XEROX 423Pi User Manual [nl]

XEROX
WorkCentre Pro 423/428
Printer – Handleiding voor de gebruiker
708P86637_NL
Samengesteld en vertaald door: The Document Company Xerox GKLS European Operations Bessemer Road Welwyn Garden City Hertfordshire AL7 1HE Verenigd Koninkrijk
©2001 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd door de software en dat in het scherm wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en inhoud van de schermen, enzovoort.
Xerox
®
, The Document Company
®
, de digitale X® en alle producten van Xerox die worden vermeld in deze publicatie, zijn handelsmerken van Xerox Corporation. Productnamen en handelsmerken van andere bedrijven worden hierbij erkend
.
Dit document wordt regelmatig herzien. Wijzigingen en technische en typografische correcties worden in de volgende edities opgenomen.

Inhoudsopgave

1 Overzicht van de printer .....................................1-1
2 Installatie..............................................................2-1
Aan de slag met printer of fax................................................ 1-2
Speciale toepassingen van de printe r ................................... 1-3
Belangrijkste onderdelen en hun functie ............................... 1-4
Onderdelen printerset....................................................... 1- 4
Vooraanzicht .................................................................... 1-4
Achteraanzicht ................................................................. 1-5
Printerbedieningspaneel................................................... 1-6
Schermberichten weergeven............................................ 1-7
Afdrukscherm................................................................... 1-7
Scherm algemene menu .................................................. 1-7
Scherm menu Mode......................................................... 1-8
Energiespaarstand ........................................................... 1-8
Printeromgevingen instellen.................................................. 2-2
Als lokale printer............................................................... 2-2
Parallelle poort gebruiken ................................................ 2-2
USB-poort gebruiken....................................................... 2-2
Als netwerkprinter ( Ethernet-interface)............................ 2-3
Windows-netwerk (SMB).................................................. 2-3
TCP/IP Afdrukhulpprogrammas voor
Windows 95/98/Me........................................................... 2-3
TCP/IP (Windows NT 4.0, Windows 2000) ...................... 2-4
TCP/IP (UNIX).................................................................. 2-4
AppleTalk ......................................................................... 2-5
NetWare.......................................................................... 2-5
Afdrukken via Internet ...................................................... 2-6
Kabelverbinding..................................................................... 2-7
Aansluiten op parallelle interface...................................... 2-7
Aansluiten op USB-interface ............................................ 2-8
Aansluiten op Ethernet-interface.................................... 2-10
Menu Snelle installatie gebruiken........................................ 2-11
Menu-items Snelle installatie.......................................... 2-11
Procedure voor instellen menu Snelle installatie............ 2-12
Volgorde voor instellen van printeromgevingen .................. 2-14
IP-adres instellen................................................................. 2-15
Installatieprocedure ........................................................ 2-15
DHCP-server.................................................................. 2-15
Lijst printerinstellingen afdrukken................................... 2-16
Lijst printerinstellingen controleren................................. 2-16
Adres instellen................................................................ 2-17
IP-adres instellen ........................................................... 2-17
Subnet Mask en Gateway Address instellen.................. 2-18
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina i
Poort instellen...................................................................... 2-19
Wanneer TCP/IP (LPD) wordt gebruikt .......................... 2-19
Wanneer afdrukken via het Internet wordt gebruikt........ 2-19
Wanneer SMB wordt gebruikt......................................... 2-19
Wanneer software wordt gebruikt voor beheer van
een externe printer ......................................................... 2-19
Poort activeren ............................................................... 2-20
Poort en transportprotocol instellen................................ 2-21
Overige printerinstellingen................................................... 2-22
Wanneer TCP/IP (LPD) wordt gebruikt ......................... 2-22
Wanneer SMB wordt gebruikt......................................... 2-22
Wanneer IPP wordt gebruikt .......................................... 2-23
Geheugentoekenning .......................................................... 2-24
Toepassingen................................................................. 2-24
Voorgestelde waarden.................................................... 2-24
Systeem ......................................................................... 2-24
Gebruik Ontvangstbuffer ...... ...... ....... ...... ....... ...... .......... 2-24
Gebruik Paginabuffer ........................ ...... ....... ...... ....... ... 2 -2 5
Gebruik PCL-geheugen ................................................. 2-25
Gebruik PS-geheugen....................... ...... ....... ...... ....... ... 2-25
3 Nuttige handelingen............................................3-1
Afdrukvolgorde ...................................................................... 3-2
Voor Windows .................................................................. 3-2
Afdrukken, kopiëren en faxen................................................ 3-3
Het bedieningspaneel tijdens het afdrukken..................... 3-3
Afdrukken en kopiëren/faxen............................................ 3-3
Auto-laden verwisselen.................................................... 3-3
Prioriteit papierladen ........................................................ 3-4
Afdrukprioriteit.................................................................. 3-4
Afdruktoepassingen tijdens kopiëren/faxen ..................... 3-4
Afdruktoepassingen............................................................... 3-5
Afdruktoepassingen instellen............................................ 3-5
Scherm Eigenschappen................................................... 3-5
Online help ....................................................................... 3-6
Afdruk/fax annuleren ............................................................. 3-8
Opdrachten annuleren vanaf de computer....................... 3-8
Windows gebruiken.......................................................... 3-8
CentreWare Internetservices gebruiken........................... 3-8
Opdrachten annuleren vanaf de printer............................ 3-9
Opdrachten annuleren die al verwerkt worden ................ 3-9
Alle opdrachten annuleren vanaf de printer ..................... 3-9
Faxverzending annuleren vanaf het aanraakscherm ..... 3-10
Opdrachtstatus controleren............................................ 3-11
Windows gebruiken........................................................ 3-11
CentreWare Internetservices gebruiken......................... 3-11
Aflevering............................................................................. 3-12
Gedwongen uitvoering van resterende afdrukgegevens 3-12
Alle opdrachten in de printer uitvoeren........................... 3-13
Afdrukgegevens combineren via overlays........................... 3-15
Overlay maken............................................................... 3-15
Afdrukken met een overlay ............................................ 3-16
Pagina ii XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken............................... 3-18
Beveiligd afdrukken........................................................ 3-18
Proefafdrukken............................................................... 3-18
Gebruikers-ID en toegangscode opslaan....................... 3-19
Opdrachten Beveiligd afdruk ken/P r oef afdr ukk en
uitvoeren......................................................................... 3-20
Op de computer ............................................................. 3-20
Op het bedieningspaneel ............................................... 3-21
Faxen verzenden vanaf de computer.................................. 3-24
Direct faxen .................................................................... 3-24
Informatie invoeren in de lijst ontvangers....................... 3-27
Informatie over de faxontvanger invoeren...................... 3-27
4 Printerdrivers installeren/
configureren.........................................................4-1
Informatie over printerdrivers.................. ...... ....... ...... ....... ..... 4- 2
De PCL 6-printerdrivers.................................................... 4-2
Installatie-/configuratiemethoden...................................... 4-2
Instellingen op de printer.................................................. 4-2
Printerdrivers installeren of installatie ongedaan maken....... 4-3
Voor een lokale printer ..................................................... 4-3
Wanneer u op Afwijzen klikt in de
licentie-overeenkomst .................................................... 4-11
Printerdrivers configureren.................................................. 4-12
Dialoogvenster Printereigenschappen openen............... 4-12
Voor Windows 95/Windows 98/Windows Me................. 4-12
Voor Windows NT 4.0/Windows 2000............................ 4-13
Printereigenschappen instellen ...................................... 4-14
Printer............................................................................. 4-15
Papier/Aflevering............................................................ 4-20
Afleveringsopties............................................................ 4-24
Grafische afbeeldingen.................................................. 4-27
Opmaak ........................ .......................... ....................... 4 -29
Overlays......................................................................... 4-34
Watermerken ................ .......................... ....................... 4-36
Fax................................................................................. 4-37
5 Menu Mode en het algemene menu...................5-1
Menus................................................................................... 5-2
Menu-info.......................................................................... 5-2
Wegwijs in de menu’s....................................................... 5-3
Opties in het menu Mode ...................................................... 5-4
Lijst met opties in menu Mode.......................................... 5-4
PCL-instellingen............................................................... 5-5
Opties in het algemene menu.............................................. 5-11
Lijst van opties in algemene menu................................. 5-11
Systeeminstellingen ....................................................... 5-16
Netwerk/Poort ................................................................ 5-18
Geheugen toekennen .................................................... 5-30
Gegevens initialiseren/ver wi jde ren ................................ 5-32
Printerinstellingen........................................................... 5-32
Overzichten/lijsten afdruk ken .................................... ....... ... 5 -3 3
Soorten overzichten/lijsten ............................................. 5-33
Lijst PCL-instellingen...................................................... 5-33
Lijst Printerinstellingen................................................... 5-34
Foutenhistorieoverzicht.................................................. 5-34
Opdrachtenoverzicht ...................................................... 5-34
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina iii
Overzicht afdrukkenteller ............................................... 5-34
PCL-fontlijst.................................................................... 5-35
Lijst opgeslagen documenten ........................................ 5-35
PostScript-fontlijst .......................................................... 5-35
Lijst PostScript logische printers .................................... 5-36
Opdrachtsjablonenlijst.................................................... 5-36
Domeinenlijst.................................................................. 5-36
Procedure voor afdrukken van overz ichte n/l ijs te n.......... 5-37
CentreWare Internetservices............................................... 5-38
Structuur van het scherm CentreWare Internetservices. 5-38
Bovenste paneel ............................................................ 5-39
Onderste paneel ...... ...... ....... ...... ....... ............................. 5-3 9
Rechter- en linkerpaneel ................................................ 5-39
Systeemomgeving.......................................................... 5-39
Geschikte computers en browsers ................................. 5 -39
Geschikte computers ..................................................... 5-39
Geschikte browsers........................................................ 5-39
Browser configureren ..................................................... 5-40
Voor Netscape Communicator....................................... 5-40
Voor Internet Explorer .................................................... 5-40
Proxy-server en poortnummer controleren..................... 5-40
Instelling proxy-server.................................................... 5-40
Instelling poortnummer................................................... 5-40
De printer configureren................................................... 5-41
CentreWare Internetservices gebruiken......................... 5-42
Printerstatus controleren via e-mail..................................... 5-43
Info Mail Notice............................................................... 5-43
6 Voorzorgsmaatregelen en
beperkingen.........................................................6-1
Algemene informatie.............................................................. 6-2
Printer uitzetten................................................................ 6-2
Printer aanzetten.............................................................. 6-2
Wanneer de Printer HDD-set is geïnstalleerd .................. 6-2
Wanneer de afwerkeenheid is geïnstalleerd .................... 6-3
Wanneer de afdruk afwijkt van wat wordt verwacht ......... 6-3
Conceptmode instellen..................................................... 6-3
Optionele producten gebruiken........................................ 6-3
Printerdriver gebruiken voor fax en ................................... 6-4
TCP/IP gebruiken .................................................................. 6-5
Tijdens de installatie......................................................... 6-5
Installatie op de printer..................................................... 6-5
Installatie op de computer/het werkstation....................... 6-5
Het apparaat aan- en uitzetten......................................... 6-5
Wanneer LPD-spoolen is ingesteld op Geheugen
(spool-mode).................................................................... 6-5
Wanneer LPD-spoolen is ingesteld op Vaste schijf
(spool-mode).................................................................... 6-6
Wanneer LPD-spoolen is ingesteld op UIT
(non-spool-mode)............................................................. 6-6
Bij het afdrukken............................................................... 6-6
Wanneer LPD-spoolen is ingesteld op Vaste schijf of
Geheugen (spool-mode) .................................................. 6-6
Wanneer LPD-spoolen is ingesteld op UIT
(non-spool-mode)............................................................. 6-6
Pagina iv XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
7 Problemen oplossen...........................................7-1
Wanneer er zich problemen voordoen .................................. 7-2
Wanneer de afdrukkwaliteit tegenvalt.................................... 7-5
Berichten ............................................................................... 7-8
Lijst met berichten ............................................................ 7-8
Berichten over foutcodes................................................ 7-11
TCP/IP gebruiken ................................................................ 7-16
Wanneer u Windows 95, Windows 98 of Windows Me
gebruikt........................................................................... 7-16
Wanneer Windows NT 4.0 wordt gebruikt...................... 7-17
CentreWare Internetservices gebruiken.............................. 7-18
A Bijlage ........................................................ Bijlage-1
Specificaties ..................................................................Bijlage-1
Productspecificaties..................................................Bijlage-1
Standaard afdrukgebied ...........................................Bijlage-2
B Woordenlijst ....................................Woordenlijst-1
Index..............................................................Index-i
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina v
Pagina vi XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

1 Overzicht van de printer

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
½
Aan de slag met printer of fax
½
Speciale toepassingen van de printer
½
Belangrijkste onderdelen en hun functie
Overzicht van de printer
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 1-1

Aan de slag met printer of fax

In dit gedeelte wordt de procedure uitgelegd voor het instellen van de printer. De gang van zaken is als volgt:
WAARSCHUWING: De printer dient te zijn uitgeschakeld voordat u aan de installatie begint, om een elektrische schok te voorkomen.
De kabel aansluiten en geheugen toewijzen. “Kabelverbinding op pagina 2-7 ra adp leg en en “Geheugentoekenning” op pagina 2-24 raadplegen.
De benodigde installatie op de computer uitvoeren. Het printerbedieningspaneel dient ook te worden ingesteld.
Hoofdstuk 4 Printerdrivers installeren/configureren raadplegen. Wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt, dienen de
instellingen op de verschillende typen servers en het printerbedieningspaneel te worden opgegeven.
Het bestand Network Print Environment User Guide (Network.pdf) op de CD-ROM Klantdocumentatie raadplegen voor informatie over deze instellingen.
OPMERKING: Aangeraden wordt het geheugen uit te breiden.
Pagina 1-2 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Speciale toepassingen van de printer

Deze printerset kan worden gebruikt als een netwerk-compatibele printer die direct op het netwerk kan worden aangesloten.
De printer kan worden geïnstalleerd met multi-emulatie. Dit zijn de speciale toepassingen van de printer:
½
De printer wordt geïnstalleerd met PCL-emulatie. PostScript­emulatie is een optionele toepassing.
½
Afdrukken kan worden gespecificeerd zonder rekening te houden met de printertaal, aangezien er een functie is voor automatische detectie van printertaal (alleen van toepassing wanneer er meer dan 1 emulatie is geïnstalleerd).
½
Met de resolutie van 600 dpi laserstijl worden afdrukken van hoge kwaliteit bereikt.
½
De printer beschikt ook over een beeldverbeteringsfunctie waarmee de resolutie kan worden verhoogd en een betere afdruk kan worden bereikt zonder onvolkomenheden (equivalent van 2400 dots per inch, dpi).
½
De printer heeft niet alleen de parallelle poort en USB-poort, maar kan ook in een netwerk (multi-protocol)-omgeving worden gebruikt via de installatie van een interface-kaart voor Ethernet.
Overzicht van de printer
½
Alle geïnstalleerde interfaces kunnen tegelijkertijd data ontvangen.
½
2-zijdige afdrukken zijn mogelijk door een module voor tweezijdig afdrukken te installeren.
½
Meervoudige afdrukken kunnen elektronisch worden gesorteerd (wanneer de vaste schijf is geïnstalleerd). Paginas hoeven niet herschikt te worden, omdat deze kunnen worden uitgevoerd met de beeldzijde naar boven zonder de volgorde van de pagina’s te beïnvloeden.
½
Directe faxverzending vanaf de netwerkcomputer is mogelijk wanneer de faxmodule op de printer is geïnstalleerd.
OPMERKING: Protocol is de essentiële communicatieregeling voor gegevensverzending.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 1-3

Belangrijkste onderdelen en hun functie

In dit gedeelte worden de namen van de onderdelen van de printerset beschreven. Voor andere onderdelen Belangrijkste onderdelen en hun functie” van Kopieerapparaat – Handleiding voor de gebruiker raadplegen.

Onderdelen printerset

Vooraanzicht
1 Printerbedieningspaneel Voor het gebruik van de printerfuncties. 2 Middelste opvangbak Voor de opvang van afdrukken, met beeldzijde naar beneden. 3 Bedieningspaneel Voor het gebruik van de functies van het kopieerapparaat. Indien
nodig wordt hierop ook aangegeven dat het apparaat wordt
gebruikt voor printerfuncties. 4 Schakelaar Voor het aan- en uitzetten van het apparaat. 5 Zij-opvangbak* Voor de opvang van afdrukken, met beeldzijde naar boven.
Wanneer de optionele afwerkeenheid is geïnstalleerd, wordt de
onderste opvangbak van de afwerkeenheid de zij-opvangbak. 6 Handmatige invoer* Voor het laden van papier dat niet in de papierladen past, zoals
postcard of transparanten. 7 Papierladen* Voor het laden van papier. Lade 4 is optioneel. 8 Toets Pauze/Hervatten Voor het ophalen van afdrukken uit de afwerkeenheid. 9 Afwerkopvangbak – boven* Voor de opvang van afdrukken wanneer de afwerkeenheid is
geïnstalleerd. Afdrukken kunnen hier worden geniet. De afwerk-
eenheid is een optionele set.
* optionele set die op enkele modellen echter reeds kan zijn geïnstalleerd
Pagina 1-4 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Achteraanzicht
1 Parallelle poort Om deze printer aan te sluiten op een computer met een kabel
die voldoet aan de norm voor Centronics/IEEE 1284. 2 USB-poort Om deze printer aan te sluiten op een computer met een
USB-kabel. 3 Ethernet-poort Om deze printer aan te sluiten op een computer met een
Ethernet-kabel.
Overzicht van de printer
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 1-5

Printerbedieningspaneel

De onderdelen van het printerbedieningspaneel worden weergegeven in de volgende illustratie:
Schermberichten weergeven op pagina 1-7 raadplegen voor meer informatie over de berichten op het display.
1 Indicatielampje Processing Wanneer dit lampje brandt, is de printer bezig met de verwerking
van afdrukinstructies. 2 Indicatielampje Online Wanneer dit lampje brandt, is de printer gereed om gegevens te
ontvangen van de computer. 3 Display Geeft instellingen weer, de printerstatus, berichten etc. 4 De toetsen pijl omhoog,
omlaag, rechts en links
5 Toets Mode Deze toets indrukken om het menu Mode op te roepen. 6 Toets Pauze Deze toets indrukken om de status Pauze te activeren. In deze
7 Toets Uitwerpen/Instellen Deze toets indrukken om de voorgestelde waarde van het menu
8 Toets Menu Deze toets indrukken om naar het algemene menu te gaan. 9 Indicatielampje Error Wanneer dit lampje brandt, is er een storing in het apparaat.
Deze toetsen indrukken om door het menu te lopen naar een
menu item, item en mogelijke waarde. In deze handleiding
worden deze vier knoppen weergegeven als , ,
en .
status kunnen geen gegevens worden ontvangen en geen
afdrukinstructies worden verwerkt. De toets nogmaals indrukken
om deze status te beëindigen.
te selecteren. Wordt ook gebruikt voor het afdrukken van
overzichten en lijsten.
Pagina 1-6 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Schermberichten weergeven

Op het display worden berichten weergegeven over de printer en de instellingen en status daarvan, en de volgende schermen kunnen daarbij voorkomen.
OPMERKING: Afhankelijk van de geïnstalleerde optione le sets, printerinstellingen en het printermodel, kan het gebeuren dat sommige berichten niet worden weergegeven.
Afdrukscherm
Terwijl de printer aan het afdrukken is of op gegevens wacht, wordt op het display het afdrukscherm weergegeven met daarop de printerstatus en de actuele gegevensverwerking. De volgende berichten zijn bijvoorbeeld te zien wanneer gegevens ontvangen zijn van de parallelle poort en die worden afgedrukt op papier uit lade 1:
Printerstatus
Afdrukken Parallel
Ingangspoort
Printerstatus
Geeft de status van de printer aan. De berichten kunnen luiden: Wachten a.u.b., Gereed voor afdrukken”, “Afdrukken”, “Annuleren of Wacht op gegev.”.
Berichten op pagina 7-8 raadplegen.
Lade 1
Lade
Overzicht van de printer
Ingangspoort
Geeft de poort aan waar de gegevens binnenkomen. De berichten kunnen onder andere luiden: “Parallel”, “IPP”, “SMB”, “EtherTalk”, LPD, NetWare, USB, Port9100 of Salutation.
Lade
Geeft de papierlade aan voor het te gebruiken papier. De berichten kunnen luiden: Lade 1”, “Lade 2”, “Lade 3”, “Lade 4 of “Handm. invoer”.
Scherm algemene menu
Het scherm voor het instellen van items die in alle afdrukmodes voorkomen.
De toets Menu indrukken om het algemene menu weer te geven.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 1-7
Het scherm voor het instellen van de poort wordt bijvoorbeeld als volgt weergegeven:
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over het scherm van het algemene menu.
Menu
Priterinstell.
Scherm menu Mode
Het scherm voor de instellingen voor emulatieverwerking. De toets Mode indrukken om het scherm weer te geven. Het scherm voor het invoeren van de PCL-instellingen wordt
bijvoorbeeld als volgt weergegeven:
PCL-instellingen

Energiespaarstand

Opties in het menu Mode op pagina 5-4 raadplegen voor meer informatie over het scherm van het menu Mode.
Wanneer het apparaat in de Lage energiestand of de Energiespaarstand verkeert, is het aanraakscherm uit en brandt het lampje van de energiespaarstand.
DEF
MN O
WXYZ
Wanneer afdrukgegevens van de computer worden ontvangen , verlaat het apparaat automatisch de energiespaarstand en begint met de verwerking van de afdrukopdracht.
U kunt de energiespaarstand verlaten door de verlichte toets
Energiespaarstand in te drukken.
OPMERKING: Wanneer de printer in de energiespaarstand staat,
kan het printerbedieningspaneel pas worden gebruikt wanneer de toets voor energiespaarstand wordt ingedrukt waarmee deze mode wordt verlaten.
Pagina 1-8 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

2 Installatie

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
½
Printeromgevingen instellen
½
Kabelverbinding
½
Menu Snelle installatie gebruiken
½
Volgorde voor instellen van printeromgevingen
½
IP-adres instellen
½
Poort instellen
½
Overige printerinste ll ing en
½
Geheugentoewijzing
Installatie
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-1

Printeromgevingen instellen

In dit gedeelte worden de printeromgevingen beschreven die kunnen worden ingesteld voor de printer.
Wanneer de printer direct op de computer is aangesloten, kan de printer als een lokale printer worden gebruikt.
Wanneer de printer in een netwerk is opgenomen, kan de printer als een netwerkprinter worden gebruikt. Aangezien deze printer een veelheid van protocollen ondersteunt, kan deze in allerlei netwerkomgevingen tegelijk worden gebruikt.

Als lokale printer

Parallelle poort gebruiken
De printer met een computer verbinden via een parallelle interface voor afdrukken.
IEEE1284 parallelle kabel gebruiken.
Windows 95, Windows 98, Windows Me
Windows NT 4.0, Windows 2000
Printer
USB-poort gebruiken
De printer met een computer verbinden via een USB-kabel voor het afdrukken.
Windows 2000
Printer
Pagina 2-2 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Als netwerkprinter ( Ethernet-interface)
Windows-netwerk (SMB)
Server Message Block (SMB) is een protocol voor het delen van bestanden of printers in Windows Windows NT
4.0 en Windows 2000. Met SMB kunnen afdrukopdrachtgegevens of instellingen direct naar een printer worden verzonden op hetzelfde netwerk (Ethernet-interface) zonder tussenkomst van de server.
Aangezien deze printer SMB ondersteunt, kunt u het afdrukken starten door simpelweg de SMB-poort te activeren en de printer op het netwerk te registreren op ieder besturingssysteem, Windows 95, Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 en Windows 2000 (OS).
U kunt NetBEUI en TCP/IP gebruiken als transportprotocol voor SMB.
Windows 95, Windows 98, Windows Me
Windows NT 4.0, Windows 2000
95, Windows98, WindowsMe,
Printer
Installatie
NetBEUI of TCP/IP
TCP/IP Afdrukhulpprogrammas voor Windows 95/98/Me
Er zijn twee hulpprogrammas waarvan er een wordt meegeleverd zodat gegevens direct vanaf een computer met Windows 95, 98 of Me naar een printer in hetzelfde netwerk ( Ethernet-interface) kunnen worden verzonden zonder eerst naar de server te gaan.
De hulpprogrammas heten Poortmonitor en Direct afdrukken. Welk hulpprogramma wordt geleverd hangt af van waar u woont en werkt.
Aangezien deze printer het TCP/IP (LPD)-protocol ondersteunt, kunnen de afdrukgegevens direct vanaf de computer worden verzonden wanneer deze software wordt gebruikt. U dient het IP-adres in te stellen op de printer en computer.
Windows 95, Windows 98, Windows Me
Printer
TCP/IP
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-3
TCP/IP (Windows NT 4.0, Windows 2000)
Aangezien deze printer het TCP/IP-protocol ondersteunt, kunnen de afdrukgegevens direct vanaf de computer met Windows NT 4.0 of Windows 2000 worden verzonden niet alleen met SMB , maar ook met LPR. U dient het IP-adres in te stellen op de printer en computer met Windows NT 4.0 of Windows 2000.
U kunt daarna in Windows NT 4.0, nadat de printer is geregistreerd of, in Windows 2000 nadat de printer is gedefinieerd als gedeeld ook in Windows 95/98/Me afdrukken met deze printer.
Windows NT 4.0, Windows 2000
TCP/IP
Printer
TCP/IP (UNIX)
Aangezien deze printer het TCP/IP-protocol ondersteunt, kunt u ook direct vanaf een UNIX-werkstation afdrukken. U dient het IP-adres in te stellen op de printer en het UNIX-apparaat.
Het bestand Network Print Environment User Guide (Network.pdf) op de CD-ROM Klantdocumentatie raadplegen voor informatie over het afdrukken vanaf het UNIX-werkstation.
UNIX
Printer
TCP/IP
Pagina 2-4 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
AppleTalk
Aangezien deze printer het AppleTalk-protocol ondersteunt, kunt u afdrukken vanaf een Macintosh via EtherTalk.
OPMERKING: U heeft de optionele PostScript-set nodig wanneer u wilt afdrukken met EtherTalk.
Installatie
Macintosh
NetWare
EtherTalk
Printer
Deze printer ondersteunt Novell NetWare (versie 3.12, 3.2, 4.11, 4.2, 5, 5.1) en de printserver (PServer)-mode die alleen bindery en NDS (versie 4.11 en hoger) gebruiken.
In de mode PServer is de printer de printserver en verwerkt deze afdrukopdrachten in de wachtrij. Deze printer gebruikt één gebruikerslicentie van de fileserver.
U kunt IPX/SPX en TCP/IP als protocol voor NetWare gebruiken. Het bestand Network Print Environment User Guide (Network.pdf) op
de CD-ROM Klantdocumentatie raadplegen voor informatie over het gebruik van NetWare voor afdrukken.
NetWare client
(Windows 95, Windows 98, Windows Me
Windows NT 4.0, Windows 2000)
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-5
NetWare-server
NetWare
Printer
Afdrukken via Internet
Deze printer ondersteunt het Internet Printi ng Proto co l (IPP). Aangezien Windows 2000 is geïnstalleerd met de clientsoftware die nodig is voor uitvoer naar een IPP-printer, kunt u de printer geschikt maken voor IPP met behulp van de Wizard Printer toevoegen. Dankzij IPP kunt u afdrukken op een externe printer via het internet of intranet.
IPP client
(Windows 2000)
Printer
Internet
Pagina 2-6 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Kabelverbinding

In dit gedeelte wordt beschreven hoe welke kabel op de interface van de gebruikte omgeving dient te worden aangesloten.
WAARSCHUWING: Verg eet niet de stroom naar de printer uit te schakelen tijdens de installatie, om een elektrische schok te voorkomen.

Aansluiten op parallelle interface

Hieronder wordt uitgelegd hoe u de aansluiting op een parallelle interface tot stand brengt.
OPMERKING: Voor een parallelle interface heeft u een kabel voor een parallelle interface nodig. De IEEE1284 parallelle kabel gebruiken.
1. De connector van de interfacekabel aansluiten op de connector
van de parallelle interface en deze borgen met de klemmen aan weerszijden.
Installatie
2. Het andere eind van de connector van de interfacekabel aansluiten
op de computer.
3. De printer aanzetten. Indien nodig de volgende items instellen op het
printerbedieningspaneel (Netwerk/Poort > Parallel):
Afdrukmode
PJL
Adobe-protocol
Auto-uitwerptijd
Bidirectioneel
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over ieder afzonderlijk item en de methode voor de instelling.
OPMERKING: Bij normaal gebruik is het niet nodig de fabrieksinstellingen van alle items te wijzigen.
(Fabrieksinstelling: Auto) (Fabrieksinstelling: Inschakelen) (Fabrieksinstelling: Normaal) (Fabrieksinstelling: 30 sec.) (Fabrieksinstelling: Inschakelen)
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-7
Aansluiten op USB-interface
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de aansluiting op de USB-interface tot stand brengt.
OPMERKING: USB wordt alleen ondersteund door Windows 2000.
1. De connector van de USB-kabel aansluiten op de connector van de
USB-interface.
2. Het andere einde van de connector van de interfacekabel
aansluiten op de computer.
3. De printer aanzetten.
4. Op het printerbedieningspaneel de USB-poort instellen op
inschakelen. Doorgaan met de volgende procedure:
Gereed voor afdrukken
Drukken op
...van vorige pagina naar volgende pagina
Menu
Drukken op
Menu
Drukken op
Menu
Snelle install.
Netwerk/Poort
Netwerk/Poort
Drukken op
of
Parallel
of
enkele malen totdat dit verschijnt.
enkele malen totdat dit verschijnt.
Pagina 2-8 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Naar vorige pagina
...van vorige pagina
Netwerk/Poort
Drukken op
USB
Drukken op
Poortstatus
Poortstatus
USB
Poortstatus
Drukken op
Drukken op
Installatie
Uitschakelen*
Inschakelen
Uitw./Set
Drukken op
(Wanneer Gereed v. afdr. of faxen verschijnt, kan printer gegevens ontvangen.)
Menu
Poortstatus
Inschakelen*
Indien nodig de volgende items instellen op het printerbedieningspaneel (Netwerk/Poort > USB):
Afdrukmode
PJL
Adobe-protocol
Auto-uitwerptijd
(Fabrieksinstelling: Auto) (Fabrieksinstelling: Inschakelen) (Fabrieksinstelling: Normaal) (Fabrieksinstelling: 30 sec.)
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over ieder afzonderlijk item en de methode voor de instelling.
OPMERKING: Bij normaal gebruik is het niet nodig de fabrieksinstellingen van alle items te wijzigen.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-9
Aansluiten op Ethernet-interface
De Ethernet-interface onderste unt de vol gen de twee typ en omgevingen:
½
100BASE-TX
½
10BASE-T
OPMERKING: De fabrieksinstelling van Ethernet is Auto, zodat automatisch kan worden gewisseld tussen 100BASE-TX en 10BASE-T.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de aansluiting op de Ethernet-interface tot stand brengt:
1. De connector van de Ethernet-kabel aansluiten op de connector
van de interface.
OPMERKING: Alleen een interfacekabel gebruiken die geschikt is voor de gebruikte netwerkverbinding.
2. De printer aanzetten. U kunt de Ethernet-transmissiesnelheid instellen op 10BASE-T of
100BASE-TX-connector of automatisch de printerinstelling volgens de gebruikte omgeving. Opties in het algemene me nu op pagina 5-11
raadplegen.
Pagina 2-10 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Menu Snelle installatie gebruiken

Bij het instellen van de printeromgeving kunt u het menu Quick Setup gebruiken om de benodigde basisitems tegelijk in te stellen.
Menu-items Snelle installatie
De volgende menu-items kunnen worden ingesteld met het menu Quick Setup. Ieder item instellen door de vragen te beantwoorden die op het printerbedieningsp ane el wor den geste ld.
Item Opmerkingen
Instellen? Aangeven of u verder wilt gaan met Snelle installatie. Auto-afdr. opdr.historie Het opdrachtenoverzicht bevat informatie over de 50
meest recente afdrukopdrachten. Aangeven of u het opdrachtenoverzicht automatisch wilt afdrukken na iedere 50 afdrukopdrachten.
Systeemklok instellen?/Datum/tijd instellen De systeemklok instellen die de datum en tijd in de
volgende notaties weergeeft: JJJJ/MM/DD (jaar/maand/dag) (alleen voor jaren tussen 2000-2099) UU.MM (uur.minuut). De ingestelde datum/tijd wordt afgedrukt in lijsten/ overzichten.
Installatie
Netwerk inschakelen? SMB (Net BEUI) inschakelen?/inschakelen SMB Spool? SMB (TCP/IP) inschakelen?/SMB-spoolen inschakelen? LPD (TCP/IP) inschakelen?/LP D- spool en inschakelen? IPP inschakelen?/IPP-spoolen inschakelen? Netware (IPX) inschakelen? Netware (TCP/IP) inschakelen? Port9100 inschakelen? EtherTalk inschakelen? Salutation inschakelen? FTP-client inschakelen? SNMP (TCP/IP) inschakelen? SNMP (IPX) inschakelen? DHCP inschakelen? BOOTP inschakelen? RARP inschakelen? IP-adres Printerlijst afdrukken
Internetservice inschakelen? Instellen of CentreWare Internetservices worden gebruikt
Aangeven of instellingen worden gedefinieerd voor de volgende poorten:
SMB, LPD, IPP, NetWare, Port9100, EtherTalk Stelt de poort, het protocol en het spoolen in voor de netwerkomgeving.
Salutation, FTP-client Stelt deze items in wanneer de scanner wordt gebruikt.
SNMP Deze optie instellen wanner bepaalde software wordt gebruikt, zoals voor het beheer van een aantal externe printers.
via een webbrowser, voor de weergave van de printer/ opdrachtstatus en het wijzigen van de printerinstellingen.
OPMERKING: U kunt ook instellingen specificeren voor de afzonderlijke items zonder het menu Snelle installatie te gebruiken. Voor items die niet kunnen worden ingesteld met het menu Snelle installatie of voor informatie over het instellen van afzonderlijke items
Volgorde voor instellen van printeromgevingen op pagina 2-14 raadplegen en Opties in het algemene menu op pagina 5-11.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-11

Procedure voor instellen menu Snelle installatie

De procedure hieronder volgen voor essentiële instellingen met behulp van het printerbedieningspaneel.
Wanneer u het menu Snelle installatie gebruikt om instellingen te wijzigen, J selecteren voor Instellingen opslaan om instellingen op te slaan en het systeem opnieuw starten voordat de lijst met printerinstellingen wor dt afge dr uk t.
OPMERKING: Tijdens de installatie zijn de instellingen niet geldig wanneer u op Menu druk t.
T: Opnieuw opstarten; J: Ja; N: Nee.
Gereed voor afdrukken
Drukken op
Menu
Menu
Snelle install.
Drukken op
Instellen?
Drukken op
Instellen?
Drukken op
Auto-afdr. opdracht­historie T/N
de vraag voor iedere instelling beantwoorden. Drukken op
Met
Uitw./Set
/J
N
of
N/J
of
om de waarde in te voeren, en deze instellen met
Nadat alle items zijn ingesteld, verschijnt het volgende bericht.
voor J
/Y
Uitw./Set
en
voor N/J, en
Uitw./Set
Printerlijst afdrukken? T/N
Drukken op
Printerlijst afdrukken? T/N/J
Drukken op
van volgende pagina
Pagina 2-12 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
naar volgende pagina
Uitw./Set
/J
of
voor T/N/J (hier is gekozen voor J).
naar vorige pagina……van vorige pagina
Printerinstellingen afdrukken Lade1
Instellingen opslaan?
T/J
(opstarten)
Installatie
Drukken op
Wachten a.u.b...
(Wanneer Gereed voor afdrukken verschijnt, kan de printer gegevens ontvangen.)
of
voor J, en drukken op
Uitw./Set
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-13

Volgorde voor instellen van printeromgevingen

In dit gedeelte wordt de volgorde uitgelegd voor het instellen van printeromgevingen voor de verschillende omgevingen die in gebruik zijn.
De benodigde instellingen controleren voor de respectieve printeromgevingen terwijl u het stroomschema volgt. Wanneer u EtherTalk gebruikt, de handleiding raadplegen die bij de PostScript-set werd geleverd.
Ja Nee
SMB gebruiken
TCP/IP?
IP-adres instellen
Poort activeern
SMB over
NetBEUI activeren (standrd: inschak.)
Zonodig overige printerinstellingen opgeven.
SMB over
TCP/IP activeren (standrd: inschak.)
TCP/IP(LPD)
gebruiken
--->
LPD activeren (standrd:
inscha-
kelen)
--->
In netwerk
gebruiken?
2-15
--->
2-20
2-22
IIP gebruiken
IPP activeren (standrd:
uitscha-
kelen)
NetWare gebruiken
NetWare activeren
*3
Installatie omgeving
voor NetWare
*4
Naam host
en werkgroep wijzigen
*1
Printerdriver installeren
*2
--->
Einde
Hoofdstuk 4
U kunt de printerdriver installeren via de bijgeleverde CD-ROM of deze automatisch downloaden.
Het bestand Network Print Environment User Guide (Network.pdf) op de CD-ROM Klantdocumentatie raadplegen voor informatie over de procedure om:
½
de printerdriver te installeren wanneer IPP wordt gebruikt;
½
de omgeving in te stellen wanneer NetWare wordt gebruikt;
½
de naam van de host en werkgroep te veranderen.
Pagina 2-14 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
IP-adres instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het IP-adres wordt ingesteld. Afhankelijk van de netwerkomgeving dient u misschien het subnetmask en gateway-adres in te stellen. Wanneer uw netwerk een Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP), BOOTP of RARP-omgeving heeft, kan de printer deze items automatisch verkrijgen van elke server.
Met de fabrieksinstelling worden deze items automatisch verkregen van de DHCP-server.
De DHCP-server gebruiken tegelijk met de Windows Internet Name Service (WINS)-server. Wanneer de WINS-server wordt gebruikt, de instellingen opgeven indien nodig, door het volgende te selecteren op het printerbedieningspaneel: Netwerk/Poort, gevolgd door WINS-server, en dan de verschillende items.
Wanneer de BOOTP- of RARP-server wordt gebruikt, het volgende selecteren op het printerbedieningspaneel: Netwerk/Poort, gevolgd door TCP/IP-instellingen, IP-adres verkr., en daarna BOOTP of RARP.
Uw systeembeheerder raadplegen wanneer u vragen heeft over de BOOTP- of RARP-omgeving.
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over ieder afzonderlijk item en de methode voor de instelling.
Installatie

Installatieprocedure

Wanneer het IP-adres automatisch verkregen wordt van de DHCP, BOOTP of RARP-server, hoeft u niet de procedure te volgen in dit gedeelte voor het instellen van het IP-adres. Wanneer u het IP-adres zelf dient in te stellen op het printerbedieningspaneel Adres instellen op pagina 2-17 raadplegen.
Wanneer u niet precies weet of u een DHCP-server heeft, de onderstaande procedure volgen ter controle.
Wanneer u geen DHCP-server heeft, het IP-adres instellen. Adres instellen op pagina 2-17 raadplegen.
DHCP-server
Start
Heeft u DHCP-server en WINS server?
Nee
2.5.2 Adres
instellen
Ja maar niet
in gebruik
2.5.2 Adres
instellen
Ja
Printerinstell.
afdrukken
Printernstell.
controleren
Weet niet
zeker
Printerinstell.
afdrukken
IP-adres/
WINS:0.0.0.0
2.5.2 Adres instellen
WINS:
0.0.0.0
IP-adres+WINS
zijn ingesteld
Printerinstell.
controleren
OPMERKING: Uw systeembeheerder raadplegen wanneer u vragen heeft over de DHCP-omgeving.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-15
Lijst printerinstellingen afdrukken
1. De printerinstellingen afdrukken door “Overzichten/lijsten afdrukken” op pagina5-33 te raadplegen.
2. De volgende items controleren onder Communicatie-instellingen op de Lijst printerinstelling en:
TCP/IP: IP-adres
TCP/IP:Subnetmask
TCP/IP: Gateway-adres
WINS-server: Primaire IP-adres WINS-server
WINS-server: Secundaire IP-adres WINS-server
Het volgende gedeelte raadplegen over de controle van de Lijst printerinstellingen.
Lijst printerinstellingen controleren
½
Wanneer de adressen in TCP/IP en WINS niet zijn verkregen:
Er is geen DHCP-server en WINS-server. Het IP-adres zelf instellen door Adres instellen op pagina 2-17 te raadplegen.
½
Wanneer het adres wel in TCP/IP, maar niet in WINS is verkregen:
Er is geen WINS-server. Niet de DHCP-omgeving gebruiken, de printer is wellicht niet bruikbaar vanwege een wijziging in het IP-adres dat aan het apparaat is toegewezen. Het IP-adres zelf instellen door Adres instellen op pagina 2-17 te raadplegen.
½
Wanneer de adressen zowel in TCP/IP als WINS zijn verkregen:
De DHCP-server en WINS-server zijn in gebruik. Aanbevolen wordt de DHCP-omgeving te gebruiken. Wanneer de DHCP-omgeving wordt gebruikt, wordt het IP-adres van de printer ingesteld door de DHCP-server. De naam in de lijst Hostnaam of SMB onder Communicatie-instellingen in de Lijst printerinstellingen wordt geregistreerd in de WINS-server.
Pagina 2-16 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Adres instellen

Menu
Hieronder wordt uitgelegd hoe het IP-ad res wor dt ingesteld op het printerbedieningspaneel. Afhankelijk van welk netwerk wordt gebruikt dient misschien het subnetmask en gateway-adres te worden ingesteld. Contact opnemen met de systeembeheerder voordat de essentiële items worden ingesteld. Eraan denken dat de weergave van een instelling van het IP-adres de eerste keer anders kan zijn. Wanneer eerst het bericht Kan IP-adres niet verkrijgen wordt weergegeven, doorgaan met stap 2 nadat Menu is ingedrukt.
IP-adres instellen
1. Wanneer Gereed voor afdru kken wordt weergegeven, de toets indrukken.
Installatie
om in kolom omlaag te gaan om van kolom naar kolom te gaan om item te selecteren (* naast item)
Uitw./Inst
Snelle install. Overzicht/Lijst Systeeminstell. Netwerk/Poort Parallel
LPD Netware SMB IPP USB Port 9100 EtherTalk Salutation FTP-client SNMP Internetservice TCP/IP-instell. IP-adres verkr. DHCP
BOOTP RARP
Handmatig
IP-adres 000.000.000.000
2. IP-adres verkrijgen instellen op Handmatig.
3. Het IP-adres invoeren. Met de toetsen pijl links/ rechts van nummer naar nummer gaan. Met de toetsen pijl-omhoog/omlaag de waarde stapsgewijs
vergroten of verkleinen. Wanneer u uw vinger op de knop houdt, verandert het nummer automatisch.
4. De toets indrukken om de wijzigingen te accepteren en de
Menu
printer opnieuw te initialiseren.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-17
Subnet Mask en Gateway Address instellen
Menu
1. Wanneer Gereed voor afdru kken wordt weergegeven, de toets indrukken.
om in kolom omlaag te gaan om van kolom naar kolom te gaan om item te selecteren (* naast item)
Uitw./Inst
Snelle install. Overzicht/Lijst Systeeminstell. Netwerk/Poort Parallel
LPD Netware SMB IPP USB Port 9100 EtherTalk Salutation FTP-client SNMP Internetservice TCP/IP-instell. IP- adres verkr.
IP-adres
Subnetmask 000.000.000.000 Gateway-adres 000.000.000.000
2. Het subnetmask invoeren. Met de toetsen pijl-links/rechts van nummer naar nummer gaan. Met de toetsen pijl-omhoog/omlaag de waarde stapsgewijs
vergroten of verkleinen. Wanneer u uw vinger op de knop houdt, verandert het nummer automatisch.
3. Het gateway-adres invoeren. Met de toetsen pijl-links/rechts van nummer naar nummer gaan. Met de toetsen pijl-omhoog/omlaag de waarde stapsgewijs
vergroten of verkleinen. Wanneer u uw vinger op de knop houdt, verandert het nummer automatisch.
4. De toets indrukken om de wijzigingen te accepteren en de
Menu
printer opnieuw te initialiseren.
Pagina 2-18 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Poort instellen

De poort die u wenst te gebruiken activeren op het printerbedieningspaneel.
Indien de poort al is ingesteld op inschakelen, is deze procedure hier niet nodig. De procedure hieronder alleen volgen indien Uitschakelen niet is geselecteerd.
U kunt ook de poortinstellingen specificeren vanuit CentreWare Internetservices. Voor meer informatie C entreW ar e Inte rnets ervi ces op pagina 5-38 ra adp leg en.

Wanneer TCP/IP (LPD) wordt gebruikt

½
(LPD) Poortstatus - (fabrieksinstelling: Inschakelen)
Poort act iveren op pagina 2-20 raadplegen voor meer infor matie ov er het activeren van de LPD-poort.

Wanneer afdrukken via het Internet wordt gebruikt

½
(IPP) Poortstatus - (fabrieksinstelling: Uitschakelen)
Poort act iveren op pagina 2-20 raadplegen voor meer infor matie ov er het activeren van de IPP-poort.
Installatie

Wanneer SMB wordt gebruikt

½
(SMB) Poortstatus - (fabrieksinstelling: Inschakelen)
½
(SMB) Transportprotocol - (fabrieksinstelling: TCP/IP, NetBEUI)
Poort en transportprotocol inste ll en op pagina 2-21 raadplegen voor meer informatie over het instellen van de SMB-poort en het transportprotocol.
Wanneer software wordt gebruikt voor beheer van een externe printer
½
(SNMP) Poortstatus - (fabrieksinstelling: Inschakelen)
½
(SNMP) Transportprotocol - (fabrieksinstelling: UDP)
Poort en transportprotocol inste ll en op pagina 2-21 raadplegen voor meer informatie over het instellen van de SNMP-agent en het transportprotocol.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-19

Poort activeren

Als voorbeeld wordt hieronder uitgelegd hoe de LPD-poort (fabrieksinstelling: Inschakelen) wordt ingesteld vanaf het printerbedieningspaneel.
Dezelfde procedure volgen wanneer u de IPP-poort instelt (fabrieksinstelling: Uitschakelen).
1. Wanneer Gereed voor afdru kken wordt weergegeven, de toets Menu indrukken.
om in kolom omlaag te gaan om van kolom naar kolom te gaan om item te selecteren (* naast item)
Uitw./Inst
Snelle install. Overzicht/Lijst Systeeminstell. Netwerk/Poort Parallel
LPD
Poortstatus Uitschakelen
Inschakelen
2. De poortstatus inschakelen.
3. De toets Menu indrukken om de wijzigingen te accepteren en de printer opnieuw te initialiseren.
Pagina 2-20 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Poort en transportprotocol instellen

Als voorbeeld wordt hieronder uitgelegd hoe de SNMP-poort (fabrieksinstelling: Inschakelen) wordt geactiveerd en het transportprotocol op IPX en/of UDP wordt ingesteld (fabrieksinstelling: UDP).
Dezelfde procedure volgen wanneer u de SMB-poort (fabrieksinstelling: Inschakelen) en het transportprotocol (fabrieksinstelling: TCP/IP, NetBEUI) instelt.
1. Wanneer Gereed voor afdru kken wordt weergegeven, de toets Menu indrukken.
Installatie
om in een kolom omlaag te gaan om van kolom naar kolom te gaan om item te selecteren (* naast item)
Uitw./Inst
Snelle install. Overzicht/Lijst Systeeminstell. Netwerk/Poort Parallel
LPD Netware SMB IPP USB Port 9100 EtherTalk Salutation FTP-client
SNMP Poortstatus Uitschakelen
inschakelen
Transportprotocol UDP
IPX IPX, UDP
2. De poortstatus inschakelen.
3. Het gewenste transportprotocol instellen.
4. De toets Menu indrukken om de wijzigingen te accepteren en de printer opnieuw te initialiseren.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-21

Overige printerinstellingen

Indien nodig het printerbedieningspaneel gebruiken om de instellingen te definiëren voor de volgende items.
Bij normaal gebruik is het echter niet nodig de fabrieksinstellingen van de items te wijzigen.
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over ieder afzonderlijk item en de methode voor de instelling.

Wanneer TCP/IP (LPD) wordt gebruikt

Netwerk/Poort > LPD
Afdrukmode (fabrieksinstelling: Auto) PJL (fabrieksinstelling: inschakelen) T-out verbinding (fabrieksinstelling: 16 sec.) TBCP-filter (fabrieksinstelling: Uitschakelen) IP-filter (fabrieksinstelling: Uit)
Geheugen toeken. > Buffergrootte
LPD-spoolen (fabrieksinstelling: Uit/256K)

Wanneer SMB wordt gebruikt

Netwerk/Poort > SMB
Afdrukmode (fabrieksinstelling: Auto) PJL (fabrieksinstelling: Inschakelen) TBCP-filter (fabrieksinstelling: Uitschakelen)
Geheugen toeken. > Buffergrootte
SMB-spoolen (fabrieksinstelling: Uit/256K)
De volgende items instellen met behulp van CentreWare Internetservices of door het bestand “config.txt” van de printer te wijzigen via een PC met Windows:
Werkgroep (fabrieksinstelling: WORK-
Hostnaam (fabrieksinstelling: X-xxxxxx)
[waarbij xxxxxx staat voor de laatste zes cijfers van het Ethernet-adres van de printer]
Administrator Name (fabrieksinstelli ng: admin)
GROUP)
Administrator Password (fabrieksinstelling: admin) Maximum Sessions (fabrieksinstelling: 5) TBCP-filte r (fabrieksinstelling: Uit schakelen) Auto Driver Download (fabrieksinstelling: Enable)
Pagina 2-22 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Unicode Support (fabrieksinstelling: Disable) Auto Master Mode (fabrieksinstelling: On) Encrypt Password (fabrieksinstelling: On)
CentreWare Internetservices op pagina 5-38 raadplegen voor meer informatie over het gebruik van CentreWare Internetservices
Het bestand Network Print Environment User Guide (Network.pdf) op de CD-ROM Klantdocumentatie raadplegen voor informatie over config.txt.

Wanneer IPP wordt gebruikt

Netwerk/Poort > IPP
Afdrukmode (fabrieksinstelling: Auto) PJL (fabrieksinstelling: Inschakelen) TBCP-filter (fabrieksinstelling: Uitschakelen) Toegangsbeheer (fabrieksinstelling: Uitschakelen) DNS (fabrieksinstelling: Inschakelen) Poortnr. toev. (fabrieksinstelling: 80) T-out verbinding (fabrieksinstelling: 60 sec.)
Geheugen toeken. > Buffergrootte
Installatie
IP-spoolen (fabrieksinstelling:Uit/256K)
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-23

Geheugentoekenning

Toepassingen

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe geheugen wordt toegewezen.
Geheugen is bedoeld voor:
½
Systeem
½
Ontvangstbuffer
½
Paginabuffer
½
PCL-geheugen
½
PS-geheugen
U kunt geheugen toewijzen aan bijvoorbeeld de paginabuffer via het printerbedieningspaneel of CentreWare Internetservices. Het toegewezen geheugen is beschikbaar nadat de printer is uitgezet en daarna weer aangezet (of nadat het systeem opnieuw is gestart).
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over ieder geheugen en de manier waarop dit wordt ingesteld op het printerbedieningspaneel.
CentreWare Internetservices op pagina 5-38 raadplegen voor meer informatie over het gebruik van CentreWare Internetservices.

Voorgestelde waarden

Systeem
Ruimte ingenomen door het printersysteem, waarbij de capaciteit onveranderd blijft.
Gebruik Ontvangstbuffer
Er wordt een ontvangstbuffer voorbereid voor elke meervoudige poort, zodat gegevens kunnen worden ontvangen van de poorten. De volgende ontvan gs tbuff er s kunnen worden ingesteld:
½
Parallelle buffer
½
SMB-spoolen
½
LPD-spoolen
½
IPP-spoolen
½
NetWare-geheugen
½
EtherTalk-geheugen
½
USB-geheugen
½
Port9100-geheugen
Aanbevolen wordt niet-gebruikte poorten te stoppen, en geheugen toe te kennen voor andere toepassingen.
Voor het NetWare-geheugen is de standaar dwaarde doorgaans voldoende. Voor het EtherTalk-geheugen wordt aanbevolen zoveel mogelijk
ruimten te behouden. U dient de optionele PostScript-set te installeren om dit in te stellen.
Pagina 2-24 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Gebruik Paginabuffer
Ruimte voor het tekenen van de feitelijke afdrukafbeelding. Het is mogelijk deze ruimte toe te wijzen nadat de overige ruimte is toegekend Voor de bevestiging van de paginabuffercapaciteit de lijst met printerinstellingen afdrukken en de paginabuffercapaciteit controleren. Wanneer de paginabuffer te klein is, lijdt de prestatie van de printer daaronder en is tweezijdig afdrukken misschien niet meer mogelijk.
Gebruik PCL-geheugen
Ruimte voor het gebruik van PCL. Dit geheugen is bedoeld voor de opslag van tijdelijke gegevens voor het maken van de afdrukafbeelding. Door het geheugen uit te breiden kan de afdruksnelheid worden verhoogd. Het geheugen kan worden opgegeven tussen 2,50 en 32,00 Mbytes in stappen van 0,25 Mbytes. De standaardinstelling is 5,00 Mbytes.
Gebruik PS-geheugen
Ruimte voor het gebruik van PS. De optionele PostScript-set dient te zijn geïnstalleerd wanneer u de grootte van dit geheugen wilt instellen.
Installatie
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 2-25
Pagina 2-26 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

3 Nuttige handelingen

In dit hoofdstuk wordt het volgende behandeld:
½
Afdrukvolgorde
½
Afdrukken, kopiëren en faxen
½
Afdruktoepassingen
½
Afdruk/fax annuleren
½
Uitvoering
½
Afdrukgegevens combineren via overlays
½
Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken
Nuttige handelingen
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-1

Afdrukvolgorde

Voor Windows

Toepassing activeren die de computer gebruikt
De handleiding van deze toepassing raadplegen betreffende de werking.
De afdrukroutine in Windows verloopt in essentie als volgt: (Er kunnen verschillen zijn, afhankelijk van de gebruikte computer en
systeemconfiguratie).
Indien nodig
Afdrukken in toepassing specificeren etc.
De handleiding van deze toepassing raadplegen betreffende de werking.
Indien nodig
Menu gebruiken
Het volgende controleren voordat afdrukgegevens naar de computer worden verzonden:
(1) Poortstatus in Menu > Netwerk/Poort > (gebruikte poort) > Poortstatus (2) Afdrukmode in Menu >Netwerk/Poort > (gebruikte poort) > Afdrukmode Opties in het algemene menu op pagina 5- 11 raadp legen.
Afdrukken/fax stoppen
Afdruk/fax annuleren op pagina 3-8 raadplegen
Indien nodig
Einde
Pagina 3-2 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Aflevering
Aflevering op pagina 3-12 raadplegen

Afdrukken, kopiëren en faxen

Het bedieningspaneel tijdens het afdrukken

Het aanraakscherm van het bedieningspaneel (niet het printerbedieningspaneel) ziet er tijdens het afdrukken als volgt uit:
Nuttige handelingen
Printer
Bezig met afdrukken
De handelingen die tijdens het afdrukken mogelijk zijn via dit bedieningspaneel zijn:
Handelingen bedieningspaneel Printeracties
Op Sluiten drukken op het hierboven afgebeelde scherm om met kopiëren of faxen te beginnen.
De toets Onderbreken indrukken tijdens het afdrukken.
U kunt de volgende handeling programmeren zonder de uitvoering van het afdrukken te verstoren.
Het afdrukken wordt onderbroken en u kunt de toepassingen van kopiëren/faxen gebruiken. De toets Onderbreken nogmaals indrukken om deze mode te verlaten en het afdrukken te hervatten.
Sluiten
De toets Opdrachtstatus Stop indrukken, een afdrukopdracht selecteren en op Stop drukken.
Het afdrukken wordt onderbroken en u kunt de toepassingen van kopiëren/faxen gebruiken. Het afdrukken wordt automatisch hervat. De afdrukopdracht kan niet worden gestopt met behulp van het bedieningspaneel.

Afdrukken en kopiëren/faxen

Het verband tussen afdrukken enerzijds en kopiëren/faxen anderzijds wordt hieronder uitgelegd.
Auto-laden verwisselen
Auto-laden verwisselen verwijst naar de toepassing waarmee automatisch papier uit een andere lade wordt gebruikt met hetzelfde formaat en dezelfde richting als van het oorspronkelijke papier in de oorspronkelijke lade dat opger aakt is.
Deze toepassing wordt gewoonlijk geactiveerd wanneer Auto is geselecteerd voor Papierbron op het tabblad Papier/Aflevering van het dialoogvenster Prin ter eigenschappen. Deze toepassing is niet afhankelijk van de instelling voor kopiëren/faxen.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-3
Prioriteit papierladen
Voor afdrukopdrachten krijgen de laden als volgt een prioriteit toegewezen: lade 1, lade 2, lade 3 en lade 4 (lade 1 heeft de hoogste prioriteit). Deze toepassing is niet afhankelijk van de instelling voor kopiëren/faxen.
Afdrukprioriteit
De volgorde voor het afdrukken van de volgende items wordt bepaald door de instelling op het bedieningspaneel indien ze allemaal op de lijst wachtende opdrachten voorkomen: afdrukopdracht, faxopdracht, automatisch afdrukopdrachtoverzicht.
Afdruktoepassingen tijdens kopiëren/faxen
Wanneer het bedieningspaneel wordt gebruikt
½
Er kan niet worden afgedrukt wanneer het bedieningspaneel wordt gebruikt. Er kan wel een afdrukopdracht worden ontvangen van de computer.
½
Afdrukopdrachten die van de computer zijn ontvangen worden uitgevoerd nadat een bepaalde tijd* is verstreken nadat het bedieningspaneel is gebr uikt .
* De instelling van deze tijd vindt plaats op het bedieningspaneel. Kopieerapparaat – Handleiding voor de gebruiker raadplegen voor meer informatie.
Bij verzending
Afdrukopdrachten die van de computer zijn ontvangen worden uitgevoerd op basis van de volgorde waarin ze zijn ontvangen.
Bij kopiëren en levering originelen voor kopiëren
½
Afdrukken kan niet plaatsvinden tijdens het kopiëren en leveren van originelen. Er kunnen wel afdrukopdrachten worden ontvangen van de computer.
½
Afdrukopdrachten die van de computer zijn ontvangen, worden uitgevoerd nadat alle originelen die worden gekopieerd zijn afgeleverd.
In de mode Onderbreken
Afdrukken kan niet plaatsvinden in de mode Onderbreken. Er kunnen wel afdrukopdrachten worden ontvangen van de computer.
De toets Onderbreken indrukken om de mode Onderbreken en met afdrukken te beginnen. Zelfs in de mode Onderbreken wordt het afdrukken hervat wanneer er geen handelingen worden verricht binnen een bepaalde tijd*.
* De instelling van deze tijd vindt plaats op het bedieningspaneel. Kopieerapparaat – Handleiding voor de gebruiker raadplegen voor meer informatie.
Pagina 3-4 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Afdruktoepassingen

Afdruktoepassingen instellen

De meeste afdruktoepassingen worden ingesteld op de schermen van de tabbladen van het dialoogvenster Printereigenschappen, dat wordt weergegeven wanneer er wordt afgedrukt vanuit een toepassing of nadat op het printerpictogram van de geïnstalleerde printer is geklikt.
Voor meer informatie over deze toepassingen en de manier waarop deze worden ingesteld de online help raadplegen van de printerdriver of Printerdrivers con fig ur eren op pagina 4-12.
OPMERKING: Voor meer informatie over het gebruik van de Online help Online help op pagina 3-6 raadplegen.
½
De op de printer geïnstalleerde hardware-opties dienen te zijn ingesteld op het tabblad Printer van de printerdriver. Anders zijn ze wellicht niet te gebruiken en grijs op andere tabbladen.
Scherm Eigenschappen
De tabbladen van de volgende twee schermen hebben dezelfde tab Papier/Aflevering, maar worden anders weergegeven.
Het scherm wordt zichtbaar wanneer u op Start klikt; Instellingen selecteren, gevolgd door Printers; daarna dubbelklikken op het pictogram van uw printermodel om het scherm Eigenschappen weer te geven (voor Windows 98) en daarna Eigenschappen selecteren uit het menu dat met de rechtermuisknop wordt opgeroepen.
Nuttige handelingen
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-5

Online help

Het scherm verschijnt wanneer u afdrukt vanuit een toepassing en Eigenschappen van de printer selecteert om afdruktoepassingen in te stellen (voor Windows 98):
U kunt de online help van de printerdriver gebruiken om een uitleg te krijgen over de manier waarop de items worden ingesteld voor de printerdriver.
Hieronder wordt uitgelegd hoe de online help kan worden weergegeven. Hier gebruiken we de printerdriver van Windows 98 als voorbeeld.
1. Op Start klikken, Instellingen selecteren, gevolgd door Printers. Het venster Printers verschijnt.
Dubbelklikken op het pictogram van uw printermodel en daarna Eigenschappen selecteren uit het menu Bestand om het dialoogvenster Eigen sc ha ppen weer te geve n.
2. Om meer over een printeritem te weten te komen op het juiste tabblad klikken om dit op te roepen.
Vervolgens op “?” klikken rechts bovenaan in het printerdriverscherm, gevolgd door nog een klik op het item zelf of gewoon op Help klikken links onder in het scherm.
De verschillende Help-schermen die worden weergegeven:
wanneer u op ? klikt:
Pagina 3-6 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
In een venster verschijnt een toelichting op het item waarop u klikte.
wanneer u op Help klikt De Help voor de driver met de pagina die de uitleg bevat op
het afgebeelde tabblad wordt weergegeven.
Nuttige handelingen
Op Inhoud klikken linksboven in het scherm wanneer u de hele online help wilt weergeven.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-7

Afdruk/fax annuleren

Om een afdruk- of faxopdracht te annuleren in de eerste plaats proberen de afdrukopdracht te verwijderen uit de computer. Indien dit niet mogelijk is, deze verwijderen uit de printer.
U kunt de opdrachtstatus controleren op de computer.
Wanneer de USB-poort wordt gebruikt voor afdrukken, worden sommige gegevens niet verwijderd door de afdrukopdracht te annuleren op de computer wanneer u op gedrukt om over te gaan op de stand pauze. De niet-verwijderde gegevens worden afgedrukt wanneer u de pauze-stand verlaat.

Opdrachten annuleren vanaf de computer

Windows gebruiken
Hieronder wordt uitgelegd hoe u het afdrukken annuleert vanuit Windows:
1. Op Start klikken, Instellingen selecteren, gevolgd door Printers. Het venster Printers verschijnt.
2. Dubbelklikken op het pictogram van uw printermodel.
3. In het venster dat verschijnt op het document klikken dat u wilt verwijderen en dan op Delete drukken op het toetsenbord.
Pauze op de printer heeft
CentreWare Internetservices gebruiken
U kunt CentreWare Internetservices gebruiken om afdrukgegevens te annuleren die naar de printer zijn verzonden.
CentreWare Internetservic es op pagina 5-38 raadplegen.
Pagina 3-8 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Opdrachten annuleren vanaf de printer

Opdrachten annuleren die al verwerkt worden
De procedure om opdrachten te annuleren die al worden verwerkt is als volgt (de pagina die op dat moment wordt afgedrukt wordt echter eerst afgemaakt):
1. Wanneer het display in een staat verkeert zoals hier rechts is afgebeeld, tegelijk op Mode en Menu drukken.
De annulering van de opdrachten wordt verwerkt. Wanneer het proces is voltooid, verschijnt het bericht “Gereed
voor afdrukken”.
Nuttige handelingen
Afdrukken Parallel Lade 1
Mode Menu
Annuleren Parallel Lade 1
Alle opdrachten annuleren vanaf de printer
De procedure om alle opdrachten te annuleren die door de printer zijn ontvangen is als volgt.
Door deze procedure te volgen kunt u voorkomen dat het apparaat gegevens ontvangt en kunt u de buffer legen.
OPMERKING: Buffer is de locatie voor de opslag van gegevens die afkomstig zijn van de computer.
Alle opdrachten in de printer uitvoeren op pagina 3-13 raadplegen.
1. Wanneer het display in een staat verkeert zoals hier rechts is afgebeeld, op Pauze drukken. De printer komt in de staat Pauze.
Afdrukken Parallel Lade 1
Pauze
Pauzeren Gegevens ontv.
OPMERKING: Wanneer Pauze wordt ingedrukt, is de printer automatisch niet in staat om gegevens te ontvangen.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-9
2. Tegelijk Mode en Menu indrukken. De annulering van de opdrachten wordt verwerkt. Wanneer de verwerking compleet is, wordt Printer gepauz.
weergegeven.
Mode Menu
Alle gegevens... Annuleren
Printer gepauz.
3. De toets Pauze indrukken.
Pauze
Gereed voor afdrukken
Gereed voor afdrukken wordt nu weergegeven.

Faxverzending annuleren vanaf het aanraakscherm

Het aanraakscherm op het bedieningspaneel gebruiken om de faxopdracht te annuleren die wordt verzonden of de faxopdracht die volgens de planning op een later tijdstip zou worden verzonden.
Handleiding voor de gebruiker (Facsimile) raadplegen voor meer informatie.
Pagina 3-10 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Opdrachtstatus controleren

OPMERKING: Het aanraakscherm op het bedieningspaneel
gebruiken om de opdrachtstatus van de gespecificeerde faxverzending te controleren. Handleiding voor de gebruiker (Facsimile) raadplegen voor meer informatie.
Windows gebruiken
De procedure voor het controleren van de opdrachtstatus vanuit Windows is als volgt:
1. Op Start klikken, Instellingen selecteren, gevolgd door Printers. Het venster Printers verschijnt.
2. Dubbelklikken op het pictogram van uw printermodel.
3. In het venster dat verschijnt Status controleren.
CentreWare Internetservices gebruiken
U kunt ook CentreWare Internetservices gebruiken om de opdrachtstatus te controleren.
CentreWare Internetservic es op pagina 5-38 raadplegen.
Nuttige handelingen
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-11

Aflevering

In dit gedeelte worden de twee soorten uitvoering behandeld:
½
Gedwongen uitvoering van de resterende afdrukgegevens
½
Uitvoering van alle opdrachten in de printer

Gedwongen uitvoering van resterende afdrukgegevens

In de PCL-emulatiemode worden gegevens pas afgedrukt wanneer er een complete pagina met gegevens is verzameld.
Indien het laatste gegeven in het midden van een pagina staat, wordt er op het volgende gegeven gewacht totdat de huidige auto-uitwerptijd is verstreken, waarna wordt Wacht op gegev. weergegeven op het display.
Om afdrukgegevens in de printer te laten afdrukken zonder te wachten totdat auto-uitwerptijd is verstreken wordt gedwongen uitvoering genoemd.
De procedure is als volgt:
OPMERKING: Bij een parallelle interface kan het zijn dat de volgende opdracht die is verzonden toen op het display Wacht op gegev. werd weergegeven niet goed uitgevoerd wordt. De volgende opdracht verzenden als gedwongen uitvoering of nadat auto-uitwerptijd is verstreken.
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over auto-uit wer ptijd.
1. Wanneer het display in een staat verkeert zoals hier links is afgebeeld, op Uitwerpen/Instellen drukken.
Wacht op gegev. Parallel
Uitw/Inst.
Uitwerpen
Gereed voor afdrukken
Het afdrukken begint. Nadat het afdrukken is voltooid, wordt Gereed voor afdrukken
weergegeven.
Pagina 3-12 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Alle opdrachten in de printer uitvoeren

De uitvoering van alle opdrachten die de printer heeft ontvangen. Met deze handeling kunt u voorkomen dat het apparaat gegevens
ontvangt en kunt u de buffer legen. De procedure is als volgt: Opdrachten annuleren vanaf de printer op pagina 3-9 raadplegen
voor meer informatie over het wissen van alle opdrachten in de printer.
1. Wanneer het display in een staat verkeert zoals hier rechts is afgebeeld, op Pauze drukken.
De printer komt in de staat Pauze.
Nuttige handelingen
Afdrukken Parallel Lade 1
Pauze
Pauzeren Gegevens ontv.
OPMERKING: Wanneer Pauze wordt ingedrukt, is de printer automatisch niet in staat gegevens te ontvangen.
2. De toets Uitwerpen/Instellen indrukken. Het afdrukken begint. Wanneer alle afdrukopdrachten zijn uitgevoerd, wordt “Printer
gepauz. weergegeven.
Uitw./Inst
Alle gegevens Uitwerpen
Printer gepauz.
OPMERKING: Bij de parallelle interface kunnen gegevens worden ontvangen in het midden van een opdracht, afhankelijk van het moment waarop Pauze werd ingedrukt in stap 1. In dat geval worden alle gegevens die hierna komen beschouwd als onderdeel van een nieuwe opdracht nadat Uitwerpen/Instellen is ingedrukt en vervolgens verwerkt als nieuwe opdracht nadat de staat Pauze is verlaten in stap 3.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-13
3. De toets indrukken.
Pauze
Gereed voor afdrukken wordt weergegeven.
Pauze
Gereed voor afdrukken
OPMERKING: Nadat de staat Pauze hier is verlaten, worden gegevens die zijn behandeld als behorende tot een nieuwe opdracht niet goed afgedrukt wanneer de Afdrukmode is ingesteld op Auto.
Opties in het algemene menu op pagina 5-11 raadplegen voor meer informatie over de instelling van Afdrukmode.
Pagina 3-14 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Afdrukgegevens combineren via overlays

Met de toepassing Overlay kunt u afdrukgegevens combineren zodat ze gezamenlijk worden afgedrukt.
U kunt bijvoorbeeld eerst een overlay maken voor een formulier en dit opslaan in uw computer. Later kunt u de gegevens voor dit formulier naar de printer sturen zodat deze worden afgedrukt op dit formulier.
Hieronder lichten we als voorbeeld het proces toe voor het afdrukken in Word onder Windows 98.
Formulier (eerder opgeslagen)
Nuttige handelingen
Maart
Februari
Verkoop per groep
Gegevens uit toepassing (later verzonden)
Maart
Februari
Januari
OPMERKING: De manier waarop het dialoogvenster Printereigenschappen wordt weergegeven kan afhangen van de toepassing. De handleidingen van het programma raadplegen.

Overlay maken

Januari
Verkoop per groep
groep
groep
De procedure voor het maken van een overlay is als volgt:
1. Het formulier maken in de toepassing.
2. In het menu Bestand Afdrukken se lec ter e n
3. Deze printer dient geselecteerd te zijn in de keuzelijst Naam, daarna op Eigenschappen klikken.
Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
4. Op het tabblad Overlays klikken.
OPMERKING: Het wordt afgeraden de toepassing Overlay te gebruiken bij een faxopdracht. Voor de juiste plaatsing van een overlay op een afgedrukte pagina dient de overlay op papier van hetzelfde formaat als dat van het afgedrukte document te worden gemaakt.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-15
5. Op Overlay maken klikken Het dialoogvenster Overlay maken verschijnt.
6. Een naam invoeren voor de overlay in het invoervak Bestandsnaam.
Indien u dat wenst, kunt u een andere map selecteren dan de standaardmap C:\pageover.
7. Op Opslaan klikken.
8. Op OK klikken om het dialoogvenster Pagina-overlay maken te sluiten.
9. Op OK klikken om het dialoogvenster Printereigenschappen te sluiten.
Daarna op OK klikken om het dialoogvenster Afdrukken te sluiten. Wanneer een bevestigingsbericht verschijnt, “Pagina-overlay maken? op Ja klikken ter bevestiging. De overlay wordt opgeslagen in uw computer.

Afdrukken met een overlay

De procedure voor het afdrukken van gegevens met de overlay is als volgt:
1. De gegevens voor het formulier maken in de toepassing.
2. In het menu Bestand Afdrukken se lec ter e n .
3. Deze printer dient geselecteerd te zijn in de keuzelijst Naam, daarna op Eigenschappen klikken. Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
4. Op het tabblad Overlays klikken.
5. De overlay (bijvoorbeeld “Formulier1”) die u wilt gebruiken selecteren uit Overlays.
Pagina 3-16 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
6. Op OK klikken om het dialoogvenster Printereigenschappen te sluiten. Daarna op OK klikken om het dialoogvenster Afdrukken te sluiten. De gegevens worden afgedrukt met de overlay.
Nuttige handelingen
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-17

Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken

Wanneer de Printer HDD-set is geïnstalleerd, kunt u de toepassingen Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken gebruiken.
OPMERKING: Voordat u de toepassingen Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken instelt, eerst Vaste schijf op het tabblad Printer van de printerdriver selecteren.

Beveiligd afdrukken

U kunt een toegangscode hechten aan gegevens op de computer, deze verzenden naar de printer en daar opslaan en dan later de gegevens via het bedieningspaneel afdrukken. Deze toepassing wordt Beveiligd afdrukken genoemd. U kunt ook gegevens naar de printer sturen zonder toegangscode. Deze toepassing is handig om veel gebruikte gegevens in de printer op te slaan en daarna alleen de printer en niet de computer te gebruiken om deze af te drukken.
Geg. zend.
Bedieningspaneel: gegevens afdrukken
Overzicht

Proefafdrukken

Wanneer u meer dan 2 exemplaren van een document afdrukt, kunt u besluiten eerst 1 exemplaar ter controle af te drukken. De overige exemplaren worden opgeslagen in de printer en pas afgedrukt wanneer u deze daartoe selecteert op het bedieningspaneel van de printer. Deze toepassing heet Proefafdrukken.
Alleen eerste set
Resultaat OK
Overzicht
Overige sets afdrukken m.b.v. bedieningspaneel
Geg. zenden
Resultaat niet OK
Pagina 3-18 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Overzicht
Afdrukken stoppen met behulp van het bedieningspaneel

Gebruikers-ID en toegangscode opslaan

Om de toepassingen Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken te kunnen gebruiken, dient u eerst de gebruikers-ID en de toegangscode (alleen voor Beveiligd afdrukken) in te stellen.
1. Op Start klikken, Instellingen selecteren, gevolgd door Printers. Het venster Printers verschijnt. Dubbelklikken op het pictogram van uw printermodel en daarna Eigenschappen selecteren uit het menu Bestand om het dialoogvenster Eigen sc ha ppen weer te geve n.
2. Op het tabblad Papier/Aflevering klikken.
Nuttige handelingen
3. In de keuzelijst Opdrachttype Beveiligd afdrukken of Proefafdrukken selecteren.
Het dialoogvenster Instellingen Beveiligd afdrukken of Instellingen Proefafdrukken verschijnt.
4. Als Gebruikers-ID een gebruikers-ID specificeren van maximaal 24 tekens.
Dit gegeven is onmisbaar. Wanneer er geen gebruikers-ID wordt opgegeven, verschijnt er een waarschuwingsbericht.
5. Als Documentnaam een documentnaam specificeren van maximaal 24 tekens.
Dit gegeven is optioneel. Wanneer u hier geen naam invoert, wordt deze opgehaald uit de toepassing.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-19
6. Alleen voor Beveiligd afdrukken: Als Toegangscode een toegangscode van maximaal vier cijfers
specificeren. Dit gegeven is optioneel. Ieder ingevoerd cijfer van de toegangscode wordt weergegeven met een asterisk *.
Nadat de toegangscode is ingevoerd, verschijnt het dialoogvenster Toegangscode bevestigen, zodat u ter controle nogmaals de toegangscode kunt invoeren.
7. Op OK klikken. Er verschijnt een toets, Instellingen Beveiligd afdrukken of
Instellingen Proefafdrukken, onder de keuzelijst Opdrachttype.

Opdrachten Beveiligd afdrukken/Proefafdrukken uitvoeren

De procedure voor het uitvoeren van opdrachten voor Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken is als volgt.
Eerst dient u de toepassingen Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken in te stellen op de computer. Daarna drukt u de gegevens af met de printer.
Op de computer
Hier gebruiken we als voorbeeld WordPad onder Windows 98.
OPMERKING: De manier waarop het dialoogvenster Printereigenschappen wordt weergegeven kan afhangen van het programma toepassing. De handleidingen van het programma raadplegen.
1. In het menu Bestand van het programma Afdrukken selecteren.
2. Controleren of de printer die u gaat gebruiken ook de printer is waar u de gebruikers-ID en toegangscode heeft ingesteld, en vervolgens op Eigenschappen klikken.
3. Alleen voor Proefafdrukken: Op het tabblad Papier/Aflevering klikken en ten minste 2 selecteren
voor Aantal.
Pagina 3-20 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
4. Op Instellingen Beveiligd afdrukken of Instellingen Proefafdrukken klikken die zijn ingesteld op het tabblad Papier/
Aflevering. Er verschijnt een dialoogvenster, Instellingen Beveiligd afdrukken
of Instellingen Proefafdrukken.
5. De gebruikers-ID en documentnaam controleren in deze dialoogvensters en daarna op OK klikken om deze te sluiten.
6. Indien nodig de instellingen selecteren op de tabbladen van de printerdriver en op OK klikken om het dialoogvenster Printer­eigenschappen te sluiten.
7. Op OK klikken om het dialoogvenster Afdrukken te sluiten en gegevens naar de printer te sturen voor opslag.
Op het bedieningspaneel
Hieronder wordt beschreven hoe met het bedieningspaneel de opdracht Beveiligd afdrukken of Proefafdrukken die is opgeslagen in de printer kan worden uitgevoerd.
1. De toets Opdrachtstatus Stop indrukken op het bedieningspaneel.
Het scherm Opdrachtstatus verschijnt.
Stop indrukken om de geselecteerde opdracht te annuleren.
Opdracht­status
Opdr. in wachtrij
Nr. opdr.type Remote/inhoud Pagina
Kopiëren 2/ 5
Huidige
opdrachten
Voltooide opdracht.
Afsluiten
Beveiligd/ proefopd.
Nuttige handelingen
Volg.
Vor. pag.
pag.
Details
tonen
Stoppen
2. Beveiligd/proefopd. selecteren.
Opdrachtstatus
Opdr. in wachtrij
Beveiligd afdr.
Huidige
opdrachten
Voltooide opdracht.
Proefafdruk
Afsluiten
Beveiligd/ proefopd.
3. Beveiligd afdrukken of Proefafdruk selecteren. Hier selecteren we als voorbeeld Proefafdruk.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-21
4. De opdracht selecteren die u wilt uitvoeren met de ID toegewezen aan de opdracht Beveiligd afdrukken/Proefafdrukken, en daarna
Doc.lijst tonen selecteren.
Beveiligd afdrukken No. 001-200
Nr. Gebruikers-ID Doc.nr.
(Geen naam)
001-a
002-a 003-a
Vor. pag.
(Geen naam) (Geen naam)
Volg. pag.
Doc.lijst tonen
aaaaaaaaaaaaaaaaaa000
aaaaaaaaaaaaaaaaaa000 aaaaaaaaaaaaaaaaaa000
Sluiten
Status
verversen
5. Alleen voor opdrachten Beveiligd afdrukken met toegewezen toegangscode:
Er verschijnt een scherm waarin u uw toegangscode dient in te voeren. De toegangscode invoeren en Bevestigen selecteren.
Beveiligd afdrukken
Toegangscode
Bevestigen
Sluiten
6. De opdracht selecteren die u wilt uitvoeren en vervolgens
Afdrukken selecteren.
Beveiligd afdrukken No. 001-200
No. Documentnaam Pagina’s
001-a
(Geen naam)
(Geen naam)
002-a 003-a
(Geen naam)
Vor.
Volg.
pag.
pag.
Alle
Datum opgesl.
aaaaaaaaa00/00/00a00:00a0000
aaaaaaaaa00/00/00a00:00a0000 aaaaaaaaa00/00/00a00:00a0000
Afdrukken
Sluiten
Status
verversen
Verwijderen
OPMERKING: Wanneer Alle selecteren wordt geselecteerd, worden
alle opdrachten tegelijk geselecteerd. Om het afdrukken te stoppen de opdrachten selecteren die u niet wilt uitvoeren en vervolgens Verwijderen selecteren.
Pagina 3-22 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
7. Een optie selecteren voor wat er na het afdrukken dient te gebeuren.
Afdrukken en verwijderen selecteren wanneer u de opdracht nadat deze is uitgevoerd wilt verwijderen.
Afdrukken en opslaan selecteren wanneer u de opdracht nadat deze is uitgevoerd wilt opslaan.
Het afdrukken begint dan daarna.
Geselect. documenten afdrukken (Geen naam)
Optie selecteren na afdrukken.
Nuttige handelingen
Afdrukke n en
verwijderen
Annuleren
Afdrukken
en opslaan
8. Sluiten selecteren wanneer u de handelingen op het bedieningspaneel wilt afronden.
Beveiligd afd rukken No. 001-999
Nr.
Documentnaam
001-a
002-a 003-a
Vor. pag.
(Geen naam)
(Geen naam) (Geen naam)
Volg. pag.
Alle
selecteren
Datum opgesl.
aaaaaaaaa00/00/00a00:00a0000
aaaaaaaaa00/00/00a00:00a0000 aaaaaaaaa00/00/00a00:00a0000
Afdrukken
Sluiten
Status
verversen
Pagina’s
Verwijderen
9. Afsluiten selecteren.
Opdrachtstatus
Opdr. in wachtrij
Beveiligd afdr. Proefafdruk
Huidige
opdrachten
Voltooide
opdracht.
Afsluiten
Beveiligd/
proefopd.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-23

Faxen verzenden vanaf de computer

Documenten die zijn gemaakt in een toepassing op de computer kunnen naar de printer worden gestuurd om als fax te worden verzonden, op dezelfde manier als bij een afdrukopdracht en met dezelfde printerdriver. Dit wordt direct faxen genoemd.
OPMERKING: Wanneer u documenten van het formaat A3 met zeer hoge resolutie (600×600 dpi) wilt zenden, dient u de optionele 64 MB SDRAM voor de printer te installeren.

Direct faxen

U kunt de printer als een fax gebruiken, maar dan dient u eerst een faxmodule te installeren en vervolgens op het tabblad Printer van de printerdriver Faxmodule selecteren voordat u de volgende procedure uitvoert.
1. In het menu Bestand van de toepassing Afdrukken selecteren om het dialoogvenster Afdrukken weer te geven.
2. Controleren of de juiste printer is geselecteerd en vervolgens op Eigenschappen klikken om het dialoogvenster Printer­eigenschappen weer te geven.
3. Op het tabblad Papier/Aflevering klikken en vervolgens Fax selecteren als Opdrachttype.
De opties op het tabblad Fax zijn dan voor u beschikbaar. Het gedeelte Fax in Printerdrivers configureren op pagina 4-12
raadplegen.
Pagina 3-24 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
4. De benodigde instellingen voor Fax en die op andere tabbladen invoeren, en op OK klikken om het dialoogvenster Printereigenschappen te sluiten.
5. Op het dialoogvenster Afdrukken op OK klikken. Het dialoogvenster Faxontvanger verschijnt.
6. De faxontvanger selecteren uit de Lijst ontvangers. Er is een aantal manieren om dat te doen.
Wanneer u geen lijst met faxontvangers heeft, de relevante informatie van iedere faxontvanger invoeren in de invoervakken Naam en Faxnummer en vervolgens op Aan-> klikken.
U kunt ook de ontvanger invoeren door op Importeren in lijst te klikken om faxontvangergegevens te importeren of Telefoonboek opzoeken om te importeren uit het zogeheten telefoonboek.
Informatie invoeren in de lijst ontvangers op pagina 3-27 raadplegen voor meer informatie over het invoeren van informatie
uit de lijst ontvangers.
7. Nadat de faxontvanger is toegevoegd aan de lijst ontvangers zijn de vier toetsen onder de lijst beschikbaar.
Nuttige handelingen
Indien nodig de ontvangersgegevens bewerken met behulp van de volgende toelichting en vervolgens op OK klikken.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-25
Gegevens ontvangers
Op de geselecteerde ontvanger klikken om het dialoogvenster Gegevens ontvangers weer te geven.
De getoonde informatie bestaat onder andere uit de gegevens die zijn ingevoerd toen de faxontvanger werd gedefinieerd: naam, bedrijf, fax­en telefoonnummer en e-mailadres. Deze toets is niet beschikbaar voor faxontvangers van wie de gegevens direct zijn ingevoerd in het dialoogvenster Faxo ntva n ger.
Het gedeelte Telefoonboek maken raadplegen over het tabblad Fax in Printerdrivers configureren op pagina 4-12 voor meer informatie.
Instell. communicatie
Hierop klikken om het dialoogvenster Instellingen communicatie weer te geven voor de invoer van uitgebreide communicatie-instellingen voor de faxontvanger.
Het gedeelte Telefoonboek maken raadplegen over het tabblad Fax in Printerdrivers configureren op pagina 4-12 voor meer informatie.
Verwijderen uit lijst
Op Verwijderen klikken om de geselecteerde ontvanger te verwijderen uit de lijst ontvangers.
Toevoegen aan telefoonboek
Hierop klikken om de geselecteerde ontvanger toe te voegen aan het telefoonboek.
8. Het dialoogvenster Bevestiging faxopdracht verschijnt. Controleren of de ontvangersinformatie correct is en vervolgens op
OK klikken om de faxopdracht te verzenden. De opdracht annuleren door op Afbreken te klikken. Wanneer u de fax later wilt versturen, het vakje Uitgesteld
verzenden aankruisen en dan het gewenste tijdstip in uren en minuten invoeren bij Tijd.
Pagina 3-26 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Informatie invoeren in de lijst ontvangers
U kunt informatie over de faxontvanger in de lijst ontvangers invoeren in het dialoogvenster Faxontvanger op de volgende manieren:
½
informatie over de faxontvanger direct invoeren
½
informatie over de faxontvanger invoer en
½
importeren uit vermeldingen in het telefoonboek
Faxontvangers kunnen personen zijn of groepen naar wie de fax wordt verzonden.
Nuttige handelingen
Informatie over de faxontvanger invoeren
1. In het bewerkingsvak Naam van het dialoogvenster Faxontvanger de naam van de faxontvanger invoeren.
U kunt maximaal 30 tekens invoeren, inclusief cijfers, letters en spaties.
2. In het invoervak Faxnummer het faxnummer invoeren.
U kunt hier maximaal 30 tekens voor een faxnummer invoeren, inclusief cijfer s, let ter s en “-” (staat voor pauze).
Tekens die niet gebruikt kunnen worden zijn “[”, “]”, “{”, “}”, “|”, “~”, , en spaties.
Alle letters die worden ingevoerd worden in hoofdletters weergegeven. Wanneer het faxnummer wordt gebeld, worden de letters van het faxnummer als volgt omgezet in cijfers:
ABC -> 2, DEF -> 3, GHI -> 4, JKL -> 5, MNO -> 6, PQRS -> 7, TUV -> 8, WXYZ -> 9.
U kunt een snelkiesnummer invoeren in plaats van een faxnummer.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-27
Het vakje Snelkeuzenummer invoeren aankruisen om het bewerkingsvak Faxnummer te wijzigen in Snelkeuzenummer.
U kunt een nummer tussen 1 en 200 invoeren als snelkiesnummer. Wanneer Extended memory voor fax voor Faxmodule is
geselecteerd op het tabblad Printer, kunt u een getal tussen 1-999 invoeren.
3. Op Aan -> klikken om de naam en het faxnummer toe te voegen (of snelkiesnummer) dat is ingevoerd in de lijst ontvangers.
4. In het dialoogvenster Faxontvanger op Importeren in lijst klikken. Het dialoogvenster Gegevens faxontvanger importeren wordt dan
weergegeven.
5. Uit Gegevenstype een van de volgende opties selecteren en dan verder gaan met de betreffende stap die voor iedere optie hieronder wordt vermeld:
MS Messaging System Address Book (stap
Windows Address Book (WAB) (stap
Comma Separated Values (CSV) (stap
Speed Dial Data EWS-CSV (stap
9)
6)
7)
8)
6. Wanneer MS Messaging System Address Book is geselecteerd
voor Gegevenstype:
Indien u uzelf al eerder heeft aangemeld bij het MS Messaging System Address Book , wordt me t de se lect i e van MS Messaging System Address Book in het dialoogvenster Faxontvanger importeren en een klik op OK het dialoogvenster Adresboek weergegeven.
Pagina 3-28 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
In het dialoogvenster Adresboek de gewenste vermelding selecteren (dient een faxnummer te hebben) en vervolgens op
Aan-> klikken om deze op te nemen in Geselecteerde ontvangers. Op OK klikken om het dialoogvenster te sluiten nadat
alle benodigde vermeldingen zijn opgenomen in de geselecteerde lijst. Verdergaan met stap 10.
OPMERKING: V oor toegang tot het MS Messaging System dient u het Messaging Application Programming Interface (MAPI)-subsysteem te hebben geïnstalleerd. Dit is een Dynamic Link Library (DLL) die is ingebouwd in het besturingssysteem Windows. Indien u het nog niet heeft geïnstalleerd, wordt het dialoogvenster Profiel kiezen weergegeven. Een profiel kiezen uit het dialoogvenster om u aan te kunnen melden bij het messaging system. Uw systeembeheerder raadplegen voor meer informatie.
7. Wanneer Windows Address Book (WAB) is geselecteerd voor
Gegevenstype:
Nuttige handelingen
Met de selectie van Windows Address Book (WAB) in het dialoogvenster Faxontvanger importeren verschijnt een aankruisvakje, Standaard WAB-bestand openen.
Standaard is de bijbehorende optie ingesteld op het automatisch openen van het standaard WAB-bestand. Indien u dit standaard WAB-bestand niet wilt openen, de selectie van deze optie ongedaan maken (kruisje verwijderen uit het vakje). Het dialoogvenster WAB-bestand importeren wordt weergegeven, zodat u het gewenste WAB-bestand kunt selecteren voor de import van vermeldingen.
Indien u het WAB-subsysteem al heeft geïnstalleerd het gewenste WAB-bestand selecteren dat dient te worden geopend, daarmee wordt het dialoogvenster Adresbo ek weer ge geven .
In het dialoogvenster Adresboek de gewenste vermelding selecteren (dient een faxnummer te hebben) en vervolgens op Aan-> klikken om deze op te nemen in Geselecteerde ontvangers. Op OK klikken om het dialoogvenster te sluiten nadat alle benodigde vermeldingen zijn opgenomen in de geselecteerde lijst. Verdergaan met stap 10.
OPMERKING: Voor toegang tot het WAB dient u het WAB­subsysteem (WAB32.DLL) te hebben geïnstalleerd. Dit is een Dynamic Link Library die is geïnstalleerd door Internet Explorer. Uw systeembeheerder raadplegen voor meer informatie.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-29
8. Wanneer Comma Separated Values (CSV) is geselecteerd voor Gegevenstype:
Met de selectie van Comma Separated Values (CSV) in het dialoogvenster Faxontvanger importeren verschijnt een aankruisvakje, Auto zoeken naar CSV-datavelden.
Standaard is de optie niet geselecteerd, zodat u zelf een CSV-bestand kunt selecteren voor de import. Vervolgens verschijnt een dialoogvenster CSV Import, waarin u zelf gegevensvelden in het geselecteerde CSV-bestand selecteert die worden gebruikt voor de velden Naam en Faxnummer. Wanneer de optie Auto zoeken naar CSV-datavelden is geselecteerd (vakje is aangekruist), worden de velden Naam en Faxnummer automatisch doorzocht in de CSV-database.
De CSV-records worden weergegeven als vermeldingen die bestaan uit namen en faxnummers in het dialoogvenster CSV importeren voor uw selectie.
In dit dialoogvenster de gewenste vermelding selecteren en daarna op Aan-> klikken om deze in te voeren in Geselecteerde ontvangers. Op OK klikken om het dialoogvenster te sluiten nadat alle gewenste vermeldingen zijn opgenomen in de geselecteerde lijst. Verdergaan met stap 10.
9. Wanneer Gegevens snelkiezen EWS-CSV is geselecteerd voor Gegevenstype:
Met de selectie van Gegevens snelkiezen EWS-CSV in het dialoogvenster Faxontvanger importeren en een klik op OK verschijnt het dialoogvenster EWS CSV-bestand importeren, zodat u het CSV-bestand kunt selecteren voor de import.
Nadat het CSV-bestand is geopend, worden in het dialoogvenster Importeren de velden Snelkiezen weergegeven als bronnen voor uw selectie.
In dit dialoogvenster de gewenste vermelding selecteren en vervolgens op Aan-> klikken om deze op te nemen in Geselecteerde ontvangers Op OK klikken om het dialoogvenster te sluiten nadat alle benodigde vermeldingen zijn geselecteerd. Verdergaan met stap 10.
Pagina 3-30 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
10. Het dialoogvenster Gegevens faxontvanger importeren – Bevestiging vers chijnt.
Controleren of de correcte faxontvanger is geïmporteerd en daarna op OK klikken.
De faxontvanger wordt geïmporteerd in de lijst faxontvangers van het dialoogvenster Faxontvanger.
Nuttige handelingen
11. In het dialoogvenster Faxontvanger op Telefoonboek opzoeken klikken.
Het onderstaande dialoogvenster Faxtelefoonboek verschijnt.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 3-31
12. De beschrijving van Faxtelefoonboek op het tabblad Fa x lezen in Printerdrivers configureren op pagina 4-12 om een telefoonboek te openen (of om er een te maken of bewerken) voor de vermeldingen die in de keuzelijst links ervan zullen worden weergegeven.
13. De gewenste vermelding in de keuzelijst links selecteren en vervolgens op Aan-> klikken om deze toe te voegen aan Geselecteerde ontvangers.
Om een vermelding uit Geselecteerde o ntvange rs te verwijderen deze gewoon selecteren en op Verwijderen uit lijst klikken.
Op OK klikken om het dialoogvenster te sluiten nadat alle gewenste vermeldingen zi jn ges elec teer d.
De faxontvanger wordt geïmporteerd in lijst onvangers in het dialoogvenster Faxo ntv an ger .
Pagina 3-32 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
4 Printerdrivers installeren/
configureren
Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie:
½
Informatie over printerdrivers
½
Printerdrivers installeren en installatie ongedaan maken
½
Printerdrivers configureren

Printerdrivers installeren/ configureren

XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-1

Informatie over printerdrivers

In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van de printerdrivers.

De PCL 6-printerdrivers

De PCL 6-printerdrivers worden geïnstalleerd onder het Windows­besturingssysteem voor een standaard interface tussen toepassingssoftware en de printer. Wanneer deze drivers zijn geïnstalleerd, worden afdrukopdrachten geconverteerd naar de printertalen PJL en PCL 6 en vervolgens uitgevoerd door de printer.
Deze printerdrivers zijn systeemafhankelijk, dat wil zeggen dat iedere driver slechts voor een besturingssysteem is geschikt, dus of voor Windows 95/Windows 98/Windows Me, of Windows NT 4.0/ Windows 2000. Er worden twee printerdrivers geleverd:
½
PCL 6-printerdriver voor Windows 95/Windows 98/Windows Me
½
PCL 6-printerdriver voor Windows NT 4.0/Windows 2000

Installatie-/configuratiemethoden

De methoden voor de installatie/configuratie van deze printerdrivers en de procedures voor afdrukken zijn in grote lijnen hetzelfde. Welk besturingssysteem (OS) u ook gebruikt, de basishandelingen zijn eender, alleen kunnen sommige dialoogvensters er anders uit zien. Bij de beschrijving van de handelingen wordt één printerdriver gebruikt, maar eventuele verschillen met de andere drivers worden aangeduid.

Instellingen op de printer

De PJL-switch voor de interface dient op AAN te staan. Staat deze PJL­switch op UIT, dan kan het zijn dat u niet de gewenste resultaten krijgt bij sommige drivertoepassingen.
Pagina 4-2 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker

Printerdrivers installeren of installatie ongedaan maken

In dit gedeelte wordt de procedure beschreven waarmee u de printerdrivers installeert of de installatie juist ongedaan maakt.
Hier worden twee installatiemethoden beschreven, één voor een lokale printer en de andere voor een netwerkprinter.
Indien u al eerder een andere versie van de printerdriver heeft geïnstalleerd, de installatie van deze driver eerst verwijderen voordat u de nieuwe versie installeert.
OPMERKING: U kunt ook de Wizard Printer toevoegen gebruiken om de printerdriver te installeren. Het bestand ReadMe/LeesMij raadplegen voor meer informatie.

Voor een lokale printer

Printerdrivers installeren/ configureren
1. Windows 95, Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 of Windows 2000 starten.
OPMERKING: In de beschreven procedure is Windows 98 gebruikt. Schermen kunnen er anders uit zien voor andere besturingssystemen.
2. De PostScript-driver-CD in het CD-ROM-station plaatsen. Het installatieprogramma wordt als het goed is automatisch gestart
en uitgevoerd.
3. Op Installatie van driver klikken. Het welkomstscherm voor de PostScript-driverinstallatie wordt
weergegeven.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-3
4. Op het tabblad Kopieerapparaat/Printer klikken.
5. Op Installatie beginnen klikken op het tabblad Kopieerapparaat/ Printer.
6. Op [Volgende] klikken op het welkomstscherm.
Pagina 4-4 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
7. De licentie-overeenkomst lezen en op [Ja] klikken om de overeenkomst te accepteren.
OPMERKING: Indien u op [Nee] klikt, wordt de installatie beëindigd.
8. De informatie in ReadMe lezen en op [Volgende] klikken.
Printerdrivers installeren/ configureren
9. De gewenste printer selecteren met de cursor en op [Volgende] klikken.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-5
10. Op de toets Installatie klikken die u wilt gebruiken om de printer te installeren.
OPMERKING: Aanbevolen wordt de toets Typisch te gebruiken, tenzij u een ervaren gebruiker bent die een aangepaste installatie naar eigen inzichten wilt uitvoeren.
11. Het informatiescherm lezen en op [Volgende] klikken.
12. Het scherm Informatie over de printerinstallatie lezen en op [Volgende] klikken.
Pagina 4-6 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
13. Zorgen dat het vakje Printerinstallatie selecteren is aangekruist en op [Voltooien] klikken om de Wizard Printer toevoegen te starten en de installatie van de printer te voltooien.
OPMERKING: Indien u de installatie van de printer later wilt voltooien, de optie Printerinstallatie selecteren uitschakelen voordat u op [Voltooien] klikt.
14. Op [Volgende] klikken om de wizard te starten.
Printerdrivers installeren/ configureren
15. Selecteren hoe de printer wordt aangesloten op de computer. Lokale printer selecteren wanneer de printer wordt aangesloten
op de computer. Anders netwerkprinter selecteren.
Voor een netwerkprinter:
i. Op het keuzerondje [Netwerkprinter] klikken en vervolgens
op [Volgende] klikken.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-7
ii. Het netwerkpad invoeren of de wachtrijnaam voor de printer
of op [Bladeren] klikken en de printer zoeken. Wanneer het netwerkpad of de wachtrijnaam wordt weergegeven, op
[Volgende] klikken.
Voor een lokale printer:
i. Op het ke uzeron dje [Lokale printer] klikken en vervolgens op
[Volgende] klikken.
16. Op [Diskette] klikken.
17. Bladeren totdat u op de plaats gekomen bent waar de driver­bestanden zijn geïnstalleerd.
Indien de bestanden op uw werkstation zijn geïnstalleerd, is deze plaats:
C:\Program Files\Xerox\Xerox WorkCentre Pro 423 & 428
Het driverbestand heet
18. Dit bestand kiezen en op [Openen] klikken.
xrxl28eb.
Pagina 4-8 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
19. Op [OK] klikken.
20. Uw printermodel selecteren uit de lijst Printers en op [Volgende] klikken.
Printerdrivers installeren/ configureren
21. Voor Alleen lokale printer de poort selecteren die u gebruikt en op [Volgende] klikken.
22. Een naam typen voor de printer, opgeven of u de printer als standaardprinter wilt gebruiken of niet en daarna op [Volgende] klikken.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-9
23. Opgeven of u een testpagina wilt afdrukken, en op [Voltooien] klikken.
De installatie begint.
24. De licentie-overeenkomst voor de eindgebruiker lezen en op [Accepteren] klikken.
25. Wanneer u op Afwijzen klikt, Wanneer u op Afwijzen klikt in de licentie-overeenkomst op pagina 4-11 raadplegen voor meer informatie.
26. Bevestigen dat een printer is toegevoegd in het venster Printers.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. De CD-ROM uit het station verwijderen.
Printerdrivers configureren op pagina 4-12 raadplegen voor het configureren van de printer.
De CD-ROM op een veilige plaats bewaren.
Pagina 4-10 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Wanneer u op Afwijzen klikt in de licentie­overeenkomst
Wanneer u op [Afwijzen] klikt in de Licentie-overeenkomst voor de eindgebruiker, verschijnt het volgende dialoogvenster.
Op [Nee] klikken om terug te keren naar de installatie en deze voort te zetten.
Op [Ja] klikken om de installatie te annuleren. In het venster Printers is een printer toegevoegd, maar de printerdriver is niet correct geïnstalleerd.
Wanneer u met de rechtermuisknop klikt op deze printer en op Eigenschappen klikt in het menu, wordt het tabblad Nieuwe installatie toegevoegd aan het dialoogvenster Pr int er eig ens chap pen. De aanwijzingen op dat tabblad volgen.
Wanneer u klaar bent met de nieuwe installatiepoging Printerdrivers
configureren op pagina 4-12 raadplegen om de printer in te stellen.
Printerdrivers installeren/ configureren
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-11

Printerdrivers configureren

In dit gedeelte wordt beschreven hoe de printerdriver wordt geconfigureerd vanuit het dialoogvenster Printereigenschappen. Dit dialoogvenster verschijnt wanneer u op Printerinstelling klikt (voor Windows 95/Windows 98/Windows Me) of Printereigenschappen (voor Windows NT 4.0/Windows 2000) op het scherm Installatie succesvol. Indien u het printerinstallatieprogramma heeft beëindigd, de procedure volgen in Dialoogvenster Printereigenschappen openen op pagina 4-12 om dit dialoogvenster weer te geven.
Dit dialoogvenster Printereigenschappen bevat vele tabbladen voor de afdrukinstellingen, zoals Printer en Papier/Aflevering. U dient eerst de juiste opties op het tabblad Printer in te stellen voor de andere tabbladen, anders kan het voorkomen dat de andere tabbladen niet de relevante opties voor uw apparaat weergeven.
Drivers voor Windows NT 4.0/Windows 2000: U dient de instellingen te definiëren op het tabblad Printer in het dialoogvenster Printer­eigenschappen voordat u het dialoogvenster Standaardwaarden
document (voor Windows NT 4.0) of het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren (voor Windows 2000) opent om de andere
eigenschappen te definiëren. Voor meer informatie over de eigenschappen Printereigenschappen
instellen op pagina 4-14 raadplegen.

Dialoogvenster Printereigenschappen openen

Voor Windows 95/Windows 98/Windows Me
1. Op Start klikken, Instellingen selecteren en daarna Printers. Het venster Printers verschijnt.
2. Dubbelklikken op het pictogram van uw printer.
3. Eigenschappen selecteren uit het menu Bestand om het dialoogvenster Eigen sc ha ppen weer te geve n.
Pagina 4-12 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Voor Windows NT 4.0/Windows 2000
Toegang tot het dialoogvenster Printereigenschappen verloopt als volgt:
1. Stap 1 en 2 volgen van de procedure voor Windows 95/Windows 98/Windows Me om het pictogram van uw printer te selecteren.
2. Eigenschappen selecteren uit het menu Printer om het volgende eigenschappenvenster weer te geven.
Printerdrivers installeren/ configureren
Windows NT 4.0
Windows 2000
Toegang tot het dialoogvenster Standaardwaarden document/ Afdrukvoorkeuren:
1. Stap 1 en 2 volgen van de procedure voor Windows 95/Windows 98/Windows Me om het pictogram van uw printer te selecteren.
2. Standaardwaarden document (voor Windows NT 4.0) of Afdrukvoorkeuren (voor Windows 2000) selecteren uit het menu Printer om het volgende dialoogvenster Standaardwaarden document/Afdrukvoorkeuren weer te geven voor de definitie van instellingen op de andere tabbladen.
OPMERKING: Voor Windows 2000: U kunt ook op Afdrukvoorkeuren klikken op het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Printer­eigenschappen om het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren weer te geven.
Windows NT 4.0
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-13
Windows 2000

Printereigenschappen instellen

Via het dialoogvenster Printereigenschappen (en Standaardwaarden document/Afdrukvoorkeuren) biedt de printerdriver u een interface waarmee u kunt zorgen dat de driverinstellingen overeenkomen met die van de printer en de printerinstellingen selecteren voor de eigenschappen. De instellingen die hier worden opgegeven vormen de standaard printerconfiguratie voor alle volgende afdrukopdrachten.
Hoewel een applicatie de pagina-instelling kan veranderen wanneer een afdrukopdracht wordt uitgevoerd, is deze niet van invloed op deze standaardinstellingen. Wijzigingen in deze configuraties kunnen alleen worden aangebracht via deze dialoogvensters.
Hier is een samenvatting van de eigenschappen op ieder tabblad:
½
Printer
De instellingen hier zijn onder andere de geïnstalleerde printerhardware-opties (zoals Handmatige invoer, Lade 4, Zij­opvangbak, Afwerkeenheid, Staffelopvangbak, 2-zijdige module, Vaste schijf en Faxmodule) en overige printerinstellingen die niet regelmatig worden geconfigureerd, zoals Foutenrapport, Alternatieve lade selecteren, Richting handmatige invoer, Instellingen opdrachteigenaar, en Auto configuratie (alleen voor Windows NT 4.0/Windows 2000: Halftoon apparaat).
½
Papier/Aflevering
Deze eigenschap betreft verschillende aspecten van de manier waarop de printer met papier omgaat en een afdrukopdracht verwerkt. De instellingen zijn onder andere Opdrachttype (d.w.z. Afdruk ken, Bev ei li gd afdruk k en, Proefafd ru kk en en Fax) , Papierformaat, Papierbron, Beeldrichting, Aantal, Afdrukbestemming, 2-zijdig afdrukken.
½
Afleveringsopties
Bevat instellingen betreffende de aflevering van de afdrukken. De instellingen zijn onder andere Instellingen opdracht staffelen, Instellingen voor sets, Afwerking, Document (bijvoorbeeld Eerste vel, Scheidingsvellen transparanten). (Alleen voor Windows NT 4.0/Windows 2000: EMF-spoolen.)
½
Grafische afbeeldingen
De instellingen hier betreffen de kwaliteit van de afdrukken en de verwerking van de grafische afbeeldingen en TrueType-fonts (alleen voor Windows NT 4.0/Windows 2000: Halftoonkleur aanpassen).
½
Opmaak
De eigenschap Opmaak biedt zes toepassingen waarmee de opmaak van de afdrukken van een document kan worden aangepast, zoals N-op-1, Katern maken, Aanpassen aan afdrukformaat, Zoomen, Afdrukformaat wijzigen (niet zoomen), Poster.
½
Overlays
Hiermee kunt u pagina-overlays voor de printer maken, gebruiken en verwijderen.
Pagina 4-14 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
½
Watermerken
Een watermerk is een lichte afbeelding die afgedrukt wordt op de achtergrond op een pagina. Met de PCL 6-driver kunt u tekst (als watermerk) afdrukken op de achtergrond of voorgrond op de eerste pagina, of op alle paginas van een document. Met dit dialoogvenster kunt u deze watermerken maken, bewerken of verwijderen.
½
Fax
De instellingen betreffen onder andere Faxresolutie, Transmissierapport, Koptekst verzenden en Telefoonboek.
Printer
Printerdrivers installeren/ configureren
Windows 95/Windows 98/Windows Me
Op het tabblad Printer worden twee hoofdtypen en instellingen gedefinieerd: de huidige hardwareconfiguratie van de printer (Papierbronopties en Afdrukopvangopties) alsmede andere printerinstellingen die niet regelmatig worden geconfigureerd. U dient uw printerconfiguratie te definiëren op het tabblad Printer voordat andere opties worden gespecificeerd, die onbeschikbaar kunnen zijn wanneer de geïnstalleerde opties niet correct zijn gespecificeerd. U kunt gewoon op Auto configuratie klikken om in het netwerk naar opties te zoeken die op uw printer zijn geïn sta lleer d, en autom ati sc h de correcte hardware-instellingen op dit tabblad weergeven. Of u geeft de geïnstalleerde opties zelf op.
Papierbronopties
De optionele papierbron opgeven die kan worden aangesloten op de printer, afgezien van de standaardlade. De grafische voorstelling van de printer op het tabblad Paper/Aflevering verandert dienovereen­komstig.
½
Handmatige invoer (standaardinstelling: Uit)
De handmatige invoer selecteren wanneer de printer is voorzien van de handmatige invoer voor papier dat niet in een papierlade kan worden gebruikt.
Windows NT 4.0/Windows 2000
½
Lade 4 (standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is voorzien van lade 4.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-15
Indien het vakje Handmatige invoer hier niet is geselecteerd, is de Handmatige invoer niet beschikbaar voor Papierbron op het tabblad Papier/Aflevering.
Indien het vakje Lade 4 hier niet is geselecteerd, is Lade 4 niet beschikbaar voor Papierbron op het tabblad Papier/Aflevering.
Afdrukopvangopties
De optionele opvangbak specificeren die kan worden bevestigd aan uw printer voor extra capaciteit samen met de standaard opvangbak.
½
Zij-opvangbak (standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is geïnstalleerd met de zijopvangbak. Afgedrukte exemplaren worden met de beeldzijde naar boven in deze lade afgeleverd.
½
Afwerkeenheid (standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is geïnstalleerd met deze accessoire van twee opvangbakken. De afwerkeenheid wordt geleverd met staffelopvangbak en nieteenheid.
Indien het vakje Zij-opvangbak hier niet is geselecteerd, is de zij-opvangbak niet beschikbaar voor Afdrukbestemming op het tabblad Papier/Aflevering.
Indien het vakje Afwerkeenheid hier niet is geselecteerd, zijn Afwerkopvangbak – boven en Afwerkopvangbak – onder niet beschikbaar voor Afdrukbestemming op het tabblad Papier/ Aflevering.
Er kan slechts een van deze twee opties tegelijk worden geselecteerd: Zij-opvangbak of Afwerkeenheid.
Alternatieve lade selecteren
Deze toepassing gebruiken om de aflevering te bepalen wanneer de printer niet het vereiste papierformaat levert voor afdrukopdrachten terwijl Auto is geselecteerd voor Papierbron op het tabblad Papier/ Aflevering. De opties zijn:
½
Printerinstellingen gebruiken (standaardinstelling)
Papier wordt ingevoerd op basis van de printerinstellingen.
½
Groter formaat gebruiken (niet zoomen)
Het volgende grotere formaat dat het meest lijkt op het geselecteerde formaat wordt gebruikt voor de aflevering, zonder het beeldformaat en de positie aan te passen. Er wordt een kleiner formaat gebruikt wanneer een groter formaat niet beschikbaar is.
½
Bericht weergeven
Een bericht, waarin u wordt gevraagd papier te plaatsen in de lade, wordt weergegeven op het printerbedien ingspaneel.
Pagina 4-16 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Richting handmatige invoer
De richting van het papier dat dient te worden geplaatst voor de handmatige invoer. De opties zijn:
½
Landschap (standaardinstelling)
Papier wordt ingevoerd met de korte kant eerst en het wordt afgeleverd in de richting Landschap.
½
Portret
Papier wordt ingevoerd met de lange kant eerst en het wordt afgeleverd in de richting Portret.
Alleen ingeschakeld wanneer Handmatige invoer is geselecteerd voor Papierbronopties op dit tabblad.
Zelfs al is Portret geselecteerd, dan dienen sommige papierformaten alleen in Landschaprichting te worden ingevoerd vanwege de selectie van de handmatige invoer.
Printerdrivers installeren/ configureren
Staffelopvangbak
(standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is geïnstalleerd met de staffelopvangbak. Alleen de standaard middelste opvangbak kan worden gebruikt met de staffelopvang bak.
Wanneer dit vakje niet is aangekruist, zijn Staffelen per opdracht en Staffelen per set niet beschikbaar voor Opdracht staffelen op het tabblad Afleveringsopties.
2-zijdige module
(standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is geïnstalleerd met een 2­zijdige module voor het maken van afdrukken op beide zijden van het papier.
Wanneer dit vakje niet is aangekruist, zijn Omslaan via lange kant en Omslaan via korte kant niet beschikbaar voor 2-zijdig afdrukken op het tabblad Papier/Aflevering.
Vaste schijf
(standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is geïnstalleerd met een vaste schijf. Daarmee kan de printer sets ondersteunen. Deze optie dient ook te zijn geselecteerd wanneer de niettoepassing wordt gebruikt.
Wanneer dit vakje niet is geselecteerd, is Sets op het tabblad Afleveringsopties niet beschikbaar.
Faxmodule
(standaardinstelling: Uit)
Deze optie selecteren wanneer de printer is geïnstalleerd met een faxmodule waarmee de printer een afdrukopdracht vanuit een toepassing kan verwerken als een faxopdracht. Wanneer deze optie is geselecteerd, is Fax beschikbaar voor Opdrachttype op het tabblad Papier/Aflevering en zijn de volgende twee opties beschikbaar net onder deze optie:
½
Extended memory voor fax
Met de optie verhoogt u het maximumaantal nummers dat u kunt bellen van 200 tot 999.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-17
Foutenrapport
Selecteren of fouten dienen te worden gerapporteerd voor afdrukopdrachten. De opties zijn:
½
UIT
Er wordt geen foutenrapport afgedrukt.
½
Foutenpagina (standaardinstelling)
Er wordt een foutenrapport afgedrukt wanneer de printer tijdens het afdrukken op problemen stuit.
Halftoon apparaat (alleen voor Windows NT 4.0/Windows 2000
)
Hierop klikken om het dialoogvenster Halftoonkleur/Eigenschappen halftoon te openen voor de definitie van de kleur- en halftooneigenschappen voor de printer.
Instellingen opdrachteigenaar
Hierop klikken om het dialoogvenster Instellingen opdrachteigenaar te openen voor de definitie van de naam van de opdrachteigenaar, die de printer nodig heeft om het Overzicht afdrukkenteller te genereren. De naam kan uit maximaal 31 tekens bestaan. Wanneer u geen naam specificeert, gebruikt de printer de aanmeldingsnaam van de gebruiker.
Auto configuratie
Hierop klikken om automatisch de correcte hardware-opties weer te geven in plaats van zelf iedere apparaatoptie te specificeren.
Voordat u op deze toets klikt om de printerconfiguratie bij te werken, dient u SNMP als netwerkpoort in te schakelen en UDP of IPX als Transportprotocol te selecteren op het printerbedieningspaneel. Voor meer informatie Poort en transportprotocol instellen op pagina 2-21 raadplegen.
Wanneer de printerdriver TCP/IP of de IPX-netwerkpoort gebruikt, en de aangesloten printer is van hetzelfde doelmodel als de printerdriver, verkrijgt de driver de informatie over de printerconfiguratie en worden de vakjes van de geïnstalleerde opties ingeschakeld.
Zodra de printer automatisch is geconfigureerd, wordt het netwerkprinteradres weergegeven op het tabblad, direct onder het vakje Richting handmatige invoer.
Het kan echter gebeuren dat de driver niet de informatie verkrijgt en in dat geval verschijnt er een foutbericht. In een dergelijk geval de volgende procedure uitvoeren:
1. Op Ja klikken in het dialoogvenster Er wordt naar een printer gezocht. Het volgende dialoogvenster Methode voor zoeken van printer verschijnt.
2. Netwerkprinteradres selecteren indien u het netwerkprinteradres precies kunt specificeren, en verder gaan met stap 4.
Anders Broadcast selecteren en verdergaan met stap 3.
Pagina 4-18 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
3. Wanneer Broadcast is geselecteerd:
TCP/IP of IPX selecteren en daarna op Zoeken klikken om de printer op te nemen in het venster Gezochte printers. Daarna de juiste printer selecteren en op OK klik k en.
U kunt als alternatief ook het vakje Door gebruiker gedefinieerd broadcastadres selecteren voor TCP/IP-selectie en voor ieder vakje een nummer invoeren tussen 0-255.
4. Wanneer Netwerkprinteradres is geselecteerd: TCP/IP of IPX selecteren als uw protocol, het printernetwerkadres
invoeren en op OK klikken.
Printerdrivers installeren/ configureren
OPMERKING: Voor TCP/IP een getal invoeren tussen 0-255 voor ieder vakje. Voor IPX 8 tekens invoeren voor het eerste vakje en 12 voor het tweede vakje. U kunt een getal (0-9) of letters (a-f, niet hoofdlettergevoelig) invoeren.
De opties die zijn geïnstalleerd op uw prin ter word en gedet ecteerd in het netwerk, en de vakjes naast de geïnstalleerde opties worden ingeschakeld. Het netwerkprinteradres wordt weergegeven.
OPMERKING: Indien de driver nog steeds niet de benodigde informatie weet te verkrijgen, de printerconfiguratie zelf specificeren. Wanneer de configuratie-instellingen door u zijn aangepast na een Auto configuratie, wordt het netwerkprinteradres niet langer weergegeven.
Standaardinstellingen herstellen
De instellingen in het dialoogvenster terugzetten op hun oorspronkelijke standaardwaarden.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-19
Papier/Aflevering
Op het tabblad Papier/Aflevering staan opties voor de omgeving waarin een afdrukopdracht wordt uitgevoerd. Er zijn grafische voorstellingen voor Opdrachttype, Papierformaat, Beeldrichting en 2-zijdig afdrukken links naast deze vervolgkeuzelijsten, en die voorstellingen veranderen wanneer de selectie van deze opties wordt gewijzigd. Er is ook een voorstelling van de printer met selecteerbare gebieden waarop u kunt klikken, voor papierinvoer en aflevering. U kunt hierop klikken om een selectie te maken of de vervolgkeuzelijsten gebruiken.
Opdrachttype
Het type opdracht specificeren dat u wilt voor de uitvoer. De opties zijn:
½
Afdrukken (standaardinstelling)
Deze optie selecteren voor de gebruikelijke afdrukopdracht.
½
Beveiligd afdrukken
Deze optie selecteren wanneer u de opdracht wilt opslaan in de printer. De opdracht kan dan later worden uitgevoerd maar alleen wanneer u dat verzoekt met behulp van het printerbedieningspaneel.
½
Proefafdrukken
Deze optie selecteren wanneer u alleen het eerste exemplaar van een set ter controle wilt afdrukken. De overige exemplaren worden opgeslagen in de printer totdat u vanaf het printerbedieningspaneel de opdracht geeft de overige exemplaren af te drukken. (Beveiligd afdrukken en Proefafdrukken zijn alleen beschikbaar indien Vaste schijf is geselecteerd op het tabblad Printer)
½
Fax
Deze optie selecteren voor een faxopdracht. (Alleen beschikbaar indien Faxmodule is geselecteerd op het tabblad Printer)
Opdrachten Beveiligd afdrukken/Proefafdrukken uitvoeren op pagina 3-20 raadplegen voor meer informatie over het uitvoeren
van afdrukopdrachten van het type Beveiligd afdrukken and Proefafdrukken.
Aantal (standaardinstelling: 1) Het aantal exemplaren opgeven dat u wilt afdrukken. Het maximum
is 999.
Pagina 4-20 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Papierformaat
Het papierformaat specificeren voor de afdrukopdracht. De opties zijn:
A4 (210×297 mm)
A5 (148×210 mm)
(standaardinstelling)
8,5×11" (Letter) 5,5×8,5" (Statement)
B5 (182×257 mm) B6 (128×182 mm)
B4 (257×364 mm) A6 (105×148 mm)
8,5×13" (Folio) Katern op A4
8,5×14" (Legal) Katern op Letter
8K (267×388 mm) Katern op A3
A3 (297×420 mm) Katern op Ledger
11×17" (Ledger)
(5,5×8,5" (Statement), B6 (128×182 mm) en A6 (105×148 mm) zijn alleen beschikbaar indien Handmatige invoer is geselecteerd voor Papierbronopties op het tabblad Printer;
Katern op A4, Katern op Letter, Katern op A3 en Katern op Ledger zijn alleen beschikbaar indien 2-zijdige module is
geselecteerd op het tabblad Printer)
OPMERKING: U kunt uw eigen papierformaat definiëren door op Keuzepapierformaat te klikken.
Keuzepapierformaat
Hierop klikken om het dialoogvenster Keuzepapierformaat weer te geven voor de definitie van afwijkende formaten voor het afdrukmateriaal waarop u afdrukt. Deze optie wordt alleen voor een afdrukopdracht ingesch ak eld wanneer Handmatige invoer is geselecteerd voor Papierbronopties op het tabblad Printer.
De opties zijn:
½
Selecteren
Een van de standaard papierformaten selecteren die veel op uw keuzeformaat lijkt, en vervolgens op Nieuw klikken om de overige opties voor bewerken in te schakelen.
½
Naam
Printerdrivers installeren/ configureren
Een naam van maximaal 32 tekens invoeren.
½
Eenheid
Millimeter of inch selecteren voor het keuzepapierformaat.
½
Formaat
Een papierformaat invoeren met afmetingen tussen 100×148 mm (3,94x5,83) en 297×431 mm (11,7x17).
½
Portret
De marges voor het afdrukbare gebied definiëren in de richting portret door de linker-, rechter-, boven- en ondermarge te specificeren.
½
Landschap
De marges voor het afdrukbare gebied definiëren in de richting landschap door de linker-, rechter-, boven- en ondermarge te specificeren.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-21
Papierbron
De keuzelijst Papierbron gebruiken om de standaardpapierlade te selecteren voor de printer. De opties zijn:
½
Auto (standaardinstelling)
Papier wordt automatisch geselecteerd.
½
Lade 1
½
Lade 2
½
Lade 3
½
Lade 4
(alleen beschikbaar indien Lade 4 is geselecteerd bij Papierbronopties op het tabblad Printer)
½
Handmatige invoer
(alleen beschikbaar indien Handmatige invoer is geselec teerd bij Papierbronopties op het tabblad Printer)
De beschikbare papierformaten voor iedere papierbron zijn als volgt:
Papierformaat Auto Lade 1 Lade 2, 3, 4
A4
8,5×11" (Letter)
B5 B4
8,5×13" (Folio)
8,5×14" (Legal)
8K A3
11×17" (Ledger)
A5
Postcard
5,5×8,5" (Statement) X X X
A6 XXX B6 XXX
Katern op A4
Katern op Letter
Katern op A3
Katern op Ledger
Keuze XXX
mmmm mmmm mmmm mmmm mmmm m m m m
X X X X
mm mm mm
mm mm mm
mm* m mm* m m m
X X
m
m
Handmatige
invoer
X X
m m m m m
X X X X
m
OPMERKING: m: ondersteund; X: niet ondersteund * : niet ondersteund indien Aanpassen aan afdrukformaat of (niet zoomen) is geselecteerd voor mode Opmaak op het tabblad Opmaak.
Pagina 4-22 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Afdrukbestemming
Een afleveringsbestemming specificeren. De opties zijn:
½
Middelste opvangbak (standaardinstelling)
Afdrukken worden met de beeldzijde naar beneden afgeleverd.
½
Afwerkopvangbak – boven
(alleen beschikbaar indien Handmatige invoer niet is geselecteerd voor Papierbron op het tabblad Papier/Aflevering)
½
Afwerkopvangbak – onder
½
(Afwerkopvangbak – boven en Afwerkopvangbak – onder zijn alleen beschikbaar indien Afwerkeenheid is geselecteerd voor Afdrukopvangopties op het tabblad Printer)
½
Zij-opvangbak
Afdrukken worden met de beeldzijde naar boven afgeleverd. (alleen beschikbaar indien Zij-opvangbak is geselecteerd voor
Afdrukopvangopties op het tabblad Printer)
OPMERKING: Papier met de volgende formaten, wordt zelfs wanneer
deze formaten zijn geselecteerd, niet afgeleverd in de bovenste of de onderste opvangbak van de afwerkeenheid: Postcard, A6, B6, Keuzepapierformaat.
Printerdrivers installeren/ configureren
Beeldrichting
De richting selecteren van het beeld wanneer dit wordt afgedrukt. De opties zijn:
½
Portret (standaardinstelling)
Portret betekent dat de pagina zo wordt afgedrukt dat de hoogte van het beeld groter is dan de breedte.
½
Landschap
Landschap betekent dat de pagina zo wordt afgedrukt dat de breedte van het beeld groter is dan de hoogte.
2-zijdig afdrukken
Deze optie selecteren wanneer u op een zijde of op beide zijden van het papier wilt afdrukken. Indien u aan beide zijden wilt afdrukken, dient u te besluiten of u het papier omdraait via de lange of de korte zijde. De opties zijn:
½
1-zijdig afdrukken (standaardinstelling)
Er wordt op slechts een zijde van het papier afgedrukt.
½
Omslaan via lange kant
Er wordt op twee zijden van het papier afgedrukt en het papier wordt daartoe omgedraaid via de lange kant.
½
Omslaan via korte kant
Er wordt op twee zijden van het papier afgedrukt en het papier wordt daartoe omgedraaid via de korte kant.
De opties voor 2-zijdig afdrukken zijn alleen beschikbaar indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
2-zijdige module is geselecteerd op het tabblad Printer;Handmatige invoer is niet geselecteerd voor Papierbron op het
tabblad Papier/Aflevering.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-23
Papiertype (Handmatige invoer)
Het type papier of afdrukmateriaal selecteren voor Handmatige invoer. De opties zijn:
½
Gewoon (standaardinstelling)
½
Zwaar
½
Transparant
Alleen ingeschakeld wanneer Handmatige invoer is geselecteerd voor Papierbronopties op het tabblad Printer.
Standaardinstellingen herstellen
De instellingen in het dialoogvenster terugzetten op hun oorspronkelijke standaardwaarden.
Afleveringsopties
Windows 95/Windows 98/Windows Me
Op het tabblad Afleveringsopties staan enkele geavanceerde toepassingen voor het verzenden van een afdrukopdracht. Er zijn grafische voorstellingen voor de instellingen van Sets en Afwerking die veranderen wanneer de selectie wordt gewijzigd. U kunt hierop klikken om een selectie te maken of de vervolgkeuzelijst (voor Nieten) gebruiken.
Instellingen Opdracht staffelen
Deze toepassing biedt een manier om de ene afdrukopdracht van de andere te onderscheiden in de opvangbak door de afdrukken van de opdrachten te laten verspringen.
Opdracht staffelen
De opties zijn:
½
Geen (standaardinstelling)
Er wordt niet gestaffeld.
½
Staffelen per opdracht
Iedere afdrukopdracht wordt gestaffeld.
½
Staf felen per set
Iedere set in een afdrukopdracht wordt gestaffeld. Dat kan uiteraard alleen wanneer er minimaal twee sets zijn geselecteerd.
Windows NT 4.0/Windows 2000
Pagina 4-24 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
De twee staffelopties zijn alleen beschikbaar indien aan een van de twee volgende voorwaarden is voldaan:
– Staffelopvangbak is geselecteerd op het tabblad Printer en Middelste opvangbak voor Afdrukbestemming op het tabblad
Papier/Aflevering; of – Afwerkeenheid is geselecteerd voor Afdrukopvangopties op
het tabblad Printer en Afwerkopvangbak – boven voor
Afdrukbestemming op het tabblad Papier/Aflevering.
Instellingen voor Sets
Specificeren hoe uw document dient te worden gepresenteerd. Sets (standaardinstelling: Aan)
Het vakje inschakelen voor aflevering van de documenten in sets of stapels. Kan alleen worden ingeschakeld indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
Vaste schijf is geselecteerd op het tabblad Printer; meer dan 1 is geselecteerd voor Aantal op het tabblad Papier/
Aflevering.
Afwerking
Deze optie selecteren om aan te geven waar de afdrukken dienen te worden geniet. Papier van de volgende formaten kan worden geniet: A5, B5, A4, 8,5×11", B4, A3, 8,5×13", 8,5×14", 8K en 11×17".
Nieten
De opties zijn:
Printerdrivers installeren/ configureren
½
Geen (standaardinstelling)
Er wordt niet geniet.
½
Linksboven
½
Rechtsboven
½
Linksonder
½
Rechtsonder
Kan alleen worden ingeschakeld indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
Afwerkeenheid is geselecteerd voor Afdrukopvangopties op het tabblad Printer;
Vaste schijf is geselecteerd op het tabblad Printer;Afwerkopvangbak boven is geselecteerd voor Afdrukbesteming
op het tabblad Papier/Afleverin g;
Sets is geselecteerd voor Instellingen voor Sets; – Meer dan 1 is geselecteerd voor Aantal op het tabblad Papier/
Aflevering.
OPMERKING: De afwerkeenheid kan maximaal 30 vel tegelijk nieten.
Document
Voor speciale afleveringsopties voor afdrukopdrachten. De opties zijn: Geen (standaardinstelling) De afdrukopdracht wordt op de normale wijze verwerkt.
XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker Pagina 4-25
Eerste vel
Met de instelling Eerste vel kan voor het eerste vel een andere papierbron worden ingesteld dan de bron voor de rest van de afdrukvellen. Het papierformaat dient hetzelfde te zijn als dat van de rest van het document.
Wanneer deze optie wordt geselecteerd, verschijnt een vervolgkeuzelijst, Eerste vel invoeren vanuit, zodat u de papierbron kunt kiezen voor het eerste vel. De opties zijn:
½
Auto (standaardinstelling)
½
Lade 1
½
Lade 2
½
Lade 3
½
Lade 4
(alleen beschikbaar indien Lade 4 is geselecteerd voor Papierbronopties op het tabblad Printer)
½
Handmatige invoer
(alleen beschikbaar indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
op het tabblad Printer is Handmatige invoer geselecteerd; op het tabblad Papier/Aflevering is 1-zijdig afdrukken
geselecteerd voor 2-zijdig afdrukken en Afwerkopvangbak – boven is niet geselecteerd voor Afdrukbestemming)
Scheidingsvellen transparanten
Hiermee kunnen scheidingsvellen worden ingevoegd tussen de transparanten van een afdrukopdracht. Wordt alleen ingeschakeld indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
op het tabblad Printer is Handmatige invoer geselecteerd; op het tabblad Papier/Aflevering is Handmatige invoer
geselecteerd voor Papierbron en Transparant voor Papiertype (Handmatige invoer).
Wanneer deze optie is geselecteerd, verschijnt een vervolgkeuzelijst, Scheidingsvellen invoeren vanuit, zodat u de papierbron voor de scheidingsvel le n kunt kiez en. De opties zijn:
½
Printerinstellingen gebruiken (standaardinstelling)
½
Auto
½
Lade 1
½
Lade 2
½
Lade 3
½
Lade 4
(alleen beschikbaar indien Lade 4 is geselecteerd voor
Papierbronopties op het tabblad Printer)
EMF-spoolen (alleen voor Windows NT 4.0/Windows 2000-drivers)
Het vakje aankruisen om de afdrukopdracht uit te voeren in de grafische mode Vector.
Alleen ingeschakeld wanneer Vector is geselecteerd voor Mode
Grafische afbeeldingen op het tabblad Grafische afbeeldingen. Standaardinstellingen herstellen
De instellingen in het dialoogvenster terugzetten op hun oorspronkelijke standaardwaarden.
Pagina 4-26 XEROX WorkCentre Pro 423/428 Printer – Handleiding voor de gebruiker
Loading...