven
• PCL-instellingen om PCL-instellingen op te geven
• Kleurinstellingen om kleurinstellingen op te geven
•Takenlogb. inst. om op te geven hoe de EX7750 het logboek van afgedrukte taken
verwerkt
• Lettertype-archivering om reservekopieën te maken van lettertypen en lettertypen
terug te zetten
OPMERKING: De functie Lettertype-archiv. is alleen beschikbaar als een extern USB
ZIP-station is geïnstalleerd op de EX7750.
Met de optie Wachtwoord wijzigen in het menu Setup kunt u het beheerderswachtwoord op de EX7750 maken en wijzigen.
Page 62
4-2 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
r
e
4
Met de opties van het Bedieningspaneel aan de voorzijde van de EX7750 kunt u opties instellen en informatie opvragen over afdruktaken op de EX7750. Het paneel heeft de volgende onderdelen:
•Bedrijfslampje—geeft normale activiteit of een probleem aan
•Regelselectieknoppen—hiermee selecteert u een instelling en gaat u door naar
de volgende optie
•Weergavevenster—geeft statusinformatie en opties weer voor het instellen van
de EX7750
•Pijl-omhoog en Pijl-omlaag—hiermee bladert u door de menu’s, opties en
instellingen
•Menuknop—hiermee annuleert u zonder wijzigingen op te slaan, of schakelt u over
naar het menu Functies
• Aan/uit-knop en reset-knop—hiermee schakelt u de EX7750 in en uit of stelt u hem
terug (de knoppen bevinden zich achter de beschermdeur van het voorpaneel)
Pijl-omhoog
Menuknop
Pijl-omlaag
EX7750 Bedieningspaneel
Bedrijfslampj
Regelselectieknoppen
Weergavevenste
Page 63
4-3 EX7750 Bedieningspaneel
4

EX7750 Bedieningspaneel

Via het Bedieningspaneel van EX7750 kunt u statusgegevens bekijken, speciale pagina’s afdrukken en afdrukopties instellen. De meeste elementen op het display van het Bedieningspaneel komen ook voor in Command WorkStation, maar u kunt de actieve functies ook op het Bedieningspaneel weergeven wanneer Command WorkStation niet is aangesloten op de server of niet actief is.
Het Bedieningspaneel bevindt zich aan de voorkant van de EX7750.

Veiligheidsvoorschriften

Het weergavevenster van de EX7750 is een LCD-scherm (Liquid Crystal Display) dat is gemaakt van glas en dus breekbaar is. Behandel dit scherm daarom altijd zeer voorzichtig, zodat het glas niet barst of breekt.
Als het glas van het weergavevenster breekt en de vloeistof wegloopt, mag u deze niet inademen of aanraken. Vloeistof die eventueel op uw lichaam of kleding komt, moet u direct verwijderen met water en zeep.
Oefen niet te veel druk uit op het weergavevenster. Als u dat wel doet, verandert de kleur van het venster.

Bedrijfslampje

Het bedrijfslampje geeft de huidige activiteit van de EX7750 aan. Het lampje kan de volgende kleuren hebben:
Rood, onafgebroken
Rood, knipperend
Groen, onafgebroken
Groen, knipperend
UitDe EX7750 staat uit of is bezig met opstarten.
Er is een fout opgetreden waardoor de EX7750 is uitgeschakeld.
Er is een fout opgetreden waardoor er niet kan worden afgedrukt, maar de EX7750 kan wel gegevens verwerken.
De EX7750 is niet actief.
De EX7750 is bezig met het verwerken of afdrukken van een taak of communiceert met een andere computer.
Page 64
4-4 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4

Knoppen

Regelselectie­knoppen
Pijlknoppen Met de pijlknoppen bladert u door de schermen in lijsten
Menuknop Met deze knop kunt u overschakelen naar andere
Aan/uit-schakelaar Druk op deze knop om de EX7750 in en uit te schakelen.
Reset-knop Druk op deze knop om de EX7750 opnieuw op te starten
Met deze knoppen selecteert u de opdrachten op de bijbehorende regels in het weergavevenster. Wanneer een knop actief is, wordt in het venster een speciaal teken (>) naast de knop weergegeven.
die over meerdere schermen zijn verdeeld, selecteert u Setup-opties in een lijst met beschikbare opties en loopt u door lijsten met alfanumerieke tekens.
schermen. Onder normale omstandigheden worden op het Bedieningspaneel de schermen Informatie, Verwerken of Afdrukstatus weergegeven, met informatie over de status van de EX7750. Als u op de menuknop drukt, verschijnt het menu Functies en kunt u nog meer bewerkingen uitvoeren (zie “Menu Functies” op pagina 4-7). Wanneer er een taak wordt verwerkt of afgedrukt en u op de menuknop drukt, kunt u heen en weer schakelen tussen alle actieve schermen.
nadat u de optie Shut Down System (Systeem afsluiten) hebt geselecteerd in het menu Shut Down (Afsluiten).
Page 65
4-5 EX7750 Bedieningspaneel
4

Het weergavevenster

Het weergavevenster geeft informatie over de status van de EX7750, geeft menu-informatie en stelt u in staat gegevens in de Setup-menu’s te bekijken en te bewerken.
In het statusgebied onder in het weergavevenster staat altijd de naam van het scherm dat u ziet en is een van de pictogrammen gemarkeerd, zodat u kunt zien wat de EX7750 doet. Alleen de pictogrammen van de schermen die beschikbaar zijn, worden weergegeven. Met de menuknop schakelt u tussen de actieve schermen.
Dit zijn de volgende schermen:
Alarmstatus Als er een probleem is bij het verwerken van een taak of met afdrukfuncties, wordt
er een foutbericht weergegeven op het Bedieningspaneel. Zie Bijlage A voor informatie over deze foutberichten.
Afdrukstatus Wanneer de EX7750 bezig is met een afdruktaak, wordt het scherm Afdrukstatus
weergegeven. Dit scherm bevat de volgende informatie:
Ve rwerkings­status
Taakannuleren—druk op de regelselectieknop naast de bovenste opdrachtregel om
de huidige afdruktaak te annuleren.
Gebruikersnaam—de naam van de gebruiker die de huidige taak heeft verzonden.
Aantal 1/100—het aantal reeds afgedrukte exemplaren van de huidige taak en het
aangevraagde totale aantal af te drukken exemplaren van de taak.
Wanneer de EX7750 bezig is met het verwerken van een taak, wordt het scherm Ve rwerkingsstatus weergegeven. Dit scherm bevat de volgende informatie:
Taak annuleren—druk op de regelselectieknop naast de bovenste opdrachtregel
om de taak die wordt verwerkt te annuleren. De EX7750 annuleert de taak voordat het afdrukken begint.
Taaknaam—de naam van het document dat wordt verwerkt.
Gebruikersnaam—de naam van de gebruiker die de huidige taak heeft verzonden.
Kilobytes—de omvang (in kilobytes) van het verwerkte deel van de taak.
OPMERKING: dit getal wordt altijd weergegeven in kilobytes; 10 MB wordt
weergegeven als 10000 kB.
Page 66
4-6 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
Infostatus Wanneer de EX7750 geen taken verwerkt of afdrukt, wordt hier informatie
weergegeven over de huidige server en software:
Servernaam—de naam van de EX7750, zoals deze is geconfigureerd in Setup.
Status—de huidige status van de EX7750. Deze EX7750status kan zijn:
Niet actief, Bezig met initialis.,Bezig, Bezig met verwerken of Bezig met afdrukken.
Megabytes—de hoeveelheid vrije ruimte (in megabytes) die beschikbaar is op
de vaste schijf van de EX7750, bijvoorbeeld 38062 MB.
Versie—de versie van de systeemsoftware die op de EX7750 is geïnstalleerd.
Functies Met de menuknop kunt u het menu Functies weergeven. Blader met de
pijltoetsen door de lijst. Druk op de regelselectieknop rechts van de gewenste opdracht. Zie “Menu Functies” op pagina 4-7 voor meer informatie.
Netwerk Wanneer er een taak wordt verzonden naar de EX7750 via het netwerk, wordt
in de linkerbenedenhoek van een van de andere schermen het netwerkpictogram weergegeven. Het netwerkpictogram wordt ook weergegeven (naast een knipperend groen bedrijfslampje) wanneer een extern hulpprogramma actief is.
Page 67
Pagina’s afdrukken
4-7 EX7750 Bedieningspaneel
4

Menu Functies

Het menu Functies geeft toegang tot veel opties die ook beschikbaar zijn vanaf Command WorkStation. In dit menu kunt u de volgende opdrachten kiezen:
Speciale pagina’s afdrukken vanaf de EX7750. Via het submenu dat wordt weergegeven, kunt u de volgende pagina’s afdrukken:
PS Testpagina—U kunt een testpagina afdrukken om te controleren of de
EX7750 goed is aangesloten op de printer. De pagina bevat ook afdrukvoorbeelden van kleuren en grijswaarden; die kunt u gebruiken bij het oplossen van problemen met de printer of de EX7750. Op de testpagina vindt u de volgende instellingen: servernaam, printermodel, kleurinstellingen, kalibratiegegevens, datum en tijd waarop de testpagina is afgedrukt.
Demo-pagina’s—Drukt vier 11x17 en vier A3 demonstratiepagina’s af die de
vermogens van het systeem om kleuren af te drukken illustreren.
Configuratie—Hiermee kunt u de configuratiepagina afdrukken. Deze geeft
de huidige server en de apparaatconfiguratie aan. Verder vindt u op deze pagina algemene informatie over de configuratie van hard- en software van de EX7750, de huidige opties voor alle Setup-instellingen, informatie over de huidige kalibratie en de Ethernetadressen van de EX7750.
Takenlogboek—Het takenlogboek geeft informatie over de laatste 55 taken.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor informatie over de velden in het takenlogboek en over het afdrukken van het logboek in andere vormen.
Overzicht bed. paneel—Hiermee drukt u een overzicht af van de schermen die u kunt openen vanaf het Bedieningspaneel.
Kleurendiagram—Hiermee drukt u voorbeelden af van de RGB-, CMY- en
PANTONE-kleuren die beschikbaar zijn op de EX7750.
PS-lettertypenlijst/PCL-lettertypenlijst—Hiermee kunt u een lijst afdrukken
met alle lettertypen die momenteel aanwezig zijn op de vaste schijf van de EX7750.
Page 68
4-8 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
Afdrukken onderbreken
Afdrukken hervatten
Beveiligd afdrukken
Afsluiten
Breekt de communicatie tussen de EX7750 en de printer af.
Hervat de communicatie tussen de printer en de EX7750.
Hiermee kunnen gebruikers beveiligde afdruktaken beheren. Om toegang te krijgen tot beveiligde afdruktaken is een wachtwoord vereist. Het wachtwoord wordt door de gebruikers gedefinieerd en ingevoerd in de optie Beveiligd afdrukken in het Windows- of Macintosh-printerstuurprogramma. Nadat ze een beveiligde afdruktaak hebben gekozen uit een lijst, kunnen gebruikers de volgende keuzes maken in het submenu dat wordt weergegeven:
Afdruk. en verwijd.—Hiermee drukt u de beveiligde afdruktaak onmiddellijk af en
verwijdert u ze.
Afdrukken en blokk.—Hiermee drukt u de beveiligde afdruktaak onmiddellijk af
en bewaart u een kopie van de taak als beveiligde afdruktaak.
Aantal exemplaren—Hiermee kunnen gebruikers de instelling van de afdrukoptie
Exemplaren in het printerstuurprogramma vervangen.
Verwijderen—Hiermee verwijdert u de beveiligde afdruktaak zonder ze af te
drukken.
OPMERKING: Beveiligde afdruktaken zijn niet toegankelijk via de hulpmiddelen
voor taakbeheer.
OPMERKING: De functie Beveiligd afdrukken werkt niet via de directe verbinding.
Hiermee kunt u elke activiteit van de EX7750 op de juiste manier afsluiten, en deze opnieuw opstarten. Gebruik deze methode en niet de stroomschakelaar aan de achterzijde van de EX7750. De volgende opties zijn beschikbaar vanuit het submenu dat wordt geopend:
Server herstarten—Hiermee stelt u de serversoftware opnieuw in zonder het
volledige systeem opnieuw op te starten. Netwerktoegang tot de EX7750 is tijdelijk onderbroken en alle op dit moment verwerkte taken worden afgebroken en kunnen verloren gaan.
Systeem afsluiten—Hiermee sluit u alle activiteiten van de EX7750 juist af.
Systeem herstarten—Hiermee sluit u de EX7750 af en start u hem opnieuw op.
Page 69
4-9 EX7750 Bedieningspaneel
4
Server wissen
Setup uitvoeren
Diagnose uitvoeren
Kalibratie
TOEGANG TOT DE SETUP KRIJGEN WANNEER DE EX7750 NIET ACTIEF IS
Alle taken in alle serverwachtrijen wissen, evenals alle taken die zijn gearchiveerd op de vaste schijf van de EX7750, de index van de gearchiveerde taken (in het venster Archiveren), alle FreeForm™-modellen en de index van de FreeForm-modellen (in het venster FreeForm). Raadpleeg uw beheerder of operator voordat u de optie Server wissen kiest. Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moet u dit invoeren om toegang te krijgen totServer wissen.
Het menu Setup kiezen en de Setup-instellingen wijzigen.
Deze functie is uitsluitend bedoeld voor onderhoudstechnici. Neem voor meer informatie over het uitvoeren van een diagnose contact op met uw geautoriseerde onderhouds-/ondersteuningsdienst.
Kalibreer de EX7750 met VisualCal. Als een beheerderswachtwoord is ingesteld, moet u dit invoeren om toegang te krijgen tot Kalibratie.

Toegang krijgen tot Setup-opties

1. Controleer of Niet actief wordt weergegeven op het informatiescherm van het Bedieningspaneel.
Als Bezig met afdrukken... wordt weergegeven, is de EX7750 bezig een taak te verwerken en moet u wachten totdat het systeem klaar is en de status Niet actief heeft.
2. Druk op de menuknop op het Bedieningspaneel om naar het menu Functies te gaan.
3. Schuif naar beneden met de pijl-omlaag en druk op de regelselectieknop naast Setup uitvoeren.
U moet het beheerderswachtwoord invoeren voordat u de Setup kunt uitvoeren (zie
“Wachtwoorden instellen” op pagina 7-2).
4. Wanneer u daarom wordt gevraagd bevestigt u dat u wilt verdergaan met de Setup.
5. Druk op de regelselectieknop en kies een Setup-menu of -opdracht.
Druk op de pijl-omlaag om de overige schermen van het hoofdmenu van de Setup weer te geven.
Page 70
4-10 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
6. Voer achtereenvolgens Serverinstellingen, Netwerkinstellingen en Printerinstellingen
7. Stel een beheerderswachtwoord in om de Setup te beveiligen tegen onbevoegde
uit.
Dit is de minimale vereiste voor een eerste Setup. Later kunt u de overige instellingen opgeven vanaf het bedieningspaneel of vanaf een Windows-computer.
wijzigingen.
Bekijk de instellingen die in dit hoofdstuk worden beschreven.

Informatie over de Setup-interface van het Bedieningspaneel

Wanneer u de Setup uitvoert vanaf het Bedieningspaneel, kunt u de menu’s achter elkaar selecteren en informatie invoeren over de EX7750 en uw netwerk- en afdrukomgeving.
Bij elk Setup-scherm geeft de laatste regel van het weergavevenster de naam van het huidige Setup-menu weer. De meeste menu’s die u ziet, worden weergegeven in het overzicht van het Bedieningspaneel, een stroomdiagram dat u kunt afdrukken vanaf het Bedieningspaneel.
HET OVERZICHT VAN HET BEDIENINGSPANEEL AFDRUKKEN
1. Druk op het Bedieningspaneel op de knop Menu om het menu Functies te openen.
2. Druk op de knop naast Print Pages (Pagina’s afdrukken).
Het bedieningspaneel toont de eerste vier typen pagina’s die u kunt afdrukken. Als u de overige typen wilt zien, drukt u op de knop Pijl-omlaag. Zie pagina 4-7 voor een complete lijst van de pagina’s die u kunt afdrukken.
3. Druk op de knop voor overzicht van het Bedieningspaneel.
Page 71
4-11 EX7750 Bedieningspaneel
4

Soorten Setup-schermen

Er zijn twee soorten Setup-schermen:
Meerkeuzevragen
Informatie invoeropties
U kunt kiezen uit een aantal mogelijkheden (bijvoorbeeld Ja of Nee of een lijst met opties waaruit u kunt kiezen). Er wordt steeds slechts één keuze tegelijkertijd weergegeven, als gemarkeerde tekst. De op dat moment geselecteerde waarde (of standaardinstelling) wordt het eerst weergegeven.
Gebruik de pijlknoppen om door de selecties te bladeren en klik op OK wanneer de juiste informatie wordt weergegeven.
U moet de informatie voor uw locatie opgeven, bijvoorbeeld de printernaam of het IP-adres. Schuif met de pijl-omhoog en pijl-omlaag door de alfanumerieke tekens om een selectie te maken.
De cursorpositie wordt gemarkeerd en twee van de regelselectieknoppen veranderen in een pijl-links en pijl-rechts. Naast de betreffende knoppen worden pijlen weergegeven in het venster. Ga met behulp van deze knoppen naar de posities waar u gegevens moet invoeren.
OPMERKING: wanneer u tekst invoert, doet u dat van
links naar rechts. De pijl-links fungeert namelijk als verwijdertoets en tevens als cursorverplaatsingstoets. Dit wordt in het scherm aangegeven met het verwijdersymbool ( ).
In de volgende sectie worden drie specifieke voorbeelden gegeven van deze typen opties.
Page 72
4-12 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
Voorbeeld: meerkeuzevraag
Afdrukwachtrij
Ja
OK
Printerinstellingen
Druk op de pijl-omhoog of
-omlaag om de andere optie(s) weer te geven.
Voorbeeld: informatie invoeren met velden
Subnetmasker
255.0.0.0 >
< OK
TCP/IP (Ethernet)
Druk bij de beginpositie op de pijl-rechts om de cursor naar rechts te verplaatsen
Afdrukwachtrij
Nee
OK
Printerinstellingen
Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, klikt u op de knop naast OK om verder te gaan.
Subnetmasker
255.0.0.0 > < OK
TCP/IP (Ethernet)
Het volgende veld wordt geselecteerd. Druk op omhoog of omlaag om het getal te veranderen.
Subnetmasker
255.255.0.0 > < OK
TCP/IP (Ethernet)
Als het juiste cijfer wordt weergegeven, drukt u op de knop naast de pijl-rechts om de cursor naar het derde veld te verplaatsen. Druk op de pijl-links om terug te gaan naar een vorig veld om dit te bewerken of klik op OK om de keuze te selecteren en verder te gaan.
Voorbeeld: informatie invoeren met
Geef uw wachtw. voor bestandsserver op >
OK
Bindery-instell.
Druk bij de beginpositie op de pijl-omhoog of -omlaag om het eerste teken in te voeren.
Geef uw wachtw. voor bestandsserver op >
9
x
OK
Bindery-instell.
Als het juiste teken wordt weergegeven, drukt u op de knop naast de pijl-rechts om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen.
afzonderlijke tekens
Geef uw wachtw. voor bestandsserver op >
x
9 OK
Bindery-instell.
Druk op pijl-omhoog of -omlaag om een teken in te voeren op de tweede positie. Met de Delete-knop wist u het huidige teken en verplaatst u de cursor naar links. Als u op OK klikt, voert u in wat op dat moment wordt weergegeven.
x
Page 73
4-13 Opties voor serverinstellingen
g
4
OPMERKING: Als u een fout maakt tijdens de Setup, kunt u altijd met de menuknop
annuleren zonder de wijzigingen op te slaan. Als u op de menuknop drukt, annuleert u de aangebrachte wijzigingen in het huidige scherm en gaat u naar het menu van het volgende bovenliggende niveau. U moet mogelijk meer dan eenmaal op Menu drukken om terug te keren naar het hoogste niveau van de Setup-procedure waarmee u bezig bent. Als u zich in het hoogste niveau bevindt, kunt u weer een Setup-menu openen of afsluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Als u de instellingen hebt ingevoerd, moet u de wijzigingen opslaan. U wordt hier meestal om gevraagd. Als u Ja kiest, worden de bestaande instellingen overschreven door de nieuwe. Als u Nee kiest, blijven de bestaande instellingen behouden. De EX7750 wordt opnieuw opgestart wanneer u het menu Setup afsluit.

Opties voor serverinstellingen

Met het menu Serverinstellingen kunt u systeeminformatie opgeven die betrekking heeft op de EX7750 zelf en op alle gebruikers. Als u dit menu wilt openen, volgt u de instructies op pagina 4-9.
Setup afsluiten Serverinstellingen Netwerkinstellingen Printerinstellingen
Instellin
Als u Serverinstellingen kiest, worden de opties in de volgende volgorde weergegeven. Standaardwaarden staan, waar van toepassing, tussen vierkante haken. Cursieve woorden geven aan dat een product- of locatiespecifieke waarde wordt weergegeven.
Servernaam
Standaardnaam server
Voer een naam in voor de EX7750 (maximaal vijftien tekens). Deze naam wordt in een AppleTalk-netwerk in de Kiezer weergegeven.
OPMERKING: Gebruik niet de apparaatnaam (EX7550) als de servernaam. Als u meer
dan één EX7750 hebt, moet u deze niet dezelfde naam geven.
Systeemdatum
Voer de systeemdatum in met de standaardnotatie die u gebruikt. De datum wordt weergegeven in het logboek.
Druk op de knop voor Serverinstellingen
Page 74
4-14 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
Systeemtijd
Voer de juiste systeemdatum in. Voer de tijd in op basis van de 24-uurs klok in de volgende notatie: UU:MM (Uren:Minuten). De tijd wordt weergegeven in het logboek.
Tijdzone
Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt.
Zomertijd Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja als op uw locatie zomer/wintertijd van toepassing is. Het systeem past de systeemtijd automatisch aan wanneer het uur wijzigt.
Startpag. afdrukken Ja/Nee [Nee]
Geef op of de EX7750 een startpagina moet afdrukken wanneer de server opnieuw wordt opgestart. De startpagina bevat informatie over de EX7750, inclusief de servernaam, de huidige datum en tijd, de hoeveelheid geheugen die in de EX7750 is geïnstalleerd, de geactiveerde netwerkprotocollen en de gepubliceerde verbindingen.
Tekenset gebruiken Macintosh/DOS/Windows [Macintosh]
Met deze optie kunt u aangeven of het Bedieningspaneel en Command WorkStation voor de weergave van bestandsnamen moeten gebruik maken van de tekenset van de Macintosh, DOS of Windows. Dat is belangrijk als in de bestandsnamen tekens met accenten of samengestelde tekens voorkomen (zoals é of æ).
Voor gemengde platforms kiest u de optie die in het algemeen de beste weergave oplevert van de speciale tekens die u gebruikt.
Afdrukgroepen inschakelen Ja/Nee [Ja]
Geef hier op of u printergroepen wilt inschakelen. Stel deze optie in op Nee als u lettertypen downloadt. Als u deze optie inschakelt, moet u CommandWorkStation gebruiken om gebruikersgroepen en wachtwoorden te definiëren. Vervolgens moeten gebruikers hun groepsnaam en wachtwoord invoeren als zij afdrukken.
Page 75
4-15 Opties voor serverinstellingen
4
Wachtrij Afgedrukt inschakelen Ja/Nee [Ja]
Geef op of de wachtrij Afgedrukt moet worden ingeschakeld. Hierdoor wordt een opslaglocatie aangemaakt op de vaste schijf van de EX7750 voor taken die onlangs zijn afgedrukt vanuit de afdrukwachtrij. Gebruikers met beheerders- of operatortoegang tot de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen taken uit de wachtrij Afgedrukt opnieuw afdrukken zonder deze opnieuw naar de EX7750 te sturen. Als u Nee selecteert, worden afdruktaken van de harde schijf van de EX7750 verwijderd zodra deze zijn afgedrukt.
Taken opgeslagen in wachtrij Afgedrukt 1-99 [10]
Deze optie wordt alleen weergegeven als de optie Wachtrij Afgedrukt inschakelen is ingesteld op Ja. Geef aan hoeveel taken moeten worden opgeslagen in de wachtrij Afgedrukt. Taken in de wachtrij Afgedrukt nemen ruimte in beslag op de vaste schijf van de EX7750. Als er weinig schijfruimte is, gebruikt u een kleinere waarde voor opgeslagen taken.
Voorbeeld tijdens verwerking Ja/Nee [Nee]
Geef op of een voorbeeldminiatuur moet worden weergegeven in Command WorkStation wanneer een taak wordt verwerkt. Als u Ja kiest, wordt de voorbeeldminiatuur altijd weergegeven in het verwerkingsgedeelte van de Activiteitenmonitor.
Wijzigingen opslaan Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja als u wijzigingen in de Serverinstellingen wilt toepassen, selecteer Nee als u wilt terugkeren naar het hoofdmenu van Setup zonder wijzigingen aan te brengen.
Page 76
4-16 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
Netwerkinst. afsl. Poortinstellingen Protocolinstell. Service-instell.
Netwerkinstellingen
4

Opties voor netwerkinstellingen

Met Netwerkinstellingen configureert u de EX7750 voor het ontvangen van afdruktaken via de netwerken die worden gebruikt.
Setup afsluiten Serverinstellingen Netwerkinstellingen Printerinstellingen
Instelling
Voor dit netwerk- of
verbindingstype
In het menu Setup kiest u Netwerkinstellingen om netwerkadressen en -namen op te geven die door werkstations, servers en de EX7750 moeten worden gebruikt wanneer deze met elkaar communiceren.
Het menu Netwerkinstellingen bevat drie submenu’s waarmee u poorttypen, protocollen en netwerkservices kunt kiezen. U moet de functie Poortinstellingen uitvoeren en ten minste één poort activeren.
Voor elk item dat u activeert, wordt u gevraagd instellingen op te geven. In deze handleiding staan standaardwaarden, waar van toepassing, tussen vierkante haken.
U moet alleen opties weergeven en selecteren voor de netwerksystemen die op het moment bij u actief zijn. Als uw netwerkvereisten veranderen, kunt u de netwerkinstellingen op elk gewenst moment wijzigen.
Als de EX7750 is geconfigureerd voor ondersteuning van meerdere protocollen, wordt automatisch het juiste protocol geactiveerd wanneer een afdruktaak wordt ontvangen.
In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de beschikbare netwerktypen en van de Setup-gebieden die hierop betrekking hebben.
Gebruikt u deze
Poortinstellingen
Gebruikt u deze
Protocolinstellingen
Gebruikt u deze
Service-instellingen
AppleTalk via Ethernet Ethernet-instelling AppleTalk-instelling. AppleTalk-afdrukken (PAP)
TCP/IP via Ethernet Ethernet-instelling TCP/IP-instellingen:
IPX/SPX via Ethernet Ethernet-instelling IPX/SPX-instellingen PServer-instell. (NDS, Bindery
Ethernet-instelling
wordt automatisch geactiveerd.
LPD-instellingen Web Services inst. Windows-instell. Poort 9100-instell. IPP-instellingen
of beide)
Page 77
4-17 Opties voor netwerkinstellingen
4
TOEGANG KRIJGEN TOT DE OPTIES VOOR NETWERKINSTELLINGEN
1. Controleer of de netwerkkabel is verbonden met de EX7750.
Tijdens het configureren van de netwerkinstellingen doorzoekt de EX7750 het netwerk naar zones, servers en wachtrijen op servers. Als u de netwerkinstellingen configureert zonder dat er een functionerend netwerk met de server is verbonden, worden standaardinstellingen gebruikt die wellicht niet geschikt zijn.
2. Kies Netwerkinstellingen in het hoofdmenu van de Setup.
3. Kies Poortinstellingen in het menu Netwerkinstellingen.
4. Kies Ethernet-instelling in het menu Poortinstellingen en voer de juiste instellingen in.
5. Wanneer u klaar bent met het invoeren van poortinstellingen, kiest u Poortinstell. afsl. en vervolgens Protocolinstell.
6. Voer de juiste instellingen in voor het protocol dat (de protocollen die) u gaat gebruiken.
7. Wanneer u klaar bent met het invoeren van protocolinstellingen, kiest u Protocolinst. afsl. en vervolgens Service-instell.
8. Voer de juiste instellingen in voor de services die u gaat gebruiken.
De opties worden op de volgende pagina’s gedetailleerd beschreven.
NETWERKINSTELLINGEN AFSLUITEN
1. Wanneer u klaar bent met invoeren van service-instellingen, kiest u Netwerkinst. afsl.
2. Kies Ja wanneer wordt gevraagd of u de wijzigingen wilt opslaan.
3. Kies een andere instelling in het hoofdmenu van de Setup of kies Setup afsluiten.
Page 78
4
Netwerkinstellingen
Poortinstellingen
4-18 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel

Opties voor poortinstellingen

Als u de EX7750 wilt configureren, kiest u het poorttype dat u gebruikt en voert u de instellingen voor die poort in. Aangezien netwerkinstellingen worden genest, worden de namen van menu’s van hogere niveaus in dit hoofdstuk links van de menutitels weergegeven.
Ethernet-instelling
Ethernet inschakelen Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja als u Ethernet-bekabeling hebt aangesloten op de EX7750.
Ethernet-snelheid Autom. detecteren/100 Mbps full-duplex/100 Mbps half-duplex/ 10 Mbps full-duplex/10 Mbps half-duplex [Autom. detecteren]
Kies een geschikte instelling overeenkomstig de instellingen van het netwerk waarmee de EX7750 is verbonden.
OPMERKING: Wanneer u Automatisch detecteren selecteert, moet u controleren
of de automatische onderhandelingsinstellingen voor snelheid en duplex zijn geconfigureerd voor de netwerkpoort waarmee de EX7750 is verbonden. Wanneer u een andere instelling selecteert, bijvoorbeeld 100 Mbps full-duplex, moet u controleren of dezelfde instellingen zijn geconfigureerd voor de netwerkpoort.
OPMERKING: De instelling 1 Gbps (gigabit per seconde) is full-duplex.
Page 79
4-19 Opties voor netwerkinstellingen
4

Opties voor protocolinstellingen

Protocolinst. afsl. AppleTalk-instell. TCP/IP-instellingen IPX/SPX-instell.
Protocolinstell.
Netwerkinstellingen
Protocolinstell.
U configureert de EX7750 door elk protocol te kiezen en de instellingen voor dat protocol op te geven. U kunt AppleTalk-, TCP/IP- en IPX/SPX-communicatie tegelijkertijd activeren.
AppleTalk-instell.
AppleTalk inschak. Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja als u de EX7750 hebt aangesloten op een AppleTalk-netwerk. Met deze instelling kan de EX7750 via AppleTalk-netwerken communiceren.
AppleTalk-zone
Lijst met zones
De EX7750 zoekt in het netwerk naar AppleTalk-zones in het netwerksegment. Schuif door de lijst om de AppleTalk-zone te selecteren waarin u de EX7750 wilt laten weergeven. Als het segment slechts één zone heeft, wordt de EX7750 automatisch aan die zone toegewezen.
Het bericht Geen AppleTalk-zone gevonden kan betekenen dat uw netwerk geen zones heeft of dat de netwerkkabel niet is aangesloten (zie Bijlage A). Kies OK om het bericht van het scherm te verwijderen.
Protocolinst. afsl. AppleTalk-instell. TCP/IP-instellingen IPX/SPX-instell.
Protocolinstell.
Opties voor TCP/IP-instellingen
Als u de EX7750 voor TCP/IP wilt configureren, kiest u TCP/IP-instellingen.
Kies Ethernet-instelling en voer de juiste instellingen in. Kies elk netwerktype dat u gebruikt (Ethernet) en voer de juiste instellingen in.
Als u tijdens Setup een IP-adres, subnetmasker of gateway-adres instelt voor de EX7750, kunt u de EX7750 deze adressen automatisch laten ophalen van een DHCP­of BOOTP-server. Schakel de EX7750 eerst in of start deze opnieuw op en wacht tot deze de status Niet actief heeft. Zorg dat de DHCP- of BOOTP-server actief is, en voer daarna de Setup van de EX7750 uit.
Page 80
4
Netwerkinstellingen
Protocolinstell.
TCP/IP-instellingen
4-20 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
TCP/IP-instellingen met Ethernet
Ethernet-instelling
TCP/IP voor Ethernet inschakelen Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja als u een TCP/IP-netwerk via een Ethernet-kabel hebt verbonden met de EX7750
OPMERKING: Als u TCP/IP gebruikt om vanaf Windows-computers af te drukken,
kunt u door TCP/IP hier in te schakelen, ook Fiery-hulpprogramma’s vanaf Windows-computers gebruiken met behulp van TCP/IP-protocollen.
Auto IP-configuratie inschakelen Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja om de EX7750 zelf een Ethernet IP-adres te laten zoeken in het netwerk. Het IP-adres is mede afhankelijk van uw netwerk en het protocol dat u selecteert bij de volgende optie (DHCP of BOOTP). Het IP-adres kan veranderen. Selecteer Nee om een statisch IP-adres toe te wijzen aan de EX7750. Als u Nee selecteert, gaat u naar de optie IP-adres en stelt u het IP-adres handmatig in.
Protocol selecteren DHCP/BOOTP [DHCP]
Deze optie wordt alleen weergegeven als u Ja hebt geantwoord bij Auto IP-configuratie inschakelen. Selecteer het protocol dat de EX7750 moet gebruiken om te zoeken naar het IP-adres. Met zowel DHCP als BOOTP kan de EX7750 automatisch het Ethernet IP-adres en het subnetmasker verkrijgen.
Afhankelijk van het netwerk kan een ander IP-adres worden toegewezen aan de EX7750 nadat u de EX7750 opnieuw hebt opgestart. Met de instelling DHCP kan een ander adres worden toegewezen aan de EX7750, zelfs als deze niet opnieuw wordt gestart. Zorg ervoor dat het netwerk al goed is geconfigureerd voor het protocol dat u selecteert.
Page 81
4-21 Opties voor netwerkinstellingen
4
Gateway-adres automatisch ophalen Ja/Nee [Ja]
Gebruik deze optie om automatisch het gateway-adres voor afdrukken met TCP/IP in te stellen. Deze optie wordt alleen weergegeven als u bij de vorige optie DHCP of BOOTP als protocol hebt geselecteerd.
IP-adres [127.0.0.1]
Deze optie wordt alleen weergegeven als u Nee hebt geantwoord bij Auto IP-configuratie inschakelen.
Voer het IP-adres van de EX7750 voor Ethernet in. In tegenstelling tot een IP-adres dat automatisch wordt ingesteld, blijft dit IP-adres hetzelfde als u de EX7750 opnieuw opstart. U moet de standaardinstelling wijzigen in een geldig adres voor het netwerk. Zie Hoofdstuk 2 voor informatie over het instellen van afdrukken via TCP/IP.
Subnetmasker
Met deze optie kunt u het subnetmasker wijzigen voor afdrukken met TCP/IP via een Ethernet-verbinding. Als u het subnetmasker moet instellen, voert u een van de volgende waarden in:
255.0.0.0 als het IP-adres begint met een getal dat kleiner is dan 128
255.255.0.0 als het IP-adres begint met een getal van 128 tot en met 191
255.255.255.0 als het IP-adres begint met een getal dat groter is dan 191
OPMERKING: Controleer de instelling van het subnetmasker bij uw netwerkbeheerder
voordat u voortgaat. Soms kan de juiste instelling afwijken van de hier genoemde instellingen.
Gateway-adres [127.0.0.1]
Deze optie wordt alleen weergegeven als u Gateway-adres automatisch ophalen hebt geselecteerd.
Gebruik deze optie om het gateway-adres in te stellen voor afdrukken via TCP/IP. Als in uw netwerk een gateway wordt gebruikt, moet u de standaardinstelling wijzigen in een correct gateway-adres voor het netwerk.
Page 82
4
Netwerkinstellingen
Protocolinstell.
TCP/IP-instellingen
DNS-setup
4-22 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
Opties van DNS-instellingen
DNS-setup
U kunt de EX7750 zo configureren dat hij toegang heeft tot een geschikte DNS-server. Gebruikers hoeven dan alleen de servernaam van de DNS-server te kennen om vanaf externe werkstations via de Fiery-hulpprogramma’s of Fiery WebTools verbinding te maken met de EX7750. Deze naam is veel eenvoudiger te onthouden dan een IP-adres.
Daarnaast kunt u de DNS-naam gebruiken voor de functie “Sending Methods” (Verzendmethoden) van de printer. U kunt via het aanraakscherm van de printer taken naar de printerverzenden en uw instellingen voor deze functie kiezen.
DNS-adres automatisch ophalen Nee/Ja [No]
Selecteer Ja om het IP-adres van de DNS-server automatisch te laten ophalen door de EX7750.
IP-adres primaire DNS-server [0.0.0.0]
Deze optie verschijnt alleen als u Nee hebt geantwoord bij DNS-adres automatisch ophalen. Voer het IP-adres van de DNS-server in dat is toegewezen aan de printer in het netwerk.
IP-adres van secundaire DNS-server [0.0.0.0]
Geef het IP-adres van de secundaire DNS-server op. Als u geen secundaire DNS-server hebt, laat u de standaardinstelling ongewijzigd.
Domeinnaam
Geef de domeinnaam van de DNS-server op.
Page 83
4-23 Opties voor netwerkinstellingen
4
Hostnaam
Standaardnaam server
Geef de hostnaam op van de EX7750. De standaardhostnaam is de Servernaam die u invoert in de Serverinstellingen.
OPMERKING: Als u de verzendfuncties wilt gebruiken, kan het nodig zijn dat u
de instellingen van de WINS-naamserver wijzigt die in de Windows-setup> Service-setup>Netwerksetup zijn gespecificeerd. Het instellen van de WINS-naamserver valt buiten het bestek van deze handleiding. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie over het instellen van een WINS-naamserver.
Raadpleeg de overeenkomstige documentatie van de printer voor meer informatie over het gebruik van deze functies.
OPMERKING: U kunt uw afdruktaak alleen naar een Windows-server verzenden als u
“Sending Methods” (Verzendmethoden) gebruikt. Selecteer Windows (SMB) voor een Windows-server in de vervolgkeuzelijst Protocol op het scherm Verzenden.
Kies de optie Setup afsluiten in het hoofdmenu van de Setup wanneer u alle gewenste Setup-instellingen hebt opgegeven of gewijzigd. De EX7750 wordt opnieuw opgestart. Alle wijzigingen worden opgeslagen bij het opnieuw starten.
Protocolinst. afsl. AppleTalk-instell. TCP/IP-instellingen IPX/SPX-instell.
Protocolinstell.
Opties voor IPX/SPX-instellingen
Als u de frametypen wilt opgeven die de EX7750 gebruikt voor IPX/SPX-protocollen, kiest u IPX/SPX-instell. in het menu Protocolinstell. U moet ten minste één frametype kiezen om IPX/SPX-protocollen in te schakelen. De EX7750 ondersteunt de volgende frametypen voor IPX/SPX:
•Voor Ethernet: Ethernet 802.2, Ethernet 802.3, Ethernet II en Ethernet SNAP
Voor andere protocollen dan IPX/SPX wordt het frametype automatisch ingeschakeld en zijn er geen verdere instellingen nodig.
Wordt dit frametype
Met dit protocol En deze afdrukservices
AppleTalk PAP (Printer Access Protocol) Ethernet SNAP
TCP/IP met Ethernet LPD (Line Printer Daemon) Ethernet II
automatisch
ingeschakeld
Page 84
4-24 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
IPX/SPX-inst. afsl. Frametypen select. Frametypen wissen
IPX/SPX-instell.
IPX/SPX-inst. afsl. Ethernet 802.2 * Ethernet 802.3 Ethernet II
IPX/SPX-instell.
Frametypen select.
Autom. IPX-frametype inschakelen Ja/Nee [Nee]
Geef op of de EX7750 moet proberen alle beschikbare frametypen automatisch te binden. De EX7750 doet dat ongeacht de vraag of alle frametypen geschikt zijn. Als u wilt bepalen welke frametypen met succes zijn gebonden, slaat u de wijzigingen op, sluit u Setup af, start u de EX7750 opnieuw op en drukt u een configuratiepagina af. Op de configuratiepagina wordt slechts één van de frametypen weergegeven die met succes zijn gebonden.
Als u bij deze optie Nee antwoordt, kunt u frametypen handmatig selecteren. U moet ten minste één frametype kiezen om IPX/SPX-protocollen in te schakelen.
In het scherm voor frameselectie kunt u meerdere keuzes maken. Afhankelijk van uw selectie voor Poortinstell., worden alleen Ethernet-frametypen, of alle frametypen weergegeven.
Druk op de regelselectieknop naast elk frametype dat in uw IPX/SPX-netwerk wordt gebruikt. Er verschijnt een sterretje (*) naast elk geselecteerde frametype. Druk nogmaals op de regelselectieknop om het geselecteerde frametype te annuleren. Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om naar aanvullende frametypen te schuiven. De EX7750 wordt verbonden met elk frametype dat u selecteert.
Wanneer u alle gebruikte frametypen hebt geselecteerd, kiest u IPX/SPX-inst. afsl.
Frametypen wissen
U kunt alle frametypen tegelijkertijd wissen door eerst Exit IPX/SPX Setup (IPX/SPX-instellingen afsluiten) en vervolgens IPX/SPX Setup (IPX/SPX-instellingen) te kiezen en dan Frametypen wissen te selecteren.

Opties voor service-instellingen

PServer is een programma in de EX7750-software dat de Novell-afdrukwachtrijen kan beheren die zijn toegewezen aan de Novell-afdrukservers die u hebt ingesteld voor afdrukken naar de EX7750. Wanneer u de opties PServer-instell. en PServer inschakelen kiest, kunt u NDS (Novell Directory Services), Bindery-services, of allebei instellen. NDS wordt gebruikt met NetWare; Bindery-services worden gebruikt met NetWare in bindery-emulatiemodus.
Page 85
4
Netwerkinstellingen
Service-instell.
LPD-instellingen
Netwerkinstellingen
Service-instell.
PServer-instellingen
4-25 Opties voor netwerkinstellingen
Opties voor LPD-instellingen
LPD inschakelen Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja om lpd-afdrukken in te schakelen. Zie “De EX7750 instellen op
TCP/IP-netwerken” op pagina 2-17 voor meer informatie.
Opties voor PServer-instellingen
PServer inschakelen Ja/Nee [Nee]
Selecteer Ja als u een Novell-netwerk hebt verbonden met de EX7750.
PServer-inst. afsl. NDS-instellingen Bindery-instell. Navraaginterval
PServer-instell.
Kies NDS-instellingen als NetWare in native modus in het netwerk wordt gebruikt. Kies Bindery-instell. als NetWare in Bindery-emulatiemodus in het netwerk wordt gebruikt.
Als in het netwerk zowel NDS als de Bindery wordt gebruikt, stelt u eerst NDS in. Als u eerst Bindery instelt en vervolgens NDS, worden de Bindery-instellingen overschreven.
Als het netwerk zowel NDS als Bindery gebruikt, inclusief NetWare-servers in Bindery-emulatiemodus, moet u er rekening mee houden dat de EX7750 geen NDS-servers en Bindery-emulatieservers in dezelfde NDS-structuur kan bedienen.
Page 86
4
Netwerkinstellingen
Service-instell.
PServer-instellingen
4-26 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
NDS-instellingen
Voordat u NDS-instellingen invoert, moet u controleren of de EX7750 is verbonden met het netwerk en of u al een NDS-directorystructuur hebt geconfigureerd met een printer, een afdrukserver en een of meer wachtrijobjecten voor EX7750-taken (zie
“Een NetWare-afdrukwachtrij instellen voor de bindery” op pagina 2-13). Als u
NDS-instellingen wilt opgeven, hebt u mogelijk toestemming nodig om door de NDS-structuur te bladeren. Als de afdrukserver niet voor iedereen toegankelijk is, hebt u een aanmeldwachtwoord nodig.
NDS-instellingen is in eerste instantie bedoeld om het afdrukserverobject op te geven. Bovendien kunt u de locatie opgeven van de afdrukwachtrijen van de EX7750.
OPMERKING: De termen NetWare-server, Novell-server en IPX-server worden door
elkaar gebruikt en verwijzen allemaal naar de server in een IPX-netwerk waarop Novell NetWare-netwerksoftware actief is.
NDS inschakelen Ja/Nee [Nee]
Selecteer Ja als de NetWare-servers die u gebruikt om af te drukken naar de EX7750, NetWare in native modus uitvoeren.
NDS-struct. select.
Lijst met structuren
Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om te bladeren door de lijst met NDS-structuren die beschikbaar zijn voor de EX7750. Klik op OK wanneer u de structuur hebt weergegeven die de printer, de afdrukserver en de wachtrijobjecten bevat die u eerder voor de EX7750 hebt gedefinieerd.
De nieuwe selectie van een NDS-structuur overschrijft automatisch een mogelijke vorige structuurselectie. Als u de selectie van de NDS-structuur wijzigt en er ook huidige Bindery-instellingen zijn, wordt u gewaarschuwd dat deze instellingen worden verwijderd. Als u doorgaat met het instellen van NDS, kunt u de Bindery-instellingen achteraf terugzetten. Als u niet wilt doorgaan, drukt u op de knop Menu om NDS-instellingen af te sluiten.
Page 87
4-27 Opties voor netwerkinstellingen
4
Aanm.naam nodig voor bladeren NDS-struc.? Ja/Nee [Nee]
Selecteer Nee als u geen wachtwoord nodig hebt om door de structuur te bladeren. U kunt doorgaan naar het afdrukserverobject.
Selecteer Ja als de netwerkrechten vereisen dat u zich aanmeldt om door de NDS-structuur te bladeren en het afdrukserverobject te zien, dat u wilt selecteren. Als u Ja selecteert, wordt u gevraagd naar het aanmeldobject van de gebruiker te gaan.
Blader in NDS-struc. naar aanmeldobject van gebruiker
Dit bericht wordt weergegeven als u Ja hebt geselecteerd bij de vorige optie. Klik op OK en blader door de NDS-structuur, zoals wordt beschreven in de volgende alinea’s.
Naam NDS-structuur Objectenlijst, “..”
Als u naar het aanmeldobject bladert, begint u met de NDS-structuur die u eerder hebt geselecteerd met NDS-struct. select. Blader met de pijl-omhoog en pijl-omlaag door een objectenlijst in de structuur onder de [Hoofdmap] in de hiërarchie, of gebruik het navigatiesymbool “..” om één niveau tegelijk omhoog te gaan.
De bovenste regel in elk volgende bladerscherm vertegenwoordigt de huidige locatie. De tweede regel bevat:
•Een lijst met objecten in de huidige container direct onder de huidige locatie
•Het symbool “..”, waarmee u één niveau omhooggaat
Selecteer een object en klik op OK om verder naar beneden te gaan in de structuur of kies ‘..’ om omhoog te gaan in de structuur. Wanneer u een object selecteert en op OK klikt, wordt dat object weergegeven op de bovenste regel en bevat de tweede regel objecten direct eronder.
Blader door de NDS-structuur totdat het aanmeldobject van de gebruiker wordt weergegeven op de tweede regel. Klik op OK.
Page 88
4-28 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
Wachtwoord opgeven
Voer het aanmeldwachtwoord in voor de NDS-structuur. Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om tekens te selecteren en gebruik de pijl-links en pijl-rechts om de cursor te verplaatsen. Klik op OK.
In de NDS-structuur bladeren naar de afdrukserver
Klik op OK om in de NDS-structuur naar het afdrukserverobject te bladeren.
Als u naar het afdrukserverobject bladert, begint u met de NDS-structuur die u eerder hebt geselecteerd met de opdracht NDS-struct. select. De bovenste regel in elk volgende bladerscherm vertegenwoordigt de huidige locatie. De tweede regel bevat:
•Een lijst met objecten in de huidige container direct onder de huidige locatie
•Het symbool “..”, waarmee u één niveau omhooggaat
Selecteer een object en klik op OK om verder naar beneden te gaan in de structuur of kies ‘..’ om omhoog te gaan in de structuur. Wanneer u een object selecteert en op OK klikt, wordt dat object weergegeven op de bovenste regel en bevat de tweede regel objecten direct eronder.
Wanneer de afdrukserver op de tweede regel wordt weergegeven, klikt u op OK.
Geef wachtwoord voor de afdrukserver op
Voer het wachtwoord voor de afdrukserver in. Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om tekens in te voeren en de pijl-rechts en pijl-links om de cursor te verplaatsen. Klik op OK.Als er geen wachtwoord is vereist, klikt u op OK.)
OPMERKING: Het wachtwoord voor de afdrukserver moet 19 of minder alfanumerieke
tekens tellen. Als het langer is, kunt u geen verbinding maken met de server.
Page 89
4-29 Opties voor netwerkinstellingen
4
Server moet afdruk-wachtrijen zoeken in: Gehele NDS-structuur/Opgegeven substructuur [Gehele NDS-structuur]
Standaard doorzoekt de EX7750 de gehele NDS-structuur op EX7750-afdrukverbindingen. Met deze optie kunt u het zoeken naar afdruktaken van de EX7750 beperken tot een substructuur (de hoofdmap van de afdrukwachtrij), waarin de afdrukverbindingen van de EX7750 zijn gedefinieerd. Dit maakt het zoeken efficiënter. Selecteer de optie Gehele NDS-structuur als de structuur klein is. Selecteer Specified subtree (Opgegeven substructuur) als u het zoeken wilt beperken en een substructuur wilt opgeven.
Als u Gehele NDS-structuurselecteert en op OK klikt, gaat u terug naar de PServer-instellingen. Ga door met Bindery-instellingen (zie “Opties voor
Bindery-instellingen” op pagina 4-30) en stel het navraaginterval (zie “Navraaginterval opties” op pagina 4-36) in, of kies PServer-inst. afsl. om terug te keren naar het menu
Service-instell.
OPMERKING: NDS Service (NDS-service) moet ingesteld zijn voor u de bindery-service
specificeert, zoniet worden de instellingen genegeerd.
Blader naar hoofdmap van de substructuur van afdrukwachtrij
Dit bericht verschijnt als u Opgegeven substructuur hebt geselecteerd bij de vorige optie. Klik op OK om door de NDS-structuur te bladeren en de substructuur Afdrukwachtrij te zoeken.
Als u bladert naar het containerobject, begint u met de NDS-structuur die u eerder hebt geselecteerd met NDS-struct. select. De bovenste regel in elk volgende bladerscherm vertegenwoordigt uw huidige container. De tweede regel bevat:
•Een lijst met objecten direct onder de huidige locatie
•Het symbool “..”, waarmee u één niveau omhooggaat
•Het symbool “.”, waarmee u het huidige containerobject selecteert (weergegeven
op de bovenste regel) zonder omlaag te hoeven gaan in de structuur
Page 90
4
Netwerkinstellingen
Service-instell.
PServer-instellingen
4-30 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
Selecteer een object en klik op OK om verder naar beneden te gaan in de structuur of kies ‘..’ om omhoog te gaan in de structuur. Wanneer u een object selecteert en op OK klikt, wordt dat object weergegeven op de bovenste regel en bevat de tweede regel de objecten die zich in het object bevinden.
Wanneer de container die afdrukwachtrijen bevat, op de tweede regel wordt weergegeven, klikt u op OK. Kies in het volgende scherm “.” en klik op OK om het object op de bovenste regel weer te geven.
Wanneer de EX7750 de containernaam weergeeft, klikt u op OK om terug te keren naar PServer-instell.
Ga door met Bindery-instell. (zie “Opties voor Bindery-instellingen” op pagina 4-30) en stel het Navraaginterval (zie “Navraaginterval opties” op pagina 4-36) in of kies PServer-inst. afsl. om terug te keren naar het menu Service-instell.
Opties voor Bindery-instellingen
Bindery-instell.
Gebruik de optie Bindery-instell. als u al een of meer Bindery-servers (bestandsservers met NetWare in Bindery-emulatiemodus) hebt geconfigureerd met een afdrukserver en een afdrukwachtrij voor taken van de EX7750. Controleer of de EX7750 is verbonden met het netwerk en of de NetWare-bestandsserver actief is, voordat u bindery-instellingen invoert. Als aanmelding als gastgebruiker niet wordt ondersteund, moet u een geldige gebruikersnaam en een wachtwoord opgeven.
OPMERKING: De termen NetWare-server, Novell-server en IPX-bestandsserver worden
door elkaar gebruikt en verwijzen allemaal naar de server in een IPX-netwerk waarop Novell NetWare-netwerksoftware actief is.
OPMERKING: U moet voor Bindery een andere bestandsserver gebruiken dan voor
NDS. U kunt niet dezelfde bestandsserver gebruiken voor zowel Bindery als NDS-afdrukken.
Page 91
4-31 Opties voor netwerkinstellingen
4
Menu Bindery-instell.
Bindery-inst. afsl. Bestandsservr toev. Serverlijstweergave Verbinding bewerken
Bindery-instell.
Bestandsserver verw.
Bindery-instell.
Aangezien u meerdere Novell-servers kunt instellen om afdruktaken van de EX7750 te verwerken, wordt hiervoor een aanvullend menu weergegeven. Dit zijn de opties:
•Bestandsservr toev.—Hiermee maakt u een nieuwe bestandsserververbinding met
de EX7750. U kunt maximaal acht van deze bestandsserververbindingen instellen. Nadat u een nieuwe server hebt toegevoegd, keert u terug naar het menu Bindery-instell. en kunt u desgewenst een andere server instellen.
•Serverlijstweergave—Hiermee geeft u de lijst weer met bestandsservers die al zijn
geselecteerd voor communicatie met de EX7750.
•Verbinding bewerken—Hiermee kunt u een andere NetWare-afdrukserver kiezen
voor afdrukken naar de EX7750.
•Bestandsserver verw.—Hiermee verbreekt u de verbinding van de EX7750 met een
bestandsserver waarmee die momenteel is verbonden. Verwijder een bestandsserver wanneer u het aantal verbindingen met de EX7750 wilt beperken, of wanneer u de verbinding wilt toewijzen aan een andere NetWare-bestandsserver.
•Bindery-inst. afsl.—Hiermee sluit u de Bindery-instellingen af nadat u alle servers
hebt toegevoegd, een lijst met bestandsservers hebt bekeken of een bestandsserver uit de lijst hebt verwijderd.
OPMERKING: Als u van gedachten verandert over menu’s die u hebt geselecteerd, kunt u
met de menuknop de wijzigingen annuleren en terugkeren naar het hoofdmenu van Bindery-instell. Als u alle wijzigingen ongedaan wilt maken, sluit u Netwerkinstellingen af en selecteert u Nee wanneer wordt gevraagd of u de wijzigingen wilt opslaan.
Page 92
4
Netwerkinstellingen
Service-instell. PServer-instell. Bindery-instell.
4-32 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
Bestandsservr toev.
Met deze optie kunt u op twee manieren een Novell NetWare-bestandsserver toevoegen.
Bestandsserver selecteren Uit lijst/Zoeken op naam [Uit lijst]
U kunt de bestandsserver selecteren in een lijst waarin u kunt bladeren, maar u kunt ook op naam zoeken. Kies Uit lijst als uw netwerk niet veel bestandsservers heeft. Selecteer Zoeken op naam als er zo veel bestandsservers zijn dat bladeren door de lijst lang zou duren.
Als u Uit lijst hebt gekozen: Als u Zoeken op naam hebt gekozen:
Server toevoegen
Lijst met alle servers
De EX7750 krijgt een lijst met NetWare-bestandsservers door het IPX-netwerk te doorzoeken. Selecteer met de pijl-omhoog en pijl-omlaag een NetWare-bestandsserver in de lijst. Kies de server waarop u een afdrukserver en een afdrukwachtrij hebt geconfigureerd om afdruktaken van de EX7750 te verwerken.
Nadat u een bestandsserver hebt gekozen, probeert de EX7750 zich meteen aan te melden als gastgebruiker zonder wachtwoord. Als dat lukt, wordt de optie NetWare-afdrukserver gekozen.
Als u probeert een bestandsserver toe te voegen, terwijl alle EX7750-verbindingen al worden gebruikt, wordt u gevraagd een bestandsserver te verwijderen (zie
“Bestandsserver verwijderen” op pagina 4-35).
Eerste letters van servernaam invoeren
Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om de beginletters in te voeren van de naam van de bestandsserver die u wilt gebruiken, en kies OK.
Server toevoegen
Lijst met servers die overeenkomen met de zoekcriteria
Deze optie wordt weergegeven als u letters hebt ingevoerd om te zoeken. Schuif door de lijst naar de gewenste server om deze te selecteren.
Page 93
4-33 Opties voor netwerkinstellingen
4
Aanmelden bestandsserver beheerder/supervisor/Aanmeldnaam opgeven [supervisor]
Deze optie wordt alleen weergegeven als er een wachtwoord nodig is voor aanmelding, als er geen gastaccount is of als er beperkingen gelden voor de gastaccount. Kies de optie Aanmeldnaam opgeven als u uw eigen aanmeldnaam en wachtwoord wilt invoeren, of u wilt aanmelden als een guest (gastgebruiker). Kies de optie Beheerder of Supervisor als u deze rechten hebt.
Aanmeldnaam opgeven [guest]
Deze en de volgende optie verschijnen alleen als u Aanmeldnaam opgeven hebt geselecteerd voor Aanmeld. best.server. Voer uw aanmeldnaam in of selecteer guest. Geef uw wachtwoord voor de bestandsserver op
Geef uw wachtwoord voor de bestandsserver op
Voer het wachtwoord voor aanmelding bij uw NetWare-bestandsserver in.
NetWare-afdrukserver
Naam afdrukserver
Selecteer de naam van de afdrukserver die u hebt geconfigureerd in de NetWare-hulpprogramma’s. Deze afdrukserver routeert afdruktaken naar de EX7750 vanaf computers op IPX-netwerken.
Geef uw wachtwoord voor de afdrukserver op
Deze optie wordt alleen weergegeven als de NetWare-afdrukserver zo is ingesteld dat u zich moet aanmelden met een wachtwoord. Voer het wachtwoord voor de afdrukserver in.
OPMERKING: Het wachtwoord voor de afdrukserver moet 19 of minder alfanumerieke
tekens tellen. Als het langer is, kunt u geen verbinding maken met de server.
Kies nogmaals Server toevoegen totdat alle NetWare-bestandsservers zijn verbonden die u hebt geconfigureerd voor afdrukken naar de EX7750. Wanneer u alle IPX-bestandsservers hebt toegevoegd, kiest u Bindery-inst. afsl.
Page 94
4
Netwerkinstellingen
Service-instell. PServer-instell.
Bindery-instell.
Netwerkinstellingen
Service-instell. PServer-instell.
Bindery-instell.
4-34 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
Serverlijstweergave
Ondersteunde servers
Met deze optie kunt u de lijst opvragen met bestandsservers die momenteel zijn verbonden met de EX7750. Dat zijn alle servers die u hebt toegevoegd onder Bindery-instell. U wordt gewaarschuwd als er geen servers zijn. Wanneer u op OK klikt, keert u terug naar het menu Bindery-instell.
Verbinding bewerken
U hebt op elke verbonden NetWare-bestandsserver een afdrukserver opgegeven voor de verwerking van EX7750-afdruktaken. Gebruik deze optie om een andere afdrukserver toe te wijzen aan de EX7750.
Bestandsserver sel.
Naam bestandsserver
Kies in de lijst met verbonden NetWare-bestandsservers de bestandsserver waarvoor u een andere afdrukserver wilt kiezen.
NetWare-afdrukserver
Lijst met afdrukservers op geselecteerde bestandsserver
Kies de naam van de afdrukserver die u wilt gebruiken. Dat is de afdrukserver die afdruktaken naar de EX7750 routeert vanaf computers in IPX-netwerken.
Als u van gedachten verandert, drukt u op de menuknop om naar het menu Bindery-instell. terug te keren zonder wijzigingen aan te brengen.
Page 95
4
Netwerkinstellingen
Service-instell. PServer-instell.
Bindery-instell.
4-35 Opties voor netwerkinstellingen
Geef uw wachtw. voor de afdrukserver op
Deze optie wordt alleen weergegeven als de NetWare-afdrukserver met een wachtwoord is beveiligd. Voer het wachtwoord voor de afdrukserver in.
Het menu Bindery-instell. verschijnt opnieuw. U kunt andere verbindingen bewerken, een andere optie van Bindery-instell. kiezen of Bindery-instellingen afsluiten kiezen.
Bestandsserver verwijderen
Ondersteuning verwijderen voor
Naam bestandsserver
Met deze optie kunt u een NetWare-bestandsserver selecteren in een lijst met verbonden bestandsservers en de verbinding ermee verwijderen. U wordt gewaarschuwd dat u de verbinding hebt verwijderd. Vervolgens wordt het menu Bindery-instellingen. opnieuw weergegeven. Als u van gedachten verandert en geen bestandsservers wilt verwijderen, drukt u op de menuknop.
Netwerkinstellingen
Service-instell. PServer-instell. Bindery-instell.
U kunt een andere optie van Bindery-instellingen kiezen, bijvoorbeeld om een andere bestandsserver toe te voegen, of Bindery-instellingen afsluiten kiezen en verdergaan om het navraaginterval in te stellen.
Bindery-inst. afsl.
Kies Bindery-instellingen afsluiten nadat u een lijst met IPX-bestandsservers hebt bekeken, een bestandsserver uit de lijst hebt verwijderd of alle geconfigureerde NetWare-bestandsservers hebt geconfigureerd. Nadat u Bindery-instellingen afsluiten hebt geselecteerd, keert u terug naar het menu PServer-instellingen.
Page 96
4
Netwerkinstellingen
Service-instell. PServer-instellingen
4-36 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
Navraaginterval opties
Navraaginterval
U kunt, ongeacht of u NDS- of Bindery-services gebruikt, de optie Navraaginterval kiezen in het hoofdmenu PServer-instell. Als u het interval niet wijzigt, wordt de standaardwaarde van vijftien seconden gebruikt.
Navraaginterval Netware-serv (sec.) 1–3600 [15]
Geef het interval in seconden op dat de EX7750 met de Novell-afdrukserver communiceert om te bepalen of er afdruktaken wachten.
OPMERKING: Als u een kort interval selecteert, neemt het netwerkverkeer toe. Hierdoor
kunnen andere netwerktaken worden vertraagd.
Windows-instellingen opties
Netwerkinstellingen
Service-instell.
Windows-instell.
Windows-afdrukken inschakelen Ja/Nee [Ja]
Als u Windows-afdrukken inschakelt, schakelt u SMB (Server Message Block) in, het ingebouwde protocol voor bestands- en printerdeling van Windows. Als SMB is ingeschakeld, kan de EX7750 worden gekozen in het netwerk, zodat Windows-clients kunnen afdrukken naar een bepaalde afdrukverbinding op de EX7750 (zoals blokkeringswachtrij, afdrukwachtrij of directe verbinding) zonder dat daarvoor andere netwerksoftware nodig is. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor meer informatie over het instellen van een
Windows-computer voor Windows-afdrukken. Windows-afdrukken werkt via TCP/IP, dus u moet TCP/IP configureren op de EX7750 en op alle werkstations die Windows-afdrukken gebruiken.
Page 97
4-37 Opties voor netwerkinstellingen
4
Autom. Configuratie Gebruiken Ja/Nee [Ja]
Deze optie wordt alleen weergegeven als u DHCP of BOOTP hebt gekozen als het protocol voor het automatisch ophalen van een IP-adres voor de EX7750.
Kies Ja als u de EX7750 automatisch een IP-adres wilt laten verkrijgen via een WINS-naamserver. Nadat u een keuze hebt gemaakt, gaat u verder naar de optie Stuurprogramma’s Aanwijzen&Afdrukken.
Kies Nee om door te gaan naar de optie WINS-naamserver gebruiken, waar u opgeeft of een WINS-naamserver moet worden gebruikt, en naar de optie WINS IP-adres, waar u het IP-adres opgeeft.
WINS-naamserver gebruiken Ja/Nee [Nee]
Selecteer deze optie als u een WINS-naamserver wilt gebruiken. Rondzendingen vanaf SMB-apparaten kunnen zonder een WINS-naamserver niet worden gerouteerd. Het instellen van de WINS-naamserver valt buiten het bestek van deze handleiding. Vraag de netwerkbeheerder of een naamserver beschikbaar is in het netwerk.
WINS IP-adres [127.0.0.1]
Deze optie wordt alleen weergegeven als u Ja kiest voor WINS-naamserver. Wijzig het standaardadres in het juiste IP-adres voor de WINS-naamserver. De netwerkbeheerder kan u het juiste adres geven.
Stuurprogramma’s Aanwijzen&Afdrukken PS/PCL [PS]
Selecteer het type printerstuurprogramma dat moet worden gedownload wanneer een printer is geïnstalleerd op externe werkstations via Windows-afdrukken.
Servernaam
Standaardnaam
De servernaam is de naam die in het netwerk wordt weergegeven voor toegang tot de EX7750 via SMB. De standaardnaam is dezelfde naam als de servernaam die is toegewezen in Serverinstellingen (zie“Opties voor serverinstellingen” op pagina 4-13).
Page 98
4-38 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
4
Servercommentaar
Servercommentaar (facultatief) kan informatie over de printer bevatten. Dit commentaar wordt weergegeven in de eigenschappen van de EX7750 in Netwerkomgeving en kan uit maximaal 15 tekens bestaan.
Domeinnaam instellen Selecteren uit lijst/Handmatig opgeven [Selecteren uit lijst]
Deze optie biedt twee mogelijkheden om de werkgroep of het domein op te geven waarin de EX7750 moet worden weergegeven.
Als u Selecteren uit lijst hebt gekozen: Als u Handmatig opgeven hebt gekozen:
Domein kiezen
Lijst met domeinen
Selecteer de werkgroep of het domein in de lijst.
Werkgroep of domein
Voer de naam in van de werkgroep of het domein. Zie “Soorten Setup-schermen” op pagina 4-11 voor meer informatie over het invoeren van tekst en tekens.
Netwerkinstellingen Service-instell. Web Services instellen
Web Services-inst.
Web Services insch. Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja om de WebTools beschikbaar te maken voor de gebruikers (zie “De
EX7750 en clients configureren voor WebTools” op pagina 6-1). TCP/IP moet
zijn ingeschakeld op de EX7750 en op werkstations van gebruikers.
Voor elke gebruiker zijn een webbrowser met Java-ondersteuning en een geldig IP-adres of een geldige DNS-hostnaam vereist. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor meer informatie over het kiezen van de browser
en de vereisten voor de computer.
Page 99
4
Netwerkinstellingen
Service-instell.
IPP-instellingen
Netwerkinstellingen
Service-instell.
Poort 9100-instell.
4-39 Opties voor netwerkinstellingen
IPP-instellingen
IPP inschakelen Ja/Nee [Ja]
Selecteer Ja als u afdrukken met het Internet Printing Protocol (IPP) wilt inschakelen. U moet Web Services inschakelen. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor meer informatie over het instellen van gebruikerscomputers
om IPP-afdrukken te gebruiken.
Poort 9100-instell.
Poort 9100 inschak. Ja/Nee [Ja]
Met deze optie kunnen toepassingen een TCP/IP-socket naar de EX7750 openen op Poort 9100 om een afdruktaak te downloaden.
Poort 9100-wachtrij Direct/Afdrukwachtrij/Blokkeringswachtrij [Afdrukwachtrij]
Geef de EX7750-afdrukverbinding op voor het downloaden van taken naar Poort
9100. Alleen de afdrukverbindingen die u hebt ingeschakeld in Printerinstellingen, zijn beschikbaar.
Page 100
4
Netwerkinstellingen
Service-instell.
E-mail-instelling
4-40 Setup uitvoeren vanaf het Bedieningspaneel
E-mail-instelling
E-mailservices inschakelen Ja/Nee/Instellingen herst. [Nee]
Deze optie zorgt ervoor dat de EX7750 e-mail kan gebruiken als een communicatiemiddel voor allerlei doeleinden. De EX7750 fungeert als een berichtenservice tussen de printer en de e-mailontvanger. Als u Ja kiest, kan ook een e-maillogboek worden afgedrukt. Kies de optie Instellingen herst. om de vorige instellingen terug te zetten.
Afdrukken via e-mail inschakelen Ja/Nee [Nee]
Kies Ja als u afdrukken en scannen via e-mail wilt inschakelen..
Verzendserver [127.0.0.1] [naam mailserver]
Geef het IP-adres op van de server (SMTP) in het netwerk die de uitgaande e-mail verwerkt.
U kunt maximaal 19 tekens invoeren.
Ontvangstserver [127.0.0.1] [naam mailserver]
Geef het IP-adres op van de server (POP3/IMAP) in het netwerk die de inkomende e-mail verwerkt.
U kunt maximaal 19 tekens invoeren.
Servertype POP3/IMAP [POP3]
Kies het type e-mailserver.
Loading...