OBU 205
NL BE
PRODUCT INFORMATIEBLAD
Laatste
Eerste
Accessoires:
• Rooster
• Bakplaat
• Opvangbak
OVEN
Eerste...Laatste
Het bedieningspaneel
1.
Ventilator (niet zichtbaar)
2.
Verwarmingselement bovenwarmte
3.
Grill-element (kan worden verlaagd)
4.
Ovenlampje
5.
Verwarmingselement onderwarmte
6.
(niet zichtbaar)
Scharnieren ovendeur
7.
Ovenkoeldeur
8.
BEDIENINGSPANEEL
: Steunhoogten
OVENFUNCTIES
Uit
0
Ovenlampje
VERWARMINGSFUNCTIE ONDERWARMTE
Gebruik:
Om het bakken van vruchtencakes en kwarktaarten af te ronden.
-
Om sauzen dikker te maken.
-
Gebruik de verwarmingsfunctie onderwarmte gedurende de laatste 10 of 15 minuten van de bereidingstijd.
STATISCHE FUNCTIE
Gebruiken als al het voedsel op dezelfde steunhoogte is.
De oven voorverwarmen op de gewenste bereidingstemperatuur en het voedsel in de oven plaatsen zodra
-
het rode indicatielampje van de thermostaat uitgaat.
Het is het beste als het schap op de tweede steunhoogte geschoven wordt wanneer u de statische functie
-
gebruikt.
GRILL-FUNCTIE
Gebruik de grill-functie voor het bereiden van kleine stukjes vlees (biefstukjes, worstjes) en voor het maken van
toast.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten zijn .
-
De grill ongeveer 5 minuten voorverwarmen.
-
Plaats het vlees op het rooster en plaats de opvangbak eronder. Giet water in de opvangbak om de bodem
-
te bedekken, zodat rook en vetspatten worden beperkt.
Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
-
Keuzeknop ovenfuncties
1.
Thermostaatknop oven
2.
Indicatielampje van thermostaat
3.
*De bedieningsknoppen van de kookplaat zijn onderling niet uitwisselbaar. Na het reinigen of het
onderhoud, moeten de knoppen op de originele positie worden teruggeplaatst (zie bovenstaand
diagram, naast iedere knop).
N.B.: De ventilator kan, wanneer de oven of de kookplaat in gebruik is, continu op verschillende
snelheden draaien, e.e.a. afhankelijk van de temperatuurwaarden van de componenten.
De ventilator kan, nadat de kook-en ovenfunctie uitgeschakeld is, nog blijven draaien totdat de tijd
verstreken is die nodig is om de componenten en de in de buurt staande keukenapparatuur af te laten
koelen.
Bedieningsknop kookplaat
4.
01...
Bedieningsknop kookplaat
5.
01...
Bedieningsknop kookplaat
6.
01...
Bedieningsknop kookplaat
7.
01...
Indicatielampje kookplaat “AAN”
8.
10
10
10
10
*
*
*
*
5019 610 54452
DE OVEN INSCHAKELEN
Zet de keuzeknop op het gewenste symbool.
De ovenverlichting gaat aan.
• Draai de thermostaatknop met de klok mee op de gewenste temperatuur.
Het rode indicatielampje van de thermostaat gaat branden.
• Als de gewenste temperatuur is bereikt, gaat het rode indicatielampje van de thermostaat uit.
Einde van de bereidingstijd:
• Zet de knoppen weer op de stand UIT (0 - •).
FUNCTIES KOOKPLAAT
De bedieningsknoppen van de kookplaat zijn voorzien van cijfers die overeenkomen met de verschillende
stroominstellingen, en een serie functiesymbolen.
WARMHOUDEN FUNCTIE
Deze functie maakt gebruik van een lagere stroominstelling zodat het voedsel, nadat de bereiding is
voltooid, warm gehouden kan worden.
Ga als volgt te werk:
Draai de knop in de gewenste stand .
1.
Om de functie Warmhouden uit te schakelen, die nt de knop op de gewens te stan d gedraa id te worde n.
2.
DE TWEE ZONE FUNCTIE
(AFHANKELIJK PER MODEL)
Deze functie bevindt zich op de kookzones links voor en links achter. De twee zone functie breidt het
verwarmde gebied van de kookplaat uit, zodat u grote, ovale of rechthoekige pannen kunt gebruiken.
Ga als volgt te werk:
Draai de knop op en wacht tot het restwarmte-indicatielampje van de geselecteerde kookplaat gaat
1.
knipperen.
Selecteer de gewenste stroom door de k nop l i nkso m te d ra ai en. Het res twa rmt e-in dic at iel ampj e blijft
2.
branden om aan te geven dat de kookplaat is ingeschakel d.
Om de functie op te heffen, dient de knop teru ggeze t te worde n op
3.
SNELKOOKFUNCTIE
Deze functie maakt het mogelijk water snel aan de kook te brengen; de snelkookfunctie blijft actief
gedurende een van te voren ingestelde tijd. Als de vooraf ingestelde tijd is verstreken, keert de kookplaat
automatisch naar de maximale stand terug. De snelkookfunctie kan ook worden geactiveerd als u al
begonnen bent met koken.
Waarschuwing:
anders kan het glas-keramische oppervlak beschadigen.
Gespecificeerde prestatie-waarden voor de snelkookfunctie worden gewaarborgd voor alle typen glas-keramiek
kookplaten.
Ga als volgt te werk:
Plaats de pan op de gewenste kookzone.
1.
Stel
2.
de knop in op .
Zorg dat er, voordat u de snelkookfunctie activeert, een pan op de kookzone is geplaatst,
GEMATIGDE WARMTE
Kan worden gebruikt om deeg te laten rijzen, boter wat uit de ijskast komt zacht te maken, de fles of voedsel
voor de baby warm te houden, het maken van yoghurt, het smelten van chocolade, etc...
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het restwarmte-indicatielampje brandt.
Ga als volgt te werk:
Controleer of het restwarmte-indicatielampje voor relatieve kookzone aan is.
1.
Draai de knop op .
2.
Om de functie op te heffen, dient de knop op een an dere sta nd geze t te word en.
3.
“0”
.
Dit symbool correspondeert niet met
welke kookplaat modus; het
verwarmingselement heeft geen
stroomvoorziening
5019 610 54452