OBU 206
NL BE
PRODUCT INFORMATIE BLAD
OVEN
Eerste...Laatste : Steunhoogten
1. Het bedieningspaneel
2. Ventilator (niet zichtbaar)
Laatste
Eerste
Accessoires :
• Rooster
• Bakplaat
• Opvangbak
3. Verwarmingselement bovenwarmte
4. Grill-element (kan worden verlaagd)
5. Ovenlampje
6. Ventilator
7. Verwarmingselement onderwarmte
(niet zichtbaar)
8. Scharnieren ovendeur
9. Ovenkoeldeur
BEDIENINGSPANEEL
1 Keuzeknop ovenfuncties
2. Thermostaatknop oven
3. Indicatielampje van thermostaat
4. Mechanische automatische uitschakeling
*De bedieningsknoppen van de kookplaat zijn onderling niet uitwisselbaar. Na het schoonmaken of na
het onderhoud, dienen de knoppen op de oorsp ro n kelijke positie teruggeplaatst te worden (zie het
bovenstaande schema - naast iedere knop).
N.B.: Wanneer de kookplaat of de oven in gebruik is, draait de ventilator draait steeds op verschillende
snelheden, e.e.a. afhankelijk van de geselecteerde temperatuurwaarde van de componenten.
Het kan zijn dat de ventilator gedurende een bepaalde periode blijft draaien, ook nadat de diverse
kookfuncties uitgeschakeld zijn. Dit om het aangrenzende keukenapparatuur voldoende af te koelen.
5. Bedieningsknop kookplaat
0 1 ... 10 *
6. Bedieningsknop kookplaat
0 1 ... 10 *
7. Bedieningsknop kookplaat
0 1 ... 10 *
8. Bedieningsknop kookplaat
0 1 ... 10 *
9. Indicatielampje kookplaat “AAN”
OVENFUNCTIES
0 Uit
Ovenlampje
STATISCHE FUNCTIE
Gebruiken als al de gerechten op dezelfde steunhoogte staan.
- De oven voorverwarmen op de gewenste bereidingstemperatuur en de gerechten in de oven plaatsen zodra
het rode indicatielampje van de thermostaat uitgaat.
- Wanneer u de statische functie gebruikt, is het het beste als het schap op de tweede steunhoogte geschoven wordt.
STATISCHE FUNCTIE + VENTILATOR
Gebruik deze functie als de gerechten op twee verschillende niveau’s wordt bereid.
- Het is niet noodzakelijk om de oven voor te verwarmen (behalve voor pizza’s en focaccia).
- Wijzig 10 minuten vóór het einde van de bereidingstijd, de plaats van de gerechten in de oven.
- Verwijder het bereide gerecht en ga, indien nodig, verder met de bereiding van het andere gerecht, voor zo
lang als het nodig is.
GRILLFUNCTIE
Gebruik de Grilfunctie voor het bereiden van kleine stukjes vlees (steaks, worstjes) en voor het bereiden van toast.
- De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten zijn.
- De grill ongeveer 5 minuten voorverwarmen.
- Plaats het vlees op het rooster en plaats de opvangbak eronder. Giet water in de opvangbak om de bodem
te bedekken, zodat rook en vetspatten worden beperkt.
- Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
GRILL- + VENTILATORFUNCTIE
Ideaal voor grote stukken vlees, varkensvlees, kip en rosbief.
- De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten zijn.
- Plaats het vlees op het rooster en plaats de opvangbak eronder. Giet water in de opvangbak om de bodem
te bedekken, zodat rook en vetspatten worden beperkt.
- Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
ONTDOOIFUNCTIE
Ideaal voor het ontdooien van bevroren gerechten tot kamertemperatuur.
- Het gerecht moet in de verpakking in de oven gezet worden, om te voorkomen dat het uitdroogt.
DE OVEN INSCHAKELEN
Zet de keuzeknop op het gewenste symbool.
De ovenverlichting gaat aan.
• Draai de thermostaatknop, met de klok mee, op de gewenste temperatuur.
Het rode indicatielampje van de thermostaat gaat branden.
• Als de gewenste temperatuur is bereikt, gaat het rode indicatielampje van de thermostaat uit.
Einde van de bereidingstijd:
• Zet de knoppen weer op de stand UIT (0 - •).
PROGRAMMEREN VAN DE BEREIDINGSTIJD
1. Draai de knop volledig met de klok mee.
2. Zet de knop opnieuw op de benodigd e bere id ingst ijd.
3. Als de bereidingstijd verstrek en i s, ga at d e ove n au to mat is ch ui t.
- Om de oven te gebruiken zonder de bereidingstijd te programmeren, zet u de knop op .
Waarschuwing: Als de bedieningsknop op “0” is ingesteld, zal de oven niet aangezet worden:
om de oven aan te zetten, stelt u of de bedieningsknop op of stelt u de benodigde bereidingstijd in.
5019 610 54442
KOOKPLAAT FUNCTIES
De bedieningsknoppen van de kookplaat zijn voorzien van nummers die overeenkomen met de
verschillende stroominstellingen, en van een aantal functiesymbolen.
WARMHOUDEN
Deze functie maakt gebruik van een lage stroominstelling. zodat de gerechten na het bereiden, warm
gehouden kunnen worden.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de knop op .
2. Om de functie Warmhouden uit te schakelen, wijzigt u de positie van de knop.
TWEE ZONE-FUNCTIE
(AFHANKELIJK VAN HET MODEL)
Deze functie bevindt zich op de kookzones zowel op de linker voorzijde als op de linker achterzijde.
De twee zone-functie breidt het verwarmde gebied van de kookplaat uit, zodat u grote, ovale of
rechthoekige pannen kunt gebruiken.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de knop op en wacht tot het restwarmte-indicatorlampje van de betreffende kookplaat gaat knipperen.
2. Kies de gewenste stroominstelling door de kn op links om te draaie n. Het re stwarmte-i ndica torl ampj e blijf t
branden om aan te geven dat de ko ok pla at i s ing es cha kel d.
3. Om te functie op te heffen , draa it u de k no p w eer te rug op “0”.
SNELKOOKFUNCTIE
Deze functie maakt het mogelijk om heel snel water aan de kook te brengen; De Snelkookfunctie blijft actief
gedurende een vooraf ingestelde tijd. Zodra de vooraf ingestelde tijd verstreken is, zal de kookplaat
automatisch terugschakelen naar de maximale stroominstelling. De Snelkookfunctie kan ook geactiveerd
worden als u al begonnen bent met koken.
Waarschuwing: Zorg dat de pan op de kookzone is geplaatst voordat de Snelkookfunctie geactiveerd
wordt, anders kan er schade aan de glazen-keramische plaat ontstaan.
Gespecificeerde prestatie-waarden voor de Snelkookfunctie worden gewaarborgd door alle typen kookplaten van
glas-keramiek.
Ga als volgt te werk:
1. Plaats de pan op de gewenste kookzone.
Stel
2.
Deze functie kan worden gebruikt om deeg te laten rijzen, boter zacht te laten worden, een babyfles of
babyvoeding warm te houden, yoghurt te maken, chocolade te laten smelten, etc..
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het restwarmte-indicatielampje brandt.
Ga als volgt te werk:
1. Controleer of het restwarmte-indicatorlampje van de betreffende kookzone aan is.
2. Draai de knop op .
3. Om de functie uit te scha kel en , wij zig t u de po si ti e v an d e kno p.
de knop in op .
GERINGE WARMTE FUNCTIE (SUDDER FUNCTIE)
Dit symbool komt niet overeen met welk
symbool op welke kookplaat dan ook; het
verwarmingselement krijgt geen stroom
5019 610 54442