De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, geldt voor alle materialen en vormen van informatie die
momenteel wettelijk zijn erkend als vallend onder het auteursrecht of die in het navolgende als zodanig worden aangemerkt,
inclusief, maar niet beperkt tot materiaal dat wordt gegenereerd door softwareprogramma's die op het scherm worden
weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, schermweergaven, enzovoort.
®
XEROX
, CentreDirect®, CentreWare®, FinePoint™, Phaser®, PhaserSMART®, PrintingScout® en Walk-Up® zijn
handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Reader®, Adobe Type Manager®, ATM™, Flash®, Macromedia®, Photoshop® en PostScript® zijn handelsmerken van
Adobe
Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
®
, AppleTalk®, Bonjour®, ColorSync®, EtherTalk®, LaserWriter®, LocalTalk®, Macintosh®, Mac OS® en TrueType® zijn
Apple
handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
®
HP-GL
, HP-UX® en PCL® zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
®
en AIX® zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
IBM
landen.
®
Microsoft
, Vista™, Windows® en Windows Server™ zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
®
, NetWare®, NDPS®, NDS®, Novell Directory Services®, IPX™ en Novell Distributed Print Services™ zijn
Novell
handelsmerken van Novell, Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
SM
, Sun Microsystems™ en Solaris™ zijn handelsmerken van Sun Microsystems, Incorporated in de Verenigde Staten en/of
Sun
andere landen.
®
is een handelsmerk van SWOP, Inc.
SWOP
®
is een handelsmerk in de Verenigde Staten en andere landen, waarvoor een exclusieve licentie is verleend door
UNIX
X/Open Company Limited.
NERGY STAR
Als E
E
NERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik. De naam en het logo van ENERGY STAR zijn gedeponeerde merken in de
®
-partner heeft Xerox Corporation vastgesteld dat dit product met S-configuratie voldoet aan de
Verenigde Staten.
®
Gegenereerde PANTONE
-kleuren komen mogelijk niet overeen met PANTONE-geïdentificeerde normen. Raadpleeg de
In de volgende tabel vindt u een groot aantal Xerox-printerstuurprogrammafuncties die voor
de verschillende besturingssystemen beschikbaar zijn. Dit gedeelte bevat meer informatie over
deze functies en informatie over hoe u de functie in het stuurprogramma kunt selecteren.
Windows
Functie
Vista, 2000,
XP, Server
2003
Macintosh
OS X, versie
10.3 en 10.4
Macintosh
OS X, versie
10.5
Welk papier moet ik gebruiken?
(pagina 1-4)
Pagina's per vel (pagina 1-5)
Brochures afdrukken (pagina 1-6)
Kleurcorrectie (pagina 1-8)
Zwart-wit afdrukken (pagina 1-12)
Scheidingsvellen (pagina 1-13)
Voorbladen (pagina 1-14)
Schalen (pagina 1-16)
Watermerken (pagina 1-17)
Spiegelafbeeldingen (pagina 1-19)
Aangepaste formaten (pagina 1-20)
Bericht 'Taak voltooid' (pagina 1-21)
Beveiligd afdrukken (pagina 1-22)
Testafdruk (pagina 1-22)
Persoonlijke afdruk (pagina 1-22)
●● ●
●● ●
●● ●
●● ●
●● ●
●● ●
●● ●
●● ●
●
1
●
●● ●
❍❍ ❍
■■ ■
■■ ■
■■ ■
Gedeelde opgeslagen afdruk (pagina 1-22)
Persoonlijke opgeslagen afdrukken
■■ ■
■■ ■
(pagina 1-22)
Opgeslagen Afdrukken met-taken
❍❍ ❍
(pagina 1-22)
1 = Alleen PostScript
● = Ondersteunde functie
■ = Alleen beschikbaar met een vaste schijf
❍ = Alleen beschikbaar als de printer via een netwerk is aangesloten op de computer.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-2
Page 8
Functies van printerstuurprogramma's
Opmerking: Ga naar de Xerox-website Drivers & Downloads voor de nieuwste
Als u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u de printer automatisch het papier laten
selecteren, gebaseerd op het door u geselecteerde documentformaat en papiertype. Ook kunt u
de printer opdracht geven papier uit een bepaalde lade te gebruiken.
Het te gebruiken papier vanuit een ondersteund stuurprogramma selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
Bij Papier vindt u het papier dat voor de afdruktaak moet worden
gebruikt.
2. Als u het papier wilt wijzigen, klikt u op de knop aan de rechterkant
van het overzicht om het vervolgkeuzemenu voor de papierselectie
weer te geven.
■ Als u een lade wilt opgeven, selecteert u de lade in het menu
Selecteren per lade.
■ Als u een papiersoort wilt opgeven, selecteert u de soort in het
menu Andere soort.
■ Geef een papierformaat aan door de menu-optie Ander formaat
te selecteren en vervolgens Papierformaat afdruk in het
dialoogvenster Papierformaat.
Mac OS
X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Kies Papierinvoer in het dialoogvenster Druk af.
2. In de vervolgkeuzelijst Alle pagina's uit klikt u op
Automatische selectie. Het systeem selecteert het te gebruiken
papier op basis van de instellingen van de toepassing. Ook kunt u
zelf een bepaalde papiersoort of -lade selecteren.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-4
Page 10
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X
op één)
Als u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel
papier afdrukken. U kunt één, twee, vier, zes, negen of zestien pagina's per zijde afdrukken.
12
43
Ga als volgt te werk als u in een ondersteund stuurprogramma meerdere pagina's op één vel
papier wilt afdrukken:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger 1. Selecteer het tabblad Opmaak/watermerk.
2. Selecteer de optie Pagina's per vel (N op 1).
3. Klik op de knop voor het aantal pagina's dat u op één zijde wilt
afdrukken.
Mac OS
X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Kies Indeling in het dialoogvenster Druk af.
2. Selecteer het aantal Pagina's per vel en de Indelingsrichting.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-5
Page 11
Brochures afdrukken
Brochures afdrukken
Met de voorziening voor dubbelzijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een
kleine brochure afdrukken. U kunt brochures afdrukken op elk papierformaat dat wordt
ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken (duplex). Het stuurprogramma verkleint elk
paginabeeld automatisch en drukt vier pagina's per vel af (aan iedere zijde twee pagina's). De
pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u deze kunt vouwen en nieten om een
brochure te maken.
Bij het afdrukken van brochures kunt u in ondersteunde stuurprogramma's tevens de
verschuiving en bindrug instellen.
■Verschuiving: specificeert hoeveel de paginabeelden naar buiten verschoven worden (in
stappen van 0,1 punt). Dit compenseert voor de dikte van het gevouwen papier, waardoor
het beeld op de pagina anders enigszins naar buiten verschuift wanneer het papier wordt
gevouwen. U kunt een waarde van nul t/m 1,0 punten opgeven.
■Rugmarge: specificeert de horizontale afstand (in punten) tussen de paginabeelden. Een
punt is 0,35 mm.
VerschuivingRugmarge
In sommige stuurprogramma's zijn de volgende extra opties voor het afdrukken van brochures
beschikbaar:
■Paginakaders tekenen: er wordt een kader rond elke pagina afgedrukt.
■Bestemmingspapierformaat: bepaalt het papierformaat voor de brochure.
■Rechts naar links: draait de volgorde van de pagina's in de brochure om.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-6
Page 12
Een brochure afdrukken in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Opmaak/watermerk.
2. Selecteer het tabblad Katernopmaak.
Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt, klikt u op de knop
Katernopties om de verschuiving en bindrug op te geven.
3. Selecteer, indien gewenst, Paginaranden tekenen in de
vervolgkeuzelijst.
Brochures afdrukken
Mac OS
X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Selecteer in het dialoogvenster Afwerkopties de optie Brochure
afdrukken inschakelen.
2. Specificeer desgewenst de verschuiving en rugmarge.
3. Specificeer desgewenst het papierformaat in de vervolgkeuzelijst
Bestemmingspapierformaat.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-7
Page 13
Kleurcorrecties gebruiken
Kleurcorrecties gebruiken
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Aanvullende kleurcorrecties maken op pagina 1-9
■Automatische kleurcorrectie aanpassen op pagina 1-10
De opties van Kleurcorrectie bieden simulaties van verschillende kleurenapparaten.
Automatisch is de standaardcorrectie voor algemene beeldverwerking. Zie de volgende tabel
om te bepalen welke optie u wilt gebruiken.
Kleurcorrectie Beschrijving
AutomatischPast de beste kleurcorrectie toe op elk grafisch
element: tekst, afbeeldingen en foto's.
KantoorkleursRGB-weergaveBenadert de kleuren op een CRT-computerscherm.
sRGB levendigProduceert helderdere, meer verzadigde kleuren dan
sRGB-weergave.
LCD-schermBenadert de kleuren op een LCD-computerscherm.
Overeenkomend
met drukpers
GeenPast geen kleurcorrectie toe. Gebruik dit bij andere
Zwart-witConverteert alle kleuren in zwart-wit of grijstinten.
Instelling van
bedieningspaneel
van printer
gebruiken
SWOP-afdrukKomt overeen met Specifications for Web Offset
Publications (specificaties voor weboffsetpublicaties).
Euroscale-afdrukKomt overeen met de specificatie voor FOGRA
glanzend papier.
Commerciële
afdruk
SNAP-afdrukKomt overeen met de specificaties voor de productie
Japan ColorVoldoet aan de Japan Color 2001-specificaties.
ISO gecoatKomt overeen met de FOGRA 27L-specificaties.
ISO niet-gecoatKomt overeen met de FOGRA 29L-specificaties.
Benadert de Amerikaanse doelwaarde voor
commerciële afdrukken.
van krantenadvertenties.
kleurbeheerhulpmiddelen, zoals ICC-profielen
(International Color Consortium), ColorSync of de
PA NT ON E
De kleurcorrectie die in de printer is ingesteld
gebruiken. De kleurcorrectie kan op de printer worden
ingesteld met behulp van het bedieningspaneel of met
de CentreWare-software (indien beschikbaar).
®
-kleurenkaart voor uw printer.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-8
Page 14
De kleurcorrectie opgeven in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Kleurcorrecties gebruiken
Windows 2000 of
hoger PostScriptstuurprogramma
Mac OS X versie 10.3
en hoger
1. Selecteer het tabblad Kleuropties.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie. Sommige kleurcorrecties staan
onder Kantoorkleur, waaronder Geen, Zwart/wit en Instelling van
bedieningspaneel van printer gebruiken of Overeenkomend met
drukpers.
1. In het dialoogvenster Druk af, selecteert u de optie Afdrukkwaliteit in
de vervolgkeuzelijst.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie in de vervolgkeuzelijst
Kleurcorrectie.
Aanvullende kleurcorrecties maken
Als u voor uw taak aanvullende kleuraanpassingen wilt maken, kunt u de volgende
schuifregelaars gebruiken in een ondersteund stuurprogramma:
■Helderheid: verplaats de schuif naar rechts voor een helderder beeld, of naar links om de
kleuren in uw afdrukopdracht donkerder te maken. (Wit blijft wit en zwart blijft zwart.)
■Verzadiging: verplaats de schuif naar rechts voor een hogere mate van verzadiging, of
naar links om de kleurintensiteit te verlagen zonder de donkerheid te veranderen.
■Contrast: verplaats de schuif naar rechts voor een hoger contrast, of naar links voor een
lager contrast. Als het contrast hoger is, worden verzadigde kleuren meer verzadigd,
donkere kleuren donkerder en lichtere kleuren witter.
■Cyaan/rood: verplaats de schuif om de kleurvariatie tussen cyaan en rood te wijzigen. Als
u cyaan verhoogt, wordt er minder rood gebruikt (de tegenkleur ervan) en andersom.
■Magenta/groen: verplaats de schuif om de kleurvariatie tussen magenta en groen te
wijzigen. Als u magenta verhoogt, wordt er minder groen gebruikt (de tegenkleur ervan)
en andersom.
■Geel/blauw: verplaats de schuif om de kleurvariatie tussen geel en blauw te wijzigen. Als
u geel verhoogt, wordt er minder blauw gebruikt (de tegenkleur ervan) en andersom.
Opmerking: Schakel het selectievakje Toepassen op CMYK in het stuurprogramma in als u
de kleurinstellingen ook wilt toepassen als de kleurcorrecties Overeenkomend met drukpers
worden gebruikt.
Terwijl u de schuifinstellingen verplaatst, verandert het voorbeeld. Als u de aanpassingen wilt
bijhouden, schakelt u het selectievakje Kleurinstellingen afdrukken op pagina in, zodat de
bestandsnaam, afdrukkwaliteitmodus en kleurinstellingen voor de taak aan de rand van de
pagina worden afgedrukt.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-9
Page 15
De kleur in uw taak via een ondersteund stuurprogramma aanpassen:
BesturingssysteemProcedure
Kleurcorrecties gebruiken
Windows 2000 of hoger
PostScript-stuurprogramma
Mac OS X versie 10.3 en
hoger
1. Selecteer het tabblad Kleuropties.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie.
3. Klik, indien gewenst, op de toets Meer kleuraanpassingen om
het dialoogvenster Meer kleuraanpassingen te openen.
4. Breng de gewenste wijzigingen aan met gebruik van de
schuifinstellingen.
5. Selecteer Toepassen op CMYK, indien gewenst.
6. Klik op OK om uw wijzigingen in het dialoogvenster Meer
kleuraanpassingen op te slaan.
1. In het dialoogvenster Druk af, selecteert u de optie
Afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie.
3. Selecteer indien gewenst Kleurinstellingen afdrukken op
pagina.
4. Klik op de toets Meer opties om het dialoogvenster
Kleuraanpassingen te openen.
5. Breng de gewenste wijzigingen aan met gebruik van de
schuifinstellingen.
6. Selecteer Toepassen op CMYK, indien gewenst.
7. Klik op OK om uw wijzigingen in het dialoogvenster
Kleuraanpassingen op te slaan.
Automatische kleurcorrectie aanpassen
Met de optie Automatische kleurcorrectie wordt een optimale kleurcorrectie op ieder element
toegepast (tekst, grafische afbeeldingen en beelden). Indien gewenst kunt u de kleurtabel
selecteren die voor deze elementen in uw taken wordt gebruikt.
U kunt RGB-kleuren, CMYK-kleuren en steunkleuren aanpassen, zoals in de volgende tabel te
zien is:
Aangepaste automatische
kleurBeschrijving
KantoorkleurBestuurt de RGB-kleuraanpassingen
Overeenkomend met drukpersBestuurt de CMYK-kleuraanpassingen
SteunkleurBestuurt steunkleurovereenkomst
Opmerking: Het tabblad Steunkleur bevat een optie waarmee de printer steunkleuren kan
beheren.
Selecteer Automatisch of klik op de toets Opnieuw instellen als u de standaardkleurtabel, die
bij een bepaald element hoort, wilt gebruiken.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-10
Page 16
Kleurcorrecties gebruiken
In bepaalde gevallen kunt u desgewenst extra kleuraanpassingen toepassen op helderheid,
verzadiging, contrast en op de kleurvariaties cyaan/rood, magenta/groen en geel/blauw, die in
een bepaald element zijn gebruikt.
De Automatische kleurcorrectie aanpassen in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger
PostScript-stuurprogramma
Mac OS X versie 10.3 en
hoger
1. Selecteer het tabblad Kleuropties.
2. Selecteer de optie Automatische kleur.
3. Selecteer Aangepast in de vervolgkeuzelijst om het
dialoogvenster Aangepaste automatische kleur te openen.
4. In de tabbladen Kantoorkleur, Komt overeen met drukpers en
Steunkleur van het dialoogvenster brengt u de gewenste
wijzigingen aan in de selecties van de vervolgkeuzelijsten
Tekst & lijnillustraties en Afbeeldingen.
5. Als er meer wijzigingen aan een bepaald onderdeel moeten
worden gemaakt, klikt u op de toets Meer kleuraanpassingen,
wijzigt u de schuifinstellingen in het dialoogvenster Meer
kleuraanpassingen en klikt u tot slot op OK.
6. Klik op OK om uw wijzigingen in het dialoogvenster Aangepaste
automatische kleur op te slaan.
1. In het dialoogvenster Druk af selecteert u de optie
Afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst.
2. Selecteer Automatisch in de vervolgkeuzelijst Kleurcorrectie.
3. Klik op Automatische kleurinstellingen.
4. In de tabbladen Kantoorkleur, Komt overeen met drukpers en
Steunkleur brengt u de gewenste wijzigingen aan in de selecties van de vervolgkeuzelijsten Tekst en grafische afbeeldingen en
Beelden.
5. Als er meer wijzigingen aan een bepaald onderdeel moeten
worden gemaakt, klikt u op de toets Meer opties, wijzigt u de
schuifinstellingen in het dialoogvenster Kleuraanpassingen en
klikt u tot slot op OK.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-11
Page 17
Afdrukken in zwart-wit
Afdrukken in zwart-wit
Als u wilt afdrukken in zwart/wit en grijstinten, selecteert u Zwart/wit in een ondersteund
stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger
PostScript-stuurprogramma
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Selecteer het tabblad Kleuropties.
2. Selecteer de optie Kantoorkleur.
3. Selecteer Zwart/wit in de vervolgkeuzelijst.
1. In het dialoogvenster Druk af selecteert u in de
vervolgkeuzelijst de optie Afdrukkwaliteit.
2. Selecteer Zwart-wit in de vervolgkeuzelijst Kleurcorrectie.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-12
Page 18
Scheidingsvellen afdrukken
Scheidingsvellen afdrukken
U kunt een scheidingsvel (deelpagina of tussenvel) na een afdruktaak, tussen exemplaren van
een afdruktaak of tussen de afzonderlijke pagina's van een afdruktaak invoegen. Geef de lade
op die als bron voor de scheidingsvellen moet worden gebruikt.
Scheidingsvellen opgeven in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Klik op de toets rechts van het overzicht Papier en selecteer
Scheidingsvellen in de vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer de te gebruiken optie en lade in het dialoogvenster
Scheidingsvellen.
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. In het dialoogvenster Druk af selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Printerfuncties.
2. Selecteer onder Papierinvoeropties de lade die u voor de
deelpagina's wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Papierbron
laatste pagina.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-13
Page 19
Voorbladen afdrukken
Voorbladen afdrukken
Een voorblad is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt op de printer voor het
voorblad een andere papierbron selecteren dan voor de resterende pagina's van een document.
Gebruik bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een
document of karton voor de eerste en laatste pagina van een rapport.
■U kunt elke willekeurige geschikte lade gebruiken als bron voor het afdrukken van
voorbladen.
■Controleer of het voorblad hetzelfde formaat heeft als het papier dat u voor de overige
pagina's van het document gebruikt. Als u in het stuurprogramma een ander formaat
opgeeft dan het formaat van het papier in de lade die u als bron voor de voorbladen
selecteert, worden de voorbladen op hetzelfde papier afgedrukt als de resterende pagina's
van het document.
U heeft meerdere keuzemogelijkheden voor voorbladen:
■Geen: drukt de eerste en laatste pagina's van uw document af vanuit dezelfde lade als de
rest van uw document.
■Alleen eerste pagina: hiermee drukt u de eerste pagina af op papier uit de opgegeven lade.
■Eerste en laatste pagina's: hiermee drukt u de eerste en laatste pagina af op papier uit de
opgegeven lade.
VoorbladAfdrukoptiePagina's afgedrukt op voorblad
EersteEnkelzijdig afdrukkenPagina 1
Dubbelzijdig afdrukkenPagina 1 en 2
LaatsteEnkelzijdig afdrukkenLaatste pagina
Dubbelzijdig afdrukken
(oneven pagina's)
Dubbelzijdig afdrukken
(even pagina's)
Laatste pagina
Laatste twee pagina's
Als bij dubbelzijdig afdrukken niet mag worden afgedrukt op de achterzijde van het
voorste dekblad, moet pagina twee van uw document blanco zijn. Als niet mag worden
afgedrukt op het achterste dekblad van uw document, raadpleegt u de volgende tabel voor
het invoegen van lege pagina's.
AfdrukoptieLaatste pagina met tekstLege pagina's
Enkelzijdig afdrukkenVoeg één lege pagina toe aan het einde
van het document.
Dubbelzijdig
afdrukken
OnevenVoeg twee lege pagina's toe aan het
einde van het document.
EvenVoeg één lege pagina toe aan het einde
van het document.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-14
Page 20
Voorbladen afdrukken
Ga als volgt te werk als u voorbladen in een ondersteund stuurprogramma wilt selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger 1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Klik op de toets rechts van het overzicht Papier en selecteer
Omslagen.
3. Selecteer de te gebruiken optie en lade in het dialoogvenster
Omslagen.
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Kies Papierinvoer in het dialoogvenster Druk af.
2. Selecteer Eerste pagina uit en kies dan de lade die u voor de
voorbladen wilt gebruiken.
3. Selecteer onder Papierinvoeropties de lade die u voor de
voorbladen wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Papierbron
laatste pagina.
Opmerking: Voor brochures moet het voorblad worden geselecteerd
als Papierbron laatste pagina.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-15
Page 21
Schalen
Schalen
U kunt uw paginabeelden bij het afdrukken verkleinen of vergroten door een schalingswaarde
tussen 25 en 400 procent te selecteren. De standaardinstelling is 100 procent.
50%100%200%
Ga als volgt te werk als u de schaal in een ondersteund stuurprogramma wilt selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Klik op de toets rechts van het overzicht Papier en selecteer
Ander formaat of Geavanceerde papierselecties.
3. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Schaalopties.
4. Als u Handmatig aanpassen selecteert, voert u een percentage
in het daarvoor bestemde vakje in.
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Selecteer Archief.
2. Selecteer Pagina-indeling.
3. Geef het percentage op in het vak voor Schalen.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-16
Page 22
Watermerken afdrukken
Watermerken afdrukken
Een watermerk is aanvullende tekst die op een of meerdere pagina's kan worden afgedrukt. Zo
kunt u bijvoorbeeld termen als Concept en Vertrouwelijk, die u op een pagina zou willen
weergeven voordat u het document verspreidt, met een watermerk invoegen.
In sommige Windows-stuurprogramma's kunt u:
■een watermerk maken
■de tekst, kleur, locatie en hoek van een bestaand watermerk bewerken
■een watermerk op de eerste pagina of op alle pagina's van een document plaatsen
■een watermerk op de voorgrond of achtergrond afdrukken, of combineren met de
afdruktaak.
■Een afbeelding als watermerk gebruiken.
■Een tijdstempel als watermerk gebruiken.
Opmerking: Niet alle toepassingen ondersteunen het afdrukken van watermerken.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-17
Page 23
Watermerken afdrukken
Ga als volgt te werk als u watermerken wilt selecteren, maken en bewerken met behulp van
een Windows-stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Opmaak/watermerk.
■ Als u een bestaand watermerk wilt gebruiken, selecteert u dit in
de vervolgkeuzelijst Watermerken.
■ Als u het watermerk wilt bewerken, klikt u op de toets Bewerken
om het dialoogvenster Watermerkeditor te openen.
■ Als u een nieuw watermerk wilt maken, selecteert u Nieuw en
gebruikt u het dialoogvenster Watermerk maken/bewerken.
2. In de vervolgkeuzelijst Opties van Watermerken:
■ Selecteer een optie om het watermerk op de voorgrond of
achtergrond af te drukken of te combineren met de afdruktaak.
■ Selecteer een optie om het watermerk op alle pagina's of alleen
de eerste pagina af te drukken.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-18
Page 24
Spiegelafbeeldingen afdrukken
Spiegelafbeeldingen afdrukken
U kunt pagina's in spiegelbeeld afdrukken (afbeeldingen worden bij het afdrukken horizontaal
omgeslagen).
Spiegelafbeelding in een ondersteund stuurprogramma selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger
PostScript-stuurprogramma
1. Selecteer het tabblad Geavanceerd.
2. Selecteer Ja voor Gespiegelde aflevering.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-19
Page 25
Aangepaste formaten maken en opslaan
Aangepaste formaten maken en opslaan
Phaser 8560MFP/8860MFP-printers kunnen vanuit lade 1 op aangepaste papierformaten
afdrukken. De instellingen voor aangepast papierformaat kunnen in een ondersteund
printerstuurprogramma worden opgeslagen. Deze aangepaste formaten worden in het
besturingssysteem van uw computer opgeslagen, zodat u deze kunt selecteren in de
toepassingen die u gebruikt.
Opmerking: Voor meer informatie over het plaatsen van en afdrukken op aangepaste
papierformaten, raadpleegt u Afdrukken - Basis in de Gebruikershandleiding op:
2. Klik op de toets rechts van het overzicht Papier en selecteer
Ander formaat.
3. In het dialoogvenster Papierformaatinstellingen, selecteert u
Nieuw in de vervolgkeuzelijst Papierformaat afdruk.
4. In het dialoogvenster Nieuw Aangepast formaat voert u een
beschrijvende naam in het vak Naam in en de afmetingen in de
vakken Breedte en Hoogte.
5. Klik op de knop OK.
1. Selecteer Pagina-instelling in het menu Archief.
2. Selecteer de printer Phaser 8860MFP.
3. In de vervolgkeuzelijst Papierformaat selecteert u Beheer
aangepaste formaten.
4. Klik op de toets + als u een nieuw aangepast formaat wilt
toevoegen.
5. Geef een beschrijvende naam op voor het aangepaste
paginaformaat en voer het paginaformaat en de marge-informatie
in.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-20
Page 26
Bericht 'Taak voltooid'
Bericht 'Taak voltooid'
U kunt aangeven of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw taak is afgedrukt. Rechtsonder in
het scherm van uw computer verschijnt een bericht met de naam van de taak en de naam van
de printer waarop de taak is afgedrukt.
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als de printer via een netwerk op de
computer is aangesloten.
Het bericht 'Taak voltooid' inschakelen in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger 1. Klik onderaan een willekeurig tabblad op de knop Meer status.
2. Selecteer in het menu PrintingScout Notify me when job has
completed or failed (Waarschuw mij wanneer de taak is voltooid
of mislukt) of Notify me when job has completed (Waarschuw
mij wanneer de taak is voltooid).
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. Selecteer het deelvenster Probleemoplossing.
2. Schakel het selectievakje Waarschuw mij wanneer de taak is
voltooid in.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-21
Page 27
Speciale taaktypen afdrukken
Speciale taaktypen afdrukken
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Persoonlijke, persoonlijke opgeslagen, beveiligde, test- of opgeslagen testafdruktaken
verzenden op pagina 1-23
■Afdrukken met-taken verzenden op pagina 1-24
■Beveiligde taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-25
■Persoonlijke taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-25
■Testafdruktaken en opgeslagen taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-25
■Persoonlijke opgeslagen taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-26
U kunt een van de volgende speciale taaktypen selecteren als uw printer een vaste schijf heeft:
■Persoonlijke afdruktaak: de taak wordt afgedrukt wanneer u uw gebruikersnaam op het
bedieningspaneel of in CentreWare IS selecteert.
■Beveiligde afdruk: drukt de taak pas af nadat u uw naam heeft geselecteerd en uw
wachtwoord van vier cijfers op het bedieningspaneel heeft ingevoerd.
■Testafdruk: er wordt maar één kopie van de taak afgedrukt, zodat u deze kunt controleren.
Selecteer de taaknaam op het bedieningspaneel als u de extra kopieën wilt afdrukken.
■Gedeelde opgeslagen taak: slaat de taak op de vaste schijf op, zodat u de taak via het
bedieningspaneel kunt afdrukken. De afdruktaak wordt niet verwijderd nadat deze is
afgedrukt.
■Persoonlijke opgeslagen taak: slaat de taak op de vaste schijf op, zodat u de taak kunt
afdrukken wanneer u uw gebruikersnaam selecteert en het wachtwoord van 4 tekens op het
bedieningspaneel invoert. De afdruktaak wordt niet verwijderd nadat deze is afgedrukt.
taken tegelijkertijd met de huidige taak af, waarbij gebruik wordt gemaakt van het aantal
kopieën en de sorteerkenmerken van de huidige taak. De huidige taak wordt na het
afdrukken verwijderd.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-22
Page 28
Speciale taaktypen afdrukken
Persoonlijke, persoonlijke opgeslagen, beveiligde, test- of
opgeslagen testafdruktaken verzenden
Gebruik een ondersteund stuurprogramma om een afdruktaak te specificeren als persoonlijke
afdruktaak, persoonlijke opgeslagen afdruktaak, beveiligde afdruktaak, testafdruktaak of
opgeslagen afdruktaak.
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Selecteer het taaktype bij Opdrachttype.
3. In het dialoogvenster:
■ Voer voor een beveiligde afdruktaak uw wachtwoord van vier
cijfers in.
■ Voer voor testafdrukken en gedeelde opgeslagen afdruktaken
de naam in die u aan deze taak wilt geven.
■ Voer voor een persoonlijke opgeslagen afdruktaak uw
wachtwoord van vier cijfers in en de naam die u aan deze
taak wilt geven.
4. Klik op de knop OK.
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
In het dialoogvenster Druk af selecteert u het taaktype in de
vervolgkeuzelijst Taa ktypen .
■ Voer voor een beveiligde afdruktaak of een persoonlijke
opgeslagen afdruktaak een getal van vier cijfers in, van 0000 tot
en met 9999, in het veld Numeriek wachtwoord.
■ Voer voor een testafdruktaak of een opgeslagen afdruktaak een
documentnaam in van maximaal 20 tekens in het veld
Documentnaam.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-23
Page 29
Speciale taaktypen afdrukken
Afdrukken met-taken verzenden
In een ondersteund stuurprogramma afdruktaken selecteren om tegelijk met de huidige
afdruktaak naar de printer te sturen:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000 of hoger1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Selecteer Afdrukken met bij Opdrachttype.
3. Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken met een persoonlijke
opgeslagen of gedeelde taak uit de lijst aan de linkerkant die
tegelijkertijd met de huidige taak moet worden afgedrukt. Klik
vervolgens op de toets Toevoegen om deze aan de lijst Laatste
opdracht aan de rechterkant toe te voegen.
4. Als u de volgorde van de af te drukken taken wilt veranderen,
selecteert u een taak in de lijst en klikt u op de toets Omhoog
verplaatsen of Omlaag verplaatsen.
5. Klik op de knop OK.
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.3 en hoger)
1. In het dialoogvenster Druk af selecteert u Druk af met in de
vervolgkeuzelijst Opdrachtsoort.
2. Voer een uit vier cijfers bestaand wachtwoord in, van 0000 t/m
9999, in het veld Numeriek wachtwoord en klik op de toets
Stel in.
3. Selecteer een persoonlijke opgeslagen taak of een gedeelde
opgeslagen taak uit de lijst aan de linkerkant die tegelijk met de
huidige taak moet worden afgedrukt en klik dan op de toets
Pijl naar rechts.
4. Als u de volgorde van de af te drukken taken wilt veranderen,
selecteert u een taak in de lijst en klikt u op de toets
Pijl omhoog of Pijl omlaag.
Opmerking: Afdrukken met-taken zijn niet beschikbaar op printers die via AppleTalk of
USB zijn aangesloten.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-24
Page 30
Speciale taaktypen afdrukken
Beveiligde taken afdrukken of verwijderen
Als u een beveiligde afdruktaak wilt afdrukken of verwijderen, geeft u op het
bedieningspaneel het wachtwoord van vier cijfers op:
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Blader naar uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4. Blader naar het eerste correcte cijfer van het numerieke wachtwoord en druk op de knop
OK om het desbetreffende cijfer te accepteren.
5. Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Opmerking: Als u in het veld Wacht woord van het stuurprogramma minder dan vier
cijfers heeft ingevoerd, voert u via het bedieningspaneel nullen in vóór het wachtwoord
om het wachtwoord aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het
stuurprogramma heeft ingevoerd, voert u
knop Ter ug om naar een vorig cijfer terug te keren.
6. Als u meer dan één beveiligde afdruktaak met dat wachtwoord heeft ingevoerd, selecteert
u de gewenste taak of selecteert u
7. Selecteer
drukken of te verwijderen.
Functies van Walk-Up en druk op OK.
Beveiligde afdruktaken en druk op de knop OK.
0222 op het bedieningspaneel in. Gebruik de
Allemaal en drukt u op de knop OK.
Afdrukken en verwijderen of Verwijderen en druk op OK om de taak af te
Persoonlijke taken afdrukken of verwijderen
Selecteer uw gebruikersnaam op het bedieningspaneel om een persoonlijke afdruktaak af te
drukken of te verwijderen:
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Selecteer uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4. Selecteer
persoonlijke afdruktaken af te drukken of te verwijderen.
Functies van Walk-Up en druk op OK.
Persoonlijke afdruktaken en druk op de knop OK.
Afdrukken en verwijderen of Verwijderen en druk op OK om al uw
Testafdruktaken en opgeslagen taken afdrukken of verwijderen
Voor het afdrukken van een opgeslagen afdruktaak, het afdrukken van de resterende
exemplaren van een testafdruktaak of voor het verwijderen van een opgeslagen afdruktaak of
een testafdruktaak, selecteert u de taaknaam op het bedieningspaneel:
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Selecteer uw taaknaam en druk op OK.
4. Selecteer
opgeslagen afdrukken) of
5. Schuif wanneer u bezig bent met afdrukken naar het gewenste aantal exemplaren en druk
op de knop OK om de taak af te drukken.
Functies van Walk-Up en druk op OK.
Testafdruktaken of Opgeslagen afdruktaken en druk op de knop OK.
Afdrukken en verwijderen (voor testafdrukken), Afdrukken en opslaan (voor
Verwijderen en druk op OK.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-25
Page 31
Speciale taaktypen afdrukken
Persoonlijke opgeslagen taken afdrukken of verwijderen
Selecteer de opdrachtnaam op het bedieningspaneel om een persoonlijke opgeslagen
afdruktaak af te drukken of te verwijderen:
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Selecteer uw taaknaam en druk op OK.
4. Blader naar het eerste correcte cijfer van het numerieke wachtwoord en druk op de knop
OK om het desbetreffende cijfer te accepteren.
5. Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Opmerking: Als u in het veld Wacht woord van het stuurprogramma minder dan vier
cijfers heeft ingevoerd, voert u via het bedieningspaneel nullen in vóór het wachtwoord
om het wachtwoord aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het
stuurprogramma heeft ingevoerd, voert u
knop Ter ug om naar een vorig cijfer terug te keren.
6. Selecteer de gewenste taak en druk op OK.
Selecteer
drukken of te verwijderen.
Functies van Walk-Up en druk op OK.
Persoonlijke opgeslagen afdruktaken en druk op OK.
0222 op het bedieningspaneel in. Gebruik de
Afdrukken en opslaan of Verwijderen en druk op de knop OK om de taak af te
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
1-26
Page 32
Lettertypen gebruiken
Dit hoofdstuk omvat:
■Soorten lettertypen op pagina 2-2
■Lettertypen downloaden op pagina 2-3
■Voorbeelden van lettertypen afdrukken op pagina 2-4
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
2-1
Page 33
Soorten lettertypen
Soorten lettertypen
De printer gebruikt de volgende lettertypen:
■Interne lettertypen
■Lettertypen die naar de vaste schijf zijn gedownload
■Lettertypen die in het geheugen van de printer zijn geladen
■Lettertypen van de toepassing die samen met de afdruktaak zijn gedownload
Met ATM-software (Adobe Type Manager) worden deze lettertypen op het beeldscherm van
uw computer weergegeven zoals ze op de afdrukken verschijnen.
Als ATM niet op uw computer is geïnstalleerd:
1. Installeer ATM vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en
documentatie).
2. Installeer de schermlettertypen van de printer voor uw computer vanuit de ATM-map.
Opmerking: ATM wordt niet ondersteund op Windows-systemen van 64 bits.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
2-2
Page 34
Lettertypen downloaden
Lettertypen downloaden
Als aanvulling op de interne lettertypen (lettertypen die altijd beschikbaar zijn voor
afdruktaken), kunt u lettertypen vanaf uw computer naar het geheugen of de vaste schijf van
de printer downloaden. Door lettertypen naar een printer te downloaden, kunt u de
afdrukprestaties verbeteren en de omvang van het netwerkverkeer reduceren.
U kunt PostScript-, PCL- en TrueType-lettertypen in een lijst weergeven, afdrukken en naar
uw printer downloaden met het Fontbeheerprogramma van CentreWare. Met dit
hulpprogramma kunt u lettertypen, macro's en formulieren op de vaste schijf van de printer
gemakkelijker beheren.
U gaat als volgt te werk om het Fontbeheerprogramma in een Windows-besturingssysteem te
downloaden en te installeren:
1. Ga naar www.xerox.com/office/8560MFPdrivers
www.xerox.com/office/8860MFPdrivers
2. Selecteer uw besturingssysteem.
3. Zoek de CentreWare-optie Fontbeheerprogramma en voer een van de volgende
handelingen uit:
■Windows: sla het .exe-bestand op uw computer op.
■Macintosh: selecteer Start om het .hqx-bestand te downloaden.
4. Installeer het fontbeheerprogramma.
Opmerking: Als u de printer uitschakelt, worden de lettertypen die u naar het geheugen hebt
gedownload, verwijderd. U moet deze lettertypen opnieuw downloaden wanneer u de printer
weer inschakelt. Lettertypen die naar de vaste schijf zijn gedownload, worden niet verwijderd
wanneer de printer wordt uitgeschakeld.
.
of
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
2-3
Page 35
Voorbeelden van lettertypen afdrukken
Voorbeelden van lettertypen afdrukken
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Via het bedieningspaneel op pagina 2-4
■Via CentreWare IS op pagina 2-4
Gebruik voor het afdrukken van een lijst met beschikbare PostScript- of PCL-lettertypen een
van de volgende opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
■Het printerstuurprogramma
Via het bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel een lijst van PostScript- of PCL-lettertypen afdrukken:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
af te drukken.
Gegevens en druk op OK.
Gegevenspagina's en druk op de knop OK.
PCL-lettertypenlijst of PostScript-lettertypenlijst en druk op de knop OK om
Via CentreWare IS
Vanuit CentreWare IS een lijst van PostScript- of PCL-lettertypen afdrukken:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Emulations (Emulaties) in de linkerzijbalk.
5. Selecteer Font Files (Lettertypebestanden).
6. Selecteer PostScript of PCL.
7. Druk de lijst met lettertypen vanuit uw browser af.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
2-4
Page 36
Netwerkfunctionaliteit
Dit hoofdstuk omvat:
■Printerbeheersoftware op pagina 3-2
■Windows 2000 of hoger op pagina 3-4
■Macintosh op pagina 3-11
■UNIX (Linux) op pagina 3-15
In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde informatie voor de systeembeheerder. Aanvullende
informatie over afdrukkwaliteit, onderhoud en het oplossen van problemen kunt u vinden in de
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■CentreWare Internet Services (IS) op pagina 3-2
■CentreWare Web op pagina 3-3
CentreWare Internet Services (IS)
CentreWare IS biedt gebruikers een eenvoudige interface voor het beheer, de configuratie en
het bijhouden van netwerkprinters vanaf het bureaublad met gebruik van een geïntegreerde
webserver. CentreWare IS biedt beheerders op eenvoudige wijze toegang tot printerstatus,
configuratie, en diagnostische functies. Gebruikers kunnen met CentreWare IS de printerstatus
openen en speciale afdrukfuncties uitvoeren, zoals het afdrukken van opgeslagen opdrachten.
Met de software van CentreWare IS kunt u de printer via een TCP/IP-netwerk met de browser
beheren.
Met CentreWare IS kunt u:
■De status van de verbruiksartikelen vanaf uw desktop controleren, zodat u niet naar de
printer hoeft te gaan. Tevens kunt u het taakbeheer openen en gebruiken om afdrukkosten
toe te wijzen en de aankoop van verbruiksartikelen te plannen.
■Via Printer Neighborhood (Printeromgeving) een zoekbewerking naar netwerkprinters
uitvoeren om een lijst met printers weer te geven. In het printeroverzicht wordt de huidige
statusinformatie getoond. Ook kunt u vanuit dit overzicht printers beheren onafhankelijk
van netwerkservers en besturingssystemen.
■Printers vanaf uw bureaublad configureren. Met CentreWare IS kunnen instellingen van
een printer op eenvoudige wijze naar een andere printer worden gekopieerd.
■Een eenvoudig afdruksysteem instellen en via een webbrowser gebruiken. Marketing- en
verkoopdocumentatie, zakelijke formulieren of andere standaarddocumenten die vaak
worden gebruikt, kunnen als een groep worden opgeslagen met inbegrip van de
oorspronkelijke instellingen van het stuurprogramma, zodat ze via alle browsers van
gebruikers gemakkelijk en snel opnieuw kunnen worden afgedrukt. Voor deze functies
moet de printer zijn voorzien van een vaste schijf. Op sommige printermodellen is voor
deze functies een DX-configuratie vereist.
■Uw afdrukproblemen snel oplossen met behulp van de ingebouwde diagnostische
hulpprogramma's.
■Een koppeling maken naar de ondersteuningspagina op de lokale webserver.
■Toegang krijgen tot de online-handleidingen en technische hulpinformatie op de website
van Xerox.
Opmerking: Voor gebruik van CentreWare IS hebt u een webbrowser en een
TCP/IP-verbinding tussen de printer en het netwerk nodig (Windows, Macintosh en UNIX).
TCP/IP en HTTP moeten zijn ingeschakeld op de printer. Voor toegang tot de pagina's in de
printeromgeving is JavaScript vereist. Als JavaScript is uitgeschakeld, verschijnt er een
waarschuwingsbericht en functioneren de pagina's niet correct.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-2
Page 38
Printerbeheersoftware
Klik voor meer informatie over CentreWare IS op de knop Help in CentreWare IS om
CentreWare IS Online Help te openen.
Zie ook:
Het zelfstudieprogramma CentreWare Internet Services gebruiken op:
CentreWare Web is een applicatie voor het beheer, de installatie en het oplossen van
problemen met printers van verschillende merken. Met CentreWare Web kunnen printers op
uw netwerk via een webbrowser extern worden beheerd, geïnstalleerd, en kunnen problemen
met printers worden opgelost. De printers worden gevonden met behulp van netwerk- of
printserverdetectie en beheerd via TCP/IP-netwerken met behulp van RFC-1759 SNMP
(Simple Network Management Protocol).
Met CentreWare Web kunt u:
■Extern poorten, wachtrijen en stuurprogramma's toevoegen aan Windows 2000,
Windows XP en Windows Server 2003.
■Wizards voor installeren, oplossen van problemen, upgraden en klonen als hulpmiddel
voor gebruikers bij het uitvoeren van beheertaken.
■CentreWare Web op een server installeren, zodat dit beschikbaar is voor alle clients in het
netwerk die internettoegang hebben.
■Ondersteuning bieden aan meerdere gebruikers en verschillende niveaus/bevoegdheden
voor gebruikerstoegang, zoals beheerders of gasten.
■Printers detecteren in lokale en externe subnetten.
■Automatisch printers opsporen volgens schema.
■Rapporten genereren.
■Verbinden met printerwebservers voor extra printerspecifieke functies, inclusief Help.
Ga naar www.xerox.com/office/8560MFPdrivers
voor meer informatie.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-3
of www.xerox.com/office/8860MFPdrivers
Page 39
Windows 2000 of hoger
Windows 2000 of hoger
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Voorbereidende stappen op pagina 3-4
■Stappen voor een snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-4
■Andere installatiemethoden op pagina 3-5
■Windows 64-bits server naar 32-bits Client-installatie op pagina 3-8
■Problemen oplossen met Windows 2000 of hoger op pagina 3-9
Voorbereidende stappen
Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen:
1. Controleer of de stekker van de printer in het stopcontact zit, of de printer AAN staat en of
de printer aangesloten is op een actief netwerk.
2. Controleer of de printer netwerkgegevens ontvangt door de lampjes op de achterzijde van
de printer of op de externe CentreDirect-printserver te bekijken. Wanneer de printer is
aangesloten op een functionerend netwerk en verkeer ontvangt, is de verbindings-LED
groen en knippert de oranje verkeers-LED snel.
3. Ga door naar Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom of Andere installatiemethoden,
afhankelijk van de gewenste installatiemethode.
4. Druk de configuratiepagina af en bewaar deze als referentie.
Stappen voor een snelle installatie vanaf cd-rom
Ga als volgt te werk om het printerstuurprogramma te installeren:
1. Plaats de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie)
in het cd-rom-station van de computer. Als het installatieprogramma niet automatisch
start, gaat u als volgt te werk:
a. Klik eerst op Start en vervolgens op Uitvoeren.
b. Typ in het venster Uitvoeren het volgende: <CD drive>:\INSTALL.EXE.
2. Selecteer de gewenste taal in de lijst.
3. Selecteer Printerstuurprogramma installeren.
4. Lees de licentieovereenkomst van de Xerox-software.
5. Klik op Ik ga akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren.
6. In het dialoogvenster De printer selecteren is standaard De Walk-Up-technologie
gebruiken (aanbevolen voor netwerkprinters) geselecteerd. Klik op Vo l ge n de .
7. Volg de instructies die voor De Walk-Up-technologie gebruiken worden weergegeven.
8. Klik op Programma afsluiten.
Opmerking: Als het dialoogvenster Walk-Up-technologie geopend blijft nadat u stap 1-6
heeft voltooid, klikt u op Annuleren en vervolgens op Een van de gevonden printers in de
lijst selecteren. Volg de instructies op het scherm om de installatieprocedure te voltooien.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-4
Page 40
Windows 2000 of hoger
Andere installatiemethoden
U kunt uw printer ook via een van de volgende methoden installeren in een netwerk met
Windows 2000 of hoger:
■Microsoft TCP/IP-protocol
■Microsoft IPP-poort
Voor het beheren en configureren van uw printer gebruikt u CentreWare IS met een
webbrowser als uw printer is aangesloten op een netwerk met Windows 2000 of hoger waarin
het TCP/IP-protocol is ingeschakeld.
Opmerking: De CentreWare-methoden worden niet besproken in deze sectie.
Zie ook:
Printerbeheersoftware op pagina 3-2 (CentreWare IS)
Microsoft TCP/IP-protocol
Opmerking: In Windows XP moet u Windows-klassiek selecteren, anders komen de
procedures niet overeen met de volgende stappen. U selecteert Windows-klassiek door
achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm en Taakbalk en menu Start te klikken.
Selecteer het tabblad Menu Start en dan Klassiek menu Start. Klik op OK.
Controleren of TCP/IP is geïnstalleerd:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaubladpictogram Mijn netwerklocaties en kies
Eigenschappen.
2. Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en kies Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Algemeen om te controleren of Internet-protocol (TCP/IP) is
geïnstalleerd.
■Als het selectievakje Internet-protocol (TCP/IP) is ingeschakeld, is de software
geïnstalleerd.
■Als het selectievakje Internet-protocol (TCP/IP) is uitgeschakeld, is de software niet
geïnstalleerd. Installeer TCP/IP-software volgens de instructies in de
Microsoft-documentatie en keer vervolgens naar dit document terug.
De printer toevoegen
De printer toevoegen:
1. Klik op het bureaublad achtereenvolgens op Start en Instellingen.
2. Selecteer een van de volgende opties:
■Windows 2000: Klik op Printers, dubbelklik op Printer toevoegen om de wizard
Printer toevoegen te starten en klik op Vo lg en d e.
■Windows XP of Windows Server 2003: Klik op Printers en faxapparaten.
Dubbelklik op Printer toevoegen om de wizard Printer toevoegen te starten en klik
dan op Volgende.
3. Klik eerst op Lokale printer en vervolgens op Volgende.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-5
Page 41
Windows 2000 of hoger
4. Klik op de knop Een nieuwe poort maken.
5. Selecteer Standaard-TCP/IP-poort in de vervolgkeuzelijst Nieuw poorttype en klik op
Volgende.
6. Klik op Volgende.
7. Typ het IP-adres van de printer die u wilt gebruiken in het vak Printernaam of IP-adres.
Klik op Volgende.
8. Selecteer een van de volgende opties:
■Als de gegevens correct zijn, klikt u in het bevestigingsvenster op Voltooien.
■Als de gegevens niet correct zijn, klikt u op de knop Teru g om de gegevens te
corrigeren. Vervolgens klikt u in het bevestigingsvenster op Voltooien.
De printer configureren
De printer configureren:
1. Plaats de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie)
in het cd-rom-station van de computer en klik op Bladeren.
2. Klik op de knop Bladeren en selecteer de map waarin de Windows 2000- of
Windows XP-stuurprogramma’s zich bevinden.
3. Selecteer het bestand *.INF en klik op Openen.
4. Controleer of het pad en de bestandsnaam correct zijn en klik op OK.
5. Voer een naam voor de printer in en geef aan of deze printer de standaardprinter is. Klik
op Volgende.
6. Selecteer een van de volgende opties:
■Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende.
■Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, schakelt u het
selectievakje Delen in en klikt u op Volgende.
Een testpagina afdrukken
Er wordt u gevraagd of u een testpagina wilt afdrukken.
1. Selecteer een van de volgende opties:
■Klik eerst op Ja en vervolgens op Volgende als u een testpagina wilt afdrukken.
■Klik eerst op Nee en vervolgens op Vol ge n de als u geen testpagina wilt afdrukken.
2. Selecteer een van de volgende opties in het venster De wizard Printer toevoegen:
■Als de gegevens correct zijn, klikt u op de knop Voltooien. Ga door naar stap 3.
■Als de gegevens onjuist zijn, klikt u op Vor i ge om de gegevens te wijzigen. Wanneer
de gegevens correct zijn, klikt u in het venster De wizard Printer toevoegen op
Voltooien. Ga door naar stap 3.
3. Als u ervoor heeft gekozen een testpagina af te drukken, wordt u gevraagd te bevestigen of
deze is afgedrukt:
■Klik op Ja als de testpagina correct is afgedrukt.
■Klik op Nee als de testpagina niet of onjuist is afgedrukt.
Zie ook:
Problemen oplossen met Windows 2000 of hoger op pagina 3-9
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-6
Page 42
Windows 2000 of hoger
Microsoft IPP-poort
Voer deze stappen uit om de URL van de printer te verkrijgen en een IPP-printer (Internet
Printing Protocol) te maken.
De URL (het netwerkpad) van de printer verkrijgen
De URL van de printer verkrijgen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Protocols (Protocollen) in de linkerzijbalk.
5. Selecteer IPP. In het veld Network Path (Netwerkpad) op de pagina IPP Settings
(IPP-instellingen) wordt de URL van de printer weergegeven.
Een IPP-printer instellen
Een IPP-printer maken:
1. Klik op het bureaublad achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers.
2. Dubbelklik op Printer toevoegen om de Microsoft-wizard Printer toevoegen te starten.
3. Selecteer Netwerkprinter en klik op Volgende.
4. Wanneer u wordt gevraagd om de URL (Windows 2000, Windows XP), typt u de URL
van de printer in de volgende notatie:
http://IP-adres van printer/ipp
Opmerking: Vervang IP-adres van printer door het IP-adres of de DNS-naam van uw
printer.
5. Klik op Volgende.
De printer configureren
De printer configureren:
1. Plaats de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie)
in het cd-rom-station van de computer en klik op Bladeren.
2. Klik op de knop Bladeren en selecteer de map waarin de Windows 2000- of
Windows XP-stuurprogramma’s zich bevinden.
3. Selecteer het bestand *.INF en klik op Openen.
4. Controleer of het pad en de bestandsnaam correct zijn en klik op OK.
5. Voer een naam voor de printer in en geef aan of deze printer de standaardprinter is. Klik
op Volgende.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-7
Page 43
Windows 2000 of hoger
6. Selecteer een van de volgende opties:
■Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende.
■Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een Sharenaam in, schakelt u het
selectievakje Delen in en klikt u op Volgende.
7. Klik op Volgende.
Windows 64-bits server naar 32-bits Client-installatie
Installeren vanaf een 64-bits server in Windows XP en Windows Server 2003:
1. Installeer het 64-bits Windows-stuurprogramma vanaf de Software and Documentation
CD-ROM (cd met software en documentatie).
2. Klik met de rechtermuisknop op Deze computer en selecteer Beheren.
3. Vouw Lokale gebruikers en groepen uit en dubbelklik op de map Groepen.
4. Dubbelklik op Beheerders en klik op de toets Toevoegen.
5. Typ de aanmeldingsnaam van de 32-bits client en klik op OK.
Installeren vanaf een 32-bits client:
1. Plaats de Software and Documentation CD-ROM (cd met software en documentatie) en
sluit het installatievenster.
2. Open Mijn netwerklocaties en blader naar het 64-bits systeem.
3. Dubbelklik op Printers en faxapparaten.
4. Selecteer Bestand en selecteer vervolgens Eigenschappen voor server in de
vervolgkeuzelijst.
5. Klik in het tabblad Stuurprogramma's op de toets Toevoegen.
6. Klik op Volgende, selecteer Bladeren en klik op OK.
7. Blader naar het 32-bits stuurprogramma op de Software and Documentation CD-ROM (cd
met software en documentatie) en open de map Windows.
8. Open de gewenste taalmap, selecteer het bestand .inf en klik op OK.
9. Selecteer uw Printer en klik op Volgende.
10. Selecteer Intel Box for Windows XP en klik op Volgende.
11. Klik op Voltooien.
12. In het dialoogvenster Mijn netwerklocaties dubbelklikt u nu op het 64-bits systeem en
selecteert u Ja.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-8
Page 44
Windows 2000 of hoger
Problemen oplossen met Windows 2000 of hoger
Opmerking: In Windows XP moet u Windows-klassiek selecteren, anders komen de
procedures niet overeen met de volgende stappen. U selecteert Windows-klassiek door
achtereenvolgens op Start, Instellingen en Taakbalk en menu Start te klikken. Selecteer het
tabblad Menu Start en dan Klassiek menu Start. Klik op OK.
In dit gedeelte wordt ervan uitgegaan dat u de volgende taken heeft voltooid:
■U hebt een Phaser-printer PCL-printerstuurprogramma of een
PostScript-printerstuurprogramma gestart.
■U heeft een recent exemplaar van de configuratiepagina afgedrukt en bij de hand.
Instellingen controleren
Zo controleert u de instellingen:
1. Controleer de instellingen op de configuratiepagina.
■Bron IP-adres is ingesteld op: DHCP, Bedieningspaneel, BOOTP of Auto IP
(afhankelijk van uw netwerkconfiguratie).
■Is het Huidige IP-adres correct ingesteld? (Noteer dit adres als het wordt toegewezen
door Auto IP, DHCP of BOOTP.)
■Is het subnetmasker correct ingesteld (indien in gebruik)?
■Is de standaardgateway correct ingesteld (indien in gebruik)?
■Is LPR ingeschakeld? Controleer of de juiste instellingen voor LPR en AppSocket
zijn geselecteerd.
■Interpreters: Auto, PCL of PostScript (afhankelijk van uw stuurprogramma).
2. Controleer of de client is aangemeld bij het netwerk en afdrukt naar de juiste
afdrukwachtrij. Bovendien moet de gebruiker toegang hebben tot de wachtrij van de
Phaser-printer.
De installatie van het stuurprogramma controleren
De installatie van het stuurprogramma controleren:
1. Klik in het bureaublad met de rechtermuisknop op Mijn netwerklocaties en kies
Eigenschappen.
2. Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en kies Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Algemeen. Controleer in de lijst met geïnstalleerde
netwerkprotocollen of TCP/IP is geïnstalleerd. (Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor meer informatie.)
4. Als niet alle onderdelen worden weergegeven, klikt u op Installeren om de
niet-weergegeven onderdelen te installeren en start u de computer opnieuw op.
5. Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers.
6. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-9
Page 45
Windows 2000 of hoger
7. Selecteer het tabblad Geavanceerd. Controleer of het juiste printerstuurprogramma is
geïnstalleerd.
8. Kies het tabblad Poorten. Controleer of het IP-adres in de lijst Afdrukken naar de
volgende poort gelijk is aan het IP-adres op de configuratiepagina. Mogelijk moet u op de
knop Poort configureren klikken om het IP-adres te zien. Selecteer zo nodig het
TCP/IP-adres voor uw printer opnieuw.
Een testpagina afdrukken
Een testpagina afdrukken:
1. Selecteer het tabblad Algemeen.
2. Klik op Testpagina afdrukken. Als de printer niet afdrukt, selecteert u Technische help
PhaserSMART op het tabblad Problemen oplossen van het
Windows-printerstuurprogramma om technische ondersteuning bij PhaserSMART op te
vragen.
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Vereisten op pagina 3-11
■Stappen voor een snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-11
■TCP/IP of AppleTalk voor Mac OS X versie 10.3 of hoger, inschakelen of gebruiken op
pagina 3-12
■Macintosh - Problemen oplossen (Mac OS X, versie 10.3 en hoger) op pagina 3-14
Vereisten
■Een werkstation waarop het juiste printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
■Een redelijke kennis van het besturingssysteem (Mac OS X, versie 10.3 of hoger) dat op
het werkstation wordt gebruikt.
■De juiste kabels om de printer met het netwerk te verbinden.
Stappen voor een snelle installatie vanaf cd-rom
De optie Snel installeren vanaf cd-rom gebruiken:
1. Plaats de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie)
in het cd-rom-station van de computer.
2. Dubbelklik op het installatieprogramma op de Software and Documentation CD-ROM
(cd-rom met software en documentatie) om het printerstuurprogramma te installeren.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-11
Page 47
Macintosh
TCP/IP of AppleTalk voor Mac OS X versie 10.3 of hoger,
inschakelen of gebruiken
Controleer of Mac OS X, versie 10.3 of hoger, wordt uitgevoerd. De vorige versies van
Mac OS X ondersteunen het afdrukken en de printertoepassingen van PostScript niet volledig.
De Macintosh Ethernet-poort instellen voor TCP/IP
Zo stelt u uw Macintosh voor TCP/IP in:
1. Selecteer Netwerk in de toepassing Systeemvoorkeuren.
2. Selecteer Ingebouwd Ethernet in het menu Too n.
3. Geef op het tabblad TCP/IP aan hoe het IP-adres moet worden toegewezen:
■Handmatig: geef het IP-adres, Subnetmasker, Routeradres en Naamserveradres
in het dialoogvenster op.
■Met behulp van de DHCP: het IP-adres wordt automatisch gevonden.
Een Bonjour-printer maken met Mac OS X, versie 10.3 of hoger (aanbevolen)
Zo maakt u een Bonjour-printer:
1. Open het hulpprogramma Afdrukbeheer. In versie 10.3 of hoger van Mac OS X opent u
het hulpprogramma Printerinstelling. Dit hulpprogramma vindt u in de map
Hulpprogramma's van de directory Applicaties.
2. Selecteer een van de volgende opties:
■Versie 10.3: selecteer Bonjour in het vervolgkeuzemenu.
■Versie 10.4 en hoger: selecteer uw printer in de lijst en controleer of Bonjour in de
kolom Verbinding staat, en niet AppleTalk. Uw PPD wordt automatisch geselecteerd.
Er verschijnt een lijst met de naam van uw printer gevolgd door een cijferreeks,
Bijvoorbeeld Naam van uw printer xx:xx:xx. Elk genummerd segment vertegenwoordigt
het laatste deel van het hardwareadres van uw printer. Uw PPD wordt automatisch
geselecteerd.
3. Klik op Voe g t oe om de installatie te voltooien.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-13
Page 49
Macintosh
Macintosh - Problemen oplossen (Mac OS X, versie 10.3 en
hoger)
Met de volgende procedure lost u problemen met kabels, communicatie en verbindingen op.
Wanneer u deze stappen heeft voltooid, drukt u een testpagina vanuit uw softwaretoepassing
af.
Opmerking: Als de taak wordt afgedrukt, hoeft u verder geen procedures uit te voeren voor
het oplossen van problemen. Als er problemen met de afdrukkwaliteit zijn, raadpleegt u de
Gebruikershandleiding op:
Mac OS X versie 10.3 en hoger - Problemen oplossen
Voer deze stappen alleen uit als u Mac OS X, versie 10.3 of hoger gebruikt:
1. Open Netwerkhulpprogramma en klik op het tabblad Ping.
2. Voer het IP-adres van de printer in.
3. Klik op Ping. Als u geen antwoord krijgt, controleert u of de TCP/IP-instellingen voor de
printer en voor de computer correct zijn.
4. Voor AppleTalk volgt u de onderstaande stappen. Voor TCP/IP gaat u door naar stap 5.
a. Controleer op het bedieningspaneel van de printer of EtherTalk is ingeschakeld. Als
dit niet het geval is, schakelt u EtherTalk via het bedieningspaneel in en stelt u de
printer opnieuw in.
b. Druk de configuratiepagina af en controleer of EtherTalk is ingeschakeld.
c. Verifieer de zone op de configuratiepagina. Als er meerdere zones in het netwerk zijn,
controleert u of de printer in de gewenste zone verschijnt.
5. Als u nog niet kunt afdrukken, opent u de technische ondersteuning van PhaserSMART
via CentreWare IS:
a. Start de webbrowser.
b. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
c. Selecteer Support (Ondersteuning).
d. Klik op de koppeling PhaserSMART Diagnostic Tool (Diagnostisch
Uw printer kan via de parallelle poort en de netwerkinterface op verschillende
UNIX-platforms worden gebruikt. Deze versie van CentreWare for UNIX/Linux ondersteunt
een netwerkverbinding van de printer met de volgende werkstations:
■Sun Solaris
■IBM AIX
■Hewlett-Packard HP-UX
■DEC UNIX
■Linux (i386)
■Linux (PPC)
■SGI IRIX
Met de volgende procedures kunt u de printer aansluiten met gebruik van een van de
ondersteunde versies van UNIX of Linux die hierboven worden weergegeven.
Stappen voor een snelle installatie
Voer de volgende stappen uit om de printer te configureren en de relevante stuurprogramma's
te installeren.
Vanaf de printer
De printer configureren:
1. Controleer of het TCP/IP-protocol en de juiste connector zijn ingeschakeld.
2. Selecteer op het bedieningspaneel een van de volgende drie IP-adresopties:
■De printer wijst een DHCP-adres toe.
■Het IP-adres wordt handmatig ingesteld.
3. Druk de configuratiepagina af en bewaar deze als referentie.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
3-15
Page 51
Vanaf de computer
De printer installeren:
UNIX (Linux)
1. Ga naar www.xerox.com/office/8560MFPdrivers
www.xerox.com/office/8860MFPdrivers
.
of
2. Selecteer Unix in de vervolgkeuzelijst Besturingssysteem en klik dan op Zoek.
3. Klik in de lijst die verschijnt, op de koppeling Printerpakket voor gebruik met
CentreWare for Unix. Het downloadscherm voor het bestand verschijnt, met informatie
over het downloadbestand.
4. Klik op de Start-toets om het Unix-stuurprogramma te installeren.
5. Druk een testpagina af en controleer de afdrukkwaliteit ervan.
Opmerking: Als er problemen met de afdrukkwaliteit zijn of als de taak niet wordt
afgedrukt, raadpleegt u de Gebruikershandleiding op:
Gebruik voor het selecteren van de standaardtaal op het bedieningspaneel een van de volgende
opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De standaardtaal via het bedieningspaneel selecteren:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Selecteer de gewenste taal en druk op de knop OK.
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Instellingen bedieningspaneel en druk op de knop OK.
Taal en druk op OK.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-2
Page 54
Printerinstellingen
Via CentreWare IS
De standaardtaal op het bedieningspaneel met behulp van CentreWare IS wijzigen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens System Defaults
(Standaardinstellingen systeem).
5. Selecteer de taal in de vervolgkeuzelijst Set Control Panel Language (Taal
bedieningspaneel instellen) in het gedeelte User Preferences (Gebruikersvoorkeuren).
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Toegankelijkheidsgedrag van het bedieningspaneel instellen
Met de instellingen voor toegang tot het bedieningspaneel wordt het gedrag van het
bedieningspaneel ingesteld, zodat dit voor sommige personen met een handicap makkelijker te
gebruiken is. Er zijn twee instellingen voor toegankelijkheid tot het bedieningspaneel:
■Uit: de time-out van het bedieningspaneel wordt geactiveerd als het bedieningspaneel
gedurende een korte periode niet wordt gebruikt. Als u voor de functie
Vergroten/verkleinen en voor de navigatietoetsen de toetsen
ingedrukt houdt, wordt die toets automatisch herhaald. Dit automatisch herhalen gebeurt
niet bij de andere toetsen.
■Aan: het bedieningspaneel heeft geen time-out. Dit automatisch herhalen gebeurt niet bij
de andere toetsen.
Omhoog of Omlaag
Gebruik voor het selecteren van de instellingen voor toegankelijkheid van het
bedieningspaneel een van de volgende opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
Toegankelijkheid van het bedieningspaneel aan of uit zetten:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Selecteer
Via CentreWare IS
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Instellingen bedieningspaneel en druk op de knop OK.
Toegankelijk bedieningspaneel en druk op de knop OK.
Aan of Uit en druk op de knop OK.
Toegankelijkheid van het bedieningspaneel aan- of uitzetten met CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-3
Page 55
Printerinstellingen
5. Selecteer System Defaults (Standaardinstellingen systeem).
6. Selecteer On (Aan) of Off (Uit) in de vervolgkeuzelijst AccessibleControl Panel
(Toegankelijk bedieningspaneel) om de instelling te wijzigen.
7. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
De datum en tijd van de printer instellen
Voor sommige printerfuncties zijn de datum- en tijdinstellingen van de printer van belang om
aan te geven wanneer bepaalde bewerkingen moeten worden gestart en bepaalde
gebruiksinformatie moet worden doorgegeven. Denk hierbij aan de modus waarmee de
opwarmperiode van de printer wordt gepland en taakbeheer. Gebruik voor het wijzigen van de
datum en de tijd van de printer een van de volgende opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De datum- en tijdinstelling van de printer op het bedieningspaneel wijzigen:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
weer voor
5. Een van de datum-/tijdinstellingen wijzigen:
a. Selecteer de gewenste instelling en druk op de knop OK.
b. Druk op de knop Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om een waarde te selecteren en druk op
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Systeembesturing en druk op de knop OK.
Datum en tijd en druk op de knop OK. De printer geeft de huidige instelling
Jaar, Maand, Dag, Uur, Minuut en Seconde.
de knop OK.
Via CentreWare IS
De datum- en tijdinstelling van de printer met CentreWare IS wijzigen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens Date and Time
(Datum en tijd). De huidige instelling voor de datum en tijd wordt nu op de printer
weergegeven.
5. Selecteer de nieuwe waarden in de vervolgkeuzelijsten om de datum of tijd te wijzigen.
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-4
Page 56
Printerinstellingen
Afdrukken van opstartpagina bijhouden
U kunt de printer zo instellen dat deze telkens als deze wordt ingeschakeld of opnieuw wordt
ingesteld een opstartpagina afdrukt. De standaardinstelling is Aan. U kunt de opstartpagina op
elk moment vanuit het menu
Gebruik voor het in- en uitschakelen van het automatisch afdrukken van de opstartpagina een
van de volgende opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
Het in- en uitschakelen van het automatisch afdrukken van de opstartpagina op het
bedieningspaneel:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Systeembesturing en druk op de knop OK.
Opstartpagina en druk op OK.
5. Selecteer Uit of Aan en druk op de knop OK om de instellingen te wijzigen.
Gegevenspagina's afdrukken.
Via CentreWare IS
Ga als volgt te werk om het automatisch afdrukken van de opstartpagina via CentreWare IS in
of uit te schakelen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk.
5. Selecteer System Defaults (Standaardinstellingen systeem).
6. Selecteer Off (Uit) of On (Aan) in de vervolgkeuzelijst Startup Page (Opstartpagina) om
de instelling te wijzigen.
7. Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
De opstartpagina vanaf het bedieningspaneel afdrukken
De opstartpagina via het bedieningspaneel afdrukken:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
Gegevens en druk op de knop OK.
Gegevenspagina's en druk op de knop OK.
Opstartpagina en druk op de knop OK om af te drukken.
Opmerking: U kunt de opstartpagina ook afdrukken vanaf het tabblad Problemen oplossen
in het printerstuurprogramma van Windows.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-5
Page 57
Printerinstellingen
De time-out van de energiebesparingsstand wijzigen
De printer schakelt automatisch over naar een energiebesparingsstand om energie te besparen,
als de printer gedurende een vooraf ingestelde tijdsperiode niet actief is geweest. In deze
modus worden de meeste elektrische systemen uitgeschakeld. Wanneer de printer een
afdruktaak ontvangt, wordt de modus Opwarmen ingeschakeld. U kunt de printer ook
opwarmen door via het bedieningspaneel op de knop OK te drukken.
Als de energiebesparingsstand van de printer te vaak wordt ingeschakeld en u niet steeds wilt
wachten tot de printer weer is geactiveerd, moet u een langere tijdsperiode instellen voordat de
printer overschakelt naar de energiebesparingsstand.
Gebruik voor het wijzigen van de waarde voor Time-out energiebesparing een van de volgende
opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De waarde voor Time-out energiebesparing op het bedieningspaneel wijzigen:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Druk op de knop Pijl-omlaag of Pijl-omhoog om naar een geselecteerde time-outwaarde
voor de energiebesparingsstand te bladeren. Selecteer een hogere waarde als u de
tijdsperiode wilt verlengen voordat de energiebesparingsstand van de printer wordt
ingeschakeld.
6. Druk op de knop OK.
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Systeembesturing en druk op de knop OK.
Energiebesparing en druk op de knop OK.
Via CentreWare IS
De waarde voor Time-out energiebesparing via CentreWare IS wijzigen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en klik vervolgens op
Warmup (Opwarmen).
5. Selecteer een waarde in de vervolgkeuzelijst Power Saver Timeout (Time-out
energiebesparing).
6. Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-6
Page 58
Printerinstellingen
De Intelligent Ready-modus wijzigen
De Intelligent Ready-modus is een automatisch systeem dat:
■het gebruik van de printer controleert,
■de printer opwarmt voor het moment dat u de printer waarschijnlijk gaat gebruiken (op
basis van uw gebruikspatroon),
■de energiebesparingsstand van de printer activeert nadat een time-out is verstreken.
Gebruik voor het in- en uitschakelen van de Intelligent Ready-modus een van de volgende
opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
Zo zet u de Intelligent Ready-modus via het bedieningspaneel aan of uit:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Selecteer Uit of Aan en druk op de knop OK om de instellingen te wijzigen.
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Systeembesturing en druk op de knop OK.
Intelligent Ready en druk op de knop OK.
Via CentreWare IS
Ga als volgt te werk als u de Intelligent Ready-modus wilt selecteren of de instellingen voor
het opwarmen of de energiebesparingstand wilt plannen met CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens
Warmup (Opwarmen).
5. Selecteer Intelligent Ready, Scheduled (Gepland) of Job activated (Taak geactiveerd) in
de vervolgkeuzelijst Warmup Mode (Opwarmmodus) om de instelling te wijzigen.
6. Als u in stap 5 Scheduled (Gepland) heeft geselecteerd, maakt u voor elke dag een keuze
uit de instellingen voor het opwarmen en activeren van de energiebesparingsstand.
7. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Opmerking: Via het bedieningspaneel kunt u de Intelligent Ready-modus alleen in- of
uitschakelen. Met CentreWare IS kunt u echter specifieke opwarmstanden en -instellingen
opgeven.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-7
Page 59
Printerinstellingen
Informatie over het gebruik van verbruiksartikelen weergeven
De printer detecteert de status van bepaalde verbruiksartikelen, zoals inkt, de onderhoudsset en
het aantal afgedrukte pagina's.
Gebruik een van de volgende opties om de status van verbruiksartikelen te bekijken:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
Statusgegevens over verbruiksartikelen op het bedieningspaneel bekijken:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
OK om de toepasselijke gegevens over het geselecteerde item te bekijken.
Via CentreWare IS
Gegevens en druk op OK.
Informatie verbruiksartikelen en druk op de knop OK.
Levensduur onderhoudsset of Totaal aantal afdrukken en druk op de knop
Statusgegevens over verbruiksartikelen met behulp van CentreWare IS bekijken:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Status en selecteer een van de volgende opties:
■Klik op de knop General (Algemeen) om gegevens over de paginatelling te bekijken.
■Klik op de knop Supplies (Verbruiksartikelen) om gegevens over de inktstatus en de
onderhoudsset te bekijken.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-8
Page 60
Printerinstellingen
Papierlade-instellingen
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Modus lade 1 selecteren op pagina 4-9
■De tijdsduur voor de aanwijzing voor lade 1 instellen op pagina 4-11
■Modus Lade 2-N selecteren op pagina 4-12
■De tijdsduur voor de aanwijzing voor laden 2-N instellen op pagina 4-13
■De time-out voor het laden van papier wijzigen op pagina 4-14
■Printerbeveiliging op pagina 4-15
Opmerking: Voor informatie over het selecteren van opties voor specifieke kopieer-,
scan- en faxfuncties, raadpleegt u Kopiëren, Scannen of Faxen in de Gebruikershandleiding
op:
Met de instelling Modus lade 1 wordt het volgende gedefinieerd:
■De wijze waarop het papiertype en -formaat in lade 1 worden vastgesteld wanneer papier
in de lade wordt geplaatst, maar het papiertype en -formaat niet via het bedieningspaneel
worden geselecteerd.
■Wanneer lade 1 voor afdrukopdrachten wordt gebruikt.
InstellingenBeschrijving
Dynamisch
(standaard
fabrieksinstelling)
Statisch
Automatisch■ Gebruikt de instellingen uit de volgende afdruktaak die vanuit lade 1
■ Gebruikt de instellingen uit de volgende afdruktaak die vanuit lade 1
wordt afgedrukt, om het papierformaat en -type te bepalen.
■ De printer gebruikt lade 1 als dit in een afdruktaak is aangegeven of
als er geen andere lade beschikbaar is met het aangegeven
papierformaat en -type.
■ Gebruikt het papierformaat en -type die reeds voor lade 1 zijn
ingesteld.
■ De printer gebruikt lade 1 als dit in een afdruktaak is aangegeven of
als er geen andere lade beschikbaar is met het aangegeven
papierformaat en -type.
wordt afgedrukt, om het papierformaat en -type te bepalen.
■ De printer gebruikt lade 1 als deze lade papier bevat, tenzij er in het
printerstuurprogramma een andere lade is opgegeven.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-9
Page 61
Printerinstellingen
Gebruik voor het selecteren van de instellingen Modus lade 1 een van de volgende opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
Een instelling voor Modus lade 1 op het bedieningspaneel selecteren:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
Instellingen papierlade en druk op de knop OK.
Modus Lade 1 en druk op de knop OK.
4. Selecteer de gewenste instelling en druk op OK.
Via CentreWare IS
Een instelling voor Modus lade 1 selecteren met behulp van CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens System Defaults
(Standaardinstellingen systeem).
5. Selecteer de van toepassing zijnde instelling in de vervolgkeuzelijst Tray 1 Mode (Modus
lade 1).
6. Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-10
Page 62
Printerinstellingen
De tijdsduur voor de aanwijzing voor lade 1 instellen
De instelling voor de aanwijzing van lade 1 geeft aan hoe lang de aanwijzing op het
bedieningspaneel wordt weergegeven nadat het papier in de lade is geplaatst. In de aanwijzing
lade 1 wordt de gebruiker gevraagd de instellingen voor de huidige lade te bevestigen of het
papiertype en -formaat op te geven.
TijdsduurGedrag
Geen (standaard fabrieksinstelling)Hiermee wordt de lade-aanwijzing uitgeschakeld.
30 secondenGeeft de instellingsaanwijzing van de lade 30 seconden weer
nadat het papier in lade1 is geplaatst.
OneindigGeeft de instellingsaanwijzing voor de lade weer nadat het
papier in lade 1 is geladen totdat er een selectie op het
bedieningspaneel is gemaakt. De printer maakt geen afdrukken
totdat de selectie is opgegeven.
Als u een instelling voor de lade-aanwijzing van lade 1 wilt selecteren, kunt u een van de
volgende opties gebruiken:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De instelling voor de lade-aanwijzing van lade 1 selecteren via het bedieningspaneel:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
Instellingen papierlade en druk op de knop OK.
Aanwijzing lade 1 en druk op de knop OK.
4. Selecteer de van toepassing zijnde tijdsduur en druk op de knop OK.
Via CentreWare IS
De instelling voor de lade-aanwijzing van lade 1 selecteren via CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens Printer Defaults
(Standaardinstellingen printer).
5. Selecteer de van toepassing zijnde instelling in de vervolgkeuzelijst Tray 1 Prompt
(Aanwijzing lade).
6. Klik onderaan de pagina op de toets Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-11
Page 63
Printerinstellingen
Modus Lade 2-N selecteren
De instelling Modus Lade 2-N specificeert:
■De wijze waarop het papiertype en -formaat in lade 2-N worden vastgesteld wanneer
papier in de lade wordt geplaatst, maar het papiertype en -formaat niet via het
bedieningspaneel worden geselecteerd.
InstellingBeschrijving
Dynamisch
(standaard
fabrieksinstelling)
Statisch
■ Gebruikt de instellingen uit de volgende afdruktaak die vanuit lade 2-N
wordt afgedrukt, om het papierformaat en -type te bepalen.
■ Gebruikt het papierformaat en -type die reeds voor lade 2-N zijn
ingesteld.
Gebruik voor het selecteren van de instellingen Modus Lade 2-N een van de volgende opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De instelling voor de Modus Lade 2-N selecteren via het bedieningspaneel:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
Instellingen papierlade en druk op de knop OK.
Modus Lade 2-N en druk op OK.
4. Selecteer de gewenste instelling en druk op OK.
Via CentreWare IS
De instelling Modus Lade 2-N selecteren met CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens System Defaults
(Standaardinstellingen systeem).
5. Selecteer de van toepassing zijnde instelling in de vervolgkeuzelijst Tray 2-N Mode
(Modus Lade 2-N).
6. Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-12
Page 64
Printerinstellingen
De tijdsduur voor de aanwijzing voor laden 2-N instellen
De instelling voor de aanwijzing van laden 2-N geeft aan hoe lang de aanwijzing op het
bedieningspaneel wordt weergegeven nadat het papier in laden 2-N is geplaatst. De aanwijzing
laden 2-N vraagt de gebruiker de instellingen voor de huidige lade te bevestigen of de
papiersoort voor de huidige afdrukopdracht te specificeren.
InstellingenGedrag
Geen (Standaard)Hiermee wordt de lade-aanwijzing uitgeschakeld.
30 secondenGeeft de instellingsaanwijzing van de lade 30 seconden weer nadat het papier
in laden 2-N is geplaatst.
OneindigHiermee wordt ingesteld dat de lade-aanwijzing in beeld blijft nadat het papier in
laden 2
-N is geplaatst, totdat u een selectie via het bedieningspaneel maakt.
Gebruik een van de volgende opties voor het selecteren van de instellingen van de aanwijzing
van laden 2-N:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De instelling voor de aanwijzing van laden 2-N selecteren via het bedieningspaneel:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
Instellingen papierlade en druk op de knop OK.
Aanwijzing laden 2-N en druk op de knop OK.
4. Selecteer de van toepassing zijnde tijdsduur en druk op de knop OK.
Via CentreWare IS
Aanwijzing voor laden 2-N selecteren met behulp van CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens System Defaults
(Standaardinstellingen systeem).
5. Selecteer de relevante aanwijzingsinstelling in de vervolgkeuzelijst Tray 2-N Prompt
(Aanwijzing laden 2-N).
6. Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-13
Page 65
Printerinstellingen
De time-out voor het laden van papier wijzigen
Als de afdruktaak is opgemaakt voor een bepaald papiertype of een bepaald papierformaat dat
niet in de printer aanwezig is, verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel met het
verzoek het juiste papier in een lade te plaatsen. Met de time-out voor het laden van papier
wordt bepaald hoe lang de printer wacht voordat er wordt afgedrukt op een ander papiertype of
papierformaat.
Gebruik voor het wijzigen van de waarde voor Time-out papier laden een van de volgende
opties:
■Het bedieningspaneel van de printer
■CentreWare IS
Via het bedieningspaneel
De waarde voor Time-out papier laden op het bedieningspaneel wijzigen:
1. Druk op de knop Systeem.
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Schuif naar de gewenste time-outwaarde. De waarden
24 uur) geven de tijd aan die de printer moet wachten voordat het afdrukken wordt hervat,
zodat u tijd hebt om papier te plaatsen. Als u de waarde
niet totdat er papier is geladen en wordt meteen het papier uit de standaardlade gebruikt.
6. Druk op de knop OK om de wijziging op te slaan.
Algemene instellingen en druk op de knop OK.
Instellingen papierverwerking en druk op de knop OK.
Time-out papier laden en druk op de knop OK.
Geen, 1, 3, 5 of 10 minuten, 1 of
Geen selecteert, wacht de printer
Via CentreWare IS
De waarde voor Time-out papier laden via CentreWare IS wijzigen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map General (Algemeen) in de linkerzijbalk en vervolgens System Defaults
(Standaardinstellingen systeem).
5. Blader naar de gewenste waarde voor Load Paper Timeout (Time-out papier laden) in
Timeout Settings (Time-outinstellingen). De waarden None (Geen), 1, 3, 5 of 10
minuten, 1 of 24 uur) geven de tijdsperiode aan die de printer moet wachten voordat het
afdrukken wordt hervat, zodat u tijd hebt om papier te laden. Als u de waarde None (Geen)
selecteert, wacht de printer niet totdat er papier is geladen en wordt meteen het papier uit
de standaardlade gebruikt.
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-14
Page 66
Printerbeveiliging
Printerbeveiliging
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■De beheerinstellingen selecteren op pagina 4-15
■De instellingen voor afdrukbeveiliging selecteren op pagina 4-16
■HTTPS configureren op pagina 4-16
■Certificaten beheren op pagina 4-17
■802.1X configureren op pagina 4-18
■De menu’s van het bedieningspaneel vergrendelen op pagina 4-18
Via CentreWare IS kunt u verschillende niveaus voor de gebruikerstoegang, autorisatie van
printerfuncties en bedieningspaneelselecties configureren met de volgende instellingen:
■Instellingen voor beheerbeveiliging
■Instellingen voor afdrukbeveiliging
■HTTPS configureren
■Certificaten beheren
■802.1X configureren
Klik voor meer informatie over deze instellingen op de knop Help (?) in CentreWare IS.
Opmerking: Voor informatie over het selecteren van opties voor specifieke kopieer-, scan- en
faxfuncties, raadpleegt u Kopiëren, Scannen of Faxen in de Gebruikershandleiding op:
Met de beheerinstellingen in CentreWare IS kunt u instellingen selecteren op basis van drie
niveaus van gebruikersbeveiliging:
■Willekeurige gebruiker: De meeste mensen die afdruktaken naar de printer sturen.
■Hoofdgebruiker: Iemand die enkele beheerverantwoordelijkheden heeft en die enkele of
alle printerfuncties beheert.
■Beheerder: Degene die de uiteindelijke beheerverantwoordelijkheid en -bevoegdheid
heeft voor het beheren van alle printerfuncties.
Als u ongeautoriseerde wijzigingen van de printerinstellingen wilt voorkomen, selecteert u de
relevante gebruikersrechten in CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser en klik dan op
Properties (Eigenschappen).
3. Selecteer de map Security (Beveiliging) en dan Administrative Security Settings
(Instellingen beheerbeveiliging).
4. Vul de relevante informatie bij Administrator (Beheerder) en Key User
(Hoofdgebruiker) in.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-15
Page 67
Printerbeveiliging
5. Selecteer de toepasselijke functiebevoegdheidsinstellingen voor elke gebruikerscategorie
in de tabel Feature Authorization (Functiebevoegdheid).
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
De instellingen voor afdrukbeveiliging selecteren
Met Instellingen voor afdrukbeveiliging kunt u:
■Onafgedrukte beveiligde, persoonlijke en testtaken verwijderen.
■Beveiligingsopties op de vaste schijf overschrijven.
■Opties voor het herstellen van papierstoringen selecteren.
De instellingen voor afdrukbeveiliging instellen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en selecteer Printing Security
Settings (Instellingen afdrukbeveiliging).
5. Selecteer de relevante opties.
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
HTTPS configureren
HTTPS (SSL) selecteren:
1. Start de webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en klik vervolgens op HTTPS.
5. Selecteer de relevante opties.
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-16
Page 68
Printerbeveiliging
Certificaten beheren
Certificaten beheren:
1. Start de webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en klik vervolgens op
Certificates (Certificaten).
5. Gebruik de pagina Manage Certificates (Certificaten beheren) om:
■bestaande certificaten te bekijken of opslaan,
■certificaten te installeren,
■certificaten of CSR's (certificate signing requests) te maken,
■certificaten te verwijderen.
Klik voor meer informatie over deze instellingen op de knop Help (?) in CentreWare IS.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-17
Page 69
Printerbeveiliging
802.1X configureren
De instellingen voor 802.1X-verificatie op de webserver van de printer configureren:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en klik vervolgens op 802.1X.
5. Klik op Advanced (Geavanceerd) om de pagina 802.1X Advanced Configuration
(802.1X Geavanceerde configuratie) weer te geven of klik op de toets Configuration
Wizard (Configuratiewizard) om een aantal pagina's weer te geven, waarmee u door de
802.1X-configuratie wordt geleid.
Klik voor meer informatie over deze instellingen op de knop Help (?) in CentreWare IS.
De menu’s van het bedieningspaneel vergrendelen
Vergrendel de menu's van het bedieningspaneel om ervoor te zorgen dat anderen de menu's
voor de printerinstellingen niet kunnen wijzigen. De menu's op het bedieningspaneel van de
printer vergrendelen en ontgrendelen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en selecteer Control Panel
Lockout (Vergrendeling bedieningspaneel).
5. Klik op het vakje bij elk menu-item op het bedieningspaneel dat u wilt vergrendelen.
6. Klik onderaan de pagina op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-18
Page 70
Het printergebruik analyseren
Het printergebruik analyseren
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Taakbeheer op pagina 4-19
■Gebruiksprofielrapporten op pagina 4-20
■MaiLinX-waarschuwingen op pagina 4-21
■Xerox Usage Analysis Tool op pagina 4-22
Opmerking: Voor informatie over het beheren van opties voor verzendrapporten,
beveiligde faxen en het afdrukken van faxrapporten, raadpleegt u Faxen in de
Gebruikershandleiding op:
U kunt taakbeheer gebruiken via CentreWare IS en CentreWare Web.
In de printer wordt informatie over afdruktaken opgeslagen in een logbestand. Het logbestand
wordt op de vaste schijf opgeslagen.
Het logbestand bevat een lijst met taakrecords. Elke record bevat velden, zoals
gebruikersnaam, taaknaam, aantal afgedrukte pagina’s, taaktijden, en de hoeveelheid toner en
inkt die is gebruikt. Niet alle velden worden ondersteund door alle printers. Ga naar
CentreWare IS Online Help of CentreWare Web Online Help voor meer informatie.
De gerapporteerde waarden voor het taakbeheer zijn afhankelijk van het protocol en de
afdrukopdracht die werden gebruikt bij het afdrukken van de taak. Als u bijvoorbeeld NPRINT
gebruikt in een NetWare-netwerkomgeving, beschikt de printer over de meeste informatie over
de taak die wordt afgedrukt. Wanneer u Windows en NetWare gebruikt, is de taaknaam vaak
LST: of LST:BANNER. Als u andere taken uitvoert vanaf andere poorten, is er mogelijk
minder taakinformatie beschikbaar.
Via CentreWare IS
Informatie over taakbeheer openen met CentreWare IS:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Rechts op de hoofdpagina van CentreWare IS klikt u op Jobs (Taken).
De pagina Job Accounting Links (Taakbeheerkoppelingen) bevat koppelingen waarmee u de
records van het taakbeheer kunt bekijken, downloaden en wissen.
Voor de volledige informatie over taakbeheer in CentreWare IS, inclusief het wissen van
informatie over taken, downloaden van taakinformatie naar een bestand, en indelingen van
taakbeheerbestanden, klikt u op de knop Help in CentreWare IS om naar de CentreWare IS
online help te gaan.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-19
Page 71
Het printergebruik analyseren
Gebruiksprofielrapporten
De printer genereert rapporten met informatie over het gebruik van het apparaat. U kunt deze
rapporten raadplegen via CentreWare IS. In de gebruiksprofielrapporten worden meerdere
gegevens bijgehouden, waaronder de volgende:
■Printergegevens, zoals de printernaam, installatiedatum, het totaal aantal afgedrukte
pagina's, de geïnstalleerde opties en de netwerk-ID.
■Verbruiksgegevens, zoals gegevens over de toner of inkt. Door verbruiksgegevens bij te
houden, kunt u verbruiksartikelen bestellen voordat ze het einde van de levensduur hebben
bereikt.
■Informatie over media en de papierladen, bijvoorbeeld het aantal keren dat u op papier
heeft afgedrukt (in plaats van op transparanten) en hoe vaak elke lade is gebruikt.
■Taakgegevens, zoals de grootte en timing van taken.
Gebruiksprofielrapporten instellen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Selecteer Jobs (Taken).
4. Selecteer Usage Profile Reports (Gebruiksprofielrapporten) in de linkerzijbalk.
5. Klik op de koppeling Usage Profile Properties (Gebruiksprofieleigenschappen). Volg de
instructies op de pagina om de rapportagefunctie in te stellen.
6. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Voor de volledige informatie over gebruiksprofielrapporten, met inbegrip van beschrijvingen
over elk veld in het rapport, klikt u op de knop Help in CentreWare IS en gaat u naar de
CentreWare IS Online Help.
Via CentreWare IS
Gebruiksprofielrapport verzenden met behulp van CentreWare IS:
1. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
2. Klik op Jobs (Taken).
3. Selecteer Usage Profile Reports (Gebruiksprofielrapporten) in de linkerzijbalk.
4. Typ het gewenste e-mailadres in het veld Send to Specific Address (Naar specifiek adres
verzenden).
5. Klik op Send Usage Profile Report (Gebruiksprofielrapport verzenden).
Opmerking: Als u gebruiksprofielrapporten per e-mail wilt verzenden, moet MaiLinX
correct zijn ingesteld. Zie MaiLinX-waarschuwingen op pagina 4-21.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-20
Page 72
Het printergebruik analyseren
MaiLinX-waarschuwingen
Met MaiLinX-waarschuwingen kan de printer automatisch een e-mail verzenden naar de
systeembeheerder en anderen in de volgende situaties:
■Bij printerfouten, waarschuwingen en alarmberichten.
■Wanneer er iets met de printer moet gebeuren (bijvoorbeeld een onderhoudsbeurt of het
aanvullen van verbruiksartikelen).
■Wanneer er moet worden gereageerd op een internetbericht voor afdrukken op afstand dat
via CentreWare IS is ontvangen. Meer informatie over CentreWare IS kunt u vinden door
te klikken op de knop Help in CentreWare IS om de CentreWare IS Online Help te
openen.
Er zijn drie aangewezen gebruikers die berichten kunnen ontvangen:
■SysAdmin (systeembeheerder)
■Service
■Key (hoofdgebruiker)
Printerberichten over fouten, alarmmeldingen en waarschuwingen kunnen stuksgewijs worden
toegewezen aan deze drie gebruikers. Bij de statusmeldingen kunt u de tekst van het bericht en
de onderwerpregel aanpassen. Statusmeldingen worden geleverd door de SMTP-client
(Simple Mail Transfer Protocol) van de printer.
De CentreWare IS-functie voor statusmeldingen instellen
Statusmeldingen met behulp van CentreWare IS instellen:
1. Start de webbrowser.
2. Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer Mail Alerts (E-mailwaarschuwingen) in de linkerzijbalk. Volg de instructies op
de pagina om opties voor e-mailwaarschuwingen te selecteren.
5. Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Voor de volledige informatie over statusmeldingen in CentreWare IS klikt u op de knop Help
in CentreWare IS om de CentreWare IS Online Help te openen.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-21
Page 73
Het printergebruik analyseren
Xerox Usage Analysis Tool
Het Xerox Usage Analysis Tool is een Windows client-/servertoepassing waarmee
systeembeheerders automatisch gebruiksgegevens voor Xerox-printers kunnen bijhouden en
records voor taakbeheer kunnen verkrijgen. Het hulpprogramma biedt ondersteuning voor
grote netwerken waaraan veel gebruikers en printers zijn gekoppeld. De gegevens over
taakbeheer en printergebruik worden opgeslagen in een database. De toepassing kan via een
enkele server op meerdere clients worden uitgevoerd. De gegevens kunnen worden
geëxporteerd naar een werkblad, zodat u ze kunt bekijken, analyseren en er kosten voor in
rekening kunt brengen.
Ga naar een van de volgende websites voor complete informatie over het gebruik van Xerox
Usage Analysis Tool, beschikbaar in het online help-systeem van de toepassing.
De Phaser 8560MFP heeft vier configuraties: 8560MFP/N, 8560MFP/D, 8560MFP/T en
8560MFP/X
De Phaser 8860MFP heeft één configuratie: 8860MFP
■100-240 VAC, 50-60 Hz
Printer met ENERGY STAR-keurmerk (S-configuratie): Standaardtijden: 5 minuten en
240 minuten (Phaser 8560MFP-printer)
Printer met ENERGY STAR-keurmerk (S-configuratie): Standaardtijden: 5 minuten en
360 minuten (Phaser 8860MFP-printer)
Prestatiespecificaties
Resolutie
Maximale resolutie: 600 x 600 dpi
Afdruksnelheid
■Maximaal 30 pagina's per minuut
Kopieersnelheid
■Maximaal 30 pagina's per minuut (ppm) via de documentinvoer
■Eerste kopie in opdracht: minder dan 15 seconden per pagina
■Resterende kopieën in opdracht: hetzelfde als de afdruksnelheid
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
A-2
Page 76
Controller-specificaties
800 MHz processor
Geheugen
■512 MB RAM
■Kan worden aangevuld tot maximaal 1 GB
PDL's (Page Description Languages)
■PCL5c
■Adobe PostScript 3
■Adobe PDF-Direct
Interne lettertypen
■139 PostScript Type 1
■81 PCL5c
Interfaces
■Ethernet 10/100 Base Tx
■Universal Serial Bus (USB 2.0)
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
A-3
Page 77
Regelgeving
Xerox heeft dit product getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie
en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen te beperken die door dit product
worden veroorzaakt of worden ontvangen in een normale kantooromgeving.
Verenigde Staten (FCC-regels)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat in categorie A
conform Deel 15 van de FCC-regels. Deze normen zijn vastgesteld om een redelijke
bescherming te bieden tegen hinderlijke storing wanneer het apparaat wordt gebruikt in een
commerciële installatie. Deze apparatuur genereert en maakt gebruik van radiogolven en kan
deze ook uitstralen. Als de apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens deze
instructies, kan deze schadelijke storingen veroorzaken in radioverbindingen. Het gebruik van
deze apparatuur in een woonomgeving veroorzaakt waarschijnlijk schadelijke storingen, in
welk geval de gebruiker de storingen op eigen kosten moet verhelpen.
Als de apparatuur schadelijke storing veroorzaakt in radio- en televisieontvangst (hetgeen kan
worden vastgesteld door de apparatuur aan en uit te zetten), kunt u proberen de storing te
verhelpen door een of een aantal van de volgende maatregelen te nemen:
■Geef de ontvangstinstallatie een andere richting of verplaats de installatie.
■Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvangstinstallatie.
■Sluit de apparatuur aan op een uitgang van een ander circuit dan waarop de
ontvangstinstallatie aangesloten is.
■Vraag advies bij het verkooppunt of een erkende radio-/televisietechnicus.
Wijzigingen aan de apparatuur waarvoor niet nadrukkelijk toestemming is gegeven door
Xerox, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om gebruik te maken van de apparatuur
ongeldig maken. Om te voldoen aan Deel 15 van de FCC-regels, moet gebruik worden
gemaakt van afgeschermde interfacekabels.
Canada (regels)
Dit digitale apparaat van Klasse A voldoet aan de Canadese norm ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe A est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
B-1
Page 78
Europese Unie
Waarschuwing: Dit is een Klasse A-product. Mogelijk veroorzaakt dit product in een
woonomgeving radiostoringen, in welk geval de gebruiker de van toepassing zijnde
maatregelen moet nemen.
Het CE-merk op dit product symboliseert de verklaring van conformiteit
van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de
Europese Unie vanaf de aangegeven datum:
■1 januari 1995: Richtlijn betreffende laagspanning 73/23/EEC (geamendeerd door
93/68/EEC)
■1 januari 1996: Richtlijn betreffende elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEC
■9 maart 1999: Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur
1999/5/EC
Dit product is niet gevaarlijk voor de consument of de omgeving als het wordt gebruikt
volgens de gebruikersinstructies.
Om te voldoen aan de regels van de Europese Unie, moet gebruik worden gemaakt van
afgeschermde interfacekabels.
Een ondertekende kopie van de conformiteitsverklaring voor dit product kan bij Xerox worden
aangevraagd.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
B-2
Page 79
Recycling en
weggooien van
producten
Alle landen
Indien u verantwoordelijk bent voor het weggooien van uw Xerox-product, houd er dan
rekening mee dat het product een lamp/lampen met kwik bevat. Daarnaast kan het product
lood, perchloraat en andere stoffen bevatten die om milieubeschermende redenen alleen
volgens bepaalde voorschriften mogen worden weggegooid. De aanwezigheid van deze
materialen is volledig in overeenstemming met de algemene regels die van toepassing waren
op het moment dat het product op de markt werd gebracht. Neem voor informatie over
recyclen en weggooien contact op met de plaatselijke autoriteiten. In de Verenigde Staten kunt
u ook meer informatie vinden op de website van Electronic Industries Alliance: www.eiae.org.
Perchloraat - dit product kan een of meer perchloraathoudende onderdelen, zoals batterijen,
bevatten. Mogelijk is een speciale behandeling van toepassing, zie
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate
.
Europese Unie
Sommige apparatuur kan zowel thuis/huishoudelijk als professioneel/zakelijk worden
gebruikt.
Thuis-/huishoudelijke omgeving
Wanneer dit symbool op uw apparatuur staat, mag u de apparatuur niet met
het normale huisvuil meegeven.
Volgens de Europese regelgeving moet afgeschreven elektrische en elektronische apparatuur
worden gescheiden van huisafval.
Privé-huishoudens in de Europese Lidstaten kunnen gebruikte elektrische en elektronische
apparatuur gratis wegbrengen naar daarvoor bestemde verzamelpunten. Neem voor informatie
contact op met de gemeentelijke afvaldienst.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
C-1
Page 80
In sommige lidstaten moet de winkelier uw oude apparatuur gratis van u overnemen wanneer
u nieuwe apparatuur aanschaft. Neem voor informatie contact op met uw winkelier.
Professioneel en zakelijk gebruik
Wanneer dit symbool op uw apparatuur staat, moet u de apparatuur
weggooien in overeenstemming met de landelijk geldende procedures.
Volgens de Europese regelgeving moet afgeschreven elektrische en elektronische apparatuur
worden weggegooid volgens de overeengekomen procedures.
Neem voor het weggooien contact op met uw plaatselijke leverancier of Xeroxvertegenwoordiger voor informatie over het terugnemen van afgeschreven apparatuur.
Noord-Amerika
Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van
apparatuur. Neem contact op met uw Xerox-verkoopvertegenwoordiger (1-800-ASK-XEROX
in de Verenigde Staten) om te bepalen of dit Xerox-product in het programma is opgenomen.
Voor meer informatie over de Xerox-milieuprogramma's kunt u terecht op
www.xerox.com/environment.html
contact opnemen met de plaatselijke overheidsinstanties.
en voor informatie over recycling en weggooien kunt u
In de Verenigde Staten kunt u ook de website van de Electronic Industries Alliance raadplegen
via www.eiae.org
.
Andere landen
Neem contact op met de gemeentelijke afvaldienst en vraag om advies.
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
C-2
Page 81
Index
Getallen
64-bits naar 32-bits installatie
Windows XP en
Windows Server 2003, 3-8
802.1X
configureren, 4-18
A
aangepaste formaten
opties stuurprogramma, 1-20
afbeeldingen
de lichte en donkere gebieden
omdraaien, 1-19
horizontaal op de pagina omklappen
(spiegelen), 1-19
spiegelafbeeldingen afdrukken, 1-19
verkleinen of vergroten, 1-16